West-Vlaamse Milieufederatie Tijdschrift I Winter 2022-2023
MAP7: landbouw- en milieuorganisaties bereiken princiepsakkoord I Kustvisie 2100 mist ambitie om door te pakken op natuurlijke kustbescherming I Milieugebruiksruimte aan zet in Omgevingswet I Dieter Vanparys LOGO Brugge - Oostende I John van Schaick I Procoro/Boer zoekt natuur/ PFAS Kustgebieden en veel meer
MAP7: landbouw- en milieuorganisaties bereiken princiepsakkoord I Kustvisie 2100 mist ambitie om door te pakken op natuurlijke kustbescherming I Milieugebruiksruimte aan zet in Omgevingswet I Dieter Vanparys LOGO Brugge - Oostende I John van Schaick I Procoro/Boer zoekt natuur/ PFAS Kustgebieden en veel meer
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
WEST-VLAAMSE
MILIEUFEDERATIE
Nr. 4 – Jaargang 17 | Driemaandelijks tijdschrift | Dec 2022 - jan - feb 2023
Afgiftekantoor Kortrijk Mail | Erkenningsnummer P926193
7 FOCUS BELEID
ProCoRo | Westtoer |
MiNaraad |
8 OVER DE
SCHREVE
Kris en Ginny Heirbaut
pionieren met een microalgenfarm
op grassappen
in Temse
13 FOCUS THEMA
MAP7:
boeren en natuur in het
nauw door uitgesteld en
uitgehold milieubeleid
17 PERSPECTIEF
Verantwoordelijke uitgever: Kristina Naeyaert | Normandiëstraat 178 | Wevelgem
Zeeparkduinen,
beschermen of niet?
18 HET VERHAAL
VAN DE DOENER
Piet Hardeman, gedreven
beschermer van trage
wegen en natuur in het
Heuvelland
3 FOCUS THEMA
Lokaal klimaatbeleid, wat
er echt toe doet!
INTRO
Kristina Naeyaert
FOCUS THEMA
Lokaal klimaatbeleid,
wat er echt toe doet!
2
INTRO
De actualiteit toont het belang van een sterke
beleidswerking voor de milieubeweging. Een
paar voorbeelden van dossiers waar West-
Vlaamse Milieufederatie bij betrokken is.
De stikstof- en mestproblematiek vraagt een
grondige hertekening van het landbouwlandschap.
Met de WMF nemen we actief deel aan
rechtstreekse discussies met de landbouworganisaties
en de ganse para-agrarische sector.
We streven ernaar om via consensus met
de landbouw te komen tot gedragen en noodzakelijke
beleidsaanbevelingen om Vlaanderen
eindelijk in lijn te krijgen met de Europese
voorschriften.
En ook bij de opmaak van de “ Conceptnota
Beleidsvisie Ruimte West-Vlaanderen” roeren
we ons, en proberen we de provinciale
overheid bij de les te houden. Betonstop en
behoud van open ruimte, de verdere aanduiding
van de bijkomende natuurgebieden
in het kader van het Vlaams Ecologisch
Netwerk (VEN), de invulling van bijkomende
beschermingszones voor ons water in het
kader van de Kaderrichtlijn Water, zijn onze
insteek en zorg.
En uiteraard willen we ook dat men bij deze
beleidsvisie vertrekt van de juiste uitgangspunten
in het kader van de klimaatwijziging.
In deze Conceptnota gaat men uit van een
zeespiegelstijging van 1,2m tegen 2100,
terwijl in de Kustvisie opgesteld door de
Vlaamse Milieu Maatschappij men spreekt
over een waarschijnlijke stijging tot 3 meter!
Een wereld van verschil als men nadenkt
over de inrichting van de kustzone. We
moeten alert zijn voor een “kop in het zand”
benadering die op termijn alle bewoners
zuur zal opbreken.
Kristina Naeyaert,
Voorzitter West-Vlaamse Milieufederatie vzw
Voorzitter Natuur.koepel Zuid-West-Vlaanderen
“We streven ernaar
om via consensus
met de landbouw te
komen tot gedragen
en noodzakelijke
beleidsaanbevelingen
om Vlaanderen
eindelijk in lijn te krijgen
met de Europese
voorschriften.”
Nu de lokale klimaatplannen i.h.k.v. de Burgemeestersconvenanten 2030 stilaan
vorm krijgen – en in sommige regio’s (Midden- en Zuid-West-Vlaanderen) al in uitvoering
zijn – zoemen we even in op de maatregelen die effectief en vernieuwend
(kunnen) zijn en breder uitgerold kunnen worden om de omslag naar klimaatneutraliteit
te bereiken. VITO analyseerde samen met KPMG de energie- en klimaatplannen
van 20 steden en gemeenten in binnen-en buitenland. We zetten even de
belangrijkste bevindingen en aanbevelingen uit dit rapport op een rijtje 1 .
Slim consolideren en versneld
implementeren van wat vandaag
haalbaar en betaalbaar is
De klimaatuitdaging voor steden en gemeenten
situeert zich vnl. op 4 grote assen: bebouwde
omgeving (zowel huishoudens als tertiaire sector),
energie, mobiliteit en bestuursorganisatie.
Voor elk van de vier grote assen worden een
aantal aanbevelingen geformuleerd die door
gemeenten – ongeacht schaalgrootte of maturiteit
– op vandaag kunnen geïmplementeerd
worden.
Omgevingsbeleid als hefboom om op
lange termijn klimaatneutrale steden en
gemeenten te realiseren
In bijna alle gemeenten vertegenwoordigt
de bebouwde omgeving het grootste
deel van de emissies. Door ruimtelijke
ordening, omgevingsbeleid en gemeentelijke
bouwreglementering meer op elkaar af te
stemmen, kunnen de soms vage uitdagingen
voor duurzaamheid en klimaat tastbaar en
operationeel worden.
Waar de gemeenten de eigen gebouwen
grondig renoveren, vormen ze een voorbeeld
voor burgers en bedrijven om hetzelfde te
doen. Als ze ook duurzame producten en
diensten aankopen, vormen gemeenten een
motor voor de eigen werking of voor lokale
inwoners. Het ‘ontzorgen’ van burgers en
bedrijven, als het gaat om grondige renovaties
energie-investeringen – dat is het in handen
nemen en samenbrengen van het hele
dossier – maakt belangrijke klimaatkeuzes bij
renovatie meer laagdrempelig. Gemeenten
kunnen voorzien in de juiste informatie,
scans aanbieden om inzicht te bieden in de
renovatienoden, helpen bij het maken van
de juiste keuzes, een lijst van aannemers
voorzien en toeleiden naar premies en
subsidies. De Energiecentrale in Gent, of het
Energiehuis in Oostende tonen met hun onestop-shop
aan hoe beschikbare middelen van
de verschillende aanbieders (van overheden
tot intercommunales) via één loket beter bij de
doelgroep geraken door er andere (al dan niet
doelgroepgerichte) stedelijke dienstverlening
of middelen aan te koppelen. Natuurlijk zouden
die middelen beter centraal aangeboden
worden, maar nu moeten we het ermee doen.
Met de ruimtelijke planning en het vergunningsbeleid
heeft de gemeente de kans om via
onder andere vergunningsaanvragen, openbare
werken of ruimtelijke uitvoeringsplannen de
langetermijndoelen inzake duurzaamheid stapsgewijs
door te voeren. Met de (her-)aanleg van
het openbaar domein kan ze gedragsverandering
bekomen maar ook met het voorzien van
laadpalen, het aanleggen van infiltratiezones en
buurtgroen tot een start om mensen uit de auto
te krijgen en naar duurzame vervoersmiddelen
te stimuleren… Aanpassen aan de klimaatverandering
(adaptatie) en minder CO 2
uitstoten
gaan perfect samen! En met een gemeentelijk
bouwreglement kan ze de klimaatambities tot op
de kavels krijgen. Op de eigen gronden kan de
gemeente duurzame, innovatieve oplossingen
als warmtenetten, energiewijken of bevoorradingssystemen
stimuleren.
3
FOCUS THEMA
Mobiliteit verduurzamen door het aantrekkelijk
maken van andere modi en
het aanpassen van gebruiksgedrag
Veel lokale besturen wijzen naar mobiliteit als
een heikel punt omdat ze daar maar beperkte
bevoegdheden over hebben. Toch hebben
gemeenten met o.m. mobiliteitsplannen, parkeerbeleid,
ondersteuning van deelmobiliteit
en het herbestemmen van het publiek domein
de instrumenten in handen om minstens op
lokaal niveau een ander verplaatsingsgedrag
te stimuleren.
Op basis van een heldere visie kunnen potentieelzones
voor hernieuwbare energie in beeld
gebracht worden. Zo kan een windplan aangeven
waar wel en geen windturbines kunnen
komen en kan met een stimulerend (eerder
dan remmend) energiebeleid een stabiel
investeringskader worden gecreëerd. Door het
omgevings- en mobiliteitsbeleid af te stemmen
via vergunningen en overheidsaanbestedingen
kan warmte maximaal verduurzaamd worden.
Ook de burgers kunnen hier een rol spelen
door energiecoöperaties en warmtecoalities op
te richten.
Gebouwde omgeving
•One-stop-shop
•Rollend fonds
•Check je huis
•Samen Klimaatactief
•ZERObutik
•Intergemeentelijk EPC
Mobiliteit
•Mobility as a Service
(MaaS)
•Deelmobiliteit
4
FOCUS THEMA
De opmaak van een mobiliteitsplan zorgt voor
een duidelijke ambitie richting een duurzame
modal shift, een optimaal gebruik van het
openbaar domein, een meer duurzame
mobiliteit en het opnieuw waarderen van
de wijken. Het consequent toepassen van
het STOP-principe (Stappen, Trappen,
Openbaar en Privaat vervoer) bij heraanleg
als bij het gebruik, zorgt niet alleen voor
meer verkeersveiligheid maar ook tot een
gezondere leefkwaliteit: autostraten worden
terug leefstraten. Er bestaan al heel wat
mobiliteitsplannen die inzetten op samenleven
en duurzame mobiliteit. Steden als Deinze,
maar ook Kortrijk tonen aan dat een nieuwe
wind mogelijk is. Voor de toelevering van
winkels, kan dan gewerkt worden met een
slimme stadsdistributie: vanuit een centraal
punt de goederen over de stad verdelen –met
een duurzaam vervoersmiddel.
Via gerichte energiemaatregelen de
vraag verminderen, het potentieel aan
hernieuwbare energie verder uitbouwen
en energie zo efficiënt mogelijk helpen
inzetten
Naast het verduurzamen van energieproductie
en het efficiënter maken van energieverbruik
voor verwarming met het oog op het reduceren
van emissies, is het duurzaam voorzien in de
warmtevraag vooral ook een maatregel die ook
de kansengroepen helpt.
Om warmtetechnieken en -dragers te optimaliseren
is de opmaak van een warmtezoneringskaart
een bruikbaar instrument. Deze kaart
geeft aan welke duurzame warmteconcepten
op verschillende plaatsen wel of niet ingezet
kunnen worden: ‘welke is de meest geschikte
warmtetechnologie per wijk?’. Met een warmtebeleidsplan
maakt het bestuur haar duurzame
ambities op dit vlak direct ook tastbaar. Door
de bouwvoorschriften in lijn te brengen met de
langetermijnambities, wijkrenovatietrajecten
op te starten, duurzame warmtetechnieken te
ondersteunen en actief op zoek te gaan naar
kansen voor collectieve warmtebronnen, maakt
ze gebruik van de sterkte van het collectieve
voor de nodige ommezwaai.
Bouwstenen om de governance
(bestuursorganisatie) te versterken
Een wervend toekomstbeeld waar de lokale
omgeving in geschetst wordt, motiveert
elk om mee te werken naar dat punt. Zo’n
langetermijnkader heeft richting en inspireert,
maar moet natuurlijk ook open blijven voor
aanpassingen onderweg, naar nieuwe
inzichten of prioriteiten. Duurzaamheid is
daarbij de leidraad, waarbij CO 2
-reductie, maar
ook de nood om ons aan te passen net als de
sociale behoeften en economische transities
worden opgenomen in het beeld.
Naast een duidelijk kader is een doelgericht
en wendbaar proces een belangrijke sleutel
om stappen vooruit te zetten. Dit kan enkel als
er vertrouwen is tussen burger, organisaties,
kennisinstellingen en overheid, wederzijds.
Binnen die omgeving kan er in een open aanpak
en samen naar oplossingen gezocht worden,
ook buiten het vertrouwde. Hoe het wordt
aangepakt, wordt samen met de partners vorm
gegeven. En initiatief van onderuit wordt actief
ondersteund en losgelaten.
Binnen de besturen moeten klimaatplannen
en de implementatie over alle diensten door
werken. Klimaatprocessen kunnen dan
ook best gelinkt worden aan de beleids- en
beheerscyclus (BBC), dat is de planningsen
begrotingscyclus die een overheid moet
opmaken voor 6 jaar, om tot een beter
begrip en afstemming tussen diensten en
bestuur te komen. Een doorvertaling van
de emissiereductiemaatregelen binnen de
financiële meerjarenbegroting kan op basis
van een jaarlijks monitoringsverslag regelmatig
worden bijgestuurd.
Om in deze lange en complexe processen
iedereen aan boord te houden is transparantie
vereist via een open aanpak gebaseerd op een
vooraf afgesproken programma. Transparantie
gaat er vooral om reliëf te brengen in welke
maatregelen en acties echt werken, dus
impact helpen realiseren en hoe deze best
te operationaliseren en organiseren. Een
klimaatraad, met experten en ambassadeurs
Energie
•Lokaal beleidskader
windturbines
•Van warmtezoneringsplan
naar warmtebeleidsplan
•Wijkenergieplan
uit verschillende maatschappelijke geledingen
en sectoren is een voorbeeld van hoe
klimaatbeleid en een meer programmatorische
aanpak met gedeelde verantwoordelijkheden
kan worden opengetrokken naar een
bredere groep actoren. In het kader van de
regiovorming is het bovendien aangewezen
de eigen plannen af te stemmen binnen een
bredere regioaanpak.
Een voorlopige balans: waar staan we
op vandaag?
Voor de klimaatuitdagingen op de genoemde
vier assen zoeken lokale besturen vaak nog
individueel naar oplossingen. Met slechts
acht jaar te gaan tot 2030 en minder dan drie
decennia tot 2050, is het belangrijk om op
de vier assen tegelijk in te zetten en moet er
gezocht worden naar synergiën en koppelkansen
tussen bevoegdheidsdomeinen om effectief
het verschil te maken.
Bij de meeste gemeenten blijft de focus vooral
liggen op haalbare acties die op korte termijn
effect hebben. Het gaat daarbij om renovatieondersteuning
of het uitvoeren van scans om
energie- en warmteverliezen te duiden, over
samenaankoopacties tot het aanmoedigen van
andere vervoersmodi… Helaas voldoen deze
korte termijnacties niet om op (middel-) lange
termijn significante reducties te realiseren.
Overheden moeten de kansen grijpen om
acties op grote schaal uit te rollen. Denk
bijvoorbeeld aan bouwblokrenovaties of het
Governance
invoeren van circulatieplannen die echt het
verschil op termijn kunnen maken.
Klimaatmaatregelen raken vaak aan organisatieculturen.
De bestaande fragmentatie van
beleidsdomeinen is daarbij vaak een struikelblok.
Grote projecten en nieuwe vormen
van samenwerken zijn nodig om de juiste en
voldoende middelen, ervaring en competenties
te kunnen inzetten. De bestaande capaciteit
is daarvoor vaak ontoereikend. En dus is de
samenwerking met andere beleidsniveaus
een minimale voorwaarde om de doelstellingen
zowel op lokaal als regionaal niveau te
realiseren.
Naast het formuleren van ambities en strategieën
zijn het vooral de implementatietrajecten
die tijd en middelen vragen. De doorvertaling
naar initiatieven in lijn met die ambities loopt in
veel gevallen heel moeizaam. Door de focus
te verleggen van planning naar implementatie
moeten personeel en middelen over de hele
organisatie van de overheid worden ingezet.
Doorbraken initiëren
•Leuven 2030
•Vorm 3010
•Klimaatraad en -regisseur
Naast haalbare en betaalbare oplossingen op
korte termijn, worden in het rapport ook doorbraken
geformuleerd om inspanningen ook op
langere termijn te verduurzamen. Om dat te
kunnen bereiken, zijn voldoende financiering,
een regelgevend en ondersteunend kader en
opbouw van de nodige kennis en capaciteit
noodzakelijk. Koppelkansen tussen beleids-
5
FOCUS THEMA
6
FOCUS THEMA
domeinen moeten maximaal gezocht worden.
Zo kunnen projecten opgeschaald en de uitwerking
van die projecten versneld worden.
Daartoe is een “missiegedreven” aanpak en
verantwoordelijkheid van het Vlaamse niveau
vereist. Met als uitsmijter, de effectieve uitvoering
van de beoogde bouwshift, maar dan op
een budgettair haalbare manier!
Neem nu al actie!
De ruimte voor de klimaataanpak moeten we
nu reserveren, maar besturen aarzelen nog
om tegen de economische belangen in harde
keuzes te maken. Momenteel werkt de West-
Vlaamse Milieufederatie hard mee om gebieden
als De Spie in Brugge – 42ha eeuwenoud
landschap met historische poldergraslanden,
een waterlandschap – en de Zeeparkduinen
– zeereepduinen die voorheen camping
werden, maar nu noodzakelijk zijn voor het
overleven van een aantal unieke soorten – te
behoeden van betonnering. De energiepremies
die uitgereikt werden, om de schok van de
verhoogde prijzen op te vangen, steunen het
gebruik van fossiele brandstof. De echte keuze
voor duurzaam vervoer, wordt tegengewerkt
door besparingen in het openbaar vervoer en
bv de aanleg van nieuwe parkings in en om
steden en gemeenten. Een écht klimaatbeleid
begint nu en neemt afscheid van de verkalkte
manier van werken om ruimte te maken voor
de toekomst.
1
VITO en KPMG, Doorlichting lokale klimaatplannen
in binnen- en buitenland, april 2022
Tekst: Rik Samyn en Bart Vanwildemeersch
ProCoRo
Het adviesorgaan ProCoRo
(Provinciale Commissie voor
Ruimtelijke Ordening) behandelde
de voorbije maanden
de herziening van de afbakeningslijn
van het kleinstedelijk
gebied Diksmuide. De startnota
van het PRUP hiervoor lag ter
advisering voor.
In dit proces werkt de Provincie
weerom via een nieuwe methodiek:
alle her in te richten en potentieel
nieuwe locaties worden van in het
begin meegenomen. Dit kan wel
enigszins verwarrend overkomen
bij de burger, vooral als het gaat
over de potentieel nieuwe locaties.
Heel wat van deze liggen buiten de
huidige afbakeningslijn. Niet alle
zullen ook uiteindelijk ontwikkeld
worden, want dan zou er wel heel
veel open ruimte aangesneden
worden. Maar het feit dat ze toch
geselecteerd zijn om in het proces
te onderzoeken, zorgt hier en daar
voor onrust.
Eén van de potentiële locaties die
in de startnota voor het publiek
ter consultatie lag is de Oostendestraat.
Een heel mooi open
landbouwgebied met historisch permanente
graslanden en slootjes.
De West-Vlaamse Milieufederatie,
Natuurpunt en de landbouworganisaties
adviseerden in de ProCoRo
eensgezind dat er aan dit gebied
niet mag geraakt worden. We gaan
dit nauwlettend blijven opvolgen.
In de locatievoorstellen zijn er ook
positieve zaken opgenomen, zoals
het signaalgebied aan de Handzamevaart,
dat men wil vrijhouden
en inrichten compatibel met het
watersysteem. West-Vlaamse Milieufederatie
en Natuurpunt wensen
bij de opmaak van het masterplan
hiervoor betrokken te worden zodat
we de concrete invulling en inrichting
mee kunnen sturen.
FOCUS BELEID
Westtoer
Samen met Natuur.koepel maakten
we een aantal afspraken met
Westtoer. Het doel: synergie tussen
toerisme, recreatie en natuur
versterken. De activiteiten van
Natuurpunt, open voor iedereen,
kunnen nu vlot naar de logies
gestuurd en aangemeld worden
op de UIT-webstek.
Westtoer wil ook inzetten op lange
wandelpaden, trails. Daar kunnen
we met Natuurpunt zeker aan meewerken.
Samenwerken om extra
kijkhutten te bouwen, daar willen
ze bij Westtoer zeker aan meewerken,
net als het samenwerken voor
meer groen rond de recreatieve
polen.
Intussen loopt er al een samenwerking
om met Obsidentify tot bij
de meters en peters van de wandelroutes
te brengen: zo brengen
ze de groene schoonheid langs de
wegen mee in kaart.
Ook wil Westtoer de kansen
verkennen van een visitor Payback-systeem,
waarbij de bezoekers
mee voor het onderhoud
en aankoop van natuur betalen.
Dat kan via de verblijfstaks, maar
ook via andere wegen, zoals een
samenwerking met de logies.
Intussen hebben we ook de contacten
uitgewisseld van de regionale
verantwoordelijken bij Natuurpunt,
maar ook bij Westtoer. Zo kunnen
de juiste personen steeds bereikt
worden. Waar we nog geen afspraken
in konden maken, is mobiliteit
en toerisme.
Er is nog geen mobiliteitsplan voor
de toeristische sector: een uitdaging
voor de toekomst! Dit is een
eerste stap. Hopelijk kunnen we
verder naar elkaar toegroeien. Uiteindelijk
kan meer toerisme leiden
tot meer natuur, zolang we samen
de druk bewaken.
MiNaraad
Het Beleidsplan Ruimte West-
Vlaanderen (BRWV) is de kans
voor de Minaraad om haar nut te
bewijzen. Hoewel we de laatste
maanden de landbouwdelegatie
wat moeten missen, heeft de
Minaraad zich ten volle gesmeten
om op elk inspraakmoment in dit
kader aanwezig te zijn.
De conceptnota van het BRWV
was tot 5 december in openbaar
onderzoek. Aan de hand van
een samenvattende nota zal
de minaraad haar reactie aan
de deputatie overmaken. Nu al
kunnen we aangeven dat we de
systemische aanpak missen in de
conceptnota. De Minaraad vraagt
dat er met een toekomstbeeld zal
worden gewerkt, zodat iedereen
beeld heeft van waar we heen
moeten (zie ook het klimaatartikel
in dit blad). Tussentijdse doelen
moeten de beloften hard maken.
Ook interessant voor de
lidverenigingen is het Regiofonds.
Aangezien de Provincie uit de
intercommunales moet stappen,
komt er geld vrij om te besteden
aan de doelen die voor beide
gunstig zijn. Een daarvan is meer
bos en natuur in de Provincie,
een binnenkopper. Bebossing is
het thema voor de WVI-regio en
voor de Leiedal-regio wordt dit
aangevuld met natte natuur. Heb
je suggesties? Wend je snel tot het
gemeentebestuur, want zij dienen
de voorstellen in!
En tenslotte: Acasus, het centrum
voor duurzaam bouwen en
verbouwen in Veurne breidt haar
werking uit naar natuurinclusief
bouwen. We hebben hierrond al
langer gesprekken, maar nu gaan
ze ervoor. Surf sowieso eens naar
de site, want als je je woning wil
verduurzamen, kan je best eens
langsgaan. Als je wil verbouwen,
vraag dan eerst een advies.
Uiteindelijk beter koop, dan een
slechte beslissing te nemen!
7
FOCUS BELEID
Tekst: Katty De Wilde
Tekst: Bart Vanwildemeersch
Tekst: Bart Vanwildemeersch
8
OVER DE SCHREVE
OVER DE SCHREVE
Kris en Ginny
Heirbaut pionieren
met een microalgenfarm
op
grassappen in
Temse
Lage kwaliteitsgras en bermmaaisel, afkomstig
van onderhoud van groenzones en randen van
landbouwvelden zijn een reststroom waarvan
grote hoeveelheden beschikbaar zijn en die niet
ingezet kunnen worden voor veevoer. Via het
project Grass2Algae zoekt men naar een manier
om deze biostroom te gebruiken voor de kweek
van micro-algen op basis van grassappen. Zo
wordt de inzet van kunstmest hiervoor vermeden.
In het Oost-Vlaamse Temse pioniert het familiebedrijf
van Kris en Ginny Heirbaut hier als eerste
in Vlaanderen mee op een micro-algenfarm.
Micro-algen zijn eencellige microscopisch kleine
plantjes, die groeien in een waterig milieu. Om
te groeien maken ze gebruik van (zon)licht en
voedingsstoffen als stikstof en fosfaat, die ze
door middel van water en CO2 om omzetten in
voornamelijk vetten en eiwitten. Hoeveel juist kan
gestuurd worden door de teeltomstandigheden.
Maar micro-algen leveren tot 5 keer meer eiwitten
per hectare dan soja en gebruikt 3 keer minder
water. Vanwege hun hoog gehalte aan vetten
en eiwitten zullen algen dan ook een belangrijke
rol spelen in de toekomstige voedselvoorziening.
Andere voordelen van micro-algen zijn dat ze
lokaal te telen zijn en de teelt weinig ruimte nodig
heeft. Het is ook een duurzame manier om een
eiwitbron voor menselijke en dierlijke consumptie
te produceren. De inhoudstoffen van de microalgen,
zoals Omega 6 en 3-vetzuren, kunnen
een bijdrage leveren voor de gezondheid.
De enige andere bron voor Omega 3-vetzuren
is vette vis, maar deze geeft aanzienlijk meer
milieudruk dan de kweek van micro-algen.
Het bedrijf van de familie Heirbaut was 3
generaties een gemengd veebedrijf. Kris
en zijn vrouw Ginny, de 4de generatie,
besloten enkel het melkvee te behouden
en het bedrijf gaandeweg te transformeren
naar een toekomstbestendig en dus agroecologisch
landbouwbedrijf. Sinds 2018 is
de boerderij volledig circulair. Zij produceren
nu zuivelproducten, maar daarnaast ook hun
eigen veevoer en chlorella uit micro-algen.
De installatie die de familie Heirbaut gebruikt
op hun algenfarm, komt uit Groot-Brittannië.
De mest van de koeien wordt vergist in een
bioreactor en de CO2 die daarbij vrijkomt wordt
afgevangen en ingezet als medium voor de
algenteelt. Wanneer de algen volgroeit zijn,
worden ze geoogst en verwerkt tot allerlei
producten, die de familie onder andere verkoopt
in hun hoevewinkel. Dit gaat van chlorella-ijs,
over chlorellapoeder om toe te voegen bij bv
smoothies of milkshakes over chlorellaspread
tot zelfs chocolade met chlorella. En dit is
maar een greep uit de vele mogelijkheden
en toepassingen van deze micro-algen. Ook
voor de pionierfamilie Heirbaut lijkt het grote
avontuur met micro-algen pas begonnen.
Tekst: Katty De Wilde
Redigatie: Kris Heirbaut
Bronnen:
www.heirbauthoeveproducten.be
Algen: zeewier en microalgen - ILVO Vlaanderen
Grass2Algae - Nutricycle
9
OVER DE SCHREVE
Micro-algen installatie © Familie Heirbaut
Kris & Ginny © Familie Heirbaut
SPROKKELS
Gewapend tegen toekomstige klimaatverandering: provincie wil
Beverhoutsveld en Romboutswervepolder “klimaatrobuurst” maken
10
11
SPROKKELS
Bron: Nieuwsblad
Bron: Krant van West-Vlaanderen
SPROKKELS
Overleg tussen boeren en
milieubeweging moet verketterd
mestactieplan redden
Bron: De Morgen
Bron: Bond Beter Leefmilieu
Bron: De Standaard
Bron: De Standaard
Bron: De Standaard
Volg ons ook op facebook:
www.facebook.com/wmfkoepel
Bron: VRT NWS
Meer lezen? https://twitter.com/WMF_Bart
WEST-VLAAMSE
NATUURSTUDIEDAG
zaterdag
4 maart 2023
FOCUS THEMA
MAP7: boeren en natuur in het
nauw door uitgesteld en uitgehold
milieubeleid
V.U. Peter Norro, Koning Leopold III-laan 41, 8200 Brugge - Foto Grauwe kiekendief © Johan Seys
12
Is natuur te
‘maken’ ?
Schrijf je in op
www.westvlaamsemilieufederatie.be/natuurstudiedag
Van 9.00u – 16.30u
op de KULAK in Kortrijk
Akker- en weidevogels | Zwinuitbreiding | 2000-Soortentuin | Steenuilen
EU Natuurherstelwet | Zoemrijk grasland | DNA | Klimaatadaptatie
Zaadbank | film ‘Onze Natuur’ (the making of)
AGENTSCHAP
NATUUR & BOS
Het is deze dagen niet echt een pretje om boer te zijn: het stikstofarrest, de crisis
in Oekraïne die zorgde voor een prijsstijging van het veevoeder en kunstmest– met
prijsknallers in de supermarkt - en nu het Mestactieplan (MAP). Jarenlang hebben
landbouwers zich, onder impuls van het Europese beleid, maar ook door de prijsdruk
van de supermarkten en de verwerkers, de wereldmarkt en adviseurs in grootschaligheid,
geoefend in het produceren van bulkproducten. Steeds minder boeren
produceren steeds efficiënter en meer. Met een mild beleid en een grote kost voor
milieu en natuur. De rekening voor dit beleid wordt nu aan de boer gepresenteerd.
Eind oktober publiceerde De Tijd het gelekte
voorstel voor MAP7 dat de Vlaamse Landsmaatschappij
(VLM) een week voordien ter
bespreking voorgelegd had aan het middenveld.
Op basis van de opmerkingen van Europa, de
recente inzichten uit de voorgaande mestactieplannen,
wetenschappelijke bronnen én het
mestbeleid in de buurlanden, kwam de VLM tot
een doortastend voorstel. De milieubeweging
was op dat moment aan het werken aan een
antwoord op de voorstellen, maar dat werk kon
direct in het archief: de voorgestelde 6 meter
teeltvrije zone langs alle waterlopen en grachten,
een generieke reductie van de bemestingsnormen
met 15 procent en – vanaf 2024 – een volledig
bemestingsverbod vanaf 1 augustus. Ook
een verbod komen op late groenten en aardappelen
(vooral voor frieten) werd opgenomen,
aangezien het bij deze teelten moeilijk is om via
vanggewassen de reststikstof uit de bodem te
halen. Planten groeien amper nog na 1 oktober
en nemen dus weinig stikstof op.
Het kalf was verdronken en het voorstel werd
door de landbouw en verwerkende industrie
ten grave gedragen. De nuances die VLM later
uitbracht, dat bv. het telen van late groenten
best nog wel kon in gebieden met een goede
waterkwaliteit en de kans om terug naar vroege
aardappelen over te gaan, werden weggehoond.
Minister Demir was voor Open VLD en CD&V
kop van jut en Vlaams Belang haalde de rode
Nederlandse boerenzakdoekjes boven als alternatief
voor het mestbeleid. Demir schoof de verantwoordelijkheid
voor een alternatief MAP door
naar het middenveld en de sectorverenigingen,
alwaar we nu mee aan tafel zitten. Onder leiding
van Bond Beter Leefmilieu, proberen we met
Natuurpunt tot een nieuw voorstel te komen, binnen
de streefdoelen van de Kaderrichtlijn Water
en de Nitraatrichtlijn: met zicht op proper en
voldoende water tegen 2027. Stevige kluif dus,
maar we gaan er – in vertrouwelijke sfeer – voor.
Pacta sunt servanda: Kaderrichtlijn
Water en Nitraatrichtlijn
De tijden zijn veranderd, sinds we in 1991 met
Europa vaststelden dat onze waterlopen stilaan
dode beerputten waren geworden en we met de
Nitraatrichtlijn paal en perk moesten stellen aan
de nitraatvervuiling van onze waterlopen. Dat
ook het lozen van huishoudelijk afvalwater – net
als de lozingen uit bedrijven – dringend moest
worden aangepakt en waterlopen terug helemaal
in gezonde toestand moesten komen na jaren
van verwaarlozen en technische ingrepen, dat
tekenden we in 2000. Volgens de Europese Kaderrichtlijn
Water (KRW) moest het watersysteem
in goede ecologische toestand zijn tegen 2015
en bij gemotiveerde uitzondering tegen 2027. We
zijn er niet, dus de einddatum werd 2027. En dan
nog: een nieuwe motivatie verlegt het einddoel
naar 2033 en later voor de meeste waterlopen in
West-Vlaanderen, dat valt te lezen in de Stroomgebiedbeheerplannen,
de operationele vertaling
van de KRW (Tijdschrift Jan - maart 2021). Onder
andere de impact van landbouwactiviteiten,
via nitraat- en fosfaatverliezen naar het grond- en
oppervlaktewater, is nog steeds te groot en verbetert
sinds 2015 niet meer. Integendeel: in 2020
stelde de Vlaamse Milieumaatschappij in een
derde van de meetpunten te veel nitraat vast.
In 2017 ging het nog om een vijfde. De KRW is
dan ook enkel haalbaar met grote inspanningen
van de hele sector. De klok tikt. En ze tikt nog
13
FOCUS THEMA
harder, nu Dryade, samen met BBL, Natuurpunt,
Greenpeace en WWF de Vlaamse Overheid gedagvaard
heeft, na een ingebrekestelling zonder
antwoord (april 2022).
Hoe zijn we zover kunnen komen?
Voor het waarom er in West-Vlaanderen zoveel
nutriënten in het water zitten, moeten we naar
verschillende oorzaken kijken. We focussen op
landbouw (MAP) en trachten je even mee te
nemen in de basismechanismen:
1. Import van stikstof
14
FOCUS THEMA
Na WOII industrialiseerde de landbouw in sneltempo.
Kunstmest – stikstof uit de lucht wordt
mest – maakte het onvruchtbare vruchtbaar.
Schaalvergroting kwam er in de akkerteelten,
maar ook in de veeteelt, waar import van soja
en granen zorgde voor enorme productieverhogingen,
maar ook voor het doorknippen van de
stikstofkringloop. Op vandaag wordt 2/3 van de
gebruikte stikstof en fosfaat ingevoerd 1 .
Of via kunstmest, of via voeders. 1/3 bestaat uit
mest van de eigen dieren, of restromen uit de
voedingsindustrie (als veevoeder). Dat schept
een enorme berg aan stikstof en fosfaten en die
zorgen voor de druk op het ecosysteem. Zowel in
de lucht (voornamelijk ammoniak voor landbouw)
als in bodem en watersysteem.
2. Top in het stapelen van dieren
Vlaanderen staat in de top 3 van de regio’s met
de meeste dieren. In 2021 telde Vlaanderen 47,4
miljoen dieren, waarvan 40 miljoen stuks pluimvee,
5,86 miljoen varkens, 1,27 miljoen runderen
en 0,21 miljoen andere dieren. Dat zijn 3.500 dieren/km².
Ardooie doet het voor West-Vlaanderen
het ‘beste’ en telt 4750 varkens, 8700 kippen en
100 runderen per km². De laatste tien jaar kwamen
er in West-Vlaanderen een 4 miljoen stuks
pluimvee bij, door de uitbreidingsmogelijkheid
mits mestverwerking (die vooral naar de groenten
Noord-Frankrijk gaat). Bij het rundvee minder
vleesvee, meer melkvee. En dit vooral na het
afschaffen van het melkquotum en de toenmalige
vraag naar melkpoeder in China. De varkensstapel
zien we, onder druk van de prijzen al even
stagneren op 3,5 miljoen stuks. De onzekerheid
door het stikstofarrest zorgt voor een algemene
adempauze.
Uitbreiding mits mestverwerking enkel
als waterkwaliteit in orde is…
of toch niet?
Het toelaten van uitbreiding mits mestverwerking,
in 2007, maakte volledig komaf met de
warme sanering van de veestapel die Vera Dua
installeerde rond het millennium. Een algemene
groei van het aantal stallen en mestverwerkers
volgde op het geloof dat met mestverwerking het
mestprobleem zou verdwijnen. Hoewel minister
Peeters in 2006 nog bezwoer geen uitbreiding
toe te laten, zonder dat de waterkwaliteit in orde
was, zwichtte hij nog geen jaar later voor de druk
van de lobby. Elk jaar wordt er 4,9 miljoen mest
verwerkt. 44% van de verwerkers lag in 2020 in
West-Vlaanderen 2 . En dan nog vooral in de varkensregio,
met een slechte waterkwaliteit. Daarenboven
kwam de sector de laatste jaren veel
in het nieuws omwille van fraude. En meestal
leidde die fraude tot mest in het water. Naast
het verwerken, is ook de uitvoer van mest big
business. Ons ‘bruine goud’ steekt vlot de grens
over naar Nederland, Frankrijk en verder. Mest is
geen grondstof meer, maar afval.
3. De grootste exportregio voor groenten
– in Europa
In 2017 kende West-Vlaanderen 49% van het
Vlaamse totaalareaal aan bewaaraardappelen
en 62% van het totaalareaal groenten in open
lucht 3 . De West-Vlaamse groenteteelt is sterk
geconcentreerd in Midden-West-Vlaanderen,
het hartland van de groentenindustrie.
Aardappelen vind je meer in de ‘potato-belt’:
van Veurne (Pepsico), over Poperinge (Aviko),
naar Heuvelland (Clarebout) tot in Doornik
(Roger&Roger). Maar ook in Harelbeke (Agristo)
en Sint-Eloois-Vijve (Vanelo), zorgen grote
bedrijven voor afzet en dus teeltmogelijkheden.
Vlaanderen is de grootste uitvoerder van
diepvriesgroenten ter wereld, met een exportwaarde
van meer dan 1,1 miljard euro en West-
Vlaanderen neemt hiervan het merendeel voor
zijn rekening.
In tegenstelling tot de berichten over
precisielandbouw, was er in 2017 slechts 24%
van de landbouwers die een GPS hadden
op hun tractor en 40% die aangaven niet in
digitalisering te willen investeren. Het zijn
ook hele investeringen voor de landbouwers,
waarvan een groot deel boven de 55 jaar is.
Maar, zelfs mét een vergaande digitalisering,
is de kans op overbemesting nog groot:
‘veiligheidsbemesting’ en bemesten vanuit
traditie wordt volgens het Mestrapport 2022
nog steeds veel toegepast, ondanks adviezen.
Dat komt ook door de druk die er komt vanuit
de contractteelt: de verwerkende sector heeft
immers de standaarden voor groenten Europees
vastgelegd (blauwe prei, grootte aardappelen,
donkerkleurige spinazie,…). Boeren die hier niet
aan kunnen voldoen, riskeren hun oogst naar de
vergister te zien gaan. Meerdere malen vertelden
boeren ons ook over de adviseurs van de
verwerkende sector, die na een droogteperiode
adviseerden om extra te bemesten: ‘Je weet
nooit dat verse regen een hernieuwde groei zou
geven en wat extra mest zou dan ook extra groei
opleveren’.
4. De omgeving in functie van de exportlandbouw
Door de enorme groei van de verwerkende
industrie – en het gunstige beleid – groeit het
areaal aan groenten en aardappelen, daar waar
eerder vooral akkergewassen of graslanden
waren. Vanuit het West-Vlaamse hart, strekt de
groenteregio zich nu verder uit tot in de polders
© Peter Hantson
en op de heuvels van het zuidwesten van de
provincie. Grotere akkers, zwaardere machines
en telen op commando van de industrie. Dit is
nefast voor de bodem en de kleine landschapselementen,
beide cruciaal in de strijd tegen erosie.
Want met de bodem, kabbelt het overschot
aan nitraten en fosfaten richting waterlopen.
Veel groenten hebben daarenboven ook
behoorlijk wat water nodig, dat er door de
klimaatverandering niet steeds is. Daarom
investeren heel wat landbouwers en de
Provincie in waterspaarbekkens. Ook het
hergebruik van water uit rioolwaterzuivering en
uit de verwerkende industrie, zorgen voor meer
zomerse zekerheid. Dit zorgt echter voor een
lock-in van de groenteteelt: hoe meer bekkens,
hoe groter de druk. En eens een bekken
aangelegd, moet het renderen. Afstappen van
de groenteteelt loont dan niet. Daarenboven
worden waterspaarbekkens wel eens
gecombineerd met diepdrainage – grondwater
optrekken net onder de zomerstand – of
bronbemaling en aantrekken van water uit de
beek. En dan komt algemene verdroging loeren.
Om het waterregime van de akkers onder controle
te houden, worden drainages aangelegd.
Op dit moment weten we niet waar er overal
liggen, aangezien er geen vergunningsplicht is.
Het drainagewater stroomt van de akkers naar
de beken, beladen met nutriënten. Voorzichtig
wordt er wel gekeken naar meer duurzame vormen
van drainage, maar het draagvlak hiervoor
is nog niet erg solide.
15
FOCUS THEMA
16
FOCUS THEMA
Evenmin solide is het draagvlak bij de landbouw
om wat meer te sturen in de teeltdruk.
Vanuit de milieudruk zou je bijvoorbeeld geen
ajuinen meer zetten op hellende percelen. Je
kan hier immers geen gras tussen zaaien, om
de erosie van de bodem tegen te houden. Ook
de gezamenlijke druk van teelten in bepaalde
regio’s zou dan onder de loep genomen kunnen
worden: bepaalde teelten hebben een
groot risico om stikstof en fosfaten in de bodem
achter te laten. Hoe meer dergelijke teelten in
één gebied, hoe meer stikstof er in dat gebied
achterblijft in het watersysteem. Sturen op
regioschaal zou hierin kunnen helpen.
En tenslotte: Hoewel West-Vlaanderen de
meeste bioboeren heeft (voor Vlaanderen), is
het aandeel van de bioboeren (4,4%) in Vlaams
– Brabant het grootste 4 . West-Vlaanderen is
de regio voor de bulkproductie en die zit op dit
moment nog niet in de bio. Nochtans zou een
groter aandeel bio goed zijn voor de drinkwaterproductie,
het bodemherstel, de toegevoegde
waarde voor de producenten, dierenwelzijn,…
maar de markt is er hier nog niet op georganiseerd.
Retail en verwerkers doen eenvoudigweg
amper moeite om bio en agroecologie te
promoten.
5. En de riolering dan?
Inderdaad, ook de riolering is een probleem om
de waterkwaliteitsnormen van de Kaderrichtlijn
Water te halen. Hier hetzelfde verhaal: steeds
minder rioleringen lozen direct in het oppervlaktewater,
maar de snelheid waarmee huizen op
rioleringen worden aangesloten neemt af 5 .
In april 2022 is 86% van de Vlaamse huishoudens
voorzien van zuivering van het rioolwater.
Midden-West-Vlaanderen en de Westhoek
staan er veel slechter voor. Heuvelland is de
gemeente met de laagste zuiveringsgraad (20-
40%), maar ook de as Zonnebeke-Staden-Kortemark-
Koekelare, Lo-Reninge en Vleteren,
Ruiselede en Anzegem zitten bij de Vlaamse
groep hekkensluiters (60-80%). Dat een groot
deel van deze gemeenten ook geplaagd wordt
door slechte waterkwaliteit voor het Mestactieplan
(MAP-meetpunten) ligt niet aan de overlapping
van beide (riolering en overschotten aan
nutriënten uit de landbouw): eventuele lozingen
uit huishoudens zijn gekend en hun invloed op
de meetpunten is verwaarloosbaar 6 .
Een systemische aanpak is absoluut nodig
In een kort artikel is het onmogelijk om meer
dan een algemene beschouwing te geven op
het mestprobleem in West-Vlaanderen en nog
minder op het probleem van de algemene
waterkwaliteit. We hebben onder andere te weinig
ruimte om in te gaan op de redenen van het
lage zelfzuiverend vermogen van onze waterlopen
en de invloed van het beleid hierop. Ook
het complexe verhaal van de klimaatverandering,
of de relatie tussen de verschillende soorten
mest (stal-, drijf-, kunstmest en compost) en
de waterkwaliteit kwamen te weinig aan bod. En
grondwaterkwaliteit en fosfaatdruk van fosfaten
kregen te weinig ruimte.
Wel hebben we hopelijk aangetoond dat het
falende mestbeleid een systemisch verhaal is:
de druk van de markt op de boer, de aanbodgedreven
bemesting die bij vele boeren nog steeds
gebeurt (vele dieren even veel mest), net als de
niet-afgestemde bemesting. Het klimaat dat ons
noopt tot het herdenken van het bemestingsbeleid
en het beleid zelf, dat geen doortastende
maatregelen durft nemen om de algemene druk
van het stapelen van teelten, die veel te hoog is,
systemisch aan te pakken.
Bij het schrijven van dit artikel, zit de West-
Vlaamse Milieufederatie met Natuurpunt en BBL
aan tafel met de landbouwsectoren en de verwerkers.
Het is de aanpak van die systemische
druk die we zullen aanbrengen, in de hoop dat
ook voor West-Vlaanderen het recht op proper
water in 2027, zoals afgesproken in de Kaderrichtlijn
Water, zal gerespecteerd worden. En
hiervoor zal iedereen in de keten een duit in de
grote zak moeten doen.
Bronnen:
1
https://omgeving.vlaanderen.be/nl/begroting-van-stikstof-fosfor-en-eiwitstromen-in-het-agrovoedingssysteem-in-vlaanderen-indicatoren
2
Mestrapport 2022
3
West-Vlaamse landbouw in cijfers, Provincie
West-Vlaanderen, Moentjens K., 2019
4
https://landbouwcijfers.vlaanderen.be/de-biolo-
gische-landbouw-2021#:~:text=In%20West%2D-
Vlaanderen%20vinden%20we,is%20in%20omschakeling%20naar%20bio
5
https://www.vmm.be/water/riolering/zuiveringsgraad
6
https://www.vmm.be/water/kwaliteit-waterlopen/
waterkwaliteit-oud/chemie/map/veelgestelde-vragen/is-er-een-invloed-van-huishoudelijk-afvalwater-op-de-meetpunten-in-oppervlaktewater
Tekst: Bart Vanwildemeersch
De grote variatie aan biotopen aan onze kust, zoals de
typische slikken en schorren, stuifduinen en duinvalleien
huisvesten unieke planten en dieren en zijn essentieel
als rustplaats voor trekkende vogels. De grote stukken
duinhabitat zijn als Natura 2000-, Habitatrichtlijn- of
Vogelrichtlijngebieden gelukkig gevrijwaard van exploitatie.
Maar deze grote stukken dreigen geïsoleerde
eilanden te worden, nu steeds meer appartementen op
de laatste vrije duinkavels worden gebouwd.
In het Zeepark, oude strandcamping in De Panne, plant
men nu vakantiehuisjes en een hotel. Nu de nieuwe
eigenaar van de Zeeparkduinen nog steeds geen
vergunning heeft, herstellen de duinen er zich. Natuurpunt
pleit ervoor om het gebied, dat is ingekleurd voor
verblijfsrecreatie, om te vormen tot natuurgebied. De
Zeeparkduinen waren niet beschermd door het Duinendecreet,
omdat er zich toen een camping op het terrein
bevond. Nu die camping is verdwenen, is de situatie
veranderd en beantwoordt dat duingebied van ruim zes
hectare wel aan de criteria voor de bescherming door
het Duinendecreet. Bovendien valt het ook onder de
Europese Habitatrichtlijn, omwille van habitattype 2120
“Witte duinen”.
Daarnaast is dit gebied van belang in de opbouw van de
duingordel ter bescherming tegen de zeespiegelstijging.
Het vormt een mooie overgang van de nabijgelegen
Houtsaegherduinen naar het Noordzeestrand. Sinds
de sluiting van de camping vinden we er typische duinplanten,
de kuifleeuwerik broedt er en de beschermde
rugstreeppad vindt er zijn thuis. Het gebied is geëvolueerd
naar een uniek gebied met stuifduinen, dat we nergens
anders aan onze kust aantreffen. Daarnaast is de
klimaatproblematiek sindsdien zo acuut geworden dat
het niet anders kan bij goed beleid, dan dat dit gebied
volop binnen de kustverdediging gebruikt wordt.
De enige optie met deze twee belangrijke factoren is dat
dit gebied volledig als natuurgebied hersteld en behouden
wordt, dus zonder enige bebouwing van welke aard
dan ook. Elke bebouwing zal immers zowel het stuifduinengebied
als de functie van kustverdediging totaal
onmogelijk maken. Tot slot houden de duinen regenwater
vast, een speerpunt in het Blue Deal Vlaggenschipproject
Duinencomplex.
PERSPECTIEF
Zeeparkduinen, beschermen of niet?
Sarah Tilkin
Beleidsmedewerker Noordzee van Natuurpunt
‘Tijd om ‘zonevreemde
duinen’ niet langer
vogelvrij te maken.’
Bram Degrieck
Burgemeester De Panne
‘Ik hoop alsnog dat de
verschillende protagonisten
elkaar alsnog
vinden en tot een compromis
komen dat binnen
de bepalingen van
het RUP valt.’
© De Panne
Het verhaal rond het terrein van de ex-camping Zeepark
is genuanceerd te brengen. Het is zo dat we
als lokaal bestuur destijds, toen de camping met de
uitbating stopte, een Ruimtelijk Uitvoeringsplan hebben
opgemaakt om te vermijden dat het terrein zou
worden volgebouwd met enkele honderden vakantiehuisjes.
De grond is immers ingekleurd als “zone
voor verblijfsrecreatie”, en dat geeft eigenaars toch
bepaalde rechten.
Vlaanderen heeft de boot gemist om, ook enkele
decennia geleden, de site aan te kopen en er natuurgebied
van te maken. Vandaar het planningsinitiatief
van de gemeente.
In het RUP werden strenge voorwaarden neergeschreven
betreffende bezetting, bouwhoogtes, functies,
toegankelijkheid ... Destijds kregen we voor dat
RUP applaus op alle banken: we vonden een mooi
evenwicht tussen economie en natuur. De bebouwing
moest geclusterd gebeuren, de bestaande duingordels
rond het gebied -waaronder de waardevolle zeereepduinen
werd uitgebreid, het aanliggende stukje natuurgebied
werd aanzienlijk uitgebreid en de site zou
publiek toegankelijk worden.
Dat de eigenaars er tot op vandaag niet in geslaagd is
om, ondanks het goeie RUP, een omgevingsvergunning
te bekomen, stoort me bijzonder. Het lijkt alsof de
Vlaamse administratie alle registers opentrekt om alsnog
te voorkomen dat er op de site ontwikkeld wordt –
men laat gewoon de procedurele klok haar werk doen
waardoor inderdaad de natuurwaarden toenemen,
althans, dat is mijn interpretatie.
Ik hoop alsnog dat de verschillende protagonisten
elkaar alsnog vinden en tot een compromis komen dat
binnen de bepalingen van het RUP valt. De tijd dat
“ecologie” en “economie” met het zwaard in de hand
lijnrecht tegenover elkaar staan, zou al lang voorbij
moeten zijn, me dunkt.
17
PERSPECTIEF
18
HET VERHAAL VAN DE DOENER
HET VERHAAL VAN DE DOENER
Piet Hardeman, gedreven beschermer
van trage wegen en natuur in het
Heuvelland
Wat drijft je inzet en hoe begon het?
Ik kreeg de liefde voor natuur mee van thuis:
een actief en betrokken gezin uit het landelijke
Westouter. Mijn lagere schooltijd was veelbepalend:
met een drietal buurjongens waren we
veel buiten. We volgden beken op zoek naar
vogelnesten in hagen en wisten zo waar slanke
sleutelbloemen bloeiden en weilanden mauve
kleurden van pinksterbloem. In het Hellegatbos
stond het vol bosanemonen en wilde hyacinten.
Op school trokken we met de klas naar buiten.
Mijn vader was burgemeester en kocht in 1953
het Kotjepiepersbos, grenzend aan het Hellegatbos,
op, wat in die tijd ongewoon was. Zo werd
het bos niet gekapt en beschermd.
Ik hield al van jongsafaan van onze ‘bergen’.
In de jaren 70 leerde ik de grande randonnée
in Wallonië kennen en was verkocht: stappen
op eigen tempo in de natuur was mijn ding.
Zo begon mijn jarenlange inzet voor zowel de
Grote Routepaden als voor de natuur: Stichting
Marguerite Yourcenar en Natuurpunt. Het West-
Vlaamse GR-wandelnet van 800 km en ca 100
ha natuurgebied, bronnen van het Heuvelland
en De Breemeersen zijn een geschenk voor de
volgende generatie. Dit najaar startte ik met de
BRamenBRigade om de buitensporige groei van
bramen door stikstof tegen te gaan: vrijwilligers
maaien bramen, waar die planten als wilde
hyacint verstikken.
Welke rol speelt de West-Vlaamse
Milieufederatie daarin?
In delicate lokale probleemsituaties kan de West-
Vlaamse Milieufederatie van op ’afstand’ reageren
en zo beter de schokken opvangen. De West-
Vlaamse Milieufederatie werkt dan ook op een
ander beleidsniveau met alle voordelen van dien.
Waar gaat het volgens jou de goede
kant op in West-Vlaanderen?
De provinciedomeinen zijn een mooi uithangbord
geworden. Daarnaast zijn er heel wat mooie
natuurgebieden van ANB en van Natuurpunt,
die kunnen rekenen op een legioen schitterende
vrijwilligers.
Waar moet in onze provincie
dringend de hand aan de ploeg?
Bedrijventerreinen nemen nog teveel ruimte in.
Onlangs was er een vraag voor 3 terreinen in
Heuvelland: 2 in Wijtschate en 1 in De Klijte.
Alle drie vormen ze een bedreiging voor de
dorpsgemeenschap. De provincie verhardt nog
steeds teveel recreatieve verbindingen, zoals het
jaagpad langs de IJzer tussen Roesbrugge en
Stavele.
Welke ‘groene’ droom hoop je ooit
verwezenlijkt te zien?
© Wim Dirckx
Ik droom nog altijd van een grensoverschrijdend
natuurgebied: een groene verbinding tussen het
natuurgebied De Broekelzen in Westouter en
het Parc Départemental Marguerite Yourcenar in
St-Jans-Cappel en Boeschepe.
Op welk plekje in de provincie kom je
tot rust?
In het natuurgebied De Sulferberg met bos en
open ruimte. Van bij de twee banken en het
steenmannetje op de Goeberg geniet ik van een
panorama 360°: heerlijk! Daar voel ik me één
met het landschap.
WEST-VLAAMSE
MILIEUFEDERATIE
De West-Vlaamse Milieufederatie vzw zet
zich in om samen met haar lid verenigingen
en doelgroepen West-Vlaanderen tot een
voorbeeldregio te maken waar een gezond
leefmilieu en eco systemen drager zijn van
een welvarende ecologisch duurzame
samenleving.
Lidverenigingen
Momenteel overkoepelt de
West-Vlaamse Milieufederatie 84
natuur- en milieuverenigingen,
die werken in West-Vlaanderen.
Voor een volledig overzicht:
www.westvlaamsemilieufederatie.be/
organisatie/wiezijnwij
Wil uw organisatie graag ook lid
worden van onze koepel?
Stuur een mail met uw kandidatuur naar
de coördinator van de West-Vlaamse
Milieufederatie: katty.de.wilde@westvlaamsemilieufederatie.be
Adviesraden & overleg
Contactpersonen
West-Vlaamse Milieufederatie
Provinciale Minaraad
Bart Vanwildemeersch
Procoro West-Vlaanderen
Katty De Wilde
Adviescomité
buitenluchtrecreatie Westtoer
Bart Vanwildemeersch
Managementcomité
plattelandsontwikkeling
Bart Vanwildemeersch
Overleg met De Vlaamse Waterweg
Kristina Naeyaert
Bekkenraad Bovenschelde
Kristina Naeyaert
Kust 2020, TOPzone Kust, taskforce
duurzame recreatieve visserij, ...
Bart Vanwildemeersch
Colofon tijdschrift
Bestuur West-Vlaamse
Milieufederatie vzw
Het tijdschrift van de West-Vlaamse Milieufederatie
verschijnt 4 keer per jaar: maart • juni • september • december
Dit tijdschrift is jaargang 17, editie december 2022 - januari - februari 2023
Verantwoordelijke uitgever
Kristina Naeyaert | Normandiëstraat 178 | Wevelgem
Eindredactie secretariaat@westvlaamsemilieufederatie.be
Aan dit tijdschrift werkten mee Kristina Naeyaert, Rik Samyn, Bart
Vanwildemeersch, Sarah Tilkin, Bram Degrieck, Kris en Ginny Heirbaut,
Piet Hardeman en Katty De Wilde
Layout Leander Depypere
Coverfoto Zeeparkduinen • Walter Wackenier
Overname van artikels en illustraties mag mits toelating van de redactie
en bronvermelding: Tijdschrift West-Vlaamse Milieufederatie vzw
Het drukken van dit tijdschrift verloopt 100% isopropylalcoholvrij met
biologische inkten en chemievrije drukvormvervaardiging op 100%
gerecycleerd papier door drukkerij Drukta
Dit tijdschrift en/of onze nieuwsbrief beleid digitaal ontvangen?
Stuur een mail naar: secretariaat@westvlaamsemilieufederatie.be
Contacteer ons
Voorzitter Kristina Naeyaert
Penningmeester Marcel Heintjens
Secretaris Martine Langen
Bestuursleden Peter Hantson, Rik
Samyn, Bertjan Olivier & John van Schaik
Secretariaat en maatschappelijke zetel West-Vlaamse Milieufederatie vzw
Beenhouwersstraat 9 | 8000 Brugge
Mail secretariaat@westvlaamsemilieufederatie.be
Website www.westvlaamsemilieufederatie.be
Facebook https://www.facebook.com/groups/westvlaamsemilieufederatie
Coördinator Katty De Wilde | 0468 09 90 95
katty.de.wilde@westvlaamsemilieufederatie.be
Beleidsmedewerker Bart Vanwildemeersch | 0468 07 17 07
bart.vanwildemeersch@westvlaamsemilieufederatie.be. @WMF_Bart
De West-Vlaamse Milieufederatie is erkend als milieuorganisatie
door de Vlaamse Overheid. De West-Vlaamse Milieufederatie wordt
ondersteund door Provincie West-Vlaanderen.
19
COLOFON
Natuur en milieu,
we gaan ervoor
Activiteiten West-Vlaamse Milieufederatie
Proper Strand Lopers zoekt i.k.v. “burgerwetenschap”voor
de 10 strandgemeentes van Knokke tot De Panne vrijwilligers
om 10 teams mee te vormen. Deze teams gaan 4x per jaar een
vastgestelde zone van 100m zeer secuur ruimen, en minutieus
registreren wat er geruimd werd.
Hoe alles praktisch in zijn werk zal gaan(timing, juiste plaats, werkwijze bij
het ruime, werkwijze bij het registreren, …) wordt met deze teams grondig
besproken en vastgelegd. Er wordt gestreefd te starten begin 2023.
Het betreft vrijwilligerswerk. Materiaal en aanmoediging krijg je, eventuele
onkosten worden vergoed. Heb je interesse, geef me dan een seintje aan
Alex Vandenbrouck, coördinator van dit project: alex@properstrandlopers.be
Alex: 0478/485030
© Walter Wackenier • Zeeparkduinen
Ook graag je activiteit
op onze cover?
secretariaat@westvlaamse
milieufederatie.be
Meer activiteiten
ontdekken?
www.westvlaamse
milieufederatie.be
Hou onze facebook pagina
in het oog!