CONTROLE WAPENING VAN IN HET WERK GESTORTE ...

CONTROLE WAPENING VAN 

IN HET WERK GESTORTE CONSTRUCTIEDELEN 

PARKEERGARAGE BOS & LOMMER 

Opdrachtgever / Client Multi Vastgoed b.v. 

t.a.v. de heer Ing. E. Nettinga 

Postbus 875 

2800 AW GOUDA 

Resultaten metingen op risicolocaties 

eindrapport 

Ons kenmerk / Our reference A832330/R20060167a/MBo/MBo 

Autorisatie / Authorisation ir. R van Selst 

Datum / Date 5 juli 2006 

Auteur / Author dr. M.M.R. Boutz

INHOUDSOPGAVE 

pagina 2 van 31 

Pagina 

SAMENVATTING .................................................................................................................................... 4 

1. INLEIDING ....................................................................................................................................... 5 

2. UITGEVOERDE WERKZAAMHEDEN............................................................................................. 6 

2.1. Meettechnieken........................................................................................................................ 6 

2.2. Meetlocaties............................................................................................................................. 6 

2.3. Werkwijze controlemetingen.................................................................................................... 7 

2.3.1. Balken............................................................................................................................ 7 

2.3.2. Overige constructiedelen............................................................................................... 7 

2.4. Vergelijking meetresultaten met bestekstekeningen ............................................................... 8 

3. RESULTATEN.................................................................................................................................. 8 

3.1. Weergave resultaten................................................................................................................ 8 

3.2. Nivo +1 (dakvloer).................................................................................................................... 8 

3.2.1. R1: balk as Z, veldmidden stramien 32 - 33.................................................................. 8 

3.2.2. R2: balk as Z, veldmidden stramien 31 – 32 ................................................................. 8 

3.2.3. R3: balk as Z, veldmidden stramien 29 – 30 ............................................................... 10 

3.2.4. R4: balk as B, stramien 3 – 4 ...................................................................................... 10 

3.2.5. R5: balk as L, stramien 10 – 11................................................................................... 12 

3.2.6. R6a: oplegnok 3-B voor wand ..................................................................................... 13 

3.2.7. R6b: wanddilatatie 3-B................................................................................................. 13 

3.2.8. R7: bovenzijde balk as 11, stramien H - I.................................................................... 15 

3.2.9. R8: bovenzijde balk as 11, stramien H - I.................................................................... 16 

3.2.10. R9: bovenzijde balk as M, tandoplegging bij balk as 11 ........................................ 16 

3.3. Nivo 0 (bovenste parkeerlaag)............................................................................................... 18 

3.3.1. R10: balk as 3, bij kolom 3-J ....................................................................................... 18 

3.3.2. R11: balk as K, tandoplegging nabij as 11 .................................................................. 19 

3.3.3. R12a: balk as E, stramien 11 – 12 .............................................................................. 22 

3.3.4. R12b: balk as G, stramien 10a-11............................................................................... 23 

3.3.5. R13: bovenzijde balk as E, stramien 12 – 13 .............................................................. 24 

3.3.6. R14: bovenzijde balk as 3, stramien D........................................................................ 25 

3.3.7. R15: kolom H-11.......................................................................................................... 26 

4. CONCLUSIES................................................................................................................................ 28 

BIJLAGE A OVERZICHTSTABEL RISICOLOCATIES..................................................................... 29

BIJLAGE B POSITIE MEETGRIDS OP MEETLOCATIE R10.......................................................... 30 

BIJLAGE C POSITIE BEUGELS IN KOLOM H-11 (NIVO -1 – 0)..................................................... 31 

pagina 3 van 31

SAMENVATTING 

Op basis van een risico-analyse heeft Ingenieursbureau Zonneveld 17 locaties aangewezen op nivo 

+1 (dakvloer) en nivo 0 (vloer bovenste parkeerlaag), waar gecontroleerd moet worden of de 

aanwezige wapeningsconfiguratie conform tekening is uitgevoerd. INTRON heeft op 14 locaties 

metingen verricht met radar en Ferroscan. De overige 3 locaties waren niet bereikbaar voor metingen. 

Op locaties waar de meetresultaten duidden op afwijkingen is de wapening vrijgemaakt middels 

hakken of waterslopen. Op 15 meetplaatsen verdeeld over 12 risicolocaties zijn afwijkingen 

geconstateerd: 

Tabel 13 Afwijkingen in aanwezige wapeningsconfiguratie op 11 risicolocaties 

Locatie Nivo Constructiedeel Stramien o/b Voorgeschreven Meting 

R2 + 1 balk as Z 31 - 32 o 7∅16 + 1∅8 5∅10 + 5∅16 

R3 + 1 balk as Z 29 - 30 o 7∅16 + 1∅8 4∅10 + 7∅12 

R4 + 1 balk as B 3 – 4 o 7 Ø20 + 2 Ø16 5∅10 + 1∅12 + 3∅16 + 5∅20 

R5 + 1 balk as L 10 – 11 b ∅25-100 10∅16 + 1∅20 

R6b + 1 vertanding B-3 v 5 hsp ∅16-50 

niet gedetecteerd 

wanddilatatie 

onder ‘tand’ 

R7 + 1 balk as 11 H - I b 10∅16 4 ∅10 

R9 +1 balk as M M-11 b 13∅8 12∅10 

R10 0 balk as 3 J - K o 12 ∅16 + 4 ∅12 23∅10 + 5∅12 + 14∅16 

R10 0 balk as 3 J o 16 hsp ∅12 4 – 6 bgls ∅8 

R11 0 balk as K K-11 o 

R12a 0 balk as F 11 - 12 o 

b 

R12b 0 balk as G 10a – 11 o 

b 

b 

10Ø12 

16 hspØ25 

16 hsp Ø12 (nok) 

5 dubbele blgs Ø 10 - 

100 

12Ø25 + 4Ø20 

16 hspØ25 

5 dubbele blgs Ø 10 

dubbele blgs Ø8 

2 hsp Ø8 (over gehele 

lengte balk) 

10∅12 + 6∅16 + 2∅10 

4∅20 + 6∅25 + 6∅32 

7∅25 + 6∅20 + 2∅10 

7∅25 + 6∅32 


11Ø20 

13 Ø25 (staven lopen omhoog) 



2Ø12 + 8Ø20 + 20Ø25 

2 dubbele blgs Ø10 t.p.v. 

vrijgemaakte locatie 

2 hsp Ø8 t.p.v. vrijgemaakte 

locatie 

10∅12 + 6∅20 + 2∅10 

10∅25 + 5∅32 (binnen beugel) 

4∅25 + 9∅20 + 2∅10 

4∅12 + 7∅25 + 6∅32 

R13 0 balk as E 12 - 13 b 10∅20 + 6∅16 8∅25 + 5∅20 + 1∅10 

R14 0 balk as 3 D b 18∅20 14∅20 (89 mm diepte) + 

12∅10 (115 mm diepte)

1. INLEIDING 

Begin februari zijn enkele in het werk gestorte nokken bezweken van de dakvloer (nivo +1) van 

parkeergarage Bos & Lommer te Amsterdam. De oorzaak van deze schade is onderzocht door TNO in 

opdracht van Fortis Vastgoed, eigenaar van de parkeergarage. INTRON heeft in opdracht van Fortis 

Vastgoed de wapeningsconfiguratie gecontroleerd van verschillende in het werk gestorte 

constructiedelen op verschillende nivo’s in de parkeergarage: 

nivo +1 (dakvloer): 

2 oplegnokken op as 3 (3-D, 3-K) en 2 op as 11 (11-D, 11-G); 

5 draagbalken (as B, C, K’, Z en 11); 

2 natte knopen in dwarsbalken (I-5, F-7); 

onderste parkeerlaag: 

2 vierkante kolommen op as 11 (K-11, tussenkolom); 

1 in de grond gevormde kolom (K-10). 

Op enkele van de gecontroleerde locaties zijn afwijkingen geconstateerd ten opzichte van de 

bestekstekeningen. Naar aanleiding hiervan is door de oorspronkelijke hoofdconstructeur 

Ingenieursbureau Zonneveld een risico-analyse uitgevoerd. Op basis hiervan heeft Ingenieursbureau 

Zonneveld een 15-tal locaties aangewezen, waar de wapening gecontroleerd dient te worden. 

INTRON heeft in opdracht van de projectontwikkelaar Multi Vastgoed b.v. deze controlemetingen 

uitgevoerd met niet-destructieve onderzoekstechnieken (radar, Ferroscan). Op locaties waar de 

meetresultaten duidden op een mogelijke afwijking van de wapeningsconfiguratie ten opzichte van de 

tekening is de wapening (deels) vrijgemaakt middels hakken of waterslopen. INTRON heeft 

vervolgens de vrijgemaakte wapening in kaart gebracht. 

In week 17 t/m 25 zijn op 10 dagen inspecties/metingen uitgevoerd door INTRON ten behoeve van de 

controle op de door Ingenieursbureau Zonneveld aangewezen risicolocaties. 

Expertiseburo G-RAS heeft in opdracht van de gemeente een 9-tal risicolocaties in de parkeergarage 

en de 2 hierboven gelegen woonlagen aangewezen. INTRON heeft hier eveneens controlemetingen 

verricht. De resultaten hiervan worden separaat gerapporteerd. 

pagina 5 van 31

2. UITGEVOERDE WERKZAAMHEDEN 

2.1. Meettechnieken 

De controle van de wapeningsconfiguratie is met de volgende NDO-technieken 1 onderzocht: 

radar (GSSI type SIR-20, frequentie 1,5 GHz), 

geavanceerde wapeningsdetector (Hilti Ferroscan, type PS 200), 

De maximale diepte waarop wapening gedetecteerd kan worden is afhankelijk van de NDO-techniek: 

radar: 400 tot 600 mm, 

Ferroscan: 100 à 120 mm. 

Met de Ferroscan zijn zowel handmatige scans als imagescans gemaakt. Met handmatige scans 

wordt de positie van een wapeningsstaaf met de meetsonde bepaald en op de constructie 

gemarkeerd. Het aantal staven en hun onderlinge afstand worden vervolgens bepaald. Deze 

meetmodus wordt gekenmerkt door een hoge productiesnelheid en een lage mate van detail. Met 

imagescans wordt een tweedimensionale weergave van de aanwezige wapening verkregen. Bij een 

imagescan wordt een meetgrid van 600 x 600 mm gemeten. In dit project zijn per meetlocatie steeds 

meerdere, deels overlappende imagescans opgenomen. Deze worden vervolgens gecombineerd om 

een totaalbeeld van de in het meetgebied gedetecteerde wapening te verkrijgen. Deze meetmodus 

wordt gekenmerkt door een lage productiesnelheid en een hoge mate van detail. 

De diameter van de wapening kan indicatief met de Ferroscan bepaald worden. De nauwkeurigheid 

hiervan is afhankelijk van de staafdiameter, de diepte van de wapening en de aanwezigheid van 

andere wapening. In gunstige gevallen moet nog altijd rekening gehouden worden met een spreiding 

van ± 2 mm tot ± 4 mm. Bij veel omringende wapening en/of grote dekkingen zijn deze 

nauwkeurigheden niet haalbaar en wordt afgezien van een diameterbepaling. Een diameterbepaling 

met radar is niet mogelijk. Wapening, waarvan het niet mogelijk is om de diameter op niet-destructieve 

wijze vast te stellen worden in de tabellen van dit rapport aangegeven met Ø? . 

Op locaties, waar op basis van de verrichte metingen een verdenking is ontstaan op een significante 

afwijking, is de wapening op aanwijzing van INTRON vrijgemaakt. Het aantal staven, de diameters, de 

dekking en de hart-op-hart afstanden zijn vervolgens vastgelegd. 

2.2. Meetlocaties 

In totaal zijn door Ingenieursbureau Zonneveld 15 risicolocaties aangewezen op nivo +1 (dakvloer) en 

nivo 0 (vloer bovenste parkeerlaag). De locaties zijn weergegeven op de tekeningen Intr-03 en Intr-04, 

1 NDO-techniek: niet-destructieve onderzoekstechniek 

pagina 6 van 31

vervaardigd door Ingenieursbureau Zonneveld. De meetlocaties zijn door INTRON gecodeerd als R1 

t/m R15. In bijlage A worden de individuele locaties getoond. Hierin wordt aangegeven: 

code meetlocatie; 

constructiedeel; 

situering meetlocatie; 

meting uitgevoerd aan boven- en/of onderzijde constructiedeel; 

bijbehorende wapeningstekening. 

Het merendeel (13 van de 15 locaties) van de metingen is verricht aan de draagbalken van beide 

vloeren. De metingen zijn verricht in het veldmidden aan de onderzijde, aan de bovenzijde ter plaatse 

van de steunpunten (kolommen) of in de tandoplegging van de dwarsbalken. De overige metingen zijn 

verricht aan een vertande wanddilatatie (R6b) en 1 kolom (R15). 

Op 3 locaties (R1, R6a en R8) konden geen metingen verricht worden, omdat het betreffende 

constructiedeel niet bereikbaar was tijdens de inspectie. 

2.3. Werkwijze controlemetingen 

2.3.1. Balken 

Zoals vermeld in §2.2 zijn aan de balken metingen verricht in het veldmidden aan de onderzijde, bij de 

steunpunten aan de bovenzijde en bij de tandopleggingen van de dwarsbalken. De gevolgde 

werkwijze is verschillend voor deze 3 typen locaties binnen de balken. Metingen in het veldmidden zijn 

als volgt uitgevoerd met de Ferroscan: 

handmatige scans aan beide zijkanten over een lengte van 1,5 à 2 m om de aanwezige 

haarspelden of beugels te detecteren; 

2 of 3 elkaar deels overlappende imagescans aan de onderzijde om de wapening in kaart te 

brengen over de gehele breedte van de balk en een lengte van 600 mm. 

Bij de steunpunten en bij de tandopleggingen zijn metingen verricht aan de bovenzijde met zowel 

Ferroscan als radar. Indien mogelijk zijn hier met de Ferroscan imagescans opgenomen op dezelfde 

wijze als aan de onderzijde van de balken. Bij de tandopleggingen gaat het met name om de 

aanwezige haarspelden. Door de diepe ligging kon deze wapening met de Ferroscan niet 

gedetecteerd worden. 

2.3.2. Overige constructiedelen 

Buiten de balken zijn nog metingen verricht aan de oplegnok van een wand (R6), de oplegnok balk 

as J (R10) en een kolom. Bij de kolom is de wapening met Ferroscan gemeten op één zijvlak. Bij 

beide oplegnokken is zowel met radar als met Ferroscan gemeten. 

pagina 7 van 31

2.4. Vergelijking meetresultaten met bestekstekeningen 

INTRON heeft de resultaten van de controlemetingen vergeleken met de wapeningstekeningen, 

ontvangen van Ingenieursbureau Zonneveld. In bijlage A staan de nummers vermeld van de bij de 

meetlocaties behorende wapeningstekeningen. De wapeningstekeningen, waarvan het nummer 

begint met hoofdletter W zijn vervaardigd door Ingenieursbureau Zonneveld. De overige 

wapeningstekeningen zijn afkomstig van de prefab leveranciers (vloerelementen: BetonSon, 

kolommen: Hurks Beton). 

3. RESULTATEN 

3.1. Weergave resultaten 

In dit hoofdstuk wordt steeds per risicolocatie de geldige langs- en doorsnede getoond zoals 

weergegeven op de wapeningstekening. Vervolgens wordt in een tabel de voorgeschreven wapening 

vergeleken met de resultaten van de controlemetingen. De labelling van de verschillende soorten 

wapening (superscript a, b, etc.) in de tabel is in overeenstemming met labelling in de doorsnedes . De 

hoh afstanden zijn gemiddelde waardes. Bij de balken zijn de meetresultaten in de tabel afkomstig van 

handmatige scans voor de beugels/haarspelden die aan de zijkant detecteerbaar zijn met Ferroscan. 

De resultaten van de overige detecteerbare balkwapening zijn afkomstig van imagescans van de 

onderzijde van de balk. 

De resultaten worden besproken in de volgorde R1 t/m R15 (zie ook bijlage A). 

3.2. Nivo +1 (dakvloer) 

3.2.1. R1: balk as Z, veldmidden stramien 32 - 33 

De meting op deze locatie bleek praktisch niet uitvoerbaar. De locatie is gesitueerd in de portiersloge 

van Q-Park en de onderzijde van de dakvloer is alleen bereikbaar na verwijdering van het verlaagd 

plafond. Dit was ten tijde van de meting niet het geval. 

3.2.2. R2: balk as Z, veldmidden stramien 31 – 32 

In de figuren 1a en 1b worden respectievelijk de langssnede en doorsnede van de balk op as Z ter 

plaatse van locatie R2 getoond. Conform tekening bestaat de onderwapening in de lengterichting uit 8 

staven: 7 ∅16 + 1 ∅8. Verder bestaat de balkwapening aan de onderzijde uit 2 sets haarspelden en 1 

set beugels. 

Tabel 1 toont de resultaten van de controlemetingen. In de haarspelden en beugels zijn geen 

significante afwijkingen gevonden. De controlemetingen duidden wel op een significante afwijking in 

pagina 8 van 31

de aanwezige staven. Voorgeschreven zijn 7 ∅16 + 1 ∅8, geconstateerd zijn staven op 9 posities. De 

diameter van de staven is indicatief bepaald met de Ferroscan: bij 3 staven is de diameter beduidend 

lager dan de voorgeschreven 16 mm. Op enkele andere posities zijn mogelijk 2 gebundelde staven 

aanwezig. 

Figuur 1a Langssnede balk as Z tussen stramien 29 en 30 (W-84II) 

Figuur 1b Doorsnede c balk as Z (W-84II). NB: de langswapening op locatie R2 wijkt af van deze doorsnede (zie 

figuur 1a) 

Tabel 1 Resultaten controlemetingen op meetlocatie R2 

Locatie Beugels /haarspelden 

conform tekening 

W-84II 

NDO-resultaat 

R2 

onder 

bglsØ10-300 A , 

hspØ10-300 B , 

hspØ10-200 C (nok) 

Vrijgemaakte wapening 

R2 

onder 

Beugels /haarspelden 

volgens meting 

bgls 6 st. A h.o.h. 242 mm, 

hsp 3 st B h.o.h. 177 mm, 

hsp 7 st. C h.o.h. 195 mm 


Wapeningsstaven 


W-84II 

4 Ø16 d + 3 Ø16 e + 1 Ø8 

= 8 st. 

4 Ø16 d + 3 Ø16 e + 1 Ø8 

= 8 st. 


conform meting 

9 staven Ø? 

5∅10 + 5∅16 

= 10 st.

Vanwege deze sterke verdenking op een afwijking ten opzichte van de tekening is de onderwapening 

vrijgehakt over de volle breedte van de balk in aanwezigheid van INTRON en Ingenieursbureau 

Zonneveld. Hierbij bleek aanwezig te zijn: 5∅10 + 5∅16. Op 1 positie waren 2 gebundelde staven 

∅10 aanwezig. 

3.2.3. R3: balk as Z, veldmidden stramien 29 – 30 

De wapening van de balk is op deze locatie identiek aan die van de andere meetlocatie (R2) in deze 

balk (zie figuren 1a en 1b). Vanwege de aanwezigheid van een kabelgoot kon niet de volledige 

breedte van de balk aan de onderzijde doorgemeten worden. Dit is met name van belang voor de 

staven in langsrichting. De resultaten van de Ferroscan-metingen aan de onderzijde van de balk zijn in 

tabel 2 weergegeven. 




W-84II 

NDO-resultaat 

R3 

onder 

bglsØ10-300 A , 

hspØ10-300 B , 

hspØ10-200 C (nok) 


R3 

onder 



bgls 7 st. A h.o.h. 237 mm, 

hsp 2 st. B h.o.h. 265 mm, 

hsp 10 st. C h.o.h. 204 mm 




W84II 

4 Ø16 d + 3 Ø16 e 

+ 1 Ø8 = 8 st. 

4 Ø16 d + 3 Ø16 e 

+ 1 Ø8 = 8 st. 



7 staven Ø? 

niet gehele breedte balk 

bereikbaar 

4∅10 + 7∅12 = 11 st. 

Ook op deze positie is de wapening vrijgehakt over de volle breedte van de balk in aanwezigheid van 

INTRON en Ingenieursbureau Zonneveld. Hierbij bleek aanwezig te zijn: 4∅10 + 7∅12. Op 2 posities 

waren 2 gebundelde staven aanwezig. 

3.2.4. R4: balk as B, stramien 3 – 4 

Meetlocatie R4 bevindt zich aan de onderzijde van balk as B nabij de oplegging op as 3 (zie figuur 2). 

In de figuren 2a en 2b zijn de langssnede en doorsnede getoond van wapeningstekening W-92I. Er 

zijn geen aanwijzingen gevonden voor afwijkingen in de haarspelden en beugels. Hierbij moet 

aangetekend worden dat de hsp∅10-300 C niet afzonderlijk konden worden waargenomen, 

waarschijnlijk omdat deze aan de beugels vastzitten

Figuur 2a Langssnede balk as B tussen stramien 3 (bij tandoplegging) en 4 (rechts) 

Figuur 2b Doorsnede c balk as B: op locatie R3 7 ∅20 + 2∅16 als staven aanwezig aan onderzijde 

pagina 11 van 31


Locatie Beugels 

/haarspelden 


W-92I 

NDO-resultaat 

R4 

onder 

bglsØ10-300 B , 

hspØ10-300 C 

hspØ10-200 G (nok) 


R4 

onder 

bglsØ10-300 B , 

hspØ10-300 C 

hspØ10-200 G (nok) 



bgls B / hsp C 3 à 4 st. 

h.o.h. 155 mm, 

hsp 10 st. G h.o.h. 191 mm (links) 

hsp 7 st. G h.o.h. 183 mm (rechts) 

bgls ∅10 

hsp ∅10 




W-92I 

5 Ø20 a + 2 Ø20 b 

+ 2 Ø16 = 9 st. 

5 Ø20 a + 2 Ø20 b 

+ 2 Ø16 = 9 st. 



8 staven Ø? 

5∅10 + 1∅12 + 3∅16 + 

5∅20 = 14 st. 

Er zijn op 8 posities staven gedetecteerd aan de onderzijde, waarvan op ten minste 2 posities mogelijk 

gebundelde staven aanwezig zijn. Destructief zijn 14 staven waargenomen (zie tabel 3). Met 

betrekking tot de staven wijkt de wapeningsconfiguratie sterk af ten opzichte van de tekening. 

3.2.5. R5: balk as L, stramien 10 – 11 

Meetlocatie R5 bevindt zich op balk as L tussen stramien 10 en 11 bij de aansluiting met de langsbalk 

as 11. Aan de onderzijde is met Ferroscan en aan de bovenzijde is met radar gemeten. Om de balk 

bereikbaar te maken is aan de onderzijde een deel van het systeemplafond verwijderd en aan de 

bovenzijde (pleinnivo) de bestrating en het straatzand. 

Figuur 3 toont een bovenaanzicht van de balk met de hierin aanwezige wapening (tekening W-92I). In 

tabel 4 worden de Ferroscan-resultaten van de onderzijde getoond. De beugels (voorgeschreven 

∅12-125) worden gedetecteerd met een h.o.h. afstand, die iets lager is dan voorgeschreven. Het 

aantal voorgeschreven staven (12 ∅16-100) wordt aangetroffen, eveneens met een iets lagere h.o.h. 

afstand. Een indicatieve diameterbepaling was niet mogelijk op deze locatie. 

Aan de bovenzijde is getracht om met radar de voorgeschreven langsstaven 12 ∅25-100 te 

detecteren. Deze staven bevinden zich onder een wapeningsnet en onder de beugels. Met radar kon 

alleen vastgesteld worden, dat zich hier een wapeningslaag bevindt. Individuele staven konden niet 

van elkaar onderscheiden worden. Destructief is vastgesteld dat staven 10∅16 + 1∅20 aanwezig zijn 

(tabel 4). Dit wijkt sterk af ten opzichte van de voorgeschreven wapening.

Figuur 3 Wapening balk as L (gearceerd) tussen stramien 10 en 11 


Locatie Beugels conform 

tekening 

W-96I 

NDO-resultaat 

R5 

onder 

dubbele 

bgls Ø12-125 


R5 

boven 

dubbele 

bgls Ø12-125 

Beugels 


5 (dubbele) bgls Ø? 

h.o.h. 113 mm 



W-96I 

Ø16-100 

12 st. over breedte balk 




12 staven Ø? 

h.o.h. 84 mm 

dubbele bgl ∅12 12 ∅25-100 10∅16 + 1∅20 

3.2.6. R6a: oplegnok 3-B voor wand 

Op nok 3-B rust een wand aan de bovenzijde. Deze nok was niet bereikbaar voor metingen. Wel 

bereikbaar aan de bovenzijde van de dakvloer was de vertande dilatatie van deze wand. De metingen 

op deze locatie (R6b) worden hieronder besproken. 

3.2.7. R6b: wanddilatatie 3-B 

In figuur 4 wordt de wapening van de wand en de meetlocaties weergeven. Foto 1 toont de situatie en 

de positie van het meetgrid. De meetlocatie is in het kantoor van een modezaak gesitueerd. 

De aanwezigheid van haarspelden aan beide zijden van de dilatatie is verder met handmatige scans 

gecontroleerd. Tabel 5 toont de meetresultaten. De 5 hsp∅16-50 links van de dilatatie direct onder de 

‘tand’ zijn niet aangetroffen. De overige gedetecteerde wapening is conform tekening.

Foto 1 Situatie bij wand locatie R6b. Pleisterlaag is gescheurd langs vertande dilatatie (rode lijn). Posities van 

haarspelden zijn met zilvergrijze tape gemarkeerd 

Figuur 4 Wapening wand op meetlocatie R6b (tekening W-214) 

pagina 14 van 31

Tabel 5 Resultaten controlemetingen (Ferroscan) op meetlocatie R6b 

Locatie Haarspelden 

conform tekening W-214 

R6b links van dilatatie: 

5 hsp ∅16-50 

hsp ∅12-150 

rechts van dilatatie: 

hsp ∅12-150 

Haarspelden 


links van dilatatie: 


7 hsp ∅? h.o.h. 155 

rechts van dilatatie: 

hsp ∅?-149 


Wapeningsnet 


W-214 



net ∅12-150 net ∅?-150 

3.2.8. R7: bovenzijde balk as 11, stramien H - I 

Meetlocatie R7 bevindt zich aan de bovenzijde van balk as 11 ter plaatse van de hellingbaan (foto 2). 

Allereerst is de positie van kolom H-11 bepaald en gemarkeerd op de hellingbaan (foto 3). Met 

Ferroscan zijn 2 meetgrids gemeten pal naast de positie van de kolom over de breedte van de balk. 

Met radar zijn linescans gemaakt in de breedte- en lengterichting van de balk. De linescans in de 

lengterichting van de balk zijn verricht over de gehele breedte van de hellingbaan. 

Een belangrijk aandachtspunt op deze locatie is de aanwezigheid van de voorgeschreven 

steunpuntswapening 10 ∅16 (zie figuur 5). Aan de onderzijde van de balk is tussen stramien H en I in 

een eerder stadium vastgesteld dat de aanwezige staven sterk afwijken van de voorgeschreven 

staven 10 ∅16. 

dilatatie 

positie 

kolom H-11 

Foto 2 Hellingbaan bovenzijde plein Foto 3 Positie kolom H-11 op hellingbaan gemarkeerd

Figuur 5 Doorsnede a balk as 11 (tekening W-88I). 

Met Ferroscan zijn aan de bovenzijde 4 staven gedetecteerd. De radarmeting bevestigt dat hier 4 

staven met een betondekking van 90 mm aanwezig zijn. Het dilatatieprofiel schermt mogelijk een 

vijfde staaf af. Destructief is vastgesteld dat staven 4 ∅10 aanwezig zijn. De steunpuntswapening in 

de balk op deze positie wijkt dus sterk af van de voorgeschreven 10∅16. 

Over de gehele breedte van de hellingbaan zijn met radar wapeningselementen aangetroffen met een 

h.o.h. afstand van ca. 150 mm en een betondekking van 70 mm. Dit komt overeen met de in de 

tekening weergegeven haarspelden en dubbele beugels (figuur 5). In het onderzochte deel van de 

balk is de h.o.h. afstand conform tekening 150 mm boven de kolom en 300 mm daarbuiten. De 

metingen laten zien dat over het gehele gemeten lengtesegment de h.o.h. afstand ca. 150 mm 

bedraagt. Destructief is vastgesteld dat de diameter van de dubbele beugels en haarspelden conform 

tekening is. 

3.2.9. R8: bovenzijde balk as 11, stramien H - I 

Meetlocatie R8 bevindt zich aan de bovenzijde van balk as 11 tussen stramien H en I direct naast het 

steunpunt I-11. Deze meetlocatie bevindt zich in een restaurant. De bovenzijde van de balk is hier niet 

bereikbaar, ondermeer door de aanwezigheid van een verhoogde vloer. Metingen waren derhalve niet 

mogelijk. 

3.2.10. R9: bovenzijde balk as M, tandoplegging bij balk as 11 

Meetlocatie R9 bevindt zich aan de bovenzijde van balk M bij de tandoplegging op balk as 11. In 

figuur 6 wordt de bovenwapening getoond op deze positie. De wapeningsdichtheid is zeer hoog. Het 

gaat op deze posite met name om de aanwezigheid van twee series van hsp ∅16-100 in de 

tandoplegging. 

pagina 16 van 31

Figuur 6 Bovenwapening balk as M bij oplegging op balk as 11 (tekening BetonSon 04 WB) 

Met Ferroscan zijn 6 meetgrids doorgemeten aan de bovenzijde van de balk. Hierdoor is de 

bovenwapening in kaart gebracht over de gehele breedte van de balk en over een lengte van 30 - 150 

cm vanaf de dilatatie. Alleen de eerste twee wapeningslagen worden gedetecteerd. In de tweede laag 

van boven bevinden zich conform tekening (zie figuur 6) de volgende wapeningselementen in 

lengterichting van de balk M: 

verdeelwapening net ∅7-250, 

bijlegwapening 13 ∅8-150, 

bovenste horizontale deel van beide series haarspelden 19 ∅16-100. 

Het is echter niet mogelijk gebleken om de bovenste horizontale delen van beide series haarspelden 

met zekerheid te identificeren. 

Met radar is getracht het onderste horizontale deel van de bovenste haarspelden te detecteren. Dit is 

echter niet mogelijk gebleken ten gevolge van de dichte bovenwapening. Wel blijkt uit deze metingen 

dat na ca. 900 mm uit de dilatatie de wapeningsdichtheid in de gemeten doorsnede afneemt. Dit komt 

tamelijk goed overeen met de lengte (971 mm) van de bovenste haarspelden 

De haarspelden kunnen ook niet vanaf de onderzijde van de balk M gedetecteerd worden vanwege de 

aanwezigheid van een bekistingplaat. Op basis van de door INTRON uitgevoerde metingen kan 

derhalve geconcludeerd worden dat het niet mogelijk is op niet-destructieve wijze met de bij INTRON 

beschikbare technieken de haarspelden individueel te detecteren in de tandopleggingen van de 

dwarsbalken. 

pagina 17 van 31

De wapening is vrijgemaakt op deze locatie en de resultaten van de destructieve controle staan in 

tabel 6 vermeld. In totaal moeten aan de bovenzijde conform tekening 38 hsp ∅16 aangetroffen 

worden. In totaal zijn inderdaad 38∅16 aangetroffen. Bij 3 hiervan kon vastgesteld worden dat het 

haarspelden betrof. Alleen m.b.t. de staven in lengterichting is een kleine afwijking geconstateerd: 

aangetroffen 12∅10 versus voorgeschreven 13∅8. 

Tabel 6 Resultaten destructieve controle op meetlocatie R9 

Locatie Wapening 

conform tekening W-96I 

R9 

boven 

In lengterichting 51 hsp/staven: 

- 19 hsp ∅16-100 

- 19 hsp ∅16-100 

- 13∅8-150 

In breedterichting: 

- 3 bgls ∅8 

- ∅12-150 

- ∅16-300 

3.3. Nivo 0 (bovenste parkeerlaag) 


Vrijgemaakte 

wapening 

In lengterichting: 

12∅10 + 38∅16 = 50 hsp/st 

In breedterichting: 

- 3 bgls ∅8 

- 4∅12-150 

- 5∅16-300 

3.3.1. R10: balk as 3, bij kolom 3-J 

De meting op deze locatie is met Ferroscan verricht aan de onderzijde van de nok 3-J. In bijlage B 

worden de posities van de meetgrids getoond. De meetgrids beslaan niet de gehele breedte van de 

balk. Figuur 7 toont de langssnede van de balk tussen stramien J en K. Tabel 7 toont de 

meetresultaten. Destructief is vastgesteld dat naast de voorgeschreven staven (12∅16+4∅12) nog 26 

extra staven aanwezig zijn. 

Tabel 7 Resultaten controlemetingen op meetlocatie R10, onderzijde balk 

Locatie Beugels conform 

tekening 

W-34IV 

NDO-resultaat 

R10 

onder 

dubbele bgls Ø8-300 

2 hsp ∅8-300 


R10 

onder 

Beugels 


10 à 11 hsp/bgls 

h.o.h. 216 mm 



W-34IV 

12 ∅16 + 4 ∅12 

= 16 st. 

12 ∅16 + 4 ∅12 

= 16 st. 



5 staven ∅? 

niet gehele breedte balk 

gemeten 

23∅10 + 5∅12 + 14∅16 

= 42 st.

Figuur 7 Langssnede balk as 3 tussen stramien J en K (tekening W-34IV) 

Destructief is verder gecontroleerd aan balk 3 of ter plaatse van de oplegging van balk J de voorgeschreven 16 

haarspelden ∅12 aanwezig zijn. Deze zijn niet aangetroffen. Dit is een grote afwijking ten opzichte van de 

tekening. Hier zijn alleen 4 tot 6 beugels ∅8 aangetroffen. 

3.3.2. R11: balk as K, tandoplegging nabij as 11 

Op meetlocatie R11 zijn Ferroscan-metingen verricht aan de onderzijde van balk as K bij de 

tandoplegging ter plaatse van de dilatatie nabij as 11. De metingen werden bemoeilijkt door de 

aanwezigheid van stutten en een kabelgoot (zie onderstaande foto’s). Om deze reden konden alleen 

handmatige scans verricht worden. 

(a) 

(b) 

Foto 4 (a) en (b): situatie meetlocatie R11 tijdens inspectie 

In figuur 8 wordt de langssnede getoond. In deze langssnede zijn de wapeningselementen die met 

name van belang zijn met een rechthoek gemarkeerd. In tabel 8 staan de meetresultaten vermeld. 

De onderzijde van de ‘tand’ is niet bereikbaar door de aanwezige stutten. Over de aanwezigheid van 

de 16 hsp ∅12 kan met NDO-onderzoek derhalve geen uitspraak gedaan worden. Over de breedte 

pagina 19 van 31

van de balk buiten de ‘tand’ zijn 15 staven aangetroffen. Er kan niet onderscheiden worden of dit de 

haarspelden (voorgeschreven 16 hsp ∅25) of de staven (voorgeschreven 10 ∅12) zijn. Er zijn geen 

aanwijzingen gevonden met NDO-onderzoek dat er afwijkingen in de beugels optreden. 

In figuur 8b wordt de langssnede en in figuur 8c wordt de doorsnede getoond, waarop de 

wapeningselementen aan de bovenzijde van de balk te zien zijn. In tabel 8 staan de meetresultaten 

vermeld. 

Aan de bovenzijde van de balk zijn in de lengterichting met radar 10 wapeningsstaven gedetecteerd. 

Destructief is vastgesteld dat het aantal en/of de diameter van zowel de haarspelden als de rechte 

staven in de balk afwijken van de voorgeschreven wapening (zie tabel 8). 

Figuur 8a Langssnede balk as K bij oplegging op as 11 (tekening W-28II) 

Figuur 8b Langssnede balk as K tussen stramien 11 en 12 (tekening W-28II) 

pagina 20 van 31

Figuur 8c Doorsnede e balk as K (tekening W-28II) 

Tabel 8 Resultaten controlemetingen op meetlocatie R11, onderzijde balk 

Locatie Beugels/haarspelden 


W-28II 

NDO-resultaat 

R11 

onder 


3 dubbele bgls ∅10 

16 hsp Ø25 

5 dubbele bgls Ø10-100 


R11 

onder 

NDO-resultaat 

R11 

boven 


3 dubbele bgls ∅10 

16 hsp Ø25 

5 dubbele bgls Ø10-100 

16 hsp Ø25 

5 dubbele bgls Ø10 


2 hsp Ø8 

(over gehele lengte 

balk) 


R11 

boven 

16 hsp Ø25 

5 dubbele bgls Ø10 


2 hsp Ø8 

(over gehele lengte 

Beugels/haarspelden 


niet bereikbaar 

3 hsp/bgls h.o.h. 100 mm 

15 hsp/staven ∅? h.o.h. 113 mm 

3 bgls h.o.h. 95 mm 

16 ∅12 (staven lopen omhoog) 

niet vrijgemaakt ivm stutten 

13 hsp ∅25 

(staven lopen omhoog) 

dubbele bgls ∅10 




W-28II 



10 Ø12 a 15 hsp/st. Ø? 

10 Ø12 a 11Ø20 

niet vast te stellen 8 Ø25 c + 4 Ø25 d + 

4Ø 20 e 



2 hsp Ø8 t.p.v. 


8 Ø25 c + 4 Ø25 d + 

4Ø 20 e 

10 Ø? 

2Ø12 + 8Ø20 + 

20Ø25

alk) 

3.3.3. R12a: balk as E, stramien 11 – 12 

In de figuren 9a en 9b worden de langs- en dwarsdoorsnede getoond van de balk op de meetlocatie. 

Tabel 9 geeft de meetresultaten. Conform tekening dienen de volgende 18 staven aan de onderzijde 

aanwezig te zijn: 10∅12 + 6∅16 + 2∅10. Gedetecteerd zijn 13 staven met een betondekking van 37 

mm. Vermoedelijk komen op 2 posities gebundelde staven voor. Verder zijn nog 2 staven met een 

betondekking van 50 mm gedetecteerd in het midden van de balk. Destructief is vastgesteld dat 

10∅12+2∅10 aanwezig zijn en 6∅20 in plaats van de voorgeschreven 6∅12 (zie tabel 9). 

De metingen leveren geen aanwijzingen dat er afwijkingen met betrekking tot de voorgeschreven 

beugels en haarspelden optreden op deze locatie. 

Figuur 9a Langssnede balk as F tussen stramien 11 en 12 (tekening W-27II) 

Figuur 9b Doorsnede e balk as F (tekening W-27II) 

pagina 22 van 31

Aan de bovenzijde zijn met radar ten minste 9 staven gedetecteerd op een diepte van 180 mm. 

Voorgeschreven zijn 16 staven (4∅20+6∅25+6∅32). De radarmeting wordt bemoeilijkt door het in de 

druklaag aanwezige wapeningsnet. Destructief is vastgesteld dat binnen de beugels aanwezig zijn 

10∅25 + 5∅32. Dit wijkt af van de voorgeschreven wapening. 

Tabel 9 Resultaten controlemetingen op meetlocatie R12a 



W-27II 

NDO-resultaat (Ferroscan) 

R12a 

onder 

dubbele bgls Ø8-300 

hspØ10-150 (nokken) 


R12a 

onder 

NDO-resultaat (radar) 

R12a 

boven 


R12a 

boven 




11 hsp ∅? h.o.h. 80 mm 

(nok) 




W-27II 

10Ø12 + 6Ø16 

+ 2∅10 (nokken) = 18 st. 

10Ø12 + 6Ø16 

+ 2∅10 (nokken) = 18 st. 

4∅20+6∅25+6∅32 

= 16 st. 

4∅20+6∅25+6∅32 

= 16 st. 



13 st. Ø? 

10∅12 + 6∅20 

+ 2∅10 = 18 st. 

ten minste 9 ∅? 

binnen beugel: 

10∅25 + 5∅32 

= 15 st. 

buiten beugel: 

3∅8 + 1∅10 

3.3.4. R12b: balk as G, stramien 10a-11 

Op locatie R12b zijn Ferroscan-metingen verricht aan de onderzijde en de zijkanten van de balk as F, 

tussen stramien 10a en 11. Figuur 10 toont de langssnede en tabel 10 toont de meetresultaten. De 

metingen leveren geen aanwijzingen dat de gerealiseerde wapeningsconfiguratie afwijkt van de 

tekening. De indicatieve diameterbepaling levert waardes op die niet duiden op een onderschrijding 

van de voorgeschreven diameters. Echter, de nauwkeurigheid is onvoldoende om onderscheid te 

maken tussen ∅20 en ∅25. Destructief is vastgesteld dat de aanwezige staven niet conform tekening 

zijn (zie tabel 10).

Figuur 10 Langssnede balk as F tussen stramien 10a en 11 (tekening W-30II) 

Radarmetingen aan de bovenzijde tonen de aanwezigheid aan van ten minste 8 staven op een diepte 

van 160 mm. Voorgeschreven zijn 13 staven (7∅25 + 4∅32 + 2∅32). De radarmetingen worden 

bemoeilijkt door de aanwezigheid van een wapeningsnet in de druklaag. Destructief is vastgesteld dat 

de voorgeschreven staven aanwezig zijn. Daarnaast zijn ook nog 4∅12 extra aanwezig. 

Tabel 10 Resultaten controlemetingen op meetlocatie R12b 



W-30II 

NDO-resultaat (Ferroscan) 

R12b 

onder 

dubbele bgls ∅10-300 

hsp ∅10-150 

(nok beide zijden balk) 


R12b 

onder 

NDO-resultaat (radar) 

R12b 

boven 


R12b 

boven 




hsp/bgls 13 st. h.o.h. 153 mm 

(nok beide zijden balk) 




W-30II 

7 Ø25 + 6 Ø20 

+ 2 ∅10 (nokken) 

7 Ø25 + 6 Ø20 

+ 2 ∅10 (nokken) 

= 15 st. 



15 staven ∅? 

4∅25 + 9∅20 

+ 2∅10 

= 15 st. 

7∅25 + 6∅32 = 13 st. ten minste 8 ∅? 

7∅25 + 6∅32 = 13 st. 4∅12 + 7∅25 + 

6∅32 = 17 st. 

3.3.5. R13: bovenzijde balk as E, stramien 12 – 13 

Meetlocatie R13 bevindt zich aan de bovenzijde van balk as E tussen stramien 12 en 13 nabij kolom 

E-12. Figuur 11 toont de langssnede van de balk op deze positie. Boven de balk bevindt zich de 

druklaag van de vloer.

Bij de controle is op deze positie met name de aanwezige steunpuntswapening van belang. Vanwege 

de diepe ligging hiervan zijn metingen met radar verricht. In de druklaag is een net met maaswijdte 

150 mm gedetecteerd. Op een diepte van ca. 160 mm zijn binnen de breedte van de balk 9 staven 

van elkaar te onderscheiden in het radarprofiel. Voorgeschreven zijn 16 staven: 10∅20 + 6∅16. 

Mogelijk zijn gebundelde staven aanwezig. De diameter van de staven kan met radar niet bepaald 

worden. Destructief zijn de volgende 22 staven aangetroffen: 16∅25 + 5∅20 + 1∅10 (zie tabel 11). De 

vrijgemaakte locatie bevindt zich op een las van de staven ∅25. De aangetroffen staven moeten 

daarom gezien worden als 8∅25 + 5∅20 + 1∅10. Dit wijkt af van de voorgeschreven wapening. 

Figuur 11 Langssnede balk as E rondom kolom E-12 (W-27II). 



conform tekening W-27II 

R13 

boven 


Vrijgemaakte 

wapening 

10∅20 + 6∅16 = 16 st. 16∅25 + 5∅20 + 1∅10 = 22 st. 

3.3.6. R14: bovenzijde balk as 3, stramien D 

Deze locatie bevindt zich aan de bovenzijde van balk as 3 bij de tandoplegging van balk D. De 

langssnede van de balk is weergegeven in figuur 12. Het gaat hier met name op de voorgeschreven 

steunpuntswapening 18∅20. Met radar zijn ten minste 11 staven gedetecteerd. Destructief (zie tabel 

12) is vastgesteld dat 14∅20 aanwezig zijn plus 12∅10, ca. 25 mm dieper dan de 14∅20. De 

steunpuntswapening is derhalve niet conform tekening.

Figuur 12 Langssnede balk as 3 tussen stramien Ca en Da W-33IV) 



conform tekening W-33IV 

R14 

boven 


Vrijgemaakte 

wapening 

18∅20 14∅20 (89 mm diepte) + 

12∅10 (115 mm diepte) 

3.3.7. R15: kolom H-11 

Bij de prefab kolom H-11 zijn Ferroscan-metingen verricht aan één zijvlak. Over de gehele hoogte van 

de kolom dienen conform tekening KD0605 19 bgls ∅8 aanwezig te zijn met variabele h.o.h. afstand 

(zie figuur 13). Met Ferroscan zijn inderdaad 19 beugels aangetroffen met h.o.h. afstanden, die goed 

overeen komen met de tekening (zie bijlage C voor meer details). 

Op een zijvlak dienen conform tekening de volgende 3 verticale staven aanwezig te zijn: 1∅16 + 

1∅12 + 1∅16. Met Ferroscan worden inderdaad 3 staven gedetecteerd (zie foto 6), waarvan de 

middelste excentrisch geplaatst is. De indicatieve diameterbepaling levert geen aanwijzing dat de 

aanwezige diameters kleiner zijn dan voorgeschreven.

Figuur 13 Vooraanzicht prefab kolom 

Foto 6 Kolom H-11 met hierop weergeven de imagescan van de zijkant. 

pagina 27 van 31

4. CONCLUSIES 

Op basis van een risico-analyse heeft Ingenieursbureau Zonneveld 17 locaties aangewezen op nivo 

+1 (dakvloer) en nivo 0 (vloer bovenste parkeerlaag), waar gecontroleerd moet worden of de 

aanwezige wapeningsconfiguratie conform tekening is uitgevoerd. INTRON heeft op 14 locaties 

metingen verricht met radar en Ferroscan. De overige 3 locaties waren niet bereikbaar voor metingen. 

Op locaties waar de meetresultaten duidden op afwijkingen is de wapening vrijgemaakt middels 

hakken of waterslopen. Op 15 meetplaatsen verdeeld over 12 risicolocaties zijn afwijkingen 

geconstateerd: 

Tabel 13 Afwijkingen in aanwezige wapeningsconfiguratie op 11 risicolocaties 

Locatie Nivo Constructiedeel Stramien o/b Voorgeschreven Meting 

R2 + 1 balk as Z 31 - 32 o 7∅16 + 1∅8 5∅10 + 5∅16 

R3 + 1 balk as Z 29 - 30 o 7∅16 + 1∅8 4∅10 + 7∅12 

R4 + 1 balk as B 3 – 4 o 7 Ø20 + 2 Ø16 5∅10 + 1∅12 + 3∅16 + 5∅20 

R5 + 1 balk as L 10 – 11 b ∅25-100 10∅16 + 1∅20 

R6b + 1 vertanding B-3 v 5 hsp ∅16-50 


wanddilatatie 

onder ‘tand’ 

R7 + 1 balk as 11 H - I b 10∅16 4 ∅10 

R9 +1 balk as M M-11 b 13∅8 12∅10 

R10 0 balk as 3 J - K o 12 ∅16 + 4 ∅12 23∅10 + 5∅12 + 14∅16 

R10 0 balk as 3 J o 16 hsp ∅12 4 – 6 bgls ∅8 

R11 0 balk as K K-11 o 

R12a 0 balk as F 11 - 12 o 

b 

R12b 0 balk as G 10a – 11 o 

b 

b 

10Ø12 

16 hspØ25 


5 dubbele blgs Ø 10 - 

100 

12Ø25 + 4Ø20 

16 hspØ25 

5 dubbele blgs Ø 10 


2 hsp Ø8 (over gehele 

lengte balk) 

10∅12 + 6∅16 + 2∅10 

4∅20 + 6∅25 + 6∅32 

7∅25 + 6∅20 + 2∅10 

7∅25 + 6∅32 


11Ø20 




2Ø12 + 8Ø20 + 20Ø25 



2 hsp Ø8 t.p.v. vrijgemaakte 

locatie 

10∅12 + 6∅20 + 2∅10 

10∅25 + 5∅32 (binnen beugel) 

4∅25 + 9∅20 + 2∅10 

4∅12 + 7∅25 + 6∅32 

R13 0 balk as E 12 - 13 b 10∅20 + 6∅16 8∅25 + 5∅20 + 1∅10 

R14 0 balk as 3 D b 18∅20 14∅20 (89 mm diepte) + 

12∅10 (115 mm diepte)

BIJLAGE A OVERZICHTSTABEL RISICOLOCATIES 

Code 

meetlocatie 

Nivo Constructiedeel Stramien Onder/boven Wapenings- 

tekening 


Opmerking 

R1 + 1 balk as Z 32 - 33 onder W-84I niet bereikbaar 

R2 + 1 balk as Z 31 - 32 onder W-84I 

R3 + 1 balk as Z 29 - 30 onder W-84I 

R4 + 1 balk as B 3 - 4 onder W-92I 

R5 + 1 balk as L 10 - 11 onder + 

boven 

W-96I 

R6a + 1 oplegnok balk as 3 B-3 boven W-214 oplegging wand 60 x 2400 


R6b + 1 vertanding 

wanddilatatie 

B-3 boven W-214 

R7 + 1 balk as 11 H - I boven W-88I bij steunpunt 11-H 

(bovenzijde hellingbaan) 

R8 + 1 balk as 11 H - I boven W-88I bij steunpunt 11-I 


R9 + 1 balk as M M-11 boven 04 WB tandoplegging bij balk as 

11 

R10 0 balk as 3 3-J 

J-K 

onder 

onder 

W-34IV bij oplegging balk J 

R11 0 balk as K K-11 onder + 

boven 

W-28II tandoplegging 

R12a 0 balk as F 11 - 12 onder + 

boven 

W-27II 

R12b 0 balk as G 10a - 11 onder + 

boven 

W-30II 

R13 0 balk as E 12 - 13 boven W-27II bij steunpunt E-12 

R14 0 balk as 3 3-D boven W-33IV bij steunpunt 3-D 

R15 -1 - 0 kolom H-11 zijvlak KD0605

BIJLAGE B POSITIE MEETGRIDS OP MEETLOCATIE R10 

pagina 30 van 31

BIJLAGE C POSITIE BEUGELS IN KOLOM H-11 (NIVO -1 – 0) 

Beugel nr. hoogte beugel 

t.o.v. vloer (mm) 

h-o-h afstand beugel (mm) 

19 3140 80 

18 3060 130 

17 2930 170 

16 2760 140 

15 2620 160 

14 2460 160 

13 2300 240 

12 2060 240 

11 1820 260 

10 1560 230 

9 1330 350 

8 980 150 

7 830 130 

6 700 150 

5 550 120 

4 430 170 

3 260 160 

2 100 50 

1 50 50 

pagina 31 van 31

CONTROLE WAPENING VAN IN HET WERK GESTORTE ...

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?