Jaarverslag 2011
Jaarverslag urgentiecommissie woonruimteverdeling
Jaarverslag urgentiecommissie woonruimteverdeling
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Urgentiecommissie woonruimteverdeling Stadsregio Arnhem Nijmegen<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
| 1 |
Urgentiecommissie woonruimteverdeling Stadsregio Arnhem Nijmegen<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong><br />
| 2 |
1 Inleiding•<br />
De urgentiecommissie draagt de naam Urgentiecommissie<br />
woonruimteverdeling Stadsregio Arnhem Nijmegen vanaf de<br />
invoering van de Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio<br />
Arnhem Nijmegen 2007. Deze verordening is in werking<br />
getreden op 1 april 2007.<br />
In dit jaarverslag geeft de urgentiecommissie inzicht in de<br />
werkzaamheden van de commissie in het verslagjaar <strong>2011</strong>.<br />
Sinds twee jaar is de vormgeving van het jaarverslag veranderd<br />
om de leesbaarheid en het inzicht in het urgentieproces<br />
te vergroten en makkelijker te maken. De reacties daarop zijn<br />
positief.<br />
Voor de urgentiecommissie was <strong>2011</strong> een relatief rustig jaar.<br />
De nieuwe huisvestingsverordening die op komst is werpt zijn<br />
schaduw vooruit. De kwesties die de urgentiecommissie zijn<br />
opgevallen of die leiden tot knelpunten in de ogen van de<br />
commissie worden onder de aandacht gebracht van het<br />
bestuur van de stadsregio. Dit gebeurt ondermeer in een jaarlijks<br />
overleg met de portefeuillehouder. Een dergelijk overleg<br />
heeft ook in <strong>2011</strong> plaatsgevonden.<br />
In <strong>2011</strong> zijn er twee nieuwe leden toegevoegd aan de urgentiecommissie.<br />
Dit kwam door een vroegtijdig vertrek van een lid<br />
en een vertrekkend lid vanwege de afloop van de zittingstermijn.<br />
De vier voorzitters van de commissie, waarvan er<br />
twee in 2010 zijn aangetreden, hebben regelmatig contact<br />
met elkaar om een zo uniform mogelijke benaderingswijze<br />
van de urgentieverzoeken te waarborgen.<br />
| 2 | | 3 |
Het belangrijkste probleem in het afgelopen jaar was de<br />
Ook externe rapportages van het Bureau Leijten & Van Hoek<br />
Met Bureau Leijten & Van Hoek vindt periodiek of naar<br />
De urgentiecommissie blijft streng in de eisen die zij stelt aan<br />
invoering van de nieuwe Europese regelgeving op het gebied<br />
leiden soms in de commissie tot de behoefte te komen tot een<br />
behoefte overleg plaats om de rapportages een zo hoog<br />
het aanleveren van de (formele) documenten bij relatie-<br />
van het berekenen van de financiële zelfredzaamheid. De<br />
verder gaande standaardisering van de rapportages. Het blijkt<br />
mogelijke kwaliteit te laten hebben ten behoeve van een<br />
verbreking. Ondanks het feit dat soms een vormvrije ver-<br />
leden van de urgentiecommissie hebben een scholing gevolgd<br />
echter steeds weer lastig om tot een dergelijke standaard te<br />
goede beoordeling van de casus. In <strong>2011</strong> heeft dit overleg in<br />
klaring of een eigen regeling juridisch werkt tussen partners,<br />
om de nieuwe regelgeving goed te kunnen toepassen.<br />
komen, omdat de situaties toch vaak erg specifiek zijn. Het<br />
individuele gevallen plaatsgevonden.<br />
wil de commissie een zwaarder ‘bewijs’ in de vorm van for-<br />
blijft een individuele inschatting van de problematiek in relatie<br />
mele verklaringen om daarmee meer objectief te kunnen vast-<br />
De urgentiecommissie heeft veel aandacht voor de kwaliteit<br />
tot het beoordelen van de woonnoodsituatie en de eigen<br />
stellen dat de afgesproken regeling ook echt de regeling is.<br />
van de urgentieaanvraag en de aangeleverde informatie. Het<br />
verantwoordelijkheid.<br />
Een urgentieaanvrager wil immers voorrang verkrijgen op de<br />
is van groot belang om een zo’n compleet mogelijk dossier<br />
krappe huurmarkt en de commissie wil haar beslissingen dus<br />
aangeleverd te krijgen hetgeen niet altijd gerealiseerd wordt<br />
zo goed mogelijk kunnen motiveren. Dit leidt af en toe wel tot<br />
of kan worden.<br />
discussie tussen aanvragers, hun adviseurs, de rapporteurs en<br />
de urgentiecommissie.<br />
| 4 | | 5 |
2 inhoudsopgave•<br />
Een knelpunt daarbij is dat het kan voorkomen dat beide<br />
Scherpe aandacht voor de aangeleverde documenten blijft<br />
partners (in het geval van de verdeling van de zorg voor de<br />
steeds weer nodig. In het afgelopen jaar is er zelfs een fraude<br />
kinderen in een 50/50-verhouding) een urgentie kunnen<br />
met brieven van de advocaat geconstateerd rondom de<br />
1 Inleiding 2<br />
6 cijfers 24<br />
krijgen. Voor de urgentiecommissie is het feit dat er voor de<br />
verdeling van de zorg voor de kinderen.<br />
6·1 Start urgentieaanvraag,<br />
kinderen een goede basis is het doorslaggevende argument.<br />
2 Inhoudsopgave 7<br />
aard en totaal aantal urgentieaanvragen 25<br />
Nu lijkt de toepassing van de regel uit de verordening dat<br />
De urgentiecommissie hoopt dat dit jaarverslag aan de lezer<br />
6·2 Toekennen van urgentie 32<br />
minstens 50% van de zorg een argument voor urgentie is, er<br />
weer voldoende inzicht biedt in het verloop en de wijze van<br />
3 De urgentiecommissie 8<br />
6·3 Afwijzen van urgentie 42<br />
toe te leiden dat de nieuwe woonruimte voor de scheidende<br />
urgentieaanvragen en de manier waarop de commissie haar<br />
3·1 Werkgebied 9<br />
6·4 Woningweigering 46<br />
partners primair is geworden. Gezien de krapte op de huur-<br />
verantwoordelijkheid op dit terrein vormgeeft.<br />
3·2 Instelling en samenstelling 9<br />
6·5 Aanhouding 48<br />
dersmarkt en de vergelijking met de strenge benadering<br />
3·3 Financiën en personele bezetting 10<br />
6·6 Urgentie onder voorwaarden 50<br />
rondom de eigen verantwoordelijkheid bij zwangerschap als<br />
Theo Bekker<br />
6·7 Verlengen van urgentie 53<br />
alleenstaande of in een niet adequate woonsituatie leidt dit<br />
coördinerend voorzitter urgentiecommissie<br />
4 Werkwijze 14<br />
6·8 Termijnoverschrijding 54<br />
tot een knelpunt, dat in de urgentiecommissie vaak tot hoofd-<br />
4·1 Vergadering 15<br />
6·9 Externe rapportages Bureau Leijten & Van Hoek 56<br />
brekens leidt.<br />
4·2 Procedure en soorten besluiten 17<br />
4·3 Toetsingskader 18<br />
7 Ontwikkelingen en trends 60<br />
5 Kwaliteitsbewaking 20<br />
8 Colofon 64<br />
5·1 Overlegvormen 21<br />
5·2 Secretariaat 22<br />
5·3 Informatie 23<br />
| 6 | | 7 |
3·1 Werkgebied<br />
3·2 instelling en samenstelling<br />
3 De urgentiecommissie•<br />
De urgentiecommissie is werkzaam voor de in de stadsregio<br />
samenwerkende corporaties in de volgende gemeenten:<br />
Arnhem, Beuningen, Doesburg, Duiven, Groesbeek, Heumen,<br />
Lingewaard, Millingen aan de Rijn, Monterland, Nijmegen,<br />
Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Ubbergen,<br />
Westervoort, Wijchen en Zevenaar.<br />
De voorzitters en leden worden benoemd, geschorst en ontslagen<br />
door het College van Bestuur van de stadsregio. In verband<br />
met de onafhankelijke status van de commissie, mogen<br />
voorzitters en leden niet werkzaam zijn voor de corporaties.<br />
Zij mogen daarnaast geen hoofd- of nevenfuncties vervullen<br />
die strijdig kunnen zijn met uitoefening van het lidmaatschap<br />
van de commissie. Voorzitters en leden zijn aangetrokken op<br />
grond van een profielschets en hebben een sociaal-maatschappelijke,<br />
medische en/of juridisch/financiële achtergrond en/of<br />
affiniteit met de sector sociale verhuurders.<br />
De urgentiecommissie bestaat in de loop van het verslagjaar<br />
<strong>2011</strong> uit vier voorzitters en elf leden. Eén of meer leden kunnen<br />
worden benoemd als plaatsvervangend voorzitter.<br />
Benoeming vindt plaats voor een periode van drie jaar. Voorzitters<br />
en leden kunnen éénmaal herbenoemd worden voor een<br />
periode van drie jaar.<br />
Het secretariaat van de urgentiecommissie wordt gevoerd door<br />
Enserve. Het secretariaat bestaat uit drie secretarissen en een<br />
ondersteunende medewerker.<br />
| 8 | | 9 |
3·3 Financiën en personele bezetting<br />
Omdat een urgentiebewijs op een krappe woningmarkt de<br />
bezitter in een zeer bevoorrechte positie plaatst ten opzichte<br />
van de overige woningzoekenden, is het van groot belang dat<br />
de procedure transparant is en de besluiten eenduidig en<br />
zorgvuldig tot stand komen. Dat betekent tegelijkertijd dat<br />
er aanzienlijke kosten gemaakt worden door de woningcorporaties<br />
die uiteindelijk alle kosten van het proces voor hun<br />
rekening nemen.<br />
In dit jaarverslag worden alleen die kosten vermeld die direct<br />
verbonden zijn aan het werk van de commissie. Kosten die de<br />
corporaties zelf maken (personeel, externe advisering etc.)<br />
zijn hier buiten beschouwing gelaten.<br />
In de regionale huisvestingverordening 2007 zijn de vergoedingen<br />
vastgesteld voor de commissievergaderingen. In<br />
artikel 1.8 van het Reglement Urgentieaanvragen Woonruimteverdeling<br />
is bepaald dat de voorzitters en leden een<br />
vergoeding ontvangen voor het voorbereiden en bijwonen<br />
van de zittingen van de commissie en een redelijke vergoeding<br />
voor gemaakte reis- en eventuele overige kosten.<br />
De hoogte van deze vergoeding wordt, in overleg met de<br />
corporaties, vastgesteld door het College van Bestuur van de<br />
Stadsregio Arnhem Nijmegen en jaarlijks geïndexeerd met het<br />
CBS prijsindexcijfer.<br />
Voor het bepalen van de vergoedingen is aansluiting gezocht<br />
bij de Regeling maximumbedragen vacatiegeld 2004 van de<br />
minister van financiën. In deze regeling is de maximale vergoeding<br />
voor een gewoon commissielid vastgesteld op € 135,-<br />
per vergadering en voor de voorzitter op € 175,50.<br />
Na indexering bedroeg de vergoeding voor de voorzitter in<br />
<strong>2011</strong> € 192,25 per vergadering en voor een lid € 147,88.<br />
| 10 | | 11 |
Aantal behandelde aanvragen en kosten van de urgentiecommissie<br />
Jaar Aantal aanvragen Index Kosten commissie Index<br />
Tabel 1 laat de ontwikkeling van de kosten van de werkzaam-<br />
Op 31 december <strong>2011</strong> werkten er drie secretarissen voor de<br />
2009 964 100% € 43.503,- 100%<br />
2010 1072 111% € 39.454,- 91%<br />
heden van de urgentiecommissie zien gedurende de drie<br />
laatste jaren. Na een toename van het aantal aanvragen in<br />
2010 daalt het aantal in <strong>2011</strong> tot vrijwel het niveau van 2009.<br />
commissie met een totale aanstellingsomvang van 2,4 fte met<br />
een administratieve ondersteuning van ongeveer 1,2 fte.<br />
Binnen deze personeelsbezetting worden ook de secretariële<br />
Tabel 1<br />
<strong>2011</strong> 953 99% € 36.046,- 83%<br />
De kosten die hiermee gemoeid zijn vertonen een afname in<br />
de beide jaren na 2009.<br />
en ondersteunende taken voor de beroepscommissie gerealiseerd.<br />
Globaal geldt dat beide activiteiten een gelijk tijdsbeslag<br />
van het personeel vragen.<br />
De ondersteuning van de urgentiecommissie vindt plaats door<br />
het secretariaat van de commissie. Het personeel daarvan is in<br />
dienst bij Enserve. Dit betekent dat de kosten daarvan door de<br />
deelnemers aan Enserve worden betaald als onderdeel van de<br />
dienstverlening.<br />
| 12 | | 13 |
4·1 Vergadering<br />
4 werkwijze•<br />
De urgentiecommissie vergadert drie tot vier keer per maand<br />
in een wisselende samenstelling.<br />
De commissie vergadert met een voorzitter, drie of vier leden<br />
en een secretaris. In een vergadering worden maximaal 25<br />
urgentiedossiers behandeld. Indien nodig wordt een extra<br />
vergadering ingepland zodat de aanvragen niet onnodig<br />
lang(er) blijven liggen.<br />
De stukken worden een week voorafgaand aan de vergadering<br />
toegestuurd aan de leden.<br />
In de vergadering wordt elke urgentieaanvraag individueel<br />
behandeld en beoordeeld. Er worden geen generieke urgenties<br />
verleend. Bij sommige aanvragen kan relatief snel en<br />
unaniem worden beslist. Bij andere aanvragen is de gepresenteerde<br />
problematiek complexer en volgt een lange(re) beraadslaging.<br />
Elk lid praat en besluit mee vanuit zijn of haar eigen achtergrond/discipline.<br />
De voorzitter vat bij elke aanvraag de conclusie van het besluit<br />
samen en de secretaris maakt daarvan notitie.<br />
| 14 | | 15 |
Het werkproces en de soorten besluiten<br />
4·2 Procedure EN soorten besluiten<br />
Ontvangst urgentieaanvraag<br />
Invoeren in automatiseringssysteem<br />
Inplannen vergadering + verzenden<br />
stukken aan commissieleden<br />
Vergadering urgentiecommissie én besluitvorming<br />
In het Reglement Urgentieaanvragen, is vastgelegd dat het<br />
besluit op een urgentieaanvraag door de urgentiecommissie<br />
binnen negen weken na indiening van de urgentieaanvraag<br />
schriftelijk gecommuniceerd dient te zijn naar de aanvrager en<br />
naar de rapporteur, die de urgentieaanvraag in behandeling<br />
heeft genomen en het urgentierapport heeft samengesteld.<br />
Bij een aanvraag kan een extern rapport van Bureau Leijten &<br />
Van Hoek worden aangevraagd. In dat geval wordt de termijn<br />
met twee weken verlengd. In het automatiseringssysteem<br />
worden door de betrokken partijen (rapporteur en secretariaat)<br />
de diverse stappen in het werkproces geregistreerd.<br />
De aanvraag wordt<br />
toegekend<br />
De aanvraag wordt<br />
afgewezen<br />
De aanvraag wordt<br />
aangehouden<br />
De aanvraag wordt<br />
toegekend<br />
De aanvraag wordt<br />
afgewezen<br />
De aanvraag wordt buiten<br />
behandeling gesteld<br />
Registreren van het besluit in het automatiseringssysteem, schrijven en verzenden van het besluit<br />
| 16 | | 17 |
4·3 Toetsingskader<br />
de beslisboom<br />
De urgentiecommissie hanteert in al haar werkzaamheden het<br />
toetsingskader, dat bestaat uit de Regionale Huisvestingverordening<br />
Stadsregio Arnhem Nijmegen 2007, het Uitvoeringsdocument<br />
Woonruimteverdeling Stadsregio Arnhem<br />
De bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht worden<br />
naar analogie toegepast op de werkzaamheden van de commissie,<br />
voor zover dit in de huisvestingsverordening of in het<br />
reglement is vermeld.<br />
Woonnoodsituatie<br />
Ja > benoemen als basis voor toekenning<br />
Nee > benoemen en motiveren als hoofdargument voor afwijzing<br />
Nijmegen 2007 en het Reglement Urgentieaanvragen Woonruimteverdeling<br />
Stadsregio Arnhem Nijmegen 2007. De twee<br />
laatstgenoemden maken als bijlage onderdeel uit van de huisvestingsverordening.<br />
De bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht worden<br />
naar analogie toegepast op de werkzaamheden van de<br />
Met inachtneming van de voorgaande regelgeving beoordeelt<br />
de urgentiecommissie of de aanvrager van urgentie voldoet<br />
aan de volgende drie criteria:<br />
• verkeert belanghebbende in een woonnoodsituatie?<br />
• is er sprake van een eigen (verwijtbare) verantwoordelijk-<br />
Urgentieverzoek<br />
Eigen<br />
verantwoordelijkheid<br />
Ja > benoemen en motiveren (als hoofd- of als bijkomend argument)<br />
Nee > niet benoemen in besluit<br />
commissie, voor zover dit in de huisvestingsverordening of in<br />
heid aangaande die situatie?<br />
het reglement is vermeld.<br />
• is belanghebbende zelfredzaam?<br />
Ja<br />
> benoemen en motiveren in besluit (als hoofd- of als bijkomend argument)<br />
De urgentiecommissie beoordeelt elke urgentieaanvraag aan<br />
Zelfredzaamheid<br />
de hand van de zgn. beslisboom.<br />
Nee > niet benoemen in besluit<br />
| 18 | | 19 |
5·1 Overlegvormen<br />
5 kwaliteitsbewaking•<br />
De urgentiecommissie probeert op diverse manieren zorg te<br />
dragen voor eenheid in de besluitvorming én zoveel mogelijk<br />
de kwaliteit van de urgentierapporten en werkprocessen te<br />
bewaken.<br />
De voorzitters van de urgentie- en de beroepscommissie<br />
hebben zowel in het voor- als in het najaar uitvoerig overleg<br />
gehad over een aantal beleidskwesties en afwijkende besluiten<br />
van de urgentie- en beroepscommissie. Een overleg wordt<br />
ingepland zodra er voldoende bespreekpunten zijn en/of een<br />
overleg gewenst is.<br />
Door de urgentiecommissie is in het najaar van <strong>2011</strong> een<br />
plenaire bijeenkomst georganiseerd. Bij dit overleg was een<br />
vertegenwoordiger van de stadsregio aanwezig. Tijdens dit<br />
overleg zijn onder andere beleidszaken besproken. Ook de<br />
werkwijze van de commissie en de samenwerking met andere<br />
betrokken partijen (beroepscommissie, secretariaat, corporaties)<br />
vormden onderwerp van het plenaire overleg.<br />
Tussentijds heeft regelmatig overleg plaatsgevonden tussen de<br />
voorzitters en het secretariaat van de urgentiecommissie.<br />
| 20 | | 21 |
5·2 Secretariaat<br />
5·3 Informatie<br />
Het secretariaat van de urgentiecommissie vormt een belangrijke<br />
schakel tussen de urgentiecommissie enerzijds en de<br />
rapporteurs en (andere) betrokken partijen anderzijds.<br />
Het secretariaat bewaakt samen met de urgentiecommissie de<br />
eenheid in de besluitvorming én bewaakt de kwaliteit van de<br />
urgentierapportages.<br />
De secretarissen hebben desgewenst contact met de rapporteurs<br />
over de kwaliteit en mogelijke kwaliteitsverbetering van<br />
de urgentierapportages.<br />
Om de kwaliteit van het gehele urgentieproces zoveel mogelijk<br />
te waarborgen verzorgt het secretariaat van de urgentiecommissie<br />
cursussen met betrekking tot het urgentiebeleid en<br />
de urgentieprocedure. Deze cursussen vinden bij voldoende<br />
belangstelling zowel in het voor- als het najaar plaats. De<br />
cursus Urgenties is onderverdeeld in modulen, om zoveel<br />
mogelijk tegemoet te komen aan de vraag die er vanuit de<br />
corporaties is. Medewerkers en rapporteurs van corporaties<br />
kunnen zich voor deze modulen inschrijven.<br />
In <strong>2011</strong> hebben 32 rapporteurs een cursusmodule gevolgd.<br />
Daarnaast is er voor 12 (nieuwe) rapporteurs een in-company<br />
training gegeven waarbij een gecombineerde cursus of een<br />
cursus op maat is gegeven.<br />
Voor de rapporteurs van de corporaties en hun leidinggevenden<br />
heeft het secretariaat van de urgentiecommissie in juli en<br />
december <strong>2011</strong> een nieuwsbrief uitgebracht. In deze nieuwsbrieven<br />
zijn de rapporteurs geïnformeerd over een aantal<br />
inhoudelijke en praktische zaken met betrekking tot urgenties,<br />
waaronder onder andere: de jaarlijks nieuwe vastgestelde<br />
grenzen voor zelfredzaamheid op basis van meettijd, hoe om<br />
te gaan met het aanvragen van een plaatsgebonden urgentie,<br />
hoe om te gaan met vertrouwelijke informatie in een urgentieaanvraag<br />
en vragen en antwoorden over co-ouderschap en<br />
urgentie en het cursusaanbod. Een nieuwsbrief wordt uitgebracht<br />
zodra er zaken zijn die van belang zijn voor de<br />
rapporteurs om te weten.<br />
Ook de voorzitters en leden van de urgentiecommissie<br />
worden door het secretariaat van wijzigingen en ontwikkelingen<br />
gedurende het gehele jaar op de hoogte gesteld. In het<br />
plenaire overleg zijn belangrijke onderwerpen met betrekking<br />
tot beleidszaken en werkwijze van de urgentiecommissie aan<br />
de orde geweest.<br />
| 22 | | 23 |
6·1 start urgentieaanvraag,<br />
aard en totaal aantal urgentieaanvragen<br />
6·1·1 start urgentieaanvraag<br />
6 cijfers•<br />
Een woningzoekende die urgentie aan wilt vragen, meldt<br />
zich bij één van de woningcorporaties in de stadsregio.<br />
De urgentieaanvraag wordt in behandeling genomen<br />
door de corporatie. In figuur 1 wordt aangegeven hoeveel<br />
urgentieaanvragen er per jaar bij de corporaties zijn<br />
gestart.<br />
Het aantal gestarte aanvragen is in de afgelopen jaren afgenomen.<br />
In <strong>2011</strong> werden er 862 aanvragen ingediend bij de<br />
verschillende corporaties. Hoe de verdeling van deze aanvragen<br />
over de verschillende corporaties is staat weergegeven<br />
in tabel 2 op de volgende pagina.<br />
aantal ingediende aanvragen<br />
980<br />
960<br />
940<br />
920<br />
900<br />
880<br />
860<br />
840<br />
820<br />
800<br />
2009<br />
2010<br />
<strong>2011</strong><br />
| 24 | | 25 |<br />
Figuur 1
Aantal ingediende urgentieaanvragen per corporatie<br />
Corporatie 2009 2010 <strong>2011</strong><br />
Centraal Apparaat Enserve 11 2 3<br />
Laris Wonen en Diensten 8 7 9<br />
Lingewaard Wonen 27 2 3<br />
Oosterpoort Wooncombinatie 25 34 17<br />
Portaal Arnhem 47 30 32<br />
Portaal Nijmegen 159 121 121<br />
Standvast Beuningen 30 24 17<br />
Standvast Nijmegen 42 42 44<br />
Talis Brabantse Poort 69 64 17<br />
Talis Wezenlaan 61 49 97<br />
Talis Wijchen 41 38 32<br />
Vivare vestiging Arnhem 126 120 105<br />
Vivare vestiging Duiven 35 39 32<br />
Vivare vestiging Elst 30 38 33<br />
Vivare vestiging Renkum 34 31 16<br />
Vivare vestiging Velp 50 53 58<br />
Volkshuisvesting Arnhem 124 146 127<br />
Volkshuisvesting Lingewaard Wonen 1 41 1<br />
Volkshuisvesting Millingen aan de Rijn 2<br />
Waardwonen 35<br />
Woningbouwstichting De Gemeenschap 20 24 23<br />
Woningstichting Heteren 7 8 8<br />
Woongenoot 2 7 16<br />
Woonservice IJsselland 15 9 13<br />
Woonstichting Gendt 3 3<br />
Totaal 966 932 862 Tabel 2<br />
| 26 | | 27 |
70<br />
140<br />
6·1·2 Aard van de aanvraag<br />
60<br />
120<br />
50<br />
2009<br />
100<br />
Een woningzoekende kan om verschillende redenen een<br />
In figuur 2, 3, 4 en 5 is te zien hoe binnen voornoemde<br />
40<br />
2010<br />
80<br />
urgentie aanvragen. De aard van de urgentieaanvragen is zeer<br />
categorieën de verdeling is tussen het aantal toekenningen,<br />
30<br />
<strong>2011</strong><br />
60<br />
divers en soms ook gecombineerd. Aanvragen op basis van<br />
afwijzingen en aanhoudingen. De aanvragen op grond van<br />
20<br />
40<br />
algemeen sociale problematiek, psychosociale problematiek,<br />
niet adequate woning, algemene sociale problematiek en<br />
10<br />
20<br />
relatieverbreking en/of een niet adequate woonruimte komen<br />
psychosociale problematiek laten daarin een vergelijkbaar<br />
0<br />
aanhoudingen<br />
afwijzingen<br />
toekenningen<br />
0<br />
aanhoudingen afwijzingen toekenningen<br />
het meeste voor.<br />
beeld zien. Opvallend is echter dat bij aanvragen op basis van<br />
relatieverbreking er veruit het hoogste percentage aanhoudingen<br />
is, maar ook het hoogste percentage toekenningen.<br />
Figuur 2: ALGEMEEN SOCIAAL<br />
Figuur 3: PSYCHOSOCIAAL<br />
Dit beeld was overigens in 2009 en 2010 ook zichtbaar. De<br />
reden van dit hoge aanhoudingspercentage is gelegen in het<br />
feit dat de urgentiecommissie eisen stelt aan de documenten<br />
60<br />
die aangeleverd moeten worden om de relatieverbreking<br />
250<br />
2009<br />
50<br />
voldoende aantoonbaar te maken. Als deze documenten niet<br />
200<br />
2010<br />
40<br />
aanwezig zijn in de urgentieaanvraag wordt het dossier<br />
150<br />
<strong>2011</strong><br />
30<br />
aangehouden en worden de ontbrekende documenten alsnog<br />
100<br />
20<br />
opgevraagd.<br />
50<br />
10<br />
0<br />
aanhoudingen<br />
afwijzingen<br />
toekenningen<br />
0<br />
aanhoudingen afwijzingen toekenningen<br />
Figuur 4: relatieverbreking<br />
Figuur 5: niet adequate woning<br />
| 28 | | 29 |
6·1·3 Aantal genomen besluiten<br />
Besluiten van de urgentiecommissie<br />
In figuur 6 is de verhouding tussen de genomen besluiten per<br />
jaar te zien.<br />
Jaar Totaal Toegekend Afgewezen Aangehouden Doorgehaald Niet behandeld<br />
Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal %<br />
2009 1137 510 45% 394 35% 197 17% 13 1,1% 23 2,0%<br />
Aandeel genomen besluiten<br />
2010 1197 506 42% 382 32% 263 22% 18 1,5% 28 2,3%<br />
50<br />
Tabel 3<br />
<strong>2011</strong> 1024 448 44% 361 35% 184 18% 11 1,1% 20 2,0%<br />
45<br />
40<br />
35<br />
30<br />
25<br />
2009<br />
20<br />
2010<br />
15<br />
<strong>2011</strong><br />
10<br />
5<br />
0<br />
toegekend<br />
afgewezen<br />
aangehouden<br />
doorgehaald<br />
niet behandeld<br />
Figuur 6<br />
| 30 | | 31 |
6·2 Toekennen van urgentie<br />
De urgentiecommissie heeft in <strong>2011</strong> 448 urgentieaanvragen<br />
toegekend. De criteria voor urgentieverlening staan benoemd<br />
in paragraaf 4.3 van dit jaarverslag.<br />
6·2·1 De reguliere urgentietoekenning<br />
Men heeft voldaan aan alle voorwaarden om voor een urgentieverklaring<br />
in aanmerking te komen.<br />
voorbeeld<br />
Mevrouw x woont sinds 2008 in haar huidige woning. Het betreft een flat zonder lift op de eerste verdieping<br />
van het complex. De laatste jaren heeft mevrouw in toenemende mate last van haar knieën en voeten.<br />
Onderzoek door een reumatoloog wijst uit dat mevrouw lijdt aan artrose. Op het moment van de urgentieaanvraag<br />
zijn de klachten inmiddels zo toegenomen dat het traplopen naar de woning grote problemen geeft<br />
voor mevrouw. Een rapport van Bureau Leijten & van Hoek geeft aan dat het traplopen gevaarlijke situaties<br />
met zich mee kan brengen. Op grond van de medische problemen beschouwt de urgentiecommissie de<br />
woonsituatie van mevrouw als niet passend. De urgentie wordt toegekend.<br />
voorbeeld<br />
De relatie van mevrouw x is verbroken. Mevrouw heeft onvoldoende financiën om de echtelijke koopwoning<br />
in haar eentje op te brengen en de woning is toebedeeld aan de ex-partner. Bij het dossier zijn aanwezig: een<br />
echtscheidingsconvenant, een ouderschapsplan en een beschikking van de rechtbank waarin de echtscheiding<br />
wordt uitgesproken. Mevrouw heeft twee minderjarige kinderen die het hoofdverblijf bij haar hebben. De expartner<br />
heeft een omgangsregeling met de kinderen voor een weekend per twee weken en de helft van de<br />
vakanties. Mevrouw is niet in staat om haar woonprobleem op eigen kracht op te lossen. Samen met haar<br />
kinderen woont zij nu tijdelijk in bij familie. De urgentie wordt toegekend.<br />
| 32 | | 33 |
6·2·2 De urgentietoekenning,<br />
een andere belangenafweging<br />
Men heeft niet voldaan aan alle voorwaarden<br />
om voor urgentie in aanmerking te komen<br />
De beslissing of iemand wel of niet urgent is, wordt gemaakt<br />
op basis van het beschreven beleid. Elke situatie kent echter<br />
unieke aspecten en zal dus individueel beoordeeld moeten<br />
worden. Zo kan het ook voorkomen dat een andere belangenafweging<br />
wordt gemaakt, waarbij bijvoorbeeld de eigen<br />
verantwoordelijkheid voor het ontstaan van het woonprobleem<br />
minder zwaar wordt gewogen dan de woonnoodsituatie<br />
en op grond daarvan een urgentie wordt verleend.<br />
De urgentiecommissie zal in die individuele gevallen waarbij<br />
een andere afweging wordt gemaakt het besluit goed onderbouwen<br />
en met toetsbare feiten motiveren.<br />
voorbeeld<br />
Eind 2009 verhuist mevrouw x samen met haar zoontje vanuit Curaçao naar Nederland. Zij doet dit zonder<br />
uitzicht te hebben op passende woonruimte in Nederland en trekt in bij familie. De urgentiecommissie<br />
beschouwt dit als een eigen keuze. Het lukt mevrouw niet om werk te vinden en ze krijgt schulden.<br />
De oom en tante bij wie mevrouw inwoont, gebruiken overmatig alcohol. Het huis raakt daardoor vervuild.<br />
Door hun verslaving vertonen de oom en tante gedrag dat niet passend is in het bijzijn van het jonge kind<br />
van mevrouw. Als gevolg van deze problemen wordt het kind van mevrouw uit huis geplaatst door Bureau<br />
Jeugdzorg.<br />
In de twee jaar die daarop volgen, doet mevrouw er alles aan om een betere situatie te creëren waardoor<br />
haar zoontje weer thuis kan komen wonen. Mevrouw maakt een positieve ontwikkeling door, alleen het<br />
vinden van passende woonruimte lukt haar niet op eigen kracht. Bureau Jeugdzorg geeft aan dat mevrouw<br />
aan meerdere voorwaarden moet voldoen wil haar zoon weer bij haar kunnen komen wonen. Het beschikken<br />
over passende woonruimte is een belangrijke voorwaarde.<br />
Het niet beschikken over adequate woonruimte zou mevrouw in een vicieuze cirkel brengen waardoor er<br />
geen uitzicht zou komen op terugplaatsing van haar zoon. De eigen verantwoordelijkheid voor het<br />
ontstaan van de problematiek is inmiddels ruim twee jaar geleden. Het urgentiebeleid stelt dat voor zover<br />
er sprake is van verwijtbare verantwoordelijkheid voor ontstaan of voortbestaan van het probleem dit geldt<br />
tot een maximum van drie jaar na het ontstaan van de noodsituatie. De urgentiecommissie meent dat in<br />
dit geval de woonnoodsituatie zwaarder moet wegen dan de eigen verantwoordelijkheid voor het ontstaan<br />
van het probleem. Hierbij wordt het belang van het kind in belangrijke mate meegewogen. De urgentie<br />
wordt toegekend.<br />
| 34 | | 35 |
6·2·3 Verzilvering van de urgentie<br />
In het jaar <strong>2011</strong> hebben 450 woningzoekenden met een<br />
urgentiestatus via Entree een woning verkregen. In tabel 4 is<br />
te zien in welke gemeente deze woningzoekenden met<br />
behulp van hun verkregen urgentie een woning hebben<br />
gevonden.<br />
Het grootste aantal urgent woningzoekenden verzilvert<br />
zijn/haar urgentie in de gemeenten Arnhem en Nijmegen.<br />
Dit is een beeld wat zich elk jaar herhaalt.<br />
Gemeente 2009 2010 <strong>2011</strong><br />
Arnhem 152 155 139<br />
Beuningen 11 11 15<br />
Doesburg 13 5 12<br />
Duiven 14 20 16<br />
Groesbeek 3 8 4<br />
Heumen 1 3 5<br />
Lingewaard 12 25 13<br />
Millingen 1 1 2<br />
Montferland 2 5 4<br />
Nijmegen 113 148 118<br />
Overbetuwe 27 14 14<br />
Renkum 18 9 11<br />
Rheden 31 39 32<br />
Ubbergen 1 0 4<br />
Westervoort 25 24 19<br />
Wijchen 48 42 41<br />
Zevenaar 0 0 1<br />
Totaal 472 509 450 Tabel 4<br />
| 36 | | 37 |
In figuur 7 en 8 is de verhouding te zien tussen de woningreacties<br />
van de verschillende woningzoekenden en het aantal<br />
daadwerkelijke verhuringen.<br />
reacties naar klantsoort<br />
verhuringen naar klantsoort<br />
60%<br />
60%<br />
50%<br />
2009<br />
50%<br />
2009<br />
40%<br />
2010<br />
40%<br />
2010<br />
30%<br />
<strong>2011</strong><br />
30%<br />
<strong>2011</strong><br />
20%<br />
20%<br />
10%<br />
10%<br />
0%<br />
doorstromer<br />
regulier<br />
starter regulier<br />
sociaal-medisch<br />
urgent<br />
sv-urgent<br />
0%<br />
doorstromer<br />
regulier<br />
starter regulier<br />
sociaal-medisch<br />
urgent<br />
sv-urgent<br />
Figuur 7<br />
Figuur 8<br />
| 38 | | 39 |
6·2·4 Toegang tot de woningmarkt<br />
Uit tabel 5 blijkt dat de urgent woningzoekende in <strong>2011</strong> toegang<br />
heeft gehad tot 80,8% van het totale woningaanbod.<br />
Gemeente Totale aanbod* Geen voorrang urgenten Percentage geen voorrang<br />
Arnhem 1134 174 15,3%<br />
Beuningen 114 16 14,0%<br />
Doesburg 132 7 5,3%<br />
Duiven 103 17 16,5%<br />
Groesbeek 54 19 35,2%<br />
Heumen 50 16 32,0%<br />
Lingewaard 94 20 21,3%<br />
Millingen aan de Rijn 48 4 8,3%<br />
Montferland 48 7 14,6%<br />
Nijmegen 1123 312 27,8%<br />
Overbetuwe 81 20 24,7%<br />
Renkum 69 0 0,0%<br />
Rheden 222 18 8,1%<br />
Rozendaal 1 1 100,0%<br />
Ubbergen 26 9 34,6%<br />
Westervoort 68 20 29,4%<br />
Wijchen 252 34 13,5%<br />
Zevenaar 31 6 19,4%<br />
Totaal 3650 700 19,2% Tabel 5<br />
* Totaal aantal advertenties minus: studentenwoningen, indicatiewoningen<br />
en woningen boven de tweede aftoppingsgrens<br />
| 40 | | 41 |
6·3 Afwijzen van urgentie<br />
Afwijzingsreden 2009 2010 <strong>2011</strong><br />
De urgentiecommissie heeft in <strong>2011</strong> 361 urgentieverzoeken<br />
Het grootste deel van de aanvragen wordt afgewezen omdat<br />
Daarnaast is het bestaan van een eigen verantwoordelijkheid<br />
Geen woonnoodsituatie 157 175 133<br />
Eigen verantwoordelijkheid ontstaan 124 125 120<br />
afgewezen. Een urgentieverzoek wordt afgewezen wanneer<br />
niet wordt voldaan aan de criteria om voor urgentie in aanmerking<br />
te komen.<br />
de urgentiecommissie meent dat er onvoldoende is aangetoond<br />
dat sprake is van een woonnoodsituatie die verhuizen<br />
binnen vier maanden na het ontstaan van het woon-<br />
voor het ontstaan van het woonprobleem een belangrijke<br />
reden voor het afwijzen van een urgentieaanvraag. Ook wordt<br />
een groot deel van de aanvragen afgewezen omdat er géén<br />
Geen contra-indicatie kamerbewoning 94 97 90<br />
Overige 40 36 43<br />
6·3·1 Afwijzingsgronden en voorbeelden<br />
probleem noodzakelijk maakt.<br />
contra-indicatie bestaat voor kamerbewoning.<br />
De overige afwijzingsgronden worden slechts in beperkte<br />
Eigen verantwoordelijkheid oplossen 33 51 42<br />
Geen relatie wonen/problematiek 22 24 24<br />
Financieel zelfredzaam 4 17 20<br />
De urgentiecommissie geeft in haar besluiten een inhoudelijke<br />
motivering waarom een aanvraag is afgewezen. In tabel 6 is<br />
te zien op basis van welke gronden de aanvragen de afgelopen<br />
jaren zijn afgewezen. Per besluit kunnen er één tot drie<br />
mate gebruikt als belangrijkste reden om een afwijzing mee te<br />
motiveren.<br />
Woonwens 20 13 14<br />
Overlast/conflict buurt 11 13 5<br />
redenen worden aangevoerd. Vandaar dat het totaal in tabel<br />
6 hoger ligt dan het totale aantal ongegrond verklaringen in<br />
dat jaar.<br />
Zelfredzaam met meettijd 26 8 4<br />
Geen noodzaak wonen in stadsregio 4 2<br />
Tabel 6<br />
Totaal 535 559 497<br />
| 42 | | 43 |
voorbeeld<br />
Meneer x woonde van 2003 tot en met 2009 in een zelfstandige huurwoning. Hij is ontruimd omdat hij een<br />
voorbeeld<br />
De relatie van mevrouw x is verbroken. De relatieverbreking is aangetoond door middel van een geformaliseerd<br />
wietplantage in zijn woning had. Sinds die tijd woont meneer in bij verschillende familieleden. Meneer heeft<br />
document. Hierin is ook vastgelegd dat de huurwoning waarin men samenwoonde is toebedeeld aan de ex-<br />
de ziekte van Crohn en geeft aan dat hij om die reden bepaalde eisen moet stellen aan rust en hygiëne in huis.<br />
partner. Mevrouw en haar ex-partner hebben geen kinderen. Mevrouw geeft aan dat zij lichamelijke klachten<br />
Om die reden meent meneer dat hij geen onzelfstandige woonruimte (kamer/etage) kan bewonen.<br />
De urgentiecommissie oordeelt dat de woonomstandigheden van meneer niet ideaal zijn, maar er is<br />
onvoldoende aanleiding om te spreken van een woonnoodsituatie die binnen vier maanden moet worden<br />
opgelost. Er bestaat een eigen verantwoordelijkheid voor het ontstaan van de woonsituatie. Meneer had<br />
immers een eigen zelfstandige woonruimte, maar is door eigen schuld ontruimd. Uit een rapport van Bureau<br />
Leijten & van Hoek blijkt dat er sprake is van een milde vorm van de ziekte van Crohn. De eisen die meneer<br />
stelt aan rust en hygiëne zijn begrijpelijk, maar niet noodzakelijk. De urgentiecommissie stelt vast dat er geen<br />
contra-indicatie bestaat voor kamerbewoning. De aanvraag wordt afgewezen.<br />
heeft waardoor zij geen onzelfstandige woonruimte kan bewonen.<br />
De urgentiecommissie stelt vast dat er sprake is van woonnood. Na de relatieverbreking heeft mevrouw<br />
geen eigen woonruimte meer. De medische klachten worden onvoldoende onderbouwd. Het blijkt niet dat de<br />
klachten zodanig van aard en ernst zijn dat een zelfstandige woning noodzakelijk is voor mevrouw. Mevrouw<br />
wordt verwezen naar onzelfstandige woonruimte. De aanvraag wordt afgewezen.<br />
| 44 | | 45 |
6·4 Woningweigering<br />
Conform het urgentiereglement vervalt de urgentieverklaring<br />
Wanneer een urgent woningzoekende naar het oordeel van<br />
Als een woningzoekende gedurende het bestaan van een<br />
In <strong>2011</strong> heeft de urgentiecommissie viermaal besloten om de<br />
in de volgende gevallen:<br />
de woningcorporatie onterecht een woning weigert, wordt dit<br />
woonprobleem waarvoor urgentie is aangevraagd, een<br />
urgentie van een woningzoekende door te halen c.q. in te<br />
• na het verstrijken van de urgentietermijn van 4 maanden<br />
door de corporatie direct doorgegeven aan het secretariaat<br />
passende woning weigert en er voor de weigering geen ex-<br />
trekken naar aanleiding van een onterechte woningweigering.<br />
• na het accepteren van passende woonruimte door de<br />
van de urgentiecommissie. De urgentie van de betreffende<br />
cuserende omstandigheden zijn, dan zal de aanvraag worden<br />
In 2010 en 2009 lag dit aantal op zeven. In <strong>2011</strong> is het niet<br />
urgent woningzoekende<br />
woningzoekende wordt dan tijdelijk ingetrokken. De urgen-<br />
afgewezen. De reden van afwijzing zal dan zijn dat men, in de<br />
voorgekomen dat de urgentiecommissie oordeelde dat er<br />
• na het onterecht weigeren van passende woonruimte door<br />
tiecommissie neemt uiteindelijk een besluit of de woning-<br />
tijd dat het woonprobleem bestaat, het woonprobleem<br />
sprake was van een terechte woningweigering waarna de<br />
de urgent woningzoekende<br />
weigering terecht of onterecht is geweest. Afhankelijk van de<br />
zelf had kunnen oplossen door de aangeboden woning te<br />
betreffende woningzoekende zijn/haar urgentieverklaring<br />
beslissing wordt de urgentie weer geactiveerd of definitief<br />
accepteren.<br />
weer terug heeft gekregen.<br />
ingetrokken.<br />
voorbeeld<br />
Meneer x heeft gereageerd op een woning en is geëindigd op de eerste plaats. Na de bezichtiging van de<br />
woning geeft meneer aan interesse te hebben. De corporatie stuurt meneer een uitnodiging voor het aanbiedingsgesprek.<br />
Omdat meneer niet reageert, probeert de corporatie herhaaldelijk contact met hem te<br />
krijgen, maar zonder resultaat. Uiteindelijk besluit de corporatie verder te gaan met het aanbiedingsproces<br />
met de tweede kandidaat op de lijst. De urgentiecommissie oordeelt dat de corporatie zich voldoende heeft<br />
ingespannen. Meneer had de mogelijkheid een woning te krijgen, maar heeft het aan zichzelf te wijten dat<br />
dit niet is gebeurd. De urgentie van meneer wordt blijvend ingetrokken.<br />
| 46 | | 47 |
6·5 Aanhouding<br />
Indien tijdens de behandeling van een urgentieverzoek door<br />
In tabel 7 is te zien op hoeveel van de aanhoudingen uit-<br />
Indien de gevraagde informatie niet door de woningzoekende<br />
Uit tabel 7 blijkt verder dat 70,7% van de aanvragen die in<br />
de urgentiecommissie blijkt dat er onvoldoende informatie<br />
eindelijk positief, dan wel negatief is besloten.<br />
binnen de daarvoor gestelde termijn wordt aangeleverd, kan<br />
eerste instantie wordt aangehouden, in tweede instantie door<br />
beschikbaar is om op dat moment een zorgvuldige afweging<br />
op grond van artikel 4:5.1 van de Algemene wet bestuurs-<br />
de urgentiecommissie wordt toegekend (2010: 73,8%, 2009:<br />
te kunnen maken, besluit de urgentiecommissie tot aan-<br />
recht een aanvraag buiten behandeling worden gesteld, om-<br />
72,1%). De reden voor een aanhouding is doorgaans gelegen<br />
houding van de aanvraag. In het jaar <strong>2011</strong> is in 18% van het<br />
dat de urgentiecommissie zonder de gevraagde aanvullende<br />
in het ontbreken van noodzakelijke informatie ter beoordeling<br />
totale aantal aanvragen besloten de aanvraag aan te houden.<br />
informatie de aanvraag niet kan beoordelen. In het verslagjaar<br />
van de aanvraag. Ook komt het met enige regelmaat voor dat<br />
Dit percentage is lager ten opzichte van het voorgaande jaar<br />
is dit in 9,8% van de gevallen voorgekomen. Dit is vrijwel<br />
de urgentiecommissie een externe rapportage opvraagt van<br />
(2010: 22%, 2009: 17%).<br />
gelijk gebleven aan 2010 (9,1%) en 2009 (9,6%).<br />
het Bureau Leijten & Van Hoek om de medische-, psycho-<br />
sociale of financiële problematiek te laten onderzoeken.<br />
Definitief besluit na aanhouding<br />
Besluit Aantal %<br />
Toekenning 130 70,7%<br />
Afwijzing 23 12,5%<br />
Buiten behandeling gesteld 18 9,8%<br />
Teruggetrokken door klant 5 2,7%<br />
Nog openstaand 8 4,3%<br />
Tabel 7<br />
Totaal 184 100%<br />
| 48 | | 49 |
6·6 Urgentie onder voorwaarden<br />
Met de invoering van de Regionale Huisvestingsverordening<br />
6·6·1 Urgentie onder voorwaarde van<br />
Pas nadat deze overeenkomst is aangeleverd, wordt de<br />
In <strong>2011</strong> is er 14 maal een urgentie onder voorwaarde van<br />
Stadsregio Arnhem Nijmegen 2007 bestaat de mogelijkheid<br />
acceptatie van begeleiding<br />
urgentieverklaring actief en kan de woningzoekende met<br />
acceptatie van begeleiding afgegeven door de urgentie-<br />
om een urgentie toe te kennen onder een bepaalde voor-<br />
voorrang op woonruimte reageren. Zolang er geen overeen-<br />
commissie.<br />
waarde. Er zijn twee mogelijke voorwaarden die aan een<br />
Een urgentie onder voorwaarde van acceptatie van bege-<br />
komst is aangeleverd, kan de woningzoekende dus ook niet<br />
urgentietoekenning kunnen worden verbonden:<br />
leiding kan worden verstrekt aan personen met zodanige<br />
van een voorrangspositie gebruik maken. De positie van de<br />
NB: Een hulpverleningsovereenkomst van een aanvraag uit<br />
1 de voorwaarde van acceptatie van begeleiding<br />
psychische en/of psychosociale problemen dat woonbege-<br />
woningzoekende met een urgentie onder voorwaarde van<br />
2010 kan pas in <strong>2011</strong> zijn aangeleverd en een hulpverlening-<br />
2 de voorwaarde van bemiddeling van woonruimte<br />
leiding geïndiceerd is.<br />
acceptatie van begeleiding is gelijk aan die van andere urgent<br />
overeenkomst van een aanvraag uit <strong>2011</strong> kan nog aan-<br />
Bij een urgentie onder voorwaarde van acceptatie van bege-<br />
woningzoekenden: hij/zij kan zelf reageren op het woning-<br />
geleverd moeten worden in 2012. Voor het aanleveren van<br />
Beide voorwaarden worden alleen in uitzonderlijke gevallen<br />
leiding wordt de woningzoekende gevraagd om een hulp-<br />
aanbod en kan dus zelf kiezen op welke woning wordt gerea-<br />
een hulpverleningsovereenkomst staat een termijn van twee<br />
toegepast.<br />
verleningsovereenkomst te overleggen die is afgesloten met<br />
geerd. Het huurcontract dat met de woningzoekende wordt<br />
maanden.<br />
een bepaalde hulpverlenende instantie. Het uitgangspunt is<br />
afgesloten is gelijk aan dat van andere urgent woning-<br />
dat de verantwoordelijkheid bij de woningzoekende blijft<br />
zoekenden. Mocht de hulpverlening op een gegeven moment<br />
liggen. Uiteraard kan de woningzoekende wel ondersteuning<br />
eindigen dan heeft dit geen gevolgen voor het huurcontract.<br />
vragen bij een woningcorporatie.<br />
| 50 | | 51 |
6·7 Verlengen van urgentie<br />
6·6·2 Urgentie onder voorwaarde van<br />
Bij het toekennen van een urgentie onder voorwaarde van<br />
Conform artikel 7:5 in de Regionale Huisvestingsverordening<br />
In het verslagjaar heeft de urgentiecommissie 13 verzoeken<br />
bemiddeling van woonruimte<br />
bemiddeling van woonruimte staat het de woningzoekende<br />
2007 kan een woningzoekende met urgentie een verzoek<br />
om de urgentieperiode te verlengen ontvangen. De commis-<br />
niet vrij om zelf op woonruimte te reageren. In samenspraak<br />
indienen de urgentietermijn te verlengen. Dit verzoek kan<br />
sie heeft zeven verzoeken verlengd met een urgentietermijn<br />
Een urgentie onder voorwaarde van bemiddeling van woon-<br />
met de betrokken corporatie wordt gekeken naar specifiek<br />
worden ingediend gedurende de laatste maand waarin de<br />
van drie maanden. Zesmaal is een verzoek voor verlenging<br />
ruimte kan bijvoorbeeld spelen in een situatie waarin sprake is<br />
geschikte woonruimte, welke vervolgens door de corporatie<br />
urgentieverklaring geldig is. De commissie betrekt in haar<br />
afgewezen. Redenen daarvoor waren onder andere een te<br />
van specifieke (medische) problematiek in combinatie met de<br />
wordt aangeboden aan de woningzoekende. Het kan ook<br />
beoordeling van het verlengingsverzoek het zoekgedrag van<br />
selectief zoekgedrag binnen de geldigheidstermijn van de<br />
andere factoren als bijvoorbeeld leeftijd en gezinsgrootte.<br />
voorkomen dat de betrokken corporatie niet een geschikte<br />
de woningzoekende vanaf het verkrijgen van de urgentie-<br />
urgentieverklaring. Eenmaal is een verzoek om verlenging<br />
Het uitgangspunt is dat de woonnoodsituatie van de woning-<br />
woning voor de woningzoekende heeft en dan wordt er over-<br />
verklaring.<br />
buiten behandeling gesteld, omdat de betreffende woning-<br />
zoekende(n) wordt opgelost zonder dat daarbij een oneven-<br />
legd met een andere corporatie over het aanbieden van een<br />
zoekende inmiddels een woning had geaccepteerd.<br />
redige stap in de wooncarrière wordt gemaakt.<br />
geschikte woning.<br />
In <strong>2011</strong> is door de urgentiecommissie van deze mogelijkheid<br />
geen gebruik gemaakt.<br />
voorbeeld<br />
Mevrouw x heeft urgentie gekregen voor de gehele Stadsregio Arnhem Nijmegen. Gedurende haar urgentietermijn<br />
zoekt mevrouw zeer specifiek alleen naar woningen in Elst. Uiteindelijk reageert mevrouw niet<br />
eenmaal op een woning met haar urgentieverklaring. In de laatste maand van haar urgentieperiode vraagt<br />
mevrouw verlenging aan. Deze wordt afgewezen vanwege het specifieke zoekgedrag van mevrouw<br />
gedurende haar urgentieperiode. De urgentiecommissie oordeelt dat hiervoor geen grond is. De verlenging<br />
is afgewezen.<br />
| 52 | | 53 |
6·8 Termijnoverschrijding<br />
Voor de afhandeling van een urgentieaanvraag staat in totaal<br />
een termijn van negen weken. In <strong>2011</strong> is in 1,2% van de gevallen<br />
sprake geweest van een termijnoverschrijding. Dit is lager<br />
dan de vorige jaren (2010: 3,2%, 2009: 3,3%) en een zeer<br />
duidelijke daling ten opzichte van de jaren daarvoor. De daling<br />
is met name het gevolg van het feit dat ook veel aanvragen, die<br />
in eerste instantie zijn aangehouden, het afgelopen jaar binnen<br />
de termijn zijn behandeld. In voorgaande jaren waren het vooral<br />
de aanhoudingen die zorgden voor termijnoverschrijdingen.<br />
Aan een termijnoverschrijding kunnen verschillende oorzaken<br />
ten grondslag liggen:<br />
• De aanvrager vertraagt de procedure door bijvoorbeeld het<br />
niet tijdig aanleveren van stukken die noodzakelijk zijn voor<br />
de urgentieaanvraag of het niet beschikbaar zijn voor het<br />
intakegesprek.<br />
• Vertraging bij de woningcorporatie die de aanvraag in<br />
behandeling heeft.<br />
• Vertraging bij (het secretariaat van) de urgentiecommissie.<br />
• Een aanvraag wordt in eerste instantie door de urgentiecommissie<br />
aangehouden voor aanvullende informatie.<br />
Reden termijnoverschrijding 2009 2010 <strong>2011</strong><br />
Intern rapport te laat 3 3 1<br />
Extern rapport te laat 0 1 1<br />
Aanvraag eerder aangehouden 15 32 10<br />
Informatie van derden te laat 0 1 0<br />
Aanvrager in gebreke 1 0 0<br />
Totaal 19 37 12 Tabel 8<br />
In tabel 8 is te zien hoe vaak en om welke reden een termijnoverschrijding<br />
heeft plaatsgevonden.<br />
Het gegeven dat een urgentieaanvraag op een eerder<br />
moment door de urgentiecommissie is aangehouden is de<br />
belangrijkste oorzaak voor een termijnoverschrijding (83,3%).<br />
Hoewel het aantal in absolute getallen lager ligt dan voorgaande<br />
jaren, ligt het percentueel gezien beduidend hoger<br />
dan in 2010 (79,4%) en 2009 (46%).<br />
| 54 | | 55 |
6·9 Externe rapportages bureau Leijten & Van Hoek<br />
Een extern rapport bij Bureau Leijten & Van Hoek kan worden<br />
Rapporten per jaar<br />
soort rapport<br />
aangevraagd door de rapporteur van de corporatie die belast<br />
500<br />
100%<br />
is met een urgentieaanvraag. Hij/zij besluit op grond van<br />
450<br />
90%<br />
psychosociale en/of medische problematiek die speelt of een<br />
400<br />
80%<br />
aanvullend rapport van Leijten & Van Hoek noodzakelijk is ter<br />
350<br />
70%<br />
beoordeling van de aanvraag door de urgentiecommissie.<br />
300<br />
60%<br />
Er doen zich ook situaties voor waarbij een urgentieaanvraag<br />
250<br />
50%<br />
wordt ingediend zonder extern rapport van Leijten & Van<br />
200<br />
40%<br />
Hoek, terwijl de urgentiecommissie tijdens de bespreking<br />
150<br />
30%<br />
informatie mist die voor de beoordeling noodzakelijk is. Dan<br />
100<br />
20%<br />
wordt een aanvraag aangehouden en via de corporatie het<br />
50<br />
10%<br />
verzoek gedaan aan Leijten & Van Hoek alsnog een externe<br />
rapportage uit te brengen. Bureau Leijten & Van Hoek biedt<br />
0<br />
2009<br />
2010<br />
<strong>2011</strong><br />
0%<br />
psychosociaal somatisch<br />
gemengd financieel<br />
ook de mogelijkheid om een financieel rapport op te stellen.<br />
Een dergelijke rapportage is bedoeld om duidelijkheid te<br />
Figuur 9<br />
Figuur 10<br />
scheppen in financieel complexe situaties. De rapporten van<br />
Leijten & Van Hoek worden door de urgentiecommissie als<br />
Informatie afkomstig van Bureau Leijten & Van Hoek.<br />
Informatie afkomstig van Bureau Leijten & Van Hoek.<br />
waardevol gezien.<br />
| 56 | | 57 |
apporten bureau leijten & van hoek per corporatie per jaar<br />
2009 2010 <strong>2011</strong><br />
Portaal Nijmegen 111 78 75<br />
Vivare Arnhem 101 59 63<br />
Talis 78 57 64<br />
Volkshuisvesting Arnhem 49 92 62<br />
Standvast 19 17 17<br />
Oosterpoort 17 20 7<br />
Vivare Renkum 17 8 5<br />
Vivare Duiven 16 7 6<br />
Portaal Arnhem 16 5 5<br />
Vivare Velp 14 13 12<br />
Beroepscommissie 8 8 11<br />
De Gemeenschap 8 16 11<br />
Woonservice IJsselland 7 1 7<br />
Waardwonen 5 12 10<br />
Vivare Elst 4 8 1<br />
Laris 2 4 5<br />
Woningstichting Gendt 0 0 1<br />
Woningstichting Heteren 1 0 1<br />
Woongenoot 0 3 5<br />
Totaal 475 408 368 Tabel 9<br />
Informatie afkomstig van Bureau Leijten & Van Hoek.<br />
| 58 | | 59 |
7 Ontwikkelingen en trends•<br />
Uit het voorgaande hoofdstuk met betrekking tot de aantallen<br />
en de cijfers kan worden geconcludeerd dat er een vrij<br />
stabiele situatie is rondom de urgentieaanvragen. Er zijn geen<br />
grote verschuivingen te constateren in aantallen en soorten<br />
aanvragen. Dit jaar is het aantal afwijzingen iets groter dan<br />
voorgaande jaren. Hierdoor lijkt toch dat binnen de geldende<br />
werkwijze een evenwicht is ontstaan. Daarmee is natuurlijk<br />
niet gezegd dat er geen ontwikkelingen of trends zijn te<br />
bespeuren, alleen die blijken in het proces van urgentieaanvragen<br />
uiteindelijk niet echt significant te worden.<br />
Bovendien wil dit ook niet zeggen dat er geen problemen zijn.<br />
Alleen naar het oordeel van de commissie kunnen deze<br />
binnen de geldende huisvestingsverordening en de procedures<br />
van en voor de commissie niet worden opgelost.<br />
| 60 | | 61 |
Zo had de commissie de afgelopen jaren een hausse aan<br />
financieel gemotiveerde aanvragen verwacht en die is uitgebleven.<br />
Door de economische crisis en de crisis op koophuizenmarkt<br />
rekende de commissie op meer urgentieaanvragen<br />
van mensen met een schuldenproblematiek, verlies<br />
van werk en inkomen en executieverkoop van woningen.<br />
Mogelijk veroorzaken deze problemen ook meer relatiebreuken,<br />
maar die bleven vooralsnog uit. Uit de berichten in<br />
de media maakt de commissie echter wel op dat het aantal<br />
relatieverbrekingen nu toch oploopt nu de crisis aanhoudt.<br />
Tot nu toe nemen die aanvragen niet significant toe.<br />
Wel lijkt het een trend te zijn dat meer jongeren met<br />
(psychische) problemen een beroep doen op een urgentieverklaring,<br />
omdat zij niet verwezen kunnen worden naar de<br />
kamermarkt. De verscherping en bezuiniging in de zorg en<br />
hulpverlening zou hiervan een oorzaak kunnen zijn.<br />
Het blijkt dat het niet meewegen of iemand van buiten de<br />
regio de aanvraag doet geen aanzuigende werking heeft<br />
gehad. Ook het niet snel erkennen van een plaats- of wijkgebondenheid<br />
voor een urgentieaanvrager leidt er niet toe<br />
dat er grote problemen ontstaan.<br />
De belangrijkste ontwikkeling voor de komende periode is<br />
de evaluatie en de komst van een nieuwe huisvestingsverordening.<br />
De verordening levert voor de urgentiecommissie<br />
uiteindelijk het kader op waarbinnen de aanvragen moeten<br />
worden beoordeeld. Het spanningsveld dat soms optreedt<br />
tussen de (politieke) keuzes en de eigen opvattingen van de<br />
commissie is al meerdere malen aan de orde gebracht. Te denken<br />
is bijvoorbeeld aan de situatie rondom relatieverbreking,<br />
waarbij in deze regio de regeling relatief behulpzaam is voor<br />
beide partners om, in geval van co-ouderschap, een goede<br />
nieuwe start te maken. Gezien het stijgende aantal relatieverbrekingen<br />
lijkt deze benadering een relatief groter beslag<br />
op de beschikbare voorraad te leggen.<br />
De urgentiecommissie verwacht voor het overige op de korte<br />
termijn geen belangrijke veranderingen.<br />
| 62 | | 63 |
8 colofon•<br />
Uitgave<br />
Stichting Enserve, Elst<br />
Verschijningsdatum<br />
Juni 2012<br />
Oplage<br />
200<br />
Samenstelling en redactie<br />
Voorzitter en secretariaat urgentiecommissie<br />
Ontwerp, vormgeving en productiebegeleiding<br />
Ontwerpbureau NEO, Velp<br />
| 64 | | 65 |
| 66 |