You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
I N T E R V I E W
T A C T U S | P A G I N A 3
IVAN
MEYLEMANS
Ivan Meylemans heeft weinig introductie
nodig. Hij stond bij tal van professionele
orkesten in Europa en daarbuiten op de
bok, dirigeert de KF Kempenbloei, de
harmonie Sint Michaël van Thorn en het
Zeeuws Orkest en doceert aan
verschillende conservatoria in België en
Nederland. We peilen naar zijn ervaringen
tijdens de coronacrisis, en naar zijn visie
op de pas opgerichte Vlaamse
DirigentenVereniging.
We kunnen er niet omheen, we moeten het
over de coronacrisis hebben. Zijn je
orkesten de afgelopen tien maand goed
doorgekomen?
"In Achel (België) viel de lockdown meteen
op het slechtst mogelijke moment, namelijk
net in de week voor het VLAMO Open
Fanfare Kampioenschap. We hadden nog
één generale repetitie te gaan, dus al dat
harde werk, die tijd en energie in het water
zien vallen, is natuurlijk zuur. In september
en oktober hebben we opnieuw opgestart,
vanzelfsprekend volgens de regels, met veel
afstand en in een grote ruimte, om in
november weer de boeken te sluiten.
In Nederland waren de regels anders dan in
België. Daar mochten maximaal 30
muzikanten samenkomen om te repeteren,
dus kozen we voor een andere aanpak. We
hebben drie ensembles opgericht: koper,
hout en gemengd ensemble, waarmee we
zelfs al een concertprogramma klaar
hadden. We planden twintig minuten
muziek per ensemble in, en hielden
rekening met een ombouw tussenin, met
alle nodige voorzorgsmaatregelen. Dat was
een hele organisatie. Helaas hebben we ook
dit concert moeten annuleren, want in
Nederland gingen alle zalen opnieuw dicht.
"Orkesten met een
sterke jeugdwerking
hebben de beste
uitgangspositie om
straks weer vlot de
draad op te pikken."
Houden je muzikanten de moed er in?
"Bij de repetities en concerten die wel nog
konden plaatsvinden met de
amateurorkesten zag ik dat de oudere garde
vaak thuis bleef. Begrijpelijk, zij zijn de
meest kwetsbare groep en opteren
natuurlijk voor hun veiligheid. Dat neemt
niet weg dat het een jammere zaak is: de
oudste leden zijn vaak de boegbeelden van
de vereniging en zorgen voor de
kameraadschap in de club. Voor hen is het
net als voor iedereen een hele opgave om te
blijven spelen, en dat maakt het ook weer
wat lastiger om later terug te komen.