20.07.2013 Views

STIGA PARK

STIGA PARK

STIGA PARK

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

8211-0543-03<br />

<strong>STIGA</strong> <strong>PARK</strong><br />

4WD<br />

92 M<br />

107 M<br />

107 M HD<br />

121 M<br />

110 Combi Pro<br />

125 Combi Pro


2<br />

1<br />

3<br />

5<br />

125 Combi Pro<br />

110/125 Combi Pro<br />

121 M<br />

107 M HD<br />

B<br />

C<br />

B<br />

A<br />

110/125 Combi Pro<br />

7 121 M<br />

Torx T30<br />

E<br />

F Torx T30<br />

G<br />

H<br />

I<br />

2<br />

4<br />

110/125 Combi Pro<br />

2<br />

110/125 Combi Pro<br />

107 M HD<br />

6<br />

121 M<br />

110/125 Combi Pro<br />

8 121 M<br />

10 mm<br />

1<br />

10 mm


9 92/107<br />

92/107 M<br />

D<br />

B<br />

A<br />

B<br />

11<br />

13 107 M HD<br />

15<br />

10 92/107<br />

12 92/107 M<br />

14<br />

16<br />

J<br />

K<br />

M<br />

13 mm<br />

110/125 Combi Pro<br />

10 mm<br />

L<br />

13 mm<br />

3


4<br />

17<br />

19<br />

21<br />

23<br />

92/107 M<br />

107 M HD<br />

121 M<br />

92/107 M<br />

121 M<br />

1/3<br />

18<br />

5 mm<br />

20<br />

22<br />

24<br />

110/125 Combi Pro<br />

107 M HD


25<br />

27<br />

29<br />

O<br />

110/125 Combi Pro<br />

92/107 M<br />

107 M HD<br />

121 M<br />

P 24 Nm<br />

110 Combi Pro<br />

24 Nm<br />

Q 9,8 Nm<br />

45 Nm<br />

26<br />

107 M HD<br />

28<br />

30<br />

O<br />

N<br />

125 Combi Pro<br />

24 Nm<br />

5


1 ALGEMEEN<br />

Dit symbool geeft een WAARSCHU-<br />

WING weer. Als de instructies niet<br />

nauwkeurig worden opgevolgd, kan dit<br />

leiden tot ernstige persoonlijke verwondingen<br />

en/of schade.<br />

Lees de gebruikershandleiding en de<br />

veiligheidsinstructies voor gebruik<br />

goed door.<br />

1.1 Symbolen<br />

Op de machine ziet u de volgende symbolen om u<br />

eraan te herinneren dat voorzichtigheid en oplettendheid<br />

bij gebruik geboden is.<br />

Betekenis van de symbolen:<br />

Waarschuwing!<br />

Lees vóór gebruik van de machine de gebruikershandleiding<br />

en de veiligheidsvoorschriften.<br />

Waarschuwing!<br />

Zorg dat uw handen of voeten niet onder<br />

de kap komen als de machine loopt.<br />

Waarschuwing!<br />

Kijk uit voor weggegooide voorwerpen.<br />

Houd omstanders op afstand.<br />

Waarschuwing!<br />

Vóór het verrichten van reparaties de bougiekabel<br />

ontkoppelen van de bougie.<br />

1.2 Verwijzingen<br />

1.2.1 Afbeeldingen<br />

De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding<br />

zijn genummerd met 1, 2, 3 etc.<br />

Onderdelen in afbeeldingen worden aangegeven<br />

met A, B, C etc.<br />

Een verwijzing naar onderdeel E in afbeelding 5<br />

wordt als volgt weergegeven: “5:E”.<br />

1.2.2 Titels<br />

De titels in deze gebruikershandleiding zijn op de<br />

volgende manier genummerd:<br />

“2.3.2” is een subtitel van “2.3” en wordt onder<br />

deze titel vermeld.<br />

Wanneer naar een titel wordt verwezen, wordt alleen<br />

het nummer van deze titel aangegeven. Bijvoorbeeld<br />

“Zie 2.3.2”.<br />

NEDERLANDS NL<br />

2 BESCHRIJVING<br />

2.1 Algemeen<br />

Het maaidek moet worden gebruikt op Park-machines<br />

van Stiga met vierwielaandrijving.<br />

Het maaidek is leverbaar in één van de volgende<br />

versies:<br />

• Met handmatige instelling van de hoogte.<br />

• Met elektrische instelling van de hoogte.<br />

2.2 Bedieningsmechanismen, 110/<br />

125 Combi Pro<br />

2.2.1 Instelling maaihoogte<br />

De maaihoogte kan worden ingesteld tussen 25 en<br />

90 mm.<br />

Elektrische bediening maaihoogte<br />

De instelling kan met een schakelaar onbeperkt<br />

worden aangepast.<br />

Handmatige instelling maaihoogte<br />

De instelling kan met een hendel op verschillende<br />

vaste standen worden ingesteld. Zie afb. 1.<br />

2.2.2 Voorwaarts kantelen<br />

Door de twee pinnen een gaatje lager dan de basisinstelling<br />

te verplaatsen kan het achterdeel van<br />

het maaidek 12 mm worden opgetild. Zie afb. 2.<br />

2.2.3 Monteren op achterzijde<br />

Het achterdeel van het maaidek wordt geborgd met<br />

de pinnen in afb. 2.<br />

2.2.4 Monteren gereedschapslift<br />

Het maaidek wordt met een ketting en kniphaken<br />

op de gereedschapslift gemonteerd.<br />

Eén kniphaak bepaalt de werkstand en kan in de<br />

kettingschakels worden verplaatst om het hefvermogen<br />

in te stellen.<br />

De andere kniphaak wordt gebruikt voor de reinigingsstand.<br />

2.3 Bedieningsmechanismen, 107<br />

M HD<br />

2.3.1 Instelling maaihoogte<br />

De maaihoogte kan worden ingesteld tussen 30 en<br />

85 mm.<br />

Elektrische bediening maaihoogte<br />

De instelling kan met een schakelaar onbeperkt<br />

worden aangepast.<br />

Handmatige instelling maaihoogte<br />

De instelling kan met een hendel op verschillende<br />

vaste standen worden ingesteld. Zie afb. 9.<br />

45


46<br />

NL<br />

2.3.2 Voorwaarts kantelen<br />

Door de twee pinnen een gaatje lager dan de basisinstelling<br />

te verplaatsen kan het achterdeel van<br />

het maaidek 12 mm worden opgetild. Zie afb. 13.<br />

2.3.3 Monteren op achterzijde<br />

Het achterdeel van het maaidek wordt gezekerd<br />

met de pinnen in afb. 13.<br />

2.4 Bedieningsmechanismen, 92/<br />

107 M<br />

2.4.1 Instelling maaihoogte<br />

De maaihoogte kan worden ingesteld tussen 30 en<br />

85 mm.<br />

De instelling kan met een hendel op verschillende<br />

vaste standen worden ingesteld. Zie afb. 9.<br />

2.4.2 Voorwaarts kantelen<br />

Het achterdeel van het maaidek kan onbeperkt<br />

worden opgetild.<br />

Elke streep (12:J) komt overeen met 5 mm.<br />

De instelling wordt vergrendeld met schroeven<br />

(12:K).<br />

2.4.3 Monteren op achterzijde<br />

Het achterdeel van het maaidek wordt geborgd met<br />

de vergrendeling (12:L).<br />

2.4.4 Monteren gereedschapslift<br />

Het maaidek wordt met een ketting en haken op de<br />

gereedschapslift gemonteerd.<br />

Eén kniphaak bepaalt de werkstand en kan in de<br />

kettingschakels worden verplaatst om het hefvermogen<br />

in te stellen.<br />

De andere kniphaak wordt gebruikt voor de reinigingsstand.<br />

2.5 Bedieningsmechanismen, 121<br />

M<br />

2.5.1 Instelling maaihoogte<br />

De maaihoogte kan tussen 30 en 85 mm worden ingesteld.<br />

Elektrische bediening maaihoogte<br />

De instelling kan met een schakelaar onbeperkt<br />

worden aangepast.<br />

Handmatige instelling maaihoogte<br />

De instelling kan met een hendel op verschillende<br />

vaste standen worden ingesteld (7:G).<br />

2.5.2 Voorwaarts kantelen<br />

Het achterdeel van het maaidek kan onbeperkt<br />

worden opgetild.<br />

De instelling wordt vergrendeld met schroeven<br />

(7:H).<br />

2.5.3 Monteren op achterzijde<br />

Het achterdeel van het maaidek wordt gezekerd<br />

met de vergrendeling (7:I).<br />

NEDERLANDS<br />

3 MONTAGE<br />

3.1 De 110/125 Combi Pro monteren<br />

1. Plaats het maaidek vóór de machine.<br />

2. Monteer de volgende onderdelen op beide wielassen:<br />

• Ring (3:B).<br />

• Maaidekophangingen (3:C).<br />

• Ring (3:B).<br />

• Borgring (3:A).<br />

3. Verwijder aan beide kanten de pinnen en de ringen.<br />

Zie afb. 2.<br />

4. Bevestig de armen aan elkaar. Zie afb. 4.<br />

5. Hang het maaidek in de gereedschapslift. Zie<br />

afb. 14.<br />

6. Als het maaidek is uitgerust met een elektrische<br />

hoogte-instelling, sluit dan de kabel aan op het<br />

stopcontact aan de rechtervoorkant van de machine.<br />

Zie afb. 15.<br />

3.1.1 Riem, 110/125 Combi Pro<br />

Het achterdeel van het maaidek moet op de grond<br />

rusten (het mag niet worden opgetild of geborgd).<br />

Bevestig de riem als volgt:<br />

1. Stel de maximale maaihoogte in.<br />

2. Verwijder de beschermkap van de riem (5:E).<br />

Het getal in de afbeelding geeft de sleutelmaat<br />

aan.<br />

3. Verwijder de riemgeleider (5:F).<br />

4. Leg de riem op de riempoelie (16:M).<br />

5. Plaats de riem op de riempoelie.<br />

6. Neem de hendel van riemspanner in uw linkerhand.<br />

Trek aan de hendel en vergroot met uw<br />

rechterhand en de riemspanner de spanning op<br />

de buitenkant van de riem. Zie afb. 16.<br />

7. Plaats de riemgeleider en de beschermkap terug.<br />

Zie afb. 5.<br />

8. De achterkant van het maaidek moet worden<br />

opgetild en gezekerd.<br />

Op machines met wielen van 17”: Bevestig de<br />

ringen en de pinnen in het bovenste gaatje.<br />

Zie afb. 2.<br />

Op machines met wielen van 16”: Bevestig de<br />

ringen en de pinnen in het middelste gaatje.<br />

Zie afb. 2.


3.2 107 M HD, 121 M monteren<br />

1. Plaats het maaidek vóór de machine.<br />

2. Monteer de volgende onderdelen op beide wielassen:<br />

• Ring (3:B).<br />

• Maaidekophangingen (3:C).<br />

• Ring (3:B).<br />

• Borgring (3:A).<br />

3. Verwijder aan beide kanten de pinnen. Zie afb.<br />

7:I en afb. 13.<br />

4. Bevestig de armen aan elkaar. Zie afb. 4.<br />

5. Hang het maaidek in de gereedschapslift. Zie<br />

afb. 17.<br />

6. Als het maaidek is uitgerust met een elektrische<br />

hoogte-instelling, sluit dan de kabel aan op het<br />

stopcontact aan de rechtervoorkant van de machine<br />

zie afb. 15.<br />

3.2.1 Riem, 107 M HD, 121 M<br />

Het achterdeel van het maaidek moet op de grond<br />

rusten (het mag niet worden opgetild of geborgd).<br />

Bevestig de riem als volgt:<br />

1. Zet de maaihoogte in de middenpositie<br />

2. Verwijder de beschermkap van de riem. Zie afb.<br />

8 en 10. Het getal in de afbeelding geeft de sleutelmaat<br />

aan.<br />

3. Leg de riem op de riempoelie (16:M).<br />

4. Span de riem om de riempoelie.<br />

5. Neem de hendel van riemspanner in uw linkerhand.<br />

Trek aan de hendel en vergroot met uw<br />

rechterhand en de riemspanner de spanning op<br />

de buitenkant van de riem. Zie afb. 16.<br />

6. Breng de beschermkap van de riem weer aan.<br />

Zie afb. 8 en 10.<br />

7. De achterkant van het maaidek moet worden<br />

opgetild en geborgd.<br />

107 M HD op machines met wielen van 17”:<br />

Plaats de pinnen in het derde gat van boven. Zie<br />

afb. 13.<br />

107 M HD op machines met wielen van 16”:<br />

Plaats de pinnen in het vierde gat van boven.<br />

Zie afb. 13.<br />

121 M: Til het maaidek op en breng de pinnen<br />

aan (7:I).<br />

NEDERLANDS NL<br />

3.3 92/107 M monteren<br />

1. Plaats het maaidek vóór de machine.<br />

2. Monteer de volgende onderdelen op beide wielassen:<br />

• Ring (11:B).<br />

• Arm maaidek (11:D).<br />

• Ring (11:B).<br />

• Borgring (11:A).<br />

3. Bevestig de armen aan de voorste hoeken van<br />

het maaidek. U moet nu het achterdeel van het<br />

maaidek omlaag en omhoog kunnen bewegen.<br />

4. Hang het maaidek in de gereedschapslift. Zie<br />

afb. 17.<br />

3.3.1 Riem, 92/107 M<br />

Het achterdeel van het maaidek moet op de grond<br />

rusten (het mag niet worden opgetild of geborgd).<br />

Bevestig de riem als volgt:<br />

1. Stel de maximale maaihoogte in.<br />

2. Verwijder de beschermkap van de riem. Zie afb.<br />

10. Het getal in de afbeelding geeft de sleutelmaat<br />

aan.<br />

3. Leg de riem op de riempoelie (16:M).<br />

4. Span de riem om de riempoelie.<br />

5. Neem de hendel van riemspanner in uw linkerhand.<br />

Trek aan de hendel en vergroot met uw<br />

rechterhand en de riemspanner de spanning op<br />

de buitenkant van de riem. Zie afb. 16.<br />

6. Breng de beschermkap van de riem weer aan.<br />

Zie afb. 10.<br />

7. Til het maaidek op totdat het wordt vergrendeld<br />

(12:L).<br />

3.4 Bandenspanning<br />

Pas de bandenspanning als volgt aan:<br />

Voorzijde: 0,6 bar (9 psi).<br />

Achter: 0,4 bar (6 psi).<br />

3.5 Basisinstelling<br />

Om optimaal te kunnen maaien, is de juiste basisinstelling<br />

noodzakelijk. Het maaidek staat in de<br />

basisinstelling wanneer de achterzijde 5 mm hoger<br />

dan de voorzijde staat. Dit betekent dat het maaidek<br />

iets voorover kantelt.<br />

Basisinstelling uitvoeren zoals hieronder wordt<br />

beschreven.<br />

3.5.1 Basisinstelling, 110/125 Combi Pro,<br />

107 M HD<br />

Het maaidek staat in de basisinstelling als de handelingen<br />

onder 3.1.1 en 3.2.1 zijn uitgevoerd.<br />

47


48<br />

NL<br />

3.5.2 Basisinstelling, 92/107 M, 121 M<br />

Zie afb. 17 en voer de basisinstelling voor de 92/<br />

107 M en 121 M als volgt uit:<br />

1. Zet de machine op een vlakke ondergrond.<br />

Maximaal toelaatbare horizontale verloop: ±1<br />

mm/m. Vermijd hellingen in de buurt van afvoerputjes<br />

voor of achter de machine.<br />

2. De banden moeten de juiste luchtdruk hebben.<br />

Zie 3.4.<br />

3. Zet het maaidek in transportpositie en leg een<br />

planparallelle plaat onder het maaidek.<br />

4. Zet een afstandsstuk van 5 mm hoog onder de<br />

achterkant op de plaat en verlaag het maaidek<br />

naar de werkpositie.<br />

5. Draai de schroeven (7:H en 12:K) los, zodat het<br />

maaidek tegen de plaat en het afstandsstuk rust.<br />

Controleer of het maaidek ten opzichte van de<br />

machine niet schuin hangt.<br />

6. Draai de schroeven (7:H en 12:K) vast tot 22<br />

Nm.<br />

7. Zet het maaidek in de transportpositie en verwijder<br />

de plaat.<br />

4 MACHINE GEBRUIKEN<br />

Controleer of het gras dat u gaat<br />

maaien vrij is van vreemde voorwerpen<br />

zoals stenen etc.<br />

4.1 Maaihoogte<br />

U krijgt de beste maairesultaten als eenderde van<br />

het gras wordt gemaaid. 2/3 van de lengte van het<br />

gras blijft dan staan. Zie afb. 19.<br />

Als het gras lang is en veel korter moet worden,<br />

kunt u beter twee keer maaien met verschillende<br />

maaihoogtes.<br />

Gebruik niet de laagste stand als het oppervlak van<br />

het gazon ongelijkmatig is. Anders loopt u het gevaar<br />

dat de messen beschadigd raken door het oppervlak<br />

en dat de toplaag van het gazon wordt<br />

verwijderd.<br />

4.2 Hellingshoek<br />

Het achterdeel van het maaidek kan worden opgetild<br />

zodat het maaidek een grotere voorwaartse hellingshoek<br />

heeft dan bij de basisinstelling. Deze<br />

hellingshoek beïnvloedt de maairesultaten als<br />

volgt.<br />

4.2.1 Geen hellingshoek<br />

Als het maaidek in de basisinstelling staat, wordt<br />

het gras het beste versnipperd en verstrooid. De basisinstelling<br />

wordt aanbevolen voor normaal gras.<br />

NEDERLANDS<br />

4.2.2 Hellingshoek<br />

Als het maaidek iets voorovergekanteld is, wordt<br />

het “Multiclip”-effect verminderd terwijl het gemaaide<br />

gras beter wordt verstrooid.<br />

Voorover kantelen wordt aanbevolen voor dikker<br />

gras.<br />

4.3 Maaiadvies<br />

Volg het onderstaande advies op voor een optimaal<br />

maairesultaat:<br />

• maai regelmatig.<br />

• gebruik de motor op volle kracht.<br />

• het gras moet droog zijn.<br />

• zorg dat de messen scherp zijn.<br />

• houd de onderzijde van het maaidek schoon.<br />

4.4 110/125 Combi Pro<br />

110/125 Combi Pro kan op de volgende twee manieren<br />

gras maaien:<br />

• Multiclip: composteren en verdelen,<br />

• Achteruitworp: uitwerpen van het gras in één<br />

lijn achter het maaidek.<br />

De mulch-functie is altijd beschikbaar. Om het<br />

gras in één lijn achter het maaidek uit te werpen,<br />

moet de plug in afb. 6 worden verwijderd.<br />

Zet het maaidek in de reinigingsstand (zie 5.2) om<br />

de plug te verwijderen/installeren.<br />

5 ONDERHOUD<br />

5.1 Voorbereiding<br />

Service en onderhoud moet altijd worden uitgevoerd<br />

aan een stilstaande machine met een uitgeschakelde<br />

motor.<br />

Zorg dat de machine niet kan wegrollen.<br />

Gebruik daarom altijd de parkeerrem.<br />

Zet de motor af.<br />

Voorkom ongewenst starten door de<br />

bougiekabel van de bougie te ontkoppelen<br />

en de contactsleutel te verwijderen.


5.2 Reinigingsstand<br />

1. Schakel de parkeerrem in.<br />

2. Zet de gereedschapslift in de transportstand.<br />

3. Stel de maximale maaihoogte in.<br />

4. 110/125 Combi Pro, 107 M HD, 121 M:<br />

Verwijder het achterdeel van het maaidek door<br />

de pinnen en ringen te verwijderen. Zie afb. 2,<br />

7:I en 13.<br />

92/107 M: Til het achterdeel van het maaidek<br />

op, maak de vergrendeling los (12:L) en breng<br />

het maaidek naar beneden.<br />

5. Pak het voorste deel van het maaidek vast en til<br />

het op. Bevestig de ketting zo dat het maaidek<br />

diagonaal naar boven is gericht. Zie afb. 20-23.<br />

Het is absoluut verboden om de motor<br />

te starten wanneer het maaidek in de<br />

reinigingsstand staat.<br />

Zet de 110/125 Combi Pro in de werkstand zoals<br />

beschreven onder 3.1.1, punt 8.<br />

Zet de 107 M HD in de werkstand zoals beschreven<br />

onder 3.2.1, punt 7.<br />

Zet de 121 M in de werkstand zoals beschreven onder<br />

3.2.1, punt 7.<br />

Zet de 92/107 M in de werkstand zoals beschreven<br />

onder 3.3.1, punt 7.<br />

5.3 Servicestand<br />

1. Schakel de parkeerrem in.<br />

2. Zet de gereedschapslift in transportstand.<br />

3. 110/125 Combi Pro, 92/107 M:<br />

Stel de hoogste maaistand in.<br />

107 M HD, 121 M: Zet de maaihoogte in de<br />

middenpositie.<br />

4. Als het maaidek is uitgerust met een elektrische<br />

hoogte-instelling, ontkoppel dan de kabel van<br />

de machine. Zie afb. 15.<br />

5. 110/125 Combi Pro:<br />

Verwijder pinnen en ringen. Zie afb. 2.<br />

107 M HD:<br />

Verwijder pinnen en ringen. Zie afb. 13.<br />

92/107 M: Til het achterdeel van het maaidek<br />

op, maak de vergrendeling los (12:L) en breng<br />

121 M naar beneden: Ontkoppel het achterdeel<br />

van het maaidek door de pinnen te verwijderen<br />

(7:I).<br />

6. Verwijder de beschermkap van de riem. Zie afb.<br />

5:E, 8 en 10. Het getal in de afbeelding geeft de<br />

sleutelmaat aan.<br />

7. Alleen 110/125 Combi Pro:<br />

Verwijder de riemgeleider (5:F).<br />

8. Neem de hendel van riemspanner in uw linkerhand.<br />

Trek aan de hendel en maak de riemspanner<br />

met uw rechterhand los van de riem. Zie afb.<br />

16.<br />

9. Haal de riem van de poelie.<br />

NEDERLANDS NL<br />

10.Pak het voorste deel van het maaidek vast en til<br />

het op. Til het voorste deel op tot het maaidak<br />

volledig verticaal staat en het achterdeel op de<br />

grond rust. Zie afb. 24.<br />

Zet de 110/125 Combi Pro in de werkstand zoals<br />

beschreven onder 3.1.<br />

Zet de 107 M HD in de werkstand zoals beschreven<br />

onder 3.2.<br />

Zet de 92/107 M in de werkstand zoals beschreven<br />

onder 3.3.<br />

Zet de 121 M in de werkstand zoals beschreven onder<br />

3.2.<br />

5.4 Reiniging<br />

Reinig de onderkant van het maaidek na elk gebruik.<br />

Zet het maaidek in de reinigingsstand.<br />

Reinig de onderkant van het maaidek grondig. Gebruik<br />

een hogedrukreiniger, schraper en/of borstel.<br />

Herstel lakbeschadigingen wanneer de oppervlakken<br />

volledig droog een schoon zijn. Gebruik duurzame<br />

gele verf die geschikt is voor gebruik<br />

buitenshuis en op metaal.<br />

5.5 Wielen<br />

110/125 Combi Pro is uitgerust met twee zelfsmerende<br />

verticale aandrijfassen (25:O).<br />

107 M HD is uitgerust met twee zelfsmerende verticale<br />

aandrijfassen (26:O) en twee zelfsmerende<br />

wielassen (26:N).<br />

De smeergaten moeten na 50 werkuren worden gesmeerd<br />

met universeel vet.<br />

5.6 Messen vervangen<br />

Draag bij het verwisselen van messen<br />

werkhandschoenen om te voorkomen<br />

dat u zich snijdt.<br />

Controleer altijd of de messen scherp zijn. Dan<br />

krijgt u het beste maairesultaat.<br />

Controleer de messen altijd als deze ergens tegen<br />

hebben gestoten. Als de messen zijn beschadigd,<br />

moeten de beschadigde onderdelen worden vervangen.<br />

Gebruik altijd originele reserveonderdelen.<br />

Niet-originele reserveonderdelen<br />

kunnen verwondingen veroorzaken,<br />

ook al passen ze in de machine.<br />

Het maaidek is voorzien van messen volgens de<br />

onderstaande alternatieven:<br />

• Afzonderlijke messen die worden vastgeschroefd<br />

op de mesbladen. Zie afb. 27.<br />

• Mes uit één stuk. Zie afb. 28-29.<br />

49


50<br />

NL<br />

5.6.1 Afzonderlijke messen<br />

De messen zijn vervangbaar. Bij het vervangen<br />

moeten beide messen op dezelfde messenblad<br />

worden vervangen om onbalans te voorkomen.<br />

Aanhaalmoment:<br />

Schroeven (27:P) – 24 Nm<br />

Bouten (27:Q) – 9,8 Nm<br />

Bij een botsing kunnen de bouten (27:Q) breken en<br />

de messen worden verbogen. Mocht dit gebeuren,<br />

plaats dan originele bouten en bevestig ze zoals<br />

hierboven is beschreven.<br />

5.6.2 Mes uit één stuk, afb. 28-29<br />

Het mes uit één stuk wordt vervangen als de randen<br />

zijn afgesleten.<br />

Plaats het nieuwe mes met de geponste tekst naar<br />

beneden gericht.<br />

Aanhaalmoment:<br />

110 Combi Pro 24 Nm<br />

125 Combi Pro 45 Nm<br />

5.7 Synchroniseren, messen<br />

De volgende maaidekken hebben gesynchroniseerde<br />

messen:<br />

• 92/107 M<br />

• 107 M HD<br />

• 121 M<br />

Als een van de messen een massief object (bijv.<br />

een steen) heeft geraakt, kan de aandrijfriem gaan<br />

slippen waardoor de synchronisatie negatief wordt<br />

beïnvloed. Hierdoor bestaat het risico dat de messen<br />

met elkaar gaan botsen.<br />

Messen zijn goed gesynchroniseerd als ze onder<br />

een hoek van 90° ten opzichte van elkaar staan. Zie<br />

afb. 30.<br />

Controleer de synchronisatie altijd na een botsing.<br />

Als u vermoedt dat de synchronisatie onjuist is,<br />

neem dan contact op met een erkende Stiga-servicewerkplaats<br />

om de reparatie te laten uitvoeren.<br />

De messen in de 110/125 Combi Pro roteren vrij<br />

van elkaar.<br />

5.8 Slijtagebescherming<br />

Onder het maaidek bevinden zich twee slijtagebeschermers<br />

ter bescherming van het maaidek. Deze<br />

kunnen worden vervangen.<br />

NEDERLANDS<br />

6 RESERVEONDERDELEN<br />

Originele <strong>STIGA</strong>-onderdelen en accessoires zijn<br />

speciaal ontworpen voor <strong>STIGA</strong>-machines. "Nietoriginele"<br />

onderdelen en accessoires zijn niet gecontroleerd<br />

of goedgekeurd door <strong>STIGA</strong>:<br />

Het gebruik van dergelijke onderdelen<br />

kan de werking en veiligheid van de<br />

machine aantasten. <strong>STIGA</strong> is niet verantwoordelijk<br />

voor schade of verwondingen<br />

die door dergelijke producten<br />

zijn veroorzaakt.<br />

7 ONTWERPREGISTRATIE<br />

Dit product of onderdelen van dit product valt/vallen<br />

onder de volgende ontwerpregistratie:<br />

Zweden: 66 166<br />

Duitsland: 499 11 740.9<br />

Frankrijk: 577 251-253, 577 439-443<br />

VSA: 435 564<br />

GGP behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande<br />

aankondiging wijzigingen in het product<br />

aan te brengen.


www.stiga.com<br />

GGP Sweden AB · Box 1006 · SE-573 28 TRANÅS

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!