Een longoperatie Robot-Assisted Thoracoscopic ... - Isala Klinieken
Een longoperatie Robot-Assisted Thoracoscopic ... - Isala Klinieken
Een longoperatie Robot-Assisted Thoracoscopic ... - Isala Klinieken
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Een</strong> <strong>longoperatie</strong><br />
<strong>Robot</strong>-<strong>Assisted</strong> <strong>Thoracoscopic</strong> Surgery<br />
(RATS)
Inleiding<br />
Uw longarts heeft met u gesproken over een ingreep met behulp van<br />
een robot (RATS). In deze brochure geven we u graag meer informatie.<br />
Heeft u na het lezen nog vragen, aarzel dan niet ze te stellen aan uw<br />
arts of verpleegkundige.<br />
<strong>Een</strong> RATS<br />
Bij een RATS wordt er tijdens de operatie gebruik gemaakt van de<br />
‘Da Vinci’ robot.De operatie vindt plaats onder algehele narcose.<br />
De thoraxchirurg voert de operatie uit achter een console. Door<br />
3 à 4 kleine incisies (sneden) van ongeveer 1 cm worden speciale<br />
instrumenten en een camera ingebracht. De chirurg bedient deze<br />
instrumenten vanachter de console. Het voordeel van het gebruik<br />
van de robot is dat de chirurg beter zicht en controle heeft tijdens<br />
de operatie, waardoor operaties nauwkeuriger uitgevoerd kunnen<br />
worden. Ook is het risico op infecties kleiner. Ervaring leert dat<br />
patiënten die met deze techniek worden geopereerd sneller herstellen.<br />
Patiënten hebben minder pijn en daardoor minder pijnmedicatie<br />
nodig. Na de operatie kunnen patiënten sneller hun normale<br />
activiteiten weer oppakken.<br />
De operatie vindt onder algehele narcose plaats en duurt ongeveer<br />
1 tot 4 uur. U wordt ongeveer 4 dagen opgenomen op de verpleegafdeling<br />
Longziekten.<br />
1
2<br />
Waarom een RATS?<br />
<strong>Een</strong> RATS kan om verschillende redenen verricht worden. De longarts<br />
zal met u bespreken waarom deze operatie noodzakelijk is. De meest<br />
voorkomende reden is een kwaadaardige tumor in de long.<br />
Tijdens de operatie wordt het gezwel met een deel van het omliggende<br />
weefsel verwijderd. Als er één longkwab wordt verwijderd spreekt<br />
men van een lobectomie. Bij een bilobectomie worden er twee<br />
longkwabben weggenomen. Wordt een<br />
hele long verwijderd spreekt men van een<br />
pneumonectomie.<br />
Wanneer er sprake is van een kwaadaardige<br />
tumor, worden er altijd een aantal<br />
nabijgelegen lymfeklieren verwijderd.<br />
Soms is het niet mogelijk om de ingreep<br />
door middel van een RATS te verrichten.<br />
Tijdens de operatie kan bijvoorbeeld<br />
blijken dat de situatie ingewikkelder<br />
of gecompliceerder is<br />
dan verwacht. De<br />
thoraxchirurg zal dan<br />
een grotere snede<br />
maken. Of dit voor<br />
u van toepassing<br />
is, bespreekt de<br />
thoraxchirurg met u<br />
voor de operatie.
De uitslag<br />
Als er tijdens de operatie weefsel wordt weggenomen, wordt dit<br />
weefsel door een patholoog (een patholoog is gespecialiseerd in<br />
het onderzoeken van weefsel) microscopisch onderzocht. Het duurt<br />
ongeveer een week voordat de uitslag van dit onderzoek bekend is.<br />
Zodra de uitslag bekend is, bespreekt de longarts of zaalarts de uitslag<br />
met u en uw naasten.<br />
Wat u vooraf kunt regelen<br />
Over het algemeen herstellen patiënten snel na de operatie. Toch adviseren<br />
we u voor de operatie na te denken over de vraag of u na ontslag<br />
uit het ziekenhuis hulp nodig zult hebben. De eerste weken na ontslag<br />
mag u niet zwaar tillen of zwaar huishoudelijk werk verrichten. Dit kan<br />
betekenen dat u hulp nodig hebt van anderen. De verpleegkundige kan<br />
indien nodig deze hulp tijdens de opname regelen. Na de opname zult<br />
u de eerste twee weken, tot aan de controleafspraak bij de longarts niet<br />
in staat zijn om te werken. Tijdens deze controleafspraak zal de longarts<br />
met u bespreken wanneer u uw werkzaamheden kunt hervatten.<br />
Bij opname op de verpleegafdeling zal de verpleegkundige u vragen<br />
naar één of twee contactpersonen (bijvoorbeeld een familielid of<br />
kennis). Het is raadzaam de telefoonnummers van deze contactpersonen<br />
mee te nemen naar het ziekenhuis. Neemt u de medicatie die u<br />
gebruikt mee bij de opname.<br />
Vanaf zeven dagen voorafgaand aan de operatie mag u de oksels en<br />
borstkas niet meer zelf ontharen met tondeuse, scheermesje of ontharingscrème,<br />
omdat u daarmee het risico op infecties na de operatie<br />
vergroot.<br />
Wij adviseren u dringend sieraden, geld, pinpas en andere waardevolle<br />
zaken thuis te laten.<br />
Nagellak moet voor de operatie verwijderd worden.<br />
3
4<br />
Voorafgaand aan de operatie<br />
Uw behandelend longarts heeft u geïnformeerd over de reden waarom<br />
deze operatie bij u wordt verricht. Voor de operatie brengt u een<br />
bezoek aan de anesthesist (narcotiseur). Hij zal u informeren over<br />
de narcose en de pijnbestrijding na de operatie. Afhankelijk van de<br />
soort ingreep krijgt u voor de pijnstilling al dan niet een epiduraal<br />
catheter. Ook bespreekt hij met u of u na de operatie teruggaat naar<br />
de verpleegafdeling of een nacht op de Intensive Care afdeling zult<br />
verblijven. Hij informeert u verder over welke medicijnen eventueel<br />
gestopt moeten worden voor de operatie en welke medicijnen u mag<br />
gebruiken op de dag van de operatie.<br />
De verpleegkundige informeert u over de voorbereiding en de nazorg<br />
van de operatie en het verblijf op de afdeling Longziekten. Zij geeft u<br />
deze informatie schriftelijk mee.<br />
Tijdens de poliklinische afspraak bij de thoraxchirurg krijgt u uitleg<br />
over de operatie. De thoraxchirurg vertelt wat er tijdens de operatie<br />
wordt gedaan, de duur van de operatie en de risico’s en mogelijke<br />
complicaties.<br />
Medicijnen<br />
Vóór de operatie kan het nodig zijn dat u tijdelijk het gebruik<br />
van bepaalde medicijnen moet wijzigen. Meestal betreft het<br />
bloedverdunnende middelen of medicijnen in verband met<br />
suikerziekte. De arts of anesthesist heeft dit met u besproken.<br />
Indien u inhalatiemedicijnen gebruikt, mag u die gebruiken zoals u<br />
dat gewend bent.
Opnamedag<br />
Op de dag voor de operatie meldt u zich bij de Patiëntenregistratie.<br />
U wordt door een gastvrouw of gastheer naar de verpleegafdeling<br />
begeleidt. Het kan zijn dat u eerst naar het laboratorium gaat om<br />
bloed te prikken en naar de radiologie om een röntgenfoto te laten<br />
maken.<br />
Op de verpleegafdeling heeft u een gesprek met de verpleegkundige<br />
die u informeert over de opname en het tijdstip waarop de operatie is<br />
gepland. Houdt u er rekening mee dat dit tijdstip kan veranderen. U<br />
krijgt zonodig van de verpleegkundige middelen om te laxeren.<br />
U begint met een neuszalf om infecties tegen te gaan. Dit moet u<br />
gedurende vijf dagen twee keer per dag gebruiken. Ook krijgt u vanaf<br />
dat moment gedurende enkele dagen een injectie om trombose te<br />
voorkomen.<br />
De thoraxchirurg bezoekt u om eventuele vragen te beantwoorden. De<br />
thoraxchirurg die u bezoekt zal de ingreep ook verrichten.<br />
De dag van de operatie<br />
Voor de operatie moet u nuchter zijn. De verpleegkundige informeert<br />
u tot welk tijdstip u op de operatiedag nog mag eten en drinken.<br />
Daarnaast krijgt u een energierijke drank te drinken om uw herstel<br />
van de operatie te bespoedigen.<br />
Voor de operatie krijgt u een operatiehemd en een papieren slip<br />
aan. Hierna kunt u nog naar het toilet gaan. <strong>Een</strong> half uur vóór de<br />
ingreep krijgt u de zogenaamde prémedicatie. Dit zijn medicijnen ter<br />
voorbereiding op de narcose. U kunt hier slaperig van worden en dus<br />
beter kunnen ontspannen. Als u dit hebt ingenomen mag u niet meer<br />
alleen uit bed.<br />
Verwijder, voordat u naar de operatieafdeling gebracht wordt,<br />
sieraden, makeup en/of protheses (gebit).<br />
5
6<br />
Wanneer u verwacht wordt op de operatieafdeling, wordt u met<br />
bed naar de voorbereidingsruimte bij de operatiekamers gebracht.<br />
Afhankelijk van de ingreep wordt uw contactpersoon in overleg met<br />
de thoraxchirurg tijdens de operatie op de hoogte gehouden over<br />
het verloop van de operatie. Deze informatie wordt verstrekt via een<br />
medewerker van de Patiëntenbetrekkingen.<br />
De operatie<br />
Voor de operatie wordt er ter voorbereiding een infuus ingebracht.<br />
De anesthesist kan met u afgesproken hebben dat u een epiduraal<br />
catheter krijgt voor pijnbestrijding na de operatie. <strong>Een</strong> epiduraal<br />
catheter is een klein slangetje in de rug. Indien dit met u afgesproken<br />
is, wordt deze geplaatst voor u onder narcose gaat. Wanneer u geen<br />
epiduraal catheter krijgt voor de pijnstilling kan adequate pijnstilling<br />
op een andere wijze gewaarborgd worden.<br />
De anesthesist brengt u onder narcose en bewaakt u tijdens de<br />
operatie.<br />
De thoraxchirurg maakt drie tot vier incisies (sneetjes) in de huid in<br />
de linker of rechter zij ter hoogte van de borstwand. Via deze sneetjes<br />
heeft hij toegang tot de borstholte. De borstholte bestaat uit twee<br />
vliezen. Het borstvlies bekleedt de borstwand; het longvlies bekleedt<br />
Rechts op de foto<br />
de robotarmen (in<br />
plastic) die door<br />
de thorax chirurg<br />
(midden op de<br />
foto) aan gestuurd<br />
worden.<br />
De operatieassistent<br />
(links op<br />
de foto) kijkt via<br />
het scherm mee.
de longen. Door het openen van de borstkas ‘valt’ de long samen.<br />
De chirurg kan het longweefsel onderzoeken en de ingreep verder<br />
uitvoeren.<br />
Via één van de sneetjes wordt een drain ingebracht, die aan de huid<br />
bevestigd wordt met een hechting. <strong>Een</strong> drain is een afvoerslang van<br />
enkele millimeters doorsnee, die vocht en lucht uit de borstholte<br />
afvoert. Na de ingreep sluit de chirurg ook de overige wondjes met<br />
hechtingen.<br />
Nazorg<br />
Wordt u een nacht op de Intensive Care (IC) verpleegd, dan gaat u<br />
na de operatie direct naar deze afdeling. Als u na de operatie naar<br />
de verpleegafdeling teruggaat, verblijft u eerst enkele uren in de<br />
uitslaapkamer (recovery) totdat u weer wakker bent. Als u goed<br />
wakker bent wordt u door verpleegkundigen van de verpleegafdeling<br />
opgehaald. U zult inclusief voorbereiding, operatie en het verblijf in de<br />
uitslaapkamer ongeveer 6 uur van de verpleegafdeling af zijn.<br />
U zult een aantal slangen hebben, zoals een drain, infuus en een<br />
zuurstofslangetje. Indien u een epiduraal catheter heeft, heeft u<br />
mogelijk ook een blaascatheter gekregen. Als u goed wakker bent<br />
wordt u weer naar de verpleegafdeling gebracht. De verpleegkundige<br />
controleert regelmatig uw bloeddruk, pols, temperatuur, de drain en<br />
de operatiewondjes. De zaalarts komt alle werkdagen bij u langs en<br />
beslist over het medisch beleid.<br />
Als gevolg van de narcose kunt u mogelijk kortdurend last hebben<br />
van keelpijn, heesheid en/of spierpijn. Deze klachten verdwijnen<br />
vanzelf weer. Na de operatie krijgt u gedurende 48 uur drie keer per<br />
dag antibiotica via het infuus toegediend. Het infuus kan vaak snel<br />
verwijderd worden. De drain, die de chirurg bij u heeft ingebracht, is<br />
met een verbindingsslang op een opvangsysteem aangesloten en dient<br />
7
8<br />
om vocht en lucht uit de borstholte af te voeren. In een enkel geval kan<br />
uw bewegingsvrijheid hierdoor beperkt zijn. De verpleegkundige zal u<br />
hierover uitleg geven.<br />
De dag van de operatie wordt u door de verpleegkundige uit bed<br />
geholpen. De fysiotherapeut komt bij u langs om u te begeleiden<br />
bij het herstel. Door de houding tijdens de operatie en de drain<br />
kunt u geneigd zijn de schouder aan de geopereerde kant minder te<br />
gebruiken. Het is echter belangrijk om de schouder te blijven bewegen.<br />
De fysiotherapie begeleidt u hierbij. Tevens kan zij u helpen met<br />
hoesttechnieken en ademhalingsoefeningen. Voor ontslag geeft de<br />
fysiotherapeut u tips en adviezen voor een goed herstel thuis.<br />
De drain wordt na enkele dagen verwijderd, als het vocht is afgevoerd<br />
en de long weer optimaal ontplooid is. De hechting in het wondje<br />
waarin de drain zat, dient een week na het verwijderen van de drain<br />
verwijderd worden. Dit kan ook bij de huisarts gedaan worden. Als<br />
ontslag in zicht is bespreekt de verpleegkundige met u of er voldoende<br />
hulp aanwezig is thuis. Zonodig kan de thuiszorg ingeschakeld worden.<br />
Pijnbestrijding<br />
Als gevolg van de operatie en de drain heeft u mogelijk pijn. <strong>Een</strong><br />
goede pijnstilling is van belang om complicaties te voorkomen. Als u<br />
pijn heeft ademt u minder goed door en probeert u ook hoesten te<br />
voorkomen. Hierdoor kan er slijm achterblijven in de longen wat een<br />
longontsteking tot gevolg kan hebben. Neemt u op vaste tijdstippen<br />
de pijnmedicatie in en geeft u op tijd bij de verpleegkundige aan als<br />
u pijn heeft. Zij zal u regelmatig vragen de pijn een cijfer te geven<br />
(0 = helemaal geen pijn, 10 = ergst denkbare pijn). Zo nodig kan zij u<br />
extra pijnmedicatie geven.<br />
Als u een epiduraal catheter heeft gekregen wordt deze vaak binnen<br />
twee dagen verwijderd. De verpleegkundige zal dan ’s avonds ook de<br />
blaascatheter verwijderen als u deze heeft.
Gevolgen van de operatie<br />
De meest voorkomende gevolgen van een RATS zijn pijn en een beurs<br />
gevoel aan de geopereerde zijde. De meeste last ervaren patiënten met<br />
name van de drain.<br />
Complicaties<br />
Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is er ook bij operaties aan<br />
de long de normale kans op complicaties aanwezig, zoals nabloeding,<br />
longontsteking, wondinfectie, trombose. Daarnaast zijn er nog<br />
specifieke complicaties mogelijk. Zo bestaat er na de operatie de eerste<br />
dagen bijna altijd wel enige luchtlekkage die via de drains kan worden<br />
afgevoerd. <strong>Een</strong> enkele keer kan deze luchtlekkage soms meer dan<br />
een week aanhouden. Dat is geen ernstige maar wel een vervelende<br />
complicatie. Ook komt het af en toe voor dat er lucht onder de huid<br />
lekt, waardoor er een zwelling kan optreden van de huid in het gebied<br />
van de borstkas, hals en gelaat. Deze lucht wordt langzaam door het<br />
lichaam opgenomen, waardoor de zwelling weer zal verdwijnen. Na de<br />
operatie kan er tijdelijk een verandering van het hartritme optreden.<br />
Hier kunnen medicijnen voor gegeven worden.<br />
De longarts en de thoraxchirurg zullen mogelijke complicaties voor de<br />
ingreep met u bespreken.<br />
Herstel thuis<br />
Het herstel thuis is onder andere afhankelijk van de uitgevoerde<br />
ingreep en uw conditie voor de operatie. U speelt u zelf een belangrijke<br />
rol bij het verdere herstel, en dagelijkse inspanning is van groot belang.<br />
Als u in het ziekenhuis al redelijk goed in beweging was, is het aan te<br />
bevelen de eerste dagen na thuiskomst in eigen tempo en naar eigen<br />
kunnen te bewegen. Til geen zware dingen. Luister naar uw lichaam,<br />
9
10<br />
u voelt zelf het beste wat u kunt. Om uw herstel te versnellen is het<br />
meestal nodig dat u elke dag uw activiteit iets vergroot. De eerste<br />
weken na de operatie mag u nog niet sporten. Wanneer u na de<br />
operatie uw werk kunt hervatten, wordt met u besproken voor ontslag.<br />
Het grote voordeel van een robot operatie is het snelle herstel en<br />
terugkeer naar het werk. Tijdens het eerste polibezoek na de operatie<br />
bij de longarts zal werkhervatting en sporten wederom besproken<br />
worden. Vliegen en duiken wordt u de eerste zes weken na de operatie<br />
afgeraden.<br />
Als eenmaal thuis de volgende klachten zich voordoen is het verstandig<br />
contact op te nemen met het ziekenhuis;<br />
• Temperatuurverhoging. Bij een temperatuur van 38,5 graden<br />
Celcius of hoger, gemeten via de anus.<br />
• Wondproblemen. Als de wondjes rood, pijnlijk en dik worden of als<br />
er vocht uitkomt.<br />
• Pijn. Bij verergering of verandering van de wondpijn.<br />
• Kortademigheid. Bij vertrek uit het ziekenhuis kan het zijn dat u<br />
enige kortademigheid voelt, soms al na een beetje inspanning.<br />
Meestal wordt dit vrij snel minder. Als de kortademigheid toeneemt<br />
moet u contact opnemen.<br />
• Hoesten. Bij toenemende hoest en het opgeven van geel of groen<br />
slijm, zeker wanneer dit samen gaat met koorts, moet u hulp<br />
zoeken.<br />
Bij ontslag krijgt u de telefoonnummers waarmee u het ziekenhuis<br />
kunt bereiken bij bovenstaande klachten. Vanaf twee weken na ontslag<br />
uit het ziekenhuis dient u bij problemen contact op te nemen met uw<br />
huisarts.
Tips voor gesprek met zorgverleners<br />
Als u zich voor wilt bereiden op de gesprekken met zorgverleners<br />
volgen hier een paar algemene tips.<br />
• Neem een vertrouwd persoon mee naar het gesprek. Twee horen<br />
meer dan één.<br />
• Schrijf vragen die u heeft vooraf op en neem ze mee naar het<br />
gesprek. Maak aantekeningen van de antwoorden.<br />
• Geef aan als de gegeven informatie u niet duidelijk is.<br />
• Als u na afloop van het gesprek nog vragen heeft maak dan een<br />
nieuwe afspraak. Tijdens de opname kunt u uw vragen op elk<br />
moment stellen aan de verpleegkundige. Doe dat gerust.<br />
Hieronder wordt kort vermeld wat de verschillende zorgverleners met<br />
u zullen bespreken.<br />
De longarts bespreekt met u:<br />
• eventueel nog te verrichten onderzoeken<br />
• de operatie: wat wordt er gedaan<br />
• risico’s en complicaties<br />
• het eventuele opnameverloop en de opnameduur<br />
• algemene duur operatie<br />
• de herstelperiode in het ziekenhuis<br />
• zo mogelijk een voorlopige operatiedatum.<br />
De anesthesist (narcotiseur) bespreekt met u:<br />
• de narcose en de bijwerkingen hiervan<br />
• mogelijke risico’s en complicaties van de narcose<br />
• de pijnbestrijding.<br />
11
12<br />
De thoraxchirurg bespreekt met u:<br />
• de operatie: wat wordt er gedaan<br />
• risico’s en complicaties<br />
• duur van de operatie.<br />
De verpleegkundige bespreekt met u:<br />
• uw verblijf op de verpleegafdeling<br />
• de voorbereiding op de operatie<br />
• het verloop van de operatiedag<br />
• het verwachte tijdstip van de operatie en dat dit kan veranderen<br />
• de pijnbestrijding<br />
• het herstel en de revalidatie na de operatie<br />
• de ontslagprocedure.<br />
De zaalarts bespreekt met u:<br />
• uw herstel na de operatie<br />
• het beleid rondom drain, infuus, pijnbestrijding en andere<br />
medicatie<br />
• de uitslag van de operatie, indien u als de uitslag bekend is nog<br />
opgenomen bent<br />
• het ontslag.<br />
De fysiotherapeut bespreekt met u:<br />
• ademhalingsoefeningen en hoesttechnieken<br />
• bewegen van uw schouder aan de geopereerde zijde<br />
• het belang van mobiliseren<br />
• tips en adviezen voor een goed herstel thuis.
De medewerker Patiëntenbetrekkingen bespreekt met u:<br />
• tijdstip telefonische informatie aan contactpersoon over het<br />
verloop van de operatie<br />
• indien van toepassing; het eerste bezoek op de IC en mogelijkheden<br />
telefonisch informatie te krijgen<br />
• logeermogelijkheid voor uw contactpersoon in het ziekenhuis of<br />
daarbuiten.<br />
Tot slot<br />
Deze brochure is niet bedoeld ter vervanging van mondelinge<br />
informatie, maar als aanvulling zodat u het thuis nog eens rustig kunt<br />
nalezen. Heeft u nog vragen over deze ingreep, stel ze dan gerust aan<br />
uw arts of verpleegkundige.<br />
<strong>Isala</strong> klinieken<br />
Locatie Weezenlanden<br />
Groot Wezenland 20<br />
8011 JW Zwolle<br />
Polikliniek Longgeneeskunde<br />
t (038) 424 24 56<br />
Verpleegafdeling B4<br />
t (038) 424 25 40<br />
Verantwoording<br />
Deze tekst is samengesteld door medewerkers van de verpleegafdeling<br />
Longgeneeskunde in samenwerking met de stafdienst Concerncommunicatie<br />
van de <strong>Isala</strong>. klinieken. Bent u van mening dat er informatie 0213<br />
/<br />
ontbreekt of onduidelijk is, dan horen wij dit graag. 6195
www.isala.nl