Militair-Historische Leeswijzer Afghanistan - Boekje Pienter
Militair-Historische Leeswijzer Afghanistan - Boekje Pienter
Militair-Historische Leeswijzer Afghanistan - Boekje Pienter
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
<strong>Militair</strong>-<strong>Historische</strong><br />
<strong>Leeswijzer</strong> <strong>Afghanistan</strong><br />
Herziene uitgave<br />
Nederlands Instituut voor<br />
<strong>Militair</strong>e Historie<br />
Defensie
Woord vooraf<br />
De Nederlandse krijgsmacht is al weer zes jaar actief in <strong>Afghanistan</strong>.<br />
De laatste twee jaar was de inzet vooral gericht<br />
op het ondersteunen van de Afghaanse autoriteiten bij de<br />
(weder)opbouw van het leger en de politie, de economie<br />
en het bestuur in de provincie Uruzgan. De Nederlandse<br />
krijgsmacht ijvert dan ook voor een geïntegreerde aanpak,<br />
waarin alle elementen naadloos op elkaar zijn afgestemd.<br />
Dat maakt het werk in Uruzgan voor het personeel niet<br />
eenvoudiger. <strong>Militair</strong>en kunnen niet langer volstaan met<br />
het oefenen van hun skills and drills. Onze mannen en<br />
vrouwen worden in <strong>Afghanistan</strong> op alle niveaus van het<br />
geweldsspectrum en multidisciplinair ingezet. Het ene moment<br />
moet de militair alle zeilen bijzetten om een vijandelijke<br />
aanval af te slaan, het andere moment zit hij rond de<br />
tafel met dorpsoudsten.<br />
Een grondige voorbereiding van Nederlandse militairen is in<br />
het licht van het bovenstaande belangrijker dan ooit. Daartoe<br />
behoort ook het vergaren en bijhouden van kennis over<br />
<strong>Afghanistan</strong>, de cultuur, godsdienst en geschiedenis van dit<br />
land. Zeker zo belangrijk is het krijgen van inzicht in zaken<br />
die uiteindelijk medebepalend zijn voor het succes van ons<br />
optreden; zaken als warlordism, corruptie, de door de Taliban<br />
geleide opstand, de drugshandel en criminaliteit. Het<br />
vergroten van de geestelijke bagage zou mijns inziens voor<br />
iedereen vanzelfsprekend moeten zijn. Het stelt ons immers<br />
in staat om ervaringen in de juiste context te plaatsen;<br />
eventuele problemen te analyseren en zonodig te relativeren.<br />
Studies waarin het recente operationele optreden van<br />
de westerse krijgsmachten in <strong>Afghanistan</strong> aan bod komt,<br />
zijn vanzelfsprekend ook zeer de moeite waard.<br />
De leeswijzer is nadrukkelijk niet alleen bedoeld voor defensiepersoneel<br />
dat wordt uitgezonden naar <strong>Afghanistan</strong>.<br />
Ook voor het thuisfront – familie, vrienden en bekenden –<br />
kan ik deze leeswijzer van harte aanbevelen. De boeken in<br />
deze leeswijzer stellen alle lezers in staat zich een beter<br />
beeld te vormen van het conflict, de Afghaanse maatschappij<br />
en het brede scala aan uitdagingen waarvoor onze<br />
militairen zich geplaatst zien.<br />
Commandant der Strijdkrachten<br />
P.J.M. van Uhm<br />
Generaal
Geachte lezer,<br />
Voor u ligt de herziene leeswijzer <strong>Afghanistan</strong>. De eerste<br />
druk verscheen twee jaar geleden. Nederland stond toen<br />
aan de vooravond van de uitdagende missie in Uruzgan.<br />
Het optreden van ISAF-troepen in het zuiden van <strong>Afghanistan</strong><br />
heeft er mede toe bijgedragen dat het aantal publicaties<br />
over dit land een enorme vlucht heeft genomen. Een<br />
twintigtal nieuwe boeken en een ruime selectie uit de eerste<br />
druk zijn in deze leeswijzer gebundeld. Het Nederlands<br />
Instituut voor <strong>Militair</strong>e Historie (NIMH) hoopt u zo inzicht<br />
te geven in boeken die bij uw taakuitoefening goed van<br />
pas kunnen komen.<br />
Evenals twee jaar geleden poogt de selectie recht te doen<br />
aan de complexiteit van het Afghaanse vraagstuk. De nadruk<br />
in de leeswijzer ligt vanzelfsprekend nog steeds op militaire<br />
onderwerpen. De operatie in Uruzgan kent echter<br />
een geïntegreerde aanpak, dat wil zeggen dat vanuit verschillende<br />
invalshoeken – economisch, bestuurlijk, sociaal<br />
en militair – getracht wordt een oplossing te vinden voor de<br />
problemen waarvoor de Afghanen en hun internationale<br />
partners zich geplaatst zien. Meer dan voorheen treft u dan<br />
ook in deze leeswijzer boeken aan die de hedendaagse problematiek<br />
duiden en/of daarvoor oplossingen aandragen.<br />
Wederom hebben we een variatie in moeilijkheidsgraad<br />
aangebracht; alle boeken op de lijst zijn met één, twee of<br />
drie sterren gewaardeerd: hoe meer sterren, des te pittiger<br />
de inhoud.<br />
Het maken van een keuze uit deze met zorg samengestelde<br />
leeswijzer is wellicht lastig. Als eerste introductie in de<br />
achtergronden van het conflict in <strong>Afghanistan</strong> kan ik u,<br />
zonder overigens de andere boeken te kort te willen doen,<br />
de boeken met gouden sterren aanbevelen.<br />
De digitale versie van de leeswijzer is raadpleegbaar op de<br />
website van het NIMH (www.nimh.nl). Deze zal met nieuwe<br />
publicaties worden geactualiseerd.<br />
Directeur Nederlands Instituut voor <strong>Militair</strong>e Historie<br />
Drs. P.H. Kamphuis
Algemeen<br />
* <strong>Afghanistan</strong>. Een geschiedenis/Willem Vogelsang (Amsterdam/Leuven,<br />
2002) ISBN 90-5460-073-X.<br />
Voor wie naar <strong>Afghanistan</strong> vertrekt en nog weinig van dit<br />
land afweet, zou dit boek verplichte kost moeten zijn. Vogelsang<br />
biedt een eerste kennismaking met het land, dat in<br />
zowel letterlijk als figuurlijk opzicht tamelijk ontoegankelijk<br />
is. Het boek valt in drie delen uiteen. In het eerste deel behandelt<br />
de auteur de geografie van <strong>Afghanistan</strong>, het klimaat,<br />
de infrastructuur, de flora en fauna en nog een aantal<br />
andere aspecten. Tevens geeft hij enig inzicht in de bevolkingssamenstelling<br />
van het land, dat met recht een etnische<br />
lappendeken wordt genoemd, terwijl ook een uiteenzetting<br />
over de islam wordt gegeven. Het tweede deel<br />
schetst het vroege verleden van <strong>Afghanistan</strong> en het derde<br />
deel de moderne geschiedenis tot en met de val van de Taliban.<br />
Hoewel oorlog en gewelddadige machtswisselingen<br />
de belangrijkste thema’s zijn, heeft de auteur ook oog voor<br />
luchtige details. Zo legt hij uit wat de Nederlandse uitdrukking<br />
‘ammehoela’ met <strong>Afghanistan</strong> te maken heeft. Wie<br />
<strong>Afghanistan</strong>. Een geschiedenis tot zich heeft genomen, zal<br />
beter dan voorheen in staat zijn de actuele ontwikkelingen<br />
in dit straatarme land te begrijpen en in een historisch<br />
kader te plaatsen. Wil men na lezing wat meer de diepte in,<br />
dan kan men onder meer terecht bij de omvangrijkere studie<br />
die Vogelsang in 2002 in het Engels publiceerde, getiteld<br />
The Afghans (Oxford, 2002) ISBN 0-631-19841-5.<br />
* *<br />
<strong>Afghanistan</strong>. A short history of its people and politics/Martin<br />
Ewans (New York, 2002) ISBN 0-06-050508-7.<br />
Om snel enig inzicht te verkrijgen in de politieke en militaire<br />
geschiedenis van <strong>Afghanistan</strong> (vanaf de oudheid,<br />
maar met de nadruk op de laatste eeuw) kan men te rade
gaan bij het boek <strong>Afghanistan</strong>. A short history of its people<br />
and politics van de Britse diplomaat Martin Ewans.<br />
Terloops wordt de lezer ook behoorlijk wat wijzer over de<br />
Afghanen zelf en over hun cultuur. Het boek vertelt hoe<br />
<strong>Afghanistan</strong> in de negentiende eeuw tot wasdom kwam<br />
tussen de hamer en het aambeeld van respectievelijk de<br />
Britse en Russische koloniale rijken, zich in de twintigste<br />
eeuw tot onafhankelijke staat ontwikkelde en uiteindelijk<br />
tot slagveld werd van zowel de Koude als de Lange Oorlog.<br />
Wees voorbereid – maar die waarschuwing geldt ook<br />
andere publicaties in deze leeswijzer – op een vloedgolf<br />
aan feiten en namen. Omdat de geschiedenis van <strong>Afghanistan</strong><br />
nu eenmaal complex is, is het betoog van Ewans<br />
over ‘een van de gevaarlijkste broedplaatsen van het mondiale<br />
terrorisme’ soms wat taai, maar vervelen doet het<br />
nooit. Het boek biedt een heldere kijk op de problemen<br />
die zich in het verleden hebben voorgedaan bij eerdere<br />
pogingen in <strong>Afghanistan</strong> (iets van) een nationale eenheid<br />
te creëren en de maatschappij te moderniseren. Zo is het<br />
hoofdstuk over het hervormingsprogramma van Amanoellah<br />
Khan, die in 1919 aan de macht kwam, niet zonder actuele<br />
betekenis.<br />
*<br />
Taliban/Ahmed Rashid (Amsterdam/Antwerpen, 2001)<br />
ISBN 90-450-0453-4.<br />
Als men op zoek is naar een antwoord op de vraag waarom<br />
<strong>Afghanistan</strong> op 11 september 2001 ‘op wrede, tragische<br />
wijze een bezoek aan de wereld bracht’, is het boek Taliban<br />
van de Pakistaanse journalist Ahmed Rashid een aanrader.<br />
Deze verslaggever, die meer dan twintig jaar ervaring in de<br />
regio heeft, beschrijft het tijdperk van het Taliban-regime<br />
(1994-2001). Hij vertelt in klare taal hoe de Taliban het<br />
land in de jaren negentig grotendeels overnamen, hoe zij<br />
strenge islamitische wetgeving invoerden en hoe zij de extremistische<br />
terreurbeweging van Osama bin Laden onderdak<br />
en een uitvalbasis boden. Rashid maakt inzichtelijk<br />
welke elementen het <strong>Afghanistan</strong> van de Taliban tot een<br />
ernstige bedreiging voor de wereldvrede maakten; de<br />
burgeroorlog en het aanhoudend etnisch geweld, hongersnood,<br />
drugshandel, terroristische activiteiten en, niet te<br />
vergeten, het schrikbewind van de extremisten zelf komen<br />
aan bod. Rashid beschrijft de opkomst van de Taliban, hun<br />
geheimzinnige organisatie, hun ideeën, hun belangrijkste<br />
leiders en hij maakt duidelijk hoe zij erin slaagden om zich<br />
in het grote internationale machtsspel om olie, gas en handelsroutes<br />
een centrale positie te verwerven. Vervolgens<br />
ging het met hun invloed bergafwaarts; eind jaren negentig<br />
groeiden zij als gevolg van hun extremisme uit tot de paria<br />
van de wereld. Bij de Amerikaanse strafexpeditie die volgde
op ‘9/11’, werden zij uit het zadel gestoten en uit Kabul<br />
verdreven. Rashids bekende en veelgeprezen boek is oorspronkelijk<br />
verschenen in het Engels: Ahmed Rashid, Taliban.<br />
Militant islam, oil and fundamentalism in Central<br />
Asia (New Haven/Londen, 2001) ISBN 0-300-08902-3.<br />
NIEUW<br />
* * * Koran, Kalashnikov, and Laptop. The Neo-Taliban<br />
Insurgency in <strong>Afghanistan</strong>, 2002-7/Antonio Giustozzi<br />
(New York, 2007) ISBN 978-0-231-70009-2.<br />
Toen de Taliban enkele jaren na de omverwerping van hun<br />
regime in 2001 opnieuw actief werden, kondigden militairen<br />
en politici herhaaldelijk hun nederlaag aan. Die is echter,<br />
ondanks grote verliezen, uitgebleven. De offensieven<br />
van de Taliban in 2006 waren volgens Giustozzi geen verrassing,<br />
zoals vaak is beweerd. Immers, de eerste tekenen<br />
van een gewapende opstand van wat hij de ‘neo-Taliban’<br />
noemt, waren in 2003 al zichtbaar.<br />
Koran, Kalashnikov, and Laptop is een uitgebreide en gedetailleerde<br />
studie met kaarten, tabellen, grafieken en vele<br />
kruisverwijzingen. De auteur beperkt zich grotendeels tot<br />
een analyse van de oorzaken en de verschijningsvorm van<br />
de opstand (insurgency) van de neo-Taliban, die zich onderscheidt<br />
van de eerdere variant door nadrukkelijk onderdeel<br />
uit te maken van de mondiale jihadistische strijd. Giustozzi<br />
waagt zich niet aan een uitgebreide analyse van de<br />
campagne van de Afghaanse regering en haar Amerikaanse<br />
en andere NAVO-bondgenoten in de context van de bestaande<br />
counterinsurgency theorie. Hij besteedt wel enige<br />
aandacht aan het Nederlandse militaire optreden in Uruzgan.<br />
Hoewel hij hierbij nauwelijks uitstijgt boven enkele gemeenplaatsen<br />
over de zogenaamde Dutch approach, wijst<br />
hij terecht op het snel afnemend animo onder de Nederlandse<br />
politieke en militaire leiding eind 2007 om het unieke<br />
van de Nederlandse aanpak te benadrukken. Giustozzi<br />
is pessimistisch gestemd. De krijgsheren die na 2001 aan de<br />
macht kwamen, dienden louter hun eigen belangen en<br />
dreven daardoor een deel van die bevolking in de handen<br />
van de Taliban. De Afghaanse politie is zwak en corrupt,<br />
het regeringsleger is nog niet in staat tot zelfstandig optreden.<br />
Vooral corrupte overheidsfunctionarissen profiteren<br />
van de papaverhandel, terwijl de rol van de Taliban daarin<br />
volgens de auteur vrij beperkt is. De kern van zijn betoog<br />
is dat het succes van de neo-Taliban vooral te danken is aan<br />
het gemak waarmee de opstandelingen de zwakheden van<br />
de Afghaanse staat konden uitbuiten. Giustozzi heeft een<br />
droog, ietwat afstandelijk, maar voor een instant-geschiedenis<br />
grondig onderbouwd boek geschreven, dat zich goed<br />
laat lezen als aanvulling op het meer gepassioneerde relaas<br />
van Sarah Chayes (zie verderop).
NIEUW<br />
* * The search for security in post-Taliban <strong>Afghanistan</strong>.<br />
Adelphi Paper 391/Cyrus Hodes en Mark Sedra (Londen,<br />
2007) ISBN 978-0-415-43883-4.<br />
Hodes en Sedra schetsen in dit essay de ontwikkeling van<br />
de openbare veiligheid in <strong>Afghanistan</strong> sinds de val van de<br />
Taliban. Ze beoordelen zowel de oorzaken (warlordism,<br />
corruptie, de door de Taliban geleide opstand, de drugshandel<br />
en andere vormen van criminaliteit) van de verslechterende<br />
veiligheidssituatie en de reacties daarop van<br />
vooral de internationale gemeenschap. De eerste hoofdstukken<br />
van het essay zijn briljant in hun beknoptheid. Het<br />
tweede deel is iets minder interessant. Deels valt dit te wijten<br />
aan onnodige slordigheden. Zo wordt de in december<br />
2006 door generaal-majoor Ton van Loon geleide operatie<br />
Baaz Tsuka toegeschreven aan de Canadezen, terwijl zij het<br />
operatiegebied ten zuiden van de stad Kandahar plaatsen<br />
(het moet zijn ten westen van de stad). Desondanks is dit<br />
essay een aanrader. Hodes en Sedra pikken namelijk de<br />
draad van het verhaal op waar Ahmed Rashid die in zijn<br />
boek Taliban liet eindigen.
NIEUW<br />
* * Rescuing <strong>Afghanistan</strong>/William Maley (London,<br />
2006) ISBN 978-0-868-40937-5.<br />
“<strong>Afghanistan</strong> remains on a knife-edge, confronted by brutal<br />
insurgents at home and diminishing interest abroad.”<br />
Aldus kenschetst de Australische hoogleraar en <strong>Afghanistan</strong>-kenner<br />
Maley de situatie in dit land in het najaar van<br />
2005. In zijn studie gaat hij onder meer in op de bestuurlijke<br />
inrichting van het land, de veiligheidssituatie, de sociale<br />
en economische ontwikkeling en de plaats van <strong>Afghanistan</strong><br />
in de wereld. Uit zijn betoog wordt duidelijk dat de huidige<br />
problemen in <strong>Afghanistan</strong> wortelen in gebeurtenissen<br />
van de afgelopen decennia. De bestuurlijke ineenstorting in<br />
de jaren 1970 en de val van het communistische regime in<br />
1992 ondergroeven de legitimiteit van het centrale gezag<br />
en verdeelden de politieke elite. De situatie verbeterde niet<br />
echt na de val van de Taliban in 2001. De verantwoordelijkheid<br />
voor veiligheid en justitie werd toevertrouwd aan<br />
dubieuze personen. Een onsamenhangende regeringsstructuur,<br />
onduidelijke ministeriële verantwoordelijkheden en<br />
cliëntelisme waren het gevolg, wat de Taliban een kans tot<br />
heropleving bood in het zuiden van <strong>Afghanistan</strong>. Het herwinnen<br />
van het vertrouwen van de bevolking is in deze situatie,<br />
zo stelt Maley, een moeizaam proces. De aanvankelijk<br />
beperkte troepeninzet van de ISAF, de voorwaardelijke<br />
legitimiteit van de regering en het deels uitblijven van door<br />
het buitenland gedane beloften betreffende wederopbouwhulp<br />
helpen hierbij niet. Ten slotte stipt de auteur de<br />
internationale positie van <strong>Afghanistan</strong> aan, waarbij de
(veelal moeizame) verstandhouding met Pakistan, Iran, de<br />
Verenigde Staten en de globalised Islam aan bod komt.<br />
Maley’s betoog kent, ondanks alles, een optimistische ondertoon.<br />
Deze baseert hij op het feit dat de Afghaanse bevolking<br />
tegenwoordig beter af is dan vroeger en niet van<br />
zins is de verworvenheden op te geven. Wel signaleert hij<br />
dat de ‘reddingsmissie’ pas kans van slagen heeft, als de<br />
Afghaanse regering zich concentreert op de opbouw van<br />
een vaardig, onbesmet en alomvattend landsbestuur en de<br />
internationale gemeenschap daadwerkelijk invulling geeft<br />
aan haar retoriek inzake een langdurige en intensieve betrokkenheid.<br />
Maley’s boek is een aanrader voor eenieder<br />
die zich in korte tijd – het boek telt 176 pagina’s – een<br />
beeld wil vormen van de crisis in <strong>Afghanistan</strong>.<br />
NIEUW<br />
* * Building a new <strong>Afghanistan</strong>/Robert I. Rotberg,<br />
ed. (Cambridge/Washington D.C., 2007) ISBN 0-8157-<br />
7569-5.<br />
“<strong>Afghanistan</strong> is a theme park of the world’s worst problems:<br />
warlordism, terrorism, rampant narco-trafficking, endemic<br />
poverty, bad neighbours and over 20 years of devastation of<br />
human and physical infrastructure.” Aldus een van de auteurs<br />
van deze onder redacteur Robert Rotberg uigebrachte<br />
bundel. Het idee achter dit boek, handgrepen bieden voor<br />
het internationale streven om in <strong>Afghanistan</strong> een moderne,<br />
democratische markteconomie tot stand te brengen, mag in<br />
dit licht als een uitdaging worden betiteld. De auteurs waarschuwen<br />
de lezer dat de internationale gemeenschap mogelijk<br />
niet is toegerust om op sociaal, cultureel, politiek en economisch<br />
vlak de gewenste hervormingen door te voeren.<br />
Hoewel in de bundel nu en dan enig optimisme over de mogelijkheden<br />
tot staatsvorming doorklinkt, spreekt daaruit<br />
toch vooral de boodschap dat de buitenwereld haar verwachtingen<br />
over wat er in <strong>Afghanistan</strong> te bereiken valt, naar<br />
beneden moet bijstellen. De auteurs komen tot dit oordeel<br />
aan de hand van bijdragen waarin de complexe Afghaanse<br />
wisselwerking tussen politiek, militaire veiligheid, handel en<br />
rechtspraak centraal staat. Een tweede inzicht dat de bundel<br />
biedt, is het feit dat in <strong>Afghanistan</strong> de cultuur van vrijblijvendheid<br />
van afspraken centrale regulering op politiek, juridisch<br />
en economisch terrein ernstig hindert. De auteurs wijzen<br />
erop dat zowel de internationale gemeenschap als de regering<br />
in Kabul beter moet leren omgaan met deze maatschappelijke,<br />
door familiebanden en gewoonterecht ingegeven<br />
opstelling. Of de huidige strategieën voor de (weder)opbouw<br />
van <strong>Afghanistan</strong> daadwerkelijk vruchten gaan afwerpen<br />
is onduidelijk. Rotberg en de zijnen geven een goed<br />
overzicht van de tot nu toe behaalde beleidsresultaten en de<br />
problemen die zich daarbij voordoen.
* * *<br />
Beyond reconstruction in <strong>Afghanistan</strong>. Lessons<br />
from development experience/John D. Montgomery en<br />
Dennis A. Rondinelli, eds. (New York/Basingstoke, 2004)<br />
ISBN 1-4039-6511-0.<br />
“Een toevallig ontstaan iets, op de kaart gezet door de koloniale<br />
grote mogendheden. Sommige wetenschappers betwijfelen<br />
of het überhaupt ooit een natie is geweest.” Zo<br />
omschrijft een van de redacteuren van Beyond reconstruction<br />
het land <strong>Afghanistan</strong>. Het is een ontnuchterende uitspraak,<br />
in een tijdperk waarin de wisselwerking tussen falende<br />
staten, terrorisme en de noodzaak van nation building<br />
diplomaten en beleidsmakers sterk bezighoudt. Hoe<br />
kan men, zo luidt de prangende vraag, een levensvatbaar<br />
centraal gezag opbouwen in een land dat reeds decennialang<br />
een dergelijke staats- en bestuursstructuur ontbeert?<br />
In deze verhelderende bundel gaan diverse experts in<br />
twaalf essays in op de uitdagingen waarmee zij die bij het<br />
proces van wederopbouw betrokken zijn, worden geconfronteerd.<br />
De auteurs analyseren aan de hand van een keur<br />
van historische voorbeelden in onder meer Bosnië, El Salvador<br />
en Tadzjikistan, problemen die post-conflict wederopbouw<br />
in de weg staan. Ook gaan zij in op de talrijke factoren<br />
die van beperkende invloed zijn op de ambitieuze pogingen<br />
nieuwe (democratische) staten te creëren. Aan de
hand hiervan beoordelen zij de ontwikkelingsplannen voor<br />
<strong>Afghanistan</strong>. In alle bijdragen ligt de nadruk op de interactie<br />
tussen de belangen van de diverse binnen- en buitenlandse<br />
partijen. Inzicht in de unieke sociale, economische,<br />
etnische en politieke factoren van de Afghaanse samenleving<br />
staat hierbij voorop, om zo een route te kunnen uitzetten<br />
waarlangs de (weder)opbouw van dit land mogelijk<br />
zou kunnen zijn.<br />
NIEUW<br />
* * From Africa to <strong>Afghanistan</strong>. With Richards and<br />
NATO to Kabul/Greg Mills (Johannesburg, 2006) ISBN<br />
978-1-86814-450-1.<br />
Greg Mills gaf van mei tot september 2006 leiding aan de<br />
door ISAF-commandant, generaal David Richards, in het<br />
leven geroepen Prism Cell, een multidisciplinaire civiele<br />
denktank in het hoofdkwartier van ISAF. Mills wil ons in<br />
From Africa to <strong>Afghanistan</strong> laten delen in de uitdagingen<br />
die het stabiliseren en opbouwen van een land met zich<br />
meebrengt, terwijl tegelijkertijd opstandelingen worden<br />
bestreden. Het boek geeft een caleidoscopisch overzicht<br />
van het land, het volk en de aan de NAVO opgedragen<br />
taak. De korte ‘verhalen’ zijn prima leesbaar, maar een rode<br />
draad laat zich moeilijk vinden. Mills’ boek staat vol met<br />
scherpzinnige observaties en analyses. Zo stelt hij, zonder
daarbij de waarde van een mensenleven te bagatelliseren,<br />
treffend het risicomijdende gedrag van veel troepenleverende<br />
landen aan de kaak. Mills is van mening dat westerse<br />
militairen veel vaker het kamp af moeten, omdat dat de<br />
enige manier is om vertrouwd te raken met de bevolking<br />
en lokale gebruiken. Het gemis aan ground truth maakt dat<br />
het conflict verwordt tot een abstracte strijd tussen goed en<br />
kwaad, terwijl het succes van militaire operaties wordt afgemeten<br />
aan het aantal doden. In de laatste hoofdstukken<br />
doet Mills nog een minder geslaagde poging de losse eindjes<br />
aan elkaar te knopen. Een duidelijke conclusie ontbreekt<br />
dan ook in het boek.<br />
NIEUW<br />
* * Karzai. The failing American intervention and<br />
the struggle for <strong>Afghanistan</strong>/Nick B. Mills (Hoboken, 2007)<br />
ISBN 978-0-470-13400-9.<br />
De auteur, Nick Mills, is hoogleraar journalistiek aan de Universiteit<br />
van Boston. Mills ontmoette Karzai voor het eerst<br />
in 1987 in Pakistan. Mills was bezig een opleiding voor Afghaanse<br />
journalisten op te zetten. Zijn contactpersoon bij<br />
het Afghan National Liberation Front (ANLF) – één van de<br />
verzetsbewegingen die in Pakistan een bruggenhoofd vonden<br />
– was Karzai. Mills ondervond destijds al dat een mo-
dern, vrij en veilig, maar bovenal ‘Afghaans’ <strong>Afghanistan</strong><br />
Karzai na aan het hart lag. Twintig jaar later krijgt Mills min<br />
of meer bij toeval de kans om president Karzai te interviewen.<br />
In 2005 zijn Mills en Karzai – a natural storyteller – regelmatig<br />
in gesprek over het leven en de politieke carrière<br />
van de Afghaanse president. Mills’ boek verschaft de lezer<br />
een interessante kijk in de persoon Karzai, zijn karakter en<br />
zijn opvattingen. Tal van interessante thema’s komen aan<br />
bod: de Koude Oorlog, het buurland Pakistan, de interne<br />
verdeeldheid, het geloof en de internationale gemeenschap.<br />
Mills laat zien dat Karzai niet slechts een mascotte van de<br />
Verenigde Naties is en schetst onomwonden de grote problemen<br />
waarvoor de Afghaanse overheid staat. De lezer<br />
heeft met dit boek geen analyse van de recente politieke<br />
geschiedenis van <strong>Afghanistan</strong> in handen, noch een diepgaande<br />
biografie. Qua schrijfstijl houdt het het midden tussen<br />
geschiedschrijving en literaire non-fictie. Verder valt op<br />
dat de inhoud van het boek geen recht doet aan de suggestieve,<br />
op de Amerikaanse markt gerichte, ondertitel. Het<br />
boek is niettemin vlot geschreven en laat de lezer op prettige<br />
wijze kennismaken met <strong>Afghanistan</strong> en Karzai.<br />
NIEUW<br />
*<br />
Slagveld <strong>Afghanistan</strong>/Farah Karimi (z.p., 2006)<br />
ISBN 978-90-468-0143-7.<br />
Voormalig GroenLinks-Kamerlid Farah Karimi, die begin<br />
jaren tachtig het Iran van ayatollah Khomeini ontvluchtte,<br />
schreef in 2006 een boek over haar ervaringen in <strong>Afghanistan</strong>.<br />
Ze bezocht het land sinds 2000 vijf keer. In Slagveld<br />
<strong>Afghanistan</strong> plaatst ze kanttekeningen bij de strategie<br />
van de internationale coalitie, waaronder Nederland.<br />
Karimi is – het boek verscheen in november 2006 – somber<br />
over de toekomst van <strong>Afghanistan</strong> ten zuiden van de<br />
Hindu Kush, het gebied waar hoofdzakelijk Pashtuns<br />
wonen. Struikelblokken zijn in haar ogen bovenal corruptie,<br />
de terugkeer van de Taliban, de drugshandel, de ongebroken<br />
macht van de krijgsheren en criminaliteit. Verder<br />
is Karimi bijzonder kritisch over president Karzai. Zij<br />
ziet hem als een zwakke leider met wie iedereen een<br />
loopje neemt. Karimi steekt haar kritiek niet onder stoelen<br />
of banken, maar slaagt er niet in een geloofwaardig alternatief<br />
aan te dragen. Zo vindt ze dat militairen plaats<br />
moeten maken voor civiele hulpverleners. Zij realiseert<br />
zich echter onvoldoende dat veiligheid en ontwikkeling<br />
onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Slagveld <strong>Afghanistan</strong><br />
is interessant in het licht van de discussie die wordt<br />
gevoerd over de taakafbakening tussen de krijgsmacht en<br />
hulporganisaties in crisisgebieden. Zeker omdat Karimi algemeen<br />
directeur is van Oxfam Novib, een van Nederlands<br />
grootste hulporganisaties.
NIEUW<br />
* * * Drugs in <strong>Afghanistan</strong>. Opium, outlaws and<br />
scorpion tales/David Macdonald (Londen, 2007) ISBN<br />
978-0-7453-2617-7.<br />
<strong>Afghanistan</strong> is voor veel landen een zorgenkindje daar waar<br />
het gaat om zijn toonaangevende rol in de productie van<br />
opium en heroïne. Onderbelicht, maar zeker zo belangrijk in<br />
het licht van de inspanningen die de internationale gemeenschap<br />
zich getroost om <strong>Afghanistan</strong> in de vaart der<br />
volkeren omhoog te stuwen, is het drugsgebruik. Drugs in<br />
<strong>Afghanistan</strong> is een geslaagde poging deze lacune in onze<br />
kennis te dichten. Macdonald is dan ook de bescheidenheid<br />
zelf als hij schrijft dat zijn boek slechts een tipje van de sluier<br />
oplicht van de vele factoren die van invloed zijn op het<br />
drugsgebruik in <strong>Afghanistan</strong>. Een steeds grotere groep Afghanen<br />
gebruikt drugs om aan de harde dagelijkse realiteit<br />
te ontsnappen. Macdonald stelt dat krijgsheren, milities en<br />
buitenlandse veiligheidsfirma’s die zichzelf buiten de wet<br />
plaatsen, verantwoordelijk zijn voor een maatschappij waar<br />
angst en onveiligheid overheersen. Dit, in combinatie met<br />
extreme armoede en andere door oorlog veroorzaakte trauma’s,<br />
doet Afghanen in toenemende mate naar drugs grijpen.<br />
De drugsgerelateerde activiteiten van de krijgsheren<br />
vergroten de beschikbaarheid van opium en heroïne in het<br />
land, terwijl ze tevens de bestuurlijke verhoudingen ondermijnen<br />
en daarmee de staat verzwakken. Drugs in <strong>Afghanistan</strong><br />
is vooral een aanrader voor eenieder die het geïntegreerde<br />
beleid (comprehensive approach) van Nederland in<br />
<strong>Afghanistan</strong> helpt vormgeven, maar is ook de moeite waard<br />
voor meer algemeen geïnteresseerde lezers.<br />
* * <strong>Afghanistan</strong>. The mirage of peace/Chris Johnson en<br />
Jolyon Leslie (Londen, 2004) ISBN 1-84277-377-1.<br />
<strong>Afghanistan</strong> lijkt met succes de weg te zijn ingeslagen van<br />
economische wederopbouw, democratie en gelijkberechtiging<br />
van vrouwen. Nader onderzoek, zo stellen de auteurs,<br />
leert ons echter dat er slechts van een dunne laag liberaaldemocratische<br />
vernieuwing sprake is. De wederopbouw<br />
beperkt zich tot Kabul, terwijl de gelijkberechtiging van<br />
vrouwen nog nauwelijks van de grond komt. <strong>Afghanistan</strong><br />
is in essentie een narco-staat die door warlords wordt geleid.<br />
Zoals de titel van het boek al suggereert, lijkt duurzame<br />
vrede in dit land nog ver weg. De auteurs, die daar<br />
samen ongeveer twintig jaar als ontwikkelingswerker actief<br />
zijn geweest, beargumenteren op overtuigende wijze dat er<br />
te veel door een westerse bril naar het land wordt gekeken.<br />
Johnson en Leslie schetsen een indringend beeld van de Afghaanse<br />
maatschappij en cultuur. Zij ijveren ervoor het land<br />
toch vooral vanuit zijn sociale, culturele en historische context<br />
te beschouwen. Het boek bevat daarnaast veel prakti-
sche tips en raadgevingen voor westerlingen die in <strong>Afghanistan</strong><br />
werkzaam zijn, maar het biedt geen kant-en-klare<br />
oplossingen voor de daar heersende problemen. <strong>Afghanistan</strong>.<br />
The mirage of peace is een aanrader – om niet te zeggen<br />
een must – voor eenieder die het Nederlandse beleid<br />
ten aanzien van <strong>Afghanistan</strong> gestalte geeft of uitvoert.<br />
* *<br />
<strong>Afghanistan</strong>. The labyrinth of violence/Amalendu Misra<br />
(Cambridge, 2004) ISBN 0-7456-3115-0.<br />
De publicatie van Misra geeft een overzicht van de vele variabelen<br />
die invloed op het conflict in <strong>Afghanistan</strong> uitoefenen.<br />
De auteur beschouwt het land – en hij staat daarin<br />
niet alleen – als een schoolvoorbeeld van wat politicologen<br />
een failed state noemen. Vanzelfsprekend gaat Misra uitvoerig<br />
in op de etnische controverses die het land sinds<br />
mensenheugenis plagen en er de voornaamste oorzaak van<br />
zijn dat zich vooralsnog geen krachtig centraal gezag kon<br />
ontwikkelen. De auteur heeft ook oog voor factoren die<br />
dikwijls onderbelicht blijven, zoals de desastreuze invloed<br />
van de papaverteelt op de interne verhoudingen. Behalve<br />
aan de vaak besproken bemoeienis van de grote mogendheden<br />
met <strong>Afghanistan</strong>, besteedt Misra ook aandacht aan<br />
minder bekende vormen van internationale wedijver op Afghaanse<br />
bodem, zoals de religieuze rivaliteit tussen Saudi-<br />
Arabië en Iran. Hoewel hij het negatieve effect van dit<br />
soort externe factoren niet miskent, wijt Misra de chronische<br />
gewelddadigheid van het sociaal-politieke leven in <strong>Afghanistan</strong><br />
toch vooral aan de inwendige etnisch-tribale tegenstellingen.<br />
Het ontwerpen van een modus vivendi tussen<br />
de diverse bevolkingsgroepen is volgens hem een absolute<br />
voorwaarde voor het creëren van een veilig en<br />
vreedzaam <strong>Afghanistan</strong>. Zonder de opbouw van een
krachtige staat, die pas mogelijk is als etnische verzoening<br />
een feit is, is een stabiele toekomst voor dit land onmogelijk.<br />
De auteur is niet hoopvol over de kans dat de interne<br />
verdeeldheid op korte termijn zal worden overwonnen.<br />
Optimisme is bij publicisten die over <strong>Afghanistan</strong> schrijven<br />
sowieso een schaars goed.<br />
* * *<br />
Pakistan and the emergence of Islamic militancy in<br />
<strong>Afghanistan</strong>/Rizwan Hussain (Aldershot, 2005) ISBN 0-<br />
7546-4434-0.<br />
Rizwan Hussain beschrijft vanuit politiekhistorisch perspectief<br />
de rol die Pakistan heeft gespeeld in de groei van een<br />
strijdlustige islam in <strong>Afghanistan</strong>. Het boek, dat onder meer<br />
op interviews is gebaseerd, laat zien hoe Afghaanse islamitische<br />
fundamentalisten sinds het midden van de jaren zeventig<br />
een plaats op de Pakistaanse politieke agenda kregen.<br />
Pakistan streeft sinds zijn onafhankelijkheid in 1947<br />
enerzijds naar een haar welgezind en plooibaar regime in<br />
<strong>Afghanistan</strong>, om zo in het geval van een oorlog met India<br />
het buurland te gebruiken voor een strategische verdedi-
ging in de diepte. Anderzijds maakte de Pakistaanse (militaire)<br />
elite handig gebruik van de oorlog in <strong>Afghanistan</strong> om<br />
de aandacht van de problemen in eigen land af te wenden.<br />
De complexiteit van de Pakistaans-Afghaanse verhoudingen<br />
en de wetenschappelijke benadering van het onderwerp<br />
maken dat het boek van de lezer enig doorzettingsvermogen<br />
vergt. Desondanks wordt het iedereen die meer<br />
wil weten over het ontstaan van het islamitische fundamentalisme<br />
– en het daaraan gelieerde terrorisme – in Zuidwest-Azië<br />
van harte aanbevolen. Het zesde hoofdstuk is<br />
vooral interessant, omdat het aandacht besteedt aan de<br />
hulp en steun die Pakistan in de jaren 1996-2001 aan de<br />
Taliban heeft geleverd, terwijl ook de veranderingen in het<br />
Pakistaanse beleid jegens de Taliban na 11 september 2001<br />
aan bod komen. Meer in het algemeen, zo luidt de ietwat<br />
pessimistische conclusie van de auteur, zijn het steeds in<br />
hoge mate invloeden van buitenaf (regionaal en extraregionaal)<br />
die het lot van <strong>Afghanistan</strong> zo onvoorspelbaar<br />
maakten en maken.
<strong>Militair</strong>e geschiedenis<br />
* *<br />
<strong>Afghanistan</strong>. A military history from Alexander the<br />
Great to the fall of the Taliban/Stephen Tanner (Cambridge,<br />
2002) ISBN 0-306-81164-2.<br />
Dit boek is uniek in die zin dat het als enige een volledig<br />
overzicht van de militaire geschiedenis van <strong>Afghanistan</strong><br />
biedt en een periode van bijna 2.500 jaar beslaat. Tanner,<br />
die van huis uit geen <strong>Afghanistan</strong>-deskundige is, publiceerde<br />
dit boek in 2002, toen dit Aziatische land in de Verenigde<br />
Staten in het middelpunt van de belangstelling stond. De<br />
kracht van het boek is dat het duidelijk laat zien hoe in de<br />
loop der eeuwen de strategische betekenis van <strong>Afghanistan</strong><br />
aan belangrijke veranderingen onderhevig is geweest. De<br />
constante factor is het uitermate onherbergzame terrein dat<br />
het land zo moeilijk beheersbaar maakt. Tanner beschrijft<br />
hoe <strong>Afghanistan</strong> talrijke malen onder invasies en onder de<br />
eigen tribale verdeeldheid te lijden heeft gehad. Vooral de<br />
Mongolen en het Sovjetleger hebben verschrikkelijk huisgehouden.<br />
De belangrijkste boodschap van de auteur is dat
tot nu toe geen enkel vreemd leger erin is geslaagd <strong>Afghanistan</strong><br />
permanent te bezetten en volledig onder controle te<br />
krijgen. In dit opzicht laat <strong>Afghanistan</strong>: a military history,<br />
dat als eerste introductie tot het rijke militair-historische verleden<br />
van dit land prima voldoet, zich lezen als een waarschuwing<br />
aan eenieder die <strong>Afghanistan</strong> van buitenaf zijn<br />
wil, hoe goedbedoeld ook, wenst op te leggen.<br />
* * The bear went over the mountain. Soviet combat tactics<br />
in <strong>Afghanistan</strong>/Lester W. Grau, ed. (Londen/Portland,<br />
1998) ISBN 0-7146-4413-7.<br />
* * Afghan guerrilla warfare. In the words of the Mujahideen<br />
fighters/Ali Ahmad Jalali en Lester W. Grau (St.<br />
Paul, 2001) ISBN 0-7603-1322-9.<br />
* * *<br />
The Soviet-Afghan war. How a superpower fought<br />
and lost/Lester W. Grau en Michael A. Gress, eds. (Lawrence,<br />
2002) ISBN 0-7006-1186-X.<br />
Lester Grau is co-auteur van drie boeken over de Soviet-<br />
Afghaanse oorlog. De eerste twee, The bear went over the<br />
mountain en Afghan guerrilla warfare handelen over de<br />
tactieken die de Sovjets en de mujaheddin gebruikten. Het<br />
derde boek beschrijft de oorlog vanuit het perspectief van<br />
de Russische Generale Staf. Grau, een gepensioneerde luitenant-kolonel<br />
van het Amerikaanse leger, is een kenner<br />
van de Sovjetstrijdkrachten en hun operationeel en tactisch<br />
optreden. De eerste twee boeken bestaan uit een verzameling<br />
vignettes ofwel leerrijke praktijkvoorbeelden die<br />
respectievelijk zijn opgetekend door officieren die studeren<br />
aan de Frunze militaire academie en door Afghaanse strijders.<br />
Deze vignettes zijn in het Engels vertaald en, aangevuld<br />
met waardevolle kanttekeningen, uitgegeven. Door<br />
beide boeken loopt als een rode draad de vraag hoe het<br />
mogelijk is dat de mujaheddin erin zijn geslaagd de strijd<br />
tegen het numeriek superieure en veel beter bewapende<br />
Sovjetleger vol te houden en die bezettingsmacht uiteindelijk<br />
tot een smadelijke aftocht te dwingen? In Afghan guerrilla<br />
warfare komen ook de zwakke punten van de mujaheddin<br />
aan bod, zoals haar interne verdeeldheid en het<br />
daaraan gerelateerde onvermogen tactische successen uit<br />
te buiten. Het vele kaartmateriaal dat in het boek wordt<br />
gebruikt, is eenvoudig doch instructief.<br />
The Soviet-Afghan war laat zien hoe het Rode Leger in<br />
1979 totaal onvoorbereid de strijd met de mujaheddin aanging<br />
en zich gaande de oorlog met veel vallen en opstaan<br />
de tactieken van de contraguerrilla eigen maakte. Dat de<br />
resultaten van het Russische leerproces uiteindelijk tegenvielen,<br />
blijft in deze studie wat onderbelicht, terwijl er ook<br />
weinig of geen aandacht is voor de extreem gruwelijke<br />
kanten van deze oorlog. Samen met de kritische kantteke-
ningen van Grau en Gress, die juist wel oog hebben voor<br />
wat men wel the sharp end of war noemt, levert deze studie<br />
niettemin boeiende lectuur op. Vooral de vele voorbeelden<br />
uit de harde praktijk spreken tot de verbeelding.<br />
* * <strong>Afghanistan</strong>-The bear trap. The defeat of a superpower/Mohammed<br />
Yousaf en Mark Adkin (Barnsley, 1992;<br />
editie 2001) ISBN 0-85052-860-7.<br />
De Pakistaanse brigadegeneraal Mohammed Yousaf was in<br />
de jaren tachtig hoofd van het Afghaanse bureau van de Interservice<br />
Intelligence (ISI), de Pakistaanse inlichtingendienst.<br />
In die hoedanigheid fungeerde hij als de mastermind<br />
van de militaire hulp die Pakistan aan de mujaheddin bood<br />
in haar strijd tegen de Sovjet-Unie. Hij was er verantwoordelijk<br />
voor dat er duizenden tonnen aan wapens – gefinancierd<br />
door de Saudi’s en de CIA – naar <strong>Afghanistan</strong> werden<br />
gesluisd. In dit boek heeft Yousaf zijn herinneringen aan die<br />
tijd en die werkzaamheden vastgelegd. Medeauteur Adkin,<br />
een oud-majoor van het Britse leger, heeft hem geholpen<br />
zijn verhaal zo coherent mogelijk aan het papier toe te vertrouwen.<br />
The bear trap is een boeiend verslag van de wijze<br />
waarop Pakistan en de Verenigde Staten heimelijk controle<br />
uitoefenden op een van de grootste guerrillaoorlogen van<br />
de twintigste eeuw en ertoe bijdroegen dat ook de Sovjet-<br />
Unie haar eigen ‘Vietnam’ beleefde. Het boek bevat veel interessante<br />
feiten en observaties. Zo ervoeren de Pakistaanse<br />
autoriteiten volgens Yousaf de Verenigde Staten, ondanks<br />
de overvloedige hulp die dit land verstrekte, als een<br />
kortzichtige en onbetrouwbare bondgenoot. Uit het boek<br />
komt ook duidelijk naar voren dat het geen sinecure is om<br />
met Afghaanse krijgsheren samen te werken.<br />
* *<br />
Ghost wars. The secret history of the CIA, <strong>Afghanistan</strong>,<br />
and bin Laden, from the Soviet invasion to September<br />
10, 2001/Steve Coll (New York, 2001) ISBN 1-<br />
59420-007-6.<br />
“For God’s sake, you are financing your own assassins.”<br />
Dit citaat uit Ghost Wars vat de strekking van het boek<br />
kernachtig samen. Het vertelt over de heimelijke steun van<br />
de CIA, de Saudische en de Pakistaanse inlichtingendienst<br />
aan de islamitische jihad tegen de sovjets in <strong>Afghanistan</strong>,<br />
en de gevolgen van die steun voor de opkomst van radicale<br />
islamieten zoals Hekmatiyar, de Taliban en Osama bin<br />
Laden. Coll is een geboren en gedreven verteller en dat<br />
maakt Ghost wars tot een lijvig boekwerk. Het is niettemin<br />
een aanrader, juist omdat het meer biedt dan een beschrijving<br />
van de handel en wandel van de CIA. Het zorgvuldig<br />
geannoteerde boek bestrijkt de gehele regio van Saudi-<br />
Arabië tot Pakistan, laat zien wie Al Qa’ida en Osama bin
Laden steunden, bespreekt de gecompliceerde verhouding<br />
tussen Bin Laden en de Saudi’s en verduidelijkt de voortdurende<br />
strijd tussen de CIA, het Witte Huis en de belangrijkste<br />
bondgenoten over het te voeren beleid. Coll heeft gedurende<br />
de twaalf jaar dat hij aan het boek werkte, tientallen<br />
overheidsfunctionarissen, geheim agenten en hun<br />
bazen uit Saudi-Arabië, Pakistan, Rusland en Amerika geïnterviewd<br />
en een groot aantal vertrouwelijke documenten<br />
ingezien. Het zijn echter niet alleen de onthullingen die het<br />
boek zo boeiend maken, maar ook de wijze waarop het de<br />
complexe Afghaanse situatie inzichtelijk maakt. Ghost wars<br />
leest bij vlagen als een spannend jongensboek. Coll verliest<br />
de objectiviteit echter niet uit het oog.<br />
*<br />
De geheime oorlog van Charlie Wilson. Hoe een Amerikaans<br />
Congreslid de Russen uit <strong>Afghanistan</strong> verjaagde/George<br />
Crile (Utrecht, 2004) ISBN 90-229-8842-2.<br />
Dit opmerkelijke boek sluit nauw aan bij Ghost wars. Het<br />
beschrijft hoe één man, een Democratisch Congreslid uit<br />
Texas, genaamd Charles Wilson, vrijwel eigenhandig de<br />
grootscheepse en honderden miljoenen dollars kostende<br />
CIA-operatie om de mujaheddin in haar strijd tegen de<br />
Sovjet-Unie te steunen, in gang zette. Dit alles gebeurde<br />
aanvankelijk zonder duidelijke toestemming van het Witte<br />
Huis. Wilson maakte slim gebruik van zijn machtspositie als<br />
lid van het invloedrijke Defense Appropriations Committee<br />
van het Congres om de benodigde gelden los te weken. Hij<br />
was een krachtig stimulator van de ontwikkeling van een<br />
draagbare luchtdoelraket (de Stinger), omdat hij de Afghaanse<br />
strijders een wapen in handen wilde geven waarmee<br />
zij de Russische gevechtshelikopters konden bestrijden.<br />
Het relaas van Crile zit vol met karakters die zo uit een<br />
spionageroman lijken te zijn weggelopen. Wilson zelf is een<br />
rokkenjagende drinkebroer, terwijl zijn CIA-kompaan<br />
Avrakotos een rauwdouwer is die voortdurend met zijn in<br />
dure pakken gestoken bovenbazen overhoop ligt. Het is<br />
fascinerend om te lezen hoe het Congres, dat zich toentertijd<br />
nauwelijks met <strong>Afghanistan</strong> bezig hield, Charlie zijn<br />
eigen oorlog liet voeren. Voor Crile staat vast dat zijn markante<br />
hoofdpersoon een belangrijke bijdrage heeft geleverd<br />
aan de ineenstorting van het Sovjetrijk en daarmee<br />
aan het einde van de Koude Oorlog. Heeft hij gelijk? Oordeelt<br />
u zelf maar. Het boek is ook verkrijgbaar in het Engels:<br />
George Crile, Charlie Wilson’s war. The extraordinary<br />
story of how the wildest man in Congress and a rogue<br />
CIA agent changed the history of our times (New York,<br />
2003) ISBN 0-8021-4124-2. Daarnaast is het boek verfilmd:<br />
Mike Nichols, Charlie Wilson’s war (Universal Studios,<br />
2007) 97 min.
<strong>Militair</strong>e operaties na ‘9/11’<br />
* * Terrorism, <strong>Afghanistan</strong>, and America’s new way of<br />
war/Norman Friedman (Annapolis, 2003) ISBN 1-59114-<br />
290-3.<br />
Al in 2003 zette de Amerikaanse defensieanalist Norman<br />
Friedman de gebeurtenissen van ‘9/11’ en daarna in een<br />
breed strategisch perspectief. Wie voerden de aanvallen<br />
uit? Waarom? Waar komt de haat in de islamitische wereld<br />
tegen het Westen in het algemeen en de Verenigde Staten<br />
in het bijzonder vandaan? Hoe beantwoord je deze dreiging?<br />
Hoe definieer je een ‘oorlog tegen het terrorisme’?<br />
Wat doe je met staten die het terrorisme sponsoren? Friedman<br />
koppelt deze strategische vraagstukken over de nieuwe<br />
mondiale veiligheidssituatie knap aan recente militaire<br />
veranderingen in de Verenigde Staten, zoals de modernisering<br />
van het luchtwapen, de ontwikkeling van het concept<br />
van network-centric warfare en het toegenomen belang<br />
van special forces. <strong>Afghanistan</strong> blijft tegelijkertijd door het<br />
gehele boek de centrale casestudie. Op het einde kijkt<br />
Friedman ook voorbij het Afghaanse slagveld naar de toekomst<br />
en geeft hij drie benaderingen om de ‘oorlog tegen<br />
het terrorisme’ te verbreden en te verdiepen.<br />
* *<br />
The lessons of <strong>Afghanistan</strong>. War fighting, intelligence<br />
and force transformation/Anthony H. Cordesman<br />
(Washington DC, 2002) ISBN 0-89206-417-X.<br />
Cordesman, een militair expert die aan het Center for Strategic<br />
and International Studies is verbonden, waarschuwt<br />
dat het trekken van lessen uit een oorlog die (nog) niet volledig<br />
gewonnen is – en in <strong>Afghanistan</strong> is dat het geval –,<br />
riskant werk is. Maar het kan tegelijkertijd ook erg lonend<br />
zijn, omdat men er dan in het vervolg van de strijd nog van<br />
kan profiteren. Zo kwam hij ertoe al in 2002, toen het Pen-
tagon nog weinig harde data over Enduring Freedom had<br />
prijsgegeven, een studie vol lessen over de oorlog in <strong>Afghanistan</strong><br />
te publiceren. Zijn belangrijkste boodschap is dat<br />
de Amerikaanse strijdkrachten zich nog altijd te veel blindstaren<br />
op het concept van de technologically supported<br />
decisive battle, terwijl een veel bredere, deels niet-militaire<br />
aanpak vereist is om de wereldwijde strijd tegen het terrorisme<br />
met succes te kunnen afsluiten. Een belangrijk kenmerk<br />
van asymmetrische oorlogvoering, zo stelt Cordesman,<br />
is dat de irregulier strijdende vijand over een groot<br />
aanpassingsvermogen beschikt en in staat moet worden<br />
geacht op een andere plaats, in een andere gedaante, weer<br />
op te duiken om daar de strijd met andere middelen voort<br />
te zetten. Het werk in <strong>Afghanistan</strong> is volgens Cordesman<br />
nog lang niet gedaan. En, schrijft hij, de regering in Washington<br />
moet goed beseffen dat zelfs een supermacht als de<br />
VS het in de strijd tegen terreur niet zonder bondgenoten<br />
kan stellen. De tekst van Cordesman is ook raadpleegbaar<br />
op internet. Zie:<br />
<br />
*<br />
First In. An insider’s account of how the CIA spearheaded<br />
the war on terror in <strong>Afghanistan</strong>/Gary C. Schroen<br />
(New York, 2005) ISBN 0-89141-872-5.<br />
Op 26 september 2001, slechts twee weken na de aanslagen<br />
op het World Trade Center en het Pentagon, landde<br />
een team van CIA-agenten met de codenaam Jawbreaker<br />
in Noord-<strong>Afghanistan</strong>. Vlak voor zijn pensioen kreeg de<br />
59-jarige Gary C. Schroen de opdracht van de CIA een<br />
team samen te stellen en af te reizen naar de Pandjsjirvallei.<br />
Als voormalig CIA-afdelingshoofd in Islamabad had<br />
hij in de tweede helft van de jaren negentig reeds contact<br />
met de opponenten van de Taliban. Nu moest Schroen de<br />
volledige medewerking van de Noordelijke Alliantie in de<br />
strijd tegen de Taliban en het Al Qa’ida-netwerk zien te<br />
verkrijgen. Daarnaast was hij ook medeverantwoordelijk<br />
voor de ontplooiing van de eerste Amerikaanse special<br />
forces in <strong>Afghanistan</strong>. First In beschrijft op boeiende wijze<br />
de inzet van Jawbreaker en de problemen waarmee het<br />
team werd geconfronteerd. Met name de voortdurende<br />
discussies met Washington over de te volgen strategie en<br />
het onderlinge wantrouwen tussen de commandanten van<br />
de Noordelijke Alliantie zorgden voor veel frustratie bij<br />
Schroen en zijn teamleden. De Publications Review Board<br />
(PRB) van de CIA noemde het boek terecht “the most detailed<br />
account of a CIA field operation”.
NIEUW<br />
* * Danger close. Tactical air controllers in <strong>Afghanistan</strong><br />
and Iraq/Steve Call (College Station, 2007) ISBN<br />
978-1-58544-624-7.<br />
Kenmerkend voor de recente oorlogen in <strong>Afghanistan</strong> en<br />
Irak, was de inzet van kleine groepjes experts oftewel tactical<br />
air control parties (TACP’s). Deze teams drongen diep<br />
vijandelijk gebied binnen om met behulp van hypermoderne<br />
communicatieapparatuur doelen door te geven aan<br />
vliegtuigen van de Amerikaanse luchtstrijdkrachten. De<br />
TACP’s leveren een belangrijke bijdrage aan de luchtsteun<br />
aan grondtroepen, het zogenaamde close air support<br />
(CAS). Zij opereren op de scheidslijn van de werkgebieden<br />
van land- en luchtmacht. Voorafgaande aan de inzet in <strong>Afghanistan</strong><br />
en in Irak was bij de USAF noch bij de US Army<br />
sprake van een goede inbedding van het CAS-concept.<br />
Misverstanden en rivaliteit tussen deze twee krijgsmachtdelen<br />
leidden ertoe dat het belang van CAS lange tijd werd<br />
ondergewaardeerd. Desondanks heeft de inzet van TACP’s<br />
na de terroristische aanslagen van 11 september 2001 een<br />
hoge vlucht genomen. Tactical air controllers hebben een
voorname rol gespeeld bij het oprollen van de Taliban in<br />
<strong>Afghanistan</strong> en het regime van Saddam Hussein in Irak.<br />
Steve Call, een oud-vlieger van de USAF en air liaison officer<br />
bij het Amerikaanse leger, gaat in Danger close uitvoerig<br />
in op deze successen, maar hij laat ook zien dat de<br />
inter-service rivaliteit de TACP´s nog altijd parten speelde.<br />
Hij beschrijft de specialistische taak van het aanwijzen van<br />
doelen vlak bij de eigen troepen, terwijl hij ook ingaat op<br />
de grote gevaren die de teams nu en dan liepen. Call heeft<br />
zijn boek opgesplitst in twee delen: het eerste deel gaat<br />
over de oorlog in <strong>Afghanistan</strong> in 2001-2002. Het tweede<br />
deel concentreert zich op de inval in Irak, waarbij hij uitvoerig<br />
ingaat op de inzet van CAS bij An Najaf en Bagdad.<br />
Call laat veel leden van de TACP’s zelf aan het woord. Hun<br />
ervaringen maken het boek soms meeslepend en geven<br />
des te meer inzicht in de werkzaamheden van TACP’ers.<br />
Vooral voor militairen die werkzaam (zullen) zijn in de CAScommandoketen<br />
of intensief samenwerken met zowel<br />
landmacht- als luchtmachteenheden is Danger close een<br />
aanbevelenswaardig boek.
* Not a good day to die. The untold story of Operation<br />
Anaconda/Sean Naylor (New York, 2005) ISBN 0-425-<br />
19609-7.<br />
Op basis van geschreven bronnen, interviews met een<br />
groot aantal betrokkenen en zijn eigen ervaringen als embedded<br />
journalist tijdens operatie Anaconda, geeft Naylor<br />
een indringend verslag van de aanloop naar en het verloop<br />
van deze operatie in maart 2002. Terwijl de Amerikanen bij<br />
eerdere operaties in <strong>Afghanistan</strong> de strijd op de grond vrijwel<br />
geheel aan special forces en Afghaanse milities overlieten,<br />
zetten zij tijdens Anaconda ook een groot aantal reguliere<br />
grondtroepen in. Met de operatie hoopte de Amerikaanse<br />
legerleiding de in het Shahikot-gebergte verschanste<br />
Al Qa’ida-strijders een vernietigende slag toe te brengen.<br />
Daarin slaagde zij slechts gedeeltelijk. De Amerikanen<br />
maakten de fout de aantallen, de bewapening en de motivatie<br />
van de Al Qa’ida-strijders te onderschatten, terwijl de<br />
onderlinge coördinatie tussen de diverse onderdelen van de<br />
Amerikaans-Afghaanse strijdmacht veel te wensen overliet.<br />
Naylors verdienste is dat hij de besluitvorming en uitvoering<br />
van de operatie genadeloos – zij het soms te genadeloos<br />
– onder het mes neemt en bovendien de altijd met een<br />
waas van geheimzinnigheid omgeven inzet van de special<br />
forces duidelijk uit de doeken doet. Zijn bewondering voor<br />
de individuele Amerikaanse militair is groot, maar zeker<br />
niet kritiekloos. Daar staat tegenover dat hij frequent op<br />
(weinig relevante) details inzoomt en mede daardoor veel<br />
pagina’s nodig heeft om zijn verhaal te vertellen. De afwikkeling<br />
van de strijd na de eerste paar dagen doet Naylor<br />
daarentegen in slechts enkele pagina’s af. De pakkende<br />
tekst op de kaft vat het boek goed samen: “chaos and<br />
courage in the mountains of <strong>Afghanistan</strong>”.<br />
*<br />
The hunt for Bin Laden. Task Force Dagger. On the<br />
ground with the Special Forces in <strong>Afghanistan</strong>/Robin Moore<br />
(New York, 2003) ISBN 0-375-50861-9.<br />
Een van de eerste, goede militairoperationele geschiedenissen<br />
van de Amerikaanse oorlog tegen de Taliban en Al<br />
Qa’ida (gestart in oktober 2001) is deze publicatie van<br />
Robin Moore, die ook het boek Green Berets op zijn naam<br />
heeft staan. The hunt for Bin Laden vertelt op spectaculaire<br />
wijze ‘hoe weinigen velen versloegen’ in de meest onconventionele<br />
oorlog uit de Amerikaanse geschiedenis, die<br />
tevens als de aftrap van de wereldwijde oorlog tegen terreur<br />
geldt. Moore becijfert dat een paar honderd Amerikaanse<br />
‘groene baretten’ en Britse commando’s met behulp<br />
van een superieur luchtwapen het gevecht met tienduizenden<br />
geharde strijders van de Taliban en Al Qa’ida aangingen<br />
en meer dan dertigduizend van hen vroegtijdig ‘naar
het paradijs hielpen’. Het Taliban-regime werd in enkele<br />
maanden ten val gebracht. De organisatie van Al Qa’ida<br />
werden gevoelige verliezen toegebracht, terwijl de restanten<br />
naar Pakistan ontsnapten. Hoe deze in de militaire geschiedenis<br />
unieke operatie precies verliep, valt te lezen in<br />
dit boek. Moore maakte een heroïsch boots on the groundverhaal<br />
vol actie en drama. Het ambacht van onconventioneel<br />
oorlog voeren staat centraal. Hoewel de ondertoon<br />
soms erg patriottisch is en de auteur zijn politieke sympathieën<br />
niet onder stoelen of banken steekt, is dit boek de<br />
moeite van het lezen maar dan waard.<br />
* * *<br />
Air power against terror. America’s conduct of Operation<br />
Enduring Freedom/Benjamin S. Lambeth (Santa<br />
Monica, 2005) ISBN 0-8330-3724-2.<br />
Deze studie beschrijft en analyseert de belangrijke bijdrage<br />
van het luchtwapen aan operatie Enduring Freedom. De<br />
auteur geeft aan dat er na ‘9/11’ geen operatieplannen<br />
voor een aanval op <strong>Afghanistan</strong> gereed lagen. In een tijdsbestek<br />
van drie weken is vervolgens een compleet plan van<br />
de grond getild. Logistiek is een enorme prestatie geleverd<br />
om alle vliegtuigen, wapensystemen en brandstofvoorraden<br />
op hun uitgangsposities te krijgen. Omdat de politieke<br />
leiding eiste dat alles op alles zou worden gezet om het<br />
aantal slachtoffers onder de non-combattanten zo beperkt<br />
mogelijk te houden, is er voor gekozen een maximaal aantal<br />
precisiewapens in de strijd te werpen. Lambeth gaat uitvoerig<br />
in op de opvallendste nieuwigheid van deze oorlog,<br />
namelijk de inzet van special operations forces (SOFteams)<br />
samen met terminal attack controllers van de luchtmacht<br />
ten behoeve van doelopsporing en aanwijzing. Een<br />
ander aspect dat uitgebreid aan bod komt, is het technologische<br />
hoogstandje van de network-centric warfare, waardoor<br />
de zogeheten kill chain aanzienlijk werd verkort.<br />
Lambeth geeft aan dat zich hierbij het probleem voordeed<br />
dat die verbeterde technologie hogere commandanten de<br />
mogelijkheid bood zich met de kleinste details van de strijd<br />
te bemoeien, iets wat zij uit vrees voor fouten ook uitgebreid<br />
deden. Hierdoor ontstond er bij Central Command<br />
een grote target approval bottleneck, waardoor een deel<br />
van de technologische voorsprong weer verloren ging. Air<br />
power against terror is een onmisbaar boek voor de lezer<br />
die zich een goed beeld wil vormen van de sinds najaar<br />
2001 in <strong>Afghanistan</strong> gevoerde strijd. Het boek geeft inzicht<br />
in de enorme reikwijdte en slagkracht van de Amerikaanse<br />
luchtmacht(en) en van de problemen die zich bij de inzet<br />
ervan voordoen. De tekst van Lambeth is ook raadpleegbaar<br />
op internet:<br />
NIEUW<br />
*<br />
Blood makes the grass grow green/Johnny Rico<br />
(New York, 2007) ISBN 978-0-89141-897-9.<br />
Blood makes the grass grow green is het verhaal van Johnny<br />
Rico, die in een opwelling – hij is vijfentwintig jaar en<br />
heeft criminologie en politieke wetenschappen gestudeerd<br />
– besluit zich aan te melden als infanterist in het Amerikaanse<br />
leger. In de eerste hoofdstukken vertelt Johnny Rico<br />
onbekommerd over zichzelf: een onzekere, slungelige jongen<br />
die verwoede pogingen doet een meisje te versieren.<br />
Lezers die zich storen aan ongeremd en seksistisch taalgebruik,<br />
kunnen beter een ander boek kiezen. De doorzetters<br />
worden ‘beloond’ met een naïeve en ontluisterende kijk op<br />
het optreden van Amerikaanse eenheden in Uruzgan in de<br />
tweede helft van 2004. Enerzijds wordt duidelijk dat de<br />
Amerikaanse legerleiding met het oog op het winnen van<br />
de hearts and minds het gebruik van geweld sterk aan banden<br />
heeft gelegd. De eenheden in het veld klagen steen en<br />
been over beperkende bepalingen met betrekking tot het<br />
gebruik van vuurwapens en luchtsteun. Op een bepaald<br />
moment wordt een compagniescommandant zelfs op het<br />
matje geroepen omdat hij zich met behulp van dekkingsvuur<br />
aan een hinderlaag heeft onttrokken. Anderzijds verspelen<br />
de Amerikanen elke goodwill die ze hebben bij de<br />
bevolking doordat zij, niet gehinderd door enige kennis van<br />
de culturele en maatschappelijke verhoudingen, op grote<br />
schaal zonder overleg huizen doorzoeken. Het cultureel<br />
besef van Rico houdt ook niet over. Zo merkt hij meerdere<br />
malen op dat het hem bevreemdt dat vooral de vrouwen<br />
spichtig reageren op de Amerikaanse soldaten.
NIEUW *<br />
Lone Survivor. The eyewitness account of opera-<br />
tion Redwing and the lost heroes of SEAL team 10/Marcus<br />
Luttrell (New York, 2007) ISBN 978-0-316-06759-1.<br />
Lone survivor is het verhaal van Marcus Lutrell, een Amerikaanse<br />
Navy-SEAL, die na een intensief opleidingstraject,<br />
in juni 2005, samen met drie collega’s wordt ingezet in de<br />
Afghaanse provincie Kunar ten einde de verblijfplaats van<br />
een hooggeplaatste Taliban-commandant vast te stellen.<br />
Indien de kans zich voordoet, mogen ze hem gevangen<br />
nemen of uitschakelen. Zij laten zich verrassen door drie<br />
Afghaanse herders, die ze – wetende dat deze beslissing<br />
hun lot kan bezegelen – conform de geldende rules of engagement<br />
laten lopen. Binnen het uur worden ze door ruim<br />
honderd fanatieke Taliban-strijders aangevallen. Tientallen<br />
Taliban en drie van de vier Amerikanen sneuvelen. Een inderhaast<br />
te hulp schietende Chinook met aan boord zestien<br />
Amerikaanse special forces wordt neergeschoten, waarbij<br />
alle inzittenden omkomen. Luttrell is de enige van het oorspronkelijke<br />
team die weet te ontkomen. Hij wordt na veel<br />
ontberingen, waarvan hij in geuren en kleuren verslag<br />
doet, gevonden door Afghanen. Zij nemen hem gastvrij op<br />
in hun dorp en verzetten zich met hand en tand tegen pogingen<br />
van de Taliban om hem te ontvoeren. Uiteindelijk<br />
leggen Amerikaanse militairen contact met hem. Lone survivor<br />
leest als een jongensboek, en dat is de reden waarom<br />
niet iedereen het zal appreciëren. Luttrell bezigt veel stoere<br />
taal. Zo neemt hij naast de Taliban ook regelmatig de<br />
linkse liberal Amerikaanse pers op de korrel omdat zij in<br />
zijn ogen te snel Amerikaanse soldaten van oorlogsmisdaden<br />
beschuldigt. Desondanks is het boek interessant voor<br />
eenieder die meer wil weten over de inzet van de Navy-<br />
SEALs in <strong>Afghanistan</strong> in het algemeen en de ervaringen van<br />
Luttrell in het bijzonder.<br />
NIEUW<br />
*<br />
3 PARA. <strong>Afghanistan</strong>, summer 2006. This is war/<br />
Patrick Bishop (Londen, 2007) ISBN 978-0-00-725778-2.<br />
“Be careful what you wish for” was een gevleugelde uitspraak<br />
binnen het 3 e Bataljon van het Britse Parachute Regiment.<br />
Desondanks waren de parachutisten enthousiast<br />
toen ze hoorden dat ze in april 2006 zouden worden uitgezonden<br />
naar de provincie Helmand. Daar moest 3 Para<br />
Battle Group zorgen voor stabiliteit en veiligheid, zodat er<br />
een begin kon worden gemaakt met de wederopbouw. Dat<br />
de Taliban zich niet zonder slag of stoot zouden laten verdrijven,<br />
stond vast. Veel parachutisten keken uit naar hun<br />
vuurdoop. Een compagniescommandant verwoordde het<br />
gevoel binnen het bataljon treffend: “There’s one test the<br />
parachutist wants to take, and that’s how they react under<br />
fire. Are you going to flinch (…) or are you going to pass
that test?” De parachutisten hoefden niet lang te wachten<br />
op hun eerste vuurcontact. Al snel raakten ze in een felle<br />
strijd verwikkeld. In hun kwetsbare buitenposten in Sangin,<br />
Musa Qaleh en Now Zad werden zij onafgebroken aangevallen.<br />
Hierbij leden zij zware verliezen. Tijdens de uitzending<br />
sneuvelden 14 militairen en vielen er 46 gewonden.<br />
Aan de hand van persoonlijke verslagen schetst de journalist<br />
en schrijver Patrick Bishop een indringend verslag van<br />
de strijd in de zomer van 2006. Wat dit boek zo boeiend<br />
maakt, is dat Bishop elk niveau behandelt. Hij richt zich niet<br />
alleen op de strijd om de platoonhouses, maar ook de problemen<br />
in de bevelsstructuur van de TF Helmand en de<br />
moeilijke verhouding met de Afghaanse gouverneur van<br />
Helmand komen aan de orde.<br />
NIEUW<br />
*<br />
Desert of Death. A Soldier’s Journey from Iraq to<br />
<strong>Afghanistan</strong>/Leo Docherty (Londen, 2007) ISBN 978-0571-<br />
23689-3.<br />
Kapitein Leo Docherty diende als militair van de Scots Guards<br />
van eind 2004 tot voorjaar 2005 in Irak. Na een aantal comfortabele,<br />
maar weinig enerverende maanden in Londen,<br />
(Changing the guard bij Buckingham Palace), meldt hij zich<br />
voor <strong>Afghanistan</strong>. Voorjaar 2006 gaat hij naar Helmand.<br />
Dit boek is grotendeels gewijd aan zijn ervaringen daar tot<br />
en met juni van dat jaar. Docherty toont zich een enthousiaste<br />
militair met een avontuurlijke inslag, gefascineerd<br />
door Azië en geïnteresseerd in talen als Arabisch, Urdu en<br />
Pasthun. Daar is vraag naar bij de troepen. Hij gaat als<br />
aide-de-camp van de Britse commandant, maar dat bevalt<br />
hem niet. Te veel vergaderen, te weinig actie. Hij krijgt<br />
overplaatsing naar een mentoring team bij een compagnie<br />
Afghan National Army (ANA) Hierdoor krijgt hij een beter<br />
inzicht in de situatie in Helmand, maar nauwelijks voldoening.<br />
Het mentoring team kan amper zijn werk doen door<br />
onderbemanning en onvoldoende materieel en het ANA<br />
valt hem zwaar tegen. Er heerst veel onwil onder de Afghaanse<br />
militairen (ze willen eigenlijk alleen eten, thee<br />
drinken en slapen), desertie en betrokkenheid bij drugshandel.<br />
Uiteindelijk komt hij met de ANA toch nog in actie,<br />
in Sangin, dat veroverd moet worden op de Taliban. Die is<br />
er echter niet, wel zijn de districtbestuurders en de politie<br />
corrupt en crimineel. Docherty heeft een beknopt, maar informatief<br />
en leesbaar boek geschreven, dat de situatie van<br />
de Britse troepen in Helmand goed weergeeft. Maar het is<br />
vooral een boos boek. De grootste teleurstelling van de auteur<br />
is dat de comprehensive approach, waarover hij tijdens<br />
de voorbereidingen zo veel hoorde en waaraan hij<br />
veel waarde hecht, een wassen neus blijkt te zijn. De militairen<br />
zijn op pad gestuurd, maar van de ontwikkelings-
werkers, diplomaten en anderen die voor ontwikkeling, bestuur<br />
en staatsopbouw moeten zorgen, geen spoor. Gedesillusioneerd<br />
neemt hij eind 2006 afscheid van het leger.<br />
NIEUW<br />
* * * The unexpected war. Canada in Kandahar/<br />
Janice Gross Stein en Eugene Lang (Toronto, 2007) ISBN<br />
978-0-670-06722-0.<br />
Een van de belangrijkste militaire partners van Nederland in<br />
Zuid-<strong>Afghanistan</strong> is Canada. Het land heeft sinds begin<br />
2006 een PRT en een taskforce in de provincie Kandahar,<br />
waar het ook in 2002 in het kader van operatie Enduring<br />
Freedom al actief was met een battlegroup. Het leidde van<br />
2003 tot 2004 bovendien al eens het hoofdkwartier van<br />
ISAF in Kabul. Canada draagt als trouw Amerikaans bondgenoot<br />
en NAVO-partner zijn steentje bij. Maar waarom?<br />
Het boek The unexpected war. Canada in Kandahar vertelt<br />
zowel het politieke en strategische als het operationele verhaal<br />
van de Canadese militaire inzet in <strong>Afghanistan</strong>. Het<br />
laat zien hoe Canada sinds 2001 zijn buitenlandse politiek<br />
en defensie aanpaste aan de veranderde geostrategische<br />
situatie en zich, net als Nederland, steeds verder committeerde<br />
aan een crisisbeheersingsoperatie die in de traditie<br />
van vredesbewaring en wederopbouw leek te beginnen,<br />
maar die gaandeweg het karakter aannam van counterinsurgency.<br />
De auteurs verwijten Canada dat het te lang de<br />
bril ophield van peacekeeping. De Canadezen hadden<br />
beter naar de Nederlanders moeten luisteren, die al in 2005<br />
een realistischer en dus somberder beeld schetsten van de<br />
situatie in Kandahar, Helmand en Uruzgan. Focus van dit<br />
boek is vooral de landelijke politiek, de invalshoek vaak beleidsmatig,<br />
wat maakt dat het verhaal soms wat saai en<br />
ambtelijk aandoet. Niettemin en vooral vanwege de vele<br />
parallellen met de Nederlandse situatie interessant om te<br />
lezen.
NIEUW<br />
*<br />
Endstation Kabul. Als deutscher Soldat in Afghani-<br />
stan – ein Insiderbericht/Achim Wohlgetahn (Berlin, 2008)<br />
ISBN 978-3-430-20043-1.<br />
Sergeant Achim Wohlgetahn van de Bundeswehr dient in<br />
2002 zes maanden bij de Kabul Multinational Brigade<br />
(KMNB) van ISAF. Hoewel zijn eigen eenheid niet voor de<br />
missie in aanmerking komt, weet deze Fallschirmjäger te<br />
bewerkstelligen dat hij op individuele basis wordt uitgezonden.<br />
Hij wil er beslist bij zijn. De eerste maanden voert<br />
hij vanuit Camp Warehouse in opdracht van de staf-KMNB<br />
samen met zijn buddy Alex tal van beveiligings- en inlichtingentaken<br />
uit. Tijdens de Loya Jirga, die Karzai tot president<br />
verkiest, bemant hij in Hotel Intercontinental een<br />
vooruitgeschoven commandopost met uitzicht op de tent<br />
waar de vergadering plaatsvindt. Vervolgens wordt hij toegevoegd<br />
aan een groep van 104 Compagnie van het Korps<br />
Commandotroepen (KCT). Met deze Nederlandse commando’s<br />
voert hij tal van opdrachten uit, waarbij zij regelmatig,<br />
zo schrijft hij op p. 187, buiten de grenzen van het<br />
mandaatgebied optreden. Wohlgetahn is erg lovend over<br />
de professionaliteit en kameraadschap van de commando’s.<br />
Het afscheid van hen valt hem dan ook erg zwaar.<br />
Endstation Kabul is een persoonlijk en oprecht verslag –<br />
geschreven in eenvoudig te lezen Duits – van een uitzending<br />
die de auteur bepaald niet licht is gevallen. Bovendien<br />
wacht hem na thuiskomst het beruchte zwarte gat. De terugblik<br />
van Wohlgetahn heeft een bittere ondertoon,<br />
waarbij zijn ergernis zich vooral richt op de regelzucht van<br />
de Bundeswehr en op het merendeel van zijn Duitse superieuren<br />
die in zijn ogen veelal incompetent zijn.
Persoonlijke impressies<br />
* *<br />
The hidden war. A Russian journalist’s account of the<br />
Soviet war in <strong>Afghanistan</strong>/Artyom Borovik (New York,<br />
1990) ISBN 0-8021-3775-X.<br />
In dit boek beschrijft de journalist Borovik op indringende<br />
wijze de enorme impact die de oorlog in <strong>Afghanistan</strong> in de<br />
jaren tachtig op de daar strijdende Sovjetmilitairen heeft<br />
gehad. Het begint er al mee dat zij geen idee hadden waartoe<br />
hun aanwezigheid in dat land diende. De Afghaanse<br />
bevolking, die volgens de officiële Sovjetpropaganda naar<br />
bescherming en bevrijding hunkerde, nam in werkelijkheid<br />
doorgaans een vijandige of op zijn best onverschillige houding<br />
aan. Hierdoor kreeg het cynisme in de sovjetgelederen<br />
vrij spel. Aanvankelijk heeft Borovik, die meermalen bij<br />
de troepen in <strong>Afghanistan</strong> op bezoek is geweest, er nog<br />
wel vertrouwen in dat het Sovjetleger in zijn missie zal slagen,<br />
maar al snel laat hij de hoop op een goede uitkomst<br />
varen. De toonzetting van zijn relaas wordt alsmaar somberder.<br />
Hij wil duidelijk maken hoe deze uitzichtloze en<br />
smerige oorlog in een ongastvrij land een hele generatie<br />
jonge Russen de vernieling in heeft geholpen, temeer daar<br />
de <strong>Afghanistan</strong>gangers in eigen land nauwelijks op begrip<br />
konden rekenen. Het thuisfront behandelde hen dikwijls<br />
met verachting, alsof zij persoonlijk verantwoordelijk waren<br />
voor dit debacle in de Russische geschiedenis. Met zijn<br />
vaardige pen geeft Borovik fraaie karakterschetsen van soldaten<br />
die zich mentaal in de vreemdste bochten wringen<br />
om in de oorlogshel te kunnen overleven. Hidden war,<br />
waarin angst, hulpeloosheid en wanhoop de toon zetten,<br />
behoort wellicht niet echt tot het genre van de antioorlogsliteratuur,<br />
maar de boodschap is wel dat een oorlog die<br />
van twee zijden op meedogenloze wijze wordt gevoerd,<br />
diepe psychische sporen trekt in het gemoed van de mili-
tairen die eraan deelnemen; een boodschap die haaks stond<br />
op de valse pathos van de Sovjetpropaganda en die in het<br />
Rusland van net na de Koude Oorlog insloeg als een bom.<br />
* Soldaten van God. Onder de mujahidin in <strong>Afghanistan</strong>/<br />
Robert D. Kaplan (Utrecht, 2002) ISBN 90-274-7842-2.<br />
Soldiers of God van de bekende reizende journalist Kaplan<br />
is het verslag van diverse bezoeken die hij aan <strong>Afghanistan</strong><br />
en Pakistan heeft gebracht. De eerste zes hoofdstukken behandelen<br />
de situatie in <strong>Afghanistan</strong> vlak voor en onmiddellijk<br />
na de Russische terugtocht, die ongeveer met het einde<br />
van de Koude Oorlog samenviel. Het niet in de oorspronkelijke<br />
uitgave opgenomen hoofdstuk 7 gaat in op de<br />
situatie rond 2000, inclusief een profielschets van diverse<br />
Afghaanse persoonlijkheden die een prominente rol in het<br />
post-Taliban tijdperk zouden gaan spelen. De auteur geeft<br />
een intrigerend beeld van het harde bestaan van ‘de<br />
gewone man’ en van de culturele, religieuze en etnische aspecten<br />
van het toenmalige (en huidige) conflict. Reeds tijdens<br />
de strijd tegen de Russen, de vermeende gemeenschappelijke<br />
vijand, gingen de diverse verzetsgroepen elkaar<br />
regelmatig te lijf. Na de Russische aftocht werd dit alleen<br />
maar erger. De Pakistaanse inlichtingendienst, die de<br />
Amerikaanse gelden en wapens onder de Afghaanse strijders<br />
verdeelde, vervulde hierbij een belangrijke rol als intrigant.<br />
De mate van ‘volgzaamheid’ speelde een grotere rol<br />
bij de toewijzing van de middelen dan militaire effectiviteit.<br />
Etnische banden, zo benadrukt Kaplan, trekken zich niets<br />
van de formele grenzen aan: de twee Pakistaanse grensprovincies,<br />
de North-West Frontier Province en Beloetsjistan,<br />
zijn nauwelijks van <strong>Afghanistan</strong> te onderscheiden. Het<br />
centrale gezag heeft er weinig te vertellen. De aan beide<br />
zijden van de grens levende stammen regelen ‘hun eigen<br />
zaakjes’ en ‘accepteren’ geen inmenging van buitenaf. Dit<br />
boek is een aanrader voor de lezer die geïnteresseerd is in<br />
de gewelddadige geschiedenis van <strong>Afghanistan</strong> in het pre-<br />
Taliban tijdperk. Dit boek verscheen oorspronkelijk in de<br />
Engelse taal: Robert D. Kaplan, Soldiers of God. With Islamic<br />
warriors in <strong>Afghanistan</strong> and Pakistan (New York,<br />
1990; editie 2001) ISBN 1-4000-3025-0.<br />
*<br />
De boekhandelaar van Kaboel. Een familie in <strong>Afghanistan</strong>/Asne<br />
Seierstad (2002; editie Breda, 2006) ISBN 90-<br />
445-0324-3.<br />
Asne Seierstad is een Noorse journaliste die vanaf februari<br />
2002 een aantal maanden in het huis van Soeltan Khan en<br />
zijn familie in Kabul woonde. Khan verdient de kost als<br />
boekhandelaar, een beroep dat hem in de ogen van de Taliban<br />
bij voorbaat verdacht maakte. Op basis van de verha-
len die Seierstad uit de mond van diverse familieleden optekende<br />
– een aantal van hen had als vluchteling in Pakistan<br />
Engels geleerd –, schreef zij De boekhandelaar van Kaboel.<br />
Het boek biedt een boeiend inkijkje in het leven van een Afghaanse<br />
familie tijdens en kort na het Taliban-bewind. De<br />
schrijfster heeft veel aandacht voor de bijzonder ongelijke<br />
verhouding tussen man en vrouw en voor de huwelijks- en<br />
seksuele moraal die zo totaal anders zijn dan in West-Europa.<br />
Wat het boek, dat het midden houdt tussen een roman<br />
en een journalistieke reportage, vooral zo prikkelend maakt<br />
is het moeilijk grijpbare karakter van Soeltan Khan, die zich<br />
enerzijds een liberaal en verlicht man betoont, die droomt<br />
van een modern <strong>Afghanistan</strong>, maar anderzijds als tiranniek<br />
patriarch over zijn eigen familie regeert, van zijn zoons en<br />
laat staan van zijn dochters geen enkele tegenspraak duldt<br />
en, wanneer hij op zijn echtgenote uitgekeken raakt, besluit<br />
er een jong meisje als tweede vrouw bij te nemen. De rest<br />
van de familie had het maar te accepteren. Dit succesvolle<br />
maar – wegens de vermenging van feit en fictie – niet geheel<br />
onomstreden boek verscheen oorspronkelijk in het<br />
Noors maar is inmiddels in vele talen vertaald. Het boek is<br />
ook verkrijgbaar in het Engels: Asne Seierstad, Bookseller of<br />
Kabul (z.p., 2003) ISBN 978-0-316-73450-9.
*<br />
De borduursters van Herat: mijn jaren in <strong>Afghanistan</strong>/<br />
Christina Lamb (New York, 2002) ISBN 0-06-050526-5.<br />
Christina Lamb vertrok eind jaren tachtig als correspondente<br />
naar <strong>Afghanistan</strong> om te schrijven over de strijd van de<br />
mujaheddin tegen de sovjets. In 1989 werd haar visum,<br />
vanwege haar kritische houding, door de Pakistaanse inlichtingendienst<br />
ingetrokken. Pas twaalf jaar later, een<br />
week na 11 september 2001, keerde zij terug. Gedurende<br />
haar rondreis door het land kijkt ze, via de mensen die het<br />
aan den lijve hebben ondervonden, terug op ruim twaalf<br />
jaar Afghaanse geschiedenis. Zo ontmoet ze onder meer<br />
een Taliban-folteraar met wroeging; eet ze krabben met de<br />
mullahs op motorfietsen, de Taliban in wording; reist ze<br />
met Hamid Karzai; gaat ze op audiëntie bij de warlord van<br />
Herat, Ismail Khan, en is ze getuige van het bloederige,<br />
circa tienduizend doden tellende, mujaheddin-offensief<br />
tegen Jalalabad in maart 1989. De borduursters van Herat<br />
schetst een indringend beeld van het bewogen leven van<br />
de Afghaanse bevolking. Het is een aanrader voor een<br />
ieder die geïnteresseerd is in de menselijke kant van de geschiedenis.<br />
Het boek is ook verkrijgbaar in het Engels:<br />
Christina Lamb, The sewing circles of Herat. A personal<br />
voyage through <strong>Afghanistan</strong> (New York, 2002) ISBN 0-06-<br />
050526-5.
* De vliegeraar/Khaled Hosseini (Amsterdam, 2007) ISBN<br />
978-90-234-1899-3.<br />
Wie graag door het lezen van een roman een indruk wil<br />
opdoen en meer begrip wil krijgen van de Afghaanse maatschappij<br />
en cultuur, kan zijn hart ophalen aan De vliegeraar.<br />
Het is het verhaal van de ongelijke vriendschap tussen<br />
de zich superieur voelende Pasjtoen Amir en de trouwe<br />
Hassan, die Hazara is en bovendien een hazenlip heeft. Het<br />
boek speelt zich af tegen de achtergrond van de oorlog<br />
tegen de Sovjet-Unie en later de opkomst van de Taliban.<br />
Het loopt mis met de vriendschap wanneer Hassan, die één<br />
van de beste vliegeraars van Kabul is, door een groep jongens<br />
wordt gemolesteerd en Amir hem niet durft te hulp te<br />
schieten. Uit schaamte over zijn eigen lafheid en zijn verraad,<br />
keert Amir Hassan de rug toe. Amir komt uiteindelijk<br />
met zijn vader als vluchteling in Amerika terecht, waar hij<br />
een succesrijk bestaan opbouwt. Na twintig jaar keert Amir<br />
terug naar <strong>Afghanistan</strong>, waar de Taliban inmiddels heer en<br />
meester is. Hij probeert tijdens deze zoektocht naar zijn<br />
oude vriend met zijn persoonlijk verleden in het reine te<br />
komen, iets wat hem, gelouterd en wel, uiteindelijk zal lukken.<br />
De vliegeraar behandelt universele thema’s als schuld<br />
en boete, vriendschap, de altijd boeiende relatie tussen<br />
vader en zoon en de kloof die er tussen culturen kan<br />
gapen, dit alles met veel Afghaanse ‘couleur locale’. Een<br />
minpunt is dat in het boek de symboliek er vaak wel erg dik<br />
bovenop ligt, maar dat is wellicht een typisch westers oordeel.<br />
Het boek is ook verkrijgbaar in het Engels: Khaled<br />
Hosseini, The kite runner (Londen, 2003) ISBN 1-573-<br />
22245-3. Daarnaast is het boek ook verfilmd: Marc Foster,<br />
The kite runner (Universal Pictures International, 2007)<br />
128 min.<br />
NIEUW<br />
*<br />
De terugkeer van de chaos. <strong>Afghanistan</strong> van bin-<br />
nenuit/Sarah Chayes (Amsterdam, 2006) ISBN 978-9-029-<br />
07985-3.<br />
Sarah Chayes doet in 2001 voor een Amerikaanse publieke<br />
radiozender verslag van de val van de Taliban in <strong>Afghanistan</strong>.<br />
Levend onder de bevolking van Kandahar gaat de<br />
journaliste op zoek naar de onderliggende patronen van<br />
het conflict, maar zij raakt gefrustreerd door een redactie<br />
die slechts geïnteresseerd is in de jacht op Al Qa’ida en de<br />
verschrikkingen van het Taliban-regime. Als Qayum Karzai,<br />
de broer van de nieuwe president haar vraagt om hoofd<br />
operaties te worden van zijn NGO, Afghans for Civil Society,<br />
grijpt zij die kans met beide handen aan. Anders dan<br />
de meeste NGO-medewerkers schuwt Chayes politieke bemoeienis<br />
niet. Zij bouwt in korte tijd een omvangrijk netwerk<br />
op, dat zich uitstrekt van de familie Karzai tot Ameri-
kaanse diplomaten en militairen. Haar hechte vriendschap<br />
met Zabit Akrem, de capabele politiechef van Kandahar die<br />
in 2005 wordt vermoord, loopt als een rode draad door het<br />
boek. Haar realistische houding ten aanzien van samenwerking<br />
met militairen zal een verademing zijn voor lezers<br />
uit militaire kring. De auteur gelooft niet in het gangbare<br />
argument dat humanitaire hulpverleners doelwit worden<br />
van aanslagen vanwege de toenemende militaire rol in wederopbouwprojecten.<br />
Wat zij vooral verontrustend vindt, is<br />
een totaal gebrek aan institutioneel geheugen van de Amerikaanse<br />
krijgsmacht als het gaat om niet-militaire zaken.<br />
Het Amerikaanse beleid wordt gekenmerkt door een gebrekkige<br />
visie op de staatsopbouw, resulterend in allianties<br />
met krijgsheren die op korte termijn nuttig zijn in de War<br />
on Terror, maar funest zijn voor de ontwikkeling van een<br />
goed bestuur, waar de Afghanen zo naar snakken. Chayes<br />
maakt zich ook kwaad over het gebrek aan daadkracht van<br />
Karzai, op wie de Afghanen en zijzelf in eerste instantie hun<br />
hoop vestigden.<br />
De Terugkeer van de Chaos is een indrukwekkend boek<br />
over de cruciale periode die voorafging aan de uitbreiding<br />
van de NAVO-missie naar Zuid-<strong>Afghanistan</strong>. Zoals de ondertitel<br />
belooft, beschrijft Chayes <strong>Afghanistan</strong> voornamelijk<br />
van binnenuit, beginnend bij het optimisme en de hoop<br />
onder Afghanen na de val van de Taliban en eindigend met<br />
de teleurstelling in de nieuwe wanorde. Enkele hoofdstukken<br />
met historische achtergronden halen iets van de vaart
uit het meeslepende verhaal en voegen weinig toe aan de<br />
bestaande literatuur. Het vlot geschreven boek moet door<br />
zijn combinatie van diepgang en toegankelijkheid tot de<br />
verplichte literatuur gerekend worden voor officieren die in<br />
Zuid-<strong>Afghanistan</strong> dienen. Het boek is ook verkrijgbaar in<br />
het Engels: Sarah Chayes, The punishment of virtue. Inside<br />
<strong>Afghanistan</strong> after the Taliban (Londen, 2006) ISBN 978-1-<br />
59420-096-0.<br />
NIEUW<br />
*<br />
The long walk home. Paul Franklin’s journey from<br />
<strong>Afghanistan</strong>. A soldiers’s story/Liane Faulder (z.p., 2007)<br />
ISBN 978-1-89714-225-7.<br />
Op 15 januari 2006 voeren de Taliban hun eerste zelfmoordaanslag<br />
uit op een Canadees konvooi in Kandahar.<br />
Bij deze actie kwamen de diplomaat Glen Berry en twee<br />
kinderen om het leven en raakten drie Canadese soldaten<br />
en ongeveer twaalf burgers gewond. De chauffeur van het<br />
getroffen voertuig, master corporal Paul Franklin, is een<br />
van de gewonden. Hij verliest zijn linkerbeen en enkele<br />
maanden later wordt zijn rechterbeen tot boven de knie<br />
geamputeerd. Deze publicatie beschrijft op openhartige en<br />
aangrijpende wijze het herstelproces, voor zover daar sprake<br />
van kan zijn, van Paul Franklin en de invloed die deze ingrijpende<br />
gebeurtenis heeft op zijn leven en dat van zijn<br />
vrouw Audra en hun zesjarig zoontje Simon. De familie<br />
heeft, met behulp van Liane Faulder, dit relaas opgetekend.<br />
Zij willen daarmee het (Canadese) publiek laten zien wat
het betekent om (westers) militair in <strong>Afghanistan</strong> te zijn.<br />
En hoe met enorm veel doorzettingsvermogen, optimisme<br />
en steun van familie, vrienden, collega’s en de lokale<br />
gemeenschap het mogelijk is een nieuw leven op te bouwen.<br />
Ondanks het verlies van zijn twee benen weet Paul<br />
met behulp van geavanceerde hulpmiddelen en veel inspanning<br />
weer mobiel te worden. Hij is daardoor in staat<br />
actief deel te nemen aan het gezinsleven en speelt, ondanks<br />
alle beperkingen, een belangrijke rol bij het opvoeden<br />
van zijn zoon. Hij wil met dit boek zijn medegewonden<br />
tot voorbeeld zijn en een hart onder de riem steken.<br />
NIEUW<br />
*<br />
Uruzgan. <strong>Militair</strong>, mens, missie/Riekelt Pasterkamp<br />
(Kampen, 2007) ISBN 978-90-6140-973-1.<br />
De defensieorganisatie streeft naar openheid in de berichtgeving<br />
over Uruzgan. Journalistiek Nederland is daarom<br />
uitgenodigd om een kijkje in de keuken te komen nemen.<br />
Embedded journalist Riekelt Pasterkamp van het Reformatorisch<br />
Dagblad bezocht in 2007 de Taskforce Uruzgan en<br />
bundelde zijn ervaringen (reportages, interviews, portretten<br />
van militairen) in een boek: Uruzgan. <strong>Militair</strong>, mens,<br />
missie. Wat doet Nederland in Uruzgan? Wie zitten daar?<br />
Hoe ervaren deze militairen de missie, en vooral, hoe is het<br />
voor hun achterban; partners, kinderen en familie voorop?<br />
Oftewel: wat doet het verblijf op een van de gevaarlijkste<br />
plekken ter wereld met een militair en zijn omgeving? Zingeving<br />
en religie heeft Pasterkamp in deze publicatie een<br />
centrale plaats toebedeeld. Hij portretteert de hoofdperso-
nen als militair, als gelovige en als mens, en hoort ze niet<br />
alleen uit over hun professie, maar ook over hun zielenroerselen.<br />
Zijn jarenlange ervaring als schrijvend journalist<br />
is terug te zien in de tekst: hij weet zijn gesprekken met<br />
militairen en eigen observaties om te zetten in heldere<br />
taal. Het is hem er vooral om te doen door te dringen tot<br />
de diepere emoties en motivaties van de mens achter de<br />
militair op uitzending, terwijl hij er minder in geïnteresseerd<br />
lijkt de complexiteit van de operatie inzichtelijk te<br />
maken. Een beetje een braaf boek van een brave journalist.<br />
NIEUW<br />
*<br />
Thuisfront Uruzgan. Ervaringen rondom de uitzen-<br />
ding naar <strong>Afghanistan</strong>/Edith van Zalinge (Wormer, 2007)<br />
ISBN 978-90-6611-536-1.<br />
Thuisfront Uruzgan, van de hand van voormalige Parooljournaliste<br />
Edith van Zalinge, is een bijzonder fraai geïllustreerde<br />
publicatie, alleen al daarom is dit boek de moeite<br />
van het lezen waard. Het idee voor Thuisfront Uruzgan is<br />
ontstaan toen Van Zalinge in gesprek raakte met vormgeefster<br />
Ingrid van Engelen. De partner van Ingrid bevond<br />
zich op dat moment in Uruzgan. Samen kwamen ze<br />
tot de conclusie dat er weliswaar voldoende media-aandacht<br />
was voor de militairen in het oorlogsgebied, maar<br />
dat het onduidelijk was hoe het de thuisblijvers verging.<br />
Het boek is een combinatie van dagboekfragmenten van<br />
Van Engelen en haar partner afgewisseld met interviews<br />
met achterblijvers. Het aardige van het boek is het contrast<br />
tussen de belevenissen van de uitgezonden militairen<br />
enerzijds en het dagelijkse leven van het thuisfront<br />
anderzijds, waar spanning, twijfel en onmacht overheersen.
NIEUW<br />
*<br />
Taskforce Uruzgan. Op zoek naar het recht/Gijs<br />
Scholtens (Soesterberg, 2007) ISBN 978-90-5911-621-4.<br />
De Nederlandse militairen in Zuid-<strong>Afghanistan</strong> beperken<br />
zich niet tot het bevorderen van veiligheid en stabiliteit. Zij<br />
houden zich ook bezig met het scheppen van de voorwaarden<br />
voor bestuurlijke en economische opbouw. Het<br />
bevorderen van de rechtsstaat, die nog erg gebrekkig is in<br />
<strong>Afghanistan</strong>, is een belangrijk onderdeel van deze aanpak.<br />
Voormalig advocaat Gijs Scholtens – jarenlang partner bij<br />
advocatenkantoor NautaDutilh met als specialiteit het arbeidsrecht<br />
– vertrok daarom in februari 2007 naar de Afghaanse<br />
provincie Uruzgan om het rechtssysteem in kaart<br />
te brengen en te adviseren over verbeteringen.<br />
Scholtens stelt vast dat het rechtssysteem in <strong>Afghanistan</strong>
een combinatie is van statelijk recht, islamitisch recht en<br />
gewoonterecht. Hij schrijft dat het niet de bedoeling is om<br />
een westers juridisch systeem te implementeren. Het<br />
rechtssysteem moet de Afghaanse normen en waarden<br />
weerspiegelen. Voor de (weder)opbouw van het rechtsstelsel<br />
zijn volgens Scholtens drie factoren van belang: gebouwen,<br />
mensen en gevoel voor recht. Het boek, een<br />
bundeling van de weekbrieven die hij schreef aan achterblijvers<br />
in Nederland, gaat vooral over de dagelijkse beslommeringen<br />
en slechts ten dele over zijn werkzaamheden<br />
als functioneel specialist juridische zaken. Het is desondanks<br />
interessant om te lezen hoe een relatieve buitenstaander<br />
kijkt naar deze hoofdzakelijk door militairen bevolkte<br />
operatie.
Colofon<br />
Het Nederlands Instituut voor <strong>Militair</strong>e Historie (NIMH) in<br />
Den Haag is een gespecialiseerd kennis- en onderzoekscentrum<br />
op het gebied van de Nederlandse militaire geschiedenis.<br />
Het instituut publiceert wetenschappelijke<br />
studies, verzorgt onderwijs aan militaire opleidingsinstituten<br />
en universiteiten en maakt zijn verworven kennis en<br />
audiovisueel bezit toegankelijk voor een breed publiek.<br />
Nederlands Instituut voor <strong>Militair</strong>e Historie<br />
Alexanderkazerne<br />
Van Alkemadelaan 357<br />
Postbus 90701<br />
2509 LS Den Haag<br />
www.nimh.nl<br />
Het NIMH heeft dankbaar gebruikgemaakt van (titel)suggesties<br />
die door een aantal militairen en instellingen zijn<br />
gedaan.<br />
Teksten<br />
Serge Blom, Thijs Brocades Zaalberg, Arthur ten Cate,<br />
Richard van Gils, Wouter Hagemeijer, Erwin van Loo,<br />
Sven Maaskant, Jaap de Moor, Anselm van der Peet en<br />
Ben Schoenmaker<br />
Beeldbewerking<br />
Louis Kaulartz<br />
Eindredactie<br />
Richard van Gils en Ben Schoenmaker<br />
Illustratieverantwoording<br />
AVDD: Ab Baak, Gerben van Es, Richard Frigge, Sjoerd<br />
Hilckman en Arief Rorimpandey<br />
Vormgeving<br />
Wim Zaat, Moerkapelle<br />
Druk<br />
OBT, Den Haag<br />
© 2008 Nederlands Instituut voor <strong>Militair</strong>e Historie,<br />
Den Haag