Eindverslag sleedoornpage - Natuurpunt
Eindverslag sleedoornpage - Natuurpunt
Eindverslag sleedoornpage - Natuurpunt
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
� Bij een veronderstelde mobiliteit van 1000m zou een groot deel van de<br />
waarnemingen of waarnemingsplaatsen deel uitmaken van relatief kleine en<br />
geïsoleerde populaties. Enkel in het zuiden van Vlaams-Brabant en in de ruime<br />
omgeving rond Leuven ontstaan aaneengesloten populaties bij deze veronderstelde<br />
mobiliteit.<br />
� Bij een veronderstelde mobiliteit van 2000m zou een groot deel van de<br />
waarnemingen of waarnemingsplaatsen deel uitmaken van een grillig gevormde maar<br />
grotendeels aaneengesloten (meta-)populatie. Enkele zones blijken geen deel uit te<br />
maken van dit veronderstelde verspreidingsgebied. Voor een aantal zones is hiervoor<br />
een logische verklaring te vinden, voor andere lijkt vooral de zoekinspanning de<br />
oorzaak te zijn. Bij een mobiliteit van 2000m valt bij deze analyse het uiterste NW van<br />
Vlaams-Brabant en de akker- en fruitteeltregio van Haspengouw in het oosten van de<br />
provincie buiten het verspreidingsgebied van de soort.<br />
Opvallend is de afwezigheid van de soort in de directe omgeving van de meest<br />
beboste regio’s van Vlaams-Brabant, nl. het Meerdaal- en Heverleebos en het<br />
Zoniënwoud. Deze boscomplexen zijn over het algemeen goed bestudeerd, de kans is<br />
daarom reëel dat het biotoop ‘structuurarm bos’ op zich de reden is dat de soort er niet<br />
werd waargenomen. Probleem bij deze bossen is het ontbreken van mooie mantel- en<br />
zoomvegetaties.<br />
Verder zijn er enkele ‘gaten’ in het berekende verspreidingsgebied. Voorbeelden<br />
hiervan zijn de omgeving van Meise-Wolvertem, Vlezenbeek, het grensgebied tussen<br />
Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant in de ruime regio rond Ninove, de omgeving van<br />
Nederokkerzeel en ten noorden en zuiden van Wakkerzeel. Mogelijk is de<br />
hoofdoorzaak van deze ‘gaten’ in het verspreidingsgebied te wijten aan een geringere<br />
zoekinspanning. Verder onderzoek in de toekomst zou hierop een antwoord kunnen<br />
geven.<br />
� Bij een veronderstelde mobiliteit van 5000m zou praktisch heel Vlaams-Brabant<br />
ingenomen worden door een grote aaneengesloten (meta-)populatie. Enkel het<br />
uiterste NW van Vlaams-Brabant en de akker- en fruitteeltregio van Haspengouw in<br />
het oosten van de provincie vallen in dit geval buiten de berekende verspreiding van<br />
de soort.<br />
Algemene conclusie<br />
De verspreidingskaart is gemaakt op basis van alle beschikbare verspreidingsgegevens van<br />
de soort. Hoewel in de loop van voorgaand project (Jacobs et al. 2010) en door gericht<br />
onderzoek door vrijwilligers (vnl. Guelinckx 2001 en Merckx & Berwaerts 2010) heel wat<br />
gegevens bij elkaar gebracht zijn, vormen deze puntwaarnemingen een momentopname en<br />
liggen er uiteraard nog tal van locaties (tussen en rond de waarnemingen) te wachten om<br />
onderzocht te worden.<br />
Doordat de Sleedoornpage in de meest recente werken eerder als matig mobiel beschouwd<br />
wordt en de puntlocaties slechts een indicatie vormen voor de werkelijke verspreiding lijken<br />
alle Sleedoornpage-specifieke acties binnen de buffer van 5000meter gerechtvaardigd.<br />
Goed uitgevoerde acties (zowel op vlak van methode als schaal) die plaatsvinden binnen een<br />
buffer van 2000meter, kunnen quasi zeker rekenen op een succesvolle vestiging van de<br />
soort.<br />
Bovendien is de Sleedoornpage een indicatorsoort voor een ‘gezond’ en gevarieerd<br />
landschap. Maatregelen die de Sleedoornpage ten goede komen zullen tal van soorten ten<br />
goede komen.<br />
Sleedoornpage Vlaams-Brabant 12