03.04.2013 Views

‘Ik zag rustig aan doen als falen. Tot ik volledig instortte’

‘Ik zag rustig aan doen als falen. Tot ik volledig instortte’

‘Ik zag rustig aan doen als falen. Tot ik volledig instortte’

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

26 VRIENDIN • NL<br />

Myrthe werd<br />

opgenomen op<br />

een psychiatrische<br />

afdeling<br />

Myrthe (29) dacht dat ze overwerkt<br />

was: ze kon de toetsen<br />

op haar toetsenbord niet meer<br />

vinden. Maar de huisarts dacht<br />

er anders over. Hij liet haar<br />

opnemen op een paaz, een<br />

psychiatrische afdeling van een<br />

algemeen ziekenhuis. “Ik<br />

schrok me te pletter. Dáár wilde<br />

<strong>ik</strong> niet terechtkomen.”<br />

<strong>‘Ik</strong> <strong>zag</strong> <strong>rustig</strong><br />

<strong>aan</strong> <strong>doen</strong> <strong>als</strong> <strong>falen</strong>.<br />

<strong>Tot</strong> <strong>ik</strong> <strong>volledig</strong> <strong>instortte’</strong><br />

Tekst: Astrid Post-Dhanai. Foto’s: Bart Honingh. Visagie: Linda Huiberts.<br />

‘De verpleegkundigen<br />

en therapeuten<br />

hebben mijn leven<br />

gered’


Myrthe: “Mijn boek PAAZ ligt nu een paar m<strong>aan</strong>den in de winkel en wordt<br />

positief ontvangen. Er zijn zelfs plannen voor een televisieserie. Dat is leuk,<br />

maar <strong>ik</strong> ga niet juichend over straat. Het geeft me een vold<strong>aan</strong> gevoel, dat vijf<br />

minuten <strong>aan</strong>houdt. Dan denk <strong>ik</strong> ‘<strong>ik</strong> heb mijn<br />

doel gehaald, door naar het volgende’. Dat is<br />

de streber in mij en dat wordt versterkt door<br />

mijn twee ziektebeelden: manische<br />

depressiviteit en het syndroom van Asperger,<br />

een vorm van autisme. Hoewel mijn<br />

ziektebeelden blijven, kan <strong>ik</strong> er redelijk mee<br />

omg<strong>aan</strong>. Ik krijg medicijnen die het grootste<br />

deel van de tijd werken en mijn psychiater en<br />

psycholoog weten mijn depressies in goede<br />

banen te leiden. Bovendien weet mijn vriend<br />

waar hij op moet letten en heb <strong>ik</strong> geleerd om naar anderen te luisteren.”<br />

Huilbuien<br />

“Het ging mis toen <strong>ik</strong> 26 was. Ik woonde bij mijn ouders, had een leuke vriend<br />

en werkte <strong>als</strong> redacteur bij een uitgeverij. Ik begeleidde schrijvers en maakte<br />

van hun verhalen iets tastbaars, een boek waarmee ze duizenden mensen<br />

konden inspireren. Het was mijn droomb<strong>aan</strong>. Ik werkte drie dagen per week<br />

op kantoor en nam voor drie dagen lees- en schrijfwerk mee naar huis. Toen<br />

een collega wegging, nam <strong>ik</strong> haar werkzaamheden over en had <strong>ik</strong> een dubbele<br />

b<strong>aan</strong>. Dat moest <strong>ik</strong> <strong>aan</strong>kunnen, vond <strong>ik</strong>. Ik was enorm gedreven. Mijn vriend<br />

<strong>zag</strong> dat <strong>ik</strong> overwerkt raakte en opperde dat <strong>ik</strong> eens met een psycholoog moest<br />

praten. Want soms huilde <strong>ik</strong> avondenlang, wat <strong>ik</strong> dan afdeed met ‘ach, heeft<br />

iedereen weleens’. Huilbuien had <strong>ik</strong> al mijn hele leven, ook op het werk. Dan<br />

ging <strong>ik</strong> op het toilet zitten huilen. Ik voelde me radeloos, maar vond dat <strong>ik</strong><br />

mezelf niet moest <strong>aan</strong>stellen. Daarna ging <strong>ik</strong> weer <strong>aan</strong> het werk. Ik praatte<br />

veel met mijn vriend, maar nooit heel diep en over mijn gevoelens. Vanaf<br />

mijn kinderjaren had <strong>ik</strong> suïcidale gedachten. Ik <strong>zag</strong> mezelf <strong>als</strong> slecht mens,<br />

geen wonder dat <strong>ik</strong> niet meer wilde leven. Ik wist dat mijn gevoelens niet<br />

normaal waren, dus sprak <strong>ik</strong> er uit schaamte niet over. Mijn vriend wist van<br />

n<strong>ik</strong>s en voor mijn ouders was <strong>ik</strong> de oudste dochter die niet zo sociaal was en<br />

zich afzijdig hield van de rest van het gezin. Ze konden mijn gedrag niet goed<br />

duiden. Voor hen was <strong>ik</strong> Myrthe die een beetje anders was.<br />

Werken werd een verslaving, het verdoofde mijn gevoel. Maar door de hoge<br />

werkdruk ging het mij steeds meer moeite kosten. Ik dacht dat <strong>ik</strong><br />

overspannen werd en bezocht de bedrijfsarts. Ik moest het <strong>rustig</strong>er <strong>aan</strong> <strong>doen</strong>,<br />

maar dat <strong>zag</strong> <strong>ik</strong> <strong>als</strong> <strong>falen</strong>. Ik bleef doorwerken, totdat <strong>ik</strong> voor mijn vakantie<br />

grandioos instortte. Ik kon niet meer lezen, de toetsen op het toetsenbord niet<br />

meer vinden en niet snel typen. Ik raakte versuft en verstijfd. Het lukte me<br />

niet meer mijn depressieve buien te negeren. Deze keer vroeg de bedrijfsarts<br />

hoe <strong>ik</strong> ’s avonds naar bed ging. Ik zei: <strong>‘Ik</strong> trek de dekens over me heen en<br />

hoop dat <strong>ik</strong> nooit meer wakker word.’ Dat was genoeg voor hem. Hij zei dat <strong>ik</strong><br />

een depressie had. Minder werken was niet <strong>aan</strong> de orde, <strong>ik</strong> moest stoppen met<br />

werken en hulp zoeken. Ik voelde mij hetzelfde <strong>als</strong> altijd: <strong>ik</strong> wilde dood.<br />

Alleen kon <strong>ik</strong> nu niet meer leven met die gedachte. Net voordat <strong>ik</strong> met mijn<br />

vriend op vakantie zou g<strong>aan</strong>, wist <strong>ik</strong> het zeker: <strong>ik</strong> zou er een eind <strong>aan</strong> maken.<br />

Hij zou <strong>als</strong> archeoloog opgravingen <strong>doen</strong> in Griekenland en <strong>ik</strong> zou hem<br />

helpen. Dat ging me niet lukken. Daarom zei <strong>ik</strong> tegen hem dat <strong>ik</strong> niet<br />

meeging, omdat <strong>ik</strong> lichamelijk uitgeput was. Hij moest zonder mij g<strong>aan</strong>.”<br />

Afvoerputje<br />

“Toen de vakantie <strong>aan</strong>brak, viel mijn werk weg. Niet alleen <strong>als</strong> overbelasting,<br />

maar ook <strong>als</strong> structuur in mijn leven. Ik was nu alleen nog Myrthe, daarvoor<br />

was <strong>ik</strong> vooral redacteur. Werken was mijn leven, mijn wereld bestond uit ‘nu<br />

MIJN LEVEN<br />

‘Tegen mijn vriend zei <strong>ik</strong> dat <strong>ik</strong> meer<br />

van een meerkoet hield dan van hem’<br />

plus een uur’, <strong>ik</strong> dacht niet <strong>aan</strong> de komende<br />

weken en m<strong>aan</strong>den. De eerste dagen van<br />

mijn vakantie bleef <strong>ik</strong> huilen. Mijn vader<br />

drong erop <strong>aan</strong> dat <strong>ik</strong> naar de huisarts ging.<br />

De huisarts vroeg: ‘Ga je wachten op de dood<br />

of heb je een datum of een vastomlijnd plan?’<br />

Dat plan had <strong>ik</strong>: <strong>ik</strong> zou in een bocht op een<br />

dijk tegen een rij bomen <strong>aan</strong>rijden. De<br />

huisarts stuurde mij door naar de crisisdienst<br />

voor spoedgevallen. Het maakte me niet uit<br />

dat <strong>ik</strong> daar zat, <strong>ik</strong> was gevoelloos. Er waren<br />

drie opties volgens de verpleegkundige:<br />

medicatie, dagbehandeling of een opname.<br />

Dat laatste leek me sterk. Waar maakte<br />

iedereen zich toch zo druk over? Maar na een<br />

gesprek met de psychiater hoorde <strong>ik</strong> dat het<br />

echt een opname zou worden. Ik schrok me<br />

te pletter. Ik wist n<strong>ik</strong>s van de psychiatrische<br />

instellingen, alleen dat je daar nooit terecht<br />

wilt komen: dat is het afvoerputje van de<br />

maatschappij, daar zitten de gekken, dacht <strong>ik</strong>.<br />

Ik barstte in huilen uit, maar herpakte<br />

mezelf. Ik dacht: <strong>ik</strong> ben daar toch snel weg.<br />

Ik mocht mijn spullen thuis g<strong>aan</strong> pakken,<br />

maar alleen <strong>als</strong> <strong>ik</strong> direct zou terugkomen.<br />

Thuis vertelde <strong>ik</strong> mijn ouders over mijn<br />

opname op de paaz, de psychiatrische<br />

afdeling van een algemeen ziekenhuis. Ik zei<br />

dat <strong>ik</strong> depressief was, mijn zelfmoordplannen<br />

hield <strong>ik</strong> voor me. Ze schrokken. Al hadden ze<br />

het ergens ook wel zien <strong>aan</strong>komen.”<br />

Kr<strong>aan</strong>vogels<br />

“Mijn vader bracht me weg, hij wilde zien<br />

waar <strong>ik</strong> zou terechtkomen. Ik had geen idee<br />

wat me op de paaz te wachten stond. Ik kwam<br />

in het weekend binnen en de meeste<br />

patiënten waren naar huis, op zes ernstige<br />

gevallen na. Er was leegte en rust. Mijn vader<br />

vertrok, de deur achter mij ging op slot, maar<br />

<strong>ik</strong> voelde mij niet gevangen. Mijn wereld was<br />

alleen iets kleiner geworden. Ik voelde me<br />

dood vanbinnen, alleen mijn lichaam was er<br />

VRIENDIN • NL 27


28 VRIENDIN • NL<br />

Myrthe:<br />

‘De dag na<br />

mijn vertrek<br />

uit de kliniek<br />

begon <strong>ik</strong> met<br />

schrijven’<br />

nog. Mijn vriend schrok toen hij hoorde van mijn opname, hij<br />

wilde meteen terug naar Nederland komen. Dat wilde <strong>ik</strong> niet,<br />

hij voegde n<strong>ik</strong>s toe. Het stelde hem wel gerust dat <strong>ik</strong> hulp zou<br />

krijgen. Toen het weekend voorbij was en de patiënten<br />

terugkwamen, kwam <strong>ik</strong> erachter dat de paaz vol zat met<br />

Myrthes: er zaten normale mensen zo<strong>als</strong> <strong>ik</strong> – helmaal geen<br />

gekken. Drie uur per dag kregen we therapie, de rest van de<br />

dag moesten we ons zelf vermaken. Praten kon <strong>ik</strong> niet. Ik<br />

huilde veel, dat was mijn manier om emoties te uiten. Ik zocht<br />

mijn toevlucht in puzzelen, en legde dan duizend stukjes in<br />

een uur. Soms kreeg <strong>ik</strong> ineens inspiratie om te tekenen, dan<br />

maakte <strong>ik</strong> tientallen tekeningen. Of <strong>ik</strong> vouwde vijfhonderd<br />

kr<strong>aan</strong>vogels van papier. Ik had last van slapeloze nachten en<br />

dacht alleen maar <strong>aan</strong> de dood. Twee keer heb <strong>ik</strong> een week<br />

niet geslapen.”<br />

Kleptom<strong>aan</strong><br />

“Na gesprekken met een psycholoog en een psychiater werd<br />

duidelijk dat <strong>ik</strong> zwaar depressief was en langer moest blijven.<br />

De therapeuten wisten eerst niet welke medicatie goed voor<br />

mij was en daardoor kreeg <strong>ik</strong> vijftien verschillende pillen in<br />

een paar m<strong>aan</strong>den tijd. Op sommige momenten voelde <strong>ik</strong> me<br />

goed, soms was <strong>ik</strong> hyper en soms voelde <strong>ik</strong> n<strong>ik</strong>s. Die emoties<br />

werden veroorzaakt door de medicatie. Als mijn ouders en<br />

vriend mij kwamen bezoeken, zat <strong>ik</strong> erbij <strong>als</strong> een zombie.<br />

Tijdens een wandeling met mijn vriend zei <strong>ik</strong> dat <strong>ik</strong> meer<br />

voelde voor de meerkoet in het water dan voor hem. Ik wilde<br />

hem op afstand houden. Als hij mij troostte en een arm om<br />

mij heen sloeg, voelde <strong>ik</strong> n<strong>ik</strong>s. Ik was een vreemde in mijn<br />

lichaam en het voelde <strong>als</strong>of een vreemde mij <strong>aan</strong>raakte. Dat<br />

vond <strong>ik</strong> verschr<strong>ik</strong>kelijk. Mijn woorden raakten hem niet, hij<br />

hield van me en bleef mij opzoeken. Als <strong>ik</strong> maar beter werd.<br />

Met een groep medepatiënten kon <strong>ik</strong> het goed vinden. Wij<br />

brachten de dag samen door. Toen de medicatie ging


<strong>aan</strong>sl<strong>aan</strong>, kwamen er steeds meer dagen dat <strong>ik</strong> me goed<br />

voelde en kon lachen. Zo<strong>als</strong> toen we met sinterklaas onze<br />

schoen zetten voor de nachtdienst. De volgende ochtend<br />

waren ze gejat door een patiënt die kleptom<strong>aan</strong> was. Of toen<br />

we bij creatieve therapie depressieve kerstballen maakten,<br />

omdat we geen zin hadden in kerst. Ik kreeg meer energie<br />

en praatte veel met verpleegkundigen. Met hen was <strong>ik</strong> de hele<br />

dag samen, zij kenden mij en <strong>zag</strong>en mij – anders dan de<br />

therapeuten die mij een uurtje per dag behandelden – meer<br />

<strong>als</strong> een mens. Zij waren er voor mij, niet voor mijn behandeling.<br />

Voor mij waren zij de menselijke maat waar<strong>aan</strong> <strong>ik</strong> mij kon<br />

spiegelen. Door hen <strong>zag</strong> <strong>ik</strong> hoe normale, gezonde mensen met<br />

confl icten en emoties omg<strong>aan</strong>, iets wat <strong>ik</strong> zelf niet meer kon.<br />

Zij leerden mij dat <strong>ik</strong> dingen kon delen, dat <strong>ik</strong> dingen samen<br />

kon <strong>doen</strong> en om hulp kon vragen. Want die was er.”<br />

Sleutel<br />

“Na een paar m<strong>aan</strong>den bestond mijn leven <strong>volledig</strong> uit de<br />

paaz. Pas na een tijdje kon <strong>ik</strong> denken <strong>aan</strong> een andere plek<br />

waar <strong>ik</strong> het ook prettig kon hebben. Een eigen huis was een<br />

voorwaarde om weg te mogen, want van de psychiater moest<br />

<strong>ik</strong> een nieuwe richting op. Mijn zelfmoordgedachten werden<br />

minder en <strong>ik</strong> werd benieuwd naar de buitenwereld. Zou <strong>ik</strong> het<br />

redden daarbuiten? En hoe zou mijn leven verlopen? Na vijf<br />

m<strong>aan</strong>den mocht <strong>ik</strong> weg. Ik zou wel in therapie blijven, <strong>ik</strong> ging<br />

niet weg omdat <strong>ik</strong> genezen was, maar omdat het ietsje beter<br />

ging. In de m<strong>aan</strong>d voor mijn vertrek was <strong>ik</strong> de weekenden bij<br />

mijn ouders en was <strong>ik</strong> bezig met het inrichten van mijn<br />

nieuwe huis. Daardoor was de overgang naar de normale<br />

wereld niet zo abrupt. Mijn vertrek voelde onwennig: de paaz<br />

was mijn thuis geworden. De dag na mijn vrijlating – zo<strong>als</strong> <strong>ik</strong><br />

het noem – begon <strong>ik</strong> met schrijven. Alle herinneringen die<br />

door mijn hoofd spookten, schreef <strong>ik</strong> op. Na drie dagen<br />

stonden er driehonderd herinneringen op papier. Mijn hoofd<br />

was nog niet leeg, <strong>ik</strong> moest alles uitschrijven. Dag twee begon<br />

<strong>ik</strong> met schrijven en na 50.000 woorden wist <strong>ik</strong>: dit wordt een<br />

boek.”<br />

Sadisten<br />

“Een paar m<strong>aan</strong>den geleden was de presentatie van mijn<br />

autobiografi sche roman PAAZ. Het mooie was dat er veel<br />

verpleegkundigen bij waren, terwijl het verhaal ook over<br />

<strong>‘Ik</strong> wilde dood: mijn plan was om<br />

tegen een boom te rijden’<br />

<br />

Heb jij net<br />

<strong>als</strong> Myrthe<br />

een zware<br />

depressie<br />

gehad?<br />

Mail je<br />

verhaal<br />

naar post@<br />

vriendin.<br />

audax.nl<br />

of praat<br />

mee op<br />

www.<br />

vriendin.nl.<br />

DEBUUTROMAN<br />

Myrthe van der Meer werkte bij een uit-<br />

geverij totdat ze in een burn-out raakte<br />

MIJN LEVEN<br />

en zwaar depressief op de paaz beland-<br />

de, de psychiatrische afdeling van een<br />

algemeen ziekenhuis. PAAZ is haar<br />

autobiogra sche debuutroman. Myrthe<br />

van der Meer is een pseudoniem. Hier-<br />

voor heeft de schrijfster gekozen om de<br />

privacy van de personages in haar<br />

boek te waarborgen. Om die reden zijn<br />

ook de achtergronden in het boek ver-<br />

anderd. Ze kiest er wel bewust voor om<br />

in de media te verschijnen met een foto<br />

van zichzelf. PAAZ is onder andere ver-<br />

krijgbaar via www.ako.nl, prijs: € 17,95.<br />

Uitgeverij House of Books.<br />

www.myrthevdmeer.nl<br />

hen gaat. Ze zeiden dat ze mij <strong>volledig</strong><br />

vertrouwden. Ik ben altijd open geweest over<br />

mijn opname. Vaak zijn mensen verbaasd <strong>als</strong><br />

ze horen dat <strong>ik</strong> opgenomen ben geweest. Mijn<br />

verhaal leidt ook tot openheid bij anderen<br />

over hun eetstoornis, drankverslaving of<br />

verblijf in een kliniek. Het is jammer dat de<br />

psychiatrie vaak wordt beschreven <strong>als</strong> een<br />

hel: dat iedereen daar gek is, de verpleegkundigen<br />

sadistisch en de pillen vergif. Dat<br />

vooroordeel hoop <strong>ik</strong> met PAAZ weg te nemen.<br />

De verpleegkundigen en therapeuten hebben<br />

mijn leven gered. Het gaat nu goed, al heb <strong>ik</strong><br />

twee ziektebeelden die blijven. Ik zou willen<br />

dat <strong>ik</strong> stabieler was en minder stemmingswisselingen<br />

had, maar dankzij therapie en<br />

medicatie kan <strong>ik</strong> mezelf goed redden. De<br />

relatie met mijn vriend is net zo sterk <strong>als</strong> voor<br />

mijn opname, maar onze relatie is nooit het<br />

probleem geweest, het probleem was <strong>ik</strong>zelf.<br />

Ik houd zielsveel van hem, we praten nog<br />

steeds eindeloos veel, ook over gevoelens. Hij<br />

houdt meer rekening met mij en <strong>ik</strong> zeg nu<br />

vaker ‘nee, dat kan <strong>ik</strong> niet’. Vaak met<br />

tegenzin, want die streber in mij blijft,<br />

maar het gaat.”<br />

VRIENDIN • NL 29

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!