20.08.2015 Views

Algemeen bouwkundig proefrapport P-3117-1178-MPA BS

Algemeen bouwkundig proefrapport P-3117-1178-MPA BS

Algemeen bouwkundig proefrapport P-3117-1178-MPA BS

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

NV BPB Belgium SAWijnegem - Belgium<strong>Algemeen</strong> <strong>bouwkundig</strong> <strong>proefrapport</strong> P-<strong>3117</strong>-<strong>1178</strong>-<strong>MPA</strong> <strong>BS</strong>Proefrapport Nummer: P-<strong>3117</strong>/<strong>1178</strong>-<strong>MPA</strong> <strong>BS</strong>Onderwerp: Vloerconstructie in combinatie met droge vloerelementen in de brandweerstandsklasseF30 tot F120 volgens DIN 4102-2: 1977-09 bij vuurbelasting van boven naar onderAanvrager: Rigips GmbHPostfach 110948D-40509 DüsseldorfDatum van de montage: 19 september 2003Vervaldatum rapport: 19 september 2008Op grond van dit algemene <strong>bouwkundig</strong> <strong>proefrapport</strong> kan het bovenvermelde voorwerp toegepastworden volgens de bouwverordeningen.Dit algemene <strong>bouwkundig</strong>e <strong>proefrapport</strong> vervangt het algemene <strong>bouwkundig</strong>e <strong>proefrapport</strong> nr. P-<strong>3117</strong>/<strong>1178</strong> van 19.06.1998.Het onderwerp werd voor het eerst onderzocht op 19.06.1998.Dit algemene <strong>bouwkundig</strong>e <strong>proefrapport</strong> bevat 15 bladzijden en 3 bijlagen.V.O./PVD/lfn - 16910 - 1 - 9 april 2004


1. ONDERWERP EN TOEPASSINGSBEREIK1.1 Onderwerp1.1.2 Droge VloerelementenHet algemene <strong>bouwkundig</strong>e <strong>proefrapport</strong> geldt voor de vervaardiging en de toepassing van drogevloerelementen voor vloerconstructies die bij brandbelasting van boven naar onder in de categoriebrandweerstand F30 tot F120 vallen, volgens DIN 4102-2 1 .De Rigidur vloerelementen dienen ten minste uit twee ongelijk tegen elkaar liggende lagen "Rigidur"-gipsvezelplaten te bestaan. Onder deze lagen zijn ze eventueel voorzien van een bijkomendeisolatielaag (Polystyreen - PS, minerale wol - MF, of houtvezelplaten - HF). De twee met elkaarverbonden "Rigidur" plaatlagen (minimum dikte van de aparte "Rigidur" gipsvezelplaten d > 10 mm)dienen rondom met > 50 mm te verspringen.Afhankelijk van de duur van de weerstand tegen brand, zie hoofdstuk 2.1 en tabel 2, zijn meerderelagen vereist. Indien het gaat om plaatlagen vereist voor de weerstand tegen brand, dan dienen dezewisselend geplaatst te worden.Voor de brandweerstandsklassen "F30" en "F90" mogen in plaats van Rigidur vloerelementen ook"Rigiplan" vloerelementen gebruikt worden, die bestaan uit gipskartonplaten (GKB) volgens DIN18180, verbeterd met glasvezels, met een plaatbreedte die afwijkt van DIN 18180 en een densiteit van> 960 kg/m³. De kartonomhulling aan beide zijden dient een oppervlaktegewicht te hebben van340 kg/m².1.2 ToepassingsgebiedDe droge vloerelementen mogen op de volgende vloeren toegepast worden:- massieve vloeren- houten balkvloeren (met of zonder tussenvloer)- vloeren met metalen trapezevormige profielen of- vloeren op stalen onderstructuurTabel 1Toepassingsgebied van Rigidur vloerelementen4 Vloer met metalentrapezevormige profielenVloertypeBeplanking / Beplating(minimum dikte volgens vereisten brandweerstand)1 Houten balkvloerHoutvezelplatend > 16 mm ρ > 600 kg/m³-met tussenvloerTriplex of multiplex-platen d > 16 mm ρ > 520 kg/m³- zonder tussenvloer Planken / Balkend > 21 mm2 Massieve vloer Minimum dikte overeenkomstig statica3 Vloer op stalenonderstructuurAfmeting van de metalen onderstructuur overeenkomstig statica,Vloeropbouw met > 16 mm houtvezelplaten, triplex- of multiplexplaten,beton, enz.Afmeting van de trapezevormige profielen overeenkomstig staticaDe classificatie volgens DIN 4102 geldt slechts, indien de belastingdragende en ondersteunendebouwdelen eveneens minimum een brandweerstand hebben van respectievelijk 30 minuten, 60minuten, 90 minuten en 120 minuten.1 Dit algemeen <strong>bouwkundig</strong> proefverslag bevat gedateerde en niet-gedateerde referenties,bepalingen uit andere normen. De normverwijzingen worden op de desbetreffende plaatsen in detekst geciteerd, en de normen zijn op blad 14 opgesomd in gedateerde referenties die rekening dienente houden met dit algemene <strong>bouwkundig</strong>e <strong>proefrapport</strong> bij latere wijzigingen of correcties van dezenorm. Voor niet-gedateerde referenties geldt de laatste uitgave van de in dat verband vermelde norm.V.O./PVD/lfn - 16910 - 2 - 9 april 2004


De classificatie volgens DIN 4102 geldt enkel voor een brandbelasting van de vloer van boven naaronder.Bij brandbelasting van onder naar boven dient erop gelet te worden dat de onderzijde van de vloergebouwd werd volgens de algemene <strong>bouwkundig</strong>e <strong>proefrapport</strong>en.De bovenkant van de vloer mag bekleed zijn.Indien er akoestische eisen gesteld worden, dienen hiervoor verdere bewijzen te worden geleverd.Er werd op grond van de verklaring van de opdrachtgever vastgelegd, dat in de constructie geenproducten werden toegepast, die vallen onder de voorschriften voor gevaarlijke stoffen, voorschriftenvoor chemische verboden stoffen of FCKW-Halon verboden stoffen, zodat er geen reden is tot hettesten van de invloed van de bouwproducten in ingebouwde toestand op het gebied van gezondheidsenmilieuvereisten.2. BEPALINGEN VOOR DROGE VLOERELEMENTEN2.1 Bepalingen voor Rigidur vloerelementen2.1.1 Bepalingen voor de uitvoering2.1.1.1 Vereisten voor de ondergrondVoor het leggen van Rigidur vloerelementen is een dragende ondergrond vereist, zoals aangegeven inTabel 1.2.1.1.2 Plaatsing van de fabrieksmatig geproduceerde Rigidur vloerelementenHet leggen van de fabrieksmatig geproduceerde Rigidur vloerelementen (zie Tabel 2) gebeurtzwevend. Bij het leggen mogen geen kruisvoegen ontstaan (voegwisseling in de oppervlakte > 200mm). Het kleven van de lipverbinding gebeurt met Rigidur vloerlijm. Hiertoe worden twee lijmsnoerenop de lip aangebracht en de elementen worden aan elkaar gesloten. De Rigidur vloerelementendienen met "Rigidur" snelbouwschroeven of speciale nieten aan elkaar te worden bevestigd.Indien 2 x 10 mm "Rigidur" platen gebruikt worden als deklaag van de Rigidur vloerelementen, danworden "Rigidur" snelbouwschroeven gebruikt met een afmeting van 3,9 x 19 mm, zodat de schroevenniet de ondergrond raken of er aan vast komen te zitten. Bij Rigidur vloerelementen met een deklaagvan 2 x 12,5 mm "Rigidur" gipsvezelplaten dienen "Rigidur" snelbouwschroeven met een afmeting van3,9 x 22 mm te worden gebruikt.Indien speciale nieten worden gebruikt, dan mogen deze het "Rigidur" plaatmateriaal aan de rugzijdevan het element niet doordringen. De lengte van de nieten bedraagt 18 mm indien een 2 x 10 mm"Rigidur" deklaag gebruikt wordt. Bij het gebruik van een 2 x 12,5 mm "Rigidur" deklaag bedraagt delengte 22 mm.In bijlage 3 wordt de constructie getoond van een fabrieksmatig geproduceerd Rigidur vloerelement30 HF getoond, evenals fabrieksmatig geproduceerde Rigidur vloerelementen 35 HF.In dit verband dient bijkomend rekening te worden gehouden met de Rigidur verwerkingsrichtlijnenvan Rigips GmbH.2.1.1.3 Plaatsing van de Rigidur vloerelementen als aparte onderdelenHet leggen van de eerste "Rigidur" laag dient zwevend te gebeuren. Bij het leggen van de "Rigidur"platen dienen de platen aan elkaar gesloten te worden. Er mogen geen kruisvoegen gevormd wordenen in het oppervlak dient een voegverspringing van > 200 mm te blijven. De tweede "Rigidur" laagdient zo te worden gelegd, dat een voegverspringing van > 200 mm tegenover de eerste laag ontstaat.De beide "Rigidur" lagen worden aan mekaar gekleefd met Rigidur vloerelementenlijm (verbruik ≈ 150g/m² gelegd oppervlak). Op de stootvoegen van de "Rigidur" platen van de eerste laag dient eenV.O./PVD/lfn - 16910 - 3 - 9 april 2004


lijmsnoer te worden aangebracht (diameter van het lijmsnoer ongeveer 5 mm, maximale afstand derbovenvermelde snoeren onderling ongeveer 100 mm).Het is ook mogelijk de "Rigidur" platen met "Rigiplan" vloerelementenlijm te kleven. Deze wordt overhet ganse oppervlak aangebracht met een tandspatel.De "Rigidur" platen kunnen ook met "Rigidur" snelbouwschroeven of speciale spreidnieten aanmekaar bevestigd worden.Indien de opbouw uit 2 x 10 mm "Rigidur" plaatlagen uitgevoerd moet worden, dan gebruikt men opde vaste "Rigidur" ondergrond snelbouwschroeven met dimensies 3,9 mm x 19 mm, zodat deschroeven niet op de ondergrond steunen of er mee verbonden zijn. Bij het plaatsen van 2 x 12,5 mmdikke "Rigidur" plaatlagen worden "Rigidur" snelbouwschroeven met een afmeting van 3,9 x 22 mmgebruikt.In geval van gebruik van speciale spreidnieten mogen deze het "Rigidur" plaatmateriaal nietdoordringen. De lengte van de nieten dient bij gebruik van de 2 x 10 mm dikke "Rigidur" plaatlagen18 mm te zijn en bij het gebruik van 2 x 12,5 mm dikke "Rigidur" plaatlagen 22 mm.De afstand van de lijm ten opzichte van de rand ligt tussen 10 en 30 mm.In dit verband dient bijkomend rekening te worden gehouden met de Rigidur verwerkingsrichtlijnenvan Rigips GmbH.2.1.1.4 Leggen van een derde "Rigidur" platenlaagHet leggen van de derde "Rigidur" platenlaag in verband met de onder 2.1.1.2 en 2.1.1.3 beschrevenuitvoeringsmogelijkheden dient op één van twee volgende wijzen te gebeuren.Variante 1Bij een losse, zwevend gelegde vloer onder de beschreven opbouwvariant moet een derde "Rigidur"platenlaag met verspringende voegen worden gelegd. Bij het leggen van de derde "Rigidur"platenlaag dienen de platen sluitend aan elkaar te worden gelegd. In de oppervlakte wordt eenvoegverspringing uitgevoerd van > 2.1.1.3 teneinde kruisvoegen te vermijden.Variante 2In dit geval wordt een bijkomende derde "Rigidur" platenlaag bovenop de onder 2.1.1.2 en 2.1.1.3beschreven uitvoeringsmogelijkheden gelegd. Bij het leggen van de derde laag dienen de platenaansluitend gelegd te worden. In de oppervlakte wordt een voegverspringing uitgevoerd van > 200mm teneinde kruisvoegen te vermijden.De derde "Rigidur" platenlaag wordt met Rigidur vloerelementenlijm (verbruik ≈ 150 g/m² gelegdoppervlak) gekleefd (diameter van het lijmsnoer ongeveer 5 mm, maximale afstand der bovenvermeldesnoeren onderling ongeveer 100 mm).De derde "Rigidur" platenlaag kan ook met "Rigiplan" vloerelementenlijm gekleefd worden volgensde onder 2.1.1.2 en 2.1.1.3 beschreven methode. Hierbij dient de lijm te worden aangebracht over deganse oppervlakte. De lijm (verbruik ≈ 400 g/m² gelegd oppervlak) wordt aangebracht met eentandspatel (tandjes 3 mm).De "Rigidur" vloerelementen worden met "Rigidur" snelbouwschroeven of speciale spreidnieten aanmekaar bevestigd.De afstand van het bevestigingsmiddel ten opzichte van de rand ligt tussen 10 en 30 mm.In dit verband wordt bijkomend rekening gehouden met de Rigidur verwerkingsrichtlijnen van RigipsGmbH.Tabel 2: zie blad 7V.O./PVD/lfn - 16910 - 4 - 9 april 2004


Tabel 2Classificatie van Rigidur vloerelemtenen in verband met vloerconstructies, telkens voor brandbelastingvan boven naar onder.Vloeropbouw Tenminste Rigidur 10plaatBijkomende laagRigipsegalisatiekorrels > 20mm1 Rigidur vloerelement 20 F 30 F 60 F 902 Rigidur vloerelement 40 PS F 30 F 60 F 903 Rigidur vloerelement 50 PS F 30 F 60 F 904 Rigidur vloerelement 30 MF F 90* F 120** F 1205 Rigidur vloerelement 30 HF F 90* F 120** F 1206 Rigidur vloerelement 25 F 60* F 90** F 907 Rigidur vloerelement 45 PS F 60* F 90** F 1208 Rigidur vloerelement 35 MF F 90* F 120** F 1209 Rigidur vloerelement 35 HF F 90* F 120** F 120* Bij het leggen op een vloer met trapezium metalen onderstructuur dient over de ganse oppervlakteeen bijkomende laag van 10 mm dikte Rigidur-gipsvezelplaat of Rigips egalisatiekorrels te wordenvoorzien.** Bij het leggen op een vloer met trapezium metalen onderstructuur dient over de ganse oppervlakteeen bijkomende laag van 10 mm dikte Rigidur-gipsvezelplaat te worden voorzien.3 Bewijs van overeenstemmingDe ondernemer die de vloerelementen op de vloerconstructie opbouwt, dient voor elkbouwvoornemen een bewijs van overeenstemming te kunnen tonen als schriftelijk bewijs dat devloerelementen die zijn bevestigd aan de ruwe onderstructuur in conformiteit zijn met de algemene<strong>bouwkundig</strong>e proefverslagen (voorbeeld van zo een bewijs van overeenstemming in bijlage). Dezeverklaring dient men te overhandigen aan de bouwheer zodat hij dit eventueel kan doorgeven aan debevoegde bouwtoezichts-authoriteiten.4 RechtsbeginselDit algemeen <strong>bouwkundig</strong>e proefverslag werd gegeven op basis van de §§ 25a ff van deNiedersachsische bouwverordening (NBau0) in de afgegeven versie van 11.12.2002 (Nds. GVBl. S. 796)in verband met de bouwregellijst A, telkens in de geldige versie. In de nationale bouwverordeningenvan de andere Bondsstaten zijn overeenkomstige rechtsbeginselen inbegrepen.5 Algemene inlichtingen5.1 Het algemene <strong>bouwkundig</strong>e proefverslag vervangt niet dit voor het uitvoeren vanbouwvoornemens volgens de wettelijk voorgeschreven vergunningen, toestemmingen en schriftelijkebewijzen.5.2 Het algemeen <strong>bouwkundig</strong> <strong>proefrapport</strong> wordt afgegeven, onder voorbehoud van de rechten vanderde personen in verband met bijzondere persoonlijke beschermingsmaatregelen.5.3 Vervaardigers, respectievelijk verkopers van de constructie dienen, behoudens verder gaanderegelingen, de gebruiker kopieën ter beschikking te stellen van de algemene <strong>bouwkundig</strong>eproefverslagen.5.4 Het algemeen <strong>bouwkundig</strong> proefverslag mag slechts in zijn geheel worden gedupliceerd. Om eenuittreksel te publiceren is de toestemming vereist van het Materialprüfungsamt für das Bauwesen,Braunschweig. Teksten en tekeningen van reclamedrukwerk mogen de algemene <strong>bouwkundig</strong>eproefverslagen niet tegenspreken. Vertalingen van het algemeen <strong>bouwkundig</strong> proefverslag dienen teV.O./PVD/lfn - 16910 - 5 - 9 april 2004


vermelden: "door het Materialprüfungsamt für das Bauwesen, Braunschweig, niet gecontroleerdevertaling van de Duitse originele versie".5.5 Het algemeen <strong>bouwkundig</strong> proefverslag wordt herroepbaar afgeleverd. De bepalingen van hetalgemeen <strong>bouwkundig</strong> <strong>proefrapport</strong> kunnen naderhand aangevuld worden of gewijzigd, vooral indiennieuwe technische kennis dit vereist.Braunschweig, 19 september 2003Lijst van de normenDIN 4102-4: Brandgedrag van bouwstoffen en bouwonderdelen, samenstelling en gebruik vangeclassificeerde bouwmaterialen, bouwonderdelen en bijzondere bouwonderdelen(telkens in de geldige versie)DIN 4102-2: Brandgedrag van bouwstoffen en bouwonderdelen, bouwonderdelen, begrippen,vereisten en proefnemingen (telkens in de geldige versie)DIN 1045:Beton en staalbeton; afmeting en uitvoering (telkens in de geldige versie)DIN 68755: Houtvezel isolatieplaten voor het bouwbedrijf (telkens in de geldige versie)Voorbeeld van een Bewijs van overeenstemming- Naam en adres van de onderneming, die die vloerelementen op de ondervloer heeft aangebracht:- Plaats van de bouwwerken:- Fabricagedatum:- Brandweerstandsklasse F "...", Benaming ...Hierbij wordt bevestigd dat de vloerelementen bevestigd op de ruwbouwvloer eenbrandweerstandsklasse hebben van 'F30" tot "F120" en ten aanzien van alle bijzonderhedenaangemaakt werden en vakkundig ingebouwd, rekening houdend met alle bepalingen van hetalgemeen <strong>bouwkundig</strong> proefverslag nr. P-<strong>3117</strong>/<strong>1178</strong> van het Materialprüfanstalt für das BauwesenBraunschweig van 19 september 2003Voor de bouwproducten of onderdelen die niet door ondergetekende zelf werden aangemaakt, vb.(minerale wolplaten, houtvezelplaten) wordt dit eveneens bevestigd, op grond van- de voorhanden zijnde typering van de onderdelen overeenkomstig de bepalingen van het algemeen<strong>bouwkundig</strong> proefverslag *- eigen controles *- overeenkomstige schriftelijke bevestigingen van de fabrikant van de bouwproducten of onderdelen,die de ondergetekende in zijn schriftelijke stukken heeft opgenomen *Plaats, datumStempel en handtekening(Dit bewijs dient de bouwondernemer door te geven aan de bevoegde bouwinstanties).Schrappen wat niet van toepassing isV.O./PVD/lfn - 16910 - 6 - 9 april 2004

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!