À la campagne: het Franse licht van Maris tot Monet
Ontdek de invloed van het Franse licht in de 19de-eeuwse schilderkunst, met prachtige landschappen van Franse meesters als Monet en Cézanne maar ook Nederlandse kunstenaars als Maris en Weissenbruch.
Ontdek de invloed van het Franse licht in de 19de-eeuwse schilderkunst, met prachtige landschappen van Franse meesters als Monet en Cézanne maar ook Nederlandse kunstenaars als Maris en Weissenbruch.
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
À la
campagne
Het
Franse
licht
VAN MARIS TOT MONET
Demain, dès l’aube, à l’heure où blanchit la campagne,
Je partirai. Vois-tu, je sais que tu m’attends.
J’irai par la forêt, j’irai par la montagne.
Je ne puis demeurer loin de toi plus longtemps.
Victor Hugo, 1856
Voor dag en dauw als licht al aanbleekt op het lover
Ga ik op pad. Ik weet wel, dat jij op me wacht.
Ik trek de bossen door en trek de bergen over.
Ik heb te ver van jou mijn dagen doorgebracht.
Vertaling Koen Stassijns, 2008
Eerste kwatrijn van Demain, dès l’aube,
à l’heure où blanchit la campagne […]
verschenen in Les Contemplations, 1856
Uit De mooiste van Victor Hugo,
Koen Stassijns (vert. en red.) en Ivo van Strijtem (red.),
Amsterdam/Tielt 2008
4 THÉODORE ROUSSEAU
A Opkomende bui boven een heuvelachtig en bebost landschap, ca. 1840-1860
Olieverf op paneel, 25,7 × 45,1 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Schenking Collectie W. Palte, 1940
THÉODORE ROUSSEAU
B Studie van een boomtak met fijn loof, ca. 1850
Olieverf op doek op paneel, 32 × 57 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Schenking Collectie W. Palte, 1940
A
B
WILLEM BASTIAAN THOLEN
Gezicht op daken, ca. 1880-1890
Potlood, waterverf en dekverf op papier, 254 × 470 mm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Schenking dr. A.J. Domela Nieuwenhuis, 1923
5
6 CHARLES-FRANÇOIS DAUBIGNY Temps orageux au bord de la mer (Stormachtig weer aan de kust), 1874
Olieverf op doek, 46,5 × 81 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Schenking Collectie W. Palte, 1940
JOHAN HENDRIK WEISSENBRUCH
Botter op het strand, ca. 1880
Penseel in bruine inkt en waterverf op papier, 438 × 551 mm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Bruikleen Stichting Willem van der Vorm, 1972
7
8 GEORGES MICHEL
A Seinelandschap bij onweer, ca. 1800-1843
Olieverf op paneel, 98 × 126 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Aankoop, 1940
JOHAN HENDRIK WEISSENBRUCH
B Bleekveld, ca. 1893-1895
Olieverf op doek, 38 × 23 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Uit de nalatenschap van J.P. van der Schilden, 1925
A
B
9
10 JOHAN HENDRIK WEISSENBRUCH Boerderij bij de duinen, ca. 1880-1900
Olieverf op paneel, 18,7 × 32 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Schenking Collectie W. Palte, 1940
CONSTANT GABRIËL
Polderlandschap, ca. 1880-1900
Olieverf op doek, 64 × 99 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Schenking H. van Beek, 1935
11
12 WILLEM ROELOFS
Landschap met koeien aan het water, ca. 1894
Olieverf op doek, 72 × 100,7 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Schenking uit de nalatenschap van W. van Traa en A. van Traa-Hartong, 1927
JACOB MARIS
ANTON MAUVE
A Stadsgezicht, 1893
Olieverf op doek, 44,3 × 63,3 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Uit de nalatenschap van W.A. Mees, 1934
B Koeien in een landschap met molen aan de horizon, ca. 1870-1888
Olieverf op paneel, 40 × 63 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Bruikleen Stichting Museum Boijmans Van Beuningen. Voormalige collectie Schoufour-Martin, 2005
13
A
B
34
VOORWOORD
Wanneer ik door het schilderijendepot
loop dat zich op de tweede etage
bevindt van het recent geopende
Depot Boijmans Van Beuningen,
zie ik veel vertrouwde gezichten,
maar word ik ook verrast door nieuwe
vondsten. De collectie is te groot om
geheel te kennen, en niet ieder werk
is in het verleden even vaak getoond.
Dat is ook juist de schoonheid van
een publiek toegankelijk depot, waar
je je als bezoeker waant in een grote
bibliotheek waar je niet alleen vindt
wat je al zocht, maar ook nieuwe
ontdekkingen doet. Dit grote,
waaier vormige depot voor ‘hangende
objecten’ bevat het grootste deel van
de schilderijenverzameling van het
museum. In twee halve cirkels staan
schilderijrekken zodanig opgesteld
dat je een blik kunt werpen op de
eerste kunstwerken die eraan hangen
en een glimp opvangt van de rest. De
binnenste cirkel bevat werken vanaf
de late middeleeuwen tot grofweg de
achttiende eeuw, en aan de buitenste
ring volgt het werk van de negentiende
eeuw tot heden.
Hoewel in de meeste depotruimtes
de kunstwerken geordend zijn op
materiaal en formaat, is in dit depot
gekozen voor een losse chronologische
ordening. Daarvoor zijn praktische
redenen, want we kunnen hierdoor
gemakkelijk de conditie van de werken
op paneel in de gaten houden,
maar ook inhoudelijke: het geeft
de conservatoren meer focus op hun
eigen deelgebied. Bij het maken van
À la campagne hebben Marlies Stoter,
conservator van het Fries Museum,
en Sandra Kisters, hoofd collectie en
onderzoek van Museum Boijmans Van
Beuningen, uren kunnen grasduinen
in de collectie negentiende- eeuwse
landschapschilderijen, die hier dicht
bij elkaar in de buurt hangen.
Museum Boijmans Van Beuningen
heeft een onwaarschijnlijk mooie
deelverzameling negentiende-eeuwse
schilderijen en werken op papier, met
name op het gebied van het impressionisme.
Veel van deze werken zijn in
de eerste helft van de twintigste eeuw
bijeengebracht door verzamelaars als
Franz Koenigs, Wouter Palte, D.G. van
Beuningen, J.P. van der Schilden en
Willem van der Vorm. Ze zijn in de
collectie terechtgekomen als schenking,
als aankoop of als langdurig
bruikleen, zoals in het geval van de
Stichting Willem van der Vorm. In
de laatste decennia zijn er nog maar
sporadisch werken aan toegevoegd,
want veel impressionisten worden er
niet aangeboden op de markt en de
prijzen zijn dus hoog. Toch is de collectie
ook in de afgelopen jaren met
enkele bijzondere schilderijen verrijkt,
onder andere met Landschap bij Aix
met de Tour de César van Paul Cézanne
en met een wonderschone kleine
35
MUSEUM BOIJMANS VAN BEUNINGEN
plein-airstudie van Matthijs Maris.
Behalve impressionisten heeft het
museum ook prachtige werken van
de Haagse School en de School van
Barbizon. Sommige zijn bekend en
veel getoond, andere zijn door de
makers van de tentoonstelling herontdekt
in de depots, zoals Bosgezicht
van Willem Bastiaan Tholen en het
heldere Voorjaar van Rodolphe Wytsman,
die tijdens de voorbereidingen
zorgvuldig zijn schoongemaakt en
gerestaureerd.
Rodolphe Wytsman
Voorjaar, ca. 1900-1920
Olieverf op doek, 60,5 × 73,5 cm
Collectie Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Uit de nalatenschap van G.J. Palte-Bos
Dankzij de grootschalige renovatie van
het museum is het mogelijk om deelcollecties
te laten reizen naar collega -
instellingen in binnen- en buitenland.
We vinden het heel bijzonder dat we
onze negentiende- eeuwse meesters
in Leeuwarden kunnen delen met het
publiek, en danken het Fries Museum
voor de fijne samenwerking. We hopen
dat u, net als wij, zult genieten van
deze schilderijen, tekeningen en prenten,
waarin een grote liefde voor de
natuur centraal staat.
Sjarel Ex
Directeur
36
VOORWOORD
Naar buiten!
Sinds het begin van een onthutsende
en verwarrende periode, met afstand
houden van elkaar als noodzakelijk
kwaad, is de trektocht naar buiten
op gang gekomen. Seizoenen krijgen
weer betekenis en de nabije natuur
fungeert als een weldadige plek.
We turen naar de schittering van de
winterzon op nachtblauwe plassen,
struinen door de modder, stoppen
als eekhoorns alles wat we vinden
in onze jaszakken, en raken niet
uitgepraat over de schoonheid van
appelbloesems. Geregeld zijn de
verhoogde moestuinbakken uitverkocht;
zaadjes, stekjes en oogst worden
ruimhartig gedeeld in de kantoortuin;
en niemand kijkt meer raar op van
een hartstochtelijk verhaal over een
gelopen route. De allermooiste natuurfoto’s
komen vanzelfsprekend
terecht op sociale media. David
Hockney, die zich ontpopt heeft tot
een van de productiefste landschapschilders
van onze tijd, geeft zijn
vertrouwelingen gewoon via digitale
berichten een inkijkje in zijn geschilderde
werkdag, vaak laag voor laag
opgebouwd op een tablet.
Het diepe besef dat de natuur ons
laat ademen en troost geeft, is terug.
Vandaar dat de mogelijkheid van een
grote tentoonstelling over de verbeelding
van het landschap ons zo enthousiast
maakte. In saamhorigheid met
de collega’s van Museum Boijmans
Van Beuningen in Rotterdam ontwikkelden
we een tentoonstelling
over het Franse licht, dat zich via
België verspreidt naar Nederland.
Een reis langs de artistieke ontwikkelingen,
van een objectieve registratie
van de werkelijkheid en plein air naar
de subjectieve waarneming van de
kunstenaar door zijn oogharen heen.
De jarenlange sluiting van Museum
Boijmans Van Beuningen voor grootschalige
renovatie en vernieuwing
betekent een ongekende kans voor
het Fries Museum, waarvoor we alle
Rotterdamse collega’s die hieraan
meegewerkt hebben onuitsprekelijk
dankbaar zijn. In tijden waarin het
internationaal bruikleenverkeer hinder
ondervindt, is het extra waardevol
(en duurzaam) om een nationale collectie
elders in het land een podium
te kunnen geven. De vergezichten,
boomgaarden, heuvels en kusten,
tuinen en akkers van het Rotterdamse
museum behoren tot de absolute
wereldtop. Van toonaangevende
Franse kunstenaars als Daubigny,
Rousseau, Millet, Sisley, Cézanne,
Pissarro en Renoir via enkele kleurrijke
Belgen zoals Van Rysselberghe
en Wytsman tot prominente Nederlanders
als Van Gogh, Thorn Prikker
en Toorop en natuurlijk de beminde
Haagse School-schilders. Publiekslieve
lingen en onontdekte schatten,
37
FRIES MUSEUM
zoals de zelden getoonde tekeningen,
zijn uit het schitterende nieuwe depot
van Museum Boijmans Van Beuningen
naar boven gehaald, van alle kanten
bekeken, verzorgd en gerestaureerd,
zodat ze in Leeuwarden voluit kunnen
stralen. Deze publicatie is een blijvend
aandenken aan dit oogstrelende
voorjaar.
Tegenwoordig ontmoeten mensen
hun vrienden in de buitenlucht en
knopen er een wandeling aan vast.
Net zoals de schilders die vanaf het
midden van de negentiende eeuw er
met elkaar op uit trokken. Eigenlijk
verloren ze elkaar nooit meer uit het
oog, ook al zochten ze naar een eigen
plek en onderwerp in het leven. Wat
ons met hen verbindt, is die wonderbaarlijke
beleving van de natuur, als
pleister op de wond van het dagelijks
bestaan.
Tentoonstellingen als deze en bijbehorende
publicaties zouden niet
mogelijk zijn zonder steun van fondsen
en partners, zowel nationaal als
regionaal. We danken het Mondriaan
Fonds voor hun genereuze bijdrage
aan de tentoonstelling À la campagne.
Daaruit spreekt het vertrouwen in de
kwaliteit van dit project en waardering
voor de samenwerking tussen het
Fries Museum en Museum Boijmans
Van Beuningen.
De tentoonstelling en publicatie
À la campagne zijn onderdeel van de
eerste triënnale Arcadia als opvolger
van Leeuwarden-Fryslân Culturele
Hoofdstad van Europa 2018. Het
Fries Museum heeft niet vier jaar
gewacht, maar heeft sinds eind 2018
de erfenis verzilverd met de tentoonstellingen
Rembrandt & Saskia:
Liefde in de Gouden Eeuw, Éric Van
Hove: Fenduq, Wij Vikingen, Haute
Bordure en Icons: Topstukken uit de
National Portrait Gallery. Wij hopen
dat À la campagne de volgende stap
mag zijn op een voortdurend pad van
zichtbaarheid, waardering en trots.
Kris Callens
Directeur-bestuurder
Ids Wiersma
De schilder Egnatius Ydema aan het werk
in de vrije natuur, 1908
Olieverf op doek, 26,5 × 40,8 cm
Fries Museum, Leeuwarden
38
INHOUDSOPGAVE
34—37
Voorwoorden
3—32, 65—96, 113—144
Beeldessays
170—176
Noten
Geboorte- en sterfjaren
Geraadpleegde literatuur
Colofon
40—49
Verlangen naar een waas van groen
Marlies Stoter
50—54
Maatjes, mentors en mediators
Suzanne Veldink
108—112
102—107
De verre blik en het zachte licht
van Anton Mauve
Marlies Stoter
Conventie en experiment
Milou Goverde 145—149
Samen op pad
John Sillevis
39
55—58
Van stekelvarkens,
bomen en rotspartijen
Mayken Jonkman
59—64
Een schilderes in het veld
Hanna Klarenbeek
97—101
Gewapend met kist, stoel
en schildersparasol
Evelien de Visser
150—156
Les XX, verbinders en
baanbrekers in België
Anne-Marie Segeren
157—162
Zomerleven
Ernst Bruinsma
163—169
(Post)impressionisme:
licht en kleur worden pure vorm
Sandra Kisters
40
Verlangen naar een waas van groen
Marlies Stoter
De nieuwe eeuw is twee jaar oud als David Hockney in Engeland weer
eens een echte lente meemaakt, van het prille begin tot aan de zomerse
weelderigheid. Elke dag loopt hij door Holland Park in Londen naar
de studio van Lucian Freud, die zijn portret gaat maken. Het wakker
worden van de natuur overrompelt hem, en in het besef dat hij na jaren
in Los Angeles de wisseling van de seizoenen in Noordwest-Europa
enorm gemist heeft, besluit hij terug te gaan naar het Yorkshire van
zijn jeugd om het in alle jaargetijden te schilderen, te tekenen en zelfs
te filmen. Met nieuwe ogen kijkt hij naar het vertrouwde landschap,
waar hij in weer en wind geestdriftig aan de slag gaat om maar niets te
missen van de kleuren en het licht. In de natuur overheerst het ogenblik,
zo weet Hockney, en zijn manier om het landschap te portretteren is
steeds teruggaan naar dezelfde plek.
1—David Hockney
No. 125, 19th March 2020
IPad-schilderij
© David Hockney
In het vroege voorjaar van 2020 begint Hockney aan een nieuwe serie
iPad-schilderijen. Hij heeft zich teruggetrokken in zijn Normandische
huis en wil daar, net zoals Claude Monet dat honderd kilometer verderop
deed, rustig uitkijken naar de komst van de lente op de anderhalve
hectare van zijn tuin (afb. 1). Op 11 februari 2020 ‘schildert’ Hockney
41
bij zijn zevendwergenhuis op het Franse platteland een eerste kale
boom op zijn iPad. Door de coronalente kan hij onverwachts in alle
rust werken aan zijn schilderijen. Soms maakt hij er meerdere op een
dag, want wachten op het drogen van de verf hoeft uiteraard niet. Hij
zit warmpjes in zijn truck, die over zijn erf steeds naar een ander plekje
wordt gereden. Of men draagt voor hem een houten keukenstoel door
de tuin voor een ander uitzicht. ’s Nachts in het donkere huis vereeuwigt
hij de maannachten dankzij het licht van het schermpje.
Hij moet hard doorwerken om alle fasen van het uitbottende groen,
de milde regen op de blaadjes, de talmende bloesemknoppen en de uitgebloeide
paardenbloemen op zijn iPad te krijgen. In alle kleuren van
de regenboog deelt de schilder zijn verwondering over de veranderlijke
en vergankelijke natuur met ons. Voor een kleine kring van intimi
verloopt dat vrij direct: zij krijgen elke dag de nieuwe oogst binnen op
hun telefoon en kunnen zelf kiezen of zij de werken wel of niet laten
printen. De vele liefhebbers van zijn werk kunnen hun hart ophalen aan
de tentoonstellingen of op het internet, of gewoon genieten van het
boek The Arrival of Spring, Normandy, 2020, in schetsboekformaat. 1
Het boek biedt zelfs de mogelijkheid om met behulp van augmented
reality op de smartphone bomen in bloei te laten komen.
Ogentroost
Nieuwe tijden, nieuwe technieken, die laten zien dat de landschapschilder
kunst nog altijd springlevend is en ontegenzeglijk relevant
blijft. Hockney is van nu, een hedendaagse kunstenaar die weer net zo
geboeid is door zijn landelijke omgeving als zijn collega’s van weleer.
Door de eeuwen heen zijn het altijd de kunstenaars die ons beroepshalve
herinneren aan het verlangen om op te gaan in de echte natuur.
Met verf, potlood of krijt toveren ze een herkenbare plek op het doek,
een plek die we willen betreden en waar we willen blijven.
Even voor het midden van de negentiende eeuw vlamt het verlangen
op om het roer om te gooien. De voortrekkers willen nog steeds wel
landschappen schilderen, maar wegblijven van de gekunstelde romantische
landschappen waarin een verhaaltje verteld wordt. Stilletjes vragen
ze zich af of ze het landschap zoals het zich voordoet de regie kunnen
geven. Gewoon de deur uit, lopen tot een schilderachtig plekje zich
aandient in het zachte licht of bij een donderwolk, en dan het schetsboek
tevoorschijn halen. Die beweging naar buiten begint in Frankrijk,
maar ook in Nederland en België laten de kunstenaars zich door Moeder
Natuur bij de hand nemen. De jonge schilder Gerard Bilders bemerkt in
1860 het opsteken van die frisse wind als hij in aanraking komt met het
werk van de nieuwe generatie Franse landschapschilders. Enthousiast
wil hij hun voorbeeld volgen: ‘Ik geloof dat, wanneer je je eenmaal hebt
voorgenomen om landschapschilder te worden, je zo veel mogelijk
onder de blote hemel moet leven, eten en drinken, lezen en slapen
onder de groene bomen en in het gras.’ 2 Zijn thuis is de ongerepte
natuur van de Veluwe en het stroomdal van de Rijn. Tijdens zijn op-
42
2—Claude Monet
De rotsen bij Étretat, 1885
Olieverf op doek, 65,1 × 81,3 cm
The Clark Art Institute, Williamstown
Verworven door Sterling en
Francine Clark, 1933
leiding in de stad Den Haag snakt hij naar de buitenlucht, naar wind in
zijn haar en zonnestralen op zijn gezicht. Weinig negentiende-eeuwse
schilders hebben zo openlijk over hun diepe verbondenheid met de
natuur geschreven als hij. Op zijn wandeltochten merkt Bilders, die
gebukt gaat onder verdriet en zorgen over zijn eigen gezondheid, dat
de beklemming van zijn sombere gedachten voor even wijkt, waardoor
er ruimte komt voor gevoelens van rust en overgave. 3 Hij sterft te vroeg
om zich als schilder te kunnen ontplooien. Evenmin beleeft hij de
spannende ontwikkelingen binnen de landschapschilderkunst die nog
zullen volgen.
Ook de schrijver Guy de Maupassant ervaart de helende werking van de
buitenlucht. In zijn romans en verhalen verweeft hij zijn pessimistische
kijk op de wereld met een grote liefde voor het Normandische platteland,
voor varen en water, en niet te vergeten voor vrouwen. In Sur l’eau (Op
het water, 1888) spuit hij zijn gedachten en gevoelens over de armetierigheid
van mensen en de middelmatigheid van alle dingen. Een wandeling
door de velden of een zeiltocht op open zee biedt dan tegenwicht en
laat hem genieten van ontroerende verschijningen en ervaringen. Als
een schilder beschrijft hij vanaf zijn zeilboot zo’n troostend moment
rond het ochtendgloren bij het Zuid-Franse Cap Esterel: ‘De uitgestrekte
kustlijn daalt af tot in het blauwe water, dat daardoor paars kleurt. Het
is een wonderlijke, stekelige, prachtige kust, met hoge punten, talloze
43
baaien en grillige, parmantige rotsen: al die fabelachtige dingen, die we
zo prachtig vinden aan bergen. Op de flanken groeien dennenbossen
tot aan de granieten toppen, die lijken op kastelen, steden of stenen
legers die elkaar achtervolgen’ 4 .
Reizen met de trein
Van groot belang voor de trek naar buiten is de aanleg van de spoorlijnen.
Vanuit Parijs kunnen schilders steeds makkelijker en verder
reizen tussen stad en platteland, waar ze soms weken of maanden aan
één stuk verblijven. Met elkaar trekken ze er te voet op uit, zetten hun
draagbare ezel neer aan de Normandische of Bretonse kust of kiezen
een mooie rivier uit. In de etsserie Voyage en bateau (1861-1862) laat
Charles-François Daubigny zien hoe dat in zijn werk gaat. Hij neemt
de trein naar Asnières-sur-Seine, waar hij zijn schildersattributen naar
een kleine atelierboot brengt. Overdag schildert Daubigny, en ondertussen
trekt zijn scheepsmaatje de boot vanaf het jaagpad over de rivier
en vangt hij de vis voor het eten. ’s Nachts slapen ze gebroederlijk naast
elkaar op de strozak, met alle huisraad en de schilderdoeken tegen de
wand (p. 70-71).
Dankzij de nieuwe treinverbindingen, ook in België en Nederland,
reist ook de ‘gewone’ man naar het platteland en de kust om te genieten
van de buitenlucht en om uit te rusten van het moderne en drukker
wordende stadsleven. Dit beginnende toerisme levert de kunstenaars
automatisch ook nieuwe klanten op, die hun herinneringen aan een
dagje aan het strand weerspiegeld willen zien in een stemmige zonsondergang
of in het gekrioel bij het binnenhalen van de vissersvloot
(p. 26-27 en 29). Hendrik Willem Mesdag verdient daar als zeeschilder
een goedbelegde boterham mee. Na zijn opleiding in Brussel nestelt hij
zich in Scheveningen, waar de kracht van de zee en de levendigheid
van de opkomende badplaats hem altijd blijven boeien.
Lieux de mémoire
Hoe kijken de kunstenaars uit die tijd zelf naar de combinatie van
werk en natuurbeleving? Voelen ze zich verbonden met de anderen,
vlakbij en verder weg, of staan ze helemaal alleen achter hun ezel op
de akker? Krantenartikelen, recensies en oude verkoop- en tentoonstellingscatalogi
lichten een tip van de sluier op, maar het zijn vooral
de persoonlijke brieven die een idee geven van de reikwijdte van hun
contacten, van vriendschappen en rivaliteit, van de voortgang van hun
werk en de eerbiedige verering van beroemde voorgangers.
Camille Corot, nestor van de School van Barbizon, is al een man op
leeftijd als hij de veel jongere Odilon Redon het welgemeende advies
geeft om ieder jaar naar hetzelfde landschap terug te keren en er dezelfde
boom te schilderen. Redon neemt het advies ter harte en kiest een
vertrouwde plek uit op het Zuid-Franse landgoed van zijn familie,
dat tot 1898 in hun bezit blijft (afb. 3). 5
3/P. 118-119—Odilon Redon
Les Landes à Peyrelebade
(Les Landes bij Peyrelebade), ca. 1885
Olieverf op karton op paneel, 32 × 42,8 cm
44
4—Vincent van Gogh
De tuin van Daubigny, Auvers-sur-Oise, juni 1890
Olieverf op doek, 51 × 51,2 cm
Van Gogh Museum, Amsterdam
Vincent van Gogh Stichting
Vincent van Gogh krijgt van zijn broer Theo vanuit Parijs te horen
dat hij echt meer kleur moet gaan toevoegen aan zijn palet, zoals de
Franse impressionisten dat doen met kleine streepjes en stipjes kleur
op een lichte ondergrond. Vincent is dan in Nuenen bij zijn ouders
en heeft op dat moment niet meer in handen dan wat boeken en
zwart- witreproducties van het werk van zijn Franse collega’s. In de
veronderstelling dat hij zijn broer goed begrepen heeft, stuurt Vincent
hem een schetsje van De populierenlaan bij Nuenen (1885) terug met
een uitleg van zijn kleurgebruik. 6 Als hij naar Parijs gaat, neemt hij zijn
‘Symfonie in geel’ mee en voegt daaraan nog wat lichte toetsen toe, maar
het schilderij blijft donker in vergelijking met zijn lichte, expressionistische
Franse schilderijen. De laatste maanden van zijn leven woont hij
in Auvers-sur-Oise, waar hij direct na aankomst op zoek gaat naar het
huis en de tuin van zijn gestorven idool Charles-François Daubigny.
Bij gebrek aan een echt linnen schilderdoek schildert Vincent Daubigny’s
tuin met dotjes en streepjes in zachte tinten op een doodgewone
theedoek (afb. 4). 7
45
Op zoek naar een rustige, ongerepte wereld moet Johan Hendrik
Weissenbruch steeds verder weg uit Den Haag. In het groene hart van
Holland ontdekt hij het dorpje Noorden, en vanaf 1875 is hij ’s zomers
geregeld in het doorweekte veengebied van de Nieuwkoopse Plassen
te vinden. Net als veel van zijn Haagse School-collega’s is hij een
meester in de aquareltechniek, en ook als hij voor olieverf kiest, werkt
hij vaak nat-in-nat. Lijnen lossen op; land, water en hemel vloeien in
elkaar over (p. 16-17). 8
Pas in 1900 reist Weissenbruch voor de eerste keer naar Barbizon,
waar de vernieuwing van de landschapschilderkunst ruim vijftig jaar
eerder begon. Collega-schilders als Jacob Maris en Willem Roelofs
gingen juist aan het begin van hun carrière naar deze beroemde bossen
ten zuiden van Parijs. Uit respect en bewondering bezoekt Weissenbruch
het huis van de grote Millet en gaat ook tekenen in de natuur. Dat hij als
oudere man nog steeds zijn techniek en aanpak kan vernieuwen, is te
zien aan Bosgezicht nabij Barbizon, met licht dat door de berken op de
rotsen valt en kleurvlakjes die aan Cézanne doen denken (afb. 5).
5—Johan Hendrik Weissenbruch
Bosgezicht nabij Barbizon, 1900
Olieverf op doek, 48,5 × 64 cm
Rijksmuseum, Amsterdam
114 MATTHIJS MARIS
Zanderige oever met bomen, ca. 1860
Olieverf op doek, 15,1 × 21,3 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Aankoop met steun van VriendenLoterij, 2016
WILLEM ROELOFS
Forêt de Fontainebleau (Bos van Fontainebleau), ca. 1852-1855
Olieverf op doek, 45 × 58 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Schenking C. Quintus-Overbosch, 1981
115
116 WILLEM BASTIAAN THOLEN
Bosgezicht, ca. 1890-1910
Olieverf op doek, 75 × 50,2 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Uit de nalatenschap van Justus Schreuder, 1932
ANTON MAUVE
In de moestuin (De warmoezenierster), 1887
Olieverf op doek, 55,5 × 75 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Uit de nalatenschap van J.P. van der Schilden, 1925
117
118
ODILON REDON
Les Landes à Peyrelebade (Les Landes bij Peyrelebade), ca. 1885
Olieverf op karton op paneel, 32 × 42,8 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Uit de nalatenschap van Vitale Bloch, 1976
119
120 CLAUDE MONET
Champ de coquelicots (Papaverveld), 1881
Olieverf op doek, 58 × 79 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Verworven met de verzameling van D.G. van Beuningen, 1958
CLAUDE MONET
Printemps à Vétheuil (Lente in Vétheuil), 1880
Olieverf op doek, 60,5 × 80,5 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Bruikleen Stichting Museum Boijmans Van Beuningen. Schenking mevr. E.Y. van Beek-van Hoorn Janssen, 1951
121
122 CAMILLE PISSARRO
L’Oise à Pontoise, temps gris (De Oise bij Pontoise, grijs weer), 1876
Olieverf op doek, 53,5 × 64 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Bruikleen Stichting Museum Boijmans Van Beuningen. Schenking mevr. E.Y. van Beek-van Hoorn Janssen, 1951
ALFRED SISLEY
ALFRED SISLEY
(pagina 124-125)
Le moulin à eau Provencher à Moret (De watermolen Provencher te Moret), 1883
Olieverf op doek, 54 × 73 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Uit de nalatenschap van A.E. van Beuningen-Charlouis, 1981
Un verger au printemps, By (Een boomgaard in de lente, By), 1881
Olieverf op doek, 54 × 72 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Verworven met de verzameling van D.G. van Beuningen, 1958
123
124
125
126 CLAUDE MONET
La Seine près de Vétheuil (De Seine bij Vétheuil), 1878
Olieverf op doek, 62 × 83 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Verworven met de verzameling van D.G. van Beuningen, 1958
PAUL SIGNAC
PAUL GAUGUIN
A Vue de Port, Saint Briac (Havengezicht, Saint Briac), 1885
Olieverf op doek, 46 × 65 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Aankoop, 1936
B Environs de Sèvres (Les fabriques Cail)
(De Cail-fabrieken in de buurt van Sèvres), ca. 1870
Olieverf op paneel, 16 × 25,5 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Verworven met de verzameling van D.G. van Beuningen, 1958
127
A
B
128 THÉO VAN RYSSELBERGHE
Chênes lièges (Kurkeiken), 1918
Olieverf op doek, 50,5 × 64,5 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Bruikleen Stichting Museum Boijmans Van Beuningen, 1950
CAMILLE PISSARRO
Les Coteaux d’Auvers (De heuvels van Auvers), 1882
Olieverf op doek, 54,5 × 65 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Schenking Rotterdamse kunstvrienden, 1917
129
130 ODILON REDON
Rue de village (Dorpsstraat), ca. 1875
Olieverf op papier op paneel, 25,2 × 32 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Schenking Mr. M.M. Valkenburg, 1922
ODILON REDON
Les rochers en Bretagne (De rotsen in Bretagne), ca. 1875
Olieverf op karton op paneel, 24 × 32,5 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Uit de nalatenschap van Vitale Bloch, 1976
131
132 LEO GESTEL
Tuingezicht (+ detail), 1908
Olieverf op doek, 33 × 46,5 cm
Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Uit de nalatenschap van Willem Hogervorst, 2002