26.12.2012 Views

Sprank 09-2008 - Divosa

Sprank 09-2008 - Divosa

Sprank 09-2008 - Divosa

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

SPRANK<br />

VOOR PROFESSIONALS IN WERK, INKOMEN EN SOCIALE VRAAGSTUKKEN<br />

Gezocht: klantmanagers<br />

* De drempelvrees van werkgevers<br />

* Als klant nummer tien gaat klagen…<br />

* Erica Terpstra: Eerst de mens, dan de handicap<br />

<strong>09</strong><br />

2e jaargang - november <strong>2008</strong>


(advertorial)<br />

�������������������������������������������������������������<br />

����������������������������������������<br />

����������������������������������<br />

Het beleidsdomein Werk, Inkomen en Zorg (WIZ) is in beweging. Dé uitdaging voor de toekomst is zoveel mogelijk mensen mee te laten doen<br />

in de samenleving. Bijvoorbeeld door werk, inburgering, sociale participatie of vrijwilligerswerk. Om dit te realiseren moeten de ketenpartijen<br />

binnen het beleidsdomein, de gemeente, het CWI en UWV, meer met elkaar gaan samenwerken. Achteroverleunen en wachten op signalen van<br />

de klant behoort straks definitief tot het verleden. “Ketenpartijen moeten meer over de grenzen heen gaan kijken”, zegt Bianca Eijgelsheim,<br />

manager Productontwikkeling van de businessunit WIZ van automatiseringsbedrijf Centric. “Ze kunnen en móeten signalen geven als een<br />

burger in de gevarenzone terecht dreigt te komen. Hierdoor kun je op klantvragen zoveel mogelijk anticiperen.”<br />

De gemeente heeft de regierol bij het<br />

realiseren van de nieuwe uitdaging. Zij gaan<br />

zich ontwikkelen van een ketenpartner naar<br />

een échte netwerkorganisatie. Binnen dit<br />

netwerk wordt samenwerking tussen de<br />

ketenpartijen het credo. Het streven naar<br />

een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering<br />

is het devies. En goede (digitale) gegevensuitwisseling<br />

de belangrijkste pijler om de<br />

uitdaging te realiseren.<br />

���������<br />

Het creëren van een goed fundament voor<br />

digitale gegevensuitwisseling is aan Centric<br />

wel besteed. Zeker als het gaat om oplossingen<br />

voor WIZ-diensten en organisaties<br />

die belast zijn met de uitvoering van deze<br />

gemeentelijke taak. Het Geïntegreerd<br />

Welzijn Systeem GWS4all dat Centric hiervoor<br />

inzet, staat bij menig gemeentehuis centraal.<br />

Ingebed in de organisatie en tegelijkertijd<br />

belangrijk voor het welzijn van de burger.<br />

Iedereen tevreden. Toch liggen vastgeroeste<br />

processen en achterhaalde technologieën op<br />

de loer. Daarom is Centric voortdurend bezig<br />

met de toekomst. “We zijn bereid in innovatie<br />

te investeren”, zegt Ron Bartels, manager<br />

van de businessunit WIZ van Centric.<br />

������������<br />

Centric kiest volgens Ron bewust voor een<br />

voorloperrol, omdat de automatiseerder op<br />

deze manier al in een vroeg stadium kan<br />

meedenken met de klant. “We zijn sinds<br />

2006 actief betrokken bij het ontwikkelen<br />

van de Elektronische Ketenberichten (EKB),<br />

waarvoor we een format ontwikkelden voor<br />

het uitwisselen van gegevens tussen het CWI<br />

en de gemeenten”, vertelt de manager.<br />

De realisatie daarvan vormde een opstap<br />

naar het ontwikkelen van een Digitaal<br />

Klanten Dossier (DKD). En ook hierbij heeft<br />

Centric een voorloperrol vervuld, waarbij de<br />

allernieuwste technologie wordt toegepast.<br />

Op dit moment is Centric bezig met de volgende<br />

uitdaging; het berichtenverkeer voor<br />

de Wmo.<br />

����������������<br />

In de voorloperrol springt Centric serieus in<br />

op het realiseren van dé uitdaging voor<br />

de toekomst. Sterker nog, met het onlangs<br />

verschenen innovatieprogramma, is de<br />

vernieuwingsstrategie voor GWS4all volop<br />

ingezet. GWS4all vaart in haar vernieuwingsslag<br />

optimaal mee in de slipstream van het<br />

inmiddels succesvolle Centric overheidsbrede<br />

Melodies-concept. Een toekomstgerichte,<br />

servicegeoriënteerde architectuur met een<br />

duidelijke visie voor de ontwikkelingen<br />

rondom gemeentelijke dienstverlening.<br />

��������<br />

Binnen het Melodies-concept worden alle<br />

instrumenten op beleidsdomein ingedeeld<br />

in Suites en Keys. Een Key (bijvoorbeeld<br />

Key2Schuldhulpverlening) is een clustering<br />

van specifieke services en applicaties op<br />

een beleidsdomein, bijvoorbeeld voor Zorg<br />

(Suite4Zorg). De Suites voor Werk, Inkomen<br />

en Zorg nemen op termijn de plaats in van<br />

GWS4all. Compleet met koppelvlakken en<br />

een nieuwe webbased gebruikersinterface.<br />

Ron: “Hierdoor is het erg gemakkelijk om<br />

functionaliteit te delen, zelfs met applicaties<br />

van externe partijen in de keten.”<br />

Centric gaat de vernieuwingsslag geleidelijk<br />

doorvoeren. Daar heeft de klant geen last<br />

van. “Het bouwen van de nieuwe architectuur<br />

gebeurt voor een belangrijk deel ‘onder<br />

de motorkap’ “, zegt Bianca. “De bedrijfsvoering<br />

van onze klanten kan daardoor<br />

zonder slag of stoot doorgaan. En dat is<br />

toch het belangrijkste!”


�����������<br />

Na Tilburg ook Leiden over de brug...<br />

Planconsult is een innovatieve softwareleverancier met veel kennis en ervaring in moderne<br />

ICT-oplossingen voor met name (inter)gemeentelijke sociale diensten.<br />

Het door ons ontwikkelde szwNet is hét systeem<br />

voor werk, inkomen, armoedebestrijding, inburgering<br />

en zorg. Het is een uiterst modern, open,<br />

flexibel en betaalbaar systeem dat zorgt voor de<br />

ondersteuning van al uw vitale bedrijfsprocessen.<br />

Wanneer u als manager kiest voor dit systeem,<br />

dan weet u dat u op eenvoudige wijze steeds<br />

kunt beschikken over de managementinformatie<br />

die nodig is om uw dienst adequaat aan te<br />

kunnen sturen. Medewerkers werken met een<br />

systeem dat precies doet wat het moet doen.<br />

Applicatiebeheer wordt een stuk eenvoudiger<br />

en goedkoper. Wat verouderde systemen niet<br />

kunnen, maakt szwNet mogelijk!<br />

Uiteindelijk gaat het uiteraard om de dienstverlening<br />

aan de burger: daarvoor is szwNet een<br />

uitstekend instrument. Waar mogelijk worden<br />

de diensten van de overheid bij de burger in<br />

de huiskamer gebracht, een ontwikkeling die<br />

onze voortdurende aandacht heeft. Ons Digitale<br />

Zorgloket is daar een prachtig voorbeeld van.<br />

Ook de gemeente Leiden heeft besloten over<br />

te stappen op szwNet. De afgelopen vier jaar<br />

gingen maar liefst 40 (inter)gemeentelijke sociale<br />

diensten, waaronder Tilburg, Heemstede, Weert,<br />

Hellevoetsluis, Achtkarspelen, Tubbergen en<br />

recentelijk Hoogezand-Sappemeer, Haaksbergen,<br />

Heusden en Horst aan de Maas, haar voor.<br />

Bij de keuze voor szwNet begeleiden wij het gehele<br />

verdere proces. U kunt rekenen op een gedegen<br />

projectmanagement, deskundige ondersteuning<br />

bij de implementatie, een probleemloze conversie<br />

en uitstekende opleidingen. Uiteraard staan wij u<br />

ook na implementatie van szwNet bij het gebruik<br />

terzijde met onze professionele dienstverlening.<br />

Het onderhoud is bij ons in goede handen en wij<br />

kunnen desgewenst het gehele applicatiebeheer<br />

voor u verzorgen.<br />

Bent u er met ons van overtuigd dat het beter kan?<br />

Neem dan contact met ons op!<br />

Wij laten u graag alle mogelijkheden van<br />

szwNet zien en ervaren.<br />

Planconsult bv. | Wijnhaven 3H 3011 WG Rotterdam | T: 010-2707080 | F: 010-2707089 | www.planconsult.nl | info@planconsult.nl


november <strong>2008</strong><br />

inhoud<br />

******************************************************************************************************* *<br />

4<br />

Colofon<br />

*<strong>Sprank</strong> is hét vakblad voor professionals in werk, inkomen<br />

en sociale vraagstukken. Het blad is een uitgave van <strong>Divosa</strong>.<br />

Realisatie:<br />

Amazing Media/ Aranda<br />

Hoofd- en eindredactie:<br />

Peter Boorsma, Ronald de Kreij<br />

Redactie:<br />

Alexandra Bartelds, Geert van Dijk, Marije van Dodeweerd,<br />

Hanne Overbeek<br />

Fotografi e en en illustraties:<br />

Peter Arno Broer, Jan Lankveld, Angelique Viester, Gerlinde<br />

de Geus<br />

Vormgeving:<br />

Henry Peters (Zodan)<br />

Druk:<br />

PlantijnCasparie, IJsselstein<br />

Aan dit nummer werkten mee:<br />

Elvira Bos<br />

Liny Bruijnzeel<br />

Marianne van Geleuken<br />

Daniëlle Hermans<br />

Dorine van Kesteren<br />

Ron Niessen<br />

Pauline Meurs<br />

Tof Th issen<br />

Jan Timmermann<br />

Johan van der Waal<br />

Redactieadres:<br />

Eykmanlaan 30<br />

3571 JT Utrecht<br />

030 – 2733 414<br />

e-mail: sprank@divosa.nl<br />

Advertenties:<br />

HoeZo!<br />

Postbus 3300<br />

2001 DH Haarlem<br />

023 – 555 2720<br />

Abonnementen<br />

Een abonnement kost 84 euro (exclusief 6 procent btw)<br />

en per jaar (10 nummers). Opzeggen kan schriftelijk tot<br />

1 november van het lopende kalenderjaar. Voor leden van<br />

<strong>Divosa</strong> is het abonnement gratis. Telefoon 030 – 233 2337<br />

© <strong>Divosa</strong> <strong>2008</strong><br />

Oplage:<br />

2000 stuks<br />

Verschijning:<br />

10 x per jaar<br />

Voor niet-commerciële partners van <strong>Divosa</strong> bestaat de<br />

mogelijkheid tegen betaling artikelen te plaatsen. Voor meer<br />

informatie kunt u contact opnemen met de redactie.<br />

ISSN 1875-6069<br />

Opinie<br />

6 Niet alleen Wwb’ers maken schulden<br />

Stop de dictatuur van de middelmaat<br />

Leve de professional! = Weg met de<br />

manager?<br />

Rubrieken<br />

13 In de spreekkamer: Marijke Staps<br />

24 De klant: Cathy Morsink<br />

28 Vroeger: 75 jaar <strong>Divosa</strong>, deel 2<br />

31 De passie van: Leo Roijakkers<br />

En verder<br />

8 Maak het werk aantrekkelijk!<br />

22 Als klant nummer tien gaat klagen…<br />

26 De drempelvrees van werkgevers<br />

29 Eerst komt de mens, daarna de handicap<br />

30 Positieve negatieve optie in Weert<br />

Verenigingspagina’s<br />

14 <strong>Divosa</strong>-nieuws<br />

Column Tof Th issen<br />

17 BKWI<br />

18 CP-ICT<br />

Column Johan van der Waal<br />

20 Inlichtingenbureau<br />

8<br />

Klantmanagers<br />

Het werk van klantmanagers wordt steeds complexer.<br />

Dat stelt hogere eisen aan kandidaten en<br />

maakt de werving lastiger. Toch zit de oplossing<br />

in diezelfde complexiteit: het biedt ook mogelijkheden<br />

het werk interessanter te maken. *<strong>Sprank</strong><br />

onderzocht de arbeidsmarkt voor klantmanagers.<br />

Pagina 8<br />

22<br />

Leerbanen<br />

Werkgevers geven graag, zeker in tijden van<br />

arbeidsmarktkrapte, een kans aan iemand uit de<br />

bijstand. Maar voor hindernissen als schulden en<br />

taalachterstanden, blijft de sociale dienst onmisbaar.<br />

Een reportage uit Almere over leerbanen in<br />

de detail- en groothandel.<br />

Pagina 22


26<br />

e drempelvrees<br />

an werkgevers<br />

Bij de presentatie van het advies van de com<br />

Wsw ondertekenden bedrijven en kennisce<br />

Drempelvrees<br />

Bij de presentatie van het advies van de commissie<br />

Fundamentele Herbezinning Wsw<br />

ondertekenden bedrijven en kenniscentra een<br />

intentieverklaring om mensen met een beperking<br />

aan de slag te helpen. Hoe gaat dat in de<br />

praktijk? Enkele werkgevers geven antwoord.<br />

Pagina 26<br />

29<br />

mensen met een beperking aan de slag te<br />

Gehandicapt<br />

Het geeft geen pas onderscheid te maken tussen<br />

mensen op basis van wel of geen handicap,<br />

vindt Erica Terpstra, voorzitter van NOC*NSF.<br />

“Beschouw alle mensen met een handicap eerst<br />

als mens, en pas daarna als gehandicapt”. Misschien<br />

een tip voor de sociale zekerheid?<br />

Pagina 29<br />

Beperking<br />

Veel werkgevers zijn huiverig om mensen met een beperking aan te nemen. Alleen<br />

dit gegeven al legt een forse beperking op aan de emancipatie van mensen mét<br />

een beperking en zónder baan.<br />

Waarom zouden we eigenlijk onderscheid maken tussen mensen die om welke<br />

reden dan ook aangewezen zijn op financiële ondersteuning door de overheid?<br />

Reïntegreren we mannen anders dan vrouwen? Hoogbegaafden anders dan minder<br />

slimme medeburgers? Of timmermannen anders dan stratenmakers? Wat dat<br />

betreft kan de sociale zekerheid zich spiegelen aan het voorbeeld in de sport waar<br />

het onderscheid tussen valide en invalide sportbeoefenaars al vrijwel geheel is<br />

verdwenen. Of zoals NOC*NSF-voorzitter Erica Terpstra zegt: eerst komt de mens,<br />

dan pas de handicap. Want dat is tenslotte de overeenkomst tussen mannen en<br />

vrouwen, hoogbegaafden en minder hoogbegaafden, timmermannen en stratenmakers,<br />

valide en invalide personen: ze zijn allemaal mens.<br />

Het is dan ook een goede zaak dat de commissie Fundamentele Herbezinning Wsw<br />

pleit voor één aanpak voor alle mensen met een beperking, ongeacht de inkomensregeling<br />

waarin zij zitten. <strong>Divosa</strong> vindt dit al langer. Natuurlijk, om maatwerk<br />

te kunnen bieden moet net als voor mannen en vrouwen, hoogbegaafden en<br />

minder hoogbegaafden, timmermannen en stratenmakers ook bij mensen met een<br />

beperking zoveel mogelijk rekening worden gehouden met hun specifieke situatie.<br />

Maar voor het overige zou toch vooral zoveel mogelijk moeten gelden: gelijke monniken,<br />

gelijke kappen. Ook dat is immers emancipatie.<br />

Waarbij moet worden aangetekend dat de emancipatie van ‘onderliggende’ groepen<br />

méér is dan positieve discriminatie. Bij de lusten horen ook de lasten. En waar<br />

het gaat om volwaardige deelname aan de arbeidsmarkt hebben we het dan over<br />

lusten als scholing en begeleiding en lasten c.q nadelen als de plicht om te werken<br />

en een mogelijk iets minder gunstige financiële regeling.<br />

De vraag is nu naar welke kant de balans uiteindelijk zal doorslaan bij invoering<br />

van de adviezen van de commissie Fundamentele Herbezinning Wsw. De positieve<br />

of de negatieve? Ook in dit verband kan het leerzaam zijn om te luisteren naar<br />

de bevindingen van NOC*NSF, ook al lijkt de sportwereld ver af te staan van de<br />

sociale zekerheid. Terpstra: “De tijd is voorbij dat we tegen chronisch zieken en<br />

gehandicapten zeggen: blijf maar zitten waar je zit. Door ze te accepteren zoals ze<br />

zijn en ze juist deelgenoot te maken van wat we allemaal doen, bloeien deze mensen<br />

heel erg op. En terecht, want ze horen erbij. Ik denk dat zij veel meer kunnen<br />

dan wij én zijzelf denken”<br />

- De redactie -<br />

<strong>09</strong><br />

redactioneel<br />

******************************************************************************************************<br />

5


november <strong>2008</strong><br />

opinie<br />

******************************************************************************************************* *<br />

6<br />

Niet alleen Wwb’ers maken schulden.<br />

Staatssecretaris Aboutaleb wil regels stellen<br />

aan gemeenten om de schuldhulpverlening<br />

te verbeteren. Dat werd tijd. Onder<br />

de huidige omstandigheden komen meer<br />

mensen in de wettelijke schuldsanering<br />

(Wsnp) terecht dan in het meer gewenste<br />

en vriendelijkere minnelijke traject.<br />

Jan Timmermann, adjunct bureaumanager<br />

bij <strong>Divosa</strong><br />

Uit onderzoek blijkt dat de gemeentelijke<br />

schuldhulpverlening veel beter kan. Soms<br />

moeten mensen eerst dertien weken op een<br />

wachtlijst staan voordat de gemeente met<br />

hun zaak aan de slag gaat. Niet zelden werken<br />

schuldeisers niet mee aan een oplossing of haken<br />

de schuldenaren zelf af. Slechts in een kwart<br />

van de gevallen biedt de hulp een oplossing.<br />

Dit is echter een gemiddelde, want de prestaties<br />

van de gemeenten lopen fors uiteen. Dat komt<br />

door de manier waarop de hulpverlening is<br />

georganiseerd.<br />

Staatsecretaris Aboutaleb wil nu regels opstellen<br />

waarin komt te staan welke hulp gemeenten<br />

binnen welke termijn moeten bieden. Eind<br />

dit jaar stuurt hij een uitgewerkt plan naar de<br />

Tweede Kamer.<br />

De VNG wijst een wettelijke regeling niet af,<br />

maar vindt dat die wel moet leiden tot meer<br />

eff ectiviteit. Een wettelijke regeling kan meer<br />

schuldeisers ertoe bewegen mee te werken<br />

aan schuldregelingen. En bijvoorbeeld zoiets<br />

als een verplicht moratorium kan bijdragen<br />

aan een minnelijk traject: als schuldeisers hun<br />

vorderingen dienen te bevriezen zodra mensen<br />

hulp inschakelen voor hun schulden, krijgt een<br />

gemeente de tijd om rustig een oplossing te<br />

zoeken.<br />

Anderzijds wijst de VNG op de maatregelen die<br />

de sector zelf al heeft genomen om de uitvoering<br />

te verbeteren en te voorkómen dat meer<br />

mensen in de schulden raken. Een wettelijke<br />

regeling mag deze initiatieven niet doorkruisen,<br />

vindt de VNG, en moet voldoende ruimte bieden<br />

voor inbedding in het totale gemeentelijke<br />

beleid. Wettelijke normering van de wachtlijsten<br />

en de inhoud van hulpverleningstrajecten<br />

staat volgens de VNG met dit uitgangspunt op<br />

gespannen voet.<br />

Dit laatste heeft de VNG goed gezien. Een wettelijke<br />

regeling zal namelijk bijna als vanzelfsprekend<br />

het lokale beleid doorkruisen. Maar in dit<br />

geval is dat ook helemaal niet erg. Gemeentelijke<br />

autonomie dient geen doel op zichzelf te zijn.<br />

Goede dienstverlening aan burgers moet het<br />

uitgangspunt zijn van gemeentelijk handelen.<br />

Th ans is er geen wettelijke basis voor het zogeheten<br />

minnelijke traject. Dit maakt dat sommige<br />

gemeenten de toegang tot de schuldhulpverlening<br />

beperken tot slechts een deel van hun<br />

burgers, te weten hun bijstandsgerechtigden.<br />

Maar het hebben van schulden is niet voorbehouden<br />

aan mensen in de Wwb alleen. Bovendien<br />

is de verscheidenheid in de uitvoering per<br />

gemeente zó groot, dat het voor de partners in<br />

de integrale aanpak van de schuldhulpverlening<br />

ondoenlijk is om goed te kunnen samenwerken.<br />

Dat gaat ten koste van een kwalitatieve en effectieve<br />

aanpak voor de burger.<br />

Verantwoording is wezenlijk voor het<br />

functioneren van de overheid, maar pas op<br />

voor Rupsje Nooitgenoeg. De rijksoverheid<br />

zou wel eens wat meer vertrouwen mogen<br />

geven zonder altijd eerst volledig geïnformeerd<br />

te willen zijn.<br />

Pauline Meurs, hoogleraar Bestuur van de<br />

Gezondheidszorg (EUR) en lid Eerste Kamer<br />

Staatssecretaris Aboutaleb heeft met de VNG afgesproken<br />

onder de gemeenten een benchmark<br />

reïntegratie te gaan uitvoeren. De landelijke<br />

politiek heeft namelijk behoefte aan ‘bewijs’<br />

dat gemeenten zich voldoende inzetten om tot<br />

goede prestaties te komen en geen geld over<br />

Een wettelijke regeling kan voorkomen dat,<br />

zoals nu het geval is, te veel mensen terecht<br />

komen in het wettelijke traject van de Wsnp. De<br />

VNG wijst op maatregelen die al zijn genomen<br />

en noemt daarbij als voorbeeld de certifi cering.<br />

Die is behoorlijk op weg, maar is er nog niet en<br />

moet zich in de praktijk ook nog gaan bewijzen.<br />

Het wordt hoog tijd dat de gemeenten gaan<br />

beseff en wat het maatschappelijk rendement<br />

kan zijn van goed georganiseerde integrale<br />

schuldhulpverlening. *<br />

Stop dictatuur van de middelmaat<br />

de balk smijten. Het is maar de vraag of deze<br />

aanpak de goede weg is.<br />

Een benchmark is een goed instrument om met<br />

elkaar te kunnen vergelijken en van te leren. Dat<br />

is wat anders dan een benchmark gebruiken<br />

om te controleren of een partij zijn zaakjes wel<br />

goed op orde heeft en daarover een oordeel<br />

vellen. Bovendien dient de rijksoverheid er<br />

voor te waken vooral niet te veel te stapelen.<br />

Gemeenten, ziekenhuizen, eigenlijk iedereen die<br />

met het Rijk ‘zaken doet’ wordt bedolven onder<br />

controlemaatregelen. De overheid mag best om<br />

verantwoording vragen, maar moet niet overvragen.<br />

En dat is wat er nu gebeurt. Omdat er een<br />

incident is, een Kamervraag wordt gesteld, of<br />

men gewoon is vergeten wat er eerder allemaal


Leve de professional! = Weg met de manager?<br />

De ambtenaar, ook de gemeenteambtenaar,<br />

lijdt aan ‘beroepszeer’. Maar het<br />

tij keert: er komt weer waardering voor<br />

ambtelijk vakmanschap en toewijding.<br />

Nu de managers nog.<br />

Prof. mr. Ron Niessen, bijzonder hoogleraar op<br />

de Ien Dales Leerstoel (UvA)<br />

“De belangrijkste deugden van een professional<br />

zijn moed, betrokkenheid en deskundigheid”,<br />

zo luidde een van de conclusies<br />

van de deelnemers aan een werkconferentie<br />

over publieke beroepstrots, die de Stichting<br />

Beroepseer samen met het ministerie van BZK<br />

afgelopen oktober had georganiseerd. Die<br />

conferentie was het voorlopig hoogtepunt van<br />

een beweging die het leed van professionals<br />

(‘beroepszeer’) aan de orde wil stellen.<br />

Professionals in de publieke sector lijden onder<br />

formulierendruk en van bovenaf opgelegde<br />

veranderingen (‘vernieuwingen’) die niet door<br />

henzelf worden gedragen. Bedrijfsmatige<br />

criteria voor het functioneren, zoals effi ciency,<br />

aan controlemaatregelen zijn afgesproken.<br />

Mijn advies: wees als rijksoverheid helder over<br />

wat je wilt weten en waarom, want de mensen<br />

worden horendol van de stapeling van controles<br />

en raken hiervan gedemotiveerd. Verantwoording<br />

is wezenlijk voor het functioneren van<br />

de democratie , maar pas op voor een Rupsje<br />

Nooitgenoeg. De oplossing voor dit dilemma<br />

heet vertrouwen. Niet blind vertrouwen maar<br />

gerechtvaardigd vertrouwen en dat laatste gaat<br />

gepaard met onzekerheid.<br />

Vertrouwen is wat anders dan ‘eerst zien en dan<br />

geloven’. Mijn pleidooi is voortaan af te zien<br />

van de simpele optelsombenadering van hoe<br />

meer voorspelbaarheid, hoe meer vertrouwen.<br />

Veel moediger is het om vertrouwen te kunnen<br />

slagvaardigheid en fl exibiliteit zijn over de<br />

publieke sector ‘uitgerold’, maar de beloning<br />

is nog steeds niet evenredig aan die in het<br />

bedrijfsleven. Dit alles wordt versterkt door<br />

uitlatingen van politici en andere spraakmakers<br />

die leiden tot ‘bureaucrat bashing’.<br />

De professionals in de publieke sector lijden<br />

evenzeer onder niet-betrokkenheid en ondeskundigheid<br />

van hun leidinggevenden, die naar<br />

het lijkt niet beter weten te doen dan ‘processen<br />

aansturen’ en ‘targets stellen’ die de professionals<br />

vervolgens moeten halen. Geert Mak<br />

zei het ongeveer zo: “Toen materiedeskundigheid<br />

niet meer als selectie-eis werd gesteld<br />

voor leidinggevenden kreeg je de regelneef”.<br />

De professionals willen af van al deze pijnpunten<br />

die demotiverend werken. Ze willen<br />

erkenning, vertrouwen krijgen en ruimte om<br />

hun vakuitoefening zelf in te kunnen vullen.<br />

De professionals hebben op deze punten<br />

evenwel het tij mee. Meer en meer vinden zij<br />

gehoor voor hun ‘beroepszeer’. En na jaren van<br />

bewieroking van generalisme en depreciatie<br />

van specialisten begint langzamerhand het<br />

geven zonder eerst volledig geïnformeerd te<br />

willen zijn.<br />

Ik zal de laatste zijn om de waarde van een<br />

betrouwbare overheid te bagatelliseren. Mijn<br />

bezwaar is dat deze betrouwbaarheid nu te<br />

veel afhankelijk wordt gesteld van meetbare<br />

output. Daar komt bij dat nadruk op output<br />

een nivellerende werking heeft. Eerder heb ik dit<br />

mechanisme ‘de dictatuur van de middelmaat’<br />

genoemd. Wanneer partijen langs dezelfde<br />

meetlat worden gelegd, is eenvormigheid het<br />

gevolg. Mijns inziens moet er meer ruimte<br />

komen voor variëteit en voor het waarderen van<br />

verschillende benaderingen. Hiernaast zou ik<br />

willen pleiten voor het stimuleren en vieren van<br />

excellentie. Om de middelmaat te ontstijgen. *<br />

belang van kennis en specialisme weer tot de<br />

overheidsdienst door te dringen. Zie de kabinetsnota<br />

‘Vernieuwing van de rijksdienst’.<br />

Nu de managers nog. Welke eigenschappen<br />

heeft een goede manager? Ook hier geldt:<br />

moed, betrokkenheid en deskundigheid.<br />

Materiedeskundigheid is – zoals we hiervoor al<br />

zagen – zéér belangrijk. Het is een bekende paradox<br />

voor managers van professionals: je hebt<br />

alleen gezag als je het vak hebt uitgeoefend,<br />

en behoudt alleen gezag als je als manager<br />

het vak niet meer uitoefent. Carrousels met<br />

(verplichte) mobiliteit werken averechts op<br />

de selectie-eis van materiedeskundigheid. Dit<br />

fenomeen moet worden teruggedrongen.<br />

Wat betrokkenheid betreft: medewerkers<br />

voelen haarfi jn aan of een manager betrokken<br />

is bij de materie, en vooral bij zijn mensen. Een<br />

betrokken manager weet wat voor vlees hij<br />

in de kuip heeft, en weet dus aan wie van zijn<br />

professionals hij veel ruimte en vertrouwen<br />

kan geven. Daar is niet zoveel moed voor<br />

nodig. En wie vertrouwen geeft, krijgt vertrouwen<br />

terug.<br />

Moed vertoont de manager die voor zijn<br />

mensen blijft staan, ook bij zwaar weer. Politici<br />

willen zich namelijk ook wel eens schuldig<br />

maken aan ‘manager bashing’ – bijvoorbeeld<br />

toen het ging om de korpschef van Gouda.<br />

Op zo’n moment overeind blijven, vóór je medewerkers,<br />

vereist moed. Dus: leve de (goede)<br />

professional! En leve de (goede) manager! *<br />

<strong>09</strong><br />

******************************************************************************************************<br />

opinie<br />

7


november <strong>2008</strong><br />

Maak het werk<br />

aantrekkelijk!<br />

******************************************************************************************************* *<br />

8


<strong>Sprank</strong> onderzocht de toekomstige arbeidsmarkt voor medewerkers van sociale<br />

diensten. Wat wordt het, krapte, of juist niet?<br />

- 62 % van sociale diensten heeft moeite met werven<br />

- Hogere eisen belangrijkste oorzaak<br />

- 57 % huurt tijdelijke krachten in<br />

- Werk wordt complexer, maar ook leuker<br />

- 68 % klantmanagers heeft hbo-niveau<br />

Het werk van klantmanagers is steeds complexer.<br />

Dat stelt hogere eisen aan kandidaten<br />

en maakt werving van klantmanagers lastiger.<br />

Toch zit de oplossing in diezelfde complexiteit:<br />

het biedt ook mogelijkheden het werk leuker<br />

en interessanter te maken. Dat lijkt - in een<br />

nutshell - de belangrijkste uitkomst van een<br />

onderzoek door <strong>Sprank</strong> onder sociale diensten<br />

naar de arbeidsmarkt voor klantmanagers.<br />

Afgelopen maand heeft *<strong>Sprank</strong> de <strong>Divosa</strong>-leden<br />

benaderd met een korte internetenquête,<br />

met het doel te achterhalen hoe lastig het is<br />

om aan goede klantmanagers te komen. Een<br />

kleine veertig sociale diensten hebben de<br />

vragenlijst ingevuld. Ondanks de bescheiden<br />

respons, is er toch sprake van een goede spreiding<br />

naar regio en gemeentegrootte. Ook de<br />

intergemeentelijke sociale diensten zijn goed<br />

vertegenwoordigd.<br />

Zes van de tien (62 procent) sociale diensten<br />

geeft aan dat het moeilijk is om aan goede<br />

klantmanagers te komen. Het lijkt er op dat<br />

grotere organisaties het moeilijker hebben dan<br />

kleinere. In gemeenten tot 60.000 inwoners<br />

heeft goed een kwart moeite met de werving.<br />

Het valt op dat het werven in de Randstad<br />

(Noord- en Zuid-Holland en Utrecht) makkelijker<br />

is dan in de regio. In de drie randstedelijke<br />

provincies geeft meer dan de helft van de<br />

sociale diensten aan dat het makkelijk is goede<br />

klantmanagers te vinden, buiten de Randstad<br />

is dit maar een kwart. Kortom: de wat kleinere<br />

gemeenten in de Randstad hebben de minste<br />

problemen met werving.<br />

Als we de sociale diensten vragen wat het<br />

makkelijk maakt dat ze hun vacatures kunnen<br />

vervullen wordt ‘een doordacht wervingsbeleid’<br />

het meest genoemd. Ook een goed imago,<br />

het aantrekkelijker worden van het werk (meer<br />

op reïntegratie gericht, integraler) en betere<br />

arbeidsvoorwaarden dan voorheen worden<br />

genoemd als verklaring. Een paar organisaties<br />

geven spontaan aan dat de variëteit van het<br />

werken in een kleine organisatie de functie<br />

aantrekkelijk maakt.<br />

Wat maakt het nu lastig om aan goede mensen<br />

Wel/geen vacatures<br />

te komen? Het feit dat er hogere eisen worden<br />

gesteld aan kandidaten dan voorheen wordt<br />

het meest genoemd als verklaring (ruim de<br />

helft van de sociale diensten noemt dit).<br />

Ook de krappe arbeidsmarkt en het feit dat<br />

de sociale dienst minder goede arbeidsvoorwaarden<br />

kan bieden (in combinatie met een<br />

slecht imago) worden door steeds een kwart<br />

genoemd. Drie organisaties geven ruiterlijk<br />

toe dat hun wervingsbeleid beter kan. Eén<br />

respondent hekelt de concurrentie tussen<br />

sociale diensten onderling. Een ander merkt<br />

op: “Het is voor kleine gemeenten moeilijk om<br />

ervaren klantmanagers te werven. Het lukt wel<br />

schoolverlaters binnen te halen, bijvoorbeeld<br />

die met een opleiding hbo-sociaaljuridische<br />

Bijna de helft van organisaties heeft geen vacatures voor klantmanagers, zo blijkt uit<br />

de enquête. De overige sociale diensten hebben gemiddeld zeven vacatures openstaan.<br />

Bij de sociale diensten die hebben aangegeven geen problemen te hebben met<br />

werven, zijn dit er slechts drie. Er is dus geen één-op-één relatie tussen het hebben<br />

van vacatures en de beoordeling of het werven van klantmanagers makkelijk of moeilijk<br />

is. De meeste vacatures ontstaan doordat medewerkers minder lang in dienst<br />

blijven, of doorstromen binnen de organisatie. Het uitstromen van medewerkers door<br />

pensionering en de groei van de hoeveelheid werk worden veel minder genoemd.<br />

<strong>09</strong><br />

omslagartikel<br />

******************************************************************************************************<br />

9


november <strong>2008</strong><br />

omslagartikel<br />

******************************************************************************************************* *<br />

10<br />

dienstverlening. Maar het kost dan wel veel tijd<br />

om ze in te werken!”<br />

Detachering<br />

Hoe vullen sociale diensten hun vacatures<br />

voor klantmanagers nu in? De meest gezochte<br />

oplossing is het inhuren van tijdelijke ervaren<br />

krachten via een uitzend- of detacheringsbureau.<br />

Maar liefst 57 procent van de respondenten<br />

geeft aan dit middel in te zetten.<br />

Deze uitkomst loopt in de pas met de<br />

beantwoording van de vraag naar de huidige<br />

samenstelling van de formatie. Een fors deel<br />

van de formatie van sociale diensten blijkt te<br />

werken op tijdelijke basis. Bij de helft van de<br />

sociale diensten maakt het tijdelijke personeel<br />

20 procent of meer van de totale formatie uit.<br />

Daarbij is er overigens geen meetbaar verschil<br />

tussen sociale diensten die problemen hebben<br />

met de werving en organisatie die het makkelijk<br />

afgaat.<br />

Naast inhuren van tijdelijk personeel proberen<br />

gemeenten hun vacatures voor klantmanagers<br />

vervuld te krijgen door het bieden van ontwikkelings-<br />

en doorgroeimogelijkheden. Opvallend<br />

is dat deze oplossing veel vaker genoemd<br />

wordt door organisaties die geen problemen<br />

hebben met de werving (57 tegen 35 procent).<br />

Het terugdringen van het verzuim en maatregelen<br />

om het zittende personeel langer vast<br />

te houden worden door circa een derde van<br />

de respondenten genoemd als maatregel. Een<br />

vijfde (22 procent) werkt samen met een opleiding,<br />

16 procent van de sociale diensten zegt<br />

de klantmanagers hoger in te schalen.<br />

De respondenten noemen ook nog andere<br />

oplossingen: “Maak het werk interessant en<br />

divers door te starten met integraal klantmanagement”,<br />

suggereert een van hen. “Daaraan<br />

kun je dan ook nog een aantal plustaken verbinden,<br />

zoals specialisaties op het gebied van<br />

reïntegratie, handhaving, wet- en regelgeving,<br />

agressie, enzovoort.” Een ander zet in op het<br />

De top 7 van oplossingen om in de behoefte aan goede<br />

klantmanagers te voorzien<br />

1. Inhuren van tijdelijke ervaren krachten<br />

2. Bieden ontwikkelings- en doorgroeimogelijkheden<br />

3. Terugdringen van het verzuim<br />

4. Maatregelen om het zittend personeel langer vast te houden<br />

5. Adverteren of wervingsacties<br />

6. Samenwerking met opleidingen<br />

7. Klantmanagers hoger inschalen<br />

In Rotterdam aan klantmanagers geen gebrek<br />

SoZaWe van Rotterdam heeft weliswaar voortdurend nieuwe klantmanagers nodig,<br />

maar heeft geen enkele moeite met de werving. Sterker nog: de advertentie die van<br />

tijd tot tijd op de eigen website wordt geplaatst levert zoveel reacties op dat de<br />

advertentie er binnen een paar dagen wordt afgehaald. Met de nieuwe kandidaten<br />

kan SoZaWe dan weer maanden vooruit.<br />

Dat de interesse zo groot is, heeft Rotterdam wel verbaasd, omdat onlangs ook<br />

de eisen zijn aangescherpt. Waar voorheen hbo-niveau werd gevraagd, is nu een<br />

hbo-opleiding vereist. Achtergrond hiervan is dat in de oude situatie veel mensen<br />

strandden in de assessment. De nieuwe eisen hebben geleid tot een kwalitatief<br />

betere instroom.<br />

Binnen p&o is er een werkgroep ingericht die moet kijken wat SoZaWe jonge<br />

medewerkers kan bieden. Dat heeft geleid tot een splitsing van de werkzaamheden<br />

van de klantmanagers, afgelopen maart. Sindsdien zijn er klantmanagers die zich<br />

richten op inkomensvoorziening of op begeleiding naar werk.<br />

“Veel klantmanagers hadden moeite met het werk in de volle breedte”, zegt Sandrijn<br />

Vink, senior p&o-adviseur, in een toelichting. “Mensen zijn nu eenmaal verschillend,<br />

de een maakt weinig fouten, heeft het werkproces altijd op orde en wil zich<br />

graag vastbijten in bijvoorbeeld handhaving. De ander is juist weer heel goed in<br />

het motiveren van mensen en heeft weer veel minder met het papierwerk. Voor de<br />

klantmanagers wordt het werk leuker, omdat ze nu kunnen kiezen in welke richting<br />

ze zich willen ontwikkelen.”<br />

Rotterdam overweegt dan ook niet de klantmanagers hoger in te schalen dan<br />

de huidige schalen 7, 8 en 9. Vink: “Het werk is niet complexer geworden,<br />

dus dat is geen rechtvaardiging. Wij kunnen goed uit de voeten met de huidige<br />

salarisschalen. Bovendien past het goed in het loongebouw van de gemeente<br />

Rotterdam.”


Hbo-niveau<br />

De standaard klantmanager is van hbo-niveau is, zo blijkt uit de enquete. Gemiddeld<br />

68 procent acteert op dat niveau. Bij de organisaties die makkelijk kunnen voorzien<br />

in hun vraag naar personeel is dit 80 procent.<br />

Universitair 5%<br />

Hbo-niveau 68%<br />

Mbo-niveau 24%<br />

Anders 2%<br />

Sturen op output in Maastricht<br />

‘Maak het werk interessant en divers door te<br />

“Voor ons is het een opgave om geschikte of geschikt te maken mensen te vinden”,<br />

zegt Richard Vleugels uit Maastricht in reactie op de onderzoeksresultaten. “Het<br />

risico bestaat dat er een situatie ontstaat met een verouderende kern met daar omheen<br />

een schil van mensen die komen en gaan. Dat heeft deels te maken met zaken<br />

die niet te beïnvloeden zijn; de geografi sche ligging van Limburg en de ontgroening<br />

en vergrijzing hier. Een andere belangrijke factor is de kloof tussen het imago van het<br />

werk van klantmanager en de werkelijkheid.”<br />

Vleugels is teammanager sociale zekerheid, maar kan bogen op veertien jaar ervaring<br />

in p&o-functies. Daarvoor, halverwege de jaren tachtig, werkte hij in de uitvoering van<br />

de sociale dienst. Het werk is sindsdien veel complexer geworden, zo constateert hij.<br />

“Je moet mensen in beweging zien te krijgen, het liefst naar werk. Het is heel zinvol<br />

en maatschappelijk relevant werk dat zich afspeelt binnen vrij complexe wet- en regelgeving.<br />

Daarbij heb je te maken met klanten die assertief zijn, in de goede zin van het<br />

woord. Maar dat is niet het beeld wat de buitenwacht heeft.”<br />

Het kan heel uitdagend werk zijn en dat zou je meer uit moeten dragen, vindt<br />

Vleugels. Organisaties moeten niet al te snel hun toevlucht nemen tot ‘meer geld’.<br />

“Natuurlijk moet de beloning kloppen. Bij ons zijn klantmanagers ingeschaald in schaal<br />

9. Bovendien hebben ze een goed arbeidsvoorwaardenpakket en hoge baanzekerheid.”<br />

Om het werk aantrekkelijker te maken moet er ook meer regelruimte komen voor<br />

de professionals, is de overtuiging van Vleugels. “Om dat te bereiken willen we van<br />

een proces- en systeemgestuurde organisatie naar een organisatie die is gericht op<br />

output. We moeten voor onszelf vaststellen wat we willen bereiken en hoe we dat<br />

bereiken. En in dat ‘hoe’ moet meer ruimte komen voor de klantmanagers.”<br />

Vleugels denkt dat loopbaanbeleid soelaas kan bieden, waarbij iemand bijvoorbeeld<br />

binnen komt als WIZ-consulent, maar later door kan groeien. Inmiddels loopt er in<br />

Maastricht een project met traineeships, maar er zou meer gedaan kunnen worden,<br />

vindt Vleugels.<br />

starten met integraal klantmanagement’<br />

organiseren van de interne doorstroming en<br />

het organiseren van hbo-stages en traineeships.<br />

Een stap verder gaat de suggestie om samen<br />

met collega-sociale diensten een opleidingsklas<br />

op te zetten. En een praktische tip: werf via de<br />

eigen medewerkers!<br />

Eén sociale dienst heeft een creatieve oplossing<br />

gevonden om het werk van klantmanagers<br />

interessant te houden. “Door klantmanagers de<br />

mogelijkheid te bieden een project te draaien<br />

– hun vervanging is te regelen door tijdelijk externen<br />

in te huren – blijven ze de uitdaging in<br />

het werk zien.” Een andere respondent wil zijn<br />

of haar collega’s nog wel wat vragen: “Bij onze<br />

dienst is klantmanagement ingeschaald in 8, Ik<br />

ben benieuwd of gemeenten waar men schaal<br />

9 biedt minder problemen hebben?”<br />

Veranderingen<br />

Tot zover de situatie nu. Maar hoe ziet de<br />

arbeidsmarkt van klantmanagers er in de toekomst<br />

uit? Bijna de helft van de respondenten<br />

verwacht voor de komende drie jaar geen grote<br />

veranderingen in de werving van klantmanagers.<br />

Degenen die geen veranderingen voorzien<br />

doen dat vooral op basis van ervaring. “Tot nu<br />

hebben wij nog altijd medewerkers kunnen<br />

vinden op het juiste niveau. Ik verwacht niet<br />

dat dat de komende drie jaar anders zal zijn”,<br />

aldus één van hen.<br />

Vier op de tien sociale diensten denken dat het<br />

moeilijk zal worden in de toekomst aan goede<br />

mensen te komen, enkelen verwachten dat het<br />

makkelijker wordt. De krapte op de arbeidsmarkt<br />

wordt het meest gevreesd. Eén iemand<br />

rept ook van de toename van het aantal<br />

klantmanagers dat voor een detacheringbureau<br />

gaat werken. Een ander verwacht dat het<br />

in de toekomst makkelijker wordt, omdat er<br />

minder banen in het bedrijfsleven zijn en daar<br />

kan de overheid van profi teren. (Peter Boorsma<br />

en Marije van Dodeweerd, illustratie: Angelique<br />

Viester/Illunatics) *<br />

<strong>09</strong><br />

omslagartikel<br />

******************************************************************************************************<br />

11


Centric<br />

Antwerpseweg 8<br />

2803 PB Gouda<br />

P.O. Box 338<br />

2800 AH Gouda<br />

Phone +31 182 34 50 00<br />

Fax +31 182 34 50 01<br />

melodies@centric.nl<br />

www.centricmelodies.nl<br />

����������������<br />

�����������������������������<br />

Centric is momenteel volop bezig<br />

uw vertrouwde GWS4all aan te<br />

passen aan de toekomstige<br />

gemeentelijke informatiehuishouding.<br />

Wat dat voor u betekent,<br />

komen wij u graag uitleggen.<br />

Kijk voor meer informatie op<br />

www.centric.nl of neem<br />

contact met ons op via<br />

(0182) 345 000.<br />

Als overheidsorganisatie heeft u voor uw ICT een<br />

harmonieuze samenklank nodig. De juiste ICT-instrumenten,<br />

die samenwerken in het tempo en op die<br />

manier die u op dat moment wenst. Centric Melodies is<br />

hiervoor dé oplossing. Centric Melodies staat voor een<br />

toekomstgerichte en open architectuur, de bijbehorende<br />

roadmap en een flexibel budgetteringsmodel.<br />

Centric Melodies is een innovatieve overheidsarchitectuur,<br />

waarmee gemeenten de komende jaren invulling<br />

kunnen geven aan hun beleid. De architectuur kent<br />

drie lagen, passend binnen het referentiemodel van<br />

EGEM en binnen de NORA (Nederlandse Overheid<br />

Referentie Architectuur): frontoffice, midoffice en<br />

backoffice. Door bestaande producten van gestandaardiseerde<br />

koppelvlakken te voorzien, kunnen gegevens<br />

tussen de drie lagen en met ketenpartners worden<br />

uitgewisseld. Binnen de midoffice zal de Centric<br />

conductor gaan zorgen voor een correcte doorverwijzing<br />

van berichten en continue, actuele statusinformatie.<br />

De uitgestippelde roadmap van Centric<br />

Melodies voorziet in een geleidelijke groei naar een<br />

service oriented architectuur.<br />

Tegelijk met de nieuwe Centric Melodies architectuur<br />

en de roadmap is een innovatief onderhoudsmodel<br />

geïntroduceerd, dat inspeelt op uw budgetproblematiek:<br />

Melodies Software Assurance. Dit zonder concessies<br />

te doen aan de door u gewenste en noodzakelijke<br />

functionaliteit. De basis is de onderhoudsvorm<br />

Melodies Classic Assurance. Deze kan uitgebreid<br />

worden met de Melodies Upgrade Protection en die<br />

vervolgens met de Melodies Suite Assurance. Met dit<br />

onderhoudsmodel kunt u zich verzekeren tegen aanvullende<br />

investeringen in bijvoorbeeld nieuwe versies,<br />

additionele functionaliteit en nieuwe services.<br />

Met Centric Melodies dirigeert u uw organisatie en ICT<br />

in het door u gewenste tempo de toekomst in.<br />

Centric Melodies<br />

een architectuur<br />

een roadmap<br />

een budgetteringsmodel<br />

Wilt u meer weten over Centric Melodies,<br />

kijk dan op www.centricmelodies.nl.<br />

�������<br />

��������<br />

�������������������<br />

consultancy | it solutions | software engineering | e-business | systems integration | managed ict services | training<br />

*******************************************************************************************************


Marijke Staps, leerplichtambtenaar, Den Bosch<br />

‘De meeste moeite heb ik<br />

met onverschillige ouders’<br />

“Als ik met een spijbelaar spreek wil ik altijd<br />

eerst weten waarom hij of zij verzuimt. Heeft<br />

hij de verkeerde school gekozen? Is hij verslaafd?<br />

Is de motivatie weg? Vervolgens moet helder<br />

worden wat het beste bij hem past. Waar mag<br />

ik jou ’s nachts voor wakker maken? vraag ik<br />

dan. Natuurlijk moet dat wel een haalbare wens<br />

zijn. Je kunt best popster willen worden omdat<br />

je van muziek houdt, maar meestal is dat niet<br />

reëel. Een opleiding ‘geluidstechnicus’ is dan<br />

misschien wél wat. En om overspannen verwachtingen<br />

bij te stellen wil ik dan eerst laten<br />

zien wat het werk inhoudt. In de kroeg hangen<br />

is immers niet hetzelfde als werken<br />

in de horeca.<br />

Leerplichtambtenaren hebben op veel andere<br />

hulpverleners voor dat ze concrete maatregelen<br />

kunnen nemen. Zodra er sprake is van verzuim<br />

komen wij overal binnen, of mensen<br />

dat nu leuk vinden of niet. Soms stuit je<br />

op schrijnende situaties. Ik zie wel eens<br />

kinderen die zoveel pech<br />

in hun leven hebben,<br />

dat het<br />

won-<br />

derlijk is dat ze überhaupt nog naar school<br />

komen. Afhankelijk van de problemen schakel<br />

ik dan hulp in; verslavingszorg, jeugdzorg of,<br />

als blijkt dat de leerling de verkeerde opleiding<br />

heeft gekozen, een studieadviseur.<br />

Er zijn ook jongeren waar geen land mee te<br />

bezeilen is. Die spreek ik aan. Ik ben opsporingsambtenaar<br />

en kan er dus voor zorgen<br />

dat incidentele spijbelaars een ‘haltstraf’ - een<br />

taakstraf - krijgen. Bij hardnekkig verzuim kan<br />

een proces verbaal ervoor zorgen dat ze voor<br />

de kinderrechter moeten komen.<br />

Ik werk met jongeren tussen de zestien en achttien<br />

jaar, een hele lastige leeftijdsfase. Ze hebben<br />

geen zin, ze zijn bezig met andere dingen en<br />

zeker voor de jongens zijn er tal van verleidingen.<br />

Dat ze uiteindelijk toch een diploma halen<br />

waarop ze de rest van hun leven op kunnen terugvallen,<br />

is het allerbelangrijkste. Dat bereiken,<br />

dat is waarom ik dit werk doe.<br />

De meeste moeite heb ik met ouders die onverschillig<br />

zijn. Ouders die<br />

niet op komen dagen<br />

op afspraken omdat<br />

ze het niet belangrijk<br />

vinden. ‘Als hij niet wil, dan hoeft hij niet’, krijg<br />

je dan te horen. Of ze melden hun kind gewoon<br />

ziek.<br />

Soms moet ik ongeloofl ijk leuren om een<br />

school te vinden. Zo was er een meisje met<br />

een taalachterstand dat naar Den Bosch was<br />

verhuisd en een school nodig had. Een leuke<br />

meid, die ik eerst al met haar vader had langs<br />

gestuurd, zodat ze konden zien over wie het<br />

ging. Uiteindelijk zijn we zes scholen langs<br />

geweest. Misschien is het vanwege de prestatiedwang<br />

dat scholen zo afwerend zijn, dat<br />

vertellen ze niet. Als de directeur zegt dat de<br />

klas al overvol is, moet ik aannemen dat dat zo<br />

is. Maar het maakt me wel boos dat zo’n meisje<br />

dan drie maanden thuis zit. Dat is heel slecht<br />

voor haar ontwikkeling. En wat voor indruk<br />

maakt het op het meisje zelf, dat geen enkele<br />

school haar wil?” *<br />

in de spreekkamer<br />

<strong>09</strong><br />

******************************************************************************************************<br />

rubriek<br />

13


november <strong>2008</strong><br />

<strong>Divosa</strong>-nieuws<br />

<strong>Divosa</strong>-nieuws<br />

******************************************************************************************************* *<br />

14<br />

<strong>Divosa</strong> positief over commissie de Vries<br />

<strong>Divosa</strong> is positief over het advies van de<br />

commissie Fundamentele Herbezinning<br />

Wsw. <strong>Divosa</strong> pleit al langer voor één aanpak<br />

voor alle mensen met een beperking,<br />

ongeacht de inkomensregeling waar<br />

iemand in zit. Werk gaat boven inkomen<br />

én inkomensregeling.<br />

Sociale diensten en werkgevers zien nauwelijks<br />

nog verschil in ondersteuningsbehoefte tussen<br />

mensen in verschillende regelingen, of het nu<br />

gaat om de Wsw, de Wwb, de Wajong of de<br />

Wia. Ondersteuning op maat onafhankelijk<br />

van de regeling, zoals de ‘commissie-De Vries’<br />

voorstelt, past hierbij. Niet de uitkering maar<br />

de mogelijkheden van iemand bepalen de<br />

ondersteuning.<br />

De commissie stelt dat werk altijd moet lonen.<br />

<strong>Divosa</strong> onderschrijft dit. Zo regulier mogelijk<br />

werken is het uitgangspunt, en daarop staat de<br />

hoogst mogelijke beloning.<br />

De commissie stelt verder voor om te komen<br />

tot één systematiek van belonen. Ook dit<br />

voorstel onderschrijft <strong>Divosa</strong>. Het reserveren<br />

van een geoormerkt budget voor de minst<br />

productieve werkzoekenden kan voorkomen<br />

dat gemeenten verleid worden om te selecteren<br />

in wie zij investeren.<br />

Indicatiestelling<br />

De commissie stelt voor om de uiteindelijke<br />

indicatie te doen op een concrete werkplek.<br />

Dat betekent dat de commissie afziet van de<br />

theoretische keuring aan de poort. <strong>Divosa</strong><br />

heeft deze wens in de uitvoeringspraktijk veel<br />

gehoord, maar vindt wel dat er nog goed moet<br />

worden nagedacht over het bepalen van de<br />

loonwaarde. Zeker ook omdat het uiteindelijke<br />

inkomen van een werknemer er vanaf hangt.<br />

<strong>Divosa</strong> acht het, net als de commissie, wenselijk<br />

dit op een eenduidige manier te doen. Op dit<br />

onderdeel zal door <strong>Divosa</strong> gezamenlijk met<br />

UWV/CWI en werkgevers geïnvesteerd gaan<br />

worden. Om de professionaliteit van deze indicatiestelling<br />

te verbeteren is het ontwikkelen<br />

van landelijke protocollen en het benchmarken<br />

van resultaten een goede manier.<br />

<strong>Divosa</strong> acht het van belang dat ook mensen<br />

met een beperking verplicht kunnen worden<br />

om te werken wanneer zij een beroep doen<br />

op een uitkering, zoals de commissie voorstelt.<br />

Ook is <strong>Divosa</strong> positief over de voorgestelde<br />

verbetering van de positie van de cliënt: de<br />

mogelijkheid om onafhankelijk advies in te<br />

winnen en een beroep te kunnen doen op een<br />

persoonsgebonden budget.<br />

Rol werkgevers<br />

De commissie gelooft niet in quota om medewerking<br />

van werkgevers af te dwingen. <strong>Divosa</strong> is<br />

van mening dat hier de regio’s zelf aan zet zijn.<br />

Gemeenten kunnen in hun aanbestedingen<br />

eisen stellen. Het is ook een uitdaging voor<br />

gemeenten om op regionaal niveau taakstellingen<br />

af te spreken met elkaar en regionale<br />

werkgevers.<br />

De sw-bedrijven zullen belangrijke werkgevers<br />

voor deze doelgroep blijven. Uit het verleden<br />

zijn lessen te trekken met het onbedoeld vernietigen<br />

van infrastructuren voor arbeidstoelei-<br />

ding/scholing. Dat mag hier niet gebeuren. De<br />

omslag van sw-bedrijven van productiebedrijf<br />

naar leer-werk- en detacheringsbedrijf is wel<br />

hoogst noodzakelijk en onvermijdelijk.<br />

De commissie stelt voor om de dienstverlening<br />

en de indicatiestelling vanuit de Werkpleinen te<br />

bieden. <strong>Divosa</strong> is verheugd dat gekozen is voor<br />

het verder stimuleren van de samenwerking<br />

tussen CWI/UWV en gemeenten en er geen<br />

structuurdiscussie ontstaat. <strong>Divosa</strong> is wel een<br />

voorstander van het geleidelijk invoeren van<br />

deze nieuwe aanpak. Het past bij de huidige<br />

werkwijze van de uitvoering om niet met een<br />

grote klap een even grote wijziging door te<br />

voeren maar dit verantwoord, zorgvuldig en<br />

werkendeweg te doen.<br />

* Het advies van de commissie-De Vries is te<br />

vinden op www.werken-naar-vermogen.nl.<br />

Dag van het persoonsgebonden budget<br />

10 december, 10.00 – 17.00, Utrecht<br />

Veel gemeenten zijn bezig met de voorbereiding of uitvoering van het persoonsgebonden<br />

budget voor reïntegratie. Maar elke gemeente geeft er een eigen invulling aan. Wat werkt<br />

nu goed? En hoe organiseer je dat? Via een benchmark vergelijkt <strong>Divosa</strong> de verschillende<br />

aanpakken binnen de Wwb en de Wsw. Op de dag van het persoonsgebonden budget voor<br />

reïntegratie worden de resultaten gepubliceerd en gepresenteerd.<br />

* Aanmelden via www.divosa.nl


Terugblik VNG-<strong>Divosa</strong> Najaarscongres<br />

Vroeger konden gemeenten alleen bepalen wie tijdens het bedelen een schaal mocht<br />

gebruiken. Inmiddels kunnen lokale overheden veel meer tegen armoede doen. Mits ze<br />

die kansen ten volle grijpen én laten zien dat ze er goed in zijn. Een korte terugblik op<br />

het <strong>Divosa</strong> Najaarscongres.<br />

Annemarie Jorritsma, burgemeester van Almere ziet de Wet<br />

werk en bijstand als een goed voorbeeld van decentralisatie en<br />

hoopt dat gemeenten ook op andere terreinen meer verantwoordelijkheden<br />

krijgen: “Wij staan dicht bij de mensen, bij bedrijven<br />

en zijn koploper in het aanpakken van maatschappelijke<br />

vraagstukken.”<br />

Staatssecretaris Aboutaleb was tijdens het congres op zoek<br />

naar gemeenten die hun verhaal willen vertellen aan Tweede<br />

Kamerleden. “Ik doe een dringend beroep op u om uw eigen<br />

prestaties van de daken te schreeuwen.” Aboutaleb vindt de inzet<br />

van gemeenten op het gebied van regionaal arbeidsmarktbeleid<br />

onmisbaar.<br />

Professor Jaap Boonstra vindt gemeenten dé aangewezen<br />

partijen om initiatieven te ontplooien die mensen een stapje<br />

verder helpen. Zijn credo: gewoon beginnen en kijken wat je nu al<br />

vanuit je eigen krachten en mogelijkheden kunt veranderen. “Vernieuwing<br />

begint in het klein op lokaal niveau. Blijf niet wachten<br />

op beleid. Kijk waar vernieuwingsimpulsen ontstaan en probeer<br />

deze te versterken.”<br />

(foto’s: Gerlinde de Geus)<br />

Kamerleden uitgenodigd voor werkbezoeken<br />

<strong>Divosa</strong> nodigt Kamerleden uit voor werkbezoeken in het land. De wereld van sociale<br />

diensten is sterk in beweging en niet alles is op papier te vangen. Daarom is het een<br />

meerwaarde als Kamerleden met eigen ogen kunnen kijken naar de praktijk van alledag.<br />

Zo hebben <strong>Divosa</strong> en de RSD Hoeksche Waard Kamerleden uitgenodigd om de goed lopende reïntegratie-aanpak<br />

in de Hoeksche Waard te komen bekijken. Dit naar aanleiding van de publicatie ‘De<br />

caleidoscoop van reïntegratie’ die Kamerleden inmiddels is toegestuurd. Deze <strong>Divosa</strong>-publicatie verkent<br />

de discussie rond de eff ectiviteit van reïntegratie en stelt dat een succesvol reïntegratietraject niet alleen is<br />

te meten via uitstroom naar een betaalde baan.<br />

<strong>Divosa</strong> denkt dat Kamerleden zeker interesse zullen tonen in werkbezoeken die nader ingaan op onderwerpen<br />

als ketensamenwerking, integrale schuldhulpverlening, jongerenaanpak en reïntegratie.<br />

* Heeft u tips voor interessante werkbezoeken? Mail Arnoud Boer: aboer@divosa.nl<br />

Kalender <strong>2008</strong><br />

16 t/m 22 november<br />

* Studiereis New York City<br />

The power of work (and care)<br />

4 december<br />

* Regiobijeenkomst Oost<br />

10 december<br />

* Dag van het persoonsgebonden budget<br />

Tussenrapportage pgb-projecten<br />

18 december<br />

* Regiobijeenkomst Noord-Holland, Alkmaar<br />

Kalender 20<strong>09</strong><br />

16-20 februari 20<strong>09</strong><br />

* Studiereis Engeland<br />

19-25 april 20<strong>09</strong><br />

* New York<br />

10, 11, 12 juni 20<strong>09</strong><br />

* <strong>Divosa</strong> Voorjaarscongres<br />

22-26 juni 20<strong>09</strong><br />

* Denemarken en Zweden<br />

7-10 september 20<strong>09</strong><br />

* Vlaanderen<br />

9-13 november 20<strong>09</strong><br />

* Duitsland<br />

Mensen mensen mensen<br />

Met ingang van 1 oktober jl. vervult Krista van Melick de<br />

functie van hoofd afdeling Werk en Inkomen in de gemeente<br />

Beek.<br />

De gemeente Son en Breughel heeft een nieuw hoofd SZ:<br />

Luuk Wijnhijmer. Hij volgt een interim-hoofd op.<br />

Sjoerd Osinga is het nieuwe hoofd Sociale Zaken van de<br />

gemeente Zutphen. Hij volgt Marianne Kragting op.<br />

Correctie: In Helden is Leon Th ielen het interim hoofd<br />

Werk & Inkomen.<br />

<strong>09</strong><br />

<strong>Divosa</strong>-nieuws<br />

******************************************************************************************************<br />

15


november <strong>2008</strong><br />

<strong>Divosa</strong>-nieuws<br />

<strong>Divosa</strong>-nieuws<br />

******************************************************************************************************* *<br />

16<br />

De kunst van het loslaten<br />

Bij de hoorzitting in de Tweede Kamer aan de vooravond van de parlementaire<br />

behandeling van de Wet werk en bijstand hield ik namens <strong>Divosa</strong> de parlementariërs<br />

voor dat de kritische succes- of faalfactor van deze fl inke decentralisatie zou zijn of<br />

zij in staat waren om los te laten. De systeemverantwoordelijkheid bleef bij het Rijk,<br />

maar de fi nanciële verantwoordelijkheid kwam bij de gemeenten te liggen. Bovendien<br />

zouden gemeenten meer ruimte voor eigen beleid krijgen. Want dat hoort er immers<br />

onlosmakelijk bij.<br />

Die verantwoordelijkheden en risico’s dienen gepaard te gaan aan vrijheid van handelen<br />

en een zekere autonomie. De gemeenten zijn best in staat om te weten wat<br />

mensen nodig hebben om te kunnen worden wie ze willen of kunnen zijn. Daarvoor is<br />

inzicht nodig in wat de arbeidsmarkt vermag, inzicht in hoe scholen en vakopleidingen<br />

daarop inspelen, inzicht in hoe het eigen brede sociaal beleid of volkshuisvestingsbeleid<br />

invloed heeft op de ontwikkelingen in het bijstandsvolume. En we zijn dichtbij,<br />

bereikbaar, benaderbaar, herkenbaar. Dus kennen veel mensen onze professionals van<br />

de sociale dienst en kennen veel beroepskrachten de mensen om wie het gaat. De<br />

vraag wat mensen nodig hebben om te kunnen worden wie ze willen of kunnen zijn is<br />

in nabijheid en vanuit betrokkenheid te beantwoorden.<br />

Uit de jaarlijkse monitor van <strong>Divosa</strong> blijkt dat onze leden onverkort enthousiast<br />

zijn over deze wet en trots zijn op de behaalde resultaten. Immers, in ruim vier jaar<br />

tijd is het nieuwe paradigma ‘Werk boven inkomen’ volkomen geïmplementeerd, is<br />

het aantal mensen in de bijstand historisch laag en is de focus echt komen te liggen<br />

op mensen. De uitdaging voor de komende jaren is gelegen in de vraag waar we de<br />

invloed op kunnen pakken. Hoe kunnen we eerder ingrijpen in levens van mensen om<br />

te voorkomen dat mensen bijstandsafhankelijk worden? Hoe smeden we de interne<br />

gemeentelijke ketens zowel als de relevante externe (UWV/CWI, onderwijs, ondernemers,<br />

ggz, welzijn- en zorgorganisaties) zo aaneen dat de gezamenlijke focus komt<br />

te liggen op de emancipatie van mensen? Ook daarbij past de kunst van het loslaten.<br />

Nabij zijn, maar de verantwoordelijkheid voor zelfredzaamheid laten liggen bij het individu.<br />

Want dat biedt de beste garantie voor duurzame zelfstandigheid. De gemeente<br />

als coach en begeleider van mensen, uit hun kwetsbaarheid naar onafhankelijkheid<br />

van uitkering.<br />

De rijksoverheid heeft in dezelfde periode geleerd los te laten. Hoewel de Tweede<br />

Kamer nog regelmatig vragen stelt aan het verkeerde adres. Namelijk aan de staatssecretaris,<br />

daar waar de vragen thuishoren bij het lokale college van B&W. Of dat nu gaat<br />

over reïntegratietrajecten, de inzet van work fi rst of de huisbezoeken. Dat is de lokale<br />

keuze en vrijheid bij decentralisatie. Centrale sturing past daarbij niet meer. Vertrouwen<br />

geven en ruimte bieden wel.<br />

Tof Th issen<br />

voorzitter <strong>Divosa</strong><br />

Sluiting Werkpleinen<br />

Dertig Werkpleinen moeten in de loop<br />

van 2010 de deuren sluiten. Een aantal<br />

randvoorwaarden kan de dienstverlening<br />

op peil houden.<br />

De Werkpleinen die gaan sluiten hebben<br />

de afgelopen tijd geïnvesteerd in een lokaal<br />

werkgeversnetwerk. Het is belangrijk dat dit<br />

netwerk goede ondersteuning blijft krijgen en<br />

behouden blijft. Dit stelt <strong>Divosa</strong> na overleg met<br />

de gemeenten die straks geen Werkplein meer<br />

zullen hebben.<br />

Daarnaast is het belangrijk om voor inwoners<br />

op korte termijn een extra slag te maken met<br />

de ict-voorzieningen en de ict-infrastructuur<br />

van de ketenpartners. Nu het fysieke Werkplein<br />

op een aantal locaties gaat verdwijnen, moeten<br />

klanten immers op andere wijze snel geholpen<br />

kunnen worden. Tot slot stelt <strong>Divosa</strong> samen<br />

met de getroff en gemeenten dat het noodzakelijk<br />

is dat zij in hun regio kunnen blijven<br />

meedenken en meepraten over de dienstverlening<br />

aan de burger. Daar moeten dus afspraken<br />

over komen. Gemeentelijke managers kunnen<br />

bijvoorbeeld een positie bekleden in het<br />

managementteam van het Werkplein waar hun<br />

gemeente onder valt.<br />

Het is belangrijk dat de betrokken gemeenten<br />

de komende tijd in kaart brengen wat sluiting<br />

van het Werkplein in fi nanciële zin betekent.<br />

Zo is het nieuwe Werkplein in Schouwen<br />

Duiveland bijna klaar en moet er over de<br />

desinvesteringskosten overleg plaatsvinden met<br />

het WERKbedrijf, en met de verantwoordelijke<br />

bewindspersonen.<br />

Eind november houdt <strong>Divosa</strong> een tweede overleg<br />

voor de gemeenten van wie het Werkplein<br />

moet sluiten.<br />

* Meer informatie bij Gina Jongma:<br />

jongma@divosa.nl


DKD fase 2: nieuwe ronde, nieuwe kansen<br />

Het was de spreekwoordelijke D-day, 2 oktober: de aftrap van de tweede fase van het Digitaal Klantdossier (DKD). Het gaat om een<br />

zogenaamd virtueel dossier, dus de primaire systemen van UWV, CWI en gemeenten dragen allemaal hun steentje bij, net zoals de<br />

verbindende systemen van CWI (werk.nl), het Inlichtingenbureau (sectorloket) en het BKWI (Suwinet-Inkijk).<br />

Belangrijke voordelen van DKD voor de klant<br />

zijn tijdsbesparing en meer duidelijkheid. Zijn<br />

gegevens hoeft hij maar één keer in te voeren,<br />

wat leidt tot een transparant – aanpasbaar<br />

– overzicht van wat er over hem bekend is binnen<br />

de keten. Ook ervaart hij de Suwiketen als<br />

één organisatie; dat neemt het van-het-kastjenaar-de-muur<br />

gevoel weg.<br />

De voordelen voor de professional liggen bij de<br />

volledigheid en toepasbaarheid van informatie<br />

over de klant. Door meer bronnen te ontsluiten<br />

kunnen meer klantgroepen bediend worden<br />

en ontstaat er een completer beeld van de<br />

situatie van de klant. Deze informatie wordt in<br />

op maat gemaakte overzichten aangeboden en<br />

wijzigingen in de situatie van een klant worden<br />

automatisch doorgegeven aan andere instanties<br />

(middels signalen).<br />

De tweede fase van het Digitaal Klantdossier<br />

houdt concreet in dat de resultaten van fase 1<br />

aangevuld en verbreed worden: een volgende<br />

stap in de ondersteuning van integrale dienstverlening.<br />

Waar DKD fase 1 vooral het karakter<br />

had van innovatie en het leggen van een solide<br />

basis is de ambitie van DKD fase 2 ‘doorpakken’.<br />

Sinds 2005<br />

De eerste fase van DKD is halverwege 2005<br />

gestart. Het doel van deze fase was het voor de<br />

burger toegankelijk maken van gegevens uit de<br />

geautomatiseerde systemen van het CWI, UWV<br />

en gemeenten. De klant krijgt via het Internet<br />

toegang tot zijn gegevens zodat hij kan zien<br />

welke informatie over hem bekend is bij deze<br />

instanties. Ook kan hij zo correctieverzoeken<br />

indienen. De klant bespaart hiermee tijd, bijvoorbeeld<br />

doordat een aantal online vragenformulieren<br />

deels is vooringevuld.<br />

Ook professionals van het CWI, UWV en gemeenten<br />

ondervinden voordelen van het DKD.<br />

Met een druk op de knop zijn alle relevante<br />

gegevens over een klant in voor de professional<br />

op maat gemaakte overzichten terug te vinden.<br />

Dat scheelt een hoop zoekwerk en administratieve<br />

rompslomp; daardoor kan de klant sneller<br />

én beter worden geholpen.<br />

Fase 1 is eerder dit jaar succesvol afgerond,<br />

hoewel de betrokken partijen het erover eens<br />

waren dat DKD nog niet af is. Het plan van<br />

aanpak voor fase 2 is door UWV, CWI, SVB, gemeenten<br />

en BKWI gezamenlijk opgesteld. In het<br />

plan komen de volgende onderwerpen terug:<br />

1. Uitbreiding van gebruik<br />

Het gebruik van DKD wordt in twee richtingen<br />

uitgebreid. Enerzijds worden de mogelijkheden<br />

die DKD biedt beter ingebed in de primaire<br />

processen van de ketenpartners. Anderzijds<br />

wordt de huidige DKD-dienstverlening voor<br />

meerdere klantgroepen beschikbaar gesteld.<br />

2. Uitbreiding van functionaliteit<br />

Dit onderwerp bestaat uit drie deelprojecten.<br />

Het eerste is een uitbreiding van de dienstverlening<br />

met vooringevulde e-formulieren. Daarnaast<br />

worden er meer mogelijkheden geboden<br />

voor het volgen van het klantproces. Het derde<br />

deelproject bestaat uit de uitbreiding van het<br />

klantbeeld en de correctie- en terugmeldfaciliteit.<br />

3. Uitbreiding van gegevens<br />

Er worden in DKD fase 2 meer bronnen ontsloten,<br />

zowel van binnen als buiten de keten<br />

van werk en inkomen. Dit zijn ondermeer het<br />

Kadaster en de Informatie Beheer Groep. Daarnaast<br />

wordt het taalgebruik richting de klant<br />

onderzocht en versimpeld.<br />

4. Randvoorwaardelijke zaken<br />

In fase 2 wordt ervoor gezorgd dat zowel<br />

klanten als professionals beschikken over een<br />

betrouwbare ict-faciliteit met bijbehorende<br />

serviceorganisatie. Daarom is het noodzakelijk<br />

om ook zaken als beheer, privacy en beveiliging<br />

verder te ontwikkelen en in te bedden.<br />

Het implementatieproces van DKD fase 2 zal<br />

gecombineerd worden met de vorming van de<br />

Locaties voor Werk en Inkomen. De uitvoering<br />

van het project staat gepland tot begin 2010.<br />

Meer weten?<br />

Voor meer informatie over integrale<br />

dienstverlening kunt u kijken op www.<br />

samenvoordeklant.nl. Als u meer informatie<br />

wilt over het programma Digitaal<br />

Klantdossier fase 2, dan kunt u contact<br />

opnemen met de programmamanager,<br />

Eduard Renger, via erenger@bkwi.nl.<br />

<strong>09</strong><br />

******************************************************************************************************<br />

17<br />

BKWI<br />

BKWI


november <strong>2008</strong><br />

CP-ICT<br />

CP-ICT<br />

Implementeren<br />

Gemeenten hebben problemen met het implementeren van werkelijk alles. Althans, dat<br />

is wat wij altijd te horen krijgen. Vooral als het om ict-gerelateerde zaken gaat, schijnt<br />

implementeren een megaprobleem te zijn. Sinds jaar en dag proberen allerlei organisaties<br />

rondom gemeenten dit inzichtelijk te maken of op te lossen. Daarbij wordt de kern ervan<br />

niet of nauwelijks aangepakt.<br />

Op dit moment zijn er twee ontwikkelingen gaande die de kern van het implementatieprobleem<br />

aan willen pakken. De twee initiatieven waar ik het over heb, dat zijn KING<br />

en NUP. Natuurlijk weer fraaie afkortingen. Kwaliteits Instituut Nederlandse Gemeenten<br />

(KING) en Nationaal Urgentie Programma, inmiddels omgedoopt (makkelijk die afkortingen)<br />

tot Nationaal Uitvoerings Programma. Wat is er nu zo goed aan deze programma’s?<br />

Bij KING wordt een aantal functies vanuit diverse organisaties gebundeld zodat gemeenten<br />

vanuit één instituut ondersteund kunnen worden op een aantal terreinen die bij<br />

implementatie voor problemen zorgen. Dit alles vooralsnog onder de hoede van de VNG.<br />

De functies waarover ik het heb zijn bestuurskracht (zijn bestuurders in staat goed te<br />

besturen?), benchmark (weten we als gemeenten van elkaar hoe het nu echt zit en hoeven<br />

we niet steeds ongewild de competitie in?) en ict (kunnen we alles wat Egem, Iteams,<br />

CP-ICT en andere clubs doen ook bundelen?).<br />

Het bundelen van een aantal functies en een iets centralere regie zou geen kwaad kunnen,<br />

dus waarom ook niet? De valkuilen die ik daarbij zie: men wil te snel gaan (bestaande<br />

organisaties kun je niet van vandaag op morgen bij elkaar zetten en dan denken dat<br />

het beter wordt), men wil het koppelen aan het Haagse (terwijl we liever zien dat iets van<br />

en voor gemeenten is, dan dat het uit Den Haag komt) en tot slot de slagkracht (kleine<br />

organisaties kunnen vaak sneller en krachtiger zijn dan grotere logge instituten). Met<br />

inachtneming van deze punten is de potentie aanwezig om gemeenten echt van dienst te<br />

kunnen zijn. Dit zal in 20<strong>09</strong> gaan blijken.<br />

Dan het NUP. Waar dit in eerste instantie een urgentieprogramma was, is het nu een<br />

uitvoeringsprogramma geworden voor de E-Overheid. Het grootste voordeel hiervan<br />

is dat allerlei zaken die tot op heden als belangrijk werden gezien, nu prioriteit hebben<br />

gekregen. Die lijst met programma’s met de hoogste prioriteit heet nu NUP. De overheid<br />

sluit een akkoord dat deze zaken prioriteit hebben en als eerste worden uitgevoerd.<br />

Goed, daar kan je niet tegen zijn, toch? De adder onder het gras: de projecten die binnen<br />

het NUP vallen zijn zeer omvangrijk. Het is een illusie te denken dat je dat echt kan coördineren.<br />

De kracht moet ‘m zitten in hele goede onderlinge afspraken over standaarden.<br />

Daarnaast gaan departementen natuurlijk gewoon verder met bedenken van nieuw beleid<br />

en het neerzetten van nieuwe wetgeving. De vraag is: hoe dat gaat rijmen? Want de<br />

praktijk heeft de afgelopen jaren uitgewezen dat bij het opstellen van nieuw beleid nooit<br />

wordt gekeken naar wat in de uitvoering eigenlijk mogelijk is. Dat betekent, als we niet<br />

oppassen, straks naast het NUP weer separate prioriteitstelling.<br />

Toch lijkt het vanuit de bron de eerste stap richting wat meer coördinatie. Laten we er<br />

maar het beste van hopen.<br />

Johan van der Waal<br />

projectmanager CP-ICT<br />

Generiek m<br />

ict-impleme<br />

Vijf jaar na de oprichting heeft het CP-ICT<br />

ict-toepassingen als hulpmiddel bij het ver<br />

In 2003 startte het CP-ICT, op initiatief van<br />

de VNG en het ministerie van SZW, met haar<br />

activiteiten. Doel was de belangen van alle<br />

gemeentelijke sociale diensten te vertegenwoordigen<br />

bij het vertalen van wetswijzigingen en<br />

regelgevingen in ict-oplossingen. Het CP-ICT<br />

inventariseerde veranderingen, bekeek welke<br />

ict-systemen moesten worden aangepast en<br />

stemde dit af met leveranciers.<br />

Het ondersteunen van gemeenten bij ict-implementaties<br />

kwam natuurlijk niet uit de lucht<br />

vallen. Er bleek een grote behoefte aan te zijn.<br />

Begrijpelijk, want dergelijke trajecten zijn zeer<br />

complex. Bovendien verandert er meer dan alleen<br />

de techniek. Denk maar aan veranderingen<br />

binnen van de werkwijze en de werkprocessen.<br />

In 2007 hebben alle gemeenten met ondersteuning<br />

van het CP-ICT het Digitaal Klantdossier<br />

(DKD) succesvol geïmplementeerd. En als<br />

iets succesvol is, verdient het navolging. De<br />

ontwikkelde aanpak, ‘Operatie DKD’, was geheel<br />

gericht op de behoeften van gemeenten. Door<br />

op hun stoel te gaan zitten en te kijken welke<br />

stappen een gemeente moet maken om tot<br />

een goede implementatie te komen, kon als het<br />

ware een bouwpakket worden samengesteld.<br />

De bouwstenen werden gevormd door de te<br />

nemen stappen: van inventarisatie en oriëntatie<br />

naar realisatie. Op de site ‘Operatie DKD’ konden<br />

gemeenten stapsgewijs hun implementatie<br />

uitvoeren, ondersteund door een CP-ICT-regiocoach.<br />

Ook was de site voorzien van diverse<br />

documenten en modellen.<br />

Eén aanpak<br />

Operatie DKD kan worden gezien als een eerste<br />

generieke modelaanpak voor ict-implementatie.<br />

******************************************************************************************************* *<br />

18


odel voor<br />

ntatie<br />

m de kern van haar activiteiten een aanvullende ring gevormd: het implementeren van<br />

eteren van de gemeentelijke dienstverlening.<br />

Het CP-ICT vroeg zich toen ook al af: kan voor<br />

diverse toekomstige implementatietrajecten,<br />

zoals de ict-ondersteuning van Werkpleinen,<br />

Jongeren Centraal, DKD fase 2 en het Wmo-berichtenverkeer<br />

en standaardisaties, één generiek<br />

implementatiemodel worden ontwikkeld? Een<br />

vast model dat zo breed is dat het voor iedereen<br />

en binnen elk implementatietraject toepasbaar<br />

is? Als binnen één gemeente verschillende<br />

implementatie-aanpakken worden toegepast,<br />

kunnen die dan geïntegreerd worden? Want<br />

als een klant zich meldt, moet deze niet via<br />

zes ‘losse winkels’, maar via één loket worden<br />

geholpen.<br />

De uitdaging is nu: hoe kunnen we de losstaande<br />

trajecten aan elkaar koppelen? In hoeverre<br />

kunnen we ze integreren? Dat kan door ze<br />

modulair te maken, bijvoorbeeld met een generieke<br />

communicatieaanpak, en een database<br />

met de voortgang per gemeente. Dit alles om<br />

de integrale dienstverlening te verbeteren.<br />

Het CP-ICT weet dat dit een hoge ambitie is en<br />

gaat dan ook niet over één nacht ijs. De eerste<br />

stappen om te komen tot dit generieke implementatiemodel<br />

worden gezet. Elk implementatietraject<br />

wordt zoveel mogelijk met dezelfde<br />

methodiek uitgevoerd. Hoe we dit doen? Door<br />

gemeentelijke werkgroepen (onder andere het<br />

DKD, de Wmo en de Werkpleinen) in het leven<br />

te roepen en de ervaringen van gemeenten<br />

te gebruiken om pilots en voorloperanalyses<br />

uit te voeren. Aan de hand daarvan kunnen<br />

praktijkmodellen voor implementatie worden<br />

samengesteld. De gemeentelijke kennis en<br />

ervaring vormt zo de basis voor een generiek<br />

implementatiemodel. Want waarom zou je het<br />

wiel opnieuw uitvinden?<br />

Tilburg ziet voordelen in generiek model<br />

Peter de Punder, projectmanager dienstverlening bij de gemeente Tilburg, is<br />

‘een oude rot in het vak’ als het gaat om implementatietrajecten. Naast het<br />

DKD, is Tilburg momenteel bezig met het uitrollen van Jongeren Centraal en<br />

de inrichting van een werkplein. Wat vindt hij van het idee van een generiek<br />

implementatiemodel?<br />

“Wat mij aanspreekt is het hergebruik van kennis en expertise. Zo hebben wij<br />

veel aan de modellen die in Hoorn zijn toegepast bij de implementatie van Jongeren<br />

Centraal. Nu, met de inrichting van ons werkplein, zien we hetzelfde effect.<br />

De inspiratiedag op het werkplein Mercado in Eindhoven – georganiseerd<br />

door het CP-ICT – laat haarfijn zien hoe dit in de praktijk kan werken. De ervaringen<br />

in Eindhoven helpen ons bij het formuleren van onze eisen en wensen.<br />

De casus Werkplein Parkstad Limburg is nog een bruikbaar voorbeeld. Daar<br />

heeft het BKWI onderzoek gedaan naar de benodigde informatievoorziening en<br />

de gevolgen voor de softwarekeuze. De uitkomsten kunnen wij direct hergebruiken<br />

bij de discussie in Tilburg. Zo kun je in een korte tijd grote stappen maken.<br />

Natuurlijk is elke situatie uniek, maar als je kijkt naar de processen, of het nou<br />

gaat om minimabeleid of Jongeren Centraal, dan zie je dat de core business,<br />

de beoordeling van de problematiek, in de kern voor iedereen gelijk is. Ik denk<br />

dat je bij zo’n model ver weg moet blijven van de details. Maar als het gaat<br />

om de uitwisseling van kerngegevens en gestandaardiseerde signalen, is een<br />

generiek model goed toepasbaar. Het moet wel een groeimodel zijn, want het<br />

is niet iets wat je even doet en uitrolt. Maar een zelfde model voor implementatietrajecten<br />

zou zeker helpen deze sneller te realiseren. Voor gemeenten<br />

heeft zo’n model voordelen. Het zal bijdragen aan het professionaliseren van<br />

het projectmanagement in overheidsland. Ook zal het de samenwerking tussen<br />

gemeenten en andere overheden bevorderen omdat we dezelfde taal spreken<br />

en dezelfde methodiek gebruiken. Verder zullen lijnafdelingen minder afhankelijk<br />

worden van de kennis en vaardigheden van het eigen<br />

rekencentrum. Dit bevordert nieuwe initiatieven en het gebruik van standaard<br />

voorzieningen.”<br />

<strong>09</strong><br />

******************************************************************************************************<br />

19<br />

CP-ICT<br />

CP-ICT


november <strong>2008</strong><br />

Inlichtingenbureau<br />

Inlichtingenbureau<br />

******************************************************************************************************* *<br />

20<br />

Kwijtschelding<br />

gemeentebelastingen<br />

geautomatiseerd<br />

Na een succesvolle pilot in 2007, volgt nu de landelijke uitrol van de<br />

geautomatiseerde kwijtschelding gemeentelijke belastingen. Gemeenten zijn<br />

enthousiast over de mogelijkheid de kwijtscheldingstoets geautomatiseerd<br />

te laten verlopen door bestandsvergelijking. Deze wordt uitgevoerd door het<br />

Inlichtingenbureau.<br />

Het project ‘Geautomatiseerde kwijtschelding<br />

gemeentelijke belastingen’ vloeit direct voort<br />

uit de overheidswens de administratieve lasten<br />

te verlichten. Maar er zitten nog meer positieve<br />

neveneff ecten aan. Niet alleen is er sprake van<br />

kosten- en tijdsbesparing doordat de afhandeltermijnen<br />

van de aanvraag worden teruggebracht.<br />

De regeling stimuleert bovendien het<br />

gebruikmaken van inkomensondersteunende<br />

regelingen. Daarbij kan de geautomatiseerde<br />

kwijtscheldingstoets worden opgevat als een<br />

vorm van rechtmatigheidscontrole.<br />

De kwijtscheldingsregeling<br />

Huishoudens met een minimuminkomen kunnen<br />

in aanmerking komen voor een regeling<br />

waarmee de gemeente de door haar opgelegde<br />

lokale belastingen kan kwijtschelden. Om welke<br />

heffi ngen het gaat, bepaalt de gemeente zelf.<br />

Meestal gaat het om het gebruikersdeel van de<br />

onroerende zaakbelasting, de afvalstoff enheffi<br />

ng, hondenbelasting en dergelijke. Om voor<br />

de regeling in aanmerking te komen moet een<br />

huishouden wel aan een aantal voorwaarden<br />

voldoen. Deze zijn landelijk vastgelegd in de<br />

Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. De<br />

belangrijkste voorwaarden worden gevormd<br />

door een inkomens- en vermogenstoets.<br />

Onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau<br />

in 2007 laat zien dat na de inkomenstoets<br />

er zo’n 740.000 huishoudens zijn die recht<br />

zouden kunnen hebben op de kwijtschelding.<br />

Na de vermogenstoets blijven er nog ongeveer<br />

520.000 huishoudens* over.<br />

Geautomatiseerde toetsing<br />

Met de invoering van de geautomatiseerde<br />

kwijtschelding gemeentebelastingen, kunnen<br />

de inkomens- en vermogenstoets geautomatiseerd<br />

plaatsvinden. Dat gebeurt door gegevens<br />

die gemeenten van mogelijk rechthebbenden<br />

hebben, te koppelen aan bronnen die over<br />

inkomens- en vermogensgegevens beschikken.<br />

Dit zijn de Belastingdienst, UWV en de<br />

RDW. De mogelijk rechthebbenden moeten<br />

uitdrukkelijk toestemming hebben verleend<br />

voor de geautomatiseerde toetsing. Anders is<br />

de toetsing niet uitgevoerd volgens de regels<br />

van de Wet Bescherming Persoonsgegevens.<br />

Overigens behoudt elk huishouden het recht<br />

om een aanvraag individueel in te dienen.<br />

Begeleiden bestandskoppeling<br />

De gegevenskoppeling vindt plaats via het<br />

streng beveiligde netwerk van het Inlichtingenbureau.<br />

Gegevensuitwisseling en bestandskoppeling<br />

behoren als sinds de oprichting in 2001<br />

tot de hoofdactiviteiten van het Inlichtingen-<br />

Automatisering en administratieve<br />

lastenverlichting gaan hand in hand


ureau. Waar mogelijk tracht het de kwaliteit<br />

van de gegevensuitwisseling naar een hoger<br />

plan te brengen. Privacybewaking geniet daarin<br />

de hoogste prioriteit. De diverse overheden<br />

en samenwerkende instanties doen steeds<br />

vaker een beroep op het Inlichtingenbureau<br />

als het om gegevensuitwisseling met precaire<br />

informatie gaat. Zo ook bij de automatische<br />

kwijtschelding. Het Inlichtingenbureau is door<br />

de projectaansturende ministeries (Sociale<br />

Zaken en Binnenlandse Zaken) aangewezen,<br />

om de bestandskoppeling te begeleiden en in<br />

goede banen te leiden.<br />

Stimulans inkomensondersteuning<br />

Het stimuleren van inkomensondersteunende<br />

middelen is een speerpunt in het armoedebeleid<br />

van Sociale Zaken. De kwijtscheldingsregeling<br />

kan voor de rechthebbenden een tegemoetkoming<br />

van wel honderden euro’s per jaar<br />

betekenen. Toch maakt maar liefst 45 procent<br />

geen gebruik van de regeling*. Onbekendheid<br />

ermee blijkt de belangrijkste oorzaak. Tevens<br />

heerst de misvatting dat men bij voorbaat<br />

meent er toch geen recht op te hebben. Het is<br />

aan gemeenten om deze groepen te bereiken<br />

en de kennis van de regeling te vergroten.<br />

Daarnaast blijken de tijd en rompslomp die met<br />

een aanvraag gemoeid zijn ook een hindernis.<br />

Dit geldt zowel voor aanvragers als voor nietaanvragers.<br />

Voor huishoudens die deze hobbel<br />

eenmaal genomen hebben, vervolgens recht<br />

blijken te hebben op kwijtschelding én hebben<br />

ingestemd met geautomatiseerde toetsing, behoort<br />

dat tot de verleden tijd. Deze groep heeft<br />

nergens meer omkijken naar en krijgt waar ze<br />

recht op heeft. Daar komt geen administratieve<br />

handeling meer aan te pas.<br />

Rechtmatigheidscontrole<br />

Ook nu zijn er al enkele gemeenten die automatisch<br />

tot kwijtschelding van de gemeentelijke<br />

belastingen overgaan. Voor deze gemeenten<br />

betekent de geautomatiseerde kwijtscheldingstoets<br />

een uitbreiding van de rechtmatigheidscontrole<br />

hierop. Daarmee wordt niet alleen<br />

oneigenlijk gebruik van regelingen tegengegaan.<br />

Tevens bevordert het dat huishoudens daadwerkelijk<br />

krijgen waar ze recht op hebben.<br />

* Bron: Geld op de plank, niet-gebruik van<br />

inkomensvoorzieningen, Sociaal en Cultureel<br />

Planbureau, mei 2007 *<br />

Lastenindicatie: een schatting<br />

Administratieve lasten worden uitgedrukt in uren en in geld. Onderzoek heeft geleerd<br />

dat een burger gemiddeld 2 uur en 24 minuten nodig heeft om te voldoen aan de<br />

informatieplicht waarop de kwijtschelding gemeentelijke belastingen gebaseerd wordt.<br />

Gaan we alleen al eens uit van de 520.000 rechthebbenden die een beroep zouden<br />

kunnen doen op de regeling, dan betekent dit alleen voor deze groep een tijdsbesparing<br />

van maar liefst 1.248.000 uren.<br />

Daarbij maakt de burger ook nog kosten om aan zijn verplichtingen te voldoen. Denk<br />

aan portokosten of het inschakelen van een deskundige. Deze kosten zijn gesteld<br />

op 2 euro. Met de geautomatiseerde toetsing kan dus maar liefst 1.040.000 euro<br />

bespaard worden.<br />

En dan hebben we het alleen nog maar over de lastenverlichting voor de burger. Want<br />

ook de gemeentelijke belastingdiensten maken kosten om het kwijtscheldingsverzoek<br />

te onderzoeken. Een indicatie: per verzoek heeft een medewerker ongeveer een half<br />

uur tijd nodig om te beoordelen of een huishouden wel of geen recht heeft op kwijtschelding.<br />

Als uitgangspunt nemen we de huishoudens die op basis van inkomen recht<br />

zouden kunnen hebben, dat zijn er dus 720.000 huishoudens. Dan zou de automatische<br />

toetsing alleen voor deze groep al een tijdsbesparing opleveren van 360.000<br />

uren wat – uitgaande van een gemiddeld uurtarief van 65 euro voor de medewerker<br />

– gelijk staat aan een kostenbesparing van maar liefst 2.340.000 euro!<br />

De besparing in uren voor burgers en gemeentelijke belastingkantoren zal in werkelijkheid<br />

nog hoger uitkomen. Zo zijn in bovenstaande berekeningen de huishoudens<br />

die abusievelijk menen recht te hebben buiten beschouwing gelaten. Deze besteden<br />

in principe evenveel tijd en kosten aan de aanvraag, terwijl de gemeentelijke belastingkantoren<br />

dezelfde tijd kwijt zijn aan het onderzoeken van deze gegevens. Verder<br />

komen er in de nabije toekomst meer inkomenstoetsen beschikbaar die meegenomen<br />

worden in de geautomatiseerde kwijtscheldingstoets. Ook dit levert een vermindering<br />

van administratieve lasten op.<br />

(Bron: Evaluatie pilot geautomatiseerde kwijtschelding gemeentelijke belastingen, 2007)<br />

Detachering<br />

Opleiding<br />

Interimmanagement<br />

Consultancy<br />

Postbus 76<br />

9285 ZW Buitenpost<br />

Tel 0511 54 02 82<br />

Fax 0511 54 <strong>09</strong> 82<br />

Email info@shmc.nl<br />

www.shmc.nl<br />

<strong>09</strong><br />

Inlichtingenbureau<br />

(advertentie)<br />

******************************************************************************************************<br />

21


november <strong>2008</strong><br />

leerbanen<br />

******************************************************************************************************* *<br />

22<br />

Als klant nummer tien<br />

gaat klagen…<br />

Werkgevers geven graag, zeker in tijden van arbeidsmarktkrapte, een<br />

kans aan iemand uit de bijstand. Maar voor hindernissen als schulden en<br />

taalachterstanden, blijft de sociale dienst onmisbaar.<br />

“Dit is misschien een brutale vraag, maar ik ben<br />

benieuwd of je een relatie hebt. Of eigenlijk<br />

… kinderen.” Hans Diemel van Kenniscentrum<br />

Handel voert een kort sollicitatiegesprek met<br />

Tania, een goedlachse vrouw met streepjesshirt.<br />

Ze is voorgeselecteerd door de sociale<br />

dienst in Almere en wil heel graag in een<br />

winkel werken. Hans wil weten of ze geschikt is<br />

voor een leerbaan. “Kinderen zijn in mijn hart”,<br />

zegt Tania met een stalende lach, “maar ik heb<br />

nog niemand.”<br />

Diemel let bij kandidaten op fl exibiliteit,<br />

motivatie en competenties. Als een kandidate<br />

kinderen heeft, vraagt hij of ze makkelijk een<br />

oppas kunnen regelen. Op zaterdag is het big<br />

business voor winkeliers en moet er gewoon<br />

gewerkt kunnen worden. Motivatie is natuurlijk<br />

ook belangrijk. En dan zijn er nog een aantal<br />

basisvaardigheden zoals taalbeheersing. Daar<br />

Het is belangrijk dat<br />

de klantmanagers<br />

hun klanten actief<br />

blijven volgen<br />

wijst Hans de enthousiaste Tania uiteindelijk op<br />

af. In het gesprek blijkt dat ze veel vragen niet<br />

begrijpt. “Negen klanten vinden dat niet zo’n<br />

probleem, maar nummer tien gaat klagen.”<br />

De volgende kandidate is Sonja. Vanaf haar vijftiende<br />

verkocht Sonja taart en warme worsten<br />

bij de Hema. Later werkte ze bij Ikea. Na haar<br />

scheiding moest ze noodgedwongen stoppen<br />

met werken. Nu wil ze weer werken. Maar<br />

winkeliers vinden haar te oud en te duur, denkt<br />

Sonja. Ze is 44. Sonja somt op wat een pond<br />

Hema-snoep in de loop der jaren heeft gekost.<br />

Hans is enthousiast. “Dit is een uitstervend ras”,<br />

zegt hij. Hij gaat een goed woordje voor haar<br />

doen bij minimaal één bedrijf.<br />

Baan en papiertje<br />

Kenniscentrum Handel (KCH) realiseert de<br />

komende jaren honderden leerbanen binnen de<br />

detail- en groothandel. Het kernwoord daarbij<br />

is vraaggericht. Toekomstig personeel moet<br />

voldoen aan de behoeften van ondernemers,<br />

of met wat scholing dat niveau kunnen halen.<br />

Dat biedt kansen voor de klanten van de sociale<br />

dienst. Zij kunnen een leerbaan krijgen in een<br />

winkel met uitzicht op een contract. Naast hun<br />

baan van minimaal twintig uur per week, gaan<br />

ze één dag in de week naar school. Daar volgen<br />

ze een opleiding tot verkoopmedewerker én<br />

behalen ze een startkwalifi catie.<br />

Het kenniscentrum heeft de infrastructuur<br />

al klaar staan, sociale diensten hoeven alleen<br />

maar aan te sluiten. Gemeenten betalen de<br />

uitvoeringskosten op lokaal niveau en zonodig<br />

de meerkosten voor scholing. KCH haalt de<br />

vacatures op, licht werkgevers voor over eventuele<br />

fi scale tegemoetkomingen en subsidies en<br />

screent mogelijke deelnemers. Daarna brengt<br />

het kenniscentrum geschikte kandidaten in<br />

contact met een werkgever. Zij moeten de<br />

werkgever in een sollicitatiegesprek vervolgens<br />

zelf overtuigen van hun capaciteiten. Is iemand<br />

aangenomen, dan kan het KCH een vakmentor<br />

inzetten voor de coaching op de werkvloer.<br />

I am working<br />

Op een dinsdagochtend krijgen de vrouwen<br />

uit het Almeerse leerwerktraject Engelse les op<br />

het roc. De docente legt het verschil uit tussen<br />

I work en I am working. De leerlingen druppelen<br />

langzaam binnen en zijn onrustig. De een<br />

heeft een ziek kind thuis, de ander komt met<br />

het nieuws dat haar werkgever haar geen vaste<br />

baan aanbiedt. Er vloeien tranen. Kalmerende<br />

tabletjes worden uitgedeeld. De docente sust<br />

de boel en gaat verder met de les.<br />

Vakmentor Chris Nederkoorn van KCH komt<br />

altijd even langs op school. “Mijn taak is om ze<br />

een hart onder de riem te steken. Of ze op de<br />

lazer te geven.” Hij neemt Sonja apart en vraagt<br />

hoe het met haar sollicitaties gaat. Sonja werkte<br />

korte tijd bij een supermarkt in een dorp in de


Sheila (links) heeft een leerbaan in de M&S mode in Almere. Filiaalhoudster Asha (rechts) ziet haar elke dag groeien.<br />

buurt , maar nam ontslag. Ze vond de reistijd<br />

een probleem en kon niet met de bedrijfsleider<br />

overweg. Nu is ze ‘verwijtbaar werkeloos’ en<br />

dreigt de sociale dienst haar te korten. Chris<br />

belooft te helpen met het vinden van een<br />

nieuwe werkplek. Die is immers een belangrijk<br />

onderdeel van de opleiding.<br />

Tijdens de tweede les van de dag is het aantal<br />

leerlingen geslonken. Chris Nederkoorn heeft<br />

inmiddels wel geleerd dat uitval in het project<br />

heel gewoon is. De vrouwen moeten wennen<br />

aan het arbeidsritme en zijn snel moe. En dan<br />

zijn er nog problemen als ziekte, auto-ongelukken,<br />

scheidingen, schulden en exen die stalken.<br />

“Je kunt stuk voor stuk een boek over ze schrijven”,<br />

zegt Chris.<br />

De sociale dienst heeft twee taken in de samenwerking<br />

met KCH. Om te beginnen draagt de<br />

sociale dienst kandidaten aan. Daarbij mogen<br />

klantmanagers creatief kijken. Wie ervaring<br />

heeft in de zorg, in de horeca of de kapperswereld,<br />

kan volgens Diemel prima in de detailhandel<br />

werken. “Een afgekeurde kapster kan<br />

misschien wel in een parfumerie terecht. Kom<br />

maar. Wij scholen wel om als het nodig is.”<br />

Uit de praktijk blijkt daarnaast dat het belangrijk<br />

is dat de klantmanagers hun klanten<br />

actief blijven volgen. “Zo iemand is niet van je<br />

workload af”, aldus Diemel. De deelnemers vragen<br />

veel aandacht en coaching op persoonlijk<br />

niveau. Maar de vakmentor is psycholoog noch<br />

schuldhulpverlener. Daar heeft de sociale dienst<br />

een toegevoegde waarde. Net zoals bij het<br />

motiveren van kandidaten. Volgens vakmentor<br />

Nederkoorn wijzen sommige deelnemers gerust<br />

meerdere vacatures af. “Dan willen ze niet in<br />

een supermarkt werken!” Je moet ergens beginnen,<br />

vindt hij. Daarna kun je doorgroeien naar<br />

je ideale baan.<br />

Kassa draaien<br />

In de M&S Mode in Almere hangt Sheila rokken,<br />

broeken en shirts in de rekken. Ze werkt<br />

drie en een halve dag in deze kledingwinkel en<br />

gaat op dinsdagen naar school. Terwijl ze met<br />

hangertjes in de weer is, helpt ze tussendoor<br />

een klant die een knalblauwe coltrui in de<br />

maat medium wil hebben. Filiaalhoudster Asha<br />

Brouwer is tevreden over Sheila: “Ze is nog wat<br />

verlegen, maar ik zie dat er groei inzit.”<br />

Asha heeft al meerdere vrouwen met een uitkering<br />

aan een leerbaan geholpen. Wie na drie<br />

maanden kan meedraaien – van stofzuigen tot<br />

de kassa draaien – krijgt een contract bij een fi -<br />

liaal in de regio. Zo lost M&S personeelsproblemen<br />

op. Maar Asha heeft ook een persoonlijke<br />

motivatie: “Ik ben ook van onderaf begonnen.<br />

Toen ik naar Nederland kwam, ik sprak de taal<br />

niet goed. Via de gemeente kon ik toch meteen<br />

beginnen als schoonmaakster.” Na een jaar hielp<br />

de gemeente haar aan een plek bij de Hema,<br />

waarna ze doorstroomde naar M&S.<br />

Sheila moet ook langzaam opklimmen. De<br />

eerste twee weken werkte ze alleen in het<br />

magazijn. Zo kon ze aan de producten wennen<br />

en haar collega’s leren kennen. Langzaam maar<br />

zeker mocht ze steeds vaker in de winkel staan<br />

en klanten bij de paskamer helpen. Sinds kort<br />

doet ze ook de etalage. Sheila wijst naar drie<br />

poppen die gekleed gaan in nette broeken en<br />

blouses. “Dit is de collectie van Rosanna Lima”,<br />

zegt ze met fl air, “een designer”. Binnenkort<br />

gaat ze met de kassa leren werken. (Marije van<br />

Dodeweerd, foto: Peter Arno Broer) *<br />

Meer weten?<br />

Bel met Kenniscentrum Handel:<br />

0318 – 698 498.<br />

Of met Ruben Faas van de gemeente<br />

Almere: 036 – 5399 379.<br />

<strong>09</strong><br />

leerbanen<br />

******************************************************************************************************<br />

23


november <strong>2008</strong><br />

de klant<br />

******************************************************************************************************* *<br />

24<br />

Best wel<br />

mensenschuw<br />

“Ik heb met korte onderbrekingen al vanaf<br />

1993 een uitkering. Dat heeft me ook best wel<br />

mensenschuw gemaakt. Maar mijn zelfvertrouwen<br />

komt nu langzaam terug. Ik treed<br />

zelfs op in een voorlichtingsfi lmpje over het<br />

project waarin ik momenteel meedraai en heb<br />

daarnaast meegewerkt aan een voorlichtingsbijeenkomst<br />

voor de medewerkers van de<br />

sociale dienst zelf. Moet je nagaan, want ik heb<br />

een periode gehad dat ik de sociale dienst wel<br />

kon schieten. Maar nu heb ik alweer een tijdje<br />

een echt toff e klantmanager. Hij heeft er voor<br />

gezorgd dat ik een half jaar in het naaiatelier<br />

van ‘Mode met een missie’ heb kunnen werken.<br />

Dat was een hartstikke leuke baan, ook al was<br />

het met behoud van uitkering en mocht ik er<br />

maar maximaal een half jaar blijven.”<br />

Daarna kon Cathy Morsink (37) gelukkig<br />

weer snel in een nieuwe klus aan de slag. De<br />

alleenstaande moeder van twee kinderen van<br />

13 en 4 jaar oud maakt nu onderdeel uit van<br />

het reactiveringsproject ‘Arnhem in beweging’<br />

waarin uitkeringsgerechtigden uit enkele zwakkere<br />

wijken buurtgenoten bevragen over wat<br />

zij vinden dat anders en beter kan. “Dat levert<br />

hartstikke goeie ideeën op”, heeft ze inmiddels<br />

ervaren. “En als het experiment slaagt wordt<br />

dit onze nieuwe baan, al weet volgens mij nog<br />

niemand precies hoe die er uit gaat zien en wat<br />

we dan moeten gaan doen.”<br />

Niettemin hoopt Morsink dit werk nog lang te<br />

kunnen doen, al zit een fulltime baan er voor<br />

haar voorlopig niet in. “Dat kan ik gewoon niet<br />

aan.” Maar parttime, bijvoorbeeld als activeringsmedewerkster,<br />

ziet ze wel zitten. “Ik had<br />

niet verwacht dat ik ooit zoiets zou durven.<br />

Maar nu merk ik dat ik er toch wel een hoop<br />

energie van krijg. Heerlijk.”


De klant<br />

<strong>09</strong><br />

******************************************************************************************************<br />

25


november <strong>2008</strong><br />

Wsw-advies<br />

******************************************************************************************************* *<br />

26<br />

De drempelvrees<br />

van werkgevers<br />

Bij de presentatie van het advies van de commissie Fundamentele Herbezinning<br />

Wsw ondertekenden bedrijven en kenniscentra een intentieverklaring om<br />

mensen met een beperking aan de slag te helpen. Hoe gaat dat in de praktijk?<br />

Toen Bert Gijsberts, directeur van groenvoorzieningbedrijf<br />

Boogaart Almere, na afl oop van<br />

een personeelsuitje de bedrijfsvlag onder zijn<br />

arm propte, sprak een groepje werknemers<br />

hem aan. Zo ging je niet om met de vlag van<br />

het bedrijf, die moest netjes opgevouwen worden.<br />

De werknemers zijn voormalig medewerkers<br />

van de sociale werkvoorziening. Het gebaar<br />

ontroerde Gijsberts. “Op dat moment werkten<br />

ze pas twee maanden bij ons, hè. Dat zij zo snel<br />

zo trots waren op het bedrijf: prachtig.”<br />

Marianne van Schaik, projectleider Leren &<br />

Werken bij Kenniscentrum Handel, heeft<br />

dezelfde ervaring. “Sw-mensen zijn buitengewoon<br />

loyaal. Ze identifi ceren zich helemaal met<br />

het bedrijf waar ze zijn neergezet.” En Yvonne<br />

van den Berg, manager Werkgelegenheidsplan<br />

(WGP) bij Philips: “Dit zijn héle enthousiaste en<br />

gemotiveerde kandidaten.”<br />

Intentieverklaring<br />

Toch zijn veel werkgevers huiverig om mensen<br />

met een beperking aan te nemen. De commissie<br />

Fundamentele Herbezinning Wsw constateert<br />

dat er nog heel wat drempels te slechten<br />

zijn. Zoals het negatieve imago. “Het idee van<br />

de groenmedewerker die de hele dag op zijn<br />

hark staat te leunen, leeft nog steeds, terwijl het<br />

compleet achterhaald is. Het zijn juist keiharde<br />

werkers, ze gaan als een speer”, zegt Van Schaik.<br />

“Niet voor niets draaien werkgevers vaak om<br />

als een blad aan een boom als ze eenmaal met<br />

hen werken.”<br />

Philips is een van de bedrijven die in een<br />

intentieverklaring heeft toegezegd werkplekken<br />

open te stellen voor mensen met Sw-indicatie<br />

en Wajongers. Dat gebeurt via het WGP, dat al<br />

25 jaar bestaat. “Bij cao is bepaald dat wij ernaar<br />

streven dat één procent van ons personeelsbestand<br />

uit langdurig werklozen bestaat. Het gaat<br />

om circa 160 leer/werkplekken op jaarbasis,<br />

waarvan een deel is bestemd voor deze doelgroep”,<br />

vertelt Van den Berg. “Het gaat vooral<br />

om plaatsing in ondersteunende functies, bij<br />

de administratie of in het magazijn. Vroeger<br />

hadden wij onze eigen postkamer, cateringafde-<br />

Voorstellen commissie-De Vries<br />

ling en groenvoorziening, maar dat is allemaal<br />

geoutsourced. In het kader van een pilot gaan<br />

we onderzoeken of er plaatsingsmogelijkheden<br />

zijn bij onze toeleveranciers, waarbij we het<br />

door ons ontwikkelde begeleidingsformat willen<br />

toepassen.”<br />

Boogaart Almere, dat ook een verklaring tekende,<br />

is al een stap verder. In april van dit jaar nam<br />

het bedrijf twintig mensen over van Pantar, dat<br />

in Amsterdam de Sw-regeling uitvoert. Niet op<br />

detacheringsbasis, maar volledig in dienst. “Ons<br />

bedrijf streeft naar groei, duurzaamheid en<br />

continuïteit. Daarvoor zijn mensen nodig, maar<br />

De commissie Fundamentele Herbezinning Wsw (commissie-De Vries) heeft in<br />

oktober een grondige hervorming van de sociale werkvoorziening voorgesteld.<br />

Sociale werkplaatsen moeten geen eindbestemming meer zijn, maar een tussenstation<br />

van waaruit gehandicapten doorstromen naar een reguliere baan. Het onderscheid<br />

tussen Wajong, Wwb en Wsw kan vervallen: voor iedereen die niet zelf<br />

het wettelijk minimumloon kan verdienen, gaat dezelfde systematiek van belonen<br />

gelden. Mensen die aan het werk gaan, ontvangen een bonus van 10 procent van<br />

het minimumloon. Met een fulltimebaan komen zij uiteindelijk minimaal uit op een<br />

inkomen van 91 procent en maximaal 110 procent van het minimumloon.<br />

Gemeenten moeten financieel verantwoordelijk worden voor de uitvoering van de<br />

nieuwe regeling. Zij kunnen driekwart van het salaris dat iemand zelf verdient,<br />

inhouden op de uitkering. Het geld dat daarmee vrijkomt, wordt de belangrijkste<br />

financieringsbron. De baangarantie in sociale werkplaatsen geldt alleen voor<br />

het meest kwetsbare deel van de doelgroep, waarvoor een geoormerkt budget<br />

beschikbaar komt.


de krapte op de arbeidsmarkt is groot, zeker in<br />

deze sector. En structureel werken met Polen,<br />

Roemenen of Bulgaren is geen optie, want onze<br />

fi losofi e is dat werknemers betrokken zijn bij de<br />

omgeving waar ze werken.”<br />

Financiële risico’s<br />

Behalve de beeldvorming is er nog een drempel<br />

voor werkgevers: de angst voor fi nanciële<br />

risico’s. Ze zijn vaak bang dat subsidies het<br />

verschil tussen de loonwaarde en het werkelijke<br />

loon niet helemaal dekken. De commissie pleit<br />

daarom voor een objectieve en zo nauwkeurig<br />

mogelijke vaststelling van de loonwaarde, die<br />

pas plaatsvindt als iemand daadwerkelijk aan<br />

de slag is. “Dat is absoluut de beste manier om<br />

de loonwaarde vast te stellen”, zegt Arie van<br />

Dijk, secretaris bij SBCM, het arbeidsmarkt- en<br />

opleidingsfonds van de sociale werkvoorziening.<br />

Hij is overtuigd van het fi nanciële voordeel<br />

voor werkgevers. “Simpel gezegd: Sw’ers<br />

kunnen werk doen dat anders door duurdere<br />

krachten gedaan moet worden.”<br />

Philips betaalt het WGP uit eigen middelen,<br />

maar denkt na over de inzet van subsidiegelden<br />

om Sw’ers en Wajongers regulier te plaatsen.<br />

Ook Boogaart Almere maakt gebruik van<br />

DE WERKGIDS B.V.<br />

netwerk van coaches en re-integratiespecialisten<br />

subsidieregelingen. Maar compensatie of niet,<br />

het fi nanciële risico is niet uit te bannen, denkt<br />

Gijsberts. “Met Pantar en UWV buigen wij ons<br />

intensief over de groeimogelijkheden van de<br />

mensen. Iemand met een loonwaarde van 50<br />

kan misschien naar 70 als machinist, maar een<br />

ander heeft weer lagere prestaties. Uiteindelijk<br />

komen we niet helemaal in evenwicht qua<br />

productie. Ik zeg wel: je haalt geen goedkope<br />

arbeid binnen, maar een duurzaam personeelsbestand.”<br />

Begeleiding<br />

Goede begeleiding is essentieel, daar is<br />

iedereen het over eens. Of, zoals Gijsberts<br />

zegt: “Je kunt deze mensen niet zomaar over<br />

de schutting gooien en zeggen: zoek het maar<br />

uit”. Kenniscentrum Handel zet vakmentoren<br />

in om vorm te geven aan de begeleiding. “Dat<br />

zijn mensen uit het bedrijfsleven die bij ons<br />

een opleiding krijgen en daarna zowel de Sw’er<br />

als de werkgever begeleiden”, legt Van Schaik<br />

uit. Philips zal, als het pilotproject eenmaal<br />

loopt, ondersteuning krijgen van Sw-bedrijven<br />

en reïntegratiebureaus. “Dat moet zorgvuldig<br />

gaan, je kunt je niet permitteren om deze<br />

mensen te beschadigen.”<br />

meetbaar coachen<br />

‘Sw-mensen zijn buitengewoon loyaal, ze<br />

identifi ceren zich helemaal met het bedrijf’<br />

van uw klantmanagers<br />

onze ervaring leert: dieptecoaching leidt tot duurzaam resultaat<br />

meer weten? kijk op www.dewerkgids.nl of bel / mail:<br />

Trudy Vendrig 06 - 14 27 67 32 trudyvendrig@dewerkgids.nl<br />

Rob van den Broek 06 - 20 54 58 90 robvandenbroek@dewerkgids.nl<br />

Boogaart Almere wordt begeleid door Pantar.<br />

“Ook je eigen medewerkers moeten leren met<br />

deze mensen om te gaan. Iets meer geduld.<br />

Niet op maandag zeggen: dit is je weekprogramma,<br />

maar van dag tot dag de planning<br />

uitleggen.” De problematiek van de mensen is<br />

vaak complex, erkent Gijsberts, maar hij wil<br />

het niet overdrijven. “Het is voor ons niet<br />

nieuw om aandacht te besteden aan de emoties<br />

van mensen. Iedereen heeft immers zijn<br />

eigen sores.”<br />

Om meer werkgevers over de streep te trekken,<br />

heeft SBCM onderzoek gedaan naar de<br />

‘koopmotieven’. Daaruit blijkt dat werkgevers<br />

bereid zijn om mensen met een beperking in<br />

dienst te nemen als het hen weinig extra inspanning<br />

kost, maar wel voordeel oplevert. Ze<br />

willen vooral dat bepaalde klussen uitgevoerd<br />

worden, en dat hoeft niet door één persoon<br />

te gebeuren. Volgens Van Dijk leiden deze<br />

vaststellingen tot een duidelijke opdracht voor<br />

Sw-bedrijven. “Ontzorg! Zorg dat de werkgever<br />

zich niet hoeft bezig te houden met coaching<br />

en subsidies. Verder moeten Sw-bedrijven<br />

minder gericht zijn op het plaatsen van één<br />

persoon, maar taken en personen van elkaar<br />

losknippen.” (Dorine van Kesteren) *<br />

(advertentie)<br />

<strong>09</strong><br />

Wsw-advies<br />

******************************************************************************************************<br />

27


november <strong>2008</strong><br />

vroeger<br />

******************************************************************************************************* *<br />

28<br />

Preventie in tijden van<br />

chaos: <strong>Divosa</strong> 1934-1939<br />

De eerste opgave voor de in 1934 opgerichte<br />

Vereniging van directeuren van maatschappelijk<br />

hulpbetoon is het verhogen van het aantal<br />

leden. Dat lukt gestaag dankzij de‘propaganda’<br />

van het bestuur in nauwe samenwerking met<br />

de uitgeefster van het verenigingsblad. Het aantal<br />

leden groeit van 37 naar 250 in 1939. Van de<br />

leden zelf gaat weinig werfkracht uit, verzuchten<br />

de eerste jaarverslagen keer op keer.<br />

Wat onmiddellijk opvalt bij lezing van deze<br />

jaarverslagen zijn de vele overeenkomsten tussen<br />

de jonge vereniging en het huidige <strong>Divosa</strong>.<br />

Jaarlijks is er in juni een jaarvergadering, iedere<br />

keer in een andere plaats. Al snel duren deze<br />

vergaderingen twee dagen, met inleidingen<br />

rond een actueel vraagstuk door gastsprekers<br />

en als afsluiting een uitje in de gaststad. De vereniging<br />

is regionaal georganiseerd. Per provincie<br />

Vroeger...<br />

zit er een vertegenwoordiger in het bestuur.<br />

In de provincies worden regelmatig afdelingsvergaderingen<br />

gehouden. Er zijn al snel nauwe<br />

banden met het ministerie van Sociale Zaken<br />

en Binnenlandse Zaken. Vertegenwoordigers<br />

ervan wonen regelmatig vergaderingen bij.<br />

Het tweewekelijkse orgaan Maatschappelijk<br />

Hulpbetoon dat vanaf 1939 Sociale Zaken<br />

heet, is zeer belangrijk, zowel in de werving van<br />

nieuwe leden als in de verspreiding en deling<br />

van kennis en ervaring. In Haarlem wordt een<br />

bibliotheek ingericht om enigszins te voorzien<br />

in de behoefte aan een centraal bureau voor<br />

documentatie en informatie over armenzorg<br />

en steunverlening (een echt centraal bureau,<br />

het huidige verenigingsbureau, komt er pas in<br />

1967). En er is heel veel behoefte aan opleiding.<br />

Er zijn gesprekken met de Vereeniging voor<br />

In de aanloop naar het jubileumjaar 20<strong>09</strong> waarin <strong>Divosa</strong> 75 jaar wordt, blikt de<br />

rubriek Vroeger terug op het wel en wee van de vereniging. Deel 2: de jonge<br />

vereniging in de jaren tot de Tweede Wereldoorlog.<br />

Algemene vergadering Haarlem 15 mei 1935:<br />

bezoek aan Flora-bloemententoonstelling<br />

armenzorg en weldadigheid, de Vereeniging van<br />

Nederlandsche arbeidsbeurzen, de Vereeniging<br />

voor gemeentebelangen en de Vereeniging<br />

van leiders van Nederlandsche arbeidsbeurzen<br />

over de instelling van een vakexamen voor<br />

maatschappelijk werkers, maar resultaat blijft<br />

vooralsnog uit.<br />

Zedelijke nood<br />

Hét acute knelpunt in de jaren dertig is het<br />

grote en snel stijgende aantal mensen dat ondersteuning<br />

nodig heeft. De instellingen kunnen<br />

de vraag nauwelijks aan. En komen al helemaal<br />

niet toe aan de noodzakelijke organisatorische<br />

professionalisering, laat staan aan ‘verheffi ng’<br />

van de groep die niet alleen fi nanciële maar ook<br />

grote ‘zedelijke’ nood kent. De vereniging zoekt<br />

daarom samenwerking met kerkelijke en bijzonderlijke<br />

instellingen die gezinnen moreel kunnen<br />

bijstaan hoe uit de armoede te geraken.<br />

De inderhaast bedachte regelingen buitelen<br />

bovendien over elkaar heen: werkverschaffi ng,<br />

crisissteun, werklozensteun, sociaal-cultureel<br />

werk ter voorkoming van zedelijk verval, commissies<br />

voor ontwikkeling en ontspanning van<br />

werklozen en allerhande particulier initiatief. De<br />

opeenstapeling van sociale maatregelen brengt<br />

voor gemeenten een enorme hoeveelheid werk


met zich mee. De personeelsbezetting van de<br />

diensten gaat dan ook met reuzensprongen<br />

omhoog. Hoe zo’n dienst te organiseren? In<br />

niet al te grote gemeenten ontstaat het beeld<br />

van de gemeentelijke sociale dienst, waarin<br />

armen- en werklozenzorg, werkloosheidsverzekering<br />

en arbeidsbemiddeling evenals werkverruiming<br />

in een samenhangend geheel worden<br />

samengevoegd. In de grotere gemeenten wordt<br />

zo’n vergaande samenvoeging meestal niet<br />

doorgevoerd.<br />

Preventie voorop<br />

In die chaotische omstandigheden is er ongeloofl<br />

ijk veel werk te verzetten voor de jonge<br />

vereniging. Voorzitter De Haas van Dorsser<br />

vraagt zich op de jaarvergadering van 1935 af:<br />

“Waar gaan wij heen? Ik weet het niet. Zooals<br />

het geval is met de ondersteunden is het met<br />

onze diensten en ons personeel: wij groeien<br />

vast, in tal en last!”<br />

Ondanks dat de fi nanciën en de organisatie van<br />

de sociale diensten het nauwelijks toelaten, zet<br />

de vereniging in op voorkoming van hulpbehoevendheid.<br />

De Haas van Dorsser: “De tijd, dat<br />

de openbare instellingen van weldadigheid enkel<br />

het hoognoodige verstrekten om te blijven<br />

leven ligt reeds ver achter ons. Th ans zijn wij er<br />

in de eerste plaats op uit om te voorkomen, dat<br />

iemand in een staat van hulpbehoevendheid<br />

geraakt. Door den stormvloed van hulpverzoekers<br />

is het wel uiterst moeilijk.”<br />

Deze woorden betekenen in de praktijk dat<br />

diensten of gemeentelijke banken en borgstellingsfondsen<br />

kredieten en voorschotten gaan<br />

verstrekken om te voorkomen dat mensen aan<br />

woeker ten prooi vallen. Tijdens de jaarvergadering<br />

1935 stelt de heer Van Aggelen, directeur<br />

van de Leidsche Hulpbank en secretaris van de<br />

Nederlandsche vereeniging voor volkscredietwezen<br />

en woekerbestrijding, dat mede dankzij<br />

het Leidsch Borgstellingsfonds “paal en perk is<br />

gesteld aan den woeker als een der ondermijners<br />

van maatschappelijke welvaart van huiselijk<br />

geluk”. Het fonds vindt veel navolging in andere<br />

steden. Er zit ook een zakelijke kant aan de<br />

inzet. “Belangrijke bijdragen aan steun kunnen<br />

zo worden bespaard.”<br />

(Liny Bruijnzeel)<br />

Bronnen: Archief <strong>Divosa</strong> *<br />

Volgende keer: December, de maand der<br />

verrassingen<br />

Eerst komt de mens,<br />

daarna de handicap<br />

Het geeft geen pas onderscheid te maken tussen mensen op<br />

basis van wel of geen handicap, vindt Erica Terpstra: “Beschouw<br />

alle mensen met een handicap eerst als mens, en pas daarna als<br />

gehandicapt”. Misschien een tip voor de sociale zekerheid?<br />

Het heeft het nodige duw- en trekwerk gekost, geeft NOC*NSF-voorzitter Erica Terpstra<br />

aan, maar het is gelukt: de volledige organisatorische integratie van de gehandicaptensport<br />

in de ‘gewone’ sport. “De rolstoeltennissers horen nu bij de tennisbond,<br />

de rolstoelbasketballers bij de basketbalbond en ga zo maar door”, zegt ze. “Dat was<br />

ook het streven van deze ontwikkeling die we als NOC*NSF in het jaar 2000 samen<br />

met de toenmalige koepel voor de gehandicaptensport Nebas/NSG in gang hebben<br />

gezet: alles samen doen wat we samen kunnen doen en als het écht niet anders kan,<br />

dan pas apart.”<br />

Volgens de oud-Nederlands zwemkampioene, voormalig Olympisch medaillewinnares,<br />

ex-Tweede Kamerlid en gewezen staatssecretaris van Sport is de tijd voorbij<br />

“dat we tegen chronisch zieken en gehandicapten zeggen: blijf maar zitten waar je<br />

zit. Door ze te accepteren zoals ze zijn en ze juist deelgenoot te maken van wat we<br />

allemaal doen, bloeien deze mensen heel erg op. En terecht, want ze horen erbij!”<br />

Terpstra wijst op recente initiatieven, zoals dat van Olympisch volleybalkampioen<br />

Bas van de Goor die in 1996 een gouden plak veroverde in Atlanta en nu samen met<br />

een groep diabetici de Tanzaniaanse berg Kilimanjaro aan het beklimmen is. Met in<br />

hun gevolg artsen en andere deskundigen die onderzoeken wat de eff ecten zijn op<br />

de lichamelijke gesteldheid van de deelnemers. “Ik denk dat zij veel meer kunnen dan<br />

wij én zijzelf denken”, zegt Terpstra, die er volledigheidshalve op wijst dat ook Van<br />

de Goor zelf diabetespatiënt is. “Hetzelfde geldt voor astmapatiënten, met wie we<br />

momenteel eveneens projecten uitvoeren. Oók omdat zich onder de Nederlandse<br />

Olympische sporters opvallend veel mensen bevinden die astma hebben.”<br />

Zou de aanpak van NOC*NSF misschien een aanmoediging kunnen zijn voor de<br />

partijen die actief zijn in de sociale zekerheid en waar een steeds sterkere stroming<br />

ontstaat om het onderscheid tussen bijvoorbeeld Wsw en Wajong op te heff en?<br />

“Daar wil ik liever niets over zeggen”, aldus Terpstra, “ want dat zou een politieke<br />

uitspraak zijn en daar onthoud ik mij liever van. Maar mochten de partijen deze<br />

kant op willen, dan kan ik ze wel<br />

vertellen dat het voor een belangrijk<br />

deel ook het overwinnen is van<br />

koudwatervrees. En dat het even<br />

wennen zal zijn om direct te maken<br />

te hebben met mensen die zichtbaar<br />

anders zijn dan het gemiddelde.<br />

Maar uiteindelijk is ook dat zó<br />

weer over, en zien we het verschil<br />

niets eens meer. Voor je het weet<br />

ben je dan net als wij bij NOC*NSF<br />

met heel veel verschillende nieuwe<br />

dingen bezig.” (Ronald de Kreij)<br />

<strong>09</strong><br />

goed idee?<br />

******************************************************************************************************<br />

29


november <strong>2008</strong><br />

doorlooptijden<br />

******************************************************************************************************* *<br />

30<br />

Positieve negatieve optie<br />

Met de inrichting van een snelloket voor bijzondere bijstand en de aanstelling<br />

van een speciale consulent voor niet Wwb-klanten, wil Weert het werk van de<br />

klantmanagers verlichten.<br />

De gemeente Weert wil niet alleen klantvriendelijk<br />

zijn, maar poogt ook de bureaucratie<br />

terug te dringen, inclusief de<br />

bijbehorende dossiers. En dus kwam al snel<br />

de vraag bovendrijven: kan het allemaal niet<br />

wat sneller?<br />

“We hadden ergens gelezen dat de gemeente<br />

Houten zich deze vraag ook al had gesteld<br />

en vervolgens iets heeft ontwikkeld om de<br />

werkprocessen te versnellen”, vertelt Leon<br />

van de Laar, hoofd Inkomen en Zorg in<br />

Weert. “Daar hebben we contact over gehad<br />

en geconcludeerd dat we ook zoiets wilden,<br />

maar dan toegespitst op de specifieke situatie<br />

in onze gemeente.”<br />

Snelloket<br />

De uitkomst was een snelloket voor het<br />

afhandelen van standaard vragen. “Denk aan<br />

vragen rond de aanschaf van een hoortoestel,<br />

het bezoeken van een pedicure, of<br />

andere vragen in het kader van bijzondere<br />

Wie niet reageert<br />

krijgt het geld<br />

gewoon op zijn<br />

rekening gestort<br />

bijstand. Die lenen zich er goed voor om<br />

zonder poespas af te wikkelen.”<br />

Het snelloket is bedoeld voor klanten die<br />

de sociale dienst al kent. “Van deze mensen<br />

hebben we alle gegevens al”, zegt Van de<br />

Laar, “dus die hoeven ze niet nog eens te<br />

komen aandragen. Het enige wat we willen<br />

weten is welke extra kosten ze hebben gemaakt<br />

of gaan maken, en een bewijs daarvan<br />

in de vorm van een of meer bonnetjes.<br />

Hiervoor hebben we per onderwerp speciale<br />

aanvraagformulieren ontwikkeld die ze alleen<br />

maar hoeven te ondertekenen, bij het<br />

snelloket in te leveren en vijf minuten later<br />

staan ze buiten met een beschikking en de<br />

garantie dat het geld binnen vijf werkdagen<br />

op hun rekening staat. Let wel: voorheen<br />

duurde dit proces zes tot acht weken.”<br />

Het hoofd Inkomen en Zorg geeft desgevraagd<br />

aan dat Weert een dergelijke snelle<br />

procedure bewust niet in het leven wil<br />

roepen voor Wwb-aanvragen zelf. “Dat heeft<br />

onze prioriteit niet”, zegt hij. “We handelen<br />

Wwb-aanvragen altijd binnen de wettelijke<br />

termijn van zes tot acht weken af, en dat<br />

vinden we voldoende. Onze focus ligt daar<br />

eerder op activering, en daarom vinden we<br />

het belangrijk het administratieve werk van<br />

de klantmanagers te verlichten en hen te<br />

laten doen wat ze moeten doen. Dat is niet<br />

te veel beschikkingen schrijven, maar vooral<br />

contact hebben met de klanten, zoveel mogelijk<br />

in hun eigen leefomgeving, dus buiten<br />

deze muren.”<br />

Speciale consulent<br />

Daarom beschikt Van der Laar sinds kort<br />

eveneens over een speciale consulent bijzondere<br />

bijstand en minimabeleid voor niet<br />

Wwb-klanten, zoals 65-plussers en chronisch<br />

zieken en gehandicapten. Deze persoon<br />

speelt de klantmanagers vrij en raakt zelf<br />

gespecialiseerd in een bijzondere doelgroep<br />

waardoor zij aanvragen snel kan afhandelen.


Alsof dit alles nog niet genoeg is heeft Weert<br />

ook nogal wat aanvragen en beschikkingen<br />

geautomatiseerd. Van de Laar: “We wijzen<br />

mensen actief op vergoedingen waarvoor<br />

ze in aanmerking komen. Voor bijdragen<br />

uit het gemeentelijk sociaal fonds hebben<br />

we zelfs een negatieve optie ingebouwd: we<br />

schrijven iemand aan die op basis van onze<br />

gegevens ergens recht op heeft en dat vorig<br />

jaar ook al heeft gekregen, en omdat volgens<br />

ons de situatie niet is veranderd krijgen ze<br />

dat nu weer, tenzij ze zelf aangeven er geen<br />

recht meer op te hebben. Voor bijzondere<br />

bijstand kan dit niet, want daar hebben we<br />

een handtekening van de ontvanger voor<br />

nodig. Maar we wijzen ze er wel actief op<br />

dat ze die handtekening bij ons snelloket<br />

kunnen inleveren.” (Ronald de Kreij, foto Jan<br />

Lankveld) *<br />

De passie van...<br />

Wie: Leo Roijakkers<br />

Wat: hoofd Werk en Bijstand<br />

Waar: Enschede<br />

Passie: bergwandelen, koken,<br />

oude muziek<br />

Leven in rust<br />

Leo Roijakkers houdt van koken, wandelen op grote<br />

hoogten, middeleeuwse Vlaamse muziek en nog zo<br />

wat dingen. Daar wordt hij “een heel rustig mens” van.<br />

“Nee, bergbeklimmen wil ik het niet noemen.<br />

Wel wandelen op grote hoogte. Al gauw boven<br />

de 4500 meter tot wel 5500 meter. In de Himalaya<br />

of de Andes, met per traject forse dalingen<br />

en klimpartijen. Twee of drie weken lang, compleet<br />

afgesloten van de rest van de wereld, met<br />

alles – eten, drinken, tent – zelf bij je. Tja, daar<br />

kom je andere dingen tegen en maak je andere<br />

dingen mee dan de gemiddelde wandelaar. Dat<br />

geeft veel rust. Tussen die hele grote bergen<br />

besef je pas echt hoe klein de mens eigenlijk is.<br />

Koken doe ik ook heel graag. Al veertig jaar<br />

lang, elke dag. Als ik thuis kom, jasje uit, schort<br />

voor. Van boerenkool tot vijfgangen menu,<br />

voor mijn vrouw alleen of voor vijftien vrienden<br />

tegelijk. Ik heb een enorme kookboekenverzameling.<br />

Die lees ik als romans; geen kookboek<br />

komt de keuken in. Wat ik kook bedenk ik zelf.<br />

Bij het eten drink ik graag een goed glas wijn.<br />

Overigens koop ik ook wijn in voor mijn vriendenkring,<br />

maar dat heeft verder niet zoveel om<br />

het lijf. Dat koken werkt heel ontspannend, heel<br />

creatief, een uitstekende compensatie voor de<br />

drukte van de werkdag.<br />

Een derde echte hobby van mij is oude muziek<br />

uit de Middeleeuwen en de Renaissance. Het<br />

mooiste vind ik de Vlaamse polyfonie. Dat is<br />

meerstemmige muziek, fenomenaal, een bijna<br />

spirituele ervaring. Hier gaat natuurlijk ook de<br />

nodige tijd in zitten. Ik heb een drukbezette<br />

concertagenda die reikt tot in het buitenland.<br />

Al deze bezigheden bezorgen mij grote innerlijke<br />

rust. Dat merk ik goed in mijn werk. Ik<br />

ben een heel planmatig werkend mens en heb<br />

zelden iets niet op tijd klaar. Rust is mijn grondhouding<br />

en kennelijk straal ik dat ook uit naar<br />

mijn omgeving. Maar die zelfde omgeving zal<br />

het straks toch vooral zelf moeten doen, want<br />

eind deze maand beëindig ik dit deel van mijn<br />

werkend leven. Dan ben ik bijna 61 jaar en ga ik<br />

met FPU. Mijn afscheid is 26 november. Daarna<br />

neem ik weer meer de regie over mijn eigen<br />

leven en heb ik tijd voor een klus hier of daar of<br />

voor mijn andere bezigheden. Heerlijk.” *<br />

<strong>09</strong><br />

passie van<br />

******************************************************************************************************<br />

31


Veel gemeenten trekken de regie op uitstroom en activering meer<br />

en meer naar zich toe. Terecht! In 2005 presenteerden wij onze<br />

visie, onder voorzitterschap van Tof Thissen, waarbij ‘Regie Retour<br />

Gemeente’ centraal stond.<br />

Wilt u in dat kader wellicht:<br />

�� ���������������������������������������������������<br />

klantmanagers?<br />

�� ��������������������������������������������������������<br />

�� ��������������������������������������������������������������<br />

�� ��������������������������<br />

����������������������������������������������<br />

professional van WerkConsult, gedetacheerd<br />

binnen uw gemeente.<br />

�����������������������������<br />

���������������������������������������������������<br />

wisselen met de directie van WerkConsult?<br />

Bel 0800 – 224 22 44<br />

of mail info@werkconsult.nl<br />

WerkConsult, al 12,5 jaar specialist in doelmatigheid www.werkconsultdetachering.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!