23.03.2020 Views

Eiland in de Drup

Het zwevende eiland van Keila wordt overspoeld door wekenlange regen. Alles dreigt onder te lopen en dan verdwijnt ook nog eens de beste vriend van Keila Jon. Een spannend avonturenverhaal waarin Keila probeert het eiland te redden en haar vriend Jon terug te vinden. Kinderboek (7+) van Elle Lepoutre en Marianne Eijgendaal.

Het zwevende eiland van Keila wordt overspoeld door wekenlange regen. Alles dreigt onder te lopen en dan verdwijnt ook nog eens de beste vriend van Keila Jon. Een spannend avonturenverhaal waarin Keila probeert het eiland te redden en haar vriend Jon terug te vinden. Kinderboek (7+) van Elle Lepoutre en Marianne Eijgendaal.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Elle Lepoutre & Marianne Eijgendaal

Eiland

inde

Drup


© 2017 tekst E.M.M. Lepoutre

© 2017 illustraties Marianne Eijgendaal

Voor deze uitgave

© 2017 LELI uitgevers, Amsterdam

Vormgeving Leli Ontwerp, Amsterdam

Drukwerk Wilco, Amersfoort

ISBN 978-90-818250-3-0

NUR 282

Eerste druk, 2017

www.eilandvankeila.nl

www.uitgeverijleli.nl

Dit boek is gedrukt op 140 grams houtvrij papier, met FSC keurmerk.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt

in enige vorm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke

toestemming van LELI uitgevers, Amsterdam.


Elle Lepoutre & Marianne Eijgendaal

Eiland

inde

Drup



1

Het zwemkampioenschap

Op de dag van het zwemkampioenschap werd Keila

vroeg wakker. Ze sloeg de klamboe rond haar bed

open. Een grauw licht scheen haar torenkamer in.

Regendruppels kletterden tegen het ronde raam.

Ze zuchtte. Ze had gehoopt op mooi weer tijdens het

kampioenschap. Al wekenlang regende het op het

eiland en niemand wist waarom. Het was zomer!

De zon zou moeten schijnen.

Jon en haar giraf waren nog in diepe slaap. De giraf

lag met zijn kop onder haar hoofdkussen. Jon sliep op

de slaapbank midden in de kamer. Zijn warrige bruine

haar leek op een bezem. Hij was haar allerbeste vriend.

Hij hielp haar altijd met alles. Ze kende hem sinds de

lente – toen was ze op dit wonderlijke eiland komen

wonen. Met een luchtballon had ze dwars door een

dikke wolk gevlogen en ineens was er het zwevende

eiland.

Keila pakte haar roze gestreepte badpak uit de

kast en trok het aan. Ze had kriebels in haar buik.

Het was de eerste keer dat ze meedeed. Jon had

7


haar gewaarschuwd voor Maximus, een rare jongen,

wel vier of vijf jaar ouder dan zij. Hij woonde in zijn

eentje in een boomhut in het bos en ging nooit naar

school.

‘Hij wint ieder jaar het kampioenschap,’ had Jon

gezegd.

Ze deed haar skibroek over

het badpak aan en haar

T-shirt met de wortel.

Ze dacht aan vroeger,

aan de hardloopwedstrijden

met haar

broertje Kars. Ze

verloor altijd. Dat

was voordat ze naar

het eiland kwam.

Toen was ze vaak

ziek, hier was ze

topfit. Hopelijk

maakte ze een

kans.

Ze keek uit het

raam. De lucht

was somber, geen

stukje blauw

te bekennen.

Het regenwater

stroomde in de

putjes van het


plein rond de watertoren. De oude huizen aan de

overkant doken weg onder hun schuine daken. Ze

pakte een badhanddoek en sloeg die om haar nek. Haar

giraf liet ze op bed liggen. Hij had een hekel aan water,

hoewel hij hoogte nóg erger vond. Jammer dat Kars

nog op het vaste land woonde, oneindig ver weg van

het eiland. Haar moeder was er gelukkig wel, zij sliep

een verdieping lager.

Keila maakte Jon wakker en even later gingen ze

samen op weg. Ze besloten dat ze niet op haar moeder

gingen wachten, die was altijd zo langzaam.

Het zwemkampioenschap was bij het bosmeer in het

oosten van het eiland. Eerst liepen ze de stad uit en

daarna gingen ze via slingerende paadjes dwars door

het bos.

Na ongeveer een half uur lopen kwamen Jon en Keila

aan bij het meer. Hoge naaldbomen weerspiegelden in

het water. Regendruppels prikten er ontelbare kuiltjes

in. Keila’s handdoek en kleren waren kletsnat, haar balletschoenen

zompig. Jon droeg een waterafstotend trainingspak,

maar ook hij klaagde over natte schouders.

Keila’s moeder kwam aanrennen met een boodschappentas.

‘Ik heb droge handdoeken, shampoo en ontbijtkoeken!’

zei ze hijgend. Ze keek erbij alsof ze trots was

op zichzelf. Soms vergat ze om voor dit soort dingen te

zorgen. De Vorstin had haar gevraagd de verhalen van

de eilandbewoners op te schrijven. Daar was ze enorm

druk mee.

9


Keila gaf haar een kus en pakte een ontbijtkoek uit

de tas. ‘Superreep’ stond erop.

‘Nu ga ik vast en zeker winnen!’ zei ze en ze at de

koek in een paar happen op.

Midden in het meer dreef een huisje op een vlot. De

enige manier om erbij te komen was per roeiboot – of

zwemmend. Keila wist dat ze tijdens de wedstrijd het

vlot moest aantikken en dan meteen weer terugzwemmen.

Bij de waterkant stonden vijf houten kistjes

op een rij. Jon vertelde dat de zwemmers vorig jaar

gewoon in het water sprongen. Nu waren er voor het

eerst startblokken. Maximus had geklaagd dat hij vaart

wilde maken bij de start, dat het anders amateuristisch

was. Keila wist niet wat dat betekende, amateuristisch,

maar ze snapte dat het met startblokken meer op een

echte wedstrijd leek.

10


Maximus kwam net aanlopen. Hij had een legergroene

badmuts over zijn hoofd getrokken en zijn

wenkbrauwen waren groot en dreigend. Zijn lippen in

een strakke lijn. Hij droeg een boxershort tot over zijn

knieën. Om zijn nek lag zijn kat, Bibob, met rode eekhoornstaart.

Keila verschuilde zich achter haar moeder

en Jon. Maximus was een kop groter dan zij en zijn

armen zagen er gespierd uit. Bibob siste.

De vijf deelnemers gingen op de startblokken staan:

Maximus, Keila en drie andere kinderen. Rood-witte

ballenlijnen verdeelden het water in vijf banen. Keila

had baan vier en Maximus nummer drie, de middelste.

De winkeljuffrouw stond klaar met in de ene hand

haar megafoon en in de andere een startpistool. Zij was

degene die altijd de wedstrijden regelde op het eiland.

De meester hield een paraplu boven haar. De winkeljuffrouw

stak het pistool naast de paraplu de lucht in.

Maximus zette een zwembril op en rekte zijn spieren.

Hij strekte zijn armen breeduit. Zijn rechterhand

kwam tegen Keila’s hoofd. Ze schoof naar het uiterste

randje van haar blok, zo ver mogelijk bij hem

vandaan.

‘Let op dat je niet in de zwarte plas duikt,’

fluisterde hij.

Keila vroeg zich af of ze hem goed verstond.

‘De zwarte plas?’

‘Dan verdwijn je.’ Hij keek er duister bij.

Keila wist niet wat ze moest zeggen.

11


‘Op jullie plaatsen, klaar, af!’

Pang, deed het pistool.

Alle kinderen doken vanaf het houten kistje het

water in. Keila dook vrij ondiep en baalde meteen.

Met een diepe duik had ze meer snelheid kunnen

maken. Stevig sloeg ze haar armen om en om. Het

water voelde aangenaam, niet te warm en niet te

koud. Het verwelkomde haar, alsof het voor haar

week: kom, we laten je er extra snel door.

Bij het huisje in het midden van het meer tikte

ze de kant aan en zwom in een rechte lijn terug. Ze

lette niet op de anderen, van Maximus zou ze toch

niet winnen. Ze lette alleen op het water. Hoe zacht

het voelde, het geluid van haar handen die er golven

in brachten.

Opeens was ze weer bij de startblokken. Ze tikte

de waterkant aan en zette haar voeten op de zompige

bodem. Haar natte haar sloeg ze voor haar

gezicht weg. Een luid gejuich steeg op. Maximus

was er ook al. Natuurlijk heeft hij gewonnen, dacht

Keila teleurgesteld.

Toch keek iedereen naar haar. Ze klapten.

De winkeljuffrouw gilde door de megafoon: ‘Keila

heeft gewonnen!’

Keila geloofde het bijna niet.

‘En Maximus is tweede geworden, met vier seconden

achterstand!’

Maximus trok een graspol uit de kant en smeet

die in het water. Het spetterde in het gezicht van de

12



jongen in baan twee die als laatste finishte. Maximus

trok zijn zwembril af en wreef over zijn kruin. Hij

keek er moeilijk bij, alsof het pijn deed.

Keila’s moeder hielp haar op de kant en wikkelde

een droge handdoek om haar heen. ‘Geweldig gedaan,

meisje, heel knap,’ zei ze met glimmende ogen.

De meester hield een paraplu op. Het publiek bleef

klappen, speciaal voor Keila. Ze keek naar alle lachende

gezichten en maakte een buiging. Op blote voeten

rende ze naar Jon en riep: ‘Ik heb gewonnen.’

Hij gaf haar een high five.

Keila glom van trots. ‘Voor het eerst heb ik

gewonnen!’

‘Wegens slecht weer is de prijsuitreiking over een

uur in de bibliotheek in de watertoren,’ riep de winkeljuffrouw

door de megafoon.

Maximus trapte alle startblokken in het water. Bibob

sprong op zijn nek, met een dikke staart siste hij naar

iedereen in de buurt. Maximus draaide zich om en verdween

met woeste stappen. Hij spuugde op de grond.

‘Hij heeft zijn kop gestoten op de bodem,’ fluisterde

Jon toen Maximus weg was. ‘Hij dook te diep, zo diep

is het meer niet vlakbij de waterkant.’

Keila knikte begrijpend.

14


Eiland

inde

Drup

Dit was hoofdstuk 1

van Eiland in de Drup.

In totaal zijn er 17

hoofdstukken.


Het zwevende eiland overstroomt! Tijd voor

Keila om in actie te komen. Als haar beste

vriend Jon verdwijnt en haar rivaal Maximus

zich raadselachtig gedraagt, krijgt ze het

moeilijk. Ze moet hulp inschakelen.

Maximus zette een zwembril op en strekte zijn armen

breeduit. Keila schoof zo ver mogelijk bij hem vandaan.

‘Let op dat je niet in de zwarte plas duikt,’ fluisterde hij.

Keila vroeg zich af of ze hem goed

verstond. ‘De zwarte plas?’

Hij keek duister. ‘Dan verdwijn je.’

Over Eiland van Keila:

“Op zoek naar de koningin

beleeft Keila het ene na het

andere avontuur en redt ze en

passant het milieu. Spannend

voorleesboek voor kinderen vanaf

een jaar of zes.” – Parool

www.eilandvankeila.nl

www.uitgeverijleli.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!