(Be)weegpret
(Be)weegpret
(Be)weegpret
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
(<strong>Be</strong>)<strong>weegpret</strong><br />
Een multidisciplinair evidence based programma voor<br />
kinderfysiotherapeuten in de eerste lijn<br />
die werken met jonge kinderen met obesitas<br />
Annegien Slager, kinderfysiotherapeut<br />
Gezondheidscentrum Lindenholt<br />
Horstacker 1450<br />
6546 EK Nijmegen<br />
024-3781818<br />
aeuwema@gclindenholt.nl
Indeling<br />
blz<br />
Inleiding……………………………………….1<br />
Hoofdstuk<br />
1 Waarom dit werkboek ……………………2<br />
2 Probleemschets…………………………….3<br />
3 Literatuur onderzoek………………….......4<br />
4 Het (be)<strong>weegpret</strong> programma…………….6<br />
5 Doelstellingen voor ouders en kinderen….7<br />
6 Inclusie en exclusie criteria……………….9<br />
7 <strong>Be</strong>trokken discipline`s…………………….10<br />
8 De (be)<strong>weegpret</strong> lessen……………………12<br />
9 Ouderadviezen…………………………….16<br />
10 Resultaten (be)<strong>weegpret</strong> tot nu toe………18<br />
11 Financiering……………………………….19<br />
12 Links……………………………………….21<br />
Literatuur……….…………………………….22<br />
Bijlage`s………….…………………………....25<br />
1. Activiteitenlijst………………………....25<br />
2. Activiteitendagboek…………………....26<br />
3. BMI afkapwaarden …………………....27<br />
4. BMI percentielscore`s……………….....28<br />
5. BMI Nomogram………………………...29<br />
6. Intake formulier fysiotherapie…….…..30<br />
7. 6 minuten wandel test……………….….31<br />
8. PWC170………………………………....32<br />
9. Bruce test………………………………..33<br />
10. Evaluatie formulier……………………..34<br />
1
1<br />
Waarom dit werkboek?<br />
Inleiding<br />
Het starten van een groep voor kinderen met obesitas in de eerste lijn is niet simpel, er moet<br />
niet alleen een inhoudelijk goed programma komen maar het moet ook multidisciplinair,<br />
evidence based, en betaalbaar zijn. Er zijn veel fysiotherapeuten die eigen programma`s<br />
gestart zijn, maar vaak willen ze hun gegevens niet zomaar prijs geven. Natuurlijk kan je je<br />
aansluiten bij Fitkids maar die hebben incidenteel groepen met alleen obese kinderen, hun<br />
doelgroep is chronisch zieke kinderen met verschillende diagnose`s die niet kunnen<br />
participeren in reguliere sporten. Terwijl obese kinderen na het volgen van het (be)<strong>weegpret</strong><br />
programma nu juist heel goed kunnen integreren in reguliere sporten. Het combineren van<br />
kinderen met verschillende problemen (obesitas,ADHD, Pdd-nos DCD,etc ) doet afbreuk<br />
aan de specifieke behoefte`s van kinderen met obesitas en hun ouders.<br />
Ook de Kidzfit is in opmars maar die zijn in mijn ogen meer geschikt voor kinderen boven<br />
de 8 jaar en te weinig functioneel gericht, waardoor de vertaalslag naar bewegen in het ADL<br />
gemist wordt. Bovendien is er geen diëtiste bij betrokken. Je betaald ook jaarlijks flinke<br />
bedragen die je ook uit kan geven aan de financiering van je eigen groep.<br />
Vervolgens kwamen de problemen met financiering, als je gebruik moet maken van de<br />
aanvullende verzekering dan blijf je kinderen missen die geen of een beperkte aanvullende<br />
verzekering hebben terwijl uit onderzoek blijkt dat juist in die groep obesitas het meeste<br />
voorkomt (1,2,3). Vaak zijn programma`s intensief (tot 3 keer per week) en gedurende een<br />
korte periode (3 maanden). Dit is een te korte periode om een gedegen gedragsverandering te<br />
begeleiden bij zowel ouders als het kind, en met een programma van 3 keer per week<br />
ontneem je jezelf de kans om het kind te begeleiden in het zoeken, starten en volhouden van<br />
een eigen sport.<br />
Als laatste probleem krijg je dan de vraag hoe je een doordacht, effectief en evidence based<br />
programma in elkaar zet zodat je de meeste kans van slagen hebt en je doelstellingen per<br />
kind scherp kan stellen. Er zijn programma`s die wel erg voorzichtig waren met hun<br />
doelstellingen. Natuurlijk is het als eerste belangrijk om een kind plezier in bewegen te laten<br />
ervaren maar om dat nu als enig doel te nemen…<br />
Doelgroep<br />
Het overgewicht wordt bij jonge kinderen vaak door zowel ouders als bijvoorbeeld de<br />
huisarts onderschat. In een Australische studie bleek 19 % van de kinderen overgewicht te<br />
hebben en maar 5% van de ouders herkende dit als een probleem (4). Obesitas is een<br />
chronische ziekte, en een vaak gehoorde opmerkingen als: “ach,.. ze is gewoon wat mollig<br />
“ doet dus geen recht aan de ernst van de situatie. Een andere vaak gehoorde opmerking van<br />
consultatiebureau verpleegkundige is: “nu hebben we ouders bijna zover dat ze er iets mee<br />
gaan doen, en dan is het kind 4 jaar en zien we hem/ haar niet meer”. Typerend voor het<br />
ontstaan van overgewicht en obesitas is dat het inzet vanaf de leeftijd 3-4 jaar maar pas<br />
wordt opgemerkt op de leeftijd van 8-9 jaar(5), dus lijkt starten vanaf 4 jaar gerechtvaardigd.<br />
Doel van het werkboek<br />
Het doel van dit werkboek is een evidence based ( en betaalbaar ) programma te schrijven<br />
voor jonge kinderen met obesitas, aansluitend op de zorg vanuit het consultatiebureau ( dus<br />
vanaf 4 jaar). Een praktisch werkboek zodat niet iedere fysiotherapeut die een groep wil<br />
opzetten opnieuw `het wiel moet uitvinden` of hoge kosten kwijt is aan een duur<br />
programma. Een kant-en-klaar programma waar vanuit je direct kan gaan werken en dat je<br />
desgewenst mag aanpassen aan je eigen wensen.<br />
2
2<br />
Probleemschets<br />
Obesitas wordt door de World Health Organization (WHO) gedefinieerd als een chronische<br />
ziekte die gepaard gaat met vetstapeling in het lichaam op een zodanige wijze dat er<br />
gezondheidsrisico’s optreden (6).<br />
De toename van het aantal kinderen met obesitas is verontrustend. De laatste jaren is de<br />
prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen wereldwijd sterk toegenomen. Ook in<br />
Nederland is deze toename gesignaleerd. Het aantal jongens dat in 2004 aan obesitas lijdt is<br />
vergeleken met 1997 verdriedubbeld en bij meisjes is er een ruime verdubbeling te zien.<br />
Gemiddeld heeft 13,5% van de jongens en 16,7% van de meisjes overgewicht. Obesitas<br />
komt voor bij gemiddeld 3.1% van de jongens en 3.8% van de meisjes. De prevalentie van<br />
obesitas blijkt bij kinderen sterker toe te nemen dan de prevalentie van overgewicht(7,8) Het<br />
is belangrijk dat de behandeling van obesitas al op jonge leeftijd plaatsvindt, hoe langer het<br />
overgewicht op kinderleeftijd bestaat en hoe zwaarder het kind is, hoe groter de kans op<br />
overgewicht op volwassen leeftijd (9). Bovendien begint de eerste flinke gewichtsstijging<br />
rond het 3 e , 4 e jaar bij kinderen die later obese volwassenen worden(4) precies op het<br />
moment dat het consultatiebureau de kinderen weinig of helemaal niet meer ziet. Het<br />
probleem is vooral om het overgewicht herkend en erkent te krijgen door ouders en<br />
(huis)artsen. Ouders zijn over het algemeen moeilijk te motiveren op die leeftijd iets aan het<br />
overgewicht te doen, terwijl dit nu juist de leeftijd is waarbij dit het minste moeite kost. Op<br />
die leeftijd zijn er nog geen psychologische belemmeringen, jonge kinderen willen graag<br />
bewegen en de voeding wordt nog voor 100% door de ouders bepaald.<br />
3
3<br />
Literatuur onderzoek<br />
Gevolgen:<br />
Overgewicht op jeugdige leeftijd beïnvloedt het cardiovasculaire risicoprofiel, het vergroot<br />
het risico op hart- en vaatziekten en diabetes mellitus type II (10). Ook de kans op het<br />
krijgen van bepaalde vormen van kanker, stoornissen in het bewegingsapparaat, hoge<br />
bloeddruk, verhoogd cholesterol en ademhalingsproblemen neemt toe bij overgewicht en<br />
obesitas. (11,12). Dit zijn nog maar de lichamelijke klachten. Naast de lichamelijke gevolgen<br />
kan obesitas ook psychosociale gevolgen hebben voor het kind en het beïnvloed de kwaliteit<br />
van leven. Zo worden kinderen met obesitas vaak gepest en hebben ze vaak een laag gevoel<br />
van eigenwaarde(13).Van de obese kinderen zal 70 % obees zijn als volwassene (14) met<br />
alle gevolgen van dien.<br />
Oorzaken:<br />
Overgewicht wordt veroorzaakt door een verstoring van de energie balans, waarbij recent<br />
onderzoek aangeeft dat het teveel aan energie inname een grotere rol lijkt te spelen dan het<br />
gebrek aan energie verbruik door te weinig beweging (K.Westerterp 2008. binnenkort<br />
publicatie in het international journal of obesity).<br />
De meeste vormen van obesitas zijn multifactorieel bepaald. Zowel genetische als<br />
omgevingsfactoren verhogen de gevoeligheid voor het ontwikkelen van obesitas(12,21).<br />
De belangrijkste oorzaken voor het ontstaan van deze verstoring van de energiebalans (met<br />
overgewicht tot gevolg) zijn:<br />
- obesitas bij ouders van het kind (zowel genetische- als omgevingsfactor)<br />
- een te hoog of te laag geboortegewicht<br />
- laag opleidingsniveau van ouders<br />
- een vroege Adiposity Rebound (AR)*<br />
* Adiposity Rebound is een vroege stijging van de BMI na het bereiken van de laagste BMI<br />
score. De AR is gemiddeld tussen het 5e en 7e jaar, een vroege AR is ongeveer 2 jaar eerder.<br />
Oorzaken voor een vroege AR zijn onduidelijk, de enige oorzaak die aangetoond is zijn een<br />
of twee ouders met overgewicht. De relatie met energie inname of sociaal-economische<br />
klasse is niet aangetoond (15). Wellicht dat genetische factoren van belang zijn, zoals ouders<br />
met diabetes mellitis type 2 (16). Ook zijn er relaties te leggen met de mate van controle van<br />
moeders op het voedingspatroon van hun kinderen, waardoor de kinderen een slecht<br />
zelfregulerend vermogen ontwikkelen als het gaat om hun energie inname, ze zijn<br />
afhankelijk geworden van externe in plaats van interne factoren om te bepalen hoeveel ze<br />
eten (“als je je bord leeg eet,… krijg je snoep/toetje” )(17).<br />
Verder worden nog genoemd: ondervoeding van de moeder tijdens de zwangerschap,<br />
sociaal economische en culturele factoren (de prevalentie bij Turkse en Marokkaanse<br />
kinderen is hoger dan bij Nederlandse kinderen), gezinsgrootte, buitenshuis werken van de<br />
beide ouders en het geven van borstvoeding of flesvoeding. Borstvoeding verkleint de kans<br />
op overgewicht op latere leeftijd aanzienlijk. Na 6 maanden borstvoeding is de kans op<br />
obesitas op 6 jarige leeftijd verkleind van 4,8% naar 2,8 % (18).<br />
Ook zijn er relaties gevonden tussen slaapgebrek en overgewicht. Tot 6 jaar hebben<br />
kinderen 10-12 uur slaap nodig, te weinig slaap geeft een grotere kans op overgewicht,<br />
maakt hongerig en is slecht voor de schoolprestaties(19).<br />
4
<strong>Be</strong>handeling<br />
Geadviseerd wordt om bij obesitas vanaf 3 jaar actief in te grijpen (9). Toegenomen niveau<br />
van activiteiten bij kinderen op jonge leftijd heeft een gunstig effect op de Body Mass Index<br />
(BMI ) tot jongvolwassen leeftijd (20). Bovendien is het makkelijker gedragpatronen op<br />
jonge leeftijd aan te leren of te veranderen (21).<br />
De behandeling van obesitas is momenteel gebaseerd op drie belangrijke pijlers:<br />
voedingsadviezen, lichamelijke beweging en gedragsverandering waarbij kind en ouders<br />
multidisciplinair worden begeleid. Door een combinatie van deze drie is het niet alleen<br />
mogelijk om op korte termijn gewicht te verliezen maar dit ook vol te kunnen houden op<br />
lange termijn. (22,23,24,25). Uit het onderzoek van Renders (2004) blijkt 1 jaar na<br />
interventie gericht op gezonde voeding, beweging en het reduceren van TV kijken, een<br />
gemiddelde vetpercentagestijging van 0,4% tegenover 3,6% vetpercentagestijging bij de<br />
controlegroep (10).<br />
Lezen en spelen aan tafel is een goed alternatief voor de TV omdat je daarbij beduidend<br />
meer energie verbruikt dan bij TV kijken, bovendien wordt bij TV kijken in de reclame`s<br />
ongezond eten aangeprezen en krijgen de kinderen vaak ongezond eten tijdens het TV<br />
kijken(26). Bij elk uur dat kinderen meer TV kijken neemt de prevalentie van obesitas met 2<br />
% toe (27). Minder TV kijken is zelfs effectiever om overgewicht tegen te gaan dan (alleen<br />
maar) gaan sporten (28). Uit onderzoek is gebleken dat kinderen die een TV op de kamer<br />
hebben dikker zijn dan kinderen die dat niet hebben (29)<br />
Vooral het stimuleren van buiten spelen is effectief gebleken in de aanpak van overgewicht.<br />
Voldoende buiten spelen met de juiste voedingsadviezen is effectiever dan<br />
voedingsadviezen en eens per week sporten (28).<br />
Het kind betrekken in de dagelijkse activiteiten in huis (stofzuigen, tafeldekken, de was,<br />
koken, enz) is een effectieve manier om gewicht te verliezen(30), en het zorgt ervoor dat<br />
kinderen minder televisie kijken.<br />
Bij het behandelen van deze jonge kinderen is de gedragsverandering bij ouders essentieel,<br />
zij zullen dan ook intensief betrokken moeten worden bij het programma. (23,36,37)<br />
Er zijn 5 belangrijke factoren die een positief effect hebben op het verminderen van<br />
overgewicht :<br />
1) Het stimuleren van ( minimaal 6 maanden ) borstvoeding (10,18,31)<br />
2) Het reduceren van een te hoge calorie-inname, met name het gebruik van gezoete<br />
dranken (er is een relatie met het drinken van 3 gezoete dranken per dag met overgewicht)<br />
(32)<br />
3) Het verminderen van zittende activiteiten (in het bijzonder TV en computergebruik)<br />
(27,28,29,35)<br />
4) Het bevorderen van buitenspelen (frequent buitenspelen is effectiever in preventie van<br />
overgewicht dan alleen sporten, kinderen betrekken bij ADL activiteiten is preventief voor<br />
obesitas) (28,33)<br />
5) Ontbijten (licht ontbijt geeft minder calorie-inname die dag dan geen of zwaar ontbijt )<br />
(34)<br />
5
4<br />
Het (<strong>Be</strong>)<strong>weegpret</strong> programma<br />
Het (<strong>Be</strong>)<strong>weegpret</strong> programma is een evidence based multidisciplinair behandelprogramma<br />
voor jonge kinderen(4-7jaar) met obesitas, geschreven voor kinderfysiotherapeuten in de<br />
eerste lijn.<br />
Er wordt in groepen wekelijks getraind, en ouders worden tijdens het sporten van de<br />
kinderen in groepen begeleid door de diëtiste en de pedagogisch verpleegkundige van de<br />
GGD. Indien nodig worden er individueel afspraken gemaakt met een eerstelijns kinder- en<br />
jeugdpsycholoog. Als eerste voorwaarde moeten de kinderen weer plezier krijgen in<br />
bewegen en het bewegen zelf op gaan zoeken in hun vrije tijd. Daarnaast worden<br />
doelstellingen opgesteld wat betreft het terugdringen van het overgewicht. Ouders moeten<br />
begrijpen dat de energie balans van hun kinderen verstoord is (teveel calorie inname en te<br />
weinig calorie verbruik) en dat zij er verantwoordelijk voor zijn om het voedingspatroon<br />
van hun kinderen te veranderen en ze daarvoor te motiveren.<br />
De doelstellingen verschillen per kind, zoals beschreven in hoofdstuk 5. De kinderen<br />
worden gedurende 2-3 jaar gevolgd, waarvan ze 6-12 maanden eens per week in de groep<br />
trainen, tijdens die periode en daarna worden ze eens in de 3 maanden gezien door de<br />
(kinder)fysiotherapeut. Uiterlijk na 3 maanden sporten de kinderen 1-2 keer per week<br />
zelfstandig, naast de (<strong>Be</strong>)<strong>weegpret</strong>.<br />
Ouders worden eens in de maand in groepen begeleid tijdens het sporten van hun kinderen<br />
door de diëtiste en de pedagogisch verpleegkundige. Er is tevens een ouder bijeenkomst<br />
waarbij ook de kinderfysiotherapeut en een huisarts aanwezig zijn.<br />
Tijdens de groepslessen neemt door het stimuleren van actief spel en sport activiteiten en<br />
het reduceren van passieve activiteiten het calorie verbruik toe, terwijl de dieetadviezen<br />
zorgen voor een gereduceerde calorie inname. Hiermee wordt de energiebalans weer<br />
hersteld.<br />
Samengevat:<br />
• Eens per week trainen in de groep gedurende 6 tot 12 maanden (aanbeveling<br />
conceptrichtlijn CBO: minimaal 1 jaar intensieve begeleiding, Tim Takken<br />
beschrijft in zijn richtlijn voor kinderen met overgewicht een minimale duur van 3<br />
maanden)<br />
• Eens per maand ouderbegeleiding door pedagogisch verpleegkundige en diëtiste<br />
• Een ouder informatie middag, verzorgd door de diëtiste, fysiotherapeut, huisarts,<br />
en de pedagogisch verpleegkundige.<br />
• Na 3 maanden (uiterlijk! )1-2 keer per week een eigen sport erbij<br />
• Vervolg traject van minimaal 2 jaar, elke 3 maanden door de diëtiste en de<br />
kinderfysiotherapeut<br />
• Minimale kosten voor ouders (tot nu toe €20,- om een cadeau te kopen voor de<br />
kinderen)<br />
6
5<br />
Doelstellingen voor de ouders en kinderen<br />
Ouders:<br />
Kennis van ouders vergroten op het gebied van:<br />
- Het <strong>Be</strong>lang van het verminderen van het overgewicht<br />
- De verstoring van de engergiebalans en hoe die te herstellen is.<br />
- Oorzaken van het overgewicht erkennen, herkennen en voorkomen.<br />
- Gezonde voeding (geen dieet), en het effect van kopieergedrag.<br />
- Minimale hoeveelheid lichamelijke beweging en intensiteit daarvan<br />
- De effecten van teveel passieve activiteiten zoals TV kijken<br />
- Het belang van het betrekken van het hele gezin (met name de moeder) bij de<br />
veranderingen in voeding en beweging. Als de omgeving ook een gezondere<br />
levensstijl krijgt heeft het kind een grotere kans op het verminderen van zijn<br />
overgewicht (36,37).<br />
- Pedagogische manier van implementeren van de adviezen bij hun kind.<br />
Vragen die bij het bespreken hiervan geschikt zijn: Maakt u zich over het overgewicht van<br />
uw kind?, denkt u dat we het overgewicht kunnen verminderen?, wat zou hiervoor moeten<br />
veranderen? Wat kan u zelf doen om uw kind meer te laten bewegen en minder calorierijk te<br />
laten eten?<br />
Dus niet alleen preken maar vooral ouders zelf laten verwoorden wat de problemen zijn en<br />
hoe ze aangepakt kunnen worden, waarna de fysiotherapeut in overleg met de ouders en het<br />
kind de definitieve doelstellingen vaststelt en ze op papier zet (voor op de koelkast)<br />
Zorg dat ouders zelf inzicht krijgen door bijvoorbeeld het activiteiten dagboek bij te houden<br />
of een stappenteller mee te geven ( zie bijlage 2 )<br />
Kinderen<br />
• Plezier in bewegen<br />
Veel kinderen met overgewicht zitten in een negatieve spiraal, ze beleven weinig plezier aan<br />
bewegen en ze missen daardoor de ervaring om zich te bekwamen in de spelvormen en<br />
vaardigheden passend bij hun leeftijd, wat weer negatief werkt op de broodnodige<br />
be<strong>weegpret</strong>.<br />
Door ze in een groep te begeleiden en te laten ervaren dat bewegen leuk is en dat ze<br />
verrassend veel kunnen, stijgt hun gevoel van competentie en eigenwaarde. Hierdoor zullen<br />
ze meer participeren tijdens spelactiviteiten met hun leeftijdsgenootjes waardoor de<br />
hoeveelheid activiteit in hun leven zal toenemen.<br />
Dus plezier in bewegen en het niet meer onderschatten van eigen kunnen is een absolute<br />
voorwaarde om succes te hebben met dit programma.<br />
• Een eigen sport<br />
De ouders het kind en de fysiotherapeut bepalen samen de mogelijkheden voor een eigen<br />
sport, ouders gaan samen met het kind verschillende sporten uitproberen. Uiterlijk na 3<br />
maanden moet elk kind naast de (<strong>Be</strong>)<strong>weegpret</strong> een of twee keer per week zelf sporten.<br />
7
• Gewichtshandhaving, en daling van de BMI ( te behalen in 2-2.5 jaar )<br />
Door in te zetten op gewichtsbehoud, zal door de groei de BMI dalen.<br />
Tenzij kinderen (ouder dan 7 jaar) al complicaties hebben zoals: pijn, achterstand<br />
motorische ontwikkeling, ademhalingsmoeilijkheden tijdens slapen, hypertensie, diabetes,<br />
sterke toename BMI in korte tijd, of een BMI die al boven de p95 stijgt.<br />
In die gevallen moet volgens de concept richtlijn obesitas van het CBO ingezet worden op<br />
gewichtafname(23).<br />
BMI≥1,1 SD wordt geclassificeerd als overgewicht = BMI p 85<br />
BMI≥2,3 SD wordt geclassificeerd als obesitas = BMI p 95<br />
(zie bijlage`s 3,4,5 :afkapwaarde`s voor overgewicht en obesitas, percentielscore`s en BMI<br />
Nomogram )<br />
Omdat gewichtsafname niet altijd haalbaar blijkt te zijn bij jonge kinderen in de groei, is<br />
een goed alternatief om bij een BMI boven de p95 altijd een (huis)arts te laten beoordelen<br />
of er geen lichamelijke oorzaken of gevolgen van het overgewicht zijn en samen met<br />
hem/haar te bepalen of er ingezet wordt op gewichtsdaling of gewichtshandhaving. <strong>Be</strong>ter is<br />
nog om afspraken te maken met verwijzers over het indiceren en verwijzen naar de<br />
(<strong>Be</strong>)<strong>weegpret</strong> waardoor alle kinderen ook eerst door een arts gezien worden onafhankelijk<br />
van hun BMI. Per kind kunnen individuele afspraken gemaakt worden over de daling van de<br />
BMI, soms is het doel om onder de grens van overgewicht te komen goed haalbaar terwijl in<br />
andere gevallen dit een te hoog doel is om mee te starten. Hier moet wel opgemerkt worden<br />
dat het hanteren van de BMI bij het diagnosticeren van -en zoeken naar- de oorzaken van<br />
overgewicht, als nadeel heeft dat de BMI ook de vetvrije massa meet, en dat dus ook de<br />
toename van ander weefsel dan vet (o.a. spierweefsel), de BMI kan doen stijgen. De relatie<br />
tussen het vetpercentage en de BMI score is op jonge leeftijd nog wel aanwezig, met name<br />
bij adolescente jongens is deze relatie zwak.<br />
Samengevat:<br />
• Gewichtsbehoud, waardoor BMI daling<br />
• Gewichtsafname: bij kinderen boven de 7 jaar waarbij er sprake is van<br />
complicaties of een BMI> p95 (classificatie obesitas) waarbij de arts heeft aangegeven<br />
dat gewichtsdaling te doel dient te zijn.<br />
Concrete doelen wat betreft de hoeveelheid (buiten-)beweging.<br />
De Nederlandse norm voor Gezond bewegen voor jongeren is hierbij het uitgangspunt:<br />
Dagelijks een uur matig intensief lichamelijk actief, waarvan minstens tweemaal per week<br />
gericht op het verbeteren of handhaven van de lichamelijke fitheid (kracht, coördinatie en<br />
lenigheid).<br />
- Minimaal een uur per dag matig intensief bewegen ( zie activiteitenlijst), liefst buiten.<br />
- Een keer per week (<strong>Be</strong>)<strong>weegpret</strong><br />
- 1-2 keer per week een eigen sport<br />
Concrete doelen wat betreft het verminderen van inactiviteit<br />
Maximaal een uur per dag TV/ PC, in ieder geval nooit meer dan het kind intensief<br />
bewogen heeft die dag.<br />
8
Concrete doelen wat betreft het voedingspatroon( zie ook ouderadviezenlijst ).<br />
- Verminderen inname van gezoete dranken tot een glas per dag<br />
- Ontbijten<br />
- 3 maaltijden per dag<br />
- Maximaal 3 tussendoortjes<br />
Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat de kinderen een dieet volgen. Ze moeten een<br />
gewone gezonde manier van eten aanleren, liefst gevolgd door de rest van het gezin.<br />
Verder worden de dieetadviezen tijdens individuele afspraken met de diëtiste en tijdens de<br />
groepsbijeenkomsten samen met de pedagogisch verpleegkundige verder ingevuld.<br />
9
6<br />
Inclusie en exclusie criteria<br />
Inclusie criteria<br />
Kinderen van 4-7 jaar (voor kinderen boven de 8 jaar is een ander programma) met en<br />
verstoorde energiebalans waarbij er teveel calorieën ingenomen worden door een verkeerd<br />
voedingspatroon en te weinig calorieën verbrand worden door bewegingsarmoede, welke tot<br />
gevolg gehad heeft dat er overgewicht ontstaan is geclassificeerd als obesitas (zie bijlage 3).<br />
Exclusie criteria:<br />
- Grote motorische achterstand, afhankelijk van de samenstelling van de groep, soms is<br />
een motorische achterstand niet erg als er jongere kinderen of kinderen met dezelfde<br />
achterstanden in de groep zitten.<br />
- Ernstig beperkende psychologische factoren<br />
- Kinderen die voldoende bewegen en zuiver aanpassing van hun voedingspatroon<br />
nodig hebben ( let op: twee keer per week sporten lijkt leuk maar vraag ook wat ze exact<br />
doen, zo is het keeper zijn natuurlijk geen zwaar intensieve activiteit)<br />
- Kinderen die om welke reden dan ook niet maximaal belastbaar zijn (bijvoorbeeld:<br />
cardiale problemen)<br />
Overgewicht onder de 4 jaar:<br />
Ook overgewicht bij kinderen onder de 4 jaar waarbij bewegingsarmoede een rol speelt is<br />
een indicatie voor begeleiding (23,14).Die begeleiding kan vaak gedaan worden door het<br />
consultatiebureau, in samenwerking met de fysiotherapeut die het kind eenmalig onderzoekt<br />
en een plan opstelt voor wat betreft de dagelijkse beweging van het kind.<br />
De verpleegkundige en de arts op het consultatiebureau kunnen dit vervolgens monitoren<br />
mits het kind vaker gezien wordt dan de standaard frequentie, liefst om de 3 maanden.<br />
Hierover kunnen afspraken gemaakt worden met je lokale consultatiebureau.<br />
10
7<br />
<strong>Be</strong>trokkenen discipline`s<br />
• De diëtiste ziet de kinderen en ouders voor de groep start individueel, en eens in de<br />
maand ziet ze de ouders tijdens de (<strong>Be</strong>)<strong>weegpret</strong>lessen. Hij/zij geeft ouders informatie over<br />
gezonde voeding, er wordt nadrukkelijk geen dieet voorgeschreven.<br />
• De pedagogisch verpleegkundige ziet de ouders eens in de maand samen met de<br />
diëtiste tijdens de (be)<strong>weegpret</strong> lessen om adviezen te geven over de opvoedkundige<br />
problemen die mogelijk ontstaan bij het invoeren van de adviezen.<br />
• De psychologe ziet de kinderen en hun ouders individueel op verwijzing van de huisarts<br />
(vaak via een van de andere discipline`s) als er psychologische factoren zijn die het herstel<br />
van een gezond gewicht in de weg staan.<br />
• De huisarts diagnostiseert de kinderen en beoordeeld of ze in aanmerking komen voor<br />
het (<strong>Be</strong>)<strong>weegpret</strong> programma, hij/zij is ook bij een van de ouderbijeenkomsten aanwezig en<br />
geeft informatie over de medische gevolgen van overgewicht.<br />
In de literatuur wordt geadviseerd om kinderen met een BMI van boven de p 95 uitgebreid<br />
medisch te onderzoeken (23). In de praktijk is het verstandig om alle kinderen die in<br />
aanmerking komen voor de groep eerst bij de huisarts te laten komen zodat daar de<br />
indicatie voor de (<strong>Be</strong>)<strong>weegpret</strong> vastgesteld wordt en eventueel medisch onderzoek<br />
overwogen kan worden, dit zorgt ook direct voor een verwijzing voor de fysiotherapie en de<br />
diëtiste (en voorkomt zo extra administratie ivm DTF ).<br />
De arts hanteert ook nog een “klinishe blik” naast de BMI meting, waarbij zaken als<br />
etniciteit en lichaamsverhouding mede bepalen of de BMI meting betrouwbaar is voor het<br />
bepalen van de grenzen tussen gezond of overgewicht (38)<br />
• De kinderfysiotherapeut ziet de kinderen voor de groep start voor een intake, elke<br />
week bij de (be)<strong>weegpret</strong> lessen en daarna elke 3 maanden voor het wegen/ meten en het<br />
evalueren van de voortgang (zie Evaluatieformulier bijlage 10). De dietiste ziet de ouders<br />
vaker dan de kinderen, daarom doet de kinderfysiotherapeut de BMI bepalingen.<br />
Intake fysiotherapie<br />
- Informatie over de inhoud van het programma<br />
<strong>Be</strong>palen van de BMI( gewicht/lengte²), dit is de meest betrouwbare manier om de mate van<br />
overgewicht vast te stellen, het meten van vetpercentage`s door middel van<br />
huidplooimetingen is bij kinderen niet betrouwbaar (39,40).<br />
Hierna kan je een uitspraak doen of er sprake is van overgewicht of obesitas.<br />
(zie normtabellen in de bijlage`s 3,4,5 en website www.gezondebasis.nl)<br />
- <strong>Be</strong>palen van de doelstellingen van het kind ( zie hoofdstuk 5 )<br />
- Meegeven en bespreken van de ouderadviezen<br />
- Afnemen van conditietest, kan tijdens de les, zie hfst 9<br />
- Afnemen van de Movement abc<br />
- Afnemen van de sit-up test (normwaarden voor 5-7 en 12-16 jaar), kan tijdens de les, zie<br />
hfst 9<br />
- Afnemen van de ver-spring test (normwaarden vanaf 5-7 en 12-16 jaar), kan tijdens de les,<br />
zie hfst 9<br />
Zie intakeformulier bijlage 9<br />
11
• Een vrijwillig(st)er die de fysiotherapeut ondersteund in verband met het soms<br />
uiteenlopende motorisch niveau van de groep ( vaak studente`s (kinder)fysiotherapie, of het<br />
CIOS )<br />
Terug verwijzing Huisarts<br />
- Bij BMI stijging van 3 tot 4 punten BMI in 12 maanden (41)<br />
- aanwijzingen voor interne of externe psychologische factoren die de uitvoeding van de<br />
adviezen in de weg staan. (verwijzing eerstelijns psycholoog)<br />
12
8<br />
(<strong>Be</strong>)<strong>weegpret</strong> lessen<br />
Conditie test`s :<br />
Kinderen zijn vanaf 5 jaar goed te testen (42). De Vo2max verandert bij kinderen slechts<br />
marginaal, en is dus geen valide instrument om de vooruitgang in kaart te brengen.(43,44)<br />
Vooruitgang kan het beste in kaart gebracht worden door prestatietests die ook een<br />
aanspraak doen op de efficiëntie zoals snelheid, coördinatie en spierkracht.<br />
Welke test het meest geschikt is hangt af van het kind en het beschikbare materiaal.<br />
In de alledaagse praktijk van de eerstelijns kinderfysiotherapeut lijkt het meest geschikt:<br />
de 6 minuten wandeltest (6mwt ) en de 5x10 meter sprint test.<br />
De 6MWT meet het aerobe en de 10x5msprint het anaerobe vermogen.<br />
De testen doen een beroep op coördinatie, snelheid, kracht en uithoudingsvermogen in een<br />
vaardigheid passend bij de ADL behoefte van kinderen waardoor de test een functioneel<br />
karakter krijgt. Maar het zijn dus geen zuivere aerobe of anaerobe testen, het resultaat is ook<br />
afhankelijk van coördinatie snelheid en kracht.<br />
Het gebruiken van een maximale inspanningstest bij kinderen met overgewicht is minder<br />
geschikt omdat ze lager scoren dan kinderen zonder overgewicht. Als je toch een maximaaltest<br />
wilt gebruiken kan je hem dus het beste als evaluatief instrument inzetten in plaats van<br />
normatief.<br />
De 6MWT en de 10x5m sprinttest lijken dus het meest geschikt voor jonge kinderen en<br />
staan hieronder beschreven, daarnaast staan er nog 2 inspanningstesten kort besschreven die<br />
afhankelijk van de situatie ook geschikt zijn. Deze testen staan uitgebreid beschreven in het<br />
boek Inspanningstests van dr.T.Takken (42 )<br />
6 minuten wandeltest<br />
Uitvoeding: Het kind loopt gedurende 6 minuten een uitgezet parcours tussen 2 pilonen ( 8-<br />
50 meter ), de instructies tijdens de test zijn in een protocol beschreven omdat het resultaat<br />
afhankelijk is van de motivatie van het kind. De afgelegde afstand in 6 minuten wordt<br />
gemeten.<br />
Voordeel: je test niet alleen het aërobe vermogen maar ook de efficiëntie van het lopen.<br />
Wat meer overeenkomt met ADL activiteiten. En er zijn normwaarden vanaf 4 jaar<br />
beschikbaar.<br />
Nadeel: Dr.Tim Takken adviseert een afstand van 50m alhoewel in de literatuur<br />
verschillende afstanden gehanteerd worden met 8 m als minimum.(42).<br />
Er zijn Nederlandse (grove) percentielwaarden bekend (zie bijlage 7)<br />
10 x 5 meter sprint test:<br />
Dit is een anaerobe sprint test.<br />
Tussen twee lijnen op 5 m afstand sprinten, bij keerpunten moet 1 voet over de lijn gezet.<br />
Score is de tijd die een kind doet over 10 sprints. Er moet voldoende ruimte zijn om bij de<br />
10 e sprint “uit te lopen”.<br />
Nadeel: geen normwaarden onder de 12 jaar<br />
Voordeel: snel af te nemen, weinig ruimte nodig, functionele anaerobe prestatietest die past<br />
bij de manier waarop jonge kinderen spelen.<br />
13
De volgende 2 testen zouden eventueel ook geschikt zijn afhankelijk van het<br />
beschikbare materiaal.<br />
1. Bruce test<br />
Maximale areobe inspanningstest op een loopband waarbij elke 3 minuten de hellingshoek<br />
en de loopsnelheid worden opgevoerd. De Reling mag worden vastgehouden.<br />
Voordeel: er zijn normwaarden voor kinderen vanaf 4 jaar, het is een maximaal test.<br />
Nadeel:<br />
- De loopband moet een hellingshoek tot 22% hebben.<br />
NB: Er zijn aanwijzingen dat de halve Bruce test niet beter uit te voeren is voor kinderen<br />
dan de hele Bruce, en dat deze test niet goed genormeerd is (hele en halve Bruce test<br />
normwaarden zijn waarschijnlijk niet vergelijkbaar).<br />
Normtabellen en protocol Bruce test zie Bijlage 9<br />
2. PWC 170<br />
Een submaximale inspanningstest op een fietsergometer. Er wordt gestart met 25 watt<br />
gedurende 3 minuten, daarna wordt de belasting per 3 minuten 20 watt verhoogt, totdat de<br />
hartslag van 170 wordt behaald. De behaalde wattage bepaald de score.<br />
Voordeel: er zijn normwaarden voor kinderen vanaf 4 jaar.<br />
Nadeel:<br />
- het vereist veel motivatie/ doorzettingsvermogen om tot de hartslag 170 te komen bij<br />
jonge kinderen.<br />
- er is een geijkte (kinder)fietsergometer nodig<br />
Protocol en normwaarden in bijlage 8<br />
Krachttests:<br />
- Verspringen: afstand gesprongen vanuit stand met twee benen naast elkaar.<br />
Norse mean (S.D) voor leeftijd 5-7 jaar<br />
5 jaar 6 jaar 7 jaar<br />
Verspringen uit stand (cm) 83,7 (11,6) 104,0 (20,7) 112,5 (20,6)<br />
Bron: fitkids programma, onderdeel van de euro-fit test<br />
- Sit-up test: aantal sit-up`s met steun aan de voeten in 30 seconden.<br />
Afnameprotocol: De knieën 90gr gebogen, de voeten worden gefixeerd door de therapeut<br />
De handen achter in de nek gevouwen,de ellebogen moeten de knieën raken, en de<br />
schouderbladen moeten daarna de mat weer raken vóór de volgende sit-up<br />
Norse mean (S.D) voor de leeftijd 5-7 jaar<br />
5 jaar 6 jaar 7 jaar<br />
Sit-ups 4,2 HH (3,8) 5,0HH (4,3) 7,8HH(4,4)<br />
Bron: fitkids programma, onderdeel van de euro-fit test<br />
- Functionele kracht testen zonder normwaarden : Squat, kikkersprongen, buiklig met<br />
opgeheven armen en hoofd, hangen aan de armen, van ruglig tot stand komen.<br />
14
Toelichting<br />
Bij volwassenen is het doel het aërobe vermogen te vergroten (het aërobe vermogen is de<br />
hoogste zuurstofopname tijdens uitputtende inspanning waarbij grote spiergroepen worden<br />
gebruikt uitgedrukt in de: Vo2max ). Bij jonge kinderen is dit trainingseffect minimaal. Dit<br />
komt mogelijk omdat jonge kinderen van nature als een hoog aëroob vermogen hebben, ze<br />
zijn niet gemakkelijk te motiveren tot een zwaar trainingsschema, en de adaptieve<br />
mechanismen tot verbetering van de zuurstof opname zijn mogelijk nog onderontwikkeld<br />
(45)<br />
Je ziet dus vooral vooruitgang op het gebied van prestatietests, en functionele<br />
vaardigheden( skilltraining).Het blijft zeker zinnig om inspanningstests af te nemen om de<br />
vooruitgang te volgen.<br />
De kracht training elementen zijn toegevoegd om ervoor te zorgen dat er een zo min<br />
mogelijke reductie in spiermassa zal zijn in de periode van gewichtsreductie.<br />
Hierbij moet wel opgemerkt worden dat op deze jonge leeftijd de vooruitgang voornamelijk<br />
geboekt wordt door het efficiënter worden van bewegingspatronen door veranderingen in<br />
het neuromusculaire systeem ( toename in kracht, coördinatie, snelheid, efficiëntie<br />
looppatroon,.. ) (46).<br />
Trainingsrichtlijn voor kinderen met obesitas<br />
Frequentie 2-3 keer per week<br />
Intensiteit (hartslag ) Zwaar, Rond de anaërobe drempel of 74% van<br />
HFmax, Borg 6-7<br />
Tijd 20-30 minuten<br />
Gebruikmakend van activiteiten die grote<br />
spiergroepen aanspreken<br />
Uit: Richtlijnen conditietraining kinderen met obesitas, dr. T.Takken<br />
Trainingsrichtlijn krachttraining voor kinderen met obesitas.<br />
Frequentie 2-3 keer per week<br />
Aantal herhalingen 3 x 8-12 oefeningen<br />
Set 3 keer per training herhalen<br />
Uit: Richtlijnen conditietraining kinderen met obesitas, dr. T.Takken<br />
15
Praktische implicaties trainingsrichtlijnen:<br />
• De intensieve training is 2-3 keer per week, dus niet alleen de (<strong>Be</strong>)<strong>weegpret</strong> maar ook 1-<br />
2 andere momenten van intensieve training (eigen sport).<br />
• De activiteiten moeten altijd leiden tot uitputtende inspanning ( rennen, springen,<br />
klimmen, ..), en worden in de vorm van interval training aangeboden.<br />
• Een les bestaat uit 20-30 minuten intensieve duurtrainingactiviteiten en 3x een<br />
functionele krachtoefening met 8-12 herhalingen.<br />
• Tijdens de interval pauze`s wordt “actieve rust” aangeboden: zoals: een dier uitbeelden,<br />
op een pittenzakje balanceren, onbelaste bewegingen met de armen,.. )<br />
• De activiteiten zijn is spelvorm en moeten zorgen voor plezier!!<br />
• <strong>Be</strong>halve aanspraak op de conditie moeten de activiteiten ook aanspraak doen op<br />
lenigheid en behendigheid.<br />
• De activiteiten moeten functioneel zijn, aansluiten bij de interesse`s en mogelijkheden<br />
van de kinderen om deze thuis toe te passen.( dus geen gewichtheffen, of een hometrainer<br />
maar zwaar tillen, kikkersprongen, klimmen, rennen, voetballen, elastieken, touwtje<br />
springen, hinkelen)<br />
• Indien mogelijk de trainingen buiten doen zodat de vertaalslag naar het buiten spelen<br />
makkelijker gemaakt wordt.<br />
Enkele voorbeelden van spelvormen:<br />
• Rondjes rennen en bij klappen stilstaan en iets geks doen, ieder kind bepaald om de<br />
beurt wat er gedaan wordt en roept dan weer “klaar voor de start,… af!<br />
• Voskrijgertje, een kind (of de fysio)heeft een staart in zijn broek en de anderen moeten<br />
hem pakken.<br />
• Springen over hoepelparcours met pitten zakjes die naar de overkant gebracht moeten<br />
worden.<br />
• Zaklopen, als onderdeel van parcours.<br />
• Voetbal met de begeleiders in de doelen.<br />
• Buiten: frisbee met zachte (rubberen) frisbees per tweetal<br />
• Parcours apenkooien met een timer waarbij ieder kind zijn record telkens verbreekt.<br />
• Touwtje springen, of over een over de grond slingerend touw heen en weer<br />
rennen/springen.<br />
• Lange hinkelbanen (met krijt op de grond tekenen, ieder zijn eigen baan)<br />
• Dierentuin: rennen/ lopen als een,…. Olifant, tijger, kikker, … om de beurt een dier<br />
kiezen<br />
• Kracht training: (touwtje) springen, zaklopen, kikkersprongen, sumoworstelaar nadoen,<br />
de bal gooiend een sit-up maken, buiklig balgooien met armen los van de grond, zware bal<br />
overgooien.<br />
16
9<br />
Ouderadviezen<br />
5 gouden regels<br />
1. Gezonde voeding volgens richtlijnen van uw diëtiste<br />
2 Minimaal 60 minuten actief spelen per dag (liefst buiten )<br />
3. Maximaal 60 minuten TV/ PC tijd per dag<br />
4. Minimaal twee keer per week sporten (inclusief zwemles)<br />
5. Maak het leuk, en doe mee met de goede voornemens voor uw kind!! <strong>Be</strong>wegen is<br />
plezier!!!!, Samen in de tuin werken of het huishouden doen (met vrolijke muziek op) is<br />
leuk! En gezond eten is lekker!!<br />
Meer bewegen:<br />
Elke dag minimaal een uur intensief (buiten) spelen ( zie activiteitenlijst )<br />
Uw kind betrekken in de dagelijkse activiteiten in huis(stofzuigen, tafeldekken, de was,<br />
koken, enz) is een makkelijke manier om uw kind meer te laten bewegen en zo gewicht te<br />
verliezen<br />
leuke spelletjes voor binnen:<br />
- Ballonnen kopbal, of overgooien met een theedoek.<br />
- Twister<br />
- Standbeeldendans/ stoelendans of gekke bekkendans ( dansen en bij teken stil staan als een<br />
standbeeld of een gekke bek trekken )<br />
- Krant om krant lopen (twee kranten om en om op de vloer leggen en zo naar de andere<br />
kant van de kamer komen alsof je over stenen in een rivier loopt)<br />
- Verstoppertje (ook met voorwerpen)<br />
- Ren náááár de,…. Om beurten iets noemen en dan een sprintje wie er het eerste is<br />
- Samen koken/ bakken/schoonmaken/was opvouwen/en andere klusjes<br />
Vier leuke gebeurtenissen met actieve uitjes<br />
<strong>Be</strong>kijk het speelgoed van uw kind nog eens goed, zit er wel voldoende speelgoed bij<br />
wat actief spelen uitlokt ( sportuitrusting, ballen, tennisraket, goede fiets, gooi en<br />
vangspelletjes,.. )<br />
Minder passieve activiteiten<br />
Maximaal 1 uur PC/ TV/ spelcomputer tijd per dag, Een goede regel kan zijn dat uw<br />
kind net zolang buiten speelt als hij TV kijkt. Laat uw kind niet alles achterelkaar kijken,<br />
maar kijk een speciaal programma en daarna UIT.<br />
Televisie kijken is een uitgesproken passieve manier van tijdverdrijf en bovendien lokt<br />
het erg uit tot het eten van ongezonde tussendoortjes. Bij lezen of aan tafel spelen wordt<br />
duidelijk meer calorieën verbrand dan met TV kijken.<br />
Geen TV op de kinderkamer. Uit onderzoek is gebleken dat kinderen die een TV op de<br />
kamer hebben dikker zijn dan kinderen die dat niet hebben.<br />
Voeding:<br />
<strong>Be</strong>spreek de richtlijnen voor een gezonde voeding met uw diëtiste ( dus geen dieet )<br />
Minimaliseer gezoete dranken tot een glas per dag<br />
Maximaal 3 tussendoortjes per dag<br />
Sla geen maaltijden over, 3 maaltijden per dag ( sla vooral het ontbijt niet over )<br />
17
<strong>Be</strong>denk bij het eten van calorierijke tussendoortjes hoeveel uw kind er wel niet voor<br />
moet bewegen om de calorieën ervan te verbranden.<br />
Dus eet niet meer dan je die dag kan verbranden!<br />
Hieronder enkele voorbeelden.<br />
- 1 bakje patat: het kost bijna 3 uur fietsen om de calorieën hiervan te verbranden<br />
- 1 kroket: het kost bijna 1 uur fietsen om de calorieën hiervan te verbranden<br />
- 1 klein zakje chips: het kost 1 uur buitenspelen om de calorieën hiervan te verbranden<br />
<strong>Be</strong>waak de energie balans van uw kind, alle calorieën die niet verbrand worden zullen<br />
opgeslagen worden als vet.<br />
Zie www.gezondebasis.nl (energieverbrandingsmeter)<br />
Dring geen eten op aan uw kind, uit onderzoek is gebleken dat uw kind zijn<br />
hongergevoel aanpast aan de hoeveelheid calorieën die het eerder die dag binnengekregen<br />
heeft. Uw kind verliest zo de eigenschap om zelf aan te voelen wanneer het genoeg gehad<br />
heeft die dag.<br />
Probeer de discussies met uw kind te voorkomen door calorierijk voedsel en drinken<br />
niet meer in huis te halen, of buiten het zicht van uw kind te bewaren.<br />
<strong>Be</strong>paal vaste tijden voor maaltijden en tussendoortjes.<br />
Je kan niet bepalen of een kind eet, wel wat het eet!. Elke dag dat een kind 100calorieen<br />
extra binnenkrijgt die hij niet verbruikt komt hij daar 1 kilo per jaar van aan.(voorbeeld: een<br />
minimars is al 120 calorieën)<br />
Gebruik eten niet als troost of beloning, gebruik daarvoor leuke spelletjes of activiteiten<br />
of samen iets leuks doen (samen zijn is altijd een leuke beloning)<br />
<strong>Be</strong>trek uw kind bij het bereiden van het lekkere gezonde eten.<br />
Verwacht nog geen eigen verantwoordelijkheid van uw kind bij het opvolgen van de<br />
adviezen, u bent als ouders verantwoordelijk voor wat en hoeveel uw kind eet en drinkt en<br />
hoeveel het beweegt. Als u het moeilijk vindt om uw kind te motiveren bespreek dit dan met<br />
uw begeleiders van de be<strong>weegpret</strong> (fysiotherapeute, diëtiste en de pedagogisch<br />
verpleegkundige van de GGD (dit is zelfde organisatie als het consultatiebureau)<br />
Algemeen<br />
Houd vast aan een bepaalde bedtijd (tot 6 jaar hebben kinderen 10-12 uur slaap nodig),<br />
te weinig slaap geeft een grotere kans op overgewicht, maakt hongerig en is slecht voor de<br />
schoolprestaties.<br />
Geef uw kind keuze`s, maar dan alleen de gezonde: wil je buiten spelen of dansen op<br />
K3?, wil je een appel of een stukje ontbijtkoek?<br />
Laat de adviezen niet alleen gelden voor uw kind met overgewicht maar voor het hele<br />
gezin. <strong>Be</strong>trek ook opa`s en oma`s, buitenschoolse opvang en andere mensen die voor uw<br />
kind zorgen bij de voeding/ beweging en TV/PC adviezen. Goed voorbeeld doet goed<br />
volgen!<br />
Blijf consequent, een gokmachine is verslavend omdat je niet kan voorspellen wanneer<br />
je wint, zo is het ook verslavend voor een kind om te blijven proberen de regels te omzeilen<br />
als u als ouder niet consequent bent.<br />
Als uw kind gepest wordt, bespreek dit op school en met een van uw begeleiders van de<br />
(<strong>Be</strong>)<strong>weegpret</strong>, zodat we samen een plan van aanpak kunnen bedenken.<br />
Zie het niet als een straf om gezond te eten en voldoende te bewegen, en draag dit vooral<br />
niet uit naar uw kind, het is juist een gewone en goede zaak om gezond te leven.<br />
Samen genieten van een verse fruitsalade en knutselen aan tafel in plaats van hangen voor<br />
de TV met een lollie zijn geen verplichtingen maar vooral leuk!<br />
Af en toe lekker zondigen tegen deze algemene regels is net zo belangrijk als de regels zelf,<br />
maar houd het beperkt. Ga eens op de fiets naar de speeltuin die wat verder weg ligt, op zich<br />
al een uitje voor uw kind, of pak de lunch in een tasje en ga picknicken in het bos.<br />
18
10<br />
Resultaten tot nu toe ( 2007-2008 )<br />
na 6 maanden (be)<strong>weegpret</strong>, 12 maanden na de start van het programma<br />
Kind BMI 6MWT Buiten spelen<br />
( of actief binnen)<br />
minimaal 60<br />
minuten per dag en<br />
eigen sport<br />
Zody 27,3 → 24,1<br />
Min 3,2<br />
Jassin 24,7→26,8→24,1<br />
Min: 0,6<br />
Casper 18.1→17,8<br />
Min 0,3<br />
Joella 22,7→21,4<br />
Min 1,3<br />
Aylena 23,0→21,2<br />
Min: 1,8<br />
Brit 21,5→17,4<br />
3 kinderen<br />
Zijn<br />
gestopt<br />
Min: 2,9<br />
Voedingsadviezen<br />
geïmplementeerd?<br />
(0-100% )<br />
Tv kijken/PC tijd<br />
per dag maximaal<br />
1 uur<br />
(Nee, soms,<br />
meestal, altijd )<br />
P25→p75 Nee→Ja 80% Nee→Altijd<br />
P75→>p98 Ja→Ja 30% Nee→Soms<br />
P25→p75 Nee→Ja 100% Meestal→Altijd<br />
P75→p98 Nee→Ja 60% Nee→Meestal<br />
P50→p75 Nee→Ja 50% Nee→ Altijd<br />
P75→>p98 Nee→Ja 100% Nee→Altijd<br />
Samengevat:<br />
Gemiddelde BMI vermindering is 1,68 kg/m2<br />
De conditie van alle kinderen is verbeterd tot boven gemiddeld<br />
Alle kinderen halen de Nederlandse beweegnorm<br />
Alle kinderen hebben minder passieve activiteiten per dag<br />
Alle kinderen hebben een eigen sport<br />
Alle kinderen hebben plezier in “be<strong>weegpret</strong>” ervaren en ze hoeven nauwelijks<br />
gestimuleerd te worden buiten te spelen maar zoeken dit zelf op.<br />
19
11<br />
Financiëring<br />
Het (<strong>Be</strong>)<strong>weegpret</strong> programma in Nijmegen heeft het eerste jaar (2007) volledig op subsidie<br />
van de Gemeente Nijmegen gedraaid (afdeling sportservice). Het budget was toen 4500,euro<br />
(inclusief ontwikkelkosten en overleg). De kosten van de dietiste en de pedagogisch<br />
verpleegkundige zijn respectievelijk door de Thuiszorg en de GGD betaald.<br />
Kosten kinderfysiotherapeut:<br />
Vergoed vanuit de basis (intake en evaluatie) en aanvullende verzekering<br />
( groepsbehandelingen ) via groepstarief, of vergoed vanuit fondsen/overheid ( zie<br />
fondsenlijst) of een combinatie hiervan.<br />
Ook vergoeding vanuit een zorgprogramma ( afspraken met verzekeraars over een vast<br />
bedrag per obees kind per jaar waar vanuit verschillende discipline`s betaald worden, dit<br />
wordt gebruikt binnen gezondheidscentra ).<br />
Individuele afspraken zoals de intake, de evaluatie afspraken en de follow-up kunnen<br />
gewoon als een kinderfysiotherapeutische behandeling worden gedeclareerd.<br />
6 maanden (be)<strong>weegpret</strong> bestaat gemiddeld uit:<br />
- Januari tot juni: min 2 weken voorjaarsvakantie 22 groepsbehandelingen<br />
of<br />
- Augustus tot januari: min 1 week herfst en twee weken kerstvakantie 21<br />
groepsbehandelingen<br />
Een groepsbehandeling kost 1 ½ uur inclusief voorbereiding,<br />
Het uurtarief zoals gehanteerd wordt door<br />
Gezondheidscentrum Lindenholt (Nijmegen) = €37,- p/u<br />
Overzicht<br />
Kosten van de groepslessen ( per 6 maanden )<br />
- Per 6 maanden zijn de kosten dus 1.5 x 22 x €37,- = €1221,-<br />
- Verdeeld over 5 kinderen: €11,10 per kind per les<br />
- Verdeeld over 10 kinderen: € 5,50 per kin per les<br />
Overige kosten ( per 6 maanden )<br />
Uren multidisciplinair overleg in opzetfase: 5 uur = €185,-<br />
Uren multidisciplinaire overleg daarna: 2 uur per 6 mnd = €74,-<br />
Materiaalkosten om te starten: €150,-<br />
Voorbereiding informatie middag ( 2 uur ) €74,-<br />
Foldermateriaal €100,-<br />
---------------<br />
Totaal: €583,-<br />
Veel zorgverzekeraars vergoeden maar tot een maximale duur van 3 maanden, dan blijft er<br />
dus een kostenpost over van €610,-. ( exclusief overige kosten )<br />
Omgerekend is dit €122,- per kind ( bij groepsgrootte van 5 kinderen, en €61,- bij een<br />
groep van 10 kinderen ).<br />
Dat bedrag kan via een eigen bijdrage of via fondsenwerving verkregen worden.<br />
20
Een goed argument bij het onderhandelen van de vergoedingen bij de zorgverzekeraar is dat<br />
dit programma met eens per week zeker de helft goedkoper is dan bijvoorbeeld het veelal<br />
goed vergoedde Fitkids programma voor chronisch zieke kinderen waarbij de kinderen twee<br />
keer per week gezien worden.<br />
Kosten diëtiste vanuit de thuiszorg: vanuit het basispakket wordt voor elk kind per jaar 4<br />
uur begeleiding vergoed. De lokale thuiszorg organisatie kan het resterende bedrag voor<br />
overleg en de kosten van het behandelen op locatie zelf financieren of deze kosten kunnen<br />
elders gefinancierd worden ( zie fondsenoverzicht hieronder )<br />
Kosten Pedagogisch verpleegkundige GGD: vergoed door het lokale GGD ( hier moet je<br />
wel voor in overleg met de directie van je lokale GGD, of extern financieren). Kinderen<br />
kunnen gratis verwezen worden naar de GGD, voor het komen op lokatie moet soms<br />
financiering elders geregeld worden (bijv. onderdeel van vergoeding door zorgverzekeraar)<br />
Kosten eerstelijns psychologe: 8 sessies worden vergoed, met een eigen bijdrage van 10,-<br />
per zitting (sommige aanvullende verzekeringen vergoeden de eigen bijdrage)<br />
Soms is het budget wat het kind in zijn aanvullende verzekering heeft al snel opgebruikt,<br />
ook de kosten die daarna gemaakt worden kunnen elders gefinancierd worden.<br />
Het is niet verantwoordelijk (of evidence based ) om het programma maar 10 weken te laten<br />
duren omdat dat nu eenmaal het maximale aantal keer is dat een zorgverzekeraar de<br />
groepstherapie vergoed.<br />
Overheden / Fondsen die zich richten op deze doelgroep<br />
( bron: NISB: Nederlands Instituut voor Sport en <strong>Be</strong>wegen )<br />
- Jantje <strong>Be</strong>ton<br />
- Gemeente`s ( afdeling gezondheid of sport )<br />
- Provincie<br />
- Oranjefonds<br />
- VSB ( fonds voor maatschappelijke initiatieven in Nederland )<br />
- Stichting Doen<br />
- Schipholfonds<br />
- Jan Luijting fonds<br />
21
12<br />
Links<br />
- www.overgewicht.org ( actieplan voor ouders, conceptrichtlijn, artikelen )<br />
- www.gezondebasis.nl of www.zuivelonline.nl/gezondheid<br />
(energieverbrandingsmeter )<br />
- www.gezondeschool.nl<br />
- www.voedingscentrum.nl (calorie checklist, Donald Duck eet en beweeg boekje )<br />
- www.flash123.nl<br />
- www.flashnow.nl ( beweegwijzer )<br />
- www.beweeg.nl<br />
- www.beweegkriebels.nl ( spel ideetjes voor ouders )<br />
- www.sportservice.net<br />
- www.wateetenbeweegik.nl<br />
- www.centrumeetstoornissen.nl ( handmatige BMI meter kinderen )<br />
- www.NISB.nl ( Nederlands Instituut voor Sport en <strong>Be</strong>wegen )<br />
- www.TNO.nl ( BMI tabellen, Nomogram, prevalentie cijfers )<br />
22
Literatuur<br />
1. Speiser PW, Rudolf MC, Anhalt H, et al.: Obesity concequences working group.<br />
Childhood obesity. J Clin Endocrinol Metb. 2005; 90: 1871-1887<br />
2. Ferreira I, van der Horst K, Wendel-Vos W, Kremers S, van Lenthe FJ, Brug J.<br />
Environmental correlations of physical activity in youth, a rievieuw nd update.<br />
Mar; 8 (2 ): 129-54 2007<br />
3. Vries SL, Bakker I, Overbeek van K, Boer ND, Hopman-Rock M. Kinderen in<br />
prioriteitswijken: lichamelijke (in)activiteit en overgewicht. TNO kwaliteit van<br />
leven.isbn: 90-5986-165-5, 2005<br />
4. Campbell MWC, Williams J, Hampton A, Wake M; Maternal concern and<br />
perceptions of overweight in Australian preschool-aged children; Medical Journal<br />
of Australia 184 6: 274- 277, 2006<br />
5. Fredriks AM,Buuren S van, Hirashing RA, Wit JM, Verloove-van Horick SP:<br />
Toegenomen prevalentie van overgewicht en obesitas bij Nederlandse kinderen en<br />
signalering daarvan, aan de hand van internationale normen en nieuwe<br />
referentiewaarden.<br />
6. Zelissen PMJ, Mathus-Vliegen EMG, <strong>Be</strong>handeling van overgewicht bij<br />
volwassenen: Voorstel voor een richtlijn Nederlands tijdschrift Geneeskunde,<br />
2004; 148:2060-2066<br />
7. Hurk van den K,Prevalentie overgewicht en obesitas bij jeugdigen 4-15 jaar in de<br />
periode 2002-2004, TNO rapport 2006<br />
8. Fredriks AM,Buuren S van, Hirashing RA, Wit JM, Verloove-van Horick SP:<br />
Quetelet- Index ( Body mass index ) bij jongeren in 1997 vergeleken met nieuwe<br />
groeidiagrammen voor de signalering van overgewicht en obesitas. Nederlands<br />
tijdschrift Geneeskunde, jrg 145, nr 27, juli 2001.<br />
9. Barlow SE, Dietz w, obesity evaluation and treatment: expert committee<br />
recomondations, pediatrics vol 102, no3: pe29, 1998<br />
10. Renders CM, Seidell JC, Mechelen van W, Hirasing RA: Overgewicht en<br />
obesitas bij kinderen en adolecenten en preventieve maatregelen. Nederlands<br />
tijdschrift Gneeskunde,jrg.148, nr 42, 2004.<br />
11. Must A, Strauss RS. Risks and consequences of childhood and adolescent obesity.<br />
International journal of obesity, 1999 vol 23:pg s2-s11<br />
12. Wabitsch M. overweight and obesity in European children and adolescents,<br />
causes and concequences, treatment and prevention. European journal of pediatrics:<br />
vol 159,nr 13 2000, pg s5-s7<br />
13. SummerbellCD, Waters E, Edmunds LD, Kelly S, Brown T, Campbell KJ.<br />
Interventions for preventing obesity in children.cochrane database Syst Rev. 2005<br />
jul 20;(3):CD001871.Revieuw<br />
14. WhitakerRC, Wright JA, Pepe S, Seidel KD, DietzWH; predicting obesity in<br />
young adulthood from childhood and parental obesity; New England Medical<br />
journal 1997; 337:869-73<br />
15. Ahmad R, Emmett PM, Cowin IS, Reilly JJ; Factors associated with Early<br />
adiposity rebound Pediatrics Vol. 105 No. 5, pp. 1115-1118, 2000<br />
16. Silverman BL, Landsberg L, Metzger BE; Fetal hyperinsulinism in offspring of<br />
diabetic mothers: association with the subsequent development of childhood<br />
obesity. Ann N Y Acad Sci.; 699:36-45, 1993<br />
17. Johnson SL, Birch LL Parents' and childrens' adiposity and eating style. Pediatrics.<br />
94:653-661, 1994…<br />
23
18. Rossum CTM van, Buchner FL, Hoekstra J. Kwantificering van de<br />
gezondheidseffecten van borstvoeding; Literatuur overzicht en modelsimulatie.<br />
RIVM-rapport nr.350040001. 2005<br />
19. Teheri S, The link between short sleep duration and obesity: we schould<br />
recommend more sleep to prevent obesity. BMJ and Royal College of Pediatrics<br />
and Child Health; 91(11):881-884,2006<br />
20. Lynn L. Moore D.Sc., Di Gao A.S., M. Loring Bradlee M.S., L. Adrienne<br />
Cupples Dr.P.H., Anuradha Sundarajan-Ramamurti M.A., Munro H. Proctor M.D.,<br />
Maggie Y. Hood M.P.H., Martha R. Singer M.P.H., R.D. and R. Curtis Ellison<br />
M.D. Does early physical activity predict body fat change throughout childhood?<br />
Section of Preventive Medicine and Epidemiology, Boston University School of<br />
Medicine, Boston, MA 02118, USA, 2003<br />
21. Reilly J, Armstrong J, Dorosty AR, Emmett PM, Ness A, Rogers I, Steer C,<br />
Sherriff A: Early life risc factors of obesity in childhood, cohort study. BMJ:<br />
330:1357, 2005<br />
22. Groen M, Akker Evan den, Spijker Avan `t, Pot DJ, Trijsburg W: Gunstige korte<br />
termijn effecten van een multidisciplinaire gedragstherapeutische<br />
groepsbehandeling voor kinderen met overgewicht of obesitas. Nederlands<br />
Tijdschrift Geneeskunde, jrg 149, nr 20, 2005<br />
23. Concept richtlijn obesitas bij kinderen en volwassenen, medisch<br />
wetenschappelijke raad van het kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg, 2007<br />
24. Nemet D, Barkan S, Epstein Y, Friedland O, Kowen G, Eliakim A. short- and<br />
long-term beneficial effects of a combined dietary- behavioural- physical activity<br />
intervention for the treatment og childhood obesity. Journal of pediatrics, vol 155,<br />
no 4, 2005<br />
25. Baranowski, Obesity prevention in children, phisical activity and nutrition;<br />
Nutrition vol 20, issue 7-8: p 704-708, 2004<br />
26. Klesges RC, Shelton ML, Klesges LM. Effects of television on metabolic<br />
rate:potential implications for childhood obesity. Pediatrics;91(2):281-6; 1993<br />
27. Dietz WH; Gortmaker,SL do we fatten our children at the televisionset? Obesity<br />
and television vieuwing in children and adolescents. Pediatrics vol 75;no5:p 807-<br />
812; 1985<br />
28. Epstein LH, Myers MD, Raynor HA, Saelens BE. Treatment of pediatric obesity,<br />
pediatrics; 101: 554-70; 1998<br />
29. Dennison BA, Erb TA, Jenkins PL, Television vieuwing and television in the<br />
bedroom associated with overweight risk among low income preshool children,<br />
Pediatrics no 6;p1028-1035;2002<br />
30. Epstein LH, Wing RR, Koeske R, Ossip DJ, <strong>Be</strong>ck SA, comparison of lifestyle<br />
change and programmed aerobic exercise on weight changes in obese children.<br />
<strong>Be</strong>havioral therapy; 13: 651-665;1982<br />
31. Arenz S, Ruckerl R, Koletzko B, Kries von R; Breastfeeding and childhood<br />
obesity a systematic revieuw. International journal of obesity. Rel.<br />
Metab.dysord;28 (10 ) 1247-56,2004<br />
32. Ludwig DS, Peterson KE, Gortmaker SL; Relation between consumption of sugar<br />
sweetened drinks and childhood obesity. A prospective observation analysis lancet:<br />
357:505-8 2001<br />
33. Muller MJ, Koertzinger F, Most M, Langnose K, Grund A, et al. Physical activity<br />
and diet in 5-7 year old children; Public health nutr 2 (3A): 443-4 1999.<br />
34. Cho S, Dietrich M, Brown CJ, Clarc CA, Block G; The effects of breakfast type<br />
on total daily energie intake and BMI, Results from the third national health and<br />
nutrition examination survey; J.Am Coll Nutr. 22 (4 ): 296-302 2003.<br />
24
35. Epstein LH, Valosky AM, Vara LS; Effects of decreasing sedentary behaviour<br />
and increasing activity on weight change in obese children. Health school 1995;<br />
14:109-115<br />
36. Brownell KD, Kelman SH, Stunkard AJ Treatment of obese children with and<br />
without their mothers: changes in weight and blood pressure. Pediatrics. 71:515-<br />
523;1983<br />
37. Isrel AC, Stolmaker LAdrian C, the effects of training parents in general child<br />
management skills on a behavioural weight loss programm for children;<br />
<strong>Be</strong>havioral therapie; 16:169-180;1985<br />
38. Overbruggingsplan voor kinderen met overgewicht, methode voor individuele<br />
primaire en secundaire preventie in de jeugdgezondheidszorg.<br />
Samenwerkingsproject tussen de JGZ en het ministerie van VWS. Bulk A,<br />
Renders C, Leerdam F, Hirasing R. ISBN: 9056690957<br />
39. Reilly JJ, Wilsen J, Durnin JV, Determination of Body Composition from<br />
skinfold thickness: a validation study, 1995<br />
40. Bass JL, Bahatia A, Boas E, Sansary J, Rauch D; validation of a body mass index<br />
nomogram for children as an obesity screening tool in young children, 2006<br />
41. Barlow SE, Dietz WH; Obesity Ealuatoin and treatment: Expert committee<br />
recommendations; Pediatrics Vol 102, p29;1998<br />
42. Takken T, inspanningstests. 2007 ISBN: 9789035229617<br />
43. Payne VG, Morrow JRJ.Exercise and Vo2max in children: a metaanalysis.Research<br />
Quarterly for exercise and sports; 64 (3):305-13;1993<br />
44. Rowland TW.Exercise and children`s heath. Champaign, III ,USA: Human<br />
Kenetics Publishers: p31-45;1990<br />
45. Rowland TW, Boyajian A.Aerobic response to endurance xercise training in<br />
children pediatrics 96: 654-8 1995<br />
46. Guy JA, Micheli LJ. Strength training for children and adolescents. Journal of the<br />
American Academy of Orthopedic Surgery. 9:29-36, 2001<br />
Boeken/ richtlijnen<br />
- Hirasing R, Gouwerok M. Kinderen en overgewicht, een actieplan voor ouders; uitgeverij:<br />
Rean,ISBN:9789056691110 ; te downloaden via www. Overgewicht.org<br />
- Takken T. Richtlijnen conditietraining: kinderen met obesitas. Afdeling<br />
Kinderfysiotherapie & Pediatrische inspanningsfysiologie, Wilhelmina kinderziekenhuis,<br />
UMC Utrecht.<br />
25
Bijlage 1:<br />
Activiteiten Hoge<br />
intensiteit<br />
Atletiek<br />
Balspelen<br />
Competitiesport<br />
Fietsen (snel)<br />
Handbal<br />
Hockey<br />
Ijsschaatsen<br />
Jiu-jitsu/judo/karate<br />
Joggen/traplopen<br />
Korfbal<br />
Langlaufen<br />
Mountainbike/BMX<br />
Roeien<br />
Rolschaatsen/skeeleren<br />
Rugby<br />
Squash<br />
Taibo<br />
Tennis<br />
Tik- en loopspelen<br />
Touwtje springen<br />
Voetbal<br />
Wateraerobic<br />
Waterpolo<br />
Bron: Braet,2001<br />
Activiteitenlijst<br />
Activiteiten Matige<br />
intensiteit (MET 5-8 )<br />
Aerobic<br />
Afwisselend gaan en lopen<br />
Badminton<br />
Baseball<br />
Basketbal<br />
Boksen<br />
Dansen<br />
Duiken<br />
Fietsen (langzaam)<br />
Golf/minigolf<br />
Hinkelen<br />
Les L.O. op school<br />
Paardrijden<br />
Skateboarden<br />
Skiën/snowboarden<br />
Snorkelen<br />
Spelen in de sneeuw<br />
Spelen in het water<br />
Tafeltennis<br />
Tennis dubbelspel<br />
Tuinieren<br />
Wandelen (stevig doorstappen)<br />
Waterskiën<br />
Zwemmen<br />
26<br />
Activiteiten<br />
Lage intensiteit<br />
Afwassen<br />
Opruimen<br />
Tafel dekken<br />
Boogschieten<br />
Bowling<br />
Knikkeren<br />
Surfen<br />
Trampoline<br />
Volleybal/netbal<br />
Wandelen (traag)<br />
Zeilen<br />
Passieve<br />
activiteiten<br />
Computerspelletjes<br />
spelen/internetten<br />
Lift nemen<br />
Tv/video kijken<br />
Muziek beluisteren<br />
Rusten<br />
lezen
Bijlage 2 :<br />
Dag Tv tijd in<br />
minuten<br />
Pc tijd in<br />
minuten<br />
Activiteiten dagboek van:<br />
(betrouwbare stappenteller: Digiwalker Sw200 )<br />
Buiten speeltijd<br />
in minuten<br />
27<br />
Sport Toelichting
Bijlage 3 Internationale afkapwaardes voor overgewicht en obesitas bij kinderen<br />
Leeftijd<br />
(jaren)<br />
Jongens<br />
Overgewicht<br />
Meisjes<br />
overgewicht<br />
Jongens<br />
Obesitas<br />
Meisjes<br />
obesitas<br />
2 18.41 18.02 20.09 19.81<br />
2.5 18.13 17.76 19.80 19.55<br />
3 17.89 17.56 19.57 19.36<br />
3.5 17.69 17.40 19.39 19.23<br />
4 17.55 17.28 19.29 19.15<br />
4.5 17.47 17.19 19.26 19.12<br />
5 17.42 17.15 19.30 19.17<br />
5.5 17.45 17.20 19.47 19.34<br />
6 17.55 17.34 19.78 19.65<br />
6.5 17.71 17.53 20.23 20.08<br />
7 17.92 17.75 20.63 20.51<br />
7.5 18.16 18.03 21.09 21.01<br />
8 18.44 18.35 21.60 21.57<br />
8.5 18.76 18.69 22.17 22.18<br />
9 19.10 19.07 22.77 22.81<br />
9.5 19.46 19.45 23.39 23.46<br />
10 19.84 19.86 24.00 24.11<br />
10.5 20.20 20.29 24.57 24.77<br />
11 20.55 20.74 25.10 25.42<br />
11.5 20.89 21.20 25.58 26.05<br />
12 21.22 21.68 26.02 26.67<br />
12.5 21.56 22.14 26.43 27.24<br />
13 21.91 22.58 26.84 27.76<br />
13.5 22.27 22.98 27.25 28.20<br />
14 22.62 23.34 27.63 28.57<br />
14.5 22.96 23.66 27.98 28.87<br />
15 23.29 23.94 28.30 29.11<br />
15.5 23.60 24.17 28.60 29.29<br />
16 23.90 24.37 28.88 29.43<br />
16.5 24.19 24.54 29.14 29.56<br />
17 24.46 24.70 29.41 29.69<br />
17.5 24.73 24.85 29.70 29.84<br />
18 25 25 30 30<br />
28
Bijlage 4<br />
Percentielscore`s BMI<br />
Bron: Cole TJ 2000. Establishing a standard definition for child overweight and obesity<br />
worldwide: international survey (o.a. van Nederlandse kinderen)<br />
29
Bijlage 5: BMI Nomogram<br />
Bron: TNO, gebruikt door consultatiebureau`s<br />
Handmatige BMI-meter is te bestellen via www.centrumeetstoornissen.nl<br />
30
Naam:<br />
Lengte<br />
Gewicht<br />
BMI<br />
Bijlage 6<br />
Intake formulier fysiotherapie<br />
Gem. TV tijd per dag<br />
Gem. PC tijd per dag<br />
Gem. Buitenspeeltijd<br />
Per dag<br />
Sport:<br />
Vervoer naar school/<br />
boodschappen:<br />
Participatie<br />
Buitenspelen (%)<br />
Participatie Gym (% )<br />
Wordt het kind<br />
gepest?<br />
ADL ( meehelpen in<br />
huishoudelijke<br />
dagelijkse routine )<br />
Score Movement<br />
ABC<br />
Score<br />
……………..cm<br />
……,………..Kg<br />
…………….. Kg/ m²<br />
……………..Min.<br />
……………..Min.<br />
……………..Min.<br />
Handv:<br />
Balv:<br />
Evenwicht:<br />
Totaal:<br />
Percentiel:<br />
Score 6 MWT …………….Meter<br />
Percentiel:<br />
Score 10X5m sprint<br />
………min ……sec<br />
Score verspringen<br />
………………cm.<br />
Score sit-up<br />
…………..Herhalingen<br />
Toelichting<br />
31
Bijlage 7<br />
Protocol en normwaarden voor de 6 minuten wandeltest<br />
Protocol<br />
De kinderen lopen 6 minuten lang tussen twee pylonen, op een zelf gekozen snelheid en<br />
proberen een zo groot mogelijke afstand af te leggen (elke pylon is een punt, zo veel<br />
mogelijk punten halen).<br />
Afstand pylonen varieert in de literatuur tussen 8 en 50 meter, een zo groot mogelijke<br />
afstand zorgt voor minder keerpunten. T. Takken adviseert 50 meter tussen de pylonen.<br />
Instructies<br />
Vooraf: Bij de test moet je proberen zoveel mogelijk afstand af te leggen in zes minuten. Je<br />
moet daarbij heen en weer lopen in deze gang/ zaal/..Zes minuten is een lange tijd om te<br />
lopen, dat vraagt dus een inspanning. Misschien raak je buiten adem of uitgeput. Je mag dan<br />
langzamer lopen, maar je moet zo snel mogelijk weer gaan lopen.<br />
Na 1 minuut: Gaat goed, nog 5 minuten<br />
Na 2 Minuten: Blijf zo doorgaan, nog 4 minuten te gaan<br />
Na 3 minuten: Gaat goed, we zijn halverwege de test<br />
Na 4 minuten: Blijf zo doorgaan nog maar twee minuten te gaan<br />
Na 5 minuten: Gaat goed nog een minuut te gaan<br />
En 45 seconden: Over enkele seconden zeg ik dat je mag stoppen, Wanneer ik dat roep,<br />
stop je waar je op dat moment bent en ik kom naar je toe.<br />
Na 6 Minuten: Stop (meet afstand)<br />
Normwaarden 6 minuten wandeltest<br />
Leeftijd 4 5 6 7 8 9 10 11<br />
P10 322m 367m 415m 449m 440m 424m 450m 453m<br />
P25 357m 404m 434m 453m 454m 454m 480m 490m<br />
P50 390m 428m 456m 479m 480m 500m 515m 518m<br />
P75 404m 450m 479m 518m 508m 537m 537m 540m<br />
P90 438m 462m 502m 538m 525m 562m 560m 562m<br />
>p90 >438m >462m >502m >538m >525m >562m >560m >562m<br />
Bron: Lammers (2008)<br />
32
Bijlage 8<br />
Protocol voor de PWC 170<br />
Start op een belasting van 25 Watt gedurende 3 minuten<br />
Daarna elke 3 minuten 20 Watt verhogen tot hartslag van 170 gehaald is.<br />
Normwaarden voor de belasting (in Watt) op PWC 170 bij jongens<br />
Score / leeftijd 4-5jaar 6-7jaar 8-9jaar 10-<br />
12jaar<br />
13-<br />
15jaar<br />
16 jaar 18 jaar<br />
Zeer zwak < 22 < 17 143 >230 >256<br />
Bron: Bar-Or (1983 )<br />
Normering voor de belasting (in watt ) op PWC 170 bij meisjes<br />
Score /leeftijd 4-5<br />
jaar<br />
6-7<br />
jaar<br />
8-9<br />
jaar<br />
10-2<br />
jaar<br />
13-15<br />
jaar<br />
16 jaar 18 jaar<br />
Zeer zwak 124<br />
Bron: Gore & Edwards (1992 )<br />
33
Bijlage 9<br />
Bruce<br />
Protocol<br />
Elke 3 minuten wordt de belasting verhoogd door zowel de loopsnelheid als de hellingshoek<br />
aan te passen. De test is afgelopen als het kind aangeeft niet meer verder te kunnen.<br />
Snelheid<br />
(Km/uur)<br />
Hellingshoek<br />
(%)<br />
2,7 10 3<br />
4 12 3<br />
5,5 14 3<br />
6,8 16 3<br />
8 18 3<br />
8,9 20 3<br />
9,7 22 3<br />
Bron: Inspanningstests dr. T.Takken<br />
Tijd<br />
(min )<br />
Nederlandse referentiewaarden Bruce test voor jongens<br />
Score 4 6 8<br />
Zeer zwak 15,3<br />
Bron: Inspanningstests dr.T.Takken<br />
Nederlandse referentiewaarden Bruce-test voor meisjes<br />
Score 4 6 8<br />
Zeer zwak 13,5<br />
Bron: Inspanningstests dr.T.Takken<br />
34
Datum<br />
Bijlage 10 Evaluatie lijst van:<br />
Leeftijd<br />
BMI<br />
Lengte/ groei<br />
Gewicht toename/ afname<br />
Minimaal 1 uur (buiten) actief<br />
per dag?<br />
Maximaal 1 uur TV/ PC?<br />
Controle`s dietiste gehad?<br />
Fietsend/ lopend naar school?<br />
Helpen in huis of in de tuin?<br />
Doel*:<br />
Participatie gymlessen<br />
Doel*:<br />
Participatie buitenspelen<br />
Doel*:<br />
Sport gevonden?<br />
Doel*:<br />
Effect op andere familieleden?<br />
Zijn er motivatie/<br />
opvoedingsproblemen?<br />
Wordt het kind gepest?<br />
Wat moet er nog verbeteren?<br />
* Doel: individueel opgesteld doel door ouders en kind<br />
35