27.08.2015 Views

Voor God

maar niet voor het v aderland - Geschiedenis Geschreven

maar niet voor het v aderland - Geschiedenis Geschreven

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Kinderen uit de<br />

familie Fehr in de<br />

mennonietenkolonie<br />

Sabinal, 2009<br />

(foto Arlette<br />

Kouwenhoven)<br />

Vier eeuwen migratie van de mennonietenfamilie Fehr<br />

<strong>Voor</strong> <strong>God</strong>,<br />

maar niet voor het v<br />

In het noorden van Mexico leeft een orthodoxe gemeenschap die haar wortels heeft in het zestiende-eeuwse<br />

Nederland. Afgezonderd van de buitenwereld leiden tweeduizend mennonieten een godvrezend bestaan<br />

op de uitgestrekte droge akkers, zonder elektriciteit en andere moderniteiten. Antropologe Arlette Kouwenhoven<br />

schreef een familiegeschiedenis die begint in Amsterdam ten tijde van de Reformatie en vervolgens verhaalt<br />

over pionieren in Polen, Oekraïne, Canada en uiteindelijk Mexico. Aan Genealogie vertelt ze over haar onderzoek<br />

voor het boek De Fehrs. Kroniek van een Nederlandse mennonietenfamilie.<br />

Ceciel Huitema<br />

O<br />

p haar keukentafel, waaraan ons gesprek<br />

plaatsvindt, ligt een zelfgemaakt fotoboek<br />

met onder meer oude foto’s van zeventiende- en<br />

achttiende-eeuwse Poolse huizen en boerderijen,<br />

van kinderrijke gezinnen in het negentiende-eeuwse<br />

Zuid-Rusland, volgeladen paardenkarren met verhuiskisten<br />

in Canada uit de periode van begin twintigste<br />

eeuw en zwartgeklede mannen en vrouwen in<br />

Mexico anno 2010. ‘Dit zijn foto’s die ik tijdens mijn<br />

onderzoek tegenkwam of heb gemaakt. Omdat mijn<br />

gastheer in Mexico, David Fehr, en zijn familieleden<br />

mijn Nederlandstalige boek niet kunnen lezen heb ik<br />

mijn verhaal over hun voorouders voor hen samengevat<br />

in een fotoalbum.’<br />

Kouwenhoven begint met te vertellen hoe zij per toeval<br />

hoorde van het bestaan van een ultraorthodoxe<br />

kolonie in Sabinal, Mexico, net over de grens met<br />

Texas. Het was haar man die op reis was in dit deel<br />

van Mexico en hoorde over een kolonie wier bewoners<br />

Nederlandse namen hadden en ‘plaut-dietsch’<br />

spraken (een variant van het Nederduits). ‘“Echt iets<br />

voor jou” mailde hij mij. Het duurde even voordat<br />

Genealogie 18 - 2012 8


ik doorzag wat voor verhaal er achter zat. Met een<br />

beetje googelen kwam er in eerste instantie niet<br />

zoveel informatie naar boven. Toen ik ontdekte dat<br />

hun voorvaderen vier eeuwen geleden uit Nederland<br />

en Vlaanderen waren weggetrokken, besloot ik te<br />

onderzoeken waarom zij ooit weggingen en waarom<br />

zij uiteindelijk in Mexico verzeild raakten’.<br />

Het gaat om een groep mennonieten (of doopsgezinden)<br />

die zichzelf oplegt om, net zoals Christus,<br />

een leven te leiden in dienst van <strong>God</strong>. Het zijn nazaten<br />

van volgelingen van de Friese kerkhervormer<br />

Menno Simons, wier voorouders in de zestiende<br />

eeuw als ketters werden vervolgd en waarvan velen<br />

Nederland zijn ontvlucht. Wat zij toen niet wisten,<br />

was dat hun vertrek het begin zou zijn van een reeks<br />

van internationale verhuizingen. Kouwenhoven<br />

wilde aan de hand van een familieverhaal laten zien<br />

waarom deze mennonieten naar nieuwe landen<br />

verhuisden en hoe hun levenswijze door de eeuwen<br />

heen veranderde.<br />

‘Mijn belangrijkste drijfveer was toch wel het vinden<br />

van een antwoord op de vraag waarom mensen<br />

(steeds weer) hun vaderland verlaten. Zelf zou ik<br />

nooit weggaan uit Nederland, al houd ik van reizen.<br />

Zeker vroeger was emigratie een risicovolle onderneming.<br />

Je had kans dat je ziek werd, dat je het<br />

economisch niet zou redden of dat je kinderen omkwamen<br />

van de honger, wat ook allemaal gebeurde,<br />

maar zonder dat je terug kon vallen op de steun van<br />

naasten. De keuze was ook definitief. Als je vertrok<br />

betekende dat een voorgoed afscheid van ouders<br />

en familie. Het religieuze aspect in hun migratieoverweging<br />

blijkt belangrijk, anders nam je niet<br />

zulke risico’s . Mijn nieuwsgierigheid komt dus niet<br />

aderland<br />

voort uit mijn eigen familieverhaal, al duikt de naam<br />

Kouwenhoven wel eens op in doopsgezinde kringen.’<br />

Op zoek naar Nederlandse wortels<br />

Kouwenhovens zoektocht begon met het opsporen<br />

van een doopsgezinde familie die in de zestiende<br />

eeuw Nederland verliet en waarvan nazaten tegenwoordig<br />

op de droge steppen van Mexico leven.<br />

‘Toen ik hiervoor belde naar het Mennonite Heritage<br />

Centre (http://www.mennonitechurch.ca/programs/<br />

archives) in Winnipeg, Manitoba, Canada, kreeg ik<br />

een van oorsprong Nederlandse aan de lijn. Zij was<br />

erg geïnteresseerd en nodigde mij uit om af te reizen<br />

naar Winnipeg omdat dat het centrum voor wereldwijde<br />

mennonietenstudies is. Toen dacht ik: “Ja, waarom<br />

ook niet?’’.’ Manitoba is de staat waar een grote<br />

groep mennonieten in 1874 vanuit Zuid-Rusland<br />

aankwam en zich als pioniers vestigde. Hierbij zaten<br />

ook vele van oorsprong Nederlanders, die via Polen in<br />

Rusland waren terechtgekomen.<br />

De door het Heritage Centre aangelegde database<br />

GRANDMA (Genealogical Registry and Database<br />

of Mennonite Ancestry), met meer dan driehonderdduizend<br />

familienamen van Mennonieten en<br />

Hutterieten en hun nageslacht, bracht uitkomst. ‘Uit<br />

ervaring wisten de archivarissen in Winnipeg dat er<br />

maar weinig familienamen uit de database waren<br />

terug te voeren tot het zestiende-eeuwse Nederland.<br />

Dat komt omdat veel archiefmateriaal uit Zuid-<br />

Rusland (de huidige Oekraïne) en Polen in de loop<br />

der tijd verloren is gegaan. Er is een kleine hoeveelheid<br />

Russische archiefstukken bewaard gebleven,<br />

maar dit is vanwege de taalbarrière nog grotendeels<br />

onontgonnen. In het Heritage Center wisten de archivarissen<br />

eigenlijk maar van een naam zeker dat<br />

die terug te voeren was tot die tijd. Dat was de naam<br />

Fehr.’ Een Amerikaan met de naam Fehr had namelijk<br />

zijn stamboom weten terug te voeren op ene Gijsbert<br />

Janszoon de Veer (1556-1615) uit Amsterdam.<br />

De laatste mennoniet in Polen, mevrouw Christine Weilandt-Wiehler<br />

(zittend). Links Arlette Kouwenhoven, auteur van De Fehrs (foto<br />

Arlette Kouwenhoven)<br />

Grafstenen op een verlaten mennonietenbegraafplaats in Polen. De<br />

Stichting Nederland-Polen spant zich in om doopsgezind erfgoed in<br />

Polen te behouden<br />

Genealogie 18 - 2012 9


‘Mijn verhaal<br />

had er ook<br />

heel anders<br />

uit kunnen<br />

zien. Bij elke<br />

verhuizing<br />

waren er<br />

achterblijvers,<br />

die moderniseerden.’<br />

‘Nu was vervolgens de vraag of een familielid van<br />

die uitgedijde familie De Veer/Fehr uiteindelijk vanuit<br />

Canada in Mexico was terechtgekomen. Bij een<br />

verhuizing waren er ook altijd achterblijvers. Die<br />

waren zelfs veelal in de meerderheid. Het vinden<br />

van een Fehr in het Mexicaanse Sabinal leek mij niet<br />

eenvoudig; zij maken geen gebruik van telefoon en<br />

televisie, laat staan van computers met email. Het<br />

Mennonite Heritage Centre hielp mij aan een contact<br />

bij de Mennonite Church Canada (MCC), een vanuit<br />

de kerk geleide organisatie van vrijwilligers die zich<br />

inzet voor geloofsbroeders wereldwijd. Het MCC had<br />

een vrijwilligerspost in Noord-Mexico, waarvandaan<br />

men de diverse mennonietenkolonies bediende.<br />

Iemand van MCC is toen naar Sabinal toe gereden<br />

en heeft voor mij contact gezocht met de leiders van<br />

de kolonie. Heel toevallig bleek de religieus leider<br />

(de ‘oudste’) van Sabinal zelf een Fehr. Ik had hierbij<br />

ontzettend veel geluk, want het is nog maar de vraag<br />

of ik entree in deze afgesloten kolonie had gehad als<br />

iemand anders dan de oudste met een buitenlandse,<br />

vrouwelijke onderzoeker was aangekomen.’<br />

Omdat Kouwenhoven het verhaal van de kolonisten<br />

in Mexico wilde vertellen werkte ze genealogisch<br />

terug in de tijd. Hiermee koos zij voor een bepaalde<br />

lijn in het familieverhaal. ‘Als ik vanuit Gijsbert Jansz<br />

de Veer onderzoek had gedaan – zonder per se uit te<br />

hoeven komen in Mexico – had mijn verhaal er heel<br />

anders uit kunnen zien. Bij elke verhuizing waren<br />

er achterblijvers die moderniseerden. Nazaten van<br />

achterblijvers in Canada zijn bijvoorbeeld rijke industriëlen<br />

geworden.’<br />

Stamvader Gijsbert Jansz de Veer<br />

De familie die Kouwenhoven zou beschrijven was<br />

gevonden. Er was een Gijsbert Janz de Veer uit<br />

Amsterdam. Een van zijn nakomelingen was Jacob<br />

Fehr II. Hij emigreerde in 1874 van Zuid-Rusland naar<br />

Canada. Zijn verre achterkleinkinderen wonen nu<br />

deels in Sabinal. Maar hoe zit nu die migratiegeschiedenis<br />

in elkaar?<br />

‘Aanvullende informatie over stamvader Gijsbert de<br />

Veer vond ik in Nederlands Patriciaat en enkele andere<br />

bronnen bij het Centraal Bureau voor Genealogie.<br />

Gijsbert was koopman in granen in het zestiendeeeuwse<br />

Amsterdam en Danzig. Het Oostzeegebied<br />

diende in die tijd als graanschuur voor Europa en<br />

Nederlanders speelden een grote rol in het handelsverkeer<br />

tussen Danzig en stapelmarkt Amsterdam.<br />

Gijsberts zoon Nicolaas was een rijke koopman,<br />

Oostzeevaarder en bovendien leraar (dominee) in<br />

de doopsgezinde gemeente van Amsterdam. Ook<br />

andere zonen van Gijsbert verdienden goed aan de<br />

graanhandel en hadden zich inmiddels in Danzig<br />

gevestigd. In 1612 besloot Gijsbert Amsterdam te<br />

verlaten en zich definitief bij zijn zoons in Danzig te<br />

voegen. Uit het oudste kerkboek van de zogenoemde<br />

gemeente der Oude Vlamingen bleek dat hij zich<br />

had aangesloten bij een substantiële groep van van<br />

oorsprong Nederlandse en Vlaamse geloofsgenoten<br />

in de Poolse Wisla-delta. ‘<strong>Voor</strong> mijn onderzoek<br />

naar Nederlandse doopsgezinden in de Wisla-delta<br />

was de correspondentie tussen hen en hun geloofsbroeders<br />

die waren achtergebleven in Amsterdam<br />

en Haarlem van belang. Deze raadpleegde ik in het<br />

Stadsarchief Amsterdam. Ook de bijzondere collectie<br />

Doopsgezinden van de Amsterdamse universiteitsbibliotheek<br />

aan de Oude Turfmarkt was een<br />

interessante bron voor onderzoek naar doopsgezinde<br />

emigranten.’<br />

De gemeente waar Gijsbert zich bij aansloot, was<br />

een conservatieve groepering binnen de Men nonietenkolonie<br />

in Polen. De conservatieve houding<br />

sprak onder andere uit de sobere kledingvoorschriften.<br />

Zo mochten broeken geen knopen en knoopsgaten<br />

hebben – een wereldse vinding – en<br />

dienden kragen en hemden niet gestreken<br />

te worden. Ondanks – of misschien<br />

wel dankzij – zijn sobere levensstijl was<br />

Gijsbert, evenals zijn zonen en kleinzonen<br />

en andere leden van de Vlaamse gemeente,<br />

uitermate welvarend. Toen de graanhandel<br />

echter door verschillende oorlogen<br />

tussen landen rond de Oostzee inzakte,<br />

liet Gijsberts kleinzoon Gijsbert III (1640-<br />

1693) de graanhandel voor wat die was en<br />

koos voor een bestaan in de textielnijverheid.<br />

Hij produceerde en verhandelde<br />

passementen, goudborduursels voor de<br />

kleding van de rijke Poolse adel.<br />

Begin van isolatie<br />

Mennonieten als Gijsbert III leefden in<br />

eigen ‘kolonies’ – gekenmerkt door Nederlands uitziende<br />

boerderijen en molens – buiten de stadsmuren.<br />

Omdat zij autonomie verkozen boven geregeerd<br />

te worden door het stadsbestuur (om zodoende<br />

bijvoorbeeld onder de dienstplicht uit te komen die<br />

zij als pacifisten verafschuwden) bezaten zij geen<br />

burgerrechten en mochten zij niet in de stad wonen.<br />

‘Je kunt stellen dat door de gedwongen huisvesting<br />

van bevolkingsgroepen in aparte wijken en de bejegening<br />

van de Poolse bestuurders, de al bestaande<br />

sterke samenwerking van mennonieten onderling<br />

alleen maar werd gestimuleerd,’ stelt Kouwenhoven.<br />

‘In feite zie je hier in Danzig al de eerste stap in de<br />

richting van afzondering van de omliggende maatschappij<br />

– zoals overduidelijk nu het geval is met de<br />

mennonieten in Mexico – zij het niet uit eigen vrije<br />

wil, niet om religieuze redenen, maar gedwongen<br />

door de Poolse overheid.’<br />

De opgebouwde rijkdom van de mennonieten was<br />

rond 1800 veranderd in bittere armoede. De vele oorlogen<br />

in de regio en een uitbraak van een pestepidemie<br />

eisten hun tol. Naar verwachting werd ongeveer<br />

veertig procent van de Vlaamse gemeente slachtoffer<br />

van de besmettelijke ziekte. Daaronder waren waarschijnlijk<br />

ook diverse leden van de familie De Veer,<br />

aangezien de stamboom hier hiaten vertoont. In<br />

literatuur over de migratie van Nederlandse mennonieten<br />

kwam Kouwenhoven echter een achterkleinzoon<br />

van stamvader Gijsbert tegen. Deze Benjamin<br />

I zou de familiegeschiedenis verder naar het Poolse<br />

platteland en later naar Oekraïne voeren.<br />

Benjamin emigreerde in 1789 met zijn gezin van<br />

het Poolse Mariënburger Werder naar Zuid-Rusland<br />

Genealogie 18 - 2012 10


om op zijn gratis verkregen land een bestaan op<br />

te bouwen. Een bestaan dat overeenkwam met de<br />

grondbeginselen van het meniste (mennonitische)<br />

geloof. Tsarina Catharina de Grote wilde net veroverd<br />

land op de Turken in cultuur brengen en gaf het<br />

daarom weg aan boeren. Benjamin stichtte met een<br />

aantal andere mennonietenfamilies het boerendorp<br />

Neuendorf in de Chortitza-kolonie. ‘In Zuid-Rusland<br />

begint zo’n beetje die levenshouding van “weg van<br />

de wereld”. Dat kwam deels ook door de omstandigheden.<br />

Op een volkomen kale steppe moesten ze<br />

dorpen ontwikkelen. Deze isolatie op het Russische<br />

Aankomst van de<br />

eerste meniste<br />

migranten in<br />

Mexico, 1922<br />

(Mennonite<br />

Heritage Centre,<br />

Winnipeg)<br />

In de loop der jaren zouden er nog duizenden mennonieten<br />

volgen. Hier kon men de hardwerkende<br />

kolonisten goed gebruiken om de nog onbewoonde<br />

grensstreek met de Verenigde Staten te bevolken en<br />

daarmee veilig te stellen. In ruil daarvoor kregen de<br />

mennonieten de vrijheid hun eigen kerken en scholen<br />

te bouwen, zelfbestuur toe te passen en waren zij<br />

gevrijwaard van dienstplicht.<br />

Jacobs zoon Jacob II (1837-1916) bouwde als eerste<br />

een huis in het nieuwe dorp dat Reinland zou gaan<br />

heten. Hij werd als burgemeester aangesteld en zette<br />

een houtzagerij op die de planken zaagde voor alle<br />

Het schip International aan de kade van Winnipeg, op<br />

1 augustus 1874. Jacob Fehr I was vijfenzestig, toen hij<br />

met zijn gezin in Canada aankwam. In totaal zouden hier<br />

vijftienduizend mennonieten uit Zuid-Rusland arriveren<br />

(Mennonite Heritage Center, Winnipeg)<br />

platteland had niets te maken met religie, maar met<br />

het feit dat daar helemaal niets was. Je moest jezelf<br />

beschermen tegenover anderen, Kozakkenbendes<br />

bijvoorbeeld.’<br />

Daarbovenop kwam de industrialisatie, en de<br />

Russische overheid verlangde goede scholing van<br />

alle onderdanen. ‘Hoe groter de druk wordt op een<br />

groepering om mee te doen met de grote groep, hoe<br />

groter de neiging om je daar tegen te verzetten. Vaak<br />

moet je je dan zo sterk afzetten dat je nog conservatiever<br />

wordt dan je al was. De Chortitza-mennonieten<br />

kozen ervoor nog sterker volgens hun traditie te leven<br />

en hun eigen taal, scholen en identiteit te versterken.<br />

Terug naar het simpele boerenbestaan als ware<br />

weg naar verlossing, de weg die Menno Simons ook<br />

zou hebben gezocht, zo meenden zij.’ Kouwenhoven<br />

gelooft dat in deze tegenreactie de kiem lag tot verheerlijking<br />

van het boerenbestaan. Het zal niemand<br />

verbazen dat juist deze traditioneel ingestelde kolonisten<br />

opnieuw vertrokken toen de kans zich voordeed.<br />

Dit keer ging de reis naar Canada.<br />

Op de vlucht voor moderniteit<br />

Jacob Fehr I (1809-1877), de kleinzoon van Benjamin<br />

Defehr II die als een van de eersten naar Zuid-Rusland<br />

vertrok, was vervolgens weer een van de eersten<br />

die het land van zijn grootvader verliet. Deze Jacob<br />

kwam in 1874 als vijfenzestigjarige in Winnipeg aan.<br />

Jacob Fehr III en<br />

zijn gezin in Saskatchewan,<br />

Canada,<br />

omstreeks<br />

1938 (part. coll.)<br />

andere woningen en de kerk die in het dorp werden<br />

gebouwd. Het nieuwe dorp werd een veilige plek voor<br />

iedere mennoniet die verlangde naar de tradities van<br />

vroeger en de saamhorigheid van het boerenbestaan.<br />

Door de overvloed aan grond was het boerenbestaan<br />

voor iedere zoon weggelegd. Door de hiermee gepaard<br />

gaande schaalvergroting dreigde echter de intrede van<br />

moderniteiten. Er waren inmiddels landbouwmachines<br />

op de markt die grootschalige productie mogelijk<br />

maakte. De keuze voor het gebruik van deze machines<br />

zorgde weer voor tweespalt in de mennonietengemeenschap.<br />

Wederom vertrok een aantal kolonisten<br />

naar het meer westwaarts gelegen Saskatchewan.<br />

Onder hen was de opnieuw getrouwde weduwe van<br />

Genealogie 18 - 2012 11


De Fehrs<br />

Arlette Kouwenhovens<br />

veelgeprezen boek De<br />

Fehrs. Kroniek van een<br />

Nederlandse mennonietenfamilie,<br />

werd uitgegeven<br />

door Uitgeverij<br />

Atlas. Het boek telt 248<br />

pagina’s, de verkoopprijs<br />

bedraagt € 24,95.<br />

Johann Fehr (1862-1904) (zoon van Jacob II) en hun<br />

kinderen.<br />

Tweestrijd over nieuwigheden was niet het enige<br />

dat de gemeenschap parten speelde. Werden deze<br />

mennonieten aan het einde van de negentiende<br />

eeuw nog met privileges Canada binnengehaald, na<br />

het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werden<br />

de Duits sprekende kolonisten met andere ogen bekeken.<br />

Steeds minder Canadezen accepteerden dat<br />

deze immigranten onder de dienstplicht uitkwamen<br />

terwijl Canadese jongens op het slagveld in Europa<br />

het leven lieten. De druk op de mennonieten om zich<br />

aan te passen werd steeds groter. In de jaren na het<br />

einde van de Eerste Wereldoorlog werden met grote<br />

voortvarendheid in alle kolonies openbare scholen<br />

neergezet, lokaal aangestelde leraren ontslagen en<br />

ouders die weigerden hun kinderen naar Canadese<br />

scholen te sturen beboet. Het privilege van vrijheid<br />

van godsdienst werd zo met voeten getreden.<br />

Traktor zonder banden in Sabinal anno 2010. De rubberen<br />

banden worden in Mexico verwijderd omdat zij als modern<br />

wordt ervaren. Bovendien is men bang dat de jeugd een<br />

traktor met rubberen banden zou gebruiken om mee naar<br />

de ‘grote stad’ te gaan<br />

Mexico<br />

<strong>Voor</strong> duizenden mennonieten was dit reden om in<br />

het begin van de jaren 1920 weer van land te verhuizen.<br />

Nu vertrokken ze naar de noordelijke provincies<br />

Chihuahua en Durango in Mexico. Hier begon het<br />

verhaal opnieuw: droge grond werd in cultuur gebracht<br />

en omdat het hier ging om de meest conservatieve<br />

mensen werd hier de levensstijl weer net iets<br />

orthodoxer. Ook de zesenvijftigjarige Helena Fehr<br />

– geboren en getogen in Zuid-Rusland – moest voor<br />

de derde keer verkassen. Enkele van haar volwassen<br />

kinderen bleven in Canada. Dit leverde ruzie op binnen<br />

de familie, want blijven stond gelijk aan moderniseren.<br />

De kerkleider die de emigratie naar Mexico<br />

leidde verplichtte zijn medeverhuizers het contact<br />

met de achterblijvers te verbreken – tot verdriet van<br />

Helena.<br />

In Mexico kwam er ongeveer elke generatie een<br />

nieuwe mennonietenkolonie bij. Zo stichtten leden<br />

van de familie Fehr in 1964 de kolonie La Honda in<br />

de staat Zacatecas en vervolgens in 1991 Sabinal, in<br />

de noordelijke grensstaat Chihuaha. Net als bij alle<br />

vorige verhuisacties was het niet alleen een kwestie<br />

van een steeds groter wordende gemeenschap, maar<br />

waren het de onvermijdelijke invloeden van de<br />

moderne wereld die bij iedere nieuwe generatie tot<br />

tweespalt leidden. In La Honda was de pick-up truck,<br />

een efficiënt voertuig voor het halen en brengen van<br />

landbouwproducten, de aanleiding voor vertrek van<br />

onder andere een kleinzoon van Helena Fehr, David<br />

Fehr II (geb. 1940).<br />

Het was via deze David II dat Kouwenhoven een<br />

logeerplek kreeg aangeboden in het huis van zijn<br />

zoon David III (geb. 1961). Maar ook nu is het weer<br />

onrustig in de kolonie. David II heeft nieuw land<br />

aangekocht op het Yucatan schiereiland, helemaal<br />

in het zuidoosten van Mexico. Daar valt voldoende<br />

regen en dus zou het droogteprobleem zijn opgelost.<br />

De kerkoudste moet wel eerst een vergunning krijgen<br />

voor de kap van het oerwoud. Zijn zonen David<br />

III en Anton willen echter niet meer mee. De laatste<br />

overweegt zelfs naar het Amerikaanse Michigan te<br />

vertrekken en zich aan te sluiten bij de (iets modernere)<br />

Amish. Hij vindt dat ze daar het geloof nog van<br />

binnen uit belijden en dat daar beter onderwijs voor<br />

zijn kinderen voorhanden is. ‘In Sabinal is het geloof<br />

verworden tot een set van regels, uiterlijke aanpassingen,<br />

onbuigzame en beperkende principes (…)’,<br />

concludeert Kouwenhoven. ‘Vier eeuwen migratie<br />

hebben de basis van hun meniste geloof aangetast.’<br />

Uitstervende levenswijze<br />

Met de migratie naar Zuid-Rusland in afgescheiden<br />

kolonies werd het proces ingezet dat leidde tot een<br />

groeiende isolatie van de rest van de maatschappij,<br />

die op haar beurt weer leidde tot een versterkte hang<br />

naar traditie. Een traditie die steeds meer werd afgedwongen<br />

door de leiders van de gemeente, terwijl<br />

de mennonieten zich vier eeuwen geleden juist wilden<br />

onttrekken aan het juk van de paus en de kerk.’<br />

Kouwenhoven denkt dat deze levenswijze niet vol<br />

te houden is. ‘Naarmate de rest van de wereld zich<br />

steeds verder ontwikkelt – als je het zo kan zeggen –<br />

moet je er ook meer voor doen om dat voor je eigen<br />

gemeente tegen te houden. Het zal uiteindelijk een<br />

uitstervende levenswijze zijn, maar hier gaat nog<br />

wel enige tijd overheen omdat in Zuid-Amerika nog<br />

afgelegen gebieden liggen. In Paraguay, Colombia en<br />

Bolivia kun je nog heel goed op die manier leven.’<br />

Kouwenhoven kijkt met veel enthousiasme terug<br />

op het onderzoek. ‘Het heeft me verbaasd dat er nog<br />

zoveel informatie naar boven is te halen over mensen<br />

die ooit twee of drie eeuwen geleden hebben geleefd.<br />

En het veldwerk bij de Mexicanen vond ik heel bijzonder.<br />

Dat ik gewoon mocht mee-eten en blijven<br />

slapen, dat gaf me echt een kick. Ze dankten <strong>God</strong> dat<br />

ik een behouden reis had gehad!’<br />

Hoewel Kouwenhoven zo dicht bij mocht komen,<br />

heeft ze toch geen echte antwoorden uit het hart<br />

gekregen. ‘In mijn gesprekken in Sabinal ben ik niet<br />

verder gekomen dan antwoorden op vooral praktische<br />

zaken als hoe je als boer omgaat met extreme<br />

droogte zonder gebruik te maken van irrigatie, omdat<br />

het gebruik van elektriciteit waarmee je irrigatie<br />

regelt verboden is. Ik kreeg helaas niet goed helder<br />

waarom men koos voor dit geïsoleerde bestaan, die<br />

zelfopgelegde beperkingen, de voorkeur voor lijden.<br />

Maar het belangrijkste is dat ik mijn centrale vraag,<br />

naar de oorzaken van die vier eeuwen migratie, heb<br />

kunnen beantwoorden.’ Momenteel wordt gewerkt<br />

aan een Engelse vertaling van het boek en ligt er voor<br />

de Fehrs in Mexico een fotoboek klaar.<br />

Ceciel Huitema is medewerker van de afdeling Onderzoek en<br />

Inlichtingen van het Centraal Bureau voor Genealogie.<br />

Genealogie 18 - 2012 12

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!