ConnectING 19 juni 2022
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Viermaandelijks • maart-april-mei-<strong>juni</strong> <strong>2022</strong> • Afgiftekantoor 3000 Leuven 1<br />
Magazine van<br />
de Faculteit Industriële<br />
Ingenieurswetenschappen<br />
KU Leuven<br />
NR. <strong>19</strong> - <strong>juni</strong> <strong>2022</strong><br />
JULIE LEGRAND<br />
WINNAAR NATIONAL PHD<br />
AWARD MECHANICS<br />
• Beleidsplan internationalisering<br />
• De revival van de jobbeurzen<br />
• Postgraduate Smart Operations & Maintenance<br />
• Prijs van de Onderwijsraad<br />
• Neurotech Leuven studententeam<br />
• Tien jaar CORE<br />
• Engineering Technology Education Research<br />
• CIRP conferenties<br />
• Febeliec Energy Award<br />
• Award Alumni Ingenieurs KU Leuven<br />
© Julie Feyaerts
AGORIA SOLAR TEAM BREEKT WERELDRECORD<br />
Na twee Europese en een wereldtitel stunten de Leuvense ingenieursstudenten opnieuw. Op zondag 12 <strong>juni</strong> <strong>2022</strong> reden ze met hun<br />
zonnewagen op 12 uur tijd 1050 km. Hiermee verpulverden ze het wereldrecord dat het Nederlandse Solar Team uit Delft in 2020 vestigde<br />
met 127 km. Op een lekke band na verliep de recordpoging feilloos. Zowel de zonnewagen als het team zijn klaar voor de volgende<br />
uitdaging: de Sasol Solar Challenge van 9 tot 16 september in Zuid-Afrika.<br />
INHOUD<br />
• Woord vooraf 3<br />
• Nieuws uit de faculteit 4<br />
• Nieuws van de campussen 10<br />
• Onderwijsontwikkeling in de kijker 14<br />
• Student in de kijker 20<br />
• Docent in de kijker 26<br />
• Onderzoeker in de kijker 32<br />
• Doctoraten 42<br />
• Wetenschapscommunicatie 44<br />
• Faculty Worldwide 46<br />
• Alumnus in de kijker 48<br />
COLOFON<br />
<strong>ConnectING</strong> is het magazine van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen<br />
van de KU Leuven. Het verschijnt driemaal per jaar en is bestemd voor alle studenten<br />
en medewerkers van de faculteit en haar 7 campussen, alumni, externe relaties en<br />
het brede maatschappelijk veld waarmee de faculteit een netwerk onderhoudt.<br />
Verantwoordelijke uitgever: Prof. Bert Lauwers, decaan Faculteit Industriële<br />
Ingenieurswetenschappen | Redactieraad: Anja Huysmans (voorzitter), (Hilde Bonte)<br />
Kris Henrioulle a.i., Dorine Bruneel, Niels De Brier, Ellen Demarsin, Koen Eneman,<br />
Hilde Lauwereys, Bert Lauwers, Yves Persoons, Inge Van Cauter, Louis van Hoye,<br />
Rens Vervaeke | Eindredactie: Yves Persoons | Redactie secretariaat: Inge Van Cauter<br />
Redactieadres<br />
<strong>ConnectING</strong><br />
Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen<br />
Willem de Croylaan 56, gebouw E bus 2203<br />
3001 Heverlee<br />
053 72 71 86 (secretariaat)<br />
connecting@kuleuven.be<br />
www.iiw.kuleuven.be<br />
Drukwerk: Drukkerij Van der Poorten<br />
100% klimaatneutrale drukkerij<br />
www.vanderpoorten.be<br />
Foto’s: Jadon Beerlandt,<br />
Yasmina Besseghir, Tine<br />
Desodt, Joren De Weerdt,<br />
Julie Feyaerts, Kobe<br />
Michiels, Tom Talloen,<br />
Johan Van Droogenbroeck<br />
en Filip Van Loock<br />
Grafisch ontwerp:<br />
www.altera.be<br />
2
WOORD VOORAF<br />
DIGITAAL EN DUURZAAM<br />
Duurzaamheid is ook de troef van de herbruikbare woning die<br />
de onderzoekscel Sociaal en Ecologisch Bouwen optrok op de<br />
campus in Gent en van de studentencoöperatie CORE die in<br />
april haar tiende verjaardag vierde.<br />
Daar blijft het niet bij. In het Postgraduaat Tech Innovation in<br />
Ventures & Teams legt het Flux-studententeam de laatste<br />
hand aan het ‘proof of concept’ van zijn start-up dat benzineen<br />
dieselwagens ombouwt tot elektrische. Nog over duurzaam -<br />
heid handelt het opleidingsonderdeel ‘Introduction to Soils,<br />
Ecosystems and Lifelihoods in the Tropics’ dat in mei de Prijs<br />
van de Onderwijsraad van KU Leuven won, een prijs die precies<br />
in het teken van ‘Onderwijs over Duurzaamheid’ stond.<br />
Eind mei waren de ogen van de bedrijfsleiders en<br />
beleidsmakers gericht op het World Economic Forum in<br />
Davos. Een week later liep het storm op de Hannover<br />
Messe, de hoogmis van de technologie en Industrie 4.0.<br />
Ruim 2500 bedrijven pakten uit met hun plannen voor de<br />
fabrieken en de energiesystemen van de toekomst. Onder het<br />
motto ‘Industriële Transformatie’ toonden ze hoe geconnecteerde<br />
productieplants efficiënter kunnen werken, zuiniger met grond -<br />
stoffen omspringen en hernieuwbare energie opwekken.<br />
De gelijkenissen met Davos waren opvallend, de voorgestelde<br />
oplossingen ook. Op beide plaatsen werd een mix van<br />
digitalisering, artificiële intelligentie, automatisering en duurzame<br />
energieconcepten naar voor geschoven om de wereldwijde<br />
uitdagingen i.v.m. klimaatopwarming en grondstoffentekort aan te<br />
gaan. Digitale technologieën zouden tot één vijfde van de reducties<br />
kunnen realiseren die nodig zijn om de 2050 doelstellingen inzake<br />
energie, materialen en mobiliteit te halen.<br />
Digitalisering en duurzaamheid lopen als een rode draad door<br />
dit nummer. In april waren ze het centrale thema van twee<br />
internationale congressen in Leuven: de 29ste Conference on<br />
Life Cycle Engineering en de 9de Conference on Assembling<br />
Technology & Systems, beide onder auspiciën van de International<br />
Academy for Production Engineering (CIRP).<br />
Met duurzaamheid scoorden ook de onderzoekers van Electra.<br />
Ze installeerden zonnepanelen boven een landbouwperceel<br />
wat maakt dat de boer zowel gewassen als groene energie<br />
kan oogsten. Het leverde hun de Febeliec Energy Award op.<br />
Digitalisering en duurzame energie waren het thema van de<br />
internationale week in Gent: nieuwe toepassingen van AI kunnen<br />
zonne-installaties tot 45% meer productiever maken. Hoe je<br />
jongeren warm kunt maken voor hernieuwbare energie toonde<br />
het Agoria Solar Team tijdens de 17de Solar Olympiade bij<br />
Technopolis: 150 scholieren gingen in competitie met een<br />
zelfgebouwde mini-zonnewagen of een gadget dat werkt op<br />
zonne-energie.<br />
Dit voorjaar vielen opnieuw docenten, onderzoekers en alumni<br />
van onze faculteit in de prijzen We vermeldden al de Febeliec<br />
Energy Award en de Prijs van de Onderwijsraad. In dit nummer<br />
huldigen we ook Julie Legrand, winnaar van de Best Belgian<br />
PhD Award uitgereikt door het National Committee for Theoretical<br />
& Applied Mechanics en Robert Willems, winnaar van de Alumni<br />
Award van de vereniging van de afgestudeerde burgerlijk en<br />
industrieel ingenieurs van KU Leuven. Hun vreugde en trots is<br />
ook de onze.<br />
Laten we er de hernieuwbare energie uit putten om er in <strong>2022</strong>-<br />
2023 opnieuw vol tegenaan te gaan.<br />
Prof. Bert Lauwers<br />
Decaan Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen<br />
CONNECTING<br />
3
NIEUWS UIT DE FACULTEIT<br />
TECHNOVATION HUB CELEBRATES<br />
INNOVATIVE ENTREPRENEURSHIP<br />
Technological innovation, community building, and<br />
entrepreneurship are the key values of Technovation Hub.<br />
During the annual Innovation & Networking Evening,<br />
they literally come to life and inspire future engineering<br />
entrepreneurs to keep surpassing themselves.<br />
The event on 17 May <strong>2022</strong> provided a true explosion<br />
of youthful enthusiasm and creative energy.<br />
The expressive architecture of the<br />
brand-new Quadrivium on Arenberg<br />
III Campus provided the perfect<br />
setting for the annual high mass of<br />
innovative entrepreneurship at the Science,<br />
Technology & Engineering Group of<br />
KU Leuven. All student teams that belong<br />
to Technovation Hub turned up with an<br />
animated workshop.
From established names such as the<br />
Agoria Solar Team, Formula Electric<br />
Belgium, Core and iGEM and newcomers<br />
such as Aether, Circl-E and Neurotech<br />
Leuven, to start-ups in the making. “It was<br />
a great opportunity for the large audience<br />
to get to know the full range of young,<br />
organised entrepreneurial talent within the<br />
faculty,” says Ellen Demarsin, day-to-day<br />
manager of Technovation Hub.<br />
© Filip Van Loock<br />
“And the teams, they enjoyed sharing their<br />
passion with the guests and each other”.<br />
Breeding ground<br />
Hannah Gunsch, a student of the Post -<br />
graduate Tech Innovation In Ventures &<br />
Teams (TechInVenT) and in the start-up<br />
team herself, immediately set the tone.<br />
"We have all been looking forward to<br />
this event. Not only to show off our<br />
progress, but also to learn from each<br />
other. Technovation Hub is a breeding<br />
ground for creative engineering and<br />
entrepreneurial talent. Here, new ideas<br />
are hatched and nurtured into mature<br />
business plans. At events like this, the<br />
expertise of seasoned teams is injected<br />
into newcomers, creating a cycle of<br />
sustainable cross-fertilisation. Events like<br />
this are an example of circular entre -<br />
preneurship of, for and by engineers”.<br />
Role model<br />
Visibly impressed by Hannah's enthusiasm,<br />
Prof. Gerard Govers, Vice-Rector Science,<br />
Engineering and Technology, officially<br />
opened the evening. The Vice-Rector<br />
called the student teams that operate<br />
within Technovation Hub and the post -<br />
graduate TechInVenT role models for<br />
current and future engineers. “They show<br />
how essential engineering skills can<br />
be acquired outside the lecture halls<br />
and classrooms. And for the younger<br />
generation, they are living proof that<br />
engineering is quite fun”.<br />
In his speech, the Vice-Rector expressed<br />
his concern about the ongoing shortage<br />
of engineers. “People talk about the future<br />
of society and the world, but hardly ever<br />
ask questions about how it will happen,<br />
what it will cost and especially who will<br />
do it and ensure that know-how is built<br />
up and disseminated. Then you inevitably<br />
end up with the engineers. If it turns out<br />
that there are too few of them, you have<br />
to put your ambitious plans on hold”.<br />
Convergence<br />
Keynote speaker Xavier Werbrouck, CEO<br />
of software company Infinite/CadCorner<br />
and partner of Technovation Hub, also<br />
talked about the engineering shortage.<br />
He called it one of the major threats of the<br />
moment along with the scarcity of goods<br />
and rising prices. The keynote itself dealt<br />
with the convergence of the physical<br />
and digital worlds, one of the important<br />
consequences of the digital transformation.<br />
“Those who hesitate to adapt to the digital<br />
reality will soon see their customers leave<br />
for the competitors. Because the customer<br />
is not waiting anymore. Companies that<br />
do not evolve with them will suffer the<br />
same fate as Kodak, which disappeared<br />
from the scene ten years ago”.<br />
Concrete examples of the physical<br />
and digital convergence, according to<br />
Xavier Werbrouck, are the applications<br />
of augmented reality (AR) in product<br />
development, service and training and the<br />
use of digital twins. Infinite/CadCorner is<br />
currently working with the Agoria Solar<br />
Team on the optimisation of parts of the<br />
Blue Point Atlas solar car. Through digital<br />
twins, the forces to which the suspension<br />
is subjected are determined. According to<br />
Ellen Demarsin, the project can serve as<br />
a model for partnerships with high-tech<br />
companies. “This involves both setting up<br />
innovation challenges and initiatives, that<br />
are beneficial to all partners”.<br />
Yves Persoons<br />
www.technovationhub.be<br />
CONNECTING 5
NIEUWS UIT DE FACULTEIT<br />
FACULTY LAUNCHES<br />
NEW INTERNATIONAL<br />
POLICY PLAN<br />
The Faculty of Engineering Technology has invested resources and staff in developing an<br />
international strategic plan from its founding onwards. The previous five-year international<br />
strategic plan 2016-2021 was under review in the middle of a pandemic situation with<br />
international collaboration almost reduced to zero. Nevertheless, the Vice-dean for<br />
International Affairs, Professor Koen Eneman, and his team did not hesitate to renew the<br />
international engagement. Together with the Faculty Council for International Policy (FCIP)<br />
he developed a new vision for the coming 5 years.<br />
The context for international relations has changed, so our<br />
faculty approach and strategy are facing up to the new<br />
challenges and opportunities. The pandemic situation of<br />
the past two years has yielded some important international<br />
insights: digitalisation is here to stay in all fields of international<br />
collaboration, new formats for mobility are proliferating, and<br />
multiculturality and international competences are at the forefront<br />
of the learning outcomes of our study programmes.<br />
The new policy plan builds upon the realisations of the previous<br />
one and on the international mission statement that was adopted<br />
in 2015. The international activities in our faculty are geared<br />
towards four levels: students, staff, the organization as a whole<br />
and our role in society. The basic principle is that inter -<br />
nationalisation is a transversal action, which permeates all<br />
activities in education, research and services in the faculty.<br />
Internationalisation is not a goal, but a means to higher quality in<br />
each on each of these four levels.<br />
Motor of innovation<br />
The international mission statement starts from the assumption<br />
that our graduate engineers can function well in an intercultural<br />
environment. Professors and staff are coaching the students<br />
actively and work in an international context whereby inter -<br />
nationalisation is a motor for innovation in education and research.<br />
The faculty creates the necessary framework to allow these<br />
international activities to develop. It facilitates international<br />
activities by a specific human resource policy, by a strategic<br />
partner policy, the necessary services, and financial means.<br />
The strategic targets for students for the period up to 2025<br />
focus on developing intercultural competences for our graduate<br />
students. All students graduating in Engineering Technology must<br />
be able to function in an international and intercultural context.<br />
The post-covid era urges us to think of new ways of achieving<br />
these targets such as blended and virtual mobility, COIL<br />
(Collaborative Online International Learning), international student<br />
challenges etc. In this respect several concrete actions were set<br />
up such as participation in the UNA EUROPA student hackathon<br />
(July 2021) or the blended intensive programme “Sustainable<br />
energy in an IoT world” (March <strong>2022</strong>).<br />
Partner universities<br />
Another strategic choice lies in the increase of the faculty’s<br />
English-taught course offering at Master level (in addition to the<br />
unique English-taught ‘Bachelor of Engineering Technology’).<br />
At the moment, our faculty boasts 8 master’s programmes and<br />
3 advanced master’s programmes in English. A new working<br />
group on international recruitment, founded by the FCIP, is taking<br />
concrete actions for these study programmes, such as an online<br />
recruitment evening.<br />
The new policy plan furthermore includes actions geared towards<br />
staff, with specific attention to support for the integration of our<br />
increasing group of international staff. An online networking event<br />
to address questions from our international staff and doctoral<br />
students in May 2021 proved to be very successful.<br />
International collaboration builds upon a strong network of<br />
international partner universities and there also the faculty is<br />
making some important choices. The international partner plan<br />
has been reviewed and updated with an increased attention for<br />
the development of several strategic partnerships. The faculty’s<br />
educational programme committees (POCs) have been involved<br />
in a discussion to work towards an appropriate partner policy,<br />
both for EU and non-EU partners. The ongoing operation in the<br />
POCs will result in a pilot project for course package semesters<br />
later in <strong>2022</strong>.<br />
6
Hilde Lauwereys and<br />
prof. Koen Eneman<br />
© Julie Feyaerts<br />
This in-depth curriculum comparison can yield important insights<br />
for the ongoing curriculum reforms in our faculty.<br />
International campuses<br />
New formats for mobility, increased attention for international<br />
master’s programmes and a pilot project for course packages<br />
are three actions that are at the forefront of international activities<br />
in the ongoing year. Professor Koen Eneman, together with Hilde<br />
Lauwereys, the Domain Coordinator for Internationalisation will<br />
also monitor the quality of all activities by a set of quality indicators<br />
(figures are an important basis for data-based policy).<br />
They will, based on the results of the international quality indicators,<br />
define an annual action plan with priorities for that year.<br />
Building on international campuses is a long and winding road,<br />
the faculty’s new international policy plan is an important corner<br />
stone to achieve this goal.<br />
Koen Eneman<br />
Hilde Lauwereys<br />
CONNECTING 7
NIEUWS UIT DE FACULTEIT<br />
Dirk Van Landeghem<br />
© Julie Feyaerts<br />
8
DE DATATOVENAAR<br />
ZWAAIT AF<br />
Wie Dirk Van Landeghem zegt, ziet data. De stafmedewerker Beleidsinformatie van de<br />
Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen wist als geen ander uit onontwarbare kluwens<br />
van data heldere tabellen en grafieken te puren. Voor de beleidsmakers was hij een rots in<br />
de branding. Eind februari <strong>2022</strong> zette Dirk een punt achter zijn carrière. Een portret van<br />
een pionier die de faculteit mee op de kaart zette.<br />
“ Met drie op zolder”, zo herinnert Dirk zich het prille begin<br />
van de faculteit in de Celestijnenpriorij van Heverlee,<br />
nu de campusbibliotheek Arenberg. We schrijven 2012.<br />
Het trio op zolder bestond uit de decaan, een administratief<br />
medewerker en Dirk zelf. Hij was uit campus De Nayer weggeplukt<br />
om in Leuven een nieuwe en unieke multicampusfaculteit te<br />
helpen installeren. Eerder had hij op zijn campus zijn sporen<br />
verdiend bij de voorbereiding van de visitaties. Bovendien was<br />
hij vertrouwd met kwaliteitszorg en -coördinatie en met ICT.<br />
Plofkoffer<br />
Dirk Van Landeghem is een ‘product’ van Campus De Nayer.<br />
Hij studeerde er in <strong>19</strong>82 af als industrieel ingenieur Elektronica<br />
en keerde er na een licentie Informatica aan de VU Brussel en<br />
een jaartje bij GTE-ATEA in Herentals terug als docent<br />
Elektronica. “Ik begon met basisoefeningen en -practica in de<br />
toenmalige kandidaatsjaren en specialiseerde mij verder zodat<br />
wij de eersten waren in Vlaanderen die een cursus over Beelden<br />
spraakverwerking aanboden”, vertelt Dirk trots.<br />
Maar daar bleef het niet bij. In een tijd waarin het onderzoek in<br />
de toenmalige hogescholen meestal op een laag pitje stond,<br />
begon Dirk samen met Jan Meel met het ontwerpen van<br />
geïntegreerde schakelingen en het design van systemen op<br />
chips. In het begin van de jaren 90 ontwikkelde hij samen met<br />
Jan in opdracht van ICI Security Systems de chip voor de eerste<br />
intelligente waardetransportkoffer. Na een reeks brutale overvallen<br />
werd de plofkoffer met chip erin verplicht voor alle geld -<br />
transporten in België.<br />
Zijn onderzoek combineerde Dirk met een fulltime onderwijs -<br />
opdracht. Wanneer om zes uur ’s avonds de lessen afgelopen<br />
waren, gingen de gebouwen op de campus op slot. Toen Dirk<br />
op een avond de tijd uit het oog verloor in het lab, geraakte hij<br />
opgesloten op de campus tot de nachtploeg van de schoonmaak<br />
hem bevrijdde.<br />
Met Dirk en Jan als stuwende kracht nam chipdesign in de<br />
opleiding Elektronica op Campus De Nayer een hoge vlucht.<br />
“De ontwerpen lieten we produceren bij imec in het kader van de<br />
samenwerking met het opleidingscentrum Invomec. We werkten<br />
toen al nauw samen met bedrijven, iets wat inmiddels gemeen -<br />
goed is geworden”.<br />
Kwaliteit<br />
In <strong>19</strong>98 wordt Dirk hoofd van de opleiding Elektronica. Daar<br />
kwam kort daarop nog de coördinatie van de kwaliteitszorg op<br />
de campus bij. “Na de Bolognaverklaring in <strong>19</strong>99 en het<br />
structuurdecreet van 2003 was het alle hens aan dek om de<br />
omvormingsdossiers en de visitaties van de opleidingen voor<br />
te bereiden”, vervolgt Dirk. “Het was een hectische en wat mij<br />
betreft bij wijlen ook een wat schizofrene periode: als kwaliteits -<br />
coördinator moest ik mezelf als opleidingshoofd controleren”.<br />
In 2005 wordt de Geassocieerde Faculteit Industriële Ingenieurs -<br />
wetenschappen opgericht en maakt Dirk van nabij de aanloop<br />
mee naar de nieuwe faculteit zes jaar later op de zolder van de<br />
Celestijnenpriorij. “De eerste maanden in Heverlee was er een<br />
grote behoefte aan correcte en vergelijkbare cijfers en statistieken”,<br />
zegt Dirk. “Iedere campus had zo zijn eigen manier van tellen.<br />
Mijn taak bestond dan ook in beleidsvoorbereidend werk dat<br />
de nieuwe decaan in staat moest stellen een facultaire politiek<br />
te ontwikkelen inzake personeel, studenten, onderwijs, inter -<br />
nationa li sering en noem maar op. Nadat in 2014 een voltijdse<br />
kwaliteitscoördinator in dienst kwam, ben ik mij met beleids -<br />
informatie blijven bezighouden, ook na de verhuis van de zolder<br />
naar het administratief complex waar de faculteit nog altijd<br />
gehuisvest is”.<br />
Afscheid<br />
Van 2012 tot zijn afscheid in februari <strong>2022</strong> was Dirk de steun en<br />
toeverlaat van decanen, campusvoorzitters, administratief directeurs<br />
en beheerders, domein- en academisch verantwoordelijken en<br />
al wie degelijke statistieken nodig had. Dankzij hem is de jonge<br />
en complexe faculteit veilig geland, klaar voor een doorstart.<br />
Yves Persoons<br />
CONNECTING<br />
9
NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN<br />
DE REVIVAL VAN<br />
DE JOBBEURZEN<br />
Terug van even weggeweest. Na twee jaar in virtuele modus<br />
gingen de jobbeurzen op de grootste campussen van de<br />
Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen in het voorjaar<br />
van <strong>2022</strong> opnieuw live. Telkens was de infrastructuur te klein<br />
om de toeloop te verwerken, dus moest uitgeweken worden<br />
naar een andere locatie. Maar ook daar waar de beurs nog<br />
online bleef, zag men de bedrijvigheid fors toenemen.<br />
“ Laten we geen illusies koesteren.<br />
Personeelstekort is de volgende<br />
decennia het nieuwe normaal”,<br />
schreef Guy Tegenbos in De Standaard in<br />
oktober 2021. De pandemie was toen<br />
nog volop aan de gang, de oorlog in<br />
Oekraïne nog veraf en de forse prijs -<br />
stijgingen van gas, olie, grondstoffen en<br />
later ook van voedsel en basisproducten<br />
moesten nog komen. De wereld veranderde<br />
ingrijpend, maar de ‘war for talent’ woedde<br />
onverminderd voort. De schaarste heeft<br />
de vraag naar industrieel ingenieurs op de<br />
arbeidsmarkt nog groter gemaakt.<br />
Speeddate<br />
Op 17 februari beet de Technologie -<br />
campus in Gent de spits af met de eerste<br />
live infobeurs. 135 bedrijven en een<br />
duizendtal studenten van de eigen<br />
campus en de Odisee Hogeschool<br />
verzamelden in het ICC in het Citadelpark.<br />
Omwille van de toen nog geldende<br />
coronarestricties waren er twee tijdsloten<br />
voor de bezoekers ingelast. “Naast de<br />
klassieke jobbeurs waren er ook info -<br />
sessies over tal van onder werpen voor<br />
na de ingenieurs opleiding”, vertelt An<br />
Devuyst, communicatie verantwoordelijke<br />
van de campus. “De sessies kenden<br />
een grote opkomst en betekenden een<br />
welgekomen aanvulling bij de beurs.<br />
Dat op hetzelfde moment ook de<br />
Verderstudeerbeurs van de KU Leuven in<br />
Gent plaatsvond, was zeker een opsteker.<br />
Zo kon iedereen op zijn of haar wensen<br />
bediend worden”.<br />
Sportoase<br />
De Leuvense studenten van Campus<br />
Groep T trokken op 24 februari massaal<br />
naar de Arenahal in de Sportoase. Daar<br />
werden ze opgewacht door 115 bedrijven<br />
en organisaties uit diverse sectoren.<br />
Seminaries en sollicitatie trainingen die<br />
de studentenvereniging Industria vooraf<br />
organiseerde, maaktendat de laatstejaars<br />
niet onvoorbereid op het ijs kwamen.<br />
Hun cv’s waren gebundeld in een<br />
‘talenten catalogus’, de vacatures in een<br />
‘bedrijvencatalogus’, die vooraf beschik baar<br />
waren voor studenten en de standhouders.<br />
De deelnemers werden na de lunch<br />
verwelkomd door Lalynn Wadeira, schepen<br />
van Onderwijs en Economie van de stad<br />
Leuven. Vervolgens nam campus voorzitter<br />
prof. Wim Dewulf het woord: “Twee jaar<br />
geleden werd nog voorspeld dat<br />
e-rekrutering de klassieke jobbeurzen<br />
zou verdringen. Dat is helemaal anders<br />
uitgedraaid. Jobaanbieders en jobzoekers<br />
snakken opnieuw naar persoonlijk contact.<br />
© Filip Van Loock<br />
De effectieve matching gebeurt faceto-face.<br />
Nagenoeg alle bedrijven die<br />
deelnemen aan onze virtuele parallelbeurs<br />
hebben ook een stand op de ‘reële’ vloer”.<br />
De virtuele beurs bleef opvallend populair.<br />
Meer nog, het aantal vacatures nam<br />
toe van 4<strong>19</strong> vorig jaar tot 791 dit jaar.<br />
Het aantal bezoekers aan de virtuele<br />
standen daalde dan weer fors van ruim<br />
15.000 in 2021 tot 5000 dit jaar. Deze<br />
cijfers bevestigen de trend: meer vraag<br />
naar ingenieurs en een grote voorkeur<br />
voor live contact.<br />
10
Dat was overigens ook te merken tijdens<br />
de Career Days die de studenten vereniging<br />
later op de campus organiseerde.<br />
Koploper<br />
De grootste in haar soort is nog altijd<br />
de jobbeurs op Campus De Nayer,<br />
georganiseerd i.s.m. de hogeschool<br />
Thomas More. “Vanwege de pandemie<br />
en de onzekerheid werd de fysieke<br />
jobbeurs op 8 maart vervangen door een<br />
online alternatief”, merkt communicatie -<br />
verantwoordelijke Lieze Rombauts op.<br />
“Met 275 bedrijven zaten we ruim boven<br />
de 245 van de vorige online editie.<br />
Dat leidde tot een opvallend drukker<br />
onlineverkeer. Tijdens de openingsdag<br />
alleen al werden 4249 chats verzonden<br />
met 242 sollicitaties als gevolg. Na twee<br />
weken stond de teller van de bezoekers<br />
al op 20.700”.<br />
De publiekstrekker was het panelgesprek<br />
‘Elk talent telt’ dat werd uitgezonden vanuit<br />
de studio’s van Kanaal Z. Het onderwerp<br />
was ‘diversiteit en inclusie’. Valerie Thijs<br />
modereerde het debat met Inge Dael,<br />
managing partner bij Deloitte; Mariam<br />
Harytyunyuen, executive director van<br />
ASATT, prof. Bert Lauwers, decaan van<br />
de faculteit en Evelyne Eyckelberg,<br />
directeur People & Community bij Thomas<br />
More. “Om het ingenieurstekort weg te<br />
werken, moeten we voor een meer diverse<br />
instroom in de opleiding zorgen”, aldus<br />
prof Lauwers. “Met onze internationale<br />
rekrutering zetten we hier al op in, maar in<br />
eigen land is er ook nog veel te doen”.<br />
Yves Persoons<br />
CONNECTING<br />
11
NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN<br />
TECHNOLOGIECAMPUS GENT<br />
BOUWT EEN HERBRUIKBAAR HUIS<br />
Snel, duurzaam en betaalbaar. Dat zijn de troeven van het rijhuis dat de onderzoekscel<br />
Sociaal-ecologisch Bouwen op het terrein van de Gentse campus optrok.<br />
Vlaams minister Matthias Diependaele, bevoegd voor wonen, kwam kijken op 16 maart<br />
en was onder de indruk van het innovatieve bouwconcept.<br />
Het onderzoeksteam van arch. Alexis Versele, Cihan<br />
Kayaçetin, Lode Lefevre, Stijn Verdoodt en Chiara<br />
Piccardo pakt met de regelmaat van een klok uit met<br />
bouwtechnische en sociaal-geëngageerde hoogstandjes.<br />
In december 2021 wonnen de Gentenaars de Europese Regio<br />
Star Award met een stadproject waarbij huizen van kwetsbare<br />
inwoners gerenoveerd worden via een zgn. rollend fonds. Eerder<br />
zette de groep sociaal-ecologische proefprojecten op aan de<br />
Dampoort en in de Rabotwijk. In februari <strong>2022</strong> verrees op de<br />
campus in een recordtempo een testwoning bestaande uit<br />
industriële modules die al legoblokjes op en naast elkaar werden<br />
geplaatst. Er werd een consortium van uitvoerende aannemers<br />
geselecteerd, bestaande uit Vanhout, BuildUp, ComtisEnergy,<br />
ComtisInstallations, Litobox, Renson en Open Motics. Bakstenen<br />
of beton kwamen er niet bij te pas. De aannemers gebruikten<br />
enkel hout, staal en bio-gebaseerde materialen.<br />
Circulair<br />
“De bouwsector is een ware veelvraat van materialen”, vertelt<br />
arch. Versele. “Naar schatting 30 tot 50% van alle grondstoffen<br />
die in Europa wordt gebruikt, is bestemd voor de bouw.<br />
Ruim 40% van het Europese afval bestaat uit bouwmaterialen.<br />
De productie en het transport hiervan maakt de bouwsector<br />
verantwoordelijk voor 33% van de CO 2 uitstoot. Daar komt nog<br />
bij dat de levenscycluskost van woningen en gebouwen<br />
beduidend hoger ligt dan de initiële investering. Om de Europese<br />
klimaatdoelstellingen van 2050 te halen, moet het roer drastisch<br />
worden omgegooid”.<br />
Op de Technologiecampus Gent zijn de onderzoekers al geruime<br />
tijd bezig met circulair bouwen. “Door met minder materialen aan<br />
dezelfde behoeften te voldoen, kun je CO 2 winst boeken in de<br />
ontginning, de productie, het transport en de afvalverwerking”,<br />
vervolgt arch. Versele. “Ook hergebruik speelt een cruciale rol.<br />
Het sluiten van de kringloop van grondstoffen en materialen<br />
vermindert uiteindelijk de CO 2 uitstoot”.<br />
Voortrekkersrol<br />
De testwoning op de Gentse campus maakt deel uit van het<br />
Europese project ‘Circular Bio-based Construction Industry’<br />
(CBCI). Universiteiten, overheden, regio, bedrijven en beroeps -<br />
organisaties werken er samen aan circulair bio-gebaseerd<br />
bouwen en wonen. Daarbij wordt niet alleen gefocust op<br />
materialen en energie, maar ook op regelgeving, financiën en de<br />
uitwisseling van expertise. De Gentse onderzoekers spelen een<br />
voortrekkersrol in de domeinen testing en prototypes.<br />
Het rijhuis op de campus is daar een voorbeeld van. Arch. Versele<br />
omschrijft het als een woning die energiezuinig is in zowel de<br />
productie als het gebruik en daarenboven gemakkelijk<br />
demonteerbaar, aanpasbaar en herbruikbaar is. Daarbij komen<br />
nog andere troeven zoals het gebruik van duurzame biomaterialen,<br />
de korte bouwtijd en soepele aanpasbaarheid.<br />
Woningnood<br />
Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele is alvast<br />
gewonnen voor het Gentse innovatieve bouwconcept. Het biedt<br />
volgens hem perspectieven om het tekort aan betaalbare<br />
huurwoningen in Vlaanderen aan te pakken zonder de klimaat -<br />
doelstellingen in gevaar te brengen.<br />
De testwoning op de campus wordt binnen 5 jaar gedemonteerd<br />
en heropgebouwd op een andere locatie in de stad. Volgens<br />
arch. Versele blijft het niet bij dit eerste exemplaar. De aannemer<br />
is van plan om minstens 100 dergelijke woningen te bouwen per<br />
jaar. Het brengt de bouwsector alweer een stap dichter bij de<br />
circulaire economie van de toekomst.<br />
Yves Persoons<br />
www.interreg2seas.eu/en/CBCI<br />
Naast de positieve invloed op het klimaat en het milieu, is er ook<br />
een belangrijke sociale dimensie. “Via delen en hergebruik<br />
kunnen we wonen betaalbaar maken voor het minder kapitaal -<br />
krachtig publiek”.<br />
12
Matthias Diependaele, Vlaams Minister<br />
van Financiën en Begroting, Wonen en<br />
Onroerend Erfgoed en Kurt Moens,<br />
Eerste gedeputeerde van de Provincie<br />
Oost-Vlaanderen.<br />
© Tine Desodt<br />
CONNECTING<br />
13
ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER<br />
Prof. Davy Pissoort and Jorie Soltic<br />
© Tom Talloen<br />
14
POSTGRADUATE SMART<br />
OPERATIONS & MAINTENANCE<br />
IN INDUSTRY<br />
Interuniversity and embedded. Those are two major strengths of the postgraduate<br />
'Smart Operations & Maintenance in Industry' that will start in September <strong>2022</strong>.<br />
The programme is organised by KU Leuven and Ghent University and taught by mixed<br />
teaching teams. Moreover, it is the precursor to an Advanced Master of the same name.<br />
Prof. Davy Pissoort, Programme Director and Jorie Soltic, Programme Coordinator explain.<br />
' State-of-the-art technology in two historical cities in Europe',<br />
is how the new study programme profiles itself at home<br />
and abroad. The historical name and fame of the twin cities<br />
Bruges and Kortrijk need no further explanation. Prof. Davy<br />
Pissoort does have something to say about the state-of-the-art<br />
technology. “The qualification 'smart' is crucial. This refers to the<br />
digital transformation that is currently taking place in all sectors<br />
of the economy. Information and data technologies are now an<br />
integral part of modern manufacturing and the associated<br />
operations and maintenance. The latter, in turn, have become<br />
inseparable. Maintenance allows operational processes to run<br />
as smoothly and undisturbed as possible by ensuring that all<br />
equipment and infrastructure required for production is always<br />
functioning 100% efficiently. Operational excellence has become<br />
the goal of every company in Industry 4.0”.<br />
Main courses<br />
“Operational excellence presupposes excellent professionals who<br />
must be excellently trained,” Jorie continues. “That brings us to<br />
the objectives of the programme. We aim to educate experts<br />
who can optimise both operational and maintenance processes<br />
by making them smart by using innovative technologies such as<br />
robotics, big data analysis, digital twins, cloud computing, etc.<br />
Our programme covers technologies that facilitate the digitalisation<br />
of product and process information and connect equipment,<br />
assents, and people. Concrete applications are smart sensors,<br />
robots, and industrial Internet-of-Things platforms”.<br />
The postgraduate programme consists of four main courses of<br />
6 ECTS each. In 'Digital Twins', students learn how to simulate<br />
the physical world using virtual replicas. ‘Monitoring & Prognostics'<br />
aims at preventing production line failures and reducing<br />
maintenance costs. ‘Operations Management Strategies' introduces<br />
students to different business strategies. ‘Smart Factory Design’<br />
focuses on digital tools and models to design smart factories<br />
and processes. For this purpose, virtual replicas and digital twins<br />
are used, which were discussed in the first main course.<br />
Advanced Master<br />
Although the new postgraduate may present itself as a standalone<br />
programme, it cannot be separated from the broader<br />
picture. “In fact, the postgraduate degree is part of the Advanced<br />
Master of Science in Smart Operations & Maintenance in Industry<br />
that will be launched in Bruges and Kortrijk in 2023,” explains<br />
Prof. Pissoort. “This means that anyone who successfully<br />
completes the postgraduate programme can enrol directly in the<br />
Advanced Master’s and benefits from exemptions. This formula<br />
makes it easier to combine the training with a job or family.<br />
In addition, educational such as hybrid and virtual classrooms<br />
allows us to adapt a blended teaching method. There will be a<br />
mix between live contact moments and learning material that<br />
can be processed at one’s own pace.”<br />
About the target group of the new postgraduate programme,<br />
Jorie says: “We are initially aiming for Master’s in Engineering<br />
Science or Engineering Technology. The most suitable majors are<br />
(Electro)Mechanical Engineering, Electronics & ICT Engineering,<br />
Machine & Production Automation, Energy and Business System<br />
Engineering and Operational Research. If you do not have such<br />
a degree, you may be admitted if you can demonstrate that you<br />
have the necessary professional experience.”<br />
The students who start in the autumn do not have to worry about<br />
their future. Many doors will open for them in various sectors and<br />
companies ranging from SMEs to multinationals. “All operationally<br />
intensive companies are already waiting impatiently for the first<br />
smart O&M engineers,” concludes Jorie.<br />
Yves Persoons<br />
www.smart-OM.eu<br />
CONNECTING<br />
15
ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER<br />
Céline Aerts<br />
© Julie Feyaerts<br />
16
POSTGRADUAAT<br />
IN ZAKFORMAAT<br />
Het populaire Postgraduaat Innoverend Ondernemen<br />
voor Ingenieurs (PION) brengt volgend academiejaar een<br />
compacte versie op de markt. De Foundations Track wil<br />
ambitieuze masterstudenten in één semester klaarstomen tot<br />
start bekwame professionals. Céline Aerts, coördinator van<br />
PION, geeft tekst en uitleg.<br />
“ Het Postgraduaat Innoverend<br />
Ondernemen voor Ingenieurs was<br />
in 2014 de hefboom van de jonge<br />
Faculteit Industriële Ingenieurs weten -<br />
schap pen om zich te profileren als een<br />
broedplaats van technologische vernieuwing<br />
en ondernemerschap”, vertelt Céline.<br />
“We zetten volop in op de professionele<br />
skills die bedrijven vaak nog missen bij<br />
recent afgestudeerde ingenieurs. En op<br />
praktijkervaring zelf uiteraard. Daarom<br />
geven we de studenten alle vrijheid en<br />
ruimte om hun opleiding te personaliseren<br />
in functie van hun ambities en bijbehorende<br />
competentiebehoeften. Centraal in het<br />
programma staan nog altijd het in-company<br />
innovatieproject en de mogelijkheid<br />
om keuzevakken op te nemen uit het<br />
studieaanbod van verschillende faculteiten<br />
en universiteiten”.<br />
En – hoeft het nog gezegd – de formule<br />
sloeg aan. Inmiddels hebben al honderden<br />
innoverende ingenieurs-ondernemers de<br />
weg gevonden naar het bedrijfsleven of<br />
zijn zelf met een bedrijf gestart. “Daarbij<br />
gaat het zeker niet alleen om industrieel<br />
ingenieurs”, merkt Céline op. “Het post -<br />
graduaat mikt ook op burgerlijk, bio- en<br />
handelsingenieurs van KU Leuven, UGent<br />
en UHasselt”.<br />
Verkort<br />
Het postgraduaat was van meet af aan<br />
een voltijds jaarprogramma van 60 studie -<br />
punten. De groeiende vraag naar een<br />
korter en flexibeler programma overtuigde<br />
Céline en haar team om een compacte<br />
formule te lanceren: de Foundation Track,<br />
goed voor minimaal 29 studiepunten.<br />
“Dit traject is veel gemakkelijker te<br />
combineren met de masteropleiding”,<br />
bevestigt Céline. “Je kunt het korte<br />
programma volgen tijdens het eerste of<br />
tweede semester of gespreid over het hele<br />
masterjaar. Het is geknipt voor studenten<br />
die nog een aantal mastervakken moeten<br />
volgen of hun masterproef afwerken”.<br />
Over de naam van de verkorte opleiding<br />
is naar verluidt stevig gebrainstormd.<br />
“Foundation is een begrip dat meerdere<br />
ladingen dekt”, aldus Céline. “Naast<br />
‘fundament’ of ‘fundering’ betekent het ook<br />
‘basis’, ‘ondergrond’ tot zelfs ‘draagvlak’.<br />
In ons verkort postgraduaat vind je deze<br />
betekenissen terug. Het legt inderdaad de<br />
basis voor een ondernemende attitude,<br />
maar creëert ook het draagvlak om dat in<br />
een bredere bedrijfscontext te doen”<br />
Innovatieproject<br />
De Foundation Track bestaat uit twee<br />
delen. Een pakket van min. 9 studie -<br />
punten met vakken die gerelateerd zijn<br />
aan het innovatieproject of de persoonlijke<br />
ontwikkelingsdoelen van de student.<br />
En vervolgens het innovatieproject zelf<br />
met een gewicht van 20 studiepunten.<br />
Daarover zegt Céline: “Het moet gaan om<br />
een in-company opdracht met duidelijke<br />
leerdoelen en een aantoonbaar innovatief<br />
karakter, dat meerwaarde oplevert voor<br />
het bedrijf en de student in staat stelt de<br />
vooropgestelde professionele competenties<br />
onder de knie te krijgen en zo mogelijk zijn/<br />
haar technische bagage nog te vergroten.<br />
Voor de inhoudelijke begeleiding in het<br />
bedrijf staat een mentor in. Een coach<br />
vanuit de opleiding waakt over de<br />
persoonlijke en procesmatige groei van<br />
de student”.<br />
Van een Foundation Tracker wordt verwacht<br />
dat hij/zij minimaal 3,5 dag per week in<br />
het bedrijf actief is, wat overeenkomt met<br />
ongeveer 360 uren op semesterbasis.<br />
“De kandidaat-studenten kunnen een<br />
beroep doen op onze stagedatabank,<br />
maar eigenlijk verwachten we dat ze ook<br />
zélf op zoek gaan naar een innovatie -<br />
project dat aansluit bij hun interesses en<br />
doelen. We beschouwen dit als een eerste<br />
‘test’ van ondernemerschap. Wie het later<br />
wil maken als ondernemer, neemt best al<br />
direct zijn of haar vorming in handen”.<br />
Yves Persoons<br />
CONNECTING<br />
17
ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER<br />
TROPISCH VAK<br />
WINT PRIJS<br />
ONDERWIJSRAAD<br />
Innovatief, van een uitzonderlijke kwaliteit en inspirerend als<br />
‘good practice’. Dat zijn de criteria waaraan een onderwijs -<br />
realisatie moet voldoen om in aanmerking te komen voor<br />
de Prijs van de Onderzoeksraad van KU Leuven.<br />
Het opleidingsonderdeel ‘Introduction to Soils, Ecosystems<br />
and Livelihoods in the Tropics’ past helemaal in dit plaatje.<br />
Op 12 mei <strong>2022</strong> ontving prof. Karen Vancampenhout<br />
(Campus Geel) de prijs uit handen van de rector.<br />
‘ OOnderwijs over Duurzaamheid’<br />
was dit academiejaar het thema<br />
van de Prijs van de Onderwijs raad.<br />
Bij prof. Holsbeeks, programmadirecteur<br />
Chemie, Biochemie & Biowetenschappen,<br />
ging onmiddellijk een belletje rinkelen.<br />
Heeft de opleiding Biowetenschappen<br />
op Campus Geel al niet haar sporen<br />
verdiend op dit terrein? Is de cursus<br />
‘Soils, Ecosystems and Livelihoods’ van<br />
prof. Vancampenhout niet het populairste<br />
keuze vak in de Master Biowetenschappen?<br />
En staat het ook niet model voor de leerlijn<br />
‘duurzaamheid’ in het nieuwe curriculum<br />
van de Faculteit Industriële Ingenieurs -<br />
wetenschappen? Daar start volgend<br />
academiejaar in de derde bachelorfase<br />
de leerlijn ‘Ingenieur & Duurzaamheid’<br />
waarin online modules worden gecom bi -<br />
neerd met groepsopdrachten on campus.<br />
Prof. Vancampenhout weet uit ondervinding<br />
dat dergelijke formule aanslaat. Op Campus<br />
Geel werd een opmerkelijk grotere betrok -<br />
kenheid bij de studenten vastgesteld.<br />
Massief online<br />
Het innovatieve karakter van het betrokken<br />
opleidingsonderdeel schuilt in de integratie<br />
van online en on campus onderwijs.<br />
“Dit is in menig opzicht een win-win”,<br />
vervolgt prof. Vancampenhout.<br />
“Persoonlijke begeleiding en live interactie<br />
gaan hand in hand met online beeld -<br />
materiaal van ecosystemen en casussen<br />
van over de hele wereld. De variëteit van<br />
landschappen, topics en mensen die<br />
wordt getoond, kun je nooit evenaren met<br />
een traditionele werkvorm. Daar komt nog<br />
bij dat in een MOOC (Massive Open Online<br />
Course) de studenten op eigen tempo<br />
kunnen werken, moeilijke delen opnieuw<br />
doornemen en hun kennis online testen”.<br />
De MOOC die het Geelse team<br />
ontwikkelde, staat al hoog aangeschreven<br />
aan KU Leuven. Hij werd in 2020 al<br />
genomineerd voor de ‘edX prize for<br />
exeptional contributions to online learning’<br />
en eindigde in de top tien op ’s werelds<br />
belangrijkste non-profit online platform.<br />
KU Leuven is er prominent aanwezig met<br />
18 MOOCs, goed voor meer dan 200.000<br />
cursisten verspreid over 175 landen.<br />
Immersief<br />
De keuze voor het landgebruik in de tropen<br />
is uiteraard geen toeval. “Om didactische<br />
redenen alleen al zijn tropische gebieden<br />
interessant”, aldus prof. Vancampenhout.<br />
“De omstandigheden zijn er extremer<br />
waar door de impact van de ingrepen veel<br />
explicieter is dan in meer gematigde<br />
streken. Verder beslisten we om de<br />
klassieke hand boeken te vervangen door<br />
zgn. ‘immersieve leerervaringen’. Zo zijn<br />
we uitgekomen bij een MOOC. Daarin<br />
kunnen de studenten via virtuele excursies<br />
de bodem, eco- en productiesystemen in<br />
regenwouden, berggebieden, savannes,<br />
woestijnen en moerassen digitaal ver -<br />
kennen. De uitstappen worden afgewisseld<br />
met verdiepende kennisclips, casussen en<br />
tussentijdse opdrachten. De live sessies<br />
zijn gereserveerd voor meer geavanceerde<br />
oefeningen en gastcolleges verzorgd<br />
door experten in tropisch bodembeheer.<br />
Hun verhalen brengen de leerinhouden<br />
letterlijk tot leven”.<br />
18
Diversiteit<br />
In haar motivering drukt de selectie -<br />
commissie haar waardering uit voor<br />
de integratie van de MOOC in het on<br />
campus onderwijs, de goede didactische<br />
onder bouw, de ruimte voor interactie<br />
en tussentijdse opdrachten en de<br />
internationale aanpak. “De diversiteit die<br />
het werkveld kenmerkt, vind je ook terug<br />
in het didactisch materiaal”, zegt prof.<br />
Vancampenhout. Opmerkelijk in dat<br />
verband is dat ook aan de studenten met<br />
een verschillend voortraject is gedacht.<br />
Voor hen is een ‘bijscholingsmodule’<br />
beschikbaar, inclusief een online test.<br />
Voor de opleiding Biowetenschappen<br />
op Campus Geel is de Prijs van de<br />
Onderwijsraad een belangrijke opsteker.<br />
Tegelijk is het de bekroning – en beloning –<br />
van een jarenlange inzet voor duurzaam<br />
beheer van de natuurlijke hulpbronnen.<br />
“Bodemkennis is de hoeksteen van<br />
duurzaam landgebruik”, besluit prof.<br />
Vancampenhout. “En landgebruik heeft<br />
op zijn beurt een grote impact op de<br />
biodiversiteit en het klimaat. Wie deze<br />
zaken ten gronde wil aanpakken, moet<br />
letterlijk beginnen aan de grond”.<br />
v.l.n.r. Nele Eersels, Robin Tersago,<br />
prof. Karen Vancampenhout en prof.<br />
Inge Holsbeeks<br />
© Filip Van Loock<br />
Yves Persoons<br />
CONNECTING<br />
<strong>19</strong>
STUDENT IN DE KIJKER<br />
NEUROTECH LEUVEN:<br />
BRIDGING BRAIN & MACHINE<br />
The student teams are the showpieces of the Faculty of Engineering Technology.<br />
High-tech, entrepreneurship and innovation merge into a unique product or realisation with<br />
which the teams compete with the best in the world. The youngest member is the Neurotech<br />
Leuven team. Chairman Anthony Vorias tells the story.<br />
Front, left to right: Faith Johnson, Ghita El Bakkouri, Eveline Wuytens, Izabella Czarnecka and Emilie Bartsoen<br />
Back, left to right: Frederic Vanderveken, Jonas Heylen, Arne Staes, Paul Van Tieghem, Ward Van Ginsberg, Anthony Vorias (Chairman), Jonah<br />
Van Assche, Samuel Berton, Arno Libert and Sandro Winkel - Teammembers not present: Maarten Schelles, Rochelle Aubrey and Rien Sonck<br />
© Filip Van Loock<br />
20
Telepathy really exists. It is possible<br />
to send brain signals to a computer,<br />
a drone, or any other device without<br />
physical contact. What is more, you can<br />
also use your thoughts to control or direct<br />
these devices. How to make this happen<br />
is the domain of the new NeuroTech Leuven<br />
Team, a group of talented KU Leuven<br />
students from various disciplines who<br />
are bringing together their knowledge of<br />
neuro-technology and -science, advanced<br />
electronics, signal analysis and machine<br />
learning as well as medicine and psychology<br />
in a unique project.<br />
NXT Competition<br />
Chairman Anthony is a master’s student<br />
in Nanoscience, Nanotechnology an Nano -<br />
engineering at the Faculty of Engineering<br />
Sciences. From his study but also from<br />
his concern for people with mental<br />
problems, he wants to further explore<br />
the possibilities of neurotechnology and<br />
make them known to young people and<br />
the general public.<br />
Anthony does not come onto the ice<br />
unprepared. He has already won his spurs<br />
in the Product Innovation Projects (PiP)<br />
of KU Leuven. With the iGEM team he<br />
won silver in the Genetically Engineered<br />
Machine Competition in Paris last year.<br />
“With NeuroTech Leuven we are going to<br />
participate again in such an international<br />
competition,” Anthony says. “This time it<br />
will be the NeuroTechX Student Club<br />
Competition from September <strong>2022</strong> to<br />
April 2023. About thirty top teams will<br />
participate. The teams are all given the<br />
same subject about which they must<br />
realise the best project. The participants<br />
will receive the required hard- and software<br />
and can register for lectures, workshops,<br />
and training sessions. The competition<br />
itself consists of two parts. In the offline<br />
part, each team will show a video or<br />
show case of its application. The real<br />
competition will take place in the online<br />
presentation of the project results.”<br />
Organisational structure<br />
Although the competition does not start<br />
until September <strong>2022</strong>, Anthony has<br />
already gathered a nine-strong team<br />
around him to pave the way.<br />
“By the time the competition starts,<br />
we want to have developed a solid<br />
organisational structure in which roles and<br />
tasks are clearly defined,” Anthony says.<br />
“This will enable us to be more targeted<br />
in our search for the right profiles of future<br />
members. It is also good for the continuity<br />
of the team. We want the team to<br />
continue after April 2023. The Solar Team<br />
did not stop after the first World Solar<br />
Challenge in 2005”.<br />
“The basic structure is already broadly<br />
established,” Anthony continues. “We have<br />
Ward and Sandro who take care of<br />
financial status and business relations.<br />
Emilie plans the in-house events. Frederic,<br />
Jonah, and Maarten supervise the<br />
projects while I co-ordinate all activities.”<br />
Events<br />
Like the other student teams active within<br />
the entrepreneurial incubator Technovation<br />
Hub, NeuroTech Leuven will also share<br />
its knowledge and expertise with other<br />
students and the public. “We do that<br />
through hackathons, workshops and<br />
talks by experts,” Anthony explains.<br />
“STEM activities for young people are also<br />
part of this. We participate in events such<br />
as the Technovation Hub Innovation Day,<br />
the Advanced Engineering Expo, and the<br />
job fairs of the faculties of Engineering.<br />
In time, we want to make NeuroTech<br />
Leuven a real forum for all those who are<br />
active in this promising field. The potential<br />
to increase the capacities of humanmachine<br />
interfaces makes us believe that<br />
the next technological revolution will be<br />
based on neurotechnology. We want to<br />
be prepared for that”.<br />
Yves Persoons<br />
www.ntxl.org<br />
CONNECTING<br />
21
STUDENT IN DE KIJKER<br />
CIRCULAIR RIJDEN<br />
MET FLUX<br />
Waarom zou je een nieuwe elektrische auto kopen als je je huidige benzine- of dieselwagen<br />
kunt ombouwen tot een elektrische? Het is meer duurzaam, meer circulair en vooral veel<br />
goedkoper. Dat is in een notendop de business idee van Robbe Vanhove en Floris Verstraete,<br />
studenten van het Postgraduaat Tech Innovations in Ventures & Teams.<br />
Robbe en Floris zijn industrieel ingenieurs Elektromechanica<br />
van de UAntwerpen, afgestudeerd in 2021. Beiden delen<br />
een passie voor motoren en elektrisch rijden. Tijdens zijn<br />
masterproef bestudeerde Robbe de conversie van een afgedankte<br />
motorfiets naar een elektrische variant maar veel verder dan<br />
een testopstelling kwam hij niet. In zijn studiegenoot Floris vond<br />
hij een kompaan om het project verder af te werken en de<br />
economische haalbaarheid van een startup te onderzoeken.<br />
Een artikel in dit magazine over vader en zoon De Craemer die in<br />
2017 een Mazda MX-5 ombouwden tot een elektrische sportauto,<br />
leidde beide Antwerpenaars naar Leuven. Daar ontdekten ze<br />
dat het Postgraduate Tech Innovations in Ventures & Teams<br />
hen op het lijf geschreven was. Dit programma stelt jonge,<br />
ondernemende ingenieurs zoals zij in staat om hun innovatieve<br />
ideeën om te zetten in een startklaar businessplan.<br />
Van ICE naar BEV<br />
Momenteel leggen beide ingenieurs de laatste hand aan de ‘proof<br />
of concept’ van hun startup. Dat is de transformatie van een Suzuki<br />
GN125 uit het jaar <strong>19</strong>73 in een volledig elektrisch aangedreven<br />
motor. Daarna zijn ze klaar voor het grote werk.<br />
“Dat de vervuilende ICE (Internal Combustion Engine) auto’s<br />
hun tijd hebben gehad, staat vast”, zegt Robbe. “Ze worden nu<br />
al systematisch uit de stadscentra geweerd en gaan op termijn<br />
almaar meer terrein moeten prijsgeven aan de BEV’s (Battery<br />
Electric Vehicle). De hoge brandstofprijzen zullen dit proces<br />
nog versnellen”.<br />
“Het zou van weinig duurzaamheid getuigen om alle nog rijdende<br />
ICE-auto’s naar het schroot te verwijzen”, vervolgt Floris. “De bouw<br />
ervan heeft veel energie, materiaal en geld gekost. Bovendien zijn<br />
de meeste nog in goede staat en kunnen best nog vijf tot tien<br />
jaar dienstdoen. Dat zie je duidelijk in ontwikkelingslanden waar<br />
de afgedankte vervuilende vehikels massaal worden gedropt.<br />
Wanneer we de motor en de brandstoftank vervangen door een<br />
elektrische aandrijving en batterijen kunnen we tot 90% van het<br />
originele voertuig opnieuw gebruiken. Deze ingreep kan de totale<br />
emissie van de wagen in zijn volledige levenscyclus tot 65%<br />
verminderen”.<br />
Financieel<br />
Voor het milieu en het klimaat zijn de voordelen evident, maar<br />
hoe krijg je de eigenaars van de vervuilende auto’s over de<br />
streep? Volgens Robbe zal het kostenplaatje de doorslag geven.<br />
“Een nieuwe elektrische auto kost al gauw 30.000 euro voor<br />
een klein en 70.000 euro en meer voor een middelgroot tot<br />
groot model. Welnu, wij maken ons sterk dat wij voor ongeveer<br />
15.000 euro je huidige auto kunnen ombouwen tot een elektrische<br />
waarmee je nog jaren milieuvriendelijk kunt blijven rondrijden.<br />
Voor bestuurders die over een relatief recent voertuig beschikken,<br />
is dat een interessant perspectief. Daar komt nog bij dat na de<br />
conversie van de auto het rijden aanzienlijk goedkoper wordt”.<br />
Praktisch<br />
De idee op zich is briljant in haar eenvoud, maar in de praktijk is<br />
het ombouwen van het huidige vervuilende wagenpark een<br />
complexe klus die voor elk merk en elk wagentype apart bekeken<br />
moet worden. Daarbij komen nog eens de individuele wensen<br />
van de klant. “Wat de elektrische motor betreft, verwachten we<br />
niet direct grote problemen”, zegt Floris. “Er zijn voldoende en<br />
verschillende types op de markt. De meeste aandacht vraagt<br />
de batterij. Die vertegenwoordigt zowat de helft van de kost.<br />
Met behulp van afzonderlijke cellen zullen we modulaire batterij -<br />
pakketten bouwen die aanpasbaar zijn naargelang van de auto<br />
en de desiderata van de klant inzake vermogen en rijbereik”.<br />
Als er obstakels opduiken, zullen die volgens het duo vooral met<br />
regelgeving en procedures te maken hebben. “Op dit moment is<br />
het nog niet mogelijk om in België een omgebouwd voertuig<br />
technisch te laten keuren. Dat betekent dat je de auto moet laten<br />
registreren in Duitsland of Nederland. Eenmaal daar goedgekeurd,<br />
moet hij in België ingevoerd worden waarna nog een validatie -<br />
procedure en een tweedehandskeuring volgt. Pas dan kun je de<br />
baan op. Hopelijk geraken deze bureaucratische belemmeringen<br />
in een verenigd Europa snel opgelost en verschijnen de eerste<br />
omgebouwde elektrische voertuigen in het straatbeeld. Ze zullen<br />
in ieder geval goedkoper én groener zijn dan hun nieuwe<br />
soortgenoten”.<br />
Yves Persoons<br />
fluxmotors.weebly.com<br />
22
Robbe Vanhove en<br />
Floris Verstraete<br />
© Joren De Weerdt<br />
CONNECTING<br />
23
STUDENT IN DE KIJKER<br />
© Johan Van Droogenbroeck<br />
24
TIEN JAAR COÖPERATIEF<br />
ONDERNEMEN VOOR HET KLIMAAT<br />
“Een dominosteentje dat een kettingreactie heeft op gang<br />
gebracht”. Zo typeerde Stijn De Jonge, stichter en bezieler,<br />
de studentencoöperatie CORE. Op 29 april <strong>2022</strong> vierden de<br />
COREnauten de tiende verjaardag op Campus Groep T.<br />
De vele gasten deelden niet alleen in de feestvreugde maar<br />
ook in de bezorgdheid om de toekomst van deze planeet.<br />
Op 8 mei 2012 werd aan de<br />
toenmalige hogeschool Groep T in<br />
Leuven een nieuw studenten team<br />
ten doop gehouden. Het manifesteerde<br />
zich onmiddellijk als een buitenbeentje.<br />
De teamleden waren bijvoorbeeld niet<br />
zinnens om een revolutionaire auto te<br />
bouwen en deelnemen aan buitenlandse<br />
competities sprak hen evenmin aan.<br />
Ze kwamen wel uit verschillende afstudeer -<br />
richtingen en deelden een uitgesproken<br />
missie: projecten opzetten en ondersteunen<br />
die inzetten op duurzaam energiegebruik.<br />
Coöperatie<br />
Het nieuwe team had bovendien ook<br />
een eigen kijk op duurzaam ondernemen.<br />
“We organiseerden ons als een coöpe -<br />
ratie”, legt Stijn uit. “Dat is een manier<br />
van ondernemen die toelaat om een<br />
gemeenschappelijke meerwaarde te<br />
creëren zonder elkaar te beconcurreren.<br />
Onze teamleden zijn vennoten en partners<br />
die samenwerken aan maatschappelijk<br />
verantwoorde projecten waarmee ze<br />
bedrijven, organisaties, overheden maar<br />
ook het brede publiek warm willen maken<br />
voor rationeel en energiegebruik. De meer -<br />
waarde die we nastreven, situeert zich<br />
op maatschappelijk vlak. Dertig procent<br />
van onze wordt opnieuw geïnvesteerd in<br />
projecten met een sociaal doel”.<br />
Klimaatneutraal<br />
De start van het nieuwe team ging niet<br />
gepaard met groot vertoon of ronkende<br />
verklaringen. De COREnauten kozen bewust<br />
voor een incrementele aanpak.<br />
“Slim omspringen met energie, dat begint<br />
met kleine acties die relatief weinig moeite<br />
kosten”, vervolgt Stijn. “Daarom zijn we<br />
gestart met kleinschalige initiatieven<br />
zoals afvalverwerking via vergisting, de<br />
energetische renovatie van een school -<br />
gebouw, de herbruikbare drinkbus, het<br />
energiezuinigste studentenkot in Leuven,<br />
enz. Stap voor stap werkten we ons<br />
Leuven en erbuiten op tot een speler die<br />
iets te vertellen en te bieden heeft”.<br />
De strategie werkt. Wanneer op 9 november<br />
2013 Klimaatneutraal 2010 (inmiddels<br />
omgedoopt tot Leuven 2023) wordt<br />
opgericht, is CORE een van de stichtende<br />
leden. Drie jaar later is CORE eveneens<br />
medeoprichter van de Technovation Hub,<br />
d.i. een initiatief van KU Leuven dat<br />
innovatieve en ondernemende studenten -<br />
teams financieel, administratief en juridisch<br />
ondersteunt. Onder Technovation Hub<br />
ressorteren momenteel al zeven teams.<br />
Werkdomeinen<br />
Vandaag is de studentencoöperatie bedrijvig<br />
in vier zgn. ‘werkdomeinen’. De eerste<br />
projecten waren voornamelijk Energie -<br />
studies voor externe partners die<br />
resulteerden in adviezen of energie -<br />
monitoring. Daar zijn inmiddels ook tools<br />
voor e-mobility en hernieuwbare energie<br />
bijgekomen. Twee andere werkdomeinen<br />
zijn Blauwe Energie en Circulaire Economie.<br />
Bij het eerste gaat het om het onttrekken<br />
van energie uit rivieren en waterlopen<br />
met behulp van aquathermie.<br />
Uit dit werkdomein ontstond EXTRAQT,<br />
een spin-off die nu al projecten runt in<br />
Noord- en Zuid-Amerika. Het subteam<br />
Circulaire Economie concentreert zich op<br />
het reduceren en valoriseren van afval -<br />
stromen en hergebruik van materialen.<br />
Hieruit ontstond de spin-off QUPPA die<br />
met succes een intelligent systeem<br />
voor de recuperatie van koffiebekers in<br />
Leuven opzette. Het vierde werkdomein<br />
Educatieve Pakketten was er van bij de<br />
start. Informeren over en sensibiliseren<br />
voor rationeel energie- en materiaal -<br />
gebruik beschouwt CORE immers als een<br />
van haar kerntaken. Dit resulteerde in o.m.<br />
energiefietsen, een Escape Room en een<br />
reeks STEM-workshops.<br />
Sinds kort runt CORE eveneens het<br />
High Tech Lab in de nieuwe maakleerplek<br />
aan de Vaartkom in Leuven, d.i. een<br />
ruimte waar scholen, bedrijven maar<br />
ook de Leuvenaars samen leren en<br />
experimenteren.<br />
Connectiviteit<br />
De COREnauten mogen dan wel allemaal<br />
ingenieursstudenten zijn, toch zien zij<br />
de energietransitie ruimer dan een<br />
technologisch probleem. “Finaal is het<br />
redden van de planeet mensenwerk en<br />
moeten we als samenleving inzetten op<br />
het ‘connective tissue’”, vindt Stijn.<br />
“Letterlijk vertaald, betekent het bind -<br />
weefsel. Maar ‘connectivity’ staat voor<br />
veel meer. Het betekent dat niets helemaal<br />
op zichzelf staat. Alles is verbonden met<br />
elkaar. Het klimaat is daar het beste<br />
voorbeeld van”.<br />
Yves Persoons<br />
CONNECTING<br />
25
DOCENT IN DE KIJKER<br />
DE RAAD VAN<br />
HET DOCTORAAT<br />
Met de groei van het wetenschappelijk en technologisch<br />
onderzoek op de campussen neemt ook het aantal industrieel<br />
ingenieurs toe die na hun studie voor een doctoraat gaan.<br />
De witte raven van vóór 2014 zijn aangegroeid tot een zwerm<br />
van 463 hoogvliegers die de hoogste academische graad<br />
ambiëren. Het zijn drukke tijden voor prof. Maarten Vergauwen<br />
(Technologiecampus Gent), de nieuwe voorzitter van de<br />
facultaire Doctoraatscommissie.<br />
Onbeslagen komt voorzitter<br />
Vergauwen niet op het ijs. Hij heeft<br />
al ruim 4,5 jaar zitting in de<br />
commissie en ziet elk jaar de aanvragen<br />
toenemen. “Toen ik in 2017-2018 tot<br />
de commissie toetrad, telde de faculteit<br />
welgeteld 168 doctoraatsstudenten.<br />
Dit academiejaar is dat aantal opgelopen<br />
tot 463, van wie meer dan de helft<br />
internationale doctorandi”.<br />
Fotogrammetrie<br />
Prof. Maarten Vergauwen studeerde voor<br />
burgerlijk ingenieur Elektronica aan de<br />
KU Leuven. In 2009 promoveerde hij er<br />
tot doctor op een proefschrift over<br />
fotogrammetrie. “Deze discipline houdt<br />
zich bezig met de interpretatie van en<br />
het opmeten uit beeldmateriaal. Zo kan<br />
men geometrische eigenschappen zoals<br />
vorm, afmeting en ligging van objecten uit<br />
beelden bepalen”, legt prof. Vergauwen<br />
uit. “Traditioneel werd deze techniek<br />
vooral toegepast voor het maken van<br />
kaarten op basis van luchtfoto’s. Vandaag<br />
wordt fotogrammetrie ook druk gebruikt<br />
in de chirurgie, het forensisch onderzoek,<br />
de civiele techniek en uiteraard de<br />
bouwkunde”.<br />
Als postdoc richtte prof. Vergauwen i.s.m.<br />
een Leuvens studiebureau, een eigen<br />
spin-off bedrijf op, gespecialiseerd in<br />
mobile mapping.<br />
In opdracht van de Vlaamse regering<br />
realiseerde GeoAutomation grote delen<br />
van het Grootschalig Referentiebestand<br />
(GRB), d.i. een geografische databank<br />
van het volledige publieke domein in<br />
Vlaanderen, een klus die alle Vlaamse<br />
landmeters samen nooit op korte termijn<br />
hadden kunnen klaren.<br />
In 2015 vertrekt de ondernemende<br />
postdoc naar de Technologiecampus<br />
Gent. Daar is in de opleiding Bouwkunde-<br />
Landmeten een vacature uitgeschreven<br />
die hem naar eigen zeggen op het lijf<br />
geschreven is. Prof. Vergauwen wordt het<br />
eerste externe zelfstandig academisch<br />
personeelslid van de opleiding en tevens<br />
de enige niet-bouwkundige. Zijn goed<br />
gevulde onderwijsopdracht combineert hij<br />
als hoofd van de onderzoeksgroep<br />
Geomatica met onderzoek naar foto -<br />
grammetrische en AI- toepassingen in de<br />
industrie, de woning- en de wegenbouw,<br />
maar ook in het bouwkundig erfgoed en<br />
de archeologie. Via het Puzzling Tombs -<br />
project slaagde prof. Vergauwens team<br />
erin om kwetsbare muurschilderingen en<br />
reliëfs in de OudEgyptische necropool van<br />
Dayr-al-Barsha virtueel te reconstrueren in<br />
een 3D-model.<br />
Onderzoeksgebaseerd<br />
In de facultaire Doctoraatscommissie<br />
vertegenwoordigt prof. Vergauwen sinds<br />
2017 het Departement Bouwkunde.<br />
Het voorzitterschap is de bekroning van<br />
zijn engagement voor het onderzoek in<br />
de faculteit en voor de almaar groeiende<br />
groep van doctorandi in het bijzonder.<br />
“Die forse stijging is zowel het resultaat<br />
als de motor van het wetenschappelijk<br />
onderzoek op de campussen”, vindt de<br />
voorzitter. “Van de toename van het<br />
zelfstandig academisch personeel kan<br />
trouwens hetzelfde gezegd worden.<br />
Het past in een dynamiek van elkaar<br />
versterkende factoren die resulteren in hoog -<br />
waardig onderzoeksgebaseerd onder wijs<br />
voor de huidige en toekomstige studenten<br />
industrieel ingenieur”.<br />
“De voorbije jaren had de Doctoraats -<br />
commissie niet alleen de handen vol met<br />
de afhandeling van de aanvraagdossiers.<br />
Er is ook werk gemaakt van de uniformering<br />
van het toelatingsbeleid in de faculteiten<br />
van de Groep Wetenschap & Technologie<br />
zodat voor alle doctorandi dezelfde criteria<br />
van toepassing zijn”, aldus prof. Vergauwen.<br />
Profiel<br />
In het bedrijfsleven is niet iedereen<br />
gelukkig met deze evolutie. Is de dr. ing.<br />
nog wel een industrieel ingenieur? Is het<br />
in deze tijden van acute ingenieurs -<br />
schaarste gepermitteerd dat zoveel<br />
talent nog jaren op de universiteit blijft?<br />
Het antwoord van prof. Vergauwen is<br />
duidelijk: “Jarenlang is er geijverd en<br />
gepleit voor de opwaardering van de<br />
studie en het beroep van industrieel<br />
ingenieur. Welnu, dat doel is omzeggens<br />
bereikt. Verder wil ik erop wijzen dat het<br />
profiel van de industrieel ingenieur zich<br />
daadwerkelijk ook vertaalt in het doctoraat.<br />
In de Doctoral School volgen sinds 2018<br />
al onze doctorandi een opleiding over de<br />
valorisatie van onderzoek. Binnenkort<br />
promoveren de eerste doctores met een<br />
valorisatieplan in hun proefschrift.<br />
26
Prof. Maarten Vergauwen<br />
© Yasmina Besseghir<br />
Daarmee moeten ze de jury kunnen<br />
overtuigen dat hun bevindingen om te<br />
zetten zijn in haalbare producten, processen<br />
of diensten. Via assessoren uit het bedrijfs -<br />
leven verzekeren we ons van een band<br />
met het werkveld. Kortom, de dr. ing. is<br />
en blijft een industrieel ingenieur”. Tot slot<br />
wijst prof. Vergauwen erop dat slechts een<br />
minderheid van de gepromo veerden<br />
effectief carrière maakt aan de universiteit.<br />
“Ruim 90% gaat aan de slag in het<br />
bedrijfsleven, verrijkt met onderzoeks -<br />
competenties, state-of-the-art knowhow en<br />
een netwerk van internationale contacten.<br />
Dr. ings. zijn bovendien doorbijters.<br />
Ze hebben bewezen zelfstandig en onder<br />
tijdsdruk een ambitieus project tot een<br />
goed einde te brengen. Hun meerwaarde<br />
voor het bedrijfsleven en de samenleving<br />
staat buiten kijf”.<br />
Yves Persoons<br />
CONNECTING<br />
27
DOCENT IN DE KIJKER<br />
GUIDE TO<br />
THE DIGITAL FUTURE<br />
The right book at the right time for the right audience. That is how you could characterise<br />
'Evolving as a Digital Scholar'. The authors take their fellow scholars and researchers by<br />
the hand and lead them into the digital world of today and tomorrow. The three-dimensional<br />
framework they developed serves as a compass and a handle. An interview with Professor<br />
Wim Van Petegem, co-author and inspirer of this extraordinary book.<br />
Prof. Van Petegem is expert in Learning Technologies at<br />
the Faculty of Engineering Technology. As Head of the<br />
Media & Learning Unit (formerly known as AVNet) and<br />
subsequently as Director of the Technology & Learning Department<br />
of the KU Leuven, he earned his spurs in, among other things,<br />
new educational technologies, networked e-learning, lifelong<br />
and open distance learning, and science communication.<br />
As a passionate education innovator, he is also engaged in<br />
several international academic networks. In 20<strong>19</strong>, he co-founded<br />
the European EdTech Network (EETN), a project that brings<br />
together professors, researchers and entrepreneurs around<br />
educational technology.<br />
Training<br />
The book may be hotly topical, but it has deep roots in the<br />
author's career. In this regard, Prof. Van Petegem refers to the AVLM<br />
training courses he has been giving since 2000. “AVLM stands<br />
for 'Audio-visual Learning Materials'. Initially it was about the<br />
production of AV material, but later the focus evolved to new<br />
educational technologies. We have already organised more than<br />
ten editions in Leuven, each time for twelve to eighteen participants<br />
from all continents in the South. From 2017, we added the 'Digital<br />
Scholar' course, which is a one-week training course organised<br />
twice a year by the African Doctoral Academy at Stellenbosch<br />
University in South Africa. It was during a stay in Stellenbosch<br />
that we decided with several colleagues to pool our knowledge<br />
and ideas. At first, we thought of a massive open course (MOOC),<br />
but this turned out not to be financially feasible. When Leuven<br />
University Press later provided the resources for an open access<br />
publication, the choice was quickly made”.<br />
How do you get a grip on the 'digital world' and the enormous<br />
opportunities that present themselves to scholars and<br />
researchers? “It soon became apparent that there was a need<br />
for a structure, a framework to support our ideas and to guide<br />
the reader through this complex subject matter. We started<br />
working on this in good spirits,” says Prof. Van Petegem.<br />
Three-dimensional<br />
The development of such an order-creating framework is perhaps<br />
the authors' greatest achievement. “Evolving as a Digital Scholar”<br />
thus becomes a thoughtful and useful manual that provides<br />
guidance at any time.<br />
“As mentioned, we distinguish three dimensions of digital agility,”<br />
explains Prof Van Petegem. “These are: getting involved in<br />
research, education and service, then mobilising digital skills on<br />
various levels and thirdly acting in multiple roles, both individually<br />
and interlinked with others”.<br />
“In terms of the roles and the skills involved, we distinguish five.<br />
First there is the author who writes specialized articles for experts.<br />
Then there is the storyteller who delivers comprehensible<br />
messages to a wider audience in the form of blogs or podcasts.<br />
The creator uses graphics, audio and video to keep the audience<br />
captivated. The integrator goes a step further and develops<br />
multimedia applications that are shared and spread via websites,<br />
webinars and open-source channels. And last but not least there<br />
is the networker who plays the social media and is active in online<br />
learning communities”.<br />
Change agent<br />
According to Prof. van Petegem, these five roles should not be<br />
seen as hierarchical, nor as sequential. “One role is indeed not<br />
'better' or 'higher' than the other. Moreover, you can combine<br />
roles or switch roles. What matters is that the scholar or<br />
researcher recognizes himself in it and makes himself familiar<br />
with the competences that are connected to it.”<br />
“The current and future digital scholar and researcher is above<br />
all a professional learner,” concludes Prof. Van Petegem. "A change<br />
agent who does not suffer the rapid changes, but who takes the<br />
lead and actively contributes to innovation in the ever-evolving<br />
digital age”.<br />
Yves Persoons<br />
28
Prof. Wim Van Petegem<br />
© Julie Feyaerts<br />
Wim Van Petegem, JP Bosman, Miné De Klerk,<br />
Sonja Strydom, Evolving as a Digital Scholar. Teaching<br />
and Researching in a Digital World. Leuven University<br />
Press, 2021 (open access: OAPEN, JSTORE)<br />
CONNECTING<br />
29
DOCENT IN DE KIJKER<br />
Michel Van Dessel en Wouter Sas<br />
© Joren De Weerdt<br />
30
MASTERSTUDENTEN CAMPUS<br />
DE NAYER BOUWEN EIGEN LAB<br />
“<br />
Het komende academiejaar kunnen de toekomstige industrieel<br />
ingenieurs Elektromechanica van Campus De Nayer aan de<br />
slag in een gloednieuw lab Advanced Motion Control.<br />
Wat dit lab bijzonder maakt, is dat het ontwerp en de bouw<br />
ervan gebeurde door masterstudenten. Een unieke leerervaring<br />
voor de studenten en een aardige kostenbesparing voor de<br />
campus. Michel Van Dessel geeft toelichting.<br />
We hadden het ons inderdaad<br />
gemakkelijk kunnen maken<br />
door gewoon een kant en klare<br />
opstelling aan te kopen”, beaamt Michel.<br />
“Dat zou ons veel tijd en energie bespaard<br />
hebben. De keerzijde van de medaille is dat<br />
we in dat geval de mogelijkheid verloren om<br />
zelf aanpassingen aan te brengen aan het<br />
ontwerp en de uitvoering van de hard- en<br />
software. En laat dit nu precies zijn waarvoor<br />
we onze ingenieurs willen opleiden. Niet om<br />
als eindgebruiker de handleiding te volgen,<br />
maar wel om zelf machines te ontwerpen,<br />
te bouwen en uit te testen. Een industrieel<br />
ingenieur Elektromechanica die enkel<br />
kan simuleren of modelleren, mist toch<br />
wel cruciale competenties om het in de<br />
beroepspraktijk waar te maken”.<br />
Werkveld<br />
“We wilden al langer op de campus een<br />
installatie voor motion control bouwen met<br />
zoveel mogelijk functionaliteiten inzake<br />
automatisering en veiligheid”, vervolgt<br />
Michel. “Het idee om daarbij industriële<br />
componenten te gebruiken, kwam van<br />
collega Wouter Sas. Zo zouden we het<br />
werkveld naar binnen kunnen halen en<br />
twee vliegen in één klap slaan”.<br />
“Toen we in 20<strong>19</strong> van Continental<br />
Automotive in Mechelen een lineaire PM<br />
synchrone motor cadeau kregen, kwamen<br />
onze plannen in een stroomversnelling”,<br />
vertelt Michel. “Het stelde ons in staat om<br />
een volledige opstelling te bouwen met<br />
een geïnverteerde pendelstaaf op een<br />
slede aangedreven door de lineaire motor.<br />
Waar voorheen het praktisch gedeelte<br />
van motion control beperkt bleef tot het<br />
regelen van de snelheid van een rotatieve<br />
motor, zouden de studenten ook kunnen<br />
oefenen met de nauwkeurige aansturing<br />
van echte bewegingen”.<br />
De volgende stap was de aankoop van<br />
de nodige industriële componenten voor<br />
o.m. een performante en precieze regeling<br />
van de lineaire motor en het aansturen van<br />
de machine en de bedieningsinterface van<br />
de opstelling. Een nieuw softwarepakket<br />
zou ervoor zorgen dat hard- en software<br />
samengebracht worden in een werkend<br />
geheel. Dat daarbij consequent voor Siemens<br />
apparatuur gekozen werd, is volgens Michel<br />
geen toeval. “Op Campus De Nayer zijn we<br />
vertrouwd met de technologie van Siemens<br />
in tal van onderzoeks- en service projecten.<br />
Bovendien is onze campus erkend als een<br />
Siemens Competence Centre voor PLCprogrammering”.<br />
Pionierswerk<br />
Eenmaal alle componenten en onderdelen<br />
waren geleverd, begon het eigenlijke werk:<br />
de bouw van een functionele laboratorium -<br />
opstelling. Stefan Corbeel, een masterproefstudent<br />
van Michel zorgde voor het<br />
volledige mechanische en elektrische<br />
ontwerp, de realisatie van de mechanische<br />
opstelling en de uitvoering van het elektrisch<br />
circuit. Hij schreef ook de eerste versie van<br />
het PLC-programma voor de besturing<br />
van de opstelling. Het jaar daarop tekende<br />
masterstudente Ines Rymenants voor de<br />
systeemintegratie van de mechanische<br />
en elektrische componenten, de commis -<br />
sioning van de drive en de oplevering van<br />
de installatie.<br />
“Zonder het pionierswerk van beide<br />
studenten was het ons nooit zo snel en<br />
efficiënt gelukt”, bevestigt Michel. “Let wel,<br />
het liep niet altijd van een leien dakje.<br />
De initialiseringsprocedure van de drive<br />
met de correcte instelling van alle<br />
parameters had bijvoorbeeld nogal wat<br />
voeten in de aarde. De drive van Siemens<br />
laten werken met een lineaire motor en<br />
positiesensor van een andere producent,<br />
zorgde ook voor complicaties. Gelukkig<br />
konden we terugvallen op onze lange<br />
ervaring met Siemens aandrijvingen o.m.<br />
voor alternatoren van kleine windturbines”.<br />
Competitie<br />
Met de Advanced Motion Control installatie<br />
neemt Campus De Nayer deel aan de<br />
jaarlijkse wedstrijd die Siemens organiseert<br />
voor systeemintegratoren die met Siemens<br />
technologie innovatieve toepassingen<br />
ontwikkelen. Voor Michel Van Dessel en<br />
zijn team is het een eer om als enige<br />
onderwijsinstelling tot de eindronde door -<br />
gestoten te zijn.<br />
De eerste installatie wordt volgend<br />
academiejaar in gebruik genomen.<br />
Inmiddels zijn masterstudenten druk in<br />
de weer om nog twee andere set ups te<br />
bouwen. Samen met het prototype vormen<br />
ze een volledig uitgerust Advanced Linear<br />
Motion Control Lab waarin verschillende<br />
groepen van masterstudenten parallel<br />
kunnen werken. Tegen 2023-2024 is alles<br />
klaar om de eerste masterstudenten<br />
Elektromechanica, optie Automatisering<br />
& Mechatronica klaar te stomen tot<br />
professionele machinebouwers.<br />
Yves Persoons<br />
CONNECTING<br />
31
ONDERZOEKER IN DE KIJKER<br />
JULIE LEGRAND<br />
WINT GROTE PRIJS<br />
Wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht. In de moderne chirurgie wordt dit oude<br />
spreekwoord zeer ernstig genomen. Bijgevolg worden ingrepen aan de sinussen consequent<br />
uitgevoerd via minimaal invasieve chirurgie. Als doctoraatsstudente ontwikkelde Julie Legrand<br />
een nieuwe techniek om zelfs op de moeilijkst bereikbare plaatsen ingrepen te doen. Voor<br />
haar baanbrekend werk werd ze bekroond met de Belgian PhD Award van het National<br />
Committee for Theoretical & Applied Mechanics.<br />
Op 28 mei 2021 verdedigde Julie met succes haar proef -<br />
schrift ‘Single-handed, flexible, stearable instruments<br />
for constrained workspace surgery’ aan de Faculteit<br />
Industriële Ingenieurswetenschappen in Leuven. Gelet op haar<br />
studie-achtergrond – Julie is burgerlijk ingenieur Elektromechanica<br />
van UCL – had je haar promotie veeleer aan de zusterfaculteit<br />
Ingenieurswetenschappen verwacht. Een interessante vacature<br />
in de onderzoeksgroep Robotica, Automatisering & Mechatronica<br />
van prof. Manu Vander Poorten (Campus Groep T) maakte dat<br />
Julie daar anders over besliste.<br />
Maxillaire sinus<br />
“Als je minimaal invasief op de spits drijft, is er sprake van<br />
‘Natural Orifice Transluminal Endoscope Surgery’”, legt Julie uit.<br />
“Daarbij wordt de ingreep via de natuurlijke openingen in het<br />
lichaam uitgevoerd. Dat lijkt evident, maar in de praktijk stoot je<br />
op de complexiteit van de menselijke anatomie. Die maakt dat<br />
de werkruimte van de chirurg doorgaans heel beperkt is.<br />
Daar komt nog bij dat ieder mens verschillend is, zodat vaste<br />
standaardapparatuur waarbij gebruik gemaakt wordt van stijve<br />
instrumenten bijna altijd de noodzaak creëert om extra weefsel<br />
weg te snijden”.<br />
In haar onderzoek concentreerde Julie zich op de maxillaire sinus<br />
of kaakbeenholte. Die bevindt zich bij de kleine kiezen en is moeilijk<br />
bereikbaar met endoscopische sinuschirurgie. Julies opdracht<br />
bestond erin een nieuw, flexibel instrument te ontwikkelen voor<br />
dit soort ingrepen zodat er geen weefsel verwijderd hoeft te<br />
worden. Een bijkomende voorwaarde was dat de chirurg in staat<br />
moet zijn het apparaat met één hand te bedienen, kwestie van<br />
nog ander ondersteunend werk te kunnen doen.<br />
Actuator<br />
“De eerste fase van mijn onderzoek bestond in een statistische<br />
analyse van een grote hoeveelheid beelden en scans van de<br />
kaakbeenholte”, vertelt Julie. “Aangezien het economisch niet<br />
haalbaar is om voor iedere patiënt een op maat gesneden<br />
instrument te maken, kwam het erop aan een grootste gemene<br />
deler te vinden.”<br />
“Daarna heb ik een add-on ontworpen die bevestigd kan worden<br />
op een bestaande passieve endoscoop. De volgende stap was<br />
de ontwikkeling van een miniatuur pneumatische actuator die als<br />
een artificiële spier kan dienen. Zo kon het instrument zo compact<br />
mogelijk worden gemaakt. Via een algoritme kunnen hysterese<br />
of ongewenste positieverschillen worden gecompenseerd<br />
zonder dat er grote sensoren ingezet moeten worden. Een ander<br />
algoritme zorgt ervoor dat het uiteinde van het flexibel instrument<br />
vlot kan reageren op een actie van de chirurg”.<br />
Uniek<br />
Voeg al deze onderdelen samen en je bekomt een ‘éénhandig,<br />
flexibel, controleerbaar instrument voor beperkte werkruimte<br />
chirurgie’. Volgens Julie gaat het om de dunste flexibele endoscoop<br />
voor maxillaire sinuschirurgie die tot heden ontworpen is.<br />
Twee chirurgen probeerden het instrument uit en bevestigden<br />
de meerwaarde ervan.<br />
Kan Julies innovatie ook bij andere ingrepen ingezet worden?<br />
Het antwoord is positief. “In het hele bereik van neus, keel en<br />
oor zijn de mogelijkheden legio, zelfs in de hersenchirurgie.<br />
Knieoperaties die nu al minimaal invasief gebeuren, kunnen nog<br />
meer worden geperfectioneerd”.<br />
Postdoc<br />
Julie is momenteel als postdoc verbonden aan de VU Brussel.<br />
Daar werkt ze aan de ontwikkeling van soft robots voor gebruik<br />
in protheses of bij de verplaatsing van fragiele voorwerpen.<br />
Ze is ook promotor van twee doctoraten en vervult een beperkte<br />
lesopdracht in het interuniversitaire opleidingsonderdeel<br />
Biomechanica. Een academische carrière lijkt haar wel op het lijf<br />
geschreven. De Belgian Best PhD Award kan daarbij nog gouden<br />
diensten bewijzen”.<br />
Yves Persoons<br />
32
Julie Legrand<br />
© Julie Feyaerts<br />
CONNECTING<br />
33
ONDERZOEKER IN DE KIJKER<br />
SLIMME MIX VAN ENERGIE<br />
EN LANDBOUW WINT FEBELIEC<br />
ENERGY AWARD <strong>2022</strong><br />
Gewassen én energie oogsten op hetzelfde veld. Na verschillende positieve proeven<br />
in het buitenland, duiken ook in Vlaanderen de eerste testvelden op. Dat is in grote mate<br />
de verdienste van het KU Leuven AgriVoltaics team. De gezamenlijke projecten van<br />
de ingenieursfaculteiten wonnen eerder dit jaar de Febeliec Energy Award.<br />
Prof. Jan Cappelle van de onderzoeksgroep ESAT-ELECTA Gent doet het verhaal.<br />
De Belgische industriële energie gebruikers, verenigd in de<br />
federatie Febeliec, bekronen jaarlijks een innoverend<br />
energieproject. Uit acht inzendingen koos de wedstrijdjury<br />
de projecten van KU Leuven, omdat AgriVoltaics een oplossing<br />
kan bieden die zowel de voedselproductie als de aanmaak van<br />
duurzame elektriciteit ten goede komt. Prof. Cappelle vat het als<br />
volgt samen: “Aan de ene kant heeft Vlaanderen een grote nood<br />
aan extra hernieuwbare energie, waarbij zonne-energie één van<br />
de leidende technologieën blijft. Anderzijds is de oppervlakte om<br />
zonnepanelen te installeren hier te lande beperkt. In AgriVoltaics<br />
hebben we onderzocht of landbouwgrond ook in aanmerking<br />
kan komen voor de hernieuwbare energiewinning maar dan wel<br />
op een manier dat de voedselproductie niet in het gedrang komt<br />
en de landbouwer zelfs bijkomende inkomsten kan verwerven.<br />
Onze opdracht bestond erin de combinatie te vinden van de<br />
geschikte zonnepanelen, de meest schaduwtolerante gewassen<br />
en een doordachte inplanting ervan. Finaal zouden de inkomsten<br />
van de landbouwers duurzaam verbeterd moeten worden.<br />
Ze oogsten immers twee keer”.<br />
Bruikbaarheid<br />
Het dubbelgebruik van de schaarse landbouwgrond is<br />
allesbehalve evident. “Alvorens de combinatie van zonne-energie<br />
en landbouw uit te rollen, moet worden bekeken of de totale<br />
opbrengst van energie en gewas wel degelijk groter is dan bij<br />
een gescheiden productie”, vervolgt prof. Cappelle. “Daarnaast<br />
worden eventuele extra voordelen voor de gewassen in rekening<br />
gebracht. De palen kunnen bijvoorbeeld de planten beschermen<br />
tegen zonnebrand, uitdroging of hagel. Vervolgens komt het erop<br />
aan de constructie zodanig te ontwerpen dat ze het werk van de<br />
boer of teler, de oogst, de bodemkwaliteit en uiteraard de groei<br />
niet hypothekeert. Wat de constructies betreft, zijn er twee<br />
soorten. Ofwel staan de zonnepanelen hoog boven de grond op<br />
palen zodat de landbouwmachines er vlot onder kunnen bewegen.<br />
Ofwel bevindt de installatie zich op de bodem en staan de<br />
zonnepanelen tussen de gewassen. Elk van deze types heeft<br />
voor- en nadelen in termen van installatie- en onderhoudskosten<br />
en rendement”.<br />
Tijdens de projecten hebben de onderzoekers het landbouw -<br />
areaal gescreend op zijn bruikbaarheid voor agrivoltaïsche<br />
installaties. Prof. Cappelle vat de resultaten samen: “Volgens<br />
onze berekeningen zou 28% van de landbouwoppervlakte in<br />
aanmerking komen, d.i. ongeveer 200.000 ha. Uitgaande van<br />
een gemiddeld vermogen van 570 kWp/ha, betekent dit op<br />
jaarbasis een energieopbrengst van 1275 Twh, dat is ongeveer<br />
1,5 keer het huidige elektriciteitsgebruik in België. Ter vergelijking:<br />
het potentieel van de daken in Vlaanderen bedraagt 62 Twh op<br />
jaarbasis, waarvan slechts 6% effectief wordt gebruikt”.<br />
Pilootproject<br />
Wat het opwekken van duurzame energie betreft, zit AgriVoltaics<br />
op rozen, maar hoe is het gesteld met de opbrengst van de<br />
gewassen? “Daar liggen de kaarten anders”, legt prof. Cappelle<br />
uit. “Je kunt er niet omheen dat de zonnepanelen een deel van<br />
het licht dat de planten normaal zou moeten bereiken wegnemen.<br />
Maar -en dat is het punt- de gewassen reageren erg verschillend<br />
op dit tekort. Veelal daalt de geproduceerde biomassa recht<br />
evenredig met de lichtreductie, maar sommige bladgroenten<br />
ontwikkelen net grotere bladeren om het lichttekort te<br />
compenseren. Om een goed zicht te krijgen op de impact<br />
bouwden we drie pilootinstallaties in Vlaanderen. Zo kunnen we<br />
gedurende verschillende seizoenen de teelten opvolgen”.<br />
In Bierbeek plaatsten de onderzoekers een constructie van 4,6 m<br />
hoog boven een veld laagstammige perenbomen. Daar werd<br />
tijdens het eerste seizoen geen kwaliteitsverschil vastgesteld<br />
tussen de peren onder de panelen en die van het referentieveld.<br />
34
Brecht Willockx, Cas Lavaert en prof. Jan Cappelle<br />
© Joren De Weerdt<br />
Op een landbouwbedrijf in Grembergen werden twee constructies<br />
geïnstalleerd: een vaste opstelling en een dynamische waarbij<br />
de panelen het zonlicht helemaal kunnen opvangen ofwel<br />
doorlaten. Op de proefboerderij van de KU Leuven in Lovenjoel<br />
is onlangs een 5 m hoge constructie in gebruik genomen om<br />
met verschillende gewassen te experimenteren.<br />
Potentieel<br />
Prof. Cappelle besluit als volgt: “AgriVoltaics heeft een groot<br />
potentieel als het op duurzame energie aankomt. Eén enkele<br />
hectare landbouwgrond kan met gemak honderd gezinnen van<br />
elektriciteit voorzien.<br />
Om definitief uitsluitsel te geven voor gevolgen voor de<br />
voedselproductie en de landbouwactiviteit zelf, is het nog<br />
wachten op de resultaten van de lopende pilootprojecten.<br />
Inmiddels raden we iedereen aan om de daken van de eigen<br />
woning al vol zonnepanelen te leggen”.<br />
Yves Persoons<br />
CONNECTING<br />
35
ONDERZOEKER IN DE KIJKER<br />
PRODUCTION ENGINEERS<br />
GATHER AT THE WORLD SUMMIT<br />
IN LEUVEN<br />
From 40 to 8 April, two international conferences took place<br />
in Leuven: the 29th Conference on Life Cycle Engineering<br />
(LCE) and the 9th Conference on Assembling Technology and<br />
Systems (CATS). What made both events special is that they<br />
shared part of their programme and thus created a unique<br />
cross-fertilization between both domains. A look back on<br />
an inspiring week.<br />
Both conferences were under the aus -<br />
pices of the International Academy<br />
for Production Engineering (CIRP),<br />
a leading organization in production<br />
engineering research that unites more than<br />
600 eminent academics and industrialists<br />
worldwide. The conferences are always<br />
high lights for exchanging the latest knowl -<br />
edge and expertise. For most participants,<br />
it was also a happy reunion after two years<br />
of physical isolation due to the pandemic.<br />
Those who preferred not to travel to Leuven<br />
could follow both conferences fully online<br />
and interact with the conference participants.<br />
Circular engineering<br />
Environmentally sustainable development<br />
occupies a central place in the vision and<br />
mission of the international academy.<br />
In his opening speech, Prof. Wim Dewulf,<br />
Chair of the LCE Conference, referred to<br />
the Sustainable Development Goals of<br />
the UN. “Production engineering is a<br />
large contributor to energy and resource<br />
consumption. Therefore, the challenge of<br />
designing and manufacturing must reflect<br />
the core concern of achieving a better and<br />
more sustainable future for all”, said Prof<br />
Dewulf. “More specifically, it is our task as<br />
researchers, designers and builders to<br />
assess the environmental sustainability<br />
impacts of manufacturing activities in a life<br />
cycle perspective”.<br />
In his welcome address, Prof. Gerard<br />
Govers, Vice-rector for Sustainability<br />
Policy of KU Leuven, made the following<br />
comparison: “The industrial society has<br />
existed for about 200 years. In that<br />
period, we have managed to create a lot<br />
of prosperity, but at the cost of nature,<br />
air, water, and biodiversity. Life on earth,<br />
on the other hand, has existed for four<br />
billion years and has also undergone an<br />
enormous evolution. However, this growth<br />
and diversity is based on circularity.<br />
Nothing goes to waste; all materials and<br />
substances have been reused countless<br />
times. We should take this as an example.<br />
That is why I say with all my heart: circular<br />
engineering is the future!”<br />
Prof. Karel Kellens<br />
© Kobe Michiels<br />
Studies and practices<br />
The LCE <strong>2022</strong> Conference was a success<br />
across the board. The offer consisted of<br />
no less than 149 technical presentations,<br />
6 keynotes, 3 workshops, a panel<br />
discussion, and a multitude of networking<br />
36
opportunities. More than 250 experts from<br />
academia and industry were present or<br />
followed online. Targeted application areas<br />
included manufacturing, electronics,<br />
energy systems, transport and mobility<br />
and health care systems. The audience<br />
enjoyed innovative case studies and<br />
practices, visionary papers on paradigm<br />
change as well as contributions covering<br />
theoretical and experimental research.<br />
During the workshops, the introduction of<br />
a digital product passport and industrial<br />
symbiosis to promote the (re)use of material<br />
resources between different industrial<br />
players were discussed. A third workshop<br />
dealt with sustainable engineering<br />
education. The student teams CORE,<br />
Formula Electric Belgium and the Solar<br />
Team were invited to explain how their<br />
sustainable projects are integrated into<br />
engineering education.<br />
Assembly and disassembly<br />
The central theme of the 9th Conference<br />
on Assembling Technologies & Systems<br />
was 'Flexible Assembly and Disassembly<br />
Systems'. More than 100 participants<br />
followed or presented the latest<br />
developments and trends in the wide field<br />
from manual towards fully automated<br />
(dis)assembly technologies. In 7 keynotes<br />
and 73 technical sessions, topics such as<br />
flexible and reconfigurable (dis)assembly<br />
concepts and systems, human-robot<br />
interaction and collaboration, handling<br />
technologies, mobile and multi-robot<br />
systems, operator support and ergonomics<br />
were discussed.<br />
The joint sessions with LCE<strong>2022</strong> covered<br />
topics such as design for assembling and<br />
disassembling, disassembling technologies,<br />
Prof. Wim Dewulf<br />
© Kobe Michiels<br />
re- and de-manufacturing, and auto -<br />
mation solutions for lightweight structure<br />
manufacturing.<br />
Industrial Forum<br />
On Wednesday 6 April, an animated panel<br />
discussion on the sustainable factory of<br />
the future took place with Martin Röhrig<br />
(Airbus), Prof. Jef Peeters (KU Leuven),<br />
Prof. Christoph Herrmann (TU Braunschweig)<br />
and Dirk Torfs (Flanders Make).<br />
As mentioned earlier, the participants in<br />
both conferences included many engineers<br />
and specialists from the manufacturing<br />
industry. The close relationship between<br />
academia and industry was also made<br />
visible during an industrial forum on 7 April.<br />
About ten companies showed off their<br />
innovative assembly and disassembly<br />
technologies.<br />
Prof. Karel Kellens, Chair of the CATS<br />
Conference, looks back with satisfaction.<br />
“Both in format and in content the<br />
conference was a success. Thanks to<br />
the hybrid format, many researchers<br />
were able to participate and even give<br />
presentations. In terms of content,<br />
the joint day with the LCE Conference<br />
provided significant added value. It was a<br />
first but one that is worth repeating.<br />
Perhaps CATS and LCE will meet again in<br />
Karlsruhe (Germany) in 2024”.<br />
Yves Persoons<br />
cats<strong>2022</strong>.eu<br />
lce<strong>2022</strong>.eu<br />
CONNECTING<br />
37
ONDERZOEKER IN DE KIJKER<br />
Prof. Pieter Rauwoens<br />
© Jadon Beerlandt<br />
38
DUNE IN FRONT OF DIKE:<br />
BUILDING COASTAL RESILIENCE<br />
At Bruges Campus, the Coastal and Geotechnical Engineering<br />
group is world-renowned for its research into the interaction<br />
between soil, water, and structures. On 12 and 13 April,<br />
the group again lived up to its reputation by organizing the<br />
very first conference on nature-based solutions for coastal<br />
protection in Belgium. We look back with Prof. Pieter<br />
Rauwoens, Conference Chair<br />
“ Last year, during the Coastal Dynamics<br />
Conference at TU Delft, we presented<br />
the pilot project Dune in front of Dike<br />
for the first time,” says Prof. Rauwoens.<br />
“The interest was so great that we decided<br />
to devote a conference to it ourselves. This<br />
resulted in a two-day event during which not<br />
only we but also eleven other international<br />
experts presented their advances in building<br />
resilient coastal infrastructure. In addition,<br />
22 research posters were presented.<br />
We welcomed 57 participants, 48 of whom<br />
were on campus and 9 online”.<br />
Pilot projects<br />
The first conference day focused on the<br />
pilot projects of Bruges Campus on the<br />
Belgian coast. “Our project partners were<br />
given an important role here,” continues<br />
Prof. Rauwoens. “Daphné Thoon of<br />
Flanders’ Coastal Division explained how<br />
dunes can form a natural defence against<br />
flooding and coastal erosion. What is new<br />
here is the use of natural elements and<br />
processes in the formation of new dune<br />
areas to reinforce traditional sea dikes.<br />
Such dunes in front of a dike offer a high<br />
level of protection of coastal infrastructure<br />
as well as a high ecological value and – last<br />
but not least – a nicer natural appearance”.<br />
Toon Verwaest of Flanders Hydraulics<br />
Research elaborated on the added value<br />
and monitoring of the pilot projects in terms<br />
of coastal defence, morphological stability,<br />
ecology, and tourism. Glenn Strypsteen,<br />
researcher at Bruges Campus, then<br />
presented his model for predicting dune<br />
growth. By means of weekly topographical<br />
measurements, he monitored the growth<br />
and profile shape of the dune. He also<br />
mapped out the role that the vegetation<br />
can play in dune development. Dries Bonte<br />
(Ghent University) illustrated the importance<br />
thereof using marram grass. This plant<br />
proved to be an excellent natural engineer<br />
to prevent the sand on the beach from<br />
being blown away. The extent to which<br />
the marram grass increases in density and<br />
spreads over the beach greatly influences<br />
the creation and growth of new dunes.<br />
Engineering with nature<br />
The second conference day was reserved<br />
for the international researchers. Prof. Jean<br />
Taylor Ellis of the University of South<br />
Carolina kicked off the event with a<br />
keynote on 'Engineering with Nature for<br />
Coastal Engineering Purposes'. “So-called<br />
'soft' interventions are gaining in<br />
importance compared to classical hard<br />
engineering structures such as sea walls<br />
and dikes,” Prof. Rauwoens explains.<br />
“In the context of the climate change,<br />
these expensive and hard to adapt<br />
structures will not resist future flood<br />
events, which means that more innovative<br />
solutions such as dune-in-front-of-dike will<br />
be required”.<br />
Francisco Tavaro-Pinto (University of Porto),<br />
Caroline Hallin (TU Delft), Björn Mehrtens<br />
(TU Braunschweig) and Hendrik Vinge<br />
Karlsson (Danish Coastal Authority)<br />
explained how coastal protection by<br />
dunes is achieved naturally elsewhere in<br />
Europe. Whereas in Portugal there is a<br />
shortage of sand, in Denmark there is a<br />
problem of dunes moving inland and<br />
bogging down the coastal roads.<br />
Finally, Marien Boers of Deltares presented<br />
a model to calculate the strength of dikes<br />
that are partially or completely covered<br />
with sand. The idea is that during a storm,<br />
the sand will get the full brunt of the storm<br />
so that the dike will not be damaged.<br />
Site visit<br />
The conference ended with a visit to the<br />
pilot projects. On the beach in Ostend,<br />
an area of 2400 m² of marram grass was<br />
planted with the intention of retaining<br />
as much sand as possible so that, in time,<br />
a natural dune will form. “The project<br />
uses the forces of nature to protect the<br />
coast from storms and the consequences<br />
of climate change,” concludes Prof.<br />
Rauwoens. “Moreover, dunes are a<br />
unique ecosystem that contain a wealth<br />
of biodiversity. So, with our pilot projects,<br />
we score on multiple fronts”.<br />
Yves Persoons<br />
CONNECTING<br />
39
ONDERZOEKER IN DE KIJKER<br />
ETHER: DE KWINTESSENS VAN<br />
HET FACULTAIR ONDERZOEK<br />
Academisch onderwijs wordt geschraagd door wetenschappelijk onderzoek.<br />
In een ingenieursfaculteit staan daarbij vier grote technologiegebieden centraal: energie,<br />
materie, leven en informatie. Daarnaast is ook het onderwijs zelf het bestuderen waard.<br />
Volgens prof. Greet Langie, de leading lady van de ETHER-groep, heeft onderwijskundig<br />
onderzoek een essentiële taak in het garanderen van de kwaliteit van de opleiding.<br />
ETHER is een acroniem voor ‘Engineering Technology<br />
Education Research’. Maar daarmee in de kous niet af.<br />
Bij de oude Grieken was ‘ether’ het vijfde element naast of<br />
boven de basiselementen aarde, water, lucht en vuur. ‘Ether’<br />
bracht orde in de stoffelijke elementen en bezieling in de levenloze<br />
materie. Het vijfde element (of ‘quinta essentia’) leidde tot het<br />
woord ‘kwintessens’ dat tot vandaag refereert naar het belangrijkste<br />
of het wezenlijke der dingen. Met zijn naam positioneert de<br />
onderzoeksgroep ETHER zich in de hoogste regionen van de<br />
wetenschappelijke bedrijvigheid in de Faculteit Industriële<br />
Ingenieurswetenschappen.<br />
“Wij onderzoeken inderdaad het vijfde element”, bevestigt prof.<br />
Langie. “Als we effectief uitmuntende ingenieurs willen afleveren<br />
in de vier grote technologiegebieden, dan veronderstelt dat<br />
een solide opleiding geschraagd door stevig onderwijskundig<br />
onderzoek. ETHER heeft haar naam niet gestolen”.<br />
Research unit<br />
Voor prof. Langie is de erkenning van ETHER als een eigen,<br />
volwaardige onderzoeksgroep de bekroning van jarenlange<br />
inspanningen die teruggaan naar het prille begin van de faculteit<br />
bijna tien jaar geleden. “Her en der was er op de campussen al<br />
wat onderwijskundige activiteit maar dat verliep erg disparaat.<br />
Met de toetreding van de faculteit tot het Leuven Engineering &<br />
Science Education Center (LESEC) binnen de Groep Wetenschap<br />
& Technologie kwam daar verandering in. LESEC verschafte ons<br />
een platform om de krachten te bundelen in twee research units<br />
– ‘Study Guidance’ en ‘Generation Z’ – en zelf projectaanvragen<br />
in te dienen om zo nieuw bloed aan te trekken naarmate de<br />
financiering op gang kwam”.<br />
“De toename van de projecten en het aantal onderzoekers<br />
noopte ons de organisatiestructuur te herdenken” vervolgt prof.<br />
Langie. “Deze oefening resulteerde in een nieuw raamwerk waarin<br />
niet alleen de actoren – studenten, academisch personeel en<br />
afgestudeerden – een plaats hebben maar eveneens het volledige<br />
studietraject van intake over progressie tot beroepsbekwame<br />
professional. Dit schema laat ons toe om de lopende en<br />
toekomstige projecten duidelijk te plaatsen. Dat geldt trouwens<br />
ook voor de veertien onderzoekers die onze groep inmiddels rijk is”.<br />
Op stapel<br />
Het lopende onderzoek van ETHER bestrijkt nu al een brede<br />
waaier van domeinen en onderwerpen.<br />
We zetten ze even op een rijtje: studieloopbaanbegeleiding<br />
(prof. Greet Langie), zelfregularisering en lifelong learning<br />
(Lynn Van den Broeck), professionalisering (Sofie Craps),<br />
ijkingstoets (Jolan Hanssen), feedback literacy (Kurt Coppens),<br />
communicatievaardigheden en taalondersteuning (prof. Jeroen<br />
Lievens), creativity in Electronics & ICT Engineering (Wouter<br />
Groeneveld) en learning technologies & digital scholars (prof.<br />
Wim Van Petegem).<br />
Niet zonder trots voegt prof. Langie nog drie projecten toe die<br />
op stapel staan. Het eerste heet URGENT en wil aan de weet<br />
komen waarom -alle campagnes en STEM-activiteiten ten spijtnog<br />
altijd weinig meisjes voor de ingenieursstudie kiezen.<br />
Vervolgens wordt de relatief grote uitval van eerstejaars uit<br />
kansengroepen onder de loep genomen.<br />
Een tweede veelbelovend project is TrainengPDP. Het bestudeert<br />
de rol van een persoonlijk ontwikkelingsplan in het levenslang leren<br />
en de professionele groei van de ingenieur. Projectpartners zijn<br />
TU Dublin en Lappeeranta University of Technology in Finland.<br />
Verder is Ether ook partner in ‘Engineering4Europe’, een ambitieus<br />
project van de Europese ingenieursorganisatie FEANI. E4E stelt<br />
zich ten doel om studiepakketten te ontwikkelen waarmee<br />
ingenieurs gelijke tred kunnen houden met de snel evoluerende<br />
technologie.<br />
Community<br />
Last but not least beschouwt ETHER het ook als zijn taak<br />
om onderwijsonderzoekers op te leiden of bij te scholen.<br />
“De onderzoeksmethoden die we hanteren, komen vaak uit de<br />
humane wetenschappen, wat maakt dat ingenieurs en exacte<br />
wetenschappers er doorgaans minder goed mee vertrouwd zijn”,<br />
aldus prof. Langie. “Daarom organiseerden we in mei een eerste<br />
internationale Summer School i.s.m. de European Society for<br />
Engineering Education (SEFI). Het was meteen raak: 34 doctorandi<br />
van wie 24 buitenlanders volgden een week lang een stoomcursus<br />
over kwantitatieve, kwalitatieve en gemengde onderzoeks methodes.<br />
De Summer School bood bovendien tal van opportuniteiten om<br />
te netwerken en zodoende een netwerk uit te bouwen en de<br />
groeiende community van onderwijsonderzoekers te versterken.<br />
Dit alles met het finale doel voor ogen: impact hebben op het<br />
onderwijsbeleid en de kwaliteit van de ingenieurs opleiding”.<br />
Yves Persoons<br />
40
Prof. Greet Langie<br />
© Joren De Weerdt<br />
www.iiw.kuleuven.be/onderzoek/engineering-education/education<br />
CONNECTING<br />
41
DOCTORATEN<br />
DOCTORATEN AAN FIIW<br />
(FEBRUARI 2021 – JUNI <strong>2022</strong>)<br />
7/03/<strong>2022</strong><br />
Gezahegn Garo Gale<br />
CAMPUS GEEL<br />
Characterization of Arbuscular<br />
Mycorrhizal Fungus communities on<br />
Enset (Ensete ventricosum) in Southern<br />
Ethiopia and their Potential for<br />
Sustainable Intensification of Enset<br />
Production<br />
• Prof. Karen Vancampenhout<br />
(promotor)<br />
• Prof. Olivier Honnay (co-promotor)<br />
• Prof. Rony Swennen (co-promotor)<br />
10/03/<strong>2022</strong><br />
Maria Morissa Lu<br />
CAMPUS GROEP T<br />
Improving moisture durability of flax fibre<br />
composites by using non-dry fibres<br />
• Prof. Aart Willem Van Vuure (promotor)<br />
11/03/<strong>2022</strong><br />
Jialei Wang<br />
CAMPUS GEEL<br />
A flexible SRAM based SEE Radiation<br />
Monitor<br />
• Prof. Paul Leroux (promotor)<br />
• Prof. Jeffrey Prinzie (co-promotor)<br />
• Prof. Ketil Roed (co-promotor),<br />
University of Oslo<br />
11/03/<strong>2022</strong><br />
Sanjay Gothivarekar<br />
TECHNOLOGIECAMPUS GENT<br />
Effect of forming process on fatigue<br />
fracture behaviour of high strength steel.<br />
• Prof. Albert Van Bael (promotor)<br />
• Prof. Reza Talemi (co-promotor)<br />
• Prof. Sam Coppieters (co-promotor)<br />
11/03/<strong>2022</strong><br />
Tim Thysens<br />
TECHNOLOGIECAMPUS GENT<br />
Bioproduction of Class II hydrophobines<br />
with unique biospecific functionalities<br />
using Trichoderma species<br />
• Prof. Ilse Van De Voorde (promotor)<br />
• Prof. Jan Van Impe (co-promotor)<br />
4/04/<strong>2022</strong><br />
Ihab Gamaleldin Hamed<br />
Mahmoud Hashem<br />
TECHNOLOGIECAMPUS GENT<br />
Unraveling Biofilm formation and<br />
Removal Dynamics: a Computational<br />
Approach<br />
• Prof. Jan Van Impe (promotor)<br />
11/05/<strong>2022</strong><br />
Bert Vandenberghe<br />
CAMPUS GROEP T<br />
Materiality, Making, and Empowerment:<br />
Designing Squeeze Interactions in<br />
a School for Disabled Children<br />
• Prof. Veronika Vanden Abeele<br />
(promotor)<br />
• Prof. Luc Geurts (co-promotor)<br />
• Prof. Kathrin Gerling (co-promotor)<br />
11/05/<strong>2022</strong><br />
Yiyuan Zhang<br />
CAMPUS GROEP T<br />
Daily Living Activities Recognition and<br />
Segmentation in Older Adults with<br />
Sensor Technology and Machine<br />
Learning Algorithms<br />
• Prof. Bart Vanrumste (promotor)<br />
• Prof. Sabine Verschueren<br />
(co-promotor)<br />
• Prof. Wei Chen (co-promotor),<br />
Fudan University, China<br />
16/05/<strong>2022</strong><br />
Jiaye Li<br />
TECHNOLOGIECAMPUS GENT<br />
Color matches and observer variability:<br />
extending the CIE colorimetric system<br />
• Prof. Kevin Smet (promotor)<br />
• Prof. Peter Hanselaer (co-promotor)<br />
3/06/<strong>2022</strong><br />
Rory Gibney<br />
CAMPUS DE NAYER<br />
Aerosol Jet Printing of Fibrillar Collagens<br />
for the Replication of Dense Collagenous<br />
Tissues<br />
• Prof. Eleonora Ferraris (promotor)<br />
• Prof. Jennifer Patterson (co-promotor)<br />
9/06/<strong>2022</strong><br />
Olivier Goemaere<br />
TECHNOLOGIECAMPUS GENT<br />
Revealing insights in the intrinsic<br />
characteristics of techno-functional<br />
ingredients and their application potential<br />
in heated meat products<br />
• Prof. Ilse Fraeye (promotor)<br />
24/06/<strong>2022</strong><br />
Stan Vincke<br />
TECHNOLOGIECAMPUS GENT<br />
Construction site monitoring and as-built<br />
BIM using photogrammetry<br />
• Prof. Maarten Vergauwen (promotor)<br />
42
ONDERZOEKER IN DE KIJKER<br />
DE BEGELEIDE TERUGKEER<br />
UIT DE RUIMTE<br />
Hoe breng je een satelliet heelhuids terug naar de aarde?<br />
Dit onderwerp intrigeert prof. Valentijn De Smedt op Campus<br />
Geel al geruime tijd. In Jurgen Vanhamel, assistent professor<br />
aan de Faculteit Lucht-en Ruimtevaart van TU Delft, vond hij<br />
een gedreven sparringpartner. Samen coachen en inspireren ze<br />
het Aether Student CubeSat Team dat de technologie<br />
ontwikkelt voor toekomstige terugkomsatellieten.<br />
BBij de oude Grieken was Aether,<br />
de god van de atmosfeer, de<br />
kleinzoon van de oergod Chaos,<br />
letterlijk de lege ruimte. De zes studenten<br />
van het Aether Team zou je de<br />
‘kleinzonen’ kunnen noemen van het<br />
teamproject dat prof. De Smedt in 20<strong>19</strong><br />
indiende bij het postgraduaat Tech<br />
Innovations in Ventures & Teams. “In het<br />
eerste jaar geraakten de vacatures maar<br />
niet ingevuld. Pas in 2020-2021 meldden<br />
zich de drie eerste kandidaten aan”, vertelt<br />
prof. De Smedt. “Zij waren de zonen die<br />
het pad effenden voor de kleinzonen die<br />
momenteel op Campus Groep T in<br />
Leuven aan de slag zijn”.<br />
Stralingsresistent<br />
Prof. de Smedt is verbonden aan de<br />
onderzoeksgroep Advanced Integrated<br />
Sensing (Advise) op Campus Geel. Daar<br />
wordt onderzocht hoe microchips resistent<br />
gemaakt kunnen worden voor ioniserende<br />
straling uit de ruimte. “In de bovenste laag<br />
van de atmosfeer worden de deeltjes door<br />
protonen, UV- en röntgenstraling van de<br />
zon geïoniseerd”, legt prof. De Smedt uit.<br />
“Die straling kan satellietcommunicatie<br />
en navigatiesystemen in de war sturen.<br />
Vandaar het belang om geïntegreerde<br />
circuits te bouwen die daartegen bestand<br />
zijn”.<br />
Prof. De Smedt ontwierp eerder al<br />
stralings resistente chips voor de Europese<br />
ruimtevaartorganisatie ESA. Zo geraakte<br />
hij gefascineerd door cubesats, dat zijn<br />
miniatuursatellieten die in groten getale<br />
meegestuurd worden met draagraketten<br />
voor snelle en precieze opdrachten in<br />
de ruimte.<br />
Het gastdocentschap dat Jurgen Vanhamel<br />
dit academiejaar in Geel opnam, gecom -<br />
bineerd met zijn onderzoekswerk in<br />
Delft, betekende een flinke opsteker voor<br />
prof. De Smedt en het kersverse Aether<br />
Team. Als voormalig systeemingenieur<br />
en programme manager bij het Koninklijk<br />
Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie<br />
(BIRA) werkte prof. Vanhamel o.a. mee<br />
aan het Altius project, d.i. een ESAsatelliet<br />
missie die vanaf 2025 de evolutie<br />
van broeikasgassen en ozon in de<br />
bovenste lagen van de atmosfeer opvolgt.<br />
“De ozonlaag beschermt het leven op<br />
aarde tegen schadelijke UV stralen maar<br />
tegelijk is het ook een broeikasgas dat<br />
de klimaatopwarming in de hand werkt.<br />
Het gaat om een delicaat<br />
evenwicht dat een per ma -<br />
nente monitoring vereist”,<br />
aldus prof. Vanhamel.<br />
Primeur<br />
Hoe vertrouwd beide<br />
coaches ook mogen zijn<br />
met satellieten en ruimte -<br />
vaart, in het Aether-project<br />
wagen ze zich samen met<br />
de teamleden op onbekend<br />
terrein. “Tot op heden is er<br />
nog geen satelliet terug -<br />
gehaald naar de aarde,<br />
ook geen kleine cubesat”,<br />
vervolgt prof. De Smedt.<br />
“Satellieten die fin de carrière zijn, laat men<br />
opbranden in de dampkring. Ze laten<br />
terugkeren opent nochtans tal van per -<br />
spectieven. Tijdens hun terugreis zouden<br />
ze bijvoorbeeld nuttige metingen kunnen<br />
verrichten. Bovendien kunnen ze dan<br />
hergebruikt worden wat de circulaire<br />
ruimtevaart een stap dichterbij zou<br />
brengen”.<br />
“Dit alles neemt niet weg dat de<br />
uitdagingen enorm zijn”, meent prof.<br />
Vanhamel. “De ontwikkeling van het<br />
hitteschild alleen al is een teamproject op<br />
zich. En dan hebben we het nog niet<br />
gehad over het navigatiesysteem dat<br />
nodig is om het tuig op een veilige en<br />
gemakkelijk bereikbare plaats te laten<br />
landen. Hoed af voor de leden van Aether<br />
die zich inzetten voor een onderneming<br />
waarvan wellicht pas hun ‘kleinzonen en<br />
-dochters’ in het project de voltooiing<br />
zullen zien. Als de vergelijking met de<br />
antieken blijft opgaan, wordt Aether dan<br />
bevolkt door titanen en giganten.”<br />
Yves Persoons<br />
Prof. Jurgen Vanhamel en prof. Valentijn De Smedt<br />
© Joren De Weerdt<br />
CONNECTING<br />
43
WETENSCHAPSCOMMUNICATIE<br />
17 DE SOLAR OLYMPIADE<br />
VOOR STEM EN KLIMAAT<br />
Jongeren warm maken voor hernieuwbare energie én voor<br />
de ingenieursstudie. Weinigen kunnen en doen het beter<br />
dan het Agoria Solar Team. De jongste editie van de Solar<br />
Olympiade op 4 mei in Technopolis was opnieuw een<br />
voltreffer. Ruim 150 scholieren uit heel Vlaanderen pakten uit<br />
met hoogstandjes van creativiteit en technisch kunnen.<br />
Een gadget of een challenger? Dat<br />
was de keuze die de deelnemers<br />
aan de Solar Olympiade moeten<br />
maken. In het eerste geval betreft het de<br />
ontwikkeling en bouw van een origineel<br />
voorwerp, toestel of spel dat werkt op<br />
zonne-energie. Bij de ‘challenger’ is sprake<br />
van de bouw van een mini-zonnewagen.<br />
44
“Alle leerlingen tussen 12 en 18 jaar<br />
kunnen een team vormen en meedoen”,<br />
legt Emma Stalmans, PR-verant woor de lijke<br />
van het Agoria Solar Team uit. “Elk team<br />
bestaat uit twee tot zes leerlingen en heeft<br />
een leraar-begeleider. De wedstrijd begint<br />
met de samenstelling van een dossier<br />
met een gedetailleerde beschrijving van<br />
het concept.”<br />
“Daaruit selecteren we de dertig beste.<br />
Deze teams ontvangen van ons een<br />
zonne paneel, een batterij en een budget<br />
van 100 euro om hun gadget of auto<br />
te bouwen”.<br />
Prijzen<br />
“De 35 teams die het op 4 mei tegen elkaar<br />
opnamen bij Technopolis in Mechelen<br />
waren geselecteerd uit 85 inzendingen”,<br />
vervolgt Emma. “Ze werden acht maanden<br />
lang gecoacht door een lid van het Solar<br />
Team. In februari organiseerden we voor<br />
de finalisten een bootcamp om hun onder -<br />
nemersvaardigheden bij te brengen en te<br />
leren hoe je een overtuigende pitch maakt”.<br />
Op de finaledag namen de mini-zonne -<br />
wagens het tegen elkaar op. Er waren<br />
prijzen te winnen voor snelheid, creativiteit,<br />
inventiviteit en de kwaliteit van de pitch.<br />
De teams met een gadget moesten de<br />
jury overtuigen van de originaliteit, innovatie<br />
en relevantie van hun product. We waren<br />
onder de indruk van de prestaties en de<br />
vindingrijkheid die we te zien kregen”,<br />
vertelt Emma. “Zo was er een team dat<br />
een ‘slimme’ afvalbak had gemaakt die<br />
de gebruikers aanmoedigt om goed te<br />
sorteren. Een ander team had een<br />
apparaatje bedacht waarmee fietsers<br />
kunnen aangeven dat ze willen afslaan.<br />
Het zijn maar een paar voorbeelden die<br />
illustreren hoe de deelnemers op zoek zijn<br />
gegaan naar nuttige toepassingen”.<br />
Voorafspiegeling<br />
Prof. Bert Lauwers, decaan van de Faculteit<br />
Industriële Ingenieurs weten schappen,<br />
opende de finaledag. In zijn toespraak<br />
noemde hij de Solar Olympiade een<br />
voorafspiegeling van de ingenieurs opleiding.<br />
“Samenwerken aan technologische<br />
oplossingen voor een duurzame wereld.<br />
Dat is precies wat wij onze studenten<br />
leren.”<br />
“Jongeren laten proeven van het<br />
ingenieursberoep is wellicht de grootste<br />
verdienste van de Solar Olympiade.<br />
Dat hernieuwbare energie hierbij centraal<br />
staat, maakt de competitie nog relevanter.<br />
In deze olympiade wordt niet gestreden<br />
om medailles. Hier wordt ingezet op de<br />
toekomst van deze planeet”.<br />
De decaan was eveneens onder de indruk<br />
van het aantal meisjes in de teams. Hij ver -<br />
wees hierbij naar het aanslepend tekort<br />
aan ingenieurs en technisch geschoolden<br />
op de arbeidsmarkt. “Zonder de inzet<br />
van vrouwelijk talent raken de vacatures<br />
nooit opgevuld. We rekenen erop dat de<br />
meisjes tijdens deze olympiade de smaak<br />
voor wetenschap en technologie te<br />
pakken hebben gekregen en deze smaak<br />
hen nooit meer loslaat”. Later op de dag<br />
zou de meidengroep ‘Peach Cart Squad’<br />
van GO!Atheneum Tienen de Challenger<br />
Competition winnen.<br />
Een andere troef van de zonne-olympiade<br />
is volgens prof. Lauwers de regionale<br />
spreiding van de deelnemers. “Het Solar<br />
Team mag dan wel uit Leuvense studenten<br />
bestaan, deze olympiade is geen lokaal<br />
onderonsje. Integendeel, twee derde van<br />
de teams komt van buiten de provincie<br />
Vlaams-Brabant. Dit komt een multi -<br />
campus faculteit als de onze goed uit.<br />
Wie van de olympiërs later voor ingenieur<br />
wil studeren, kan dat vlakbij huis”.<br />
Voor de decaan staat het als een paal<br />
boven water: “De echte winnaars van de<br />
Solar Olympiade zijn zij die gewonnen<br />
zijn voor een STEM-studie of een STEMberoep”.<br />
Yves Persoons<br />
www.solarteam.be<br />
CONNECTING<br />
45
FACULTY WORLDWIDE<br />
SUSTAINABLE ENERGY<br />
IN AN INTERNET-OF-THINGS<br />
WORLD<br />
The future will be digital and sustainable. And tomorrow’s sustainable society will be shaped<br />
with the help of Internet -of- Things. This message has been picked up on Ghent Technology<br />
Campus: from 14 to 18 March, an intensive programme has been organized on this theme.<br />
About 50 engineering students from 7 different countries have been working on new insights<br />
and technologies that will turn our energy supply, energy distribution and energy use more<br />
sustainable for the next generations.<br />
Prof. Liesbet Van der Perre and Simon Ravyts, the organisers<br />
of this course (with EU funding as a Blended Intensive<br />
Programme) are looking back on a successful edition.<br />
Their research groups Dramco and Electra saw an opportunity<br />
to engage in this adventure together.<br />
“The multi-disciplinarity of the course turned out to be a major<br />
added value”, explains Prof. Van der Perre.” It has brought our<br />
two research teams on renewable energy and IoT closer together,<br />
which we believe will result in increased future collaboration.”<br />
The course’s focus is on the concept of ‘SUSTOPIA’: a society<br />
where living, working, transport and leisure are organized in the<br />
most sustainable way. Energy generation, storage, distribution,<br />
and usage all get ample attention, together with the societal impact<br />
for transport, urban planning, work organization and other domains.<br />
Project based<br />
International experts from the universities of Lund, La Rochelle,<br />
Porto, and Anhalt as well as industry experts contributed to<br />
the intensive course. Students were divided into teams after<br />
registration and were given the assignment of developing<br />
concrete cases in international teams under the supervision of<br />
academic coaches. “The project-based learning approach in<br />
teams created a special learning experience for the participating<br />
students”, says Simon. The classical teaching system is replaced<br />
with a more active format where student learn to work with real<br />
life challenges and with the unpredictability of problems and the<br />
variables and incomplete information which are inherent to<br />
complex issues such as energy sustainability.”<br />
This one-week international course is not only innovative by<br />
its integrated and multidisciplinary approach ‘under way to a<br />
SUSTOPIA society’, but also the format is using a combination<br />
of transnational online collaboration and physical mobility.<br />
This blended type of education is a new format of international<br />
education, combining the best elements of physical mobility<br />
(the international and intercultural immersion) and the online<br />
component (digital learning and education).<br />
Network<br />
The SUSTOPIA course is part of a larger scheme of seven<br />
intensive courses that have been set up by the partner universities<br />
of the EUCLIDES network, the EUCLIDES INTERNATIONAL<br />
WEEKS. The Faculty of Engineering Technology, as a founding<br />
member of EUCLIDES network, is participating actively in six of<br />
the seven projects.<br />
Students and staff participating in these courses have been<br />
working online in teams for a month, co-creating on specific<br />
projects. The intensive week in Ghent is the physical moment<br />
where teams of students and staff meet.<br />
The Faculty of Engineering Technology has made a strategic<br />
choice involving this blended mobility. “This format can function<br />
as complementary to the traditional student exchanges”,<br />
says Prof. Van der Perre. “This type of collaboration allows<br />
students and staff who – for whichever reason – are not able to<br />
participate in longer mobility periods, to join in meaningful<br />
international activities.”<br />
Both Prof. Van der Perre and Simon Ravyts are eager to go and<br />
teach in other EUCLIDES network intensive programmes in<br />
future editions.<br />
Hilde Lauwereys<br />
www.kuleuven.be/campussen/technologiecampus-gent<br />
46
Prof. Liesbet Van der Perre<br />
and Simon Ravyts<br />
© Tine Desodt<br />
CONNECTING<br />
47
ALUMNUS IN DE KIJKER<br />
DE MAGIE<br />
VAN MAGALI<br />
‘From impossible to impact’ is haar devies.<br />
Duurzame veranderingen op gang brengen haar missie.<br />
Systemisch denken haar aanpak. Wie is deze ingenieurondernemer<br />
die tot de essentie weet door te dringen<br />
zonder het hele plaatje uit het oog te verliezen?<br />
Een portret van ‘big picture thinker’ Magali Minet.<br />
Sociale ondernemer, systemic coach,<br />
improvisatie-actrice, muzikante, …<br />
Magali Minet is niet voor één gat te<br />
vangen. Zichzelf en haar bedrijf noemt ze<br />
‘Mind Innovators’. Daarbij worden inge -<br />
nieurs expertise, psychologische dynamieken<br />
en servicedesign geïntegreerd ingezet<br />
om duurzame veranderingsprocessen te<br />
initiëren en in goede banen te leiden.<br />
De essentie van haar overtuiging sluit aan<br />
bij wat Confucius ooit zei: ‘Elke reis begint<br />
met een eerste stap’. Die eerste stap<br />
ligt bij jezelf om vervolgens gradueel te<br />
expanderen naar je omgeving, je organisatie<br />
en de samenleving. “Verandering start<br />
bij het besef zelf deel te zijn van de<br />
beweging. Het gaat erom te identificeren<br />
waar jij als entiteit een versterkende rol<br />
kan spelen in de algehele schakel,<br />
inherent deel van een geolied geheel.<br />
Dat geldt zowel op individueel vlak maar<br />
evengoed in organisaties”, aldus Magali.<br />
Wereldverbeteraar<br />
Magali studeerde in 2013 af op Campus<br />
Groep T als ingenieur Biochemie, optie<br />
Medical Bio-Engineering met een wel -<br />
verdiende ‘magna cum laude’. Haar hele<br />
schoolcarrière worstelde ze met de<br />
schijnbare dichotomie tussen ‘exacte’ en<br />
‘humane’ wetenschappen. “Je was ofwel<br />
goed in wiskunde ofwel sterk in talen”.<br />
Voortdurend moesten er keuzes gemaakt<br />
worden. “Ik werd laaiend enthousiast van<br />
Latijn, filosofie en poëzie, maar evengoed<br />
van exacte wetenschappen of wiskunde.<br />
Dat paste niet in het schoolse hokjes -<br />
systeem waar ik deel van uitmaakte”.<br />
Na de middelbare school wacht Magali<br />
een nieuw dilemma: psychologie studeren<br />
of ingenieur? Een moeizaam bevochten<br />
compromis leidde tot industrieel ingenieur<br />
en daarbinnen de richting Biochemie.<br />
Voor haar de link tussen wetenschap en<br />
leven, in de brede zin van het woord.<br />
Het postgraduaat ‘Biomedische Ingenieurs -<br />
technieken’ dat Magali volgde na haar<br />
master lag in dezelfde lijn: hoe nog meer<br />
de vertaalslag kunnen belichamen tussen<br />
technologie en mens?<br />
Uit haar studententijd herinnert Magali<br />
zich nog levendig het gastcollege van<br />
klimaatambassadeur Serge de Gheldere.<br />
“Hij poneerde de stelling ‘Wie zit er hier<br />
om de wereld te verbeteren?’. Geschuifel,<br />
gemompel en gelach. Mijn hand ging vlot<br />
de lucht in. Als ingenieur gebruik je<br />
wetenschappelijke en wiskundige kennis<br />
om uitdagingen in de eigen leefwereld te<br />
identificeren en ze om te buigen naar<br />
kansen en oplossingen. Dit binnen een<br />
groter speelveld, zoals de samenleving.<br />
Dat betekent dat wij de uitdagingen eerst<br />
moeten zien en erkennen om ze<br />
vervolgens werkbaar te maken voor de<br />
doeners. Als ingenieurs wegkijken van de<br />
grote wereldproblemen, missen we een<br />
essentiële schakel in het vinden van<br />
oplossingen”.<br />
Magali Minet<br />
© Julie Feyaerts<br />
Clinical engineer<br />
Magali’s professionele leven begint bij<br />
Materialise in Leuven, de pionier in<br />
3D-printing en na 30 jaar nog altijd bij<br />
de wereldtop. De missie van het bedrijf<br />
‘innovation for a better and healthier<br />
world’ is haar op het lijf geschreven.<br />
Ze start als corporate quality engineer en<br />
is na een jaar actief als clinical engineer.<br />
Ze ontwerpt onder andere anatomische<br />
hartmodellen voor de cardiologische<br />
wereld top en plant daarnaast ook virtuele<br />
schedel- en gelaatsoperaties met chirurgen.<br />
In 20<strong>19</strong> lanceert ze als technisch consultant<br />
mee de nieuwe cardiovasculaire planner<br />
van Materialise. Alles wijst erop dat de<br />
veelbelovende biochemie-ingenieur een<br />
glansrijk parcours loopt in een topbedrijf.<br />
48
In maart 2020 neemt de successtory<br />
echter een plotse wending. Magali verlaat<br />
Materialise. Ze verdiept zich in systemic<br />
coaching en beslist om als sociaal<br />
ondernemer een diepere integratie van<br />
mens en technologie te kunnen bewerk -<br />
stelligen. In januari <strong>2022</strong> wordt haar bedrijf<br />
MINET - Mind Innovators boven de<br />
doopvont gehouden.<br />
Diepere zelf<br />
Vanwaar die ogenschijnlijk plotse omme -<br />
zwaai? Het is Magali die de schijnbare<br />
tegenstelling in zichzelf omarmt en<br />
herontdekt. De Magali die daardoor de<br />
wereld niet langer ziet in termen van<br />
dichotomieën en niet langer aanvaardt te<br />
moeten kiezen tussen ofwel dit of dat.<br />
De Magali die én ingenieur én coach én<br />
ondernemer én performer is en zich met<br />
die bundeling van talenten en competenties<br />
wil inzetten voor anderen.<br />
‘Ik kies er elke dag voor om op zoek te<br />
gaan naar welke versie van mezelf ik écht<br />
wil zijn’. Het resultaat van een jarenlange,<br />
diepe exploratie van en naar het diepere<br />
zelf. Een proces waarbinnen ratio, emoties<br />
en schijnbaar gescheiden identiteiten<br />
mogen versmelten tot een nieuwe, betere<br />
en zelfs beste versie van dat Zelf. “Ik heb<br />
in mijn leven al veel tranen gelaten. Ik ben<br />
er niet van gestorven. Ze hebben mij alleen<br />
maar dichter bij mijn kern gebracht”.<br />
‘De kern van alle dingen is eindeloos’,<br />
schreef Felix Timmermans. Die kern blijkt<br />
een universum op zich te zijn. Vol mogelijk -<br />
heden, ontdekkingen en vooral barstensvol<br />
mentale energie voor persoonlijke groei.<br />
MINET<br />
Dit brengt ons naadloos bij de missie<br />
van Magali’s onderneming: ‘At MINET<br />
I empower people and organisations to<br />
act on societal change. I co-create fertile<br />
soils for change by strongly focusing<br />
on innate talents of the individual,<br />
the characteristics of the system they are<br />
part of and the unique points of contact<br />
between the two’.<br />
Deze missie laat zich niet vatten in vakjes<br />
als ingenieurswetenschap of naïeve geiten -<br />
wollensokkenretoriek. MINET’s missie heeft<br />
toverkracht. Het is de magie van Magali.<br />
Yves Persoons<br />
www.magaliminet.be<br />
CONNECTING<br />
49
ALUMNUS IN DE KIJKER<br />
TUNNELBOUWER MET HELICOPTER -<br />
VIEW WINT AIKUL AWARD<br />
“De carrière van Robert Willems is een voorbeeld voor jonge ingenieurs vanwege<br />
het stelselmatig zoeken naar nieuwe professionele uitdagingen in een internationale context”,<br />
aldus prof. Johan Baeten, campusvoorzitter van Campus Diepenbeek, in zijn laudatio tijdens<br />
de uitreiking van de jaarlijkse Awards door Alumni Ingenieurs KU Leuven op 31 mei <strong>2022</strong>.<br />
Een portret van de gelauwerde Limburger.<br />
AIKUL is de overkoepelende vereniging van de<br />
afgestudeerde burgerlijk en industrieel ingenieurs van de<br />
KU Leuven. Dus ook van de vele duizenden ingenieurs<br />
die afzwaaiden vóór in 2013 de opleiding deel ging uitmaken van<br />
de universiteit en een eigen Faculteit Industriële Ingenieurs -<br />
wetenschappen vormde. Robert Willems behoort tot dit groot<br />
legioen van zg. ‘pre-integratie ingenieurs’. Dat hij de Award van<br />
de alumnivereniging wint, bewijst dat de verdiensten van de ‘oude<br />
garde’ van tel zijn en blijven en niet overschaduwd worden door<br />
hun universitaire opvolgers. De prestigieuze AIKUL-Awards gaan<br />
naar een burgerlijk en een industrieel ingenieur die zich hebben<br />
onderscheiden – nationaal en internationaal – in het bedrijfsleven<br />
en de samenleving en daarom als rolmodel kunnen dienen voor<br />
de huidige en de toekomstige ingenieurs.<br />
Commercieel<br />
Robert studeerde in <strong>19</strong>88 af als industrieel ingenieur Elektro -<br />
mechanica aan de toenmalige Katholieke Hogeschool Limburg<br />
(KHLim), nu Campus Diepenbeek. Na de toen nog verplichte<br />
legerdienst en twee jaar warmlopen in een commerciële functie<br />
vindt Robert de job van zijn leven in de sector van de tunnel -<br />
boringen. Bij K-Boringen in Hasselt wordt hij projectmanager,<br />
verantwoordelijk voor de planning, organisatie en de opvolging<br />
van boorprojecten en de contacten met klanten en leveranciers.<br />
Zijn actieradius beperkt zich evenwel niet tot België maar omvat<br />
ook grote delen van Midden en Oost-Europa.<br />
In Duitsland blijft Roberts organisatie- en commercieel talent alvast<br />
niet onopgemerkt. In <strong>19</strong>97 gaat hij aan de slag bij Herrenknecht AG<br />
in Schwanau (Baden-Wütttemberg), een belangrijke producent<br />
van tunnelboormachines in diverse formaten (van 0,1 tot 15,5 m<br />
diameter). Robert wordt sales engineer in de business unit Utility<br />
Tunnelling en begint aan een internationale carrière die zich<br />
geografisch almaar verder uitbreidt. Van China en Taiwan,<br />
over het Midden-Oosten en Noord-Afrika tot Noord, Centraal en<br />
Zuid-Amerika. In vijf jaar tijd realiseert hij meer dan honderd<br />
boorprojecten en drijft met marktaandeel van Herrenknecht op<br />
met 90%.<br />
Ondernemer<br />
Met de promotie tot Global Sales & Marketing Director van zijn<br />
business unit zet Robert de kroon op zijn werk bij Herrenknecht.<br />
Hij wordt verantwoordelijk voor de wereldwijde strategie,<br />
inclusief de productontwikkeling en de aansturing van de<br />
dochter maatschappijen en filialen. Met een sales team van dertig<br />
medewerkers weet hij in drie jaar de omzet van het bedrijf<br />
te verdrievoudigen.<br />
In 2008 keert Robert terug naar zijn roots in Hasselt en richt<br />
Down2earth op, een bedrijf dat tweedehands boormachines<br />
opkoopt, reviseert en opnieuw op de markt brengt, een voorbeeld<br />
van circulaire economie avant la lettre. Zijn grote expertise in de<br />
sector stelt hem bovendien in staat om constructiebedrijven,<br />
machinebouwers en overheden professioneel te adviseren bij<br />
tunnelwerken allerhande. Op korte tijd wordt Down2earth een<br />
begrip in het marktsegment van de tunnelboormachines met<br />
een diameter tot 4,5 m. Ook wanner hij in 2018 de dagelijkse<br />
leiding van het bedrijf uit handen geeft, blijft Robert via zijn bvba<br />
Donum Vita actief als consultant in de tunnelbouw en de<br />
internationale handel.<br />
Business Angel<br />
Hoe down to earth Roberts werkveld letterlijk ook mag zijn,<br />
dat belet hem niet om zich te profileren als een bevlogen en<br />
geëngageerde ondernemer. Al meer dan tien jaar is hij bedrijvig<br />
als Business Angel in het gelijknamige netwerk dat investeert in<br />
jong ondernemerstalent. Business Angels hebben zelf een<br />
succesvolle carrière uitgebouwd en kunnen bogen op een stevige<br />
ervaring als investeerder met een fijne neus voor business<br />
opportuniteiten. Ze bieden aan de jonge generatie de kans om<br />
hun zaak met vers kapitaal en ‘wise deals’ op een hoger niveau<br />
te tillen.<br />
Tunnelboring hoeft niet per se tot een tunnelvisie te leiden, zoveel<br />
is duidelijk. Bij Robert is veeleer sprake van een helikopterview.<br />
Hij overschouwt een rijk gevulde en gevarieerde carrière waarin<br />
hij zich nationaal en internationaal weet te onderscheiden.<br />
Ingenieurstalent gekoppeld aan ondernemingszin en engagement<br />
maken hem tot een rolmodel en ambassadeur en bijgevolg de<br />
rechtmatige winnaar van de Alumni Ingenieurs KU Leuven<br />
Award <strong>2022</strong>.<br />
Yves Persoons<br />
50
Prof. Bert Lauwers, decaan;<br />
Robert Willems en prof. Johan Baeten,<br />
campusvoorzitter<br />
© Filip Van Loock<br />
CONNECTING<br />
51
NIEUW (voor professionals en pas afgestudeerden)<br />
• Advanced Master Artificial Intelligence in Business<br />
and Industry (Campus Brugge)<br />
• Postgraduate Certificate Artificial Intelligence<br />
in Business and Industry (Campus Kulak Kortrijk)<br />
Ontdek ook de andere postgraduaten van het Postuniversitair Centrum KU Leuven:<br />
• Big Data and Analytics in Business and Management<br />
• Coöperatief Ondernemen en Management<br />
• Financiewezen – Corporate Finance<br />
• Mens- en Milieuvriendelijk Bouwen en Wonen<br />
• Ondernemerschap en Innovatie<br />
• Smart Logistics<br />
• Smart Operations & Maintenance in Industry<br />
• Vastgoedkunde<br />
Meer opleidingen op puc.kuleuven.be