Kamphuis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Verslaafd aan ons eigen gelijk
Verslaafd aan ons eigen gelijk
Pleidooi voor Perspectivistische Lenigheid
Lammert Kamphuis
Introductie
Creative
Interchange
Dit document bevat zowel een samenvatting van wat mij trof
in het boek van Lammert Kamphuis (Kamphuis, 2023) als mijn
persoonlijke reflectie daarop. Ik heb het boek in de volgorde
gelezen zoals het is gepubliceerd, hoewel Lammert Kamphuis
ook een andere volgorde voorstelt.
De parafrasering van het boek van Lammert en m’n reflecties,
zijn zodanig van elkaar gescheiden dat het voor de lezer
duidelijk is wat oorspronkelijk van Lammert Kamphuis is en
welke mij persoonlijke bedenkingen daarbij zijn.
Het boek trok mijn aandacht zowel omwille van de titel
‘Verslaafd aan ons eigen gelijk’ als van de ondertitel:
‘Pleidooi voor Perspectivistische Lenigheid’. Een van mijn
motto’s is namelijk “Ik heb de waarheid niet in pacht”. Een
motto dat ik ooit koos om mijn verslaafd zijn aan m’n eigen
gelijk tegen te gaan. Perspectivistische lenigheid is een
noodzakelijke voorwaarde voor het voeren van Cruciale
dialogen (Roels, 2012), vandaar een bijkomende reden om het
boek te lezen.
‘Verslaafd aan ons eigen gelijk’ deed ook denken aan een
eerder boek van mij, dat het proces beschrijft dat
onderliggend is aan Cruciale dialogen, namelijk: Creative
wisselwerking (Roels, 2001).
Creatieve wisselwerking is het natuurlijk leer- en
transformatieproces dat ontdekt werd door de Amerikaanse
Religieus Filosoof Henry Nelson Wieman (Wieman, 1958).
Het boek van Lammert Kamphuis belicht een cruciaal
onderdeel van m’n Cruciaal Dialoogmodel, dat ik ook gebruik
als model voor Creative wisselwerking. Als het gaat om het
van binnenuit beleven van creatieve wisselwerking en dus van
m’n Cruciale Dialoogmodel – denken, emoties en menselijk
gedrag – klopt de spreuk “Hoe meer ik leer, hoe minder ik
weet” als een bus. Dit is het loon van het leren uit eigen
fouten: men komt z’n eigen beperktheid tegen. Daardoor heb
ik onder meer geleerd “de waarheid in pacht te hebben” op te
geven. Ik beleef wel een basis- en universele waarheid:
Creative Interchange (CI). Je kunt creatieve wisselwerking wel
beleven, je kan het proces niet sturen naar een welbepaald
resultaat.
Om Creatieve wisselwerking van binnenuit te kunnen beleven
dient men ‘wendbaar en weerbaar’ te zijn. Het boek van
Lammert Kamphuis ‘Verslaafd aan ons eigen gelijk’ geeft ons
handvatten om ‘wendbaar’ te zijn en te blijven.
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
1
Verslaafd aan ons eigen gelijk
1. Een wereld van zwart en wit
Oorsprong van
de zwart wit
wereld van
Lammert
Kamphuis
Reflectie
Johan Roels
In mijn jeugd was Lammert Kamphuis lid van de ‘gereformeerd
vrijgemaakte’ kerkgemeenschap. “Hoewel we in deze wereld
waren, waren we niet van deze wereld” stelt hij daarover. Op
vijfentwintigjarige leeftijd (in 2008) brak hij met de dogmatische
zwart-wit wereld van zijn jeugd.
Lammert Kamphuis hoopte een wereld binnen te dansen vol
kleuren en vele tinten grijs. Tot zijn schrik vindt hij de laatste
jaren dat onze samenleving steeds meer gaat lijken op de kerk
waarin hij opgroeide. “We raken opgesloten in nieuwe zwart-wit
kamers” is zijn vaststelling (p. 15).
En ik die dacht dat ik opgroeide in een ‘wereld van wit en
zwart’. Geboren in januari 1946 in een Rooms Katholiek gezin
was mijn wereld in de jaren vijftig en zestig van vorige eeuw nog
heel gekleurd in vergelijking met de wereld van Lammert begin
deze eeuw! Ik heb altijd mijn moeder, ‘moeke Donatine’, een
zwart-wit dame genoemd wegens haar onverzettelijk denkkader.
Ze stond wel open voor dialoog terwijl ‘onder haar dak’ haar wil,
wet bleef.
Lammert was in zijn jeugd in de wereld en niet van deze wereld,
hij was een onderdeel van een starre gemeenschap die zich
afzette van de wereld. Ik percipieer Lammerts bedenkingen (p.
15) als dat hij van de ‘regen in de drup’ terecht gekomen is! Zijn
zwart-wit kamers zie ik als de referentiekaders of de mindset en
die verantwoordelijk zijn voor onze interpretaties. Die referentie
kaders, mindsets en Mentale Modellen bevinden zich linksonder
onderstaand model:
Figuur 1: ‘Eenvoudig’ Cruciaal Dialoog/Creatieve
wisselwerking Model
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
2
Verslaafd aan ons eigen gelijk
2. De huidige samenleving doet me denken aan
mijn kerk van vroeger
Lammert
Kamphuis
Dit hoofdstuk start met een prachtige quote:
Het hele probleem van de wereld is dat idioten en
fanatici zo zeker zijn van zichzelf, en wijze mensen
zo vol van twijfel.
- Bertrand Russel
Voor elk onderwerp lijken er slechts twee kampen te bestaan:
de goeden en de slechten. Het wij-zij denken zorgt ervoor dat
individuen niet hun eigen gelijk durven te ontwikkelen
tegenover de mensen binnen hun eigen groep. Dit leidt tot
een verlies van eigenheid, originaliteit en oplossend vermogen
(p. 23).
Uit onderzoek blijkt dat ‘affectieve polarisatie’ in Nederland
steeds toeneemt. Dit betekent dat we steeds meer een hekel
krijgen aan mensen met andere ideeën (p. 25).
De definitie van polarisatie die Lammert hanteert:
Een proces waarbij de normale veelheid
van verschillen in een samenleving
meer en meer geordend worden
langs een enkele dimensie en
mensen, politiek en samenleving meer en meer
ervaren en beschrijven in termen
van “wij’ tegen ‘zij’.
- Jennifer McCoy
We lijden aan een ernstige vorm van ‘allodoxafobie’: de angst
voor mensen met andere opvattingen. Als je hier wat langer
over nadenkt, is dit een wonderlijke angst (p. 27).
Er wordt vooral gevochten tegen innerlijke onzekerheid,
tegen zichzelf. […] Onder iemands oordeel schuilt niet zelden
een eigen verlangen die niet vervuld of geaccepteerd is (p.
28).
Om onzekerheid te baas te worden, wordt regelmatig
gegrepen naar rigide categoriseringen (p. 28).
De constructie van onze identiteit is een stuk
complexer dan vroeger. De zekerheden van weleer
zijn verdwenen, we moeten zelf uitzoeken wie we
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
3
Verslaafd aan ons eigen gelijk
zijn en wat we willen worden. Voor veel mensen
werkt dit zeer goed, anderen verliezen net hun
houvast. Wie buiten de boot valt,
en zichzelf ‘niemand’ voelt,
kan zichzelf als laatste redmiddel een identiteit
aannemen op grond van een stoornissentabel.
- Paul Verhaeghe
Het is belangrijk onszelf eraan te herinneren dat modellen en
schema’s altijd slechts verzonnen constructen zijn die als
hulpmiddelen kunnen dienen om tot meer begrip, rust en
helderheid te komen. […] wanneer deze constructen heilig
worden verklaard en alles van daaruit wordt bekeken […] dan
reduceren we iemand tot een construct en bekijken we alles
van die persoon door die bril (p. 30).
Deze indelingen worden niet zelden tot objectieve
‘waarheden’ over elkaar. Alsof de ander te reduceren is tot
een opvatting, kamp of label. Hiermee lopen we het risico in
ons denken onbuigzaam te worden. […] Hoe meer we ons
richten op onze Waarheid, hoe minder we oog hebben voor de
ander (p. 31).
Reflectie
Johan Roels
Het niet durven ontwikkelen van het eigen geluid zie ik als
een gebrek aan openheid, basis conditie van Authentieke
Interactie, de eerste karakteristiek van Creatieve
wisselwerking of eerste fase Communicatie van het Cruciale
Dialoog Model:
Figuur 2: De 10 Condities van Creatieve Wisselwerking
Het verlies van eigenheid, originaliteit en oplossend vermogen
is het verlies aan creatieve wisselwerking.
De ‘allodoxafobie’ of de angst voor mensen met andere
opvattingen is inderdaad een onwezenlijke angst, want er is
geen urgent gevaar voor lijf en leden. Het enige dat gevaar
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
4
Verslaafd aan ons eigen gelijk
loopt door geen angst te hebben voor mensen met andere
opvattingen is het eigen starre denkkader.
Het niet tolerant zijn voor onzekerheid, de vijfde basisconditie
van Creatieve wisselwerking, zorgt ervoor dat onze
aangeboren nieuwsgierigheid (en vierde basisconditie van CW)
niet aangesproken wordt en het risico voor ‘jumping to
conclusion’ reëel is.
Het oordelen over anderen verwordt vlug tot het veroordelen
van de anderen en hen voorzien van een label. Anthony de
Mello heeft daar zinnige dingen over gezegd (De Mello, 1990).
Door het labelen van de Ander wordt wat observatie moest
zijn, perceptie zoals het eenvoudig Cruciale Dialoog Model
aangeeft:
Figuur 3: ‘eenvoudig’ Cruciale Dialoogmodel
Volgens dat model percipiëren we via de ‘gekleurde bril’ van
onze Mindset en zien we de werkelijkheid niet zoals die is. We
zien de werkelijkheid zoals onze gekleurde bril, onze Mindset
het toelaat die te zien. We zien niet de Waarheid, we zien
onze ‘waarheid’.
En Lammert Kamphuis stelt terecht, hoe meer we ons richten
op onze ‘waarheid’, hoe minder we oog hebben voor de Ander!
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
5
Verslaafd aan ons eigen gelijk
3. Waar komt dit nieuwe dogmatisme vandaan?
Lammert
Kamphuis
Krampachtig vasthouden aan je eigen gelijk is een coping
mechanisme in vloeibare tijden.
We zijn veel vastigheid verloren, dat leert ons de geschiedenis.
Wij leven in een postmoderne wereld, warin alles
mogelijk is en bijna niets zeker.
- Václav Havel
De Pools-Britse socioloog Zygmunt Bauman typeert onze
samenleving als vloeibaar (p. 38).
Lammert geeft als voorbeeld de rol van het werk in onze
identiteit. Wanneer naar iemands identiteit gevraagd wordt, is
vaak ‘wat men doet om z’n boterham te verdienen’ het
antwoord. Lammert vindt dat terecht een rare gewoonte.
Vroeger lag onze identiteit in andere structuren: die van de
voorouders of het gezin, of de religie die men aankleeft, de
politieke partij waartoe men zich rekent (p. 38).
Over de zin van het bestaan citeert Lammert Kamphuis, Viktor
Frankl, die de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche aanhaalt (pp.
39-40):
Wie een waarom heeft om voor te leven,
kan bijna elke hoe verdragen.
- Friedrich Nietzsche
Over het verlaten van z’n geloof stelt Kamphuis dat men zou
kunnen denken dat hij nu de volledige vrijheid in het maken van
keuzes ervaart. Maar dat blijkt in de praktijk complex te zijn.
Want door afscheid te noemen van een bepaalde overtuiging
drijft een net gevonden vlot weer van me weg (pp. 41-42).
Op onszelf teruggeworpen houden we verbeten vast aan ideeën
die onze identiteit vormgeven en die ons tegelijkertijd een
netwerk kunnen opleveren, een sense of belonging (p. 42).
Onzekerheid vreet aan ons gevoel van controle. […] Door de
wereld in hokjes te delen – wij zijn goed en zij zijn slecht -
ontstaat er weer een gevoel van controle. […] Onze polarisatie is
dus een coping mechanisme (p. 44).
Als we iets te zien krijgen, wat ingaat tegen een belangrijke
overtuiging van ons, gaat onze ‘fight-flight-freeze’ modus aan (p.
45).
Maar door op zoek te gaan naar die ‘sense of belonging’ krijgen
we enkel nieuws te zien dat ons eigen gelijk bevestigt. Daardoor
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
6
Verslaafd aan ons eigen gelijk
krijgen we minder begrip voor andersdenkenden (p. 46).
Veilig, anoniem en opgesloten in onze filterbubbel worden we
minder verdraagzaam tegenover andersdenkenden (pp. 46-47).
We leven allemaal min of meer in onze eigen echokamer; dit is
een kamer waarin we nog enkel omgaan met mensen die dingen
tegen ons zeggen die we net daarvoor zelf nog zeiden of dachten
(p. 48).
We kunnen kennelijk, juist in deze tijden van vloeibaarheid, niet
zonder vastigheid. Geforceerd vasthouden aan ons eigen gelijk
geeft een illusie van controle in grillige tijden. In plaats van een
bloeiperiode van tolerantie en bescheidenheid vervallen we
opnieuw in strenge waarheden en rigide onderscheidingen. […]
In plaats van onze onwetendheid te accepteren en er mee te
leren leven, houden we wanhopig en niet gehinderd door al te
veel zelfreflectie vast aan ons eigen gelijk (p. 49).
Reflectie
Johan Roels
Over het verlies van vastigheid, zekerheid en controle schreef
ik al uitvoerig in m’n boek ‘Cruciale dialogen’. Dit in het kader
van de vijf waarheden waarop het oude paradigma steunde.
(Roels, 2001, p. 159):
De eerste illusie is deze van 'zekerheid'. Nog steeds gaan
managers door met de markt, en dus de behoeften van de
klanten, medewerkers en andere betrokken partijen, als
vaststaande zekerheden te beschouwen. En dit
niettegenstaande de moderne wetenschap er anders over
denkt sinds Heisenbergs' principe van onzekerheid. Slechts
schoorvoetend realiseren leiders en managers zich dat
statistische waarschijnlijkheid zekerheid dient te
vervangen.
De tweede illusie is het nastreven van 'stabiliteit'. […] het
veranderingsmodel van Kurt Lewin voorzag een
'bevriezingsfase'. Eens het doel bereikt bestond de laatste
fase van het veranderingsproces erin het geheel netjes in
de gewenste toestand te bevriezen. Nu gaat men er hoe
langer hoe meer vanuit dat continue verandering één der
pijlers van de vooruitgang is, waardoor stabiliteit een
illusie wordt. In het oude paradigma waren stabiliteit en
continuïteit steeds de achtergrond waartegen
veranderingen zich afspeelden. In het nieuwe paradigma is
de verandering steeds meer de enige zekerheid aan het
worden. De paradox is nu dat die zekerheid (i.e. dat
continue verandering een basisgegeven wordt) voor heel
wat onzekerheid zorgt.
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
7
Verslaafd aan ons eigen gelijk
De derde illusie is het enorme belang dat gehecht wordt
aan 'beheersing' ('Control'). Controle wordt in het oude
paradigma meestal van buiten naar binnen, dus op
dwangmatige manier, uitgeoefend. Het gevolg daarvan is
eerder een attitude van 'het voldoen aan' dan een van 'het
geëngageerd zijn voor'. De oude leiderschap- en
managementstijl nam aan dat beheersing bekomen werd
door strikte beleidslijnen en procedures, door regels en
voorschriften. Indien we echte vooruitgang willen maken,
zal engagement de rol van uitwendige controle dienen over
te nemen. In dit nieuwe paradigma wordt de oude manier
van controle hoe langer hoe meer overbodig. De nieuwe
Organisatie zal van binnenuit gestuurd worden op basis van
'alignement', door gedeelde visie en zingeving. Ook door
het vrijwillig opnemen van verantwoordelijkheid. Het gaat
hier dus om vrij gekozen engagement en discipline. De
Organisatie van de 21ste eeuw zal bestuurd worden vanuit
die nieuwe waarden. Wanneer in een Organisatie iedereen
een gedeelde visie, zingeving en verantwoordelijkheidszin
heeft, om samen daar te komen waar men wenst te komen,
dan heb je eigenlijk niet zoveel uitwendige controle nodig.
Elkeen timmert als het ware uit vrije wil hard aan de weg.
Lammert Kamphuis bedenkingen over z’n identiteit (p. 38)
deed mij denken aan een hoofdstuk van een boek dat ik ooit
ten behoeve van mijn kleinkinderen schreef ‘Blijf wakker) en
dat ik later herwerkte voor de leden van het Cruciale Dialogen
Genootschap met als titel ‘Word Wakker’. In Deel III van dit
boek, dat nooit als dusdanig zal uitgegeven worden, behandel
ik de vraag ‘Wie ben ik?” Daarin start ik met de vraag te
beantwoorden door te stellen “wie ik niet ben’. Daarbij kom ik
tot de conclusie dat ik niet mijn gedachten ben, niet mijn
lichaam, niet mijn naam, niet mijn nationaliteit, niet mijn
geloof, niet mijn politieke overtuiging, niet mijn dubbele ir.,
enzovoort. Ik besluit dat het erg is wanner we onze ‘Ik’
identificeren met de ‘labels’ die we opgekleefd krijgen. Al die
labels gaan niet over de ‘ik’, die gaan over de ‘mij’ die
continu verandert.
Wanneer ik uit de cocon van het gecreëerde zelf stap en de ‘mij’
observeer met het helder bewustzijn, dan identificeer ik me niet
meer met de “mij” die ik observeer vanuit het standpunt van de
“Ik”: het Creatieve Zelf. Ziedaar het antwoord. Mijn “Ik’ is mijn
onveranderbare Originele, Creatieve Zelf!
Vandaar mijn doel in mijn leven: het transformeren van mijn
gecreëerde zelf transformeren in de richting van mijn Creatieve
Zelf. In z’n boek ‘Man’s Search for Meaning’ heeft Viktor E.
Frankl het ook over de nood aan een fundamentele
transformatie. Zijn gedachten daaromtrent werden later
geparafraseerd door president John F. Kennedy tijdens diens
inaugurele rede op 20 januari 1960 (Frankl, 2011, p. 62):
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
8
Verslaafd aan ons eigen gelijk
Wat echt nodig was, was een fundamentele verandering in
onze levenshouding. We moesten onszelf leren en
bovendien moesten we elkaar – wanhopige mannen die we
waren – leren dat het niet echt uitmaakte wat we van het
leven verwachtten, maar eerder wat het leven van ons
verwachtte.
We moesten stoppen met vragen te stellen over de zin van
het leven, en in plaats daarvan denken aan wat het leven
ons vroeg – en dit elk uur van de dag.
Ons antwoord op wat het leven van ons vraagt, dient niet
in praten en meditatie vertolkt te worden, wel in juiste
actie en in correct gedrag.
Leven betekent uiteindelijk de verantwoordelijkheid nemen
om het juiste antwoord te vinden op problemen die het
leven stelt en om de taken te vervullen die dit antwoord
voor mij als individu in petto heeft.
[…]
Wanneer men zich realiseert dat het eigen leven uniek is,
dan geeft dit de mogelijkheid om de verantwoordelijkheid,
die men heeft voor zijn bestaan, ten volle te vatten. Dan
wordt men zich bewust van de verantwoordelijkheid die
men heeft tegenover die mensen die liefdevol nabij zijn en
tegenover het onvoltooid werk. Zo iemand zal nooit zijn
leven kunnen weggooien. Wanneer zij of hij het 'waarom'
voor haar of zijn bestaan waarderend begrijpt, kan zij of
hij bijna elk 'hoe' dragen.
Hier parafraseert Viktor Frankl een van zijn (en mijn) favoriete
citaten van Friedrich Nietzsche: "Hij die een reden heeft om voor
te leven, kan bijna alles dragen."
Een van de grootste talenten van de mens is dat zij of hij helder
bewust kan zijn van zichzelf en ook bewust kan zijn van het
inkleuren (‘consciousness’) van dat helder bewustzijn
(‘awareness’). Ik gebruik daarbij de Engelstalige begrippen
‘awareness’ en ‘consciousness’. Deze termen worden in het
Nederlands steevast als ‘bewustzijn’ vertaald worden, wat de
ambiguïteit verhoogt.
Het gaat om het waarderend begrijpen van z’n eigen unieke
individualiteit en denkkader (‘mindset’). Dit wordt ook soms de
eigen identiteit genoemd. Het waarderend begrijpen van de
eigen identiteit komt neer op zich helder bewust (‘aware’) zijn
van het feit dat je gedreven bent jouw zelfachting te
beschermen tegen negatieve evaluaties, door anderen, van het
gecreëerde zelf. Deze zelfbescherming is een de hoofdoorzaken
van de vertekening van het waarderend begrijpen van de
realiteit. Deze vertekening leidt onvermijdelijk naar een vals
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
9
Verslaafd aan ons eigen gelijk
inzicht van de werkelijkheid. De werkelijkheid betreffende
zichzelf, anderen, omstandigheden en ervaringen is dus
vertekend. Je dient bovendien te aanvaarden dat, juist wegens
deze vertekening, het eigen waardesysteem niet op dezelfde
golflengte zit met de werkelijkheid. Dit heeft effecten
op de waarachtigheid van iemands intuïtie.
Polarisatie heeft m.i. veel te maken met de gekleurde labels die
op mensen of dingen worden gekleefd. Zeker wanneer men twee
identiteiten met hun labels vereenzelvigt, schrijft Anthony de
Mello SJ (de Mello, 1990).
We zetten gedurende Polarisatie, door het toekennen van
beelden van de tegenpolen (met behulp van het denkkader) en
van eigenschappen aan de ‘ander’ of het ‘andere’ (i.e. het
labelen), ook neer wie we zelf zijn.
Zelf gebruik ik voor wat Kamphuis de ‘vloeibare’ tijden noemt
het acroniem VUCA, dat hoe langer hoe meer gebruikt wordt
om een ‘snelle, onzekere, complexe en ambigue’ wereld te
duiden.
In onze VUCA-wereld is de ‘volatiliteit’ zo groot dat bij elke
verandering de op het moment van de beslissing als praktisch
zeker geachte resultaten, geen garantie bieden voor het
werkelijk behalen van die resultaten. Juist omdat onze wereld zo
snel verandert, zijn we als het ware ‘gedoemd’ om wendbaar te
zijn. En het is mijn overtuiging (tot het tegendeel bewezen
wordt) dat de concepten die ik in m’n Crucial Dialogue Model
Field Manual beschrijf bij effectieve toepassing ervan (en ik
spreek hier uit eigen ervaring) énorm helpen bij het wendbaar en
weerbaar blijven.
Ik ben er mij wel van bewust dat het van binnenuit beleven van
Creatieve wisselwerking, dat daartoe een voorwaarde is, niet van
de poes is. Maar zoals Herman de Coninck ooit schreef: “Wat
geen moeite kost, is vaak ook de moeite ook niet waard.”
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
10
Verslaafd aan ons eigen gelijk
4. Liever lui dan lenig
Lammert
Kamphuis
Ook dit hoofdstuk start met een prachtige quote. Een door
Stephen Covey (1990) schaamteloos gestolen quote van Anaïs Nin
(1961):
Wij zien de dingen niet zoals ze zijn,
wij zien de dingen zoals wij zijn.
- Anaïs Nin
Hoe zijn we zo vast komen te raken in ons eigen gelijk? Is de vraag
die Lammert Kamphuis in dit hoofdstuk beantwoordt. Hij verklaart
het door het lui zijn van de menselijke geest die daarom kiest voor
de gemakkelijkste weg, voor het eigen gelijk (p. 52).
Een mens is van nature, volgens Kamphuis, niet geprogrameerd om
geen begrip op te brengen voor andersdenkenden. We hebben,
volgens hem, net zo goed een speelse, creatieve en nieuwsgierige
kant. Het blijkt echter dat we uit gemakzucht vervallen in onze
bekrompen kant. […] Onze hang naar vastigheid zit in onze weg
om onze lenigheid te oefenen (p. 53).
Kamphuis ontmaskert onze luiheid via een paar kenmerken
waarmee we als mens te maken hebben: de confirmation bias, het
gemotiveerd redeneren, de cognitieve-disssonantiereductie, de
self-serving bias, het Dunning-Kruger effect, de frequentie-illusie
en besluit dat we minder rationeel zijn dan dat we denken (pp. 54-
67).
Over het gemotiveeerd redeneren schrijft Kamphuis het volgende:
We kunnen wel smijten met feiten, maar dat lijkt weinig tot
geen verschil te maken wanneer mensen eenmaal hun
overtuiging gevormd hebben. […]
Hiervoor wordt de term ‘gemotiveerd redeneren’ gebruikt.
De argumenten die tegen onze overtuiging ingaan lijken we
bij voorbaat niet serieus te nemen (p. 56).
Cognitieve-dissonantiereductie heeft dan weer te maken met het
feit dat wij (onze Mind) niet goed kunen omgaan met
tegenstrijdige informatie. We lossen die innerlijke strijd namelijk
op door het afzwakken van ideeën die tegenstrijdig zijn met onze
overtuigingen (pp. 57-58).
Self-Serving bias heeft dan weer te maken dat we maar zien wat
we willen zien. […] Het is ingewikkeld voor de mens om toe te
geven dat hij ongelijk heeft. […] Als er iets misgaat ligt de schuld
hiervan bij de anderen, wanneer iets lukt is dat aan onszelf toe
te schrijven (p. 59-61).
Het Deming-Kruger Effect (pp. 62-64) gaat dan weer over het feit
dat juist door hun incompetentie mensen zichzelf hoger
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
11
Verslaafd aan ons eigen gelijk
inschatten dan dat ze in werkelijkheid zijn. […] Kamphuis citeert
dan Tetlock die stelt dat het risico van expertise is dat je in een
tunnelvisie terecht komt en parafraseert daarbij het volgend
citaat:
Wanneer het enige werktuig
dat je hebt een hamer is,
dan ziet alles er als een spijker uit.
- Abraham Maslow
De Frequentie illusie betekent dat wanneer je iets voor het eerst
ziet, een nieuw automerk bijvoorbeeld, je dat kort nadien heel
vaak ziet.
En dat we minder rationeel zijn dan dat we denken, toont
Kamphyis treffend aan met de zogenaamde ‘Mozes’ misleiding (p.
66).
In een volgende onderdeel gaat Lammert Kamphuis op zoek naar
een antwoord op de vraag “Hoe is het zover kunnen komen dat ons
luie denksysteem vastgeroest is geraakt in zijn eigen perspectief?”
Hij gaat daarbij te rade bij Sigmund Freud en Daniel Kahneman.
Volgens die laatste is de menselijke geest van nature lui (p. 68).
Een tweede antwoord van Lammert gaat in op de moeilijkheid die
de mens ondervindt om echt te observeren (p. 68):
Laat zuiver waarnemen nu juist iets zijn wat energie kost.
Dat doen we normaal gesproken niet. We kunnen namelijk
nauwelijks observeren zonder te interpreteren. De mens is
een hermeneutisch wezen (de hermeneutiek is de leer van
het begrijpen). Het menselijk bestaan is verstaan.
Lammert Kamphuis stelt dat “Terwijl we iets waarnemen, zijn we
dit tezelfdertijd aan het begrijpen” en geeft daarbij volgende
quote (p. 69):
Observeren zonder te evalueren
Is de hoogste vorm van
Menselijke intelligentie.
- Jiddu Krishnamurti
De schrijver nodigt ons uit om een paar zinnetjes te lezen en komt
dan met z’n besluit. Wannneer we iets zien of lezen maken we
direct een verhaal (p. 70).
Dat doen we altijd. Daarom is het vermoeiend om dat verhaal
los te laten en te bedenken wat je nu precies hebt
waargenomen.
Kampuis besluit (pp. 70-71):
Waarschijnlijk is dit ook de reden dat ons brein in luie
toestand zo’n zelfingenomen systeem is. Je wint het
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
12
Verslaafd aan ons eigen gelijk
vertrouwen van anderen door vaak overtuigd te zijn van het
eigen gelijk. […] Vastklampen aan het eigen gelijk heeft
evolutionair gezien sterke papieren.
Kamphuis ziet nog een laatste reden waarom ons brein vanuit
gemak geneigd is verslaafd te zijn aan ons eigen gelijk. En die heeft
te maken met onze zekere dood. Daardoor zijn we bezig met
‘onsterfelijkheidsprojecten’ waarin wij symbolisch kunnen
voortbestaan na onze fysieke dood (pp. 71-72):
Al deze projecten kunnen ons als het ware een leven na onze
dood opleveren. En alles wat deze projecten in gevaar
brengt, bestrijde nwe te vuur en te zwaard. Daarom houden
we vaak zo rigide vast aan eht gelijk van de gemeenschap
waaraan we verbonden zijn.
Vanuit dit perspectieef bekeken is allodaxofobie, de angst
voor andere ideeën, een soort doodsangst. […]
Geconfronteerd met het einde van hun fysieke zelf worden
ze feller in het verdedigen van hun symbolische zelf. De
mens is een dier dat strijdt tegen de eindigheid. Dit draagt
over het algemeen niet bij aan onze lenigheid.
En Lammert Kamphuis besluit dit hoofstuk met (pp. 72-73):
We zien in de wereld om ons heen nu eenmaal gemakkelijk
wat ons gelijk bevestigt, waar we mee bezig zijn en wat in
ons eigen voordeel is. Meestal hebben we dit niet eens door,
omdat we minder ratio en meer lijf zijn dan we denken. […]
Maar deze luie modus beperkt ons ook. Het staat onze frisse
blik in de weg. Het verhindert ons om tot elkaar, tot betere
ideeën en betere oplossingen te komen. Gelukkig heeft de
mens ook een creatieve capaciteit in zich [‘om u tegen te
zeggen’]. Dit heeft ons in staat gesteld te dromen, te
verbeelden, dingen te zien die er nog niet eens waren. Het
is een van de meest onderscheidende kenmerken van de
mens. Om die potentie ten volle te ontsluiten, moeten we
ons denkvermogen wel trainen. Zodat we weer de lenigheid
van het kind kunnen benaderen.
Reflectie
Johan Roels
Onze speelse, creatieve en nieuwsgierige kant in ons, waar
Lammert Kamphuis het in dit hoofdstuk over heeft, noem ik het
creatief wisselwerkingsproces waarmee we allen geboren zijn
(Wieman, 1958; Palmgren, 2008 & Roels, 2001). Creative
Interchange is dus ‘nature’.
Nu dit aangeboren Creatieve wisselwerkingsproces heeft een
aangeleerd een tegenwerkend proces. Dit proces noemt Charlie
Palmgren, de Vicieuze Cirkel (Hagan & Palmgren, 1999). Opgelet,
in tegengstelling tot Creative Interchange is de Vicious Circle niet
aangeboren en wel aangeleerd; de Vicieuze Cirkel is dus
‘nurture’.
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
13
Verslaafd aan ons eigen gelijk
Op de vraag: “Hoe raken wij toch zo vast in ons eigen gelijk?”
beantwoordt Lammert Kamphuis met ‘de luiheid van de
menselijke geest’. Ons antwoord is: de werking van de Vicieuze
Cirkel. Op dit punt hebben Lammert Kamphuis en ikzelf een heel
verschillend inzicht. De kenmerken van de ‘luiheid van de geest’
die Kamphuis opsomt en in z’n boek bespreek zijn uiteraard wel
correct en reëel.
Het is echter vooral door de werking van de Vicieuze Cirkel dat
we opgesloten worden en blijven in onze Mindset en onze
Mentale Modellen. Het is de hang naar vastigheid, naar wat we
kennen en kunnen beheersen. Alles wat maar zweemt naar
daarin verandering te brengen, wordt met alle macht bestreden
vanuit de kooi waarin we ons opgesloten hebben.
De metafoor van de vogel in z’n kooi vertaalt heel goed wat het
opgesloten raken in de Vicieuze Cirkel en in het eigen gelijk
betekent. Henry Nelson Wieman beschrijft dit zeer poëtisch in
z’n boek ‘Man’s Ultimate Commitement’ (1958, p. 72):
Man is made for creative transformation as a bird is made
for flight. To be sure he is in a cage much of the time. The
bars of the cage are the resistances to creative
transformation which are present in himself and in the
world round about. Also, like most birds when long
confined, he settles down in time and loses both the desire
and the ability to undergo creative transformation. But in
childhood creativity dominates. The mind expands its range
of knowledge and power of control, its appreciative
understanding of other minds and its participation in the
cultural heritage. At no other time is there so much
expansion and enrichment of the mind and of the world
which the mind can appreciate. But resistances are
encountered, which bring on anxiety, frustration, failure
and misunderstanding. To avoid suffering, the mind
becomes evasive and creativity dies down. The bird ceases
to beat against the bars of the cage.
De zin van Lammert Kamphuis: “Onze hang naar vastigheid zit
onse lenigheid in de weg” parafraseren wij “Onze Vicieuze Cirkel
(VC) zit ons van binnenuit beleven van Creatieve wisselwerking
(CW) in de weg.”
Dit geven we aan met behulp van volgende figuur dat de
‘ingrijpende’ werking van de twee processen op elkaar visueel
weergeeft. Hierbij staat het linker tandwiel voor de Vicieuze
Cirkel en het rechter tandwiel voor het Creatief
wisselwerkingsproces. Het hangt er vanaf in welk proces de
meeste energie gestopt wordt wat het gevolg zal zijn:
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
14
Verslaafd aan ons eigen gelijk
Figuur 4: 2 ingrijpende raderen: links de VC en rechts het CW
Die figuur geeft aan dat door Creatieve Wisselwerking van binnenuit
te beleven men weer verbonden wordt met de Intrinsieke Waarde
van het Creatieve, Originele Zelf.
Een volledige beschrijving van Creatieve wisselwerking vindt u m’n
boek ‘Cruciale dialogen’ (Roels, 2012) en van de Vicieuze Cirkel in
datzelfde boek (Roels, 2012, pp. 103-121). Een update van de
Vicieuze cirkel publiceerde ik onlangs, weliswaar in het Engels, als
een artikel op LinkedIn: https://www.linkedin.com/pulse/viciouscircle-johan-roels/?
Over de moeilijkheid die de mens heeft om echt te observeren,
heb ik letterlijk honderden keren in m’n cursussen rond ‘Cruciale
dialoog op de werkplek’ aangetoond met een simpele oefening.
Ik toonde volgend cartoon op het scherm:
Figuur 5: Cartoon, een oefening in het ontdekken van het verschil
tussen Awareness en Consciousness
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
15
Verslaafd aan ons eigen gelijk
Ik verdeelde de deelnemers aan de training in triades en stelde
deze drie vragen over de rechterzijde, de tekening, van het
cartoon en drie vragen over de linkerzijdz, de slogan:
• Wat ziet u op deze tekening?
• Hoe interpreert u die?
• Welke gevoelens maakt die tekening bij u los?
• Wat betekent inzet?
• Wat betekent discipline?
• Is ‘Veiligheid’ voor u een waarde?
Heel zelden leverden de antwoorden op de eerste vraag echte
observaties, bijna steeds waren het reeds interpretaties. Waarna
ik het gebrek aan observatie vermogen bij de cursisten als
bewezen beschouwde. Wat ze observeerden werd in een ‘split
second’ omgebogen in een perceptie. Het was ook een oefening
waarbij voor de eerste keer het basismodel van Cruciale dialogen
kon getekend worden. Het Cartoon met de twee ‘cirkels’
verbonden met het midden leende zich daar uitstekend toe.
Figuur 6: ‘Eenvoudig’ Cruciaal Dialoog/Creatieve wisselwerking
Model
Nadien kon ik uiteraard uitweiden over het verschil in de twee
bewustzijnsvormen aan de linkerzijde: Awareness of het Helder
Bewustzijn en Consciousness of het Gekleurd bewustzijn. Later
werden uiteraard de twee bijkomende bewustzijnsvormen
behandeld.
Zoals gezegd heb ik die oefening wel honderden keren begeleid.
Dit zowel in sessies met het topmanagement, middenkader,
eerste leidinggevenden en uitvoerenden. Mijn aanpak was er
namelijk een in cascade vorm, dit om het ‘zwarte gat’ te
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
16
Verslaafd aan ons eigen gelijk
vermijden gedurende het transformatie proces in de bewuste
organisatie. Wat de interpretatie van het figuurtje in het midden
betreft, was die heel verschillend naargelang het ‘niveau’ van de
groep die ik voor mij had. Bij management groepen was dat vaak
een werknemer ‘die er de kantjes van liep’, een toerist als het
ware. Bij de groepen met eerste leidinggevenden en
uitvoerenden werd dit figuurtje in het midden geïnterpreteerd
als zijnde een van hun managers…
De hoofdboodschap bij dit alles was dat de Mindset die
verantwoordelijk is voor het Gekleurd Bewustzijn steeds in vraag
dient gesteld te worden. Anders gesteld, de eigen Mentale
Modellen dienen bij definitie in vraag te worden gesteld. Dit kan
in een Cruciale dialoog door de verschillen in percepties terug te
koppelen naar de feiten en de data die werden geobserveerd met
het Helder Bewustzijn. Dit wordt in de figuur 4 gevisualiseerd
door de staande 8 in de linkerlus van de lemniscaat, dat de
basisfiguur voor de modellen van Creatieve wisselwerkig en
Cruciale dialogen.
Wat betreft de laatste reden waarom ons brein vanuit gemak
geneigd is verslaafd te zijn aan ons eigen gelijk, die Kamphuis
aangeeft, namelijk onze ‘onsterfelijkheidsprojecten. Daar zit een
grond van waarheid in. Toen ik er op 70 jarige leeftijd mijn actieve
leven afronde, schreef ik mijn ‘memoires’ in de vorm van wat ik
dacht dat mijn kleinkinderen in de toekomst nodig zouden hebben
om ‘wendbaar en weerbaar’ door het leven te gaan. Ik schreef een
boek ‘Blijf wakker’ omdat ik ervan overtuigd was dat ik er niet
meer zou zijn om al mijn ‘wijsheid’ naar hen toe te transfereren op
het ogenblik dat zij er klaar zouden voor zijn.
Ik wou dat ze na mijn dood nog iets zouden hebben aan wat ik zoal
verzameld had in mijn leven. Dat ik daardoor in hun herinnering zou
voortleven was een leuk neveneffect en was niet de hoofdoorzaak
voor het schrijven van het boek en het nadien opnemen van 33
podcasts die de materie in een leuke verpakking aanbiedt. Wat ik
kan doen is hen leiden naar het water, dat is mijn
verantwoordelijkheid. Of ze de inhoud van mijn inspanningen
werkelijk tot zich zullen nemen, daar heb ik geen vat op en wil ik
ook geen vat op hebben. Ze dienen van binnenuit de goesting te
hebben!
Wat betreft mijn twee zelfven: het gecreëerde zelf en het
Originele zelf. Heel anders dan dat Lammert Kamphuis oppert in dit
hoofdstuk 4 klik ik mij alles behalve vast aan mijn actuele
gecreëerde zelf. Ik stel die dagelijks in vraag. Mijn Vicieuze Cirkel
staat staat mijn frisse blik zo min mogelijk in de weg, en verhindert
mij niet om tot elkaar, tot betere ideeën en betere oplossingen te
komen. Ik ontsluit zo veel mogelijk de potentie van Creatieve
wisselwerking en train mijn denkvermogen met m’n eigenste
Cruciaal Dialoogmodel. Ik benader de lenigheid van het kind en ben
er bij lange nag nog niet! Ik ben wel op weg naar mijn Creatieve,
Originele Zelf, zonder die ooit te zullen bereiken.
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
17
Verslaafd aan ons eigen gelijk
5. Filosofie als aanmoediging om in beweging
te blijven
Lammert
Kamphuis
Kamphuis stelt “Door te filosoferen maak je het vertrouwde
vreemd en het vreemde vertrouwd.” (p.75) Dit doet men door
van perspectief te veranderen. Perspectief betekent letterlijk
‘vanwaar je kijkt’.
Een filosoof is een beoefenaar van ‘liefde voor de wijsheid’ en
Lammart’s definitie van wijsheid is:
Wijsheid is de mogelijkheid
om iets op een andere manier te zien.
- Sophie Oluwole
De mogelijkheid om niet vast te zitten in het eigen gelijk. Om
verwonderd te blijven is dat je de Ander niet vastpint in een
bepaald stramien. Daaromtrent stelt Lammert Kamphuis (p.77):
[In de filosofie] verlang je ernaar wijs te zijn, maar je weet
dat je het nooit helemaal zult zijn. Dit betekent dat een
filosoof die meent de wijsheid in pacht te hebben, ophoudt
filosoof te zijn. Het verschil tussen filosofen en
onwetenden is volgens Plato dat de filosoof zich bewust is
van zijn of haar onwetendheid. Dit bewustzijn voedt het
verlangen om steeds meer te zien, geen genoegen te nemen
met je ene perspectief. Daadoor blijf je in beweging, blijf
je zoeken, blijf je reizen. En op die manier train je je
lenigheid.
Het verhaal van de zes blinden en hun olifant kan hier uiteraard
niet ontbreken.
Figuur 6: Zes blinden ontmoeten een Olifant
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
18
Verslaafd aan ons eigen gelijk
Van de Griekse filosoof Sextus Empiricus heeft Lammert de
simpele les geleerd “dat we niet kunnen waarnemen wat we niet
kunnen waarnemen.” (p. 79)
Om aan te tonen dat ‘twee mensen naar hetzelfde kunnen kijken
en toch verschillende dingen zien’ brengt Kampus enkele
bekende illusies aan, waaronder de ‘konijn-eend illusie’.
Hij besluit dat hoe we de wereld waarnemen afhankelijk is van
waar ons brein de laatste tijd voornamelijk is blootgesteld (p.80)
en besluit dat alles betrekkelijk is.
De filosofie stelt zich de vraag of we de zintuigen wel kunnen
vertrouwen en haalt de Amerikaanse Hillary Putman aan:
Er is een bepaald geloof nodig, een vorm van vertrouwen,
om uit te gaan van de accurate werking van de zintuigen
(p. 84).
Veel van de dingen die we menen te weten blijken niet waar te
zijn en Lammert Kamphuis toont dat aan door te stellen dat de
beroemde quote van Johan Cruijff “Elk nadeel heb z’n voordeel”
eigenlijk afkomstig is van een generatiegenoot en ook voetballer
Willem Van Hanegem, die ook straf uit de hoek kon komen.
Uiteindelijk komt Lammert tot volgend besluit:
Het accepteren van onwetendheid is de katalysator geweest
van de wetenschappelijke vooruitgang van de afgelopen
eeuwen (p. 86).
Toch blijkt het zinnetje ‘ik weet het niet’ het moeilijkste zijn om
uit te spreken, hoewel het een belangrijke aanjager is van
innovatie. Het besef van onwetendheid is volgens Kamphuis geen
zwaktebod, het is je kracht (p. 88).
Kamphuis vervolgt met het voorstellen van enkele modellen van
filosofen waarin uitgelegd wordt hoe bescheidenheid bijdraagt
aan de ontwikkeling van betere ideeën (pp. 89-94):
• Hegel en z’n ‘dialectiek’ (hoe nieuwe ideeën ontstaan) en
waarbij afzonderlijke ideeën slechts stapjes zijn in een
voortschrijdend proces;
• Heraclitus: ‘alles stroomt’;
• Sophie Oluwole en haar ‘binaire complementariteit’ om
komaf te maken met tegenstellingen en haar idee de
Ander niet te zien als een bedreiging maar als een
verrijking;
• Karle Popper en zijn theorie over de ‘falsificatie’.
Hij raadt aan het perspectief van de ander serieus te nemen en
dat je daarmee aantoont dat jouw eigen standpunt weerstand
aankan (p. 95).
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
19
Verslaafd aan ons eigen gelijk
We hebben de waarheid niet in pacht:
Bescheidenheid, bewustzijn van de grenzen van je kennis en
falsifieerbaarheid zijn tekenen van geloofwaardigheid. Het
houdt de erkenning in dat we elkaars perspectieven nodig
hebben om verder te komen […] Er is een ruimte tussen
jouw kennis over de werkelijkheid en de werkelijkheid zelf.
Laat het besef van die ruimte je bescheiden maken,
nieuwsgierig houden en nooit te rigide vasthouden aan
jouw overtuigingen. Laat het je speels houden en
avontuurlijk maken in je denken. En wees bereid je mening
te veranderen (p. 96).
Hij belsuit het hoofdstuk met een waarschuwing:
De slang die niet kan vervellen gaat te gronde.
zo ook de geesten die men verhindert
van mening te veranderen,
zij houden op van te bestaan
- Friedrich Nietzsche
Reflectie
Johan Roels
Dit hoofdstuk doet me denken aan een Key Note van Peter M.
Senge ‘A crisis of Perception’ gedurende de System Thinking in
Action conferentie van 1992, waarin Peter op zijn onnavolgbare
manier aantoont dat wat we percipiëren, niet de werkelijkheid
zelf is.
Horen wij met onze oren?
Zien we met onze ogen?
Of zien en horen wij met onze ‘distincties’?
- Peter M. Senge (2016, oktober 26)
Ooit heb ik met de geachte gespeeld om de slogan ‘Ik heb de
waarheid NIET in pacht’ op mijn voorhoofd te laten tatoeëren en
‘ons Rita’ stelde haar veto. Zelfs het dragen van een witte T-
shirt met die boodschap, gedurende de zestiende bijeenkomst
van het Cruciale Dialoog Genootschap op 14 oktober 2021, was
voor Rita een brug te ver. Toch deed ik het om aan te tonen dat,
wanneer ik mijn mening verkondig ik niet denk dat ik de
waarheid in pacht heb. Het ene sluit het anere niet uit. Het
voordeel van die slogan geprint te hebben op een T-shirt
wanneer je ‘jouw’ waarheid verkondigt, is niet alleen aangeeft
dat wat je vertelt enkel maar ‘jouw’ waarheid en niet ‘de’
waarheid is; het bijkomed voordeel is dat de toehoorders die
slogan lezen en zich daardoor herinneren dat ook zij ‘de’
waarheid niet in pacht hebben. De mens is van nature
nieuwsgierig en daardoor wordt die slogan gelezen. Als ik u vraag
nu even niet aan ‘een roze olifant’ te denken… waaraan heeft u
net gedacht?
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
20
Verslaafd aan ons eigen gelijk
Ook ik heb vele keren illusies gebruikt om aan te tonen dat we
als we naar hetzelfde kijken toch verschillende dingen kunnen
zien. Ik heb onlangs nog een artikel artikel gepost op LinkedIn
die vele van die illusies meegeeft:
https://www.linkedin.com/pulse/creative-interchange-onesmindset-johan-roels/?
Ook over de noodzaak de eigen Mentale Modellen te
wanttrouwen schreef niet lang geleden ik een LinkedIn artikel:
https://www.linkedin.com/pulse/break-mental-model-harderthan-splitting-atom-johan-roels/?
Lammert Kamphuis stelt dat het zinnetje ‘ik weet het niet’ het
moeilijkste blijkt te zijn om uit te spreken, en dat beaam ik
volmondig. Dit heb ik meermaals ook gesteld toen ik het in m’n
opleidingen had over nood aan nieuwsgierigheid als bron voor
innovatie en in dit kader verwees naar de nieuwsgierigheid van
het nog jonge kind. Want wat is de vraag dat een kleuter het
meeste stelt? Juist, de ‘waarom’ vraag. Ik noemde heel jonge
kinderen ‘waarom’-monstertjes. Door het onophoudelijk stellen
van die vraag werken zij danig op de zenuwen van volwassenen
en zeker op die van hun ouders.
Want wat gebeurt er meestal? Wanneer het kind de waarom
vraag de eerste keer stelt, krijgt het van de volwassene uiteraard
een antwoord. Op dat antwoord stelt het ‘waarom’-monstertje
terug de waarom vraag, waarop de volwassene weer correct
antwoord. Edoch, op dat antwoord vraagt het kind terug de
waarom vraag, waarop de volwassene – nu iets geïrriteerd – terug
een antwoord verzint. Onvermijdelijk stelt het ‘waarom’-
monstertje terug de waarom vraag en antwoord de volwassene,
op barse toon: “Omdat ik het zeg” of “Omdat het zo is!” of iets
in die aard. Zelf gaf ik als laatste antwoord aan dochter Daphne:
“Vraag het eens aan jouw mama!”
Interessant is de vraag: Waarom antwoordt de ouder op zo’n
barse toon: “omdat het zo is!” (of zoals ik, met het ontwijkend,
‘Vraag het eens aan je mama!”) Het enige correcte antwoord is:
a) de volwassene kent het antwoord niet en b) dezelfde
volwassene is te beroerd om dit toe te geven. Zo simpel is het!
Volwassenen zijn vaak niet integer in het beantwoorden van
vragen van kinderen.
Laat ik nu een anekdote vertellen van toen Eloïse, onze oudste
kleindochter (nu 21) nog een ‘waarom’-monstertje was.
Op een dag vroeg ze haar Opa Johan (ik dus) : “Zeg Opa,
wanneer ik m’n pop loslaat, waarom valt die dan naar
beneden?”
Ik wist waar het zou eindigen en wou mij in veiligheid
brengen door te antwoorden: “Wel Eloïse, omdat anders er
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
21
Verslaafd aan ons eigen gelijk
zoveel rommel in de lucht zou zweven dat we het zonlicht
niet meer zouden zien.”
Pientere Eloïse repliceerde: “Opa, dat is geen antwoord op
m’n vraag; nogmaals waarom valt alles naar beneden?” Nu
was er geen ontkomen aan, dus zei ik: “Door de
zwaartekracht, Eloïse”.
En wat moest gebeuren, gebeurde: “Waarom
zwaartekracht, Opa?” “Omdat twee lichamen elkaar
aantrekken en dat het lichaam met de grootste massa, de
grootste aantrekkingskracht heeft en gezien de massa van
de aarde groter is dan de massa van je pop, wordt de pop
door de aarde aangetrokken en als je ze niet vasthoudt –
wat die aantrekkingskracht teniet doet – valt jouw pop naar
beneden.”
“Waarom trekken twee massa’s elkaar aan, Opa?” “Omdat
dat een natuurwet is, Eloïse.”
“Waarom is dat een natuurwet, Opa?” en toen diende ik toe
te geven, wat grootvaders, laat staan vaders, zelden doen:
“Dat weet ik niet, Eloïse”.
“Kan je dat niet opzoeken, Opa?” Internet bestond al en
dus met de hulp van ‘Google’ zocht Opa met het begrip
‘zwaartekracht’ naar het ultieme antwoord. Google
schotelde honderden links voor en zo vond ik een
wetenschappelijk stuk met als titel ‘De zwaartekracht’ en
begon ik dit artikel luidop voor te lezen. Na nog geen
minuut vroeg Eloïse: “Opa, begrijp jij wel wat je leest?” en
ik “Niet helemaal of beter gezegd; helemaal niet.” Waarop
Eloïse al lachend zei: “We zullen nog veel moeten leren, hé
Opa!” Uitspraak die ik al schaterend beaamde!
Hiermee werd het Eloïse duidelijk (en aan diegenen aan wie ik
het verhaal vertelde in mijn opleidingen) dat onze opdracht in
dit ondermaanse is: onze onwetendhheid, onze beperktheid
toegeven en er iets aan doen door te leren en onze denkkaders
te transformeren. Onze onwetendheid toegeven is inderdaad
geen zwaktebod, het is onze kracht. Aan ons de keuze: ofwel
leren en transformeren we tegen onze zin of doen we dat met
plezier. Ik heb steeds voor het laatste gekozen.
Dat onze afzonderlijke ideeën slechts stapjes zij in een
voortschrijdend proces wordt duidelijk aangetoond in een
oplossingsmethodiek die oorspronkelijk door Synectics (Gordon,
1961) werd bedacht en die we hebben verrijkt met vaardigheden,
zoals het ‘Bevestigend Parafraseren’ en ‘ 4 plus & een wens’
Roels, 2012), die steunen op het creatieve wisselwerkingsproces.
Oplossingsmethodiek die ik ooit SYNERGY doopte (Roels, 2001,
pp. 330-335).
Men dient dus bereid te zijn zij mening te veranderen en daartoe
heeft men nood aan een ‘Creative Interchange Mindset’ (zie
figuur 2 op pagina 4).
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
22
Verslaafd aan ons eigen gelijk
6. Train je lenigheid
Lammert
Kamphuis
Het is een teken van een ontwikkelde geest
om met een gedachte te kunnen spelen
zonder die te accepteren
- Aristoteles
Perspectivistische lenigheid stelt je in staat om uit uw
tunnelvisie te denken (p. 97).
Perspectivistische lenigheid is de vaardigheid die ons in
staat stelt om ons te verplaatsen in andere perspectieven
dan de onze (p. 98).
Daag je eigen overtuigingen uit met de sceptici
De omgekeerde wereld: uw overtuigingen 180° omdraaien
en vervolgens serieuze argumenten zoeken voor dat
tegenovergestelde oordeel (p. 98).
Kamphuis is van mening dat het nog zo’n gek idee niet is om
binnen je team een paar keer per jaar een half uurtje ‘sceptisch
omdraaien’ te oefenen en wat men daaruit leert vast te leggen,
De bedoeling is inzicht te krijgen en je blikveld te verbreden. Die
oefening kan men niet alleen doen voor zogenaamd negatieve
oordelen, ook voor in sé positieve oordelen is ze nuttig (pp. 99-
100).
Het beoefenen van ‘inlevingsvermogen’ is verre van makkelijk en
het zich inleven in het perspectief van de ander leidt naar meer
begrip. In de wetenschap wordt dit ‘analogic perspective taking’
genoemd (pp. 101-102).
Verfris je blik met de stoïcijnen
Niet de dingen brengen ons in verwarring,
wel onze denkbeelden daarover.
- Epictetus
Volgens Marcus Aurelius moeten we leren de dingen ‘frontaal te
treffen’. Dit betekent dat we die objectief dienen te
beschrijven; dus de dingen ontdoen van alle interpretaties en
waardeoordelen. Dit is ook nodig in communciatie met anderen:
het scheiden van oordeel en observatie. Want als je in een
gesprek met je perceptie begint, is de kans groot in een
discusssie terecht te komen (pp. 103-104).
Het vergt een leven lang oefenen om te leren
onderscheiden tussen waarnemingen en je interpretatie
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
23
Verslaafd aan ons eigen gelijk
ervan. […] Hoe scherper je wordt in het onderscheiden
tussen waarneming en interpretatie, hoe beter je snapt
waar meningsverschillen vandaan komen […] Wat je ziet
zegt vaak meer over jezelf dan over de wereld (p.105).
Zoom uit met Spinoza
Hier beschrijft Lammert het klassiek YouTube filmpje ‘Cosmic
Voyage’ met als les: bekeken vanuit het universum blijkt veel op
aarde ‘much to do about nothing’. En dat doet Kamphuis denken
aan Benedictus Spinoza en aan diens ‘God is het universum en
het universum is God’. Spinoza raadt ook aan de wereld te
bekijken vanuit het licht van de eeuwigheid en niet vanuit het
menselijk perspectief (pp. 106-108).
Beschouw het leven als een neutrale toeschouwer
en menig drama verandert in een komedie.
- Henri Bergson
Kamphuis raadt aan een ‘conflictuele bijeenkomst’ te
beschrijven vanuit de derde persoon meervoud, daardoor raak je
minder opgekruld in jezelf (p. 109).
Durf alles te bevragen met Hipparchia en Schopenhauer
De filosofie moet volgens Schopenhauer:
1. De moed hebben om alles te bevragen;
2. Het vanzelfsprekende op het spoor komen én dat
‘problematiseren’.
Kamphuis stelt (p. 110).
Dit is een flinke opgave, want het vanzelfsprekende verhult
zichzelf. Het laatste wat een vis opmerkt is het water.
Hipparchia wordt gezien als een rolmodel voor de ‘vrije geest’.
In het Grieks wordt hiervoor ‘paracharassein’ gebruikt:
ontmasker het waardenstelsel.
Door de vanzelfsprekendheid continu te bevragen, i.e., het in
vraag stellen van de eigen Mindset en Mentale Modellen, train je
de lenigheid van het denken. Volgens Seneca ‘geven al die
vragen vleugels aan je ziel’ (p. 111).
Over het zeer gekende verhaal van de vijf apen en de
bananentros schrijft Lammert Kamphuis dat het een (sic!)
broojeaapverhaal is. Het experiment heeft nooit plaatsgevonden.
In 1996 werd voor het eerst geschreven over dit experiment door
Hamel en Prahalad in hun boek ‘Competing for the Future
‘(1996). Zij halen hierin de resultaten van dit experiment aan
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
24
Verslaafd aan ons eigen gelijk
zonder daarbij een bron te vermelden, want er was er geen (p.
111-114).
Het is verstandig om zo nu en dan
een vraagteken te plaatsen bij de dingen
die u lang voor vanzelfsprekend hebt gezien.
- Bertrand Russel (p. 114)
Leer met aandacht kijken met Weil
Hoewel men dat tegenwoordig niet schijnt te weten,
Is het vormen van het vermogen tot aandacht
het ware en bijna uitsluitende doel van alle studie.
- Simone Weil (p. 115)
Het was de overtuiging van Weil dat iets met aandacht doen
steeds vruchten afwerpt
Weil ziet aandacht als een vorm van negatieve inspanning,
waarbij je niet van tevoren al weet waar je wilt uitkomen,
maar met een nieuwsgierige en open geest aanwezig bent
met de dingen (p. 115).
Zoek andersdenkende op met Levinas
Een persoon kan men niet begrijpen
zonder met hem te spreken.
- Emmanual Levinas (p. 117)
Over burgerschap zegt Lammert Kamphuis:
Burgerschap vraagt dat je in staat bent naar elkaar te
luisteren en andere standpunten serieus durft te nemen (p.
119).
Volgens Gordon Allport’s ‘contacthypothese’ kan het contact
tussend verschillende groepen onderlingen vooroordelen
wegnemen. Daartoe moeten wel aan een paar voorwaarden
voldaan zijn:
1. Het dient een informeel contact te zijn;
2. Het ervaren van gemeenschappelijkheid (p. 119).
Zo bleek dat anoniem met elkaar chatten op een website, met de
bedoeling om begrip op te brengen voor elkaars ideeën en te
depolariseren, succesvol te zijn (p. 120).
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
25
Verslaafd aan ons eigen gelijk
Voer lenige gesprekken met Socrates
Socrates vergeleek zijn eigen werk met dat van z’n moeder die
vroedvrouw was: hij haalde naar eigen zeggen iets uit mensen
wat al in die mensen leefde (p. 121).
Dit leidde naar de Socrates methode, ook wel maieustische
methode genoemd, naar de ‘maieutiek’ of verloskunde). Die
methode steunt op het elkaar bevragen. Iets wat we van
kindsbeen af doen en dat we ‘ergens’ verleren. Socrates daagt
ons uit om terug kind te worden. Bij die methodiek ga je op zoek
naar ‘de vraag achter de vraag’ (p. 122).
Een algemene vraag moet een toevallig iemand de goesting
geven om ze te beantwoorden. Indien dit niet het geval is, dient
men te zoeken naar een betere vraag.
Zo maakt denken van uit de waarden ‘vrijer’. En goede vragen
zijn vaak ‘hoe’ vragen! (p. 123) Noodzakelijk is om bij aanvang
van een gesprek duidelijkheid te hebben over de gebruikte
begrippen.
Belangrijk is ook om in het achterhoofd te houden:
Wie zoekt die vindt,
maar niet altijd wat hij zoekt.
- Paul Biegel (p. 124)
De oorzaak daarvan is dat men verschillende ‘talen’ spreekt.
Begripsverheldering werkt dat tegen, want veel misverstanden –
en niet vinden wat men zoekt – komt voor uit het hebben van
verschillende betekenissen van de gebruikte terminologie (p.
125).
Gebruik je woede ten goede met Nussbaum
Volgens Nussbaum leidt woede vaak tot wraak en dat leidt tot
een vicieuze cirkel van ellende (p. 126). Volgens haar is het kunst
de ‘transitiewoede’ te cultiveren: “van zodra je woede voelt
opkomen vermijden dat die cullimineert in wraak maar omgezet
wordt in het begrijpen welke waarde er geraakt is. Die waarde
dan beschermen is veel vruchtbaarder dan wraak nemen (p. 127).
Irritatie is een geweldige bron van
energie en creativiteit.
- Anita Roddick (p. 129)
Je wordt daardoor ‘wendbaar en weerbaar’, waardoor je
makkelijker oplossingen vindt voor de problemen.
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
26
Verslaafd aan ons eigen gelijk
De ziel wordt geschildert
door de kleur van de gedachten.
- Marcus Aurelius (p. 130)
Reflectie
Johan Roels
Perspectivistische lenigheid is voor mij de gave om niet vast te
houden aan de eigen gekleurde bril waardoorheen ik de
werkelijkheid zie en dus makkelijk de eigen gekleurde bril
inwissel voor de gekleurde bril van de Ander.
Ik ben geen filosoof, dus ik gebruik niet de pleiade aan filosofen
zoals Lammert Kamphuis (wat ik overigens een uitstekende
manier vind) om de verschillende elementen van onze manier van
observeren en percipIëren te duiden. Ik gebruik eerder
metaforen om dezelde boodschap te brengen.
Uiteraard steunt de metafoor die ik gebruik – de gekleurde bril –
op de quote van Anaïs Nin en ook wel op het gedachtengoed van
Chris Argyris en meer bepaald van wat hij de interferentieladder
noemde (Argyris, 1990, pp. 88-89).
Figuur 7: Gekleurde bril en Interferentieladder van Argyris
De verklaring van het feit dat we verschillende visies hebben op
dezelfde werkelijkheid komt omdat we verschillende Mindsets
hebben. Elkeen heeft een unieke mindset die is opgebouwd uit
Overtuigingen, Vooronderstellingen, aanmanes en Mentale
Modellen die wij hebben aangenomen gedurende ons leven. Van
zodra onze opvoeding begon en nadien gedurende onze
opleidingen, lidmaatschap van verschillende genootschappen
(religie, politieke strekking, …), onze carrière in de
onderscheiden Organisaties waar we werkten. Kortom door de
ervaringen die we hadden in de Culturen waarin we opereerden,
werd onze Mindset geboetseeerd.
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
27
Verslaafd aan ons eigen gelijk
Figuur 8: De verschillende Mindsets
Let wel, de Ander heeft ook een unieke, weze het een heel
verschillende, Mindset. Dit omdat haar of zijn ervaringen per definitie
anders zijn. Want opgevoed in een ander gezin, andere scholen
gelopen, lid geweest van een andere jeugdbeweging, andere Mentors
gehad, een andere religie en zelfs een andere moedertaal en ga zo
maar door.
Die twee verschillende Mindsets zorgen voor twee verschillend
‘gekleurde Bewustzijns’ (onze vertaling voor het Engelse
‘consciousness). Anders gesteld we percipiëren de werkelijkheid met
behulp van verschillende gekleurde brillen.
De ‘analogic perspective taking’ is niets anders dan elkaars gekleurde
brillen opzetten en terug de werkelijkheid observeren en intepreteren
mbv de ‘andere’ gekleurde bril. Die beweging wordt in bovenstaande
figuur visueel aangegeven door de staande 8 in de linkerlus van de
liggende 8 of lemniscaat.
De dingen treffen we dus frontaal (cf. Marcus Aurelius) door vanuit de
verschillende mindsets naar dezelfde werkelijkheid te kijken en nadien
door dialoog te komen tot een gedeelde mening over die werkelijkheid.
Figuur 8: De vorming van de Reservoir van ‘Gedeelde Mening’
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
28
Verslaafd aan ons eigen gelijk
Dat dit inlevingsvermogen niet eenvoudig is en moeite kost is
correct. Ik troost mij steeds met de gedachte:
Wat geen moeite kost is vaak
de moeite ook niet waard.
- Herman de Coninck (1987)
Wat Kamphuis ‘conflictuele bijeenkomst’ noemt en observeren
als de derde persoon meervoud, afstandelijk dus, noem ik het
Proces Bewustzijn de zestiende en laatste vaardigheid van
Creatieve Wisselwerking.
Door het procesbewustzijn is men zich niet alleen bewust van de
werking van het creatief wisselwerkingsproces, men ziet ook of
men al dan niet gevangen zit in haar of zijn mentaal model.
De superioriteit van de mens ligt niet
in zijn vermogen om waar te nemen,
maar in zijn vermogen om
waar te nemen dat hij waarneemt,
en om zijn waarneming over te brengen
op anderen door middel van woorden
- Albert Einstein
Proces bewustzijn heeft ook te maken met het begrip
‘transcendentie’. Je hebt ooit wel eens de uitdrukking gehoord:
“in de wereld zijn en toch niet van de wereld zijn”. In de wereld
zijn betekent dat je jezelf identificeert met je gedachten, je
gevoelens en je gedragingen. Van de wereld zijn zou suggereren
dat al wat je bent een conglomeraat is van je ervaringen en
acties in deze wereld. Niet van de wereld zijn betekent die
wereld afstandelijk kunnen beschouwen. Men is ‘boven’ de
wereld en men kan dus beschouwen zonder effectief betrokken
te zijn. Ideaal is uiteraard dat men beide aankan op een perfecte
manier. Zo is het product van de Vicieuze Cirkel het gecreëerd
zelf van deze wereld. Dit zelf is een eenheid, vervaardigd uit een
mix van ervaringen, percepties, verwachtingen, beelden, rollen,
eisen en verwachtingen, cultuurspelletjes, en ga zo maar door.
Het ‘originele’ zelf is niet van de wereld. Het staat buiten en
boven de wereld terwijl het toch perfect met beide voeten in de
wereld staat.
Van Stacie S. Hagan komt ook de volgende metafoor: teneinde
niet van deze wereld te zijn moet je jouw gecreëerde zelf, met
al zijn overtollige eisen en verwachtingen van je afschudden,
zoals een slang zich van haar oude huid ontdoet. Je bevrijdt je
als het ware zelf uit die bekrompenheid. Je bent niet het
gecreëerde zelf. Je bent iets heel anders en dit inzicht bekom je
wanneer je je realiseert dat je “zelf” een deel van een veel
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
29
Verslaafd aan ons eigen gelijk
groter geheel bent dan het “zelf” dat je dacht te zijn. Dit komt
omdat we, naarmate we onze oude huid, ons oude “zelf”
afschudden, we meer in lijn komen met ons originele “zelf”; de
notie van “zelf” – als afgescheiden eenheid van andere “zelven” –
begint te vervagen. Inderdaad we worden ons dan scherp bewust
van onze onderlinge verbondenheid met elkaar, met de natuur en
(voor gelovigen) met de Schepper.
Wat het broodjesaap verhaal van Hamel & Prahalad betreft,
zowat alle auteurs na hen hebben dit verhaal klakkeloos
overgenomen. Zo kon het gebeuren dat mensen over de hele
wereld elkaar wisten te verbazen met dit experiment. Hoewel
het schrijnend is dat iedereen gebruik maakt van een nietbestaand
experiment, valt er ook iets positiefs te zeggen over dit
fenomeen: iedereen heeft de groep gevolgd zonder daarbij na te
denken… een beetje zoals een kudde (sch)apen.
Simone Weil’s inzicht dat aandacht een vorm van negatieve
inspanning is, waarbij je niet van tevoren al weet waar je wilt
uitkomen, met een nieuwsgierige en open geest aanwezig bent
met de dingen, is op de keper beschouwd inzicht in het creatief
wisselwerkingsproces. Ook bij dit proces dient men steeds
gefocust te zijn, dit is overigens de bedoeling van het
procesbewustzijn binnen creatieve wisselwerking, en is men niet
zeker waar het beleven van het proces zal naar leiden. Je kunt
controle uitoefenen over hoe je Creatieve wisselwerking van
binnenuit beleeft; je kunt het proces echter niet sturen naar een
op voorhand vastgelegd resultaat, not even close!
De voorwaarden die Gordon Alport ziet opdat de
contacthypothese effectief zou leiden tot het wegnemen van
vooroordelen zijn ook voorwaarden voor Creatieve wisselwerking.
Het proces dient organisch beleefd te worden (dus niet
‘formeel’) en het dient een vorm van dialoog te zijn (vandaar
mijn toepassing ‘Cruciale dialogen’), wat dan
‘gemeenschappelijkheid’ en zelfs ‘gelijkwaardigheid’
veronderstelt.
Creatieve wisselwerking heeft met Socrates gemeen dat om het
goed te kunnen beleven het kind in ons wakker dient gemaakt te
worden. Vandaar ook dat ik een ‘boek’ schreer ten behoeve van
onze kleinkinderen ‘Blijf wakker!’ dat ik nadien herwerkte ten
behoeve van de 16 de bijeenkomst van het Cruciale Dialogen
Genootschap in oktober 2021, met als titel: “Word Wakker!’.
Daarmee onderstrepend dat we terug kind dienen te worden.
De kunst om transitiewoede te cultiveren komt overeen met mijn
denkmodel voor het van binnenuit beleven van creatieve
wisselwerking dat ik ‘The Watch’ doopte (Roels, 2012, pp. 269-
271).
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
30
Verslaafd aan ons eigen gelijk
Figuur 9: Het Horloge (WATCH) – Kijk uit naar Angst of Woede
Wanneer er geen angst noch woede is, kan men in principe zowat
alles hebben. Dialoog heeft behoefte aan en drijft op vrije
meningsuiting en niets doodt die meer dan angst en woede
(Roels, 2012, pp. 274-277).
Door het blijvend beleven van Creatieve wisselwerking volg je
Nussbaum en gebruik je woede ten goede en dan wordt de
irritatie werkelijk de bron van energie en creativiteit (cfr. Quote
van Roddick). Daardoor wordt je effectief wendbaar en weerbaar
want je blijft jou het door gedachten inkleuren van de
werkelijkheid in vraag stellen.
Daardoor, ten slotte, kom je nader tot jouw Originele Zelf (cfr.
Quote van Aurelius).
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
31
Verslaafd aan ons eigen gelijk
INTERMEZZO: Pleidooi tegen Perspectivistische
Lenigheid
Lammert
Kamphuis
Hier begeeft Lammert Kamphuis zich op het terrein van de
‘leugenaars paradox’ wat hij ook weergeeft met volgende
uitspraak veelal toegeschreven aan Socrates, en zogenaamde
contradictio in terminis (p. 132):
Het enige wat ik met zekerheid weet
is dat ik niets zeker weet,
en zelfs daar ben ik niet helemaal zeker van.
- Socrates
Het ‘pleidooi tegen perspectivistische lenigheid’ is dus trachten
het tegendeel te bewijzen of anders gesteld, de positieve kanten
van vasthouden aan uw eigen perspectief breed uitsmeren.
Kamphuis doet een poging daartoe door volgende vijftal
stellingen te poneren:
1. Sommige situaties zijn zo evident goed of slecht dat ze
vragen om een sterk standpunt;
2. Soms is een sterk standpunt nodig om iets in beweging te
krijgen;
3. Polarisatie leidt tot een hogere opkomst bij verkiezingen;
4. Een star standpunt is soms nodig bij grote tegenslagen;
5. Een star standpunt geeft de perceptie dat je betrouwbaar
bent.
Daarmee bewijst Lammert het adagio dat algemeen aan Johan
Cruijff toegeschreven wordt: “elk nadeel heb zijn voordeel.”
Reflectie
Johan Roels
Dit hoofdstuk doet mij sterk denken aan een oefening die ik ooit
leerde van m’n mentor Charlie Palmgren en die men een
‘polariteitsoefening’ kan noemen. En wel op het paar
tegengestelde polen: starre mindset en flexibele mindset.
De oefening bestaat erin van beide polen zowel de positieve
kanten als de negatieve kanten te belichten. Het is ook een
oefening in de vaardigheid van Cruciale Dialogen die ik in
navolging van Coert Visser (15 April, 2014), de ‘Plus achter de
min’ heb genoemd.
Toegepast op de twee polen Star en Flexibel zoeken we dus
achtereenvolgens de positieve én negatieve aspecten van beide
begrippen.
Dus bijvoorbeeld:
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
32
Verslaafd aan ons eigen gelijk
Positief
Duidelijk
Betrouwbaar
Rustgevend
Ordenend
Principieel
Star
Negatief
Bekrompen
Weerstand
Onbuigzaam
…Niet creatief
Controlerend
Positief
Breeddenkend
Veranderingsgericht
Meegaand
Creatief
Loslatend
Flexibel
Negatief
Onduidelijk
Onbetrouwbaar
Chaotisch
Ongeordend
Schipperend
Wat direct opvalt is dat het tegenovergestelde van een postieve
eigenschap van Starheid een negatieve eigenschap is van Flexibel
en vice versa.
De les die er uit getrokken kan worden is dat men best
bijvoorbeeld als vader een een Flexibele Starheid ten toon
spreidt bij de opvoeding van uw kinderen.
Indien u hierbij gelijkenissen ontwaart tussen dit verhaal en de
Kernkwaliteiten theorie van ir. Daniel Ofman en het daarbij
zoeken van een evenwicht tussen de elke Kernkwaliteit en diens
Uitdaging, dan is dat niet heel toevallig.
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
33
Verslaafd aan ons eigen gelijk
7. Mag ik dan nooit meer iets vinden?
Lammert
Kamphuis
Perspectivistische lenigheid mag men niet verwarren met ‘meewaaien
met alle winden’. Het gaat om zich kunnen inleven in andere zienswijze
en daardoor lijkt het op tolerantie (p. 137).
Je hebt jouw eigen invalshoek en bent toch bereid om te kijken naar de
verschillende invalshoeken van anderen.
Je zou perspectivistische lenigheid daarom het perfecte midden
kunnen noemen tussen hyperflexibiliteit en stramheid (p. 137).
Lammert Kamphuis geeft volgende tips om perspectivistische lenigheid
te bespreken (pp. 138-148):
1. Sta open voor de mogelijkheid dat meningen soms naast mekaar
kunnen bestaan. Beide standpunten hebben namelijk positieve
kanten.
2. Bedenk dat iemand met een andere mening niet per se een
kwaadaardige idioot is. Het hebben van verschillende meningen
heeft vaak te maken met het verschil in prioriteiten van
waarden.We dienen te beseffen dat het mogelijk is dat verstandige
en moreel integere mensen qua opvattingen lijnrecht tegenover
elkaar staan.
3. Leer verveelzijdigen. Adam Grant heeft het in z’n boek ‘Think
Again’ over ‘horen bij een strekking’. In de meeste gevallen wordt
ons slechts twee keuzes voorgeschoteld. Dit is zelden de realiteit.
We moeten daarom leren onze perspectieven op iets of iemand uit
te breiden, Lammert noemt dat ‘verveelzijdigen’.
4. Stel vragen om je eigen kennis te vergroten of om de andere te
verleiden anders te kijken. Je kunt namelijk van iedereen iets leren.
Het stellen van bepaalde vragen blijkt namelijk de meest belovende
manier om iemand van mening te doen veranderen
Mensen laten zich doorgaans beter overtuigen
door de redenen die ze zelf hebben ontdekt,
dan door die welke door anderen zijn bedacht.
- Blaise Pascal
5. Presenteer het standpunt van de tegenpartij zo sterk
mogelijk. Hoe sterker je iemands betoog maakt, hoe meer de
bereid is recht te doen aan de tegenpartij.
6. Wees transparant over je eigen belang en toon aan dat je
standpunt daarboven uitstijgt. Dus van in het begin duidelijk
zijn wat uw eigen belangen betreft. Hierbij haalt Lammert
het principe van Daniël Arends aan: “Je mag een mening
hebben, maar die lukt niet als die in jouw voordeel werkt.”
7. Ga op zoek naar de wens achter de sneer. Hierbij citeert
Lammert, Marschall Rosenberg: “Elk oordeel is een tragische
uiting van een onvervuld verlangen.”
8. Presenteer je ideeën en argumenten op een dusdanige
manier dat ze weerlegbaar zijn. Door onduidelijk te zijn kan
de ander jouw beweringen niet checken. Dat is intellectueel
oneerlijk. Je bent nieuwsgierig naar de ideeën van de ander,
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
34
Verslaafd aan ons eigen gelijk
waarop die steunen en wat de onderliggende waarden en
behoeften zijn. Dit doe je uiteraard ook met jouw eigen
ideeën.
Reflectie
Johan Roels
Dit hoofdstuk is heel gelijklopend met wat wij schreven in ons
boek ‘Cruciale dialogen’ (Roels, 2012) over de tweede
karakteristiek van Creatieve wisselwerking: Waarderend
begrijpen.
Kortom, de diverse standpunten, dienen niet alleen begrepen te
worden, zij dienen vooral gewaardeerd te worden. Je dient het
standpunt van waaruit de ander opereert, te waarderen. Je dient
het mentaal model van de ander, haar of zijn referentiekader,
als legitiem te aanvaarden. Dit wil geenszins zeggen dat je met
dit standpunt dient akkoord te gaan. Waarderend Begrijpen heeft
alles te maken met respect voor elkaars meningen en voor de
denkkaders waaruit deze ontspruiten. En vanuit dit respect zal je
de ander begrijpen én appreciëren.
Normaal gesproken proberen we altijd eerst zelf begrepen te
worden. Inderdaad is het zo dat de meeste mensen niet luisteren
met de bedoeling de ander te begrijpen. Ze luisteren om een
gevat antwoord te kunnen geven. Je bent dus of zelf aan het
woord of je bereidt je voor om het woord over te nemen. Mensen
filteren ook zowat alle data gebruik makend van hun eigen
mentale modellen of paradigma’s. We gaan daarbij veelal uit van
ons eigen grote gelijk. Onze gesprekken zijn daardoor vaak een
verzameling monologen. We begrijpen blijkbaar nooit echt wat
zich afspeelt in het hoofd van de ander.
Om begrijpend te luisteren, dienen we empathisch te luisteren.
Ik bedoel daarmee dat we luisteren met de intentie de ander ten
volle te begrijpen. Empathisch luisteren is meevoelend luisteren
en houdt in dat je je verplaatst in het mentaal model van de
ander. Je bekijkt de wereld van uit het standpunt van de ander.
Anders gesteld, je plaatst zich in het paradigma van de ander.
Probeer eerst waarderend te begrijpen
Vooraleer waarderend begrepen te willen worden.
- Sint Franciscus van Assisi
Het is opmerkelijk dat wanneer we geconfronteerd worden met
een mening betreffende de werkelijkheid die sterk afwijkt van
de onze, we geconditioneerd zijn om, wat ik m’n boek een
‘Sophie Choice’ (Styron, 1979) genoemd heb, uit onze mouw te
toveren. We denken namelijk dat er slechts twee opties zijn:
onze mening verdedigen en doordrukken of ons in stilzwijgen
hullen. Dit is alweer een geval van ‘fight, freeze or flight’: ofwel
gaan we in de aanval, verstijven we of vluchten we weg van de
wijsheid van de ander. Opschorten is de andere mogelijke reactie
die veel te weinig gebruikt wordt. Deze is nochtans noodzakelijk
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
35
Verslaafd aan ons eigen gelijk
om de mening van de ander te kunnen waarderen. Hierbij gaat
het niet zozeer om de vaardigheid ‘de eigen mening goed voor te
stellen’, maar vooral om de vaardigheid ‘nederig naar de mening
van de ander, én de onderliggende redenen ervan’, te vragen. En
dit laatste op een eerlijke manier. Dit is op zichzelf een van de
vier vaardigheden van de karakteristiek Waarderend Begrijpen.
Normaal gezien zijn we zo ‘verslaafd aan ons eigen gelijk’ – zou
Lammert Kamphuis zeggen – dat we ons niet meer helder bewust
zijn van het feit dat we naast het gekleurd bewustzijn
(consciousness’) ook een puur, helder bewustzijn (‘awareness’)
hebben. Dus om echt de boodschap van de ander te kunnen
waarderend begrijpen, dient onze geest te oscilleren tussen het
gekleurd en helder bewustzijn. Wanneer het helder bewustzijn
z’n werk gedaan heeft en je de boodschap ‘puur’ begrepen hebt,
is de tijd gekomen om daar een gedeelde mening aan te geven
door de verschillende meningen met elkaar te vermengen tot een
inhoud die voor eenieder aanvaardbaar is. Uiteraard is nu het
gekleurd bewustzijn aan zet. Want het waarderen is gebaseerd
op het gekleurd bewustzijn, dat per definitie duaal is. Je kleurt
wat je hebt geobserveerd in en gebruikt daarbij het kleurenpalet
van de beschikbare mentale modellen. Let wel, niet enkel uw
persoonlijk gekleurd bewustzijn, ook dit van ieder ander in de
dialoog. Het is de bedoeling om een Gedeelde Mening te creëren
en daartoe dient elkeen wat zij of hij heeft waargenomen in
vraag durven stellen. Dit gebeurt op een integere manier, je
schetst eerlijk hoe je de gegevens, de boodschap waardeert en
staat open voor de waardering ervan door de ander.
Figuur 10: Het Reservoir van gedeelde mening
Hierbij worden in onze optiek vier vaardigheden ingezet:
• Hoe nederig vragen?
• Hoe ‘plussen’ vinden achter de ‘min’?
• Hoe verschillende inzichten integreren?
• Hoe Mentale modellen in vraag stellen?
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
36
Verslaafd aan ons eigen gelijk
8. De Kracht van Onwetendheid
Lammert
Kamphuis
Reflectie
Johan Roels
Het boek is een pleidooi voor het ontmoeten van
andersdenkenden en dat daagt onze ideeën uitdaagt (p.151).
Lenigheid in het denken is een groot goed in relatie tot onszelf.
De openheid om te luisteren en je ideeën te veranderen en dus
het eigen denkkader aan te passen is echt nodig in deze tijd. Stel
daartoe vragen en geef toe dat je niet alle antwoorden kent.
Lammert Kamphuis vernoemt Frans de Waal om aan te tonen dat
we een enorm potentieel aan inlevingsvermogen in ons hebben
(p.157) en neemt een prachtig tekst van Reiner Maria Rilke in z’n
boek op (pp. 157-158).
Hij besluit met de bedenking dat het stellig poneren van je eigen
stellingen als waarheden geen teken is van kracht, het is volgens
Lammert Kamphuis een teken van zwakte.
Laten we onszelf en elkaar uitdagen om onze overtuigingen
met een zekere lichtheid te dragen. Laten we steeds beter
het vertrouwde vreemd te maken en het vreemde
vertrouwd (p. 159).
Wat de tekst van Reiner Maria Rilke betreft daar is op het
internet heel wat om te doen.
Zo vind ik in een openingswoord door Jan van Kessel bij de
tentoonstelling ‘Half Werk’ van Willie (Rutgers, z.d) het
volgende:
Heb geduld met alles wat onopgelost is in je hart
en probeer je vragen met liefde te bezien,
als kamers die gesloten zijn
of als boeken in een volslagen vreemde taal.
Zoek nog niet naar antwoorden.
Die kunnen je nog niet gegeven worden,
omdat je niet in staat zou zijn ze te leven.
En het gaat erom alles 'te leven'.
Leef nu de vragen.
Misschien zul je dan geleidelijk,
zonder het te merken,
jezelf, ooit op een dag,
in het antwoord terugvinden.
Rainer Maria Rilke
En Hardeman publiceerde op z’n website een gedicht
‘ongestoorde ontwikkeling’ ‘naar’ Rainer Maria Rilke
(https://www.ghardeman.nl/cit/citrilke2.htm):
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
37
Verslaafd aan ons eigen gelijk
Ongestoorde ontwikkeling
Men moet de dingen
de eigen stille
ongestoorde ontwikkeling laten
die diep van binnen komt.
Die door niets gedwongen of versneld
kan worden.
Alles in het leven is groeien
en vormt zich,
rijpt zoals de boom,
die zijn sapstroom niet stuwt
en rustig in de lentestormen staat,
zonder de angst
dat er straks geen zomer zal komen.
Die zomer komt toch!
Maar slechts voor de geduldigen
die leven alsof de eeuwigheid voor hen ligt,
zorgeloos,
stil en weids.
Men moet geduld hebben
met onopgeloste zaken in het hart
en proberen de vragen zelf te koesteren
als gesloten kamers
en als boeken
die in een zeer vreemde taal geschreven zijn.
Het komt erop aan alles te leven.
Als je de vragen leeft,
leef je misschien langzaam maar zeker,
zonder het te merken,
op een goede dag
het antwoord in.
Naar Rainer Maria Rilke
In de discussie die daarop volgt kom ik dan te weten dat een en
ander is samengesteld uit Rilke’s ‘Briefe an einen jungen
Dichter’, althans volgens Jean-Pierre Rawie van uitgeverij
Balans.
En ja hoor, op de website van Bond Zonder Naam vind ik
(https://www.bzn.be/Repository/Spreuken_Commentaar/2017_0
5_commentaar.pdf ) :
Soms is het beste antwoord een vraag.
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
38
Verslaafd aan ons eigen gelijk
De dichter Rainer Maria Rilke onderhield een bijzondere
briefwisseling met een jonge, twijfelende en beginnende
dichter. Wat hij toen aan Kappus schreef, aan het begin van
de twintigste eeuw, is vandaag nog even waar.
Heb je vragen lief
Heb geduld met alles wat onopgelost is in je hart en
probeer je vragen met liefde te bezien,
als kamers die gesloten zijn.
Of als boeken in een volslagen vreemde taal. Zoek nog niet
naar antwoorden.
Die kunnen je nog niet gegeven worden,
omdat je niet in staat zou zijn ze te leven.
Het gaat erom alles ‘te leven’.
Leef nu de vragen.
Misschien zul je dan geleidelijk, zonder het te merken,
jezelf, ooit op een dag,
in het antwoord terug vinden.
Rainer Maria Rilke
uit: Brieven aan een jonge dichter Balans, 2009
Zo zie je dat perspectivistische lenigheid ook op het internet te
vinden is en dat niet alles wat daarop te vinden is ‘de’ waarheid.
Het zijn vaak persoonlijke percepties die als waarheid
gepresenteerd worden.
En lenigheid is ook volgens mezelf een groot goed in relatie tot
mezelf en dan bedoel ik m’n gecreëerde zelf. Die lenigheid staat
mij toe te groeien in de richting en de zin van mijn Originele
Zelf, in de wetenschap dat ik die nooit zal bereiken en met dat
laatste heb ik vrede mee: i.e., het belet mij niet om mijn
Mentale Modellen bij te schaven want … ik ben NIET verslaafd
aan m’n eigen gelijk! Want volgens mijn kleinkinderen ben ik een
wijs man, een man dus die weet dat hij het niet weet.
Creatively,
Johan Roels
7 September 2023
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
39
Verslaafd aan ons eigen gelijk
Bronnen
Argyris, C. (1990). Overcoming Organizational Defenses.
Englewood Cliffs: Prentice-Hall, Inc.
Covey, S. R. (1990). The seven habits of highly effective people.
New York: Fireside.
De Coninck, H. (1987). Over Marieke van de bakker. Antwerpen:
Houtekiet.
De Mello, A. (1990). Awareness: a de Mello spirituality
conference in his own words. (ed. Francis, J. Stroud). New
York: Doubleday.
Frankl, V. E. (2011), Man’s Search for Meaning. The Classic Tribute to
Hope from the Holocaust. London: Rider, an imprint of Ebury
Publishing a Random House Group company.
Gordon W.J.J. (1961). Synectics: The Development of Creative
Capacity. New York: Harper & Row Publishers.
Hagan, S. & Palmgren, C. (1999). The Chicken Conspiracy. Breaking
The Cycle of Personal Stress and Organizational Mediocrity. Baltimore:
Recovery Communications, Inc.
Hamel, G. & Prahalad, C.K. (1996). Competing for the future.
Boston: Harvard Business Press.
Kamphuis, L. (2023). Verslaafd aan ons eigen gelijk.
Amsterdam: De Bezige Bij.
Nin, A. (1961). Seduction of the Minotaur. Athens: Swallow
Press.
Palmgren, C. (2008). The Ascent of the Eagle. Being and
Becoming Your Best. Dayton: Innovative InterChange Press.
Roels, J. (2001). Creatieve wisselwerking. Leuven: Garant
Roels, J. (2012). Cruciale dialogen. Antwerpen: Garant.
Rutgers, H. (z.d.) Heb geduld met alles wat opgelost is in je
hart. Geraadpleegd op 6 September 2024 van
https://www.harcorutgers.nl/podiumwillie/Jan-van-
Kessel.pdf
Senge, P. M. (2016, 12 oktober). Fragment of Key Note Speech: A
Crisis of Perception, Systems Thinking in Action Conference:
Creating Learning Organizations. 1992 [Video-bestand].
Geraadpleegd op 3 september 2023 van
https://www.youtube.com/watch?v=KKjOt6DVIqQ
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
40
Verslaafd aan ons eigen gelijk
Styron, W. (1979). Sophie’s Choice. New York, NY: Random
House, Inc.
Visser, C. (15 April 2014).De plus achter de min zoeken.
https://progressiegerichtwerken.nl/?s=De+plus+achter+de+mi
n+zoeken Geraadpleegd op 6 September 2023.
Wieman, H. N. (1958). Man’s Ultimate Commitment.
Carbondale: Southern Illinois University Press.
© Johan Roels, Thought Philosopher @ Roels’ Inn
41