6 -Mi 1933
6 -Mi 1933
6 -Mi 1933
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HERMAN VOS<br />
PrijS fr. 0.50 HUMORISTISCHWEEKBLAD - 3ejaargang - Nr. 10 6 -<strong>Mi</strong> <strong>1933</strong>
'2 KOEKOEK<br />
Edmond DOMS<br />
socialistische volksvertegenwoordiger<br />
van Leuven zal in ons volgend<br />
nummer de eer onzer galerij van<br />
beruchte mannen hoog houden.<br />
We veronderstellen, dat hem dit<br />
veel genoegen zal doen.<br />
Maar eigenlijk is dat toch bijzaak.<br />
Wat we meer hopen, is dat het<br />
volgend nummer van «Koekoek» ,<br />
bij onze vrienden van Leuven en'<br />
omstreken graag zal gelezen vw»r-,<br />
den en dat .we er een aantal, nieuwe<br />
kameraden voor ons blad zullen<br />
winnen.<br />
ÉÉN<br />
Er is maar één dandy!<br />
Joris Van Severen.<br />
Er is maar éém dichter!<br />
Wies Moens.<br />
Er is maar één redenaar!<br />
(School) Meester Butaye<br />
Er is maar één zot!<br />
Ward Hermans.<br />
Wederkeerig<br />
dienstbetoon<br />
Van pater J. Salsmans S. J. in «Ons<br />
Geloof»:<br />
Er is maar één methode om den<br />
prikkel der vleesohes af te stompen,<br />
n. 1. zich zoo weinig mogelijk<br />
met zinnelijke en geslachtelijke<br />
dingen bezig te houden, zoo<br />
weinig mogelijk aandacht daaraan<br />
te schenken, zoodat men buiten<br />
die wereld leeft : in fulga salus.<br />
Seesa!<br />
Als er onder onze lezers dus liefhebbers<br />
van 't fulga salus-systeem<br />
zijn, weten ze nu waaraan zich te houden.<br />
Ze hoeven zioh zelfs om dien<br />
«prikkel» in 't geheel niet te bekommeren.<br />
Als zij ergens een karweitje<br />
Uit te voeren hebben, dan zijn wij<br />
steeds bereid dit op ons te nemen.<br />
Zelfs gratis.<br />
«TE HUUR: MOOIE VILLA,<br />
VLAK AAN ZEE»<br />
Op het oogenblik is het een beetje<br />
Dat. Maar bij eb hebt u ln de eetkamer<br />
vaste grond!<br />
(Rlc et Rac).<br />
Dreigend konflikt<br />
tusadhen Polynesië<br />
en Duitschland<br />
I vVoor alle; Duitsehers is het een onomstootelijk<br />
feit, dat al hun vooroudere<br />
Ariërs waren, die zioh nooit<br />
eens te buiten gingen aan overspel<br />
met Slaven, Joden en dergelijk gespuis.<br />
In een'Berlijnsch blad bewees nu een<br />
zekere professor Ewald Banse op treffende<br />
en muzikale wijze, hoe het Arische<br />
ras een eenheid vertoont die de<br />
wereld moet en zal veroveren:<br />
«Als wij Polynesische Zuidzee-eilanders<br />
aanschouwen, die ruiteroefeningen<br />
uitvoeren of veelstemmige muziek<br />
voordragen, dan voelen wij inwendig<br />
een snaar trillen die gelijk gestemd<br />
is.»<br />
Jamaar, Jamaar, de zuivere Arische<br />
Polynesiërs hebben dat snarenspel niet<br />
voor klinkende munt aangenomen. Zij<br />
hebben Inderdaad alle redenen om de<br />
zuiverheid van de Duitsehers te verdenken.<br />
Al te veel Poolsohe Joden<br />
dragen den naam van Hitier, en wonen<br />
aan de Duitsche grenzen geen Slaven,<br />
geen Magyaren en wat weet ik al ?<br />
De Polynesiërs hebben derhalve aan<br />
de regeering van Hitier laten weten,<br />
dat zij veel zuiverder Ariërs zijn en<br />
dat zij er niet mee gediend zijn te<br />
worden gelijkgesteld met verbasterde<br />
Ariërs zooals de Duitschers. Zij dreigen<br />
nu alle valsche Ariërs te komen<br />
uitroeien van den Oder tot de Elbe,<br />
teneinde de overheersohing van de zuivere<br />
Ariërs over de gansche wereld te<br />
vestigen. Hun protest sluit met de oorlogsverklaring:<br />
— Httler-Jude verrecke.<br />
De doofstomme bij<br />
den beenhouwer<br />
Een doofstomme komt in een beenhouwerij<br />
gewoonlijk om vleesch. De<br />
bazin kent goed zijn doening en hij<br />
moet niet veel gebaren doeh om zich<br />
te doen begrijpen. *<br />
Zekeren keer wil hij varkensooren<br />
en hij wijst op zijn eigen ooren. Onmiddellijk<br />
wordt hy bediend.<br />
Verder wil hij ook pooten en wijst<br />
op zijn voeten.<br />
Die doening wordt opgemerkt door<br />
een Jonge Juffer, die in de beenhouwerij<br />
haar beurt afwacht om bediend<br />
te worden.<br />
Eensklaps kan ze zioh niet meer bedwingen<br />
en begint luid te lachen.<br />
De bazin maakt haar het verwijt,<br />
dat ze met het ongeluk van een gebrekkeltjke<br />
niet mag spotten, waarop<br />
het juffertje haar zegt:<br />
— Ik lach immers niet om zijn ongeluk,<br />
ik lach, omdat lk eens zou<br />
willen weten en zien naar wat hij zou<br />
wijzen, indien hij 'n half pond saucietjes<br />
moest hebben.<br />
I Wenken voor verliefden<br />
Abonnement i Jaar fr. 25.0»<br />
Abonnement ' maanden r. 18.S0<br />
Abonnement 3 maanden fr. 8.25<br />
Postcheckrekenlng «Het Mcht» n. 56783<br />
HUMORISTISCH WEEKBLAD van VOORUIT<br />
Redaktie : 64, St. Pietersnieüwstraat, Gent — Telefoon 157.40<br />
Verschijnt den Donderdag — 0.50 fr. per nummer<br />
Nummer 10 — Derde Jaargang — 6 Juli <strong>1933</strong><br />
Onze galerij van beroemde en beruchte mannen<br />
Het is zonderling : De Antwerpsche<br />
figuren zijn te Antwerpen<br />
steeds zoowat van buiten Antwerpen<br />
gekomen.<br />
Daar is eens een Antwerpsen<br />
letterkundige op zoek geweest<br />
naar een echten Sinjoor. Hij vond<br />
hem in een voorstad van Antwerpen.<br />
Wat moeten wij daaruit besluiten?<br />
Dat het gezegde als zou de<br />
Antwerpenaar slechts goed zijn...<br />
v-envers sol», larie is!<br />
Maar aan Vos hebben we een<br />
Sinjoor van den echten bloede.<br />
Zijn carrière bevjijst het: Hij<br />
heeft tegenslag in zijn eigen stad.<br />
HU werd geboren in een verloren<br />
buurt, tusschen een kiekenwei<br />
en braakgronden, te midden<br />
van magazijnen, xoaar het rook<br />
naar pekel en baaikatoen.<br />
Van jongs-af woonde hij het<br />
schouwspel bij van het gesol met<br />
afgestroopte huiden. Hij was dus<br />
in de wieg gelegd om politicus te<br />
worden.<br />
Dat zou echter slechts geleidelijk<br />
en ten gevolge van onverwachte<br />
levensomstandigheden gebeuren.<br />
Want onze Vos begon net een<br />
flink student te worden. Hij liep<br />
de klassen van het Atheneum, af<br />
met sukses en werd stadhuisklerk.<br />
Verbazend, hoeveel politieke kreaturen<br />
hun loopbaan hebben aangevangen<br />
als stadhuisklerk...<br />
Vos kwam terecht op een bureel,<br />
waar men zich onledig<br />
hield met het opmaken van statistieken<br />
en het beheer van maatschappelijke<br />
werken. Daar hij<br />
zijn taak naar behooren wou vervullen,<br />
studeerde hij ekonomische<br />
wetenscliappen. Hij liep<br />
kollege te Brussel en zou waarschijnlijk<br />
kant en klaar geweest<br />
zijn met zijn doktoraat indien<br />
de oorlog ons land niet plots<br />
hadde overvallen.<br />
Wat er gedurende den oorloa is<br />
gebeurd met sommige jonge Vlamingen,<br />
weet ge. Wie bloed in<br />
plaats van botermelk in hun<br />
aderen hadden, hebben getoond<br />
dat ze het met de vervlaamsching<br />
van allerlei dingen niet<br />
zoo platonisch meenden.<br />
Vos ontsnapte niet aan zijn<br />
lot. Zoodra de Duitschers uit het<br />
HERMAN<br />
VOS<br />
land waren, werd hij bij de lurven<br />
gevat. En in de kast gestopt.<br />
Een der mooie herinneringen aan<br />
die na-oorlogsche periode zal voor<br />
velen o.m. het proces blijven, dat<br />
in de Antwerpsche assisenzaal<br />
werd afgewikkeld en waarin Vos<br />
en zijn kompanen Jacob en Rudelsheim<br />
betrokken waren.<br />
Zij waren de betichten en zij<br />
beschuldigden. Ze wisten van zich<br />
af te bijten en namen geen blad<br />
voor den mond om te zeggen wat<br />
ze te zeggen hadden.<br />
Natuurlijk werden ze veroordeeld<br />
: Barbertje werd ook gehangen.<br />
Rudelshelm, ziek, stierf ln 't<br />
prlson.<br />
Jacob, eens er binnen, wou er<br />
haast niet meer uit.<br />
Vos kwam na verloop van tijd<br />
op vrije voeten.<br />
Van 't prison werd hij naar de<br />
Kamer van Volksvertegenwoordigers<br />
gedragen.<br />
Het bleek, dat Vos een geboren<br />
redenaar toas.<br />
Van ln de oudste tijden is de<br />
vos een zeer bespraakt dier geweest.<br />
Herinner u het fabeltje<br />
van de raaf die... zong met een<br />
kaas in den bek.<br />
Dat fabeltje is maar een fabeltje.<br />
Een raaf die zingt, dat is<br />
zooiets als een radio, die kraakt.<br />
En lk geloof dat vossen altijd<br />
liever een kip gelust hebben, dan<br />
een Camenbert. Maar solt. Onze<br />
Vos ls ln leder geval geen fabeltje.<br />
Levende werkelijkheid.<br />
Hij onderscheidde zich in de<br />
Kamer spoedig van zijn partijgenooten<br />
en de andere kollega's,<br />
door zijn optreden en zijn interventies.<br />
Hij had toat men noemt,<br />
het oor van de Kamer.<br />
Hij bulderde er zoo maar niet<br />
op los om lawyd te maken. Hij<br />
spreekt om wat te zeggen. En<br />
wat hij te zeggen heeft, zegt hij<br />
op behoorlijke wijze. Zijn speeches<br />
hebben inhoud en allure.<br />
Vos had echter, ln den schoot<br />
van zijn eigen partij af te rekenen,<br />
met tal van stroomingen.<br />
Want onder de Vlaamsch nationalisten<br />
zijn er vogels van diverse<br />
pluimage.<br />
Daar zijn er, die alleen met<br />
Vlaamsch kapitaal willen woekeren<br />
en de Vlaamsche arbeiders<br />
met Vlaamsche leugen wenschen<br />
onder de knie te houden.<br />
Daar zijn er, die Christus verketteren.<br />
Daar zijn er, die onzen Lieven<br />
Heer van het kruis bidden.<br />
Daar zijn er, die een Vlaamsche<br />
dlktatuur wenschen ln te stellen<br />
en daar zijn er, die de revolutie<br />
als een Vlaamsche kermis opvatten.<br />
Daar zijn er, die met de klerlkalen<br />
heulen en daar zijn er, die<br />
tegen de bisschoppen in opstand<br />
komen.<br />
Vos in van nature een man van<br />
links, — demokraat en... heiden.<br />
Daarom heeft de rechtervleugel<br />
van zijn partij hem tijdens de<br />
jongste verkiezingen waarschijnlijk...<br />
links laten liggen. Zoo<br />
werd Vos uit de Kamer geweerd.<br />
Tot spijt van velen. Zelfs tot spijt<br />
van velen onder zijn tegenstrevers,<br />
die het ridderlijke en onbaatzuchtige<br />
in zijn optreden,<br />
zijn moreelen moed, zijn talen"<br />
ten op prijs stellen.<br />
Vos zetelt niet langer in de<br />
Kamer, doch zijn invloed op het<br />
denken en de oriëntatie der.<br />
Vlaamschgezinde partijfrakties<br />
doet zich nog steeds gevoelen.<br />
Langs de krant om. Want deze<br />
begaafde redenaar ls ook een geducht<br />
journalist, een puntig debatter<br />
met de pen, kortom, als<br />
publicist een man met gezag.<br />
Wij brengen hem des te oprechter<br />
hulde daar hij tot onze<br />
tegenstrevers behoort. Doch al<br />
hebben wij hem vaak te bekampen,<br />
— vooral als hü voorstellen<br />
opwerpt, die hij slechts onder den<br />
druk van de voortvar endsten van<br />
zijn ongeschoolde politieke vrienden<br />
verdedigt, — wij kunnen ook<br />
aemoedsadel, loyauteit en talent<br />
bij tegenstrevers waardeeren.<br />
In afwachting is Vos zijn stre»<br />
ken nog niet verloren. Maar zijn<br />
haren wel.<br />
Wat te begrijpen is in een partij<br />
als de zijn"
Kroniek van het misverstand<br />
De oude jonge dochter, bestuurslid<br />
van den geheel onthouders-bond,<br />
voelt, ter gelegenheid van de week<br />
van het water, de vlam des apostolaats<br />
met ongekende kracht in zich<br />
opflakkeren.<br />
Zij wandelt over de markt, op zoek<br />
naar slachtoffers, als haar oor almeteens<br />
getroffen wordt door de klacht<br />
van een bedelaar die, als voornaamste<br />
getuige ten ontlaste, een tamelijk<br />
ln 't oog springend reukorgaan van<br />
't zuiverste karmijn uitstalt.<br />
— Heb medelijden met een ongelukkige<br />
die hongert en dorst I<br />
— Ik ben gaarne bereid u te helpen,<br />
zegt de oude juffrouw, die eenigen<br />
argwaan koestert, maar op één<br />
voorwaarde, Beken me oprecht: drinkt<br />
ge alkchol?<br />
— 'k Wil u gelooven, juffrouw! Met<br />
plezier! Waar zouden we eenen gaan<br />
stekken?<br />
• • •<br />
Zij telde achttien lenten als de jonge<br />
man op haar toetrad en woorden<br />
van liefde sprak:<br />
— Zouden we Zondag samen geen<br />
ritje maken?<br />
— Met den wagen?<br />
— Natuurlijk!<br />
— Stuurt ge zelf?<br />
— Neen. Ik zal bevel geven aan den<br />
Chauffeur.<br />
Den Zondag kwamen ze saam aan<br />
NOG 'N ANEKDOTE<br />
OVER EEN BANK<br />
Op een proces over echtscheiding<br />
trad een gendarm als getuige<br />
op. Toen de voorzitter hem vroeg:<br />
Hebt gij werkelijk de vrouw met<br />
haar minnaar... gezien?<br />
— Neen ik, antwoordde de gendarm,<br />
maar ik heb het gehoord.<br />
— Gehoord, gehoord, zei de voorzitter,<br />
dat is niet genoeg, zet u<br />
langs achter op de bank.<br />
De gendarm ging achter in de<br />
zaal op de bank zitten en een kwartier<br />
later ging van deze plaats een<br />
formidabel en Pallieteriaansch kanonschot<br />
op.<br />
— Gendarm! riep de voorzitter,<br />
dat ls ongegeneerd!<br />
— Ik, zei de gendarm, ik? Hebt<br />
gij dat gezien mijnheer de voorzitter?<br />
— Neen ik, maar 'k heb het verdomme<br />
goed genoeg gehoord!<br />
— Gehoord! zei de gendarm, dat<br />
Is niet voldoende, zet u langs achter<br />
op de bank.<br />
St. Pietersstation. Hij droeg een grijs<br />
pak met koperen knoopen en een klepmuts<br />
met geheimzinnige initialen.<br />
Hij stopte het meisje in de bus en<br />
gaf om 2.07 uur stipt, het bevel om<br />
in te schakelen.<br />
Zij doorkruisten de stad, van St. Pieters<br />
naar de Dampoort.<br />
— En voor onze speelreis, fluisterde<br />
hij tot het meisje, rijden we naar<br />
Port-Artihur.<br />
• • •<br />
Het warenhuis Krapski en Cie is<br />
tot den bodem toe afgebrand. Met al<br />
wat het bevatte, konservedoozen, rijwielen,<br />
tandenpasta, winkeljuffers en<br />
bezoeksters.<br />
Onder deze bezoeksters is ook de<br />
vrouw van onzen vriend Adhémar, te<br />
welker gelegenlheid wij hier onzen<br />
vriend ons diepste leedwezen betui<br />
gen.<br />
Adhémar woidt natuurlijk op 't politiebureel<br />
geroepen. Een ongeluk<br />
komt nooit allleen.<br />
— Zoudt ge mij, met het oog op de<br />
identificeering der slachtoffers, eenige<br />
kenmerken van uw ongelukkige<br />
echfagenoote kunnen aanduiden?<br />
vraagt de kommissaris.<br />
. — Zeker, zeker, zij had er zelfs<br />
twee! antwoordt Adhémar.<br />
— Ha, ha! Dewelke?<br />
— Zij was doof en sprak door haar<br />
neus.<br />
:DE STREEK ZONDER<br />
GETROUWE<br />
MALDEGHEM»<br />
Men vraagt zioh af welke woorden<br />
de geschiedschrijvers der toekomst<br />
gaan gebruiken, als het er zal op aan<br />
komen het Derde Rijk van Hitier te<br />
karakteriseeren?<br />
Het land zonder boeken? Het land<br />
zonder marxisten?<br />
Al deze en dergelijke omschrijvingen<br />
blijken echter nog onvolledig en beneden<br />
de waarheid.<br />
Wij voelen dan ook veel meer voor<br />
de formule, die we in 't orgaan van<br />
volksvertegenwoordiger De Lille aantroffen:<br />
Hitier wil in gansch Duitschland<br />
maar ééne partij meer, namelijk<br />
de zijne.<br />
In Duitschland lijk in Italië,<br />
geen vrijheid meer. Daar heeft dus<br />
niet een enkele streek een Getrouwe<br />
Maldeg'hem.<br />
Tot hiertoe kende onze letterkunde<br />
slechts «Het dorp zonder klok», en<br />
«De man zonder lijf»; nu hebben we<br />
goddank ook het drama van «De<br />
streek zonder Getrouwe Maldeghem».<br />
KOEKOEK<br />
Is Vindevogel<br />
een fronter,<br />
En zoo ja,<br />
waarom niet?<br />
Ofschoon de fronters tot de werveldieren<br />
behooren, heeft men een tijdlang<br />
kunnen meenen, dat Vindevogel<br />
tot de fronters behoorde. Hij zelf<br />
echter was er nooit goed van overtuigd.<br />
Men kon hem in de Kamer<br />
altijd tusschen twee banken zien zitten,<br />
en men hoeft overigens maar zijn<br />
aangezicht te zien, om op staanden<br />
of zittenden voet te begrijpen wat<br />
men onder verdachte elementen verstaat.<br />
Fronter of niet, Vindevogel is altijd<br />
katholiek geweest; niet als geloovige,<br />
maar als een levend bewijs van het<br />
bestaan der ziel. Zijn ziel ligt op zijn<br />
aangezicht, en vermits zij er op ligt<br />
bestaat zij. Zij die het bestaan der<br />
hel loochenen hebben nooit Vindevogel<br />
gezien.<br />
* • •<br />
Is Vindevogel een fronter, en zoo<br />
ja, waarom niet, vroegen wij bij den<br />
aanvang van dit parochiaal artikel.<br />
Wij antwoorden.<br />
Omdat de frontpartij trots alles nog<br />
niet klerikaal, kwezelachtig en Jezuïetisch<br />
genoeg is. Zij zal dat misschien<br />
allemaal worden, maar tot nu toe<br />
staat ze nog niet onder het uitgesproken<br />
gezag van mijnheer de paster.<br />
Daarom moest Vindevogel er uit.<br />
Hij had ergens nog een beetje<br />
frissche lucht geroken, en zijn longen<br />
verdragen dat niet.<br />
• * *<br />
Zit er dan geen geestdrift meer in<br />
de frontpartij. Godver alhier en aldaar,<br />
was «Koekoek» een frontersblad<br />
geweest, wij zouden anders gevierd<br />
hebben, toen Vindevogel er uit trok.<br />
Ge zoudt onze titels gezien hebben:<br />
STEMT VOOR DE FRONTERS<br />
VINDEVOGEL IS ER NIET<br />
MEER BIJ!<br />
Ofwel:<br />
WIJ ZULLEN MISSCHIEN<br />
DE MEERDERHEID<br />
NIET BEHALEN<br />
MAAR NIEMAND MOET<br />
VOOR VINDEVOGEL<br />
STEMMEN!<br />
Want het vertrek van Vindevogel<br />
was toch de heerlijkste propaganda<br />
die men kon droomen! En men heeft<br />
er geen gebruik van gemaakt!<br />
Het was zulke ongelooflijk schoone<br />
propaganda, dat alle eerlijke<br />
menschen gemeend hebben dat de<br />
Fronters Vindevogel betaald hebben<br />
om ontslag te nemen.
KOEKOEK 5<br />
DE FRONTPARTIJ OF DE KUNST<br />
DER INKONSEKWENTIE<br />
De fronters zullen dat misschien<br />
niet gaarne hebben, maar ter wille<br />
van de waarheid dient het toch gezegd<br />
dat hun partij een officieele Belgische<br />
instelling is, vermits haar bestaan<br />
in de Grondwet werd voorzien.<br />
Van het oogenblik dat in de Grondwet<br />
werd geschreven: «Alle Belgen zijn<br />
gelijk voor de wet» was er aan de fronters<br />
niet meer te ontkomen. Immers,<br />
er leven in ons land Vlamingen en<br />
Walen en daar men van een Vlaming<br />
geen Waal kan maken en van een<br />
Waal nog veel minder een Vlaming,<br />
konden alle Belgen niet gelijk zijn<br />
voor de wet..<br />
Men heeft toen weliswaar gedurende<br />
honderd jaar allerlei kruisingen<br />
beproefd, maar buiten het ras der konijnen<br />
hebben die niet den minsten<br />
uitslag opgeleverd. De Belgische konijnen<br />
werdet al grooter en grooter<br />
en hun haar langer. Wa -<br />
rsohijnlyk om<br />
onze regeerng te judassen gingen de<br />
Engelsohen echter voort dat.Belgisch<br />
konijnenras «flemish» te noemen, gelijk<br />
de Engelsche zeelieden nu nog<br />
altijd voortgaan met te spreken van<br />
de «Belgian language» waar zij toch<br />
de Vlaamsahe taal bedoelen. Maar<br />
dat is diplomatie.<br />
In tegenstelling met de konijnen,<br />
die hun best deden, werden de menschen<br />
uit het noordelijk gedeelte des<br />
Iands al maar stommer. Dit wil zeggen<br />
dat zij in strijd met alle verwachtingen<br />
voortgingen met Vlaamsch te<br />
spreken.<br />
Men. zond er de vulgarisateurs op af,<br />
maar ook dat pakte niet, ofschoon de<br />
Vlaming de reputatie heeft een beetje<br />
vulgair te zijn, in zooverre dat Jan<br />
Boon het noodig heeft geoordeeld den<br />
Vlaamschen gentleman uit te vinden.<br />
Maar dat is nog een andere historie.<br />
De Belgische, om niet te neggen vaderlandsohe<br />
oorsprong van de frontpartij<br />
blijkt verder uit het feit dat<br />
door de afschaffing van België ook<br />
de frontparty zou; verdwijnen. De fronters<br />
die België bestrijden begaan dus<br />
een inkonsekwentie.<br />
*. * *<br />
Na den oorlog kwam de frontparty<br />
als een revelatie voor het Vlaamsche<br />
volk. De Belgen, die immers den oorlog<br />
hadden gewonnen, naar zij beweerden,<br />
— de feiten hebben naderhand<br />
die meening eenigszins gewijzigd<br />
— merkten er nog niets van. Het<br />
was noodig dat de gansche liberale vertegenwoordiging<br />
te Antwerpen, plaatsvervangers<br />
inbegrepen, uitstierf en dat<br />
de zoogezegde Bormsverkiezingen werden<br />
gehouden opdat de Belgische officieele<br />
wereld het bestaan van de<br />
frontpartij zou gewaar worden. Met de<br />
hulp van socialisten, de katholieken<br />
en liberalen kreeg de fronterslijst toen<br />
83.000 stemmen. Sindsdien verwijt Leurdan<br />
te pas en te onpas aan den h.<br />
Baelde den zetel van Borms te hebben<br />
gestolen, maar vergeet dat hij hetzelfde<br />
doet door al die stemmen voor<br />
zijn partij op te eischen. Dat is weer<br />
een inkonsekwentie.<br />
* • #<br />
Na den oorlog zouden de fronters<br />
revolutie maken om in Vlaanderen den<br />
boel op zijn pooten te stellen. Maar<br />
het oogenblik bleek toen niet gunstig.<br />
In alle geval, zij hibben geen enkelen<br />
generaal gefusiljeerd, geen een minister<br />
doodgeslagen en geen enkel ministerie<br />
in de lucht geblazen.<br />
De fronters besloten dan den weg te<br />
kiezen van de demokratie. Hun teak<br />
zou er vooral in bestaan de andere<br />
partijen vooruit te schoppen. De fronters<br />
schopten vooral in de katholieke<br />
partij, waar men die schoppen wel<br />
van doen had en nu nog zou kunnen<br />
gebruiken. Maar de fronters hebben<br />
hun sohoppentaktiek tegenover de katholieken<br />
laten varen en vormen nu<br />
met hen in de Vlaamsche provincieraden<br />
twee handen op éénen buik, op den<br />
buik van België natuurlijk, wat een<br />
andere inkonsekwentie is.<br />
* • *<br />
Terwij zij zich aldus in het zweet<br />
zetten om de andere partijen in Vlaanderen<br />
vooruit te schoppen, vergaten<br />
de fronters de Vlamingen zelf vooruit<br />
te schoppen. Dat was de vierde inkonsekwentie<br />
en de reden dat de fronters<br />
nu maar met zijn achten in het Parlement<br />
zitten. Dat zal zoowat tien procent<br />
zijn van de Vlaamsche vertegenwoordiging.<br />
Desniettemin denken de<br />
fronters dat zij gansch Vlaanderen<br />
zijn. Zooveelste inkonsekwentie.<br />
* * •<br />
De taal is niet gansch het volk en<br />
het frontisme is niet gansch de politiek.<br />
Voor een arbeider is het glad<br />
eender te worden uitgebuit in het<br />
Vlaamsch of in het Fransch. Maar dat<br />
komt doordat Anseele de mensohen<br />
bedorven had met zijn blefstukkenpolitiek.<br />
Dank zij die biefstukkenpolitiek<br />
HIJ WAS HET EENS<br />
MET DEN OFFICIER<br />
VAN JUSTITIE<br />
RECHTER. — Verdachte, ge zijt<br />
tot twee jaar gevangenisstraf veroordeeld.<br />
Maar de officier is daar niet<br />
mee tevreden en ging in hooger beroep.<br />
VERDACHTE. — Om u de waarheid<br />
te zeggen, Edelachtbare, ben ik<br />
er ook niet mee tevreden en sluit ik<br />
mij aan by het oordeel van den Officier<br />
van Justitie I<br />
gaan de Vlaamsche arbeiders nu echter<br />
beter gekleed dan vroeger, zy wonen<br />
beter, zy voeden zich beter. Daardoor<br />
zyn ze eindelijk gaan gewaar<br />
worden dat zy ook menschen zyn. Zoolang<br />
ze dat niet voelden was het onbegonnen<br />
werk te trachten hun de gedachte<br />
bij te brengen dat zy in Vlaanderen<br />
ook Vlamingen mochten zyn.<br />
Als de stumperige Vlamingen nog<br />
wat meer biefstukken zullen gegeten<br />
hebben zullen ze ook voelen dat z6<br />
zelfs in Brussel Vlaming mogen biyven.<br />
En dan zullen ze niet langer valsche<br />
verklaringen doen aangaande de<br />
moedertaal hunner kinderen. Dan zullen<br />
er van zelf Vlaamsche klassen<br />
komen in de hoofdstad en haar voorge<br />
borchten. Nu leggen de fronters<br />
de schuld alleen op de vermuilezelingspolitiek<br />
der franskiljonsche gemeentebesturen.<br />
Het is niet voor ons plezier<br />
dat we zoo iets schrüven, maar zulke<br />
houding ook is een inkonsekwentie.<br />
• * •<br />
Nu zyn de fronters nog met zyn<br />
achten. Maar vroeger waren ze met<br />
zyn elven. Toen voelden zij zich sterk.<br />
En om hun sterkte te toonen zouden<br />
zy een programma opstellen. Dat was<br />
een nieuwe inkonsekwentie want door<br />
een programma verraadt men alleen<br />
zyn zwakheid. Het is kinderspel een<br />
bond of een liga op te richten als men<br />
maar niet tracht te bepalen wat dat<br />
organisme zal doen. Dat moesten de<br />
fronters ondervinden. Zi. dienden een<br />
wetsvoorstel in tot wyziging van de<br />
Grondwet, maar er was niemand cm<br />
het te verdedigen. Gelukkig heeft de<br />
Kamerontbinding den doom gehaald<br />
uit den voet der frontparty die er leelijk<br />
begon door te manken.<br />
• • •<br />
Gesproten uit de demokratie, gaan<br />
de fronters nu Hitier nadoen. Daarmee<br />
is de evolutie volledig. Begonnen als<br />
reaktie tegen de Staatskatholieke politiekers<br />
die voor den oorlog niets hadden<br />
gedaan om het Vlaamsche vraagstuk<br />
op te lossen, zy'n al vele leden<br />
der frontpartij teruggekeerd in den<br />
sohoot van diezelfde Staatskatholieke<br />
party en een ander deel gaat nu de<br />
katholieke reaktionnairs overtroeven.<br />
Leuridan roept al lang dat het socialistische<br />
beest moet worden verdreven<br />
uit Vlaanderen en Van Severen zijn<br />
Verdinasos gaan alle Marxisten opknoopen<br />
en doodslaan of omgekeerd.<br />
Dat, meenen zy, zal gemakkelyker<br />
zyn, dan te beginnen met de bankiers<br />
die de Vlaamsche arbeiders gedurende<br />
een eeuw hebben uitgezogen en dat ia<br />
weer eens een inkonsekwentie.<br />
• • •<br />
De frontparty heeft ook van Ward<br />
Hermans een groot man gemaakt.
• ü<br />
.... KOEKOEK .<br />
OVER DE VERSCHEIDENE MANIEREN<br />
VAN DE ZALIGHEID TE VERWERVEN<br />
De zaligheid is de toestand van<br />
eenea, die in den zevensten hemel ls,<br />
waar al de aardsche onderscheiden<br />
uitgewischt zijn.<br />
Daarom zegt men van iemand, die<br />
geen verschil meer weet tusschen een<br />
solsleutel en een paraplubak, dat hij<br />
zijn zaligheid heeft.<br />
Men kan zijn zaligheid op verscheidene<br />
manieren verwerven. Iemand die<br />
niet goed op de hoogte is van het<br />
alcoholgehalte van het Engelsen bier,<br />
geraakt gewoonlijk in zijn zaligheid<br />
na de eerste dozijn demitses.<br />
Zalig kan men echter ook worden<br />
door 't verorberen van sommige<br />
meesterwerken der literatuur, zooals<br />
de artikels van 't Gentenaarken of<br />
de verzamelde werken van Jef Mennekens.<br />
Wie dat in zijn klcefen gewerkt<br />
heeft, verkeert gewoonlijk ln een<br />
toestand van ongeneeslijke lethargie.<br />
Een springbom, onder zijn achterdeel<br />
geplaatst, is zelfs niet bij machte het<br />
slachtoffer wakker te schudden.<br />
Een derde mar 'er van iemand in<br />
staat van zaligheid te verplaatsen, bestaat<br />
er in van hem ne keer beslist<br />
en definitief onder zijnen hoed te<br />
slaan.<br />
Dit is zelfs nog de meest afdoende<br />
manier, zooals we uit een brief van<br />
pater De Vreese, in 't Getrouwe Maldeghem<br />
gepubliceerd, kunnen leeren.<br />
Pater De Vreese heeft in «'t land<br />
van den Glimlach», den roemrijken<br />
aanval op de roovers te Haangkiatien<br />
bijgewoond.<br />
32 gedocde roovers. Plus 15 gevangenen<br />
die werden opgeleid. «De schurkerij<br />
en de schoefterij lag op hun<br />
wezen te lezen». Natuurlijk.<br />
Wij wisten dat die mannen zouden<br />
gefusilleerd werden, daarom<br />
stuurde E. P. Cools een goede catechist<br />
er heen, om die mannen<br />
gereed te maken tot den dood cn<br />
hun den nooddoop toe te dienen.<br />
Die nooddoop is werkelijk -en prachtige<br />
uitvinding. Wn' vragen ons zelfs<br />
af, waarom men dit systeem b. v. niet<br />
toepast op de konferentie van Londen?<br />
Zij smecken natuurlijk den priester,<br />
dat hij hun leven zou redden.<br />
Stilaan kon hij hun gedachten<br />
naar het ander leven richten, zij<br />
werden kalmer en voelden dat het<br />
noodlot over hun leven gevallen<br />
was. Zij geloofden dat er na dit<br />
leven iets overbleef van hun wezen,<br />
en geloofden in God.<br />
Zes van deze mannen werden ter<br />
dood veroordeeld, en ontvingen<br />
deemoedig het doopsel. Daarop<br />
keerde E. P. Cools naar huis terug.<br />
Elk zijn werk op deze wereld. Den<br />
eene naar huls en den andere naar de<br />
Elyscesche velden.<br />
Een catechist vergezelde hen<br />
tot op de strafplaats, «n nog al<br />
biddend hun schietgebedeke, dlc<br />
de catechist hun aangeleerd had,<br />
werden ze nedergeschoten, hun<br />
rooverziel vloog ten hemel op.<br />
O. L. Heer verhoorde genadig<br />
onze gebeden. Dezen morgen on-<br />
'lor de II. <strong>Mi</strong>s hoorden we het<br />
akelig ontbranden van de geweren<br />
en het gebulder van bet kanon,<br />
cn wü hadden gesmeekt voor<br />
den zege. Wonder goed verhoorde<br />
God onze bede. Aan Hem /.ij alle<br />
lof cn eer. Wü mochten daarbij<br />
7 zielen ten hemel opvoeren, die<br />
anders misschien nooit het godsrijk<br />
zouden aanschouwd hebben.<br />
Dat noemen wij tenminste bandieten,<br />
die van geluk mogen spreken! Levend<br />
of dood, dat komt er bij de godsgeleerdheid<br />
inderdaad minder op aan.<br />
BELGIË OP ZIJN DOMST<br />
lVJ*n zou kunnen zeggen: Waren<br />
de Belgische patriotards slim geweest,<br />
ze zouden het aktivisme ln<br />
het bijzonder, en het flamingantisme<br />
in het algemeen klein gekregen<br />
hebben. Alhoewel men dan<br />
ook zou kunnen zeggen, waren die<br />
Belgen slim geweest ze zouden getracht<br />
hebben Vlaanderen groot te<br />
krijgen.<br />
Maar nu zijn de patriotards dom<br />
geweest en hebben Vlaanderen alleen<br />
maar honderd Jaar kunnen<br />
tegenhouden.<br />
Het zijn natuurlijk de fronters<br />
die van deze domheid geprofiteerd<br />
hebben.<br />
Die verregaande domheid komt<br />
in een paar ware anekdoten driekleurig<br />
tot uiting.<br />
Een rechter komt te Antwerpen<br />
bij een aktivist waar men een huiszoeking<br />
heeft gedaan. Tenslotte<br />
vallen zijn strenge oogen op een<br />
boek van Marcellus Emants.<br />
— Van wie is dat boek? vraagt<br />
hij.<br />
— Dat boek? Van mij.<br />
— Zeker, maar wie ls de schrijver?<br />
— Wel, Marcellus Emants.<br />
— Zeker, zeker, maar wie is die<br />
Marcellus Emants?<br />
— Emants ? Een Hollandsch<br />
schrijver.<br />
— Luister, vent, ge moet mij<br />
niet voor den aap houden. Als ge<br />
eerlijk opbiecht zal u dat ten goede<br />
komen op uw proces. Mf-ar als<br />
ge liegt...!! Zeg mij nu, wie is die<br />
Marcellus Emants?<br />
— Ik heb het toch gezegd, een<br />
Hollander.<br />
— Haha, ge wilt dus uw kop uitwerken,<br />
briescht de rechter. Dan<br />
zal ik u zeggen wie die Emants is!<br />
Die Marcellus Emants. dat zijt gij!<br />
Gij zelf!!<br />
We kennen rechters die Vondel<br />
ter dood zouden veroordeeld hebben<br />
voor aktivisme!<br />
COOOOQ000990S00909Se09&OS«<br />
DAT WAS DE BEDOELING<br />
NIET<br />
Kleine Jan moet boodschappen doen<br />
voor z'n vader. Hij stapt den winkclin-heeren-mode-artikelen<br />
binnen en<br />
kommandeert parmantig :<br />
— Ik moet een boord voor m'n<br />
vader hebben.<br />
— Zoo een als ik om heb ? vraagt<br />
de winkelbediende.<br />
— Nee. zegt Jan, — m'n vader wil<br />
'n schoon boord hebben 1<br />
Dr. PANGLOSS.<br />
Eenzelfde avontuur overkwam de<br />
vrouw van een aktivist. Haar man<br />
was naar Holland gevlucht, en zij<br />
ging weg en weer tusschen België<br />
en Holland om hem af en toe te<br />
zien. Deze dame was zeer geloovig,<br />
en zooals men dat bij de nonnekes<br />
leert, had zij een «passage»<br />
uit Bossuet in caillgrafie overgeschreven.<br />
Bossuet sprak over het<br />
gerecht van God, dat zoowel koningen<br />
als armen treft. Het stukje papier<br />
stak ln haar handtasch.<br />
Op zekeren dag werd zij aan de<br />
grens aangehouden door een Belgisch<br />
officier, die in haar handtasch<br />
de tirade van Bossuet vond.<br />
Hij had natuurlijk onmiddellijk in<br />
de gaten dat er van den koning<br />
sprake was, en hij was slim genoeg<br />
om (weer al ne keer) een komplot<br />
tegen ons vorstenhuis te raden.<br />
— Wat beteekenen die woorden?<br />
vroeg hij.<br />
— 't Is een gebed...<br />
— Een gebed... een gebed! Wie<br />
heeft dat... «gebed» geschreven?<br />
— Bossuet, <strong>Mi</strong>jnheer.<br />
— Volla, 'k dacht het wel, grinnikte<br />
de officier, en die Bossuet dat<br />
ls natuurlijk ook een aktivist? Allez<br />
toe, beken het maarl
i KOEKOEK 7 _<br />
DE SLAG DER GULDEN SPOREN in <strong>1933</strong><br />
Groote scharen stroomden op 11<br />
Juli naar den Groeningekouter,<br />
om te herinneren aan den glorierijken<br />
slag die daar in 1302 werd<br />
geleverd.<br />
Op een verhoog was HERMAN<br />
VOS geklommen, en toen er wat<br />
stilte in de menigte was gekomen,<br />
begon hij.<br />
— Het zijn de Joden niet die<br />
Vlaanderen gekruisigd hebben,<br />
maar de Franschen! Hier stonden<br />
zij in 1302, om ons met bezems weg<br />
te vagen, maar tegenover hen<br />
stónd het Vlaamsche heir pal gelijk<br />
in 't liedje. Vereenigd stonden<br />
de Vlamingen daar! Er waren geen<br />
minimalisten onder, doch allen<br />
wachtten schouder aan schouder<br />
den vijand af. Die eenheid trachten<br />
wij, Vlaamsche nationalisten,<br />
nu weer te verwezenlijken...<br />
(STAF DE CLERQ is op het verhoog<br />
geklommen en onderbreekt<br />
Vos):<br />
— Ja, En die enheid zal een katholieke<br />
eenheid zijn! Ons Vlaamsche<br />
volk kent maar een land dat<br />
zijn land kan zijn, en dat is God!<br />
(LEURIDAN, die niet ver van<br />
het verhoog staat, verheft eventjes<br />
de stem en overdondert Staf<br />
De Clercq).<br />
— Hoort, de machten des kwaads<br />
zullen tegen de Maagd van Vlaanderen<br />
niets vermogen, en zij zal<br />
geen verkrachting dulden van bloedige<br />
vingeren en lasterlijke tongen.<br />
De Vlaamsche kerrels en kerrelinnen<br />
verheffen als goedendags de<br />
mokerende bijlen van hun zwaardige<br />
vuisten en... (Daverend applaus).<br />
(Er komt eensklaps roering in de<br />
menigte. Ward Hermans baant<br />
zich een weg door de toehoorders,<br />
en roept:)<br />
— Achteruit! Volksverraders!<br />
Het Vlaamsche heir staat immer<br />
pal en ik zal op uw veege bansen<br />
dansen gelijk de Leeuw van Vlaanderen<br />
van Conscience waaruit ik<br />
gansche bladzijden zelf heb geschreven!<br />
<strong>Mi</strong>jn dag ls gekomen en<br />
gelijk de Leuridans en Vossen mij<br />
uitgespuwd hebben, zoo zal ik u<br />
nu uitspuwen. Volk van Vlaanderen,<br />
volgt mij! Harop, op de<br />
verraders!<br />
(VAN SE VEREN, in uniform,<br />
heeft het zwaard uit de scheede getrokken,<br />
en zwaait het boven het<br />
hoofd van Ward Hermans):<br />
— Een moment, brave jongen,<br />
wat doet ge met de tucht. Peist<br />
gij dat gij al generaal zijt? Onder<br />
dén kreet Dina, zoo zullen wij<br />
zegevieren! Achteruit! Volk van<br />
Vlaanderen, smoel toe, of we gieten<br />
er rlcijnolie in. Vos heeft hier<br />
gezegd, dat het de Joden niet zijn<br />
die Vlaanderen gekruisigd hebben!<br />
Hij liegt! Het zijn wel de<br />
Joden! En wie zou het anders<br />
zijn?<br />
VOS. — De Franschen!<br />
VAN SEVEREN. — Smoel toe,<br />
als ik u iets vraag! Nu komt het<br />
niet meer op spreken aan. Ik<br />
spreek alleen! De Joden moeten er<br />
aan.<br />
DE DINASO'S. — Juda verrecke!<br />
Heil Van Severen!<br />
VAN SEVEREN. — Maar aangezien<br />
er bij ons geen Joden zijn,<br />
zullen wij de franskiljons doen betalen!<br />
WIES MOENS. — En de sociaaldemokraten.<br />
VAN SEVEREN. — Natuurlijk!<br />
Want de franskiljons alleen, uitroeien<br />
dat zou te gemakkelijk zijn,<br />
wij zouden niet genoep bloed zien!<br />
VOS. — Er zijn hier helaas ook<br />
geen sociaal-demokraten.<br />
VAN SEVEREN. — Jawel, gij!<br />
En smoel open!<br />
VOS. — Open? Of toe?<br />
VAN SEVEREN. — Open, zeg ik<br />
u! Eerste luitenant, giet er een<br />
hectoliter ricynolie in!<br />
LUITENANT. — Heer Voerder,<br />
wij hebben geen rlcijnolie, wij<br />
hebben niets anders dan benelne.<br />
VAN SEVEREN. — 't Is ook<br />
goed. En als hij vol is, steek er<br />
een steksken aan, dat hij ontploft.<br />
VOS. — De eenheid in Vlaanderen!<br />
VAN SEVEREN. — Er is maar<br />
één eenheid, en dat ben ik! Giét<br />
hem vol!<br />
(Vos wordt vol benzine getapt.<br />
Eenige Antwerpsnaars trachten<br />
hem uit de handen der Dinaso's te<br />
redden).<br />
VAN SEVEREN. — Slaat dat gebroed<br />
neer! 't Zijn Joden!<br />
(Er wordt gevochten. Ward Hermans<br />
gaat met eenige mannen Staf<br />
de Clerck te lijf... De Dinaso's<br />
gaan er met matrakken op los.<br />
Het bloed vult de grachten van<br />
den Groeninger Kouter. Het wordt<br />
nacht. En zes uren later rijst de<br />
zon boven het vrije Vlaanderen...)
8 KOEKOEK<br />
CM Ê2tlAR2/LlT<br />
vam cru<br />
V^W AMDfcRtrt<br />
Het teedere kristendom<br />
DE GENTENAAR schreef over<br />
«de teederheid van het kristendom».<br />
Om u dat teedere proza te laten<br />
voelen, geven we u een klein<br />
schoteltje:<br />
In den Gos-Mensch inderdaad,<br />
is het geheel de mensch,<br />
zooals hij is, die vergoddelijkt<br />
was door zijn vereeniging met<br />
de godheid; de menschelijke<br />
natuur was in niets verminkt,<br />
noch verminderd wij konden<br />
in dezelfden goddelijken<br />
persoon terzelf dertij d onzen<br />
God en onzen menschelijken<br />
broeder, onzen vriend, onzen<br />
reis- en arbeirsgezél begroeten.<br />
Dat verstaat ge natuurlijk.<br />
Maar voor de keikoppen onder<br />
onze lezers geven we niettemin een<br />
nog duidelijker beeld:<br />
Wat belet er hier dén onverschilligste<br />
bepaald af te breken<br />
met den godsdienst zijner<br />
kindsheid, tenzij het aandenken,<br />
ln het diepste zijner<br />
ziel, van den indruk, die er;<br />
ondanks hem, gelaten werd<br />
door het genaken der teederheid,<br />
terzelf dertij d Goddelijk<br />
en menschelijk van Christus?<br />
Als ge dit goed naar binnen<br />
hebt gespeeld, zult ge geen<br />
purgatie moeten nemen.<br />
Een 0 te veel<br />
Verleden week lazen we in LE<br />
PEUPLE, niet een bijblad, maar<br />
toch familie van «Koekoek»:<br />
Le petitionnement de Gand<br />
(ville) a remporté un succes<br />
formidable. Mardl soir 250<br />
mille signatures avaient été<br />
recueillies.<br />
Met andere woorden: te Gent<br />
(stad) werden op één avond 250<br />
duizend handteekeningen voor het<br />
petitionnement opgehaald.<br />
«Le Peuple» heeft gelijk op dit<br />
formidabel sukses te wijzen.<br />
Het is een rekord boven alle rekords<br />
in acht nemend, dat Gent<br />
maar zoowat 170.000 inwoners<br />
heeft.<br />
Intusschen blijft het verhaal van<br />
H. Consnience aktueele literatuur...<br />
ïsoeooeooeeosooeoeeooosoeo<br />
Niet waterdicht<br />
HOTELHOUDER. - Smaakt deze<br />
wijn u niet: was de flesch misschien<br />
niet luchtdicht gesloten?<br />
GAST. — Wel luchtdicht, maar<br />
waarschijnlijk niet waterdicht<br />
Cüf<br />
ers i<br />
Men zegt soms, dat cijfers<br />
duidelijker zijn dan woorden,<br />
't Is mogelijk.<br />
Duidelijk in alle geval was een<br />
advertentie in ons b ij b 1 a d<br />
VOORUIT, waarin we o. m. lazen:<br />
SLAAPKAMERS<br />
in eik, met ressort — 4 stuks:<br />
1395.— 1595.— 1795.—<br />
EETPLAATSEN<br />
in eik. De 10 stuks:<br />
1975.— 2375.— 2600.—<br />
SALONGARNITUUR<br />
in zijde moquette. De 6 stuks:<br />
995.— 1550.— 1850.—<br />
VOETBANKJES<br />
gegarnierd:<br />
995.00<br />
Dat zien er allemaal redelijke<br />
prijzen uit, in 't bijzonder wat betreft<br />
de... garnierde voetbankjes,<br />
die men voor een foetebagatel<br />
van... 995 frank kan koopen.<br />
't Is alleen maar spijtig, dat er<br />
geen afslagzegels bij gegeven<br />
worden.<br />
En op een andere plaats is de<br />
taal der cijfers niet minder<br />
treffend.<br />
In den dagklapper, onder<br />
«allerlei», lazen we een oproep tot<br />
de werkloozen. Aldus:<br />
VOOR DE WERLOOZEN.<br />
Te 16 uur 's namiddags, in<br />
het Feestlokaal «Vooruit»:<br />
Bijzondere vergadering.<br />
Bijeenkomst te 3.30 uur, op<br />
de Vrijdagmarkt.<br />
Te 3 uur 30 's morgens bijeenkomen<br />
op de Vrijdagmarkt om<br />
's namiddags te 16 uur in het<br />
Feestlokaal «Vooruit» te zijn,<br />
ai m'n voeten!<br />
De burgemeester van<br />
Gentbrugge<br />
We hebben altijd gedacht, dat de<br />
burgemeester van Gentbrugge onze<br />
vriend Emiel Van Sweden was.<br />
Om de Gentbrug^enaars gerust<br />
te stellen, zeggen we dadelijk, dat<br />
hij het werkelijk is.<br />
Maar!<br />
Onze goede kameraad <strong>Mi</strong>ele<br />
heeft zijn naam laten veranderen.<br />
Zoo denken we toch. Want in ons<br />
bijblad A. B. C, onder zijn foto,<br />
lezen we dat hij<br />
E. von Sroecken<br />
heet!!...<br />
Er zijn drukfouten, die plezierig<br />
zijn. Maar de verminking van Van<br />
Sweden's naam is toch wat anders.<br />
!<br />
Hopen en hebben<br />
HET VOLK heeft van tijd tot<br />
tijd een smeet van filosofische<br />
martelingen, die het dan bovenaan<br />
zijn blad uitzweet.<br />
Enkele dagen geleden was de<br />
kreet des harten:<br />
Ons geluk<br />
leeft meer van<br />
« hopen »<br />
dan van<br />
« hebben »<br />
Dat is prachtig gezeid voor<br />
kristen-demokraten. En uit goede<br />
bron vernemen we, dat eerstdaags<br />
in hetzelfde blad zal verschijnen:<br />
Onze werking<br />
leeft meer van<br />
« woorden »<br />
dan van<br />
« daden »<br />
En:<br />
Onze kiezers<br />
worden meer<br />
« bedrogen i<br />
dan<br />
« geholpen »<br />
Waarvan akte.<br />
Vertel niet wat ge weet<br />
Neen, we zeggen het u: vertel<br />
niet wat ge weet!<br />
Die gulden stelregel leerden we<br />
in de ieugdig-frissche GAZETTE<br />
VAN GENT.<br />
Een zekere Roeland (noch min,<br />
noch meer) heeft het over professor<br />
Daels, — natuurlijk ter wille<br />
van het rektoraat der Gentsche<br />
universiteit.<br />
Volgens de «Gazette van Gent»<br />
mag Daels niet benoemd worden..<br />
Dat moesten wij u nu precies niet<br />
zeggen. En weet ge waarom?<br />
Tijdens den oorlog bestond er<br />
achter het front een legerkomiteit,<br />
dat verscheidene jonge snullen<br />
aanzette te deserteeren in<br />
vollen oorlog, terwijl de laffe<br />
opstokers gerust in de<br />
kantonnementen bleven.<br />
Goed, zegt ge, maar... Daels?<br />
Wel, Roeland doet de volgende<br />
onthulling:<br />
Hoe stond Daels tegenover<br />
dit legerkomiteit? Wij toeten<br />
het maar wij zullen het niet<br />
vertellen. De bevoegde ininister<br />
moet ingelicht zijn.<br />
Roeland weet het.<br />
Roeland zal het niet vertellen.<br />
En de minister moet ingelicht<br />
zijn.<br />
Als u dat niet voldoende is, moet<br />
ge 't zeggen.
KOEKOEK<br />
M. PONCELET opent de vergadering<br />
te 2 uur.<br />
M. VOS. — Ik stel voor de zitting<br />
op te heffen om den Gulden Sporenda'g<br />
waardig te herdenken.<br />
BRANQUART. — Kul de Sport?<br />
Kekseksa? Sport de kul, dat zou<br />
ik verstaan.<br />
VOORZITTER. — M. Branquart,<br />
gij zijt nu senator en hebt hier in<br />
de Kamers niets te zesgen. Ge<br />
moogt hier zelfs niet zijn.<br />
BRANQUART. — De Fransche<br />
geest dringt overal door!<br />
M. VOS. — Ik herhaal mijn<br />
voorstel om de vergadering op te<br />
heffen.<br />
M. HYMANS. — Nooit of nooit!<br />
Uit naam van de gesneuvelde soldaten<br />
honderdduizend maal neen!<br />
M. SINZOT. — 't Spijt mij genoeg<br />
dat ik bij die gesneuvelden<br />
niet ben, of ik zou u een danske geleerd<br />
hebben.<br />
M. AMELOT. — Waarom zouden<br />
wij de Gulden Sporen vieren? De<br />
Vlamingen vragen daar niet naar.<br />
Ik heb mijn keukenmeid en mijn<br />
hovenier ondervraagd, en ze verzekerden<br />
mij dat ze liever hun betrekking<br />
behielden dan de Gulden<br />
Sporen te vieren.<br />
M. DEVEZE. — Ik neb dezelfde<br />
bevinding opgedaan in het leger.<br />
Al de kapiteins hebben in hun kompagnies<br />
gevraagd, welke soldaten<br />
aktivist waren, en wat ze dachten<br />
over het flamingantisme. Uit alle<br />
kazernen heb ik hetzelfde verheugende<br />
antwoord bekomen, namelijk<br />
dat de soldaten niets denken. Ge<br />
ziet, mijne heeren, de patriottische<br />
geest is sterk in het leger.<br />
HUYSMANS. — Ge zijt bezig de<br />
Fronters te versterken. Eer het vijf<br />
jaar verder is, zult ge verplicht<br />
zijn de Gentsche universiteit te vervlaamschen,<br />
het Vlaamsch in de<br />
openbare besturen wettelijk te re-<br />
M. 'DEVEZE. — Nooit! Of men<br />
zal over mijn lijk motten stappen.<br />
HUYSMANS. — Ge moet u niet<br />
dommer voordoen dan ge zijt; ge<br />
zult een van de eerste franskiljons<br />
zijn om Vlaamsch te leeren spreken.<br />
Maar ge zult met alles een<br />
beetje te laat komen.<br />
M. FIEULLIEN. — Ga naar<br />
Stockholm!<br />
HUYSMANS. — Dat was een<br />
beetje te vroeg inderdaad. Dat is<br />
't verschil tusschen de menschen;<br />
de eenen zien alles vooruit, en de<br />
anderen als het te laat is. Ge zult<br />
nog den dag beleven dat Borms<br />
80.000 stemmen zal behalen. (Algemeen<br />
gelach).<br />
EEKELERS. — Ondertusschen<br />
kunnen we niet ernstig werken zoolang<br />
de Vlaamsche kwestie niet opgelost<br />
is. Ge jaagt de Vlamingen<br />
naar het extremisme en zij vergeten<br />
dat er nog iets anders is dan<br />
een Vlaamsche kwestie.<br />
MEYSMANS. — Er is geen<br />
Vlaamsche kwestie.<br />
GELDERS. — Zeer wel. Als ge<br />
uw oogen toe doet moet ge bekennen<br />
dat het donker is.<br />
M. FIEULLIEN. — De bisschop<br />
zelf heeft gezegd dat er geen<br />
Vlaamsche kwestie is.<br />
ANSEELE. — En de paus heeft<br />
gezegd dat de aarde niet draait.<br />
HUYSMANS. — Maar als hij later<br />
de waarheid gezien heeft, heeft<br />
hij ze naar zijn kant doen draaien.<br />
En zoo zal de bisschop het frontisme<br />
wel weten in te palmen.<br />
M. VINDEVOGEL. — Nooit! Wij<br />
zijn zelfstandige fronters.<br />
M. BORGIGNON (Stil) — Het<br />
zwijgen is goud.<br />
Z jH& *J5£? S<br />
' m i m l<br />
i'. •';<br />
dezeiFde kondi.ües. n<br />
' *<br />
BIJ DEN KLEERMAKER<br />
d a t h<br />
.V s<br />
e n glJ k o m t ze<br />
M. VAN SEVEREN. — Om zelfstandig<br />
te worden, moet het volk<br />
zich maar aan mij onderwerpen.<br />
Devèze heeft gelijk, alleen een volk<br />
dat niet denkt kan vrij zijn.<br />
EEKELERS. — Leve de dienstweigering.<br />
M. VAN SEVEREN. — Voor België<br />
ja. Maar ik moet soldaten hebben,<br />
die hun bloed willen geven<br />
voor het Vlaamsche vaderland. Die<br />
alleen zullen heilig zijn en rijstpap<br />
eten met zilveren lepels.<br />
GELDERS. — Een beetje rijstpap<br />
vóór ze sterven zou ook niet slecht<br />
zijn.<br />
M. VOS. — Maar hadden al de<br />
gesneuvelde Belgen die hier zitten<br />
drie onsen politiek verstand gehad,<br />
er zouden nooit duizenden Vlamingen<br />
door het nationalisme zijn aangestoken.<br />
M. VAN SEVEREN. — Gij spreekt<br />
gelijk een sociaal-demokraat, gij<br />
smerige Jood!<br />
fdert 5 jaar een kostuum moet betalen<br />
vereffenen?<br />
»** ken aan<br />
k 0 m U W B 8 e o m U e e n k o s t u u m te
10<br />
KOEKOEK<br />
Brieven van Pierken<br />
Een 9 © u i c e u r e I t<br />
— TKrfiagen is de menschgen ingebooren.<br />
Ge kunt geen gaazete opeslaan<br />
of sie en deucht niet en la en<br />
deuoht niet, den dienen is ferkocht<br />
aan de veijant, den anderen ferlocchent<br />
zijn ferleeden, den derden zet<br />
zrjn schgoonmoeder op tferkaarpelen<br />
en de vierden is te stom om t'elpen<br />
donderen... Ten zrjn pertan de goeje<br />
foorneemes niet die mankeeren, om<br />
den ekonemiek van tsosjaal lichaam<br />
weer op zijn poten te zetten en t'ooft<br />
fier opgejeeven de toekomst in te<br />
blikkeren.<br />
— Waar heb ge die redenen van<br />
optimisme gehaald. Pier?<br />
— Is tnie zuust meschgien? Krietekeeren<br />
is pemakeiyk maar zelve doen<br />
is anderen tee. Ge zijt ook een van<br />
die soorte gij. Kzou u en u bende<br />
van Koekoek ne keer ront de groene<br />
taafel wille zien zitten in Londen...<br />
— We zouden in elk geval onze<br />
beste manieren uithalen om de rostbeef<br />
en de whisky geen oneer aan<br />
te doen!<br />
— Geen lolekes, hen? Ebde gezien<br />
dat ze in Engellant op de gefaarlijke<br />
hoeken openbaare en kosteloze fertooningen<br />
opvoeren van peblieke ongeluken,<br />
soogeaecht om de otemobielrtjjers<br />
tot foorzichtigelt aan te wakkeren<br />
en tferkeer te ferasereeren?<br />
Peizde gij niet date rop den wech<br />
van die uitvindinch nog onijndelrjk<br />
yeelc te doen valt in nen andere zin?<br />
— Hoe wilt ge zeggen, Pier?<br />
— Bei ja, g'ebt daar beifeurbeelt<br />
die sosseteit teegen de zeedelyke bedervinch<br />
die ons besohgermt teegen<br />
de slegte boeken en de deekoltees van<br />
tlicht vrouwvolk, ewel, waarom zouwt<br />
zezij die twee spiesjaliesten uit ulder<br />
reedakse...<br />
— Ik begrrjp u al: Jo-Jo en De Platte!<br />
— ...nie loslaaten in den schgoot<br />
der deftege faamieldes om daar ulder<br />
duuvels te ontbinden en dusdoende<br />
aan de onagtzaame moeders te wei-<br />
,zen op de responsabcleteit die ze op<br />
ulder schgouwders laaden door ulder<br />
dogters tsenaavens aleenen naar de<br />
sienama te laaten gaan?<br />
— Dat ware inderdaad een prachtig<br />
initiatief, Pier, en ik ben er van<br />
overtuigd dat de bond van Dr. Wibo<br />
in deze aangelegenheid geen vruchteloos<br />
beroep zou behoeven te doen op<br />
de liefdadige medewerking van onze<br />
beide redakteurs.<br />
— Is een. En nu numero twee. G'<br />
ebt daar de andere sosseteit teege den<br />
tsenuiver... ewel, waarom zouwt zezij<br />
op zon en feestdaagen geen uitgekogte<br />
mannen ronfczenden die onder den<br />
welwilenden invloet van eenige doozijnen<br />
Hustkamps de gefolgen van<br />
den openbaaren dronkenschgap pebllek<br />
zouwden ten toon spreiden en<br />
onder tzingen van onsaamenhangende<br />
woorden en twaateren teegen de<br />
openbaare gebouwen de aandagt van<br />
de wandelaars en de pollesazenten op<br />
ulder uitspattingen festigen? Een<br />
woordeken van de sosseteit waare voldoende<br />
om mijn vaader dierekt zijn<br />
antrenement te doen beginen...<br />
— Wat dat punt betreft, Pier, de<br />
regeering heeft onlangs een prachtige<br />
gelegenheid in dien zin laten voorby-<br />
gaan. Ge hebt wellicht in 't Laatste<br />
Nieuws het verslag gelezen van 't bezoek<br />
van prins Leopold aan de stad<br />
Bergen?<br />
— Waar dat hy tbeijaartkonser en<br />
de kapetyn van de ponplers mee zün<br />
teegewoordigeit eeft opgeluisterd?<br />
— Juist! Maar daarover heb ik het<br />
niet. Zulke ongelukken overvallen een<br />
prins dagelijks . Ik wil veeleer uwe<br />
aandacht vestigen op het laatste nummer<br />
der vermakeiykheden, waarvan<br />
Het Laatste Nieuws ons 't volgende<br />
heeft medegedeeld:<br />
De prins moest ook volstrekt<br />
het bier van de streek proeven<br />
alvorens hy vertrok nagejutcht<br />
door de bevolking.<br />
Ik vraag me tevergeefs af waarom<br />
de ceremoniemeester der stad Bergen<br />
hier niet aan den vaderlandschen<br />
opofferingszin van uw vader gedacht<br />
heeft, al was het maar om den prins<br />
in deze kiesche en gevaariyke onderneming<br />
bij te staan? Tenware er een<br />
speciale brigade van de Myol-club de<br />
reis had meegemaakt.<br />
— Ge zult mü in elk geval een<br />
groot plezier doen met myn voader<br />
op de oogte te houwden van de verdere<br />
ontwikelinch van de reizen van<br />
den prins, voor tgeval dat hy onae<br />
stat en de natte senters van tomligende<br />
geleik Ouwdenaarde, Zottegem,<br />
Maeter en Wieze met een bezoek<br />
mogt koomen verheeren. Om geen<br />
falschge fooroordeêlen en gefolchtrekkingen<br />
bei myn moeder op te-wekken<br />
kunde dierekt sohgreiven naar<br />
tfolgent adres : Amedee De Spielleire,<br />
In Tsapeurken, post restant...
gay»<br />
Ito. ^uAti^töté^<br />
"O<br />
dcc<br />
Pt<br />
om. hJbïzfo, *|\,
12 KOEKOEK<br />
HET FRONT<br />
Wie is het, die voor Vlaanderens oorden,<br />
Van echte liefde overloopt,<br />
Die voor dat Vlaanderen vecht... met woorden<br />
Maar, die het aan Van Roey verkoopt ?<br />
Dat zijn de tamme, holle praters,<br />
Die visschen gaan in troebel waters,<br />
Dat zijn de lui met grooten mond,<br />
Dat is het front !<br />
Wie zijn het, die voor Vlaandren trillen<br />
En razen van zijn grooten nood,<br />
Maar mee de arme stakkers villen,<br />
Die vechten voor een korstje brood ?<br />
Dat zijn de lui met forsche kelen,<br />
De pseudo-intellektueelen<br />
Met hoofden leeg, maar 't buikje rond,<br />
Dat is het front !<br />
Wie zijn 't, die op een meeting praten<br />
Gelijk de echte demokraten,<br />
Maar die ter kamer eiken keer<br />
Zich toonen als reaktionnair ?<br />
KUNST EN LETTEREN<br />
't Schy'nt dat de film op zoek is<br />
naar nieuwigheid. Er wordt immers<br />
te weinig gelachen bij de triestige lollekes<br />
van Maurice Chevalier op het<br />
Witte doek.<br />
De kineast Rasimi heeft dan ook<br />
een nieuwe formule gevonden, die onvermijdelijk<br />
onze lachspieren in aktie<br />
moet brengen. Rasimi gaat ons vergasten<br />
op valsche aktualiteiten, mislukte<br />
klankopnamen, verkeerde aanpassingen<br />
en domme konferenties, zooals<br />
de Gazet van Antwerpen meedeelt.<br />
M. Rasimi zal het niet moeilijk hebben.<br />
Hy moet maar eventjes met zyn<br />
apparaat by de kristen-demokraten<br />
gaan aankloppen.<br />
Vorige week is de Koninkiyke<br />
Vlaamsche Akademie, (dat bestaat),<br />
saamgekomen.<br />
't Kwam er op aan van een nieuw<br />
lid te verkiezen. Na de vyfde ronde ls<br />
Hendrik de Man met een half wiel<br />
voorsprong aan den sprint verschenen,<br />
terwyi onze kandidaat Jef Mennekens,<br />
met slappen band op den bodem<br />
der bus bleef liggen.<br />
Dit bewyst eens te meer, dat de Vlamingen<br />
geen zin hebben voor humor.<br />
Dergeiyke praktyken kunnen er in<br />
elk geval slecfhte toe bydragen de<br />
kloof tusschen de Akademie en «Koekoek»<br />
nog te verbreeden.<br />
Berijmde schelmerijen - 78<br />
Dat zijn de knechten der reaktie,<br />
Dat is de gekke, Vlaamsche fraktie,<br />
Die kruipt voor rijken langs den grond,<br />
Dat is het front !<br />
Wie zijn 't, die Vlaamsche menschen kullen,<br />
Met «Vlaanderen vrij» en «Vlaanderen groot»<br />
Die enkel over «taal» staan lullen,<br />
Als ware er geen andre nood ?<br />
Dat zijn de domme fanatiekers,<br />
De hersenlooze romantiekers,<br />
Die Vlaandren redden iedren stond.<br />
Dat is het front !<br />
Wie zijn het, die ons steeds bevechten,<br />
In naam der schoone Vlaamsche taal,<br />
Die lachen met der werkers rechten<br />
En spotten met ons ideaal ?<br />
Dat zijn de lui, die wij bestrijden,<br />
In naam van hen, die honger lijden,<br />
Dat is voor Vlaandren nog een wond,<br />
Dat is het front !<br />
— Houd mij aan! Ik kom myn vrouw, myn kanarievogel en mün<br />
schoonmoeder te vermoorden! . . .<br />
— Ge moet eens terugkeeren, man. De kommissaris is gaan eten!
KOEKOEK<br />
OVER REMBRANDT HEEN<br />
NAAR HET SPIRITISME<br />
V E R V O L G EN SLOT<br />
«Nu, ja, verklaarde zij, ik schijn<br />
die macht wel degelijk te bezitten,<br />
doch ik maak er zeer zelden gebruik<br />
van.» — «Kijk, dame, mijn zorg nu<br />
is te weten of ik nog ooit iets met<br />
m'n twee gewezen echtgenooten en<br />
schoonmamas te maken zal hebben...<br />
Acht u het voor mogelijk dat ik er<br />
ooit tegenover zou komen te staan of<br />
te zweven?» — «Zeer zeker!» klonk<br />
het kort. — Sapperloot, en hierboven<br />
kan men licht niet, zooals hier beneden,<br />
'n ander straatje inslaan om<br />
ze te ontloopen?» — «Neen, niets<br />
blijft daar verborgen.»<br />
«Dat ziet er lief uit! ontviel me<br />
kregelig. En dan spreekt men hier<br />
bij ons over de eeuwige rust! Als dat<br />
niet waar zou zijn, dan foppen ze ons<br />
hier beneden op 'n schandelijke manier!...<br />
En u meent, dat u en ik en<br />
leder ander geesten van 'n vroeger<br />
geslacht vertegenwoordigen?» — En<br />
met overtuiging zei ze: «Natuurlijk!<br />
Gij vermoedt wellicht niet, mister Taylor><br />
tot wiens geest ik mijn persoon<br />
u nu spreekt?...» — «Neen, gaf ik ten<br />
antwoord, daarvan heb ik geen flauw<br />
idee. Weet u het zelf?» vroeg ik. —<br />
«Ja, antwoordde ze eenigszins trots,<br />
. ik draag in mij den geest van den<br />
profeet Amis, uit de IXe eeuw». —<br />
«Neen, maar! viel ik onmiddellijk in,<br />
dan is u eigenlijk geen vrouw!...» —<br />
«<strong>Mi</strong>ster Taylor, vervolgde ze plechtig,<br />
u moet ook weten dat soms beestenzielen<br />
in den mensch varen, en dat<br />
men wel eens terecht tot iemand<br />
zegt: «Ge zijt 'n ezel!» — «Voor<br />
Iemand die met 'n dergelijke ziel is<br />
bedeeld, zei ik zachtjes, zijn de ooren<br />
het hinderlijkst» — «Het noodlot,<br />
<strong>Mi</strong>ster! sprak ze op diepen toon. Ik<br />
ben niet alleen Amis maar ook Georges<br />
Sand!» — «Wel, wel, riep ik opgewekt,<br />
Georges Sand, de intieme<br />
vriendin van den beroemden Franschen<br />
dichter Alfred de Musset!? Zeer I<br />
aangenaam kennis met u te maken, f<br />
madame! En hoe stelt het die lieve<br />
dichter?» — En op somber-deklamatorischen<br />
toon betoogde ze: «Hij is<br />
ln 'n millioenen mijlen van hier verwijderd<br />
geestenrijk. Dus nog lang niet<br />
te bereiken.» — «Dan zal ik nu maar<br />
niet beproeven hem 'n bezoek te brengen,<br />
zei ik schalks. Wat mij persoonlijk<br />
aanbelangt» — «Ge zoudt uw toekomst<br />
willen kennen? viel ze me in<br />
de rede. — «Och, zei ik, bij nader<br />
overwegen wordt dit nu minder aan<br />
trekkelijk, vooral als men bedenkt dat<br />
met ongerekend al het andere bovendien<br />
ook nog kans loopt te vernemen<br />
dat men als koe of ezel in den een<br />
of anderen stal heeft staan balken...<br />
Maar om het even, ik zou toch willen<br />
weten waar het eigenlijk op staat.<br />
Heeft het noodlot gewild dat lk 'n<br />
ezel ben, dan behoef ik er mij niet<br />
driftig om te maken, als mij dat algemeen<br />
gekend naamwoord naar m'n<br />
kop wordt geslingerd.» — «Goed, zei<br />
ze, ik zal beproeven of het oogenblik<br />
gunstig is tot het bekomen van het<br />
antwoord op uw vraag.» — Zij stond<br />
op en verzocht me aan 'n andere tafel<br />
te willen plaats nemen. Het was<br />
al laat geworden en daardoor waren<br />
wij nog slecht met z'n drieën: M'n<br />
vriend, de dame en ik waren nog de<br />
eenige overgeblevenen in het intieme<br />
lunchroomsaloonetje. Ik voldeed<br />
dus aan haar verzoek en wendde me<br />
naar 'n ander tafeltje waarop zij 'n<br />
blad onbeschreven wit papier en 'n<br />
potlood legde. Rond het tafeltje stonden<br />
drie stoelen, waarvan ik er een<br />
in bezit nam toen ze zei: «Zet u nu<br />
maar op den eersten stoel, en leg de<br />
linkerhand op de leuning van den<br />
middenstoel die open moet blijven.<br />
Ik neem hier plaats». — en zij zette<br />
zich meteen op den derden stoel haar<br />
rechterhand op de mijne leggend en<br />
de linker met potlood op het papier<br />
gedrukt.<br />
Twee «sloebers» hebben heel den<br />
nacht geboemeld, 's Anderendaags vertellen<br />
ze elkander hun droeve thuiskomst.<br />
— <strong>Mi</strong>jn vrouw heeft mij uitgescholden,<br />
dat hooren en zien verging...<br />
— De mijne heeft mij in de kleerkast<br />
gestopt.<br />
— En wat is er dan verder gebeurd?<br />
— Ik heb de kast langs binnen toegedraaid.<br />
En hoe mijn vrouw ook tierde,<br />
ik liet haar met binnen. Ik ben<br />
immers heer en meester in mijn huis.<br />
huis.<br />
13<br />
Vertelling door<br />
JOHN TAILOR<br />
«Zóó, zei ze fluisterend, doe nu wat<br />
ik zeg. Bzie me kalm doch vastberaden<br />
in de oogen... Houd met de<br />
andere hand de zitting van uw stoel<br />
vast... Beproef nu met alle moeite<br />
te denken dat ge absoluut niemendal<br />
zijt.» — Daartegen protesteerde ik<br />
licthjes door te zeggen: «Dat zou zeer<br />
zeker wel 'n bovennatuurlijke bescheidenheid<br />
zijn! Ik ben toch altijd<br />
iets, al stond ik gewoon maar in alleman's<br />
weg» — Toen klonk het ceremonieel:<br />
«<strong>Mi</strong>ster Taylor, geloof me,<br />
en wil dat vooral indachtig wezen:<br />
Er is volstrekt niets te veel op da<br />
aarde, noch plant, noch mensch,<br />
noch dier; zelfs het geringste stofdeeltje<br />
of zandkorreltje heeft 'n bestemming.»<br />
— «Als het dan maar<br />
niet in mijn oog vliegt», gaf ik toe.<br />
— «Let nu goed op!» beveelde zij, en<br />
doordring u van de gedachte: «Ik besta<br />
niet!» — «Goed, zei ik pleohtig, ik<br />
besta niet!» — « TJ moet het dénken,<br />
niet zeggen», beweerde ze. — Best,<br />
zei ik knikkend, ik denk het». — Opeens<br />
bezag ze me star in de oogen.<br />
«Opgelet, fluisterde ze... Leg even uw<br />
linkerhand op mijn voorhoofd, misschien<br />
wordt me overgeseind wat gij<br />
verlangt te weten... Nu moet u stil<br />
blijven en niet vragen... Er komt iets<br />
opdagen... 'n Onrustige ziel hulst in<br />
u... Bc zie visioenen... Antwoord me<br />
nu... Gevoelt ge soms af en toe niet<br />
J 'n neiging tot inbreken?...» — «Ja,<br />
' zei ik, zeer dikwijls heb ik me al de<br />
kostbare kroonjuweelen uit den Tower<br />
van Londen toegewenscht!» —<br />
Toen trok ze eensklaps haar hand<br />
van m'n voorhoofd weg, uitroepende:<br />
«Cartouche! de ziel van den hoofdman<br />
der beruchte dievenbende!!» —<br />
En meteen rukte ze het straatvenster<br />
open schreeuwend uit volle borst:<br />
«Politie!!» — Onmiddellijk daarop zag<br />
ik 'n agent binnen springen. Ik werd<br />
opeens met woest gebaar aan den<br />
arm geschud en hooren me toeroepen:<br />
«Hé, meneer, word eens wakker! De<br />
causerie is reeds lang afgeloopen, we<br />
moeten sluiten!!» — Ik was, onder<br />
de voordracht over Rembrandt in<br />
slaap gedut, door 'n denkbeeldige konferentie<br />
betreffende het Spiritisme<br />
overvallen. De spreekster over Rembrandt<br />
had het aldoor zoo geweldig<br />
over kleuren dat ze mij kleurenblind,<br />
had gemaakt. En ik ben er haar eigenlijük<br />
dankbaar voor, omdat ik zonder<br />
haar toedoen anders nooit met het<br />
Spiritisme zou hebben kennis gemaakt.<br />
Niet dat ik daar, rechtuit gezegd,<br />
veel voor voel, maar omdat me dit<br />
in de gelegenheid heeft gesteld U,<br />
geachte lezeresesn en lezers, het verzoek<br />
te richten: «Zeg me wat gi) over<br />
u zelve denkt, en ik zal u zeggen wi«<br />
ge zijt.» — De lieve dames laat ilc<br />
het eerst aan de beurt.
14 KOEKOEK<br />
Uit het leven van den platte<br />
De Platte was juist een deftige uil<br />
aan het vangen teen hij uit zyn dutje<br />
werd gewekt door de schorre stem van<br />
Kanaken;<br />
— He, rappe, kom eens naar beneje!<br />
Btanske stond aan de trap te huilen.<br />
Eerst toen ze drie maal geroepen bad,<br />
kwam de Platte uit zijn kamer.<br />
— Wel, schreeuwbakkes, bulderde<br />
hij tegen, wat komt ge te kort?<br />
— Daar is volk voor TJ.<br />
— Voor mij? 't Zijn toch zeker geen<br />
gendarmen?<br />
Daarop riep een stem, die den Platte<br />
bekend voorkwam:<br />
— 't Is Suske, jongen, van Melcebela.<br />
— Ha, zU-de gij het maar! Kom<br />
boven, zei de Platte gerustgesteld.<br />
En Susken kwam naar boven.<br />
Susken was inderdaad een oude bekende<br />
van den Platte. Ge zult u allemaal<br />
nog herinneren dat de Platte een<br />
poosje hulpkoster is geweest. Welnu<br />
in dien tijd had de Platte ons Susken<br />
leeren kennen.<br />
Wie Susken nu eigenlijk was? Een<br />
rijke boer van 't dorp, klein, scheel<br />
en gierig en die op gevorderden leeftijd<br />
plots d?n kolder ln het hoofd had<br />
gekregen. Want alhoewel reeds ten<br />
volle zestig jaar, was hij ln den echt<br />
getreden met een boerenmeid, die niet<br />
eens een nagel bezat, ten zij die van<br />
haar vingers, om heur achterste te<br />
krabben. Het was misschien ook niet<br />
noodig dat ze heur achterste zelf<br />
krabde, daar zou altijd wel een man<br />
te vinden zijn, om dat in haar plaats<br />
te doen, want om het eerlijk te zeggen:<br />
Melanie was jong, frisch, plantureus<br />
en hartstochtelijk.<br />
Wat zij te kort had, had Susken.<br />
geld. Eilaas, hetgeen Susken te kort<br />
had, bezat zij niet. Maar zoo diep<br />
moeten we op deze zaak niet ingaan...<br />
Susken was rijk. Maar zoo rijk als<br />
hij was, zoo gierig was hy. In de<br />
eerste weken van zijn huweiyk zag hy<br />
op geenen frank om zijn jeugdige<br />
wederhelft te behagen. Doch kort<br />
daarop begon hij voorzichtiger om te<br />
springen met zijn duiten.<br />
Ge zult gemakkelijk begrijpen dat<br />
Melanie niet met Susken was getrouwd,<br />
omdat ze dol verliefd op den<br />
ouwen sukkel was. Ze had het op<br />
zijn centen voorzien gehad en nu ze<br />
gewaar werd dat Susken zyn geld goed<br />
byhield, was ze nog erger ontgoocheld<br />
dan na haar eersten bruidsnacht...<br />
In elk geval: ze had kost en inwoon,<br />
Be liep netjes gekleed en Susken zou<br />
er ook al zoolang niet meer loopen.<br />
Intusschen zocht Melanie een beetje<br />
Tfrstrooiing.<br />
In den beginne pinkte ze naar den<br />
slagersjongen, wat later pinkte ze<br />
naar al de mannen die ze in het<br />
dorp op haar Wandelingen ontmoette<br />
en nog wat later pinkte ze naar eiken<br />
vent dien ze tegenkwam en die er<br />
volgens haar uitzag, als ^ynde nog in<br />
staat om te kegelen.<br />
Susken had dat alles gauw in de<br />
gaten. Hy zei bij zichzelven: Sus jongen,<br />
als ge niet oppast, dan zal uw<br />
vrouw u een koppel horens opzetten,<br />
waar die van uw koe Bles kinderkapstokken<br />
zullen by zyn.<br />
Maar ja, als een vrouw besioten<br />
heeft heuren vent te bedriegen,<br />
probeer gy dit dan maar te beletten.<br />
Ge hebt gy elders uw bezigheid en<br />
ge kunt uw hand wel eens voor haren<br />
mond houden maar...<br />
Zoo was Susken op de gedachte<br />
gekomen den Platte over deze zaak te<br />
raadplegen. Toen de Platte in het<br />
dorp als hulpkoster had gefungeerd,<br />
had hy meer menschen goeden raad<br />
gegeven. De Platte was een jongen<br />
uit de groote stad en over aangelegenheden<br />
als deze, waarover Susken<br />
zich bezorgd maakte, weten ze ln een<br />
groote stad toch altijd meer af dan in<br />
een klein dorp.<br />
— En wat voor nieuws brengde gij<br />
my, Susken, zoo leidde de Platte de<br />
conversatie in.<br />
— Ha geen, zei Susken. Ge weet,<br />
ik lees raar of zelden de gazet.<br />
— Daar hebt ge geiyk in, zei de<br />
Platte, om iets te zeggen. En hoe staat<br />
het met de patatten, dees jaar?<br />
— Van patatten gesproken, begon<br />
Susken, ik zit leelijk ln de patatten.<br />
— Hoedat? vroeg de Platte.<br />
— Wel, ge hebt gy misschien ook<br />
jehoord dat ik getrouwd ben?<br />
— Neen. toch niet. Proficiat!<br />
— Merci, zei Susken. <strong>Mi</strong>jn vrouw ls<br />
een heele portie jonger dan ik.<br />
— Dat kan nooit kwaad, meende<br />
de Platte.<br />
— Toch wel, stribbelde Susken<br />
tegen. Ik heb in het snuitje dat, zoo<br />
Ik niet oppas, mijn vrouw me zal bedriegen.<br />
— Ge zult precies de eerste niet zyn.<br />
Dat is zelfs aan koningen overkomen,<br />
zoo'n ongeluk.<br />
— Ja maar, weerde Susken zich, ik<br />
ben geen koning. En ik heb geen<br />
goesting om me te laten bedriegen.<br />
(Vervolg op bladzijde 15.).<br />
— Ik ken myn vrouw van drie maanden voor ons huwelijk.<br />
— G'hebt gij chance gehad! Ik heb ze slechts een beetje leeren kennen<br />
als we reeds 3 maanden getrouwd waren.
KOEKOEK<br />
— Goesting of geen goesting, filosofeerde<br />
de Platte, ge zult er toch<br />
moeten aan gelooven.<br />
— Is er dan geen remedie tegen?<br />
— Zeker, zei de Platte. Ge moet<br />
zorgen dat ge uw vrouw doodschiet<br />
voor ze u kan bedriegen.<br />
Susken werd bleek.<br />
— Watte, mijn vrouw doodschieten?<br />
Zij-de gij zot? Heel mijn leven in het<br />
prison gaan zitten, ik denk er niet<br />
aan. Kende gij geen andere remedie?<br />
Is er geen heilige of zoo iets dien ik<br />
kan aanroepen?<br />
De Platte dacht even nè. en sprak<br />
dan, bedaard:<br />
— ken er maar ééne. Hij staat<br />
hier ln St-Jacobs. Daar zijn er maar<br />
weinigen die hem kennen. Het is de<br />
heilige Cocufanius. Als ge wilt zal ik<br />
hem u eens wijzen.<br />
De Platte en Susken trokken naar<br />
St-Jacobs en daar wees, op een afgezonderd<br />
plaatsken, de Platte een<br />
beeld aan van een heilige die een<br />
rietje in zijn hand hield.<br />
— Dat is -ie, zei de Platte. Ge moet<br />
een schletgebeeken bidden dat luidt<br />
als volgt:<br />
Heilige man, ge hebt het druk,<br />
doch als ik u vragen mag,<br />
bescherm mijn echtelijk geluk,<br />
en mijn mannelijk gezag.<br />
— Maar, zei de Platte, het is niet<br />
voldoende dat ge dat gebed opzegt.<br />
Van gebeden kan ook een heilige niet<br />
leven. Gé zult hier elke week moeten<br />
komen, en zoodra ge uw gebed hebt<br />
opgezegd, legt ge een briefken van<br />
100 frank aan de voeten van den<br />
heiligen man neer en ge gaat loopen<br />
zoo hard als ge kunt.<br />
DE IJVERIGE NAZI. - Kom,<br />
Bertha, ge moogt zoo niet in uw hemd<br />
loopen, terwijl de groote Hitier voor<br />
de radio spreekt!<br />
(The Sketch, Londen)<br />
UIT HET LEVEN<br />
VAN DEN PLATTE<br />
VERVOLG<br />
Susken vond de voorwaarden nogal<br />
zwaar. Maar enfin, hij hield van<br />
Melanie, horens dragen is ook niet<br />
plezant en wie weet, hij zou het met<br />
den heilige misschien wel op een<br />
akkoordje kunnen gooien. Hij had<br />
hooren zeggen, dat de index gezakt<br />
was, misschien deed de heilige Cocufanius<br />
het wel voor de helft van den<br />
prijs?<br />
De eerste week kwam Susken bidden.<br />
Hij lel een briefken van 100 fr.<br />
aan de voeten van den heilige en was<br />
weg. Ik hoef u niet te vertellen dat<br />
de Platte blnstdien achter een pilaar<br />
op den loer stond, en zoodra Susken<br />
vertrokken was, van achter zijn<br />
schuilplaats te voorschijn kwam om<br />
het briefken van honderd frank op<br />
te rapen.<br />
De tweede week vergenoegde Susken<br />
zich met een briefken van 50 frank<br />
neer te leggen. Ook de volgende<br />
weken vertikte hij het 100 frank te<br />
betalen: de heilige reklameerde toch<br />
niet!<br />
Dat had zooal een week of vijf geduurd,<br />
als hij op zekeren avond wat<br />
vroeger naar huis keerde dan naar<br />
gewoonte en zijn Melanie, thuis, op<br />
den kant van een stoel aantrof met<br />
den stalknecht, in een positie die geen<br />
twijfel meer overliet omtrent het<br />
ongeluk dat Susken was overkomen.<br />
15<br />
In een razende koleire trok Susken<br />
er uit, recht naar de stad, waar hij<br />
den Platte opzocht.<br />
Hij had den Platte nog maar even<br />
goeden dag gezegd als hij al uitvaarde:<br />
— Wel, lekkere, bulderde hij, ge<br />
zijt in mijn voeten. En uwe heilige<br />
Cocufianus niet minder.<br />
— Wat is er nu gebeurd? zei de<br />
Platte, bedaard.<br />
— Wat er gebeurd is? Wat er moest<br />
gebeuren! <strong>Mi</strong>jn wijf heeft me bedrogen.<br />
— Hedde gij wel alles gedaan wat<br />
ik u heb gezegd?<br />
— Alles gedaan, ja.<br />
— Het gebed opgezegd.<br />
— Natuurlijk.<br />
— En dan telkens 100 frank aan<br />
de voeten van den heilige gelegd.<br />
Susken aarzelde alvorens te antwoorden.<br />
— 100 frank, 100 frank, zei hij.<br />
Neen. Om de waarheid te zeggen ik<br />
heb maar eenen keer 100 frank neergelegd<br />
en de andere keeren heb ik me<br />
tevreden gesteld met een briefken van<br />
50 frank.<br />
— Dacht ik het niet, zei de Platte<br />
verontwaardigd, 't Is uw eigen schuld<br />
als ge bedrogen zijt geworden.<br />
— Waarom dat?<br />
— Ge vraagt aan den heilige dat<br />
hij uw echtelijk geluk zou beschermen.<br />
Dat briefken van 50 frank is veel<br />
te klein geweest om zoo'n geluk te<br />
beschermen. Zie eens wat vijgenblad<br />
Eva in het Paradijs al noodig had!<br />
En de vrouwen zijn er op vooruitgegaan<br />
zulle, Susken, sedert dat Eva<br />
in heuren appel heeft laten bijten!<br />
THEOLOGIE VOOR HET VOLK<br />
In 't Volkske geeft Clemens eenige<br />
beschouwingen ten beste over de Octaaf<br />
van het H. Hart:<br />
Wanneer wij hier spreken van<br />
het «Hart van Jezus» dan bedoelen<br />
wij daardoor èn het physisch<br />
Hart èn de liefde, welke door dit<br />
Hart wordt verzinnebeeld. De H.<br />
Kerk leert ons dat het totale<br />
voorwerp of de term van dezen<br />
eeredienst ls de persoon van het<br />
Mensohge worden Woord, beschouwd<br />
in Zijn Heilig Hart, symbool<br />
van Zijn liefde. Derhalve<br />
aanbidden wij van Zijn Liefde.<br />
Derhalve aanbidden wij dat Allerheiligste<br />
Hart, omdat het samen<br />
met Jezus overige lichaamsdeelen<br />
en met Zijn ziel onafscheidelijk<br />
vereenigd is met de goddelijke<br />
natuur in den persoon van het<br />
Woord en daarom het «Hart van<br />
God» genoemd wordt en is.<br />
Alzoo begrijpen wij dat het H.<br />
Hart van Jezus het princiep is van<br />
Jezus' leven, het beste wat in<br />
Hem is, het heiligdom en het middenpunt<br />
van zijn goddelijke ge<br />
voelens voor de eer van Zijn eeuwigen<br />
Vader en ons cn aller menschen<br />
zaligheid.<br />
Duidelijker kan het bijna niet. Als<br />
Clemens ons echter dit geval ook eens<br />
in t Vlaamsch wil uiteenzetten, dan<br />
zullen wij er misschien iets van begrijpen.<br />
EEUWIG IS DE KUNST!<br />
Bernard Shaw was op een huiselijk<br />
feestje genoodigd. De gastvrouw had de<br />
goede gedachte gehad ook een kwartet<br />
te laten optreden. Het kwartet speelde<br />
en Shaw zat er met een gezicht, dat<br />
niets zei naar te luisteren. Intussehen<br />
verveelde hij zich op een ontzettende<br />
manier.<br />
Eindelijk kwam de gastvrouw naar<br />
hem toe. Met een vriendelijk lachje<br />
keek ze hem aan en zei:<br />
— En, mijnheer Shaw, hoe vindt U<br />
ons kwartet. De heeren spelen nu at<br />
vijftien jaar met elkaar.<br />
Verwonderd keek Shaw haar aan.<br />
— Pas vijftien Jaar, zei hij toent<br />
Hé, ik dacht, dat we hier al veel langer<br />
gezeten hadden!<br />
r
• a<br />
De akrobaat maakt een ballonreisje.<br />
(EV. WEEKLY).<br />
— Voorwaarts, jongens! gebruikt<br />
uw koppen!!<br />
(Lustige Blaetter).<br />
— Ik zal u wel eens afleeren, zulken<br />
onzin te verkoopen! Tot straf schrijft<br />
ge honderd maal : «Ik ben een groote<br />
deugniet», en laat gy het door uw<br />
vader onderteekenen!<br />
— Ge waart gisteren op een bruiloft,<br />
hé? Was het mooi.<br />
— Nee, afschuwelijk!<br />
— Wie trouwde er dan?<br />
— IK!!!!<br />
— Maar wat kijkt ge toch de heele<br />
tijd omhoog?<br />
—• Dat zal ik u zeggen: ik kom uit<br />
de bioscoop... en daar zat ik nog al<br />
erg vooraan.<br />
DIPLOMATIE<br />
(Ric et Rac)<br />
— Zeg, mama, wat is er erger, uit<br />
het venster vallen of zijn broek<br />
scheuren.<br />
— Uit het venster vallen, mijn<br />
vriend!<br />
— Ah, goed, mama, 'k heb chance,<br />
want ik heb alleen maar mijn broek<br />
gescheurd!<br />
(Le Quotidien, Parijs)<br />
1IIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIII1III<br />
DE WEG<br />
NAAR SCHOONHEID<br />
— Meneer Alfons zegt, dat ik lederen<br />
keer, als hij mij bezoekt, mooier<br />
ben geworden.<br />
— Waarom noodlgt ge hem dan<br />
niet uit, u wat vaker te komen bezoeken?<br />
KOEKOEK '<br />
Humor van anderen<br />
B R iOTA DER REDAKTIE. — We nemen geen verantwoordelijkheid op voor wat wij zelf schrij-<br />
I ven, dus nog minder voor de karikaturen van deze bladzijde. Het feit dat wij deze teekenin-<br />
| gen overnemen, van vriend en tegenstrever, bewijs* niet dat wij het met de strekking eens zijn<br />
DE GOEDE MOP<br />
— Ik heb zoo juist tegen den piloot<br />
gezegd, dat er brand aan boord<br />
is! (Ric et Rac).<br />
— Ik wist dat ik wat vergeten had<br />
lieveling: de bloemen. (L. Blaetter).<br />
ONBETWISTBAAR<br />
ANTWOORD<br />
— En gij, Jan, vertel gij me eenS<br />
een beetje wat er van de zoon van<br />
Lodewük de zestiende is geworden.<br />
— Wel, meneer, die moet al vele<br />
Jaren dood zijnl<br />
(Marinus).