3D-Bulletin - Nederlandse Vereniging Voor Stereofotografie
3D-Bulletin - Nederlandse Vereniging Voor Stereofotografie
3D-Bulletin - Nederlandse Vereniging Voor Stereofotografie
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3<br />
Seizoen 2009 - 2010<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong><br />
<strong>Nederlandse</strong> <strong>Vereniging</strong> voor <strong>Stereofotografie</strong>
04 Redactioneel<br />
04 <strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> 187.<br />
Gert-Jan Wolkers<br />
06 <strong>Vereniging</strong>snieuws<br />
06 Mededelingen Bibliotheek.<br />
Sophieke Nijhuis-Bouma<br />
09 <strong>Vereniging</strong>sdag november 2009.<br />
Roland de Raeve<br />
10 <strong>Vereniging</strong>sdag januari 2010.<br />
Roland de Raeve<br />
12 Open Dag 2010: “Aardige mensen”.<br />
Arthur Palache<br />
13 Open Dag 2010: “Een dag met hindernissen”.<br />
Gert-Jan Wolkers<br />
14 Routebeschrijving ‘t Visnet.<br />
Ledenmutaties.<br />
N.V.v.S. e-groep.<br />
Jan Broeders<br />
15 <strong>Vereniging</strong>sdagen<br />
15 Programma <strong>Vereniging</strong>sdag 156.<br />
Jaap van Loon<br />
INHOUDSOPGAVE<br />
16 Driedimensionaal<br />
16 Beeldgrootte en bestandsgrootte.<br />
Johan Steketee<br />
18 Digitale stereofotografie: een probleempje.<br />
Erik Swetter<br />
20 Fotografie op z’n moeilijkst.<br />
Luk de Rop<br />
25 Ontwerpen in <strong>3D</strong>: Google SketchUp.<br />
Job van de Groep<br />
26 Fast Life.<br />
John Hart (vert. Johan Steketee)<br />
32 Wat wist Elliot over Stereoscopie?<br />
Abram Klooswijk<br />
38 Wat gebeurt er binnen de Fujifilm W1.<br />
Victor Reijs<br />
42 Op weg naar Egmond.<br />
Ryko Prins<br />
46 De “Diepte Map Methode”.<br />
Shahrokh Dabiri (vert.Johan Steketee)<br />
57 Projectieproblemen met PtE.<br />
Johan Steketee<br />
58 Content<br />
58 Vraag & Aanbod<br />
59 Wegwijzer<br />
3<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
4<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
Redactioneel<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> 187<br />
En daar zijn we weer! <strong>Voor</strong> u ligt een nieuw<br />
nummer van het <strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong>. Heel veel<br />
dank aan allen die een bijdrage hebben geleverd<br />
om ook dit nummer weer interessant<br />
en informatief te maken. Johan Steketee<br />
begint het vertaalwonder van de vereniging<br />
te worden maar heeft ook nog twee<br />
oorspronkelijke werkstukken afgeleverd.<br />
Abram Klooswijk heeft weer een verdere<br />
verkenning uitgevoerd door de beginhistorie<br />
van de stereofotografie. En dan de rest.<br />
Allen hartelijk dank! En aan u de op-<br />
roep om niet te schromen om<br />
ook ook eens iets te schrijven.<br />
In dit bulletin treft treft u<br />
een bijdrage van een<br />
nieuw lid aan. Zo<br />
snel kan het gaan!<br />
En bedenk, ik plaats<br />
alles. Mits het betamelijk<br />
is natuurlijk.<br />
<strong>Voor</strong> de zeer nauwkeurige<br />
observanten; ja, ja, er is weer wat veranderd!<br />
Zo ben ik van Indesign CS2 over<br />
gestapt naar CS4 dat weer meer mogelijkheden<br />
biedt. Hetgeen sommigen misschien<br />
zullen zien; er is een ander lettertype in<br />
gebruik. Na het “opruimen” van een niet<br />
geheel kosjere versie van Quark Express<br />
die ik erfde is nu het eveneens niet geheel<br />
“frisse” gebruikte Frutiger lettertype de nek<br />
omgedraaid. Er is gekozen voor het bijna<br />
gelijke Verdana lettertype dat standaard<br />
in Windows wordt meegeleverd. Weer een<br />
probleem opgelost. Daarnaast heb ik het<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> gereed gemaakt in versies voor<br />
2011, 2012 en 2013. We kunnen dus even<br />
vooruit. Dat betekent overigens niet automatisch<br />
dat ondergetekende zolang door<br />
zal blijven gaan!<br />
Iets anders is de verwarring die bij diverse<br />
leden is ontstaan door het verschil tussen<br />
het betaaljaar (jan - jan) en het verenigingsjaar<br />
(sept - sept). Zo kreeg u gedurende<br />
een jaar een nummer 2 (januari),<br />
3 (mei) en 1 (september). Dit gaat vanaf<br />
september veranderen. De nummering van<br />
de <strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong>s gaat over naar de versie<br />
nummering. Zo wordt dus het volgende<br />
nummer het nummer 188.<br />
Volgend jaar zult u als JAARGANG 2011<br />
(in oranje) ontvangen de nummers 189,<br />
190 en 191. Daarna volgen de nummers<br />
192, 193 en 194 (in<br />
groen) als JAARGANG<br />
2012 en vervolgens komen<br />
de nummers 195,<br />
196 en 197 (in geel)<br />
als JAARGANG 2013.<br />
Ik denk dat hiermee<br />
aan de verwarring een<br />
einde wordt gemaakt.<br />
Overigens verschijnt er in<br />
2011 een extra uitgave in de vorm<br />
van het <strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> als programmaboek<br />
voor het ISU congres. Alleen voor de congresdeelnemers.<br />
Als dat al geen reden is<br />
om te boeken voor het congres!<br />
Stuur uw nieuwe bijdragen voor het volgende<br />
bulletin graag voor eind juni naar mij<br />
toe (eerder is beter)!. Maar dan wel graag<br />
in ONOPGEMAAKTE VORM!!! Dat betekent:<br />
tekst zonder speciale opmaak (dik,<br />
cursief, spaties) en speciale tekens. Helaas<br />
heeft het omzetten van tekst mij ook dit<br />
keer heel wat hoofdbrekens en onnodige<br />
tijdsbesteding gekost! U denkt vast; “dat<br />
stond er de vorige keer ook al in”. Dat klopt.<br />
Het heeft niet helemaal geholpen. Vandaar!<br />
Tot ziens op de volgende verenigingsdag!<br />
Gert-Jan Wolkers
“IJsbergen in de polder” door Ronald Schalekamp<br />
5<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
6<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
<strong>Vereniging</strong>snieuws<br />
Mededelingen bibliotheek N.V.v.S.<br />
ZEEMONSTERS<br />
Recent heeft National Geographic een boek<br />
uitgegeven over zeemonsters. In dat boek<br />
wordt in 191 pagina’s ingegaan op prehistorische<br />
wezens uit de diepte. Dit boek<br />
gaat over dinosaurussen en is een onvergetelijke<br />
trip naar de wateren van het prehistorisch<br />
verleden waarbij de lezer een<br />
kijkje wordt gegund in de fascinerende<br />
wereld van zeemonsters. Het verslag van<br />
het onderzoek van paleontologen (onderzoekers<br />
naar het verre verleden) wordt<br />
geïllustreerd met talrijke foto’s, waarvan<br />
een aantal als <strong>3D</strong>-anaglyph. Naast het<br />
boek is er onder de titel “Sea monsters,<br />
een prehistorisch avontuur” een dubbel-<br />
DVD uitgebracht van de film die onderdeel<br />
was van het onderzoek. Eén van deze<br />
DVD’s is een <strong>3D</strong>-anaglyph. Naast de fraaie<br />
en soms ook aangrijpende beelden krijg je<br />
zo ook nog wat mee over het leven van<br />
deze onderwaterwereld. Het boek heeft als<br />
ISBN-nummer 978-90-8927-0191. Het<br />
nummer van de DVD’s is: 978-90-8510-<br />
794-1.<br />
FOTOHITS NR. 1-2/2010<br />
Via Theo van Dam kwam de bibliotheek in<br />
het bezit van een exemplaar van FOTOHITS<br />
nr. 1-2/2010. FOTOHITS is het Duitse tijdschrift<br />
voor fotografie en beeldbewerking.<br />
Dit nummer is eigenlijk een <strong>3D</strong>-special met<br />
aandacht voor <strong>3D</strong>-foto’s, zelf een <strong>3D</strong>-camera<br />
bouwen, een bespreking van de Fuji Real<br />
<strong>3D</strong> en een oproep voor een wedstrijd waarvan<br />
de sluitingsdatum al achter ons ligt. Bij<br />
die <strong>3D</strong>-foto’s gaat het om werk van Simon<br />
Bell en zijn techniek, waarover ook meer te<br />
vinden is op www.simonbellphotography.<br />
com. De anaglyphenfoto’s zijn zonder meer<br />
fraai en spreken zeer tot de verbeelding.<br />
De Fuji Real <strong>3D</strong> wordt uitgebreid beschre-<br />
ven en aan een test onderworpen. Het<br />
eindoordeel is overwegend positief, hoewel<br />
deze camera natuurlijk zijn beperkingen<br />
heeft. <strong>Voor</strong> de doe-het-zelvers is het artikel<br />
over het koppelen van 2 digitale camera’s<br />
wellicht zeker zo interessant. Jörg Schrammel<br />
geeft aan hoe dat moet. Meer informatie<br />
hierover is te vinden op www.schrammel.org/stereo-photo-digital.php?l=de.<br />
Alle stereo-opnamen worden als anaglyph<br />
getoond.<br />
PHOTOGRAPHIEEN VAN<br />
WELEER<br />
Onder bovenstaande titel heeft Sil van<br />
Doormalen via het Streekarchief van de<br />
Bommelerwaard een boekwerk uitgegeven<br />
met stereofoto’s omstreeks 1860 van Rossum,<br />
Hedel en Zaltbommel. Na een inleiding<br />
van ruim 25 pagina’s waarin o.a. op de<br />
techniek en de <strong>3D</strong>-fotografen wordt ingegaan,<br />
volgen van genoemde fotografen<br />
zo’n 40 stereofoto’s van de eveneens<br />
genoemde plaatsen. Ook bevat het boekwerk<br />
een fors aantal verwijzingen. Hoewel<br />
de kwaliteit van de foto’s soms iets te wensen<br />
overlaat, is het ook wel heel bijzonder<br />
dat deze beelden al zo’n 150 jaar geleden<br />
zijn gemaakt. Met dank aan Ben Weeber<br />
die mij op deze publicatie attendeerde!.<br />
<strong>Voor</strong> wie het boekwerk zelf wil aanschaffen:<br />
ISBN/EAN: 978-90-806322-5-4. Ook<br />
is het boekje via de website van het streekarchief<br />
te bestellen: www.streekarchiefbommelerwaard.nl<br />
Genoemde aanwinsten zijn vanaf heden te<br />
leen uit de bibliotheek.<br />
Sophieke Nijhuis-Bouma<br />
Bibliothecaris
“Spring in Paris” door Roland de Raeve<br />
7<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
8<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
“Beekhuizer Zand(verstuiving)” door Ingo Ton
<strong>Vereniging</strong>sdag november 2009<br />
Onze voorzitter was op bezoek bij onze zustervereniging<br />
in Slovenië zodat ondergetekende<br />
als spreekstalmeester de aanwezigen<br />
mocht verwelkomen. Het was druilerig herfstweer<br />
en het was dus afwachten of de leden<br />
zich daardoor zouden laten afschrikken om de<br />
tocht naar Huizen te ondernemen of dat ze<br />
daarentegen gezellig zouden komen genieten<br />
in het Visnet. De opkomst was uiteindelijk<br />
heel bevredigend. Ook Lucas De Rop was uit<br />
het “verre Zuiden” (regio Vlaanderen) gekomen<br />
en had zijn kijkkast opgesteld. Van hem<br />
kregen we spectaculaire opnamen van bliksems<br />
(brede basis van 200 meter!) te zien.<br />
Het programma kan in dit digitale tijdperk<br />
niet in zijn geheel aangekondigd worden in<br />
het <strong>Bulletin</strong> omdat er soms nog op de valreep<br />
series worden aangeboden. Het is dus altijd<br />
een verrassing wat we te zien gaan krijgen.<br />
De projectie verliep weer helemaal perfect<br />
dankzij de inzet van ons projectieteam. Er<br />
waren bijdragen van Janny de Wit (Gardameer,<br />
Venetië), Lucas De Rop (Winterbeelden,<br />
Zermat), Jan Knoop (Haven van Rotterdam),<br />
Job van de Groep (Casa Portuguesa,<br />
Pradao Dos Descobrimentos, Koninklijk Paleis<br />
Bangkok, Kloosters en Kerken in Portugal),<br />
Ronald Schalekamp (Macro’s), Ad van Rossum<br />
(Wallen, Prix de Rome), Wil Dorresteijn<br />
(Nimeta Open Dag 2008) en van de Australische<br />
collega Bert van Aken (Wild Flowers).<br />
De kwaliteit van de series bestreek het hele<br />
gamma van heel goed tot series waaraan nog<br />
stevig moet worden gesleuteld. Wim van<br />
Keulen gaf niet alleen opbouwend commentaar<br />
bij “Dia’s van Leden” maar deed dit ook<br />
bij sommige series. Dit is een heel nuttig<br />
onderdeel van het programma. Beginnende<br />
leden worden alzo wegwijs gemaakt in de<br />
techniek voor het maken en presenteren van<br />
individuele stereo-opnamen en uiteindelijk<br />
voor het samenstellen van series. Het verdient<br />
aanbeveling dat eerst getracht wordt<br />
goede beoordelingen te krijgen bij “DvL”<br />
vooraleer een serie gepresenteerd wordt. Bij<br />
een serie komt heel wat meer kijken. Als het<br />
kan moet worden gestreefd naar een “lijn”<br />
(lukraak uitgekozen plaatjes trachten te vermijden),<br />
niet “teveel van hetzelfde”, begeleidende<br />
muziek en titels. In het geval van een<br />
reisserie is het soms aan te bevelen 2 versies<br />
te maken: één voor de familie of kennissen<br />
en één voor een algemeen publiek in het Visnet.<br />
Op het programma stond ook het kenbaar<br />
maken van de uitslag van de MoF-competitie.<br />
Ik mocht de enveloppen van de 1ste en 2de<br />
prijzen (oorkondes) overhandigen aan respectievelijk<br />
Job van de Groep voor zijn creatieve<br />
“Een twee drie vier” en Ronald Schalekamp<br />
voor zijn mooie “IJsbergen in de polder”.<br />
Job heeft ondertussen ook zijn door Co<br />
van Ekeren beschikbaar gestelde prijs (een<br />
mooie viewer) ontvangen. De 4 hoogst<br />
gewaardeerde series waren buiten de competitie<br />
gelaten: Gert-Jan Wolkers (Sermoneta,<br />
Open Dag 2009), Jaap van Loon (Co de Builder)<br />
en Johan Steketee (Portretten in <strong>3D</strong>).<br />
Er werden ook resultaten getoond van de<br />
nieuwe Fuji W1 stereocamera. <strong>Voor</strong> zover ik<br />
ze kon beoordelen waren ze heel aanvaardbaar.<br />
En met schema’s en voorbeelden liet<br />
Jaap van Loon zien wat voor ons plaatjesmakers<br />
de consequenties zijn bij het werken in<br />
het “nieuwe” formaat van 1920x1200 pixels.<br />
Ook kregen we weer ISU presentaties te zien,<br />
samengesteld door bijdragen van vele internationale<br />
verenigingen, waaronder onze<br />
eigen NVvS. Twee 10 minuten durende shows,<br />
die als een denderende trein voorbij vlogen,<br />
met veel spectaculaire en mooie opnamen.<br />
Wel enigszins vermoeiend door de steeds wisselende<br />
vertepuntseparaties en toch ook met<br />
heel wat schijnraamfouten.<br />
Jaap had blijkbaar het programma goed<br />
“getimed” want bijna precies om 4 uur kon ik<br />
de verenigingsdag afsluiten.<br />
Roland de Raeve<br />
9<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
10<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> <strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - - verenigingsseizoen verenigingsseizoen 2009 - - 2010 2010<br />
<strong>Vereniging</strong>sdag januari 2010<br />
Onze voorzitter kon door het uitvallen van de<br />
auto niet aanwezig zijn zodat ondergetekende<br />
de verenigingsdag mocht openen. Na enkele<br />
sneeuwbuien getrotseerd te hebben waren er<br />
toch heel wat leden komen opdagen. Zelfs<br />
met diegenen die ’s middags er alsnog bij<br />
kwamen was de opkomst minder dan gemiddeld.<br />
Ik moest ook de trieste mededeling<br />
doen dat de vrouw van ons trouwe medelid<br />
Ger Becker overleden was. We mochten weer<br />
genieten van een gevarieerd programma. Er<br />
waren “dia”-bijdragen van Johan Steketee<br />
(Dartmoor, SaasGrund, Fiesch), Eric Doorn<br />
(Chinees leger), Erwin Dammers (Alcatraz),<br />
John Klooster (USA, prachtig), Rik van Schagen<br />
(Project Praag), Dennis Boersma (Ping<br />
An), Wim Berendes (All Models, Versteend),<br />
Arjen Spiekstra (Parasailing, met opmerkelijke<br />
“Wings”-effecten), Regio West (Rond de<br />
Waterweg, Afl.3), Job van de Groep (Winter,<br />
Heerenlanden), Jan Verbakel (Platonisch<br />
Vuurwerk, geïnspireerd maar niet geplagieerd<br />
door het werk van Jaap Zonneveld) en ondergetekende<br />
(Constructies, Aliens from Mars).<br />
Er werd ook een mooie buitenlandse serie<br />
vertoond van de Australiër Alan Griffin (Lost<br />
Horizon).<br />
In het programmaonderdeel “dia’s van leden”<br />
gaf Wim van Keulen weer nuttig commentaar.<br />
Er waren ook video’s: Jan-Kees Glijnis (Historische<br />
Optocht, heel grappig) en Gerwald<br />
Hazelaar met een keurige video in HD. Ernest<br />
en Jaap van Loon lieten bijzonder geslaagde<br />
experimentele Full HD opnamen zien met de<br />
nieuwe videoset (Sony CX 105) samengebouwd<br />
door Co van Ekeren. Dat wordt een<br />
bestseller ! De laatste video was van de Amerikaan<br />
John Hart (Fast Live). Het was heel<br />
grappig door de versnelde bewegingen en<br />
diende als metafoor voor het jachtige leven in<br />
de hedendaagse maatschappij. Wat mij<br />
betreft duurde het wat te lang gezien het<br />
zenuwachtige gedoe waarbij je als kijker wat<br />
tureluurs zou kunnen worden.<br />
Ik mocht bijna precies om 4 uur afsluiten. Ik<br />
heb vergeten ook de mensen die voor de verduistering<br />
en het opstellen van het scherm<br />
gezorgd hadden te bedanken. Ik hoop hierbij<br />
dit verzuim goed gemaakt te hebben.<br />
Roland de Raeve<br />
Het grootte verschil tussen compact camera sensoren (links onder),<br />
spiegelreflex c.q. (micro) Four Thirds systemen t.o.v. het volformaat.
25 jaar lid in 2010<br />
Th. L. Jonker te Almere<br />
J.W. Knoop te Hendrik-Ido-Ambacht<br />
H.A. Körmeling te Hazerswoude-Rijndijk<br />
J. Meijer te Den Bosch<br />
H.U. Möller te Wuppertal<br />
J. Nierop te Amsterdam<br />
A. Roskam te Strijen<br />
F.G.W. Simonetti te Borne<br />
F. Springsklee te Lüdinghausen<br />
A.H.G. Westervoort te Eindhoven<br />
Op het moment dat <strong>3D</strong>B187 bij u thuis arriveert zal waarschijnlijk<br />
Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee de website voor het boeken van<br />
het ISU congres (registratie, kamerarrangement, excursies en het<br />
slotdiner) gereed hebben. Op 29 mei zal ik e.e.a toelichten. In<br />
<strong>3D</strong>B188 kunt u alles gedetailleerd lezen! (GJW)<br />
11<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
12<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
Open Dag 2010<br />
Aardige mensen<br />
De aankondiging in een plaatselijk huis-aanhuisblad<br />
was aanleiding om een avond van de<br />
Westlandse Amateur Fotografen <strong>Vereniging</strong> te<br />
bezoeken. Op het programma stond, naast<br />
“Het maken van AV-series”, dat na de pauze<br />
iets over stereofotografie verteld èn gedemonstreerd<br />
zou worden. Het was indrukwekkend.<br />
Zo zelfs, dat ik direct besloot lid te<br />
worden van de WAFV. Bovendien was er na<br />
het zien van de prachtige stereo-beelden van<br />
Stefan Giehl, direct een hoog ”dat wil ik ook<br />
gevoel” ontstaan.<br />
Ik fotografeer al jaren, voornamelijk als<br />
sportduiker onder water en de combinatie<br />
van deze twee bijzondere soorten fotografie<br />
spreekt me erg aan. Ik ga dus onder water in<br />
stereo fotograferen, een bijzondere uitdaging.<br />
Ik besef dat ik onder aan de ladder<br />
moet beginnen en dus eerst maar eens de<br />
‘gewone’ stereofotografie onder de knie moet<br />
krijgen. Stefan was zeer behulpzaam en wees<br />
me op het bestaan van de NVvS, met een<br />
Open Dag op 20 maart.<br />
<strong>Voor</strong> die tijd had ik besloten om een setje<br />
digitale camera’s te koppelen. “Eenvoudig<br />
beginnen” was mijn gedachte en dus zijn<br />
twee simpele digitale cameraatjes aangeschaft.<br />
Merk Samsung, 10,2 Megapixels en<br />
een bescheiden 3x zoombereik. Het leek me<br />
ideaal om te beginnen. Het idee was om de<br />
cameraatjes te openen en ze elektronisch te<br />
koppelen. Ik ben elektronicus van huis uit en<br />
het leek met technisch gezien geen al te<br />
zware klus. Maar dat viel tegen. Openen was<br />
eenvoudig, maar om dan de nodige aansluitpunten<br />
naar buiten te voeren is een heel<br />
ander verhaal.<br />
Ik begrijp nu waarom dit ‘compactcamera’s’<br />
genoemd worden. Ze zijn zo compact dat ik<br />
geen kans zag om zonder hulpmiddelen als<br />
een (stereo)microscoop die aansluitingen<br />
naar buiten te voeren. Buiten het feit dat er<br />
simpelweg geen ruimte is voor de extra aan<br />
te brengen draden.<br />
De camera’s zijn wel voorzien van een<br />
20-polige connector, waarmee je deze met<br />
een kabeltje kunt aansluiten op een USBpoort<br />
of aan de oplaadadapter. Ik hoopte<br />
even dat die connector, naast de data- en<br />
batterijaansluitingen, ook contacten zou hebben<br />
voor de ontspanner en zoomschakelaars.<br />
In de contraconnector aan het kabeltje waren<br />
alleen maar de noodzakelijke contacten aanwezig,<br />
dus uitproberen was er niet bij. De<br />
serviceafdeling van Samsung kon mij niet<br />
verder helpen (natuurlijk niet!) en zelfs<br />
Googelen gaf geen resultaten. En dus besloot<br />
ik voorlopig af te zien van elektronische koppeling<br />
en de boel mechanisch aan elkaar te<br />
knopen. Dat proces is gaande. Het is veel<br />
meer werk en ik hoop er binnenkort een<br />
berichtje aan te wijden.<br />
Ik had intussen al wel de nodige Google ervaringen<br />
met stereofotografie achter de rug en<br />
had dus ook al kennis gemaakt met de verschillende<br />
websites over dit onderwerp. Op de<br />
site van de NVvS werd ik voor de tweede keer<br />
in korte tijd geconfronteerd met het begrip<br />
Open Dag en dus: Op naar Huizen!<br />
Bij binnenkomst werd ik buitengewoon vriendelijk<br />
te woord gestaan door Jan Broeders en<br />
heb direct een lidmaatschap aangevraagd en<br />
een welkomstpakket gekocht. Zo ben ik binnen<br />
een tijdsbestek van een maand lid<br />
geworden van twee verenigingen. <strong>Voor</strong>lopig<br />
dus geen geraniums meer water geven (die<br />
leeftijd heb ik al wel, maar ik heb er voorlopig<br />
geen tijd meer voor). Ik werd aangenaam<br />
verrast door prachtige presentaties, waarbij<br />
voor mij de serie van Johan Steketee over de<br />
Maassluise schilders het hoogtepunt vormde.<br />
Prachtig, zoals hij 2D in <strong>3D</strong> omgezet heeft.<br />
Samen met het commentaar gaf dat een zeer<br />
onderhoudende serie. Andere series waren
weliswaar ook fraai, maar gaven me toch het<br />
gevoel dat ik iets miste. Het plaatjes kijken<br />
en naar een muziekje luisteren is een zeer<br />
aangenaam tijdverdrijf. Maar ik zat in de zaal<br />
naast iemand uit de filmwereld en samen<br />
kwamen we tot de conclusie dat een rode lijn,<br />
een verhaal, toch bijdraagt aan de geconcentreerdheid<br />
waarmee je kijkt. Zo vond ik de<br />
serie van John Hart met fractals als onderwerp<br />
erg mooi, maar ik had moeite om<br />
geconcentreerd te blijven en ik hoorde om me<br />
heen dat ik daarin niet alleen stond.<br />
Hoe dan ook, ik heb als volslagen nieuweling<br />
op dit gebied een schitterende dag gehad. Ik<br />
heb me uitstekend vermaakt en de grootste<br />
bewondering voor het team dat dit allemaal<br />
voor elkaar heeft gekregen. Er moet heel veel<br />
tijd in gezeten hebben om alles zo voor te<br />
bereiden. Ook de workshop die ik gevolgd<br />
heb heeft me dingen geleerd die ik tevoren<br />
niet wist, hoewel ik natuurlijk al wel met SPM<br />
gespeeld had. Al met al een zeer vruchtbare<br />
dag, de volgende zal ik dus ook zeker bezoeken.<br />
Arthur L. Palache<br />
Een dag met hindernissen!<br />
Centrum ’t Visnet ging om 7:45 uur open<br />
zodat Jan Broeders en ondergetekende<br />
meteen konden gaan opbouwen. De dag<br />
ging van start met technische problemen<br />
die gelukkig konden worden opgelost. De<br />
10 meter lange kabels tussen projectietafel<br />
en beamers (niet getest in die configuratie!)<br />
waren te lang. En dus moest de tafel<br />
met alle apparatuur door de stoelenrijen<br />
worden heen getild naar het midden. We<br />
gingen gelukkig maar 20 minuten te laat<br />
van start. Wat verder opviel waren de<br />
prachtige series van John Hart die helaas<br />
wat schokkerig verliepen. De oorzaak daarvan<br />
werd twee weken later achterhaald.<br />
Het bleek te zijn veroorzaakt door het BIOS<br />
(besturingssysteem) van de computer dat<br />
twee versies verouderd was. Gelukkig was<br />
het schokkerige effect minimaal en bijna<br />
alleen te zien door degenen die de shows al<br />
kenden. Er waren helaas drie onscherpe<br />
bijdragen van John Klooster. Dat kwam<br />
door het foutief opschalen van de resolutie.<br />
Ook zag ik twee keer pseudo’s. Dat moeten<br />
we volgend jaar (en zeker op het ISU Congres)<br />
zien te vermijden. De in Pictures-to-<br />
Exe (PtE) gemaakte series bleken verschillende<br />
verschuivingen op het doek te veroorzaken<br />
waardoor er in het programma<br />
gehusseld moest worden. Zie het artikel<br />
aan het eind van dit bulletin!<br />
Het goede nieuws was dat er snel werd<br />
gehandeld door ons onvolprezen en vergrote<br />
(Glijnis, van Loon Jr. en Boersma)<br />
projectieteam om alles met minimaal tijdverlies<br />
toch van start te laten gaan en ook<br />
dat de kwaliteit van de nieuwe beamers op<br />
1920x1200 fenomenaal was!!! Ragscherp<br />
en heel mooi van kleur. Ook hadden we een<br />
heel goede opkomst. Jan Broeders schatte<br />
dat we bij ieder van de 5 projectieblokken<br />
zo’n 150 mensen in de zaal hadden. Er<br />
stonden zo’n 180 stoelen en ook nog een<br />
stuk of 9 eettafels. Ik zag veel “ouwe<br />
getrouwen” in de zaal en er was zelfs een<br />
groep van 10 DGS-leden uit het Ruhrgebied<br />
gekomen. Dat is heel fijn. Vraag is<br />
echter hoeveel “vreemden” onder ons<br />
waren op deze Open Dag die toch als<br />
hoofddoel had de promotie van de stereofotografie<br />
en het werven van nieuwe leden.<br />
Er werden 8 nieuwe leden gemaakt en er<br />
werd twee keer een workshop voor nieuwe<br />
leden verzorgd door Kees Kloosterboer en<br />
Erwin Dammers. Erwin heeft ook nog een<br />
sessie voor de krant verzorgd.<br />
Het buffet werd door de grote hoeveelheid<br />
bezoekers duidelijk overlopen. Zo was de<br />
soep heel erg snel op. Het koekaanbod was<br />
ook beperkter dan vroeger (en meer in<br />
plastic). Ook waren in de WC de papieren<br />
handdoeken geheel op. Daar mag ook wel<br />
wat meer aandacht aan worden geschonken<br />
in de toekomst! Ter verbetering zal ik<br />
over deze zaken met de nieuwe beheerder<br />
gaan praten.<br />
Gert-Jan Wolkers<br />
13<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
<strong>Vereniging</strong>sdagen<br />
Programma 156e verenigingsdag<br />
Zaterdag 29 mei 2010<br />
10.30 uur: Opening door de voorzitter.<br />
10.45 uur: DIGITAAL BLOK 1<br />
12.00 uur: Lunchpauze.<br />
13.30 uur: DIGITAAL BLOK 2: Demonstratie “Z-FLUX”<br />
Paul Vauterin heeft de belofte die hij heeft gemaakt op de Open Dag 2009 proberen<br />
waar te maken: Zijn ruimte-animaties zijn als FREEWARE vrijgegeven op het Internet.<br />
Wat bijzonder leuk is voor alle <strong>3D</strong>-liefhebbers is dat er ook een module voor<br />
beheer van stereobeelden en extra software voor de aanmaak van presentaties aan<br />
het programma is toegevoegd. Het geesteskind van Paul wordt gelanceerd onder de<br />
naam Z-FLUX. Tijdens deze vereningsdag zal Paul zelf het programma komen presenteren<br />
in Blok 2. Ook zullen als voorbeeld enkele <strong>3D</strong>-voorstellingen met de software<br />
worden gepresenteerd. Het programma laat toe de resolutie aan te passen aan een<br />
willekeurige set beamers, cobox, kijkkast of gewoon PC scherm<br />
en is dus geheel onafhankelijk van zowel apparatuur als van<br />
spiegeling, grootte en basisresolutie van de gebruikte beelden.<br />
Een aantal mooie overgangen zijn beschikbaar zoals<br />
zoom, zijdelingse schuifeffecten en zachte transities. Ook de<br />
muziek kan mooi geconfigureerd worden tussen de beelden<br />
door. Deze voor <strong>3D</strong>-liefhebbers zéér interessante <strong>3D</strong>-FREE-<br />
WARE zit ingebet tussen de astronomische en natuurkundige<br />
animaties van Paul. (Luk de Rop)<br />
14.30 uur: Theepauze.<br />
15.00 uur: DIGITAAL BLOK 3<br />
16.00 uur: Sluiting door de voorzitter.<br />
NVvS- verenigingsdata 2010<br />
Zaterdag 29 mei 2010<br />
Zaterdag 25 september 2010<br />
Zaterdag 27 november 2010<br />
JAAP VAN LOON<br />
15<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
16<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
Driedimensionaal<br />
Beeldgrootte en bestandsgrootte<br />
Er heerst nog steeds verwarring omtrent de begrippen grootte van het beeld en grootte<br />
van het bestand waarin het beeld wordt opgeslagen. Ik werd daar onlangs weer eens mee<br />
geconfronteerd toen iemand vroeg om beelden in te leveren voor een presentatie op een<br />
nieuwjaarsbijeenkomst. De beelden moesten ca 3 Mb groot (!) zijn en werden vervolgens<br />
allemaal in de resolutie 2800 x 2100 ingevoerd in Powerpoint omdat ze dan lekker scherp<br />
weergegeven konden worden met de beamer. Wat de goede man zich niet realiseerde was<br />
dat een groot aantal van de ingeleverde beelden veel kleiner was dan 2800x2100 en dat<br />
hij dus bezig was geweest om veel pixels erbij te laten berekenen om ze dan vervolgens<br />
met de Canon beamer in de resolutie 1400x1050 weer te geven.<br />
Een tweede voorbeeld was de vraag van enkele van onze leden, hoe het nu mogelijk was<br />
dat hun beelden die in SPM keurig in de resolutie 1400x1050 waren gemaakt, allemaal<br />
verschillend van grootte (!) waren, ja er waren er zelfs bij van 268 kB en dat kon toch<br />
nooit goed zijn.<br />
Om een einde te maken aan deze verwarring gaan we gemakshalve uit van een in Photoshop<br />
gemaakt plaatje van 1000 x 1000 pixels, dat we de kleur geel hebben gegeven.<br />
Als we dat plaatje opslaan in .bmp of .tif (ongecomprimeerd) dan zullen we zien dat het<br />
bestand 3 Mb omvat: 1000x1000 voor elk van de kleuren R,G en B.<br />
Fig.1. Testplaatje Y. bmp<br />
( 3 MB). Grootte 1000 x<br />
1000 pixels.<br />
Fig.2. Testplaatje Y.jpg<br />
(120 kB). Grootte 1000<br />
x 1000 pixels.<br />
Fig.3. Testplaatje YB.jpg<br />
(144 kB). Grootte 1000 x<br />
1000 pixels.<br />
Slaan we het plaatje op door het te comprimeren in JPG dan “constateert” het JPG programma<br />
dat alle pixels dezelfde kleur hebben en volstaat dus bij het opslaan door voor de<br />
kleur te verwijzen naar pixel 1 (bij wijze van spreken). Dat scheelt aanzienlijk in opslagruimte<br />
zoals we zien in Fig. 2 , 120 kB in plaats van 3 MB. Fig. 3 vergt al iets meer opslagruimte<br />
omdat hier niet alle pixels dezelfde kleur hebben, maar alleen de helft.
Fig.4. Testplaatje met foto.jpg (360<br />
kB). Grootte 1000 x 1000 pixels.<br />
Voegen we een foto toe met diverse kleurschakeringen ( Fig. 4) dan vergt dit nog meer<br />
opslagruimte, terwijl de grootte van alle plaatjes precies gelijk gebleven is, namelijk 1000<br />
x 1000 pixels. Het is dus heel belangrijk om onderscheid te maken tussen grootte van een<br />
beeld in pixels, meestal aangegeven in een vorm zoals 1400 x 1050 en de hoeveelheid<br />
ruimte die de opslag ervan vergt, de bestandsgrootte in MB. Bij de weergave van zo’n<br />
gecomprimeerd beeld, bij voorbeeld door het in Photoshop op te roepen of in IrfanView,<br />
wordt het beeld weer gedecodeerd (gedecomprimeerd) zodat het volledige aantal pixels<br />
weergegeven wordt met de bijbehorende kleuren. Bij het raadplegen van de beeldgrootte<br />
zien we dan ook weer 3 MB.<br />
Wat bij het comprimeren wel wordt aangetast is het aantal kleurschakeringen dat door het<br />
comprimeringsprogramma enigszins beperkt wordt door diverse pixels die zeer weinig in<br />
kleur verschillen, als één groep te beschouwen. Bij de weergave valt ons dat meestal<br />
nauwelijks op omdat we maar een beperkt aantal kleuren kunnen onderscheiden, maar<br />
wanneer we dat aantal groepen drastisch verkleinen, leidt het wel degelijk tot aantasting<br />
van het beeld. Dat is in Fig. 5 in een detailopname (vooral in de achtergrond) duidelijk te<br />
zien omdat we daar in Photoshop bij het opslaan de waarde 1 hadden gekozen in plaats<br />
van 12 (Fig. 6)<br />
Fig.5. Bij hoge mate van compressie<br />
gaan kleurschakeringen verloren wat<br />
in de achtergrond goed zichtbaar is.<br />
Fig.6. Keuze van de compressie.<br />
17<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
18 Merkwaardig genoeg geeft de laagste waarde niet aan de laagste waarde van compressie,<br />
maar de kwaliteit van het gecomprimeerde beeld. Iets dergelijks treedt ook op in SPM<br />
waar steeds de waarde 99 moet worden gekozen om de minste compressie van het beeld<br />
te verkrijgen.<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
Sommige mensen maken de verwarring nog groter door de grootte van hun beeld aan te<br />
geven in dpi: mijn foto is 300 dpi. Dpi betekent dots per inch en is alleen van belang als<br />
we de foto willen afdrukken of weergeven op een computerscherm. Als we onze plaatjes<br />
van 1000 x 1000 pixels willen afdrukken, moeten we de printer opdracht geven hoeveel<br />
(inkt)dots hij per inch moet printen. Als we dus daarbij de waarde 250 invullen, zal de<br />
print 4 inch (ca 10 cm) breed worden maar bij de waarde 100 wordt dit 10 inch (ca 25<br />
cm). Computerschermen tellen vaak 72 of 86 beeldelementen per inch, dus ons plaatje<br />
omvat dan 1000: 86 = 11,6 inch = 29 cm. Een veel gebruikte waarde is 300 omdat we<br />
dan in de foto op de gebruikelijke bekijkafstand niet meer de afzonderlijke dots kunnen<br />
onderscheiden.<br />
Samenvatting:<br />
De grootte van een beeld wordt weergegeven in het aantal pixels b.v. 1400x1050<br />
Het aantal MB geeft de grootte aan van het opslagbestand en is des te lager naarmate<br />
meer compressie wordt toegepast.<br />
Toen ik als kind (eind jaren 60) bij mijn opa<br />
en oma op bezoek was konden ze mij uren<br />
zoet houden met de daar aanwezige Viewmaster<br />
met een hele stapel kinderschijfjes<br />
(Het tinnen soldaatje, Alice in Wonderland,<br />
enz.). Toen ik wat ouder was kreeg ik mijn<br />
opa’s Viewmaster camera met de noodzakelijke<br />
filmstans erbij en zo begon mijn<br />
stereohobby. Zo’n twintig jaar geleden<br />
werd ik lid van de vereniging. Ik wilde naar<br />
een groter formaat dan Viewmaster, liefst<br />
liggend en niet staand zoals de Realist e.d.<br />
<strong>Voor</strong> een Belplasca had ik geen geld maar<br />
toen vond ik bij Foto Schuur mijn eerste<br />
FED camera. Nu had ik nog een goede viewer<br />
nodig. Op een knutseldag vond ik er<br />
één: zelfbouw, gemaakt van een toneel- of<br />
verrekijker of zoiets. Ziet er niet gelikt uit,<br />
maar de lenzen zijn prima en ik heb er zelf<br />
verlichting aangebouwd, zodat het een<br />
prima kijkertje is geworden, wat ik nog<br />
steeds gebruik. Later kocht ik ook nog een<br />
Hawk-projector en ik bouwde een onderwa-<br />
Johan Steketee<br />
Digitale stereofotografie:<br />
“een probleempje”.<br />
terhuis om tijdens snorkelvakanties mee te<br />
zeulen. Zo was ik leuk bezig toen ineens de<br />
digitale revolutie uitbrak. Al snel was het in<br />
het clubblad ook digitaal voor en na. Ik was<br />
wel jaloers op het gemak van inramen met<br />
behulp van Cosima en Stereo Photo Maker,<br />
in plaats van mijn moeizame gepriegel met<br />
aluminium raampjes (ik had de RBT-raampjes<br />
nog niet ontdekt), maar één ding<br />
begreep ik niet en begrijp ik nog steeds<br />
niet: hoe bekijkt een digitale stereofotograaf<br />
zijn stereofoto’s zodat ze er minstens<br />
net zo mooi uitzien als vroeger ? Ik wil hier<br />
de mogelijkheden eens op een rijtje zetten<br />
en van commentaar voorzien.<br />
1. Als anaglyph bekijken. De kleuren zijn<br />
foetsie, gauw last van spookbeelden en als<br />
je lang door zo’n brilletje kijkt zie je daarna<br />
nog tijdenlang alles met je ene oog roze en<br />
met het andere groen, ook zonder bril. Kan<br />
niet op tegen mijn diakijker.
2. Op de computermonitor kun je de<br />
beelden naast elkaar zetten. Je kunt ze<br />
“freeview” parallel bekijken, maar dan<br />
mogen ze niet te groot zijn en dus zie je<br />
weinig detail en een lage resolutie. Crosseyed<br />
gaat ook wel, ze kunnen dan groter<br />
zijn maar dat ga je ook niet een half uur<br />
volhouden. Rare korrelige kleurvlakken.<br />
Haalt het niet bij mijn diakijker.<br />
3. Met een Wheatstone-kijker kun je wel<br />
twee foto’s behoorlijk groot op een monitor<br />
bekijken. Dit is denk ik op het moment de<br />
beste en waarschijnlijk meest gebruikte<br />
methode. Een redelijk goed systeem, maar<br />
zelfs met een hele goede monitor op hoge<br />
resolutie is de kwaliteit nog altijd duidelijk<br />
minder dan mijn diakijker.<br />
4. Foto’s laten afdrukken, op een kartonnetje<br />
plakken en met een stereoscoop<br />
bekijken. Ook een redelijk goede methode,<br />
maar qua 3-D beleving ook geen concurrent<br />
voor mijn dia-kijker.<br />
5. LCD shutter-brillen. Op zich een interessante<br />
optie, maar als je je verdiept in de<br />
verschillende systemen en wat deze systemen<br />
als minimumeisen stellen aan je computer,<br />
videokaart en monitor dan begint het<br />
al aardig te duizelen. En als je dan leest<br />
hoe vreselijk veel mensen problemen hebben<br />
om hun bril naar behoren te laten<br />
werken met hun computer, dan vergaat mij<br />
de lust om zo’n bril te kopen. Bovendien<br />
heb ik geen zin om naast een digitale stereocamera<br />
ook een nieuwe computer en<br />
monitor te moeten kopen. Als iemand mij<br />
een op alle systemen goed werkende bril<br />
kan aanraden hoor ik het graag.<br />
6. Twee beamers, een goed scherm en<br />
wat brilletjes. Werkt uitstekend, maar doet<br />
pijn aan mijn portemonnee. En het is<br />
natuurlijk wel een goede vervanger voor<br />
mijn projector, maar niet voor mijn diakijker.<br />
Die gebruik ik veel vaker dan mijn<br />
projector.<br />
7. Een CoBox. Zowel mijn huis als mijn<br />
budget zijn hiervoor niet ruim genoeg. Wel<br />
kwalitatief de beste viewer die ik ken.<br />
Aangezien ik alle bovenstaande mogelijkheden<br />
geen verbetering vind t.o.v. mijn<br />
geliefde dia-kijkertje blijft er nog één<br />
mogelijkheid over: de digitale beelden<br />
laten printen als dia’s. Bij de firma de Wijs<br />
kost dit ongeveer 4,50 euro per paar, goedkoper<br />
heb ik nog niet kunnen vinden. Dat<br />
gaat aardig in de papieren lopen als ik weer<br />
eens met meer dan honderd stereofoto’s<br />
terugkom van vakantie. Zo ben ik wel grotendeels<br />
door de mogelijkheden heen en<br />
moet ik vaststellen dat ik alleen gelukkig<br />
zou zijn met een digitale camera als ik er<br />
ook twee beamers en een CoBox bij zou<br />
hebben. Ik heb al wel met mijn gewone<br />
digitale camera stereofoto’s gemaakt (met<br />
de schuifmethode) en ik bekijk deze met<br />
een behoorlijk goede Wheatstone kijker op<br />
een grote grafische monitor. Ziet er redelijk<br />
goed uit. Toch haalt de kwaliteit van deze<br />
beelden het qua scherpte niet bij de kwaliteit<br />
van mijn diakijker.<br />
Conclusie: met de overgang van analoog<br />
naar digitaal is het er zeker een stuk op<br />
vooruit gegaan wat betreft projectie en<br />
beeldbewerking maar het thuis bekijken<br />
van de foto’s met een viewer is naar mijn<br />
mening digitaal minder mooi dan analoog.<br />
Om die reden blijf ik (voorlopig) een analoog<br />
fossiel. <strong>Voor</strong> 40 euro heb ik een goed<br />
werkende diascanner gekocht; zo kan ik<br />
mijn dia’s toch digitaal maken mocht ik dat<br />
willen (voor anaglyphen bijvoorbeeld) en<br />
hoef ik mijn trouwe diakijkertje niet te missen.<br />
Overigens heb ik laatst in Tuschinski<br />
(Amsterdam) de film “Up” gezien in 3-D.<br />
De shutterbrillen zijn hier zo goed dat je<br />
niets merkt van een knipperend beeld. Ook<br />
spookbeelden heb ik niet gezien. Hopelijk<br />
kan ik binnen enkele jaren ook met deze<br />
kwaliteit mijn foto’s thuis op mijn computer<br />
bekijken. Als het zover is, ga ik overstag.<br />
Erik Swetter<br />
19<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
20<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
“Fotografie op z’n moeilijkst...”<br />
Deze zomer is mij gelukt wat ik enkele<br />
jaren geleden bij de start met <strong>3D</strong>-fotografie<br />
voor quasi onmogelijk had gehouden:<br />
attractieve bliksemontladingen vastleggen<br />
in hyperstereo. Deze realisatie heb ik volledig<br />
te danken aan de digitale fotografie.<br />
Alles is ook in kleine stapjes gekomen.<br />
Nog maar enkele jaren geleden nam ik<br />
hyperstereoscopische wolkendia’s met 2<br />
(analoge) Minolta spiegelreflexcamera’s .<br />
Afstandsbediening met modelbouwzender<br />
(ontvanger en servo gekoppeld aan de ontspanknop<br />
van het fototoestel “op afstand”).<br />
Omdat wolken bewegende objecten zijn en<br />
het nemen van perfect gelijke opnames<br />
quasi onmogelijk is diende er meestal flink<br />
geknipt te worden in de 36 mm dia’s en het<br />
inraamapparaatje van Co was noodzakelijk!<br />
Door de ingebruikname van 2 kwalitatief<br />
goede digitale Nikon D200 camera’s openden<br />
zich echter spectaculaire mogelijkheden.<br />
<strong>Voor</strong>al de “intervalshooting” heeft<br />
reeds gouden diensten bewezen voor het<br />
aanmaken van hyperstereobeelden. De<br />
camera’s worden ingesteld voor opname<br />
van X beelden met een tempo van Y beelden<br />
per minuut en manueel gelijktijdig<br />
opgestart met de precisie van het gelijktijdig<br />
indrukken van 2 knopjes . <strong>Voor</strong> gewone<br />
<strong>3D</strong>-wolkenbeelden met bijvoorbeeld een<br />
stereobasis van 150 meter stel ik in op 1<br />
beeld per 20 seconden wat mij toelaat eens<br />
wat meer L en wat meer R te fotograferen<br />
met de camera “op afstand” zodat de kans<br />
op een correct gerichte opname en mooie<br />
scène toeneemt. Wolken zorgen soms ook<br />
voor ontgoocheling en verrassing als bijvoorbeeld<br />
een mooie lichtstraal verdwijnt<br />
of in pseudo verschijnt in het beeld.<br />
Door beelden te maken met een tempo van<br />
1 beeld per seconde lukt het aardig om<br />
wolkentimelapsen in <strong>3D</strong> te maken. De<br />
camera’s laten een reeks toe van 999<br />
opnames hetgeen resulteert in 50 secon-<br />
den “film” met 20 beelden per seconde. Het<br />
terugvinden van de juiste gelijktijdige beelden<br />
lukt moeiteloos door de exif-informatie<br />
van de beelden die het exacte opnamemoment<br />
tot op één seconde precies laat achterhalen.<br />
Over software bij de verwerking<br />
kan ik kort zijn: Stereo Photo Maker. Ik<br />
gebruik de “auto adjust” om rotatiefoutjes<br />
eruit te halen en de beelden stereoscopisch<br />
netjes te krijgen.<br />
Nu iets over bliksemfotografie. Daarvoor<br />
was een heel apart leerproces volledig los<br />
van de <strong>3D</strong>-hobby een absolute noodzaak.<br />
Reeds enkele zomers heb ik mee “gechased”<br />
met enkele vrienden meteofans die niet<br />
alleen mooie weer fenomenen afwachten<br />
maar ook de dingen zelf gaan opzoeken.<br />
Gelukkig is er ook op het vlak van weersvoorspellingen<br />
en het volgen van de actuele<br />
weersituatie een ongelooflijke revolutie<br />
geweest. Computermodellen en radarbeelden<br />
geven de exacte koers van buien perfect<br />
weer. Bliksemfotografie is op zich een<br />
moeilijke fotografiedicipline want je moet<br />
opereren in de duisternis. Ook moet je<br />
soms windvlagen en regendruppels trotseren.<br />
Om nog maar niet te spreken over<br />
onverwacht heftige fenomenen zoals hagel<br />
en stormwinden bij het begin van onweer<br />
hetgeen je ‘s nachts niet duidelijk kan zien<br />
aankomen (hier in Sinaai (BE) is trouwens<br />
in juni 2009 een ongelooflijk ravage aangericht<br />
door hagelballen van 6 cm diameter ).<br />
Het kiezen van de juiste camera instellingen<br />
op zich een complexe zaak. Afhankelijk<br />
van de afstand van de ontlading kan er<br />
onder- of overbelichting optreden. Meestal<br />
worden sluitertijden van 5 à 10 seconden<br />
gehanteerd en diafragma’s gekozen in het<br />
midden van de range. Je moet opereren in<br />
open terrein en het opstellen moet snel<br />
gebeuren want de buien wachten niet.<br />
Méér nog , de echte interessante buien met<br />
héél véél gebliksem en al evenveel wind ,<br />
regen , hagel etc. (zogenaamde “supercel-
len”) verplaatsen zich ongelooflijk snel met<br />
soms 100 km/uur of meer. Als hyperstereofotograaf<br />
moet ik dan ook nog mijn <strong>3D</strong><br />
condities toevoegen aan het lijstje: 2<br />
camera’s die pakweg 150 meter van elkaar<br />
staan, in de duisternis, in het veld of op<br />
een strand, loodrecht opgesteld op hun<br />
onderwerp, zonder stoornissen aan de horizon,<br />
met gelijke sluitertijd, en gelijktijdigheid<br />
van de opnames, dan begrijp je wel<br />
dat het een bijzondere missie wordt. Vermoeiend<br />
door het tijdstip en bovendien ook<br />
niet zonder gevaar.<br />
Deze zomer hadden we eindelijk geluk!<br />
Computermodellen voorspelden onweersbuien<br />
met de grootste kans in de regio<br />
Calais-Bologne in de nacht van 2 op 3 juli.<br />
Karel Holvoet, een vriend “chaser” met<br />
passie voor onweer en tornado’s, reed<br />
samen met mij naar de regio, gewapend<br />
met mobiel internet om de buien op de<br />
radar te volgen. Een bui trok naar het<br />
kanaal ongeveer over Boulogne en dat<br />
deed ons besluiten om een cameraopstel-<br />
ling te maken op Cap Blanc Nez om daar<br />
gereed te staan om de langstrekkende bui<br />
te kunnen fotograferen.<br />
De duisternis viel juist in (omstreeks 23<br />
uur) en de camera’s konden nog net correct<br />
ingesteld worden voor hyperstereo in<br />
de buurt van de parking aldaar, met prachtig<br />
uitzicht over het landschap langs de ZW<br />
zijde.<br />
Nog voor de eerste slagregen en windvlagen<br />
de boel verpestten lukte het ons om<br />
boven op Cap Blanc 2 mooie ontladingen<br />
vast te leggen. Groot geluk daarbij was dat<br />
de bliksemkanalen vanaf hun oorsprong<br />
onder de wolkenbasis tot inslagen op de<br />
grond volledig in beeld zijn en ook de<br />
belichtingskeuze bleek een goede gok te<br />
zijn geweest.<br />
Op deze pagina’s de plaatjes. Figuren 2 , 4<br />
en 5 zijn uitsnedes uit de 2 treffers.<br />
1.<br />
Luk De Rop<br />
2.<br />
21<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
22<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
“Bliksem fotografie” door Luk de Rop<br />
3.<br />
4.<br />
5.
“Varia” door Luk de Rop<br />
23<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
24<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
“Google SketchUp” door Job van de Groep
Ontwerpen in <strong>3D</strong> met Google SketchUp<br />
Inmiddels is het al weer een groot aantal<br />
jaren geleden, ik was nog maar pas lid van de<br />
NVvS en de bijeenkomsten waren nog in<br />
Soest, dat ik via een diapresentatie voor het<br />
eerst kennis maakte met een aantal van de<br />
inmiddels fameuze “Wiskundige Objecten in<br />
<strong>3D</strong>” die Jaap Zonneveld met een zelfgeschreven<br />
programma op z’n computer had geconstrueerd.<br />
De linker en rechter dia’s, er was<br />
toen nog helemaal geen sprake van ‘digitale<br />
projectie’, fotografeerde hij vervolgens met<br />
een ‘gewone’ camera rechtstreeks van de<br />
computermonitor.<br />
Ik was meteen verkocht. Maar gezien mijn<br />
achtergrond was dat ook niet zo verwonderlijk.<br />
In bepaalde opzichten zag ik overeenkomsten<br />
met de voor mij bekende houten en<br />
stalen kunstwerken die wiskundige (èn<br />
beroemde kunstenaar) Koos Verhoeff heeft<br />
gemaakt (foto 1).<br />
Via via kwam ik daarna met Jaap in contact.<br />
Hij was zo aardig om voor mij een aantal van<br />
zijn plaatjes te kopiëren. Mijn idee was namelijk<br />
die stereodia’s van ‘lichamen’ tijdens één<br />
van mijn wiskundelessen te vertonen. Ik had<br />
immers wel eens aandacht besteed aan het<br />
onderwerp “Perspectief” èn de verschillende<br />
beelden die door de twee ogen afzonderlijk<br />
worden waargenomen: de basis van het<br />
‘diepte zien’.<br />
Toen ik een keer Jaap thuis in Knegsel<br />
opzocht zag ik dat zijn liefde voor dergelijke<br />
objecten zich niet alleen in computeranimaties<br />
had vertaald maar dat hij, feitelijk daaraan<br />
voorafgaand, ook zelf een groot aantal<br />
objecten met diverse materialen (hout, karton<br />
enz.) zeer verdienstelijk in elkaar had<br />
geknutseld. <strong>Voor</strong> mensen die daar dol op zijn,<br />
zoals ik, is zijn woning dus een soort luilekkerland.<br />
Het verwonderde me dan ook geenszins<br />
dat Jaap mij later vertelde dat hij met<br />
Koos Verhoeff bevriend was.<br />
De plaatjes van Jaap bleven me dusdanig<br />
intrigeren dat ik wel eens heb overwogen zelf<br />
zo’n object op de computer te tekenen zonder<br />
daarbij de suggestie te willen wekken dat ik<br />
me met de grote meester zou willen meten.<br />
Toen ik laatst in een verloren uurtje (…) zat te<br />
spelen met het gratis beschikbare tekenprogramma<br />
SketchUp van Google bleek het<br />
tekenen van merkwaardige objecten verrassend<br />
eenvoudig te zijn. En dus kon ik het niet<br />
nalaten te onderzoeken of het ook mogelijk<br />
was een stereopaar van de in eerste instantie<br />
platte <strong>3D</strong> figuur te maken.<br />
Het bijgaande stereopaar van een fantasiefiguur,<br />
die ontstond door enkele mogelijkheden/gereedschappen<br />
uit te proberen, is het<br />
resultaat (foto 2). Eerst een ‘ruimtelijke’<br />
tekening maken in het assenstelsel. Vervolgens<br />
die tekening wegschrijven en bewaren<br />
(middels een screendump want het bestandsformaat<br />
liet zich niet in SPM of Photoshop<br />
lezen). Daarna de figuur een klein beetje<br />
draaien om de verticale as heen en wederom<br />
dat nieuwe plaatje wegschrijven. Als de<br />
draaihoek niet al te groot (of te klein) is èn de<br />
achtergrond min of meer egaal dan vormen<br />
de twee beelden een prima stereopaar. Echt<br />
iets om zelf eens te proberen!<br />
De derde figuur, een plaatje van een soort<br />
puzzel (6 vierkante dezelfde staafjes met elk<br />
twee inkepingen die precies in elkaar passen),<br />
had ik al eerder gemaakt met een heel<br />
ander computerprogramma (Cabri Géomètre<br />
II) maar dat stereopaar maken kostte mij<br />
aanzienlijk méér tijd want Cabri is daarvoor<br />
helemaal niet bedoeld. Jaap van Loon heeft<br />
de puzzel notabene ook nog eens laten<br />
‘exploderen’. Zoals hij zelf schreef (zie foto 4)<br />
toen hij het plaatje tijdens de verenigingsdag<br />
in januari wilde laten zien. Dát ging dus toen<br />
mooi niet door!<br />
Job van de Groep<br />
25<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
26<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
FAST LIFE<br />
<strong>3D</strong> Time-lapse fotografie met digitale fotocamera’s<br />
“FOTOGRAFIE LAAT ONS DINGEN ZIEN<br />
EN BEGRIJPEN DIE WE NORMALITER<br />
NIET KUNNEN VATTEN”<br />
Fotografie heeft bij voorbeeld de ingewikkeldheden<br />
van kortdurende gebeurtenissen onthuld<br />
in de vertraagde weergave van de highspeed<br />
flitsbeelden van Harold Edgerton. Aan<br />
de andere kant maken time-lapse methoden<br />
(zie Appendix) het mogelijk om zeer traag<br />
verlopende processen toch te kunnen bekijken<br />
in een mens-vriendelijk tijdsbestek.<br />
Time-lapse wordt ook wel gebruikt om menselijke<br />
grillen te illustreren – soms zeer<br />
humoristisch- door normale activiteiten weer<br />
te geven in dribbelpas sprintjes. In de klassieke<br />
sekte-film Koyaanisquatsi (2D, 1982),<br />
creëerde de moderne time-lapse meester,<br />
Ron Fricke, scènes die “leven uit balans” lieten<br />
zien met mensen die uitzinnig ronddribbelden<br />
in jachtige doelloosheid. Zijn treffende<br />
vervolg Baraka (1992) was gefotografeerd op<br />
70 mm film en is nu op een Blue-ray disc<br />
beschikbaar, die gemaakt is van een hoge<br />
resolutie scan van 8000x4000 pixels.<br />
John Hart, Boulder, Colorado, USA<br />
Vertaling door Johan Steketee<br />
Ik vroeg me af of time-lapse video ook zou<br />
werken in <strong>3D</strong>. Het toepassen van time-lapse<br />
in breedbeeld opnamen zoals van zeilboten<br />
die in een baai heen en weer kruisen, leek me<br />
erg leuk. Maar zou Fricke’s kunstwerk, dat de<br />
waanzin van onze jachtige wereld aan de<br />
kaak stelt door de tijdschaal van het normale<br />
leven te versnellen, even succesvol zijn in<br />
stereo? De beste <strong>3D</strong> films die ik gezien heb<br />
bevatten meestal traag bewegende scènes,<br />
waarbij men de tijd heeft om de extra informatie<br />
van diepte te verwerken. Kunnen onze<br />
hersenen zeer snel verspringende beelden<br />
fuseren, zoals bij zwemmen, werken en autorijden,<br />
enz, maar dan afgespeeld op 30 maal<br />
de normale snelheid?<br />
Ik wilde mijn film maken in hoge kwaliteit. Er<br />
was voor mij geen mogelijkheid om de resolutie<br />
8000x4000 van de Baraka filmscan te<br />
evenaren. maar ik wist dat er 2D fotografen<br />
zijn die time-lapse reeksen maken met digitale<br />
camera’s ( zie b.v. www.timescapes.org<br />
). Zelfs een goedkope digitale camera kan<br />
afzonderlijke frames opnemen met een hogere<br />
resolutie dan wat men uit de video uitgang<br />
Fig.1. Time-lapse gereedschap: 2 gekoppelde Canon Powershot<br />
A590’s en 2 Canon XS’s ; een Mumford en een DIY timer.
van een consumenten- of professionele HDcamcorder<br />
kan halen. Ieder stilstaand beeld<br />
omvat minstens 8 megapixels, vergeleken<br />
met 2 megapixels voor de videocamera’s. Een<br />
belangrijke eis voor het gebruik van digitale<br />
camera’s om time-lapse <strong>3D</strong> video te maken is<br />
een methode om een camera-paar aan te<br />
sturen met een bekende beeldfrequentie, in<br />
bijna exacte synchronisatie voor de vele<br />
belichtingen die iedere reeks omvat.<br />
De primaire eenheid bestond uit een paar<br />
Canon Powershot A590 IS camera’s ($ 120).<br />
<strong>Voor</strong> sommige groothoek opnamen en shots<br />
met een grotere duty-cycle (zie Appendix )<br />
gebruikte ik een paar Canon XS digitale reflex<br />
camera’s (DSLR’s). (Fig 1)<br />
De synchronisatie werd bereikt door gebruikmaking<br />
van Stereo Data Maker (SDM) van<br />
David Sykes voor de A590’s ( http://stereo.<br />
jpn.org/eng/sdm/index.htm; voor een<br />
beschrijving zie ook het artikel van Gert-Jan<br />
Wolkers in <strong>3D</strong>B183 blz 16-19) De XS’ en werden<br />
aangestuurd door de afstandsbedieningspoorten<br />
(remote) van de camera’s parallel te<br />
bedienen (de synchronisatie was beter dan<br />
0,5 ms) Om echter de synchronisatie in de<br />
loop van de tijd te handhaven, moeten de<br />
camera’s extern getriggerd worden.<br />
Figuur 2 laat een eenvoudig pulsgeneratorcircuit<br />
zien met gebruikmaking van een 555<br />
timer chip. Dat genereert een hoog-laaghoog<br />
puls treintje met een laag-puls van 30<br />
ms gescheiden door een time-lapse interval<br />
van 0,7 tot ongeveer 11 sec. (Fig. 3) Deze<br />
pulsjes worden gestuurd naar de USB poorten<br />
van de twee A590’s die van de SDM software<br />
zijn voorzien en in de stand “Continuous” en<br />
“Manual” zijn gezet. <strong>Voor</strong> hen die niet zo<br />
bedreven zijn in soldeerwerk is er ook een<br />
timer te koop via http://www.bmumford.<br />
com/photo/camctlr.html . Deze kan zo ingesteld<br />
worden dat hij precies dezelfde golfvorm<br />
produceert als in Fig. 3. Hij wordt verbonden<br />
met de A590 camera’s zoals aangegeven<br />
in het rechterdeel van Fig. 4.<br />
Deze Mumford timer is als general purpose<br />
apparaat ook bruikbaar in andere toepassingen<br />
zoals automatische “event” detectie en<br />
triggering. Een mooie en iets minder kostbare<br />
SDM trigger met een pulspauze van 2-60 sec<br />
is de GentStereo Pro die recent is ontwikkeld<br />
in aansluiting op de populariteit van SDM<br />
stereo (http://www.gentles.ltd.uk/gentstereo/<br />
)<br />
De A590 en equivalente camera’s met SDM<br />
gekoppeld, hebben een snelste waarde voor<br />
Fig.3. Pulsvorm om de camera’s te triggeren.<br />
Fig.2. Een eenvoudig timer circuit met 555 chip.<br />
27<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
28<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
Fig.4. Schema om de A590 en XS camera’s te verbinden met de Mumford<br />
of met de zelfbouw timer uit Fig.2.<br />
een reeks opnamen van 1,4 beelden per<br />
seconde (fps=frames per sec) in de maximale<br />
kwaliteit van de jpeg compressie (RAW<br />
is aanzienlijk trager). De Canon XS DSLR<br />
loopt iets sneller, maar zijn belangrijkste<br />
voordeel voor time-lapse opnamen is dat hij<br />
een grotere duty-cycle (puls-periode verhouding,<br />
zie ook Appendix) heeft. Bij voorbeeld:<br />
In een reeks met een duur van 3,2 seconden<br />
neemt de A590 6 sec rust, terwijl dat bij de<br />
XS slechts 4 sec. vergt. Beide camera’s heb-<br />
Fig.5. Wolken in brede basis ( 5 m).<br />
ben een resolutie die meer dan vier keer<br />
hoger ligt dan bij HD video camera’s en minder<br />
ruis, maar de beeldfrequentie ligt aanzienlijk<br />
lager. Als we in de uiteindelijke weergave<br />
op videosnelheid ( 15-30 fps) afspelen<br />
is de snelheidsvergroting minimaal 10 maal<br />
en dat legt wel een beperking op aan de<br />
onderwerpen die met deze methode succesvol<br />
kunnen worden “ge-time-lapsed”. Sommig<br />
beeldmateriaal wordt te snel afgespeeld<br />
om nog comfortabel te kunnen bekijken.
Zodra ik mij realiseerde dat beide typen van<br />
time-lapse echt werken in <strong>3D</strong>, ontwikkelde<br />
zich mijn project van een kleine test tot een<br />
volledig “shot” tussen maart en mei 2009.<br />
Beeldreeksen van de camera’s werden geconverteerd<br />
naar video clips en uitgelijnd met<br />
Virtual Dub en StereoMovie Maker. De uiteindelijke<br />
bewerking in Adobe After Effects<br />
omvat een verscheidenheid van shots, bij<br />
elkaar gevoegd als vignetten over “studie,<br />
werk,eten en spelen” en voorzien van<br />
geschikte zich herhalende muziek in de geest<br />
van Philip Glass, verkregen op royalty-vrije<br />
muziek-sites op het internet.<br />
De volgende plaatjes illustreren de soorten<br />
beeldreeksen in Fast Life, uiteraard zonder de<br />
beweging.<br />
Figuur 5. Wolkenbewegingen typeren het normale<br />
gebruik van time-lapse. Brede basis<br />
opnamen (met het bijbehorende lilliput effect)<br />
schijnen op een natuurlijke wijze gepaard te<br />
gaan met het versnellen van traag verlopende<br />
gebeurtenissen. Ik gebruikte een 100 m<br />
spoel met onafgeschermd lichtgewicht dubbeldraads<br />
luidspreker kabel, voorzien van<br />
USB pluggen, om de camera’s met elkaar te<br />
verbinden voor brede basis opnamen. Het<br />
circuit uit Fig. 2 ( of de Mumford timer) werkt<br />
succesvol met deze lange kabels.<br />
Figuur 6. Ik zou wensen dat het in werkelijkheid<br />
ook maar 8 sec zou vergen om een zieke<br />
dennenboom om te zagen en in stukken te<br />
hakken. De video is verder “gekruid” met<br />
diverse humoristische overgangen, zoals een<br />
korte opname van het fijnzagen van houtblokken<br />
op “warp-speed” (hoger dan de lichtsnelheid)<br />
en “snelvuur-hakken” van wortels<br />
in de keuken.<br />
Figuur 7. De beeldfrequentiegrens van 1,4 fps<br />
werd een probleem toen ik een parodie wilde<br />
maken op “spelen” in een amusementspark.<br />
Alles verloopt veel te snel. Daarom heb ik<br />
enkele clips van 10 beeldjes van de spiegelreflexen<br />
( 3 fps) samengevoegd om toch een<br />
gevoel te creëren van verwrongen chaos.<br />
De film eindigt met een video van ongeveer<br />
een minuut die een abstracte lichtshow bevat,<br />
gemaakt door met mijn auto ’s nachts rond te<br />
rijden terwijl boven op het (open) dak de<br />
camera’s continu opnamen maakten op de<br />
hoogste duty-cycle die nog mogelijk was. De<br />
resulterende strepen, die uitgerekte verkeerslichten,<br />
fronten van magazijnen, tegemoetkomend<br />
verkeer etc laten zien, worden<br />
versneld afgespeeld op 2, 4 en 8 maal en<br />
pogen de vertroebelde gang van het leven<br />
van elke dag te weerspiegelen.<br />
Fig.6. Het trimmen van een omgevallen boom met een kettingzaag<br />
(afspeeltijd 8 sec).<br />
29<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
30<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
Fig.7. Roetsbaan ( 8 passages in 4 seconden).<br />
Fig.8. De camera’s op de auto gemonteerd voor de nachtelijke<br />
“streepfotografie”.<br />
Het samenstellen van Fast Life was een interessant<br />
experiment. Stereo camera’s op een<br />
statief (of twee ), volgepropt met bedrading<br />
en elektronica, trokken meer aandacht van<br />
veiligheidsmensen dan mij lief was. Aan de<br />
andere kant was ik plezierig verrast met de<br />
kwaliteit van het eindresultaat, dat significant<br />
beter bleek dan welk resultaat ook van HD<br />
camcorders. Al met al was het een hoop<br />
werk, maar gaf het ook veel plezier. Zoals de<br />
eindtitel zegt:<br />
The Fast Life, Go For It!<br />
John Hart<br />
John Hart is emeritus hoogleraar in de Wetenschap van de Atmosfeer aan de Universiteit van<br />
Colorado. Hij heeft sinds 1999 opnamen gemaakt in <strong>3D</strong> van avontuurlijke sporten. Zijn meest<br />
recente werk is gericht op het bestuderen van onderwerpen die niet zo makkelijk stereoscopisch<br />
in beeld gebracht kunnen worden, zoals microscopisch kleine kristallen en zeer kort<br />
durende gebeurtenissen die belichtingen vereisen van minder dan microseconden.
Fig.9 en 10. Strepen in de nacht.<br />
Appendix (van de vertaler).<br />
1. Time-lapse fotografie is een techniek waarbij minder beelden per seconde worden opgenomen<br />
dan de beeldfrequentie bij het afspelen zoals in fig.11. Er is geen Nederlands woord<br />
voor time-lapse. Bekende voorbeelden zijn opnamen waarbij men de bloei van planten in<br />
enkele seconden ziet weergegeven in plaats van dagen.<br />
2. Duty-cycle wordt bij ons ook wel puls-periode verhouding genoemd. In Fig 11 is dat dus<br />
1:4.<br />
Fig.11.<br />
31<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
32<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
Wat wist James Elliot over Stereoscopie?<br />
1. Een miskende ontdekking.<br />
James Elliot was in het midden van de 19e<br />
eeuw wiskundeleraar in Edinburgh, Schotland.<br />
De stad waar Sir David Brewster “fellow<br />
of the Royal Society of Edinburgh” was. Elliot<br />
speelt een merkwaardige rol in de geschiedenis<br />
van de stereoscopie met misverstanden<br />
tot vandaag.<br />
James Elliot schijnt een bijzondere figuur in<br />
Edinburgh te zijn geweest. Hij construeerde<br />
b.v. een klein Planetarium en daarover hield<br />
hij in 1854 een lezing voor de Scottish Society<br />
of Arts. De lezing werd bekroond met de<br />
zilveren medaille: “waarde tien Sovereigns”<br />
(een Sovereign was een gouden munt ter<br />
waarde van één Brits Pond - wat toen meer<br />
waard was dan nu).<br />
Figuur 1. Elliots Planetarium 1855.<br />
Figuur 3 (rechts). Elliots Mathematical<br />
Text-Books.<br />
Figuur 2. Sovereign 1855.<br />
Hij schreef ook een aantal wiskundeleerboeken<br />
(“for the use of schools”) die zeer goed<br />
gerecenseerd werden en vaak herdrukt. Het<br />
meetkundeboek bijvoorbeeld is bijzonder helder<br />
geschreven. Merkwaardigerwijze zijn<br />
enkele van die boeken ook nu te bestellen,<br />
dat komt doordat een uitgever van gescande<br />
versies één exemplaar drukt als je het bestelt<br />
(“print-on-demand”).
Maar nu over de stereoscopie.<br />
Figuur 4. Elliot - Critiques on the Geometry.<br />
In 1852 had Charles Wheatstone zijn tweede<br />
lezing over stereoscopie in Londen gehouden.<br />
Dat was niet minder dan 14 jaar na de eerste<br />
lezing, waarin hij de ontdekking van de stereoscopie<br />
bekend maakte, al beloofde de titel in<br />
1838 ook dat het een eerste deel was (“Contributions<br />
to the Physiology of Vision - Part<br />
the First”). Beide lezingen werden afgedrukt<br />
in de Philosophical Transactions van de Royal<br />
Society of London.<br />
In 1852 nam het “Philosophical Magazine” de<br />
tweede lezing (Part the Second) over en<br />
omdat het zo lang na de eerste lezing was<br />
publiceerden zij ook de eerste lezing er bij.<br />
James Elliot las die in Edinburgh wat onnauwkeurig<br />
en hij schreef op 5 april 1852 naar de<br />
redactie van het Philosophical Magazine (waar<br />
David Brewster overigens ook redacteur<br />
was):<br />
Gentlemen, nadat ik vandaag, in uw publicatie<br />
van deze maand, de bijdrage van Profes-<br />
sor Wheatstone heb gezien over de fysiologie<br />
van het zien en zijn onlangs vervaardigde<br />
instrument, de Stereoscope, mag het mij<br />
misschien worden toegestaan te zeggen dat<br />
noch zijn inzichten, noch de praktische toepassing<br />
ervan, zo nieuw zijn als hij veronderstelt,<br />
want ik construeerde een stereoscoop,<br />
in alles behalve de naam, meer dan dertien<br />
jaar geleden [1839, AK], die, hoewel sindsdien<br />
door mij vergeten, nog steeds bestaat,<br />
en getoond kan worden met bewijs van zijn<br />
datum.<br />
Ik zeg dit niet om op enigerlei wijze afbreuk<br />
te doen aan de verdienste en originaliteit van<br />
Professor Wheatstones uitvinding, want de<br />
mijne is nooit gepubliceerd. Ik meld het<br />
alleen als een merkwaardig feit.<br />
Ik ben, Gentlemen, uw dienstwillige dienaar,<br />
James Elliot.<br />
1 St Vincentstreet, Edinburgh.<br />
Wheatstone reageerde in het volgende nummer<br />
van het maandblad door te zeggen dat<br />
als Elliot op de datum van zijn eerste lezing<br />
33<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
34 had gelet, veertien jaar geleden, hij geen<br />
reden zou hebben gehad de originaliteit van<br />
zijn onderzoek te betwisten. Hij wees er ook<br />
op dat die lezing was besproken in het Athaeneum,<br />
de Literary Gazette en andere uitgaven.<br />
Ook dat zijn Stereoscoop toen werd<br />
gemaakt en verkocht door de belangrijkste<br />
opticiens in Londen.<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
“Wat voor instrument Mr. Elliot ook gemaakt<br />
heeft dertien jaar geleden, het was dus nadat<br />
mijn experimenten uitgebreide publiciteit<br />
hadden gekregen.”<br />
De redactie van het blad schreef er onder dat<br />
zij na de publicatie van het vorige nummer<br />
een brief van Mr. Elliot hadden ontvangen<br />
waarin hij schreef dat, als hij zich gerealiseerd<br />
had dat Prof. Wheatstone zijn Stereoscoop<br />
al in 1838 had getoond, hij zijn opmerking<br />
niet gemaakt zou hebben. Elliot heeft er<br />
verder nooit iets over geschreven, maar zijn<br />
stadsgenoot Brewster des te meer. In diens<br />
vier jaar later verschenen boek “The Stereoscope”<br />
(enz) wordt aan Elliot toegeschreven<br />
dat hij als eerste (in 1834) een stereoscoop<br />
had “bedacht” (contrived), hoewel hij die pas<br />
maakte in 1839. Belangrijker was dat Brewster<br />
ook de stereotekening afdrukte die Elliot<br />
in 1839 had gemaakt.<br />
Over die tekening schreef Brewster dat Elliot<br />
een doorzichtige tekening van een landschap<br />
met drie afstanden had gemaakt. Het verst<br />
was de maan en een spiegeling van de maan<br />
in een waterstroom. De separatie van de<br />
twee manen en van hun reflecties was circa<br />
2½ inch. De tweede afstand was “een oud<br />
kruis op ongeveer honderd voet afstand” en<br />
de derde afstand een dorre boomtak op dertig<br />
voet van de kijker. Een arm van het kruis<br />
raakte de maan in de rechter afbeelding en<br />
bedekte een derde van de maanschijf in de<br />
linker afbeelding. De boomtak raakte in één<br />
afbeelding een heuvel in de achtergrond<br />
maar was er op de andere afbeelding een<br />
stuk van verwijderd. Uit meting van de separatie<br />
van de manen in Brewsters boek is te<br />
berekenen dat de buitenmaat van Elliots stereotekening<br />
in het origineel ongeveer 10 bij 5<br />
cm was.<br />
Brewster schreef in zijn boek van 1856: “Een,<br />
zij het zeer onvolkomen, landschap bestaande<br />
uit drie afstanden was in reliëf te zien. Het<br />
was een gedurfde onderneming om deze<br />
tweeogige afbeelding volgens stereoscopische<br />
principes te tekenen.” Hoewel Brewster<br />
hier dus de betekenis van het stereoscopisch<br />
afbeelden schijnt te begrijpen, ligt de nadruk<br />
in zijn verdere commentaar vooral op Elliots<br />
Figuur 5. Elliots Stereotekening 1839 - 1856.
veronderstelde prioriteit in het uitvinden van<br />
een “stereoscoop”. En zo is het sindsdien al<br />
anderhalve eeuw gegaan.<br />
Wheatstone zei later dat jaar, in het Timesdebat,<br />
over Elliots stereotekening dat Brewster<br />
aan dat éne experiment van Elliot overdreven<br />
aandacht had gegeven en dat in die<br />
tekening geen enkel ruimtelijk lichaam was<br />
weergegeven maar slechts drie verschillende<br />
vlakke afstanden. Inderdaad zijn verschillende<br />
van Wheatstones stereotekeningen (gepubliceerd<br />
in 1838) wel afbeeldingen van ruimtelijke<br />
voorwerpen (solid bodies) die hij<br />
weergaf als “outline” figuren. D.w.z. draadmodellen.<br />
Hij deed dat om te vermijden dat<br />
het stereoscopisch effect toegeschreven zou<br />
worden aan secundaire dieptefactoren zoals<br />
schaduw.<br />
Overigens was in één van zijn stereotekeningen<br />
wel schaduw aanwezig, namelijk in de<br />
afbeelding van een poortgebouw. Die tekening<br />
krijgt zelden aandacht hoewel het de<br />
oudste stereoafbeelding van een structuur is<br />
die in werkelijkheid zou kunnen bestaan<br />
(d.w.z. een afbeelding van een reëel “voorwerp”,<br />
natuurlijk of door mensen gemaakt).<br />
Maar het is geen erg overtuigende afbeelding<br />
en hij werd snel vergeten toen Daguerre en<br />
Talbot hun fotografische procédés bekend<br />
hadden gemaakt, een half jaar na Wheatstones<br />
publicatie van zijn stereotekeningen, en<br />
toen daarmee stereofoto’s werden gemaakt.<br />
Wheatstones tekeningen waren bestemd voor<br />
de spiegelstereoscoop. Bij het bekijken daarin<br />
worden de afzonderlijke linker en rechter<br />
figuren horizontaal gespiegeld en dus<br />
“getransponeerd”. Hier heb ik dat al gedaan<br />
voor het poortgebouw, de weergave daarvan<br />
is dus LR, voor evenwijdig stereokijken. Maar<br />
de andere tekeningen moeten gekruist bekeken<br />
worden.<br />
Brewster schrijft ook dat Elliot in 1823 een<br />
essay had geschreven voor “the Class of<br />
Logic” van de universiteit van Edinburgh; “On<br />
the means by which we obtain our knowledge<br />
of distance by the Eye”. Dus hoe we afstan-<br />
Figuur 6. Enkele stereotekeningen van Wheatstone 1838.<br />
35<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
36<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
Figuur 7. Stereotekening van poortgebouw - Wheatstone 1838.<br />
den waarnemen met het oog (of de ogen).<br />
Volgens Brewster zou hij sindsdien hebben<br />
geweten hoe het zien van het reliëf van lichamen<br />
berust op het versmelten van de twee<br />
ongelijke beelden in de twee ogen, maar hij<br />
zou hebben gedacht dat iedereen dat wel<br />
wist.<br />
De vraag rijst dan meteen waarom Brewster<br />
dat niet zelf had opgemerkt. Bijvoorbeeld in<br />
zijn ‘Treatise on Optics’ van 1831 (herdrukt<br />
o.a. 1833, 1837) in de paragraaf “On the<br />
cause of single vision with two eyes” (over de<br />
oorzaak van enkelvoudig zien met twee<br />
ogen). Het essay van Elliot is nooit gepubliceerd<br />
en het is ook nooit meer vermeld door<br />
Brewster of Elliot, dus ik denk dat er minder<br />
in stond dan Brewster in 1856 beweerde.<br />
Figuur 8. portret Sir David<br />
Brewster.<br />
Waarschijnlijk was het een studentenscriptie<br />
gebaseerd op de ideeën zoals die Descartes<br />
en Kepler al eerder hadden over triangulatie<br />
met convergerende oogassen. Dat past ook<br />
goed bij Elliots landschaps-stereotekening<br />
waarin naar boom en kruis en maan met verschillende<br />
convergentie wordt gekeken terwijl<br />
ze wat onhandig recht achter elkaar staan.<br />
Dit alles neemt niet weg dat Elliots tekening<br />
van 1839 (door Brewster gepubliceerd in<br />
1856) de eerste poging was een landschap in<br />
stereo af te beelden. Wheatstones eerste stereotekeningen<br />
zijn waarschijnlijk tussen 1830<br />
en 1832 gemaakt, d.w.z. weinig jaren eerder<br />
dan Elliots tekening. Wheatstones lezing van<br />
1838 bevat zoveel bijzonderheden over het<br />
stereoscopisch zien dat die éne stereotekening<br />
van Elliot er natuurlijk mager bij afsteekt<br />
terwijl Elliot helaas nooit details heeft gegeven<br />
over zijn beweegredenen of gedachten<br />
erover.<br />
Toch blijft het merkwaardig dat, hoewel<br />
geleerden sinds Euclides nadachten over het<br />
tweeogig zien, in één decade, tussen 1830 en<br />
1840, zowel Wheatstone als Elliot onafhankelijk<br />
van elkaar als eersten stereoscopische<br />
afbeeldingen hebben gemaakt. Dat vraagt om<br />
een verklaring, waarover de volgende keer<br />
meer.<br />
Abram Klooswijk
“W1 plaatjes” door Jan Meijerink<br />
37<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
38<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
Wat gebeurt er binnen de Fujifilm<br />
Finepix REAL <strong>3D</strong> W1 camera?<br />
In het vorige nummer van <strong>3D</strong> <strong>Bulletin</strong> (186)<br />
heeft Erik Koster zijn ervaringen met de Fuji<br />
W1 verteld. Hieruit blijkt dat de Fuji W1 een<br />
unieke compact camera is; hij kan de drempel<br />
om stereofotografie te bedrijven behoorlijk<br />
verlagen. <strong>Voor</strong> mij, die zo’n 15 jaar alleen<br />
de cha-cha methode heeft gebruikt en nooit<br />
de stap heeft gedaan om gekoppelde digitale<br />
camera`s te kopen, is de Fuji W1 een hele<br />
uitkomst! Handelbaar, simpel te bedienen en<br />
goede kwaliteit stereofoto’s voor internet<br />
publicaties of briefkaart formaat foto’s (tot<br />
een formaat van rond de 20 bij 30 cm).<br />
Vanwege mijn technische aanleg was het een<br />
uitdaging om te ontdekken hoe de Fuji W1<br />
van binnen werkt. Co van Ekeren heeft de<br />
camera zelfs echt uit elkaar gehaald en ik zal<br />
ook wat van zijn ervaringen gebruiken om die<br />
te koppelen aan een technische eigenschap<br />
van de Fuji W1.<br />
In dit artikel zal ik de volgende technische<br />
onderwerpen gerelateerd aan de <strong>3D</strong> mode<br />
bespreken: de brandpuntsafstand (bepaald<br />
door lensoptiek en ingebouwde digitale<br />
zoom), de convergentieafstand (bepaald door<br />
fysieke convergentie hoek en verschuiven van<br />
de foto’s), plaatsing van stereo window<br />
(handmatig en automatisch verschuiven van<br />
foto), barrel/pincushion vervorming en diverse<br />
andere zaken. Ik zal niet diep in gaan op<br />
mogelijke verbeteringen van de camera; dat<br />
laat ik over aan mijn internetpagina (http://<br />
www.iol.ie/~geniet/3d/FujiW1ervaringen.<br />
htm).<br />
De brandpuntsafstand.<br />
In de handleiding (http://www.fujifilm.com/<br />
products/3d/camera/finepix_real3dw1/pdf/<br />
index/finepix_real3dw1_manual_01.pdf) van<br />
de Fuji W1 kan men lezen dat de brandpuntsafstand<br />
in <strong>3D</strong> mode varieert tussen 7.1 mm<br />
en 26.9 mm (of 39 mm en 149 mm voor 35<br />
mm equivalent). De lensoptiek zelf heeft een<br />
brandpuntsafstand tussen 6.3 mm en 18.9<br />
mm (in tien discrete stappen). Het verschil<br />
tussen deze twee is dat er in de <strong>3D</strong> mode een<br />
ingebouwde digitale zoom wordt gebruikt<br />
(deze kan helaas niet uitgezet worden).<br />
Dit verschil is goed te zien op de W1 monitor<br />
wanneer men tussen de 2D mode and <strong>3D</strong><br />
mode schakelt (knop links onder): de kijkhoek<br />
wijzigt dan.<br />
Deze ingebouwde digitale zoom wordt door<br />
de camera gedaan en is afhankelijk van de<br />
brandpuntsafstand; een digitale zoom tussen<br />
1.13x (voor 6.3 mm) en 1.43x (voor 18.9<br />
mm). In grafiek 1 kan men de ingebouwde<br />
digitale zoom bij elke optische brandpuntsafstand<br />
zien.<br />
Grafiek 1.<br />
De consequentie van deze ingebouwde digitale<br />
zoom is tweeërlei. 1. Het effectief<br />
gebruikte oppervlak van de camera sensor<br />
(CCD) is behoorlijk verkleind (zie grafiek 2):<br />
van 10 MPixels in 2D mode tot 7.8 MPixels<br />
(voor 6.3 mm) en 4.9 MPixels (voor 18.9<br />
mm) in <strong>3D</strong> mode. 2. De ruis in de foto is vergroot.
Grafiek 2.<br />
Convergentie afstand.<br />
Fuji schrijft in de W1 handleiding dat de convergentie<br />
afstand afhankelijk is van de brandpuntsafstand:<br />
de convergentie afstand is 2 m<br />
(voor 6.3 mm) en 6.5 m (voor 18.9 mm).<br />
Deze convergentie afstand wordt verwezenlijkt<br />
door: 1. Een fysieke convergentie hoek<br />
van de rechter lens. 2. Het verschuiven van<br />
zowel de linker als de rechter foto om<br />
zodoende het default stereo raam op de convergentie<br />
afstand te plaatsen. De Fuji W1<br />
noemt de locatie van het default stereo raam<br />
de convergentie afstand.<br />
Fysieke convergentie hoek.<br />
Wanneer men naar de camera kijkt en de<br />
linker en de rechter lens observeert dan ziet<br />
men een verschil: het plastic plaatje ter<br />
bescherming van de rechter lens lijkt onder<br />
een hoek te staan. Bij nadere studie blijkt het<br />
onder een hoek van ongeveer 2.2 graden te<br />
staan en als men de Fuji W1 uit elkaar haalt<br />
(zoals Co van Ekeren heeft gedaan) dan blijkt<br />
dat de rechter lens zelf ook onder deze hoek<br />
staat. De linker lens staat niet onder een<br />
hoek.<br />
Deze informatie is ook te zien in de EXIF meta<br />
data (EXIF meta data zijn gegevens behorende<br />
bij de foto; zoals wanneer de foto is<br />
gemaakt, of de flits is gebruikt, welke brandpuntsafstand<br />
is gebruikt, etc.). Deze fysieke<br />
convergentie hoek veroorzaakt enige key<br />
stone vervorming in de rechter foto.<br />
Verschuiven van de foto’s.<br />
Naast bovenstaande fysieke convergentie<br />
hoek past de Fuji W1 een soort schijnbare<br />
convergentie hoek toe. Dit lijkt te gebeuren<br />
door het verschuiven van de foto’s waardoor<br />
een default stereo raam geplaatst wordt. De<br />
linker en de rechter foto worden ieder zodanig<br />
verschoven zodat het default stereo raam<br />
(voor mijn camera) komt te staan op 2 m<br />
(voor 6.3 mm) tot 5.7 m (voor 18.6 mm).<br />
Mijn locatie van het stereoraam bij de langere<br />
brandpuntsafstand is lager dan in de handleiding<br />
wordt vermeld (6.5 m); dit zou aan<br />
fabricage variaties kunnen liggen.<br />
Plaatsen van stereoraam.<br />
Naast de vaste default window afstand (de<br />
convergentie afstand) kan men ook automatisch<br />
of handmatig het uiteindelijke stereo<br />
raam plaatsen. Fuji W1 noemt dit parallax. In<br />
de automatische stand wordt het stereo raam<br />
op de gefocusseerde afstand gezet.<br />
De waarde van de verschuiving die gekozen is<br />
om een bepaalde stereoraam afstand te realiseren<br />
wordt opgeslagen in de foto’s EXIF<br />
meta data zodat deze door andere applicaties<br />
(zoals SPM and Fuji V1) gebruikt kan worden.<br />
Barrel/pincushion vervorming.<br />
Bij simpele optische lensen (zoals in de<br />
meeste compact camera`s) zal barrel en pincushion<br />
vervorming optreden. Deze lijkt niet<br />
gecompenseerd te worden in de Fuji W1. In<br />
grafiek 3 wordt de barrel/pincushion vervorming<br />
voor mijn camera (in 2D mode) weergegeven.<br />
Hun vervormingssterkte is weergegeven<br />
zoals in PSP wordt gebruikt.<br />
39<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
40<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
Grafiek 3.<br />
Waarom is er zo’n grote ingebouwde<br />
digitale zoom in de<br />
Fuji W1?<br />
De ingebouwde digitale zoom in de <strong>3D</strong> mode<br />
verwijdert een behoorlijk deel van de stereo<br />
foto en het verhoogt de beeldruis. Als de Fuji<br />
W1 niet zo’n grote digitale zoom zou gebruiken<br />
in de <strong>3D</strong> mode dan zou er dus minder<br />
beeldruis zijn. De vraag blijft dus: Waarom<br />
past de Fuji W1 deze grote digitale zoom toe?<br />
Als ik met de Fuji W1 in 2D mode twee chacha<br />
genomen foto’s (stereobasis 7.7 cm) in<br />
SPM juist uitlijn dan krijg ik een equivalente<br />
digitale zoom van 1.02x (voor 6.3 mm) en<br />
1.07x (voor 18.9 mm). Dat is dus een<br />
behoorlijk verschil met de digitale zoom in de<br />
Fuji W1 van 1.13x (voor 6.3 mm) en 1.43x<br />
(voor 18.9 mm.<br />
.<br />
Ik heb nog niet de werkelijke redenen kunnen<br />
achterhalen (ondanks herhaaldelijke e-mails<br />
richting FujiFilm). Hier zijn een paar (niet<br />
overtuigende) mogelijke redenen: 1. De<br />
camera compensatie moet opgewassen zijn<br />
tegen eventuele fabricage variaties (ik denk<br />
in de orde van: 1.02x wegens horizontale en<br />
verticale verschuivingen voor 6.3 mm). 2. En/<br />
of de mogelijkheid om barrel en pincushion<br />
vervorming te verminderen door deze weg te<br />
snijden (digitaal weg te zoomen).<br />
Deze twee mogelijke redenen verklaren voor<br />
mij nog niet waarom de Fuji W1 zoveel digitaal<br />
zoomt in de <strong>3D</strong> mode. Ik hoop nog<br />
steeds op feedback van FujiFilm.<br />
Let op de volgende zaken bij<br />
het maken van foto’s.<br />
Er zijn een aantal andere aspecten van de<br />
Fuji W1 die ik onder de aandacht wil brengen:<br />
1. De focus afstand en andere belichtings<br />
parameters, gemeten door de linker lens,<br />
worden doorgegeven aan de rechter lens. Er<br />
is dus een master (links) en slave (rechts)<br />
relatie. Dit is noodzakelijk voor een goed stereopaar.<br />
Helaas blijkt dat deze master/slave<br />
relatie niet altijd helemaal gehandhaafd blijft<br />
(is nog niet duidelijk waarom).<br />
2. Als je kleine brandpuntsafstanden gebruikt<br />
(zeg 6.3 and 7.1 mm) dan treedt er perspectief<br />
vervorming op (ook in 2D mode). Dit is<br />
dus onafhankelijk van het hyper stereo effect<br />
door de grote stereo basis (77 mm i.p.v. 65<br />
mm). Indien er mensen op de foto staan probeer<br />
dan een iets grotere brandpuntsafstand<br />
te gebruiken.<br />
3. Soms treedt er een waas/schijnsel op in<br />
één van de foto’s (reflectie van heldere<br />
oppervlakten zoals wolken, etc.). Hierdoor<br />
krijgt men niet een mooie gelijkwaardige<br />
belichting van beide foto`s. Dit kan voorkomen/verminderd<br />
worden door een ander<br />
standpunt te nemen of een andere belichting.<br />
Deze waas lijkt te komen door spiegeling<br />
tegen de opstaande randen van het glimmende<br />
plaatje rondom de lenzen en door het<br />
glimmende oppervlak van de camera’s aan/<br />
uit schakelaar. Een (kleine) zonnekap kan dit<br />
voorkomen.<br />
4. Er zijn diverse gadgets te koop voor de Fuji<br />
W1: zonneklep voor de monitor, statief om de<br />
vingers van de lenzen te houden, etc. Ik wil<br />
graag deze camera klein houden. Gelukkig<br />
blijkt dat ik na wat gewenning met de Fuji W1<br />
de gadgets niet echt nodig heb (ik woon<br />
natuurlijk wel in een land met weinig zon;-).<br />
Een optische zoeker zou heel handig zijn!<br />
5. Vergelijkt men (met 100 ISO en hoger) de<br />
Fuji W1 foto’s in 2D mode met de Canon G11<br />
camera (ook 10 MPixel), dan blijkt dat de<br />
beeldruis ietsjes kleiner is voor de Fuji W1.
Samenvatting.<br />
De uit elkaar gehaalde Fujifilm W1 camera.<br />
Uit bovenstaande blijkt dat de meeste ins en<br />
outs van de camera min of meer begrepen<br />
worden. Ik hoop dat deze unieke camera in<br />
de toekomst volledig begrepen zal worden: of<br />
door verdere experimenten of door feedback<br />
van FujiFilm. Het grootste ongemak is dat er<br />
een waas kan optreden. Hopelijk zal Fuji hiervoor<br />
een oplossing leveren.<br />
De belangrijkste conclusie voor mij is dat<br />
bovenstaande aspecten van de Fuji W1 zeker<br />
niet het plezier met deze compact camera<br />
bederven: De Fuji W1 heeft mijn stereo<br />
wereld aanzienlijk vergroot.<br />
Veel mensen (zie Acknowledgement sectie in<br />
bovenstaande URL) hebben bij gedragen tot<br />
bovenstaande informatie, ik wil hen van harte<br />
bedanken. Trouwens, de Fuji<strong>3D</strong> Yahoo<br />
e-groep is een goede Fuji W1 vraagbaak:<br />
http://groups.yahoo.com/group/fuji3d<br />
Victor Reijs,<br />
number30.victor.reijs@gmail.com<br />
Het optreden van een waas boven in het linkerbeeld.<br />
41<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
42<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
Op weg naar Egmond!<br />
Een impressie van het ISU congres te Gmunden<br />
Het eerste dat in Oostenrijk opviel was het<br />
klimaat. Terwijl in Nederland de herfst al was<br />
ingetreden was het in Oostenrijk nog steeds<br />
zomer met temperaturen tot vierentwintig<br />
graden. We kwamen aan met prachtig weer.<br />
De trui kon weer uit (moest weer uit) want<br />
het was veel te heet om met een trui aan<br />
rond te lopen.<br />
Het Congres in Gmunden werd gehouden in<br />
een prachtig conferentieoord aan een schilderachtig<br />
meer. Echt zo’n locatie als je in<br />
sprookjesboeken tegenkomt. De realiteit is<br />
echter geen sprookje. De ligging van de<br />
hotels bleek een nadeel. Een aantal van de<br />
congresgangers zat in Gmunden-Centrum<br />
ongeveer op 1.5 km vanaf het congrescentrum.<br />
Er was wel een toeristentreintje (Bummelzug).<br />
Een rijdend vehikel dat overdag<br />
naar het Congrescentrum ging. ‘s nachts na<br />
de laatste voorstelling echter moest je maar<br />
zien hoe je terugkwam. De meeste congresgangers<br />
die in Gmunden logeerden gingen<br />
overigens lopen. Ik zat tezamen met een<br />
aantal andere mensen nog iets ongunstiger<br />
in het volgende dorp, Altműnster-Traunsee.<br />
Dat was ook anderhalve kilometer lopen.<br />
De meeste excursies begonnen op de parkeerplaats<br />
bij het congrescentrum. Op twee<br />
dagen na want toen begon de excursie op het<br />
Raadhuisplein. Dat was vanuit Altműnster-<br />
Traunsee dus 3 kilometer. Met het huren van<br />
een fiets heb ik mij uit dit probleem gered.<br />
Naar die fiets werd door menigeen met<br />
jaloerse blikken gekeken. Goed dat we volgende<br />
keer in Egmond aan zee weer alles<br />
onder één dak hebben. Zo’n afstand naar het<br />
hotel is slecht voor de sociale contacten. Je<br />
gaat niet nog even een borreltje drinken voor<br />
het slapengaan als je nog een eind moet<br />
lopen of rijden.<br />
Over de shows van het congres heb ik al eerder<br />
geschreven. Over de traderooms/exposi-<br />
ties het volgende. Er was een heus Kaiserpanorama<br />
dat speciaal voor de gelegenheid<br />
naar Gmunden was vervoerd. Dit Panorama<br />
draaide elke dag een andere show. Een echte<br />
attractie. De opstelling van het Kaiserpanorama<br />
(aan het einde van de trade room)<br />
zorgde echter voor wat protesten bij de aanwezige<br />
handelaren. De “trade fair” was de<br />
laatste twee congresdagen in dezelfde ruimte.<br />
Er was dus geen mogelijkheid de te verkopen<br />
waren op een beschermde manier op de<br />
tafels te laten staan. Ook een les voor het<br />
congres voor Egmond aan Zee: Zorg er voor<br />
dat de trade room is af te sluiten. (Red: is<br />
geregeld!)<br />
De catering was van het type “geavanceerde<br />
bedrijfskantine”. Geen culinaire hoogstandjes<br />
dus. Maar goed, je had wat te eten. Problemen:<br />
De eerste dag was er geen catering en<br />
de laatste dag was er geen tijd voor het diner.<br />
Lessen voor het Congres in Egmond. (Red:<br />
in Egmond zijn er uitgebreide buffets en<br />
is men flexibel met de tijden!)<br />
Een interessante ontwikkeling van het ISU<br />
congres was (voor de eerste keer zolang als<br />
ik naar ISU-congressen ga) de aanwezigheid<br />
van een belangrijke camerafabrikant. Fuji gaf<br />
een lezing over haar nieuwe digitale camerasysteem<br />
met viewer. De laatste twee dagen<br />
hadden ze ook nog een stand. Het is zeer te<br />
prijzen dat een firma als Fuji contacten met<br />
de internationale wereld voor stereofotografie<br />
op prijs stelt. Laten we hopen dat de nieuwe<br />
Fuji camera een succes wordt en andere<br />
fabrikanten ook wat in digitale stereofotografie<br />
gaan zien en dat al die nieuwe camera’s op<br />
de markt voor veel nieuwe leden mogen zorgen.<br />
Er waren een hele week excursies. Meer dan<br />
in welk vorig congres dan ook. Ik vond omdat<br />
ik toch al toerist was dat echter totaal geen<br />
bezwaar. De excursies waren over het geheel
genomen goed georganiseerd. De organisatie<br />
van het congres had goede betrekkingen met<br />
de VVV van de provincie Oberoesterreich<br />
(Boven-Oostenrijk). Hierdoor konden wij vrijwel<br />
overal fotograferen. Ook waar dat normaliter<br />
niet mogelijk is. De provincie maakt deel<br />
uit van het Salzkammergut. Een gebied dat<br />
vroeger ten dienste stond aan de zoutwinning.<br />
Het moge niet verwonderen dat zout<br />
een terugkerend thema was tijdens de excursies.<br />
De excursie van dinsdag begon al meteen<br />
goed: een bezoek aan de zoutmijnen en het<br />
stadje Hallstatt dat gebouwd was voor de<br />
mensen die in de zoutmijnen werkten. Het<br />
weer was mooi, zonnig en 24 graden. Met een<br />
tandradbaan gingen wij het steilste gedeelte<br />
omhoog.<br />
Na een wandeling naar de ingang (door<br />
prachtige natuur) kwamen wij bij het gebouw<br />
van de zoutmijnen aan. Hoed je overigens<br />
voor Oostenrijkers die iets een “korte wandeling”<br />
noemen. De wandeling mag niet echt<br />
lang zijn, maar als ie constant bergop is!<br />
In het al genoemde gebouw dienden wij ons<br />
om te kleden met een trui en extra beschermende<br />
kleding want het zou in de mijn 7<br />
graden zijn. Daarna gingen we weer naar<br />
buiten om naar de ingang van de mijn te<br />
lopen. Ja, honderden meters met trui en<br />
extra kleding door een temperatuur van 24<br />
graden. Afzien dus. Toen wij de mijn in mochten<br />
gaf dat een aangename verkoeling.<br />
De mijn bevatte naast een fotogeniek gangenstelsel<br />
een museum. Op twee plaatsen<br />
waren er houten glijbanen, waar je diende af<br />
te dalen. De eerste was kort, de tweede langer.<br />
De snelheid waarmee mijn niet al te<br />
lichte lichaam naar beneden kwam was een<br />
beetje te groot voor mijn gemoedsrust maar<br />
voor de meeste anderen was het een plezie-<br />
rige wijze van vervoer. Na de excursie door<br />
de mijn, een lunchpauze in het restaurant bij<br />
de mijn en de tocht met de tandradbaan<br />
wachtte ons beneden een wandeltocht (lees<br />
klimtocht) door het fotogenieke Hallstatt.<br />
Hallstatt is steil tegen een helling opgebouwd.<br />
Er was weinig ruimte om op vlakke<br />
grond te bouwen.<br />
Interessant was ook de begraafplaats. Die<br />
was klein. Vanwege het ruimtegebrek worden<br />
de beenderen na een paar jaar opgegraven<br />
om ruimte te maken voor nieuwe overledenen.<br />
De beenderen worden in een knekelhuis<br />
geplaatst, waarbij de schedels liefdevol<br />
worden beschilderd. Een interessant<br />
gezicht.<br />
De halve dag excursie van woensdag heb ik<br />
niet meegemaakt. Het betrof een bergwandeling<br />
in de omgeving van Gmunden. Die<br />
middag werd het congres officieel geopend<br />
door de burgemeester van Gmunden op het<br />
Raadhuisplein van de stad. We kregen een<br />
toespraak en een drankje. <strong>Voor</strong> de gezelligheid<br />
zorgden een blazersensemble en de<br />
congresdeelnemers. Niets mis mee dus, erg<br />
gezellig. Die avond was er het eerste blok<br />
projecties (lees daarvoor mijn eerdere artikel)<br />
Donderdagochtend was er een stadswandeling<br />
door Gmunden en een bezoek met<br />
behulp van de enige tramlijn die Gmunden<br />
rijk is (speciaal voor ons reden ze met een<br />
historische tram) aan de Keramiek-fabriek.<br />
Daar werden we rondgeleid en liet men ons<br />
het productieproces zien. Het is verbazingwekkend<br />
dat we daar weer uit kwamen zonder<br />
ook maar een bordje of vaasje om te<br />
stoten. Met de tram werd terug naar het<br />
centrum gereden. Daar bezochten we nog<br />
het gemeentemuseum dat een interessante<br />
verzameling WC-potten heeft. Die collectie<br />
was niet zo groot maar ze is inmiddels de<br />
43<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
44 meest in <strong>3D</strong> gefotografeerde verzameling ter<br />
wereld. De middag en avond waren er projecties.<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
Op vrijdagochtend scheepten we ons allemaal<br />
in vanaf het Raadhuisplein aan boord van de<br />
raderboot “Gisela”. Dit is een oude stoomboot<br />
die ons over het kalme water van de Traunsee<br />
naar het dorp Traunkirchen bracht. De Traunsee<br />
levert een prachtig uitzicht en het dorpje<br />
was pittoresk. De aanwezige stereofotografen<br />
zorgden voor de gezelligheid. ‘s Middags was<br />
er de al genoemde lezing van Fuji en een<br />
projectieblok, ‘s avonds een ander projectieblok<br />
De zaterdagochtend was gereserveerd voor<br />
vergaderingen Zij die niets te vergaderen<br />
hadden konden uitslapen of naar de Trade<br />
Fair gaan. De middag was uitgetrokken voor<br />
een excursie naar het klooster van St Florian.<br />
Dit is een enorm complex met prachtige<br />
architectuur en kunstvoorwerpen. In de<br />
kloosterkerk was de componist Anton Brueckner<br />
jarenlang organist geweest. En wij werden<br />
in die kerk verwend met een privé concert<br />
op het zelfde orgel waarop de componist<br />
had gespeeld! Zeer imposant!<br />
De zondag begon weer met vergaderen voor<br />
sommigen, uitslapen en Trade Show voor de<br />
rest. Die middag was er een excursie naar<br />
Linz. Linz is een zeer interessante stad met<br />
veel mooie gebouwen. Eigenlijk was het te<br />
veel voor een middagexcursie. We kregen<br />
niet meer dan een indruk van de stad. Bij<br />
terugkomst was er een probleem: het avondprogramma<br />
begon vrij snel nadat de bus uit<br />
St. Florian was teruggekomen. <strong>Voor</strong> een aantal<br />
mensen betekende dat honger lijden. Het<br />
avondprogramma besloot officieel het congres.<br />
Velen gingen echter nog mee met de volledige<br />
dagexcursie van maandag naar St. Wolfgang<br />
en de Schafsbergbahn. De Schafsbergbahn<br />
is een tandradbaan die naar de top van<br />
de Schafsberg voert. Omhoogklimmend zag<br />
het er slecht uit voor de excursie. Het motregende<br />
en aan alle kanten waren er slechts<br />
wolken te zien. Op de top van de berg was<br />
een restaurant waar wij allen neerstreken om<br />
iets the nuttigen. Er was toch geen uitzicht te<br />
zien buiten. Maar toen gebeurde het wonder.<br />
Langzaam dreven de wolken uiteen en de<br />
vergezichten kwamen toch nog te voorschijn.<br />
Teruggekomen aan de voet van de berg kregen<br />
wij een rondleiding door de remise van<br />
de tram en een demonstratie van een zeer<br />
oude tram. Daarna konden we St. Wolfgang<br />
nog bekijken of een rondleiding door de oude<br />
kerk volgen. Een geslaagde dag.<br />
`s Avonds was er het banket in Altműnster<br />
Traunsee. <strong>Voor</strong> de meesten betekende het<br />
een tocht met een bus. <strong>Voor</strong> mij betekende<br />
het echter een “thuiswedstrijd”. Ik had de<br />
hele week met de fiets gependeld maar nu<br />
kon de fiets worden ingeleverd en het laatste<br />
stuk worden gewandeld. Het restaurant zag<br />
er goed uit en het eten was redelijk. Ze waren<br />
echter duidelijk niet op zo’n groot gezelschap<br />
berekend.<br />
Samenvattend kun je zeggen dat het ISU<br />
congres ondanks een paar minpuntjes een<br />
geslaagd congres was. In Nederland kunnen<br />
wij van de minpuntjes van Oostenrijk leren<br />
om het Congres in Egmond aan Zee nog<br />
geslaagder te maken!<br />
Ryko Prins
“Mensen in Gmunden” door Abram Klooswijk<br />
45<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
46<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
DE “DIEPTE MAP METHODE”<br />
Het beste 2D-<strong>3D</strong> conversiegereedschap in Photoshop<br />
Bijna alle <strong>3D</strong>- enthousiastelingen zouden<br />
best graag eens een makkelijke en snelle<br />
manier willen hebben om 2D beelden om te<br />
zetten in <strong>3D</strong>. Ik ben één van die enthousiastelingen.<br />
U zult misschien weten dat er al een<br />
aantal verschillende methoden en software<br />
programma’s beschreven zijn die gebruikt<br />
kunnen worden voor 2D-<strong>3D</strong> conversie. Ik<br />
denk dat ik ze bijna allemaal heb geprobeerd.<br />
Gebaseerd op mijn ervaring ben ik van<br />
mening dat de meest overtuigende, logische<br />
en makkelijkste manier is de Diepte Map<br />
methode die werkt met het ‘Displace’ (Verplaats)<br />
gereedschap van Photoshop. Dat<br />
gereedschap kan een aantal of alle pixels van<br />
een 2D beeld verschuiven en/of kopiëren naar<br />
rechts of links, gebaseerd op een bepaalde<br />
Diepte Map. Op het eerste gezicht lijkt een<br />
Diepte Map op een combinatie van diverse<br />
grijstinten, maar iedere tint is hier een betekenisvolle<br />
code voor het ‘Displace’ gereedschap<br />
dat de betreffende pixels met een<br />
bepaalde waarde van verschuiving naar<br />
rechts of links kopieert.<br />
In dit artikel wil ik proberen om u het concept<br />
van deze verbazingwekkende Diepte Map<br />
methode te helpen begrijpen aan de hand van<br />
een aantal eenvoudige oefeningen. Ik zal<br />
beschrijven hoe ik eenvoudige mappen<br />
gemaakt heb om mijn 2D beelden naar <strong>3D</strong> om<br />
te zetten. Na het maken van zo’n map doet<br />
Photoshop het eigenlijke conversiewerk door<br />
een paar simpele klikken.<br />
Jammer genoeg zult u weinig heldere informatie<br />
over deze methode vinden op het internet,<br />
eenvoudig omdat de methode een beetje<br />
moeilijk in woorden is uit te leggen, of ook<br />
misschien omdat weinig mensen ontdekt hebben<br />
hoe het werkt. Maar als u eenmaal de<br />
Shahrokh Dabiri, Teheran, IRAN<br />
Vertaling door Johan Steketee<br />
procedure gezien hebt dan zult u het snel<br />
begrijpen door “Learning by doing”.<br />
DAAR GAAN WE DAN: OPEN<br />
UW PHOTOSHOP. OEFENING 1.<br />
1. Maak een nieuw, wit vierkant van 1000 bij<br />
1000 pixels en teken daarin een aantal concentrische<br />
cirkels, zoals in Fig. 1. Die willen<br />
we na de conversie laten lijken op een van<br />
bovenaf bekeken kegel.<br />
Figuur 1. Concentrische cirkels.<br />
2. Maak drie duplicaten van uw originele<br />
tekening en noem ze achtereenvolgens<br />
“Cirkel_L”, “Cirkel_R” en “Cirkel_Map”. We<br />
gaan eerst de Diepte Map maken door de<br />
“Cirkel_Map” te veranderen.<br />
3. Selecteer in uw Photoshop Gereedschap<br />
Box het “Gradient Tool (G)” gereedschap<br />
(“Verloop(G)”) Dat belangrijke gereedschap<br />
werkt op 5 manieren die allen te zien zijn in<br />
de icoontjes op de werkbalk, links naast het
woord Mode (Modus). <strong>Voor</strong> deze conversie<br />
moeten we de “Radial Gradient” (“Radiaal<br />
Verloop”) vorm activeren. Selecteer die optie<br />
door een klik op het tweede icoontje van links<br />
uit de rij van 5. In de Gereedschapsbox kiest<br />
u vervolgens als voorgrondkleur wit en als<br />
achtergrondkleur zwart. Omdat een Diepte<br />
Map met alleen maar grijstinten werkt , hebben<br />
we geen andere kleuren nodig dan wit en<br />
zwart. Klik nu op het centrum van uw “Cirkel_Map”-beeld<br />
en trek een lijn naar één van<br />
de hoeken van het beeld. Het resultaat moet<br />
er dan uitzien als Fig. 2.<br />
Figuur 2. De Diepte Map voor het<br />
beeld met de cirkels.<br />
Dit is de uiteindelijke Diepte Map voor deze<br />
conversie. Sla hem op als “Cirkel_Map.psd”<br />
(dus als Photoshop bestand) ergens op uw<br />
computer en sluit hem daarna. U zult hem<br />
later weer nodig hebben. Gefeliciteerd: u<br />
hebt uw eerste Diepte Map gemaakt en het<br />
was heel eenvoudig.<br />
4. Keer terug naar het “Cirkel_R” beeld. We<br />
willen nu het “Displace” filter (Verplaats-filter)<br />
daarop loslaten. Klik op en<br />
daarna op (Vervorm);<br />
(Verplaats...) Nu opent zich het<br />
Displace venster en daarin vullen we de volgende<br />
waarden in:<br />
Horizontal Scale = 30<br />
Vertical Scale = 0 ( omdat we geen verticale<br />
verschuiving willen).<br />
Displacement map (Verplaatsingsmap) klik<br />
op: “Tile” (naast elkaar).<br />
Undifined Areas: (Ongedefinieerde<br />
gebieden)=Repeated pixels (Randpixels herhalen).<br />
Klik daarna op OK<br />
Nu opent zich een nieuw venster “Choose a<br />
displacement map” (Kies een verplaatsingsafbeelding<br />
). Dat venster vraagt naar uw Diepte<br />
Map-beeld en daarom openen we “Cirkel_<br />
Map.psd”<br />
U zult zien hoe eenvoudig de voorgrond van<br />
uw tekening (het centrum) naar links verschoven<br />
is en de achtergrond (buitenste cirkels)<br />
naar rechts. Het rechter beeld van uw<br />
conversie is hiermee tot stand gekomen en<br />
kan worden opgeslagen als “Cirkel_R.jpg”.<br />
5. Kies nu het “Cirkel_L” beeld en voer dezelfde<br />
procedure uit als onder punt 4 beschreven<br />
werd, maar vul nu bij Horizontale schaal -30<br />
i.p.v +30. Daardoor gebeurt het omgekeerde<br />
als bij punt 4 en verschuift de voorgrond<br />
naar rechts en de achtergrond naar links. Na<br />
deze stap is ook het linker conversiebeeld<br />
gemaakt en dat kan worden opgeslagen als<br />
“Cirkel_L.jpg”.<br />
Als we de beide beelden naast elkaar afdrukken<br />
vormen ze een stereopaar (Figuur 3).<br />
Hierin heb ik een kader toegevoegd om te<br />
laten zien dat de ene helft van de conversie<br />
uit het schijnraam steekt en de andere helft<br />
er achter ligt.<br />
<strong>Voor</strong> de grap heb ik de procedure ook toegepast<br />
op mijn paspoortfoto. Ook hier heb ik<br />
het Radiaal Verloop Filter gebruikt en begon<br />
ik op het topje van mijn neus en trok de lijn<br />
naar mijn haar om op deze manier alleen<br />
mijn gezicht te converteren. Hoewel het<br />
resultaat mij niet zo erg bevalt geeft het toch<br />
een duidelijk stereo-effect en ik kan het later<br />
47<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
48<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
Figuur 3. In stereo gezien vormen de cirkels een kegel.<br />
altijd nog verbeteren door op een paar plaatsen<br />
in “Pasfoto_Map” (Fig. 4) een beetje grijs<br />
toe te voegen, zodat ook daar “verschuiving”<br />
in de foto optreedt. Dit portret is in 2 minuten<br />
geconverteerd.<br />
Mijn originele pasfoto was klein, slechts 354<br />
x 472 pixels. Daarom was +3 en -3 voldoende<br />
voor de Horizontale Schaal. Mijn ervaring<br />
leert dat, hoe meer pixels het beeld telt, hoe<br />
groter de waarde moet zijn in Horizontale<br />
Figuur 4. Pasfoto_Map.<br />
schaal om voldoende verplaatsing te verkrijgen.<br />
Laat me u nu even uitleggen hoe deze snelle<br />
conversies tot stand komen met dit Photoshop<br />
Verplaatsings-gereedschap. Zoals ik al<br />
eerder opmerkte, krijgt dit prachtige gereedschap<br />
zijn orders van de grijswaarden die het<br />
vindt op de locatie in de Diepte Map, die overeenkomt<br />
met de locatie in het te converteren<br />
beeld. Dat betekent dus dat voor de verschuiving<br />
van iedere pixel in het beeld, het gereedschap<br />
de locatie van de betreffende pixel<br />
vergelijkt met de locatie in de er aan gerelateerde<br />
map, daar de grijswaarde opzoekt en<br />
dan de pixel in het beeld kopieert verschoven<br />
naar links of rechts over een afstand die<br />
bepaald wordt door de gevonden grijswaarde<br />
en de Horizontale Schaal waarde. Een grote<br />
waarde veroorzaakt een grote verschuiving<br />
en resulteert dus in een grotere deviatie oftewel<br />
meer diepte in het beeld. Je zou dus<br />
Horizontale Schaal kunnen beschouwen als<br />
Stereobasis.<br />
In een Diepte Map kan men puur wit (0 %<br />
grijs) beschouwen als maximum verschuiving<br />
vóór het stereovenster en zwart (100% grijs)<br />
als maximum deviatie in de achtergrond. In<br />
andere woorden: als we een bepaald deel in<br />
de Diepte Map wit schilderen dan zal het
eraan gerelateerde deel in het beeld heel ver<br />
voor het stereovenster (schijnraam) verschijnen<br />
en als we het zwart maken, dan komt het<br />
juist ver achter het schijnraam na het conversie<br />
proces. 50% grijs betekent geen verschuiving<br />
van de pixels, dus die onderwerpen blijven<br />
in het schijnraam staan.<br />
In mijn verdere oefeningen wil ik u leren om<br />
Diepte Mappen te maken voor eenvoudige<br />
beelden. In het “Swatches” venster (“Kleurstalen”)<br />
kunt u diverse grijstinten vinden. Zij<br />
staan bovenaan rechts in de eerste en tweede<br />
rij van het venster (Fig. 6).<br />
Als u de cursor even op een van de grijstinten<br />
Figuur 5. Het stereo resultaat.<br />
laat staan dan zal Photoshop de grijswaarde<br />
ervan weergeven. Het “Color” venster (“Kleur)<br />
laat de numerieke waarde van uw geselecteerde<br />
kleur zien: Als R,G en B dezelfde<br />
waarde hebben is het resultaat grijs. U kunt<br />
iedere grijswaarde maken door alle drie de<br />
schuifjes een zelfde waarde te geven: 127 is<br />
50% grijs, 255 is wit en 0 is zwart.<br />
OEFENING 2<br />
1. We gaan uit van een eenvoudige foto van<br />
een Zeegezicht zoals Fig. 8 met een hoogte<br />
van 768 pixels. We gebruiken hier ook weer<br />
het Gradient G (Verloop G) gereedschap maar<br />
voor een dergelijk Zeegezicht kiezen we nu<br />
Figuur 6. Links het Kleurstalenvenster en rechts (Figuur 7) het Kleurvenster<br />
van Photoshop.<br />
49<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
50<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
Figuur 8. Zeegezicht.<br />
het lineaire verloop in plaats van het radiale<br />
verloop. In het rijtje van 5 is dat het meest<br />
links gelegen icoontje in de werkbalk.<br />
2. Het maken van drie kopieën van de originele<br />
foto en het maken van de Diepte Map is<br />
bijna hetzelfde als in Oefening 1 maar er zijn<br />
een paar kleine verschillen: Gebruik 50%<br />
grijs voor de voorgrondkleur en zwart als<br />
achtergrondkleur want in de uiteindelijke<br />
conversie mag niets uit het schijnraam naar<br />
voren uitsteken. In andere woorden: we hebben<br />
geen hogere grijswaarde dan 50 nodig<br />
omdat de diepte moet beginnen in het schijnraam<br />
en verder verlopen naar oneindig.<br />
3. Om het Lineaire Verloop gereedschap te<br />
gebruiken moet u met de cursor een lijn trekken<br />
vanaf de benedenrand in het beeld naar<br />
de bovenrand. Het resultaat slaat u weer op<br />
in Photoshop formaat als Zeegezicht_Map.psd<br />
en ziet er uit als Fig. 9.<br />
4. Net zoals in de vorige oefening passen we<br />
weer het verplaatsingsfilter toe op<br />
Zeegezicht_L en Zeegezicht_R met - 30 en<br />
+30 als waarden voor de Horizontale verplaatsing.<br />
Als het venster vraagt “Choose a<br />
displacement map” (Kies een verplaatsingsafbeelding)<br />
gebruiken we de onder punt 3<br />
gevormde Zeegezicht_Map.psd als Diepte<br />
Map.<br />
Figuur 9. Zeegezicht_Map.<br />
Het uiteindelijke resultaat van de conversie<br />
ziet er dan als volgt uit (Fig. 10).<br />
Deze conversie vertoont een grote mate van<br />
diepte vanaf de voorgrond tot oneindig. Waar<br />
het maken van een hyperstereo vaak moeilijk<br />
tot soms onmogelijk is, bieden conversies<br />
vrijwel onbegrensde mogelijkheden in het<br />
maken van diepte lagen.<br />
Het Gradient gereedschap in zijn lineaire<br />
vorm maakte een Diepte Map waarin de voorgrondkleur<br />
(hier 50% grijs) verschuift naar<br />
donkerder tinten totdat de achtergrondkleur<br />
(hier 100% grijs=zwart) is bereikt. Zoals u<br />
ziet buigt zo’n gradientmap het beeld langs<br />
de Z-as (diepte-as).<br />
Dit eenvoudige experiment is heel belangrijk<br />
omdat u het kunt gebruiken als basis voor<br />
verdere conversies.<br />
OEFENING 3<br />
In deze oefening zal ik beschrijven hoe ik een<br />
iets gecompliceerdere conversie heb gemaakt.<br />
Daartoe bekijken we eerst het geconverteerde<br />
beeld (Fig. 11). Het resultaat is vergelijkbaar<br />
met de vorige oefening, zij het dat ik<br />
hier de vogel en de twee boten op een afzonderlijke<br />
dieptelaag heb geplaatst. Vergelijk de<br />
Diepte Map van deze conversie (Fig. 12) eens
Figuur 10. Het stereoresultaat van de conversie.<br />
nauwkeurig met Fig. 9. Deze Diepte Mappen<br />
zijn op precies dezelfde wijze gevormd en de<br />
voorgrond- en achtergrondkleuren zijn ook<br />
gelijk.<br />
Het verschil is dat er in Fig. 12 een “vogelschaduw”<br />
voorkomt met een afwijkende grijstint.<br />
Ik wilde namelijk de vogel wat dichter bij<br />
het schijnraam hebben en daarom heb ik met<br />
het Eyedropper (Pipet) gereedschap een<br />
grijswaarde opgepikt uit het Kleurstalenvenster<br />
(Fig. 6) met een waarde iets groter dan<br />
50% en daarmee heb ik de contouren van de<br />
vogel in de Diepte Map “geschilderd”.<br />
Het zal u opgevallen zijn dat de “vogelschaduw”<br />
in Fig. 12 groter is dan de afmetingen<br />
van de vogel in het originele beeld. Dat is te<br />
wijten aan het feit dat het Verplaatsingsgereedschap<br />
pixels kopieert links of rechts van<br />
het beeld en de oorspronkelijke pixels niet<br />
wist. Een deel van het oorspronkelijke vogelbeeld<br />
blijft dus gewoon staan tenzij we het<br />
met achtergrondpixels (blauwe lucht) overdekken.<br />
In dit geval, als de vogel veel dieper<br />
in het beeld was gepositioneerd, zou ik dus<br />
de vogelschaduw nog meer naar links en<br />
rechts hebben moet uitbreiden. Met andere<br />
woorden: afhankelijk van de dieptelokatie<br />
Figuur 11. Stereoconversie van Zeegezicht met vogel.<br />
51<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
52<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
van een object, moet u het map deel ervan in<br />
de Diepte Map (denk aan de “vogelschaduw”)<br />
verder uitbreiden naar rechts en links om het<br />
originele deel van het object te bedekken met<br />
achtergrond. U zult merken dat in de meeste<br />
gevallen uw map “Schilderij” niet zo erg precies<br />
hoeft te zijn.<br />
<strong>Voor</strong> de boten moest ik de exacte waarde van<br />
de grijstint bepalen ter hoogte van de onderkant<br />
van de boot. (Door het verloop van de<br />
grijswaarde-gradiënt is de boot ook een<br />
beetje achteroverhellend geconverteerd. J.S)<br />
Om die waarde te bepalen maakte ik een<br />
nieuwe (smalle) laag op ons oorspronkelijke<br />
beeld en creëerde een diepte schaal met<br />
gebruikmaking van het Linear Gradiënt (Lineaire<br />
Verloop) gereedschap. Met het pipet<br />
pikte ik de juiste grijswaarde op ter hoogte<br />
van de onderkant van de boot, zoals door de<br />
pijl is aangegeven.<br />
Tenslotte moest ik de juiste grijswaarden<br />
invullen in de Diepte Map op de posities van<br />
de boten. Die posities ( en ook die van de<br />
vogel) heb ik als volgt bepaald. Ik kopieerde<br />
mijn eenvoudige Diepte Map over het originele<br />
2D-beeld en door de opaciteit te verlagen,<br />
kon ik de positie van boten en vogel<br />
zien. Met het Brush gereedschap (Penseel)<br />
schilderde ik de boten en de vogel met de<br />
Figuur 12. Dieptemap van Zeegezicht<br />
met vogel.<br />
juiste grijswaarden. Na het schilder avontuur<br />
veranderde ik de opaciteit weer in 100% en<br />
bewaarde het resultaat als finale map “Zeegezicht_Map.psd”<br />
( In Fig. 12 zijn vaag de<br />
contouren van de boten ook zichtbaar, althans<br />
in mijn kopieën, J.S)<br />
In drie oefeningen heb ik nu uitgelegd hoe<br />
het Verplaatsingsgereedschap werkt en het<br />
belang van het Verloop gereedschap in het<br />
maken van vloeiend verlopende dieptebeelden.<br />
Ongetwijfeld zult u 2D beelden hebben<br />
die lang niet zo eenvoudig zijn als de voorbeelden<br />
die ik heb gebruikt, maar u zult nu<br />
wel een idee hebben gekregen hoe zo’n<br />
Diepte Map gemaakt moet worden. Meestentijds<br />
moet u een combinatie gebruiken van<br />
Verloop en het “schilderen” op de Diepte Map.<br />
Als ik bijvoorbeeld een uitgestoken hand in<br />
een beeld wil “mappen” dan zou ik die selecteren<br />
met het Lasso gereedschap en daar<br />
“Lineair verloop” grijstinten aan toevoegen<br />
uitgaande van de juiste voorgrond- en achtergrond<br />
kleuren. Een bol object zou ik selecteren<br />
en daar het Radiale Verloop op toepassen<br />
enz.<br />
Deze methode is zoveel mooier dan het alleen<br />
maar pixels verschuiven, omdat het veel<br />
sneller gaat en het Verloop gereedschap u<br />
helpt om dat “kartonnen plaatjes” effect te<br />
voorkomen.<br />
Figuur 13. Zeegezicht met de grijsschaal.
U kunt een aantal van mijn oude conversies<br />
en de bijbehorende mappen vinden op mijn<br />
website http://flickr.com/photos/dabiri in de<br />
“2D-<strong>3D</strong> folderconversion” folder.<br />
Eén ervan laat de stad Bam zien. Enkele jaren<br />
geleden verwoestte een zware aardbeving<br />
meer dan de helft van wat u op deze stereoprent<br />
kunt zien.<br />
Acknowledgement<br />
Figuur 14. Bam voor de aardbeving.<br />
Shahrokh Dabiri<br />
Figuur 15. Bam Diepte Map.<br />
This article was originally published in the ISU magazine Stereoscopy number 80, Issue 4.2009.<br />
We are much obliged to the author, Shahrokh Dabiri, for his permission to publish a translation<br />
of his article and sending us the original figures and to the editor of Stereoscopy, Jan Burandt,<br />
for her agreement and kind help in making contact with the author.<br />
Johan Steketee<br />
53<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
54<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
“Slag om Bourtange” (MoF) door John Klooster
55<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
56<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010<br />
Zoals jullie tijdens de Open Dag wel hebben kunnen zien waren mijn foto’s van Amerika<br />
onscherp (Job van der Groep zei zelfs dat de pixels bijna te tellen waren). De serie,<br />
gemaakt in Wings, was reeds in januari getoond. Ik dacht toen dat dit probleem kwam<br />
doordat ik gebruik had gemaakt van de resolutie 3840x1200 en de beamer op de resolutie<br />
2800x1050 (1400x1050) stond. Omdat ik tijdens de Open Dag nog steeds onscherpe<br />
foto’s had was mijn conclusie dat dit kwam doordat ik eerst de foto’s verscherpt had en<br />
vervolgens in resolutie had aangepast. Tijdens een bijeenkomst met Regio Noord had ik<br />
een klein testje gemaakt in Pictures to Exe. Ik had hier onder andere gebruik gemaakt van<br />
dezelfde fotobestanden. Wat wekte mijn verbazing; alle foto’s, dus ook de eerder gebruikte<br />
exemplaren in Wings die getoond zijn op de Open Dag, waren haarscherp.<br />
Wat was nu anders dan tijdens de Open Dag? Ten eerste het gebruik van Pictures to Exe<br />
i.p.v. Wings. Maar andere series, zoals mijn eigen serie “MOF Slag om Bourtange” waren<br />
wel scherp. Hier kon het dus niet aan liggen. Wat was verder nog verschillend? De serie<br />
MOF Slag om Bourtange bevatte BMP bestanden en in Wings heb ik in de “Create Exe<br />
Presentation” geen gebruik gemaakt van de optie “Compress Pictures”. In de serie van<br />
Amerika heb ik gebruik gemaakt van foto’s die reeds gecomprimeerd waren via Stereo<br />
Photo Maker (80%). Jullie raden het natuurlijk al, ik had in Wings dit ook aangevinkt en<br />
de foto’s zijn nogmaals gecomprimeerd.<br />
De conclusie is dan ook dat foto’s hetzij via SPM gecomprimeerd kunnen worden, hetzij<br />
via Wings, maar absoluut niet met gebruik van beiden.<br />
John Klooster
Projectieproblemen met Pictures to Exe<br />
Het zal misschien opgevallen zijn dat het<br />
Open Dag programma nogal wat wijzigingen<br />
bevatte vergeleken met het oorspronkelijke<br />
programma zoals dat op de website werd<br />
aangekondigd. De reden was dat bij de eindcontrole<br />
op de nieuwe Dell projectoren bleek<br />
dat voor een aantal series, die met PtE in de<br />
resolutie 2800x1050 waren gemaakt, een<br />
veel grotere verschuiving van de beamers<br />
noodzakelijk was dan voor alle andere series<br />
in dezelfde resolutie. In het onderstaande<br />
plaatje is dat schematisch weergegeven.<br />
De resolutie van de beamers is 1920x1200.<br />
Het uitgebreide scherm telt dus 3840x1200<br />
pixels. Als we daarop een beeld van tweemaal<br />
1400x1050 pixels (geel) willen projecteren,<br />
past het systeem de hoogte meteen aan op<br />
1200, met het gevolg dat we, om het rechter-<br />
en het linkerbeeld bij de projectie op elkaar te<br />
krijgen, de beamers 320 pixels ten opzichte<br />
van elkaar moeten verschuiven. Sommige<br />
mensen hebben in PtE echter aangevinkt:<br />
“Vast afbeeldingsformaat” met het gevolg dat<br />
er een beeld van 2800x1050 pixels wordt<br />
weergegeven (blauw). Daarbij moeten we de<br />
beamers 520 pixels ten opzichte van elkaar<br />
verschuiven om de beelden op elkaar te krijgen.<br />
Om te voorkomen dat we tijdens het<br />
projecteren voortdurend de beamers moesten<br />
verschuiven hebben we die series waarbij<br />
dit het geval was bij elkaar gevoegd in hetzelfde<br />
projectieblok. Om dit in de toekomst te<br />
voorkomen, doen we een dringend beroep op<br />
de gebruikers van PtE met plaatjes van<br />
2800x1050 pixels om vooral niet een vinkje<br />
te plaatsen bij “Vast afbeeldingsformaat”. Bij<br />
reeds bestaande series kan men heel eenvoudig<br />
het project nog een keer openen en het<br />
vinkje weghalen. Gebruikers van oudere versies<br />
(lager dan 5.0) herkennen dit Projectopties<br />
schermpje niet. Aan hen de raad om PtE<br />
toch vooral op te waarderen naar de nieuwste<br />
versie 6 (dat is gratis, tenzij men nog meer<br />
mogelijkheden wil benutten).<br />
Johan Steketee<br />
57<br />
<strong>3D</strong>-<strong>Bulletin</strong> nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010
COPYRIGHT © NEDERLANDSE VERENIGING VOOR STEREOFOTOGRAFIE, REG.NR. V 40407102<br />
K.V.K. TE ’S-GRAVENHAGE, ISSN 1382-0974