QuaDrive PDC 12-4 TEC PDC 18-4 TEC - Protool GmbH
QuaDrive PDC 12-4 TEC PDC 18-4 TEC - Protool GmbH
QuaDrive PDC 12-4 TEC PDC 18-4 TEC - Protool GmbH
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4.3 Emissiewaarden<br />
De volgens EN 60 745 bepaalde waarden bedragen<br />
gewoonlijk:<br />
Boren<br />
Geluidsdrukniveau<br />
L PA = 73 dB (A)<br />
Geluidsvermogenniveau L WA = 84 dB (A)<br />
Onzekerheid<br />
K = 3 dB<br />
Slagboren<br />
Geluidsdrukniveau<br />
L PA = 104 dB (A)<br />
Geluidsvermogenniveau L WA = 115 dB (A)<br />
Onzekerheid<br />
K = 3 dB<br />
42<br />
ATTENTIE<br />
Geluid dat bij het werk optreedt<br />
Beschadiging van het gehoor<br />
► Draag gehoorbescherming!<br />
Trillingsemissiewaarde a h (vectorsom van drie richtingen)<br />
en onzekerheid K bepaald volgens EN 60 745:<br />
Schroeven a h, S = 2,5 m/s 2<br />
Boren in metaal a h, D = 5,6 m/s 2<br />
Slagboren in beton a h, ID = <strong>12</strong>,4 m/s 2<br />
Onzekerheid K = 1,5 m/s 2<br />
De gedeclareerde totale waarde van de vibraties<br />
werd gemeten in overeenstemming met de standaard<br />
toetsmethode en kan gebruikt worden om<br />
één gereedschap met een ander gereedschap te<br />
vergelijken.<br />
De gedeclareerde totale waarde van de vibraties<br />
kan gebruikt worden voor een voorlopige vaststelling<br />
van de blootstelling.<br />
Waarschuwing:<br />
De vibratie-emissie tijdens het feitelijke gebruik<br />
van het elektrische gereedschap kan verschillen<br />
van de gedeclareerde totale waarde afhankelijk van<br />
de wijze van het gebruik van het gereedschap.<br />
Om de bediener te beschermen, moeten veiligheidsmetingen<br />
worden vastgesteld (uitgevoerd) waarmee<br />
de blootstelling in de feitelijke gebruiksomstandigheden<br />
geëvalueerd worden (hierbij neemt<br />
men alle fases van de werkcyclus in overweging,<br />
als ook de tijd wanneer het gereedschap is uitgeschakeld<br />
en wanneer het leegloopt behalve de<br />
inschakelingstijd).<br />
5 Inbedrijfstelling<br />
5.1 Accupack vervangen<br />
Accupack verwijderen<br />
Houd de beide toetsen [2-1] ingedrukt.<br />
Neem het accupack naar voren toe uit.<br />
Accupack plaatsen<br />
Schuif het accupack, zoals in afbeelding [2], op de<br />
opberghouder aan de onderkant van de handgreep,<br />
totdat het inklikt.<br />
5.2 Accupack laden<br />
► Het accupack wordt gedeeltelijk geladen geleverd.<br />
Laad het accupack vóór het eerste gebruik<br />
volledig op.<br />
Om het accupack te laden schuift u het tot de<br />
aanslag op de opberghouder [3-2] van het oplaadapparaat.<br />
► In tegengestelde richting kunt u het geladen<br />
accupack uitnemen.<br />
Het oplaadapparaat herkent automatisch het ingebrachte<br />
accutype (NiCd, NiMH of Li-ion).<br />
Afhankelijk van de laadtoestand, de temperatuur<br />
en de spanning van het accupack stuurt een microprocessor<br />
het laadproces. Wordt er een warm<br />
NiMH-accupack (> 37 °C) ingebracht, dan wordt<br />
alleen met gereduceerde laadstroom geladen en<br />
is de laadtijd langer.<br />
De LED [3-1] van het oplaadapparaat geeft de betreffende<br />
bedrijfstoestand van het oplaadapparaat<br />
aan.<br />
LED geel – continulicht<br />
Oplaadapparaat is gebruiksklaar.<br />
LED groen – snel knipperen<br />
Accupack wordt met maximale stroom geladen.<br />
LED groen – langzaam knipperen<br />
Accupack wordt met gereduceerde stroom geladen,<br />
Li-ion is voor 80 % geladen.<br />
LED groen – continulicht<br />
Accupack is opgeladen, conditielading in werking.<br />
LED rood – continulicht<br />
Accutemperatuur ligt buiten de toelaatbare grenswaarden.<br />
LED rood – knipperen<br />
Algemene foutindicatie, bijv. geen volledig contact,<br />
kortsluiting, accupack defect, etc.<br />
5.3 Wandbevestiging<br />
Het oplaadapparaat BC 3 beschikt aan de achterzijde<br />
over twee langgaten. Het kan met behulp van<br />
twee schroeven (bijv. halfronde of vlakkopschroeven<br />
met schachtdiameter 5 mm) aan een wand<br />
worden opgehangen.<br />
Schroef hiervoor de beide schroeven op een afstand<br />
van 96 mm zo ver in de wand dat de schroefkop<br />
nog ca. 4 mm van de wand afstaat.<br />
6 Instellingen aan de machine<br />
► Zet voor het instellen van de machine deze<br />
eerst in de ruststand. De instellingen worden<br />
pas opgeslagen zodra de machine opnieuw is<br />
aangezet.<br />
6.1 Draairichting omschakelen<br />
Met de rechts/links-schakelaar [1-3] kunt u de<br />
draairichting bepalen.<br />
Schakelaar van rechts naar links = rechtsloop;<br />
schakelaar van links naar rechts = linksloop.