02.01.2023 Views

Autisme en eetproblemen

Heel wat kinderen, tieners, maar ook (jong)volwassenen met autisme hebben een eetprobleem. Het is vaak een hardnekkig probleem dat een grote invloed heeft op het gezinsleven. Als een kind eetproblemen heeft, maken ouders zich ook zorgen: eet mijn kind wel genoeg en eet het wel gezond? Ouder en kind komen vaak ongewild in een negatieve, vicieuze cirkel terecht waarbij veel spanning ontstaat rondom eetmomenten, vooral in gezinnen waar het samen eten een belangrijk sociaal gebeuren is. De eetproblemen nemen dan vaak ook toe en het sociale aspect van de maaltijd raakt verloren.

Heel wat kinderen, tieners, maar ook (jong)volwassenen met autisme hebben een eetprobleem. Het is vaak een hardnekkig probleem dat een grote invloed heeft op het gezinsleven.
Als een kind eetproblemen heeft, maken ouders zich ook zorgen: eet mijn kind wel genoeg en eet het wel gezond? Ouder en kind komen vaak ongewild in een negatieve, vicieuze cirkel terecht waarbij veel spanning ontstaat rondom eetmomenten, vooral in gezinnen waar het samen eten een belangrijk sociaal gebeuren is. De eetproblemen nemen dan vaak ook toe en het sociale aspect van de maaltijd raakt verloren.

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

VVA

MAGAZINE

Herfst 2022

Vlaamse Vereniging Autisme

Autismetelefoon 078/152 252

www.autismevlaanderen.be

Autisme en

eetproblemen

© Esther Lorein

Een blijvende zoektocht


VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

Inhoud 15

Voorwoord

Ons verhaal,

onze zoektocht

- Lennie

2

30

En verder:

Eetproblemen

bij autisme

An Gers

36

Praat erover, je bent niet alleen

Camille

Mijn dochter, mijn rolmodel

Mama van Camille

4 > Nieuws van VVA • 6 > Eetproblemen op Participate • 11 > Eten en mijn gewicht, een obsessie

onder controle – Autiradio • 23 > ANBN: samen in de bres voor een gezonde relatie met eten -

Karolien Selhorst • 26 > Elke dag is een kans op een nieuw begin - mama van Klaartje •

43 > Autisme in Beeld – Anaïs Rosel • 44 > KeiVoorAutisme 2023 • 45 > Boek & zo

>>

De plaats in dit magazine is jammer genoeg beperkt. Daarom vind je

de ervaringsverhalen van Naomi en Marieke op onze website onder

autismevlaanderen.be/verhalen.

Het volgende magazine heeft als thema “55-plussers met autisme”.

We zijn op zoek naar mensen die hun verhaal willen delen in dat

magazine. Verhalen die niet in het magazine kunnen, worden op

de VVA-website gepubliceerd of kunnen opgenomen worden in

VVA-publicaties. Wil je graag jouw verhaal of ervaringen delen? Neem

contact op met marjan@autismevlaanderen.be. Zij helpt jou verder!

Heel wat kinderen, tieners, maar ook (jong)

volwassenen met autisme hebben een eetprobleem.

Het is vaak een hardnekkig probleem

dat een grote invloed heeft op het gezinsleven.

Als een kind eetproblemen heeft, maken ouders

zich ook zorgen: eet mijn kind wel genoeg

en eet het wel gezond? Ouder en kind komen

vaak ongewild in een negatieve, vicieuze cirkel

terecht waarbij veel spanning ontstaat rondom

eetmomenten, vooral in gezinnen waar het samen

eten een belangrijk sociaal gebeuren is. De

eetproblemen nemen dan vaak ook toe en het

sociale aspect van de maaltijd raakt verloren.

Eetproblemen verdwijnen ook niet wanneer het

kind volwassen wordt. Voeding en gewicht blijven

vaak obsessies die een leven lang blijven hangen.

Eetproblemen bij mensen met autisme vereisen

ook vaak een specifieke aanpak. En elke

eetstoornis heeft ook weer specifieke uitdagingen

waarbij autisme dan ook een rol speelt.

Het zijn vaak problemen waarover men niet

zomaar in het openbaar over vertelt vanwege

de vooroordelen of het taboe dat nog altijd

bestaat. Vandaar ook dat enkele van onze verhalenvertellers

graag anoniem wilden blijven.

In dit magazine komen verschillende eetproblemen

bij volwassenen en kinderen met

autisme aan bod. Autiradio vertelt over het

eetprobleem dat ze al heel haar leven met zich

meedraagt. Pas als ze volwassen is beseft ze

plots na een opdracht van haar therapeut dat

ze verkeerde voedingsgewoontes heeft en kan

ze er mee aan de slag gaan. Lennie vertelt over

de jarenlange zoektocht na het vaststellen van

anorexia bij haar toen elfjarige dochter Tess.

De eetstoornis gaat nog altijd mee aan tafel

in het gezin, al zijn er grote stappen gezet. De

mama van Klaartje vertelt over het voortdurend

gevecht tegen de panische angst voor

voedsel en tegen de vooroordelen van de buitenwereld

die denkt dat het overgewicht van

haar dochter veroorzaakt wordt door snoepen

en een verkeerde opvoeding. Maar wanneer

haar mama de druk van het eten wegneemt,

verandert het leven van Klaartje.

Camille (16 jaar) en haar mama vertellen hun

eigen verhaal. Allebei vertellen ze hoe ze de

komst van de eetstoornis in hun gezin hebben

ervaren. Camille vertelt hoe de eetstoornis BED

(Binge Eating Disorder) van haar bezit nam

en waarom ze haar BEDje zo nodig had. Haar

mama vertelt hoe haar dochter al jaren vecht

tegen haar gewicht en hoe ze samen proberen

werken aan een leven waarin Camilles BEDje

niet meer nodig is.

Verder stellen we ook de organisatie ANBN

(Anorexia Nervosa - Boulimia Nervosa) voor:

een informatie- en ontmoetingsplaats waar

iedereen met vragen of zorgen rond eetstoornissen

welkom is. An Gers, auticoach en

ervaringsdeskundige diëtiste deelt heel wat

boeiende informatie rond autisme en eetproblematiek.

Je vindt in dit magazine ook de informatie

die je rond eetproblemen kan vinden

op Participate. Ontdek ook nog onze rubrieken

Autisme in Beeld & Boek en zo.

En om te starten vertelt Kristl nog even hoe haar

eerste maanden als directeur bij Vlaamse Vereniging

Autisme zijn verlopen. Met veel goesting

en inspiratie gaat ze samen met ons op weg.

Veel leesplezier,

Sofie

3



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

Nieuws van VVA

Met VVA op weg

Kristl Habils, directeur Vlaamse Vereniging Autisme

Op 1 augustus wandel ik het Groot Begijnhof in Gent binnen. De

zomerzon, de rust en de schoonheid van deze plek, zorgen voor een

ontspannen gevoel: “Ik heb er zin in”. Wanneer ik de bel van de VVA

laat rinkelen, nemen hoop, nieuwsgierigheid en gezonde spanning

het over van de ontspanning. “Ik heb er nog steeds zin in”.

Op 1 augustus wandel ik het Groot Begijnhof

in Gent binnen. De zomerzon, de rust en de

schoonheid van deze plek, zorgen voor een

ontspannen gevoel: “Ik heb er zin in”. Wanneer

ik de bel van de VVA laat rinkelen, nemen

hoop, nieuwsgierigheid en gezonde spanning

het over van de ontspanning. “Ik heb er nog

steeds zin in”.

In de weken die volgen ga ik samen met mijn

collega-directeur op verkenning. Ik wil alles en

iedereen leren kennen en dat ‘alles’ blijkt heel

veel te zijn. VVA is een grote organisatie met

een lange geschiedenis. Onze organisatie is

een belangrijke gerespecteerde vaste waarde

in het autisme landschap. Het inspireert en

motiveert me om verder op zoek te gaan. Stap

voor stap ontdek ik de historiek, de verhalen,

de mensen achter de verhalen. Ik zie groei,

evolutie en verandering, maar ook twijfels en

bezorgdheden. “Ik weet nog niet alles”. “Ik blijf

leergierig”.

Een boeiende stap zijn de kennismakingsgesprekken

met de teamleden in augustus en

september. Ik ben onder de indruk van zoveel

inzet en betrokkenheid. Het voorbije jaar deed

het team alles wat mogelijk was om VVA -

zonder leidinggevenden – recht te houden. Er

werd hard en met ‘het hart’ op de juiste plaats

gewerkt, ook al was dat niet altijd gemakkelijk.

“Ik ben trots op dit team” “Ik heb nog meer zin

om een betekenisvolle rol te spelen”.

Hoe mooi en rustgevend mijn werkplek ook is,

ik ga graag op pad in het Vlaamse land om zelf

te zien en te voelen wat VVA doet om mensen

met autisme en hun netwerk te ondersteunen.

Op dat pad ontmoet ik gedreven ervaringsdeskundige

vrijwilligers. Ook zij hebben waardevolle

verhalen, wensen en onzekerheden. “Ik

ga zeker verder op pad om te luisteren en om

erkenning te tonen”.

In oktober volgt jammer genoeg een korte

woelige periode. De samenwerking met

mijn collega-directeur komt onder druk te

staan, waarna besloten wordt dat ik de rol

van directeur verder alleen opneem. Onrust

maakt gelukkig opnieuw plaats voor rust. “Ik wil

mijn taak met evenveel gedrevenheid verder

opnemen”.

Op 30 oktober word ik ondergedompeld in de

wereld van de ‘Hartrijders’. Als apotheose van

de 30ste herfstrit mag ik in naam van VVA een

gulle cheque van 26.000 euro in ontvangst

nemen. Dankjewel aan motorclub de Hartrijders

en aan alle VVA-vrijwilligers die dit mee

mogelijk maakten. Ik heb respect en bewondering

voor zoveel vrijwillig engagement. “Deze

ervaring geeft me een positieve boost”.

November en december staan in het teken

van: ‘VVA op weg naar verandering’. Met de

nodige zorg worden alle indrukken, ideeën en

bedenkingen van de voorbije maanden onder

de loep gehouden. Naast het vernieuwen

van de organisatiestructuur worden heldere

communicatie, participatie van vrijwilligers en

een duidelijke visie de doelen van het veranderingsproces.

“Ik wil iedereen die mijn VVA pad kruist of mee

aan mijn zijde loopt, oprecht danken. Ik doe dit

samen met jullie”. “Ik heb er steeds meer zin in,

dankzij jullie!”

Kristl

4

5



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

Eetproblemen

Martine Thys - Particpate VZW

Voedings- en eetproblemen komen vaak voor bij kinderen - en

(jong)volwassenen - met autisme. De problemen kunnen divers

zijn: weinig gevarieerd eten, moeilijke overgang van vloeibaar naar

vast voedsel, bijzondere eetgewoonten (bijvoorbeeld alles moet in

drievoud gegeven worden), bepaalde kleuren niet willen eten, heel

traag of juist heel snel eten, een vaste eetplaats nodig hebben, enz.

Om de oorzaak van de eetproblemen te vinden,

zal je het standpunt van je kind moeten

innemen. Je zal een ‘autistische bril’ moeten

opzetten om te zien wat de onderliggende

factoren kunnen zijn.

Aandachtspunt > Wat we op Participate

beschrijven, mag enkel als algemene richtlijn

worden gezien. Bij eetproblemen, zowel te

weinig als te veel eten of te eenzijdig eten, raden

we aan om professionele hulp te zoeken.

DE OORZAKEN

VAN EETPROBLEMEN

Zintuiglijke gevoeligheden

Zintuiglijke gevoeligheden kunnen een directe

invloed hebben op het eetgedrag. Het eten

kan als aangenaam maar ook als zeer onaangenaam

ervaren worden.

Hypergevoelig

• Smaak die te sterk is waardoor het niet aangenaam

smaakt

• Temperatuur: het eten voelt te warm of te

koud aan

• Te sterke geur van het eten of van de omgeving

• Onaangename kleur

• Eetgeluiden van anderen

• Onaangename textuur van het eten (te hard,

te zacht, brokjes, korrelig, …)

• Verdraagt niet dat verschillende onderdelen

gemengd worden of te kort bij elkaar liggen

• Geluiden of smaak van bestek, beker, enz.

• Onaangename omgevingsgeluiden of -geuren

• Onaangename zitplaats (te dicht bij andere

mensen, bord van de ander te dicht, teveel

etenswaren of kommen in de buurt, …)

Hypogevoelig

• Eten heeft geen of weinig smaak

• Geen honger gewaarworden

• Geen dorst gewaarworden

• Geen verzadigingsgevoel

Routine

Kinderen met autisme hebben doorgaans

nood aan routine en vastigheid. Ook eten kan

een vast patroon vertonen. Een eetpatroon

kan dus ontstaan vanuit de nood aan routines

of rituelen. Zo willen ze hun maaltijd graag

op hetzelfde tijdstip en willen ze steevast op

dezelfde plaats aan tafel zitten. De nood aan

vastigheid kan zo groot zijn dat ze weinig gevarieerd

eten.

Detailwaarneming

Detailwaarneming kan het eetpatroon sterk

beïnvloeden. Door de focus op details kan een

kleine verandering voldoende zijn om niet te

willen eten. Bijvoorbeeld een ander bord, ander

bestek, een andere zitplaats, andere kruiden,

een andere vorm van het brood, een ander

merk ketchup, enz. De manier waarop het eten

op het bord is geserveerd kan van belang zijn.

Bijvoorbeeld niet willen eten omdat het vlees de

groenten raakt. Ook kleine verschillen kunnen

doorslaggevend zijn. Bijvoorbeeld de worteltjes

die anders versneden zijn. Ook een andere

verpakking van het voedsel kan problematisch

zijn voor een persoon met autisme.

Kinderen weigeren soms iets te eten of te

drinken hoewel ze er voordien geen problemen

mee hadden. Het is mogelijk dat ze een

koppeling maken tussen een onaangename ervaring

en een detail. Bijvoorbeeld een kind dat

zijn tong verbrandt aan de spinazie en daarna

niets groens meer wil eten.

Communicatie

Wij laten anderen weten wat we lekker en niet

lekker vinden. Kinderen met autisme doen dat

meestal niet spontaan. Het is belangrijk om te

weten of een kind met autisme daar moeite

mee heeft. Vraag je dus altijd af of de afwijzing

een natuurlijke oorsprong heeft.

De communicatiemoeilijkheden kunnen tot

verwarring leiden. Door erop te letten hoe je

6

7



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

vragen stelt over eten kunnen problemen vermeden

worden. Op een vraag zoals “wil je kaas,

jam, salami of hesp op je boterham” kan iemand

met autisme niet altijd antwoorden omdat er te

veel informatie moet worden verwerkt.

Sociaal gebeuren

De maaltijd is doorgaans een moment om

met het gezin samen te zijn. Er worden nieuwtjes

verteld, er wordt gelachen en gediscussieerd.

Eten is een sociaal gebeuren en vergt

sociale vaardigheden. Aangezien het kernprobleem

van autisme in het sociale domein ligt,

is het niet verwonderlijk dat eten soms negatieve

reacties oproept. Tijdens de maaltijd

moet er ook gewacht worden: om bediend te

worden, op de volgende gang, tot je van tafel

mag, enz. Momenten die niet ingevuld zijn,

kunnen aanleiding geven tot storend gedrag.

Context

Het is mogelijk dat je te horen krijgt dat je kind

goed en gevarieerd eet op school. Ook kunnen

een tante of grootouders je fier vertellen dat

hij zo flink gegeten heeft. En thuis wil het niet

lukken. De eetgewoontes van kinderen met

autisme kunnen dus gekoppeld zijn aan specifieke

contexten.

Gezondheid

Indien je kind last heeft van cariës of orthodontische

problemen kan dat moeilijkheden geven

bij het eten. Hetzelfde geldt voor spijsverteringsproblemen.

Snijd dit onderwerp gerust

aan met je huisarts.

Activiteitsniveau

Sommige kinderen met autisme kunnen tijdens

de maaltijd niet lang genoeg op hun stoel blijven

zitten. Eerst moet er gewacht worden tot het

eten wordt opgeschept, dan wordt er gegeten,

eventueel volgen er verschillende gangen met

wachtmomenten tussenin. Gevolg: het kind

loopt geregeld weg van tafel of wil niet meer

aan tafel eten. Sommige kinderen met autisme

hebben het moeilijk met het inschatten

van tijd. Voor hen is het niet duidelijk wanneer

het wachten zal stoppen, dus willen ze eraan

ontsnappen.

Angsten

Kinderen met autisme die een nare ervaring

met voedsel hebben gehad (zich verslikken,

overgeven, hun tong verbranden) koppelen

dit soms aan eten in algemene zin. Ze zijn

bang om te slikken of om weer ziek te worden

van het eten. Sommige kinderen hebben

schrik om iets te eten omdat ze iets hebben

gehoord of gelezen over schadelijke effecten

van voedsel, bijvoorbeeld over voedseladditieven

die kankerverwekkend kunnen zijn, de

dollekoeienziekte, hormonen die aan dieren

worden gegeven, pesticiden, enz.

Motorische problemen

Een gebrek aan controle over de spieren die

een rol spelen bij het kajeen en slikken kan

een oorzaak zijn van eetproblemen. De problemen

worden doorgaans duidelijk wanneer

van borst- of flesvoeding op vast voedsel

wordt overgeschakeld. Ook de coördinatie

tussen vasthouden van lepel/vork en kommetje

of bordje kan moeilijk gaan. Fixeren van

het bord kan dan een hulpmiddel zijn (antislip

placemat).

OBSERVEREN

EN BEGRIJPEN

Wanneer je kind te weinig eet, kan je een eetdagboek

opstellen. Daarin noteert je niet enkel

de hoeveelheden, maar bekijkt je het hele

plaatje. Enkele suggesties om te observeren:

• Wanneer werd er gegeten?

• Wat werd er gegeten?

• Hoeveel werd er gegeten?

• Waar werd er gegeten?

• Wie was aanwezig?

• Met wat werd er gegeten (met speciaal bestek,

beker, bord, enz.)?

• Andere omgevingsfactoren (bijvoorbeeld tv

of radio, nieuw servies, werken buiten, enz.)

Andere aandachtspunten

• Spelen zintuiglijke elementen een rol,

bijvoorbeeld een overgevoeligheid van de

smaak- of reukzin?

• Wat zijn de eetgewoonten in het gezin? Hoe

eten de andere kinderen?

• Bekijk ook de situatie-gedrag-gevolgenketen:

wat ging eraan vooraf en wat zijn de gevolgen?

WAT KAN JE DOEN?

Visualiseren

Visuele ondersteuning kan de eetsituatie

helpen verhelderen. Visualiseren verhoogt

de voorspelbaarheid. Ook voor kinderen die

geen verzadigingsgevoel hebben en daardoor

te veel eten, kan visualiseren een uitkomst

bieden. Zo kan je bijvoorbeeld de hoeveelheid

die gegeten mag worden met een pictogram

voorstellen en dat naast het bord leggen. Op

het internet, meer bepaald op de websites

van grootwarenhuizen, is heel wat bruikbaar

materiaal te vinden. Als je je aanmeldt voor een

thuislevering vind je van bijna alle dranken en

etenswaren een foto. Extra handig wanneer je

kind alleen bepaalde producten van bepaalde

merken eet. Je moet wel een afhaalpunt en

leveringsdatum aanklikken vóór je toegang

krijgt tot het menu met alle categorieën, maar

dat blijft zonder gevolgen zolang je je bestelling

niet bevestigt. Je kan dus foto’s van producten

downloaden zonder dat je iets hoeft te kopen.

Etenstijd plannen

Voor sommige kinderen met autisme is het

belangrijk om zicht te hebben op de eetmomenten.

Die kan je aankondigen, bijvoorbeeld

met een dagschema.

Het is niet aan te raden om altijd stipt op hetzelfde

uur te eten. je moet een beetje marge

houden om het uzelf niet te moeilijk te maken.

Zeg dus niet “we eten om 12 uur” maar wel “we

eten tussen 12 uur en 12 uur 30”. je kan ook

vaste rituelen inbouwen die het eten aankondigen,

bijvoorbeeld de handen wassen.

Kleine stappen

Nieuwigheden kan je het best in kleine stappen

introduceren. Ze stellen je kind gerust en geven

het de indruk dat het de situatie onder controle

heeft. Hoeveel stappen er nodig zijn, zal

voornamelijk afhangen van de angstreacties of

ernst van de afkeer. Als je kind positief reageert,

sla dan tussenstappen over. Probeer ervoor te

zorgen dat je kind zo ontspannen mogelijk is bij

het uitproberen van nieuw voedsel. Zorg voor

een ontspannen sfeer en omgeving, steun je

kind en geef het veel complimentjes.

De overgang van vloeibaar of gemixt voedsel

naar vast voedsel kan moeilijk verlopen bij

jonge kinderen met autisme. Ook hier kan je

gebruik maken van (kleine) stappen. Omdat

een metalen lepel in de mond een onaangenaam

gevoel kan geven, kan een plastic

lepeltje helpen.

8

9



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

Proeven buiten de maaltijd

Wanneer je je kind nieuwe dingen wil laten

proeven is het goed om dit niet tijdens de maaltijden

te doen. De maaltijden zouden immers

te stresserend kunnen worden voor je kind die

niet houdt van veranderingen of nieuwigheden.

Aan tafel gaan, kan dan namelijk de betekenis

krijgen ‘nieuwe dingen proeven’ en aldus een

aankondiging van een moment.

Logopedische behandeling

Een logopedische behandeling kan aangewezen

zijn wanneer:

• het kind zich vaak verslikt tijdens het eten of

drinken en het daardoor benajed krijgt;

• het kind vaak kokhalst bij het eten of drinken;

• het kind probeert te eten, maar daar niet in

slaagt;

• het kind ouder is dan 6 maanden en geen

vast of klonterig voedsel wil of kan eten.

Positief bekrachtigen

Gedrag positief bekrachtigen kan helpen om

een kind te motiveren om iets nieuws te proberen.

je mag je kind al belonen als het bereid

is om iets nieuws te proeven zonder dat het

een hele portie eet. U kan je kind iets nieuws

en iets wat hij graag lust samen aanbieden. Na

iedere hap van het nieuwe voedsel krijgt hij

een hap van zijn lievelingskost als beloning.

Het goede voorbeeld geven

Sommige kinderen eten beter in het gezelschap

van leeftijdsgenoten of volwassenen.

Je kan ook meer geneigd zijn om iets uit te

proberen wanneer een ander het voordoet.

Sociaal gebeuren

Voor sommige kinderen met autisme is het

sociale aspect van de maaltijden de oorzaak van

het eetprobleem. Je kan de sociale regels die

gelden aan tafel verhelderen door uitleg te geven

of door enkele sociale regels te visualiseren.

10

Je kind kan ook angstig zijn als er gasten komen

eten. je kan je kind helpen of voorbereiden

door informatie te geven over mogelijke sociale

situaties. je kan op voorhand aankondigen wie

waar aan tafel zal zitten. Je kan met je kind ook

mogelijke gespreksonderwerpen bespreken.

Het belangrijkste is dat je kind eet. Geef prioriteit

aan het eten, niet aan het sociale gebeuren.

Een gesprek voeren kan nog op andere

momenten van de dag.

De omgeving aanpassen

Enkele tips:

• Laat je kind met autisme op een vaste plaats

zitten als dit het eten bevordert.

• Indien je kind aanrakingen vervelend vindt, zorg

er dan voor dat het voldoende ruimte heeft.

• Schakel storende achtergrondgeluiden zoveel

mogelijk uit, bijvoorbeeld geen radio of

tv tijdens het eten.

• Heeft je kind moeite met eetgeluiden van anderen,

geef het dan een aparte plaats aan tafel of

zet de radio aan om ademhaling- en eetgeluiden

van de tafelgenoten te overstemmen.

• Geef je kind een bord met compartimentjes,

zo maakt je het eten overzichtelijk.

Meer informatie en voorbeelden

bij bovenstaande uitleg vind je

op Participate onder de rubriek

“Mijn kind helpen > Moeilijk

gedrag > Eetproblemen”

Eten & mijn gewicht,

een obsessie

onder controle

Autiradio

Ik stel me graag aan jullie voor als Autiradio. Ik ben een 48-jarige

vrouw met autisme en ik heb vaak last van een radiohoofd,

vandaar mijn pseudoniem. Want wanneer ik overprikkeld of moe

ben hoor ik vaak een ‘radio’ in mijn hoofd: ik hoor dan stemmen en

muziek op de achtergrond terwijl die er niet zijn.

Samen met mijn kat woon ik in een gezellige

bungalow in een klein landelijk dorpje. Mijn

diagnose autisme in combinatie met ADD werd

gesteld in 2011. Door een autistische burn-out

ben ik sinds 2017 niet meer aan het werk. Wel

probeer ik me nuttig te maken door vrijwilligerswerk

te doen: voor VVA, in een plaatselijke bibliotheek

en in het rusthuis in de buurt. Dit alles

neemt gemiddeld één dag per week in beslag.

Daarnaast krijg ik nog altijd veel begeleiding.

Wanneer ik me goed voel en energie heb

lukt het me om me bezig te houden met mijn

hobby’s. Dit zijn meestal solo-activiteiten zoals

puzzelen, wandelen, lezen, muziek beluisteren,

concerten bekijken en drummen. Ik volg na

twintig jaar opnieuw drumles aan de muziekacademie.

Onder begeleiding drum ik ook in

een groepje van mensen met een beperking.

Dit gebeurt in een therapeutische setting.

Als ervaringsdeskundige wil ik jullie graag

wat vertellen over mijn eetproblemen. Het is

algemeen bekend dat mensen met autisme

wel eens eetproblemen ervaren, de één heeft

er wat meer last van dan de ander. Aangezien

ik een late diagnose heb, ben ik me er vroeger

nooit van bewust geweest dat mijn eetproblemen

met mijn autisme te maken hebben. Ik

heb altijd problemen gehad met eten, al sinds

ik een baby was. Dit weet ik uiteraard van mijn

moeder. Het was voor mij blijkbaar heel moeilijk

om over te schakelen van borstvoeding naar

flesvoeding. Ook de overschakeling naar vaste

voeding verliep heel moeilijk. Ik spuwde gewoon

alles uit, ik wou niet eten. Ik kan me enkel maar

problematische “eetmomenten” herinneren: ik

lustte niets en honger kende ik niet.

Een sprongetje

naar volwassenheid

In mijn verhaal maken we nu een hele sprong:

op mijn 21ste ging ik alleen wonen. Ik werkte

11



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

voltijds, maar ik heb de combinatie werken

en huishouden nooit aangekund. Er was geen

sociale controle meer, mijn eetgewoonten

gingen er dus ook niet op vooruit. Meestal at

ik maar éénmaal per dag, ik had gewoon geen

hongergevoel. Ook het organiseren van een

maaltijd - het klaarmaken en alles wat daarbij

hoort, boodschappenlijst, boodschappen

doen… - lukte me niet. Ik stelde me daar op dat

moment geen vragen bij, het was gewoon zo.

En ik bleef lekker mager wat ik zelf heel leuk

vond. Nochtans leefde ik niet echt gezond:

heel eenzijdige voeding, weinig groenten en

fruit, veel chips, …

Na mijn diagnose werd er ook medicatie opgestart.

Die was nodig omdat ik toch wel veel last

ervaar van prikkels. Er werd antipsychotica opgestart

en ik nam ook al antidepressiva. Het is

bekend dat deze medicatie het hongergevoel

opwekken en kunnen leiden tot gewichtstoename.

Je hoort me vast al komen…

Ik was altijd al heel gefixeerd op mijn gewicht

en ik had dit onder controle. Nu was ik die

controle kwijt. Ik kwam bij en daar had ik het

heel moeilijk mee. Mijn eetprobleem verergerde

alleen maar.

Drie jaar geleden meldde ik me aan bij de

psycholoog waar ik nog steeds in behandeling

ben. Mijn eetprobleem liep uit de hand: ik at

alleen nog maar toast met makreel, boterhammen

met speculoos en ik dronk drinkyoghurt.

Een structuur om te eten had ik niet:

ik probeerde zo weinig mogelijk te eten. Een

hongergevoel had ik ook al niet met als gevolg

dat ik vaak appelflauwtes had omdat ik niet

besefte dat ik moest eten.

Toen werd het duidelijk:

ik heb een eetprobleem

Mijn psycholoog gaf mij de opdracht om op te

schrijven wat en wanneer ik at zodat hij zicht

kon krijgen op het probleem. Pas toen ik dit

had gedaan en bij hem ging met mijn schriftje

waarin ik alles opgeschreven, voelde ik dat het

écht niet goed zat. Ik schaamde me over mijn

eetgewoonten. Het was duidelijk dat alles rond

eten en mijn gewicht een obsessie was voor

mij. Dit vooral vanuit mijn autistische denken.

Ik had moeite met structuren, smaken, geuren,

hoeveelheden. Zo bleef ik hangen in wat ik at,

maar ik had ook geen grens wanneer ik at. Ik

heb geen verzadigingsgevoel waardoor ik echt

extreem veel kan eten na bijvoorbeeld een dag

vasten.

Het was duidelijk dat ik niet wist hoe je gezond

kan eten en hoe dit van invloed is op je functioneren,

op je lichaam, op je welzijn. Ik kreeg in

eerste instantie “les” in wat gezonde voeding is

en wat een gezonde voedingsgewoonte is.

We zijn nu drie jaar verder in mijn therapie

en ik kan zeggen dat het redelijk gaat. Ik werk

met een eetschema dat ik tweemaal per week

invul. Ik blijf dit bijhouden in mijn schriftje. Ook

tweemaal per week boodschappen doen staat

op mijn planning. Alles zit ondertussen goed

ingebakken in mijn weekschema: ik doe dit op

op maandag en op donderdag.

Mijn eetschema per dag ziet er (meestal) als

volgt uit:

• 9u: banaan of havermoutpap

• 12u: in de wintermaanden: soep + 2 sneden

brood + beleg en in de zomermaanden

rauwkost met beleg en eventueel brood

• 13u: koek (3 petit beurre koekjes) + koffie

• 15.30u: smoothie, deze bestaat uit rode

vruchten uit de diepvries, 1 geperste appelsien

en 1 appel, aangevuld met water

• 18.30u: warm: vlees + warme groenten (ik eet

weinig tot geen aardappelen) of pasta met

een warme saus (bolognaise of pasta pesto)

• 20.30u: warme chocomelk + mager yoghurtje

met frambozen.

Ik heb veel stappen gezet

Ik heb tijdens die drie jaar toch wel leren variëren

in mijn voeding. Als je weet dat ik enkel

makreel, brood met speculoos en drinkyoghurt

at… dan mag ik best trots zijn op mezelf als ik

zie wat ik nu eet. Ik eet weliswaar vaak dezelfde

gerechten, hetzelfde beleg, maak steeds

dezelfde soep en eet praktisch nooit vis. Met

sommige structuren heb ik nog steeds moeite,

zo heb ik bijvoorbeeld nog nooit schaaldieren

gegeten behalve scampi’s. Het blijft voor mij

ook een opgave om boodschappen te doen

en te koken. De vele prikkels in de winkel, de

sociale contacten die daarbij horen… daar zie

ik altijd tegenop.

Aangezien ik een late

diagnose heb, ben ik

me er vroeger nooit van

bewust geweest dat mijn

eetproblemen met mijn

autisme te maken hebben.

Nu zal je zeggen… wauw, zo gezond… maar het

is zo dat dit niet altijd lukt, hoor. ’s Ochtends

eten vind ik sowieso moeilijk, ik heb geen

honger en krijg op sommige momenten echt

niets binnen. Ik sta om 8u op in de hoop dat

het me om 9u lukt om te ontbijten. Ik leerde

van mijn psycholoog dat je best toch iets kleins

eet zodat je maag begint te werken. En dat is

inderdaad zo: wanneer ik ’s ochtends niet ontbijt,

komt de honger niet en heb ik ook moeite

met de andere maaltijden. Zo verval ik af en

toe toch nog in extreem veel eten ’s avonds en

dan vooral koeken en chocolade. Ik ben ook

obsessief bezig met hoeveel water ik drink: ik

hou dat bij in een appje en ik drink altijd 2,4

liter per dag.

Van koken geniet ik niet, maar het is een noodzaak

want je moet eten. Koken duurt bij mij dan

ook niet lang en ik maak er nooit iets speciaal

van. Gewoon een stuk vlees bakken en wat

wortels stoven bijvoorbeeld. Behalve wanneer

ik spaghettisaus maak: daar geniet ik intens

van. Ik maak mijn saus altijd op dezelfde manier

met dezelfde ingrediënten, dat is ook het enige

recept dat ik uit mijn hoofd ken. Thuis zal ik ook

steeds rechtstaand eten, behalve wanneer ik

samen met anderen eet. Ik heb het ook heel

moeilijk om te eten in bijzijn van andere mensen

en zal dit zoveel mogelijk vermijden.

Wanneer ik klaar ben met eten wordt de maaltijd

in mijn “eetschrift” met groene fluostift gemar-

12

13



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

Maar je kan eraan werken: de juiste hulp kan je

misschien op het juiste pad zetten. Ik heb nog

wat werk aan de winkel maar geloof erin dat het

alleen maar beter en gemakkelijker zal worden.

Ons verhaal,

onze zoektocht

keerd. “Goed gedaan”, denk ik dan. Wanneer ik

buiten de maaltijden eet of niet eet dan wordt

dit met rode stylo aangeduid. Nu volg ik mijn eetschema

zelf op, maar het eerste jaar gebeurde dit

steevast samen met de psycholoog. Hij pept me

nog steeds op, geeft me de moed om verder te

doen en geeft me inzicht in mijn eetgewoontes.

Mijn eetgedrag hangt ook nog altijd enorm

samen met hoe ik me voel. Wanneer ik overprikkeld

of moe ben dan lukt het me moeilijker.

Wanneer ik boos ben bezondig ik me

aan overdaad of doe ik aan vasten. Eten is zo

afhankelijk van veel factoren, maar het is heel

belangrijk. Op dit moment ben ik redelijk tevreden

met hoe ik eet. Al zal zowel mijn gewicht

als wat ik eet altijd een obsessie blijven.

Ik wil afsluiten door erop te wijzen dat dit mijn

eigen verhaal is. Elke persoon met autisme is

anders en ervaart andere problemen. Eten

hoeft niet steeds een probleem te zijn al hoor

ik het wel vaker van anderen dat ze er ook

mee worstelen. Maar je kan eraan werken: de

juiste hulp kan je misschien op het juiste pad

zetten. Er is bij mij nog wat werk aan de winkel

maar geloof erin dat het alleen maar beter en

gemakkelijker zal worden. Al heb ik soms een

terugval, ik weet dat ook dat erbij hoort. Ik aanvaard

nu dat alles rond eten en mijn gewicht

voor mij steeds een obsessie zal blijven en

blijvend aandacht zal nodig hebben.

“Mijn warme chocolademelk, die drink ik altijd uit

dezelfde tas , is met zwarte chocolade en ik moet

2 keer 30 keer roeren. Die tas kreeg ik tijdens mijn

opname 5 jaar geleden van een medepatiënt en ik

drink nog steeds uit die tas.”

Lennie

Getier en geroep rond

7u45 op een maandagmorgen.

“Wat zal onze nieuwe

poetsvrouw wel niet denken

van ons gezin?” flitst

er door mijn hoofd. Sinds

enkele weken verloopt

het eten van onze dochter

Tess (11jaar) steeds moeilijker.

Het is net een peuter.

Bij het minste op haar

bord gaat ze in protest.

Momenteel drinkt ze alleen

maar water in plaats

van melk en een klein

korstje in plaats van een

boterham met beleg. Dit

was vroeger wel anders.

Tess was onze beste eter,

onze alleseter. Ze kon zo

genieten van een goed

stukje vlees en vooral

van een lekker ijsjes. Maar

sinds de grote vakantie is

er iets grondigs veranderd.

Zo begon ons verhaal,

onze zoektocht.

ups-and-downs. Onze oudste

zoon kreeg op zijn achtste

de diagnose autisme. Dit

verklaarde heel veel. Want we

vonden de handleiding niet

onmiddellijk bij onze Warre.

Dankzij VZW Victor kregen we

de nodige ondersteuning en

bijscholing om ertegenaan te

gaan met onze Warre.

Onze Tess kreeg haar diagnose

enkele jaren later. Zo

broer, zo zus. Al viel dit bij

Tess minder op. Onze psychiater

voorspelde dat autisme

bij meisjes soms heel lang

onder de radar blijft en dan in

al zijn heftigheid kan exploderen

als ze beginnen puberen.

Ze zat er boenk op.

Autiradio

perfectionist • elfjes • koptelefoon • stipt • muziek •

forensische psychologie • gemotiveerd • stille genieter •

wandelknooppunten • humoristisch

Nu zijn we 3 jaar verder en 3

jaar wijzer. Krist en ik, Lennie,

hebben drie kinderen; Warre

van 16 jaar, Tess 14 jaar en

Junne 12 jaar. We zijn een

doorsnee gezin, met de

nodige hobby’s en de nodige

14

15



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

Ze viel laat in slaap en was

super vroeg wakker, haar

hoofd stond nooit stil.

Tess was 10 toen we wisten dat

ze ook autisme had, maar wij

vonden buiten het feit dat ze

heel introvert was, dit geen grote

reden tot paniek. We zouden

haar de nodige sociale vaardigheidstrainingen

laten volgen.

Ze stond op de wachtlijst.

Plots lag haar lat

te hoog

Maar nog voor ze kon starten,

stortte Tess niet alleen psychisch

maar ook fysisch ineen.

Het begon met heel veel

stress tijdens de examens in

haar 5de leerjaar. Door onze

verhuis was Tess van school

veranderd in het 4de leerjaar.

Haar jongere broer Junne

vond deze schoolverandering

ook heel lastig maar spartelde

er toch door. Maar Tess vond

moeilijk aansluiting in haar

nieuwe klas en ze liet veel over

haar grenzen gaan. In groep

samen werken en voor haar

mening uitkomen was super

moeilijk. Daarnaast was onze

Tess ook perfectionistisch. Ze

wilde altijd alles juist hebben.

9/10 is geen optie. Alles moest

letterlijk juist zijn. Ze legde de

lat steeds hoger en hoger. Ze

kon vaak niet meer inslapen

van de stress op school.

Ze verloor zichzelf in haar

studies, al zat ze nog maar in

het 5de leerjaar. Ze viel laat

in slaap en was super vroeg

wakker, haar hoofd stond

nooit stil. We dachten met een

paar sessies bij de osteopaat

dat het zou beteren. Ze had

een piekerhoofd en was heel

gespannen vertelden ze ons.

De grote vakantie brak eindelijk

aan, weg stress dachten

we. Geen school zou haar

deugd doen, geen lessen,

niets te leren, …. Maar Tess

begon haar lat hoger te leggen

op andere vlakken. Ze zag op

een sportkamp dat een ander

meisje minder at dan haar en

begon in haar hoofd plannetjes

te smeden. Het zaadje

was geplant. Als zij minder eet

dan ik, dan kan ik misschien

ook wel minder eten.

Ze begon eerst met het

laten van tussendoortjes;

geen koeken, geen chips,

geen ijsjes. Heel vlug boekte

ze resultaat en merkte ze

dat haar lichaam reageerde

door af te vallen. Wat zou

er gebeuren als ik nu ook

minder boterhammen zou

eten? Ondertussen merkten

wij ook de veranderende eetpatronen

op. “Waarom eet je

geen tussendoortjes meer?”,

“Dat is niet gezond” was het

antwoord. Wij vonden dit

nu niet echt problematisch

en dachten; het is een fase.

Maar na het laten van de

tussendoortjes, liet ze meer

en meer andere zaken vallen;

steeds minder aardappelen,

steeds minder vlees, bijna

geen beleg meer.

Haar humeur begon ook

steeds chagrijniger te worden.

We kregen een dochter

die voor alles op de toppen

van haar tenen liep. Ze kon

tegen niets meer. Ze werd

steeds bozer en was altijd zo

down. Ze werd echt depressief.

Ze kon haar tijd niet

alleen invullen, wilde altijd

rond mij zijn, haar moeder. Ze

verveelde zich te pletter. Ze

vond niets meer leuk. Niets

deed haar nog lachen. Ze was

echt ongelukkig en maakte

voor alles ruzie. Ik stapte tegen

het eind van de vakantie

naar onze huisdokter omdat

ik mijn dochter zo niet naar

school wilde sturen.

Wanneer samen

eten de hel wordt

Er moest ingegrepen worden.

Ik dacht toen al in de richting

van een eetstoornis maar

durfde dit nog niet te benoemen.

Ik werd door onze

huisdokter niet zo serieus

genomen. Hij vond het een

dipje, iedereen heeft dit toch

al meegemaakt.

De school startte terug op.

Tess ging naar het 6de leerjaar.

Meer en meer mensen

schrokken toen ze Tess

zagen. Ze was nu toch wel

heel scherp in haar gezicht. Ik

lichtte de zorgcoördinator op

school in over haar toestand.

Ze had ernstige eetproblemen,

ze sliep bijna niet en

was bijgevolg oververmoeid.

Ondertussen at ze nog

minder. We maakten meer

en meer ruzie over eten. Een

klein stukje banaan of appel

was al lastig. Ze sliep bijna

niet meer. Haar lichaampje

begon steeds meer af te

vallen. We merkten ook op

dat ze soms heel bleek van

de trap kwam alsof ze geen

energie meer had om te

stappen. Nochtans sprong ze

veel als een bezetene op de

trampoline. Ik stapte terug

naar de dokter en vroeg of

hij haar bloed wilde onderzoeken.

Niets aan de hand.

Tess klaagde meer en meer

van pijn aan haar buik. Ze kon

bijna niet meer naar toilet.

Dat kon niet anders, want ze

at bijna niets meer. Enkel nog

wat droog brood en water en

’s middags een klein boterhammetje.

De warme maaltijd

was beangstigend. Iedereen

verafschuwde het moment

dat we aan tafel moesten. Het

was een gevecht. Weg sfeer

en gezelligheid. Onze jongens

vonden het helemaal niet

meer te doen met Tess aan

de tafel door al haar geroep.

We begonnen Tess apart te

zetten of de jongens kozen

een andere plaats aan een

andere tafel.

Toen werd het

duidelijk: anorexia

Ondertussen kwam ik via

collega’s in contact met een

mama die ook een dochter

had met anorexia. Na een

verhelderend en heel herkenbaar

gesprek wist ik bij wie

ik moest zijn om Tess aan te

melden voor haar eetstoornis.

Via een pracht van een kinderarts

kregen we de juiste info.

Eindelijk kregen we erkenning

en de nodige hulp. Tess kreeg

een grondig onderzoek. Haar

hartslag was slechts 44, haar

gewicht was ondermaats, ze

kreeg donshaartjes op haar

rug, ze had uitslag, ze voelde

altijd koud aan maar beweerde

dat ze warm had, je kon

haar ribben tellen, … Allemaal

eigenschappen van anorexia

patiënten. Een erkenning en

verademing.

Maar we waren er nog niet.

We kwamen zoals zovelen op

een wachtlijst. De wachtlijst

voor het UKJA; de universitaire

kinder- en jeugdpsychiatrie

van Antwerpen. Zij waren de

enigste die jonge anorexia

patiënten opnamen in hun

werking. Hun doelgroep was

tussen de 10 en 14 jaar.

Vermoedelijk zou Tess na de

herfstvakantie kunnen opgenomen

worden. Maar dat

waren nog een viertal weken.

Hoe zouden we dit kunnen

overbruggen? De kinderarts

hielp ons hierbij. We kregen

een diëtiste en een psychologe

die Tess goed opvolgde.

Tess mocht ook maar halve

dagen meer naar school om

haar energie te sparen. Als

je in ondergewicht bent leidt

elke beweging tot nog meer

gewichtsafname. Tess moest

iedere namiddag rusten en

zomin mogelijk calorieën

verbruiken. Onze kinderarts

vertelde ons dat haar ondervoeding

al haar organen

lieten uitvallen. Het was alsof

haar lichaam in winterslaap

16

17



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

ging. Haar maag deed veel

pijn, maar Tess kon niet meer

naar het toilet.

Op school kreeg Tess een

ondersteunster om haar te

helpen in deze paar weken. In

de klas waren er veel vragen.

Wat gebeurde er met Tess en

hoe konden ze haar helpen?

Het CLB kwam de situatie wat

verduidelijken en probeerde

het onderwerp bespreekbaar

te maken.

Aftellen

tot opname

Er heerste een heel rare sfeer

thuis. Enerzijds telde ik de

dagen af tot de opname omdat

ik wist dat Tess dan echt

geholpen zou worden maar

anderzijds hielden we onze

adem in om Tess niet te moeten

afstaan aan een instelling

die zo ver weg lag in het

verre Antwerpen. Tess was

nog nooit ergens alleen op

kamp geweest. Ik voelde mijn

moederhart echt scheuren bij

het feit dat ik mijn kleine meid

moest achterlaten in een

gesloten instelling. Maar thuis

ging het echt niet meer. We

hadden geen andere uitweg.

Ondertussen waren Krist en ik beiden

minder gaan werken. We namen

verlof medische bijstand. Ons leven

stond geheel in het teken van Tess.

Ook Tess wist niets meer. Ze

zakte steeds meer weg in een

depressie. Ze wilde niets. Ze

kon op niets meer antwoorden.

Ze zei steeds: “Ik weet

het niet meer.” Ze wilde er

gewoon niet meer zijn. Haar

gedachten werden steeds

zwarter. Tess kon niet meer

helder denken. We verloren

ons kind in de eetstoornis en

alles werd zwart….

De kennismaking

met de gesloten

instelling en

therapie

In de herfstvakantie mochten

we met heel het gezin

gaan kijken waar Tess zou

verblijven. We mochten de

leefruimte zien, haar slaapkamer,

de leefgroep, … We

zouden de psychologen en

de begeleidsters spreken.

Onze kinderen liepen stil

door de lange ziekenhuisgangen.

Achter elkaar. En ik kon

me niet voorstellen dat Tess

hier maanden zou verblijven

en niet meer thuis zou

slapen in ons huis. De deuren

leken zo zwaar en vooral zo

gesloten. Maar de begeleidsters

waren warm en lief en

legden alles heel duidelijk en

rustig uit. Ze stelden ons op

ons gemak. De psychologen

bespraken wat er allemaal

stond te gebeuren. Tess zou

vier fasen moeten doorlopen.

De rode, oranje, gele en groene

fase. Iedere fase had heel

veel afspraken en regels.

De rode fase is de eerste en

lastigste fase omdat je dan

echt in een gedwongen rustfase

zit. In deze fase zal Tess

in een rolstoel zitten omdat

ze geen gezond minimaal gewicht

heeft. Ze moet dus heel

veel rusten om haar gewicht

weer te doen stijgen. In deze

fase moeten de jongeren

leren inzien dat ze ziek zijn.

Het ziektebesef moet komen

om er dan in de volgende fase

tegen te vechten. Zo mocht

Tess in de rode fase niet

alleen in haar kamer omdat

de kans groot was dat ze zou

bewegen of sporten in haar

kamer om terug te vermageren.

Bewegingsdrang is iets

heel eigenaardigs. Anorexiapatiënten

zijn heel vindingrijk

om te kunnen bewegen. Zo

wint de eetstoornis terug. Het

ergste aan de rode fase is het

verbod om thuis te slapen. In

de rode fase wordt het eten

opgeschept en moeten ze in

een bepaalde periode klaar

zijn met eten. Lukt dit niet dan

volgt er een energiedrankje.

De oranje fase is al een eerste

verlichting in de opname.

Dan krijg je wat meer vrijheden.

Je mag al eens op je kamer,

je mag rondlopen in de

leefgroep en de belangrijkste

beloning: je mag eens thuis

slapen op zaterdag. In de

oranje fase beginnen de therapieën

en de binnenschool.

In deze fase moet je echt

werken tegen je eetstoornis.

In de therapieën leren ze bij

over een positief zelfbeeld. Er

zijn sociale vaardigheidstrainingen

en gesprekken met

de psychologen en diëtisten.

Daarnaast proberen ze met

de binnenschool de nodige

leerstof bij te houden zodat

ze na de opname terug

kunnen aansluiten in hun

thuisschool (de buitenschool).

De gele fase is terug een stap

dichter naar zelfstandigheid.

Hier mogen ze meer en meer

aan de slag gaan met hun valkuilen.

De psychologen gaan

echt aan de slag met hun

om ze te sterken tegen hun

eetstoornis. Er volgt na iedere

fase de nodige evaluaties en

gesprekken.

De groene fase is de fase waar

ze de jongere en de ouders

begeleiden en voorbereiden

naar de terugkomst thuis. De

rondleiding en de info gaf ons

de nodige kracht om Tess op

4 november 2019 achter te laten

in haar nieuwe leefgroep.

Samen vechten

tegen de stoornis

De terugrit van Antwerpen

was vreemd. Mijn man en ik

voelden zo’n opluchting dat

ze binnen was en dat haar

genezingsproces kon beginnen.

We waren psychisch en

fysisch totaal uitgeput. We

hadden het gevoel dat we

een enorme strijd hadden

geleverd. Een strijd tegen de

windmolens. Een strijd die we

niet alleen konden winnen.

We waren zo dankbaar dat

anderen nu zouden strijden

voor onze Tess. We legden

dus alle hoop bij het UKJA.

De komende weken werden

de hardste uit ons leven. We

bezochten haar zoveel als we

konden. Tess was zo ontredderd.

Ze weende dagen en

nachten aan een stuk omdat

ze naar huisde wilde. Ze

klampte zich zo stevig vast

aan mij bij het afscheid dat

de begeleidsters moesten

helpen om mij buiten te laten.

En het hardst vond ik die

deur die in het slot viel, terwijl

ik mijn dochter hoorde huilen

erachter. Maar het was voor

de goede zaak. We wilden

haar genezen.

Ondertussen waren Krist en ik

beiden minder gaan werken.

We namen verlof medische

bijstand. Ons leven stond

geheel in het teken van Tess.

Alles moest wijken hiervoor.

Onze dagen vulden zich met

lange ritjes naar Antwerpen,

lange wandelingen met

Tess in de rolstoel in het

Middelheim park, bezorgde

telefoontjes van familie en

18

19



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

vrienden, de zorg voor onze

andere kinderen. Nog nooit

voelden we ons zo verlaten

maar toch gesteund. Ons netwerk

van vrienden en familie

was hartverwarmend.

Krist en ik moesten alles

een plaatsje geven en toch

sterk staan voor onze andere

kinderen.

Ik weende de eerste weken

heel veel en kon me amper

concentreren op mijn werk.

Na enkele weken begon ik

langzaamaan weer contact te

maken met de buitenwereld.

Het viel me op hoe moeilijk

het was voor mij om er over

te praten. Het was geen

taboe anorexia, maar ik was

zo emotioneel dat ik telkens

begon te wenen. Gelukkig

kon Krist het droger houden

en in mijn plaats communiceren

als het nodig was.

Elk verwerkten we het op

onze eigen manier. De ene

al sportend, de ander al tuinierend.

Het is belangrijk dat

je als ouder ook voor jezelf

zorgt anders kan je geen zorg

bieden aan je kinderen en er

staan. De ene dag kan je er

natuurlijk beter tegen dan de

andere en gelukkig waren we

met twee om elkaar af te wisselen.

We waren en zijn nog

altijd een goeie tandem.

Het gevecht

van Tess

Tess leverde haar strijd tegen

anorexia en vond de opname

in Antwerpen een hel. Dit liet

ze ook blijken op haar sociale

media. Toen we plotseling van

enkele ouders hoorden dat

hun kinderen toch wel erg

geschrokken waren van de negatieve

beelden en quotes die

Tess via snapchat deelde, hadden

we een nieuw probleem.

Sommige vriendinnen waren

echt bang dat er iets ergs ging

gebeuren met Tess. Gelukkig

verliep de samenwerking met

de school heel vlotjes. Samen

met de leerkrachten van Tess

haar klas, het CLB en de directie

werd er een intieme praatavond

georganiseerd waar

Krist wat zou toelichten over

de toestand van Tess en haar

opname in Antwerpen. De ouders

werden gerustgesteld en

konden dit ook zo doorgeven

aan hun kinderen. Daarnaast

kregen ze ook veel meer inzicht

in de eetstoornis anorexia. En

Tess leerde dat sociale media

niet altijd de oplossing was

voor haar eetproblemen.

De kerstperiode brak aan en

Tess mocht naar de oranje

fase. We waren super blij dat

Tess met kerst twee dagen

naar huis mocht komen. Al

was het heel moeilijk om

thuis te eten, we konden zo

genieten dat ze thuis was

en dat ze dicht bij ons kon

kruipen in de zetel.

Het besef sijpelde meer en

meer binnen dat deze eetstoornis

nog niet direct zou

verdwijnen. Ik weet nog goed

toen we vroegen bij ons eerste

gesprek: Hoelang duurt

het tegen dat ze genezen is?

Twee maanden? Langer?

In januari werd Tess 12 jaar

in haar leefgroep. Ze wilde

dit niet vieren, niet in een

instelling. Het was voor Tess

al duidelijk dat ze alles op

alles zou zetten om zo vlug

mogelijk thuis te zijn. Ze kreeg

haar strijdkracht terug.

Wij probeerden Tess op te

vrolijken door steeds andere

vriendinnen mee te brengen

op bezoek op woensdagnamiddag.

Dit waren altijd

heel intense momenten

voor haar vriendinnen en

haar. Soms had Tess een

goeie dag en soms had Tess

een hele moeilijke dag. Het

was verbluffend hoe andere

leeftijdsgenoten omgingen

met Tess en haar psychische

ziekte. Er was geen taboe en

we spraken er meer en meer

open over. Onze vrienden

en familie hielpen met de

bezoekjes en ondersteunden

ons geweldig. We voelden

ons gedragen. Hele intense

mooie momenten. Stilletjes

aan begonnen we weer te

glimlachen en te herademen.

De gele fase brak aan en we

wilden zo vlug mogelijk naar

die groene fase. Ondertussen

had Tess al een hechte

band met sommige andere

meisjes op de leefgroep. Het

waren één voor één perfectionistische

meisjes die zoveel

in hun mars hadden maar

die zo zwoegden met hun

zelfbeeld en zelfwaarde. Ze

waren een steun voor elkaar

en tegelijk ook een bron van

jaloezie, want iedereen wou

zo snel mogelijk weer begin-

nen aan hun eigen leven, een

normaal leven.

Ik weet nog goed hoe Tess op

haar eigen evaluatie een geweldige

mooie speech hield

waarin ze vertelde waarom

ze haar ontslag had verdiend.

Welke stappen ze had gezet

en welke stappen ze nog zou

zetten. We waren zo trots op

haar! Ons advocaatje had het

gekund! Vroeger dan verwacht

verliet ze de leefgroep.

Een knuffel, een bedankje en

“Hier zien jullie mij niet meer

terug!” met een knipoog.

Het was gelukt! We konden

naar huis en het thuis verder

proberen. We waren blij maar

op onze hoede.

Zucht.

Krist en ik wisten al door de

ervaringen in het weekend dat

dit niet zo evident zou zijn.

Haar gewicht moest zeker

nog een stuk verder omhoog

en de strijd begon thuis weer

opnieuw. Tess vergeleek alle

maaltijden met haar broers.

Ze vond dat ze altijd te veel

opgeschept kreeg. Ze was

zo jaloers op haar broers die

wel mochten sporten in hun

vrije tijd. Tess had nog altijd

een sportverbod wegens haar

ondergewicht. Ze verlangde

zo naar dat sporten maar dat

was nog enkele kilogrammen

verwijderd. Onze kinderarts,

psychologe en diëtiste, de

heilige Drievuldigheid, kon

weer beginnen zwoegen. Het

gewicht moest omhoog.

Het was krokusvakantie en

erna zou het normale leven

kunnen beginnen. Tess hervatte

haar 6de leerjaar maar

door corona werd dit veel

thuisonderwijs.

Het was nog

niet voorbij

De sfeer thuis was gespannen.

Telkens vier paar ogen op

Tess gericht bij de maaltijden.

Dit ging niet zoals gepland.

Tess haar eetstoornis won

weer meer en meer terrein.

Haar welbevinden was laag.

De ruzies liepen weer hoog

op. De jongens noemden ons

huis “het gekkenhuis”.

Eten was nog altijd een strijd.

Tess discussieerde voor alles.

En wij haalden alles uit de

kast om haar toch maar te

overhalen. De eetstoornis

won terrein! Die ruzies om

eten verziekten ons huis.

Haar gewicht werd terug een

dalende curve. Samen met

de kinderarts besloten we om

Tess terug op de wachtlijst

van het UKJA te plaatsen want

we wilden het zeker niet te

ver laten komen. Een tweede

opname was zeker nodig. Tess

had de transfer niet gemaakt.

Om de twee lange vakantiemaanden

te overbruggen zou

Tess naar Twoape gaan voor

psychische ondersteuning

en dagtherapie. Tess bleef

het super moeilijk hebben en

een korte ziekenhuisopname

was nodig om haar overeind

te houden. Gelukkig begeleidde

onze kinderarts ons

en kregen we een psychiater

toegewezen voor de nodige

medicatie. Tess was terug aan

het wegzinken en dit wilden

we voorkomen.

En dan terug het verlossende

telefoontje: er is plaats in de

leefgroep. Ze mag 1 september

starten. Net op haar

eerste schooldag in het middelbaar.

Gelukkig konden we

hier een compromis sluiten

Eten was nog altijd een strijd. Tess

discussieerde over alles. En wij haalden

alles uit de kast om haar toch maar te

overhalen. De eetstoornis won terrein!

20

21



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

want we vonden het wel belangrijk

dat Tess haar nieuwe

klas leerde kennen voor ze

weer eventjes van het toneel

verdween. En zo startte Tess

haar tweede opname op 2

september.

Het werd een hele andere opname.

Een opname waar Tess

met zoveel meer voorsprong

aan begon. Een opname

die de eerste “hel-opname”

zoveel meer verzachtte. Tess

stapte terug binnen en we

voelden onmiddellijk dat het

de juiste beslissing was.

Deze keer was het hele korte

opname, slechts 2 maanden.

Er werd vlug overgeschakeld

naar de buitenschool. Per

week verbleef ze 3 dagen in

de leefgroep en 4 dagen thuis

met school. In de herfstvakantie

kwam ze thuis. Samen met een

enorm betrokken leerlingenbegeleidster

en ondersteunster

kon Tess haar achterstand

bijwerken op school.

Een blijvende

zoektocht

School verliep goed, maar

thuis eten bleef een issue. De

psychologen stelden voor om

Tess op internaat te plaatsen

na de kerstvakantie. Meer

structuur zou haar eetpatroon

mogelijks kunnen versterken.

Al vlug bleek dit geen goed

idee. Tess wilde daar niet zijn

en liet dit blijken met heftige

woede-uitbarstingen. Haar

weerstand was enorm. Tess

had met haar ASS enorme

aanpassingsmoeilijkheden en

haar gewicht daalde. Na een

tweetal maanden beseften we

dat Tess het best kon gedijen

bij ons thuis. Dus na de

paasvakantie moest Tess haar

koffertje niet meer pakken

voor het internaat. We leerden

steeds bij. Ondertussen was

Tess ook 2 keer veranderd van

psychologe en diëtiste.

We leerden de vereniging

ANBN kennen en kregen

steun van een geweldig

gemotiveerde vrijwilligster die

Tess aanmoedigde om een

leuke hobby te zoeken. Iets

waar ze heel gelukkig van kon

worden. Iets waar ze energie

van kon krijgen. Na haar ukelele

project wou Tess naar de

musical academie. Ze leerde

Fabric Magic kennen en kreeg

terug energie en ‘goesting’.

We zagen Tess weer lachen

en genieten.

Lennie

sociaal • rechtvaardig • sportief • motorrijder •

boekenliefhebber • kindervriend • natuurmens •

zorgzaam • levensgenieter • humor

De zoektocht was soms echt

een kruistocht geweest.

Nu nog altijd zijn we zoekende

en komen er nog altijd nieuwe

vragen bij. Hoe gaan we die

zomerreis aanpakken? Zal ze

daar kunnen eten? Laten we

ze meegaan op 5-daagse met

school, waar ze zeker minder

zal eten? Wat heeft te maken

met pubergedrag, ASS of met

haar eetstoornis? Zal ze altijd

zo eenzijdig blijven eten of zal

ze het ooit kunnen lossen?

Heel veel vragen waar we ons

dagelijks nog over buigen.

Maar we bespreken alles

met Tess en met de nodige

deskundigen. We proberen

ook altijd onze twee jongens

erbij te betrekken want we

zijn tenslotte 1 familie.

Er staan terug mooie activiteiten

op ons programma,

waar we enorm van kunnen

genieten. We weten ondertussen

ook wel waar het

schoentje knelt en proberen

er zoveel mogelijk het beste

van te maken. Doorzetten is

de boodschap.

Maar bovenal zijn we zo blij

dat ze terug bij ons is!

ANBN: samen in

de bres voor een

gezonde relatie

met eten

Een blik op het verleden

De vereniging ANBN is in 1980 opgestart door

en voor ouders van mensen met anorexia. “De

voornaamste bezigheid toen was het organiseren

van lotgenotencontacten. Bovendien was

er het tijdschrift Antenne en vond er tweemaal

per jaar een grote bijeenkomst plaats. Ook

waren er enkele praatgroepen actief,” legt Els

Verheyen uit. “Toen heette de vereniging nog

Vereniging Anorexia Nervosa en in 1994 is de

diagnose boulimia nervosa in de DSM gekomen

en dan is de naam veranderd in Anorexia

Nervosa-Boulimia Nervosa.”

Vanaf eind jaren ’90 kunnen mensen met

een eetstoornis en hun naasten ook terecht

op een online forum. “Voordien waren er wel

praatgroepen die geleid werden door lotgenoten,

maar er was geen plek waar ze elkaar

systematisch konden ontmoeten en via het

Karolien Selhorst

De vereniging ANBN (Anorexia Nervosa-Boulimia Nervosa) is al jaren

een gevestigde waarde in het landschap van organisaties die zich

inzetten voor mensen met een eetstoornis en hun naasten. Ook wie

autisme heeft in combinatie met een eetstoornis kan bij hen terecht.

Voorzitter Els Verheyen licht voor ons een tipje van de sluier op.

forum kon dit wel. In 2005 kregen we voor

het eerst een dotatie van de Nationale Loterij

en dan is er ook een inloophuis in Leuven

gekomen. Na een gesponsorde fietstocht deed

22

23



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

de inloopmobiel zijn intrede en in 2016 zijn de

deelwerkingen overal te lande opgestart.”

Op weg naar herstel

De missie van ANBN is het creëren van een

informatie- en ontmoetingsplaats waar mensen

zich veilig voelen en kunnen praten over

de dingen die hen bezighouden. “Bovendien

helpen wij – het driekoppige bestuur en de 60

vrijwilligers - en lotgenoten elkaar op weg naar

herstel. Dat is en blijft nog altijd onze belangrijkste

doelstelling,” voegt Els toe.

De werking is gebaseerd op drie belangrijke

pijlers: informeren, ontmoeten en delen. “In

de praktijk betekent het dat wij iedereen die

op zoek is naar informatie over eetstoornissen

wegwijs maken en op weg zetten naar

gepaste hulp. Daarnaast brengen we mensen

samen, zowel fysiek via de praatgroepen en via

de deelwerkingen in de verschillende provincies

en online, via Facebook en chat. Tot slot

bieden we lotgenoten de gelegenheid om hun

ervaringen met elkaar te delen tijdens activiteiten,

enzovoort.”

Overal te lande

De vereniging is er niet uitsluitend voor mensen

met een eetstoornis. “Ook hun naasten

zijn welkom,” zegt Els. “Een uitzondering is de

groep mensen met ARFID. Dat is veeleer een

voedingsstoornis die vaak samengaat met

autisme. Daarmee hebben we minder ervaring

en mensen met deze aandoening verwijzen we

dan ook meestal door naar Eetexpert bijvoorbeeld.

Zij hebben wel een aantal adressen

waar je terecht kunt voor informatie en hulp.”

De hoofdzetel van ANBN bevindt zich in Leuven,

maar er zijn ook deelwerkingen in de verschillende

provincies. “Vanuit Leuven worden de

deelwerkingen en de activiteiten aangestuurd.

Ook de mailtjes en telefoontjes komen daar

toe. Bovendien fungeert het als inloophuis en

vinden er diverse activiteiten en praatgroepen

plaats. Er is ook een uitgebreide bibliotheek.

Daarnaast hebben we deelwerkingen in Hasselt,

Turnhout, Antwerpen, in Dilbeek en in Gent. Dat

zijn ontmoetingshuizen, behalve in Hasselt, daar

is een praatgroep. Ook Gent en Leuven hebben

één of meerdere praatgroepen. In het voorjaar

2023 willen we ook graag nog een deelwerking

opstarten in Kortrijk en Tongeren.”

Fysiek hand in hand met online

ANBN organiseert doorheen het jaar diverse

activiteiten op verschillende plaatsen in Vlaanderen.

“Jaarlijks vindt er een hersteldag plaats,

we organiseren een weekend in de zomer, er

zijn inloopmomenten, in onze praatgroepen

kunnen lotgenoten en naasten ervaringen

uitwisselen” aldus Els.

“Daarnaast zetten we allerlei ad hoc activiteiten

op touw, zoals creatieve sessies, infosessies,

workshops, thema-avonden, lezingen, en noem

maar op. Tot slot organiseert ANBN jaarlijks op

2 juni op Wereld Eetstoornis Actiedag een activiteit

die aansluit op het wereldwijde thema.

Wie op de hoogte wil blijven van wat we doen,

houdt het best onze kalender in de gaten en/

of abonneert zich op onze nieuwsbrief.”

Niet alleen fysiek is ANBN actief, maar ook

online is er voor elk wat wils. “Ten eerste is er

onze website waar je onder andere informatie

vindt over eetstoornissen en over de diverse

deelwerkingen en activiteiten. Op Facebook is

er onze openbare pagina ‘Uit de ban van eetstoornissen’.

Via dit kanaal blijf je op de hoogte

van de laatste nieuwtjes en onze activiteiten,”

stelt Els.

“Je kan ook lid worden van onze besloten

groepen ‘Samen herstellen van een eetstoornis’

of van ‘Naasten helpen bij eetstoornissen’.

Daarnaast vinden er geregeld chatmomenten

plaats. Die worden begeleid door een van onze

ervaringsdeskundige vrijwilligers. En last but

not least is er ons digitaal magazine ‘Lichtpunt’,

dat viermaal per jaar verschijnt en steeds

inzoomt op een ander thema.”

Autisme en een eetstoornis

Als eten een zo groot deel van je leven inneemt,

dat je niet meer normaal kunt leven,

en dat het eten je gedachten en je gevoelens

overneemt, dan spreken we van een eetstoornis.

Maar wat is nu precies de link met

autisme? “Wij zien veel mensen die zowel een

eetstoornis en autisme hebben en dat gaat

dan vooral over het zoeken naar controle en

houvast. Vaak is de eetstoornis een manier om

met overspoeling om te gaan en zo houvast te

vinden. Iemand wil duidelijke regels voor zichzelf

vinden via het eten, ontspoort daarin en

op den duur raakt hij of zij helemaal verstrikt in

een eetstoornis,” besluit Els. “Het is ook niet altijd

gemakkelijk om een onderscheid te maken

tussen de regels die je voor jezelf stelt vanuit

autisme en welke vanuit de eetstoornis.”

Meer informatie?

Neem een kijkje op de website van ANBN:

www.anbn.be

Je kunt ook een mailtje sturen naar: info@anbn.be

of bellen naar 016 89 89 89 (woensdag- en zaterdag

tussen 14u en 18u).

24

25



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

Elke dag is

een kans op een

nieuw begin

Fiere mama van Klaartje

Mijn dochter Klaartje (pseudoniem)

was het tweede wondertje dat ik op de

wereld zette. Ze had al een broer van 5

jaar bij wie alles zo perfect als mogelijk

verliep. Dochterlief was al een gevalletje

apart omdat ze al tijdens mijn zwangerschap

geen nood aan slaap leek te

hebben. Dat uitte zich door 24 uur rond

hevige beweging in mijn buik. Vanaf

het moment dat ze geboren werd, was

ze een heel hevige baby. In haar boekje

noemden ze haar een “huilbaby”.

Ik voelde instinctief dat er iets niet klopte met

Klaartje. Ze had zeer rare gezichtsuitdrukkingen

als er iemand dichtbij kwam en meerdere

“speciale” trekjes die ik niet kon thuisbrengen.

Maar ik durfde er met niemand over praten, ik

voelde me een minder goeie moeder omdat ik

mijn eigen kind een “raar” kind vond.

De eetproblemen staken de kop op toen ze

peuter was. Ze lustte bijna niets en hoewel

ik probeerde vol te houden om haar alles te

laten eten of proeven, lukte het alleen met

boterhammen met choco. Als ze al eens wat

anders at, dan stak ze haar mond propvol

omdat ik bleef hameren op het feit dat ze het

moest eten. Zij bleef gewoon zitten met haar

bolle wangen en mond vol eten, maar ze slikte

niets door. Het was een heel gedoe om haar

zo ver te krijgen dat ze het eten doorslikte

en meestal was het eindresultaat dat ze alles

terug uitspuwde.

Een hevig en enthousiast kind veranderde in

een teruggetrokken grijs muisje dat op haar

zeven jaar al in therapie moest gaan voor opkomende

depressies. De diagnose ADD met een

zwaar concentratie probleem was het verdikt

en Klaartje stapte over naar het buitengewoon

onderwijs. Dit was voor haar een zeer goede

beslissing omdat ze - ondanks haar bovengemiddelde

begaafdheid - niet mee kon in het

snelle tempo dat van haar verwacht werd.

De volgende jaren waren er veel van ups en

downs, die stilletjes aan meer downs werden.

Tot ze op haar 15 jaar volledig onderuit is

gegaan en eindelijk de juiste diagnose kreeg:

autisme en ADD. We hebben alles geprobeerd:

thuisonderwijs, zelfstudie, Bednet, schooluitval,

alle soorten psychische begeleidingen, waaronder

ook diëtisten, medicatie en een lange

opname in de psychiatrie. Ik kan er letterlijk

een boek over schrijven maar het verdriet

terug ophalen heeft geen nut. Ook bij mij heeft

haar pijn en haar vele depressies vele littekens

nagelaten. Je kind zo zien lijden en haar niet

kunnen helpen tekent je als ouder.

Druk wegnemen

als eerste stap

Wat ik wel wil vertellen in een korte versie, is

hoe het al die jaren met haar eetprobleem

verliep. Ik ben steeds blijven volhouden dat ze

alles moest eten wat op tafel kwam of op zijn

minst toch een beetje. Tot ze volledig gecrasht

is en ik me in haar nieuwe diagnosestelling ben

gaan verdiepen.

Naast de druk om dag na dag door te komen

had ik bij Klaartje nog extra druk opgelegd

door haar te dwingen om met ons mee te

eten. De nieuwe psychiater zei dat ik direct alle

druk moest wegnemen en schreef haar antidepressiva

voor. Klaartje stond letterlijk op dat

randje aan de hoge brug, er kon niets meer bij

in haar kopje. Dus de enige druk die ik direct

weg kon nemen was die van het verplichte

eten. Dat zorgde ervoor dat ze wekenlang

alleen maar croque monsieurs at afgewisseld

met evenveel weken pizza. Toen drong het tot

mij door dat dit het enige moment op een hele

dag was dat ik haar oogjes weer zag glinsteren.

En nadat ze altijd al een mager kind en een

hele slechte eter was geweest, kwam ze door

de antidepressiva en het ongezonde eten 35

kilo aan in dat eerste jaar tijd.

Uiteindelijk woog ze op haar 22 jaar 105kg en

had ik het totaal niet meer in de hand. Ik weeg

zelf maar 55kg, dus je kan goed begrijpen dat ik

al die jaren heel goed wist dat dit de verkeerde

kant uit ging. Maar elke poging die ik voorzichtig

probeerde om er een wending aan te geven

lukte niet. Volgens de vele diëtisten die we zagen,

eet ze zelfs te weinig en moet ze meerdere

keren per dag nog meer eten.

De combinatie van het beperkte en ongezonde

eetpatroon en te weinig lichaamsbeweging,

met de extra trigger antidepressiva geeft haar

gewicht de genadeslag. We hebben alle verschillende

varianten van antidepressiva uitgeprobeerd

onder medisch toezicht, ofwel komt

ze er erg bij, ofwel heeft ze er alle bijwerkingen

van. Haar gelukspilletje stoppen is ook geen

optie want dan worden de steeds hangende

dips weer zware depressies.

Gaandeweg werd me ook duidelijk wat haar

eetprobleem precies inhield. Het eten zorgde

bij problemen door structuren, kleuren,

uitzicht, aanvoelen.... Panische angst om iets

te moeten eten wat ze niet zal “kunnen” eten.

En nu begrijp ik ook waarom er zoveel stress

was als we ergens naar toe wilden: ze kon niet

voorzien en kiezen wat te eten.

De druk op jou als moeder is ook niet te

onderschatten. Je wil een gezond maar ook

een gelukkig kind. Maar wat doe je als je moet

Dit is de spreuk die op mijn gsm front staat, en

die ik dus meerdere keren per dag bekijk om

telkens te glimlachen en weer door te gaan.

26

27



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

kiezen tussen één van deze beide opties? Mensen

in je omgeving begrijpen dit ook niet. Zij

zien alleen maar dat Klaartje over een goede

intelligentie beschikt, niet sociaal is en mega

zwaar door “haar ongezonde eten”. Dus in hun

ogen ben ik als mama verantwoordelijk. De

reacties als “bij mij zou dit niet waar zijn en zou

ze moeten meedoen aan buitenactiviteiten

en mee aan tafel eten” komen me letterlijk de

strot uit. Dus ik spreek er met niemand meer

over. Ik begon ook mijn eigen deur meer en

meer te sluiten. Ooit zei zelfs een vervangende

huisarts tegen mij: “Mevrouw, uw dochter is zo

dik, geef ze eens wat minder snoep”. Wat de

omgeving dan natuurlijk weer niet zag, is dat zij

geen zoetigheid en zelfs te weinig at. Maar wie

dik is, snoept te veel. Logica voor mensen die

niet beter weten.

En nu?

Dus waar staan we nu. Hoewel ze jaren heeft

gezegd dat ze liever dik en gelukkig (met haar

pilletje) wou zijn, dan dun en ongelukkig (zonder

haar pilletje) veranderde er iets. Ze begon

eindelijk ook beseffen dat dit zo niet verder

kon, 105 kg voor iemand van 160cm groot was

teveel. Ze was ook insulineresistent geworden

door haar overgewicht. Al at ze nog steeds

geen zoetigheid.

Antidepressiva werd nog maar eens veranderd

en tot een minimum herleid. Elke week krijgt ze

nu ook een spuit voor haar suiker en zwaarlijvigheid.

Klaartje zelf is ook iets meer gaan

bewegen in een begeleide en beschermende

omgeving, want anders is dit heel moeilijk als

je normaal niet buiten komt door je sociale

problematiek.

Maar het goede nieuws is dat ze op één jaar

tijd van 105 kilo naar 85 kilo is gegaan, een

tiendubbele hoera voor haar doorzetting. Ze

wil graag tot op 70 kilo geraken.

Alleen het eetprobleem raakt niet opgelost.

Hoe hard ze ook knokt met professionele begeleiding,

het durven eten lukt niet. Ik word er

stilletjes aan wat moedeloos van, want zolang

dit niet opgelost geraakt zal ze waarschijnlijk

terug bijkomen als ze de vermagering/suiker

medicatie stopzetten. Dit zit er binnen enkele

maanden aan te komen.

Waarom deel ik

dit verhaal?

Ik hoop hiermee andere moeders te ondersteunen.

Het wil niet zeggen dat je het niet

goed doet als ouder omdat je het eetprobleem

van je kind niet onder controle krijgt. Het is

gewoon een zeer moeilijke problematiek waar

dan ook nog eens zeer weinig begrip voor is.

Zeker als het resulteert in zwaarlijvigheid, want

dit is voor de buitenwereld nog steeds het

gevolg van een verkeerde opvoeding.

Mijn dochter zei me ooit toen ze nog zeer jong

was: “Ik zou liever zonder benen geboren zijn,

dan zouden de mensen zien dat er iets mis is

en meer begrip hebben als iets me niet lukt”. Ik

krijg me nog steeds tranen in de ogen als ik dit

neerschrijf. Hoe moeilijk moet het zijn voor een

jong kind om dit te beseffen en te zeggen.

Wie ben ik?

Ik ben 59 jaar en ik ben ondertussen 16 jaar

gescheiden na een huwelijk van 25 jaar. Ook

na de scheiding ben ik alleen gebleven omdat

een relatie alles alleen maar ingewikkelder zou

maken. Ik heb dus mijn twee kinderen alleen

verder groot gebracht. Waarschijnlijk zal mijn

dochter (ondertussen 24) nog wel wat jaren bij

me blijven wonen en het idee is dat ze uiteindelijk

wel in een soort begeleide groepswoning

zal gaan als ze er klaar voor is. Maar op dit

moment doen we het goed met zijn tweetjes

en houden we het nog even zo.

Ik ken mijn dochter haar beperkingen door

haar autisme ondertussen redelijk goed zodat

ik weet waar op te letten om de prikkels zo

laag mogelijk te houden. We hebben een vaste

routine opgebouwd en blijven er samen met

de professionele begeleiding van psychiater,

een auticoach en eetspecialist aan werken om

ook de hangende dips tot op een minimum te

brengen.

Ik heb vele jaren in het buitengewoon onderwijs

gewerkt, maar heb sinds een half

jaar een carrière switch gemaakt. Ik ben zelf

de persoonlijke assistente van mijn dochter

geworden. Het was immers telkens een grote

stressfactor voor haar als ik naar mijn werk

vertrok en we steeds iemand moesten inhuren

als begeleidster.

De beslissing om te stoppen met mijn vertrouwde

werk en om mijn werkzekerheid,

anciënniteit en mijn collega’s op te geven was

mentaal een grote stap. Maar de juiste beslissing

omdat mijn kinderen op de eerste plaats

komen.

Soms wordt me gevraagd waar ik de positieve

energie blijf vandaan halen om mezelf weg te

cijferen en de zorg voor mijn dochter voorop

blijf stellen. Ik vertel dan steeds dat ik het niet

zo zie, omdat ik niet het gevoel heb dat ik

zoveel mis. De sterke band met mijn kinderen

geeft me veel voldoening, ik heb een knopje

dat ik in het oneindige kan omdraaien.

Ik start de dag met een koffie en een wandelingetje

met de hond en eindig de dag met

een glaasje wijn aan de haard. Elke dag is een

nieuwe dag, ik kijk niet achter- of vooruit, maar

leef in het nu. En elke glimlach die ik op mijn

dochter haar snuitje heb gebracht is dat meer

dan waard.

Een mama die elke ochtend terug opstaat en

zichzelf vertelt: “een nieuwe dag, een nieuw begin”

en die haar dochter met een glimlach en

veel liefde weer een dag helpt door te geraken.

Dit is de spreuk die ik mijn dochter graag zou aanleren....

Het is niet wachten en zoeken naar betere

tijden, het gaat om het nu een goede tijd te maken.

Mama van Klaartje

positief • geduldig • fantasie • rustig • genieter (van de kleine dingen)

tevreden • sociaal • gemakkelijk • warm • sterk

28

29



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

Eetproblemen

bij autisme

An Gers

Na mijn opleiding tot lerares lager onderwijs,

besloot ik vanuit mijn interesse in voeding

verder te studeren voor diëtiste. Sinds ik in

2006 afgestudeerd ben, combineer ik mijn

functie als docent binnen de opleidingen

verpleegkunde en vroedkunde bij Thomas

More Turnhout met mijn zelfstandige praktijk.

De voorbije 15 jaar deed ik algemene

dieetbegeleiding, zowel thuis in mijn eigen

praktijk als binnen enkele huisartsenpraktijken.

Sinds januari 2018 heb ik me volledig

toegelegd op de begeleiding van eetproblemen

bij autisme, selectieve eters / ARFID en

dieetadvies bij prikkelbare darm (fodmap).

De voorbije 2 jaren schoolde ik me bij tot

‘auticoach’. Als auticoach en ervaringsdeskundige

ouder wil ik mijn professionele

kennis als diëtiste inzetten om andere

ouders te begeleiden bij de eetproblemen

van hun kind met autisme. Daarnaast wil ik

volwassenen met autisme ondersteunen bij

de moeilijkheden die zij ondervinden bij het

veranderen van hun eetpatroon.

Waarom kan eten soms

moeilijk zijn bij autisme?

Om te begrijpen waarom eetproblemen vaker

voorkomen bij autisme, kunnen we gebruik

maken van de metafoor van de ijsberg. We zien

gedrag (boven de ijsberg) en dit kan verklaard

worden door wat er zich afspeelt binnenin de

persoon met autisme (onder de ijsberg).

30

Appel eet ik

alleen op school

Ik eet eerst mijn vlees, daarna

mijn groenten en als laatste

mijn aardappelen.

Brood uit een

brooddoos stinkt

Sensorische verwerking

Executieve functies

Predictieve coding

hypothese

Aan tafel blijven zitten,

is heel erg moeilijk

Basisrust

Mijn water smaakt

naar plastic

Een velletje in de soep

= drama

Ik eet het

liefst overal

mayonaise bij

Contextblindheid

Theory of mind

Centrale coherentie

Hoewel wij eten misschien als iets vanzelfsprekends

zien, kan eten voor personen met autisme

best een complexe opdracht zijn. Kinderen

met autisme hebben voor het beheersen en

automatiseren van motorische handelingen

bijvoorbeeld vaak meer tijd nodig. In situaties

van angst, stress en onduidelijkheid zijn deze

handelingen extra moeilijk. Daarnaast hebben

ze vaak moeite met de textuur van bepaalde

voedingsmiddelen. Ook de temperatuur, de

geur en het uitzicht van eten kan voor te veel

of net te weinig prikkels zorgen.

Het begrijpen van de eetsituatie kan ook een

uitdaging vormen. Kunnen inschatten van

contexten is vaak moeilijk voor personen met

autisme. Voorspellen van wat voedingsmiddelen

met zich mee zullen brengen, is daardoor

niet evident en kan zorgen voor onzekerheid

of angst. Eten is daarnaast ook een sociale

aangelegenheid. Sociale regels en verwachtingen

aanvoelen, is minder evident voor personen

met autisme. Omdat maaltijden tenslotte

ook een uitdaging kunnen zijn op het vlak van

executieve functies (planning, organisatie,

taakinitiatie, ...) kan dit voor bijkomende moeilijkheden

zorgen vanaf de adolescentie.

Voldoende basisrust is cruciaal om aan eetproblemen

te kunnen werken. Soms is het nodig

om hier eerst ruimte te creëren om te kunnen

komen tot behandeling van de eetproblemen.

Om te komen tot eten, mag de emmer maar

halfvol zijn. Vaak is het dan ook nodig om andere

dagdagelijkse situaties in het leven onder

de loep te nemen en meer af te stemmen op

de persoon met autisme.

Het is belangrijk om ruimte te creëren om te

leren eten, zonder druk uit te oefenen. Ook als

het medisch gezien noodzakelijk is dat het kind

(meer) eet, heeft het geen zin om druk uit te

oefenen. In dergelijke situaties kan het nodig zijn

om via medische voeding de inname te verhogen.

Als mensen met autisme aan de slag willen

rondom hun eetproblemen, is het belangrijk

om te begrijpen waarom bepaalde aspecten

rondom voeding moeilijk kunnen zijn. Aan de

hand van de verschillende verklaringsmodellen

voor autisme geef ik graag toelichting bij enkele

concrete moeilijkheden.

Theory of mind

Met ‘theory of mind’ bedoelt men het kunnen

voorstellen van de binnenkant van iemand

anders. Het houdt in dat je verwachtingen, bedoelingen,

wensen, kennis en opvattingen van

iemand anders kan inschatten. Aangezien het

voor personen met autisme moeilijker is om

het gedrag van anderen te begrijpen, is dit een

verklaring voor de moeilijkheden die zij hebben

in verband met sociaal contact en communicatie.

Eten is een sociaal gebeuren en wordt vaak

gezien als een gespreksmoment. Voor personen

met autisme kan het soms fijner zijn om

dit gespreksmoment net niet te combineren

met de prikkels die de voeding op zich al met

zich meebrengt. Daarnaast is het belangrijk om

verwachtingen tijdens de maaltijd duidelijk te

maken. Denk hierbij aan gepast gedrag aan tafel,

maar bijvoorbeeld ook aan verwachtingen

die gesteld worden indien nieuwe voedingsmiddelen

aangeboden worden.

Executieve functies

Met ‘executieve functies’ bedoelt men de

besturingsfuncties, de functies die belangrijk

zijn om te komen tot het oplossen van

een probleem. Voorbeelden hiervan zijn: het

beheersen van impulsen, het richten, houden

en wisselen van aandacht, het plannen en

organiseren. Van zodra meer zelfstandigheid

verwacht wordt op vlak van organisatie van de

maaltijdmomenten, kunnen verstoringen in

executieve functies zorgen voor problemen.

Denk hierbij aan haarbare verwachtingen aan

tafel (vb. aan tafel blijven zitten zonder tijdsinvulling

is moeilijk), motorische uitdagingen (vb.

met handen blijven eten vraagt minder dan

met mes en vork), duidelijke maaltijdstructuur

(vb. ochtendroutine vraagt vaak meer tijd waar

ook ontbijt deel van uitmaakt) en het plannen

en organiseren van maaltijden. Ook het koken

van een maaltijd en aan de organisatie van de

boodschappen doen beroep op onze execu-

31



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

tieve functies. Maaltijdplanners die individueel

aangepast zijn en boodschappenlijstjes die

afgevinkt kunnen worden in de volgorde van

de winkelroute, kunnen dan een hulp zijn.

Centrale coherentie

Met ‘centrale coherentie’ bedoelt men het zien

van samenhang in wat wordt waargenomen.

Normaal nemen we zaken in zijn geheel waar.

Personen met autisme nemen zaken meer

in stukjes waar, in fragmenten. Zij zijn meer

gefocust op details en missen daardoor vaak

het zicht op het grotere geheel. Omdat dit leidt

tot chaos in hun hoofd, hebben ze de neiging

om veiligheid te zoeken in repetitieve handelingen,

routines en structuren. Ze zijn hierdoor

minder flexibel en hebben het moeilijker met

veranderingen. Daarnaast zorgt het verminderde

zicht op de samenhang tussen verschillende

zaken ervoor dat ze moeite hebben met

transfer van bijvoorbeeld vaardigheden van de

ene naar de andere context.

Zo zien we bijvoorbeeld dat sommige kinderen

met autisme op school wel fruit eten,

maar thuis niet. Ook zijn gemengde gerechten

omwille van die reden vaak moeilijker dan

wanneer de verschillende componenten apart

worden aangeboden.

We merken op dat personen met autisme

geneigd zijn om steeds hetzelfde voedingsproduct

te kiezen omdat je dan minder details

moet waarnemen, want je weet beter wat je

kan verwachten. Dit geeft dus meer voorspelbaarheid.

Wil je toch graag veranderingen

doorvoeren, dan werk je best in heel kleine

stapjes en voorzie je best voldoende tijd voor

elke stap. Het is hierbij vaak fijn om te vertrekken

van gekende voedingsmiddelen vb.

als rood fruit als veilig wordt beschouwd, kan

je misschien via rode druiven naar blauwe

druiven en witte druiven. Ook kunnen veranderingen

aan de eetstructuur gekoppeld worden

aan reeds bestaande activiteiten vb. starten

met je eigen eten bereiden nadat je de katten

hebt gevoerd.

Contextblindheid

Met ‘contextblindheid’ bedoelt men dat de context

niet meegenomen wordt bij de interpretatie

van wat er gebeurt. Personen met autisme

hebben het moeilijk met de wisselende betekenissen

van taal, maar ook van gebeurtenissen,

afspraken, … Hierbij is het belangrijk dat je de

context steeds meeneemt in de betekenisverlening

en dat is minder evident voor personen

met autisme. Vooral de niet-waarneembare

context kan moeilijk zijn. Je moet je hierbij

kunnen inbeelden wat mogelijks allemaal kan

meespelen. Dit alles zorgt ervoor dat dingen

vaak anders, verkeerd of niet begrepen worden.

Zo is het misschien de gewoonte om frietjes

thuis met je handen te eten. Op restaurant

mag dit dan misschien weer niet. Maar bij Oma

en Opa (hoewel dit ook niet thuis is) kan dat

misschien weer wel. Als de frietjes in de frituur

gegeten worden (toch ook wel een soort restaurant)

mag je frietjes misschien weer wel met je

handen eten. En als er thuis bezoek komt, wordt

er misschien weer verwacht om dit met mes en

vork te eten. Voor personen met autisme kan

de wereld hierdoor erg onvoorspelbaar zijn. Een

ander veelvoorkomend voorbeeld is dat bepaalde

voedingsmiddelen enkel in een bepaalde

context worden gegeten (vb. appel enkel op

school, soep enkel bij Oma). De context van de

appel op school geeft een andere eetbeleving

dan dat diezelfde appel thuis genuttigd zou

worden. Op school ruikt het immers anders dan

thuis. Idem voor de soep van Oma.

Eet- en leersituaties houden we omwille

van deze reden best gescheiden van elkaar

waardoor het eetmoment aan tafel terug

ontspannen kan verlopen. Het proefmoment

voor nieuwe zaken plaatsen we bewust buiten

het maaltijdmoment of we voorzien voor het

nieuwe voedingsmiddel een apart bordje met

duidelijke afspraken omtrent de verwachtingen

naar het kind toe. Hierbij leggen we de lat best

laag en werken we in kleine stappen. Zo kan je

starten met het voorspellen van een voedingsmiddel

door informatie in te winnen bij anderen.

Of misschien kiest een kind om zelf op

zoek te gaan naar voorspelbaarheid door het

voedingsmiddel aan te raken, eraan te ruiken

of ernaar te kijken. Als je kind niet spontaan

stappen zet indien je nieuwe voedingsmiddelen

aanbiedt, kan je je kind misschien wel laten

helpen in de keuken tijdens de bereiding.

Sensorische verwerking

Met ‘sensorische verwerking’ bedoelen we de

verwerking van prikkels die waargenomen worden

met onze zintuigen. Dit geldt niet enkel

voor smaak, maar zeker ook voor geur, zicht,

gehoor en tast. Daarnaast kunnen ook het

vestibulair zintuig (vb. moeite met stilzitten aan

tafel) en proprioceptie (vb. houding aan tafel)

invloed hebben op de eetsituatie. Niet alleen

voeding veroorzaakt prikkels. We bekijken

sensorische verwerking zeer ruim. Er is niet

alleen sprake van overgevoeligheden, zeker

ook van ondergevoeligheden. Enkele voorbeelden

zijn honger- en dorstgevoelens die vaak

minder sterk waargenomen worden. Ook het

verzadigingsgevoel kan zowel te sterk als te

zwak waargenomen worden. Soms voegen we

bewust prikkels toe aan een maaltijd (vb. extra

kruiden of sauzen) of nemen we net prikkels

weg (vb. kookpotten niet mee op tafel of verminderen

van de drukte in de eetsituatie).

Predictive coding

De laatste nieuwe wetenschappelijke inzichten

in de werking van ons brein vertellen ons

dat het waarnemen van de wereld rondom

ons niet start met het ontvangen van prikkels.

Ons brein voorspelt wat er zal gebeuren en

toetst bij de zintuigen af of de voorspelling

correct was. Vaak is de voorspelling voldoende

accuraat om te kunnen overleven en soms is

er sprake van voorspellingsfouten (al dan niet

belangrijk om te kunnen overleven). Het brein

van personen met autisme zou meer belang

hechten aan deze voorspellingsfouten waardoor

het moeilijker is om te vertrouwen op de

voorspellingen van het eigen brein. Zo kunnen

voedingsmiddelen die plots van smaak/verpakking/textuur

veranderen een erg vervelend

gevoel veroorzaken en zo ook het vertrouwen

in voeding in het gedrang brengen.

Het gewicht dat je dient te geven aan een

voorspellingsfout is afhankelijk van de context.

Zo zal een banaan met een bruin vlekje op de

schil binnenin vaak nog prima ongeschonden

zijn, maar zal een bruine vlek op een appel

vaker betekenen dat er een deel is aangetast.

Nieuwe voedingsmiddelen leren kennen, doe je

omwille van deze reden dan ook best steeds met

dezelfde soort of hetzelfde merk en in dezelfde

toestand (vb. rijpheid). Dit geeft meer voorspelbaarheid

en maakt dat het minder moeilijk wordt

om het voedingsmiddel te leren kennen. Mandarijntjes

kunnen omwille van deze reden dan ook

een uitdaging zijn (droog, met of zonder pitten,

zuur of zoet). We proberen voedingsmiddelen

meer voorspelbaar te maken door vb. ouders

Macaroni met ham en kaassaus, gescheiden aangeboden.

32

33



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

te laten voorproeven en info te laten geven aan

hun kind over de eigenschappen van het mandarijntje.

Hierdoor neemt de voorspelbaarheid toe

en neemt de stress bij het kind af.

Stukjes in gemixte soep geven vaak een

voorspellingsfout. Een manier om toch soep

te leren eten, kan eruit bestaan om eerst te

werken met een soepmaker die de soep zeer

fijn kan mixen waardoor details minder waarneembaar

worden. Bouillonsoep met grote

stukken groenten lukt vaak ook beter omdat

dit zichtbaar is en hierdoor ook voorspelbaar.

Brood is vaak een moeilijk voedingsmiddel

omdat dit zeer variabel is qua geur, smaak en

textuur. Een vers brood van de bakker proeft

en voelt anders dan datzelfde brood de volgende

dag of dan datzelfde brood ’s middags

in de brooddoos. De geur is anders, maar ook

zijn de randen vaak al iets droger waardoor de

smaak en de textuur wijzigt. Brood kan je meer

voorspelbaar maken door het bijvoorbeeld te

roosteren of er een croque monsieur van te

maken. Voor sommige kinderen kan een voorspelbaar

menu zorgen voor meer rust en op

die manier ook voor minder strijd aan tafel bij

het ontdekken van wat wordt aangeboden.

Hoe ver moet je gaan met

aanpassingen van voeding bij

kinderen met autisme?

Net als bij alle andere uitdagingen in het leven

van iemand met autisme, is het belangrijk om

ook hier in te zetten op 2 sporen: enerzijds het

aanpassen van de omgeving en anderzijds de

persoon met autisme trainen in zijn vaardigheden

om met deze uitdagingen om te gaan. We

gaan zeker zaken aanpassen en daarnaast ook

oefenen en zeer gradueel opbouwen.

Bij het aanpassen van de eetsituatie van het

kind met autisme kan de regel van gedeelde

verantwoordelijkheid een houvast bieden. Ouders

hebben de verantwoordelijkheid over wat

er gegeten wordt, waar en wanneer. Het kind

heeft de verantwoordelijkheid over of en hoeveel

er gegeten wordt. Ouders houden in hun

aanbod best rekening met de mogelijkheden

van het kind door de lat op de juiste hoogte te

leggen waardoor het eetmoment geen strijd

is. Ook heeft een kind met autisme soms extra

ondersteuning van de ouders nodig bij het bepalen

van een gezonde hoeveelheid voeding.

Moet elke moeilijkheid met

eten aangepakt worden?

Of het nodig is om rond de eetmoeilijkheden te

werken, is afhankelijk van een aantal factoren.

Soms kunnen er medische redenen zijn (vb.

groei- en gewichtscurve, vermoeidheid, conditie

bij inspanningen, …) die te maken hebben met

de hoeveelheid voeding (te veel of te weinig) of

de variatie aan voeding. Ook kunnen andere

aspecten omtrent het maaltijdgebeuren zorgen

voor extra spanningen (vb. aan tafel komen, aan

tafel blijven zitten, sociale gelegenheden).

Belangrijk is om het ideaalbeeld van gezonde

voeding niet als doel te stellen. We gaan voor

een voeding die ervoor zorgt dat een kind gezond

kan ontwikkelen en groeien en waarbij voeding

niet lijdt tot sociaal uit de boot vallen (denk

vb. aan hoe om te gaan met eten op verjaardagsfeestjes).

We mogen niet dezelfde standaarden

verwachten in verband met afwisselend eten als

bij personen zonder ASS. We dienen rekening te

houden met het autisme waarvoor ook aanpassingen

nodig zijn bij andere alledaagse taken. Dit

geldt evenzeer voor de eetmomenten.

Eetexpert

Eetexpert is het Vlaamse Kenniscentrum

rond eet- en gewichtsproblemen. Ook bij

het Vlaamse Kenniscentrum hebben ze

voor jou heel wat aanbod: Je kan er hulp

vragen bij het zoeken van hulpverleners

in je buurt, je kan er info vinden rond de

aanpak van eetproblemen bij mensen

met ASS en je vindt er een ondersteuningsfiche.

Ben je op zoek naar hulp voor eetproblemen

of een eetstoornis? Eet je

kind selectief?

• Contacteer Eetexpert op de verwijslijn

eetstoornissen en eetproblemen:

www.eetexpert.be/hulp/

verwijslijn-eetproblemen

• Bekijk de toolkit eetstoornissen voor

ouders: (foto in map – link en QR) een

online toolkit eetstoornissen voor ouders

die ontdekken dat hun kind een

eetstoornis heeft. Een veilige haven

met betrouwbare en up-todate

informatie.

www.eetexpert.be/ouders

• Bekijk de tips voor naasten: Vaak zien

naasten zoals ouders, partner, of vrienden

het eetprobleem het eerst. Maar

de persoon zelf ziet dit vaak nog niet,

of ontkent de ernst ervan. Dit geeft

onmacht. Hoe help je je naaste met

een eetstoornis? Volgende

tips kunnen houvast geven.

www.eetexpert.be/naasten

• Check veelgestelde vragen:

www.eetexpert.be/veelgestelde-vragen

Specifieke info in verband met autisme

en eetproblemen

Voor veel mensen is leren eten iets

vanzelfsprekends. Maar kinderen met

autisme en eetproblemen zijn eerder

regel dan uitzondering. Iets nieuws leren,

prikkels verwerken en informatie afleiden

uit de omgeving zijn vaak moeilijk bij

autisme, allemaal vaardigheden die belangrijk

zijn bij het (leren) eten.

https://eetexpert.be/info/eet-en-gewichtsproblemen/speciale-doelgroepen/autisme-en-eetproblemen/

((link en QR)

Ondersteuningsfiche voor

hulpverleners en omstaanders bij

mensen met autisme

www.eetexpert.be/

wp-content/uploads/2019/12/

Autisme-FINAL-FICHE.pdf

Het is de kunst om de lat net daar te leggen

waar ze echt wel laag genoeg ligt waardoor het

kind nog over de lat kan en wil springen en ook

hoog genoeg om net dat stapje bij te leren. De

ene dag is de andere niet. Soms dient de lat lager

gelegd te worden omdat de emmer reeds

gevuld is met andere uitdagingen van de dag.

An Gers

www.desmaakprikkel.be

Diëtiste & auticoach

Docent bij Thomas More

Bronvermelding

Fondelli, T. (2016). Autisme en eetproblemen. Lannoo

Ledford, J. R., & Gast, D. L. (2006). Feeding Problems in Children With

Autism Spectrum Disorders: A Review. Focus on Autism and Other

Developmental Disabilities, 21(3), 153–166.

Mitchell, G. L., Farrow, C., Haycraft, E., & Meyer, C. (2013). Parental

influences on children’s eating behaviour and characteristics of successful

parent-focussed interventions. Appetite 60, 85–94

Satter, E. (1999). The feeding relationship. In D. B. Kessler & P. Dawson

(eds). Failure to thrive and pediatric undernutrition: A transdisciplinary

approach. Baltimore, MD: Paul H. Brookes Publishing Co

Schrek, K., A., Williams, K, Smith, A.F. (2004). A comparison of eating

behaviors between children with and without autism. Journal of Autism

and Developmental Disorders

Vermeulen, P., & Degrieck, S. (2015). Mijn kind heeft autisme. Tielt: Lannoo

Vermeulen, P. (2021). Het voorspellende brein. Pelckmans

Wardle, J., Carnell, S., & Cooke, L. (2005). Parental control over feeding

and children’s fruit and vegetable intake. How are they related? Journal

of the American Dietetic Association, 105, 227–232

34

35



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

Praat erover, je

bent niet alleen.

Camille

Ik ben Camille (pseudoniem).

Ik ben 16 jaar oud. Ik

heb autisme en een eetstoornis.

Maar heel weinig

mensen mogen dat weten.

Ik ga naar een gewone

school en heb er vrienden.

Ik wil niet opvallen of anders

zijn, als ze op school

alles zouden weten vinden

ze mij misschien een freak.

Hoe de eetstoornis startte

weet ik niet zo goed. Het werd

ook pas echt duidelijk toen

ik voor de tweede keer bij de

zoveelste diëtiste zat. Mama

had dan net de pot Nesquick

in mijn kast gevonden en

was erg kwaad. Toen mama

hierover begon bij de diëtiste,

onderbrak ik haar en begon ik

vertellen. Toen ik stopte met

praten, vertelde de diëtiste

dat haar vermoeden bevestigd

werd dat ik een eetprobleem

had. De diëtiste die dit ontdekte

was ook mijn laatste. Nu wil

ik niet meer gaan naar therapeuten

en vinden mijn ouders

het ok. Ik denk ook dat al die

opvolgingen bij diëtistes, dokters,

…. het eigenlijk allemaal

nog erger hebben gemaakt.

Mijn BED en ik

Ik was te dik. Nu vind ik dat

eigenlijk nog maar het ik heb

het onder controle. Ik was als

baby en kind altijd zwaarder

en heb dus altijd moeten

opletten wat ik eet. Ik kon ook

altijd de regeltjes van mijn therapeuten

eventjes volhouden

maar dat duurde nooit lang.

En dan werd ik weer dikker.

De echte vreetbuien begonnen

pas in het middelbaar.

Vroeger had ik die niet.

Toch niet dat ik het me kan

herinneren. Ik leerde hoe ik

het moest verstoppen. Want

alleen als ik een eetbui had

gehad waar niemand iets van

wist kon ik me even gelukkig

voelen. Dan was het alsof ik

toch controle had over wat

ik deed met mijn lichaam. Nu

weet ik dat het heel slecht

was wat ik deed.

De eetstoornis heet BED, Binge

Eating Disorder. Je vreet

ineens de kast leeg. Ik hoorde

soms mensen zeggen “ik

ben thuisgekomen en ‘k heb

de kast leeggegeten”. Dus

daarom dacht ik dat dat wel

ok was wat ik deed. En het gaf

me echt een goed gevoel nadien,

al duurde dat maar kort.

Tot er natuurlijk weer kilo’s

bijkwamen en de eetbuien

dus ook in aantal toenamen.

Het werd moeilijker om het te

verstoppen.

Vooral door mijn studierichting

en door mijn hobby werd

het redelijk snel duidelijk. Ik

dans meer dan 20 uur tijdens

de week. Dit zowel op school

als tijdens mijn vrije tijd.

Doordat ik al niet mager ben,

viel ik al wat op in de groep. Al

ben ik in de danswereld nog

nooit echt gepest geweest.

Maar wanneer mijn vreetbuiten

erger werden, viel het

natuurlijk nog meer op dat ik

zwaarder werd.

Vroeger in het lager ben ik

wel erg gepest op school. Ze

noemden me Maggie Deblock

of “jij met je aspergesoep

syndroom!”. Ik heb wel veel

gehuild, maar dan hielp het

dansen mij. Als ik kan dansen,

heb ik het gevoel alles aan te

kunnen. Maar toen kwam de

coronalockdown en verminderde

ook het dansen. Ik kon

mijn trucjes om sociaal te zijn

niet meer toepassen. Dus

werd het heel moeilijk om te

werken aan mijn eetstoornis,

het ging nu nog veel trager.

Ik wilde wel stoppen met die

eetbuien maar het ging niet.

Het vele eten was het enige

wat ervoor kon zorgen dat

ik me heel kort heel gelukkig

voelde. Hoe kort dat moment

ook was. Ik denk dat alleen

mensen die dat ook doen mij

kunnen begrijpen.

De pot Nesquick

veranderde alles

Toen ik een paar jaar geleden

last kreeg van mijn gewrichten

bij het dansen gingen we

langs bij de sportarts. Na een

heel grondig onderzoek zei

hij ons dat hij me niet direct

kon helpen maar dat het misschien

goed was dat ik naar

de voedingsconsulente in zijn

praktijk zou gaan. Intussen

wist ik al waar dat op neer

kwam. Het zoveelste dieet.

Mijn ouders wilden toch

een gesprek. Na de tweede

sessie over de gevonden pot

Nesquick ontdekte zij gelukkig

mijn echte probleem.

Ik heb toen in het begin wel

haar advies gevolgd omdat ik

voelde dat zij mij wel probeerde

begrijpen. Dat zij ook wou

dat mijn ouders snapten dat

alles rond voeding de oorzaak

was. We moesten daarom als

gezin eerst leren om mij met

mijn eetstoornis te aanvaarden.

De vreetbuien moesten

niet stoppen, toch niet direct.

Maar ik mocht het niet meer

verstoppen. Het was heel

moeilijk om zo’n eetbui te

hebben waar mijn ouders bij

waren. We moesten er ook

over babbelen. En dat kon ik

niet. Ik heb veel aangeleerd

over praten met anderen.

Veel dingen heb ik van een

ander geleerd en nu moest

ik over iets babbelen waar ik

geen voorbeeld van had. Dat

was heel moeilijk.

Na een tijdje heb ik dat dankzij

de hulp van mijn ouders

toch geleerd en heb ik mijn

eetstoornis onder controle

gekregen. Eigenlijk werd me

eerst aangeraden om naar

psycholoog en diëtiste te

gaan. Maar uit ervaring wist

ik al dat dat het voor mij veel

erger maakte. Mijn ouders

vertrouwen mij nu en we

babbelen over alles. Mijn

mama is ook altijd dicht bij mij,

zelfs als ik op internaat ben.

Ik mag altijd bellen, sms’en….

En dat helpt wel. Zij kent mij

echt heel goed. Het was voor

mij ook heel belangrijk dat

mijn ouders na die eerste

sessie waarin ze heel kwaad

zijn geweest, daarna niet meer

kwaad zijn geweest op mij. En

dat zij mij ook hebben verteld

dat ze het jammer vonden

dat ik het niet aan hen had

verteld.

Nu gaat het goed met mij.

Ik ben gelukkig. Ik ben zeker

niet mager. Maar eten komt

niet meer op de eerste plaats.

Mama houdt mij wel nog heel

erg in de gaten en controleert

dat ik genoeg eet. Maar er is

geen dieet meer dat ik volg. Ik

Want alleen als ik een eetbui had

gehad waar niemand iets van wist

kon ik me even gelukkig voelen. Dan

was het alsof ik toch controle had

over wat ik deed met mijn lichaam.

36

37



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

eet gewoon. Doordat ik ook

een verstoorde hormonenhuishouding

heb, houden

mijn ouders het wel bij. Want

als mijn schildklier ineens

niet goed werkt, is wat ik dan

eet wel belangrijk. Ook als

mijn suikerspiegel uit balans

geraakt en de kans op suikerziekte

weer toeneemt, moet

ik toch wat meer opletten.

Maar dan wordt het anders

aangepakt.

Praat erover

Nu ik eet wel tamelijk gezond.

Denk ik. Maar ik weet

dat ik voor de rest van mijn

dagen met mijn eetstoornis

moet leven.

Ik kan alleen maar zeggen

Het vele eten was het enige wat

ervoor kon zorgen dat ik me heel

kort heel gelukkig voelde. Hoe kort

dat moment ook was. Ik denk dat

alleen mensen die dat ook doen mij

kunnen begrijpen.

aan de kinderen die dit ook

doormaken: praat erover!

Met iemand erover praten

is echt belangrijk. Maak

duidelijk aan je ouders dat

je er echt niet aan kan doen.

Ik heb echt geluk met mijn

ouders, ze gaan er echt goed

mee om.

Probeer ook niet te veel te

kijken naar modellen, acteurs,

actrices of influencers. Heel

veel van wat zij tonen en

delen is fake.

Ik ben zelf redelijk actief op

de sociale media voor mijn

dansen en ik ben blij dat ik nu

foto’s en filmpjes van mezelf

durf posten. Mama zegt dat

dit wil zeggen dat ik mezelf

al wat meer aanvaard. Ik zal

Camille

dans • energiek • perfectionistisch • luisterbereid • hulpvaardig

verstandig • creatief • leergierig • vrolijk • doorzetter

nooit helemaal content zijn

met hoe ik ben, maar ik kan

nu inderdaad wel al naar

filmpjes van mezelf kijken. Ik

hoop dat er misschien andere

kinderen zijn die denken: “Zij

danst en is ook niet mager,

als zij dat durft, dan durf ik

dat ook!”.

En als ik weer eens vreet, dan

geraak ik er wel snel bovenop.

Enkel èchte mensen

kunnen dan helpen. Bij mij

zijn dat dus mijn ouders,

want anders weet niemand

van mijn vrienden dat ik een

eetprobleem heb. Maar ik

denk dat ik goed bezig ben. Ik

voel me meestal gelukkig. En

als ik dat niet ben, dan praat

ik erover.

Mijn dochter,

mijn rolmodel

Mama van Camille

Ik ben de mama van Camille uit het vorig

verhaal. Elk verhaal kan op verschillende

manieren worden verteld. Ik deel graag

ook mijn ervaringen, als mama van.

Wij zijn een gezin van 4. In 2013 kregen we de

diagnose autisme voor onze jongste zoon. Een

lang verwachte diagnose. Er volgde voor onze

beide kinderen een schoolverandering om de

revalidatie van broer haalbaar te houden. Vlak

er na kwam de tweede klap. Ook onze dochter

kreeg de diagnose. Totaal onverwacht en voor

mij, als mama, zeer zwaar om dragen. Camille

die jarenlang zo voorbeeldig was, was ineens

een tienjarige die haar houvast kwijt was. Bleek

– wanneer we ons leven terugspoelden – dat ze

al heel lang kopieergedrag hanteerde en ook al

heel vroeg, heel goed kon maskeren.Voor Camille

moest ook therapie opstarten en ze snapte het

waarom niet. Ze vocht ook hard tegen alles en

iedereen. Want ze vergeleek het gegeven autisme

van haar broer met zichzelf. Zij was allesbehalve

zoals haar broer. Klopt, iedereen is immers uniek.

Nu even terug naar

haar geboorte.

Van bij de geboorte was Camille een forse baby

maar een deugd wat eten betreft. Ze was allesbehalve

kieskeurig en at gemakkelijk. Hoewel

we heel goed op de voeding letten, kwam ze

sneller bij dan normaal. Het eerste bezoek aan

een diëtiste was op haar jaar al. Ze was toen in

behandeling voor kinderastma in Brugge. Door

de gesprekken met haar arts, konden we ook

eens een vrijblijvend gesprek hebben met de diëtiste.

Maar die kon ons niet verder helpen. Ze

zei letterlijk: “Normaal beginnen we met in het

dagboekje het teveel aan frisdrank, koeken en

snoep te schrappen maar hier is dit niet nodig!”.

Camille at evenwichtig. Dus geen hulp mogelijk,

enkel de wijze woorden: volhouden en ze zal er

misschien uit groeien. Ze begon te dansen en

had plezier. In haar tutu was ze in haar element.

Ze trok zich niks aan van hoe ze eruitzag. Een

eerste hindernis kwam er toen ze naar het 2de

leerjaar ging. Het werd moeilijk met leeftijdsgenootjes.

Ze vond meer aansluiting met oudere

kinderen en als het dan toch op sport neerkwam,

koos ze vanaf dan voor voetbal. Ze was

één van hen. Ze hoorde erbij en de girlstalk miste

ze totaal niet. Natuurlijk kwam daar na twee

jaar wel verandering in. Aangezien ze wat forser

gebouwd was, kwamen er ook sneller vrouwelijker

vormen. Dus einde voetbalverhaal. Ze ging

terug dansen. Maar deze keer met meisjes die

een paar jaar ouder waren. Ze herleefde.

Intussen was er de diagnose autisme en zagen

we wel dat ze minder open was. We wilden

haar de kans geven tijd te nemen om alles zelf

een plek te geven. Maar al snel schoot haar gewicht

de lucht in. Diëtiste na diëtiste probeerde

Camille vooruit te helpen. Maar niks bleek

op lange termijn te helpen. Zelfs het gewicht

onder controle houden, lukte niet. Ze kwam bij

wijze van spreken bij van nog maar naar een

stuk taart te kijken. We ontdekten wel af en

38

39



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

toe es een zakje snoep dat sneller leeggegeten

was dan we voor mogelijk achten. Maar ze had

al zo veel op haar plateau. Niet leuk om als ouder

steeds te moeten zeggen: ‘Zusje, misschien

neem je beter niet die lolly aan in de winkel.’

Toen ze in het zesde leerjaar maar bleef

bijkomen besloten we terug richting Brugge

te trekken. Deze keer richting afdeling kinderendocrinologie.

Daar volgde een uitgebreid onderzoek

met suikertest, botscan, bloedafnames…

Hier moesten toch antwoorden komen? Alvast

één antwoord kwam: een verstoorde hormonenhuishouding.

We hoorden het donderen in

Keulen. Niks ernstigs, het zou zich door de jaren

heen waarschijnlijk stabiliseren. Zeker als ze in

haar puberteit zou komen. In het slechtste geval

kon er op latere leeftijd een schildklierprobleem

of suikerziekte uit voortvloeien. Dus volhouden

was de boodschap en niet doemdenken. We

bleven haar gezonde voeding aanbieden. We

bleven ontradend reageren op al het ongezonde.

We zochten onze toevlucht in alternatieve

hulp. Maar niks bleek te werken. Toen ze in de

puberteit kwam dacht ze dat dit zou zorgen

voor de verandering. Maar ook dan veranderde

er niks. Ze voelde zich belogen, bedrogen,

in de steek gelaten. De arts kaderde nog dat

dat wel niet van vandaag op morgen kon veranderen.

Maar het kwaad was toen eigenlijk al

geschied. Camille was toen bijna 13.

De zoektocht ging verder

Door alle beslommeringen met onze zoon, besloten

we de boel de boel te laten en gewoon te

leven. Camille ging nog meer dansen, begon zelfs

met wedstrijden. En wij dachten: “we zitten goed”.

Ok, ze at minder gezond dan voorheen maar ze

leek gelukkiger. Haar gewicht begon ook meer te

schommelen. De ene keer stond ze megascherp

en 6 maanden later waren er ineens weer een pak

kilo’s bij. Er besloop ons een eerste angst … Zou ze

een eetstoornis hebben? We begonnen haar wat

meer te checken maar ontdekten geen aanwijzingen

of gedrag dat leek op anorexia of boulimie.

Vlak voor corona startte, hadden we toch weer

een traject opgestart. Deze keer zeer alternatief.

Je mag ons veroordelen maar het enige

wat we wilden was ons dochter vooruithelpen.

We leerden op een korte tijd veel bij over de

werking van het menselijk lichaam. De combinatie

van anders eten en het vele dansen (circa

15u per week) bracht al snel resultaat.

En toen kwam Corona. En toen vlogen we

in ons kot. Alles viel in duigen. Geen dansen

meer, geen wedstrijden meer, minder naar

school, geen sociaal contact meer. Al snel werd

onze koekenkast een toevluchtsoord voor

heel ons gezin. Bij navraag wist Camille heel

vaak hoeveel snoep of koeken haar broer wel

ophad. Mama werkte boven en zij studeerde

beneden. Dus ja, het kon wel kloppen.

Ze werd stiller. Ze was echt ongelukkig. We

zochten opnieuw naar wat we konden doen. De

schoolresultaten gingen naar beneden en het

verdict was: Latijn is niet langer haalbaar voor

Camille. Haar keuze voor een wetenschapsrichting

raadden wij ten sterkste af. Opnieuw kreeg

ze een deur vlak in haar gezicht. Maar als er nu

iets is wat Camille niet snel doet is iemand zijn

gelijk geven. Die zomervakantie zocht ze zelf

een nieuw doel. Ze wou haar passie dansen

combineren met een ASO opleiding. De laatste

zondag van de zomervakantie smeekte ze ons

om haar naar een school in Brugge te laten

gaan. Daar zou ze sportwetenschappen – specialisatie

dans gaan volgen. Het was voor ons een

rollercoaster. De switch in studierichting, de late

auditie, de ontdekking dat ze op internaat zou

gaan… We beleefden het in een roes. Maar wat

ons vooral duidelijk was, was haar enthousiasme.

We konden niet weigeren. Hoe moeilijk het

ook was om haar los te laten.

Ze vertrok. Nieuwe school, nog meer dansuren,

nieuwe vrienden, nieuwe leefomgeving in

de week. Met wat kleine hickups doorstond ze

het naar ons mening zeer goed. Ze groeide in

haar dansen. Ze bloeide sociaal weer verder

open en begon ook ons weer meer te vertellen.

Maar het gewicht bleef een issue. We

gingen terug naar Brugge. Daar concludeerde

men dat het wel es aan die ‘gezonde’ grootkeuken

van school en internaat kon liggen. Dus

opnieuw een aanneembare uitleg.

Na 2 maanden internaat moest de jeugd terug

van thuis uit werken. Wij, als ouders gingen

deze keer wel uitwerken. Broer kon terecht in

school. Alles leek normaal. Ja, dat gewicht… Dat

niet. Maar wat wil je van meer dan 20u intensief

sporten naar wat online lessen. En ja, er waren

mood swings. Maar ik denk dat menig huishouden

vaak onder druk stond. Camille communiceerde

open over al haar pleziertjes en zorgen.

Dus we hadden geen idee wat er speelde.

De ontdekking van

de doos Nesquick

Eens ze begin 2021 terug naar school mochten

en het dansen herstartte, kwamen er slechte

signalen. Ze had pijn aan haar enkels, knieën,

… Ze bleef meer en meer aan de kant bij het

dansen. We bezochten een sportarts. Conclusie:

door de vele time-outs in trainingen, had ze

last van overbelasting. Aangezien we dan bij die

sportarts zaten, kaartte ze zelf haar gewichtsprobleem

aan. Ze had ergens gelezen dat ze

moest trainen op een bepaald hartritme om zo

haar vetverbranding te optimaliseren. De arts

haalde aan dat dit één van de aspecten was

maar dat we misschien beter de sportdiëtiste es

zouden spreken. Dat deden we. Camille was redelijk

meegaand om de afspraak in te plannen.

Eerst was er een online gesprek met ons,

ouders, alleen. Het tweede gesprek was met

Camille erbij in de praktijk. De dag dat we die

afspraak hadden, had ik verlof genomen om

tijdig Camille van internaat te halen en dan zeker

op tijd op de afspraak te zijn. Ik besloot die

tienerkleerkast onder handen te nemen. Ineens

ontdekte ik onderaan in de kast een doos

Nesquick. Mijn eerste reactie was: “Wat zou ze

erin bewaren: speldjes, haarstukken van het

dansen? “. Ik besloot dat er waarschijnlijk geen

grote geheimen naar boven zouden komen en

opende de doos. Tot mijn verbazing was de

doos halfvol met Nesquick en zat er een soeplepel

in. Toen ik Camille ophaalde op internaat,

haalde ik het direct aan. Ik wilde weten wat

die doos in haar kast deed. Ik kreeg heel veel

uitleg maar kon er eigenlijk niks zinnigs mee.

Het gesprek bij de diëtiste verliep moeizaam. De

vragen die kwamen waren voor mij ook vreemd

en niet te plaatsen. In plaats van te vragen wat

Camille at, vroeg ze: “Hoe voel je je wanneer

je ontbijt? Vind je dat lastig ontbijten?”. Ik wou

deel uitmaken van het gesprek maar geraakte

niet in het gesprek. Ik zat in een slechte film en

ik zag mijn euro’s al terugrollen in iets wat tot

niks zou leiden. Na 3 kwartier had ik het wel

gehad. Ik wou actiepunten. Kon ze ons helpen

of niet? Het antwoord was dat we stap per stap

verder gingen. Eerst gingen we haar manier

van met voeding omgaan in kaart brengen. Ik

had het gehad. Mijn frustratie vloog eruit. Ik

vroeg: “Moet ik dan intussen de doos Nesquick

in de kleerkast laten staan of niet?” De diëtiste

verpinkte niet en zei “ja, laat ze maar staan”.

Ze richtte zich onmiddellijk terug naar Camille

en vroeg: “Zou het helpen als die doos blijft

staan? “. Ik viel achterover. Camille bevestigde

dat het zou helpen. Er ontstond een gesprek

rond de relatie met de Nesquick doos. Ik

zocht intussen naar een verborgen camera

want ik vond het TE banaal voor woorden.

Ik probeerde toch mijn aandacht terug naar

het gesprek te halen en begon ineens wel te

kunnen volgen. Camille vertelde rustig hoe ze

lepel na lepel Nesquick binnen nam. Hoe het

haar maar niet lukte om te stoppen. Mijn maag

keerde. Hoe krijg je zoiets binnen? Ze begon

te wenen en vertelde dat ze zich, eens ze weer

helder kon denken, enorm schuldig voelde.

Wat daarop volgde was een opsomming aan

voedingsmiddelen die ze in grote hoeveelheden

verorberde. Ik plakte aan mijn stoel. Ik hoorde

alles maar wist niet wat ik moest doen. Toen

ze uitverteld was, zo’n dik uur later, zaten we

wenend naast mekaar. Al wat in me opkwam

was: “Zus, die bokaal Frankfurter worsten in de

kelder die ineens half leeg was…” Er volgde een

ja… opnieuw voelde ik een kramp in mijn maag.

40

41



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

Toen werd het duidelijk: we

hadden een BED in huis

De diëtiste vertelde me dan wat er aan de hand

was. Camille had BED, Binge Eating Disorder. De

sessies erna leerden we wat het was. We mochten

het niet verbieden. We mochten het niet

proberen te verhelpen. Maar Camille mocht het

ook niet meer in het geniep doen. Het waren

zware maanden. We moesten haar iedere zondagavond

loslaten en in de week vertrouwen.

We keken uit naar de vrijdagen maar mochten

geen spervuur aan vragen klaar hebben.

We werden aangeraden om Camille naar een

psycholoog te sturen. Dat wilde ze niet. We

gaven daar aan toe maar maakten wel afspraken

dat ze met ons openlijk moest praten. Het

lukte ons om weer te communiceren met haar.

Ze was weer open. Ze vertelde over al haar

moeilijkheden: puberissues, haar moeilijkheden

rond haar autisme, haar zelfbeeld, …

We namen dag per dag. Maar iedere dag probeerden

we positief af te sluiten. Ik begon zelf

heel veel te lezen rond BED en hoe ik haar kon

helpen. De tandem die ik ooit tot stand bracht

met mijn zoon om zichzelf weerbaarder in de

maatschappij te begeven, startte ik nu ook op

met Camille. Door al wat er was gebeurd waren

ineens meer mensen op de hoogte van haar

rugzakje. Ze voelde zich daar heel slecht bij.

Vooral dat mensen er wel over praatten maar

niet met haar. We spraken af dat we ons zouden

focussen op het positieve en haar passie

zouden gebruiken als sterkte. De dansrichting

waar ze in zat was zeer klassiek. De kledijstijl

was geen versterker voor haar zelfvertrouwen.

Ik zocht naar rolmodellen in de danswereld die

ook goed uit de kluiten gewassen waren. Stilaan

probeerde ik Camille ook nog meer te wijzen

op de diversiteit in dansstijlen. Ze begon zelf tot

inzichten te komen, zag zelf nieuwe mogelijkheden.

De muizenpasjes werden eendepasjes.

Nooit zullen het reuzenstappen worden.

Een rolmodel voor anderen

Waar staan we op vandaag? Ja, iedere dag is

anders. Als ik dit schrijf, is er net een mindere

week gepasseerd. Maar ons BEDje bleef uit

beeld. Die diëtiste gaf ons de tip om het een

naam te geven. Een naam gaven wij het nooit,

wij spreken gewoon over BEDje. Camille zit

intussen op een meer commerciële dansopleiding

en danst meer dan ooit de pannen van

het dak. Ze kan intussen al filmpjes posten op

Instagram. Ik hoor jullie al denken: “Oh boy, is

dit echt nodig?”. Ja, want Camille wil een voorbeeld

zijn voor anderen. Ze wil dat meiden met

eenzelfde lichaamsbouw, eenzelfde zelfbeeld

zien dat het echt kan. Naar buiten komen met

haar verhaal onder haar eigen naam, wil ze niet.

Maar ze is er vast van overtuigd dat lotgenoten

voelen of zien dat zij ‘ook zo eentje’ is. Ze gelooft

dat ze op die manier zeker de juiste mensen

bereikt. Ook wil ze allesbehalve medelijden, al

is waar zij door gaat niet gemakkelijk. Maar ze

heeft tonnen respect voor mensen die nog een

zwaardere rugzak dragen.

Weet, mocht je ooit in hetzelfde straatje geraken

dat hulp zoeken nodig is. Maar volg vooral

je eigen buikgevoel. Ik ben pro hulpverlening

maar deze is jammer genoeg niet altijd 100%

passend. Waardoor de weg soms onnodig

moeilijker of langer wordt. Wees eerlijk tegen

de mensen in je netwerk die je positief vooruit

kunnen helpen. En veeg je voeten aan al de

rest wat je hoort. En vooral leef…

Autisme in Beeld

Power of Peace

In de kunst wil ik mijn

gevoelens en gedachten

uiten. Dit schilderij is rond

van vorm en er zijn heel

veel kleuren en texturen.

Het is mijn droombeeld

van een wereld zonder

oorlog en geweld. Ik wil

vrede en geen oorlog zoals

in Oekraïne. De witte lijnen

en vormen staan voor de

kracht van vrede. De kleuren

komen samen als een

verbinding van mensen.

Ik volg al een vijftal jaar

schilderen in de academie

van Mechelen en sinds dit

jaar beeldende expressie bij

Aanbeeld. Ik schilder abstract,

waarbij ik mijn, soms angstige,

gedachten en gevoelens

spontaan omzet in kleuren

en texturen. Het werkt

bevrijdend en rustgevend,

vergelijkbaar met de rust die

ik ervaar bij een lange natuurwandeling.

Zowel in de academie als bij

aanbeeld leer ik mensen kennen

en zorgen zo voor sociaal

contact. Ik vind het fijn om, op

mijn manier, nieuwe dingen

te doen of te proberen en zo

ook nieuwe mensen te leren

kennen.

Ik hou van het abstractexpressionistisch

werk van

Jackson Pollock en voel me

daar ook door geïnspireerd.

Mama van Camille

mama • gedreven • (hoog)sensitief • open • volhardend

familiaal • denker • nieuwsgierig • beschermend • enthousiast

Anaïs Rosel

creatief • behulpzaam • leergierig •

wandelen in de natuur • lezen • tv kijken • eerlijk

42

43



VVA MAGAZINE - HERFST 2022

Boek & zo

• een scan of foto van jouw beeld (dat kan een tekening, schilderij, afbeelding of object zijn)

• een kort tekstje over hoe het beeld voor jou weergeeft hoe jij je autisme ervaart

• je voornaam en je leeftijd

Wij maken van elk beeld een A3-poster, waarop we ook je voornaam, leeftijd en korte uitleg over

de link met autisme vermelden.

OPROEP KEI VOOR AUTISME

stuur jouw beeld in

Naar aanleiding van Wereld Autisme Dag (zondag 2 april 2023) organiseren de sterkmakers in

autisme, de Vlaamse Vereniging Autisme en de Liga Autisme Vlaanderen opnieuw een KEIvoor-

Autisme-campagne en een ontmoetingsdag in Gent. Het belooft een top-editie te worden met

KEI-toffe activiteiten op het programma. Meer nieuws daarover volgt begin 2023!

Tijdens de ontmoetingsdag willen we de bezoekers onder meer op een andere manier laten kennismaken

met autisme. Geen gewone uitleg maar een beeld van hoe autisme zich van binnenuit

laat voelen.

Hiervoor doen we een oproep naar mensen met autisme - zowel naar kinderen als volwassenen.

WELK BEELD ZOU JIJ GEBRUIKEN OM WEER TE GEVEN HOE JIJ JE AUTISME ERVAART?

De beelden (met korte uitleg) verzamelen we voor een tentoonstelling in de kerk van het Groot

Begijnhof in Gent. We hopen dat dit mensen inspireert om zo een rijkere en meer doorleefde kijk

te ontwikkelen op wat het betekent om autisme te hebben. Het kan iedereen ertoe aanzetten om

hun beeld over autisme bij te schaven.

INTERESSE?

Stuur ons een mail (beeld@keivoorautisme.be) met:

Autisme en

eetproblemen

Thomas Fondelli

Eten is voor de meeste mensen heel vanzelfsprekend.

We doen het verschillende keren

per dag zonder erbij na te denken. Bovendien

genieten we er vaak ook van. Voor sommige

mensen met autisme ligt dat helemaal anders.

Eten blijkt voor hen vaak een ware opdracht,

een parcours bezaaid met struikelblokken en

andere hindernissen die ze moeten overwinnen.

Autisme en eetproblemen bestaat uit

twee delen. In het eerste deel wordt een kader

aangereikt dat inzicht probeert te bieden in

hoe eetproblemen ontstaan bij mensen met

autisme en waarom deze problemen zo hardnekkig

zijn. De focus ligt daarbij vooral op mensen

met autisme die te weinig of nauwelijks

gevarieerd eten. In het tweede deel van het

boek worden tal van handvatten aangereikt

om mensen met autisme te ondersteunen in

het leren eten.

Thomas Fondelli is als psycholoog in het Zeepreventorium

verbonden aan de leefgroepen

van de baby’s, peuters en kleuters met een

chronische medische aandoening. Daarnaast

werkt hij als psychotherapeut in een eigen

praktijk. Hij is auteur van het boek ‘Autisme

en eetproblemen’ en coauteur van het boekje

‘Syndroom van Asperger, een antwoord op 101

vragen’. Hij is ook freelance vormingsmedewerker

bij Autisme Centraal.

44

45



VVA MAGAZINE - HERFST 2022 VVA MAGAZINE - HERFST 2022

Boek & zo

“Beter in je brein”-box en

“Anders gaat ook”-planner

Elise Cordaro

Elise Cordaro is in het dagelijks leven online

marketeer. Toen ze 26 was kreeg ze de

diagnose ADHD en een jaar later de diagnose

autisme. Op haar blog www.mysig.be

en sociale media deelt ze al jaren tips over

hoe ze hiermee omgaat en in 2019 bracht

ze haar eerste boek uit ‘Anders gaat ook’,

waarvan er inmiddels ruim 7.000 exemplaren

over de toonbank gingen. Ze vertelde

haar verhaal o.a. aan Philippe Geubels in

het vrt-programma Taboe.

Na haar succesvolle boek ‘Anders gaat ook’ en

veel gelezen posts op sociale media, brengt

Elise Cordaro de Beter in je brein box uit.

Deze box bestaat uit 60 mooie kaartjes met

herkenbare quotes, life hacks en opkikkers. Ze

schreef hiervoor niet alleen de teksten, maar

nam ook de volledige vormgeving op zich.

De Beter in je brein box helpt mensen met

autisme-, ADHD- en hoogsensitieve breinen

om zichzelf beter te leren kennen en liever te

zijn voor zichzelf, zich minder alleen te voelen

en beter om te gaan met dagelijkse struggles.

De kaartjes kunnen dienen als dagelijkse dosis

inspiratie om je dag goed te beginnen, als een

leuke en leerrijke ontspanning, als opkikker op

moeilijke dagen of als conversatiestarter met

hulpverleners, gezinsleden, vrienden...

Kortom, een doosje vol teksten voor mensen

met een hoofd dat anders werkt om beter te

navigeren in een neurotypische wereld en, zodat

ze zich beter kunnen voelen in hun brein.

Want anders gaat ook.

Maar daar bleef het niet bij. Ze startte als

zelfstandige in bijberoep en brengt haar eigen

planner uit. De ‘Anders gaat ook’-planner is

een uniek planningsysteem dat ze enkele jaren

geleden voor zichzelf ontwierp om overzicht te

scheppen in al haar to do’s. Het was voor haar

de oplossing om minder overweldigd te zijn

en haar taken ook daadwerkelijk uit te voeren

i.p.v. erdoor verlamd te raken en ze te laten

opstapelen.

Deze planner lijkt niet op de

bestaande planners die vandaag

op de markt zijn en die voor haar

niet werkten. Wie een brein heeft

dat anders werkt, heeft ook andere

oplossingen en systemen nodig.

Het is een planner in twee delen.

Aan de rechterkant noteer je al je

taken per categorie voor een optimaal

overzicht. Aan de linkerkant

plan je ze in op de juiste weekdagen

en verdeel je ze ook over de

drie kolommen naargelang hun

prioriteit (nóg meer overzicht!). Tip:

vul de linkerkant nog niet meteen

helemaal in, maar doe dit naargelang

hoe de week vordert. Zo hou

je je planning schuifbaar en kan

je beter inspelen op onverwachte

veranderingen.

De Beter in je brein box is te koop

in de boekhandels. De ‘Anders gaat

ook-planner’ kan je kopen in Elises

webshop: mysig-shop.myshopify.com/.

Colofon

VVA Magazine is een klankbord voor een brede waaier aan

ervaringen en informatie over en rond autisme.

Contact

Vlaamse Vereniging Autisme (VVA)

vzw Groot Begijnhof 14 • 9040 Gent

vva@autismevlaanderen.be

www.autismevlaanderen.be

Redactie

Sofie Deparcq

Abonneren

Wie lid is van VVA kan gratis deelnemen aan

activiteiten en ontvangt ook 4 maal per jaar

het VVA Magazine voor 30 euro. Bovendien

kan je ook steunend lid worden. Meer info

vind je op autismevlaanderen.be/lid-worden

Betaling gebeurt door overschrijving op rekeningnummer

BE62 0012 3812 3861 met vermelding ‘lidgeld VVA’.

Voor beroepskrachten, verenigingen of organisaties

Je kan voor 40 euro een abonnement nemen op het magazine.

Betaling gebeurt door overschrijving op rekeningnummer

BE62 0012 3812 3861 met vermelding ‘Abonnement’.

Adverteren

Neem contact op via magazine@autismevlaanderen.be

Oplage

2.500 exemplaren

Creatie en vormgeving

aaivzz (Yves Debaes) & Sofie Deparcq

Autismetelefoon. Een luisterend oor.

078 152 252 (Zelfde tarief als een vast nummer).

Info en permanentie: autismevlaanderen.be/autismetelefoon

Giften

Giften zijn welkom op rekeningnummer BE62 0012 3812 3861.

Vanaf 40 euro op jaarbasis ontvang je een fiscaal attest.

Meer over hoe je VVA kan steunen lees je op

www.autismevlaanderen.be/steun

VVA onderschrijft de ethische code van de

Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving

www.vef-aerf.be.

VVA Magazine is een uitgave van VVA en verschijnt

4 keer per jaar. Overname van artikels is toegestaan mits

bronvermelding en toestemming van de redactie. Artikels

die eindigen met © zijn geen eigendom van VVA.

Artikels en informatie voor het toekomstig magazine

met thema “55+ met autisme” zijn welkom:

marjan@autismevlaanderen.be

v.u. Kristl Habils, Groot Begijnhof 14, 9040 Gent

46

47



Deelnemen aan onze activiteiten?

Eind december publiceren we

onze activiteiten van het voorjaar

op onze website:

www.autismevlaanderen.be

VVA magazine

Driemaandelijks tijdschrift

Jaargang 21 - nr. 4 - Herfst 2022

Afgiftekantoor: Gent X - P209322

Afzender en verantwoordelijke uitgever:

Vlaamse Vereniging Autisme

Groot Begijnhof 14 • 9040 Gent

vva@autismevlaanderen.be

© Mick Veughs

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!