Uitwerkingsplan Raamwerk / Openbare Ruimte - Stadsdeel Nieuw ...

OVERTOOMSE VELD
Uitwerkingsplan Raamwerk/
Openbare Ruimte Overtoomse Veld
2e concept 7 juni 2005
1

2
Colofon
In opdracht van Stadsdeel Slotervaart, Amsterdam
Uitgevoerd door:
Atelier Quadrat
Stadsdeel Slotervaart, afdelingen Projectbureau Stedelijke Vernieuwing,
ROVV en Stadsdeelwerken
Dienst Ruimtelijke Ordening

Leeswijzer en woordenlijst 5
Samenvatting 5
Aanpassing verdichtingsopgave VNP 5
Verkeersontwerp 7
Parkeren in de wijk 7
Groen en groenrecreatie in de wijk 7
Geschakelde openbare ruimtes en verbindingen
Rembrandtpark 7
Samenvatting uitgangspunten architectonische uitwerking 7
Financiën en fasering 7
1 Inleiding 9
1.1 Aanleiding 9
1.2 Beleidskader 9
1.3 Opgave 11
2 Beschrijving van de bestaande situatie 13
2.1 De ruimtelijke structuur 13
2.2 Sterke en zwakkere elementen in de bestaande
ruimtelijke structuur 13
Straten, pleinen, parken en tuinen 13
Water 15
Groen 15
Bebouwing 15
2.3 Verkeerstructuur 15
2.4 Parkeren 15
3 Programma van eisen: beleidskaders en uitgangspunten 17
3.1 Doelstellingen uit het Vernieuwingsplan Overtoomse Veld 17
3.2 Herijking programma VNP 17
Noordstrook 17
Stationslocatie 17
Middengebied Noord 17
3.3 Verkeer 19
3.4 Parkeren 19
3.5 Sport, spel en recreatie 19
3.6 Ecologie, groen en water 19
Ecologische hoofdstructuur 19
Parkstad 19
Beleid stadsdeel Slotervaart 19
Flora en Faunawet 19
Watercompensatie 19
Groencompensatie 19
Bomen 19
4 Visie op de toekomstige openbare ruimte 21
4.1 Straten, pleinen, parken en tuinen 21
Straten 21
Pleinen en openbaar groen: August Allebé plein en
Spoorpark 21
Bijzondere openbare ruimtes in de buurt 21
Collectieve en privé tuin 21
4.2 Groen en recreatie 23
4.3 Spelen 23
4.4 Water 25
4.4 Verkeerstructuur 27
Ontwerp 27
Afweging en keuze categorisering straten 27
4.2 Parkeren 31
Ontwerp 31
Parkeerbalans 31
INHOUDSOPGAVE
5 Uitgangspunten voor nadere uitwerking inrichting
raamwerk openbare ruimte 33
5.1 Bomen 33
Bomenlanen aan het raamwerk 33
Beeldbepalende bomen 33
5.2 Speelplekken 33
5.3 Watercompensatie 33
5.4 Materialisering 33
5.5 Jan Evertsenstraat 35
5.6 Derkinderenstraat 35
5.7 Jan Tooropstraat 35
5.8 Postjesweg 35
5.9 Marius Bauerstraat 35
5.10 Spoorpark 37
5.11 Voorruimte Jan Tooropstraat (plantsoen hoek
Jan Voermanstraat - Jan Tooropstraat) 37
5.12 Jan Voermanpleintje 37
5.13 Mondriaanplein 37
5.14 August Allebéplein 37
5.15 Onderdoorgangen A10 37
6 Uitgangspunten voor nadere uitwerking deelgebieden 39
6.1 Samenhang tussen deelgebieden 39
Rooilijnen 39
Bouwhoogten 39
Hiërarchie in het stratenstelsel 39
Korrelgrootte 39
Overgang gebouw naar openbare ruimte 41
Gebouwtypologie 41
Kleur en materiaaltoepassing 41
6.2 Uitgangspunten per deelgebied 43
Noordstrook 43
Middengebied Noord 44
Postjesweg Noord 45
Stationslocatie 46
Spoorzone Noord 47
A10-Noord 48
Andreasschoollocatie 49
August Allebéplein 51
Spoorzone-Zuid 52
Middengebied Zuid 53
7 Uitvoering en fasering 55
7.1 Uitvoering 55
Kwaliteitsniveau bestrating-groen openbare ruimte 55
Maaiveldpeil 55
Waterhuishouding 55
Civiele werken 55
Vuilophaalsystemen 55
Verlichting 55
Kabels en leidingen 55
7.2 Tussentijdse toetsing 55
Procuwo 55
DWR-waterbeheer 55
Elektra 55
Gas 55
Stadsverwarming 55
Telecom 55
DWR 55
7.3 Fasering 57
7.4 Interim beheer 57
8 Financiën 57
9 Beheer 57
10 Communicatie 59
3

4
plankaart Raamwerk openbare ruimte

Leeswijzer en woordenlijst
Achtereenvolgens komen in dit plan aan de orde:
− een analyse van de bestaande ruimtelijke en stedenbouwkundige
situatie in Overtoomse Veld (Hoofdstuk 2)
− het programma van eisen voor het raamwerk (Hoofdstuk 3)
− de visie op de toekomstige openbare ruimte (Hoofdstuk 4)
Deze visie wordt vervolgens uitgewerkt in:
− uitgangspunten voor de nadere uitwerking van de inrichting van
het raamwerk (Hoofdstuk 5)
− uitgangspunten voor nadere architectonische en
stedenbouwkundige uitwerking van de deelgebieden (Hoofdstuk
6)
Tot slot worden enkele onderwerpen behandeld gerelateerd aan
de realisatie (uitvoering en fasering, financiën, beheer, juridisch
planologische procedures en communicatie).
Verklarende woordenlijst
plangebied het vernieuwingsgebied Overtoomse Veld
raamwerk het stelsel van hoofdstraten aangevuld met
enkele bijzondere openbare ruimtes
VNP Vernieuwingsplan Overtoomse Veld
(2004)
POR Uitwerkingsplan Raamwerk / Openbare
Ruimte Overtoomse Veld (2005)
VVPP Verkeers- en Vervoersplan ParkStad
DIVV Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer
Mondriaanplein buurtplein gelegen ten noordoosten van
het Mondriaancollege
Voorruimte Jan Toorop openbaar groene ruimte in de hoek Jan
Tooropstraat – Jan Voermanstraat
Samenvatting
SAMENVATTING
Dit Uitwerkingsplan Raamwerk / Openbare Ruimte (hierna: POR)
voor de Overtoomse Veld beschrijft een integrale visie op de beeld-
en verblijfskwaliteit van de openbare ruimte van het raamwerk, en
op de stedenbouwkundige en architectonische samenhang langs het
raamwerk. Het raamwerk is hierin gedefinieerd als het stelsel van
hoofdstraten, aangevuld met de spoorzone en een aantal bijzondere
openbare ruimtes binnen de deelgebieden, te weten: voorruimte Jan
Tooropstraat, het Voermanpleintje, het Mondriaanplein, het August
Allebé-plein en Hoytemaplantsoen.
Het plan is een uitwerking van de visie op de openbare ruimte,
beschreven in het Vernieuwingsplan Overtoomse Veld (VNP). Op
enkele punten wijkt het, op basis van nieuwe inzichten, af van het
VNP.
Bij de vaststelling van het VNP in de stadsdeelraad zijn enkele
moties aangenomen en zijn door verschillende toetsteams adviezen
geformuleerd. Het DB heeft daarop aangegeven een aantal van deze
moties en adviezen in het POR te zullen beantwoorden.
De integrale visie beschrijft ten eerste (op hoofdlijnen) duurzame
stedenbouwkundige kaders voor:
• inrichting van het raamwerk van de openbare ruimte
• de bomen- en groenstructuur
• de verkeerstructuur
• de wegprofielen
• het parkeren
Ten tweede beschrijft het plan uitgangspunten voor de nadere
stedenbouwkundige en architectonische uitwerking van de
deelgebieden in aparte uitwerkingsplannen (waarin ook de inrichting
van de openbare ruimte in de deelgebieden wordt bepaald). Het
betreft uitgangspunten voor rooilijnen, bouwhoogtes langs het
raamwerk, welstandscriteria.
Een korte samenvatting van de belangrijkste conclusies en
voorstellen:
Aanpassing verdichtingsopgave VNP
In het kader van het opstellen van het POR is het VNP Overtoomse
Veld opnieuw programmatisch doorgerekend. Dit is gebeurd op
basis van de stand van zaken van de diverse uitwerkingsplannen
voor de deelgebieden per november 2004, en deels op basis van
proefverkavelingen die zijn uitgewerkt bij het opstellen van het POR.
Hierbij is uitgegaan van het aantal te behouden bestaande woningen
zoals is opgenomen in het VNP.
De in het VNP gedefinieerde verdeling in deelgebieden wordt om
uiteenlopende praktische redenen enigszins aangepast:
• de zuidelijke grens van de Noordstrook volgt de Jan
Voermanstraat
• de Stationslocatie wordt geknipt van Postjesweg Noord
• de Andreasschoollocatie wordt geknipt van de Noordstrook
• het Spoorpark wordt geknipt van de verscheidene aan het park
grenzende deelgebieden
Enkele deelgebieden zullen pas op langere termijn geherstructureerd
worden. Voor deze deelgebieden kan binnen de ruimtelijke structuur
van dit Uitwerkingsplan Raamwerk de bestaande wegenstructuur
met de bajonetstraten gehandhaafd worden (Noordstrook en
Middengebied Zuid).
Er wordt een beperkte herverdeling voorgesteld van het programma
over de deelgebieden. Het woningbouwprogramma voor de
Noordstrook en de Spoorstrook Zuid is naar beneden bijgesteld, dat
van de Stationslocatie is iets verzwaard.
5

SAMENVATTING
6
plangrens Overtoomse Veld

De proefverkaveling gaat uit van het toevoegen van circa 2700
nieuwe woningen in Overtoomse Veld. Dit zijn er ongeveer 200
minder dan in het VNP zijn opgenomen.
Verkeersontwerp
Het plan gaat uit van integrale herinrichting van de Jan Toorop- en
de Derkinderenstraat. De Derkinderenstraat zal onderdeel gaan
uitmaken van het verblijfsgebied. Het voorstel is de Jan Tooropstraat
in te richten als buurt-ontsluitingstraat (50- km/uur) met vrijliggende
fietspaden. Alle overige straten in de wijk (behalve de doorgaande
routes Postjesweg en Jan Evertsenstraat) zullen 30 km/uur straten
zijn en onderdeel van het verblijfsgebied.
Daarnaast wordt voorgesteld de busroute te verleggen van de
Derkinderenstraat naar de Jan Tooropstraat. In het VVPP en het VNP
was de busroute gehandhaafd op de Derkinderenstraat.
De voorgestelde verkeerstructuur beantwoordt aan de in het VVPP
Parkstad voorgestelde hiërarchie van wegen én verenigt dit met de
wensen van DIVV ten aanzien van de busroute. De aantakking van
de (30 km/uur) Derkinderenstraat aan de Jan Evertsenstraat is in
deze opzet verkeerskundig niet noodzakelijk, en blijft als reservering
op termijn gehandhaafd uitsluitend voor langzaam verkeer. Een
aantal snelheidsremmende maatregelen wordt voorgesteld om
sluipverkeer tegen te gaan: de bus halteert ter plaatse van
verhoogde plateaus in de rijbaan en de Jan Tooropstraat wordt
bestraat met klinkers .
Parkeren in de wijk
Nauwkeurig is onderzocht waar in het raamwerk en in de
deelgebieden geparkeerd kan worden. De conclusie is dat na
afronding van de verdichtingsopgave de parkeerdruk op het maaiveld
hoog zal zijn, zelfs wanneer, zoals opgedragen door motie 10, voor
iedere woning die per saldo wordt toegevoegd (na aftrek van het
aantal te slopen woningen) een gebouwde parkeerplaats wordt
gerealiseerd. De kwaliteit van het maaiveld komt zwaar onder druk te
staan door het maaiveldparkeren.
In de plannen voor de Overtoomse Veld is op termijn binnen het hele
gebied een tekort aan 400 parkeerplaatsen op maaiveld. Voorstel
is dat gezocht zal worden naar extra middelen om het tekort aan
maaiveldparkeerplaatsen op te lossen door extra gebouwd parkeren
in de bebouwing op te nemen ten opzichte van de normen uit het
VNP.
Om de parkeersituatie na verdichting en vernieuwing nog onder
controle te kunnen houden is het noodzakelijk om voldoende
gebouwde parkeerplaatsen aan te bieden. Om financiering,
gebruik en exploitatie daarvan te waarborgen zijn regulerende
parkeermaatregelen op straat nodig. Wordt geen beslissing genomen
over het invoeren van een parkeerregiem op korte termijn dan komt
de bouw van een deel van de parkeergarageplaatsen in het geding.
Dat besluit voor het nemen van een maatregel is urgent nodig, gezien
de stand van zaken van de plannen binnen Overtoomse Veld .
Groen en groenrecreatie in de wijk
De kwaliteit van de openbare ruimte in Overtoomse Veld wordt
gedragen door een samenhangend stelsel van straten met continue
laanbeplanting met lindes, en een aantal beeldbepalende bomen.
Deze kwaliteit wordt verder versterkt: de bomenlanen worden
krachtiger, de beeldbepalende bomen blijven zoveel mogelijk
gehandhaafd. In het kader van het raamwerk is een eerste opname
gemaakt van de kwaliteit van de bomen. Nader onderzoek zal
uitwijzen in hoeverre bomen kunnen worden gehandhaafd of zullen
moeten worden vervangen.
Belangrijk onderdeel van de visie op het groen in de wijk vormt
de transformatie van de groenstrook langs het spoor tot openbare
parkruimte (het Spoorpark). Nader onderzoek naar de mogelijkheden
voor dubbelgebruik (voor ecologische, recreatieve en speel-functies)
zal uit moeten wijzen hoe de inrichting van het park eruit zal komen
te zien. Het ligt in de bedoeling om op relatief korte termijn met de
realisering van het park te starten.
SAMENVATTING
In de realisatie het Spoorpark vindt ook de watercompensatie voor
Overtoomse Veld plaats. Zo wordt voorgesteld om rondom de
schoolwerktuinen extra water te maken door een singel te graven.
Geschakelde openbare ruimtes en verbindingen Rembrandtpark
Een serie van bijzondere openbare ruimtes worden in noordzuid
richting geschakeld door middel van de bestaande informele
netwerken. Van noord naar zuid zijn zo het groen in de Noordstrook,
het Mondriaanplein, het August Allebé-plein en het Hoytemaplantsoen
met elkaar verbonden door 30 km/uur buurtstraatjes.
In Oost-west richting worden verbindingen tussen het Rembrandtpark
en het Spoorpark versterkt door brede stoepen met bomen in de
tussenstraten en duidelijke oversteekplaatsen op deze routes.
Samenvatting uitgangspunten architectonische uitwerking
Uitgangspunt is om samenhang tot stand te brengen tussen de
deelprojecten onderling, tussen bestaande en nieuwe bebouwing en
tussen gebouw en openbare ruimte.
Het Uitwerkingsplan Raamwerk met hierin opgenomen
Uitgangspunten voor architectonische uitwerking is een document
dat hierin een sturende rol heeft. Dit geeft tevens criteria voor een
toetsing door welstand. Om bij de vernieuwing de kwaliteit van het
gebied te verbeteren en de som van deelprojecten meer te laten zijn
dan de optelling van delen zal er supervisie gevoerd worden.
Financiën en fasering
Voor het raamwerk is een grondexploitatie opgesteld. Hierin zijn
de gehele Postjesweg en de Jan Evertsenstraat niet opgenomen.
Deze inrichting van deze straten zal uit andere bronnen worden
gefinancierd. Voor de Jan Evertsenstraat is dit het Meerjaren
Onderhouds Plan Wegen.
De dekking van de inrichting van het raamwerk bestaat uit bijdragen
per nog vast te stellen Uitwerkingsplan van de aanliggende
deelgebieden. Onderzocht zal worden op welk moment de
kosten moeten worden gemaakt voor de aanleg van delen van
de Spoorstook (waarin de gehele watercompensatie zich bevindt)
en welke dekkingsmogelijkheden uit de diverse vastgestelde
uitwerkingsplannen er op dat moment zijn. Dit heeft een sterke relatie
met de planning en het beschikbare saldo uit het stimuleringsfonds.
In concreto betekent dit dat er door het stadsdeel een kosten- en
dekkingsfasering zal worden gemaakt, die continu zal worden
bewaakt.
7

8
luchtfoto huidige situatie

1 Inleiding
1 INLEIDING
1.1 Aanleiding
Het Vernieuwingsplan voor Overtoomse Veld is in februari 2004 door
de stadsdeelraad vastgesteld. Op 16 juni van hetzelfde jaar stelde de
Gemeenteraad het VNP vast. Het VNP gaat uit van sloop van circa
1300 van de 2800 bestaande woningen en het terugbouwen van circa
2800 nieuwbouwwoningen. Het VNP legt ruimtelijke en financiële
kaders vast voor de herontwikkeling van Overtoomse Veld.
Het Uitwerkingsplan Raamwerk Openbare Ruimte is een
uitwerking van de in het VNP verwoorde stedenbouwkundige
visie voor Overtoomse Veld, benaderd vanuit de openbare ruimte.
Uitgangspunten zijn de transformatie naar een gemengd stedelijk
milieu, met gevarieerde stadsblokken en heldere grenzen tussen
publieke en private ruimte.
Het POR dient een meerledig doel. Naast een visie op de
samenhangende, “overall” beeld- en verblijfskwaliteit van het
raamwerk openbare ruimte, geeft het plan ook uitgangspunten
en onderwerpen voor nader onderzoek voor de inrichting van
de openbare ruimte, alsmede concrete stedenbouwkundige en
architectonische uitgangspunten voor de deelgebieden.
Het product Uitwerkingsplan Raamwerk Openbare Ruimte is een
coproductie tussen het ontwerpbureau Atelier Quadrat uit Rotterdam,
het projectteam Overtoomse Veld van het Projectbureau Stedelijke
Vernieuwing en het stadsdeel Slotervaart, in samenspraak met Far
West als de grootste ontwikkelende partij.
1.2 Beleidskader
Het VNP Overtoomse Veld is een fase 2 vernieuwingsplan in de
methodiek van Parkstad. In fase 3 worden 13 uitwerkingsplannen
(UWP’s) gemaakt. Het POR Overtoomse Veld is opgesteld om in
de ontwikkeling van de deelgebieden de onderlinge samenhang te
bewaken en om een visie te ontwikkelen voor de hoofdopzet van de
openbare ruimte.
Een tweetal UWP’s waren vooruitlopend op de vaststelling van het
VNP (vrijwel) afgerond:
− UWP A10-strook noord 1 e en 2 e fase (bouwplan 1 e fase in
uitvoering)
− UWP Huygenslocatie
Het werk aan de volgende deelplannen is gestart ná vaststelling van
het VNP, maar vooruitlopend op de vaststelling van dit POR:
− UWP August Allebé-plein
− UWP Middengebied Noord
− UWP Postjesweg Noord
− UWP Andreasschoollocatie
− Bouwplan A10-strook renovatie
− bouwplannen Huygenslocatie (oude Huygens, Nieuwe Huygens,
school Hasselbraam)
Het gelijktijdig werken aan een visie voor het raamwerk en aan
deelplannen heeft de mogelijkheid geboden om de consequenties
van het POR voor de in ontwikkeling zijnde deelplannen goed
in beeld te krijgen. Waar nodig heeft dan ook afstemming en
wederzijdse bijsturing plaatsgevonden.
9

10
plangrenzen raamwerk openbare ruimte

1 INLEIDING
1.3 Opgave
Het Raamwerk omvat de ruimtelijke hoofdstructuur van het
vernieuwingsgebied: hoofdstraten, water en groen. Het omsluit de
verschillende deelgebieden, zoals die in het VNP zijn vastgelegd.
Het VNP en POR vormen samen het toetsingskader voor deze
deelgebieden.
Het toetsingskader mag geen keurslijf mag zijn bij het opstellen
van de UWP´s voor de deelgebieden. Iedere verandering die leidt
tot aantoonbare verbetering van het plan Overtoomse Veld is niet
alleen toelaatbaar, ze is wenselijk. Vandaar dat de algemene visie
wordt doorvertaald naar 1) uitgangspunten voor nadere uitwerking
van de inrichting van de openbare ruimte (aan het raamwerk),
2) uitgangspunten voor stedenbouwkundige en architectonische
uitwerking van de deelgebieden, en 3) waar nodig nader onderzoek,
voordat tot de keuze van de maatregelen kan worden overgegaan
Bij de vaststelling van het VNP zijn in de stadsdeelraad enkele
moties aangenomen. Daarnaast zijn adviezen geformuleerd door het
Kwaliteitsteam (K-team) en Toetsteam van Bureau Parkstad en ARS
(Amsterdamse Raad Stadsontwikkeling). De volgende verplichtingen
en aandachtspunten zijn hierin verwoord:
− onderzoeken van de financiële haalbaarheid van het gebouwd
parkeren binnen de deelgebieden in relatie tot het parkeren op
maaiveld en de verdichtingsopgave, waarbij voor iedere woning
die per saldo wordt toegevoegd (na aftrek van het aantal te
slopen woningen) een gebouwde parkeerplaats dient te worden
gerealiseerd (moties 7 en 10)
− versterken van de verblijfskwaliteit langs de eco-spoorzone en
inpassing van de waterstructuur (motie 14)
− invoeren van een verkeersregiem in de twee noord-zuid
buurtontsluitingstraten: onderzoeken welk verkeersregiem
mogelijk is uitgaande van het VVPP, de ligging van het busnet en
de beoogde ruimtelijke kwaliteit van de twee straten (K-team)
− versterken van de oost-west relaties met het Rembrandtpark
(ARS)
− verstevigen van het programma op de Stationslocatie van
Postjesweg Noord (toetsteam en ARS)
− heroverwegen van een derde noord-zuidroute midden door
Overtoomse Veld (K-team)
− heroverwegen van de stedenbouwkundige opzet voor de
Noordstrook (K-team)
Het onderzoek naar deze punten is in het kader van het POR
uitgevoerd. De conclusies zijn in het plan verwerkt.
11

Analysereeks
1. In het Algemeen Uitbreidingsplan uit 1935 werd Overtoomse Veld aangeduid met twee grote blokken opgespannen tussen de Jan
Evertsenstraat in het noorden en de Cornelis Lelylaan in het zuiden. Als een doorlopende laan doorsneed de Postjesweg het Overtoomse Veld.
De zuidrand van het gebied werd geaccentueerd door strokenverkaveling ten zuiden van de Lelylaan.
2. In de uitwerking van het aup kwamen de strokenverkavelingen van het Overtoomse Veld aan de binnenzijde van het Jan Evertsenstraat en
de Lelylaan te liggen. In het noorden de Noordstrook met de gestaffelde verkaveling en in het zuiden de rijverkaveling ten zuiden van de Johan
Jongkindstraat.
3. De wijkvoorzieningen van Overtoomse Veld kwamen centraal in de wijk te liggen, opgespannen tussen de Postjesweg en de Marius
Bauerstraat. Door deze centrumontwikkeling nam het belang van de Marius Bauerstraat toe, die het Overtoomse Veld met Slotervaart verbindt.
4. Er werden twee noord-zuidgerichte ontsluitingswegen geïntroduceerd, de Jan Tooropstraat en de Derkinderenstraat. Tussen deze straten
wordt zowel in het noordelijk als in het zuidelijk deel een secundaire voorzieningenzone ontwikkeld.
5. De woningbouw is als een regelmatige verkaveling uitgewerkt, in de traditie van de haken en hoven.
6. De voorzieningenzones daarentegen zijn een gemêleerd samenstel van gebouwen.
7. De toekomstige structuur van Overtoomse Veld zal een logische continuering worden van de twintigste-eeuwse ontwikkelingen die met het
aup zijn gestart. Opgespannen tussen de Postjesweg en de Marius Bauerstraat zal het vernieuwde voorzieningencentrum van de wijk liggen.
Het belang van de Derkinderenstraat als noord-zuidgerichte verbinding in Overtoomse Veld zal afnemen, terwijl die van de Jan Tooropstraat zal
worden vergroot door de toekomstige aantakking aan de Cornelis Lelylaan. Een heldere randverkaveling beëindigt tenslotte het Overtoomse
Veld aan noord- en zuidzijde.
12
noordzuid verbindingen
aup verbijzondering randen
voorzieningen zone
woningverkaveling voorzieningeverkaveling
toekomstige structuur

plankaart AUP
vogelvlucht AUP westelijke tuinsteden
2 BESTAANDE SITUATIE
2 Beschrijving van de bestaande situatie
2.1 De ruimtelijke structuur
Overtoomse Veld ligt ingesloten tussen de verhoogd gelegen
ringspoordijk en het talud van de A10, die het gebied aan
respectievelijk de west- en oostzijde begrenzen. De Jan
Evertsenstraat en Johan Jongkindstraat vormen respectievelijk de
noordelijke en zuidelijke grens van het plangebied.
Het raamwerk is gedefinieerd als het stelsel van hoofdstraten,
aangevuld met de spoorzone en een aantal bijzondere openbare
ruimtes binnen de deelgebieden, te weten: voorruimte Jan
Tooropstraat, het Voermanpleintje, het Mondriaanplein, het August
Allebéplein en het Hoytemaplantsoen. De hoofdstraten behorend
tot het Raamwerk zijn: Jan Evertsenstraat, Jan Tooropstraat,
Derkinderenstraat, Postjesweg, Jan Voermanstraat, Piet
Mondriaanstraat, Marius Bauerstraat, Thorn Prikkerstraat en Jan
Sluiterstraat.
In noord-zuid richting structureren en ontsluiten de Jan Tooropstraat
en de Derkinderenstraat het gebied. De Postjesweg (een
beeldbepalende laan die haar karakter ontleent aan vijf rijen lindes)
vormt een belangrijke oost-west verbinding tussen de binnenstad en
de Westelijke Tuinsteden. Van de overige oost-west straten vormen
de Marius Bauerstraat en de Johan Jongkindstraat belangrijke
verbindingen met het deel van Slotervaart westelijk van het ringspoor.
Er zijn twee typen verkavelingen te onderscheiden in Overtoomse
Veld:
− randverkavelingen (herhalingen van stroken en haakvormige
blokken) langs de Jan Evertsenstraat en langs de Cornelis
Lelylaan net buiten plangebied
− herhaalde verkavelingmotieven (haken en stroken met
gemeenschappelijke tuinen) in de middengebieden, langs de A10
en in de spoorzone
Deze verkavelingen creëren, door het regelmatige motief, een
samenhangend geheel.
In de loop der jaren zijn enkele zones met voorzieningen tot stand
gekomen. Rond het centraal gelegen August Allebéplein bevinden
zich winkelvoorzieningen en instellingen voor welzijn en onderwijs.
In het noordelijke en in het zuidelijke deel liggen scholen in zones
ten noorden van de Piet Mondriaanstraat en ten zuiden van de Jan
Sluijterstraat. Naast deze voorzieningenzones zijn er langs de Jan
Tooropstraat in de loop der tijd bijzondere scholen gerealiseerd.
Deze zones doorkruisen het regelmatige motief van haken, stroken
en binnentuinen, waarmee de samenhang van het gebied als geheel
verloren is gegaan.
2.2 Sterke en zwakkere elementen in de bestaande ruimtelijke
structuur
Straten, pleinen, parken en tuinen
• Overtoomse Veld heeft een samenhangend en overzichtelijk
wegenstelsel. De wegprofielen en de pleinen zijn in de loop
der tijd echter rommeliger en onoverzichtelijker geworden door
plaatselijke herinrichtingen met verkeersingrepen (drempels
en rotondes) en de aanleg van haakse parkeerplaatsen in de
doorgaande wegen en fietspaden.
• Het August Allebéplein, het winkelplein in Overtoomse Veld, is ten
gevolge van de gesloten bebouwing langs de Postjesweg beperkt
zichtbaar vanaf de doorgaande wegen wat de openbaarheid,
levendigheid en sociale controle niet ten goede komt. Met de
recente herinrichting, waarbij parkeerplaatsen op het plein
gemaakt zijn, is de sociale veiligheid en levendigheid van het plein
verbeterd.
13

14
verlengde Thorn Prikkerstraat - Toegang spoorpark
Jan voermanstraat
Piet Mondriaanstraat - toegang spoorpark
Piet Mondriaanstraat
Allebeplein
Derkinderenstraat
Jan Tooropstraat
Postjesweg
Marius Bauerstraat

• In de huidige situatie liggen de belangrijkste openbare ruimten
verscholen. Ze zijn moeilijk bereikbaar en slecht zichtbaar (en
dus controleerbaar) vanaf de openbare weg. Dit is met name
het geval bij de groenzone langs de spoordijk. Deze zone heeft
potentiële kwaliteiten als recreatief gebied, maar ligt aan het zicht
onttrokken en is slechts bereikbaar via anonieme en onduidelijke
insteekstraten.
• Dezelfde afwegingen gelden voor de onderdoorgangen vanaf
de Derkinderenstraat onder de A10 naar het Rembrandtpark. De
toegangsstraten zijn anoniem en worden in de huidige situatie
in beslag genomen door geparkeerde auto's, waardoor de
zichtbaarheid (en daarmee het gevoel van veiligheid) beperkt is.
• Een belangrijk sterk element in de huidige openbare ruimte zijn
de binnenhoven van de haken en stroken verkaveling. De hoven
zijn openbaar toegankelijk. Mede door de volgroeide beplanting
en speel- en zitplekken zijn de hoven van grote waarde voor het
woonmilieu.
Water
In de huidige situatie komt oppervlaktewater slechts voor in de
groenzone langs het ringspoor. De belevingswaarde van het water
langs de spoordijk is beperkt door de verscholen ligging. Ook
het waterbergend vermogen zal voor de toekomstige situatie niet
toereikend zijn.
Groen
• In Overtoomse Veld komen markante boomgroepen voor
die de kwaliteit van de buitenruimte voor een belangrijk deel
bepalen, met name de beeldbepalende vleugelnoten op het
August Allebéplein, de volgroeide linden, kastanjes en essen
op de binnenterreinen en de majestueuze populieren langs de
spoorzone.
• Het merendeel van de straten in Overtoomse veld is beplant met
lindebomen. Dit geeft in grote delen van de wijk een coherent
straatbeeld. In sommige straten zijn in de loop der jaren linden
gekapt waardoor er gaten in de beplantingsstructuur optreden. Dit
is het geval bij de Derkinderenstraat, de Marius Bauerstraat, de
Jan Tooropstraat, Jan Voermanstraat en delen van de Postjesweg.
Bij vrijwel alle linden in de straten zijn de groeicondities in de loop
der tijd verslechterd waardoor de bomen niet tot volledige wasdom
zijn gekomen.
• Van een aantal straten is de beplanting versnipperd en in slechte
staat waardoor een schraal en rommelig straatbeeld ontstaat.
Dit is vooral het geval bij de Derkinderenstraat, waar de huidige
beplanting een te grote versnippering geeft om een goede laan
beplanting te kunnen vormen.
Bebouwing
Overtoomse Veld heeft in de huidige situatie een grote diversiteit aan
gebouwen met wisselende kwaliteiten. Zo zijn er de woonblokken
uit de jaren vijftig van vijf bouwlagen met gemeenschappelijke
tuinen. Deze geven door de herhaling, identieke bouwhoogte en
bouwstijl, een grote mate van coherentie aan het gebied. Wel zijn
in een deel van deze bebouwing op de begane grond bergingen
gesitueerd, waardoor de plint van het woongebouw anoniem is en
een armoedige uitstraling heeft. Voorts is er een grote hoeveelheid
schoolgebouwen, kantoren en gebouwen van religieuze instellingen
met allemaal verschillende rooilijnen, bouwhoogten, kleurgebruik
en erfscheidingen. Voornamelijk door de verscheidenheid van
deze economische en welzijnsgebouwen en door de diverse kleine
woningbouwprojecten van recentere datum, ontstaat een versnipperd
en rommelig straatbeeld.
2 BESTAANDE SITUATIE
2.3 Verkeerstructuur
Hoofdnet Auto
Rond Overtoomse Veld maken de Jan Evertsenstraat aan de
noordzijde, de Johan Huizingalaan aan de westzijde en de Cornelis
Lelylaan aan de zuidzijde deel uit van het Hoofdnet Auto. Dit netwerk
van hoofdwegen komt overeen met de ‘ladderstructuur’ die staat
beschreven in het VVPP.
De Jan Evertsenstraat en de Postjesweg vormen hierin de belangrijke
ontsluitingswegen (50 km/uur). Het VVPP gaat ervan uit dat binnen
het netwerk van de genoemde 50 km/uur wegen de verblijfsgebieden
liggen. Voor Overtoomse Veld betekent dit dat de Jan Tooropstraat
noch de Derkinderenstraat een belangrijke doorgaande functie voor
autoverkeer hebben.
Hoofdnet Openbaar Vervoer
Overtoomse Veld wordt goed ontsloten door Openbaar Vervoer:
− metro (stations Jan Evertsenstraat, Postjesweg en Cornelis
Lelylaan)
− bus (haltes Jan Evertsenstraat, Derkinderenstraat, Postjesweg)
− tram (haltes Jan Evertsenstraat, Cornelis Lelylaan)
− trein (station Lelylaan)
Genoemde straten maken allemaal deel uit van het Hoofdnet
Openbaar Vervoer. Een bus- en tramhalte bedient, volgens de in
Amsterdam gehanteerde norm, een gebied met een straal van
400 m rond de halte. Overtoomse Veld valt volledig binnen de
‘bereikbaarheidscirkels’ van de bestaande openbaar vervoer haltes.
Hoofdnet Fiets
Het Hoofdnet Fiets loopt niet door (of vlak langs) Overtoomse
Veld. Wel is een aantal routes aangewezen als onderdeel van
het ‘onderliggend fietsnet’: Jan Evertsenstraat, Jan Tooropstraat,
Derkinderenstraat, Postjesweg, Johan Jongkindstraat en de
route door het Rembrandtpark in het verlengde van de Piet
Mondriaanstraat. Doel van dit net is het creëren van een
samenhangend netwerk van directe, comfortabele, verkeers- en
sociaal veilige fietsroutes.
2.4 Parkeren
In Overtoomse Veld zijn in de huidige situatie circa 3600
parkeerplaatsen beschikbaar op maaiveld. Er zijn op dit moment
binnen Overtoomse Veld 2340 op kenteken geregistreerde
motorvoertuigen (bewoners en lichte bedrijfsauto´s, exclusief lease
auto´s).
Door de afdeling ROVV van het Stadsdeel is een Parkeernota
voor Slotervaart opgesteld (maart 2005). Ook Overtoomse Veld is
hierin onderzocht. Onderstaand een samenvatting van de huidige
parkeersituatie op maaiveld.
Overtoomse Veld is geen homogeen gebied wat betreft
parkeerbezetting. De grotere, bekendere en doorgaande wegen en
wegen dichtbij het betaald parkeergebied kennen een zeer hoge
parkeerplaatsbezetting met 90 tot 100% Het parkeerprobleem is
als ernstig tot zeer ernstig te beoordelen. Dit wordt vermoedelijk
veroorzaakt door overloop uit het betaald-parkeergebied van het
naastliggende stadsdeel. De kleinere zijstraten bieden in de huidige
situatie vaak nog wel voldoende parkeergelegenheid.
Het autobezit in Overtoomse Veld is met 54% aan de lage kant.
15

16
deelgebieden Overtoomse Veld

3 Programma van eisen: beleidskaders en uitgangspunten
3.1 Doelstellingen uit het Vernieuwingsplan Overtoomse Veld
Voor de visie op de (transformatie van de) openbare ruimte uit het
VNP verwijzen we naar dit plan.
Kort samengevat komt het neer op:
− transformatie naar een stedelijk gebied met een aantrekkelijk
woon- en leefmilieu
− gedifferentieerd woningaanbod in de nieuwbouw
− verhogen sociale veiligheid
− verbeteren kwaliteit openbare ruimte: levendigheid, verblijf - en
belevingskwaliteit (´minder maar beter´)
− verhogen verkeersveiligheid
3.2 Herijking programma VNP
De grenzen van enkele deelgebieden zijn gewijzigd ten opzichte
van de plangrenzen zoals opgenomen in de het VNP. Het betreft:
1) de afsplitsing van het deelgebied Stationslocatie van het
deelgebied Postjesweg Noord, 2) de afsplitsing van het deelgebied
Andreasschoollocatie van het deelgebied Noordstrook. 3) het
benoemen van het Spoorpark als zelfstandig deelgebied en 4) het
verleggen van de zuidelijke grens van de Noordstrook naar de as van
de Jan Voermanstraat.
Op basis van proefverkavelingen (zie foto maquette, november
maquette proefverkaveling nov. 2004
3 PROGRAMMA VAN EISEN
Totaal toe te voegen programma per deelgebied (m² bvo)
totaal
bvo
woningen
bvo
2004), met als uitgangspunt het programma uit het VNP, is het
hele gebied opnieuw doorgerekend (bouwvolumes in relatie tot te
bebouwen oppervlak). Naar aanleiding van deze doorrekening zijn de
woningaantallen bijgesteld, ten gevolge van wijzigingen in inzichten
met betrekking tot de woonkwaliteit van een aantal deelgebieden.
Het programma van de niet-wonen functies uit het VNP is bij
de berekening gehandhaafd. De belangrijkste wijzigingen in het
woningbouwprogramma worden voorgesteld in:
Noordstrook
In het VNP was in de programmatabel abusievelijk een dubbeling
opgenomen (bij de Andreasschoollocatie). Daarnaast is het hoge
woningaantal strijdig met de wens hier een aantrekkelijk woonmilieu
te realiseren met behoud van de groene hoven en behoud van een
deel van het plantsoen op de hoek van de Jan Voermanstraat met de
Jan Tooropstraat.
Stationslocatie
Het programma is op deze locatie geïntensiveerd.
Middengebied Noord
Hier zijn 30% eengezinswoningen geïntroduceerd in het
binnengebied, waarbij het programma licht naar beneden is
bijgesteld.
In de onderstaande tabel zijn de resultaten opgenomen van de
reken- en tekensessie. Deze heeft vervolgens als basis gediend voor
het opstellen van een globale grondexploitatie voor het hele gebied,
inclusief de openbare ruimte van het raamwerk (zie hoofdstuk 8).
De opgenomen oppervlakten (m² Bruto Vloer Oppervlak) in de tabel
per deelgebied zijn afgeronde gemiddelden. Op basis van deze
BVO’s is na aftrek van de totale BVO voor de in het VNP opgenomen
niet-woonfuncties) het globaal aantal woningen berekend. Als
gemiddelde woninggrootte is aangehouden 125 m² BVO per woning.
De woningaantallen zijn dus niet absoluut.
De 131 woningen van de projecten Hoytema en Huize Patrimonium
vallen buiten deze telling, deze zijn al opgeleverd.
Ten opzichte van het programma van 3000 woningen uit het VNP
zijn er dus feitelijk ruim 200 woningen minder, voor het grootste deel
veroorzaakt door minder programma in de Noordstrook.
aantal woningen
(= / 125 bvo)
Middengebied zuid 61.250 61.250 490
bedrijven
bvo
kantoor
bvo
voorziening
bvo
Spoorstrook zuid 25.000 20.000 160 5.000
detailhandel
bvo
August Allebeplein 54.687 40.437 323 4.000 2.000 5.200 3.050
A10 strook zuid 17.464 0 17.464
Postjesweg Noord 19.500 17.500 140 2.000
Stationslocatie 16.048 6.398 51 3.150 6.500
Spoorstrook noord 10.575 10.575 85
A10 strook noord 41.496 41.496 332
Middengebied noord 47.100 43.750 350 3.350
Noordstrook 54.500 47.500 379 1.500 5.500
Huygenslocatie 40.426 29.726 249 5.300 3.000 2.400
Andreasschoollocatie 12.876 12.876 106
totalen 404.762 335.348 2.665 12.800 31.114 22.450 3.050
17

18
N
Z
Lutkemeer
polder
De Aker
Badhoevedorp
Sloten
Sloterpark
Sloterplas
Nieuwe Meer
Rembrandtpark
Wensbeeld 2015
Auto
Ring
Raamwerk
Auto(snel)weg met afslag
Hoofdnet auto
Kruispunt
Hoofdnet auto nieuw
(nader in te passen)
Overige Gebiedsontsluitingsweg (GOW) voor auto
(exclusief 50 km/u wegen t.b.v. OV)
Auto(snel)weg
Hoofdnet auto
Overige Gebiedsontsluitingsweg voor auto
Huidige situatie
Leefmilieus
wensbeeld 2015
Hoog S tedelijk
S tedelijk / incl. menging van functies
Centrum/ hoogstedelijk centrum
Stadsstraat
Tuinstad
Suburbaan
Parkwonen
Wilde Wonen/Volkstuinen
Buitenplaat s/ Landgoed
Bedrijventerrein (reservering)
Zorg en educatie
Reservering Westrandweg
bestaande situatie

3.3 Verkeer
Voor het verkeersontwerp in het Raamwerk Openbare Ruimte zijn de
relevante beleidskaders:
− concept Beleidskader Hoofdnetten (DIVV, versie 10 augustus
2004), waarin wordt gewerkt met de hoofdverkeersnetten Auto,
Openbaar Vervoer en Fiets
− Verkeers- en Vervoersplan Parkstad (VVPP)
− de indeling volgens Duurzaam Veilig in verblijfsgebieden (30 km/
uur) en gebiedsontsluitingswegen (50 km/uur)
De huidige aansluiting van de Derkinderenstraat op de Cornelis
Lelylaan zal in de toekomst vervallen. In plaats hiervan krijgt de Jan
Tooropstraat een directe aansluiting op de Cornelis Lelylaan (zie
Uitwerkingsplan Raamwerk Lelylaan, april 2003).
3.4 Parkeren
De transformatie van Overtoomse Veld naar een stedelijk leefmilieu
doet de druk op de openbare ruimte toenemen, met onvermijdelijke
consequenties voor de parkeermogelijkheden op straat, maar ook
voor het (tijdelijk) laden en lossen. Om het parkeren in de wijk
ruimtelijk goed te kunnen oplossen is een fors volume overwegend
gebouwd parkeren noodzakelijk. Daarnaast is invoering van een vorm
van parkeerbeheer een belangrijke voorwaarde.
Het VNP geeft de volgende parkeernormen (inclusief
bezoekersparkeren):
- marktwoningen (nieuw): 1,25 pp / woning (waarvan 1,0 gebouwd
en 0,25 op maaiveld)
- sociale huur (nieuw): 1,0 pp / woning (waarvan 0,6 gebouwd en
0,4 op maaiveld)
- kantoren / bedrijven > 125 m²: 1,0 pp / 125 m² bvo (op eigen
terrein)
- voorzieningen: maximaal 1,0 pp / 125 m² bvo
- economische en welzijnsfuncties in plinten: 1,0 pp / 125 m² bvo
- religieuze voorzieningen: 1,5 pp / 100 m² bvo
Voor te handhaven sociale huurwoningen wordt een parkeernorm van
0,8 (inclusief bezoekersparkeren) gehanteerd. Voor de bestaande
marktwoningen wordt 1,0 parkeerplaats per woning aangehouden.
Voor alle bestaande woningen wordt uitgegaan van parkeren op
maaiveld. In het planteam, dat werkt aan het UWP voor het August
Allebé plein, is voor detailhandel-functies inmiddels de parkeernorm,
conform richtlijnen CROW, opgehoogd naar 3 parkeerplaatsen per
100 m².
Als gevolg van de toenemende bezettingsgraad neemt de noodzaak
van specifieke parkeerplaatsen (laad- en loshavens, algemene invalid
enparkeerplaatsen, artsenparkeerplaatsen e.d.) toe.
3.5 Sport, spel en recreatie
Het is van groot belang dat er na de transformatie voldoende
(formele en informele) speelplekken in de openbare ruimte zijn.
In het najaar van 2003 is het nieuwe Speelruimtebeleidsplan door
de stadsdeelraad vastgesteld. Per deelgebied wordt op basis van
dit plan bepaald hoeveel speelruimte moet worden gerealiseerd.
Er wordt bij formele speelplekken onderscheid gemaakt tussen
verschillende leeftijdsgroepen:
0 - 5 jaar
kleine speelplekken - 100 m² / 20 kinderen - op woonblokniveau
- dichtbij huis, veel toezicht, verkeersveilig – actieradius 100 m -
goed te combineren met zitplekken (voor ouderen) – inrichting: wip,
glijbaan, huisje etc.
6 - 11 jaar
1225 m² / 70 kinderen - actieradius 300 m – inrichting: trapveldje,
skaten, fietscross, hang-klimtoestel, water
3 PROGRAMMA VAN EISEN
12 - 18 jaar
actieradius 1000 meter (incl. Rembrandtpark), 6400 m² per 100
kinderen, trapveld, volley, skaten, fietscross, basket, hangplek, water,
beschut, maar toezicht moet mogelijk zijn.
Om kinderen ook op informele wijze in de buurt te laten spelen
zal bij het ontwerp van de openbare ruimte per deelgebied
aandacht moeten zijn voor verkeersveiligheid (30- km/uur gebied of
woonstraat), inrichting groenplekken, detaillering, materiaalkeuze,
etc.
3.6 Ecologie, groen en water
Ecologische hoofdstructuur
Twee groene scheggen (Osdorp-scheg en Amsterdamse Bos-
Nieuwe Meer-scheg), verbonden door de Ringvaartzone, bepalen
de ecologische structuur van stadsdeel Slotervaart. Binnen het
gebouwde gebied zijn de groene scheggen aangetakt op kleinere
stedelijke groengebieden en verbindingszones: Riekerpolder,
Sloterpark, Rembrandtpark, talud ringspoor.
Parkstad
De zone langs het ringspoor wordt als één van de schakels
in de ecologische structuur van in de vernieuwingsoperatie
gehandhaafd en versterkt. De spoorzone maakt deel uit van de
hoofdgroenstructuur van Amsterdam en heeft als typering “ecologisch
nat” (kwelsloten) en “droog” (talud).
Beleid stadsdeel Slotervaart
In 2002 heeft de stadsdeelraad de ringspoorzone, ter compensatie
van het wegvallen van het talud de A10-west uit de ecologische
structuur, benoemd als belangrijke en ecologisch te versterken zone.
Tegelijk besloot de raad het overgebleven groen langs de A10-west
kwalitatief te versterken.
Flora en Faunawet
In het kader van de Flora en Faunawet (2002) dient een natuurtoets
te worden uitgevoerd waarbij de effecten van de voorgenomen
ingrepen op de aanwezige soorten worden onderzocht.
Watercompensatie
Als gevolg van de transformatie van het plangebied in een stedelijk
leefmilieu neemt het verharde oppervlak toe. Het waterschap
Amstel- Gooi- en Vechtstreek heeft als integrale keur vastgesteld dat
minimaal 10% van het extra te verharden oppervlak binnen hetzelfde
watersysteem aan open water dient te worden aangelegd.
Groencompensatie
Bij de herinrichting dient rekening gehouden te worden met het
vigerende groencompensatie beleid van het stadsdeel Slotervaart.
Bomen
Het Bomenstructuurplan Nieuw West geeft een aantal boomsoorten
aan die in de stadslanen (Jan Evertsenstraat) en stadswegen
(Postjesweg, Jan Tooropstraat en Derkinderenstraat) bij voorkeur
toegepast moeten worden. Dit zijn plataan, linde en iep (stadslaan en
stadsweg), es en eik (alleen stadslanen).
Voor de overige straten van het raamwerk geldt bij eventuele
vervanging dat het gewenst is om één soort toe te passen.
19

typologie openbare ruimte
4 ONTWERPVISIE
4 Visie op de toekomstige openbare ruimte
4.1 Straten, pleinen, parken en tuinen
Straten
De belangrijkste straten in het raamwerk zullen via een afgewogen
programma van behoud en vernieuwing van de bestaande
beplanting een samenhangend stelsel gaan vormen van lanen,
met aan weerszijden continue bomenrijen. Dit zijn de Postjesweg,
Jan Tooropstraat, Jan Voermanstraat, Marius Bauerstraat en
Derkinderenstraat. Door de continuïteit van deze bomenrijen en door
de heldere profielindeling zal dit stelsel de ruimtelijke drager zijn van
de kwaliteit van de openbare ruimte in Overtoomse Veld. Binnen het
stelsel van hoofdstraten liggen woonstraten met aan één zijde rijen
lindebomen: de Piet Mondriaanstraat, Jan Sluijterstraat, en Thorn
Prikkerstraat.
Alleen de Jan Evertsenstraat en de Johan Jongkindstraat zullen in
aansluiting op de bomenstructuur van Parkstad beplant worden met
platanen.
Alle straten behorend tot het Raamwerk krijgen een stedelijk karakter
met een bijbehorend profiel: brede trottoirs, bomen in plantvakken,
langs-parkeren en een rijloper in klinkers. Langs de Jan Tooropstraat
en de Postjesweg komen fietspaden die aansluiten op het netwerk
van fietspaden in Parkstad.
Pleinen en openbaar groen: August Allebé plein en Spoorpark
De buitenruimten die de grootste mate van openbaarheid,
levendigheid en openbare controle vergen, liggen langs de
hoofdstelsel van straten, of zijn vanaf hier goed zichtbaar. Het eerste
geldt voor het August Allebéplein, het tweede voor het Spoorpark.
Het August Allebéplein zal voldoende open en zichtbaar zijn vanaf
de Jan Tooropstraat en de Marius Bauerstraat. De materiaalkeuze
is afwijkend van de materialen die voor de trottoirs toegepast
worden waardoor het August Allebéplein als bijzondere verblijfsplek
in Overtoomse Veld herkenbaar is. De inrichting zal een stedelijk
karakter hebben, en gericht zijn op het winkelende publiek.
De zichtbaarheid en toegankelijkheid van het Spoorpark zal verbeterd
worden.
Bijzondere openbare ruimtes in de buurt
Dit zijn bijzondere buitenruimten die betekenis hebben voor de
woonbuurt: de voorruimte Jan Toorop, het Mondriaanplein en het
Hoytemaplantsoen. Ze liggen binnen de woonbuurten en hebben een
overwegend groen karakter met speelplekken voor kinderen. Deze
bijzondere ruimtes krijgen een duidelijke ruimtelijke begrenzing in de
vorm van een laag muurtje of een muurtje met hekwerk. Indien dit
vanuit beheersoverwegingen noodzakelijk is, kunnen ze ‘s nachts
afgesloten worden.
Collectieve en privé tuin
De collectieve tuin is onderdeel van het woonblok en wordt privaat
onderhouden. De collectieve tuin is afgesloten van het openbare
gebied door een muur met hekwerk. Overdag is de tuin toegankelijk
voor omwonenden en ‘s nachts kan de tuin afgesloten worden. In
collectieve tuinen zijn speelplaatsen voor kleine kinderen (0 - 6 jaar)
gesitueerd. Nieuw aan te leggen privé tuinen grenzend aan het
openbare gebied worden door middel van gebouwde erfscheidingen
hiervan gescheiden.
21

22
SPEELPLEKKEN
SPEELPLEKKEN
0 TOT 5 JARIGEN
0 TOT 5 JARIGEN
6 TOT 11 JARIGEN
12 TOT 18 JARIGEN
6 TOT 11 JARIGEN
SPEELPLEKKEN OP SCHOOLPLEINEN
12 TOT 18 JARIGEN
SPEELPLEKKEN OP SCHOOLPLEINEN
referenties openbare ruimte

laanstructuur
profiel Derkinderenstraat
profiel Eco-toegang
profiel Jan Tooropstraat
profiel Postjesweg
4 ONTWERPVISIE
4.2 Groen en recreatie
Voor de belangrijkste straten in Overtoomse veld wordt een
krachtige laanbeplanting voorgesteld. Uitgangspunt hierbij is dat
goed onderzocht wordt: 1) welke bestaande bomen kunnen worden
gehandhaafd, 2) welke maatregelen bij deze bomen kunnen worden
genomen om de groeicondities te verbeteren. Dit is van toepassing
op de bomenlanen langs de Postjesweg, Jan Tooropstraat, Marius
Bauerstraat, Piet Mondriaanstraat, Jan Sluijterstraat, het plantsoen in
de Jan Voermanstraat en de Thorn Prikkerstraat. Waar nodig zullen
slechte bomen vervangen worden door nieuwe.
In de Derkinderenstraat en de Jan Voermanstraat noordzijde worden
de bestaande bomen vervangen door lindes van de eerste grootte.
Om een volle en continue laan beplanting te bereiken wordt de
afstand tussen de bomen 8-12 meter.
Beeldbepalende en zo mogelijk te behouden bomen zijn met name
de vleugelnoten op het August Allebéplein, de volgroeide linden,
kastanjes en essen op de binnenterreinen en de majestueuze
populieren langs de spoorzone.
4.3 Spelen
Voor de kleinste kinderen (0 - 6 jaar) worden speelvoorzieningen in
de directe nabijheid van de woningen gerealiseerd. In het merendeel
van de gevallen in de collectieve binnenterreinen (de plaatsen waar
in de huidige situatie ook al dit soort speelplekken liggen). Bij de
positionering van speelplekken zal op logische wijze aansluiting
moeten worden gezocht (bij bestaande en nieuwe speelplaatsen)
bij scholen, het winkelcentrum, buurtcentra, kinderdagverblijven en
groenplekken.
Om kinderen de ruimte te bieden ook op informele wijze in de buurt te
spelen, zal bij het ontwerp van de inrichting van de openbare ruimte
per deelgebied aandacht moeten zijn voor: verkeersveiligheid (30km/uur
gebied of woonstraat), inrichting groenplekken, detaillering,
materiaalkeuze, enz.
Het is noodzakelijk om de speelplaats van de Ru Parre school
openbaar te houden, de speelplaats van de Burger- en Coronelschool
weer openbaar te maken (wanneer het vandalisme voldoende
is afgenomen) en de nieuw aan te leggen speelplaatsen van de
Hasselbraam en El Kadisia overdag (na schooltijd) openbaar te
maken.
Voor kinderen in de leeftijdcategorieën 6 - 12 en 12 - 18 jaar worden
op de volgende plekken speelvoorzieningen gerealiseerd (zie
speelplekkenkaart):
− op het Mondriaanplein
− in het nieuwe Spoorpark ter hoogte van de Piet Mondriaanstraat
− langs de Jan Sluijtersstraat (al gerealiseerd)
− binnen de Noordstrook (6 – 12 jaar)
− ter plaatse van de huidige schoolwerktuinen (op termijn te
realiseren)
De huidige speelplaats op het August Allebéplein komt te vervallen.
Deze wordt vervangen door een inrichting die de verblijfskwaliteit
van dit winkelplein versterkt, bijvoorbeeld een fontein of vijver. Bij de
inrichting van het plein zal gezocht worden naar straatmeubilair dat
ook ‘bespeelbaar’ is.
In het spoorpark ter plaatse van de Stationslocatie wordt een
hangplek voor jongeren opgenomen.
23

24
watercompensatie toename verhard oppervlak per deelgebied

4 ONTWERPVISIE
4.4 Water
Vanwege de verdichtingsopgave binnen Overtoomse Veld zal de
hoeveelheid verhard oppervlak toenemen met circa 63.000 m² ,
inclusief gebouwde parkeervoorzieningen. Door DWR is aangegeven
dat 10% van dit oppervlak zal moeten worden gecompenseerd
door het creëren van extra waterberging dat in verbinding staat met
bestaand open water. Dat wil zeggen circa 6500 m² toename aan
wateroppervlak.
In bijgevoegde kaart is per deelgebied de te verwachten toename van
het verhard oppervlak opgenomen op basis van proefverkavelingen.
Van deze toename van het verhard oppervlak per deelgebied
moet 10% taakstellend extra water worden gecompenseerd.
Uitvoering van werkzaamheden in het Spoorpark in het kader van
de watercompensatie zal in samenhang met de uitvoering van de
bouwplannen moeten worden bekeken.
Concreet zijn hiervoor in het Raamwerk de volgende maatregelen
opgenomen in de Spoorparkzone:
• De bestaande waterloop in de spoorzone wordt gedeeltelijk
verbreed (circa 800 m²), en er zal in het zuidelijk deel rond de
schoolwerktuinen een extra waterloop worden gegraven (circa
2500 m²).
• In het park (ter hoogte van de Piet Mondriaanstraat) zal een
verlaagd overloopgebied worden aangelegd (circa 3000 m²)
verbonden met de bestaande waterloop die tijdens exterme
regenval als buffer kan dienen.
Deze benodigde watercompensatie zal integraal onderdeel vormen
van het ontwerp voor het Spoorpark. Met DWR zal in dat kader nader
overleg plaatsvinden over de uitwerking van de maatregelen.
25

26
bereikbaarheid openbaar vervoer
afweging verkeersstructuur

4.5 Verkeerstructuur
4 ONTWERPVISIE
Ontwerp
Het concept Duurzaam Veilig gaat uit van een netwerk van
zogenaamde gebieds-ontsluitingswegen (50 km/uur) met daarbinnen
verblijfsgebieden met daarbinnen erf-toegangswegen (30 km/uur).
Conform het VVPP is het noodzakelijk om Overtoomse Veld zoveel
mogelijk in te richten als verblijfsgebied. Dit vergroot ook sterk de
leefbaarheid binnen het gebied. Binnen het plangebied zijn alleen de
oost-west verbindingen Jan Evertsenstraat en Postjesweg als 50 km/
uur gecategoriseerd.
Afweging en keuze categorisering straten
Verkeers- en vervoersplan ParkStad
Het VVPP gaat uit van een ladderstructuur van 50 km/uur wegen
(gebiedsontsluitingswegen). In (de omgeving van) Overtoomseveld
bestaat dit netwerk uit de Johan Huizingalaan, Hoofdweg, Jan
Evertsenstraat, Postjesweg, Cornelis Lelylaan, Johan Jongkindstraat
en Schipluidenlaan. De twee delen van Overtoomseveld (noord en
zuid) binnen dit netwerk moeten dan ingericht worden als 30 km/
uur gebieden (erftoegangswegen of verblijfsgebied). Volgens het
VVPP moeten de Jan Tooropstraat en de Derkinderenstraat dus
ingericht worden als 30 km/uur straten. Dit betekent onder andere:
snelheidsremmende maatregelen, voorrang van rechts, mengen van
auto en fiets, open verharding.
Hoofdnetten
Echter, de Derkinderenstraat is onderdeel van het hoofdnet Bus en
de Derkinderenstraat en de Jan Tooropstraat zijn beide onderdeel
van het onderliggend fietsnetwerk (volgens concept beleidskader
hoofdnetten, DIVV, 10 juni 2004). Een bus door een 30 km/uur gebied
is eigenlijk niet wenselijk (ivm tijdverlies, drempels, comfort, voorrang
van rechts, etc). Ook een belangrijke doorgaande fietsroute door een
30 km/uur gebied geeft problemen bij het inrichten van deze route.
Voor de fietser is het wenselijk om speciale fietsvoorzieningen aan
te leggen en om de route voorrang te geven. Echter dit komt niet
overeen met de standaard inrichtingsprincipes van een 30 km/uur
straat.
Tussencategorie
Om deze reden wordt soms gebruik gemaakt van een
tussencategorie (tussen 30 en 50 inrichting in). Het kan dan gaan om
een 30+ inrichting met als grootste verschillen met een standaard
30 inrichting: minder snelheidsremmende maatregelen aanleggen,
invoeren voorrangsregeling en eventueel fietsvoorzieningen
(fietsstrook of –pad). Maar ook een 50- inrichting is mogelijk met
als grootste verschillen met een standaard 50 inrichting: beperkt
snelheidsremmende maatregelen aanleggen en bus halteert op de
rijbaan ipv in een haltekom.
De tussencategorie 30+ geeft nogal wat inrichtingsproblemen. Deze
zijn beschreven in de eerdere notitie ‘Gevolgen Jan Tooropstraat
en Derkinderenstraat 30 km/uur (erftoegangsweg)’. Vooral
de voorrangsregeling is onduidelijk (voorrang regelen binnen
verblijfsgebied). Maar ook het aanleggen van een fietsstrook of
fietspad zorgt voor onduidelijkheid. Door het regelen van de voorrang
en het aanleggen van fietsvoorzieningen gaat de 30km/uur straat wel
erg op een 50km/uur straat lijken. Het belangrijkste voordeel is dat er
wel een groot verblijfsgebied ontstaat.
De tussencategorie 50- voorkomt de meeste problemen. De voorrang
wordt gewoon geregeld door middel van uitritconstructies (er is
een verschil in categorie) en fietsvoorzieningen horen bij een 50
km/uur straat. Nadeel van de 50- inrichting is alleen dat het grote
verblijfsgebied wordt opgedeeld in een aantal kleinere gebieden.
27

7.5
Jan Tooropstraat (25 meter)
6.0 7.5
Derkinderensrtaat (25 meter)
5.0
overige woonstraten (15meter)
4 ONTWERPVISIE
Keuze
De belangrijkste fietsroute en de busroute inrichten als 50(-) straten
zorgt voor de grootste duidelijkheid en orientatie in de wijk. Door
de busroute van de Derkinderenstraat te verplaatsen naar de Jan
Tooropstraat, worden de busroute en de belangrijkste fietsroute
gecombineerd in één straat. Deze straat kan nu duidelijk als 50-
km/uur straat worden ingericht waarbij de bus halteert langs een
route waar ook de meeste voorzieningen in de buurt liggen als
het Allebéplein en verschillende scholen.Om te voorkomen dat de
Jan Tooropstraat te aantrekkelijk wordt voor doorgaand verkeer
is het wel wenselijk om op enkele (goed uitgekozen) locaties
verkeersremmende maatregelen te nemen, bijvoorbeeld bij de
bushaltes of bij de groene parkjes. Ook het halteren van bussen op
de rijbaan remt het (doorgaande) verkeer. De Jan Tooropstraat krijgt
dus een 50- inrichting.
De Jan Tooropstraat ligt in de hiërarchie van straten ‘onder’ de
Jan Evertsenstraat en de Postjesweg. Doorgaand verkeer op de
Jan Tooropstraat is namelijk niet wenselijk. Om dit te benadrukken
krijgt de Jan Tooropstraat een inrichting met elementen verharding,
(beperkt) snelheidsremmende maatregelen en halteert de bus op
de rijbaan. De straat krijgt middels een rotonde aansluiting op de
Jan Evertsenstraat. In het zuiden wordt hij doorgetrokken en krijgt
een aansluiting op de Cornelis Lelylaan. De Johan Jongkindstraat
(buiten het plangebied) krijgt in aansluiting op de plannen voor het
vernieuwingsgebied Lelylaan) een inrichting als erftoegangsweg (30
km/uur)
De Derkinderenstraat kan een standaard 30 km/uur straat kan
worden. De versnippering van het verblijfsgebied Overtoomseveld
wordt hierdoor zoveel mogelijk beperkt. De wijk sluit sterker aan als
verblijfsgebied aan het Rembrandtpark. De overige straten worden/
blijven ook ingericht als erftoegangswegen (30 km/uur).
Door verplaatsing van de busroute blijven alle woningen binnen een
straal van 400 meter van een ov-halte liggen. De Derkinderenstraat
(die nu gewoon 30 km/uur wordt) moet niet gebruikt kunnen
worden als doorgaande route voor autoverkeer. Het aansluiten
van de Derkinderenstraat op de Jan Evertsenstraat (zoals eerder
voorgesteld) vergroot echter de aantrekkelijkheid van deze route als
´sluiproute´ en is dus eigenlijk niet wenselijk. Deze zal in het plan
niet meer als aansluiting voor autoverkeer worden opgenomen, maar
alleen als reservering voor een langzaamverkeersverbinding.
29

30
aantallen maaiveldparkeren raamwerk

4.6 Parkeren
Ontwerp
Om het parkeren op een goede manier in de openbare ruimte
te integreren, waarbij het stedelijke karakter van straten wordt
gegarandeerd zonder de verblijfskwaliteit van de straten aan te tasten
zal de volgende inrichting toegepast worden:
1. Langs de Derkinderenstraat, Jan Tooropstraat en Jan
Voermanstraat uitsluitend langsparkeren.
2. Haaks parkeren alleen langs de zuidelijke parallelweg van de
Postjesweg (aan de zijde van de hoofdrijbaan) en aan weerszijden
van de Marius Bauerstraat (tussen de Derkinderenstraat en de
Tooropstraat) .
3. De Piet Mondriaanstraat vormt de belangrijkste voetgangerverbinding
tussen het Rembrandtpark en het te realiseren
Spoorpark. Langs de Jan Sluijterstraat ligt het Hoytemaplantsoen.
Om de verblijfskwaliteit van deze straten te verbeteren wordt hier
in de toekomst bij voorkeur alleen aan de zuidkant van de straat
geparkeerd. Langs de goed bezonde noordkant van de straat
staan bomen in een breed trottoir.
4. Binnen de woonverkavelingen kunnen combinaties van langs
parkeren en haaksparkeren toegepast worden, met veel aandacht
voor de verblijfskwaliteit van de straat en de inpassing van
straatmeubilair.
5. Parkeergarages worden geïntegreerd in de bebouwing, waarbij
aan de openbare weg zoveel mogelijk woningen liggen.
6. Daar waar een parkeergarage onder een tuin ligt die aan het
openbare gebied grenst, ligt de bovenzijde van de afgewerkte tuin
ten hoogste 1.10 meter boven maaiveld.
7. Inritten van parkeergarages zijn geplaatst in zijstraten van
de hoofdstructuur en worden niet direct op het stelsel van
hoofdstraten ontsloten.
8. Indien parkeergarages op binnengebieden liggen worden deze
“landschappelijk geïntegreerd” en afgedekt met beplanting
waardoor het groene karakter van de binnenterreinen zo min
mogelijk wordt aangetast.
Parkeerbalans
Om zicht te krijgen op de parkeerdruk op de openbare ruimte na
uitvoering van de stedelijke vernieuwingsplannen zijn in het kader
van het dit Uitwerkingsplan Raamwerk Openbare Ruimte de globale
ruimtelijke consequenties van het parkeren op het maaiveld nader
onderzocht. Hierbij zijn de volgende normen gehanteerd:
− Bestaande sociale huurwoningen 0,8 parkeerplaatsen
− Bestaande marktwoningen 1,0 parkeerplaatsen
− nieuwbouw huurwoningen 0,6 parkeerplaats per woning gebouwd,
0,4 op maaiveld
− nieuwbouw koopwoningen 1 pp per woning gebouwd, 0,25
parkeerplaats op maaiveld.
− kantoren / bedrijven > 125 m²: 1,0 pp / 125 m² bvo (op eigen
terrein)
− voorzieningen: maximaal 1,0 pp / 125 m² bvo
− economische en welzijnsfuncties in plinten: 1,0 pp / 125 m² bvo
− religieuze voorzieningen: 1,5 pp / 100 m² bvo
Onderstaande tabel geeft het verschil in programma in het
vernieuwingsgebied tussen 2004 en het 2015.
jaar woningen (aantal) niet-wonen (m²)
2004 2.810 28.300
2015 4.400 70.000
Doorrekening van dit programma volgens de parkeernormen geeft
aan dat de verdichting tot gevolg heeft dat het aantal auto´s in
Overtoomse Veld meer dan verdubbelt van rond 2350 geregistreerde
auto´s naar ruim 5700 auto´s. De hiervoor benodigde ruimte is
op maaiveld beslist niet te vinden. De stedelijke vernieuwing kan
4 ONTWERPVISIE
daarom alleen doorgezet worden conform programma van het
Vernieuwingsplan als voor alle nieuwe woningen en voorzieningen
gebouwde parkeervoorzieningen op eigen terrein gerealiseerd
worden.
Onderstaande tabel geeft het benodigd aantal parkeerplaatsen op
maaiveld en op eigen terrein (gebouwd)
benodigd aantal
maaiveld
bestaande woningen 1307
bestaand niet wonen
365
benodigd aantal
gebouwd
sociale huur-woning nieuw 400 600
marktwoning nieuw 500 2000
niet wonen nieuw
560
totaal 2572 3160
Op het maaiveld is er na vernieuwing ruimte voor 2170
parkeerplaatsen. Dit getal is gebaseerd op een proefverkaveling van
het gehele gebied inclusief tussenstraten in de deelgebieden. Hierbij
zijn aannames gehanteerd voor de inrichting van deze deelgebieden
en is een afweging gemaakt tussen parkeerdruk en andere functies
in de openbare ruimte (waaronder groen en speelplekken). Door de
stedelijke vernieuwing vervallen rond 60 garageboxen.
Conclusies uit bovenstaande parkeerbalans voor heel Overtoomse
Veld zijn:
• Op maaiveld moeten in het gebied 2572 parkeerplaatsen worden
gerealiseerd. Er is maar ruimte voor 2170 parkeerplaatsen. Dit
aantal van 2170 parkeerplaatsen is een voorzichtige schatting
omdat er nog geen rekening is gehouden met de behoefte aan
ruimte voor laden en lossen. Het tekort is dus minimaal 400
parkeerplaatsen.
• De genoemde getallen zijn het gemiddelde over heel Overtoomse
Veld. Daarbinnen zijn echter grote verschillen. Rondom het
August Allebéplein en Postjesweg Noord is sprake van een
hogere verdichting dan in andere delen van Overtoomse Veld met
inpassing van veel bestaande woningen die op maaiveld moeten
parkeren. Voor deze gebieden wordt in het kader van de UWP’s
voor het betreffende deelgebied gezocht naar mogelijkheden om
extra gebouwd parkeren ten opzichte van de norm op te nemen.
De parkeerkaart geeft het aantal beschikbare plaatsen op maaiveld
van het raamwerk openbare ruimte na herinrichting uitgesplitst naar
deelgebied. Hierbij is alleen het aantal parkeerplaatsen geteld langs
het raamwerk gebaseerd op 5 meter per plek zonder aftrek van een
deel van de laad-losvoorzieningen en een deel van de vuilcontainers.
Hiervoor moeten per Uitwerkingsplan voor de deelgebieden nog
voorzieningen worden opgenomen die het aantal parkeerplekken
enigszins beperken.
31

32
referenties speelplekken
referenties materialisering

5 UITGANGSPUNTEN OPENBARE RUIMTE
voorbeelduitwerking indicatief
5 Uitgangspunten voor nadere uitwerking Inrichting raamwerk
openbare ruimte
De in het vorige hoofdstuk beschreven visie, wordt in dit hoofdstuk
vertaald in concrete uitgangspunten, voor:
− algemene inrichtingsthema´s: bomen, speelplekken,
watercompensatie, materialisering
− de hoofdstraten: Jan Tooropstraat, Jan Evertsenstraat,
Derkinderenstraat, Postjesweg, Marius Bauerstraat
− de bijzondere openbare ruimtes: Spoorpark, voorruimte Jan
Tooropstraat, Voermanpleintje, Mondriaanplein, August Allebéplein
− de onderdoorgangen A10
5.1 Bomen
Bomenlanen aan het raamwerk
De volgende uitgangspunten en nader onderzoek gelden voor alle
bovengenoemde straten.
Uitgangspunten:
− iedere boom krijgt een optimale standplaats
− waar nodig zullen nieuwe lindebomen aangeplant worden van
de eerste orde (uitgezonderd de Thorn Prickerstraat en de Jan
Sluijterstraat), met een minimale stamdiameter van 15 centimeter
− de afstand tussen nieuw te planten bomen zal 8 – 12 m bedragen
− de bestaande positie van de bomenlijnen in de Tooropstraat en
Postjesweg blijven gehandhaafd
− de bomenlanen worden integraal (over de lengte van de
hele straat) ontworpen (rekening houdend met zijstraten,
parkeervakken, bushaltes en laad - en loshavens), zodat een
continu ritme in de bomenlaan kan worden bereikt
Nader onderzoek:
In de planvormingfase van het maaiveldontwerp zal nader onderzoek
worden verricht naar de levensverwachting van de bomen en welke
maatregelen nodig zijn om de groei te bevorderen.
Beeldbepalende bomen
Nader onderzoek:
Nader gedetailleerd onderzoek zal worden verricht naar de
haalbaarheid van behoud van bestaande lindes langs de Postjesweg
en Tooropstraat met plantvakverbetering versus vervanging door
nieuwe bomen.
5.2 Speelplekken
Zie de speelplekkenkaart en 5.4 en 5.12.
Nader onderzoek:
Op basis van het Speelruimtebeleidsplan zal worden bepaald hoe de
speelplekken gedimensioneerd en ingericht dienen te worden om aan
te sluiten op de reële behoefte.
5.3 Watercompensatie
Zie de watercompensatiekaart.
5.4 Materialisering
Bij de inrichting van de openbare ruimte zullen de richtlijnen als
beschreven in de Leidraad Materialisering Openbare Ruimte
Stadsdeel Slotervaart dienen als uitgangpunt.
33

34
Derkinderenstraat Jan Tooropstraat
Piet Mondriaanstraat
Marius Bauerstraat
Postjesweg

5 UITGANGSPUNTEN OPENBARE RUIMTE
5.5 Jan Evertsenstraat
Uitgangspunten (zonder afbeelding):
− integrale herinrichting gebeurt in 2006 in het kader van het
Meerjaren Onderhouds Plan
− het kruispunt met de Jan Tooropstraat wordt vervangen door een
rotonde
− langsparkeren aan beide zijden
− de vrijliggende fietspaden blijven behouden
− het fietspad aan de zuidzijde krijgt 2-richtingsverkeer
− bij de herinrichting worden in principe platanen geplant, hiervoor
dient overeenstemming met GVB verkregen te worden; wanneer
geen overeenstemming verkregen wordt gaat de voorkeur uit naar
iepen
− de te planten bomen hebben een stamdiameter van minimaal 15
centimeter
5.6 Derkinderenstraat
Uitgangspunten:
− de Derkinderenstraat zal integraal heringericht worden van de
Cornelis Lelylaan tot aan de Jan Voermanstraat
− de straat krijgt een inrichting als verblijfsgebied
− het bestaande fietspad wordt opgeheven
− de busroute wordt verlegd naar de Jan Tooropstraat
− langsparkeren aan beide zijden
− bestaande bomen worden vervangen
− aan beide zijden van de straat een continue bomenrij
− de plantsoenen voor de woningen zullen heringericht worden met
blokhagen
geen nader onderzoek nodig
5.7 Jan Tooropstraat
Uitgangspunten:
− de Jan Tooropstraat wordt integraal heringericht tot een beperkte
50- km/uur straat
− aan weerszijde vrij liggende fietspaden, aansluitend op de
fietspaden langs de Jan Evertsenstraat en de Cornelis Lelylaan
− de straat krijgt middels een rotonde aansluiting op de Jan
Evertsenstraat
− de busroute zal over de Jan Tooropstraat geleid worden
− de bus halteert op de rijbaan
− aan beide zijden langsparkeren
− aan beide zijden van de straat een continue bomenrij
− op plaatsen waar nu geen bomen staan worden deze geplant
− de rijbaan wordt uitgevoerd in klinkers
− snelheidsremmende maatregelen (in de onmiddellijke omgeving
van de bushaltes) gecombineerd met oversteekplaatsen
nader onderzoek:
Onderzoeken of het beoogde wensbeeld van de laanbeplanting
gerealiseerd kan worden wanneer wordt uitgegaan van de bestaande
bomen.
5.8 Postjesweg
Uitgangspunten:
− de Postjesweg wordt integraal heringericht
− de kruisingen met de Jan Toorop- en Derkinderenstraat worden
vervangen door rotondes
− de straat krijgt een inrichting als gebiedsontsluitingsweg (50 km/
uur)
− de bus halteert in halte-havens
− er komt een ventweg aan de zuidzijde tussen de Willem
Roelofstraat en de Derkinderenstraat
− ten zuiden van de ventweg aan de zijde van het A.A. plein dwars-
en langs parkeren
− langs de ventweg aan de noordzijde wordt langsgeparkeerd
− een extra oversteekplaats halverwege de rotondes, ter hoogte van
de toegang naar het winkelcentrum
− aan de noord- en zuidzijde een vrijliggend fietspad
− aan beide zijden van de hoofdrijbaan een dubbele continue
bomenrij bestaande uit lindes
− in het voetpad aan de zuidzijde een enkele continue bomenrij
− laad- en losvoorziening langs de ventweg ten behoeve van het
winkelcentrum
nader onderzoek:
Nader onderzoek moet plaatsvinden naar de groeicondities van de
bomen in relatie tot de ligging van de fietspaden en de keuze van het
bestratingsmateriaal.
5.9 Marius Bauerstraat
Uitgangspunten:
− de straat zal integraal heringericht worden met een continue
straatprofiel
− het straatprofiel loopt door, maar ter hoogte van de Ru Parré
school is geen doorgaand verkeer mogelijk en behoort de straat
tot het langzaamverkeersgebied van het August Allebé plein
− de straat blijft een secundaire fietsverbinding tussen de Jan
Tooropstraat en de Derkinderenstraat
− langsparkeren aan weerszijden van de straat
− een ventweg aan de zuidzijde tussen de Jan Toorop- en de Chris
Lebeaustraat
− aan beide zijden van deze ventweg haaks parkeren
− inrit voor een inpandige laad- en losvoorziening ten behoeve van
het winkelcentrum
− aan beide zijden van de straat een continue bomenrij
− een bomenrij in het voetpad ten zuiden van de ventweg
geen nader onderzoek nodig
35

36
voorbeelduitwerking spoorpark
Piet Mondriaanstraat - onderdoorgang A10

5 UITGANGSPUNTEN OPENBARE RUIMTE
5.10 Spoorpark
Uitgangspunten:
− beeldbepalende bomen: zoveel mogelijk behouden
− achter de nieuwbouw op de Huygenslocatie zal er een
speelplek komen voor 6-12 jarigen en ter hoogte van de Piet
Mondriaanstraat een tweede voor zowel 6-11 als 12- 18 jarigen
− om de verblijfskwaliteit van het gebied te verbeteren zal in overleg
met de Japanse school bekeken worden of de huidige hekwerken
rondom het schoolterrein vervangen kunnen worden door een
afscheiding met een betere verschijningsvorm
− een wandelpad zal als een doorgaande route door het park lopen
− garageboxen bij de woningen langs de Karel Klinkenbergstraat:
waar mogelijk ontruimen en slopen, zodat openheid en zicht op de
spoorzone ontstaat
− om het besloten karakter van de gemeenschappelijke tuinen te
bewaren zullen deze afgescheiden blijven van de spoorzone door
lage tuinmuren of hagen
− ter plaatse van de stationslocatie en het August Allebéplein
zal de nieuwbouw georiënteerd worden op het Spoorpark, ter
voorkoming van een anonieme achterkant
− rond de schoolwerktuinen wordt een extra waterloop aangebracht
− vanaf de Jan Tooropstraat lopen op twee plekken bomenlanen
naar het eiland
Nader onderzoek:
Het Spoorpark is onderdeel van een belangrijke ecologische
verbindingsroute. Het bestuur heeft aangegeven dat de
verblijfskwaliteit van het Spoorpark verbeterd dient te worden. Om
aan beide voorwaarden te kunnen voldoen zal specifieke expertise
nodig zijn. Het ontwerp van het Spoorpark zal tot stand komen door
een nauwe samenwerking van de ontwerper openbare ruimte, de
stedenbouwkundig projectleider en de specialisten van het stadsdeel
op gebied van ecologisch beheer ondersteund door een bureau
dat kennis en ervaring heeft met het inrichten van ecologische
verbindingszones in stedelijk gebied.
Ten tweede zal op termijn onderzocht moeten worden hoe ter hoogte
van de schoolwerktuinen de speelvoorzieningen kunnen worden
ingepast, en hoe de schoolwerktuinen toegankelijk kunnen worden
gemaakt.
5.11 Voorruimte Jan Tooropstraat (plantsoen hoek Jan
Voermanstraat - Jan Tooropstraat)
Uitgangspunten:
− het plantsoen wordt heringericht als representatieve entréeruimte
tot de wijk
− waar mogelijk handhaven van de beeldbepalende bomen
5.12 Jan Voermanpleintje
In het kader van het UWP Middengebied Noord worden de
mogelijkheden van gedeeltelijke bebouwing van het Voermanpleintje
onderzocht, met de volgende ruimtelijke problematiek
aandachtspunten:
− ruimtelijke schakel tussen orthogonaal grid en hoekverdraaiing
Jan Voermanstraat
− geeft voorruimte aan bouwmassa en ontsluiting Overtoomse Hof
− geeft oriëntatie van Tooropstraat naar Derkinderenstraat
− geeft ruimte aan toekomstige verdichting aan noordzijde Jan
Voermanstraat.
− verder is aandacht voor bezonning en oriëntatie nodig
Bebouwing van het pleintje is alleen mogelijk indien antwoord wordt
gegeven op bovengenoemde problematiek en deze in samenhang
worden opgelost. Als hier de openbare ruimte verdwijnt, moet deze in
het Middengebied Noord worden gecompenseerd (ca. 2100m²).
5.13 Mondriaanplein
Uitgangspunten:
− de inrichting als buurtplein wordt versterkt
− het plein krijgt een groen karakter, met name aan de randen
− een trapveld, afmetingen: ca. 20 x 40 m
− een tennisveld, afmetingen: ca. 20 x 40 m
− bestaande lange zitelement wordt gehandhaafd
− het speelterrein zal een duidelijke ruimtelijke begrenzing krijgen
− het speelterrein zal tevens een functie hebben als schoolplein
voor de omliggende scholen
5.14 August Allebéplein
Uitgangspunten:
− vanaf de Marius Bauerstraat en vanaf de Jan Tooropstraat zal het
plein duidelijk zichtbaar blijven
− aan de Jan Tooropstraat wordt een brede stoep voor de winkels
gemaakt
− aan de achterzijde van de bestaande moskee en het
politiekantoor wordt nieuwe bebouwing toegevoegd, deze geeft
een begrenzing aan de pleinruimte
− de bestaande vleugelnoten achter de moskee blijven
gehandhaafd
− het winkelplein wordt autovrij
− er komen geen functies op het plein die bevoorrading via het plein
vereisen
− geen geldtransport over plein
− het plein krijgt een bijzonder inrichting als centrum van de buurt
5.15 Onderdoorgangen A10
Uitgangspunten:
− de aanlooproutes vanuit Overtoomse Veld richting Rembrandtpark
moeten sociaal veilig worden ingericht.
− het verblijfskarakter van de onderdoorgangen wordt door middel
van verlichting en kleurtoepassing verbeterd
− de zichtbaarheid van de onderdoorgang wordt verbeterd door de
aantakkende wegen en fietspaden zo te verleggen dat deze in
het verlengde van de onderdoorgang komen te liggen
− bij nieuwbouwprojecten zullen langs de toegangsstraten
naar het park woningtoegangen geplaatst worden (dit is al zo
meegenomen in het UWP voor de Andreasschoollocatie)
37

6 Uitgangspunten voor nadere uitwerking deelgebieden
6.1 Samenhang tussen deelgebieden
De stedenbouwkundige structuur van Overtoomse Veld is door de
grote diversiteit aan bouwvormen uit verschillende perioden op veel
plekken rommelig en onoverzichtelijk. Dit wordt veroorzaakt door
de verschillen in rooilijnen, bouwhoogten, gebouwtypologie, kleur
en materiaaltoepassingen. Ook is het straatbeeld op veel plaatsen
anoniem doordat bergingen in de plinten zijn gesitueerd.
Om bij de vernieuwing de kwaliteit van het gebied te verbeteren en
de som van deelprojecten meer te laten zijn dan de optelling van
delen zal er supervisie gevoerd worden. Doel hiervan is samenhang
tot stand te brengen tussen de deelprojecten onderling, tussen
bestaande en nieuwe bebouwing en tussen gebouw en openbare
ruimte. Het gebied Overtoomse Veld is volgens de Welstandsnota
van de Gemeente Amsterdam onderdeel van een gebied in
verhevigde ontwikkeling. Hiervoor dienen nieuwe welstandscriteria te
worden opgesteld.
Het Uitwerkingsplan Raamwerk met hierin opgenomen
uitgangspunten voor architectonische uitwerking is een document dat
hierin een sturende rol heeft. De uitgangspunten hebben betrekking
op rooilijnen en bouwhoogten, op de hiërarchie in het stratenstelsel,
de korrelgrootte, overgangen van gebouw naar openbare ruimte,
gebouwtypologie, kleur en materiaaltoepassing.
In deze paragraaf worden ook de Welstandscriteria op hoofdlijnen
gedefinieerd, om een toetsing door de Welstandscommissie mogelijk
te maken. Per Uitwerkingsplan voor de deelgebieden zullen nadere
gedetailleerde criteria worden opgesteld en ter besluitvorming
worden voorgelegd. Voor bestaande, te handhaven bebouwing
binnen Overtoomse Veld zijn Welstandscriteria opgenomen in de
Welstandsnota van het Stadsdeel Slotervaart.
Rooilijnen
In het Uitwerkingsplan Raamwerk is een onderscheid gemaakt tussen
randvoorwaardelijke rooilijnen en indicatieve rooilijnen. De eerste
aanduiding geldt voor alle hoofdwegen en bepalende openbare
ruimten van het Raamwerk. De tweede aanduiding geldt voor
deelgebieden die pas op de lange termijn tot ontwikkeling worden
gebracht en waarbij meer flexibiliteit voor een nadere uitwerking
gewenst is. Ook straten die binnen de woonbuurten liggen en waar
nog niet bepaald is hoe de ruimtelijke structuur wordt hebben een
indicatieve aanduiding.
6 ONTWERP DEELGEBIEDEN
Bouwhoogten
Om een evenwichtig straatbeeld tot stand te brengen worden
bouwhoogten aan weerszijde van de belangrijkste straten op elkaar
afgestemd.
De bouwhoogten langs de Derkinderenstraat en de Jan Tooropstraat
zijn circa 5 bouwlagen en langs de Postjesweg noordkant 6
bouwlagen. De belangrijkste hoogteaccenten markeren de entrees tot
de wijk. Dit gebeurt op de hoek Jan Evertsenstraat - Jan Tooropstraat.
De te realiseren toren is circa 60 meter hoog.
Bij de Stationslocatie en op de hoek Postjesweg-Derkinderenstraat
bedraagt de hoogte circa 30 meter.
Naast deze hoogteaccenten zal langs de A10 hogere bebouwing
toegepast worden. Deze hogere bouwrand heeft een afschermende
werking voor het verkeersgeluid van de A10 en vormt tegelijkertijd
een markante randbebouwing van het Overtoomse Veld. De hoogte
hiervan bedraagt eveneens circa 30 meter.
Hiërarchie in het stratenstelsel
In Overtoomse Veld bestaat een hiërarchie in het stratenstelsel. Deze
komt tot uitdrukking in straatbreedte, beplanting en inrichting van de
openbare ruimte. In de architectuur zal de hiërarchie tot uitdrukking
komen in bouwhoogten en korrelgrootte van de bebouwing. De
architectuur van hoekpanden zal hierop afgestemd worden.
De Postjesweg, Jan Evertsenstraat en Johan Jongkindstraat zijn
van de eerste orde, van de tweede orde zijn de Jan Tooropstraat,
Derkinderenstraat en Marius Bauerstraat. De Piet Mondriaanstraat en
Thorn Prikkerstraat zijn van een derde orde en woonstraten binnen
de deelgebieden zijn van een vierde orde.
Korrelgrootte
Om bij de stedelijke vernieuwing samenhang tussen de gebouwen
te bereiken wordt gestreefd naar een typologie van stedelijke
woongebouwen langs het Raamwerk. De architectonische eenheid is
hier het woongebouw of woon-werkgebouw waarmee straatwanden
gevormd worden. Deze zullen in schaal en architectonische expressie
aansluiten bij het karakter van de straat.
Langs de Postjesweg Noord liggen woongebouwen die als een
architectonische eenheid worden uitgewerkt en daarmee een
straatwand vormen. Langs de Derkinderenstaat en Postjesweg is
het uitgangspunt woongebouwen met een overwegend langgerekte
vorm te situeren die afgestemd zijn op de lengte van de straat en
de te handhaven bebouwing. In de binnengebieden kan een schaal
en korrelgrootte toegepast worden die afgestemd is op de maat en
schaal van de openbare ruimten.
39

Concept Parkeeroplossingen
Model 1. Oplossing waarbij de parkeergarage volledig verdiept is
aangelegd onder het gebouw. Het dak van de garage kan worden
ingericht als private of collectieve tuin.
Model 2. De parkeergarage ligt halfverdiept onder het maaiveld. Het
gebouw ‘grijpt’ in deze variant om de garage heen, zodat de dichte
zijde van de garage aan het zicht wordt onttrokken. Waar dit niet
mogelijk is, heeft de bovenzijde van de garage een maximale hoogte
van 1m10 boven het maaiveld.
Model 3. Oplossing waarbij een (gedeeltelijk) gesloten parkeergarage
op maaiveld is gelegen. Ook in dit model ‘grijpt’ de woning om de
parkeergarage heen, zodat de dichte zijden van de garage niet
zichtbaar zijn.
Model 4. Oplossing voor een situatie waar woningen staan in
een parkachtige omgeving. De garage ligt halfverdiept onder het
maaiveld, waarbij de bovenzijde van de garage maximaal 1m10
uitsteekt boven maaiveld. Door het gebouw terug te laten springen
ten opzichte van de garage, ontstaat een balkon / loggia. Deze
biedt tevens een distantie van de private woning tot de parkachtige
omgeving.
40
model 1
model 2
model 3
model 4

eferenties stedelijke plint
referenties plasticiteit
6 ONTWERP DEELGEBIEDEN
Overgang gebouw naar openbare ruimte
Uitgangspunt in Overtoomse Veld is om zoveel mogelijk
woningtoegangen aan de openbare straat te situeren. Ook zullen
op de begane grond functies gerealiseerd worden die op de straat
georiënteerd zijn. Dit kunnen woonfuncties zijn of werkruimten.
Langs de hoofdstraten van het raamwerk hebben plinten een
hoogte van minimaal 3,50 m. Parkeergarages worden geïntegreerd
in de bebouwing zodat anonieme plinten voorkomen worden. Ook
inritten naar garages worden geïntegreerd in de bebouwing waarbij
hellingbanen volledig inpandig gesitueerd worden.
Privé- of collectieve tuinen die aan het openbare gebied grenzen
worden om reden van veiligheid en privacy afgescheiden door muren
of tuinmuren met transparate hekwerken.
Gebouwtypologie
Langs het Raamwerk wordt gestreefd naar een typologie van
woongebouwen, hiervoor zijn de volgende architectonische principes
uitgangspunt:
− Uitgangspunt is een typologie van afsluitbare bouwblokken, een
duidelijke privé-zijde van de woning en een duidelijke openbare
zijde: voorkomen van onduidelijke voor - achterkant situaties
− De bloklengte sluit aan bij de lengte en het karakter van de straat.
De gebouwen hebben een geleding in horizontale richting met per
blok een overwegend gelijke bouwhoogte.
− Verticale accenten liggen op plaatsen die voortkomen uit de
structuur en de hiërarchie van de straten of die functioneel zijn
vanuit de ruimtelijke organisatie van het programma.
− De vorm van de gebouwen is overwegend rechthoekig. Schuine
lijnen in de gevelopstand of schuin geplaatste gevelvlakken
dienen voorkomen te worden.
− De gevelindeling moet een samenhangende compositie vormen
die afgestemd is op de stedenbouwkundige situering van het blok.
− Door plasticiteit in de gevel wordt een levendig straatbeeld
verkregen. Overstek, erkers of geleding kunnen hiervoor
architectonische elementen zijn. Indien balkons aan de straatzijde
gemaakt worden liggen deze inpandig in loggia’s of steken ten
hoogste één meter uit de gevel.
− de binnenterreinen behouden na verdichting hun groene en
rustige karakter (parkeeroplossingen dienen landschappelijk
ingepast te worden).
Kleur en materiaaltoepassing
Om nieuwbouw in kleur en materiaal onderling en op de bestaande
bebouwing af te stemmen is per deelgebied het basismateriaal en
de basiskleur bepaald. Uitgangspunt is dat de straatwanden uit
steenachtig materiaal opgetrokken zijn. Dit kunnen gemetselde
gevels of gevels opgebouwd uit een steenachtig plaatmateriaal zijn.
Aan de binnenzijde van bouwblokken kunnen andere materialen
toegepast worden.
Voor de A10 strook is de grondtoon een mangaankleurige steen. Bij
de bebouwing langs de Willem Nuijenstraat en de Willy Sluiterstraat
wordt deze steen langs de A10 en langs de Derkinderenstraat
toegepast. Deze steen vormt ook de basis voor de Andreasschool
locatie. De grondtoon van Middengebied Noord, Noordstrook,
Postjesweg-Noord, Allebéplein, Stationslocatie en Huygenslocatie
is genuanceerd rood. De grondtoon voor Middengebied Zuid is
eveneens genuanceerd rood. Voor de A10 zuid geldt voor de
nieuwbouw en indien er ingrijpende gevelwijzigingen worden
toegepast bij de renovatie de grondtoon mangaankleurig.
Uitgangspunten per deelgebied
Per deelgebied zijn uitgangspunten voor het opstellen van
uitwerkingsplannen voor de deelgebieden (opgenomen in de kaart
Uitgangspunten Uitwerking Deelgebieden). De beschrijvingen per
deelgebied verwijzen naar de bijgaande tekeningen. In de tekeningen
zijn per deelgebied uitgangspunten opgenomen betreffende: rooilijn,
plinten en entrees van woningen en parkeergarages, erfscheidingen
en het handhaven van beeldbepalende bomen. Alle in hoofdstuk 6.2
opgenomen doorsnedes zijn indicatief.
41

axonometrie Noordstrook
6 ONTWERP DEELGEBIEDEN
doorsnede Jan Evertsenstraat
doorsnede Jan Voermanstraat
6.2 Uitgangspunten per deelgebied
Noordstrook
In de huidige verkaveling van de Noordstrook vormen de herhaalde
haken met bouwhoogten van 8 lagen langs de Jan Evertsenstraat
en 5 lagen langs de binnentuinen een samenhangend gebied. Bij
vernieuwing wordt er naar gestreefd langs de Jan Evertsenstraat
wederom een gestaffelde (verspringende) wand te realiseren, en
zodoende de kromming van de weg op te lossen. In de plint van de
bebouwing langs de Jan Evertsenstraat wordt ruimte gereserveerd
voor bedrijven. De huidige groene hoven kunnen een aantrekkelijk
element vormen als binnenruimte in de verkaveling. In het verlengde
van de Derkinderenstraat is een reservering voor een langzaam
verkeersroute naar de Jan Evertsenstraat opgenomen.
43

Middengebied Noord
De huidige haken-en stroken verkaveling van Middengebied Noord
zal volledig gesloopt en herontwikkeld worden. De El Kadisia school
wordt gesloopt en vervangen worden door nieuwbouw in combinatie
met woningen. Het bestaande plantsoen met lindebomen langs de
Jan Voermanstraat zal, indien mogelijk, gehandhaafd worden evenals
de beeldbepalende bomen in de binnenterreinen en de kastanjes
langs de westkant van de Johan Hilverdinkstraat.
Ten noorden van de Mondriaanschool zal een openbare tuin
aangelegd worden met speelruimte voor kinderen. Deze buitenruimte
krijgt een overwegend groene inrichting. Speelplekken worden
ingepast door brede hagen en bomenschermen toe te passen.
Langs de Derkinderenstraat en de Jan Voermanstraat komen nieuwe
woongebouwen van overwegend 5 bouwlagen.
Langs de woonstraten in het binnengebied wordt een repeterende
verkaveling gerealiseerd van stedelijke woongebouwen met een
bloklengte die aansluit bij de lengte van de straten. Hierin zijn
grondgebonden woningen te realiseren. Op de binnenterreinen wordt
een deel als collectieve ruimte ingericht. De overgang van privé of
collectieve tuin naar het openbare gebied wordt gevormd door een
lage tuinmuur met hierop een transparant hekwerk. Parkeergarage’s
worden geïntegreerd in de bebouwing waarbij anonieme wanden
vermeden worden. Inritten van garages liggen langs de woonstraten
en zijn niet gesitueerd langs de wegen van het Raamwerk.
44
doorsnede Derkinderenstraat
doorsnede Jan Tooropstraat
doorsnede Jan Voermanstraat
axonometrie Middengebied Noord

doorsnede Jan Tooropstraat
doorsnede Piet Mondriaanstraat
doorsnede Postjesweg
axonometrie Postjesweg Noord
6 ONTWERP DEELGEBIEDEN
Postjesweg Noord
Het vernieuwingsprogramma voor deelgebied Postjesweg Noord
bestaat uit sloop van de school en nieuwbouw van de woningen
langs de Postjesweg en renovatie van de haken en stroken.
Langs de Postjesweg zijn drie woongebouwen geprojecteerd
met op de begane grond bedrijfsruimte in één of twee lagen. De
gebouwen vormen een samenhangende bebouwingswand langs
de Postjesweg van circa 6 bouwlagen. Langs de Jan Tooropstraat,
Jan Mankesstraat en Willem Nakkenstraat liggen woongebouwen
van vier bouwlagen. Bij de te renoveren woningen langs de Jan
Tooropstraat en Piet Mondriaanstraat is het van belang dat de plint
een oriëntatie krijgt op de straat door herontwikkeling van de begane
grond en herstructurering van de bergingen. Het is wenselijk dat het
woningblok langs de Derkinderenstraat in verschijningsvorm aansluit
bij de nieuwbouw langs de Postjesweg.
45

Stationslocatie
De Stationslocatie vormt een deel van de noordelijke
bebouwingswand langs de Postjesweg maar zal onafhankelijk
hiervan ontwikkeld worden. Aan de zijde van het spoor is een
bouwhoogte van circa 30 meter gewenst. Deze zal een ruimtelijke
beëindiging vormen van dit deel van de Postjesweg.
46
axonometrie Stationslocatie
doorsnede Ecozone
doorsnede Jan Tooropstraat
doorsnede Postjesweg

doorsnede Ecozone
doorsnede Jan Tooropstraat
6 ONTWERP DEELGEBIEDEN
Spoorzone Noord
Langs de Jan Tooropstraat ter plaatse van de Piet Mondriaanstraat
zal het huidige woongebouw gesloopt worden. Op deze plek zal een
nieuw haakvormig woongebouw ontwikkeld worden. De rooilijn langs
de Jan Tooropstraat zal aansluiten op die van het winkelblok ten
zuiden ervan.
Aan de zijde van het vernieuwde Spoorpark zullen de woning
maximaal 0.70 meter verhoogd liggen ten opzichte van het maaiveld
waardoor privacy gewaarborgd wordt en een goede overgang naar
de openbare ruimte gemaakt kan worden.
De toegangen van de woningen zullen zoveel mogelijk langs de Jan
Toorop en de Karel Klinkenbergstraat gesitueerd worden.
axonometrie Spoorzone Noord
47

A10-strook Noord
De twee hoven langs de A10 bij de Willem Nuijenstraat en de Willy
Sluiterstraat zullen vernieuwd worden door een combinatie van
sloop-nieuwbouw en hoogniveau renovatie. De blokken langs de
Derkinderenstraat worden gerenoveerd waarbij het uitgangspunt is
om langs de Derkinderenstraat een op de straat georiënteerde plint
tot stand te brengen. Langs de A10 zullen de woonblokken vervangen
worden door nieuwbouw. De bouwhoogte langs de A10 is circa 30
meter. Langs de Derkinderenstraat bedraagt de bouwhoogte ten
hoogste 5 bouwlagen.
48
doorsnede Derkinderenstraat
axonometrie A10-strook

doorsnede Jan Voermanstraat
doorsnede Derkinderenstraat
axonometrie Andreasschoollocatie
6 ONTWERP DEELGEBIEDEN
Andreasschoollocatie
Op de plek van de voormalige Andreasschool wordt een gebouw
gerealiseerd met langs de A10 een bouwhoogte van circa 30 meter
en langs de Derkinderenstraat een bouwhoogte van 5 bouwlagen.
Langs de Derkinderenstraat is het uitgangspunt om een stedelijke
plint te ontwikkelen. Langs de Jan Voermanstraat en A10 zijde dienen
zoveel mogelijke woningtoegangen geplaatst te worden om hiermee
anonieme plinten te voorkomen.
49

axonometrie August Allebéplein
50

doorsnede Marius Bauerstraat
doorsnede Ecozone
doorsnede Derkinderenstraat
doorsnede Postjesweg
doorsnede Jan Tooropstraat
6 ONTWERP DEELGEBIEDEN
August Allebéplein
Het bestaande winkelplein wordt geïntensiveerd met winkels en
woningen. Hiermee wordt de structuur van het plein ingrijpend
gewijzigd.
Langs de Marius Bauerstraat zullen twee nieuwe gebouwen
ontwikkeld worden. Aan de zijde van de Jan Tooropstraat een gebouw
met woningen en op de begane grond winkels en ten oosten daarvan
een gebouw met welzijnsvoorzieningen, winkels en woningen. In het
binnengebied wordt een winkelplein gevormd dat zichtbaar is vanaf
de Jan Tooropstraat en de Marius Bauerstraat.
De belangrijkste stedenbouwkundige uitgangspunten:
− Aan de achterzijde van het huidige politiekantoor en de moskee
wordt een nieuwe pleinwand gemaakt.
− Ten noorden en ten westen van het woongebouw op de hoek
Derkinderenstraat - Marius Bauerstraat wordt bebouwing
toegevoegd. Hiermee ontstaat een betere overgang van privé
naar openbare ruimte. Aan de zijde van de Postjesweg vormt
deze bebouwing een passend hoogteaccent.
− Aan de oostzijde van de Jan Tooropstraat wordt de rooilijn
teruggelegd waardoor een bredere voorruimte bij de winkels
ontstaat.
− De expeditie van de winkels ligt aan de zijde van de Marius
Bauerstraat, Postjesweg en de Derkinderenstraat en zal geheel
inpandig gesitueerd worden.
− De gebouwen langs de Marius Bauerstraat zullen als een
architectonische eenheid uitgewerkt moeten worden met een
continue rooilijn. Alleen hiermee wordt de ruimtelijke structuur van
deze straat verbeterd.
− In het geplande gebouw ten westen van de Jan Tooropstraat
wordt een grote parkeergarage gerealiseerd. Deze wordt
ontsloten vanaf de ventweg langs de Postjesweg.
− De toegangen van de woningen komen aan de Spoorparkzijde.
Hierdoor wordt de sociale controle van het park.
51

Spoorzone-Zuid
Spoorzone Zuid beslaat twee delen die pas op langere termijn en
naar zich laat aanzien onafhankelijk van elkaar, tot ontwikkeling
worden gebracht. Met het noordelijke deel van de locatie zal de
achterkantsituatie bij het huidige gebouw langs de Marius Bauerstraat
verbeterd moeten worden. Dit kan door hier een binnenhof te vormen
van een andere, nog te bepalen maat. Om de openbaarheid van het
Spoorpark op deze plek te vergroten zal langs de bebouwing een
weg gelegd worden met woningtoegangen. Een doorgang tot het park
wordt gesitueerd ten zuiden van de Thorn Prikkerstraat.
52
doorsnede Ecozone
doorsnede Jan Tooropstraat
axonometrie Spooorzone Zuid

doorsnede Derkinderenstraat
doorsnede Jan Torpstraat
doorsnede Thorn Prikkerstraat
doorsnede Johan Jongkindstraat
6 ONTWERP DEELGEBIEDEN
Middengebied Zuid
Het deelgebied Middengebied Zuid zal pas op langere termijn
geherstructureerd worden. Voor de ruimtelijke structuur van dit
Uitwerkingsplan Raamwerk kan de bestaande wegenstructuur met
de bajonetstraten gehandhaafd worden. Bij de Derkinderenstraat
kan het principe van een terugliggend woonblok (set-back) als
verbijzondering in deze straat gehandhaafd worden. Bij de Jan
Tooropstraat is de rooilijn vastgelegd. Hier is het van belang dat
deze de continuïteit in deze straat begeleidt. De bouwhoogte
bedraagt in dit hele deelgebied ten hoogste vijf bouwlagen. Langs
de randen is deze bouwhoogte randvoorwaardelijk. Langs de Suze
Robertsonstraat en de Jan Vethstraat kan een bouwhoogte van ten
minste drie lagen toegepast worden. Dit hangt af van de uiteindelijke
keuze voor sloop –nieuwbouw of renovatie van woningen.
axonometrie Middengebied Zuid
53

54
kabels en leidingen matenplan deelgebieden

7 Uitvoering en fasering
7.1 Uitvoering
Kwaliteitsniveau bestrating-groen openbare ruimte
Voor de inrichting van de openbare ruimte worden de materialen
uit de Leidraad Openbare Ruimte van het Stadsdeel Slotervaart
gehanteerd. Voor het Allebéplein wordt nog een bijzondere inrichting
bepaald. Uitgangspunt is dat het gehele raamwerk en openbare
ruimte in alle deelgebieden op termijn wordt vernieuwd.
Maaiveldpeil
Het maaiveld van het raamwerk ligt gemiddeld op -.090 mtr .
NAP en gemiddelde onderhoudshoogte aan de gevel van-0.70
NAP. Per UWP voor een deelgebied worden de maaiveldpeilen en
grondwaterstanden definitief bepaald.
Waterhuishouding
De grondwaterstand (slootpeil) binnen Overtoomse Veld Noord ligt op
-2,10 mtr NAP. De gemiddelde grondwaterstand ligt op -1,50 mtr NAP
(= incl. opbolling). Dit betekent dat er slechts 0,80 cm ´droge grond´
is. De precieze maten zijn pas bekend na peilen.
Civiele werken
Ten behoeve van de 10% watercompensatie zal in de spoorstrook
circa 0,6 hectare extra water gemaakt moeten worden door het
verbreden van de sloot en het graven van een singel rondom de
schoolwerktuinen (inclusief toegangsbruggen) en een overloopgebied
ter plaatse van de Piet Mondriaanstraat.
Er zijn voor de rest geen aanpassingen aan civiele werken voorzien,
wel opknappen van alle bestaande tunnelonderdoorgangen naar
Rembrandtpark.
Vuilophaalsystemen
Ondergronds vuilophaalsysteem, 1 ondergrondse container voor
restafval/40 woningen, 1 ondergrondse container voor papier/60
woningen, 1 ondergrondse container voor glas/300 woningen
Verlichting
Vervanging door standaard armatuur DIVV (verlichtingsplan DIVV
2004), bijzonder verlichting op het Allebéplein
Kabels en leidingen
Op termijn zullen veel kabels en leidingen worden vervangen gezien
de ouderdom (+30 jaar). Daarnaast zullen in het hele gebied de
omleggen bandriolen onder de bomen moeten worden verlegd naar
een middenligging.
Het bestaande gemaal ter plaatse van het AA-plein zal worden
gehandhaafd. De locaties voor inpandige bestaande en nieuw
te bouwen trafo’s moeten nog nader worden onderzocht. Aan de
noordzijde van de Postjesweg liggen een aantal hoofdtracées, dat
moeten worden ingepast (zeer beperkte uitbouw ten opzichte van de
huidige tuinen).
In Parkstad verband is het uitgangpunt om stadsverwarming toe
te passen. Hiervoor moet ruimte worden opgenomen in de tracés
en zullen op nader te bepalen plekken ook tussenstations moeten
worden opgenomen in de nieuwbouw.
7.2 Tussentijdse toetsing
Procuwo
Naar aanleiding van de behandeling in de Procuwo in november 2004
zijn de volgende opmerkingen gemaakt:
DWR-waterbeheer
Nader overleg met DWR nodig over de waterberging-huishouding
Elektra
Er zitten 19 traforuimtes in het gebied waarvan 16 inpandig in de
bestaande bouw die deels worden gesloopt. Gezien de uitbreiding
van het aantal woningen zullen op termijn 10 nieuwe ruimtes nodig
UITVOERING
zijn. Het zal om ongeveer 400 woningen per ruimte gaan.
Gas
Er liggen 13 lage drukleidingen (vrijwel allemaal oude leidingen) en 3
km hoge drukleiding. De leidingen in de Jan Tooropstraat, Postjesweg
en Derkinderenstraat blijven liggen. Vervanging of vernieuwing van
het net hangt mede af van de komst van het warmtenet.
Stadsverwarming
Er wordt uitgegaan van het toepassen van stadsverwarming op
termijn, hiervoor zijn onderstations en eventueel tijdelijke ketelhuizen
nodig zijn, daarnaast moet de definitieve plek van het hoofdtracée
nog bepaald worden
Telecom
Aan de zuidkant van de Jan Evertsenstraat ligt een zwaar tracé. Dit
geldt ook voor de noord-zuidstraten. Op diverse punten bevinden
zich kabelverdelers. Bij de toename van het aantal woningen zullen
nieuwe voedingen gelegd worden. Er komen geen nieuwe stations
bij.
DWR
Er is nog geen sprake van vernieuwing. Wat betreft de toename
moet worden bekeken of de huidige pomp- en transportcapaciteit
voldoende is of dat er een nieuw gemaal moet komen.
Op basis van het raamwerk is bijgevoegde kaart kabels en leidingen
tracés gemaakt die zal worden ingebracht in de Procuwo.
Per UWP voor de deelgebieden dient afstemming plaats te vinden
met de Procuwo over de exacte inpassing.
55

56
exploitatiegrenzen per deelgebied
fasering deelgebieden

UITVOERING
7.3 Fasering
Bijgevoegd is een indicatieve faseringskaart opgenomen. Als
algemeen principe volgt de uitvoering van de openbare ruimte direct
op de oplevering van de deelgebieden. Op basis van de huidige
planningen voor de deelgebieden betekent dit dat van noord naar
zuid zal worden opgeleverd vanaf eind 2006.
Het Spoorpark zal deels vooruitlopend op de ontwikkeling van
deelgebieden worden aangelegd tussen 2006 en 2007 vanwege
de noodzakelijke extra waterberging en om de buurt tijdens de
bouwwerkzaamheden leefbaar te houden.
7.4 Interim beheer
Tijdens de vernieuwing zal een interimbeheerplan worden opgesteld
waarin afstemming van oa bouwwerkzaamheden en (tijdelijke)
parkeervoorzieningen worden beschreven.
8 Financiën
Voor het raamwerk is een grondexploitatie opgesteld. Hierin zijn
de gehele Postjesweg en de Jan Evertsenstraat niet opgenomen.
De inrichting van deze straten zal uit andere bronnen worden
gefinancierd.
Voor de Jan Evertsenstraat is dit het Meerjaren Onderhouds Plan
Wegen. Het profiel zal conform de uitgangspunten in dit POR
worden aangelegd. De kosten van eventuele wijzigingen van de
uitgangspunten in een later stadium dienen uit de grondexploitatie
van de Noordstrook worden gefinancierd.
De dekking van het raamwerk bestaat uit bijdragen per nog vast
te stellen Uitwerkingsplan van de aanliggende deelgebieden.
Onderzocht zal worden op welk moment de kosten moeten worden
gemaakt voor de aanleg van delen de Spoorstook (waarin de gehele
watercompensatie zich bevindt) en welke dekkingsmogelijkheden uit
de diverse vastgestelde uitwerkingsplannen er op dat moment zijn.
Dit heeft een sterke relatie met de planning en het beschikbare saldo
uit het stimuleringsfonds. In concreto betekent dit dat er door het
stadsdeel een kosten- en dekkingsfasering zal worden gemaakt, die
continu zal worden bewaakt.
9 Beheer
Bij inrichting conform de leidraad zijn de beheerkosten voor de
verharding en straatmeubilair gedekt. Wanneer er andere materialen
en/of meubilair toegepast worden zullen de eventuele meerkosten
voor het beheer bij de vaststelling van de inrichting worden
opgevoerd. Voor groen en spelen zal een beheertoets plaats vinden
tijdens de planvormingfase van het maaiveldontwerp. Er zal naar
worden gestreefd om de kosten te beperken tot de huidige normen.
Over het algemene geldt wel dat de eerste drie jaar na aanplant de
beheerkosten voor groen hoger zijn, vanwege noodzakelijk intensief
beheer.
57

10 Communicatie
Op verschillende momenten is op informele wijze met (verschillende
groepen) bewoners gesproken over dit plan:
− klankbordgroep POR: bijeenkomst: 29 november 2004
− startbijeenkomst brede klankbordgroep Overtoomse Veld Noord: 8
februari 2005
− reguliere bijeenkomst brede klankbordgroep OVN: 17 mei 2005
− informatie bijeenkomst bewoners August Allebé plein e.o.: 20 april
2005
− inzet informatiebus: 3 maart 2005 (Middengebied Noord),
12 mei 2005 (August Allebé plein), 25 mei 2005 (bij opening
Politiebureau)
Rond de inspraak zal op de volgende wijze met de bewoners
gecommuniceerd worden:
speciale nieuwsbrief
inloop informatiedag (half juni)
inspraakavond
het plan is als PDF te downloaden van de website www.
overtoomseveld.nl
58
UITVOERING