24.12.2012 Views

Em. Prof. Theo Peeters KULeuven

Em. Prof. Theo Peeters KULeuven

Em. Prof. Theo Peeters KULeuven

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Een Staatshervorming als Reddingsboei<br />

voor de Overheidsfinanciën?*<br />

<strong>Em</strong>. <strong>Prof</strong>. <strong>Theo</strong> <strong>Peeters</strong><br />

<strong>KULeuven</strong><br />

VWEC Gent<br />

19 november 2010<br />

* Deze presentatie herneemt elementen uit de paper met de gelijknamige titel, van Koen Algoed, Dirk<br />

Heremans en <strong>Theo</strong> <strong>Peeters</strong>, VIVES Beleidspaper nr1, oktober 2008


1. Inleiding<br />

A. De Belgische staatsstructuur kampt vandaag met<br />

tenminste drie verbonden en elkaar versterkende<br />

problemen:<br />

– op het federale niveau is eerder bestuurlijk immobilisme i.p.v.<br />

goed bestuur de regel; de communautaire breuklijnen wegen<br />

op diverse domeinen sterker door dan politiek-ideologische;<br />

– bij gebrek aan budgettaire ruimte kunnen de Noord-Zuid<br />

tegenstellingen en de verschillen in socio-economische<br />

ambities niet langer met financiële smeermiddelen worden<br />

overbrugd;<br />

– de overheidsfinanciën gaan nog altijd gebukt onder de erfenis<br />

van het verleden, ondanks verdienstelijke inspanningen in de<br />

voorbije twee decennia maar gecounterd door de financiële<br />

crisis en geconfronteerd met de uitdaging van de vergrijzing.


1. Inleiding (vervolg)<br />

B. De moeilijke keuzes die moeten worden gemaakt zijn niet<br />

evident binnen het bestaande institutionele kader.<br />

De sense of urgency die aan Vlaamse kant soms wordt gehoord om de<br />

aanslepende economische divergentie tussen het Noorden en Zuiden van<br />

het land om te buigen wordt in Franstalig België ervaren als de voorbode<br />

van de splitsing en een dreigende verarming.<br />

C. De versterking van het economisch draagvlak met<br />

convergentie i.p.v. divergentie is de enige uitweg. Het<br />

institutionele status-quo is hiervoor geen optie. Meer<br />

tewerkstelling via een activering van de bevolking op<br />

beroepsactieve leeftijd is de sleutel. Dat veronderstelt<br />

een staatshervorming met<br />

– beter aangepaste en meer coherente bevoegdheidspakketten<br />

– en bovenal een aangepast financieringssysteem gericht op<br />

responsabilisering en arbeidsactivering.


2. De federale overheidsfinanciën op<br />

de helling<br />

A. De federale overheid een fiscaal doorgeefluik<br />

De federale overheid met een omgekeerde financieringskloof houdt dus 7,1 %<br />

van het bbp over voor de financiering van haar primaire taken. De federale<br />

overheid is in grote mate herleid tot een fiscale herverdeler en een<br />

schuldagentschap.


2. De federale overheidsfinanciën op de<br />

helling (vervolg)<br />

B. Gemiste kansen voor de overheidsfinanciën sinds 2000<br />

– Een budgettaire marge van 2,5 % van het bbp in het afgelopen<br />

decennium tot aan de financiële crisis: dankzij dalende schuldgraad<br />

en vooral dalende rente zakten de renteuitgaven tot 3,7 % van het<br />

bbp in 2007 tegenover nog 6,2 % in 2000.<br />

– De begrotingsobjectieven vooropgezet door de HRF om via<br />

begrotingsoverschotten versneld de schuld af te bouwen werden<br />

nooit gehaald.<br />

– In het afgelopen decennium, ook vóór de crisis, is de begroting van<br />

de gezamenlijke overheid meer in het rood dan in het zwart<br />

geschreven, ondanks de positieve saldi van de G&G (vooral<br />

Vlaanderen).<br />

– De afbouw van de schuldgraad tot aan de crisis is mede geholpen<br />

door een gunstige groei van het bbp. In absolute cijfers is ook<br />

tussen 2000 en 2007 de schuld van de federale overheid nog met<br />

11,5 mia euro gestegen.


2. De federale overheidsfinanciën op de<br />

helling (vervolg)<br />

C. Federale overheidsfinanciën: hypotheek voor de toekomst?<br />

– Het primair saldo dat in 2000 5,8 % van het bbp bedroeg is in 2007 gezakt<br />

tot 2,7 %.<br />

– De daling aan de inkomstenzijde is niet alleen resultaat van de verlaging<br />

van de PB.<br />

– Vooral de overheveling van belastingbevoegdheden naar de gewesten<br />

weegt door; de zog. negatieve term 0,99 % van het bbp in 2007<br />

compenseert onvolledig de overgehevelde belastingen ten belope van 1,35<br />

%.<br />

– Het Lambermontakkoord van 2001 heeft ook de gemeenschappen extra<br />

gefinancierd en hun aandeel in het bbp gestabiliseerd.<br />

– Bij de indirecte belastingen weegt de overdracht van de registratierechten<br />

door.<br />

– Alternatieve financiering van de sociale zekerheid is reeds goed voor 3,4 %<br />

van het bbp.<br />

– De financiële ruimte voor het uitoefenen van de eigen overheidstaken door<br />

het federale niveau neemt af met verschuiving van middelen van<br />

groeiondersteunende investeringsuitgaven naar inkomensondersteunende<br />

en inkomensherverdelende uitgaven.


2. De federale overheidsfinanciën op de<br />

helling (vervolg)<br />

Tabel 1: Inkomsten en uitgaven Federale Overheid 2000-2007 (in % van het BBP)


2. De federale overheidsfinanciën op de<br />

helling (vervolg)<br />

Tabel 1: Inkomsten en uitgaven Federale Overheid 2000-2007<br />

(in % van het BBP) (vervolg)


2. De federale overheidsfinanciën op de<br />

D. Conclusie<br />

helling (vervolg)<br />

– putten uit de ‘common pool’ van de federale overheidsmiddelen<br />

leidt tot gebrek aan responsabilisering met inefficiëntieproblemen<br />

tot gevolg.<br />

– het ‘derde betaler’ stelsel leidt tot fiscale illusie, common pool en<br />

bailout problemen.<br />

– de overheden van de deelgebieden krijgen niet de juiste<br />

stimulansen voor een efficiënt bestedingsgedrag.<br />

– de budgettaire uitdaging van de vergrijzing opgeschoven naar de<br />

toekomst


3. Botsen tegen de grenzen van de<br />

federale begroting<br />

A. Hoe de budgettaire uitdagingen aanpakken?<br />

– extra inkomsten?<br />

– minder uitgaven?<br />

4 mogelijkheden: rente-uitgaven, werkingskosten van de federale<br />

overheid, toelagen aan de andere overheden, en toelagen aan de<br />

sociale zekerheid.<br />

– heractivering als enige uitweg?


3. Botsen tegen de grenzen van de<br />

federale begroting<br />

B. De ene arbeidsmarkt is de andere niet<br />

– Met een werkzaamheidsgraad van 65,7 % scoort Vlaanderen net<br />

boven de Europese middelmaat; Wallonië en BHG vallen met 57 en<br />

56 % in het Europese staartpeleton.<br />

– Een betere werking van de arbeidsmarkten dat rekening houdt met<br />

de structurele verschillen tussen Noord (uittreden van ouderen<br />

afremmen) en Zuid (intrede van jongeren bevorderen) en afwijkende<br />

demografische vooruitzichten als sleutel voor een oplossing.<br />

– Nood aan beter aangepaste en meer coherente<br />

bevoegdheidspakketten in het arbeidsmarktbeleid gekoppeld aan<br />

een meer orthodox federaal financieringssysteem als noodzakelijke<br />

(maar niet voldoende) voorwaarde voor een win-win oplossing.


4. Naar een meer orthodox<br />

federaal financieringssysteem<br />

A. Een win-win oplossing?<br />

– De hogere werkzaamheidsgraden waarvoor wordt gepleit hebben meer kans<br />

op slagen wanneer de gewesten direct mee kunnen genieten van de extra<br />

opbrengsten, en dus de vruchten plukken, die met de uitbreiding van de<br />

belastbare basissen gepaard gaan. Zij worden dan extra geprikkeld<br />

(geresponsabiliseerd) om te investeren in een betere werking van de<br />

arbeidsmarkt en tewerkstelling.<br />

– De financiële verantwoordelijkheid is concreet te realiseren door het deels<br />

vervangen van de huidige federale dotaties door eigen fiscale opbrengsten.<br />

– Fiscale tariefautonomie is tevens een instrument dat het activeringsbeleid<br />

mee kan ondersteunen en kan ingezet worden als alternatief voor subsidies.


4. Naar een meer orthodox<br />

federaal financieringssysteem<br />

B. Principes voor een aangepaste BFW<br />

I. De federale dotaties aan de Gewesten worden omgezet in eigen<br />

personenbelasting van de Gewesten. Dat kan eventueel ook worden<br />

uitgebreid met een deel van de vennootschapbelasting voor de<br />

Gewesten, zoals ook het geval is in andere federale landen. De<br />

gewestelijke personenbelasting kan bij voorkeur de vorm aannemen van<br />

een procentueel tarief dat men toepast op de federaal bepaalde<br />

belastingbasis.<br />

II. De federale BTW-dotatie blijft de voornaamste financieringsbron van de<br />

Gemeenschappen. Ze wordt echter vastgelegd als een vast percentage<br />

van de federale BTW opbrengsten, met andere woorden als een gedeelde<br />

belasting. De horizontale verdeling tussen de Gemeenschappen gebeurt<br />

zoals vandaag op basis van de leerplichtige leerlingenaantallen. Op die<br />

manier wordt een eerste belangrijke vorm van solidariteit ingebouwd.<br />

III. De overige federale dotaties aan de Gemeenschappen worden omgezet<br />

in een eigen personenbelasting te heffen door de Gewesten, die ze<br />

vervolgens ter beschikking stellen van de respectieve Gemeenschappen.<br />

Voor Brussel wordt het deel van de opbrengsten uit de personenbelasting<br />

toegewezen aan de Franstalige en de Vlaamse Gemeenschappen op basis<br />

van de bestaande 80/20 verdeelsleutel.


4. Naar een meer orthodox<br />

federaal financieringssysteem<br />

B. Principes voor een aangepaste BFW (vervolg)<br />

IV. Een nieuw omkeerbaar en transparant horizontaal vereveningssysteem<br />

naar voorbeeld van het Duitse „Finanzausgleich‟. Elk Gewest ontvangt<br />

per capita minstens 95% van de gemiddelde per capita opbrengst van de<br />

gewestelijke personenbelasting in België. Het gevolg van dat horizontaal<br />

vereveningssysteem is dat rijkere Gewesten middelen afstaan aan de<br />

„armere‟ Gewesten. In tegenstelling tot de huidige BFW wordt in de<br />

verrekening van de solidariteit tussen de Gewesten ook rekening<br />

gehouden met de middelen uit de personenbelasting die de Gewesten<br />

aan de Gemeenschappen storten. De solidariteit wordt aldus uitgebreid.<br />

V. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kan tevens aanspraak maken op een<br />

bijzondere tegemoetkoming voor de lasten van de hoofdstedelijke<br />

functie.<br />

VI. De bestaande eigen gewestelijke belastingen blijven uiteraard behouden.<br />

VII. Bij de opstart van het systeem wordt aan elk Gewest minstens het bedrag<br />

aan middelen gegarandeerd waarop het recht heeft onder de huidige<br />

BFW.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!