working paper series - Faculteit Economie en Bedrijfskunde
working paper series - Faculteit Economie en Bedrijfskunde
working paper series - Faculteit Economie en Bedrijfskunde
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
13<br />
prijsdiscriminatie is het onderwerp van heel wat discussie. De regelgev<strong>en</strong>de autoriteit ontvangt heel<br />
wat klacht<strong>en</strong> over deze praktijk. Kunn<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> uitspraak do<strong>en</strong> over de welvaartseffect<strong>en</strong> van deze<br />
prijsdiscriminatie? De consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> a priori ev<strong>en</strong>veel vraag naar zowel “on-net” als “off-net”<br />
oproep<strong>en</strong>. Ze ondervind<strong>en</strong> deze prijsdiscriminatie dus als e<strong>en</strong> soort “belasting” op hun “off-net”<br />
oproep<strong>en</strong>. Ze zijn daarom g<strong>en</strong>eigd om relatief meer “on-net” oproep<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> in vergelijking met<br />
“off-net” oproep<strong>en</strong>. De prijs van “on-net” oproep<strong>en</strong> kan echter zodanig dal<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gevolge van int<strong>en</strong>se<br />
competitie omwille van extra netwerk effect<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> dit comp<strong>en</strong>seert voor het prijsverschil <strong>en</strong> dus<br />
de daling in de vraag naar “off-net” oproep<strong>en</strong> dan hoeft prijsdiscriminatie niet slecht te zijn voor de<br />
welvaart van de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De welvaart van de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verhoogt dus indi<strong>en</strong> de gemiddelde<br />
prijs van e<strong>en</strong> oproep daalt t<strong>en</strong> gevolge van prijsdiscriminatie.<br />
Niet-lineaire prijszetting<br />
Het basismodel veronderstelt lineaire prijszetting. Meer algeme<strong>en</strong> houdt dit in dat er <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> prijs<br />
per tijdse<strong>en</strong>heid wordt aangerek<strong>en</strong>d. Deze specifieke prijszetting is verantwoordelijk voor de vorming<br />
van e<strong>en</strong> “access deficit” wanneer e<strong>en</strong> operator e<strong>en</strong> prijsdaling invoert om marktaandeel te winn<strong>en</strong>. Dit<br />
“access deficit” weerhoudt e<strong>en</strong> individuele operator ervan om aan agressieve prijszetting te do<strong>en</strong>.<br />
Niet-lineaire prijszetting kan dit resultaat wegwerk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> populair voorbeeld van niet-lineaire<br />
prijszetting is e<strong>en</strong> tarief per tijdse<strong>en</strong>heid gecombineerd met e<strong>en</strong> vast abonnem<strong>en</strong>tsgeld, ook wel “twopart<br />
tariff” g<strong>en</strong>oemd. 22 Het basismodel gebruikt e<strong>en</strong> speciaal geval van dit prijsschema waarbij het<br />
abonnem<strong>en</strong>tsgeld nul of exoge<strong>en</strong> verondersteld wordt. Indi<strong>en</strong> de operator<strong>en</strong> echter op strategische<br />
wijze ook hun abonnem<strong>en</strong>tsgeld kunn<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> als prijszettingsvariabele dan kunn<strong>en</strong> de bekom<strong>en</strong><br />
resultat<strong>en</strong> van het basismodel drastisch verander<strong>en</strong>. 23 Dessein (2000a) biedt hier e<strong>en</strong> grondige analyse.<br />
Prijscompetitie kan nu immers tot stand kom<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> dim<strong>en</strong>sie die wel het marktaandeel maar niet de<br />
gebruikshoeveelheid zal beïnvloed<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> verlaging van het tarief per tijdse<strong>en</strong>heid verhoogt de vraag<br />
naar telecommunicatie per consum<strong>en</strong>t. Echter, e<strong>en</strong> verlaging van het abonnem<strong>en</strong>tsgeld verhoogt het<br />
marktaandeel maar niet de vraag naar telecommunicatie bij gelijke prijz<strong>en</strong> per tijdse<strong>en</strong>heid. Indi<strong>en</strong> de<br />
interconnectieprijz<strong>en</strong> hoog zijn dan heeft e<strong>en</strong> individuele operator er alle belang bij om marktaandeel<br />
te bekom<strong>en</strong> zonder extra “access deficit” te creër<strong>en</strong>. Om deze twee objectiev<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong><br />
biedt prijscompetitie in e<strong>en</strong> vast abonnem<strong>en</strong>tsgeld T i e<strong>en</strong> oplossing. In het geval van e<strong>en</strong> “two-part<br />
tariff” is de optimale variabele prijs gelijk aan de marginale oproepingskost c+ 0.5( a− c0)<br />
indi<strong>en</strong> de<br />
vraag gek<strong>en</strong>d is. Het vaste “two-part tariff” gedeelte T i staat dan voor het abonnem<strong>en</strong>tsgeld. Er is dus<br />
22 Zie Laffont, Rey, <strong>en</strong> Tirole (1998a).<br />
23 De competitie tuss<strong>en</strong> telecomoperator<strong>en</strong> gebruikt de dim<strong>en</strong>sie “abonnem<strong>en</strong>tsgeld” zeer int<strong>en</strong>s in haar<br />
prijszettingsstrategie. Dit abonnem<strong>en</strong>tsgeld is in de praktijk soms negatief: tal van mobiele operator<strong>en</strong> gev<strong>en</strong><br />
gratis e<strong>en</strong> hoeveelheid vaste beltijd of, zoals in het Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijk, e<strong>en</strong> mobilofoon gratis bij aansluiting tot<br />
hun net (zie bv. Armstrong, 1997(b)).