2007 Nr-4 - Historische Vereniging Otto Cornelis van Hemessen
2007 Nr-4 - Historische Vereniging Otto Cornelis van Hemessen
2007 Nr-4 - Historische Vereniging Otto Cornelis van Hemessen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
de Jacobsladder<br />
Kwartaaluitgave <strong>van</strong> de <strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong> ‘<strong>Otto</strong> <strong>Cornelis</strong> <strong>van</strong> <strong>Hemessen</strong>’<br />
20<br />
4<br />
07<br />
In dit nummer:<br />
Interview met Willem Deckers,<br />
Hoogmade<br />
De Woubrugse Harmonie<br />
Huisnummers in Hoogmade en<br />
Woubrugge<br />
Uit <strong>Otto</strong>’s plakboek<br />
Reactie Huug Zwetsloot op<br />
molenartikel
de Jacobsladder<br />
Bij de voorplaat<br />
Hoogmade, : Voorwetering HMpolder<br />
27e jaargang nr. 4, oktober, november, december <strong>2007</strong><br />
Erelid<br />
• D. Brouwer de Koning, oud-burgemeester<br />
<strong>van</strong> Jacobswoude<br />
• C. Karmelk, oud-penningmeester <strong>van</strong> de<br />
vereniging<br />
Voorzitter<br />
• Ben Beukenholdt, Thuisweide 30, 2481 BK<br />
Woubrugge, telefoon 0172-519247<br />
Secretaris<br />
• Arjen Schreuder, Sterrenkroos 23, 2481 CM<br />
Woubrugge, telefoon 0172-518586<br />
Penningmeester<br />
• Frits Rohling, Theo Bosmanlaan 17, 2355 DA<br />
Hoogmade<br />
Bestuursleden<br />
• Jan de Feij, Bateweg 64, 2481 AN Woubrugge<br />
• Nico <strong>van</strong> <strong>Hemessen</strong>, <strong>van</strong> Woudeweg 17, 2481 XM<br />
Woubrugge<br />
• Thea Kok-Lansbergen, Emmalaan 74, 2481 BB<br />
Woubrugge, telefoon 0172-518585<br />
Redactie<br />
Thea Kok-Lansbergen en Arjen Schreuder<br />
e-mail kok.lansbergen@inter.nl.net<br />
Basisvormgeving en opmaak<br />
Blikveld, Delft<br />
Aan dit nummer werkten mee:<br />
Jaap Haasbroek<br />
Henk Houtman<br />
Rie Kammeraat<br />
Henk v.d. Nagel<br />
Arjen Schreuder<br />
H. Zwetsloot<br />
Foto’s:<br />
Familiearchief Deckers, Hoekstra, Molenaar,<br />
V.d. Nagel<br />
Thea Kok<br />
Archief Jan Stigter<br />
Op tijd opzeggen!<br />
Wilt u – om wat voor reden dan ook – uw lidmaatschap<br />
<strong>van</strong> de <strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong> niet verlengen,<br />
vergeet dan niet dit tijdig (vóór 1 december)<br />
schriftelijk te melden aan onze penningmeester: Frits<br />
Rohling, Theo Bosmanlaan 17, 2355 DA Hoogmade<br />
•••••<br />
Contributie<br />
De contributie bedraagt € 13,- per jaar; en € 17,-<br />
voor hen die dit blad per post ont<strong>van</strong>gen. Te<br />
voldoen (bij voorkeur via de acceptgiro die u aan<br />
het begin <strong>van</strong> het jaar ont<strong>van</strong>gt) op onze rekening<br />
bij de Rabobank Kaag en Braassem nr. 35.24.14.847<br />
t.n.v. Penningmeester <strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong> ‘<strong>Otto</strong><br />
<strong>Cornelis</strong> <strong>van</strong> <strong>Hemessen</strong>’, Theo Bosmanlaan 17, 2355<br />
DA Hoogmade.<br />
•••••<br />
ISSN 0168-1079<br />
© <strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong> ‘<strong>Otto</strong> <strong>Cornelis</strong> <strong>van</strong> <strong>Hemessen</strong>’.<br />
Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd en/of<br />
openbaar gemaakt worden door middel <strong>van</strong> druk,<br />
microfilm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande<br />
schriftelijke toestemming <strong>van</strong> de uitgever.<br />
<strong>van</strong> <strong>Hemessen</strong><br />
Van de voorzitter<br />
Lieve lezers,<br />
Tot voor kort was het nog erg mooi in onze<br />
om geving, met prachtig gekleurde bomen en<br />
struiken. Ik sprak een buurman die me vertelde<br />
dat de oorzaak <strong>van</strong> het vele blad lag aan het vele<br />
regenwater dat we hebben gehad. Hij kan het<br />
weten en ik geloof hem. En nu is bijna alles weggewaaid.<br />
De herfst is begonnen en de winter is in<br />
aantocht.<br />
Ik heb het vermoeden dat een flink aantal lezers en<br />
lezeressen verhuisd zijn naar een gerieflijke woning<br />
in de Batehof. Heel veel woongenot gewenst en nu<br />
maar lekker lezen in de vierde Jacobsladder <strong>van</strong><br />
dit jaar, onder het schijnsel <strong>van</strong> een schemer- of<br />
leeslamp in uw gezellige woonkamer.<br />
Er is weer veel te lezen. U hebt waarschijnlijk al<br />
gemerkt dat we er een extra dik nummer <strong>van</strong><br />
hebben gemaakt. Interessante onderwerpen<br />
vragen uw aandacht. De auteurs hebben er weer<br />
veel tijd en moeite aan besteed.<br />
Ik heb u toegezegd dat wij terug zouden komen op<br />
de excursies, welnu: in het bestuur is afgesproken<br />
dat we in 2008 twee excursies organiseren, in het<br />
voorjaar en in het najaar.<br />
Verder willen we u meedelen dat onze <strong>Historische</strong><br />
<strong>Vereniging</strong> aandacht zal besteden aan de mooie<br />
en/of - in onze opvatting - beeldbepalende<br />
panden in Hoogmade en Woubrugge.<br />
Er zijn in het verleden bepaalde afspraken gemaakt<br />
en we zullen trachten deze na te komen..<br />
Rest ons u allen het goede te wensen,<br />
mede namens het bestuur en allen die daarbuiten<br />
actief zijn,<br />
Ben Beukenholdt<br />
Van de redactie<br />
jaargang 27 4<br />
Met veel plezier presenteren we u het laatste<br />
nummer <strong>van</strong> de Jacobsladder <strong>van</strong> dit jaar, met<br />
weer interessante informatie over onze dorpen in<br />
een recent of ouder verleden. Met Willem Deckers<br />
halen we herinneringen op aan zijn leven en<br />
werken in Hoogmade.<br />
Dankzij Henk Houtman en Henk v.d. Nagel wordt<br />
een stuk geschiedenis <strong>van</strong> de Woubrugse Harmonie<br />
aan de vergetelheid onttrokken. In een volgend<br />
nummer meer hierover. Rie Kammeraat dook in<br />
allerlei archieven en schreef daar een uitgebreid<br />
artikel over: de huisnummers in Hoogmade en<br />
Woubrugge.<br />
1
2<br />
Willem Deckers, Hoogmade<br />
‘Smidsknecht gevraagd, tevens<br />
kans op huwelijk’<br />
Tekst Arjen Schreuder en Thea Kok-Lansbergen<br />
Wie herinnert zich nog de oude Shellpomp in<br />
Hoogmade, zo een met glazen die volgepompt<br />
moesten worden? Hij stond voor de oorlog (“Toen<br />
de benzine nog een cent of vijf kostte”) voor het<br />
inmiddels verbouwde huis in de Kerkstraat, waar<br />
we de 84-jarige Willem, voluit Wilhelmus George,<br />
Deckers treffen om iets <strong>van</strong> zijn herinneringen en de<br />
geschiedenis <strong>van</strong> zijn familie op te tekenen.<br />
Jacobsladder <strong>2007</strong> <strong>Otto</strong> <strong>Cornelis</strong> <strong>van</strong> <strong>Hemessen</strong><br />
De deur stond open, dus we konden direct ter zake<br />
komen.<br />
Ooit was hier een smederij gevestigd, waar<strong>van</strong> de<br />
geschiedenis in 1856 begon. In 1857 kocht smid<br />
Toledo voor 500 gulden (volgens de officiële akte)<br />
de achterste helft <strong>van</strong> het huis <strong>van</strong> Klaas Witteman<br />
‘met recht <strong>van</strong> overpad naar het secreet’. In 1860<br />
verkocht deze Toledo zijn deel aan de grootvader<br />
<strong>van</strong> Deckers <strong>van</strong> moeders kant, Hillebrand uit Ter<br />
Aar (1835-1926), die er 1000 gulden voor moest<br />
neerleggen. Het was deze grootvader die de<br />
advertentie voor een smidsknecht plaatste, en<br />
de vader <strong>van</strong> ‘onze’ Willem Deckers, Antonius<br />
<strong>Cornelis</strong> Deckers uit Noord-Brabant, kwam er op af.<br />
Hij trouwde inderdaad in 1916 met de dochter <strong>van</strong><br />
Hillebrand; de toekomstige ouders <strong>van</strong> Willem en<br />
nog vier andere kinderen.<br />
Goudeerlijk<br />
“Mijn vader nam de zaak over en leende rond 1922<br />
een bedrag <strong>van</strong> 4500 gulden omdat hij een stuk<br />
aan de zaak wilde bouwen. Zo net na de oorlog<br />
<strong>van</strong> 1914-1918 bloeide de tijd op – en de zaak ook.<br />
jaargang 27 4<br />
Toen ik in 1953 de zaak overnam heb ik die schuld<br />
afgelost – door de crisistijd en de Tweede Wereldoorlog<br />
was dat nog niet helemaal gedaan. Mijn<br />
vader was trouwens een echte socialist, en kon<br />
ook absoluut niet tegen onrechtvaardigheid.” Een<br />
voorbeeld? “Voor de gemeente legde hij in Hoogmade<br />
waterleiding en elektriciteit aan, net zoals<br />
Jan Rijngoud dat in Woubrugge deed. Hij kreeg<br />
daar 65 cent per uur voor, welk bedrag in december<br />
’33 werd teruggebracht tot 55 cent. Op de<br />
suggestie <strong>van</strong> Rijngoud om ‘dan maar een uurtje<br />
meer te rekenen’ is mijn vader, eerlijk als hij was,<br />
niet ingegaan. Hij was goudeerlijk, en rekende nooit<br />
iets te veel. Zo moest Jan Verstappen, de knecht<br />
die het langst bij mijn vader heeft gewerkt, eens<br />
een kachel plaatsen. De stenen bovenin waren<br />
nog goed, die moest hij opnieuw gebruiken, de<br />
onderste moesten worden ver<strong>van</strong>gen. Dat deed<br />
Jan. Toen mijn vader terugkwam vroeg hij aan Jan<br />
hoeveel nieuwe stenen hij ingemetseld had - maar<br />
Jan had ze niet geteld. Hij heeft ze er allemaal uit<br />
moeten halen, schoonmaken en tellen!”<br />
3
Sober leven<br />
In het eerst nog houten gebouwtje en later het<br />
bakstenen winkeltje werd <strong>van</strong> alles verhandeld, <strong>van</strong><br />
carbid, kachels, potten, pannen tot fietsen (een<br />
Gazelle kostte in 1927 rond de 89 gulden) en later<br />
bromfietsen. In de smederij werd veel molenwerk<br />
verricht en tot 1916 werden er door grootvader<br />
krulschaatsen gesmeed. “Mijn vader is schoonrijschaatsen<br />
gaan maken.“<br />
Over het leven in die tijd vertelt Willem: “Het was<br />
een sober leven. Op zaterdag werd een goedkope<br />
sigaar <strong>van</strong> 1,5 cent gerookt en alleen op zondag<br />
mocht je er een <strong>van</strong> 2,5 cent nemen. Luxe waren<br />
de verjaardagsavonden, die steevast duurden <strong>van</strong><br />
19.00 tot 22.00 uur.<br />
Dan kreeg je koffie met koek en twee borrels met<br />
een sigaar.”<br />
Een feestelijk hoogtepunt was de kermis met<br />
katkneppelen en koekslaan. En natuurlijk was er<br />
de koekkraam <strong>van</strong> Waasdorp. “De geur <strong>van</strong> de<br />
heerlijkheden in die kraam zit nog in m’n neus,” zegt<br />
Willem.<br />
Jacobsladder <strong>2007</strong> <strong>Otto</strong> <strong>Cornelis</strong> <strong>van</strong> <strong>Hemessen</strong> jaargang 27 4<br />
Zelf in de zaak<br />
Na de lagere school in Hoogmade en ging<br />
Willem naar het voortgezet onderwijs, de<br />
ambachtsschool, in Leiden. In 1943 is hij bij zijn<br />
vader in de zaak gegaan, daarvoor werkte hij voor<br />
3 gulden per uur op een machinefabriek in Leiden.<br />
Om in de oorlogstijd wat bij te verdienen heeft hij<br />
<strong>van</strong>uit dat werk zelf een machine gemaakt om<br />
shag te snijden. Dat was een lucratieve bezigheid,<br />
die 5 gulden opbracht voor een kilo snijden. De<br />
bladeren werden door de mensen gebracht en<br />
Deckers maakte daar dan shag <strong>van</strong>. Dat tabak<br />
snijden kon, als je flink doorwerkte, op een zaterdagmiddag<br />
wel 75 gulden opbrengen.<br />
Samen met zijn vrouw, die in 1995 is overleden,<br />
kreeg het echtpaar Deckers vier dochters en een<br />
zoon. Om het gezin op de been te houden, moest<br />
er hard worden gewerkt. Hij maakte werkdagen<br />
<strong>van</strong> 6.30 tot 23.00 uur, op zaterdag werd er gewoon<br />
gewerkt en op zondagmorgen moest dan de<br />
administratie nog worden gedaan. Vooral in de tijd<br />
<strong>van</strong> de bromfietsen was het aanpoten, ’s avonds<br />
brengen en de volgende ochtend weer klaar.<br />
Inmiddels geniet Willem <strong>van</strong> zijn rust; zoon Ton heeft<br />
het bedrijf negentien jaar geleden overgenomen.<br />
Het geheim <strong>van</strong> de smid<br />
Gevraagd naar het geheim <strong>van</strong> de smid begint<br />
Willem te vertellen over kachelpijpen, ankersmeden,<br />
schalmen en spijkers smeden, vuurlassen,<br />
wielen en paarden beslaan.<br />
Maar ook hij geeft het geheim niet prijs. Volgens ons<br />
heeft het ‘iets’ te maken met kolenvuur, vetkolen<br />
en koolstof, die in een bepaalde combinatie de<br />
hardheid <strong>van</strong> het gesmede materiaal bepalen.<br />
Meer over molens en polders<br />
Op het stuk over molens door Roelf Scholma in het<br />
vorige nummer <strong>van</strong> de Jacobsladder, kregen we<br />
<strong>van</strong> de heer H. Zwetsloot uit Hoogmade de<br />
volgende reactie:<br />
“Het stuk over ‘Poldermolens, innovatie uit het<br />
vorige millennium’ gelezen hebbende, noopt mij<br />
als geboren polderjongen en kritisch lezer ertoe<br />
er enige aanvullingen te geven, en verkeerde<br />
begrippen recht te zetten zonder nu te willen aangeven<br />
‘Ik weet het beter’. De geschiedenis moet zo<br />
goed mogelijk beschreven worden.<br />
Ik erger mij aan vreemde/geleerde woorden als<br />
innovatie, informatietechnologietijdperk, processorgestuurd,<br />
watermanagement. Schrijver Scholma is<br />
theoretisch te werk gegaan en haalt zijn gegevens<br />
uit archieven. Ik ken de geschiedenis die ik zelf<br />
beleefd heb of <strong>van</strong> horen zeggen. Scholma schrijft<br />
over grondwaterpeilbeheersing en bedoelt polderwaterpeilbeheersing.<br />
Vooral tegenwoordig (vroeger<br />
ook wel) bestaan er peilschalen waarop gelezen<br />
kan worden hoe het waterpeil is, dus ook of het<br />
te hoog of te laag is. Het grondwaterpeil wordt<br />
in sommige gevallen geregeld, bijvoorbeeld bij<br />
bouwwerken met bronbemaling. In de natuur is het<br />
grondwaterpeil in de winter hoog, in de breedte<br />
<strong>van</strong> het perceel bol en in het midden het hoogst,<br />
iets aflopend naar de slootkant toe. In de zomer<br />
gaat het andersom: bol naar beneden, midden<br />
in het perceel het laagst en lager nadat het een<br />
langere periode droog weer is. De hoogte <strong>van</strong><br />
het polderwater heeft echt weinig invloed op het<br />
grondwater; er loopt dus weinig water uit de sloot<br />
het land in.<br />
De windwatermolens hebben inderdaad bijgedra-<br />
gen aan de economische ontwikkelingen in de strijd<br />
om het bestaan <strong>van</strong> de boeren ook in onze streek,<br />
maar ze hebben niet tot bevredigende resultaten<br />
geleid. Daarom kwamen de watermachines met<br />
grotere capaciteiten. Als het water viel moest het<br />
snel weg en dat zal zo wel blijven. Als de stroomvoorziening<br />
uitvalt voor langere tijd vooral in natte<br />
tijden gaat het land onder water, ook al staan<br />
er enkele ‘maalvaardige’ molens. Maar de boer<br />
laat zich tegenwoordig niet foppen, hij heeft ook<br />
stroom nodig om de koeien te melken en de melk<br />
te koelen. Daarom heeft hij een generator (ook zo’n<br />
vreemd woord) en om het land droog te houden<br />
worden tractoren ingezet bij de watermachines.<br />
Dan de polders. Van de genoemde zeven<br />
polders ligt de Vierambachtspolder deels in de<br />
gemeente Ter Aar (nu Nieuwkoop) en ook deels in<br />
de gemeente Alphen a.d. Rijn, namelijk de Ridderbuurt.<br />
Dan was er nog de Piestpolder waarin wij als<br />
enig gezin wonen. De polder bestaat nog steeds uit<br />
drie delen, de grote Piest, de middenPiest waarin<br />
ons huis staat en de teelPiest, nu eigendom <strong>van</strong><br />
de gemeente en als volkstuinen in gebruik. Die drie<br />
delen werden door buizen, onder het buiten/boezemwater<br />
door, met elkaar verbonden. Het zijn<br />
houten buizen, ze liggen er al zeker <strong>van</strong> voor 1900. Ik<br />
ben vergeten aan de oudere generatie te vragen<br />
of zij meer wisten over het maken er<strong>van</strong>. Die buizen<br />
zitten ruim 1 m. diep en zijn met klei afgedekt want<br />
ze lekten wel eens. Dat heb ik zelf ook nog beleefd.<br />
Het moet toch destijds een gigantisch werk<br />
geweest zijn deze buizen te leggen. Alles met de<br />
hand! De buizen kwamen onder de kade door tot<br />
aan de sloot. Het kan haast niet anders of er<br />
moeten twee damwanden gestaan hebben aan<br />
beide zijden <strong>van</strong> de buis. De buis is ter plekke<br />
gemaakt want de lengten zijn zeker 20 m. Van<br />
onderen opvullen want anders zou de buis loshangen<br />
en breken of stukgevaren worden. De<br />
buizen zitten er nog in, dus <strong>van</strong> de Grote naar de<br />
middenPiest en tussen de midden- en de teelPiest.<br />
Nu zijn ze afgesloten; er kan en mag geen water<br />
meer doorheen. Sinds enkele jaren is met een<br />
gestuurde boring zowel <strong>van</strong>af de grote Piest als <strong>van</strong><br />
de middenPiest een buis onder kade, voorwatering<br />
en Van Klaverweijdeweg gemaakt en loopt het<br />
water naar de iets lager gelegen Hoogmadese<br />
polder. De teelPiest heeft nog zijn zelfde afvoer als<br />
al jaren: een slootje en een buis onder de weg door.<br />
4 5<br />
De Piestpolder zelf heeft een windwatermolen<br />
gehad, weet ik <strong>van</strong> mijn vader, die werd bemalen
door Klaas <strong>van</strong> der Pouw Kraan die molenaar was<br />
<strong>van</strong> en woonde in de Doespoldermolen. Wanneer<br />
en hoe deze molen is verdwenen weet ik niet,<br />
al moet het haast in mijn leven geweest zijn. In<br />
1924/25 is ons huis gebouwd en mijn oom die hier<br />
woonde bemaalde het elektrische vijzelgemaal<br />
dat achter ons huis aan de middensloot stond. In<br />
de oorlog ‘40-‘45 is de boerderij <strong>van</strong> P. Winters die<br />
stond tussen de teelPiest en de Van Klaverweijdeweg<br />
afgebroken en toen is er een waterafvoer<br />
gemaakt <strong>van</strong> de teelPiest naar de Hoogmadese<br />
polder. Die afvoer ging door een klein slootje dus<br />
was het water nogal eens hoog en dan kon je wel<br />
zeggen ‘Het staat boven peil’ maar het liep niet<br />
vlugger. Dus <strong>van</strong> toen af liep het Piestpolder water<br />
naar de Hoogmadese polder. Tussen 1955 en<br />
1960 is het bemalingsgebouwtje weggegaan. Als<br />
in gelanden onder elkaar hebben we het bij opbod<br />
verkocht aan Th. Zwetsloot, oom Dirk.<br />
In de gemeente Woubrugge lag ook een gedeelte<br />
<strong>van</strong> de Bospolder. Het overige was gemeente<br />
Leiderdorp. Verder lag de Rode Polder gedeeltelijk<br />
Jacobsladder <strong>2007</strong> <strong>Otto</strong> <strong>Cornelis</strong> <strong>van</strong> <strong>Hemessen</strong> jaargang 27 4<br />
in onze gemeente, het meeste in de gemeente<br />
Alkemade (dorp Oud Ade) en een klein deel <strong>van</strong><br />
de Blauwe Polder, namelijk <strong>van</strong> de Spijkersloot tot<br />
aan de Hoogmadeseweg. Het overgrote deel <strong>van</strong><br />
deze polder was dus gemeente Alkemade (dorpen<br />
Rijpwetering en Oud Ade).<br />
Dan heeft schrijver het ook nog over het financieel<br />
economisch en milieubelang. Zonder dat ze zich<br />
het bewust waren, waren de boeren, de ingelanden<br />
der polders, er altijd ermee bezig. Immers: het<br />
was de strijd om het bestaan. Er is in de boerenstand<br />
eigenlijk nooit veel verdiend, dus ook de<br />
molens moesten zo voordelig mogelijk onderhouden<br />
worden. Dat heeft menig maal tot grote kosten<br />
geleid, want het achterstallige onderhoud diende<br />
zichzelf gaandeweg wel aan en altijd als de molen<br />
het druk had. Dus dan was Holland in last want het<br />
water was hoog en de molen defect. Soms het<br />
land deels onder water dan moest de molenmaker<br />
zo vlug mogelijk het euvel verhelpen. Resultaat:<br />
grote kosten aan de molen en waterschade aan<br />
het land.<br />
Aan het milieubelang werd vroeger echt niets<br />
gedaan, er werd ook niet naar gekeken. Tegenwoordig<br />
bemoeit een deel der burgerij zich graag<br />
met zaken als plantengroei, speciaal in de slootkanten,<br />
en hoog of laag water. Vijftig jaar geleden<br />
was dat ondenkbaar, het ging alleen de boer aan.<br />
Mijn persoonlijke mening over milieugroeperingen<br />
is dan ook ‘Waar bemoei je je mee’. Je betaalt<br />
er immers ook niet aan! Over het algemeen zijn<br />
de boeren de beste en goedkoopste landschapsbeheerders.<br />
Flora en fauna, die woorden hoorde je vroeger<br />
nooit, maar in het land groeide gras (wat de boer<br />
graag wilde), maar ook heel veel boterbloemen en<br />
ongelijk verdeeld stekels. Sommige boeren hadden<br />
in de zomer een speciaal hulpje, bijvoorbeeld<br />
een oude man, in de stekels. Met meer en vroeg<br />
maaien en zwaarder bemesten zijn beide<br />
verdwenen. De afdeling fauna waren de koeien<br />
en de schapen en soms wat varkens waar de<br />
boer via melk en vlees zijn brood mee probeerde<br />
te verdienen.”<br />
Naschrift <strong>van</strong> de redactie<br />
Uiteraard hebben we deze reactie aan Roelf<br />
Scholma voorgelegd, die de waarde er<strong>van</strong> inzag.<br />
Hij nam contact op met het Hoogheemraadschap<br />
en wat bleek? De gegevens over de Piestpolder<br />
die de heer Zwetsloot in zijn commentaar naar<br />
voren bracht, waren in Leiden niet bekend. Het<br />
Hoogheemraadschap heeft ze dankbaar in zijn<br />
archieven opgenomen. Met grote dank aan de<br />
heer Zwetsloot!<br />
6 7
8<br />
Archief <strong>van</strong> ‘Harmonie’ uit<br />
vuilcontainer gered<br />
Door Henk v.d. Nagel en Henk Houtman<br />
Geen fanfarecorps meer in Woubrugge<br />
In dit en komende nummers <strong>van</strong> de Jacobsladder<br />
besteedt de redactie aandacht aan de vrolijke noot in<br />
onze dorpen Hoogmade en Woubrugge: de muziekvereniging<br />
‘De Heerlijkheid Hoogmade’, die volgend<br />
jaar het 100-jarig jubileum viert en het fanfarecorps<br />
‘Harmonie’, dat helaas in 2002 ophield te bestaan.<br />
In dit nummer het eerste deel: de roem- en bloem-<br />
rijke geschiedenis <strong>van</strong> het Woubrugse fanfarecorps.<br />
De ‘Harmonie’ had ook sedert 1962 een<br />
onderdeel drumband, maar die is een paar jaar<br />
geleden eveneens opgehouden te bestaan.<br />
Alleen de Blaaskapel ‘Waldbrücker Musikanten’,<br />
voort gekomen uit de ‘Harmonie’, bestaat nog.<br />
Ruim 25 jaar geleden begon een groepje eerst als<br />
carnavalsbandje de ‘Pulpzakken’, een paar jaar<br />
later omgevormd tot de Blaaskapel ‘Waldbrücker<br />
Musikanten’. De kapel treedt nog regelmatig op<br />
en speelt de laatste jaren vooral Tsjechische blaasmuziek.<br />
Ze hebben een mooie website op internet:<br />
http://home.wanadoo.nl/h.vdnagel/waldbrucker.<br />
Helaas is er geen archief achtergebleven <strong>van</strong> de<br />
vereniging. Voor zover bekend is er ook nooit een<br />
jubileumboek uitgegeven. Henk <strong>van</strong> der Nagel,<br />
jarenlang bugel- en baritonspeler in het corps, heeft<br />
restanten <strong>van</strong> het archief ‘uit de vuilcontainer’<br />
gered, zoals hij het zelf omschrijft. Aan de hand <strong>van</strong><br />
het nog beschikbare materiaal heeft hij getracht<br />
iets <strong>van</strong> geschiedschrijving op papier te zetten.<br />
Jacobsladder <strong>2007</strong> <strong>Otto</strong> <strong>Cornelis</strong> <strong>van</strong> <strong>Hemessen</strong> jaargang 27 4<br />
In dit nummer de eerste aflevering<br />
Er is over de beginjaren <strong>van</strong> het Woubrugse<br />
fanfarecorps Harmonie niet veel bekend. Wel<br />
weten we dat in het jaar 1906 een aantal mannen<br />
bijeenkwam om een muziekvereniging op te<br />
richten. Op 19 december 1906 werd het fanfarecorps<br />
opgericht en kreeg de naam ‘Harmonie’.<br />
De eerste dirigent, die in die tijd directeur werd<br />
genoemd, was J.P. Bochove, een bekende Woubruggenaar.<br />
De eerste erevoorzitter was de toenmalige burgemeester<br />
T.P.Klein, (1903-1916) een erefunctie die zijn<br />
opvolgers sindsdien bekleedden. In het begin had<br />
het fanfarecorps ook een beschermheer, jonkheer<br />
Boreel de Mauregnault, de ambachtsheer <strong>van</strong><br />
Woubrugge.<br />
De eerste uitvoering werd gegeven op donderdag<br />
6 februari 1908 in de zaal <strong>van</strong> J. Guldemond,<br />
eigenaar <strong>van</strong> ‘Het Oude Raedthuys’. Het<br />
programma werd besloten met ‘Wien Neêrlands<br />
bloed’, het volkslied <strong>van</strong> die tijd.<br />
In 1916 verleende het fanfarecorps muzikale<br />
opluistering bij het inhalen <strong>van</strong> burgemeester J.C.<br />
Baumann. Enkele muzikanten zich hadden getooid<br />
met bolhoed. Het corps beschikte toen nog niet<br />
over uniformen.<br />
Er is nog een programma uit 1923. Op woensdagavond<br />
24 januari werd een uitvoering gegeven in<br />
de zaal <strong>van</strong> Hotel Guldemond. Dirigent was J. <strong>van</strong><br />
der Kaay uit Leiden. Voorzitter was J. Reijngoud,<br />
J.W. Keessen was secretaris, J. Bontebal penningmeester<br />
en J. de Jeu en A. <strong>van</strong> Dorp waren beiden<br />
adjunct.<br />
Op het programma zien we ook dat er na<br />
de pauze toneelstukken of schetsjes werden<br />
op gevoerd. Hierover geeft het programma aan:<br />
Na afloop <strong>van</strong> het concert:<br />
1. De gestoorde maaltijd<br />
2. Het Sint Nicolaas cadeau<br />
(toneelspel in 2 bedrijven)<br />
3. De verdachte<br />
4. Professor Mopper en zijn knecht<br />
5. Het voorbereidend militair onderricht in<br />
de buffelpolder.<br />
In de bewaard gebleven oude programma’s <strong>van</strong><br />
de jaarlijkse uitvoeringen zien we tot en met 1972<br />
de gewoonte terugkeren om na de pauze toneel<br />
of iets dergelijks te laten uitvoeren.<br />
Op 4 augustus 1926 is de ‘Harmonie’ naar een<br />
concours geweest in Alphen aan den Rijn, waar<br />
zowel door zangkoren als muziekverenigingen werd<br />
opgetreden.<br />
‘Harmonie’ uit Woubrugge kwam uit in de 2e af deling fanfare met directeur J. <strong>van</strong> der Kaay.<br />
Er waren toen 24 leden.<br />
In het archief is een contributieboekje uit 1927.<br />
Daarin is te lezen dat de fanfare 29 leden telde die<br />
25 cent contributie per week betaalden. Dit was,<br />
zeker voor die tijd, een heel bedrag. Dat blijkt wel<br />
als pas in 1954, dus 27 jaar later, de contributie werd<br />
verhoogd naar 35 cent.<br />
De heer Toon <strong>van</strong> Dorp, lid <strong>van</strong> de vereniging<br />
geworden in 1914, bestuurslid in 1926 en penningmeester<br />
<strong>van</strong> 1939 tot 1967, was een strenge<br />
penningmeester. Hij zorgde ervoor dat de vereniging<br />
altijd wel een appeltje voor de dorst achter<br />
de hand had. Dit zien we terug in een bewaard<br />
gebleven spaarbankboekje <strong>van</strong> de Spaarbank<br />
der Maatschappij tot Nut <strong>van</strong> ‘t Algemeen, Nutsgebouw<br />
Rijnsaterwoude. Het begint in 1945 met<br />
een inleg <strong>van</strong> f.1261,50. Hierna zien we het saldo<br />
steeds stijgen met rente en inleg tot een totaal in<br />
1968 <strong>van</strong> f. 2134,45. In 1970 was het saldo nul.<br />
Uiteraard was de ’Harmonie’ vooral actief tijdens<br />
hoogtijdagen in Woubrugge. In de dagen na<br />
de bevrijding in 1945 bijvoorbeeld trok het orkest<br />
feestend op een kar door het dorp.<br />
9
In 1946 volgde de heer Bolderdijk Van der Kaay op<br />
als dirigent. De eerste maal dat we de naam <strong>van</strong><br />
Van der Kaay tegenkomen is op het programma<br />
<strong>van</strong> 1913. Hij heeft dus ten minste 33 jaar het<br />
fanfare corps gedirigeerd.<br />
Per 1 augustus 1946 werd J.C. <strong>van</strong> Wageningen<br />
benoemd tot burgemeester <strong>van</strong> Woubrugge. Zoals<br />
gewoon werd de burgemeester weer met muziek<br />
binnengehaald. Het fanfarecorps liep al spelende<br />
voor hem uit <strong>van</strong> Ofwegen tot Woubrugge.<br />
Al in 1947 nam de heer Couprie de dirigeerstok over<br />
<strong>van</strong> Bolderdijk.<br />
In 1948 is de Harmonie naar een concours in<br />
Naaldwijk geweest. Ze gingen hier naartoe met<br />
de vrachtwagen <strong>van</strong> Cor <strong>van</strong> der Nagel. In de<br />
tijd dat men niet hoefde te spelen, werden de<br />
instrumenten onder een wagen gelegen zodat ze<br />
‘goed beschermt’ waren. Opgeschoten jongens<br />
had een graszooi in de hoorn <strong>van</strong> de tuba <strong>van</strong> Piet<br />
Bouwmeester gedaan. Dat gaf grote hilariteit toen<br />
hij moest gaan spelen. Op dit concours krijgen de<br />
trombonespelers, onder wie Rien Schijf, een eervolle<br />
vermelding voor hun solo.<br />
Op 28 juni 1951 volgde een concours in Lienden<br />
Jacobsladder <strong>2007</strong> <strong>Otto</strong> <strong>Cornelis</strong> <strong>van</strong> <strong>Hemessen</strong><br />
jaargang 27 4<br />
10 in de Betuwe. Men kwam uit in de 2e afdeling<br />
11<br />
fanfare. Het aantal leden was 23. Voorzitter was<br />
In 1954 werd dirigent Couprie opgevolgd door<br />
Erevoorzitter burgemeester J.C. <strong>van</strong> Wageningen<br />
J.W. Keessen en secretaris was G. Schijf.<br />
altijd zin, maar dan stuurde vader Henk, zelf ook<br />
H. <strong>van</strong> der Veld. Deze is maar één jaar dirigent<br />
opende namens het gemeentebestuur de rij <strong>van</strong><br />
een verwoed muzikant, hem subiet de schuur in.<br />
geweest. Een hoogtepunt in dat jaar was het<br />
sprekers. Hij noemde het een unicum dat een<br />
Onder leiding <strong>van</strong> dirigent Couprie werd als<br />
bezoek <strong>van</strong> koningin Juliana aan Woubrugge.<br />
vereniging in een klein dorp vijftig jaar bestaat. De<br />
verplicht nummer gespeeld ‘Une Corbeille des<br />
Op 25 maart 1953 heeft het fanfarecorps<br />
Vanzelfsprekend stond die dag het fanfarecorps zustervereniging ‘De Heerlijkheid Hoogmade’ gaf<br />
Fleurs’ <strong>van</strong> Rodolphe. Als vrij nummer ‘Atila Caprice ‘Harmonie’ in verband met de watersnoodramp in<br />
vooraan.<br />
een serenade. Voorzitter W.H. Bank bood geluk-<br />
sur l’ Opera de Verdi’ <strong>van</strong> P.F. de Kort. ‘Harmonie’ Zeeland een concert gegeven in de zaal <strong>van</strong> de<br />
wensen aan, evenals de voorzitter <strong>van</strong> de voetbal-<br />
behaalde met 322 punten een eerste prijs.<br />
heer Swama (Oude Raedthuys) ten bate <strong>van</strong> het<br />
In 1955 werd de heer Scheffers uit Leiden dirigent. vereniging T. de Jong en G. <strong>van</strong> Wijk als voorzitter<br />
rampenfonds.<br />
Hij heeft het corps tot 1964 muzikaal geleid. Hij<br />
<strong>van</strong> de Feestcommissie 1928 en de Woubrugse<br />
In 1953 heeft Henk Slingerland, toen 12 jaar oud en<br />
moest stoppen <strong>van</strong>wege een ernstige ziekte waar- IJsvereniging. Mevrouw Van Wijk-Boot als presidente<br />
leerling-slagwerker, bij dirigent Couprie in korte tijd Ook in het jaar 1953 en wel op zaterdag 26<br />
aan hij kort daarna is overleden.<br />
<strong>van</strong> de Nederlandse Plattelandsvrouwenbond<br />
het trommelen goed moeten leren. Piet Bregman september, werd de nieuwe brug te Woubrugge<br />
bood, behalve gelukwensen, ook een enveloppe<br />
was de slagwerker <strong>van</strong> het corps maar hij was<br />
opengesteld. Ook hier speelde de fanfare. Naast<br />
In 1956 werd het 50-jarig jubileum <strong>van</strong> de vereniging met inhoud aan. Verder waren aanwezig het<br />
door een ruit gevallen en had daarbij een pees<br />
een foto <strong>van</strong> de brug met daarop het fanfarecorps<br />
gevierd met een receptie in de Rechtkamer <strong>van</strong> bestuur <strong>van</strong> de Middenstandsvereniging en <strong>van</strong><br />
af gesneden. Daar het corps vlak voor een uit-<br />
lezen we in de Nieuwe Leidse Courant: “Nadat<br />
het ‘Oude Raedthuys’. Voorzitter was J.W. Keessen de Chr. Gem. Zangvereniging ‘De Lofstem’. Als<br />
voering stond, moest er op korte termijn een<br />
mevrouw Van Wageningen de slagbomen had<br />
en secretaris E. Molenaar, penningmeester A.H.<br />
aanwezigen werden verder in de krant vermeld:<br />
nieuwe trommelaar komen. Iedere avond moest geopend, marcheerde Woubrugges Harmonie over<br />
<strong>van</strong> Dorp en lid A. Kroon en J. de Jeu, één <strong>van</strong> de wethouder W.H.J. Bank, gemeentesecretaris H.J.<br />
Henk in de schuur urenlang oefenen. Hij had niet de nieuwe brug….”<br />
oprichters.<br />
Hoogenboom en de heer M. <strong>van</strong> Warmelo. De
Jacobsladder <strong>2007</strong> <strong>Otto</strong> <strong>Cornelis</strong> <strong>van</strong> <strong>Hemessen</strong> jaargang 27 4<br />
heer J. Bontebal, ook één <strong>van</strong> de oprichters, thans<br />
wonende in Alphen aan den Rijn, was aanwezig.<br />
Een oud-lid, J.C. <strong>van</strong> der Nagel, bood zijn gelukwensen<br />
aan in dichtvorm. Er is ook nog een gelukstelegram<br />
bewaard gebleven <strong>van</strong> oud-dirigent H.<br />
<strong>van</strong> der Veld uit Leiderdorp.<br />
Van begin 1960 tot eind 1962 is het fanfarecorps ‘in<br />
ruste geweest’. Het aantal leden was ver gedaald<br />
en toen moesten er ook nog drie in militaire dienst:<br />
Henk Slingerland (slagwerker), Jip Bochove<br />
(trompet) en Henk <strong>van</strong> der Nagel (bugel).<br />
Om de vereniging weer op te starten is een brief<br />
uitgegaan naar de inwoners <strong>van</strong> Woubrugge en<br />
met succes. De familie Hoekstra kwam in die tijd<br />
in Woubrugge wonen en zowel vader als moeder<br />
Hoekstra waren goede blazers. Mede door hun<br />
inzet is de vereniging weer aam een nieuwe bloeiperiode<br />
begonnen.<br />
Ook in 1962 is op initiatief en onder leiding <strong>van</strong> Henk<br />
Slingerland een opleiding gestart met een aantal<br />
jeugdigen om te komen tot een drumband.<br />
In april 1964 ging een brief uit naar de bevolking in<br />
Woubrugge met de mededeling dat er 25 spelende<br />
leden zijn en het corps zich op 30 april zal presenteren.<br />
In uniform. Deze uniformen had men met<br />
hulp <strong>van</strong> Jan Bochove (de zoon <strong>van</strong> de eerste<br />
dirigent en de vader <strong>van</strong> Jip) op de kop getikt bij<br />
de KLM en ‘veranderd’ tot corpsuniformen. Door<br />
de uitgaven aan uniformen was de kas <strong>van</strong> de<br />
vereniging meer dan leeg en werd de bevolking<br />
op geroepen een financiële bijdrage te geven.<br />
In 1965 kwam dirigent Mark uit Leiden voor het<br />
fanfarecorps te staan. Hij was de vader <strong>van</strong> Koos<br />
Mark, de huidige leider <strong>van</strong> de Koos Mark Big<br />
Band, die onder andere furore heeft gemaakt als<br />
begeleidings orkest in het televisieprogramma<br />
´Dancing with the Stars´.<br />
In het volgende nummer <strong>van</strong> de Jacobsladder<br />
vervolgen we aan de hand <strong>van</strong> Henk <strong>van</strong> der<br />
Nagel de geschiedenis <strong>van</strong> het fanfarecorps.<br />
12 13
Huisnummers in Hoogmade en<br />
Woubrugge<br />
Door Rie Kammeraat<br />
‘t Is welletjes, zeiden de Burgemeester en de Wethouders,<br />
‘t moet nu toch echt anders en beter en<br />
duidelijker en zij blikten achter- en voorwaarts en<br />
namen besluiten. Dat gebeurde ruim zestig jaar<br />
geleden in de raadsvergadering <strong>van</strong> 28.06.1946 en<br />
sindsdien woont u op een ander adres maar wel<br />
in hetzelfde huis, althans sommigen <strong>van</strong> u, want zo<br />
honkvast en zo oud zullen er niet veel mensen zijn.<br />
Soms komen er mensen in ons museum die vragen<br />
waar hun ouders of grootouders woonden. De<br />
conservator, de heer J. Haasbroek, bewaart elk<br />
papiertje waarin Hoogmade, Ofwegen of<br />
Woubrugge genoemd wordt, enkele families<br />
hebben een kopie <strong>van</strong> hun stamboom geschonken,<br />
er zijn overlijdenskaarten, persoonsbewijzen,<br />
pokkenbriefjes, oude telefoonlijsten en ansichtkaarten,<br />
maar niettemin, het is een probleem om te<br />
vertellen waar Opoes nu gesloopte huis gestaan<br />
heeft.<br />
Jacobsladder <strong>2007</strong> <strong>Otto</strong> <strong>Cornelis</strong> <strong>van</strong> <strong>Hemessen</strong> jaargang 27 4<br />
De eerste nummers<br />
We danken de eerste huisnummering aan een<br />
Onroerend Goed Belasting. Deze belasting, die<br />
<strong>van</strong>af 1628 in onder andere Zuid-Holland over<br />
onroerend goed betaald moest worden, werd<br />
geregistreerd in het verpondingsregister. Uit die<br />
tijd is geen register <strong>van</strong> Esselijkerwoude bewaard<br />
gebleven, behalve dat <strong>van</strong> 1711-1732. Daarin zijn<br />
de namen <strong>van</strong> de huiseigenaren terug te vinden,<br />
maar niet waar die huizen lagen. Daarvoor moeten<br />
we toch bij de transportakten zijn. De verkoop werd<br />
geregistreerd in het ambacht waar het onroerend<br />
lag en alle huizen lagen dus in Esselijkerwoude en<br />
vaak werd erbij gezet waar het huis of land lag:<br />
in Hoogmade, Rijpwatering, Ofwegen of Roelofaartjesveen.<br />
Of in welke polder, bijvoorbeeld de<br />
Bospolder, het Vroonland of de Heerewechse<br />
polder. Woubrugge werd veel minder genoemd,<br />
maar was herkenbaar, omdat bijna alle huizen<br />
aan de Woudwatering of het Paddegat lagen. De<br />
naam Heimanswetering werd niet gebruikt; dat was<br />
het stuk wetering dat <strong>van</strong>af de grens met Oudshoorn<br />
naar de Oude Rijn liep.<br />
Om zonder nummers toch te weten om welk<br />
huis het ging, werd de locatie aangegeven door<br />
de namen <strong>van</strong> de belendende eigenaren in de<br />
verkoopakte op te nemen. Maar de achternamen<br />
lagen nog niet vast, of werden, althans in de zeventiende<br />
eeuw, vaak weggelaten en veel<br />
vrouwen moesten het doen met het patroniem:<br />
Jansje Pieterse of Pietersd(ochte)r. Als Jan<br />
Pietersz(oon) bakker was, stond dat er als onderscheid<br />
<strong>van</strong> andere Jan Pietersen soms bij, maar het<br />
beroep <strong>van</strong> de vader werd vaak de familienaam<br />
<strong>van</strong> de kinderen en zodoende zijn er nu zoveel<br />
Bakkers. De vader <strong>van</strong> de Woubrugse scheepmakers<br />
familie Van der Bijll was Jasper en zijn zoons<br />
waren Jacob Jaspersz, Willem Jaspersz en Claes<br />
Jaspersz. In een koopakte <strong>van</strong> 1638 is Jacob<br />
Jaspersz voldoende, maar in 1658 staat er zowel<br />
bij Jacob als bij Claes de familienaam Van der Bijll<br />
bij. Willem is dan Willem Jaspersz scheepmaker<br />
en Willems toen nog vijf levende kinderen waren<br />
Willemsz of Willemsdr. Zoon Philips werd ook aangeduid<br />
als Philips Willemsz scheepmaker, maar hij,<br />
zijn broer Aert en nog andere familieleden namen<br />
later de naam Raaphorst aan. Hun zuster Neeltje<br />
en haar man Pieter <strong>Cornelis</strong>z erfden een half huis in<br />
Woubrugge. Als Pieter in 1661 de andere helft koopt<br />
heet hij Pieter <strong>Cornelis</strong>z <strong>van</strong> der Rhijs en bij landverkoop<br />
in 1662 is hij Pieter <strong>Cornelis</strong>z <strong>van</strong> Leuwen.<br />
De Hoogmadese scheepmakersfamilie Van der Bijll<br />
verandert echter niet <strong>van</strong> naam. Het aannemen<br />
<strong>van</strong> andere achternamen, of vererving zonder verkoop,<br />
maken het zoeken niet zo eenvoudig als het<br />
lijkt. Het is trouwens helemaal niet zo eenvoudig! En<br />
zeker niet als er jaren ontbreken, hoewel de overdrachtsprotocollen<br />
<strong>van</strong> Esselijckerwoude redelijk<br />
compleet zijn <strong>van</strong>af mei 1630. De registers <strong>van</strong><br />
voor die tijd zijn verloren gegaan, evenals bijna alle<br />
andere oude boeken <strong>van</strong> Esselijckerwoude.<br />
Als op het perceel een scheepmakerij, biersteeckerij<br />
of bakkerij was gevestigd, lijkt dat er<br />
altijd bijgestaan te hebben en dat is mooi, want<br />
het is een heel getob om te weten te komen wie<br />
waar woonde. Als voorbeeld zal ik steeds het pand<br />
nemen <strong>van</strong> bakker Quint, die als laatste bakker<br />
bakte in de Quintsteeg. De eerste transactie is <strong>van</strong><br />
1674 en daarin wordt verwezen naar de aankoop<br />
in 1629. Zo’n vermelding komt regelmatig voor,<br />
maar meestal zonder datum. Dit keer wel, maar<br />
de protocollen zijn er niet meer. Het is echter vrijwel<br />
zeker dat <strong>Cornelis</strong> Jansz <strong>van</strong> Swanevelt en<br />
Ariaentgen Claesdr toen de bakker en bakkersvrouw<br />
waren. Van 1674 tot en met 1999 werd op<br />
dezelfde plaats gebakken en alle verkoopakten zijn<br />
bekend of na te gaan.<br />
Nieuwe nummers<br />
De westzijde <strong>van</strong> Woubrugge <strong>van</strong> 1731 tot 1828<br />
In 1731 kwamen er nieuwe nummers, die <strong>van</strong>af<br />
1735 genoteerd werden en tot 1829 geldig<br />
bleven, hoewel er wat verschuivingen kwamen<br />
- daar ben ik nog niet uit. Het duurde even eer<br />
deze zogenoemde verpondingsnummers in Esselijkerwoude<br />
gebruikt werden. Gelukkig werd nooit<br />
nagelaten de belendingen te vermelden, maar er<br />
is wel een grote máár: het zijn altijd de eigenaren<br />
die genoemd worden, zelden de bewoners. Dat<br />
gebeurde alleen als er condities waren die het<br />
noemen <strong>van</strong> de huurder nodig maakten. Wel zijn<br />
in de Morgenboeken, waarover verderop, veel<br />
pachters terug te vinden.<br />
14 15<br />
De verpondingsnummers begonnen in Woubrugge<br />
met no. 100 aan de zuid-west kant <strong>van</strong> de grens,<br />
het z.g. scheijt, tussen Esselijkerwoude en Oudshoorn.<br />
Daar stond in 1729 de bierstekerij <strong>van</strong> Albert<br />
Harmense Schipper en zijn vrouw Arijaantje<br />
Vergent. De kerk had no. 136. Van no. 100 - 136 liep<br />
het Zuideinde, maar het zuideinde lag ook aan de<br />
overkant, tussen de Grote Baan en de scheidingsgrens<br />
met Oudshoorn. Na de Kerksteeg begon het<br />
Noordeinde met no. 137, de pastorie, daarnaast
16<br />
lag 138 en dan kwam op 139 bakker Jan Hazel,<br />
roepnaam Hase de bakker, het pand <strong>van</strong> Quint.<br />
Het laatste huis dat ik toch dusver vond aan het<br />
Noordeinde bestond uit twee woningen, no. 174 en<br />
175. Tussen noord en zuid lag de Kerksteeg met de<br />
nummers 184 - 192. De nummers daartussen ben<br />
ik nog niet tegengekomen, maar dat zal nog wel<br />
gebeuren als ik tijd <strong>van</strong> leven heb. Als locatie wordt<br />
ook wel het Noordeinde opgegeven, maar zonder<br />
oost of west.<br />
De oostzijde <strong>van</strong> Woubrugge <strong>van</strong> 1731 tot 1828<br />
Op het scheijt aan de oostzijde, waar de Vierambachtsweg<br />
overgaat in de Woubrugseweg,<br />
begon de telling <strong>van</strong> het Zuideinde met no. 193.<br />
Daar stond in 1765 een huis met erf, drie turfschuren,<br />
twee brandingloodsen en een hoekje<br />
grond ‘leggende tussen den Ringdijk <strong>van</strong> den<br />
Vier ambachtspolder en het gangpad zijnde<br />
jegenwoordig beplant met willige knootstooven’ 1 .<br />
De eigenaars waren Hendrik Janszn Lelieveld en<br />
Jacobsladder <strong>2007</strong> <strong>Otto</strong> <strong>Cornelis</strong><br />
Marijtie Rietveld geweest. De eerste Dageraad had<br />
no. 201, het laatste huis aan het Zuideinde no. 213.<br />
Dat was de bakkerij <strong>van</strong> Kors Oudshoorn, waar later<br />
bakker Guldemond zat en nog later de brugwachters<br />
Schijf, Lieverse en Van ‘t Wout, nu Van <strong>Hemessen</strong>kade<br />
7. Het Noordeinde begon met no. 214, het<br />
veerhuis. Op 215 stond <strong>van</strong>ouds de herberg, bekender<br />
als het Regthuis, in 1758 beschreven als een<br />
herberg met erf, schuur, een klein huisje en twee<br />
hooibergen, in 1768 uitgedijd tot ‘een Herberg met<br />
desselfs ruijme stallingen, overdekte Kolffbaan, dorsvloer,<br />
Koorn- en Hooijsolders, Wagenhuijs, Turff- en<br />
Houtschuur en een berg’. Het oude doktershuis had<br />
no. 229. De nummers liepen door tot aan het einde<br />
<strong>van</strong> de Woudsedijk, waar op no. 290 een boerderij<br />
stond die enkele jaren na de droog making op<br />
kavel 30 werd gebouwd en toen eigendom was<br />
<strong>van</strong> Reinier <strong>van</strong> Uijlenburgh, in 1919 beschreven als<br />
‘de Bouwmanswoning <strong>van</strong>ouds bekend Kavel 30’.<br />
De boerderij die er nu staat is gebouwd in 1934 en<br />
290 werd Woudsedijk-Zuid 45.<br />
<strong>van</strong> <strong>Hemessen</strong> jaargang 27 4<br />
Hoogmade<br />
Heeft Woubrugge een Woudwatering, Hoogmade<br />
heeft de Does en Ofwegen de Ofwegense watering.<br />
In of bij Hoogmade kon een huis, boerderij of<br />
werkplaats liggen aan de noord- of zuidzijde <strong>van</strong><br />
de Does of in de Bos- Does-, Frederiks-, Kooi-, Piest-,<br />
Roode, Vliet- of Voorofse Polder. In het midden <strong>van</strong><br />
het dorp lagen de herberg en een scheepswerf<br />
en omdat de eigenaren <strong>van</strong> zulke bedrijven wat<br />
gemakkelijker worden gevonden, is de locatie <strong>van</strong><br />
de buurpanden ook vrij duidelijk. Een kerk verandert<br />
ook zelden <strong>van</strong> plaats, maar kerken bezaten<br />
meestal land en bij belendingen is het dan ook de<br />
vraag, of het over het kerkgebouw of over de kerkgrond<br />
gaat. Ook hier kwamen rond 1735 de nieuwe<br />
nummers in gebruik. No. 1 was in 1754 een boerderij<br />
met zomerhuis, hooiberg en land in de Doespolder<br />
bij de Ruigekade, no. 12 het huis bij de Vogelkooij<br />
in de Kooipolder. Huurder <strong>van</strong> huis en Vogelkooi<br />
was in 1685 schepen Joris <strong>Cornelis</strong>z Bouman; in 1793<br />
woonde <strong>Cornelis</strong> Kraan op de Kooiwoning. No. 18,<br />
het Roopannenhuis, lag in de Bospolder, 23 in de<br />
Roopolder en 31 in de Frederikspolder .<br />
Ofwegen<br />
Dan sla ik nu de Rijpwatering en de Veenderpolder<br />
even over, behalve no. 49, de korenmolen aan<br />
de overzijde <strong>van</strong> het Paddegat. Vandaar varen<br />
we naar Ofwegen. Op Ofwegen lagen en liggen<br />
de boerderijen en het land óf aan de kant <strong>van</strong><br />
de Vlietpolder, óf aan de kant <strong>van</strong> de Oudendijkspolder<br />
met [tot nu toe] de nummers 52 t/m 72:<br />
boerenbedrijven, een paar huizen, een bierstekerij<br />
en een scheepswerf en misschien wat nummerloze<br />
arbeidershuisjes. No. 52, een boerderij met<br />
schuur, hooiberg en karnmolen en met land in de<br />
Vliet polder, was in 1741 eigendom <strong>van</strong> een <strong>van</strong><br />
de leden <strong>van</strong> de Ofwegense familie Van Bijevelt.<br />
Het laatste nummer, een boerderij met zomerhuis,<br />
schuur en twee hooibergen met respectievelijk<br />
zes en vier roeden, lag ‘in en bij de nieuwe drooggemaakte<br />
Oudendijkspolder op Offwegen’.<br />
Omstreeks 1818 werd Klaas Los de eigenaar.<br />
Sinds 1882 staat er een nieuwe boerderij die als<br />
adres Kerkweg 47 heeft. Vanaf circa 1900 wordt<br />
deze bewoond door de familie Van Egmond.<br />
17
18<br />
Lijsten met namen<br />
Het gaat nu nog steeds over huisnummers die<br />
geen adresnummers zijn en eigenaren die niet<br />
altijd bewoner zijn. Toch zijn er enkele lijsten die<br />
een indicatie geven wie waar ongeveer woonde.<br />
In de Morgenboeken, waarin de waterschappen<br />
bijhielden wie <strong>van</strong> een stuk grond de eigenaar was<br />
en hoe en door wie het gebruikt werd, zijn veel<br />
pachters te vinden. Eens in de vier jaar werd de<br />
administratie bijgewerkt. Jammer genoeg bleef het<br />
noteren <strong>van</strong> de pachters soms achterwege, zoals<br />
in 1788, het jaar dat de Vierambachtspolder onder<br />
water kwam te staan. Dan ontbreken de veranderingen<br />
over een periode <strong>van</strong> acht jaar en over het<br />
komen en gaan <strong>van</strong> pachters is slechts sporadisch<br />
iets te vinden.<br />
Weerbare mannen<br />
Op de prachtige lijst uit 1747 <strong>van</strong> Weerbare Mannen<br />
<strong>van</strong> Esselijckerwoude hadden de huisnummers<br />
ingevuld moeten worden, maar op de kopie werd<br />
alleen het eerste huis vermeld en dat had nummer<br />
100, aan de het scheijt . Het werd bewoond en was<br />
eigendom <strong>van</strong> Olivier Schipper, de biersteker. Geen<br />
nummers, maar wel inschrijving op volgorde <strong>van</strong> de<br />
huizen, waardoor een ongeveer-indicatie gedeeltelijk<br />
mogelijk is. Predikant Alexander Comrie = de<br />
Pastorie, Quint’s voorganger = de bakkerij, een<br />
Jacobsladder <strong>2007</strong> <strong>Otto</strong> <strong>Cornelis</strong> <strong>van</strong> <strong>Hemessen</strong> jaargang 27 4<br />
rij boeren = de Woudsedijk. Maar met alleen 410<br />
weerbare mannen <strong>van</strong> 16-60 jaar is het geen lijst<br />
<strong>van</strong> inwoners en het duurt nog meer dan tachtig<br />
jaar eer heel voormalig Esselijckerwoude geregistreerd<br />
staat.<br />
Het Ambacht Esselijckerwoude<br />
Uit 1797 dateert een lijst met de namen <strong>van</strong> ‘Manspersonen,<br />
Weduwen met een eigen huijshouding,<br />
en Vrijsters met een eijgen Huijshouding’ met vooren<br />
achternaam, leeftijd, en wapenbezit. De municipaliteit<br />
wilde ook graag weten wie niet in eigen<br />
onderhoud kon voorzien. Huisnummers staan er niet<br />
bij, buurten wel, en de namen zijn genoteerd op<br />
volgorde: aan de oostzijde <strong>van</strong> zuid naar noord, de<br />
westzijde <strong>van</strong> noord naar zuid, de Woudsedijk, het<br />
Hoekje <strong>van</strong> den Veen, Ofwegen en het Lageland.<br />
Niet dat die volgorde ons nu zekerheid verschaft:<br />
Gerrit Roos was in die tijd pachter <strong>van</strong> de Woudhoeve<br />
(nu Bouwlust). Zijn knecht was Arie Krook, zijn<br />
buurman Krijn de Hoog. Maar Krijn de Hoog was de<br />
eigenaar <strong>van</strong> de scheepswerf (de oude Dageraad)<br />
daar schuin tegenover, want met links of rechts,<br />
voor of achter werd pas veel later rekening<br />
gehouden. Wie zoekt, moet daar op bedacht zijn.<br />
Zelfstandige vrouwen worden gevonden in het<br />
alfabetisch Patentregister uit 1809. In 1798 werden<br />
de gilden afgeschaft, maar in 1805 nam de overheid<br />
het door de gilden uitgeoefende toezicht<br />
over. Om een beroep te mogen uitoefenen was<br />
toestemming nodig en jaarlijks moest daarvoor<br />
patentrecht worden betaald. Lang niet alle beroepen<br />
vielen eronder. Landbouwers, arbeiders, onderwijzers,<br />
ambtenaren enzovoorts waren vrijgesteld.<br />
Een voorbeeld <strong>van</strong> een vrouw met patentrecht<br />
was Judik Mozes Meijer, die met linnen, katoen en<br />
sits rondlopend verkoopster was en ook nog een<br />
winkeltje had. Zij was getrouwd met Izak Jacobs, de<br />
slachter die samen met zijn vader Jacob Joseph en<br />
broer Abraham Jacobs, op dezelfde plaats als later<br />
slager Abraham Hoogendoorn, zijn huis en slachterij<br />
had (Van <strong>Hemessen</strong>kade 24 & 22) en daarvoor<br />
eveneens patentrecht moest betalen. Er staan<br />
geen huisnummers bij, maar wel de beroepen en<br />
als daar een winkel bij was, zoals de slagerij <strong>van</strong><br />
Izak Jacobs, dan ging de winkel nog wel eens over<br />
<strong>van</strong> de een op de ander en wordt langer herinnerd<br />
dan de bewoners.<br />
Hoogmade 1811-1828<br />
Een lijst <strong>van</strong> stemgerechtigde Hoogmadese mannen<br />
werd in 1811 opgesteld. Mannen boven de 21 jaar<br />
hadden het recht de leden <strong>van</strong> de municipaliteit<br />
(een soort gemeenteraad) te kiezen. Dat waren er<br />
in Hoogmade 47 en het aardige is, dat de leeftijd<br />
en het beroep werden vermeld. De oudste kiezer<br />
was Pieter Beugelsdijk, geboren op 19.10.1724 en<br />
vroeger scheepmaker. De jongste was de timmermansknecht<br />
Jan Witteman, geboren op 03.09.1787.<br />
Natuurlijk ontbreken de namen <strong>van</strong> Zwetsloot niet,<br />
evenmin als Den Dubbelden, Zandvliet, Hillenaar<br />
en Groen in ‘t Wout, om er een paar te noemen.<br />
Huizen staan er nog niet bij, maar de data en<br />
beroepen vergemakkelijken het zoeken wel. De<br />
volkstelling <strong>van</strong> 1828 met veel informatie over de<br />
235 inwoners, wat ze deden en waar ze woonden<br />
is opgenomen in Jacobsladder 4/2006, met een<br />
vervolg door Huug Zwetsloot in no. 2/<strong>2007</strong>.<br />
Woubrugge <strong>van</strong>af 1828<br />
Vanaf 1828 komt er meer zicht op de bewoners<br />
<strong>van</strong> Woubrugge. Dan worden ze geteld. De huizen<br />
krijgen een nieuw nummer en het wordt duidelijk<br />
welke huizen uit meer woningen bestaan en wie<br />
de gezinshoofden zijn. Uit de transportakten was al<br />
gebleken dat er veel halve, derde of kwart huizen<br />
verkocht werden, maar slechts een enkele keer<br />
werd de huurder genoemd. In de inventaris <strong>van</strong><br />
Isaak Vrijenoock, die in 1811 overleed, staat dat hij<br />
aan de westzijde een huis met vier woningen bezat.<br />
In een er<strong>van</strong> woonde hij, de andere drie werden<br />
verhuurd. Dat was no. 124, later 22. Maar omstreeks<br />
1850 had boer Johannes Boon no. 22 en dat werd<br />
28. Willem Wiethoff, de smid, had 23 en kreeg 30.<br />
Zoeken vraagt dus veel tijd. Het gaat <strong>van</strong> nu af aan<br />
niet meer over eigenaren, maar over bewoners, die<br />
uiteraard ook eigenaar kunnen zijn.<br />
De lijst <strong>van</strong> 1828 is vrij summier, maar de volks telling<br />
<strong>van</strong> 1830 geeft veel informatie. De westzijde loopt<br />
<strong>van</strong> 1-83, de oostzijde <strong>van</strong> 84-158, de Hoek <strong>van</strong><br />
de Veen <strong>van</strong> 160-174 en de Woudschedijk <strong>van</strong><br />
199-208. Aan de westzijde is op no.42 de school<br />
en het schoolhuis, waarin schoolmeester en koster<br />
Hendrick <strong>van</strong> Dordt woont. Hij is geboren in Beesd,<br />
38 jaar, getrouwd met Maria Kroon, geboren in<br />
Zevenhoven, 36 jaar, heeft dertien kostgangers<br />
<strong>van</strong> 9-17 jaar, die allen genoemd worden, en een<br />
vijftienjarige dienstbode, Lena Slingerland. Hoewel<br />
de Kerksteegh/Kerkstraat al sinds jaar en dag zo<br />
heet, werd dus gewoon doorgeteld alsof de school<br />
aan de Wetering staat. Op no. 44 wonen Bakker<br />
Quints voorganger Hendrik Treur, 48 jaar, geboren in<br />
Alphen, getrouwd met Antje <strong>van</strong> Meurs, 49 jaar, <strong>van</strong><br />
Oudshoorn, hun kinderen Gijsbert <strong>van</strong> 10, Willem<br />
7, Willemina 12, Gerritje 11, Antje 5, knecht Pieter<br />
Leeuw uit Leimuiden, 21 jaar en dienstbode Jaepge<br />
Rijnsburger uit Bilderdam, 21 jaar. Deze tien personen<br />
worden beschouwd als een gezin. Op deze manier<br />
19
20<br />
zijn alle inwoners geregistreerd en dat blijft zo, maar<br />
niet middels een paar honderd huizen met een<br />
paar honderd nummers, maar te lokaliseren via een<br />
systeem <strong>van</strong> wijken met letters plus nummers die<br />
gebruikt worden in de telling <strong>van</strong> 1840.<br />
Dat was een eis <strong>van</strong> de regering en de gemeente<br />
werd verdeeld in negen wijken:<br />
A. Het zuideinde <strong>van</strong> het dorp aan de westzijde <strong>van</strong><br />
de Woudwatering: <strong>van</strong>af huis A-1 tot en met huis<br />
A-28.<br />
B. Het noordeinde <strong>van</strong> het dorp aan de westzijde:<br />
<strong>van</strong>af huis B-1, tot het huis, de zogenaamde<br />
Oude Visscherij, en de Oudendijkse Poldermolens;<br />
het laatste nummer was B-24.<br />
C. Het zuideinde <strong>van</strong> het dorp aan de oostzijde:<br />
<strong>van</strong>af huis C-1 tot en met huis C-17.<br />
D. Het noordeinde <strong>van</strong> het dorp aan de oostzijde:<br />
<strong>van</strong>af D-1, het overzethuisje <strong>van</strong> de gemeente,<br />
tot en met D-36, het overzethuis nabij de Kleine of<br />
Braasemmermeer.<br />
E. De Woudschendijk met de Zwetmolens: E-1 tot en<br />
met E-11.<br />
F. De zuidhoek <strong>van</strong> Roelofarendsveen onder<br />
Esselijkerwoude, het zogenaamde Groenewoud,<br />
de Korenmolen, het Huis de Banken, de bouwmanswoningen<br />
en huizen aan de Rijpweteringsche<br />
vaart en de molens <strong>van</strong> de Veender-en de<br />
Fredrikspolder: F-1 tot en met F-11.<br />
G. Ofwegen aan beide zijden, met de Vlietpoldermolen:<br />
G-1 tot en met G-10.<br />
H. De boumanswoningen en huizen aan de zuidzijde<br />
<strong>van</strong> de Doeswatering met de Does- en<br />
Kooipoldermolen: H-1 tot en met H-9.<br />
I . De boumanswoningen en huizen aan de noordzijde<br />
<strong>van</strong> de Doeswatering, met inbegrip <strong>van</strong> de<br />
R.K. Pastorie en de Piestpoldermolen: I-1 tot en<br />
met I-18.<br />
In 1845 moest ten behoeve <strong>van</strong> militair vervoer en<br />
inkwartiering opgegeven worden hoe het stond<br />
met de wegen, voetpaden, veren, hoe groot de<br />
afstanden waren en hoeveel huizen er stonden.<br />
Om bij de bebouwing te blijven:<br />
In wijk A en B: 51 huizen en twee bewoonde<br />
molens; C en D: 55 huizen; E: acht huizen en<br />
Jacobsladder <strong>2007</strong> <strong>Otto</strong> <strong>Cornelis</strong><br />
drie bewoonde molens: F: veertien huizen en<br />
een bewoonde molen; G: negen huizen en<br />
een bewoonde molen; H: zeven huizen en een<br />
bewoonde molen; I: achttien huizen.<br />
Hoogmade was <strong>van</strong> 1817-1855 een zelfstandige<br />
gemeente en viel dus niet onder de wijkindeling<br />
<strong>van</strong> de gemeente Woubrugge. In 1840 stonden er<br />
veertig huizen met 311 inwoners.<br />
Vanaf de eerste telling in 1828 was het de bedoeling<br />
dat alle veranderingen werden bijgehouden,<br />
maar daar kwam weinig <strong>van</strong> terecht. Nu probeerde<br />
men het door in elke wijk een wijkmeester<br />
aan te stellen. Hij moest ‘nauwkeurig acht geven’<br />
op alle inkomende en uitgaande personen en<br />
gezinnen in zijn wijk en alle veranderingen doorgeven<br />
aan de gemeente. De eerste wijkmeesters<br />
waren G. <strong>van</strong> Geer, P. Slingerland, T. Maaskant, A.<br />
<strong>van</strong> Griethuizen, C.Kroon Azn, P. de Bruin, K. Los, G.<br />
<strong>van</strong> der Hoeven en C. <strong>van</strong> Reijzen. De bedoeling<br />
was goed, maar het resultaat blijkbaar niet.<br />
Het bevolkingsregister<br />
In 1850 kwam het bevolkingsregister. Een groot<br />
boek met links en rechts een blad en <strong>van</strong> nu af aan<br />
zou het heel eenvoudig zijn om overgrootvaders<br />
en -moeders te vinden. Wanneer en <strong>van</strong>waar ze<br />
kwamen of naar elders vertrokken, waar en wanneer<br />
ze geboren werden of stierven, de kinderen,<br />
het beroep, het geloof, alles werd genoteerd. En,<br />
heel belangrijk, waar ze woonden. Gevonden! op<br />
B-42. B-42 ? doorgehaald; B-46, ook doorgehaald.<br />
B-46 bis dan? Wat een verhuizingen, vaak maar<br />
een paar huizen verder. Terwijl Opoe zo honkvast<br />
was en verhuizen vreselijk vond. Ze verhuisde dan<br />
ook alleen maar op papier, want ze bleef steeds<br />
<strong>van</strong> <strong>Hemessen</strong> jaargang 27 4<br />
in hetzelfde huis. Dat kwam omdat de nummering<br />
bleef doorlopen, ongeacht het huis. Dus als vóór<br />
no. 7 een huis gebouwd werd, werd dát huis no. 7<br />
en no. 7 werd no. 8 en als de percelen een eindje<br />
uit elkaar lagen kon er steeds wat tussen gebouwd<br />
worden en de nummers veranderden mee. Opoe’s<br />
zuster woonde op C-12b. Of was het C-12, C-12a,<br />
-c of -d ? Op sommige bladen staan wel vijf<br />
nummers en de volgorde is niet duidelijk. En toen<br />
Hoogmade erbij kwam werd wijk H, wijk I.<br />
Toch is, ondanks alle wijzigingen, het bevolkingsregister<br />
onmisbaar bij het zoeken, en met hulp <strong>van</strong><br />
de index kan in ieder geval bepaald worden waar<br />
ongevéér de overgrootouders woonden.<br />
A en B<br />
In 1859 werd de telling herhaald en het bevolkingsregister<br />
gecontroleerd en aangevuld, nu met<br />
Hoogmade erbij.<br />
Er stonden toen in Woubrugge + Hoogmade +<br />
Ofwegen 261 huizen met inbegrip <strong>van</strong> 27 gebouwen<br />
‘niet tot bewoning bestemd’. Daar zullen<br />
wel kerken, scholen, schuren enzovoorts mee zijn<br />
bedoeld. De telling: in A: 28, B: 32, C: 30, D: 42,<br />
E:14, F: 17, G: 11, H: 17, I: 60. Met al die letters werd<br />
het knap ingewikkeld en eenvoud siert. Dat vond<br />
ook de Raad en omstreeks 1861 waren de wijken<br />
verdwenen en hadden alle huizen aan de oostkant<br />
een A en alle huizen aan de westkant een B.<br />
De A nrs liepen <strong>van</strong> 1 tot en met A-192. A 1 was<br />
een huisje oost <strong>van</strong> A-2, de boerderij Kavel 30 <strong>van</strong><br />
Reinier Kempenaar op de Woudsedijk, en A-192<br />
was het laatste huis <strong>van</strong> de Achterweg, later de<br />
Vierambachtsweg.<br />
B begon met B-1 aan het eind <strong>van</strong> de Vrouwgeestweg<br />
en eindigde (in 1946) met B-420 aan de<br />
overkant, de hoek <strong>van</strong> ‘t Veen, nu de Zuidhoek in<br />
Alkemade. Bakkerij Quint <strong>van</strong> toen, Hermanus Treur,<br />
had B-4 en kreeg B-77.<br />
Het bleef A en B tot 1946 toe, maar de nummers<br />
waren als het weer. In een ongedateerd register2 hield de gemeente <strong>van</strong>af 1900 of later de veranderingen<br />
bij, maar door de vele doorhalingen is de<br />
volgorde niet altijd duidelijk. Bakkerij Quint, toen<br />
Wiggert <strong>van</strong> der Waa, woonde op B-89, B-95, B-94<br />
en B-92, zijn opvolger Jan Walraven op B-96, B-119<br />
en B 128, Dirk Oudshoorn op B125. Wiggert <strong>van</strong> der<br />
Waa en Jan Walraven verhuisden één keer en dat<br />
was toen zij de bakkerij overdeden. De bewoners<br />
waren dus wel te vinden, maar vraag niet hoe.<br />
Vanaf 1920 kwamen de gezinskaarten, die heel<br />
wat handiger waren dan de boeken die steeds<br />
vernieuwd moesten worden.<br />
Het Raadsbesluit <strong>van</strong> 1946<br />
Maar door al het slopen <strong>van</strong>wege ouderdom,<br />
oorlog en opritten, en wetend dat er opnieuw<br />
huizen gebouwd zouden moeten worden, moest<br />
er, zo meende de Raad, een einde komen aan<br />
een onoverzichtelijke indeling ten gevolge <strong>van</strong> de<br />
verspreide ligging <strong>van</strong> vele woningen. B&W, staat<br />
in het verslag <strong>van</strong> 28.06.1946, “beraamden zich<br />
en meenden namen te moeten voorstellen die<br />
merendeels historische namen zijn welke aan de<br />
wording <strong>van</strong> de gemeente nauw verbonden zijn”.<br />
Het voorstel werd besproken en besloten werd de<br />
straten als volgt te noemen:<br />
In Woubrugge<br />
1. Raadhuisstraat (brug tot Achterweg)<br />
2. Kerkstraat (brug tot Bateweg)<br />
3. Kerkweg (Bateweg tot Ofwegen)<br />
4. Van <strong>Hemessen</strong>kade (waterkant <strong>van</strong> Bochove tot<br />
samenkomst met Achterweg bij J. de Blanken)<br />
5. Comriekade (waterkant westzijde Woudwetering)<br />
6. Vrouwengeestpad (pad <strong>van</strong> G. <strong>van</strong> der Boon<br />
tot grens Alphen aan den Rijn)<br />
7. Boddens Hosangweg (Achterweg tot Brasemermeer)<br />
21
24<br />
8. Vierambachtsweg (Achterweg tot grens Alphen<br />
aan den Rijn)<br />
9. Weteringpad (pad M.R.Kroes in noordelijke richting)<br />
10. Schoolstraat (<strong>van</strong> Comriekade naar school)<br />
In Hoogmade<br />
1. Vlietweg (<strong>van</strong> brug C. <strong>van</strong> Rijn tot bocht Erven<br />
Zwetsloot)<br />
2. Ofwegen (<strong>van</strong> bocht -incl.- tot G.L. <strong>van</strong> Rijn)<br />
3. Kerkstraat (<strong>van</strong> brug over de Does tot eind<br />
gemeenteweg)<br />
4. Van Klaverweijdeweg (Wed. P. v.d.Star tot brug<br />
bij Kapteijn)<br />
5. Noordeinde (blijft ongewijzigd)<br />
6. Oude Kerkweg (J.A. de Vette tot W. <strong>van</strong> der<br />
Laan)<br />
7. Vissersweg (Wed. P.J. <strong>van</strong> Goozen tot J.C. <strong>van</strong><br />
Tol)<br />
8. Van Fenemalaan (G.J. Verbij tot Erven A. <strong>van</strong><br />
der Ploeg)<br />
9. Boskade<br />
10. Doeskade<br />
11. Voorofsekade (w.o. A.J. <strong>van</strong> der Voorn)<br />
12. Vlietkade (ook langs Kromme Does rond Vlietpolder)<br />
Jacobsladder <strong>2007</strong> <strong>Otto</strong> <strong>Cornelis</strong> <strong>van</strong> <strong>Hemessen</strong> jaargang 27 4<br />
13. Achterdijk (blijft ongewijzigd)<br />
14. Veenderdijk<br />
15. Frederikskade<br />
16. Zwarteweg (door Veenderpolder)<br />
17. Blaauwekade (<strong>van</strong> Spijkersloot tot gemeentegrens)<br />
18. Zuidhoek (blijft ongewijzigd)<br />
De huizen kregen een nieuw nummer, dat nu bij de<br />
straat hoorde. Gelukkig kwam er een lijst <strong>van</strong> oude<br />
versus nieuwe nummers met de namen <strong>van</strong> de<br />
bewoners erbij en deze nummers zijn tot op de dag<br />
<strong>van</strong> <strong>van</strong>daag in gebruik, enkele veranderingen<br />
daargelaten. Bakkerij Quint <strong>van</strong> toen, D. Oudshoorn,<br />
ging in 1946 <strong>van</strong> B 125 naar Comriekade<br />
11 (waar Jan Quint <strong>van</strong> 1955 tot 1999 als laatste<br />
bakker zelf de broden bakte), terwijl Jan Walraven<br />
<strong>van</strong> B 128 naar Comriekade 14 ‘verhuisde’.<br />
Hoewel dit artikel niet verder gaat dan 1946, is er<br />
een latere lijst die genoemd moet worden: de heer<br />
Hein Hoogenboom kreeg in 1983 bij zijn afscheid<br />
als gemeentesecretaris een lijst <strong>van</strong> alle straten <strong>van</strong><br />
Woubrugge en Hoogmade met de huisnummers en<br />
de namen <strong>van</strong> de gezinshoofden.<br />
Slot<br />
Het lijkt er misschien op dat de wegen en straten<br />
voor die tijd geen namen hadden. Dat is niet zo.<br />
Er waren twee Voorstraten, nu de Comriekade en<br />
de Van <strong>Hemessen</strong>kade en een Achterweg, nu de<br />
Boddens Hosangweg en de Vierambachtsweg.<br />
De Vrouwgeestweg mocht zo blijven heten en in<br />
Hoogmade hoefden niet alle oude namen in het<br />
vuilnisvat. De Notweg bleef de Notweg3 .<br />
Er waren en zijn ook andere aanduidinge : het Bosje<br />
<strong>van</strong> Boon, het Laantje <strong>van</strong> Boon, het Bosje <strong>van</strong> Verburg,<br />
het Kampie <strong>van</strong> Luling, de Schapenwerf, de<br />
kleine Baan, de grote Baan, de Wildewerf, Korea,<br />
de Quintsteeg en de Oude Visscherij. Hoogmade<br />
had de grote en de kleine Ark. En drie Hoogmadenaren<br />
met een bijnaam waren Piet de Haan, Aal<br />
de Koet en Bep de Eend en dus woonden ze in de<br />
Vogelenbuurt. 4<br />
Behalve poldernamen waren er topografische aanduidingen,<br />
zoals het gangpad, het oude verlaat,<br />
de Ringdijk, de Polderdijk en zo meer. Ook stukken<br />
land hadden soms een naam. In het Vroonland de<br />
Vossencamp (1662) en de Vijvers (1738), in de Plaspolder<br />
De Fok (1752), Jaepes campje aan de wijd<br />
a (1662), de cleijne grote camp in de Vliet polder<br />
(1662) en west <strong>van</strong> de Herenweg “een partije<br />
ruijchlants genaemt de paepswerff’ [1662]. In de<br />
oude leenboeken komt Hoogmade voor met het<br />
Onser Vrouwenland, het Vrouw Aechtenweer, het<br />
Godshuijslant. Dat Godshuijslant was een stuk grond<br />
gelegen aan de Ruigekade in de Doespolder. Aan<br />
de noordkant hadden Leendert Dircksz Swetslooth<br />
c.s. 5 in 1727 een stuk land.<br />
<strong>Otto</strong> <strong>van</strong> <strong>Hemessen</strong> noemt in zijn ‘Eene Wandeling<br />
door Woubrugge en Hoogmade’ behalve wegen,<br />
24 namen <strong>van</strong> sloten, vaarten en wateringen en<br />
daar zijn de Woudwatering, het Paddegat, de<br />
grote Aa, de kleine wijde Aa en de nauwe Aa nog<br />
niet eens bijgeteld.<br />
De inwoners zullen dus wel geweten hebben Wie<br />
Waar Woonde.<br />
Huiseigenaren zullen misschien denken dat het<br />
kadaster vergeten werd. Dat is niet het geval.<br />
Maar kadastrale nummers, hoe belangrijk ook om<br />
een huis op de kadastrale kaart terug te vinden,<br />
zijn geen adressen. Thuis, achter uw computer,<br />
kunt u daarover veel te weten komen via<br />
www.dewoonomgeving.nl.<br />
U ziet dat het niet zo <strong>van</strong>zelfsprekend is dat u woont<br />
in een straat met een huisnummer dat niet verandert<br />
en zelfs voorzien is <strong>van</strong> een postcode. Maar,<br />
zeiden de Bode, de Belastinggaarder en de<br />
Boeteninner, voor óns was het niet nodig geweest.<br />
1. Knootstoven: stronk+stam+afgekapte takken<br />
= stoof;<br />
knoot = geknotte boom; willige knootstoof:<br />
knotwilg.<br />
2. Kopieën <strong>van</strong> de lijsten <strong>van</strong> 1747, 1797, 1809,<br />
1946 en 1983 liggen in ons museum. Van het<br />
gemeente register (no. 660) is een kopie in<br />
bewerking. Onderzoek kunt u doen in het Streekarchief<br />
in het oude Raadhuis in Alphen. Enige<br />
voorbereiding maakt het wel gemakkelijker.<br />
3. Not is een oud woord voor nut en een notweg is<br />
een weg voor de boeren om vee, oogst, landbouwbehoeften<br />
enz. te vervoeren. Er ligt er een<br />
in de Vierambachtspolder en een in de Vrouwgeestpolder.<br />
4. Als u, uit uw eigen jeugd of <strong>van</strong> horen zeggen,<br />
nog andere buurtnamen kent, hoort de redactie<br />
dat graag!<br />
5. Leendert Dirkszoon Swetslooth c.s.: cum suis, met<br />
de zijnen. Dat is niet het gezin, maar degenen<br />
die dezelfde rechten hadden, bijvoorbeeld de<br />
mede-erfgenamen, zoals broers en zusters. In het<br />
stamboomboek <strong>van</strong> de familie Zwetsloot komen<br />
twee Leendert Dirkszoon’s voor: ca 1635-1704 en<br />
1706-1768.<br />
25
26<br />
Rie Kammeraat verzamelde weer voor u:<br />
Uit <strong>Otto</strong>’s plakboek <strong>van</strong> 1917<br />
6 november 1917<br />
Naar aanleiding <strong>van</strong> de circulaire <strong>van</strong> den Minister<br />
<strong>van</strong> Landbouw <strong>van</strong> 20 October 1917, heeft de<br />
burgemeester <strong>van</strong> Woubrugge beslag gelegd op<br />
een zeer groote partij zinken emmers en een groote<br />
partij kachelpijpen, veevoeder, cacao, zeep, enz.<br />
aldaar aanwezig bij een drietal ingezetenen.<br />
10 november 1917<br />
Door den Minister <strong>van</strong> Landbouw is beslist dat de<br />
l.l. Maandag te Woubrugge in beslag genomen<br />
kisten lucifers, 576 zinken emmers, 218 kisten zeep,<br />
21 vaten cacao, 82 zakken gemengd voer- en<br />
pelmeel, 34 zakken capucijners, 525 kachelpijpen<br />
met 1100 ellebogen zijn toegewezen gedeeltelijk<br />
aan de gemeente Woubrugge, de veevoedercommissie,<br />
de commissie <strong>van</strong> graanverzameling<br />
en de Ned. Vereeniging <strong>van</strong> IJzerhandelaren<br />
(gecorrigeerd). Terwijl de 148 zakken melasse voor<br />
de justitie in beslag blijft. (Melasse: dikvloeibare,<br />
suikerhoudende massa die bij de suikerbereiding<br />
overblijft).<br />
Bij de firma R. te Noordwijkerhout nam de politie<br />
een belangrijke hoeveelheid vermicellie in beslag.<br />
16 november 1917<br />
Uit de raadsvergadering. Voorzitter: de burgemeester.<br />
De Voorzitter deelt mede, dat hij genoodzaakt was<br />
een groote partij goederen in beslag te nemen;<br />
een groot deel kan in de gemeente blijven en, om<br />
den winkeliers ter wille te zijn, vragen B.en W. kasgeld,<br />
om zoo mogelijk die goederen hier beneden<br />
de maximum-prijzen te verkoopen. Goedgekeurd.<br />
Jacobsladder <strong>2007</strong> <strong>Otto</strong> <strong>Cornelis</strong> <strong>van</strong> <strong>Hemessen</strong> jaargang 27 4<br />
Over de inbeslag genomen goederen:<br />
Burgemeester Baumann legt aan de Raad uit, dat<br />
hij de goederen in beslag moest nemen <strong>van</strong> de<br />
Minister <strong>van</strong> Landbouw en zegt, zonder namen te<br />
noemen: “aangezien zij daar<strong>van</strong> grootere hoeveelheden<br />
bezaten en opgeslagen hadden, als<br />
wel voor hun handel of nering noodig was. Uit dien<br />
hoofde moesten zij gerangschikt worden onder de<br />
zoogenaamde gelegenheidshandelaren, die een<br />
reëelen handel belemmerden en wiens streven<br />
gericht was op het behalen <strong>van</strong> woekerwinsten en<br />
dit trachten te bereiken door de waren voorloopig<br />
vast te houden en eerst dan te verkoopen, zoodra<br />
de marktprijs er <strong>van</strong> enorm was opgeloopen.”<br />
Woubrugge (de gemeente) krijgt de lucifers,<br />
cacao, zeep en emmers toegewezen, maar moet<br />
daarvoor zo spoedig mogelijk aan het Ministerie fl.<br />
8.459,20 betalen. Dat was de geschatte waarde,<br />
een voor die tijd heel groot bedrag. Zoveel geld<br />
zit er niet in de gemeentekas en de keus is óf geld<br />
lenen, óf de goederen aan de regering geven. Een<br />
lening betekent interest betalen en dat bezwaart<br />
de burgemeester. De heer Lieverse, een belangrijk<br />
man in de raad, stelt dat het renteverlies niet veel<br />
gewicht in de schaal legt, omdat de kosten <strong>van</strong> de<br />
inbeslagname, waaronder z.i. ook de kosten <strong>van</strong> de<br />
geldlening vallen, bij de prijsbepaling meegeteld<br />
worden. Heel juist, zegt de burgemeester, daar had<br />
ik niet aan gedacht. De lening zal fl. 8000.- bedragen<br />
tegen maximaal 5% rente. De goederen zullen<br />
zo spoedig mogelijk aan de winkeliers verkocht<br />
worden. Niet vermeld wordt wie de hamsteraars<br />
waren en hun namen staan ook niet in de andere,<br />
geheime raadsverslagen.<br />
[de raadsverslagen <strong>van</strong> Woubrugge/Hoogmade<br />
zijn te raadplegen in het S.A.R.M. (Streekarchief<br />
Rijnlands Midden) in Alphen a/d Rijn)].<br />
6 december 1917<br />
Door den burgemeester is verlof verleend, het<br />
stoffelijk overschot <strong>van</strong> ‘n viertal pastoors, die te<br />
Hoogmade zijn overleden en aldaar begraven, <strong>van</strong><br />
het oude kerkhof, dat in 1900 gesloten is, naar het<br />
nieuwe kerkhof op een nader te bepalen dag over<br />
te brengen, en wel de eerwaarde heeren C.G. <strong>van</strong><br />
Brussel, begraven 18 November 1857; B.J. <strong>van</strong><br />
Aarsen, begraven 24 Augustus 1880; J.A. Terpoorter,<br />
begraven 21 September 1880 en F.J. Tieleman,<br />
begraven 17 April 1884.<br />
20 december 1917<br />
De heer Lieverse wijst op de melkvoorziening op<br />
bons aan gegoeden, en zou gaarne een grens<br />
bepalen naar aanslag in den H.O. De Voorzitter<br />
zegt daarover reeds gecorrespondeerd te hebben<br />
met den plaatselijken geneesheer dr. Loth.<br />
27 december 1917<br />
Kerstvakantie was onbekend, maar op 27 december<br />
krijgen de kinderen <strong>van</strong> de Openbare School in<br />
Hoogmade (?) vrij, omdat ten huize <strong>van</strong> het hoofd<br />
<strong>van</strong> de school typhus is geconstateerd.<br />
En hiermede is een eind gekomen aan het jaar<br />
1917, waarin de kranten veel oorlogsnieuws<br />
brachten en niet alleen in Woubrugge werd<br />
gehamsterd. Bij een winkelier in Winterswijk werden<br />
in september 400.000 sigaren in beslag genomen<br />
en diezelfde week werd in Hoensbroek een jonge<br />
smokkelaarster doodgeschoten. In dezelfde<br />
Rijnbode, naast een stukje <strong>van</strong> <strong>Otto</strong> <strong>van</strong> <strong>Hemessen</strong>,<br />
nog meer treurnis:<br />
In een weiland in de Ooy onder Ubbergen werd<br />
een Duitsch jongetje <strong>van</strong> twee jaar gevonden,<br />
met een briefje op de borst gespeld, waarin<br />
vermeld stond, dat moeder was gestorven en<br />
vader gesneuveld. Een tante beval thans het kind<br />
in de liefdadigheid <strong>van</strong> den vinder aan. De heer<br />
Hethey te Ubbergen heeft het ventje in zijn villa<br />
opgenomen.<br />
Dat was het dan. In 2008 gaan we verder met<br />
<strong>Otto</strong>’s krantenknipsels.<br />
27