22.07.2013 Views

Verslag - Vlaams Parlement

Verslag - Vlaams Parlement

Verslag - Vlaams Parlement

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

stuk<br />

ingediend op<br />

540 (2009-2010) – Nr. 1<br />

12 mei 2010 (2009-2010)<br />

Hoorzitting<br />

over technologische innovaties in de zorgsector<br />

<strong>Verslag</strong><br />

namens de Commissie voor Welzijn,<br />

Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid<br />

uitgebracht door mevrouw Lies Jans<br />

verzendcode:WEL


2 Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1<br />

Samenstelling van de commissie:<br />

Voorzitter: de heer Tom Dehaene.<br />

Vaste leden:<br />

de heer Tom Dehaene, de dames Cindy Franssen, Vera Jans, Katrien Schryvers;<br />

mevrouw Marijke Dillen, de heren Felix Strackx, Erik Tack;<br />

de heer Peter Gysbrechts, mevrouw Vera Van der Borght;<br />

de heer John Crombez, mevrouw Mia De Vits;<br />

de dames Lies Jans, Helga Stevens;<br />

mevrouw Patricia De Waele;<br />

mevrouw Mieke Vogels.<br />

Plaatsvervangers:<br />

de dames Sonja Claes, Griet Coppé, Kathleen Helsen, Tinne Rombouts;<br />

de dames Gerda Van Steenberge, Linda Vissers, de heer Wim Wienen;<br />

de dames Gwenny De Vroe, Lydia Peeters;<br />

mevrouw Güler Turan, de heer Bart Van Malderen;<br />

de dames Sophie De Wit, Danielle Godderis-T’Jonck;<br />

mevrouw Ulla Werbrouck;<br />

de heer Bart Caron.<br />

V l a a m s Pa r l e m e n t – 1011 B r u s s e l – 0 2 / 5 5 2 . 11 . 11 – w w w. v l a a m s p a r l e m e n t . b e


Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1 3<br />

INHOUD<br />

I. Uiteenzetting door de heer Remi De Brandt, directeur Informatica Nationaal<br />

Verbond van Socialistische Mutualiteiten.................................................... 5<br />

1. Context en uitgangspunten ..................................................................... 5<br />

2. Mogelijkheden ........................................................................................ 5<br />

3. Technologische implementaties ............................................................... 5<br />

4. Organisatorische aspecten ...................................................................... 6<br />

II. Uiteenzetting door mevrouw Marleen Vanhees, departementsdirecteur Zorg bij<br />

Landsbond der Christelijke Mutualiteiten ................................................... 7<br />

1. Uitgangspunten ...................................................................................... 7<br />

2. Context................................................................................................... 7<br />

3. Gebruikersnoden vertaald naar het huidige aanbod ............................... 7<br />

3.1. Personenalarmsystemen ................................................................... 7<br />

3.2. Persoonlijk alarmsysteem + ............................................................. 7<br />

3.3. Telecare ............................................................................................ 8<br />

3.4. Telemedicine .................................................................................... 8<br />

4. Hoe innovatie faciliteren? ....................................................................... 8<br />

5. Niet enkel innoverend in technologie ...................................................... 9<br />

6. Innovatieve projecten ondersteund door professionelen en een uitgebreid<br />

netwerk ................................................................................................... 9<br />

7. Vragen van de leden ................................................................................ 9<br />

III. Uiteenzetting door de heer Hans Delporte, Healthcare Business Development<br />

manager, Microsoft ..................................................................................... 12<br />

1. Uitdagingen in de zorgsector .................................................................. 12<br />

2. Van transactionele naar kennisgedreven zorg ......................................... 12<br />

3. De copernicaanse omwenteling .............................................................. 13<br />

4. Wat is HealthVault? ................................................................................ 13<br />

5. HealthVault designprincipes ................................................................... 13<br />

6. Houding van de burgers ......................................................................... 13<br />

7. Belangrijke vraagstukken op beleidsniveau ............................................. 14<br />

8. Vragen van de leden ................................................................................ 14<br />

IV. Uiteenzetting door de heer Roel Heijlen, <strong>Vlaams</strong> Patiëntenplatform (VPP) 16<br />

1. Inleiding ................................................................................................. 16<br />

2. Telegeneeskunde ..................................................................................... 16<br />

2.1. Aandacht voor de digitale kloof ...................................................... 17<br />

2.2. Geen dehumanisering van de zorg ................................................... 17<br />

2.3. Recht op kwaliteitsvolle zorg ........................................................... 17<br />

V L A A M S P A R L E M E N T


4 Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1<br />

2.4. Recht op betaalbare zorg ................................................................. 17<br />

2.5. (Keuze)vrijheid van de patiënt ......................................................... 17<br />

2.6. Bescherming van de persoonlijke levenssfeer ................................... 18<br />

2.7. Toegang tot betrouwbare en verstaanbare informatie ...................... 18<br />

2.8. Continuïteit van de zorg ................................................................... 18<br />

3. Nanogeneeskunde .................................................................................. 18<br />

3.1. Maatschappelijk debat ..................................................................... 19<br />

3.2. Veiligheid van de technologie ........................................................... 19<br />

3.3. Bescherming van de persoonlijke levenssfeer ................................... 19<br />

3.4. Keuzevrijheid van de patiënt ............................................................ 19<br />

4. Vragen van de leden ................................................................................ 20<br />

Gebruikte afkortingen ....................................................................................... 22<br />

V L A A M S P A R L E M E N T


Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1 5<br />

Op 20 april 2010 hield de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid<br />

een hoorzitting over technologische innovaties in de zorgsector. Gehoord werden de<br />

heer Remi De Brandt, directeur Informatica bij het Nationaal Verbond van Socialistische<br />

Mutualiteiten, mevrouw Marleen Vanhees, departementsdirecteur Zorg bij Landsbond<br />

der Christelijke Mutualiteiten, de heer Hans Delporte, Healthcare Business Development<br />

manager, Microsoft en de heer Roel Heijlen, <strong>Vlaams</strong> Patiëntenplatform.<br />

I. UITEENZETTING DOOR DE HEER REMI DE BRANDT, DIRECTEUR INFOR-<br />

MATICA NATIONAAL VERBOND VAN SOCIALISTISCHE MUTUALITEITEN<br />

1. Context en uitgangspunten<br />

De prognoses over de vergrijzing maken duidelijk dat er heel wat middelen nodig zullen<br />

zijn om de gevolgen ervan op te vangen. Het is daarenboven niet alleen zo dat de bevolking<br />

gemiddeld ouder wordt, er zullen ook meer ouderen zijn. Een tweede uitdaging is<br />

het behoud van de toegang tot de gezondheidssector met een stijging van het ‘out-of-thepocket-money’.<br />

De eigen bijdrage van de patiënt bedraagt momenteel al 21 percent. Een<br />

derde aspect is de beschikbaarheid van het gezondheidspersoneel. Een ander facet is het<br />

behoud van de kwaliteit van de dienstverlening, ook als er minder middelen zullen zijn.<br />

Bij technologische innovaties is kostenefficiëntie een belangrijk punt, maar dat betekent<br />

niet noodzakelijk kostenvermindering. Met dezelfde middelen zullen er meer diensten<br />

moeten worden aangeboden. Administratieve vereenvoudiging is zeker een streefdoel,<br />

maar mag niet leiden tot het opheffen van dienstverlening. De complexe regelgeving moet<br />

zo helder mogelijk worden georganiseerd zodat de gebruiker geen last heeft van de complexiteit.<br />

Reorganisatie van processen impliceert ‘change management’ voor alle actoren<br />

in de zorgsector. Het betekent ook een andere invulling van functies, taken en competenties.<br />

De methodologie wijzigt immers.<br />

Een laatste element is de geïntegreerde dienstverlening. Om de mogelijkheden optimaal te<br />

benutten is het nodig gebruik te maken van diensten die door derden ontwikkeld zijn, dus<br />

ook door andere beleidsniveaus, zoals het eHealth-platform.<br />

2. Mogelijkheden<br />

Technologische innovaties bieden heel wat mogelijkheden voor een geïntegreerde klant-<br />

aanpak, waarbij door middel van onder meer domotica de thuisverzorging en de thuisverpleging<br />

geoptimaliseerd kunnen worden. Er komt een verschuiving van rob naar<br />

‘homecare’, onder meer bedoeld om de kosten beter te beheersen. Via ‘videoconferencing’<br />

kunnen deskundigen in verschillende disciplines overleggen over een patiënt. Daardoor<br />

kunnen niet alleen de gewone artsen maar ook diegenen die de psychische toestand beoordelen,<br />

beter samenwerken. De technologische vernieuwingen mogen immers niet leiden<br />

tot vereenzaming.<br />

Technologische innovatie moet oog hebben voor de verschillende aspecten van het menszijn,<br />

zowel het ‘wellbeing’ en de preventie. Acute patiënten kunnen dankzij technologische<br />

middelen sneller uit een ziekenhuis ontslagen worden en op een evenwaardige manier<br />

gevolgd worden. Voor chronische patiënten zoals diabetici heeft de federale overheid de<br />

zorgtrajecten uitgewerkt. Een geïntegreerde aanpak vergt een goede wisselwerking tussen<br />

de verschillende overheidsniveaus.<br />

3. Technologische implementaties<br />

Bij de FOD Volksgezondheid en het RIZIV loopt een project over thuisverpleging:<br />

VINCA II-project. Daarbij wordt er een elektronisch zorgdossier gecreëerd. Een verpleegkundige<br />

kan dat dossier meenemen op een PDA, de elektronische identiteitskaart van de<br />

patiënt wordt gebruikt voor identificatie en facturatie.<br />

V L A A M S P A R L E M E N T


6 Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1<br />

In de thuishulp komt er een elektronisch thuishulpdossier. De <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap<br />

werkt daaraan in het VESTA-project. Voorts is een zorgplatform belangrijk. Dat zou<br />

trouwens iets hoger op de agenda mogen staan. Domotica behelst onder meer rookmelders,<br />

CO-melders, branddetectie, valdetectie, automatische deuropening.<br />

Videoconferencing is een ander aspect. De uitbreiding van de personenalarmeringsystemen<br />

(PAS) tot de PAS+-systemen moet sneller gaan. De nieuwe systemen bieden immers<br />

een belangrijke meerwaarde, ook bij telemonitoring, teleconsult, telegeneeskunde kunnen<br />

ze gebruikt worden. In het kader van het RIZIV-artikel 56 zijn er recent projecten goedgekeurd,<br />

waaronder verschillende voor telemonitoring.<br />

Een aantal technologische belemmeringen is weggevallen. Zo zijn de bandbreedtes ruimschoots<br />

voldoende om allerlei informatie op gelijk welk netwerk te distribueren. De ‘home<br />

gateways’ zijn verkrijgbaar, onder meer Fifthplay en Televic bieden dergelijke systemen<br />

aan. Ze zijn grotendeels gebaseerd op de PAS-systemen, maar kunnen ook bij de mensen<br />

thuis geïnstalleerd worden. Daarenboven hebben ze meer functies waarbij ze door ‘carecallcenters’<br />

kunnen worden opgeroepen. De communicatie van de home gateways met<br />

Eurocross en de PAS-systemen vertoont leemtes, zo is er in geval van rook- of branddetectie<br />

geen rechtstreeks beroep mogelijk op de civiele diensten. Niet alleen de technologie is<br />

belangrijk, ook de praktische implicaties zijn dat. Het komt erop aan geen valse verwachtingen<br />

te wekken bij de gebruikers.<br />

Er zijn voldoende informatie- en uitwisselingsplatformen. Het eHealth-platform is opgeleverd,<br />

e-Care wordt binnenkort opgeleverd bij het RIZIV. Hardware is beschikbaar: onder<br />

meer bloeddruktoestellen op afstand, suikermetingtoestellen op afstand en valdetectietoestellen.<br />

Uiteraard moet ook de software ervoor ontwikkeld worden, maar de markt is<br />

sterk aanwezig. Ontwikkelaars als Microsoft en Google zijn ermee bezig, zij het niet altijd<br />

met voldoende restricties voor privacy. Uiteraard zijn er investeringen nodig. De overgang<br />

naar een nieuw systeem zorgt altijd voor dubbele kosten. Dat betekent dat de ‘return on<br />

investment’ vrij hoog moet zijn om op termijn rendabel te worden.<br />

4. Organisatorische aspecten<br />

Om een organisatie te wijzigen, is ‘change management’ nodig. De werkwijze wordt<br />

immers omgegooid. Op termijn moeten de diensten altijd beschikbaar zijn. Dat heeft<br />

enorme invloed op de investeringen. De socialistische mutualiteit is vorig jaar overgestapt<br />

op twee volledig gesplitste datacenters, die binnen de 30 minuten opnieuw online moeten<br />

zijn. Carecallcenters zijn nodig voor telemonitoring. Het gewijzigd organisatiemodel<br />

heeft in ieder geval gevolgen voor de bezoldiging van prestaties. In een zorgtraject worden<br />

immers niet langer de prestaties maar het dossierbeheer betaald. Telemonitoring is niet<br />

geschikt voor elke pathologie in elk ziekenhuis, dat zou onbetaalbaar zijn. Het komt erop<br />

aan een generiek model uit te werken om met de minste kosten de meeste effectiviteit te<br />

bereiken.<br />

In een organisatie hebben nog andere projecten een belangrijke impact op de technologische<br />

innovatie van de zorgsector, bijvoorbeeld MyCareNet, het platform van alle mutualiteiten.<br />

Administratieve vereenvoudiging is in die projecten een sleutelbegrip. Ze stellen de<br />

ziekenhuizen in staat hun gegevens elektronisch aan de mutualiteiten te bezorgen.<br />

Recipe-e, het project voor een elektronisch voorschrift, is goedgekeurd. Over twee jaar<br />

moet Accenture-Belgacom een proefconcept klaar hebben om een voorschrift op elektronische<br />

wijze van de voorschrijver naar de apotheker te krijgen.<br />

Voorschriften vallend onder hoofdstuk vier, waarvoor een adviserend geneesheer van de<br />

mutualiteit toestemming moet geven, zullen tegen het einde van 2010 deels geautomatiseerd<br />

verlopen. In 75 percent van de gevallen volstaat trouwens een ja of neen van de<br />

mutualiteit. Eind september zullen de mutualiteiten zich over die uitwisseling buigen.<br />

V L A A M S P A R L E M E N T


Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1 7<br />

II. UITEENZETTING DOOR MEVROUW MARLEEN VANHEES, DEPARTE-<br />

MENTSDIRECTEUR ZORG BIJ LANDSBOND DER CHRISTELIJKE MUTUA-<br />

LITEITEN<br />

1. Uitgangspunten<br />

LCM onderschrijft het belang van kwalitatieve zorg, van betaalbare zorg, van toegankelijke<br />

zorg, met het oog op het zo lang als mogelijk thuis blijven wonen in zo optimaal<br />

mogelijke omstandigheden. Dit vergt een sterk cliëntgerichte aanpak, waarbij de meest<br />

kwetsbare leden, mensen met een zware zorgafhankelijkheid en sterke zelfredzaamheidbeperkingen,<br />

centraal staan. De technologie is enkel het medium, de doelgroep staat centraal.<br />

2. Context<br />

De zorgnoden nemen snel toe, terwijl er schaarste is aan arbeidskrachten in zorgberoepen.<br />

Voorts is er een zeer snel evoluerend en steeds uitgebreider technologisch aanbod. LCM<br />

ziet een toenemend risico op ‘missing links’ tussen de doelgroep en het medium. LCM<br />

probeert er bij elke technologische vernieuwing op toe te zien dat het aanbod voldoende<br />

afgestemd is op de behoeften, op de mogelijkheden maar ook op de beperkingen van de<br />

doelgroep.<br />

Vooraleer een technologie te implementeren in een cliëntsysteem of in een thuissituatie,<br />

is een zorgvuldige screening van cliëntsituaties en het systeem noodzakelijk. Er moet voldoende<br />

aandacht besteed worden aan de begeleiding van cliënt en mantelzorger bij aanwending<br />

van hulpmiddelen en technologie.<br />

3. Gebruikersnoden vertaald naar het huidige aanbod<br />

Het PAS-systeem biedt vooral een permanent toezicht van mensen die niet alleen kunnen<br />

blijven. Dat blijft de basis, heel wat cliënten hebben voldoende aan zo’n systeem en<br />

adequate zorgbegeleiding. Het uitgebreidere PAS+ geeft een aantal extra mogelijkheden<br />

vooral op het vlak van de veiligheid. Beide systemen volstaan voor een groot deel van de<br />

cliënten.<br />

Het Telecare-aanbod is uitgebreider. Telemedicine heeft ook betrekking op de gezondheidsmonitoring,<br />

maar valt onder het federale beleidsniveau. Voorts zijn er nog andere<br />

aspecten in de zorg die aan belang winnen.<br />

3.1. Personenalarmsystemen<br />

LCM maakt gebruik van twee alarmcentrales voor het PAS: Eurocross en Wit-Gele Kruis.<br />

Tussen 2007 en 2009 is het aantal aansluitingen op een persoonlijk alarm gestegen van<br />

15.690 tot 22.330. De vraag blijft mede door de ruimere bekendheid en de grotere vertrouwdheid<br />

van de gebruikers ermee, stijgen.<br />

3.2. Persoonlijk alarmsysteem +<br />

Het klassieke PAS is een actieve personenalarmering: de zorgbehoevende persoon kan<br />

iemand via een drukknop waarschuwen. PAS+ betekende in 2008 een innovatie in sociale<br />

alarmering met een overschakeling van actieve naar passieve alarmering. Het systeem<br />

registreert automatisch rook, CO, inactiviteit of vallen. Het systeem is gekoppeld aan een<br />

personenalarmsysteem waardoor de alarmcentrale meteen kan ingrijpen bij signaaldetectie.<br />

Passieve alarmering moet echter volledige zekerheid bieden dat er gevolg gegeven<br />

wordt aan de signalen. Het feit dat protocollaire afspraken met de civiele diensten ontbreken,<br />

hypothekeert het veiligheidsgevoel dat wij onze zorgbehoevende leden zouden kunnen<br />

aanbieden.<br />

V L A A M S P A R L E M E N T


8 Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1<br />

3.3. Telecare<br />

Een verregaande vorm is de telezorg, waarbij de afstand wordt overbrugd door gebruik<br />

van informatietechnologie, telecommunicatie of ICT. Telecare is het permanent, automatisch<br />

en op afstand monitoren van realtimesituaties en veranderingen van levensstijl van<br />

gebruikers met als doel risico’s te beheersen die samenhangen met het zelfstandig wonen.<br />

Telecare omvat het plaatsen van intelligente sensoren in de woning om risico’s zowel eigen<br />

aan de woning (rook, CO enzovoort) als aan de gebruiker (val, epilepsie, dwalen enzovoort)<br />

te monitoren. Dus naast de detectiesystemen van PAS+ zijn er ook deurmat-, stoel-<br />

en bedsensoren. De hele woning, maar vooral bepaalde kamers waar de risico’s groter<br />

zijn, bijvoorbeeld de badkamer en slaapkamer, worden gemonitord. Er wordt nagegaan<br />

waar de risico’s van de woning zich bevinden, het aanbod wordt daaraan aangepast.<br />

3.4. Telemedicine<br />

Telemedicine is een zorgproces waarbij afstand wordt overbrugd door gebruik van informatietechnologie,<br />

telecommunicatie of ICT. Er zijn ten minste twee actoren betrokken,<br />

waarvan er minimaal één erkend zorgverstrekker is. Telemedicine omvat klinische, preventieve,<br />

diagnostische en therapeutische diensten en behandelingen, het monitoren van<br />

patiënten op medisch vlak, gepersonaliseerd ‘disease management’, revalidatiediensten en<br />

patiëntenvoorlichting en -educatie.<br />

LCM ziet een belangrijke rol weggelegd voor de mutualiteiten in het participeren of<br />

zelf initiëren van telemonitoringprojecten. Zij hebben immers een goede kennis van de<br />

doelgroep, de chronische zieken. Zij kunnen een bijdrage leveren tot het inpassen van de<br />

technologie in de zorgtrajecten of alternatieve zorg voor kwetsbare personen. De mutualiteiten<br />

zijn al actief op vlak van educatie, preventie, informatie en adviesverlening. De<br />

mutualiteiten willen de telegeneeskunde en -monitoring op relatief korte termijn opzetten<br />

in samenwerking met de traditionele eerstelijnspartners, voornamelijk de huisarts en<br />

de verpleegkundige. Een belangrijke troef is de ervaring in en de samenwerking met de<br />

alarmcentrales. De omvorming van alarmcentrales tot zorgcentrales of callcenters heeft<br />

gevolgen voor de kwalificaties van het personeel. De infrastructuur bestaat echter al, en<br />

biedt de mogelijkheid om de telemonitoring er verder op te enten. Het moet worden geïntegreerd<br />

in een totaalpakket waarbij de basiswelzijnsalarmering een belangrijke schakel<br />

blijft.<br />

4. Hoe innovatie faciliteren?<br />

De technologie evolueert zeer snel. LCM krijgt heel vaak de vraag van aanbieders om<br />

bepaalde producten te testen. Het is nodig om keuzes te maken. LCM baseert die keuzes<br />

op zijn ervaring en gaat na of de aanbieder vertrekt van de zorgbehoeften en bereid is om<br />

zijn product af te stemmen op de gebruikers. PAS en PAS+ zijn structureel verankerd.<br />

Zaken als Telecare en Telemedicine zijn vaak nog experimenteel of projectmatig. LCM<br />

neemt deel aan <strong>Vlaams</strong>e, Belgische en Europese projecten.<br />

Het AAL-project Rosetta is een Europees samenwerkingsproject. Het betreft een geheel<br />

van bewegingssensoren, deurcontacten, bed- en stoelsensoren en camera’s in combinatie<br />

met het personenalarmsysteem waardoor actieve en passieve alarmering mogelijk worden.<br />

De doelgroep zijn beginnend dementerenden die nog thuis wonen met partner. LCM probeert<br />

in dat project vooral de belangen van de gebruiker te belichten.<br />

Voorts zijn er projecten die focussen op beeldcommunicatie. Zo is er het Europese samenwerkingsproject<br />

Attentianet-Leader waarbij de beeldcommunicatie tussen ouderen onderling<br />

wordt uitgetest teneinde het sociale netwerk te handhaven en/of uit te breiden. Het<br />

betreft een technologisch geheel waarbij communicatie via het tv-scherm of beeldtelefoon<br />

mogelijk wordt gemaakt. De doelgroep zijn alleenwonende ouderen of ouderen met partner.<br />

Ook in dit project test LCM de gebruikersvoorwaarden, de vaardigheden nodig om te<br />

kunnen gebruikmaken van de technologie.<br />

V L A A M S P A R L E M E N T


Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1 9<br />

Home Sweet Home Antwerpen is een uniek project dat ervoor zorgt dat senioren langer<br />

zelfstandig thuis kunnen wonen via thuiszorgtechnologie. Dankzij allerlei technische<br />

snufjes zoals een gsm met een ingebouwde gps en valsensor (track en trace) worden de<br />

senioren gevolgd in hun eigen huis door medici en medewerkers uit de sociale sector. Als<br />

hen iets overkomt, kunnen mensen van buitenaf onmiddellijk tot actie overgaan. Specifiek<br />

voor het project is dat ouderen via de computer oefeningen krijgen om hun cognitieve<br />

functies te trainen. De Belgische partners van dit project zijn het Zorgbedrijf Antwerpen,<br />

Digipolis, ZNA, De Voorzorg Antwerpen, Christelijke Mutualiteit Antwerpen, het Sint-<br />

Franciscusziekenhuis en HIM.<br />

Vrijwilligers zijn een troef, ook voor de mutualiteit. Zij zijn van onschatbare waarde voor<br />

beeldcommunicatieprojecten om het sociaal contact te verbeteren. Daarmee moet rekening<br />

worden gehouden, zowel in het interne organisatiebeleid alsook in het <strong>Vlaams</strong>e of<br />

federale welzijns- en gezondheidsbeleid.<br />

5. Niet enkel innoverend in technologie<br />

Door de technologische ontwikkelingen winnen ook andere elementen aan belang. De<br />

hulpmiddelen in de ouderenzorg bieden steeds meer mogelijkheden, maar de financiële<br />

toegankelijkheid ervan blijft vaak een probleem. De mutualiteit tracht haar verantwoordelijkheid<br />

te nemen, maar pleit voor een bijdrage van de overheid.<br />

Voorts winnen ook woningaanpassingen, en ergotherapeutisch advies en begeleiding<br />

aan belang. De vraag daarnaar neemt aanzienlijk toe en het is niet evident om daar met<br />

bestaande mankracht aan tegemoet te komen. LCM wenst als medebeheerder van een<br />

alarmcentrale ook mee te denken aan de nieuwe rol van zorgcentrale.<br />

6. Innovatieve projecten ondersteund door professionelen en een uitgebreid netwerk<br />

Voor de implementatie van technologie is een netwerk van diensten nodig die zich niet<br />

alleen richten tot de cliënt of de gebruiker zelf, maar zeker ook tot de mantelzorgers en<br />

familieleden. De samenwerking met de mantelzorgverenigingen lijkt een belangrijk pluspunt.<br />

Voorts is het belangrijk om lokaal aanwezig te zijn en te kunnen terugvallen op professionelen<br />

en vrijwilligers, die kunnen de implementatie van de technologie gemakkelijker<br />

maken voor de cliënt en het cliëntsysteem.<br />

LCM wil een voorganger zijn in de dialoog met de overheid zodat op een kwalitatieve en<br />

toegankelijke wijze de financiële middelen vrijgemaakt worden voor structurele technologische<br />

vernieuwingen. De technologie evolueert snel, maar het zou jammer zijn als de<br />

gezondheidszorg de trein zou missen. Samen met tal van andere actoren wil LCM daartoe<br />

bijdragen.<br />

7. Vragen van de leden<br />

Mevrouw Lies Jans: Voor de <strong>Vlaams</strong>e Regering is efficiëntiewinst een sleutelbegrip. De<br />

heer De Brandt zegt dat kostenefficiëntie niet altijd kostenvermindering is. Is kostenbeperking<br />

een uitgangspunt of een bijkomstigheid van de technologische vernieuwing?<br />

De vooruitzichten van de technologische vernieuwing in de zorgsector zijn positief. Wat<br />

kan het proces eventueel vertragen? Zijn er knelpunten?<br />

LCM legt sterk de nadruk op de patiënten. In ouderenzorg is het moeilijk het personeel<br />

warm te maken voor vernieuwende projecten, maar de patiënt is nog moeilijker te motiveren.<br />

Gaat de technologische innovatie niet sneller dan de motivatie?<br />

Zijn er cijfers beschikbaar over het PAS+-systeem? Is de stijging van het aantal gebruikers<br />

daar ook zo spectaculair als bij PAS? Hoe werkt een alarmcentrale?<br />

V L A A M S P A R L E M E N T


10 Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1<br />

Is Telecare nog altijd beperkt tot proefprojecten? Hoe zijn de ervaringen ermee? Is er over<br />

Telemedicine al overlegd met de artsen en met de eerstelijnsdiensten?<br />

De heer John Crombez: De middelen zijn beperkt, zeker in de zorgsector. Hoe kan het systeem<br />

zorgen voor meer efficiëntie waardoor middelen voor andere doelen kunnen worden<br />

aangewend? Kostenbeperkend werken betekent niet dat er minder middelen nodig zijn<br />

voor de sector. Onnodige of onnuttige kosten moeten vermeden worden omdat de totale<br />

middelen zullen moeten groeien. In hoeverre kunnen de organisaties de systemen efficiënt<br />

gebruiken om verbeteringen te monitoren? Het is bijna een zelfregulerend systeem om aan<br />

de hand van de vernieuwingen op zoek te gaan naar efficiëntieverbeteringen.<br />

In hoeverre is er een drempel om de technologie bij de mensen thuis te krijgen? De eenvoudigere<br />

toepassingen zoals waarschuwing met een druk op de knop, de installatie van<br />

sensoren en het contact met de callcenters lijken haalbaar. Maar het gaat over veel meer.<br />

In hoeverre worden alle verschillende zorginitiatieven op elkaar afgestemd? Als meer mensen<br />

langer thuis kunnen blijven, heeft dat gevolgen voor de kosten, maar ook voor het<br />

zorglandschap. Houden de lokale overheden rekening met de nieuwe technologie bij het<br />

bouwen van serviceflats of woonzorgcentra? Het is immers goedkoper om de nieuwe technologie<br />

van bij de bouwfase te implementeren dan ze later te installeren.<br />

De heer Remi De Brandt: Het eerste doel van nieuwe technologie is uiteraard niet de kosten<br />

te reduceren. Het is de bedoeling om met dezelfde financiële en personele middelen<br />

meer en betere dienstverlening aan te bieden. De organisaties worden deels onder druk<br />

gezet. De federale overheid is met Recipe-e gestart. Over een vijftal jaren zullen patiënten<br />

geen bewijs voor de mutualiteit meer krijgen, de mutualiteiten zullen niet langer kosten<br />

terugbetalen. Dat betekent een aanzienlijke vermindering van hun werk. Ze zijn dus verplicht<br />

naar alternatieve markten uit te kijken. Ze zoeken naar een andere rol in de gezondheidszorg.<br />

Het zou onverstandig zijn om componenten die al bestaan op een ander beleidsniveau<br />

opnieuw te ontwikkelen. De FOD Volksgezondheid beschikt over een authentieke bron,<br />

een database van alle zorgverstrekkers. Het eHealth-platform biedt dit gratis aan en maakt<br />

het mogelijk alle artsen en verpleegkundigen elektronisch te identificeren. KMEHR-taal is<br />

een XML-taal, ontwikkeld op het federale niveau om een juiste semantiek te krijgen van<br />

de pathologie. Die standaard kan op andere niveaus gebruikt worden, bijvoorbeeld voor<br />

het verpleegdossier. De Katz- en de BEL-schaal worden op het federale maar ook op het<br />

<strong>Vlaams</strong>e niveau gebruikt. Technologische vooruitgang op zich is geen doel, technologie is<br />

een middel om een meerwaarde te realiseren voor de maatschappij.<br />

Lokale overheden moeten inderdaad een rol spelen, onder meer bij het detecteren van<br />

behoeften. Ze zijn echter financieel niet in staat om aan al die behoeften tegemoet te<br />

komen. Daarom blijven uitwisselingsplatformen en organisaties die de infrastructuur aanbieden,<br />

nodig.<br />

Mevrouw Marleen Vanhees: Patiënten, hun familie en personeel warm maken voor technologische<br />

vernieuwingen is een permanent aandachtspunt. Elke wijziging in het aanbod<br />

wordt vooraf gegaan door een vorming van alle betrokken medewerkers, van alle regionale<br />

ziekenfondsen en op alle niveaus. Wie in de thuiszorgwinkel advies verleent, krijgt<br />

vorming. Maatschappelijke assistenten van de sociale diensten ook. Net zoals de coördinator<br />

van het thuiszorgcentrum of het regionale dienstencentrum.<br />

Een eerste stap is immers dat de zorgverleners achter de vernieuwing staan. Heel wat<br />

toepassingen beogen het verhogen van het veiligheidsgevoel. Als mensen voelen dat de<br />

hulpverleners er geen vertrouwen in hebben, of onvoldoende op de hoogte zijn van de<br />

mogelijkheden, is dat een belangrijke hinderpaal om een aanbod in overweging te nemen.<br />

V L A A M S P A R L E M E N T


Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1 11<br />

Het veronderstelt een investering op alle niveaus en in de samenwerking met een aantal<br />

partners. Partnerorganisaties in thuisverpleging en gezinszorg brengen de mutualiteit op<br />

de hoogte van eventuele aarzelingen van gebruikers zodat LCM daar rekening mee kan<br />

houden. Zo zijn er geregeld valse meldingen van PAS-toestellen omdat gebruikers willen<br />

testen of het toestel nog werkt. Dat bewijst dat vertrouwen een belangrijke voorwaarde is<br />

waarin blijvend geïnvesteerd moet worden.<br />

PAS+ is pas in de loop van 2008 gestart. De cijfers voor 2009 zijn nog niet beschikbaar.<br />

Wel is duidelijk dat er grote regionale verschillen zijn. In Oost-Vlaanderen zijn er al veel<br />

meer PAS+-toestellen dan in West-Vlaanderen. Het aanbod is echter in heel Vlaanderen<br />

beschikbaar, LCM promoot het als ze van oordeel is dat het aansluit op de behoeften<br />

van een bepaalde cliënt. Een rem is wel dat er nog betere protocollaire afspraken moeten<br />

komen voor interventie. Dat vergt overleg met alle beleidsterreinen. Bij actieve alarmering<br />

is de patiënt nog bij bewustzijn. Maar als er geen beweging meer is of als er rook<br />

gemeld wordt, is een totaal ander type interventie nodig. De urgentie is groter want het<br />

risico bestaat dat het leven van de cliënt in gevaar is. Er zijn garanties nodig dat er snel<br />

ingegrepen wordt. De applicatie wordt vooral toegepast als er naast de urgentiediensten<br />

voldoende mensen zijn die kunnen interveniëren.<br />

De permanente alarmcentrale is voornamelijk gericht op PAS en PAS+, en functioneert<br />

op basis van een cascadesysteem. De alarmcentrale heeft van elke aangeslotene een logboek<br />

met welke personen in welke volgorde verwittigd moeten worden. Bij een melding<br />

raadpleegt men het logboek, neemt contact op met de juiste personen, maar probeert men<br />

altijd eerst een spreekluisterverbinding te maken met de cliënt zelf. Bedoeling is na te gaan<br />

wat het probleem is en vast te stellen of het geen loos alarm is. Als het de bedoeling is dat<br />

dergelijke centrales de gezondheidstoestand van cliënten monitoren, moeten ze bemand<br />

worden met een zorgverstrekker.<br />

Op het vlak van Telecare lopen vooralsnog enkel proefprojecten. Het is nog niet beslist<br />

om voor heel Vlaanderen bepaalde types van technologie in het aanbod op te nemen. Het<br />

AAL-project Rosetta loopt bijvoorbeeld nog tot 2013. Pas daarna zal er voldoende kennis<br />

verzameld zijn voor een veralgemeende implementatie. Er zijn immers heel wat meer facetten<br />

dan enkel de technologie.<br />

Recent is er een aantal federale initiatieven genomen voor Telemedecine. Ook in het kader<br />

van de zorgvernieuwingsprojecten protocol III zijn er Telemedecine-toepassingen. Ook op<br />

dat vlak is de experimentele fase nog niet afgelopen, het gaat dan niet over de technologie<br />

maar over een integraal zorgconcept en de implementatie ervan. Voorts zijn er ook aspecten<br />

van betaalbaarheid.<br />

Ook ik denk niet dat er veel kosten bespaard zullen worden. Heel wat toepassingen, vooral<br />

in PAS+ en Telecare, vervangen immers niet zozeer professionele inzet maar zijn eerder<br />

een bijkomende ondersteuning of een vervanging van de mantelzorg, vooral in gevallen<br />

dat permanent toezicht nodig is. Voor Telemedicine durf ik dat niet zo stellig te beweren,<br />

maar dat moet zeker nog verder onderzocht worden.<br />

De heer John Crombez: Er is een verschil tussen de kostenreductie van technologische vernieuwingen<br />

en wat er met de totale budgetten gebeurt. De budgetten voor gezondheidszorg<br />

zullen en moeten stijgen, maar dat betekent niet dat kosten op bepaalde vlakken niet<br />

gedrukt kunnen worden. Op welke manier kunnen de technologieën ingevoerd worden<br />

zodat de kosten bijna automatisch dalen?<br />

Ik begrijp dat de integratie van verschillende initiatieven nog pril is. De coördinatie moet<br />

beter.<br />

V L A A M S P A R L E M E N T


12 Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1<br />

De heer Remi De Brandt: Het is niet de bedoeling dat mutualiteiten serviceflats bouwen, ze<br />

zijn dienstenaanbieders, geen bouwondernemingen.<br />

De heer John Crombez: Dat begrijp ik, maar het gaat ook niet op dat de verschillende<br />

investeringen naast elkaar gebeuren zonder coördinatie. Het gaat immers om belangrijke<br />

investeringen, zowel in infrastructuur als in technologie.<br />

De heer Remi De Brandt: Het is net de taak van de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap om erover<br />

te waken dat de juiste investering op de juiste plaats en met de juiste financieringsbron<br />

gebeurt. Anders dreigt verspilling wegens overlapping.<br />

Mevrouw Marleen Vanhees: Misschien kan het Instituut voor Wetenschap en Technologie<br />

of het Instituut voor BreedBandTechnologie daarin een rol spelen. De zorgvoorzieningen<br />

nemen heel wat initiatieven, maar een betere coördinatie is nodig.<br />

III. UITEENZETTING DOOR DE HEER HANS DELPORTE, HEALTHCARE<br />

BUSINESS DEVELOPMENT MANAGER, MICROSOFT<br />

1. Uitdagingen in de zorgsector<br />

Ik wil spreken vanuit de ervaringen opgedaan in de lopende besprekingen om een technologisch<br />

innovatief platform te introduceren in België, dat inspeelt op de problematiek<br />

zoals die vandaag wordt behandeld.<br />

Microsoft krijgt heel wat vragen van zorgverstrekkers, overheden en andere spelers. Heel<br />

wat van die vragen kan Microsoft niet beantwoorden. Het is enkel een technologieleverancier<br />

die tracht een technologisch innovatief platform aan te bieden om met de uitdagingen<br />

om te gaan. Die uitdagingen zijn algemeen en gelden ook voor andere landen.<br />

De technologische mogelijkheden maken een verandering van het beleid nodig. De technologische<br />

vooruitgang staat slechts aan het begin. Bedrijven als Microsoft plannen technologische<br />

ontwikkelingen op een termijn van tien tot twintig jaar. De kracht van chips<br />

en pc’s zal in die periode aanzienlijk toenemen. Dat geldt evenzeer voor de kracht en de<br />

mogelijkheid van allerhande toestellen om gegevens op te slaan en door te sturen, ook<br />

draadloos. Het zal mogelijk worden om op elke plaats op een continue manier gegevens<br />

door te sturen. Daarvoor lopen er heel wat proefprojecten, onder meer in India, waar<br />

lichaamssensoren gegevens over dertig kilometer afstand doorsturen. Dergelijke systemen<br />

zullen binnenkort ook in België geïntroduceerd worden. De beperkingen van de autonomie<br />

van batterijen zullen allicht binnen een aantal jaren volledig verdwijnen.<br />

Op het vlak van sensoren hebben we het begin nog niet gezien. ‘Body area networks’ zijn<br />

toestellen of sensoren gedragen op het lichaam. Het menselijke lichaam wordt dan als het<br />

ware een netwerk. Het lijkt wat op sciencefiction, maar facetten als privacy en veiligheid<br />

hebben een vertaling op beleidsmatig niveau nodig.<br />

2. Van transactionele naar kennisgedreven zorg<br />

Microsoft ontwikkelde een educatieve video voor overheden en universiteiten, als inspiratiebron<br />

voor langetermijnbeleid of educatieve doelstellingen. De video is terug te vinden<br />

op de website van Microsoft. De belangrijkste aspecten zijn de verandering van een transactiegedreven<br />

naar kennisgedreven zorg. Heel veel innovatieve projecten beperken zich tot<br />

het uitwisselen van informatie: het doorsturen van facturen, medische dossiers enzovoort.<br />

De kennisgedreven zorg maakt meer en meer opgang: de interactie tussen patiënt, mantelzorger,<br />

huisarts, specialist enzovoort. De zorgpaden zijn een eerste stap naar de kennisgedreven<br />

zorg.<br />

V L A A M S P A R L E M E N T


Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1 13<br />

3. De copernicaanse omwenteling<br />

Momenteel wordt overwogen om HealthVault in België te introduceren. In de traditionele<br />

gezondheidszorg staan niet de burger centraal, maar de faciliteiten, de overheid, de<br />

mutualiteiten, de zorgverstrekkers. De burger moet zich schikken naar de organisatie van<br />

de gezondheidszorg.<br />

Microsoft beantwoordt aan een algemene wereldwijde tendens waarin de patiënt centraal<br />

komt te staan. Dat lijkt evident, veel zorgverstrekkers hebben er de mond van vol. Iedereen<br />

probeert zogezegd patiëntcentrisch te werken, maar het blijft voor de patiënt of zijn<br />

familie heel moeilijk om een algemeen overzicht te krijgen van alles wat te maken heeft<br />

met de gezondheid. De gezondheid wordt immers beheerd vanuit het huis. Heel wat initiatieven<br />

capteren informatie en slaan die op, maar voor de burger blijft het moeilijk om een<br />

algemeen overzicht te krijgen van alles wat te maken heeft met gezondheid in de breedste<br />

zin van het woord. Het gaat dan zowel over preventie, acute en chronische zorg, wellness,<br />

fitness enzovoort.<br />

4. Wat is HealthVault?<br />

HealthVault is een software en webservice healthplatform dat het voor burgers mogelijk<br />

maakt om gezondheidsgegevens op te slaan en te delen over diverse toepassingen en toestellen.<br />

Het is niet te verwarren met initiatieven van de zorgverstrekkers en overheden die<br />

tot doel hebben gegevens te integreren en te delen, maar vooral tussen de zorgverstrekkers.<br />

De patiënt blijft meestal in de kou staan. Die kan moeilijk een overzicht krijgen van zijn<br />

eigen gezondheid en die van zijn gezinsleden. Ook mantelzorgers krijgen geen zicht op de<br />

gezondheid van diegene voor wie ze zorgen.<br />

Ingaan op alle technische details zou ons te ver leiden. In de VS is er bijvoorbeeld al een<br />

toepassing die toegespitst is op chronische ziekten. Het is de bedoeling die ook in België<br />

te introduceren. Een patiënt kan een behandeling krijgen, gegevens uitwisselen met de<br />

arts met behulp van de pc, de televisie en andere toestellen zoals een bloeddrukmeter. Een<br />

patiënt kan ook van op afstand begeleid worden door een virtuele coach.<br />

Momenteel zijn er ongeveer 130 toepassingen voor een dergelijk platform. Bij de introductie<br />

van het platform in België opent dit de mogelijkheid om de toepassing te laten gelden<br />

voor ziekenhuisopnames, opvolging na opnames, ‘chronic disease management’, ‘remote<br />

monitoring’, wellness, telemedicine, medicatiebeheer, labo- en testresultaten, gewichtscontrole,<br />

zangerschap, gezond en fit blijven. Er zijn honderden mogelijkheden en het platform<br />

maakt een geïntegreerde aanpak ervan mogelijk. Het platform is bedoeld voor de patiënt<br />

en niet voor de overheid of de zorgverstrekkers. Hij kan de gezondheidsinformatie van<br />

zichzelf en de personen voor wie hij verantwoordelijk is ermee beheren.<br />

5. HealthVault designprincipes<br />

Privacy en veiligheid zijn cruciaal. Er worden immers heel veel gegevens van de patiënt<br />

verzameld, vaak zonder dat hij dat weet. De gegevens worden draadloos doorgestuurd.<br />

Microsoft wil de privacy respecteren. De eerste aanspreekpunten voor de introductie van<br />

HealthVault in België zijn dan ook de privacycommissie en de Europese Commissie.<br />

Bij de introductie van dergelijke platformen is het belangrijk om de industriële standaarden<br />

te respecteren. De beleidsniveaus hebben daarin een belangrijke rol te spelen.<br />

6. Houding van de burgers<br />

In de maanden januari, februari en maart 2010 heeft Microsoft samen met de Karel de<br />

Grote-Hogeschool een enquête gehouden in België. Daaruit blijkt dat 45 percent een digitaal<br />

medisch dossier wil om het zelf bij te houden, en 50 percent om het bij de dokter te<br />

V L A A M S P A R L E M E N T


14 Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1<br />

laten. Bijna niemand wil het dossier toevertrouwen aan de overheid. Een kwart van de<br />

ondervraagden is bereid te betalen voor een deel van de kosten van een digitaal medisch<br />

dossier. Vooral het digitaal bijhouden van de gegevens van Kind en Gezin scoort hoog.<br />

7. Belangrijke vraagstukken op beleidsniveau<br />

Belangrijke beleidsvraagstukken kunnen de technologieleveranciers niet of zeker niet<br />

alleen beantwoorden. Hoe zullen bijvoorbeeld concepten als aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid<br />

evolueren? Zullen sociaal-maatschappelijke uitdagingen de mogelijkheid<br />

beperken om het volledige potentieel uit technologische innovaties te halen? Microsoft<br />

is zich bewust van de mogelijkheden van de technologische innovaties, maar die moeten<br />

passen in een sociaal-maatschappelijke context. Is het financieringsmodel van de gezondheidszorg<br />

aangepast om dergelijke technologische innovaties te bekostigen? Heel wat<br />

mooie projecten worden afgeremd door financiële beperkingen. De overheden spelen de<br />

bal immers naar elkaar door.<br />

Een belangrijke beleidskwestie zijn de aspecten rond privacy, veiligheid en identiteit. De<br />

persoonlijke levenssfeer moet zeker beschermd worden, maar het mag geen excuus zijn om<br />

niet te innoveren. Een andere vraag is in welke mate het beleid de snelheid van technologische<br />

innovatie zal kunnen volgen. Welke competenties zijn nodig om economisch productief<br />

te zijn of te blijven? Het gaat dan niet alleen over de technologische competenties<br />

maar ook over de competenties voor projecten of andere. Bemiddelen of onderhandelen<br />

met actoren vergt gigantisch veel tijd en energie. De tijd die vooraf gaat aan de introductie<br />

van een platform is intensiever en moeilijker dan de effectieve implementatie.<br />

De gezondheidszorg is allesomvattend en complex. Geen enkele organisatie, instelling of<br />

bedrijf kan alleen een oplossing aanbieden. We staan aan het begin van een lange reis.<br />

Microsoft doet heel wat inspanningen om de diverse actoren bij elkaar te brengen. Er<br />

zijn heel wat werk- en discussiegroepen die nadenken over de introductie van dergelijke<br />

technologieën. Een goed voorbeeld is het Microsoft Innovatiecentrum in Mons. Dat is een<br />

publiek-privaat samenwerkingsverband waarbij de diverse actoren in de gezondheidszorg<br />

en de industriële partners, samen met kleine startende ondernemingen innovatieve projecten<br />

lanceren. De rol van dergelijk innovatiecentrum is onder andere de investeringen te<br />

aligneren of op zijn minst alle actoren op de hoogte te brengen van alle projecten om te<br />

vermijden dat er dubbele investeringen gebeuren, dat zaken twee keer ontwikkeld worden.<br />

8. Vragen van de leden<br />

De heer John Crombez: HealthVault is bijzonder interessant. Het is een platform dat in<br />

eerste instantie ten dienste staat van de patiënt. Gezondheidsgegevens opslaan kan ook<br />

een enorme toegevoegde waarde betekenen voor de efficiëntie en de kwaliteit van de zorg<br />

zelf. Een volledig medisch dossier heeft immers ook waarde voor de zorgverstrekkers.<br />

Houden de ontwikkelaars van het platform ook rekening met de mogelijkheden voor de<br />

zorgverstrekkers?<br />

Hoe meer gegevens er in kaart gebracht worden, hoe meer ook andere aspecten in het<br />

gedrang komen, de verzekerbaarheid van bepaalde personen bijvoorbeeld. Wordt er continu<br />

overlegd met organen als de privacycommissie? De ontwikkeling van de technologie<br />

en de producten gaat immers voortdurend verder.<br />

Zorgen pps-constructies ervoor dat bedrijven als Microsoft ook denken aan investeringen<br />

in onderzoek en ontwikkeling in andere gebieden dan de projecten?<br />

De heer Hans Delporte: HeatlhVault is bedoeld voor de patiënt zelf, hij beslist welke gegevens<br />

er in komen of met wie hij die deelt. Het vervangt niet het globaal medisch dossier<br />

dat de huisarts bijhoudt, maar is er eerder complementair aan. Via HealthVault kan een<br />

patiënt gegevens op het eHealth-platform doorsturen naar zorgverstrekkers. HealthVault<br />

is geen toepassing van zorgverstrekkers.<br />

V L A A M S P A R L E M E N T


Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1 15<br />

Privacy moet voortdurend in het oog worden gehouden, de technologie evolueert continu.<br />

Uiteraard is het van belang dat de dialoog over de bescherming van de persoonlijke<br />

levenssfeer ook op continue basis gebeurt. Technologieleveranciers kunnen zich geen<br />

enkele fout op het vlak van de privacy veroorloven.<br />

Microsoft investeert enorm veel in onderzoek en ontwikkeling voor de gezondheidszorg,<br />

maar dat gebeurt op wereldschaal. Microsoft doet geen onderzoek en ontwikkeling op<br />

lokaal niveau maar ondersteunt wel lokale bedrijven om innovatieve oplossingen te ontwikkelen.<br />

Dat gebeurt in Mons, waar er een pps opgericht is tussen Microsoft, de Waalse<br />

overheid en enkele andere industriële partners om het lokale kleine bedrijven mogelijk te<br />

maken onderzoek en ontwikkeling te doen, of projecten te implementeren. Er zijn al een<br />

tiental kleine ondernemingen die innovatieve oplossingen ontwikkelen in de gezondheidszorg.<br />

Bij de introductie van HealthVault is trouwens niet alleen Microsoft maar ook nog<br />

een tachtigtal technologieleveranciers betrokken.<br />

De heer John Crombez: Het project lijkt op zichzelf te staan. Zorgt Microsoft ook voor<br />

afstemming op de andere codes en protocollen? Is een dokter of kinesist technisch in staat<br />

om, mits de patiënt toestemming geeft, de gegevens te bekijken?<br />

De heer Hans Delporte: Het zou weinig zin hebben om HealthVault als een ‘standalone’<br />

applicatie te zien. Het systeem van de patiënt wordt immers ook gevoed door systemen<br />

van diverse instellingen zoals mutualiteiten en zorgverstrekkers. Het is evenzeer belangrijk<br />

dat de gegevens kunnen worden doorgestuurd naar professionele toepassingen. Het<br />

platform gebruikt systemen die compatibel zijn met wereldwijd en lokaal gebruikte standaarden.<br />

De heer Erik Tack: De snelle technologische evolutie is angstaanjagend. Dergelijke systemen<br />

kunnen de tweedeling in de maatschappij versterken. Niet iedereen zal er aan kunnen<br />

participeren, niet iedereen zal intelligent genoeg zijn, over voldoende informaticakennis<br />

en voldoende financiële middelen beschikken, om een eigen patiëntendossier op te stellen.<br />

Natuurlijk moet alles in het werk gesteld worden om de privacy zoveel mogelijk te garanderen.<br />

Hoe meer systemen, hoe meer de druk op de privacy zal toenemen. Als de ouder de<br />

gegevens van zijn kinderen beheert, is dat op zich al een aantasting van de privacy van de<br />

kinderen. Hoe kan ervoor worden gezorgd dat elk individu zijn gegevens correct bijhoudt?<br />

De patiënt mag immers zelf beslissen wat er in het dossier komt. Als artsen zich baseren<br />

op foute of onvolledige gegevens, riskeren ze verkeerde beslissingen te nemen. Anderzijds<br />

vind ik het goed dat mensen hun eigen lot in handen nemen en zoveel mogelijk medische<br />

kennis verwerven. Maar misschien is dat een ijdele droom en zijn er ook minder positieve<br />

facetten aan te snelle evoluties.<br />

De heer Hans Delporte: Het is de taak van Microsoft en zijn technologische partners in<br />

Vlaanderen om de snelle technologische evolutie verteerbaar en toepasbaar te maken. Als<br />

technologieën niet gebruikt worden, heeft het immers geen zin om te innoveren.<br />

Microsoft is zich bewust van de tweedeling in de maatschappij. De primaire rol van een<br />

technologieleverancier is om technologische oplossingen aan te bieden. Het is aan de<br />

diverse actoren om ervoor te zorgen dat de systemen voor iedereen toegankelijk zijn. Het<br />

is immers zeker niet de bedoeling om de tweedeling te versterken. Microsoft en andere<br />

technologieleveranciers nemen samen met de overheid heel wat initiatieven om de bevolkingscategorieën<br />

die minder toegang hebben tot de technologie vertrouwd te maken met<br />

het internet.<br />

Bij het ontwikkelen van HealthVault is ook rekening gehouden met de privacy van de<br />

kinderen. Elk individu, ook het kind of de oudere, kan beslissen welke gegevens in zijn<br />

V L A A M S P A R L E M E N T


16 Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1<br />

dossier komen, met wie en voor welke toepassingen hij die gegevens deelt. Daartoe wordt<br />

overlegd met de verschillende betrokken organisaties.<br />

Correcte gegevens zijn belangrijk. Op zich is er geen verschil tussen de informatie die een<br />

patiënt mondeling aan de arts verstrekt, en digitale gegevens. Bij beide manieren kan de<br />

patiënt foute informatie verstrekken. Het is wel mogelijk om na te gaan waar de digitale<br />

gegevens vandaan komen. Als een patiënt gegevens van een onderzoek in het ziekenhuis<br />

met de arts deelt, kan die ook nagaan of er al dan niet wijzigingen zijn.<br />

De heer Erik Tack: Ook de zorgverstrekkers moeten mee zijn. Bepaalde huisartsen zijn<br />

snel mee met nieuwe technologieën, andere veel minder. Als de technologische vernieuwingen<br />

niet verteerbaar zijn voor de zorgverstrekkers, zal de introductie ervan moeizaam<br />

verlopen.<br />

De heer Hans Delporte: Ook daar is Microsoft zich terdege van bewust. Recente onderzoeken<br />

gepubliceerd in de Artsenkrant tonen aan dat in Vlaanderen bijna 70 percent van<br />

de huisartsen bereid was digitale informatie uit te wisselen met patiënten. Uiteraard heeft<br />

de mate waarin een huisarts daarvoor openstaat ook te maken met zijn leeftijd. Uit een<br />

discussie met talrijke organisaties waaronder Domus Medica leidt Microsoft af dat diverse<br />

syndicaten en verenigingen van artsen wel degelijk open staan voor en zich bewust zijn<br />

van de noodzaak van een dergelijke evolutie. Er zullen uiteraard altijd verschillen blijven<br />

bestaan tussen artsen onderling.<br />

IV. UITEENZETTING DOOR DE HEER ROEL HEIJLEN, VLAAMS PATIËNTEN-<br />

PLATFORM (VPP)<br />

1. Inleiding<br />

Ik wil het hebben over twee innovatieve technieken in de zorgsector: telegeneeskunde en<br />

nanogeneeskunde. In september 2009 heeft het <strong>Vlaams</strong> Patiëntenplatform een denkdag<br />

georganiseerd over deze twee technieken met vertegenwoordigers van patiëntenverenigingen.<br />

Ze hebben hun bezorgdheden geuit en enkele voorwaarden vooropgesteld.<br />

2. Telegeneeskunde<br />

Telegeneeskunde is het toepassen van zorgverlening en ondersteuning op afstand met<br />

behulp van informatie- en communicatietechnologie. Telegeneeskunde kent vele vormen.<br />

Het kan gaan om teleconsultatie, waarbij de zorgverlener en de patiënt elkaar via een<br />

computer- of televisiescherm zien en horen. Een andere vorm is telemonitoring: de patiënt<br />

beschikt over meetinstrumenten en voert dagelijks zelfstandig metingen uit, zoals van<br />

het hartritme bij hartpatiënten en de bloedsuikerspiegel bij diabetici. De resultaten van<br />

deze metingen stuurt de patiënt via mail of sms door naar een centrale die in verbinding<br />

staat met een zorgverlener. Indien de waarden van de metingen bepaalde grenslimieten<br />

overschrijden zal de zorgverlener gealarmeerd worden. De zorgverlener zal in dat geval<br />

de patiënt contacteren. Een ander voorbeeld is televoorlichting: de patiënt kan medische<br />

informatie opzoeken of krijgen op websites, teletekst en nieuwe sociale media.<br />

Het VPP merkt dat het gebruik van ICT in zorg sterk aangemoedigd wordt door de Europese<br />

Commissie, de federale en de <strong>Vlaams</strong>e overheid. In het kader van Vlaanderen in<br />

Actie is er Vlaanderen Medisch Centrum, waarbij Vlaanderen zich tot doel stelt om uit te<br />

blinken op het vlak van gezondheids-ICT.<br />

De huidige telegeneeskundetoepassingen zijn vaak technologiegedreven en niet behoefte-<br />

en vraaggestuurd. De centrale actor in de gezondheidszorg, de patiënt, wordt niet of te<br />

laat geconsulteerd. Vaak is het zo dat een fabrikant een product ontwikkelt, daarna steun<br />

zoekt bij zorgverstrekkers en de overheden en tot slot pas de mening van de patiënt vraagt.<br />

V L A A M S P A R L E M E N T


Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1 17<br />

Een omgekeerde aanpak zou logischer zijn. Telegeneeskunde mag niet op zich staan, maar<br />

moet geïntegreerd worden in het zorgproces. Dat proces moet zich niet aanpassen aan de<br />

telegeneeskunde.<br />

2.1. Aandacht voor de digitale kloof<br />

Vanuit patiëntperspectief is er een aantal belangrijke aandachtspunten bij de invoering<br />

van telegeneeskundige toepassingen. Vooreerst moet er aandacht gaan naar de digitale<br />

kloof. Vooral kwetsbare groepen, laaggeschoolden, ouderen of werklozen, beschikken niet<br />

over de nodige telecommunicatiemiddelen of de vaardigheden om ze te gebruiken. Indien<br />

het gebruik van telegeneeskundetoepassingen op grote schaal zou toegepast worden in de<br />

zorg, is educatie van die groepen nodig.<br />

2.2. Geen dehumanisering van de zorg<br />

Telegeneeskunde mag niet leiden tot een dehumanisering van de gezondheidszorg. Veel<br />

patiënten hebben behoefte aan persoonlijk contact met hun zorgverlener. Telegeneeskunde<br />

zou volgens de pleitbezorgers ervan een oplossing bieden tegen vereenzaming. In<br />

een zorgzame samenleving is het echter belangrijk dat patiënten en familieleden op een<br />

persoonlijke manier contact houden met elkaar en daar tijd voor maken. Contacten via<br />

ICT kunnen sociaal isolement van zorgbehoevende personen niet volledig doorbreken.<br />

Contacten via ICT-toepassingen mogen nooit volledig in de plaats komen van face-to-face<br />

contacten.<br />

2.3. Recht op kwaliteitsvolle zorg<br />

Een patiënt heeft volgens de Wet op de Patiëntenrechten van 2002 recht op een goede,<br />

zorgvuldige en kwaliteitsvolle dienstverlening. De toepassing van bepaalde vormen van<br />

telegeneeskunde roept echter de kritische vraag op of de kwaliteit van de dienstverlening<br />

door de zorgverlener of zorginstelling steeds gegarandeerd kan worden. Het raadplegen<br />

van een zorgverlener op afstand brengt met zich mee dat de zorgverlener geen onderzoek<br />

doet bij de patiënt. Hij zal zich louter moeten baseren op wat de patiënt zegt over zijn<br />

gezondheidstoestand. Zal dat de kans op een verkeerde diagnose vergroten?<br />

Zonder huisbezoeken zal de arts niet meer op de hoogte zijn van de sociale omgeving van<br />

de patiënt. Bovendien wordt bepaalde gevoelige informatie enkel maar via persoonlijk<br />

contact doorgegeven en niet via computer of televisie. Als de arts niet meer op de hoogte<br />

is van de sociale omstandigheden, kan hij geen gezinsondersteuning en dergelijke bieden.<br />

Voorts rijst ook de vraag hoe patiënten die gebruik maken van teleconsultatie, een beroep<br />

kunnen doen op een kwaliteitsvolle tweede opinie.<br />

2.4. Recht op betaalbare zorg<br />

Een patiënt heeft ook recht op betaalbare zorg. De invoering van telegeneeskundetoepassingen<br />

kan hoge investerings- en exploitatiekosten met zich meebrengen. Uit de literatuur<br />

blijkt dat er meer kosteneffectiviteitstudies over telegeneeskunde nodig zijn. Centrale<br />

vragen zijn wie dat zal financieren, en of het een meerkost voor de patiënt zal betekenen.<br />

Patiënten met een chronische ziekte hebben al veel kosten. De Belgische internetverbindingen<br />

zijn heel duur in vergelijking met andere landen. Ook voor zorginstellingen en de<br />

gezondheidszorg zal telegeneeskunde financiële implicaties hebben.<br />

2.5. (Keuze)vrijheid van de patiënt<br />

Systemen van telemonitoring, waarbij patiënten dagelijks medische parameters via ICT<br />

versturen die opgevolgd worden door zorgverleners, kunnen voor de patiënt een verlies<br />

van vrijheid met zich meebrengen. Bij telemonitoring zal de zorgverlener/verzorgingsinstelling<br />

contact opnemen met de patiënt als de waarden die de patiënt via mail of sms<br />

V L A A M S P A R L E M E N T


18 Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1<br />

verstuurt, bepaalde limietwaarden overschrijden. De limietwaarden die vooraf vastgelegd<br />

worden, kunnen echter voor interpretatie vatbaar zijn. Zo kan de waardestijging van<br />

bepaalde gezondheidsparameters te wijten zijn aan het feit dat een persoon met een chronische<br />

ziekte daarvoor fysieke inspanningen heeft geleverd. Dit hoeft echter niet te betekenen<br />

dat de waardestijging van bepaalde gezondheidsparameters alarmerend is. Metingen<br />

kunnen verschillen naargelang het moment van de dag. De kans bestaat dat een patiënt<br />

onnodig verwittigd wordt door een zorgverlener of verzorgingsinstelling.<br />

Dagelijkse metingen vergen veel inspanningen en discipline van de patiënt. Dit kan stress<br />

met zich meebrengen. Bovendien laat niet iedere situatie het toe om metingen uit te voeren.<br />

Wat als de patiënt op reis is of als hij belet is door zijn job? Zonder afbreuk te doen<br />

aan therapietrouw, is het voor het algemeen welzijn van de patiënt belangrijk om ook eens<br />

af en toe een dag niet aan zijn ziekte te denken.<br />

Bepaalde systemen van telegeneeskunde zorgen ervoor dat de patiënt afhankelijk wordt<br />

van technologie. Bepaalde hartpatiënten voelen zelf aan als er iets scheelt en zullen dan<br />

naar de arts stappen. Telemonitoring is niet voor iedereen nodig.<br />

Het doel van telegeneeskunde moet in eerste instantie een verbetering van toegankelijkheid<br />

en kwaliteit van de zorg zijn en niet het controleren van het gedrag van chronisch<br />

zieken om kosten te besparen.<br />

2.6. Bescherming van de persoonlijke levenssfeer<br />

Verschillende vormen van telegeneeskunde zorgen ervoor dat medische gegevens van<br />

patiënten via mail, sms of beelden verstuurd worden. Patiënten moeten daarom geïnformeerd<br />

worden over de gevolgen van gegevensuitwisselingen, bijvoorbeeld bij welke personen<br />

en instanties hun medische gegevens kunnen terechtkomen. Zij dienen bovendien<br />

hun expliciete toestemming te geven over wie welke gegevens kan bekijken. Het juridische<br />

kader van de telegeneeskundetoepassingen moet voldoende garanties bieden voor privacy.<br />

Het is belangrijk dat private aanbieders patiëntengegevens niet bekijken als handelswaar.<br />

2.7. Toegang tot betrouwbare en verstaanbare informatie<br />

Systemen van televoorlichting op medische websites, teletekst enzovoort kunnen positief<br />

zijn. Patiënten hebben immers behoefte aan accurate en toegankelijke informatie in een<br />

begrijpelijke taal. Maar medische informatie op websites of teletekst dient door neutrale<br />

instanties op correctheid gecontroleerd te worden. Aanbieders van medische producten<br />

kunnen immers misleidende informatie op hun website verspreiden met commerciële<br />

motieven.<br />

2.8. Continuïteit van de zorg<br />

Om van de voordelen van telegeneeskunde te kunnen genieten, onder meer daling van de<br />

wachtlijsten, versnelde communicatie, langer thuis wonen, is het van belang dat zorgverleners<br />

permanent in contact kunnen staan met de patiënt wanneer het nodig is.<br />

Dit vergt een goede organisatie met aandacht voor de volgende vragen. Welke verantwoordelijkheid<br />

heeft de zorgverlener? Welke verantwoordelijkheid heeft de patiënt? Welke<br />

procedures moeten gevolgd worden bij noodsituaties? Hoe kunnen fouten of defecten in<br />

de apparatuur van de telegeneeskundetoepassing opgevangen worden? Wie is aansprakelijk<br />

als er iets misloopt?<br />

3. Nanogeneeskunde<br />

Nanogeneeskunde is de toepassing van nanotechnologie in de gezondheidszorg. De<br />

<strong>Vlaams</strong>e overheid besteedt daar ook aandacht aan in Vlaanderen Medisch Centrum.<br />

V L A A M S P A R L E M E N T


Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1 19<br />

Mogelijke toepassingen van nanotechnologie zijn: implantaten om neurologische functies<br />

te herstellen, bijvoorbeeld bij Alzheimer, Parkinson of bij dementie; DNA-chips voor een<br />

vroegtijdige preventie en opsporing van aandoeningen; efficiëntere medicijnen die doelgericht<br />

toegediend kunnen worden; voortdurende opvolging en bijsturing van de gezondheidstoestand<br />

via biochips in het lichaam.<br />

Volgens het European Technology Platform heeft nanogeneeskunde het potentieel om<br />

vroege opsporing en preventie mogelijk te maken, en om de diagnose, behandeling en follow-up<br />

van ziekten te verbeteren. Nanotechnologie wordt door ieder land beschouwd als<br />

een domein met een grote toekomst waarin geïnvesteerd moet worden om de internationale<br />

concurrentiepositie te versterken. Ook de Europese Commissie, de grootste openbare<br />

financierder van nanotechnologie, investeert in projecten. De mogelijkheden van nanogeneeskunde<br />

zoals een betere kennis van DNA, de ontwikkeling van efficiëntere medicatie<br />

en behandelingen geven hoop aan de patiënt. Het is echter belangrijk dat de ontwikkeling<br />

van nanogeneeskundige toepassingen gepaard gaat met ethische discussies en de nodige<br />

politieke, organisatorische en juridische maatregelen.<br />

3.1. Maatschappelijk debat<br />

Maatschappelijk debat is onmisbaar om wantrouwen over nanotechnologie te vermijden.<br />

Er is behoefte aan fora waar patiënten hun behoeften en bezorgdheden over nanogeneeskunde<br />

kunnen kenbaar maken. Dat zal leiden tot een grotere aanvaarding en legitimiteit<br />

van de technologie. Overheden, de Europese Commissie, academici en bedrijven hechten<br />

belang aan een maatschappelijk debat. Patiënten moeten vanaf het begin als belangrijke<br />

partner geconsulteerd worden bij mogelijke nanogeneeskundige projecten.<br />

Het <strong>Vlaams</strong> Patiëntenplatform juicht initiatieven zoals het NanoSoc-project toe die een<br />

maatschappelijk debat over nanotechnologie willen lanceren. Dat project wordt gefinancierd<br />

door de <strong>Vlaams</strong>e overheid. Verschillende onderzoeksinstellingen zoals IMEC,<br />

K.U.Leuven, Universiteit Antwerpen, brachten verschillende spelers en middenveldorganisaties<br />

maar ook burgers bij elkaar om de grenzen van nanotechnologie te bepalen. Dergelijke<br />

projecten zijn toe te juichen.<br />

3.2. Veiligheid van de technologie<br />

De veiligheid van nanotechnologie is een ander belangrijk aspect. Het grote voordeel van<br />

nanodeeltjes is hun omvang, maar omdat ze zo klein zijn houden ze ook gevaren in. Ze<br />

kunnen bijvoorbeeld gemakkelijk indringen in het menselijke lichaam. Het is dus belangrijk<br />

dat de nodige toxicologische onderzoeken, gevarenanalyses en dergelijke gebeuren.<br />

3.3. Bescherming van de persoonlijke levenssfeer<br />

Ook bij nanogeneeskunde is het belangrijk de persoonlijke levenssfeer te beschermen.<br />

Nanogeneeskunde kan onder andere leiden tot goedkopere en snellere DNA-analyses.<br />

Dat houdt gevaar in voor het misbruik van die genetische informatie. Die informatie is<br />

bijvoorbeeld nuttig voor verzekeringsmaatschappijen en werkgevers. De eerbiediging van<br />

het recht op privacy zal in de toekomst mogelijk meer gecontroleerd en zo nodig versterkt<br />

moeten worden met bijkomende regulering.<br />

3.4. Keuzevrijheid van de patiënt<br />

Ook bij nanogeneeskunde moet de keuze van de patiënt gerespecteerd worden. Niet iedereen<br />

wenst zijn genetische profiel te kennen. De mogelijkheden tot herstel of verbetering<br />

van de mens via nanogeneeskundige toepassingen mogen niet leiden tot stigmatisering van<br />

personen met een ziekte of handicap. Sommige patiënten kunnen voordelen ervaren bij<br />

hun aandoening, personen met bipolaire stoornis kunnen bijvoorbeeld tijdens manische<br />

periodes creatief zijn.<br />

V L A A M S P A R L E M E N T


20 Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1<br />

Kortom, patiënten wensen zelf het heft in handen te houden om al dan niet een beroep te<br />

doen op nanotechnologische onderzoeken en herstelmogelijkheden<br />

4. Vragen van de leden<br />

De heer John Crombez: De digitale kloof is een terechte zorg. Wat zijn uw voorstellen,<br />

bijvoorbeeld op het vlak van minimale toegankelijkheid? In België is het immers mogelijk<br />

om elk huis aan te sluiten en om een minimumpakket aan te bieden.<br />

De opmerkingen over ondersteuning op afstand vond ik vrij eenzijdig. Het is terecht om<br />

dergelijke vragen te stellen, maar er zijn even goed positieve elementen. In veel situaties<br />

zou dat een vooruitgang betekenen. Second opinion is een eenvoudig voorbeeld.<br />

Het betoog over nanotechnologie was verrassend opgewekt. Nederland staat al verder in<br />

de ethische discussie. Meer bepaald in de Tweede Kamer bleek hoe verregaand de mogelijkheden<br />

zijn. Ik zal pas gerust zijn als ook de ethische basisnormen wettelijk vastgelegd<br />

zijn.<br />

De heer Roel Heijlen: Sociale tarieven voor internetaansluiting en voor ICT-infrastructuur<br />

mogen zeker uitgebouwd worden. Er bestaan al initiatieven op federaal niveau. Een minimumpakket<br />

lijkt ons zeker interessant, maar wij hebben er nog niet verder over nagedacht.<br />

Op de denkdag werd erkend dat telegeneeskunde positieve aspecten heeft, maar de mogelijke<br />

negatieve wogen door tijdens de discussie. Het wegnemen van het wantrouwen zal<br />

inspanningen vergen van overheid, privébedrijven en ziekenfondsen. Positieve mogelijkheden<br />

zijn er wel voor chronisch zieken of gehandicapten met mobiliteitsproblemen. Telegeneeskunde<br />

kan ook snellere communicatie en kortere wachttijden opleveren.<br />

De heer Bart Van Malderen: Vertrouwen en wantrouwen zijn subjectief. Uitspraken als<br />

“telegeneeskunde wordt eerder door technologie dan door vraag en behoefte gestuurd”<br />

of “de patiënt wordt niet geconsulteerd” moeten gestaafd worden met voorbeelden. Dat<br />

geldt ook voor de op zich terechte zorg over de financiering van de technologische vooruitgang<br />

en de vrees voor overconsumptie. Volgens mij biedt telegeneeskunde juist kansen<br />

aan democratisering, omdat men dankzij extra gegevens gespecialiseerde zorg in een volgende<br />

fase kan voorkomen.<br />

Mevrouw Lies Jans: Ook ik ben geschrokken van de terughoudendheid van het <strong>Vlaams</strong><br />

Patiëntenplatform, dat strikte voorwaarden koppelt aan technologische innovatie. Werd<br />

u betrokken bij of geïnformeerd over het toekomstige platform uit de toelichting van de<br />

heer Delporte?<br />

De heer Roel Heijlen: Zeer weinig private firma’s nemen contact met ons op. Microsoft is<br />

een uitzondering. Wij willen in elk geval neutraal blijven, maar we kunnen wel gesprekken<br />

voeren met koepels. Op het recente eHealth High Level Event van Agoria ICT erkenden<br />

bedrijven zelf dat ze fouten maakten waardoor wantrouwen gecreëerd is. Er lopen verschillende<br />

telegeneeskundige projecten in België waarbij wij niet betrokken zijn, maar wij<br />

hebben wel de indruk dat de mening van de patiënt meer en meer gevraagd zal worden.<br />

Door in te spelen op onze voorwaarden kan men al heel wat vertrouwen wekken bij de<br />

patiënten.<br />

Met de heer Delporte hebben we contact gehad over HealthVault en we hebben daarbij<br />

onze zorgen geuit.<br />

Wat nanogeneeskunde betreft, hadden wij ook iemand van IMEC uitgenodigd. Men suggereert<br />

enorme voordelen voor de patiënt. De opmerking dat de invoering gepaard moet<br />

V L A A M S P A R L E M E N T


Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1 21<br />

gaan met een maatschappelijk debat, is evenwel terecht. De <strong>Vlaams</strong>e overheid gaf al een<br />

aanzet met het NanoSoc-project.<br />

De heer Erik Tack: Telemonitoring biedt het voordeel om moeilijk verzamelbare informatie<br />

te verwerven en dat bovendien over een lange termijn. Maar bij teleconsultaties en<br />

-voorlichting heb ik bedenkingen. Het lichamelijk onderzoek gaat verloren voor de zorgverlener,<br />

wat elk telefonisch advies conditioneel maakt. Zeker als de adviseur de patiënt<br />

totaal niet kent zijn jammerlijke fouten niet uitgesloten. Angstige personen kunnen bijvoorbeeld<br />

niet altijd om met objectieve informatie. Medische informatie op het internet<br />

op een juiste manier en in het juiste perspectief duiden, is evenmin iets dat iedere patiënt<br />

kan en blijft een taak van de zorgverlener, die daarbij wel de patiënt centraal moet stellen.<br />

De voorzitter,<br />

Tom DEHAENE<br />

De verslaggever,<br />

Lies JANS<br />

V L A A M S P A R L E M E N T


22 Stuk 540 (2009-2010) – Nr. 1<br />

Gebruikte afkortingen<br />

AAL Ambient Assisted Living<br />

CO koolstofmonoxide<br />

DNA Desoxyribonucleïnezuur<br />

FOD federale overheidsdienst<br />

ICT informatie- en communicatietechnologie<br />

IMEC Interuniversitair micro-elektronicacentrum<br />

KMEHR Kind Messages for Electronic Healthcare Record<br />

K.U. Leuven Katholieke Universiteit Leuven<br />

LCM Landsbond der Christelijke Mutualiteiten<br />

PAS personenalarmeringsysteem<br />

PDA personal digital assistant<br />

pps publiek-private samenwerking<br />

RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering<br />

rob rustoord voor bejaarden<br />

sms short message service<br />

VPP <strong>Vlaams</strong> Patiëntenplatform<br />

XML Extensible Markup Language<br />

ZNA Ziekenhuis Netwerk Antwerpen<br />

V L A A M S P A R L E M E N T

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!