CONTROLE WAPENING VAN IN HET WERK GESTORTE ...

Figuur 6 Bovenwapening balk as M bij oplegging op balk as 11 (tekening BetonSon 04 WB)
Met Ferroscan zijn 6 meetgrids doorgemeten aan de bovenzijde van de balk. Hierdoor is de
bovenwapening in kaart gebracht over de gehele breedte van de balk en over een lengte van 30 - 150
cm vanaf de dilatatie. Alleen de eerste twee wapeningslagen worden gedetecteerd. In de tweede laag
van boven bevinden zich conform tekening (zie figuur 6) de volgende wapeningselementen in
lengterichting van de balk M:
verdeelwapening net ∅7-250,
bijlegwapening 13 ∅8-150,
bovenste horizontale deel van beide series haarspelden 19 ∅16-100.
Het is echter niet mogelijk gebleken om de bovenste horizontale delen van beide series haarspelden
met zekerheid te identificeren.
Met radar is getracht het onderste horizontale deel van de bovenste haarspelden te detecteren. Dit is
echter niet mogelijk gebleken ten gevolge van de dichte bovenwapening. Wel blijkt uit deze metingen
dat na ca. 900 mm uit de dilatatie de wapeningsdichtheid in de gemeten doorsnede afneemt. Dit komt
tamelijk goed overeen met de lengte (971 mm) van de bovenste haarspelden
De haarspelden kunnen ook niet vanaf de onderzijde van de balk M gedetecteerd worden vanwege de
aanwezigheid van een bekistingplaat. Op basis van de door INTRON uitgevoerde metingen kan
derhalve geconcludeerd worden dat het niet mogelijk is op niet-destructieve wijze met de bij INTRON
beschikbare technieken de haarspelden individueel te detecteren in de tandopleggingen van de
dwarsbalken.
pagina 17 van 31