86 / 114 Art. 35 § 12. Wat de verstrekking 684611 - 684622 betreft komt de ziekte- en invaliditeitsverzekering slechts tegemoet in de kosten van die defibrillators die geïmplanteerd zijn in een door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging erkende dienst voor cardiologie. § 13. De verstrekking 684751 - 684762 wordt voorbehouden voor gebruik als pericardiaal substituut in de heelkunde op het hart bij kinderen en als intracavitaire patch voor de behandeling van aangeboren misvormingen. § 13bis. De verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekking 685930 - 685941 is slechts verschuldigd wanneer de adviserend geneesheer van het ziekenfonds waarbij de rechthebbende is aangesloten of ingeschreven, schriftelijk in kennis werd gesteld van het feit dat dit materiaal werd gebruikt. Die kennisgeving omvat een omstandig medisch verslag waarin duidelijk beschreven staat dat het gaat om een foramen ovale met rechts - links shunt, aangetoond met medische beeldvorming en om een cerebrovasculair accident, aangetoond met cerebrale beeldvorming, die evenwel niet vereist is in geval van een decompressieaccident. Dit medisch verslag dient als medisch attest, en dient ondertekend te worden door een geneesheer-specialist in de cardiologie of in de pediatrie, en mede-ondertekend door een geneesheer-specialist in de neurologie en een hartchirurg om de indicatie te bevestigen. § 13ter. De verstrekkingen 715595-715606, 715610-715621 en 715632-715643 komen slechts in aanmerking voor terugbetaling van de verzekering naar aanleiding van één van de volgende indicaties : • iatrogene ruptuur of ruptuur na trauma • dissecties • valse aneurysmata • popliteale, femorale aneurysmata (deze indicatie geldt niet voor verstrekking 715610-715621) • iliacale aneurysmata met een diameter < 3 cm (deze indicatie geldt niet voor verstrekking 715610-715621) • subclaviale aneurysmata (deze indicatie geldt niet voor de verstrekking 715595-715606) • pathologische AV-fistels De documenten waaruit blijkt dat voldaan is aan één van bovenvermelde indicaties, moeten steeds in het dossier aanwezig zijn en kunnen steeds opgevraagd worden door de adviserend geneesheer. § 13quater. Toepassingsregels betreffende de endoprothesen. (de verstrekkingen 634012-634023, 634034-634045, 634056- 634060, 634071-634082, 634093-634104, 634115-634126, 634130-634141, 634152-634163, 634174-634185, 634196-634200, 634211-634222, 634233-634244, 634255-634266, 634270-634281, 634292-634303, 634314- 634325, 715050-715061, 715072-715083). 1. Voorwaarden betreffende het implanterend centrum. Deze verstrekkingen worden enkel vergoed indien zij zijn verleend in een centrum dat een gedegen opleiding en onderhouden ervaring heeft met endovasculaire procedures en de chirurgische behandeling van een infrarenaal aorta aneurysma, een iliacaal aneurysma en desgevallend een thoracaal aneurysma en zich als dusdanig t.o.v. verwijzers en patiënten profileert. De tegemoetkoming voor de verstrekkingen 634115-634126, 634130- 634141, 634152-634163, 634174- 634185, 634196-634200, 634211-634222, 634292-634303, 715050-715061 wordt bovendien beperkt tot de centra die beschikken over de door de bevoegde overheid verleende erkenning voor het deelprogramma B3
van het zorgprogramma « cardiale pathologie ». 87 / 114 Art. 35