Download uitgave als PDF - Zuiderlucht
Download uitgave als PDF - Zuiderlucht
Download uitgave als PDF - Zuiderlucht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Plekken der Herinnering 4<br />
Vanwege Bismarcks<br />
Kulturkampf ontvluchtte<br />
Arnold Janssen (1837–1909)<br />
het bisdom Münster en koos<br />
het Noord-Limburgse Steyl<br />
<strong>als</strong> basis om Gods woord<br />
te verspreiden.<br />
Hij stichtte een missiehuis,<br />
twee kloosters én het<br />
Missiemuseum, dat wordt<br />
gerund door Truus Coppus.<br />
“Op een van mijn eerste<br />
werkdagen ben ik begonnen<br />
met het schoonwrijven<br />
van de oogjes.”<br />
door Annemarie Staaks<br />
“Je raadt nooit waar ik vandaag was”, hoorde ik<br />
onlangs iemand zeggen op een verjaardag. Het bleek<br />
te gaan om het Missiemuseum. Meer dan dertig jaar<br />
was ze er niet meer geweest, het bezoek had grote<br />
indruk gemaakt. “Er is niets veranderd. Niets! Zelfs<br />
die gekke beer was er nog.”<br />
Wie Steyl bezoekt, ontkomt niet aan Arnold Janssen.<br />
De Duitse pater en zijn nalatenschap zijn all over the<br />
place. In 1875 stichtte hij er Missiehuis Sint Michaël<br />
en de Congregatie van het Goddelijk Woord ofwel<br />
de Societas Verbi Divini (SVD). Nog steeds zijn meer<br />
dan tienduizend van zijn missionarissen werkzaam<br />
op vijf continenten, en het moederklooster in Steyl<br />
is de spin in dat web. Behalve de kloosters, kerken en<br />
kapellen zijn er de standbeelden, de straatnamen en<br />
de merchandising.<br />
Curieus middelpunt van dit alles is het<br />
Missiemuseum, nu gedeeltelijk in de steigers wegens<br />
een brand in 2008. Al decennialang maakt elke<br />
basisschool in de regio wel eens het uitstapje naar<br />
Steyl en de ‘gekke museumbeer’ die bromt na het<br />
inwerpen van een muntstuk belandde in het Noord-<br />
Limburgs collectief geheugen. Broeder Berchmans,<br />
één van de eerste leden van de Congregatie, kocht<br />
deze Automatenbär in 1932 voor 600 mark bij de firma<br />
Wöbke in Leipzig, een bedrijf dat de meest curieuze<br />
opgezette dieren met mechanieken verkocht. In de<br />
Een kloosterdorp<br />
Conservator Truus Coppus: “Mensen die hier binnenkomen valt de mond open.” foto’s Perry Schrijvers<br />
loop der jaren groeide deze ‘spaarpot’ uit tot het<br />
uithangbord van het Missiemuseum; onbedoeld<br />
werd het onnozel kijkende beest samen met het<br />
hoofd van Arnold Janssen hét gezicht van Steyl.<br />
Voor de dame op het verjaardagsfeestje was<br />
het weerzien met de Steyler beer het hoogtepunt<br />
van haar bezoek. “Hij was kleiner en minder<br />
angstaanjagend dan in mijn herinnering, maar hij<br />
staat er nog!” Hetzelfde geldt voor de overige 1500<br />
opgezette zoogdieren en vogels, 1100 vlinders, 1300<br />
kevers en zelfs voor de kleding van missionarissen<br />
Frans Nies en Richard Henle die in 1897 in China<br />
werden vermoord. In het Missiemuseum heeft de tijd<br />
stil gestaan.<br />
In 1884 keerde pater Anzer <strong>als</strong> een van de eerste<br />
missionarissen terug uit China met een koffer vol<br />
vreemde voorwerpen. Daarmee is de trend gezet<br />
en wordt missionarissen voortaan opgedragen<br />
om volkenkundige en zoölogische objecten te<br />
verzamelen die kennis over de missiegebieden zullen<br />
vergroten. In 1905 verschijnt er zelfs een handleiding<br />
Die kurze Anleitung zum Sammeln zoologischer und<br />
botanischer Objekte.<br />
Een tijdlang werden de curiositeiten alleen maar<br />
opgeslagen en geregistreerd. Totdat in 1901 broeder<br />
Berchmans aantrad <strong>als</strong> beheerder van de collectie.<br />
Hij zou uitgroeien tot de man die het Missiemuseum<br />
maakte tot wat het nog altijd is. In 1931 kreeg<br />
het museum een eigen gebouw, maar wanneer<br />
Berchmans in 1934 overlijdt, neemt niemand zijn<br />
taak over. Aan de collectie, de vitrines en de indeling<br />
verandert jarenlang helemaal niets, alle museale<br />
vernieuwingen gaan aan de verzameling voorbij.<br />
In 1980 treedt Truus Coppus aan <strong>als</strong> conservator<br />
van een op dat moment verwaarloosd, ouderwets<br />
en absurd volgepropt rariteitenkabinet. “Ik trof<br />
een prachtig museum aan waar ontzettend veel te<br />
doen was. Verlichting, klimaat en de kasten waren<br />
dringend aan verbetering toe en alle beestjes waren<br />
verstoft. Op een van mijn eerste werkdagen ben ik<br />
begonnen met het schoonwrijven van de oogjes.”<br />
Ze bootst de beweging met twee duimen na. “Dan<br />
konden ze tenminste weer kijken.”<br />
Gedurende drie daaropvolgende winters werd de<br />
hele beestenboel uit de vitrines gehaald, afgestoft en<br />
gerestaureerd door het Venlose preparateursbedrijf<br />
Bouten. Onder toeziend oog van broeder Joachim<br />
onderging ook de beer een ‘verjongingskuur’.<br />
Dat werd tijd ook, want, zo vermeldt een destijds<br />
uitgegeven persbericht, “bromde de beer vroeger met<br />
22 www.zuiderlucht.eu cultureel maandblad oktober 2009