theorie
cursus 1 uit het HAVO verwerkingboek - laagland, literatuur en lezer
cursus 1 uit het HAVO verwerkingboek - laagland, literatuur en lezer
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
e<br />
f<br />
g<br />
Leg uit of je het gedrag van Rex herkenbaar en normaal<br />
vindt?<br />
Heeft dit fragment een open einde of een gesloten einde?<br />
Is Het gouden ei fictie of non-fictie?<br />
Opdracht 4<br />
Willem Wilmink, “Een foto”<br />
Opdracht 5<br />
Carl Friedman, Tralievader<br />
Tralievader bestaat uit een aantal korte hoofdstukken en<br />
gaat over een gezin waarvan de vader in de oorlog in een<br />
concentratiekamp heeft gezeten.<br />
Vingerhoed<br />
5<br />
10<br />
15<br />
20<br />
Een foto<br />
Van die razzia zijn foto’s:<br />
Jonas Daniël Meijerplein,<br />
waar de Duitse militairen<br />
joden aan het treiteren zijn.<br />
Een bange man met keurige schoenen,<br />
lange jas en vlinderdas,<br />
wordt over het plein gedreven<br />
of het naar een veemarkt was.<br />
Drie Duitse soldaten staan er<br />
met een spottend lachje bij<br />
en daar kijkt een vierde Duitser,<br />
misschien toch beschaamd, opzij.<br />
Stel je voor, je zag die foto<br />
van de man met vlinderdas<br />
en je zou opeens ontdekken<br />
dat het je eigen vader was.<br />
Soms moet ik er ook aan denken<br />
hoe ’t die andere zoon vergaat,<br />
die ontdekte: kijk, mijn vader<br />
is die lachende soldaat.<br />
Uit: Willem Wilmink, Ik had als kind een huis en haard.<br />
a Wat wordt bedoeld met “die razzia”?<br />
b Leg uit of de titel voor jou een open plek is.<br />
c Is “Jonas Daniël Meijerplein” voor jou een open plek?<br />
d Hoeveel personen staan er op de foto?<br />
e Hoeveel strofen heeft dit gedicht?<br />
f Hoeveel witregels heeft dit gedicht?<br />
g Het gedicht valt in twee delen uiteen: een deel waar wordt<br />
beschreven wat er op de foto staat, en een deel met<br />
gedachten naar aanleiding van de foto. Waar begint het<br />
tweede deel?<br />
h Wat is het effect van dit gedicht op jou?<br />
i Leg in minimaal 15 woorden uit wat volgens jou de<br />
betekenis of thematiek van “Een foto” is.<br />
5<br />
10<br />
15<br />
20<br />
25<br />
30<br />
35<br />
40<br />
‘Jij was in de oorlog toch ook ondergedoken?’ vraagt Max<br />
aan mijn vader. Die zit voorover in bed, terwijl mijn moeder<br />
zijn kussens schudt. Hij knikt. ‘Eerst op het platteland,’<br />
vertelt hij, ‘en later in de stad, in een huis aan het<br />
Adelbert Kennisplein.’<br />
‘Adelbert Kennis, wie was dat?’<br />
‘Geen idee, ik ken hem alleen als standbeeld. Hij was van<br />
brons. De huisvrouwen uit de buurt schrobden regelmatig<br />
duivepoep van zijn hoofd en schouders. Adelbert heeft de<br />
oorlog vlekkeloos overleefd, hem werd geen haar<br />
gekrenkt.’<br />
‘Waar had je je verstopt?’<br />
‘Achter een luik op de vliering. Je kon je er niet wenden<br />
of keren. ’s Nachts kwam ik er wel eens uit, bij hoge uitzondering<br />
ook overdag. Maar meestal zat ik in mijn<br />
schuilplaats, als een reus in een vingerhoed.’<br />
‘Was het er dan zo klein?’<br />
‘Ongeveer zoals bij ons thuis het gootsteenkastje, maar<br />
hoger. Er lag een kindermatrasje, dat paste net.’<br />
‘En wat deed je daar?’<br />
‘Ik keek naar de dakpannen en dacht aan mamma’s<br />
benen.’<br />
‘De hele tijd?’<br />
‘Als ik niet aan haar benen dacht, zat ik te lezen. De<br />
mensen die me verborgen hielden, gingen elke week voor<br />
me naar de bibliotheek. Ze brachten de gekste boeken<br />
mee, ik was met alles tevreden.’<br />
‘Gaven ze je ook eten?’<br />
‘Ze hadden niet veel, maar wat ze hadden, dat deelden ze<br />
met mij. De man was dokwerker. Hij had een snor en<br />
enorme handen. Ik herinner me vooral het kerstdiner.<br />
Weken tevoren kondigde hij aan, dat hij voor de kerst<br />
illegaal aan een konijn kon komen. Hij was er zo vol van,<br />
dat hij het overal vertelde. Kerstmis kwam. Het konijn<br />
werd gebraden, ik kon het op de vliering ruiken, het<br />
water liep me in de mond. ’s Middags ging de bel. Ik<br />
kroop ik mijn schuilplaats en wachtte tot het bezoek vertrok.<br />
Nauwelijks was ik tevoorschijn gekomen of er werd<br />
opnieuw gebeld. Dat ging tot ’s avonds door. De man had<br />
teveel reclame voor zijn konijn gemaakt, de hele buurt<br />
kwam proeven. Tenslotte bleef er voor mij niet meer over<br />
dan een pootje met een armzalig beetje vlees er aan.<br />
Dagenlang heb ik op het bot gesabbeld.’<br />
45<br />
Wanneer wij van ons bezoek aan het sanatorium terugkeren,<br />
moeten wij dadelijk naar bed toe, maar ik loop snel<br />
Cursus 1 Literatuur en lezer<br />
13