31.07.2013 Views

64 (1891-92) - Tresoar

64 (1891-92) - Tresoar

64 (1891-92) - Tresoar

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

VIERENZESTIGSTE<br />

VERSLAG<br />

DER<br />

Handelingen van het Frieseh Genootschap<br />

VAN<br />

GESCHIED-, OUDHEID- EN TAALKUNDE TE LEEUWARDEN,<br />

over het jaar <strong>1891</strong>—18<strong>92</strong>,<br />

uitgebracht in de vergadering van den A Oct. 18<strong>92</strong>.<br />

Mijne lieer en!<br />

Ter voldoening aan art. 23 der wet heb ik de eer verslag<br />

uit te brengen van de Handelingen en den toestand<br />

van het Genootschap over het afgeloopen jaar.<br />

I. Evenals andere jaren mocht het Genootschap zich<br />

over talrijke blijken van hoog gewaardeerde belangstellingverheugen.<br />

In de eerste plaats heb ik het voorrecht in herinnering<br />

te brengen het hoogstvereerend bezoek aan het Museum<br />

van H.H. M.M. de Koninginnen, tijdens H. D. verblijf in<br />

deze stad.<br />

11


138<br />

Op de buitengewone vergadering van 21 April werd,<br />

namens het Bestuur, door den Heer Mr. W. B. S. Boeles<br />

medegedeeld, dat het nieuw gedeelte van het Museum-gebouw,<br />

waarvan den 25sten April <strong>1891</strong> de eerste steen was<br />

gelegd, voltooid was en in het begin van den zomer zou<br />

kunnen geopend worden, en dat, bij die gelegenheid in<br />

de nieuwe Schilderijzaal eene Tentoonstelling van schilderstukken<br />

van hedendaagsche meesters zou worden gehouden,<br />

waartoe aan het Bestuur, door eenige leden van het Genootschap<br />

, welwillende medewerking was toegezegd. Tevens<br />

zouden, in de Middenzaal, een aantal prenten en etsen<br />

van Priesche graveurs worden tentoongesteld uit de prentenverzameling,<br />

in het bezit van het Genootschap.<br />

Aan dit plan werd gevolg gegeven, en toen intusschen<br />

bij het Bestuur het bericht was ontvangen, dat tijdens het<br />

verblijf van H.H. M.M. alhier, ook het Museum door de<br />

Koninginnen met een bezoek zou worden vereerd, werd de<br />

opening dier Tentoonstelling op den dag van dat bezoek<br />

bepaald, dat den 19 Juni, 'svoormiddags na elf uur, zou<br />

plaats hebben.<br />

Ter audiëntie, die H. M. de Koningin-Regentes goed<br />

vond den 17den Juni te verleenen aan corporaties en commissiën,<br />

werd het Genootschap vertegenwoordigd door den<br />

Heer Voorzitter Mr. J. Dirks, den Heer Jhr. Mr. F. J. J.<br />

van Eijsinga en den Secretaris, waarbij de Voorzitter een<br />

kort woord richtte tot H. M. om het Friesch Genootschap<br />

in H. D. belangstelling en welwillendheid aan te bevelen.<br />

Op den genoemden, voor het bezoek bepaalden tijd,<br />

kwamen de Vorstinnen met aanzienlijk gevolg in het Museum.<br />

De hooge Bezoeksters werden verwelkomd door den Voorzitter,<br />

die daarop de overige leden van het Bestuur aan<br />

H.H. M.M. voorstelde, en met den Heer Jhr. Mr. F. J. J.


139<br />

van Eijsinga en gevolgd door de overige aanwezigen, H. D.<br />

begeleidde door de verschillende zalen. Hier werd , voor<br />

zoover het de kortheid des tijds gedoogde, het een en<br />

ander met belangstelling bezichtigd. Intusschen hadden<br />

zich de leden, die schilderstukken. in hun bezit, tijdelijk<br />

voor de Tentoonstelling hadden afgestaan, op uitnoodiging<br />

van het Bestuur, in de Schilderijzaal verzameld, en werden<br />

daar aan H.H. M.M. voorgesteld.<br />

Alvorens, na een bezoek van ruim een half uur, het<br />

gebouw te verlaten, schreven de Koninginnen Hare namen<br />

in het voor bezoekers van het Museum bestemde boek, tot<br />

eene blijvende herinnering aan deze gebeurtenis.<br />

Eenige dagen hierna richtte het Bestuur een adres van<br />

dankbetuiging aan H. M. de Koningin-Regentes, voor de<br />

hooge eer van H. D. bezoek aan het Museum, en deed<br />

tevens het eerbiedig verzoek aan H. M., om den titel van<br />

Beschermvrouw van het Friesch Genootschap van Geschied-,<br />

Oudheid- en Taalkunde te willen aanvaarden. Hierop<br />

werd het heuglijk bericht ontvangen, dat de Koningin-<br />

Regentes met genoegen het Museum had bezocht en had<br />

kunnen goedvinden als Beschermvrouw van het Genootschap<br />

op te treden.<br />

II, Den 19den Juni was dus het nieuw gestichte Museum-gebouw<br />

en de Tentoonstelling op de luisterrijkste wijze<br />

geopend.<br />

Hier is het de plaats om, met dankzegging voor hunne<br />

mildheid, de namen te vermelden van hen die de uitbreiding<br />

van het Museum hebben mogelijk gemaakt, en op<br />

grond van hunne bijdragen van ƒ 250.— of daarboven,<br />

als Oprichters van het Museum zijn erkend. Het zijn de<br />

Heeren:


140<br />

P. J. Suringar, Jhr. Mr. F. J. J. van Eijsinga, te Leeuwarden;<br />

Mr. A. Looxma IJpey, te Rijperkerk; Jhr. Mr.<br />

C. van Eijsinga, te Leeuwarden; D. H. Andreæ, Mr. A.<br />

J. Andreæ, te Kollum; J. Bieruma Oosting, te Oranjewoud<br />

; Jhr. Mr. J. A. A. van Panhuijs, te Groningen;<br />

Mr. P. D. Kijmmell, te Leeuwarden; Jhr. A. Lycklama à<br />

Mjeholt, te Wiesbaden; Jhr. Mr. W. O. A. Alberda van<br />

Ekenstein, te Groningen; Mr. W. M. baron du Tour van<br />

Bellinchave, te 's Gravenhage; Mr. B. F. W. van Brucken<br />

Fook, te Middelburg; Jhr. Mr. T. E. J. van Eijsinga, te<br />

Rotterdam; F. IJpey, te Venloo; Mr. J. baron van der<br />

Feltz, te Twello; R. baron van Lijnden, te 's Gravenhage;<br />

Mr, J. J. Bolman, te Bergum; Het Bestuur van het<br />

Dr. Popta-Gasthuis, te Marssum; Mr. J. Dirks, T. Gratama,<br />

Jhr. Mr. A. E. van Boelens van Eijsinga, te Leeuwarden<br />

; P. Lycklama à KTijeholt, te Rotterdam; Jhr. Dr.<br />

D. H. Waubert de Puiseau, te Wiesbaden.<br />

Bovendien werden nog onderscheiden belangrijke giften<br />

ontvangen, welke met een groot aantal kleinere bijdragen,<br />

samen de aanzienlijke som van ƒ 13337,75 uitmaken.<br />

Tot dekking der nog ontbrekende gelden voor de uitbreiding<br />

van het Museum, werd voorts op de algemeene<br />

Vergadering, den 6 October <strong>1891</strong> gehouden, aan het Bestuur<br />

machtiging verleend om, in den loop van dit jaar,<br />

eene hypotheek te vestigen op de gebouwen van het Genootschap,<br />

tot een bedrag van hoogstens ƒ20,000.<br />

Het nieuwe gebouw, dat thans dus is voltooid, bestaat<br />

uit drie ruime zalen, waarvan de benedenste is ingericht<br />

tot bibliotheekzaal, de middelste tot prentenkabinet, de<br />

bovenste, de sierlijkste en best verlichte van alle, tot schilderijzaal.<br />

Het geheel voldoet, zoowel in- als uitwendig,<br />

alleszins aan de vereischten. Daarvoor komt hulde en dank


141<br />

toe aan de verschillende commissiën en deskundigen, die<br />

hun krachtigen steun en medewerking wilden verleenen aan<br />

het Bestuur, om de noodig geworden uitbreiding voor te<br />

bereiden en te voltooien.<br />

De financieele commissie bestond uit de Heeren: Mr. W.<br />

J. van Weideren baron Rengers, P. J. Suringar, G. Gratama,<br />

T. Gratama, Mr. A. E. van Boelens van Ejjsinga,<br />

Mr. A. J. Andreæ en P. Lycklama à Mjeholt. Tot de<br />

bouwkundige commissie behoorden verseheiden leden van<br />

het Bestuur en de Heer S. J. Vermaes, Hoofdingenieur<br />

van den Provincialen Waterstaat alhier.<br />

Architecten waren de Heeren: J. D. Bruns, H. H.<br />

Kramer en J. D. van der Weide alhier, die met de meeste<br />

nauwgezetheid en toewijding de opgenomen taak hebben<br />

volbracht.<br />

De leden, door wier onbekrompenheid, boven lof verheven,<br />

het Bestuur tot het houden der vroeger vermelde<br />

Tentoonstelling werd in staat gesteld, waren: de Heer P.<br />

J. Suringar, die ongeveer zestig schilderstukken tijdelijk<br />

voor dit doel afstond; Mejuffrouw Gr. H. Matthijssen, die<br />

eveneens een groot aantal doeken zond en bovendien den<br />

leden van het Bestuur, die op zich genomen hadden voor<br />

het in orde brengen der Tentoonstelling zorg te zullen dragen<br />

, met de meeste bereidwilligheid, tot verwezenlijking<br />

van dit plan, met raad en daad bijstond. Voorts de Heeren:<br />

T. Gratama, Gf. Gratama, Mr. Hor. Albarda, Mr. W. J.<br />

van Weideren baron Rengers, alhier, en Mr. R. baron<br />

van Harinxma thoe Slooten, te Beetsterzwaag.<br />

Ruim eene maand bleef de Tentoonstelling geopend, voor<br />

leden van het Genootschap gratis, voor niet-leden aanvankelijk<br />

tegen een entree van ƒ1.—, later tegen verlaagde<br />

entree, terwijl door het Bestuur de deelnemers aan de in-


142<br />

schrijving voor de kosten van het nieuwe gebouw, door<br />

middel van circulaires werden uitgenoodigd, dit thans te<br />

komen bezichtigen.<br />

Allen, die de gelegenheid waarnamen om deze even<br />

kostbare als zeldzame verzameling kunstwerken te bezichtigen<br />

, waren ten hoogste voldaan over hetgeen zij te genieten<br />

kregen. In zooverre mochten dus inzenders en bestuursleden<br />

, die zich zooveel moeite en opofferingen getroost<br />

hadden, om tot het welslagen dezer zaak mede te werken,<br />

de aangename voldoening smaken, dat hunne pogingen met<br />

een goeden uitslag waren bekroond.<br />

De bibliotheek van het Genootschap werd verrijkt met<br />

fraaie boekgeschenken van den Heer P. J. Suringar, o. a.<br />

eene geïllustreerde editie van Ariosto, eene van Ovidius,<br />

het uitverkocht Angelsaksisch Woordenboek van Bosworth<br />

enz. Verder door een belangrijk geschenk van kostbare<br />

boeken uit de nagelaten boekenschat van wijlen ons medelid<br />

, den Heer Mr. J. J. Bolman, te Bergum overleden,<br />

door de erfgenamen aan het Genootschap vereerd. Hieronder<br />

verdienen vooral vermeld te worden een volledig stel<br />

der werken van Schliemann en eenige Duitsche geïllustreerde<br />

werken over Kunstgeschiedenis.<br />

De Heer Mr. N. H. van Nes van Meerkerk schonk voor de<br />

bibliotheek een exemplaar van Vorsterman van Oyen's Stamen<br />

Wapenboek van aanzienlijke Geslachten, Groningen 1883.<br />

Op verzoek van het Bestuur om eenige gipsafgietsels te<br />

mogen ontvangen van de Rijkscommissie voor de vervaardiging<br />

en reproductie van kunstvoorwerpen te Amsterdam,<br />

werd door Z.E. den Minister van Binnenlandsohe Zaken<br />

gunstig beschikt. Deze gipsafgietsels zijn bereids ontvangen<br />

en zullen eerlang op eene geschikte plaats in het<br />

Museum worden tentoongesteld,


143<br />

Eindelijk dient hier nog vermeld te worden de ontvangst<br />

van een Tellurium, geschenk van de Erven van wijlen den<br />

Heer A. J. Bokma te Workum, en van twee schilderstukken<br />

van wijlen den kunstschilder den Heer C. Wester,<br />

geschonken door de Heeren H. W. en J. Gf. Wester alhier.<br />

III. Op de algemeene Vergadering van 6 October,<br />

boven reeds vermeld, werden de aftredende leden van het<br />

Bestuur, Mr. W. B. S. Boeles, C. H. F. A. Corbelijn<br />

Battaerd en Dr. F. Gr. Slothouwer, met bijna algemeene<br />

stemmen herkozen en verklaarden zich bereid die benoeming<br />

te aanvaarden.<br />

Den 26sten Februari van dit jaar trof het Genootschap<br />

en het Bestuur een gevoelig verlies. Dr. F. Gf. Slothouwer,<br />

sedert vele jaren lid en secretaris van het Genootschap,<br />

werd na eene korte ongesteldheid uit ons midden weggenomen.<br />

Bij zijne begrafenis, door de meeste leden van het<br />

Bestuur bijgewoond, hield ons medelid de Heer Gr. H. van<br />

Borssum Waalkes eene indrukwekkende toespraak, waarin<br />

Z. Eerw. hulde bracht aan des secretaris verdiensten jegens<br />

het Friesch Genootschap.<br />

Kort daarna, op de volgende Winteravond-bijeenkomst,<br />

gehouden den lOden Maart, wijdde onze voorzitter, Mr. J.<br />

Dirks, een hartelijk woord aan de nagedachtenis van den<br />

overledene. Hij sprak bij die gelegenheid het volgende:<br />

DMijne Heeren, Geachte Medeleden!<br />

Na de voorlezing der notulen onzer laatst gehouden Winteravond-vergadering<br />

heb ik opzettelijk niet de gewone<br />

rondvraag gedaan , of een der aanwezigen ook opmerkingen<br />

had over het voorgelezen verslag. Ik deed zulks uit piëteit<br />

voor de nagedachtenis van hem, die reeds ongesteld,


iU<br />

niet meer bij machte was ze zelf te schrijven maar ze dicteerde.<br />

Het was het laatste werk van onzen secretaris Dr.<br />

F. GL Slothouwer, vier dagen vóór zijn overlijden, dat op<br />

Vrijdag 26 Februari 18<strong>92</strong>, ons zóó onverwacht en daardoor<br />

des te dieper trof. Maar niet alleen ons, leden van<br />

het Friesch Genootschap, maar allen die hem gekend hebben.<br />

Hetzij toch op het Gymnasium, hetzij in ons midden,<br />

hetzij in de gezellige kringen, waaraan hij zoo gaarne<br />

deelnam, overal zal men den man missen, die niettegenstaande<br />

zijn zwak lichaam, door uitstekend, grondig,<br />

boeiend onderwijs, door zijn degelijke, uit verschillende<br />

bronnen geputte voorlezingen, zijn nauwkeurige verslagen,<br />

zijn geestig, gezellig onderhoud èn leerlingen èn medeleden<br />

on vrienden wist te boeien. Vooral in de laatste maanden,<br />

toen er zooveel correspondentie was, ter zake den opbouw<br />

van het nieuw Museum, zooveel aan het secretariaat vreemde<br />

arbeid, heeft het Bestuur de werkzaamheid van zijnen secretaris<br />

leeren kennen en waardeeren. Sedert 15 November<br />

1883 stond hij ons onvermoeid ter zijde. Het is onnoodig<br />

hier ter plaatse zijnen arbeid voor U te ontvouwen. Slaat<br />

de Verslagen van de jaren 1883 tot <strong>1891</strong>, die in uwe<br />

handen zijn op, ziet de afleveringen van De Vrije Fries,<br />

in dien tijd in het licht verschenen in, en zijn werk ligt<br />

voor U. Dit en zoovele andere, elders door hem in het<br />

licht gegeven stukken, getuigen van zijne groote werkzaamheid.<br />

Dankbare hulde zij hem, ook dezerzijds, daarvoor toegebracht.<br />

Van die hulde getuigde de algemeene deelneming<br />

, de talrijke stoet, die zijn lijk grafwaarts bracht, en<br />

de schoone, hartelijke toespraken bij zijne geopende groeve.<br />

Ook wij, Mijne heeren medeleden, kunnen hem hier ter<br />

plaatse nogmaals eene stille hulde brengen. Laat ons een


J .45<br />

oogenblik van onze zitplaatsen opstaan en bij ons zelven<br />

zeggen:<br />

Sit illi terra levis,<br />

Requiescat in pace!<br />

Zacht en in Vrede ruste hij."<br />

Allen rezen op en gedachten in stilte, diep getroffen<br />

door de woorden des voorzitters, den waardigen Dr. F. O.<br />

Slothouwer.<br />

Hier zij nog vermeld, dat van de bevoegde hand van<br />

den Heer Mr. W. B. S. Boeles, lange jaren zijn medebestuurder<br />

en vriend, een meer uitvoerig levensbericht van<br />

den door ons allen zoo diep betreurden secretaris zal worden<br />

uitgegeven, in de berichten van de Maatschappij van<br />

Nederlandsche Letterkunde te Leiden.<br />

Op de buitengewone Vergadering, waarvan mede reeds<br />

boven sprake was, gehouden 21 April 18<strong>92</strong>, werd op<br />

voorstel van het Bestuur besloten eene wetsverandermg te<br />

maken, en art. 13 aldus te lezen: Het Bestuur van het<br />

Genootschap bestaat uit: een voorzitter, vier medebestuurders<br />

enz., zoodat nu, behalve een nieuw bestuurslid, die<br />

belast zou worden met het secretariaat, nog twee nieuwe<br />

bestuursleden zouden worden benoemd, wier optreden, blijkens<br />

de toelichting door den voorzitter gegeven, voor de<br />

zorg voor het Museum, tengevolge van de groote uitbreiding,<br />

welke de geologische en anthropologische verzamelingen<br />

, alsmede de schilderijen-verzameling hadden gekregen,<br />

noodig was geworden. Tot bestuurders werden. gekozen<br />

de Heeren Mr. W. A. van Sloterdijck, Dr. J. Ariëns<br />

Kappers en Dr. W. F. H. Coenen, de laatste om de functie<br />

van. secretaris op zich te nemen. Alle drie waren afwezig<br />

en werden door den waarnemenden secretaris, den Heer G.<br />

H. van Borssum Waalkes, met die benoeming in kennis


14-6<br />

gesteld, welke door hen allen, met dankbetuiging aan het<br />

Bestuur en de Vergadering, voor het in hen gestelde vertrouwen,<br />

volgaarne werd aangenomen en aanvaard, nadat<br />

zij in eene vergadering van het Bestuur, op 30 April,<br />

door den voorzitter met eene hartelijke toespraak waren geïnstalleerd.<br />

De Heer Mr. A. Looxma IJpey, die verscheidene maanden<br />

reeds door ongesteldheid was verhinderd geworden de<br />

bestuursvergaderingen bij te wonen, was in den laatsten<br />

tijd niet meer in staat de functiën van penningmeester waar<br />

te nemen. In de laatste week van Juni werd hiervan aan<br />

den voorzitter kennis gegeven, die het beheer der geldmiddelen<br />

sedert op zich heeft genomen.<br />

IV. Door het Genootschap werden uitgegeven het 63ste<br />

Jaarverslag met de lijst der leden en der voorwerpen, die<br />

in het jaar 1890/91 aan het Genootschap werden geschonken,<br />

in bruikleen gegeven of aangekocht, alsmede het<br />

zesde deel van De Vrije Fries, afl. 1 en 2.<br />

V. De gewone jaarlijksche Vergadering, welke plaats<br />

had den 6den October <strong>1891</strong>, werd bijgewoond door 21 leden.<br />

Wat de werkzaamheden aangaat, op die vergadering verricht,<br />

deze werden boven, op hare plaats, vermeld. Alleen<br />

is hier nog bij te voegen dat eene wetswijziging Averd aangenomen<br />

, toegelicht door den Heer Jhr. Mr. F. J. J. van<br />

Eijsinga, waarbij aan het Bestuur werd opgedragen om<br />

Dames tot Donatrices te benoemen, die tegen eene contributie<br />

van 3 gulden jaarlijks, vrijen toegang tot het Museum<br />

en een exemplaar van het jaarlijksch verslag erlangen. Ten<br />

slotte trad daar op de Heer J. Hogeman, van Slagharen,<br />

met eenige mededeelingen omtrent de Conscriptio Exulum


1.47<br />

van Hotze Aecsma, deken van Bolsward en pastoor te<br />

Wolsum, doch na 1580 te Noorddijk bij Groningen. Spreker<br />

toonde met eenige tot nog toe onbekende feiten aan, dat die lijst<br />

alles behalve volledig is, en gaf de redenen daarvan tevens op.<br />

Op de buitengewone algemeene Yergadering, gehouden<br />

den 21 April, waren tegenwoordig 11 leden. Wat op deze<br />

vergadering verricht en besproken is, werd mede in het<br />

bovenstaande reeds vermeld.<br />

De winteravond-bijeenkomsten werden gehouden in de<br />

maanden November en December <strong>1891</strong>, Januari, Februari<br />

en Maart 18<strong>92</strong>. Het aantal leden en gasten, dat deze<br />

lezingen bijwoonde, was respectievelijk: 39, 41,25,33,28.<br />

Op de eerste winteravond-bijeenkomst op Donderdag 19<br />

November <strong>1891</strong>, trad als Spreker op Dr. L. H. Wagenaar<br />

te Leeuwarden, die het vervolg gaf van zijne in het vorige<br />

jaar gehouden lezing en bepaaldelijk het leven van Willem<br />

Lodewijk, in het tijdperk van Leicesters verblijf hier te<br />

lande, van 1585 tot 1587. Het jaar 1585 begon met<br />

moeiehjkheden, namelijk met een twist over de magistraatsbestelling<br />

in de steden, die bevreesd waren, dat, wanneer<br />

de Gedeputeerden met den Stadhouder, en niet het Hof,<br />

zooals tot nu toe het geval was, deze bezorgden, zij geheel<br />

onder den invloed van het platteland zouden geraken. De<br />

twist eindigde daarmede dat de steden de magistraatsbestelling<br />

aan zich behielden, terwijl in Leeuwarden, voor<br />

dit jaar, de overheidspersonen aanbleven. Wat de krijgsbedrijven<br />

aanging werd in dit jaar het sterke fort Slijkenburg<br />

genomen, evenals Oldemerkt, en een vergeefsche<br />

aanval op Groningen beproefd. Kon Willem Lodewijk met<br />

eenige voldoening op zijne krijgsbedrijven terugzien, leed<br />

deed het hem dat juist in dezen tijd zijne speelnooten, de


148<br />

beide jonge graven van den Berg, de zaak van den opstand<br />

verlieten en zich weder bij Spanje aansloten.<br />

Den 17den Juni werd de Franeker Academie geopend.<br />

Tot de oprichting dezer School werden de opbrengsten der<br />

kloostergoederen bestemd. Dat Franeker boven Leeuwarden<br />

werd verkozen, daarvan was de reden gelegen in den afkeer<br />

der Gedeputeerden van den invloed der Hofpartij. In<br />

tegenwoordigheid van vele aanzienlijken des lands geopend,<br />

werden hare leerstoelen door beroemde mannen ingenomen,<br />

o. a. door: Lubbertus, Martinus Lydius,'Petrejus Tiara en<br />

anderen. Alle moesten zijn mannen van de ware leer en<br />

den Heidelbergschen Katechismus onderteekenen, zoodat<br />

Leiden en Franeker, naast Heidelberg, de calvinistische<br />

scholen werden. Het Kruizenbroedersklooster werd haar<br />

als verblijfplaats toegewezen.<br />

Toen Antwerpen was gevallen in de handen van den<br />

vijand, ontstond moedeloosheid, doch nu verscheen hulp<br />

van Koningin Elisabeth, die wel de haar aangeboden souvereiniteit<br />

over deze landen weigerde, maar Leicester zond.<br />

Willem Lodewijk werd door de Staten-Generaal uitgenoodigd<br />

om, met Maurits en Brederode, den Graaf te Vlissingen<br />

te ontvangen. Na eerst nog het huwelijk van Frederik<br />

Verwou te hebben bijgewoond, vertrok hij naar den<br />

Haag. De intocht van den Graaf in Zeeland was prachtig.<br />

Het volk was uitgelaten en deze geestdrift sloeg over op<br />

de Staten-Generaal, die den misslag begingen van hem de<br />

souvereiniteit op te dragen. Leicester, niet willende loopen<br />

aan den leiband der Staten, sloot zich meer en meer bij<br />

het volk aan. Middelerwijl was de vorst ingevallen, de<br />

moerassen geraakten bevroren, waarvan de vijand gebruik<br />

maakte om een inval in Friesland te doen. Den 23 Januari<br />

1586 trok Taxis door de wouden Westergo binnen


14,9<br />

en rukte moordend en plunderend naar het Noorden. Het<br />

rijke Bildt was hun doel, doch bij Boxum kwam het tot<br />

een slag, waar wel de vijand overwon doch niet lang<br />

daarna aftrok. Waar was toen Willem Lodewijk? Na<br />

de ontvangst van Leicester was hij van den Haag naar<br />

Enkhuizen gesneld, vond daar de zee bevroren, doch liet<br />

zich, alle gevaren trotseerende, met een ijsschuit naar Stavoren<br />

brengen. Aan den vooravond van het aftrekken van<br />

den vijand kwam hij te Leeuwarden aan. Toen heerschte<br />

een sterke mist, waarop regen volgde, die den vijand deed<br />

heengaan. Hierin zag het volk de hulp Gods, die, nu<br />

een Nassau op Prieslands bodem verscheen, Zijn bijstand<br />

niet weigerde. Op den duur begonnen aan het volk de<br />

jammeren des oorlogs te mishagen. De Calvinisten en den<br />

oorlog begon men te haten. Yerdugo wilde voorloopig<br />

dezen staken, totdat beide partijen beter gewapend zouden<br />

zijn, doch Willem Lodewijk weigerde iederen wapenstilstand.<br />

Hij wist het volk te bemoedigen. Troepen werden<br />

in dienst genomen, schansen opgericht en de binnenschepen<br />

scherp gevisiteerd. En toen de Paasehzon het ijs deed<br />

dooien, verdween alle moedeloosheid. Doch spoedig daarna<br />

kreeg de algemeene welvaart een knak. Voor landverraad<br />

toch gold het den vijand te spijzigen; ook Leicester was<br />

van dit gevoelen en daarom werd in April gelast, dat<br />

Friesland zijn boter en kaas niet meer zou uitvoeren, zelfs<br />

niet naar Embden. Toen de souvereiniteit aan Leicester<br />

was opgedragen, hadden Prieslands afgevaardigden slechts<br />

voorwaardelijk daarin toegestemd, en toen zij aarzelend<br />

teekenden, had men hun reversalen gegeven. Op den<br />

Landdag, die in het begin dezes jaars werd gehouden,<br />

wilden zij deze stukken overleggen. Sommigen eischten nu<br />

dat ze volkomen zouden worden vernietigd en slechts in


450<br />

beperkten zin de souvereiniteit aan Leicester zou worden<br />

gegeven. In dien geest werd aan de nieuwe afgevaardigden<br />

een lastbrief gegeven en tevens hun gelast er op aan<br />

te dringen, dat de verbodsbepalingen op den uitvoer zouden<br />

worden opgeheven. Voor den nazomer werd een veldtocht<br />

voorbereid. De monstering had plaats te Dokkum<br />

en Willem Lodewijk oefende toen voor het eerst zijne soldaten<br />

op eene geheel nieuwe wijze te Leeuwarden, die<br />

later door Maurits is voltooid. Evenwel gebeurde er dit<br />

jaar niet veel bijzonders meer op het oorlogsterrein, behalve<br />

dat Doesburg door onzen held werd genomen. Een<br />

tweede en derde Landdag hadden er plaats. Men verklaarde<br />

zich daar tot alle belastingen bereid, indien slechts de boterhandel<br />

op Hamburg werd toegestaan. Middelerwijl had<br />

Leicester de Staten-Generaal naar huis gezonden, om van<br />

hunne committenten nieuwe geldsommen te vragen en invoering<br />

van de kerkorde, die door de Algemeene Synode,<br />

welke in dit jaar op last van Leicester in den Haag was<br />

gehouden, vastgesteld was, te verzoeken. Toen kregen de<br />

Priesche afgevaardigden van den Landdag den uitdrukkelijken<br />

last om hem de administratie der domeinen, die men<br />

hem nog steeds had geweigerd, over te dragen. Maar het<br />

bestuur der kloostergoederen hielden Prieslands Staten aan<br />

zich. Wederom kwam de boterkwestie ter sprake. En<br />

opmerkelijk is dat men besloot het tractement van Leicester<br />

zelven te betalen uit de opbrengst van de imposten der<br />

Engelsche lakens. Op den vierden Landdag, die dit jaar<br />

werd gehouden, onstond een hevige strijd: Leicester bleef<br />

voor zich de administratie der kloostergoederen eischen.<br />

Een machtige partij was daarvoor, dezelfde, die meerdere<br />

centralisatie in het bestuur wilde hebben. Daartoe behoorden<br />

vooral de gereformeerde predikanten. Een der heftigste


151<br />

voorvechters was Hessel van Aysma, die zich den titel gaf<br />

van President van Friesland. Willem Lodewijk plaatste<br />

zich boven de partijen en trachtte den twist te breidelen.<br />

Doch nu schreven de Engelsch-gezinden een Landdag uit<br />

te Dokkum, waar besloten werd de souvereiniteit aan Blisabeth<br />

aan te bieden, en afgevaardigden daartoe werden<br />

benoemd. Willem Lodewijk keurde dit niet af, maar ried<br />

dat hunne afgevaardigden zich zouden voegen bij die der<br />

Staten-Generaal, die een dergelijk besluit hadden genomen.<br />

In Engeland werden zij goed ontvangen, zoowel door Elisabeth<br />

als door Leicester. Doch nog voor dat Leicester was<br />

teruggekomen waren Deventer en de schans bij Zuthphen<br />

door Stanley en York aan den vijand verraden. Het wantrouwen,<br />

hierdoor tegen Leicester opgewekt, maakte, dat<br />

men aan Maurits eene buitengewone macht opdroeg. Na<br />

zijn terugkomst barstte een hevige strijd uit tusschen Leicester<br />

en de Staten, vooral die van Holland, welke, onder<br />

leiding van Oldenbarneveld er steeds op uit waren zijne<br />

macht te besnoeien. Het volk en de predikanten waren<br />

op Leicesters hand, vooral kozen de classes van Dokkum<br />

en Leeuwarden voor hem partij, doch Willem Lodewijk<br />

keurde dit af. «Predikanten hadden zich niet met Staatszaken<br />

in te laten" ; waartegen deze eene krachtige polemische<br />

apologie schreven. Tegen de gewoonte in werd<br />

door Leicester, buiten den Stadhouder en de Gedeputeerden<br />

om, een Landdag uitgeschreven. Met deze wederrechtelijke<br />

daad liep zijn bestuur spoedig ten einde, vooral toen het<br />

ruchtbaar werd dat hij in last had, om onderhandelingen<br />

met den vijand aan te knoopen. Zijne aanslagen op verscheidene<br />

steden in Holland mislukten, en toen hij naar<br />

Friesland wilde oversteken om den Landdag bij te wonen,<br />

en bij het huwelijk van Willem Lodelijk met Anna, dochter


15-<br />

van Willem van Oranje, tegenwoordig te zijn, werd hem<br />

te kennen gegeven, dat men zijne overkomst niet wenschte.<br />

Hessel van Aysma, zijn handlanger, werd als President<br />

van den Hove afgezet en gevangen genomen. Langzamerhand<br />

bloedde zijne partij dood.<br />

Hiermede eindigde Spreker zijne rede, bij wier aanvang<br />

hij uit piëteit het overlijden van zijn oom D. Hansma had<br />

herdacht, die gedurende heel zijn leven de belangen van<br />

het Genootschap had bevorderd. Door den voorzitter Mr.<br />

J. Dirks werd hem namens de vergadering dank gebracht<br />

voor zijne schoone rede.<br />

Voor de tweede winteravond-bijeenkomst op 23 December<br />

, had Dr. G. M. Slothouwer, uit Rotterdam, de spreekbeurt<br />

op zich genomen. Naar aanleiding van het werk<br />

van Dr. Ottocar Weber, getiteld »der Priede von Utrecht",<br />

in <strong>1891</strong> verschenen, hield Spreker eene voordracht over<br />

het Einde der Grootheid van de Republiek. Zonder nauwkeurig<br />

den loop der onderhandelingen te volgen, deelde<br />

Spr. het een en ander mede uit de correspondenties der<br />

verscheiden betrokken Staatslieden, die uit verschillende<br />

archieven afkomstig, door Weber nog niet waren gebruikt.<br />

Deze toch had meer de stukken der officieele onderhandelaars<br />

bestudeerd in de archieven van Parijs, Weenen,<br />

Londen en den Haag.<br />

Engeland en Frankrijk waren door de geheime onderhandelingen<br />

in 1711 het vrijwel met elkaar eens geworden<br />

over de vredes-preliminairen. Daarop werd eerst aan de<br />

andere verbonden Mogendheden hiervan kennis gegeven en<br />

werden zij uitgenoodigd om deel te nemen aan het congres,<br />

dat te Utrecht zou worden gehouden.<br />

Nadat de voorwaarden, die men stelde, waren overge-


•153<br />

reikt, bleek al spoedig, dat de Bondgenooten zoovele verschillende<br />

en tegenstrijdige belangen hadden, dat vooreerst<br />

de vrede niet waarschijnlijk werd. Vooral de Republiek<br />

verkeerde in moeielijke omstandigheden, omdat zij aan den<br />

eenen kant vrede noodig had, maar aan den anderen kant<br />

de door haar gestelde voorwaarden alleen door den Keizer<br />

van Duitschland ingewilligd kon verkrijgen, als de Republiek<br />

den oorlog wilde voortzetten. Engeland evenwel, dat<br />

op den besten voet met Frankrijk was, kon ons hare bemiddeling<br />

geven, mits wij onze eischen wat matigden, het<br />

assiento-traktaat gunden, en niet zulk eene groote Barrière<br />

verlangden. Jaloersch op Engelands invloed en haar succes,<br />

wilden onze Staatslieden, en vooral Slingelandt, niets van<br />

toenadering weten. Ook de veldtocht bracht geen uitkomst.<br />

Men had verwacht om door een flinke overwinning de Engelschen<br />

weer in den krijg te wikkelen, hun intimiteit met<br />

Frankrijk wat te doen verminderen, en zoo den Koning te<br />

dwingen onze voorstellen aan te nemen. In opgewondenheid<br />

maakte men allerlei plannen, die slechts tot een begin<br />

van uitvoering kwamen, omdat alles in duigen viel door<br />

de onwilligheid van het Engelsch Ministerie om mede te<br />

doen. Het gevolg was dan ook, dat de voortgang onzer<br />

wapenen, na de verovering van Quesnoy, werd gestuit<br />

door eene kleine nederlaag der bondgenooten, die niet,<br />

zooals altijd wordt voorgesteld, eene nederlaag was van de<br />

Nederlanders alleen, of door hunne schuld geleden.<br />

Met den veldtocht kon men dus zijn doel niet bereiken,<br />

want de verstandhouding tusschen Engeland en Frankrijk<br />

werd steeds beter en eindelijk hoorde men hier zelfs van<br />

een wapenstilstand , die de verontwaardiging der Staatslieden<br />

opwekte. In plaats van mede te gaan met het voorstel<br />

om dit voorbeeld te volgen, bracht men in de Republiek<br />

12


154<br />

den tijd door met elkaar de voor- en nadeelen te betwisten,<br />

zonder dat men aan onze G-eneraals durfde vragen, wat<br />

het beste was. Intusschen maakten de Fransehen veroveringen.<br />

Engeland en de kleinere Mogendheden gingen voort<br />

met Frankrijk tegemoet te komen. In plaats van Engeland<br />

te vriend te houden, verwijdert de Republiek zich meer en<br />

meer, b.v. door geheime stukken te publiceeren. Eindelijk<br />

komt men Engeland toch wat nader, staat twee van de<br />

groote eischen af, en wil men zich tevreden stellen met<br />

Doornik, wat te verkrijgen was, als men van Rijssel afzag.<br />

Daarover nu wordt onderhandeld, maar op eens komt er<br />

weer stilstand in den loop der zaken, door de zaak van<br />

den Oraaf van Eechteren, die nog verergerd wordt door<br />

zijn geheel eigenmachtige verdediging. Frankrijk wil niet<br />

meer onderhandelen met de Republiek. Daardoor nadert<br />

deze weer tot Engeland en laat zij zich niet van de wijs<br />

brengen door den Keizer, die de Mogendheden trachtte te<br />

dwingen achtereenvolgens en afzonderlijk vrede te sluiten.<br />

Daarna was de rol afgespeeld, die de Republiek als groote<br />

mogendheid had vervuld. De onderhandelingen, vroeger<br />

altijd door en in de Republiek gevoerd, waren tusschen<br />

Engeland en Frankrijk afgedaan, hoewel men zich hier<br />

nog had voorgesteld, dat alles in Utrecht was afgehandeld.<br />

De Republiek was niet machtig genoeg en had in het vervolg<br />

te weinig mannen van groote talenten om de positie<br />

vol te houden, die zij tot nog toe zoo schitterend had gehandhaafd.<br />

Aan het einde zijner rede gekomen werd den Spreker<br />

door den voorzitter dank betuigd voor zijne belangrijke en<br />

schoone verhandeling, waarmede de vergadering instemde.<br />

Als Spreker trad op de derde winteravond-bijeenkomst,


155<br />

den 14 Jan. 18<strong>92</strong>, op Dr. Knappert, uit Dokkum. Het<br />

onderwerp zijner rede was: de godsdienst der Heidensche<br />

Friezen, zooals die blijkt uit het leven van den H. Ludgerus,<br />

eersten bisschop van Munster, beschreven door Altfridus,<br />

den tweeden opvolger van Liudger als bisschop van<br />

Munster, gestorven in 849. Hij schreef het bovenbedoeld<br />

werk in zijn laatste tien levensjaren en ontleende de bijzonderheden<br />

aan de mededeelingen van tijdgenooten, bloedverwanten<br />

en leerlingen van den Heilige.<br />

Liudger was een Fries van geboorte. Omstreeks 745<br />

zag hij het levenslicht. Hij herinnert zich nog den martelaar<br />

Bonifacius, die in 755 werd vermoord. Hij zelf »reist tot<br />

God", zoo luidt de treffende uitdrukking in de oude levensberichten<br />

van dezen rondreizenden Evangelie-verkondiger, in<br />

809. Liudgers werkzaamheid in Friesland valt na 775.<br />

Friesland was toen nog heidensch en Bonifacius' tocht<br />

daarheen wordt met de schrilste kleuren als gevaarlijk voor<br />

zijn leven afgeschilderd. Met het heidensche Friesland van<br />

die dagen wordt voornamelijk bedoeld het deel gelegen<br />

tusschen de Lauwers en het tegenwoordige Sleeswijk, in<br />

mindere mate komt dat tusschen het meer Flevo en de<br />

Lauwers in aanmerking, en slechts voor een klein deel het<br />

land gelegen tusschen het Zwin en het meer Flevo.<br />

In de dagen van Radboud I, die in 719 stierf, leefde<br />

in Friesland een edelman, genaamd Wursingus. Hij was<br />

onbekend met de leer der Drieënheid, maar toch was hij<br />

een steun der armen, een verdediger der verdrukten en<br />

rechtvaardig in het rechtspreken. Er wordt van hem gezegd<br />

dat bisschop Willebrord hem achtte om zijne trouw,<br />

dat hij algemeen geëerd en kuisch was. De deugden van<br />

Wursingus beschermen dezen echter niet tegen Eadbouds<br />

geweld, zoodat hij moest vluchten naar Grimaldus, Koning


156<br />

der Franken, in wiens land hij gedoopt werd. Eerst na<br />

Radbouds dood komt Wursingus in zijn vaderland terug<br />

en treedt zijn jongste zoon Thiatgrimus in den echt met<br />

Liaf borg, en uit dit huwelijk werd de H. Liudgerus geboren.<br />

Eene mededeeling van de hoogste beteekenis omtrent den<br />

godsdienst der heidensehe Friezen is gelegen in het bericht<br />

van Altfridus, dat het leven van deze Liaf borg bij hare<br />

geboorte zoo ernstig bedreigd wordt. Hare grootmoeder<br />

was woedend dat zij alleen kleindochters en geen kleinzoon<br />

kreeg, daarom zond zij twee boden uit, die in last hadden<br />

, het kind, waarvan hare dochter bevallen moest, onmiddellijk<br />

na de geboorte te dooden, als het een meisje was.<br />

Die boden nu roofden Liaf borg en wierpen haar in een<br />

watervat, om haar te verdrinken, maar door goddelijke<br />

kracht houdt het kind zich boven water (»want", zegt Altfridus,<br />

»uit haar moesten twee bisschoppen geboren worden"),<br />

totdat eene buurvrouw toeschoot, die het kind aan de<br />

beulen ontrukte en naar hare woning bracht, waar zij het<br />

honig op de lippen legde en het daardoor voor alle gevaar<br />

om gedood te worden beveiligde, want een kind mocht niet<br />

gedood worden, als het eenig voedsel had gebruikt; voor<br />

dien tijd echter kon kindermoord in het heidensch Friesland,<br />

evenals bij alle Germaansche stammen, volgens aloud<br />

gebruik, straffeloos geschieden.<br />

Al spoedig openbaarde zich bij Liudger eene onweerstaanbare<br />

leerlust. Zijn vader Thiatgrimus vertrouwt zijne opvoeding<br />

toe aan Gregoiïus, opvolger van Bonifacius, en<br />

kort daarna begeeft hij zich in een klooster te Utrecht,<br />

waar hij zich zeer bemind maakte. Nadat Liudger Engeland<br />

had bezocht en eenigen tijd aan de Yorksche School<br />

onder den geleerden Alcuinus had vertoefd, zien wij hem<br />

hier te lande zijn arbeid aanvangen. Hij begaf zich naar


157<br />

de heidensche Saksers aan de Usel, waar reeds vroeger<br />

het Evangelie was verkondigd, maar waar het zóó weinig<br />

aanhangers had, dat hij de daar gestichte kerken en kapellen<br />

verbrand vond. Liudger arbeidt er met vrucht, herbouwt<br />

de kerken, maar verlaat spoedig die streken, om<br />

in het eigenlijke Friesland, waar men nog het veelgodendom<br />

aanhing, op nieuw het Evangelie te gaan verkondigen.<br />

Van dit heerschende veelgodendom zijn eene menigte<br />

bewijzen aan te voeren: o. a. de geloftesteen aan Hludana<br />

gewijd, in 1888 in een terp bij Beetgum gevonden. Dat<br />

aan goden en godinnen tempels waren gewijd, lijdt mede<br />

geen twijfel, want Altfridus laat, waar hij van het veelgodendom<br />

in Friesland spreekt, onmiddellijk volgen, dat<br />

Liudger en de zijnen in de door hen verwoeste Friesche<br />

heiligdommen groote schatten buitmaakten, waarvan de<br />

Koning 2 /s en de bisschop Albricus 1 /3 ontving.<br />

Met lang had Liudger in Friesland vertoefd of bisschop<br />

Albricus benoemde hem tot doctor ecclesiae in Ostracho<br />

(Oostergoo) te Dokkum, waar hij vijf jaren bleef en eene<br />

kerk stichtte. Gedurende dien tijd gaf hij ook onderricht<br />

aan de Utrechtsche school. Met grooten lof gewaagt Altfridus<br />

van zijne werkzaamheid te Dokkum, waaraan een<br />

gewelddadig einde gemaakt werd , doordat Wittekind weder<br />

in opstand kwam en de Friezen ten noorden van het meer<br />

Flevo in dien opstand medegesleept werden. Deze eindigde<br />

met een volkomen nederlaag der Saksers, waarvan deze<br />

zich nooit hebben hersteld.<br />

"Verder blijkt uit Altfridus werk, dat er in de heidensche<br />

tempels godenbeelden werden gevonden, aanvankelijk van<br />

hout, later van goud en zilver, in de Friesche tempels<br />

vooral steenen beelden. Ook kwamen menschenoffers bij<br />

de Oude Germanen meermalen voor, en het is niet aan


158<br />

te nemen dat de Friezen, die dezelfde goden als de andere<br />

Germanen vereerden, daarop eene uitzondering maakten,<br />

Wittekind nu wist de Friezen te bewegen om aan hunne<br />

oude goden weder te offeren en Liudger tegen dezen machtigen<br />

stroom niet opgewassen, ontslaat zijne volgelingen en<br />

begeeft zich naar Rome, waar hij in 782 aankwam. Hij<br />

had daar nog geen 3 jaren vertoefd toen hij naar zijn vaderland<br />

terugkeerde, gezonden door Karel den Groote. Zijn<br />

arbeidsveld lag nu ten oosten van de Lauwere en het tegenwoordige<br />

Groningen met het gebied bij Emden. Liudger<br />

arbeidde daar van 785 tot 793 en begaf zich toen op aansporen<br />

des Keizers naar Fosetesland, een eiland tusschen<br />

de Friezen en de Denen gelegen, ongetwijfeld het tegenwoordige<br />

Helgoland. Fosetesland ontleent zijn naam aan<br />

den god Foseta of Forseta, die nu eens gehouden wordt<br />

voor den zoon van Balder, soms ook vereenzelvigd wordt<br />

met Wodan. Altfridus zegt er van, dat hij niet was een<br />

onbekende, weinig gediende god, aan wiens dienst het<br />

eiland was gewijd, waar een groot aantal heiligdommen<br />

te zijner eere waren opgericht. Heilige bronnen zijn verder<br />

niet zeldzaam bij onze voorvaderen en het brengen van<br />

offers aan die bronnen duurde tot ver in de Middeleeuwen<br />

voort. Fosetesland was voor de Friesche en I^oorsche heidenen<br />

een gemeenschappelijke heilige plaats. Wittekind,<br />

die aan de verdelging van zijn legers ontkomen was, ondernam<br />

nogmaals een opstand, welke den arbeid van<br />

Liudger deed staken, maar niet voor langen tijd.<br />

Met de onderwerping van dezen Sakser kwam ook een<br />

einde aan het verzet der Friezen. Onze Liudger werd toen<br />

door Karel naar Sudergo gezonden, waar hij met vele<br />

medestanders ijverig werkte aan de bekeering der ruwe<br />

Saksers. Sudergo zou het tegenwoordige Westfalen zijn.


150<br />

iSTa lang aarzelen nam Liudger zijne benoeming tot Bisschop<br />

aan. De hoofdzetel was Mimigerneford, het tegenwoordige<br />

Munster. De overgang van het heiden- tot het christendom<br />

werd door eenige tegemoetkomingen gemakkelijk gemaakt.<br />

Liudger stond in Keizer Karels gunst en werd nog begiftigd<br />

met de abdij van Leuze bij Doornik in Henegouwen.<br />

Hiermede eindigt het eerste boek van Altfridus. Er<br />

volgen nog twee, maar zij zijn minder belangrijk dan het<br />

eerste. De waarde van geschriften als het thans besprokene<br />

valt eerst dan in het oog, wanneer zij in verband worden<br />

beschouwd met andere gegevens. Zij spreken van mannenmoed<br />

, toewijding en geloofsovertuiging, maar zij wijzen ook<br />

op de godsdienstige voorstellingen en gebruiken onzer voorvaderen<br />

, een onderdeel van den godsdienst der Germanen.<br />

Met een hartelijk woord bedankte de voorzitter den<br />

Spreker voor zijne schoone rede en sloot daarmede de vergadering.<br />

Op de vierde avond-bijeenkomst, op Donderdag 11<br />

Pebr. 18<strong>92</strong>, had de Heer T. J. Velstra de spreekbeurt<br />

op zich genomen. Op aangename wijze droeg hij twee door<br />

hem zelven keurig bewerkte novellen voor in de Priesche<br />

taal. Het eerste had tot titel: de Noren om en bij de<br />

stins fen Hessel Harmana, 876. Daarin schilderde hij hoe<br />

deze edelman, alleen met zijne dochter Prouck op zijne<br />

stins bij Minnertsga wonende, een Noorschen knaap Jarich,<br />

die alleen van een gestrand schip was gered geworden,<br />

had opgevoed. Tot volwassen leeftijd gekomen ontwikkelde<br />

zich bij Jarich groote genegenheid voor Prouck. Hij gaf<br />

haar een klein Noorsch zwaard ten geschenke, het eenigste<br />

erfdeel van zijn vaderland. Weinige jaren later vertoonden<br />

zich de Noormannen weder op de Priesche kust, en landden


1B0<br />

bij Uitgange, het tegenwoordige Berlikum. Terstond trok<br />

Harmana tegen hen op, Frouck met eenige knechten op<br />

de stins achterlatende. Het lot van Jarich wekte de bezorgdheid<br />

op van Frouck, daar hij, nu hij tegen zijn stamgenooten<br />

zou strijden, op eene zware proef zou worden<br />

gesteld. Ook Harmana had daaraan gedacht, maar hem op<br />

zijne verzekering', dat hij zou strijden als een vrije Fries,<br />

om zoo de hand van Frouck waardig te worden, ten strijde<br />

laten gaan. Om Jarichs gangen te bespieden kleedde<br />

Frouck zich als een edelman en verliet de stins. De Noormannen<br />

bleven evenwel niet bij Uitgange, maar belegerden<br />

Harmana-burch, doch waren door de krachtige tegenweer<br />

niet in staat dezen in te nemen. Harmana daarvan verwittigd<br />

trok naar de stins terug, maar nu weken de Noormannen<br />

naar moerassiger streek, waar Harmana met zijne<br />

ruiters weinig kon uitrichten. Toen deze op de stins komende<br />

zijne dochter niet vond, koesterde hij achterdocht<br />

tegen Jarich, schreef haar vertrek aan zinnelooze plannen<br />

toe, voer tegen hem uit en joeg hem weg. Daarop wierp<br />

hij zich op de Noormannen met wie hij een bloedig gevecht<br />

aanving.<br />

Jarich door de bosschen van Westergoo dolende ontmoet<br />

Frouck en wil haar naar haar vaders woning terug brengen<br />

; zij worden evenwel door twee Noormannen overvallen<br />

en Jarich wordt gedood met hetzelfde zwaard dat hij eenmaal<br />

aan Frouck had gegeven, maar dat nu een der Noormannen<br />

haar had ontrukt. Hier treft do Hoofdman der<br />

Noormannen Frouck aan, weenende bij het lijk van Jarich<br />

en herkent aan het zwaard en aan een teeken op de borst<br />

dat deze zijn zoon is.<br />

De Hoofdmannen van beide volken worden later beide<br />

nog in den strijd gewond, Harmana door een Noorsche pijl


161<br />

en Eudolph door een Friesch zwaard. Deze laatste, doodelijk<br />

getroffen, legt nog voor hij sterft aan Harmana de<br />

verklaring af, dat Jarich zijn zoon was. De Friezen overwonnen<br />

, en een Friesch edelman Ifge Galama getuigde,<br />

dat de overwinning grootendeels aan het beleid van Jarich<br />

was te danken. Harmana's hart werd toen week en hij<br />

beklaagde zich dat hij Jarich zoo ruw had bejegend en<br />

liet hem bij de stins begraven.<br />

Een jaar later stierf Harmana aan de bekomen wonden<br />

en Frouck volgde hem spoedig in het graf.<br />

In Jonker Siceo en de werkstaking, gaf Spreker eene<br />

geestige beschrijving, en deed uitkomen hoe, door billijke<br />

verdeeling der loonen, naar maatstaf van het aandeel dat<br />

ieder in de voortbrenging had, de klove tusschen werkman,<br />

werkgever en landheer kon worden gedempt.<br />

De voorzitter was aller tolk toen hij den Spreker bedankte<br />

voor het genoegen dat hij dezen avond verschaft had.<br />

Op de vijfde avond-bijeenkomst, op Donderdag den 10<br />

Maart, trad als Spreker op de Heer Mr. A. Ferf, van<br />

Heerenveen. Hij had tot onderwerp het Friesche Jachtreeht.<br />

De overleden secretaris had hem dit onderwerp aan<br />

de hand gedaan. Hoewel de rechtstudie der jacht dor is,<br />

wordt de jacht zelf hartstochtelijk uitgeoefend. Tot de<br />

komst der Romeinen was de jacht vrij. Zij legden eene<br />

heffing op, namelijk het leveren van de huiden der gevelde<br />

dieren. JSTa de invoering van het Christendom kwam het<br />

jachtrecht in handen van den Keizer en later (in de 10e<br />

eeuw) in die der geestelijkheid, hoewel dit recht aan deze<br />

door de graven van Holland en andere grooten werd betwist.<br />

Omstreeks het midden der 13e eeuw, toen in deze<br />

streken een potestaat met het hoogste gezag werd bekleed,


162<br />

traden ook de grietmannen op. Deze moesten het jachtreoht<br />

handhaven, hetgeen zij echter weinig deden. De<br />

rechtspraak berustte bij den grietman, waardoor deze eene<br />

onbeperkte macht verkreeg, en de democratische geest verdween.<br />

De kloosters, die rijk geworden waren, traden<br />

tegen de grietmannen op, en zoo kreeg vaD lieverlede de<br />

geestelijkheid grooten invloed, die ook op het jachtrecht<br />

overging. Men mag dit althans aannemen, daar van 940<br />

tot 1510 geen document bestaat, waarin over het jachtrecht<br />

gehandeld wordt. Het eerste stuk hieromtrent is van<br />

1517, toen Karel van Gelre het jachtrecht in Friesland<br />

aan Karel Y verkocht. Van nu af komen vele plakkaten<br />

voor. Het jachtrecht werd beperkt, geregeld en om de<br />

vier jaren verpacht. De wildstand werd beschermd en<br />

straffen stonden op de overtreding van de verbodsbepalingen.<br />

Maximiliaan van Buren legde het eerst de grondslagen<br />

van het Friesche jachtrecht. Zijn opvolgers moesten<br />

de bepalingen dikwijls vernieuwen. In 1579 bepaalde de<br />

Graaf van Rennenberg het getal en de soort van honden,<br />

de wijze waarop het wild mocht worden gevangen, en in<br />

welke tijden van het jaar.<br />

Om de 4, en later om de 3 jaren, mocht men niet<br />

jagen en was de verkoop van wild verboden. Na Rennenbergs<br />

afval kregen de Staten het jachtrecht. Zij gaven in<br />

1591 de eerste ordonnantie. Maar onze vaderen bleven<br />

hunne vermeende rechten op prijs stellen. Daarom verschenen<br />

telkens tot in de 18e eeuw nieuwe ordonnantiën.<br />

In 1723 werd het jachtrecht gecodificeerd. Toen werd<br />

bepaald dat mochten jagen: 1°. de Heeren Staten en Gedeputeerden;<br />

2°. de Heeren van het Hof; 3°. de edellieden<br />

, grietmannen en burgemeesters; 4°. de hoplieden,<br />

hoogere officieren en eigenerfden. Van 1 Februari tot 14


163<br />

September, op Zon- en feestdagen en op de sneeuw mocht<br />

niet worden gejaagd. Op de klei zou om de drie jaren<br />

één vrij jaar wezen. Voorts gaf Spreker een overzicht<br />

van de proces-orde en de wijze waarop de vonnissen ten<br />

uitvoer gelegd zouden worden, de rechten en de plichten van<br />

den houtvester. De Stadhouder bekleedde deze betrekking.<br />

Hij had een luitenant tot plaatsvervanger en vier meesterknapen<br />

, die te zamen, met den fiscaal van het land, alle<br />

aanklachten en geschillen berechtten. Men vergaderde tweemaal<br />

per jaar. In 1767 bestond dit college uit Willem V,<br />

opperhoutvester, Jhr. Epo Sjuck van Burmania, luitenant,<br />

T. A. J. Heringa van Eysinga, Gr. F. baron thoe Schwartzenberg<br />

en Hohenlandsberg, Mr. Hermanus van Sloterdyck<br />

en Menno Coehoorn van Scheltinga, meesterknapen. —•<br />

Deze rede was doorweven met eigenaardige beschrijvingen<br />

van de jacht op heren en herten en mededeelingen van<br />

anecdoten en legenden. Zij werd met groote belangstelling<br />

aangehoord en de voorzitter bracht den Spreker eene welverdiende<br />

hulde. Uit het Museum waren eenige voorwerpen<br />

tot opluistering ten toon gesteld, onder meer een geelkoperen<br />

jachthoren, ten geschenke ontvangen van de Erven<br />

van Jhr. Baerd van Sminia.<br />

VI. Wat de geldmiddelen aangaat is te vermelden dat<br />

de Rekening en Verantwoording over het afgeloopen jaar<br />

sluit met ƒ 5112.32, in ontvangst en uitgaaf.<br />

VII. Tot buitengewone leden zijn benoemd de Heeren:<br />

Mr. I. Telting, te 's Gravenhage; Johan Winkler, te Haarlem<br />

; Prof. Dr. Zangemeister, te Heidelberg; J. H. Hessels,<br />

te Cambridge en Vicomte B. de Jonghe, te Brussel.<br />

Tot gewone leden de Heeren : Mr. S. A. Vening Meinesz,


Kii<br />

Dr. F. A. Stoett, Mr. J. Simon van der Aa, A. E. Bierman,<br />

te Amsterdam; Mr. J. D. van der Plaats, Mr. J.<br />

M. van Hettinga Tromp, L. van der Heide, J. van Andel,<br />

J. Wenning, te Leeuwarden; Mr. L. van Hasselt, te<br />

Zwolle; W. K. F. Zwierzina , te Holwerd; Jhr. H. M.<br />

Speelman, te Harlingen; L. Overman, te 's Gravenhage ;<br />

J. Sehulman, te Amersfoort; J. Politiek, te Oudewater ;<br />

G. N. Dudok de Witt, te Breukelen; A. J. Winkler, te<br />

Haarlem ; J. Tigler Wijbrandi, te Utrecht.<br />

In den loop van dit jaar bedankten voor hun lidmaatschap<br />

de Heeren: F. de Boer, te Sneek; R. Cremer, te<br />

Hempens; Mr. Chr. M. Dozy, te Leiden; H. M. T. van<br />

Erp, Mr. J. G. Peeting, te Leeuwarden; D. W. L. Offerhaus,<br />

te Noordwolde; Jhr. M. A. Snoeck, te Hintham ;<br />

W. Terpstra, te Akkrum; L. C. J. P. de Bourbon, te<br />

Deventer.<br />

Overleden zijn, van de buitengewone leden de Heer Mr.<br />

J. de Wal, oud-hoogleeraar te Arnhem, en van de gewone<br />

leden de Heeren: Mr. W. J. baron d'Ablaing van Giesenburg,<br />

te 's Gravenhage; Mr. J. J. Bolman, te Bergum;<br />

T. S. Feenstra, te Sneek; G. Jongsma, te Rinsumageest;<br />

Dr. F. G. Slothouwer, Mr. E. Koning, te Leeuwarden;<br />

Mr. D. Wouters, te Arnhem; R. E. van der Loeff, teMakkinga.<br />

Het Genootschap telde op het eind van het genootschapsjaar:<br />

4 eereleden,<br />

<strong>64</strong> buitengewone leden,<br />

453 gewone leden.<br />

521 samen.<br />

De Secretaris,<br />

W. F. H. COENEN.


Het Bestuur bestaat thans, 18<strong>92</strong>, uit de volgende leden,<br />

de Heeren:<br />

Mr. J. DIRKS, Eere-Voorzitter;<br />

Mr. W. B. S. BOELES, Voorzitter en Bibliothecaris;<br />

Jhr. Mr. F. J. J. VAN EIJSIFGA;<br />

Ds. G. H. VAN BOESSUM WAALKES;<br />

Mr. W. A. VAN SLOTERDIJCK;<br />

Dr. J. ARIËRS KAPPERS;<br />

Mr. A. J. AKDREÆ;<br />

C. H. F. A. CORBELIJN BATTAERD, Conservator;<br />

Dr. W. F. H. COENEN, Secretaris;<br />

H. BEUCKER ANDREÆ, Penningmeester.<br />

De vergaderingen van het Bestuur worden gehouden<br />

eiken Zaterdagnamiddag te twee uur in het gebouw van<br />

het Genootschap (Koningstraat).


ALPÏÏABETISCHE NAAMLIJST<br />

DER<br />

Honoraire-, Buitengewone- en Gene Leden<br />

VAN HET<br />

FRIESCH GENOOTSCHAP<br />

van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde.<br />

October 18<strong>92</strong>.


Beschermvrouw:<br />

Hare Majesteit EMMA, Koningin - Weduwe,<br />

Regentes van het Koninkrijk,<br />

Eereleden.<br />

Z, K. H. Carl Alexander, Groothertog van Saxen-<br />

Weimar-Eisenach,<br />

Z, D. H. Wilhelm Adolph Maximilian Carl, Prins<br />

zu Wied, te Neuwied.<br />

Reenen, Jhr. Mr. Gr. O. J. Van 's Gravenhage.<br />

Dirks, Mr. J. Leeuwarden.<br />

Buitengewone Leden.<br />

Acquoy, Dr. J. O. R.<br />

Albarda, Mr. W.<br />

Barack, Dr.<br />

Bartels, Dr.<br />

Beaufort, Jhr. Mr. W. H. De<br />

Beets, Dr. N.<br />

Bierens de Haan, Dr. D.<br />

Böttger, Dr. Karl<br />

Boot, Dr. J. C. O.<br />

Bremer, Dr. Otto<br />

Capellini, J.<br />

Carsten, Heimïch<br />

Leiden.<br />

Cannstadt.<br />

Straatsburg.<br />

Aurich.<br />

Neerlangbroek.<br />

Utrecht.<br />

Leiden.<br />

Cannstadt.<br />

Amsterdam.<br />

Halle a/d Saaie.<br />

Bologne (Italië).<br />

Dahrenwurth (Holstei<br />

13


Dannenberg, H.<br />

Diegerik, J. A. L.<br />

Dijkstra, Waling<br />

Doedes, Dr. J. I.<br />

Evans, John<br />

Even, E. Yan<br />

Feith, Mr. H. O.<br />

Franks, Dr. Augustus W.<br />

Fredericq, Dr. Paul<br />

Fruin, Dr. R.<br />

Friedlaender, Dr. E.<br />

Habets, J. J.<br />

Heiten, Dr. W. L. Yan<br />

Hessels, J. H.<br />

He wet, Waterman T.<br />

Hildebrand, Dr. Hans<br />

Jonghe, Yicomte B. De<br />

Keilen Jr., D. v. d.<br />

Keilen, J. Ph. v. d.<br />

Kern, Dr. H.<br />

Leemans, Dr. C.<br />

Loon Jz., J. van<br />

Matthijssen, Mej. O. H.<br />

Marsy, A. Comte de<br />

Mestorff, Mej. Joh.<br />

Munro, R.<br />

Nissen, M.<br />

Noodt, Mr. U. J. Huber<br />

Panhuijs, Jhr. Mr. J. Æ.<br />

Pignorini, Dr. L.<br />

Piot, Ch.<br />

Planten, J. R.<br />

170<br />

Berlijn (Bernburger Strasse 19).<br />

IJperen.<br />

Hol werd.<br />

Utrecht.<br />

Nash Mills.<br />

Leuven.<br />

Groningen.<br />

London.<br />

öent.<br />

Leiden.<br />

Berlijn (Bulowstrasse 15).<br />

Maastricht.<br />

Groningen.<br />

Cambridge.<br />

Ithaca (New-York).<br />

Stockholm.<br />

Brussel.<br />

Amsterdam.<br />

»<br />

Leiden.<br />

»<br />

Leeuwarden.<br />

»<br />

Compiègne.<br />

Kiel.<br />

Kilmarnock bij Edinburg.<br />

Stedesand, poststation Leek.<br />

Eefde bij Warnsveld.<br />

A. Yan Groningen.<br />

Rome.<br />

Brussel.<br />

New-York.


Pleyte, Dr. W.<br />

Reitsma, Dr. J.<br />

Eogge, Dr. H. C.<br />

Rooses, Dr. Max<br />

Roijaards van den Ham,<br />

Schotel, Dr. O. J. D.<br />

Serrure, R.<br />

Siebs, Dr. Theodoor<br />

Slooten, A. H. Van<br />

Suringar, P. J.<br />

Steenstrup, Dr. J. S.<br />

Stuers, Jhr. Mr. V. de<br />

Tadema, L. Alma<br />

Telting, Mr. I.<br />

Tergast, Med. Doet.<br />

Turniwal, T. J.<br />

Tylor, Edw. B.<br />

Varenbergh, Emile<br />

Veth, Dr. P. J.<br />

Wegener, C.<br />

Winkler, Johan<br />

Wijnne, Dr. J. A.<br />

Zangemeister, Dr. K.<br />

•171<br />

Leiden.<br />

Groningen.<br />

Amsterdam.<br />

Antwerpen.<br />

Mr. W. J. Utrecht.<br />

Oegstgeest.<br />

Parijs (Rue de Richelieu<br />

Greifswald.<br />

Rauwerd.<br />

Leeuwarden.<br />

Kopenhagen.<br />

's Gravenhage.<br />

London,<br />

Gewone Leden.<br />

's Gravenhage.<br />

Emden.<br />

London.<br />

Oxford.<br />

Gent.<br />

Arnhem. »<br />

Kopenhagen.<br />

Haarlem.<br />

. Utrecht.<br />

Heidelberg.<br />

Aa, Dr. B. P. J. C. Simon van der Winterswijk.<br />

Aa, Mr. J. Simon van der 's Gravenhage.<br />

Aeneae, Dr. B. W. Schultetus »<br />

Albarda Jz., Mr. Horatius Leeuwarden.<br />

Alberda van Ekenstein, Jhr. Mr. W. C. A. Groningen.<br />

Alma, Mr. D. Sneek.


Andel, J. van<br />

Andreæ, Mr. A. J.<br />

Andreæ, D. H.<br />

Andreæ, H. Beucker<br />

Andreæ, Mr. S. J. Fockema<br />

Andreæ, I. Nauta<br />

Asbeck, D. baron van<br />

Assen, J. van<br />

Aukes, A. J.<br />

Bakker, G. Murray<br />

Bakker, Dr. L. C. Murray<br />

Bakker, Mr. Gr. A. Murray<br />

Bakkers, F.<br />

Banga, Mr. K.<br />

Banda, R.<br />

172<br />

Battaerd, C. H. F. A. Corbeli<br />

Beaufort, Jhr. Mr. R. de<br />

Beaufort Az., Mr. W. H. de<br />

Beeckman', D.<br />

Beekhuis, Mr. C.<br />

Beekhuis, Th.<br />

Beekhuis, W.<br />

Beekhuis, Dr. W.<br />

Beekkerk, H.<br />

Bekhuis, J. F. H.<br />

Bekker, W.<br />

Bergsma, E. J.<br />

Bergsma, Mr. J. O.<br />

Bergsma, Mr. W. A.<br />

Behrns, Bernh.<br />

Berns, Mr. J. L.<br />

Beijma, Jhr. Mr. C. L. van<br />

Leeuwarden.<br />

Kollum.<br />

7)<br />

Leeuwarden.<br />

Leiden.<br />

Leeuwarden.<br />

Arnhem.<br />

Leeuwarden.<br />

»<br />

Amsterdam, Amsteldijk 14.<br />

Huizum.<br />

Harlingen.<br />

Leeuwarden.<br />

Hilversum.<br />

Anjum.<br />

n Leeuwarden.<br />

Doorn.<br />

op de Treek bij Amersfoort.<br />

Breda.<br />

Leeuwarden.<br />

Wirdum.<br />

»<br />

Sijbrandaburen.<br />

Leeuwarden.<br />

»<br />

Buitenpost.<br />

Grouw.<br />

Leeuwarden.<br />

Dr onrijp.<br />

Leeuwarden.<br />

»<br />

»


173<br />

Beijma, Jhr. E. D. van<br />

Beijma, Jhr. L. van<br />

Beijma, Jhr. Mr. P. J. van<br />

Bienema, Mr. E. Roos van<br />

Bierma, W.<br />

Bierma, J.<br />

Bierman, A. E.<br />

Binnerts, Mr. H.<br />

Binnerts, S. Gr.<br />

Bisschop, C.<br />

Bloembergen Ezn., Mr. A.<br />

Bloembergen Ezn., R.<br />

Blok, Dr. P. J.<br />

Blom J.Gz., Mr. J. O. van<br />

Blom, Mr. Ph. van<br />

Blom, W. van<br />

Boeles, Mr. W. B. S.<br />

Boer, Dr. R. C.<br />

Boer, Mr. J. Wessels<br />

Boer, F. de<br />

Boer, Mr. J. Klaasesz de<br />

Boissevain, Dr. U. P.<br />

Bolman, I.<br />

Boltjes, Mr. S.<br />

Boltjes, Mr. T. Y. Kingma<br />

Bondam, Mr. A. C.<br />

Brantsen van de Zijp, Mr. W. Gf. baron<br />

Breugel Douglas, Mr. C. baron van<br />

Breuning, D. D.<br />

Brouwer, Dr. N. Reeling<br />

Brugsma, B.<br />

Bruins, Dr. J. A.<br />

Weidum.<br />

Soestdijk.<br />

's Gfravenhage.<br />

Leeuwarden.<br />

Aalsum.<br />

»<br />

Amsterdam.<br />

Heerenveen.<br />

Sappemeer.<br />

Scheveningen.<br />

Leeuwarden.<br />

»<br />

Groningen.<br />

Leeuwarden.<br />

's Gfravenhage.<br />

Drachten.<br />

Leeuwarden.<br />

»<br />

Medemblik.<br />

Groningen.<br />

Witmarsum.<br />

Groningen.<br />

Leeuwarden.<br />

Grouw.<br />

Jorwerd.<br />

's Hertogenbosch.<br />

Schaarsbergen,<br />

's Gravenhage.<br />

Wolvega.<br />

Leeuwarden.<br />

Utrecht.<br />

Idaard.


174<br />

Bruinvis, C. W.<br />

Bruns, J. D.<br />

Bubberman, J. J.<br />

Buma, Mr. W. B.<br />

Buma, W. Hopperus<br />

Buma, Mr. J. Minnema<br />

Buning, A. Werumeus<br />

Burger, Dr. C. P.<br />

Burger C.P.z., Dr. C. P.<br />

Bylevelt, Mr. Th. P. van Eyck<br />

Caland, A.<br />

Cammingha, Jhr. J. C. van<br />

Cammingha<br />

Cannegieter<br />

Cannegieter<br />

Cannegieter<br />

Jhr. V. V. van<br />

A.<br />

D.<br />

J. J.<br />

Cannegieter, Dr. T.<br />

Cats, Mr. E. Hanger<br />

Cats, M. Manger<br />

Chijs, Dr. S. A. van der<br />

Coenen, Dr. W. F. H.<br />

Crocq, Gr. du<br />

Cremers, Mr. E. J. M. I. Canter<br />

Dijk van Matenesse, P. J. van<br />

Dirks, J.<br />

Doorninck, D. J. C. van<br />

Dorhout, L.<br />

Dornseiffen, H. Gr.<br />

Drijber, R. H.<br />

Duparc, A.<br />

Eeghen, A. W. van<br />

Eekhoff, J. T.<br />

Alkmaar.<br />

Leeuwarden.<br />

»<br />

Huizum.<br />

Leeuwarden.<br />

Oostermeer.<br />

Leeuwarden.<br />

Amsterdam.<br />

Bolsward.<br />

Leeuwarden.<br />

's Gravenhage.<br />

Amsterdam.<br />

Hallum.<br />

Tzum.<br />

Perwerd.<br />

Utrecht.<br />

Groningen.<br />

Leeuwarden,<br />

Zutfen.<br />

Leeuwarden.<br />

Amsterdam (Leidsche gracht).<br />

Heerenveen.<br />

Schiedam.<br />

Franeker.<br />

Rijnsburg.<br />

Delft.<br />

Terhorne.<br />

Leeuwarden.<br />

Amsterdam.<br />

Leeuwarden.


175<br />

Engelen, Jhr. Mr. D. O.<br />

Engelman, J. P.<br />

Enschedé, Mr. J. A.<br />

Epkema, Dr. E.<br />

Ermerins, Mr. J. P. N.<br />

Escher, G. A.<br />

Eysinga, Jhr. Mr. A. E. van Boelens van<br />

Eysinga, Jhr. Mr. C. van<br />

Eysinga, Jhr. Mr. P. J. J. van<br />

Eysinga, Jhr. Mr. I. P. van Humalda van<br />

Eysinga, Jhr. Mr. T. Æ. J. van<br />

Eysinga, Jhr. W. C. G. van<br />

Paber, J.<br />

Paber, IJ. O.<br />

Paille, Dr. J. Baart de la<br />

Peenstra Tzn., A.<br />

Feenstra, S. E.<br />

Peickens, A. B. P.<br />

Feith, Mr. J. A.<br />

Pennema, H.<br />

Pennema, R.<br />

Ferf, Mr. A.<br />

Pock, Mr. B. P. W. van Brucken<br />

Pockema, Mr. R.<br />

Polmer, Dr. A.<br />

Fontein, P. van Dalsen<br />

Fontein, L.<br />

Gaastra, Simon<br />

Geer, Mr. B. J. Lintelo baron de<br />

Geer, Jhr. Mr. A. G. de<br />

Geuns, M. van<br />

Giffen, Mr. J. van<br />

Zutfen.<br />

Heerenveen.<br />

Haarlem.<br />

Zalt-Bommel.<br />

Middelburg.<br />

Leeuwarden.<br />

's Gravenhage.<br />

»<br />

Leiden.<br />

Gorredijk.<br />

Harlingen.<br />

Leeuwarden.<br />

Gorinchem.<br />

Leeuwarden.<br />

»<br />

Groningen.<br />

Sneek.<br />

Buitenzorg.<br />

Heerenveen.<br />

Middelburg.<br />

Almelo.<br />

Rijswijk.<br />

Leeuwarden.<br />

Sneek.<br />

Workum.<br />

Utrecht.<br />

Haarlem.<br />

Leeuwarden.<br />

Wolvega.


17«<br />

Gockinga, Mr. J. J. Leeuwarden.<br />

Gronnet, G. J. Haarlem.<br />

Gorter, Mr. W.<br />

Goslings, D.<br />

Gratama, G.<br />

Gratama, Mr. S.<br />

Gratama, T.<br />

Grave, Mr. E. de<br />

Greebe, Mr. Â.<br />

Greve, Mr. I. de<br />

Griethuijsen Antz., H. van<br />

Grovestins, J. E. N. baron Sirtema van<br />

Haagsma, S.<br />

Haer, Mr. O. J. van der<br />

Haersolte, Mr. C. W. A. baron van<br />

Halbertsma, Dr. T.<br />

Halberstadt, Dr, A.<br />

Hannema, Mr. S.<br />

Hansma, R.<br />

Harinxma thoe Slooten, A. baron van Leiden.<br />

Harinxma thoe Slooten, Mr. B. Ph. bar. v. Leeuwarden.<br />

Harinxma thoe Slooten, Mr. C. L. bar. v. »<br />

Harinxma thoe Slooten, D. J. A. baron v. Leiden.<br />

Harinxma thoe Slooten, Mr. J. S. bar. v. Leeuwarden.<br />

Harinxma thoe Slooten, Mr. M. P. D. bar . v. Olterterp.<br />

Harinxma thoe Slooten, P. A. V. bar. v.<br />

Harinxma thoe Slooten, Mr. R. baron v.<br />

Harmens, D.<br />

Harmens Cz., W.<br />

Hasselt, Mr. L. van<br />

Haver Droeze, Dr. J.<br />

Haverschmidt, F.<br />

's Hertogenbosch.<br />

Delft.<br />

Leeuwarden.<br />

Assen.<br />

Leeuwarden.<br />

Wommels.<br />

Leeuwarden.<br />

Zwolle.<br />

Oosterwolde (Geld.)<br />

's Gravenhage.<br />

Bozum.<br />

Arnhem.<br />

»<br />

Groningen.<br />

Leeuwarden.<br />

's Gravenhage.<br />

Warg-a.<br />

Leiden.<br />

Beetsterzwaag.<br />

Leeuwarden,<br />

Harlingen.<br />

Zwolle.<br />

Leeuwarden.<br />

Schiedam,


177<br />

Heeckeren, D. J. W. baron van Ameland.<br />

Heeckeren v. Wassenaer, R. F. baron v. Dieron.<br />

Heemstra, G-. J. A. A. baron van 's Gravenhagc.<br />

Heemstra, H. L. baron van<br />

Leeuwarden.<br />

Heemstra, W. H. F. baron van Deventer.<br />

Heesen, Gr. W.<br />

Leeuwarden.<br />

Heeres, Mr. J. E.<br />

's Gravenhage.<br />

Heide, K. van der<br />

Leeuwarden.<br />

Heide, L. van der<br />

»<br />

Hellema, W.<br />

Dantumawoude.<br />

Heioma, Mr. M. van<br />

Leeuwarden.<br />

Heioma, Mr. M. M. van<br />

Heerenveen.<br />

Henket, H. M.<br />

Leeuwarden.<br />

Hesse, H. Klugkist<br />

Kollum.<br />

Hettema, Dr. F. Buitenrust<br />

Zwolle.<br />

Hingst, S.<br />

Scheveningen.<br />

Hogeman, J.<br />

Slagharen bij Dedemsvaart.<br />

Honig Jz,, J.<br />

Balk.<br />

Hooif, A. van<br />

Middelburg.<br />

Hoop, Mr. E. J. Thomassen à Thuessink<br />

van der<br />

Leeuwarden.<br />

Horst, 8. Ter<br />

»<br />

Houtsma, Dr. E. 0.<br />

»<br />

Houtsma, Dr. M. Th.<br />

Utrecht.<br />

Houwink Gz., J.<br />

Sneek.<br />

Huber, F. O. A.<br />

Kampen.<br />

Huber, H. W.<br />

Leeuwarden.<br />

Huber, L. J.<br />

Groningen.<br />

Huber, Mr. L. J.<br />

Veendam.<br />

Huber, Mr. U. H.<br />

Leeuwarden.<br />

Huguenin, C. M.<br />

Bussum.<br />

Hijlkema, 8. H.<br />

Leeuwarden.


Iterson, J. E. van<br />

Jamin, J. G. de Groot<br />

Jong, M. K. de<br />

Jong, W. de<br />

Jong, D. Fontein de<br />

Jonge, P. Fabrij de<br />

Jongsma, Mr. E.<br />

Jonkers, Mr. W. H.<br />

Jungius, E. C,<br />

Kappers, Dr. J. Ariëns<br />

Keizer, J. J.<br />

Kempenaer, Jhr. Mr. D. W.<br />

Kerkwijk, C. J. van<br />

Keuning, K.<br />

Kielstra, T.<br />

Kingma, IJ. L.<br />

Klaasesz, J. S.<br />

Kleffens, Mr. A. H. van<br />

Kleffens, Mr. L. W. van<br />

Klinkenberg, A.<br />

Klinkenberg, W. F. K.<br />

Knappert, Dr. L.<br />

Knoop, W. J.<br />

Kolff, Mr. W.<br />

Kollewijn, M. J.<br />

Koning, Mr. J.<br />

Koning, Willem<br />

Korf, O. A.<br />

Kramer, H. H.<br />

Kramer, J. P. Land<br />

Kramers, J. W.<br />

Kreemer, J.<br />

178<br />

v. Andringa de Zutfen.<br />

Oenkerk.<br />

Amsterdam.<br />

Oldeboorn.<br />

Hallum.<br />

Murmerwoude.<br />

Leeuwarden.<br />

's Gravenhage.<br />

Gorredijk.<br />

Leeuwarden.<br />

»<br />

Makkum.<br />

Alfen a/d Rijn.<br />

Beetsterzwaag.<br />

Middelburg.<br />

Jellum.<br />

Ternaard.<br />

Harlingen.<br />

Veenwouden.<br />

Sijbrandaburen.<br />

Leeuwarden.<br />

Dokkum.<br />

's Gravenhage.<br />

Leeuwarden.<br />

»<br />

Heerenveen.<br />

Tjummarum.<br />

Heerenveen.<br />

Leeuwarden.<br />

Dokkum.<br />

Leeuwarden.<br />

Malang (O.-I.)


hi,,.<br />

179<br />

Krul, Dr. R.<br />

Kuiper, Dr. E. T.<br />

Kuipers, C. A.<br />

Kuipers, E. W.<br />

Kuipers, H.<br />

Kuipers, J.<br />

Kuipers, Mr. J. J.<br />

Kijmmell, Mr. J. W.<br />

Kijmmell, Mr. P. D.<br />

Lam Az., H.<br />

Land, A. A.<br />

Lankhorst, N. J.<br />

Leeuwen, Mr. J. van<br />

Lieftinck J.Wz., F.<br />

Liezenberg, J. L.<br />

Limburg Stirum, C. W. graaf<br />

Loeff, Dr. C.<br />

Loosjes, A.<br />

Luiking, H.<br />

Lycklama à Nijeholt, Jhr. A.<br />

Lycklama à Nijeholt, B. J.<br />

Lycklama à Nijeholt, P.<br />

Lijnden, R. baron van<br />

Maas, M. H.<br />

Martin, A.<br />

Meer, 8. E. van der<br />

Meindersma, Dr. 8.<br />

Meijer, A.<br />

Menalda, Mr. C. B.<br />

Menalda Az., G.<br />

Menalda, H.<br />

's Gravenhage.<br />

Leeuwarden.<br />

»<br />

Hantumhuizum.<br />

Leeuwarden.<br />

Buitenpost.<br />

Utrecht.<br />

»<br />

Leeuwarden.<br />

»<br />

Franeker.<br />

Sneek.<br />

Leeuwarden.<br />

Haarlem.<br />

Schiedam,<br />

van Arnhem.<br />

Leeuwarden.<br />

Amsterdam.<br />

Lemmer.<br />

Wiesbaden.<br />

Leiden.<br />

Rotterdam.<br />

Beetsterzwaag.<br />

Makkum.<br />

Amsterdam.<br />

(Oldebarneveldskade 17).<br />

Drachten.<br />

Leeuwarden.


180<br />

Messcher Mackay, P.<br />

Meulen, J. H. van der<br />

Meulen, M. E. van der<br />

Meulen, R. van der<br />

Meurs, Mr. P. A. N. S. van<br />

Meursinge, Dr. A.<br />

Middelburg, Dr. H. A.<br />

Miedema, A.<br />

Miedema, Â. S.<br />

Molen, W. T. van der<br />

Moltzer, Mr. H. E.<br />

Moquette, F. J. P.<br />

Mulder, J.<br />

Mulder, Dr. J.<br />

Muiier, Mr. J. Haitsma<br />

ISfaersen, L. U. Rengers van<br />

Nes van Meerkerk, Mr. N. H, van<br />

Nolet, M. J.<br />

Nonhebel, J. C. K.<br />

Numan, Mr. O. W. Star<br />

Onnekes, A. J.<br />

Oosterbaan, E, J.<br />

Oosterhoff, W. J.<br />

Oosting, J. Bieruma<br />

Oosting, J. Bieruma<br />

Oppedijk, H.<br />

Oppedijk, W. M.<br />

Ort, J. A.<br />

Outeren, Mr. J. P. van<br />

Overman, L.<br />

Paehlig, Mr. C. C.<br />

Paehlig, J. J.<br />

Hilversum.<br />

Drachten.<br />

Bolsward.<br />

Rotterdam.<br />

's Gravenhage.<br />

Leeuwarden.<br />

»<br />

Sneek.<br />

Groningen.<br />

Sneek.<br />

Utrecht.<br />

Rotterdam.<br />

Franeker.<br />

Zaandijk.<br />

Harderwijk.<br />

's Gravenhage.<br />

Leeuwai'den.<br />

»<br />

Ee.<br />

's Gravenhage.<br />

Winkel.<br />

Drachten.<br />

Leeuwarden.<br />

Oranjewoud.<br />

Leiden.<br />

Hommerts.<br />

IJlst.<br />

's Hertogenbosch.<br />

Haarlem.<br />

's Gravenhage.<br />

Sneek.<br />

Leeuwarden.


181<br />

Pallandt van Waardenburg en Meerijnen,<br />

W. C. baron van Neerijnen.<br />

Panhuijs, Mr. A. A. F. baron van Leeuwarden.<br />

Peereboom, Mr. P. Bolsward.<br />

Peereboom, W. A. »<br />

Pelinck Stratingh, Mr. J. Bergum.<br />

Plaats, Mr. J. D. van der Leeuwarden.<br />

Plantenga, F. »<br />

Politiek, J. Oudwoude.<br />

Poppes, P. C. Balk.<br />

Poppes, Mr. P. S. »<br />

Popta, G. A. van Utrecht.<br />

Postma, Titus Leeuwarden.<br />

Potma, Mr. A. Bergum.<br />

Prakken, Mr. G. J. Leeuwarden.<br />

Prins, Dr. A. Winkler Lisse.<br />

Eeidsma, M. H. Sneek.<br />

Eeijnders, S. Leeuwarden.<br />

Eeitsma, D. G. Oostermeer.<br />

Rengers, B. E. 8. van Weideren baron Langweer.<br />

Eengers, J. P. van Weideren baron Ysbrechtum.<br />

Eengers, S. G. van Weideren baron Wageningen.<br />

Eengers, Th. M. Th. van Weideren baron Leeuwarden.<br />

Eengers, Mr. W. B. E. v. Weideren baron 's Gravenhage.<br />

Eengers, W. C. G. van Weideren baron »<br />

Eengers, Mr. W. J. van Weideren baron Leeuwarden.<br />

Eiemsdijk, Jhr. Mr. Th. van 's Gravenhage.<br />

Rieu, Dr. W. JN". du Leiden.<br />

Eingnalda, O. Huizum.<br />

Einkes, J. J. Joure.<br />

Eodenburgh, C. de Jong van Haarlem.


Koegholt, L. P.<br />

Roever, Mr. N. de<br />

Eömer, Mr. C. A.<br />

Romer, Dr. J. A.<br />

Romer, W.<br />

Roij, A. Ie<br />

Rutgers, Dr. F. L.<br />

Rutgers, Dr. S. J.<br />

Rhijn, Dr. C. H. van<br />

Sasse Az., Dr. J.<br />

Salverda, Mr. S.<br />

Schaaf, F.<br />

Schaaf, J. H. L.<br />

Schaafsma, Mr. E.<br />

Scheer, J. van der<br />

Scheffer, Dr. J. O. de<br />

Scheltinga, Mr. H. W.<br />

Schepers, Dr. J. A.<br />

Schmidt Schaaff, P.<br />

Schreuder, Dr. J. C.<br />

Schröder, J. H.<br />

Schulman, J.<br />

Schutte, J. F.<br />

182<br />

Hoop<br />

de Blocq<br />

Leeuwarden.<br />

Amsterdam.<br />

Leeuwarden.<br />

»<br />

Grouw.<br />

Venlo.<br />

Amsterdam.<br />

Hallum.<br />

Groningen.<br />

Koog a/d. Zaan.<br />

Leeuwarden.<br />

Tjerkwerd.<br />

Haarlem.<br />

Dokkum.<br />

Leeuwarden.<br />

Amsterdam.<br />

van Oranjewoud.<br />

Grouw.<br />

Stiens.<br />

Leeuwarden.<br />

»<br />

Amersfoort.<br />

Amsterdam (Heerengr. 127).<br />

Schwartzenberg en Hohenlansberg, U.<br />

baron thoe Utrecht.<br />

Schijfsma, E. W. Kampen.<br />

Servatius, Mr. B. W. N. Leeuwarden.<br />

Sickenga, Mr. J. Wolvega.<br />

Sickenga, N. »<br />

Sillem, Mr. J. A. Amsterdam.<br />

Singels, J. C. Leeuwarden.<br />

Sjerps, W. P. »


183<br />

Sleeswijk, Mr. S.<br />

Amsterdam.<br />

Sleeswijk S.<br />

Wolvega.<br />

Slooten, P. J. D. van<br />

Terband.<br />

Sloterdijck, Mr. J. L. van<br />

Leeuwarden.<br />

Sloterdijck, Mr. W. A. van<br />

»<br />

Sloterdijck, J. L. van<br />

Leiden.<br />

Sloterdijck, L. R. van<br />

»<br />

Slothouwer, Dr. O. M.<br />

Rotterdam.<br />

Slothouwer, A. H. Duval<br />

Utrecht.<br />

Sluis, W. A. van der<br />

Appelscha.<br />

Smeding, A. J.<br />

Roordahuizum.<br />

Smids, H. P.<br />

Hardegarijp.<br />

Sminia, Jhr. A. J. van<br />

Leiden.<br />

Sminia, Jhr. W. van<br />

»<br />

Smits van Mieuwerkerk, J. A. Dordrecht.<br />

Snouck Hurgronje, Mr. W. J. 's Gravenhage.<br />

Speelman, Jhr. H. M.<br />

Harlingen.<br />

Speelman, Jhr. J. M. Wobma Leeuwarden.<br />

Sprenger, W.<br />

»<br />

Staas, Th. M.<br />

»<br />

Stam, T. A.<br />

Sneek.<br />

Staveren, Dr. M. van<br />

Leeuwarden.<br />

Stephanik, Joh. W. Amsterdam (Heerengracht 231)<br />

Stoett, Dr. F. A.<br />

Amsterdam.<br />

Storm van 's G-ravesande, Jhr. J. J. J. Arnhem.<br />

Suchtelen van de Haere, Jhr. Mr. O. van Leeuwarden.<br />

Suringar, Hugo<br />

»<br />

Suringar, Dr. L. J.<br />

Amsterdam.<br />

Swart, I. de<br />

Leeuwarden.<br />

Swinderen, Jhr. Mr. J. H. F. K. van Rijs bij Balk.<br />

Swinderen, Jhr. Mr. P. J. van Assen.<br />

Swinderen, Jhr. Mr. O. de Marees van Leeuwarden.


184<br />

Sijbenga, Â.<br />

Metslawier.<br />

Sijtzama, Mr. J. G. W. H. bar on van Zutfen.<br />

Sleeswijk, F. 0.<br />

Lemmer.<br />

Taconis, B.<br />

Leeuwarden.<br />

Tadema, Mr. J. G.<br />

Oosterwolde.<br />

Telting, Mr. A.<br />

's Gravenhage.<br />

Telting, Mr. J. W.<br />

Zwolle.<br />

Terpstra, Mr. W.<br />

Leeuwarden.<br />

Theunisse, J.<br />

»<br />

Timmers Verhoeven, P, F.<br />

»<br />

Tjebhes, Mr J.<br />

»<br />

Tjebbes, K.<br />

Workum.<br />

Tour v. Bellinchave, Mr. W. M. baron du 's Gravenhage.<br />

Trip, Mr. H.<br />

Amsterdam (Parkweg 42)<br />

Troelstra, J.<br />

Leeuwarden.<br />

Troelstra, Mr. P. J.<br />

»<br />

Tromp, A. H.<br />

Woudsend.<br />

Tromp, Dr. J. C.<br />

Balk.<br />

Tromp, M. H.<br />

Woudsend.<br />

Tromp, W. A.<br />

»<br />

Tromp, Mr. J. M. van Hettir ga Leeuwarden.<br />

Tromp, Mr. T. van Hettinga<br />

»<br />

Tuinhout, F. Fontein<br />

's Gravenhage.<br />

Yalkenburg, S. Draisma van Leeuwarden.<br />

Veen, Mr. D. van dei-<br />

»<br />

Veen, Dr. S. D. van<br />

Groningen.<br />

Veen, C. J. van der<br />

Oldeboorn.<br />

Vegilin van Claerbergen, Jhr. A. J. Joure.<br />

Vegilin van Claerbergen, Jhr. V. L.<br />

Vegilin van Claerbergen, Jhr. D. M.<br />

»<br />

Van Burmania<br />

Hilversum.<br />

Vegter J.<br />

Joure.


185<br />

Yelstra, K.<br />

Velstra, T. J.<br />

Velzen, Dr. S. K. Thoden van<br />

Vening Meinesz, Mr. S. A.<br />

Vermaes, S. J.<br />

Vermeer Az., J.<br />

Vermeer, Mr. L. D. W. Losecaat<br />

Verschuur, Mr. H. D. van Ketwieh<br />

Verwer, Mr. Julius<br />

Visser, C. W. C. T.<br />

Visser, R. J.<br />

Vies, M. J.<br />

Vonk, P.<br />

Vos van Steenwijk, Mr. J. W. J. baron de<br />

Vriend, H.<br />

Vries, B. J. de<br />

Vries, H. P. J. de<br />

Vries, Dr. J. de<br />

Vries, A. Draaisma de<br />

Vrieze, Mr. O. W. de<br />

Waalkes, O. H. van Borssum<br />

Wagenaar, L.<br />

Wagenaar, Dr. L. H.<br />

Wageningen, Mr. H. J. S. M. van<br />

Wageningen, H. L. van<br />

Wageningen thoe Dekama, J. H. J. van<br />

Wassenaar, K. A.<br />

Wassenaar, H. M. Laurman<br />

Weide, J. D. van der<br />

Wendt, Mr. H. M. de<br />

Wenning, H.<br />

Wenning, J.<br />

Mantgum.<br />

Leeuwarden.<br />

Warnsveld,<br />

Amsterdam.<br />

Leeuwarden.<br />

Zwolle.<br />

Leeuwarden.<br />

Arum.<br />

Workum.<br />

Leeuwarden.<br />

's Gravenhage.<br />

Leeuwarden.<br />

Utrecht (Twijnstr.).<br />

Leeuwarden.<br />

Franeker.<br />

Achlum.<br />

Leeuwarden.<br />

Huizum.<br />

Leeuwarden.<br />

Arnhem.<br />

»<br />

Jelsum.<br />

»<br />

Huizum.<br />

Wommels.<br />

Leeuwarden.<br />

1 'i


1 80<br />

Wentholt, Mr. L, R, Weidum.<br />

Westenberg, Mr. H. Th, Leeuwarden.<br />

Wester, J. Q-. »<br />

Wieheren, J. J. G. van »<br />

Wicheren, J. J. O. van Ter Neuzen.<br />

Wierdsma, Mr. C. Wichers Leeuwarden.<br />

Wierdsma, D. Wichers »<br />

Wierdsma, P. Wichers Huizum.<br />

Wierdsma, Mr. W. W. Wichers Franeker.<br />

Wiersma, A. Leeuwarden.<br />

Wigersma H. »<br />

Winkel, Dr. J. te Amsterdam.<br />

Winkler, A. J. Haarlem.<br />

With, G. N. de Sloten.<br />

With, Mr. J. Minnema de Leeuwarden.<br />

Witt, G. N. Dudok de Breukeîen.<br />

Witteveen, Mr. F. Ternaard.<br />

Witteveen, J. TS. Leeuwarden.<br />

Wolff, Mr. I. »<br />

Wouda, N. Sneek.<br />

Wubben, C. P. Ebbinge Hoogeveen.<br />

Wijbrandi, G. Tigler Veen wouden.<br />

Wijbrandi, J. Tigler Utrecht.<br />

Yperj, F. Amersfoort.<br />

Zaalberg, J. A. Zaandam.<br />

Zwierzina, W. K. F. Holwerd.


O V E R D E<br />

verbanning van ÏL C Geestelijken<br />

in het jaar 1580,<br />

DOOE<br />

J. H O G E M A N.


OVER DE<br />

VERBANNING VAN R. C. GEESTELIJKEN<br />

uit Friesland, in het jaar 1580,<br />

DOOK<br />

J. W O G E M A N,<br />

De Conscriptio exulum van Hotzo Aecxma, Deken van<br />

Bolsward en Pastoor te Wolsum, na 1580 te Noorddij k<br />

bij Groningen, bevat eene alles behalve volledige lijst der<br />

verbannen R. C. Geestelijken, wat zij dan ook niet beweert<br />

, hoewel Dr. Reitsma, in zijne verhandeling geplaatst<br />

achter het Register van de Geestelijke goederen van Oostergo,<br />

er van uitgaat, dat zij bijna volledig is. Zoo weet die lijst<br />

niets van den Pastoor van Hardegarijp, die in een boek<br />

in de bibliotheek te Steenwijkerwold, getiteld: Dionysius<br />

Carthusianus in quinque libros sapientiales, schrijft in het<br />

Latijn:<br />

»Ik Wilhelmus Johannes van Mackinga, pastoor te Har-<br />

»degarijp, heb dit boek gekocht voor '25 stuivers te Einden,<br />

»den 14 Maart 1588, in het 8ste jaar van mijne ballingsschap,<br />

en ik ben daar uitgedreven en beroofd door de<br />

»haeretici (et expulsus sum et spoliatus ab haereticis Frisii<br />

»ordinis) den 25 April 1580."


1 90<br />

Na 1590 was hij nog te Emden: sredii anno 159+ in<br />

patriam adjutorio Philippi Regis Hispanorum." Dat er ook<br />

sommigen naar Emden zijn uitgeweken, daarvan weet de<br />

Conscriptio, van Geestelijken hoegenaamd niet, doch wel<br />

van anderen. Wat nog meer aantoont hoe weinig Heer<br />

Aecxma op de hoogte was van Geestelijken, zelfs uit zijne<br />

nabijheid, en niet onbekenden, is dit: dat hij niets weet<br />

van Sibrandus Leo, wiens Tabula Geographica Frisiae reeds<br />

in 1549 door Jacobus van Deventer was uitgegeven. Doch<br />

Sufiridus Petri verhaalt ons dat hij, Kloosterling van Lidlum,<br />

eerst pastoor werd te Menaldum, toen te Berlikum,<br />

hierop weer te Menaldum, waaruit hij gebannen werd en<br />

daarna als balling in het klooster Cusemer, ook in de<br />

provincie Gioningen, verkeerde, (ejectus in exilium, extorris<br />

in Cusemer), waar hij stierf in 1588.<br />

Slaat men andere berichten na, b.v. het bovenvermeld<br />

Register der Geestelijke goederen, onmiddellijk na die verbanning<br />

gemaakt, dan ziet men meermalen, dat er geen<br />

Geestelijken in sommige dorpen meer waren of dat zij weg<br />

waren. Dit laatste wordt, om iets te noemen, gezegd van<br />

den Pastoor van Reitsum etc. Ook zien wij dat hij weinig<br />

op de hoogte was, daaruit, dat Solckema nog van een half<br />

dozijn aanteekent, die tusschen 1580 en 1584 in Groningen<br />

, en twee, die in Groningerland gestorven zijn, schoon<br />

Aecxma, misschien een oud man, toen nog leefde en bij<br />

Groningen Pastoor was. Doch wat vooral de onvolledigheid<br />

der Conscriptio aantoont is het feit, dat zich bij en<br />

om het leger van Rennenberg bij Steenwijk, welke stad<br />

hij van 18 Oct. 1580 tot 25 Februari 1581 belegerde,<br />

omtrent vierdehalf honderd spapen en monniken" ophielden.<br />

De protestant geworden Zeger ter Stege, gestorven 1601,<br />

secretaris der stad, heeft eenige historische nota's over


11)1<br />

Steenwijk geschreven, die Ebbinge Wubben heeft uitgegeven<br />

, doch die niet in den handel zijn, waarin hij o. a.<br />

schrijft: «Gedurende het beleg van Steenwijk vergaderden<br />

»hier vele papen en monniken, die in Friesland, Gronin-<br />

»gerland, Overijsel en Drenthe waren verjaagd en verloo-<br />

»pen, en maakten een vaandel van omtrent vierdehalf<br />

* honderd hoofden, daarvan een onder haar Capitein was,<br />

«genoemd Wijckel, pastoor tot Houwerd, maar zijn meest<br />

»alle gestorven." Uit Groningen en Drenthe, waar, toen<br />

Eennenberg tot de gehoorzaamheid aan den Koning teruggekeerd<br />

was en voor Steenwijk lag, het nu vrij veilig<br />

was, zullen er wel niet veel bij geweest zijn. De Geestelijken<br />

van Steenwijk zelf waren in Juni/Juli, toen de bezetting<br />

in Steenwijk versterkt was, reeds naar Groningen<br />

geweken, zonder dat iemand, zegt Ter Stege, ze preste<br />

om heen te gaan. In Overijsel, behalve in de steden, waar<br />

staatskrijgsvolk was, was het ook zoo onveilig niet. Deze<br />

zullen wel het meest op de Hardenberger heide en elders,<br />

b.v. te Raalte, bij de malcontenten geweest zijn; en wie<br />

weet hoeveel Friezen. De Conscriptio weet slechts van<br />

enkele Friezen, die zich daar bevonden.<br />

Friesland wordt het eerst genoemd door Ter Stege, waar<br />

juist in dat jaar, volgens de andere schrijvers, die verbanning<br />

plaats vond. De Pastoor van Cuinre, Henricus<br />

Cornelii, ging naar Alkmaar en stierf daar eerst in 1615,<br />

in den schoot der kerk.<br />

Als men de dorpen van Friesland optelt, dan krijgt men<br />

320, met de steden 335; en alleen te Steenwijk waren er<br />

350, hoewel men juist niet alle pastoors hier zoeken mag.<br />

Dan heeft men nog de 134 wereldsche Geestelijken van de<br />

Conscriptio exulum, en dan nog die elders als verdwenen<br />

in 1580, b.v. in het >;Register van de geestelijke goederen


1<strong>92</strong><br />

van Oostergo'*', schitteren door afwezigheid uit de dorpen.<br />

Zoo bekomt men eene groote lijst van ballingen. Als iets<br />

bijzonders staat bij één opgeteekend: »is gereformeerd geworden".<br />

Dit was in'4580, bij die opschrijving, iets bijzonders<br />

, later zijn nog wel enkelen gereformeerd geworden,<br />

doch dat kon hij toen nog niet weten.<br />

Het was voor den Pastoor van Noorddijk, om de tijdsomstandigheden<br />

vooral, ondoenlijk om ze allen terug te<br />

vinden. Hij teekende aan, wat hij zoo nu en dan, van 1<br />

dezen of genen hoorde, vindt eindelijk dat hij een tamelijke<br />

lijst heeft, schrijft ze circa 1585 in een boek over, laat<br />

tussehenruimten, waar men later de insignia, de wapens<br />

of' familie-merken plaatste, vult later zelf aan, ook Solckema<br />

vult aan, eindelijk weet men niet meer, laat het liggen en<br />

het blijft een incompleet werk, dat enkel niet van de<br />

Geestelijken of het Hof, doch van de burgers van Leeuwarden<br />

eene compleete lijst schijnt te bevatten; en het zou<br />

uiterst oppervlakkig zijn, dit als eene volledige lijst te beschouwen<br />

der in 1580 uit Friesland gebannen R. C. Geestelijken.<br />

Het exemplaar van de Conscriptio exulum, dat aan<br />

R. Solckema behoorde, duidt juist het tegenovergestelde aan<br />

van eene compleete lijst der ballingen van 4580. Volgens<br />

het 7e Verslag van het Friesch Genootschap, bl. 170,<br />

heeft het ten opschrift; Conscriptio exulum non omnium,<br />

of, zooals Mr. A. J. Andreæ te Kollum mij schrijft: »aliquorum,<br />

non omnium" ; alzoo: Beschrijving van (sommige)<br />

ballingen, niet van allen. Genoegzaam onverschillig voor<br />

dit punt is het nu, of dit bijvoegsel, dat de lijst of Conscriptio<br />

niet allen doch sommigen opnoemt, van den balling<br />

en schrijver Aecxma, later pastoor van Noorddijk bij<br />

Groningen, of van zijn medeballing en tijdgenoot R. Solckema<br />

is, die misschien iets langer leefde; daar beide even


198<br />

bevoegde tijdgenooten zijn, om te merken dat de lijst zeer<br />

onvolledig was.<br />

Volgens eene mij welwillend verstrekte mededeeling van<br />

Mr. Andreæ, komen nog bovendien meer personen in die<br />

Conseriptio niet voor, wier namen vermeld staan in het<br />

Charterboek van Friesland IV, blz. 160, 178 en 190, als:<br />

Douwe Alles, Mr. Frederick Aerntz, Jan van Allemenum,<br />

Johannes Benckes, Jan Brecker, Mr. Douwe Broersma<br />

(volgens Chtb. IV, bl. 4, secretaris van Sneek), Jelle<br />

Broersz, Mr. Jan Charles, Rommert Coster, Jan Bgberts,<br />

Heer Evert, Pieter Graffelman, Gferben Gerbesz, Hoeyte<br />

Hoeytema, Marten Heinckes (dit is denkelijk Marten<br />

Hanckes of Hancomius, die wel vermeld is), Pilgrom ten<br />

Indijck (oud-Grietman van Ferwerderadeel), Lieuwe Jansz.<br />

van Arum, Pieter Jongema, Symon Jelthiesz, Bonne Liklema,<br />

Gosse Mentz., Hero van Ockinga, Pauwels Glasemaker,<br />

Foppe Pauels, Taeke Binthiesz, Rienck Thialles,<br />

Frans Thijsz, Luyte Thijsz, Sicke Ulders, Jacob Vliermaal,<br />

Tjepke Wythiesz, Watze, alias Zwarte Watthie,<br />

Sipke Roever en Hendrik Wever; en zoo zijn er misschien<br />

nog meer, die niet in de Conseriptio staan.<br />

SLAGHAREN.<br />

J. HOGEMAN.


LIJST VAN VOORWERPEN<br />

AAN HEI<br />

FRIESCH GENOOTSCHAP<br />

van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde<br />

GESCHONKEN,<br />

in bruikleen gegeven, of aangekocht,<br />

1 8 9 1—1 8 9 2.


L AANWINSTEN VAN HET MUSEUM.<br />

A. GESCHENKEN.<br />

Van den Heer Mr. W. Albarda, te Ginnekeii.<br />

Een collectie grond- en steensoorten , versteeningen , kienhout,<br />

enz. , op verschillende plaatsen in Friesland in den grond gevonden<br />

en door den schenker , voor ongeveer 40 jaren , bijeenverzameld en<br />

gedetermineerd.<br />

Van den Heer Mr. A. J. Andreæ, ie Kolluni.<br />

Groote beenen schaats. Lengte 27 c.M.<br />

Gevonden in de terp te Burum.<br />

Van den Heer S. H. A. Begeman , te Hol werd.<br />

IJzeren schapenschaar. Lengte 18 c.M.<br />

Gevonden in de terp , op ongeveer 5 minuten zuidwest van hel<br />

dorp Holwerd.<br />

Van den Heer G. N. de Boer, te B 1 ij a.<br />

Fraaie fibula. Lengte 4.2 c.M.<br />

Gevonden in de terp op »Sijtsina" onder Vaardeburen te Bll'ja.<br />

Van den Heer Jhr. Mr. F. J. J, Van El'jsïnga, te Leeuwarden.<br />

Schiji'vormig gewicht van geelrood gebakken aarde , in het midden<br />

is een groot gat geboord ; vermoedelijk als visehnetverzwaring gebezigd.<br />

Middellijn 10 c.M.<br />

Schedel van een paard.<br />

Schedel van een veulen.<br />

Twee fragmenten van bokkenschedels.<br />

Gevonden in de terp te EngeÏUm,<br />

Van den Heer Dr. A. Folmer , te E e n r u in.<br />

Fraaie bronzen fibula , van Noordscheu vorm. Lengte 6.2 c.M.<br />

Gevonden in een terp te rÜolwerd.<br />

Van den Heer E. W. Kuipers, te H a n t u m h u i z u m.<br />

Helft van een handmolensteen. Middellijn 37 c.M.<br />

Twee/derde gedeelte van een handmolensteen. Middellijn 49 e.M.


,<br />

Fragment van een schedel van een paard.<br />

Twee hoornpitten van runderen.<br />

Gevonden in de terp te HantumhuiZUm.<br />

Van den Heer Th. Kuipers , te Heer en veen.<br />

Punt van een steenen strijdbijl of van een wig.<br />

Gevonden in het zand op de heide bij Bakkeveen.<br />

Van den Heer T. G. van der Meillen, te Berg u m.<br />

Brokstuk van een zeer grooten pot van grijsgeel gebakken aarde,<br />

met bijbehoorende fragmenten.<br />

Bolvormige pot van zwart gebakken aarde, met wijden buik ,<br />

nauwe opening en opstaanden omgebogen rand (defect). Hoogte<br />

14 c.M. Middellijn 15.5 c.M.<br />

Dergelijke pot van zwart en rood gebakken aarde , waaraan een<br />

handvatseî. Hoogte 11 c.M. Middellijn 14.5 c.M.<br />

Pot van geel en zwart gebakken aarde, met platten bodem ,<br />

wijderen buik en eenigszins omgebogen rand ; bij den rand zijn met<br />

een werktuig ingedrukte figuren ter versiering aangebracht. Hoogte<br />

14 c.M. Middellijn 16 c.M.<br />

Potje van grauwgrijs gebakken aarde, met platten bodem , uitkopende<br />

wanden en rechtopstaanden rand. Hoogte 6 c.M. Middellijn<br />

7.5 c.M.<br />

Bolvormig potje van grauwrood gebakken aarde met rechtopstaanden<br />

rand. Hoogte 5,5 c.M. Middellijn 6 c.M.<br />

Schijfvormig gewicht van grauwgrijs gebakken aarde; in het<br />

midden is een gat geboord. Middellijn 13.5 c.M.<br />

Deze voorwerpen zijn voor vele jaren vermoedelijk in Drenthe<br />

gevonden.<br />

Van den Heer Mr. W. J. van Weideren baron Rengers, te<br />

Leeuwarden.<br />

Stuk been van een dier , de eene zijde glad, de andere eenigszins<br />

bolvormig en met cirkeltjes versierd. Lengte 5.5 c.M.<br />

Bronzen krabber met aangehechte holle pijp. Lengte 6 c.M.<br />

Gevonden in de terp op »Bilgaard" onder Leeuwarden.<br />

Van den Heer Jhr. Mr. J. H. F. K. Van Swindflren , te K ij s<br />

bij Balk.<br />

Peervormig potje van greelgrijs gebakken aarde, op een zeer


5<br />

smallen voet, met zeer scheei'uitloouende wanden en nauwe opening.<br />

Hoogte 6.5 c.M. Middellijn 6.5 c.M.<br />

Gevonden in de Basseleurs teq> onder Witmarsum.<br />

Van den Heer A. L, Uitenhage de Mist, te Grou w.<br />

Potje van donkerbruin gebakken aarde, met platten bodem, wijden<br />

buik en rechtopstaanden rand. In het potje zijn eenige verbrande<br />

beenderen. Hoogte 5 c.M. Middellijn 8 e.M.<br />

Gevonden in den grond in Friesland.<br />

Van de Heeren K. Veîstra, te M antgii m , en T. Velstra ,<br />

te Leeuwarden.<br />

Kraal van rood en zwart gebakken aarde, aan de eene zijde<br />

eenigszins oploopende. Middellijn 5 c.M.<br />

Platte kraal van zwart gebakken aarde. Middellijn 5.2 c.M.<br />

Kraal van donkergrijs en rood gebakken aarde, aan de eene zijde<br />

oploopende. Middellijn 4.9 c.M.<br />

Kraal van roodgeel en grijs gebakken aarde. Middellijn 3.3 c.M.<br />

Spinklosje van wit en grijs gebakken aarde. Middellijn 4.4 c.M.<br />

Dergelijk van grauwgeel gebakken aarde. Middellijn 4 c.M.<br />

Dergelijk van wit gebakken aarde. Middellijn 3.1 c.M.<br />

Beenen kam met één rij tanden , zeer ruw bewerkt (bijna alle<br />

tanden ontbreken). Lengte 17.5 c.M.<br />

Helft van een beenen kam met één rij tanden ; het handvatsel<br />

met lijnen en cirkels versierd.. Nog lang 17.5 c.M.<br />

Beenen kam met twee rijen tanden , het handvatsel aan de beide<br />

einden der kam met lijnen versierd. Lengte 15.5 c.M.<br />

Beenen opsteekkam. Lengte 15 c.M.<br />

Plat stuk been , fraai met lijnen en cirkeltjes versierd (vermoedelijk<br />

dekblad van een kam), gedeeltelijk afgebroken. Nog lang 8.2 c.M.<br />

Beenen haarnaald ; de punt afgebroken. Nog lang 18 c.M.<br />

Dergelijke. Nog lang 15.5 c.M.<br />

Dergelijke. Nog lang 10.5 c.M.<br />

Beenen haarnaald. Lengte 12.3 c.M,<br />

Dergelijke. Lengte 12 c.M.<br />

Dergelijke. Lengte 11.9 c.M.<br />

Dergelijke. Lengte 10.8 c.M.<br />

Dergelijke. Lengte 10.3 c.M.<br />

Helft van een runderknokkel, in het midden is een gat geboord<br />

(knoop). Middellijn 4.8 c.M.<br />

Dergelijke. Middellijn 4.5. c.M.


6<br />

Hooge beenen kraal. Middellijn 3.3 e.M.<br />

Platte beenen kraal, fraai met lijnen en inpuntingen versierd.<br />

Middellijn 4.8 c.M.<br />

Beenen kraal, met cirkeltjes versierd. Middellijn 4.3 c.M.<br />

Platte beenen kraal , uit drie met bronzen staafjes aan elkander<br />

bevestigde schijfjes vervaardigd ; het bovenvlak met lijnen en cirkeltjes<br />

versierd. Middellijn 3.8 c.M.<br />

Been van een dier , aan eene zijde glad gemaakt, anders ruw<br />

bewerkt, aan het eene einde is een gat geboord (schaats ?). Lengte<br />

23 c.M.<br />

Been van een dier, aan eene zijde glad gemaakt ; de gladde zijde<br />

voor het grootste gedeelte uitgesleten. Lengte 6 c.M.<br />

Plat beenen staafje, aan beide einden is een langwerpig gat.<br />

Lengte 8.5 c.M.<br />

Punt van een hertshoorn, de punt glad gemaakt, aan het benedeneinde<br />

is een groot gat. Lengte 24.5 c.M.<br />

Dergelijke , de punt afgebroken. Nog lang 24.5 c.M.<br />

Punt van een hertshoorn , de punt glad gemaakt, het benedeneinde<br />

uitgehold en is door de eene. zijde der uitholling een gat geboord.<br />

Lengte 13.5 c.M.<br />

Beenen naald. Lengte 13.2 c.M.<br />

Dergelijke. Lengte 10.6 c.M.<br />

Dergelijke. Lengte 9.5 c.M.<br />

Fragment van een fluit, uit een vogelbeen vervaardigd. Nog<br />

lang 11.4 c.M.<br />

Beentje van een dier, overlangs uitgehold en glad gemaakt.<br />

Lengte 6.5 c.M.<br />

Been van een dier, aan het eene einde aangepunt. Lengte 11.4 c.M.<br />

Stuk van een been van een dier, ruw besneden. Lengte 11.5 c.M.<br />

Glad gemaakt been van een dier, waarin gaten zijn geboord.<br />

Lengte 13 c.M.<br />

Hoekige barnsteenen kraal. Hoogte 2 c.M.<br />

Groene porseleinen kraal. Middellijn 0.8 e.M.<br />

Dergelijke. Middellijn 0.8 e.M.<br />

Roode kraal. Middellijn 0.9 c.M.<br />

Dergelijke , plat. Middellijn 0.7 c.M.<br />

Gele porseleinen kraal. Middellijn 1 c.M.<br />

Dergelijke. Middellijn 0.5 c.M.<br />

Grijsblauwe porseleinen kraal. Middellijn 0.9 c.M.<br />

Witte porseleinen kraal. Middellijn 0.8 c.M.


Blauwe porseleinen kraal. Middelliju O.H c.M.<br />

Licht blauwe glazen kraal. Middellijn 0.8 c.M.<br />

Blauw en wit glazen kraal. Middellijn 1.6 c.M.<br />

Vijfhoekige citroengele glazen kraal. Middellijn 1.4 c.M.<br />

Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp te JelSUm , eigen<br />

aan de schenkers.<br />

Van den Heer G. H. van BorSSUm Waalkes , te Huizn m.<br />

Potje van geelgrijs en zwart gebakken aarde , met platten bodem,<br />

iets wijderen buik en wijde opening. Hoogte 7.5 c.M. Middellijn<br />

10.5 c.M.<br />

Gevonden in een terp te Engelum.<br />

Van den Heer S. H. A. Begeman , te 11 o 1 w e r d.<br />

Een zilveren scheepje , afkomstig van een. Hindelooper bras.<br />

Van Mevrouw de wed. F. Boekhoudt, geb. ds Vries . te<br />

Dokkum.<br />

Portret van den Frieschen schilder Gosling Posthumus , geboren<br />

te Dokkum 7 November 1800, en aldaar gestorven 15 November<br />

1832.<br />

Teekening in pastel , in lijst achter glas. Hoogte 47,5 c.M.<br />

Breedte 38 c.M.<br />

Van de Erven Â. J. Bokma , te W o r k u m.<br />

Een tellurium , in 1841 vervaardigd door A. .1. Bokma, Mr.<br />

molenmaker te Workum.<br />

Van den Heer R. Bontekoe, te Hnizii m.<br />

Langwerpige vierkante steen, waarin drie vormen voor loodgietersdekplaatjes<br />

, in twee waarvan een leidekkershamer, ter zijde waarvan<br />

de letters 31 en R , beneden de letter B, en één waarin alleen de<br />

letters F. R. B.<br />

Gevonden in een stuk gardeniersland te Hllizum.<br />

Van den Heer Manger Cats , te Driebergen.<br />

Koperen zegelstempel; het groot zegel van den Senaat der Studenten<br />

aan het Athenaeum te Franeker.<br />

Alsvoren van het klein zegel.<br />

Van Heeren Leden van de Eerewacht.<br />

Het vaandel van de Eerewacht, tijden* het bezoek van H. M.<br />

Koningin Wilhelmina en H. M. de Koningin-Regentes, in Fries-<br />

*


8<br />

land (17—'il Juni 18<strong>92</strong>). Dit vaandel is door Leeuwarder jonge<br />

dames de eerewaeht aangeboden.<br />

Van den Heer 6. Flameling , te Bols w a r d.<br />

Fraai besneden eikenhouten mangelplank, waarop de uaam »Janseu<br />

Wenne" en het jaartal »1659" zijn gesneden.<br />

Van Mejuffrouw de wed. van Gelderen, geb. Leverland, te<br />

L e e u w a r d e n.<br />

Een groote kaart van Europa in gelijke vierkante stukken gesneden<br />

en op houten plankjes geplakt, ten einde haar als legkaart<br />

ie kunnen gebruiken.<br />

Van den Heer H. H. Kramer , te L e e u w a r d e n.<br />

Zestien blauw geSchildercle oude muurtegeltjes.<br />

Van den Heer E. W. Kuipers , te H a n t u m huiiu m.<br />

Twaalf miutrtegels , blauw beschilderd , te zamen een schilderij ,<br />

een bloemvaas met bloemen , voorstellende.<br />

Van den Heer T. 6. van der Meulen , te Berg u/ii.<br />

Fragment van een in steen gebakken hand.<br />

Van den Heer Th. H. van der Meulen , te Bols w a r d.<br />

Twaalf fiaarsch beschilderde muurtegels , te zamen één schilderij<br />

vormende, voorstellende »Christus het heilig Avondmaal aan zijne<br />

discipelen toedienende."<br />

Alsvoren , «Jezus afgenomen van het kruis."<br />

Alsvoren , »De hemelvaart van Christus."<br />

Alsvoren , »Het Pinksterfeest."<br />

Van Mevrouw Oppedïjk , te IJ 1 s t.<br />

Een gordijntje met koperen roede , voor het kleine venstertje in<br />

de Hindelooper kamer.<br />

Van den Heer L. Overman , te 's Grave n h a g e.<br />

Petrofact van een rots bij Tivoli, in Italië.<br />

Stukje, menschenbeen uit een urn in het Columbarium bij Rome,<br />

uit den tijd van Keizer Augustus.<br />

Stukje van den mozaïekvloer van een huis in Pompeji.<br />

Haakje met borstbeeld van Keizer Hadrianus, gevonden in de<br />

ruïnen der Villa van Hadrianus te Tivoli, in Italië.<br />

Van den Heer H. J. Pijfman , te Luinjeberd.<br />

Wit aarden steenen beeldje, waarvan het hoofd en de beenen zijn<br />

afgebroken : vermoedelijk een heiligenbaeldje.


:)<br />

Gevonden let' plaatse waai: vroeger hel kloosler Steenkamp . ondei'<br />

Luinjeberd , heeft gestaan.<br />

Van den Heer Mr. W. 1. van Weideren baron Rengers, te<br />

Leeuwarden.<br />

Fraornent van een kaarsenstande.r van niodgebakken aarde.<br />

Een ijzeren sleutel.<br />

Beide voorwerpen zijn gevonden bij het afgraven van de terp op<br />

Biloaard onder Leeuwarden. Op deze terp heeft het St. Annaklooster,<br />

vroeger Fiswert geheeteu , gestaan.<br />

Van den Heer Jhr. Mr. P. Sltlissaert, te U t r e. c h t.<br />

Wapenbord, afkomstig uit de kerk te Cornjum, waar het gehangen<br />

heeft ter nagedachtenis van den Generaal-Majoor Ulbe Laes van<br />

Bunnania , geb. 1 Maart, gedoopt 3 Maart 1700, † 9 Juli 1751<br />

op Hanenburg onder Tietjerk; trouwde te Metslawier 10 April 1740<br />

met Juliana Dorothea van Unia.<br />

Van den Heer P. J. Suringar , te L e e u w a r d e n.<br />

Negen oud porseleinen kopjes en schoteltjes , ter versieving van<br />

de Hindelooper kamer.<br />

Van den Heer A. R. Uhl, te Heer e n y een.<br />

Een paar ouderwetsche schaatsen.<br />

Van de Heeren K. Veîstra , Ie M a n l g u ru . en T. Veistra .<br />

te Leeuwarde n.<br />

Vier verschillende potjes.<br />

Drie zwarte beenen kralen , vermoedelijk pateriiosterkralen.<br />

Bruin verglaasd kruikje , met platten bodem , zeer wijden buik ,<br />

nauwe opening en met één oor.<br />

Al deze voorwerpen zijn gevonden bij het afgraven van de terp<br />

te Jelsum.<br />

Van den Heer H. Wenning , ie L e e u w a r d e n.<br />

. Afdruk in lak van den zilveren zegelstempel van Meinerl Idzaerda.<br />

Grietman van Weststellingwerf in 1600. † te Ter Idserd 22 December<br />

1618.<br />

Van den Heer J. J. Wllite , te L u i rij e h e r á.<br />

Koperen tabaksdoos , op het deksel een gegraveerde voorstelling<br />

uit de Kabeljauwsche twisten , ter weerzijden waarvan :


10<br />

>>dc «maar<br />

Cabeliau sy worden<br />

sche haal op hun beurt<br />

deet eerst uyt amster<br />

veel der hoek dam ver<br />

sche snee dreven"<br />

ven"<br />

Op den bodem eene voorstelling van het sneuvelen van G-raaf<br />

Willem van Holland , ter zijde waarvan :<br />

»wat >.dit<br />

baet een jeug blijkt aan<br />

dig . . . man Willem hol<br />

haftig . . . lands graaf'<br />

onbedree die voor Sta<br />

ven" vere liet het<br />

leeven"<br />

Op de voorzijde der doos leest men »taebak dat edel - - kruyt<br />

dat wyn en — bier doet smaken" ; op de achterzijde »men Rookte<br />

met de — mont men Trekse met de kaaken,"<br />

B. AANGEKOCHT.<br />

Yaasvormig potje van zwart gebakken aarde , op een voetje en<br />

fraai met cirkels en inpuntingen versierd (defect). Hoogte 10 c.M.<br />

Middellijn 8.5 c>I.<br />

Potje van geelgrijs gebakken aarde, met ronden bodem , zeer<br />

wijden buik en nauwe opening. Hoogte 4 c.M. Middellijn 7 c.M.<br />

Hals of voet van een potje van geelgrijs gebakken aarde.<br />

Schijfvormig gewicht van geel gebakken aarde, in het midden<br />

«aarvan een groot gat is gemaakt ; vermoedelijk als visohnetverzwaring<br />

gebruikt. Middellijn 10.5 c.M.<br />

Dergelijk. Middellijn 11 c.M.<br />

Dergelijk. Middellijn 10.5 c.M.<br />

Dergelijk. Middellijn 9.5 c.M.<br />

Dergelijk. Middellijn 10 c.M.<br />

Dergelijk van roodgeel gebakken aarde (defect). Middellijn 8.5 c.M.<br />

Handvatsel van een casserol van rood gebakken aarde.<br />

Platte kraal van zwart gebakken aarde ; het eene vlak met cirkels<br />

versierd. Middellijn 4.4 c.M.<br />

Gedeelte van een runderknokkel , in het midden is een gaatje


II<br />

«•.boord , het bovenvlak is rond afgesneden ; vermoedelijk als knoop<br />

gebezigd. Middellijn 3.8 c.M.<br />

Deze voorwerpen zijn gevonden in de terp bij «Ofhiigahui*" onder<br />

Achlum.<br />

Bolvormige pot van zwart gebakken aarde , niet wijden buik ,<br />

nauwe opening en omgebogen, rand (defect). Hoogte 15.5 c.M.<br />

Middellijn 19 c.M.<br />

Potje van grijsgeel en zwart gebakken aarde, mei platten bodem,<br />

wijden buik, wijde opening en rechtopstaanden rand. Hoogte 12.5<br />

c.M. Middellijn 13.5 c.M.<br />

Romervormig potje van geel gebakken aarde op een plai voetje.<br />

Hoogte 4.5 c.M. Middellijn 5 c.M.<br />

Dergelijk potje. Hoogte 3.5 c.M. Middellijn 4 c.M.<br />

Zeer klein cylindervormig potje van lichtgeel gebakken aarde.<br />

Hoogte 1.5 c.31. Middellijn 2.5 c.M,<br />

Platte steenen schijf van grijs gebakken aarde. Middellijn 7 c.M.<br />

Dergelijke van lichtrood gebakken aarde. Middellijn 5.5 c.M.<br />

Schijfje , uit een potscherf vervaardigd. Middellijn 3.5 c.M.<br />

Been van een dier, aan eene zijde glad gemaakt; aan ieder einde<br />

is overlangs en overdwars een gat geboord. Lengte 26 c.M.<br />

Dergelijk been, doch aan ieder einde bevindt zich slechts één gat,<br />

Lengte 28 c.xM.<br />

Platte beenen knoop. Middellijn 4 c.M.<br />

Scherven van potten.<br />

Fraai bewerkt polje van zwart gebakken aarde, met platten bodem,<br />

wijden buik, nauwe opening en bijna rechtopstaanden rand. Hoogte.<br />

8.5 c.M. Middellijn 10.5 c.M.<br />

Groote bolvormige pot van geelgrijs gebakken aarde , met wijde<br />

opening en platten omgebogen rand. Hoogte 25.5 c.M. Middellijn<br />

28.5 c.M.<br />

Bolvormig potje van zwart gebakken aarde , met wijde opening<br />

en omgebogen rand. Hoogte 10 c.M. Middellijn 12.5 c.M.<br />

Cylindervormig potje van grijs gebakken aarde. Hoogte 5 c.M.<br />

Middellijn 5.5 c.M.<br />

Brokstuk van een pot.<br />

Zes fragmenten van molensteenen,<br />

Kubusvormige steen van graniet, vermoedelijk een werpbal.<br />

Lengte der zijden _fc 5.5 c.M.<br />

Brokstuk van een zeer zwaren pot.


I- J<br />

.Brokstukken van potten.<br />

Een bronzen spoor. Lengte 12.5 c.M.<br />

Groote vaasvormige pot van geel gebakken aarde, met platten<br />

bodem , wijden buik , nauwere opening , omgebogen rand en met<br />

iwee ooi-en. Hoogte- 29.5 c.M. Middellijn 25.5 c.M.<br />

Kubusvormige steen van graniet. Lengte der zijden ± 7 c.M.<br />

Punt van een hertshoorn , van onderen uitgehold. Lengte<br />

10.5 c.M.<br />

Punt van een hertshoorn , de top besneden. Lengte 14.5 c.M.<br />

Pot van geel en zwart gebakken aarde , met kleinen platten bodem<br />

, zeer wijden buik , wijde opening , rechtopstaanden rand en<br />

met één oor. Hoogte 26 c.M. Middellijn 31.5 c.M.<br />

Bolvormige pot van zwart gebakken aarde, doch met platten<br />

bodem , wijde opening , omgebogen rand en met één oor. Hoogte<br />

13 c.M. Middellijn 17.5 c.M.<br />

Renedengedeelte van een grooten pot van lichtrood gebakken aarde.<br />

Potje van zwart gebakken aarde, met platten bodem, wijden buik,<br />

wijde opening , bijna rechtopstaanden rand en mei één oor (defect).<br />

Hoogte 9.5 c.M. Middellijn 13.5 c.M.<br />

Dergelijk potje, doch de rand omgebogen (defect). Hoogte 10.5<br />

c.M. Middellijn 13 c.M.<br />

Gedeelte van een potje van grijs gebakken aarde , met platten<br />

bodem, wijden buik, wijde opening en eenigszins omgebogen rand.<br />

Hoogte 8.5 c.M. Middellijn 11 c.M.<br />

Oor van een pot: tusschen het oor is nog een overblijfsel van<br />

een stuk touw.<br />

Handvatse.1 van een casserol van rood gebakken aarde. Middellijn<br />

4.4 c.M.<br />

Platte kraal van grijs gebakken aarde. Middellijn 4.3 c.M.<br />

Spiiiklosje van zwart gebakken aarde. Middellijn 4 c.M,<br />

Been van een dier , aan eene zijde glad gemaakt ; bij ieder eindc<br />

is overdwars een gat geboord. Lengte 27.5 c.M.<br />

Been van een dier. overlangs uitgehold en aan het eene einde<br />

aaiigepunt. Lengte 6.5 c.M,<br />

Platte beenen knoop, Middellijn 4 c.M,<br />

Twee bij elkander behoorende niolensteenen met ijzeren pen. Middellijn<br />

48'c.M.<br />

Fragment van een driehoekig gewicht, in lederen hoek is overdwars<br />

een groot gat aangebracht. Loodlijn 13 c.M.


|:i<br />

Steenen werpbal van graniet, hoekig besieoen. Middellijn<br />

7.5 c.M.<br />

Helft van een runderknokkel, in het. midden is een gat geboord ;<br />

vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 4.2 c.M.<br />

Plat schijfje, uit een potscherf vervaardigd. Middellijn 4.3 c.M.<br />

Een schedel van een rnensch.<br />

Twee beenderen van menschen.<br />

Twee schedels van runderen.<br />

Voorhoofdsbeen van een rund . waaraan de hoorripitten.<br />

Een kaak van een paard.<br />

Een fragment van een kaak van een paard,<br />

Vier schedels van honden.<br />

Een gewei van een hert.<br />

Een stuk van een hertshoorn.<br />

Twee kaken van wilde varkens.<br />

Een slagtand van een wild varken.<br />

Fragment van een rugwervel van een walvisc.h.<br />

Een zeeschelp.<br />

Vijf stukken steen.<br />

Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp Ie Baard.<br />

Fraaie bewerkte pot van donkergrijs gebakken aarde, niet platten<br />

bodera, wijden buik, nauwere opening en omgebogen rand. Hoogte<br />

23.5 c.M. Middellijn 23 c.M.<br />

Dergelijke pot, doch met opstaanden rand. Hoogte 22.5 • c.M.<br />

Middellijn 22 5 c.M.<br />

Fraai bewerkte geribde pot van grijs en geelrood gebakken aarde.<br />

met platten bodem , zeer wijden buik , nauwere opening en eenigzins<br />

omgebogen rand. Hoogte 14.5 c.M. Middellijn 16.5 c.M.<br />

Dergelijke pot van zwart gebakken aarde. Hoogte 11.5 c.M.<br />

Middellijn 16.5 c.M.<br />

Geribde pot van zwart gebakken aarde. met platten bodem ,<br />

bijna rechtoploopenden wand en rechtopstaanden rand. Hoogte 12<br />

c.M. Middellijn 12.5 c.M.<br />

Dergelijke pot van donkergrijs gebakken aarde.. niet platten bodem<br />

, wijden buik, wijde opening en bijna rechtopstaanden rand.<br />

Hoogte 11.5 c.M. Middellijn 15 c.M.<br />

Geribde pot van geelrood gebakken aarde. met kleinen voet ,<br />

zeer wijden buik en iets nauwere opening ; de rand afgebroken.<br />

Nog hoog 15 c.M. Middellijn 16 c.M,


14<br />

Pol van donkergrijs gebakken aarde, met platten bodem , zeer<br />

wijden buik en iets nauwere opening; de rand afgebroken. Nog<br />

hoog 11 c.M. Middellijn 20 c.M.<br />

Alsvoren van zwart en geel gebakken aarde, met platten bodem,<br />

wijden buik, iets nauwere opening en omgebogen rand. Hoogte.<br />

13.5 c.M. Middellijn 17.5 c.M.<br />

Alsvoren van donkergrijs gebakken aarde , met platten bodem ,<br />

wijden buik en afgebroken rand. Nog hoog 15 c.M, Middellijn<br />

19.5 c.M.<br />

Gedeelte van een. pot van zwart gebakken aarde. , met platten<br />

bodem , wijden buik , wijde opening en eenigzins omgebogen rand.<br />

Hoogte 18 e.M. Middellijn 21 c.M.<br />

Bodemstuk van een pot van grijs gebakken aarde , met platten<br />

bodem en wijden buik ; bet bovengedeelte ontbreekt. Nog hoog 12<br />

c.M. Middellijn 20 c.M.<br />

Pot van grijs en zwart gebakken aarde , met platten bodem ,<br />

iets wijderen buik , nauwere opening: en rechtopstaanden rand.<br />

Hoogte 14.5 c.M. Middellijn 15.5 c.M.<br />

Potje van donkergrijs en geel gebakken aarde . met platten bodem,<br />

iets wijderen buik, nauwere opening en bijna rechtopstaanden<br />

rand. Hoogte 12 c.M. Middellijn 13 c.M.<br />

Bolvormig potje van geelrood gebakken aarde, met wijde opening<br />

en omgebogen rand. Hoogte 9 c.M. Middellijn 11 c.M.<br />

Fraai bewerkt potje van donkergrijs gebakken aarde, met platten<br />

bodem, wijden buik, iets nauwere opening en eenigszins omgebogen<br />

rand. Hoogte 11.5 c.M. Middellijn 14 c.3i.<br />

Potje van lichtgrijs en geel gebakken aarde , met platten bodem,<br />

bijna rechtoploopenden wand , wijden opening en dikken omgebogen<br />

rand. Hoogte 13.5 c.31. Middellijn 13 c.M.<br />

Potje van rood gebakken aarde , met eenigszins platten bodem ,<br />

rechtoploopenden wand, wijde opening en eenigszins omgebogen<br />

rand (defect). Hoogte 7 e.M. Middellijn 7.5 c.M.<br />

Potje van grijsgeel gebakken aarde, met platten bodem en rechtoploopenden<br />

wand. Hoogte 6 c.M. Middellijn 6.5 e.M.<br />

Bodemstuk van een fraai bewerkten pot van grijsgeel en donkergrijs<br />

gebakken aarde, met platten bodem en wijden buik. Nog<br />

hoog 10.5 c.M. Middellijn 15.5 c.M.<br />

Onderstuk van een fraai bewerkten pol van grijsgeel gebakken<br />

aarde , met platten bodem en wijden buik; het bovenstuk ontbreekt<br />

geheel. Nog hoog S.5 e.31. Middellijn 15.5 c.31.


15<br />

Fraai bewerkte geribde pot van donkerrood en zwart gebakken<br />

aarde , met platten bodem , wijden buik , nauwe opening en bijna<br />

rechtopstaanden rand. Hoogte 23 c.M. Middellijn 22.5 c.M.<br />

Fraai bewerkte pot van geelgrijs en donkergrijs gebakken aarde ,<br />

met platten bodem, wijden buik, nauwere opening en eenigszins<br />

omgebogen rand. Hoogte 20.5 c.M. Middellijn 22.5 c.M.<br />

Potje van grijsgeel gebakken aarde , met platten bodem , wijden<br />

buik , wijde opening en eenigzins omgebogen rand ; beneden den<br />

buik zijn drie uitpuntingen. Hoogte 17 c.M. Middellijn 19 c.M.<br />

Fraai bewerkte pot van zwart en donkerrood gebakken aarde ,<br />

met platten bodem , wijden buik , nauwe opening en omgebogen<br />

rand, Hoogte 17 c.M. Middellijn 17 c.M.<br />

Alsvoren van grijs gebakken aarde, met platten bodem , zeer<br />

wijden buik , wijde opening en omgebogen rand. Hoogte 13 c.M.<br />

Middellijn 22.5 c.M.<br />

Alsvoren (geribd) van zwart en geelrood gebakken aarde, met<br />

platten bodem , iets wijderen buik . nauwe, opening en omgebogen<br />

rand. Hoogte 18 c.M. Middellijn 16 c.M.<br />

Fraai bewerkte pot van licht- en donkergrijs gebakken aarde ,<br />

met platten bodem, wijden buik , nauwe opening en eenigszins omgebogen<br />

rand. Hoogte 20 c.M. Middellijn 17.5 c.M.<br />

Fraai bewerkt potje van geel gebakken aarde, met platten bodem,<br />

wijden buik , wijde opening en omgebogen rand. Hoogte 7.5 c.M.<br />

Middellijn 10.5 c.M.<br />

Ruw bewerkte pot van zwart gebakken aarde, met platten bodem,<br />

eenigszins wijden buik , iets nauwere opening en omgebogen rand<br />

(zeer defect). Hoogte 12 c.M. Middellijn 13 c.M.<br />

Benedengedeelte van een pot van donkergrijs gebakken aarde ,<br />

met platten bodem , iets wijderen buik ; (het bovengedeelte ontbreekt)<br />

aan den buik zijn uitpuntingen geweest. Nog hoog 11 c.M. Middellijn<br />

14.5 c.M.<br />

Brokstukken van een pot van grijs gebakken aarde.<br />

Brokstukken van potten.<br />

Fragment van een beenen kam met één rij tanden. Noo iano<br />

8.3 c.M. "<br />

Been van een dier , aan het eene einde scheef afgesneden en overlangs<br />

gedeeltelijk uitgehold , aan het andere einde is een knop gesneden<br />

(de punt afgebroken). Nog lang 6.2 c.M.<br />

Kraal van grijs gebakken aarde. Middellijn 3 c.M.<br />

Potscherf van grijs gebakken aarde, aan de kanten hoekig afgeslepen.


i<br />

1<br />

3<br />

1«<br />

Schijfje, uit een potscherf vervaardigd . in het midden is een<br />

gaatje geboord. Middellijn 5.4 c.M.<br />

Bronzen ring. Middellijn 3.3 c.M.<br />

Roode steenen kraal. Middellijn 0.8 c.M.<br />

Beenen schaafje. Lengte 10.3 c.M.<br />

Langwerpig, vierkant gesneden , stuk been. Lengte 10.5 c.M,<br />

Punt van een hertshoorn , aan het benedeneinde ingekeept en<br />

door de inkeeping is een gat geboord. Lengte 17.3 c.M.<br />

Dergelijke, Lengte, 10.3 c.M.<br />

Punt van een hertshoorn , ruw besneden. Lengte 9 c.M.<br />

Een hoornpit van een rund.<br />

Drie slagtanden van wilde varkens.<br />

Spoor van een haan.<br />

Twee tanden van een beer of wolf'.<br />

Al deze voorwerpen zijn gevonden bij het bewerken van den<br />

grond onder de afgegraven terp te Beetgum.<br />

Slagtand van een wild varken.<br />

Gevonden in de terp op »Besseburen" te Boetgum,<br />

Beenen haarnaald. Lengte 18 c.M.<br />

Beenen haarnaald. Lengte 12.7 c.M.<br />

Beide voorwerpen zijn gevonden in de terp op Sionsberg bij<br />

Dokkum. onder Dantumawoude.<br />

Platte kraal van geelgrijs gebakken aarde. Middellijn 2.4 c.M-<br />

Helft van een runderknokkel, in het midden is een gat geboord ;<br />

vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 5 c.M.<br />

Potje van geelgrijs gebakken aarde, met platten bodem en scheefoploopenden<br />

wand. Hoogte 3.5 c.M. Middellijn 4.5 c.M.<br />

Groote kraal van zwart gebakken aarde, aan beide zijden met<br />

cirkels versierd. Middellijn 5 c.M.<br />

Oranjekleurige platte porseleinen kraal, Middellijn 0.9 c.M.<br />

Blauwe glazen kraal. Middellijn 1.4 c.M.<br />

Beenderen van dieren.<br />

Kiezen van een dier.<br />

Een vuursteen.<br />

Al deze voorwerpen zijn gevonden in een terp te Dronfljp.<br />

Potje van zwart en geelgrijs gebakken aarde, met platten bodemwijden<br />

buik en eenigzins omgebogen rand (defect). Hoogte 17 c.M.<br />

Middellijn 24.ft c.M.


17<br />

Potje van grijs gebakken aarde, mei platten bodem, wijden buik,<br />

omgebogen rand en met één oor. Hoogte 9 c.M, Middellijn 12 c,M.<br />

Potje van zwart gebakken aarde, met platten bodem, zeer wijduitloopende<br />

wanden en eenigszins nauwere opening. Hoogte 4.3 c.M.<br />

Middellijn 6.8 c.M.<br />

Bovengedeelte van een kandelaar? van roodachtig gebakken aarde.<br />

Hoogte 6.5 c.M. Middellijn 7.3 c.M.<br />

Handvatsel van een voorwerp van geel gebakken aarde.<br />

Verschillende ooren van potten.<br />

Schijfvormig gewicht van geel gebakken aarde. Middellijn 10 c.M.<br />

Driehoekig gewicht van geel gebakken aarde ; in elk der hoeken<br />

is een gat geboord. Loodlijii 9.5 c.M.<br />

Plat driehoekig gewicht van geel gebakken aarde; in elk der<br />

hoeken is een gat geboord. Loodlijn 10 c.M.<br />

Fragment van een deksel van een pot van geelgrijs gebakken<br />

aarde, fraai met ingestempelde figuren versierd. Middellijn 10.5 c.M.<br />

Platte steenen kraal of knoop van donkergrijs gebakken aarde.<br />

Middellijn 3 c.M.<br />

Helft van een knokkel van een rund , vermoedelijk als knoop<br />

gebezigd. Middellijn 4.5 c.M.<br />

Overlangs uitgehold beentje van een dier , aan het eene einde<br />

aangepunt, terwijl aan het andere einde twee overelkander geplaatste<br />

gaatjes zijn geboord. Lengte 11.1 c.M.<br />

Potje van geel en lichtgrijs gebakken aarde , met platten bodem,<br />

wijden buik , iets nauwere opening en omgebogen rand. Hoogte 5<br />

c.M. Middellijn 5.5 c.M.<br />

Ooren van potten.<br />

Besneden stuk hout. Lengte 14 c.M.<br />

Potje van donkergrijs gebakken aarde, met platten bodem, wijden<br />

buik , wijde opening , omgebogen rand en één oor. Hoogte 8.5<br />

c.M. Middellijn 9.5 c.M.<br />

Gedeelte van een cylindervormig stuk steen van grijs gebakken<br />

aarde. Nog lang 12 c.M. Middellijn 8.5 c.M.<br />

Drie fragmenten van driehoekige gewichten.<br />

Kubusvormig stuk graniet, vermoedelijk als werpbal gebezigd.<br />

Lengte der zijden ±55 c.M.<br />

Cylindervormig stuk graniet. Lengte 10 c.M. Middellijn 6 c.M.<br />

Handval.se] van een casserol van grijs gebakken aarde. Middellijn<br />

3.7 c.M.


IS<br />

Tuit van een pol of kruik van roodgeel gebakken aarde, waarop<br />

bruin geverfde versieringen zijn aangebracht.<br />

Spinklosje van zwart en grijs gebakken aarde. Middellijn 3 c.M.<br />

Pot van grauw grijs gebakken aarde , met kleinen platten bodem,<br />

zeer wijden buik , nauwe opening , rechtopstaanden rand en twee<br />

ooren. Hoogte 25.5 c.M. Middellijn 32 c.M.<br />

IJzeren schapenschaar. Lengte 12.5 c.M.<br />

Schijfje , uit een potscherf van geelgrijs gebakken aarde vervaardigd<br />

, in het midden is een gaatje geboord. Middellijn 8 c.M.<br />

Eivormig voorwerp van geel gebakken aarde. Lengte 4.2 c.M.<br />

Dergelijk. Lengte 4 c.M.<br />

Dergelijk. Lengte 4.3 c.M.<br />

Dergelijk. Lengte 4.2 c.M.<br />

Dergelijk van grijsgeel gebakken aarde. Lengte 4.5 c.M.<br />

Handvatsel van een casserol van rood en lichtgrijs gebakken aarde;<br />

op de bovenzijde is een kruis ingesneden. Middellijn 3.2 c.M.<br />

IJzeren spijker met rechtopstaande)] platten knop. Lengte 10 c.M.<br />

Platte beenen naald ; het oog afgebroken. Nog lang 10.1 c.M.<br />

Zeer ruw bewerkt potje van roodgeel gebakken aarde, met platten<br />

bodem , zeer wijden buik , iets nauwere opening, omgebogen rand<br />

en één oor. Hoogte 10 c.M. Middellijn 12.3 c.M.<br />

Eivormig voorwerp van rood gebakken aarde. Lengte 4.5 c.M.<br />

Helft van een kraal van grijs gebakken aarde. Middellijn 5 c.M.<br />

Steenen voorwerp. Hoogte 2.5 c.M.<br />

Schijfje, uit een potscherf vervaardigd , in het midden is een<br />

gaatje geboord. Middellijn 4.3 c.M.<br />

Been van een dier , overlangs uitgehold en met cirkels versierd.<br />

Lengte 9.7 c.M.<br />

Been van een dier , aan het eene einde aangepunt en overlangs<br />

uitgehold. Lengte 5 c.M.<br />

Plat beenen schijfje. Middellijn 4 c.M.<br />

Beenen naald. Lengte 8.9 c.M.<br />

Fragment van een beenen naald. Nog lang 6.6 c.M.<br />

Stuk been van een waivischachlig dier, hetwelk in den vorm van<br />

een steen is besneden en waarin een gaatje is geboord. Lengte 11 c.M.<br />

Cylindervormig potje van grijs gebakken aarde. Hoogte 4.7 c.M.<br />

Middellijn 8 c.M.<br />

Voet van een potje van geelrood gebakken aarde. Middellijn 6.5 c.M.<br />

Balletje van donkergrijs gebakken aarde. Middellijn 1.5 c.M.<br />

Platte beenen kraal. Middellijn 3.9 c.M.


19<br />

Glad gemaakt beentje van een dier , overlangs uitgehold. Lengte<br />

9 e.M.<br />

Been van een dier , overlangs uitgehold en aan het eene einde<br />

aangepunt. Lengte 10.8 c,M.<br />

Pot van zwart gebakken aarde, met platten bodem, wijden buik,<br />

nauwere opening en iets omgebogen rand (defect). Hoogte 19 c.M.<br />

Middellijn 22.5 c.M.<br />

Schijfvormig gewicht van grijs gebakken aarde ; in het midden<br />

is een groot gat gemaakt. Middellijn 10 c.M.<br />

Platte kraal van grijsgeel gebakken aarde. Middellijn 3.5 c.M.<br />

Groene glazen kraal. Middellijn 0.9 c.M.<br />

Een echeniet.<br />

Kies van een paard.<br />

Een hooislak.<br />

Vier schedels van honden.<br />

Een hoornpit van een rund.<br />

Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp te Engsium.<br />

IJzeren schapenschaar. Lengte 21 c.M:<br />

Platte ronde steen van zwart gebakken aarde , in het midden is<br />

aan de eene zijde tot op de helft der dikte een rond gat gemaakt.<br />

Middellijn II c.M.<br />

Plat beenen schijfje , vervaardigd uit twee , door ijzeren pinnen<br />

op elkander bevestigde , schijfjes , het eene vlak met cirkels en uitpuntingen<br />

versierd ; in het midden is een gat gemaakt. Middellijn<br />

i c.M.<br />

Tonvormige ronde steenen kraal. Middellijn 1 c.M.<br />

Deze voorwerpen zijn gevonden in de terp te Finkum, noordwest,<br />

waar de opweg naar het dorp uitkomt, op den weg: van Stiens naar<br />

Hallum.<br />

Been van een dier, waarin twee gaten geboord zijn. Lengte<br />

11.5 c.M.<br />

Stuk hertshoorn , aan het eene einde afgebroken, aan het andere<br />

einde afgezaagd. Lengte 16 c.M.<br />

Kraal van zwart gebakken aarde. Middellijn 4.4 c.M.<br />

Schijfvormig gewicht van geelgrijs gebakken aarde, in het midden<br />

is een gat geboord; vermoedelijk als visehuetverzwaring gebezigd,<br />

Middellijn 12 c.M.<br />

Dergelijk. Middellijn 10.5 c.M.<br />

Dergelijk. Middellijn 12 c.M.


20<br />

Dergelijk. Middellijn 12.5 c.M.<br />

Dergelijk , ruw bewerkt. Middellijn 10 c.M.<br />

Dergelijk van licht en donkergrijs gebakken aarde, gedeeltelijk<br />

afgebrokkeld. Middellijn 10 c.M.<br />

Dergelijk , de bovenkant met vijf vingerindruksels versierd. Middellijn<br />

12 c.M.<br />

Plat vierkant stuk zandsteen. Lengte der zijden ± 9.5 e.M.<br />

Fragment van een been van een dier, overiangs uitgehold eti<br />

aan het eene einde aangepiuU. Nog lang 10.8 c.M.<br />

Fragment van een wetsteen. Nog lang 15.5 c.M.<br />

Aan weerszijden afgesneden stuk hertshoorn, gedeeltelijk overiangs<br />

uitgehold. Lengte 7 c.M.<br />

Punt van een hertshoorn ; aan het benedeueinde is een inkeeping<br />

gesneden. Lengte 15.5 c.M.<br />

Beenen schaats. Lengte 25 c.M.<br />

Been van een dier , aan de eene zijde glad gemaakt en bij dal<br />

einde is overiangs een gat geboord. Lengte 22.5 c.M.<br />

Voetstuk van een potje van roodgeel gebakken aarde. Middellijn<br />

5.1 c.M.<br />

Handvatsel van een casserol van rood , geel en. grijs gebakken<br />

aarde. Middelijn 4.5 c.M.<br />

Wetsteen van graniet. Lengte 15 c.M.<br />

Blauw steenen staafje (de punt afgebroken) , aan het boveneinde<br />

is een gaatje geboord. JVog lang 6.7 c.M.<br />

Been van een dier, overiangs uitgehold , aan het boveneind is<br />

een gaatje geboord en het benedeueinde is aangepunt. Lengte H.5 e.M.<br />

Been van een dier , aan het eene einde aan weerszijden plat besneden,<br />

en het andere einde aangepunt. Lengte 13.5 c.M.<br />

Beenen. haarnaald. Lengte 8.7 e.M.<br />

Beenen naald , zonder oog. Lengte 5.9 e.M.<br />

Bronzen ring. Middellijn 3.7 c.M.<br />

Been van een dier, overiangs uitgehold , aan het eene einde zijn<br />

tegenover elkander twee gaatjes geboord. Lengte 19.5 c.M.<br />

Been van een dier, overiangs uitgehold en aan het eene einde,<br />

aangepunt. Lengte 13.7 c.M.<br />

Dergelijk. Lengte 9 c.M.<br />

Aan weerszijden besneden been van een dier, overiangs uitgehold.<br />

Lengte 8.5 c.M.<br />

Plat gesneden been van een dier , aan het eene einde aangepunt.<br />

Lengte 7.2 c.M.


21<br />

Beentje van een dier; aan alle zijden zijn streepjes iugekerfd..<br />

Lengte 5.2 c.M.<br />

Slagtand van een wild varken.<br />

Verschillende beenderen van dieren.<br />

Schedel van een hond.<br />

Twee schubben van een visch.<br />

Punt van een hertshoorn.<br />

Een stuk vuursteen.<br />

Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp , zuidwest van dr<br />

kerk te FinkUITI, en de dicht daarbij gelegen terp van het voormalige<br />

Holdinge-State.<br />

Rosé steenen kraal, Middellijn 1 c.M.<br />

Alsvoren. Middellijn 0.9 c.M.<br />

Alsvoren. Middellijn 0.8 c.M.<br />

Oranjekleurige steenen kraal, Middellijn 1.1 e.M.<br />

Alsvoren. Middellijn 1 c.M.<br />

Alsvoren. Middellijn 0.9 c.M.<br />

Alsvoren. Middellijn 0.9 c.M.<br />

Gele steenen kraal. Middellijn 0.8 c.M.<br />

Lichtgele steenen kraal. Middellijn 0.6 c.M.<br />

Twee aan elkander verbonden , lichtgele steenen kralen. Middellijn<br />

0.4 c.M.<br />

Grijsgele steenen kraal. Middellijn 0.9 c.M.<br />

Twee melkblauwe , aan elkander verbonden steenen kralen. Middellijn<br />

0.6 c.M.<br />

Lichtblauwe glazen kraal. Middellijn 1.2 c.M.<br />

Barnsteenen kraal. Middellijn 0.9 c.M.<br />

Eenentwintig platte beenen schijfjes, waarvan de grootsten 1.1.<br />

e.M. , de kleinsten 0.7 c.M. in middellijn zijn.<br />

Al deze kralen en schijfjes zijn gevonden bij een vrouwenlijk, in<br />

den grond van een stuk land, onder Franeker.<br />

Ruw bewerkt, kolomvormig potje van grijs gebakken aarde.<br />

Hoogte 5 c.M. Middellijn 6 c.M.<br />

Bekervormig potje van zwart gebakken aarde, niet platten bodem.<br />

Hoogte 5 c.M. Middellijn 6 c.M.<br />

Gevonden in de terp ter plaatse waar het klooster Mariëngaarde.<br />

onder Hallum, heeft gestaan.<br />

Fraaie bronzen fibula , de naald ontbreekt. Lengte 5.9 c.M.<br />

Gevonden in de terp op de Hallumer mieder», onder Hälium.


22<br />

Potje van zwart gebakken aarde, met platteu bodem, rechtopstaande!)<br />

wand ; aan den benedenkant der bodem is vóór het bakken ingesneden<br />

C C L<br />

y T T Hoogte 4.5 c.M. Middellijn 5.5.<br />

Een stuk barnsteen.<br />

Gevonden in een terp te Hallum.<br />

Potje van zwart en geel gebakken aarde, bolvormig, meteenigszins<br />

nauwe opening en omgebogen rand. Hoogte 11 c.M. Middellijn<br />

13 c.M.<br />

Glad gemaakt been van een dier , aan het eene einde scheef afgesneden.<br />

Lengte 22.5 c,M.<br />

Beide voorwerpen zijn gevonden in de terp te Hantümhuizum.<br />

Vuursteenen mes, ruw bewerkt. Lengte 15.2 c.M.<br />

Dergelijk. Lengte 16 c.M.<br />

Dergelijk. Lengte 16 c.M.<br />

Dergelijk. Lengte 18.8 c.M.<br />

Beenen schaats. Lengte 26.5 c.M.<br />

Been van een dier, in den vorm van een krakeling besneden.<br />

Lengte 6.5 c.M.<br />

Deze voorwerpen zijn gevonden in een terp bij Ugoklooster,<br />

onder Har†wsi'd , en door tusschenkomst van den heer correspondent<br />

K. H. Laagland te Bolsward aangekocht.<br />

Groote bolvormige pot van geelrood en zwart gebakken aarde ,<br />

met wijde opening en omgebogen rand. Hoogte 25 c.M. Middellijn<br />

29 c.M.<br />

Sehijfvonmg gewicht van geelgrijs gebakken aarde. Middellijn<br />

11 c.M.<br />

Dergelijk. Middellijn 11.5 c.M.<br />

Dergelijk van grijs gebakkeu aarde. Middellijn 9.5 c.M.<br />

Dergelijk. Middellijn 10 c.M.<br />

Potje van grijsgeel gebakken aarde, met platten bodem, wijderen<br />

buik , nauwe opening en omgebogen rand. Hoogte 6.5 c.M. Middellijn<br />

6.5 c.M.<br />

Cylindervormig' potje van lichtrood gebakken aarde, in den bodem<br />

is een gaatje geboord. Hoogte 4 c.M. Middellijn 6.5 c.M.<br />

Fragment van een kam van terra sigillata , fraai met figuren<br />

bewerkt.<br />

Kraal van grijsrood gebakken aarde. Middellijn 8.5 fc.M.


23<br />

Gedeelte van een riinderknokkel , in het midden is een gat geboord<br />

; vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 4.8 c.M.<br />

Dergelijk. Middellijn 4.5 c.M.<br />

Fraoment van een been van een dier , aan eene zijde glad gemaakt.<br />

Nog lang 19.5 c.M.<br />

Dergelijk , bij het eene einde is overlangs een gat geboord. Nog<br />

lang 23.2 c.M.<br />

Been van een dier , overlangs uitgehold ; aan het eene einde aangepunt.<br />

Lengte 7.8 c.M.<br />

Afgesneden punt van een hertshoorn. Lengte 8.5 c.M.<br />

Afoebroken punt van een hertshoorn ; de punl scheef afgesneden.<br />

Lengte 14 c.M.<br />

Beenen kam (defect). Lengte 12.5 c.M.<br />

Fragment van een handvatsel van een beenen kam , niet lijnen<br />

en cirkeltjes versierd. Nog lang 9.3 c.M.<br />

Afgesneden top van een hertshoorn. Lengte 3.5 c.M.<br />

Bronzen plaatje , met lijnen versierd. Lengte 9.5 c.M.<br />

Fragment van een beenen kam met twee rijen tanden. Nog lang<br />

2.3 c.M.<br />

Fragment van een plat stuk steen van rood gebakken aarde ,<br />

waarin een gat is gemaakt. Nog lang 10 c.M.<br />

Vier hoornpitten van runderen.<br />

Twee stukken van hertshoorns.<br />

Twee sporen van hanen.<br />

Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp op vijf minuten<br />

afstand ten zuidwesten van de kerk te Holwerd.<br />

Schijfvormig gewicht van grijsgeel gebakken aarde, in het midden<br />

is een gat geboord ; vermoedelijk eene vischnetverzwaring. Middellijn<br />

10.2 c.M.<br />

Beenderen en gedeelte van een kaak van een dier.<br />

Gevonden bij het graven van een graf op de Stedelijke Begraafplaats<br />

te Leeuwarden.<br />

Een hoornpit van een rund.<br />

Fragment van een schedel van een dier.<br />

Verschillende beenderen van dieren.<br />

Kaken , kiezen en tanden van dieren.<br />

Gevonden in de terp op »Bilgaard" onder Leeuwarden.<br />

Potje van zwart gebakken aarde , mei wijden buik . nauwe o|>e«


24<br />

ning en omgebogen rand en met één oor. Hoogte 7.5 c.M. Middellijn<br />

8 c.M.<br />

Voetstuk van een bronzen pot. Middellijn 9.8 c.M.<br />

Rand van een dergelijke. Middellijn 25 c.M.<br />

Hengsel van een dergelijke pot. Middellijn 25 c.M.<br />

Deze drie laatste voorwerpen hebben waarschijnlijk één pot gevormd<br />

, waarvan het middengedeelte vergaan is.<br />

Zie oudheidkundige verhandeling van dr. L. F. J. Jansen, Plaat<br />

I, no. 3. (Arnhem bij Nijhof en Zoon).<br />

SchijfVormig gewicht van lichtrood gebakken aarde. Middellijn<br />

10 c.M.<br />

Dergelijk van bruingeel gebakken aarde. Middellijn 11 c.M.<br />

Dergelijk van geelgrijs gebakken aarde. Middellijn 10 c.M.<br />

Voet van een pot van grijs gebakken aarde ; in het midden is<br />

een gaatje geboord. Middellijn 5.8 c.M.<br />

Platte ronde schijf van geelgrijs gebakken aarde ; in het midden<br />

is een groot gat. Middellijn 7.5 c.M.<br />

Glazen beker , zonder voet. Middellijn 10 c.M.<br />

Fraai bewerkte beenen naald met platten knop. Lengte 8.2 c.M.<br />

Een hoefijzer.<br />

Een hoefijzer.<br />

Scherven van potten.<br />

Twee ruggewervels van dieren.<br />

Kiezen en tanden van dieren.<br />

Stuk steen, met goudglimmer.<br />

Al deze voorwerpen zijn gevonden in de Hand- en Jonkersterpen,<br />

ten noorden van MakkUDI.<br />

Bekken van een schaap of bok.<br />

Gevonden op pi. m. 2 M. beneden het maaiveld in een terp<br />

onder MarSSUIti.<br />

Potje van grijs en donkergrijs gebakken aarde, met platten bodem<br />

en rechtopstaanden wand. Hoogte 7 c.M. Middellijn 3 c.M.<br />

Schijfvormig gewicht van geelrood gebakken aarde, in het midden<br />

is een groot gat; vermoedelijk een vischnetrerzwaring. Middellijn<br />

9.5 c.M.<br />

Dergelijk van grijs en donkergrijs gebakken aarde. Middellijn<br />

8.5 c.M.<br />

Stuk van een hertshoorn, aan weerszijden glad afgesneden. Lengte<br />

12 c.M.


25<br />

Beenen naald , de punt afgebroken. Nog lang 5.8 c.M.<br />

Kubusvormig stuk graniet; vermoedelijk als werpbal gebezigd.<br />

Lengte der zijden pi. m. 5.8 c.M.<br />

Been van een dier, aan het eene einde aangepunt. Lengte 16.5 c.M.<br />

Kraal van grijsgeel gebakken aarde. Middellijn 4 c.M.<br />

Hoornpit van een rund.<br />

Twee slagtanden van een wild varken.<br />

Been van een dier.<br />

Deze voorwerpen zijn gevonden in een terp te MenâldlW..<br />

Kraal van zwart gebakken aarde, het bovenvlak met inpuntingen<br />

versierd. Middellijn 5.3 c.M.<br />

Platte beenen kraal, uit drie met koperen pinnetjes op elkander<br />

gevestigde plaatjes bestaande , de beide vlakken met cirkeltjes versierd.<br />

Middellijn 4 c.M.<br />

IJzeren bijtel of houweel.<br />

IJzeren voorwerp.<br />

Schedel van een mensch.<br />

Twee fragmenten van schedels van menschen.<br />

Gevonden in de terp, ter plaatse waar het klooster Bethlehem<br />

onder Olldkerk , heeft gestaan.<br />

Beenen ring met cirkeltjes versierd. Middellijn 2 c.M.<br />

Gevonden in het bolwerk te Sneck.<br />

Voetstuk van een pot van zwarte , glad gebakken aarde.<br />

Handvatsel van een casserol van donkerrood en zwart gebakken<br />

aarde (defect).<br />

Bodem van een fleseh van donkergroen glas.<br />

Bodem van een fleschje van lichtgroen glas.<br />

Helft van een runderknokkel, in het midden is een gat geboord ;<br />

vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 4 c.M.<br />

IJzeren ring. Middellijn 5.5 c.M.<br />

Plat rond beenen schijfje. Middellijn 1.2 c.M.<br />

Gele steenen kraal. Middellijn 0.7 c.M.<br />

Rosé steenen kraal. Middellijn 0.7 c.M.<br />

Kraal van lichtrood en grijs gebakken aarde. Middellijn 4 c.M.<br />

Been van een dier, aan ieder einde is overdwars een gat geboord.<br />

Lengte 21.5 c.M.<br />

Been van een dier, aan eene zijde glad gemaakt. Lengte 17.5 c.M.<br />

Helft van een runderknokkel. Middellijn 4 c.M.


20<br />

Hooriipil van een rund.<br />

Verschillende beenderen van dieren.<br />

Kiezen en tanden van dieren.<br />

Een hoef van een paard.<br />

Een slagtand van een wild varken.<br />

Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp van Kalma, op het<br />

Oudland, onder Sfiens.<br />

Eivormig voorwerp van rood gebakken aarde. Lengte 6 c.M.<br />

Kievitseivormig voorwerp van rood gebakken aarde. Lengte 6 c.M.<br />

Gevonden in de terp te TeernS.<br />

Potje van geelbruin en rood gebakken aarde, met platten bodem,<br />

wijden buik, wijde opening, eenigszins omgebogen rand en met één<br />

oor. Hoogte 13.5 c.M. Middellijn 17.5 c.M.<br />

Gevonden in een terp onder Wl'jnS.<br />

Handvatsel van een beenen opsteekkam. Nog lang 6.5 c.M.<br />

Helft van een runderknokkel, in het midden is een gat geboord;<br />

vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 4.5 c.M.<br />

Steenen balletje van donkergrijs gebakken aarde. Middellijn 1.5 c.M.<br />

Twee fragmenten van molensteenen.<br />

Twee potscherven.<br />

Kraal van wit gebakken aarde. Middellijn 3.5 c.M.<br />

Helft van een runderknokkel, in het midden is een gat geboord;<br />

vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 4.6 c.M.<br />

Punt van een hertshoorn , als handvatsel van een kam ? gebruikt.<br />

Lengte 13.7 c.M.<br />

Beenen haarnaald. Lengte 10 c.M.<br />

Beenen haarnaald. Lengte 9.3 c.M.<br />

Fragment van een handvatsel van een kam. Nog lang 13.2 c.M.<br />

Beenen spijker. Lengte 8 c.M.<br />

Houten voorwerp, aan het eene einde afgebroken. Nog' lang 20.3 c.M.<br />

Been van een dier.<br />

Twee sporen van hanen.<br />

Schedel van een hond.<br />

Fragment van een schedel van een dier.<br />

Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp te Wetzons.<br />

Potje van grijsgeel gebakken aarde , met platten bodem , wijden<br />

buik , nauwere opening en rechtopstaanden rand. Hoogte 4.5 c.M.<br />

Middellijn 7 c.M.


27<br />

Drie scherven van een pot , met lijnen versierd.<br />

Deze beide voorwerpen zijn gevonden in de terp bij »Donia-Slale"<br />

k Winsum.<br />

Bronzen bolvormige pot, met omgebogen rand , één tuit en drie<br />

pooten,<br />

Vaasvormig potje van grijs en zwart gebakken aarde (gepolijst).<br />

Hoogte 11 c.M. Middellijn 7.5 c.M.<br />

Ruw bewerkt bekervormig potje van geel gebakken aarde , metplatten<br />

bodem. Hoogte 6 c.M. Middellijn 6.5 c.M.<br />

Brokstukken van potten.<br />

Kubusvormige werpsteen van graniet (defect). Lengte der zijden<br />

pi. m. 8 c.M.<br />

Helft van een platte schijf van rood gebakken aarde. Middellijn<br />

21 c.M.<br />

Ruwe langwerpige steen van bruingrijs gebakken aarde. Lengte<br />

15.5 c.M.<br />

Spinsteentje van zwart gebakken aarde. Middellijn 3.5 c.M.<br />

Schijfje , uit een potscherf van grijs gebakken aarde vervaardigd.<br />

Middellijn 5 c.M.<br />

Potje van rood gebakken aarde, op een voetje, met iets wijderen<br />

buik, nauwere opening, eenigszins omgebogen rand en met één oor.<br />

Hoogte 10 c.M. Middellijn 7 c.M.<br />

Been van een dier.<br />

Schedel van een mensch.<br />

Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp op Waekens te<br />

Winsum.<br />

Steenen bijtel , zoogenaamde donderbeitel. Lengte 18.5 c.M.<br />

Kleine of offerbeitel, gevonden achter Vingerlo. Lengte 8.2 c.M.<br />

Dergelijke , kleiner. Lengte 6.6 c.M.<br />

Dergelijke , nog kleiner. Lengte 5.3 c.M.<br />

Schijfvormig gewicht van zwart gebakken aarde , in hel midden<br />

is een groot gat geboord is ; op het bovenvlak zijn vijf diepe gaten<br />

ingedrukt. Middellijn 11.5 c.M.<br />

Potje van zwart gebakken aarde , met eenigszins ronden bodem<br />

en bijna rechtopstaanden rand en met drie pootjes ; in een deipootjes<br />

is een gat geboord. Hoogte 7.5 c.M. Middellijn 8 c.M.<br />

Deze voorwerpen , gevonden op verschillende plaatsen in Drenthe,<br />

zijn in 1821 door R. C. SCHETSBERG, boekverkooper te Leeuwarden,<br />

verkocht , als deel uitmakende, van de collectie van wijlen den


28<br />

WelEd.ZeerGel. Heer Dr. JOHAMES WLTBRANDUS QUAESIIITS te Leeuwarden.<br />

(Zie catalogus van genoemde verkooping, blz. 106 en 107).<br />

Een koperen lepel. Als knop is op den steel een zittende leeuw,<br />

die in zijn voorpoten een wapenschild vasthoudt.<br />

Vier aardmanspijpjes.<br />

Gevonden bij het doen van graafwerk bij de Hoogere Burgerschool<br />

te Leeuwarden.<br />

Bronzen pot, op drie pooten en met ijzeren hengsel.<br />

Gevonden bij het afgraven van een terp te Hallum.<br />

Twee koperen crucifixen.<br />

Gevonden (volgens ontvangen opgave) bij hel graven in den grond<br />

van Kingma-State te ZweinS.<br />

Potje van grijsbruin gebakken aarde , met kleinen voet, zeer<br />

wijden buik , nauwe opening en rechtopstaanden rand. Hoogte 6<br />

c.M. Middellijn 8.5 c;.M.<br />

Zwart beenen paternosterkraal.<br />

Gevonden bij het afgraven van de terp bij » Holdinga-State" te<br />

Finkum.<br />

Zwaar stuk eikenhout, vermoedelijk van een kast of binnenbetimmering<br />

van een huis afkomstig , waarop zeer fraai een liggende<br />

koe is uitgesneden.<br />

Een kussensloop, in 1828 gemaakt door Klaasje Beerts Kuiken,<br />

echtgenoote van Anne Wassenaar te St. Jacobi-Parochie.<br />

Een oude kleine handboog.<br />

Fraai bewerkt geëmailleerd koperen mesheft.<br />

Gevonden in de vaart bij de NeSSerzijl.<br />

Twee koppen van zoogenaamde aardmanspijpjes.<br />

Gevonden bij het afgraven van de terp, achter de Stedelijke<br />

Begraafplaats te Leeuwarden.<br />

Eraaie zilveren bonbonière , met geheime sluiting (deze is echter<br />

defect). Aan den buitenkant op den bodem zijn in fraai ornement<br />

de geslachtswapens van Kanistra en van van Æbinga van Hijum<br />

gegraveerd. Deze doos heeft dus toebehoord aan Tjalling van Kamstra<br />

van Menaldum en zijne vrouw Lucia Helena Scheltusd. van<br />

Æbinga — of aan zijnen neef Tjalling van Kaïnstra te Rinsumageest<br />

en zijne vrouw Anna Maria Scheltusd. van Æbinga.


'ÜI<br />

Beenen mesheft met bruine , vermoedelijk ingebrande lijnen versierd<br />

, waarop tol opschrift (op dezelfde wijze aangebracht): Een<br />

goed Einde Voor Werk.<br />

Gevonden bij het afgraven van de terp te Jelsum.<br />

Dertien blauw geschilderde muurtegels.<br />

Zes geel, groen en blauw geschilderde muurtegels.<br />

Een blauw en paarsch geschilderde muurtegel.<br />

Al deze tegels zijn afkomstig uit een boerenhuis te Dronrijp.<br />

Het inwendige van een werpbal.<br />

Gevonden in den grond te NoordWOlde.<br />

Twee geborduurde kindermutsjes.<br />

IJzeren haardplaat, waarop een voorstelling van Christus met<br />

zijne apostelen bij de bron.<br />

Groote gevelsteen, waarop is uitgehouwen een in vaart zijnde<br />

trekschuit , waarboven de wapens van Leeuwarden en Dokkum en<br />

de letters S. P. Q. L.<br />

Deze steen is afkomstig uit den gevel van den in 18<strong>92</strong> afgebroken<br />

Dokkumerstal, aan de Eebuurt te Leeuwarden.<br />

Zilveren tabaksdoos , aan de binnenzijde is op het deksel gegraveerd<br />

: »Verkaatst te Wommels op het Feest ter gelegenheid - van<br />

de Geboorte van de - Koning van Romen. - 1811."<br />

Een steenen paternosterkraal.<br />

Gevonden bij het doen van graafwerk voor de uitbreiding van<br />

de Ambachtsschool te Leeuwarden.<br />

Een dergelijke kraal.<br />

Gevonden bij het afgraven van de terp van den Heer Kalma ,<br />

op het Oudland onder Stiens.<br />

Een dergelijke.<br />

Gevonden bij het afgraven van de Hand- en Jonkersterpen te<br />

Makkum.<br />

Bruine Jaeobakan. Hoogte 33.5 c.M. Middellijn 17 c.M.<br />

Gevonden bij het afgraven van een terp te Hallum.<br />

Vier verschillende draagteekens , tijdens het bezoek van H. 31.<br />

Koningin Wilhelmina en H. M. de Koningin-Regentes aan Friesland<br />

(17—21 Juni 18<strong>92</strong>) door ingezetenen gedragen.


30<br />

Ken blauwe muurtegel, waarop een afbeelding van een trommelslager,<br />

in 16de eeuwsche kleederdracht.<br />

Beenen nieshefl.<br />

Gevonden bij het afgraven van de terp te Wetzens.<br />

Een groote Jacobakan. Hoogte 39 c.M. Middellijn 17 c.M.<br />

Gevonden bij het afgraven van de terp , op pi. m. 5 minuten<br />

Z.W. van het dorp , te HoÊwerd.<br />

IJzeren haardplaat, waarop in een rand van bloemen een afbeelding<br />

van Neptunus en waaronder »16 AFO 97."<br />

Groote Jacobakan van rood gebakken aarde (defect). Hoogte 23<br />

c.M. Middellijn 15.5 c.M.<br />

Gevonden bij het afgraven van de terp te Baard.<br />

Een kristallen cachet, met koperen omranding, waarop het wapen<br />

van het geslacht Donia.<br />

Een koperen kraan.<br />

Een zilveren theelepeltje.<br />

Een zilveren broekgesp. waarop de letters D. T. zijn gegraveerd.<br />

Een koperen mesheft.<br />

Een beenen mesheft.<br />

Een zilveren oorlepeltje en nagelschoonmaker.<br />

Scherven van verschillende fraai bewerkte kruiken en kannen.<br />

Al deze voorwerpen zijn gevonden bij het afgraven van de Jonkersterp<br />

bij Makkum , waarop de state »Donia" gestaan heeft.<br />

Tien zilveren knoopen , waarop een ruiter te paard.<br />

Gevonden bij het afgraven van de terp , waarop het klooster<br />

Marie'ngaarde , onder Haüum , heeft gestaan.<br />

In hout gesneden wapenbord , vermoedelijk op een kerkbank geplaatst<br />

geweest , en waarop twee wapens : 1. gekwartelcerd : 1 en 4<br />

Rataller, 2 en 3 Ernslel ; 2. doorsneden , boven Loo, onder Eemskerck;<br />

ter zijde van de wapens is ingesneden »Anno 1619".<br />

Ovale koperen tabaksdoos. Op het deksel is een man en vrouw,<br />

die aan het visschen zijn , gegraveerd ; ter weerszijden hiervan staal<br />

»Het vissen — is myn plaisier".<br />

Bruine Jacobakan. Hoogte 23 c.M. Middellijn 12 c.M.<br />

Gevonden bij hel afgraven van een terp te Baard.


f<br />

Hl<br />

IJzeren tang.<br />

Gevonden bij het afgraven van de terp bij Donia-state te Winsum<br />

Steenen wijwatersbakje. Hoogte 15.5 c.M. MiddeUijn 25 c.M<br />

Gevonden bij het afgraven van de terp onder Hartwerd, waaron<br />

het Ugo-klooster heeft gestaan.


II. AANWINSTEN VAN HET MUNT- EN<br />

PENNINGKABINET.<br />

A. GESCHENKEN.<br />

Van de Heeren K, Velstra, te Mantgura, en T. Velstra,<br />

te Leeuwarden.<br />

Z. j. Romeinsche munt. Middelbrons. Onleesbaar.<br />

814—840. Munt van Karel den Grooten , te Wijk-bij-<br />

Duurstede geslagen . . . . . . . zilver.<br />

1346—1384. Vlaanderen. Dubbele groot. Lodewjjk II zilver.<br />

1660. Stad Utrecht. Duit koper.<br />

1720. Holland. Duit koper.<br />

Z. j. Portugal. Vijf Reis. Sebastiaan I koper.<br />

Van den Heer W. K. F. Zwiersina , te Holwerd.<br />

16<strong>64</strong>. Brunswijk en Lunenburg. Thaler. George Wilhelm, zilver.<br />

1795. Geelkoperen gildepenning, in het midden der penning<br />

is een rond gat geboord. Op de voorzijde<br />

is gegraveerd VLBE DURKS BAKKER G P<br />

N° 5, en op de keerzijde het jaartal 1795.<br />

Van den Heer J. C. F. Westpalm van Hoorn van Burgh, te<br />

's G r a v e n h a g e.<br />

1876 (27 Juli). Penning door de Nederlandsche Vrijmetselaren<br />

aangeboden aan Z. K. H. Willem Frederik<br />

Karel, Prins der Nederlanden, Grootmeester<br />

Nationaal, bij de plechtige herdenking van zijn<br />

zestigjarig bestuur zilver.<br />

1852. Penning ter eere van Pierre Theodore Verhaegen ,<br />

Président de la ehambre des Représentants de<br />

1848- 1852 brons.<br />

1832. Penning geschonken aan de verdedigers van de Citadel<br />

van Antwerpen. Deze met den naam D. Vos. brons.


33<br />

1874 (12 Mei). De orde der Vrijmetselaren in hel koninkrijk<br />

der Nederlanden , onderhoorige Koloniën en<br />

Landen , ter herinnering aan de vijfentwintigjarige<br />

regeering van Koning Willem III . . . brons.<br />

1814 (26 Februari). Gestempelde draagpennmg van de<br />

ontgroenings Senaten aan de Hoogeschool te<br />

Utrecht. Dirks, deel I, no. 18 . . . . zilver.<br />

Een munt van het koninkrijk Siam . . . . koper.<br />

Dergelijke, kleiner koper.<br />

1863. Sarawak. One cent . koper.<br />

1874. Straits Settlements. One cent koper.<br />

1790. Vereenigde Oost-Indische Compagnie. Duit . . koper.<br />

1825. Nederlandsch-Indië'. J/2 stuiver koper.<br />

1826. » l/j stuiver koper.<br />

1830. Brazilië. 40 Reis koper.<br />

1866. Spanje. 2'/2 centimos de Escudo. Maria II . koper.<br />

1809. Westphalen. 10 centimes. Napoleon I koper.<br />

1765. Westfriesland. Stuiver zilver.<br />

1766. Westfriesland. Stuiver zilver.<br />

1849. Spanje. Reaal. Maria II , zilver.<br />

1863. Italië. 20 centesimi. Victor Emanuel II . . zilver.<br />

Z. j. Engeland. Penny. Jacobus I zilver.<br />

1855. Frankrijk. 5 centimes. Napoleon III . . . koper.<br />

Onleesbaar. Luxemburg. 10 sols koper.<br />

Z. j. Noodrnunt van Curaçao , uit een in vijf deelen geslagen<br />

Spaansche mat vervaardigd . . . . zilver.<br />

Van den Heer Mr. J. Dirks, te Leeuwarden.<br />

1865. Tinnen draagpenning , ter gelegenheid van den vijftigjarigen<br />

gedenkdag van den Slag van Waterloo , met de borstbeelden<br />

van Willem I, II en III.<br />

1865. Alsvoren met de borstbeelden van de helden van Waterloo.<br />

1865. Koperen penningplaatje, bij dezelfde gelegenheid.<br />

Van den Heer Dr. J. A. Bruins , te I d a a r d.<br />

Romejnsche , bijna geheel afgesleten , munt, vermoedelijk<br />

van Vespasianus . . . . middelbrons.<br />

Z. j. Legpenning met beeldtenis van Lodewijk de Veertiende<br />

geelkoper.<br />

Van den Heer D. Cannegieter, te Bi ij a.<br />

1620. Groningen. Stuiver zilver.


•\'\<br />

Van den Heer S. H. A. Begeman , ie H o 1 w e r d.<br />

1678. Campen. Dubbele stuiver . zilver.<br />

1686. Nijmegen. Dubbele stuiver zilver.<br />

Z. j. Spanje. Vierde reaal. Ferdinand en Elisabcth<br />

(1474 en '79—1516) . zilver.<br />

Onleesbaar. Engeland. Penny. George III . . . . koper.<br />

Van den Heer G. H. van BorSSlMI Waaîkes, te Huiz urn.<br />

1623. Friesland. Stuiver zilver.<br />

Van den Heer G. du CrOCtj, te Amsterdam.<br />

1574. Ontzet der stad Leiden , met de Schans te Soeterwoude.<br />

Van Loon I, blz. 195 . . . . zilver.<br />

1575. Besluit der Staten omtrent de Roomsche godsdienst.<br />

Van Loon I, blz. 208 , ho. 1 zilver.<br />

1580. Afbreken der vredesonderhandelingen met Spanje.<br />

Van Loon I, blz. 279 koper.<br />

1581. Âfzwering van Filips als graai'. Van Loon 1, blz. 298 koper.<br />

1582. Moordaanslag op het leven van Prins Willem I.<br />

Van Loon I, blz. 315 . . . . . . . zilver.<br />

1584. Moedig gedrag der Staten. Van Loon I, blz. 348 koper.<br />

1587. Op den rampzaligen toestand der Spaansche, en den<br />

bloeienden toestand van de noordelijke (vereenigde)<br />

Nederlanden. Van Loon I, blz. 379 . . . koper.<br />

1590. Verkiezing van Prins Maurits tot algemeen Stadhouder.<br />

Van Loon 1 , blz. 412 . . . . koper.<br />

1591. Valsehe vredesaanbieding door Spanje. Van Loon<br />

I, blz. 423 . . , . . . . . . , koper.<br />

1593. Inname van Geertruidenberg. Van Loon I, blz.<br />

437. no. 2 . zilver.<br />

1594. Op het opnemen van lands geldmiddelen. Van<br />

Loon I, blz. 452 koper.<br />

1598. Op het vermoorden van Graal' Ulrich van Valkensteijn.<br />

Van Loon I, blz. 518 koper.<br />

1598. Wreedheden van Mendosa. Van Loon I, blz. 521 koper.<br />

1600. Veroveren van het fort St. Andries. Van Loon I,<br />

blz. 546 koper,<br />

1603. Belegering van Ostende. Van Loon II, blz. 10 ,<br />

no. 1 . . . . . . . . . . . . koper.<br />

1607. Manhaftigen strijd van Oldenbarneveld , omtrent de.<br />

Spaansche gemoederen. Van Loon II , blz. 34 koper.


1610,<br />

1629.<br />

1772.<br />

1773.<br />

1779.<br />

1783.<br />

1831.<br />

1845.<br />

1863<br />

1872.<br />

1872<br />

1872<br />

35<br />

Moord op Hendrik IV. Van Loon II , blz. 67 . koper.<br />

Op het vluchten der Spanjaarden uit de Veluwe en<br />

Amersfoort, het ontweldigen van Wezel en het veroveren<br />

van 's Hertogenbosch. Van Loon II, blz. 184 koper.<br />

Tweede eeuwfeest der verlossing van Vlissingen.<br />

Vervolg van Loon VI , blz. 53 , no. 4<strong>64</strong> . . zilver.<br />

Tweede eeuwfeest van het ontzet van Alkmaar.<br />

Vervolg van Loon VI, blz. 71 , no. 484 . . zilver.<br />

Tweede eeuwfeest der Unie van Utrecht. Vervolg<br />

van Loon VII, blz. 127 , no. 538 . . . . zilver.<br />

Blokkade van Gibraltar. Vervolg van Loon VIII,<br />

blz. 193, no. 584 . . . . . . . . koper.<br />

Ter nagedachtenis van J. C. J. van Speyck. Dirks<br />

I, blz. 315, no. 402 . . . . . . . brons.<br />

Opening en inwijding der nieuwe beurs te Amsterdam.<br />

Dirks II, blz. 59 , no. <strong>64</strong>1 . . . brons.<br />

(28 November). Kozakjesdag te Utrecht, of het vijftig<br />

jaren geleden binnenrukken der Kozakken aldaar<br />

in 1813, herdacht in 1863. Dirks II, blz. 257,<br />

no. 898 . . . . . . . . . . . brons.<br />

Derde eeuwfeest der grondlegging onzer onafhankelijkheid<br />

. . . . . . . . . . . brons.<br />

Derde eeuwfeest der inname van den Briel . . brons.<br />

Strooipenning ter gelegenheid van het derde eeuwfeest<br />

onzer onafhankelijkheid . . . . . brons.<br />

Van den Heer |. Boiman , te Leeuw arde n.<br />

1802. Nederlandsch-Indië. Gulden<br />

1802. » Halve gulden .<br />

1802. » Kwart gulden ,<br />

1802. » Achtste gulden<br />

1802. » Zestiende gulden<br />

1877. Nederland. Cent<br />

1677. West-Friesland. Stuiver . . .<br />

1566. Litthauen. Vier grosschen .<br />

Van den Heer Mr. W. W. WîcherS Wierdstna , te F r<br />

Z. j. Romeinsehe munt (onleesbaar) . . . . .<br />

Z. j. Fransche legpenning. Lodewijk XIV .<br />

1753. Vlaanderen. Vierde florijn. Maria Theresia .<br />

zilver,<br />

zilver,<br />

zilver,<br />

zilver,<br />

zilver,<br />

koper,<br />

zilver,<br />

zilver.<br />

n e k e r.<br />

zilver,<br />

koper,<br />

zilver.


36<br />

Van den Heer P. J. Sliringar , te Leeuwarden.<br />

18<strong>92</strong>. Zuid-Afrikaansche Republiek. 5 shillings . . . zilver.<br />

Van den Heer Mr. W. J. van Weideren baron Rengers, te<br />

Leeuwarden.<br />

1473. Deventer. Halve stuiver zilver.<br />

Religieus draagteeken geelkoper.<br />

Beide stukken zijn gevonden bij het afgraven van de terp op<br />

»Biigaard", onder Leeuwarden.<br />

Van den Heer J. D, van der Weide, te Leeuwarden.<br />

Tien zilveren munten.<br />

Vier nickel munten.<br />

Honderd een en veertig koperen munten.<br />

Van den Heer E. P. H. Kingma, te Maklsuin.<br />

1559 (3 April). Legpenning op de te Chasteau gesloten<br />

vrede tussehen Frankrijk en Spanje . . . koper.<br />

Van de erfgenamen van Mevrouw de Wed. WouterS, geboren<br />

Marcelis Hartsinck, overleden te Oudeschoot.<br />

1682. Penning op Karel XI. Vereeniging der Standen<br />

in Zweden brons.<br />

1676—1689. Penning op Paus Innocentius XI brons.<br />

1671. 1 D. Belfast koper.<br />

1679. Vredepenning. Karel XI van Zweden . . . . brons.<br />

1719 , 21/2. Kroning van Ulrica Eleonora als Koningin<br />

van Zweden koper.<br />

Onleesbaar. Braband. Oordje. Karel VI . . . . koper.<br />

Z. j. Deventer. Duit koper.<br />

367—383. Romeinsche munt van Gratianus. Cohen VI,<br />

blz. 437 , no. 58 , met P C O S , . . kl. brons.<br />

B. GESCHENKEN.<br />

1535. Penning ter eere van joaiines Fredericus , Keurvorst<br />

van Saksen. Van Mieris II, blz. 429 ,<br />

no. 1 verg. zilver.<br />

15<strong>64</strong>. Penning op Calvyn († 27 Mei 15<strong>64</strong>). Van Mieris<br />

III, blz. 336 , no. 1 geelkoper.<br />

Z. j. Koperen rekenpenning, met het borstbeeld van<br />

Lodewijk XIV, Koning van Frankrijk , door<br />

Wolff Laufer. te Neurenberg, geslagen . , koper.


37<br />

Z. j. Rekenpenning met borstbeeld van Lodewijk XIV . koper.<br />

1742. Spotpenning op Maria Theresia . . . . geelkoper.<br />

1841. Op het bouwen van het Israëlietisch ziekenhuis te<br />

Hamburg geelkoper.<br />

1890. Op H. M. Wilhelmina, Koningin der Nederlanden<br />

geworden 23 November 1890 . . . . . brons.<br />

<strong>1891</strong>. Op het eerste jaar der regeering van Koningin<br />

Emma , als regentes van Koningin Wilhelmina. brons.<br />

18<strong>92</strong>. H. M. Koningin Wilhelmina en H. M. de Koningin-<br />

Regentes bezoeken Groningen , 21—26 Juni . brons.<br />

Z. j. Neurenberger rekenpenning . . . . . geelkoper.<br />

Z. j. Rekenpenning door Hans Ravwinkel geslagen . geelkoper.<br />

Een koperen muntgewicht . . . . . . geelkoper.<br />

1<strong>64</strong>0. Gelderland. Stuiver zilver.<br />

1760. » Duit . koper.<br />

1765. » Duit koper.<br />

1780. Holland. Duit koper.<br />

1754. West-Friesland. Duit koper.<br />

1736. » Gulden (valsch) comp.<br />

1769. « Duit koper.<br />

1679. » Dubbele stuiver zilver.<br />

1623. Friesland. Stuiver zilver.<br />

16<strong>64</strong>. » Dubbele stuiver zilver.<br />

1666. » Dubbele stuiver zilver.<br />

Z. j. » Oordje koper.<br />

1702. » Duit koper.<br />

16<strong>64</strong>. » Dubbele stuiver zilver.<br />

1666. Utrecht. Duit koper.<br />

1715 » Gulden (valsch) koper.<br />

1791. Zeeland. Duit koper.<br />

1788. » Duit koper.<br />

1681. » Duit koper.<br />

1766. Overijssel. Duit koper.<br />

16<strong>92</strong>. Groningen. Achtentwintig zilver.<br />

1688. Deventer. Schelling zilver.<br />

1596. Zwolle. Duit koper.<br />

1679. Campen. Dubbele stuiver zilver.<br />

1609. Roermond. Oordje koper.<br />

1686. Nijmegen. Schelling zilver.<br />

167. Zutphen. Duit koper.


38<br />

1828. Nederland. «/,„ gulden. Willem I, te Utrecht<br />

geslagen zilver.<br />

18<strong>92</strong>. Nederland. Gulden. Wilhelmina. Zonder kantschrift, zilver.<br />

1808. Nederlandsch-Indië. 5 '/ie gulden . . . . koper.<br />

1785. Gulik en Berg. J /4 stuiver koper.<br />

1809. Danzig. Een groschen koper.<br />

1637. Osnabrück. Driepfennig zilver.<br />

1773. Biunswijk en Lunenburg. Een pfennig. Karel . koper.<br />

1747. Bremen. Een schwaren .<br />

Z. j. Saksen. Groot. Frederik, Johannes, Georg . . zilver.<br />

1760. Beijeren. Thaler. Maximiliaan Jozef (valsch) . verz. koper.<br />

1791. Frankrijk. Sou. Lodewijk XVI koper.<br />

1785. Frankrijk. Sou. Lodewijk XVI koper.<br />

1882. Portugal. 10 reis. Louis I . . . . . . koper.<br />

17<strong>92</strong>. Engeland (Lancaster). Half penny koper.<br />

1861. Engeland. Half penny koper.<br />

1718. Zweden. 1 daler. (Mars) koper.<br />

1718. Zweden. 1 daler. (Saternus) koper.<br />

1858. Rusland. Kopek. Alexander II koper.<br />

1565. Litthauen. Vier grosch zilver.<br />

Z. j. Hindostan ijzer.<br />

1244—1280. Henegouwen. Groot. Margaretha van Constantinopel<br />

. zilver.<br />

Verder nog 3 zilveren en 62 koperen munten , gevonden in het<br />

bolwerk te Sneek. Er is een een-centstuk van 1853 van Nederl,-<br />

Indië bij, zoodat ze niet lang in den grond kunnen gelegen hebben.<br />

173 Denariën, gevonden in een terp tusschen Kiinswerd en<br />

Pingjuin , als :<br />

Lodewijk de Vrome (814—817).<br />

Christiana Religio.<br />

1. Met een half maantje onder den tempel i<br />

2. Met een liggende


Dorestatus nion 58<br />

Vz. Lotharius imperato. Kz. Christiana reliuio . . . . 1<br />

Vz. Lotharius imp. Kz. Als voren 1<br />

Vz. Lothariusacus. Kz. Als voren 1<br />

Karel, de Kale (840 , Keizer 875 , † 877).<br />

Christiana religio , waarbij één met een . onder den tempel 9<br />

Remis civitatis 2<br />

LEEUWARDEN , 18<strong>92</strong>.<br />

CORBELIJN BATIAERU.<br />

sk*sk


III, Aanwinsten van het Kabinet van<br />

Schilderijen, en van de verschillende afdeelingen<br />

van het in 18<strong>92</strong> geopend Prentkabinet,<br />

A. SCHILDERIJEN.<br />

Harmen Fransz. van Bockema , geb. 1596. Ael. 32, A°. 1628.<br />

Volmacht ten Landsdage, o. a. in 1637, eigenaar te Lutkewierum.<br />

Zijne vrouw (eene Roorda van Tzummarum ?) Aet. 26, A°. 1628.<br />

Franciscus Hannensz. van Bockema. Aet. 16.<br />

Doetie van Bockema, Aet. 15 , A°. 1<strong>64</strong>3.<br />

Taeske .van Bockema. Aet. 13 , A°. 1<strong>64</strong>3 , later gehuwd met<br />

Ev. H. Bornaeiis, achtereenvolgens predikant te Garijj) , Oldeboorn<br />

(waar hij in 1622 geboren werd) en te Bolsward (waar hij 30 Juli<br />

1680 overleed).<br />

Wapenbord van Frans Roorda van Bockema, geb. 28 Juli 1<strong>64</strong>8,<br />

overl. 2 Maart 1<strong>64</strong>9 , met de spreuk : Fivit post funera virtus.<br />

Deze vijf groote portretten van de beide ouders en hunne drie<br />

kinderen , met het wapenbord van den vroeg overleden jongsten<br />

zoon , alle in olieverf op paneel, hebben tot in den loop van 18<strong>92</strong><br />

gehangen op Bockema-State te Lutkewierum. Geschenk van Mr.<br />

C. W.jA. baron van Haersolte en Mevrouw , te Arnhem.<br />

Bjuck van Cammingha , overl. 1626 als weduwe van Gosse<br />

Douwes van Æbinga , overl. 1579. Paneel.<br />

Eene dame uit het geslacht van Æbinga, vermoedelijk Dorothea,<br />

overl. 1680. Paneel.<br />

Lucia Helena van Æbinga , geb. op Martena-State te Cornjuni<br />

2 April 1635 , overl. 6 Maart 1670 , als echtgenoote van Tjalling<br />

Hommes Camstra , te Menaldum. Paneel.<br />

.Ir. Tjalling van Camstra , geb. 1576 , overl. 1614. Paneel.<br />

Jarich van Oekinga, Raad in het Hoi' van Friesland, geb, 1<strong>64</strong>4,<br />

overl. 1714. Doek.


41<br />

Zijne eerste vrouw Barber Hommesd. van Catrislra, wed. Bonne<br />

Harinxma van Donia , Anno 1669. Gestorven 30 Nov. 1696. Doek.<br />

Hans Willem van Camstra , Grietman van Idaarderadeel enz.<br />

Overl. 3 April 1761.<br />

Snelger van Meckema , op elfjarigen leeftijd , A°. 1613. Overl.<br />

te Leeuwarden 15 Nov. 1625. Paneel.<br />

Ins van Feitsma (vermoedelijk) , vrouw van Wylze Werps Oedlsma<br />

van Juckema , overl. 17 Juli 1758.<br />

Portretten van een man , eene dame en van een kind , alle drie<br />

vooralsnog onbekend.<br />

Wapenbord van Juliana Agatha baronnesse van Aylva, huisvrouw<br />

van Tjalling Homme van Carastra , Grietman van Idaarderadeel ,<br />

overl. 2 Nov. 1700, Aet. 35.<br />

Deze twaalf portretten en het wapenbord , alle in zwarte lijsten ,<br />

zijn een geschenk van de Erven van Jhr. 11. B. van Sminia , te<br />

Bergum.<br />

Christus en de Wetgeleerden. Copie naar 1). Ploegsma, dooiden<br />

kunstschilder C. Wester. Doek , in vergulde lijst. Geschenk<br />

van den Heer J. G. Wester , te Leeuwarden.<br />

Mansportret, op doek , naar Titiaan , door C. Wester ; in vergulde<br />

lijst. Geschenk van denzelfde.<br />

Een liggend hert. Doek op paneel gehecht. Geschenk van den<br />

Heer W. Beeling , te Leeuwarden.<br />

B. PLAATWERKEN.<br />

G. Hoet. üntslote deure der tekenkunst, waarin , door naluur-<br />

Ivke voorbeelden, veelerlei stant en gebaar van hoofden en tronien -<br />

midsgaders veele volkomene beelden - in hunne verscheide gestalten<br />

enz. vertoont worden , met de elznaalde in 't koper gebragt door<br />

Pieter Bodart, Leeuw. , Halma , 1713 , jol. (Met 82 pi.) Aangekocht,<br />

Een Duitsch werk met gekleurde stadsgezichten, zn. titel, defect.<br />

Voorhanden : Amsterdam , Cóln , Dünkirche , Delff't, Dockum ,<br />

Dorlrecht , Frascati , Franeker , Ferrara , Grætz , Harlingen , Herzogenbusch<br />

, Hannover , London , Livorno , Middelburg , Namur ,<br />

Oslende. Met de wapens dier steden en uitvoerige onderschriften<br />

in het Latijn en Duitsch. F. B. Werner delin. J. C. Leopold (en)<br />

J. F. Leopold excud. Aug. Vind. Oblong 4°. In bruikleen van<br />

Mevr. Lobrij de Bruijn , geb. Bergsma , te Leeuwarden.


42<br />

Een Duitse!) portretwerk, zn. titel en defect, houdende 38 portretten<br />

van gelijktijdige Vorsten en Vorstinnen. J. C. Leopold exe.<br />

(en) J. C. Hafner exc. Aug. Vind , fol. In bruikleen , als voren.<br />

Optica-platen , Frankrijk 28, Nederland 17, Italië 14, Duitschland<br />

9 , Spanje 4 , Rusland en Polen 3 , verschillende landen 12<br />

=: 87 stuks. In bruikleen , als voren.<br />

Photographiën van het Poolschip de Willem Barents , en van<br />

verschillende gezichten en tafereelen , opgenomen gedurende zijn<br />

tocht naar de Poolstreken in 1879. 37 stuks met gedrukte onderschriften.<br />

Geschenk van den Heer I. Bolrnan te Leeuwarden , uit<br />

de bibliotheek van wijlen Mr. J. J. Bolrnan.<br />

L* Album de 1' Exposition de 1889 , gevormd door 100 phololypiën.<br />

Geschenk van den Heer P. J. Suringar, te Leeuwarden, fol.<br />

Max. Rooses. Christophe Plantin , Irnprimeur Anversois. Anvers<br />

Jos. Maes , fol. Geschenk van den Heer P. J. Suringar.<br />

A. A. Vorsterman van Oijen. Stam- en Wapenboek van Nederlandsche<br />

familiën , met geneologische en heraldische aanteekeningen.<br />

Gron. , 1885—1890. 3 dln, jol. In prachtbanden. Geschenk<br />

van Mr. N. H. van Nes van Meerkerk , te Leeuwarden.<br />

Geschichte der Deutschen Kunst (Dr. R. Dohme , Die Baukunst;<br />

Dr. W. Bode , Die Plastik ; Dr. Janitschek , Die Malerei; Dr. von<br />

Lutzow, Der Kupferstich und Holzschnitt; von Falke, Das Kunstgewerbe).<br />

Berlin 1887—<strong>1891</strong> , 5 Thle , M. Illustr. , 4°. Geschenk<br />

van den Heer I, Bolrnan , als boven.<br />

C. PRENTEN.<br />

J. R. Sinith , Age and Infancy , naar J. Opie, 1785.<br />

J. G. Wille , Tricoteuse Hollandoise , naar F. v. Mieris.<br />

IX Gezichten in en bij het Landschap Drenthe, naar E. v. Drielst,<br />

door H. Schweigman.<br />

Boerenwoningen in Drenthe, geëtst door C. L. Hansen, no. 1—6.<br />

De kerk te Euimen , afgebroken in 1855 , en die te Odoorn ,<br />

afgebroken in 1856. Twee lithographiën door I. Reijnders Sz.<br />

Die Par force Jagd des Hirsches und deren Vorgang , door J.<br />

E. Ridinger. Serie van 13 groote gravures.<br />

Het vangen van vossen, wilde zwijnen en auerhanen. 5 gravures<br />

van J. E. Ridinger.<br />

De laatste 5 nummers geschonken door den Heer I. Bolrnan.


43<br />

Het gerestaureerde waaggebouw te Leeuwarden, en het beeldhouw<br />

erk daaraan , in 5 photografiën.<br />

Het poortje van het 0. B. Weeshuis te Leeuwarden , in photographie<br />

en in photolithographie. 2 stuks.<br />

De Waterpoort te Sneek. Phototype uit het Tear Book of the<br />

ffolland Society of Wew-York , 1888—1889. Geschenk van den<br />

Heer C. W. Bruinvis, te Alkmaar.<br />

Portret van een Friesch meisje in nationaal costuum. Phototype.<br />

Geschenk als voren.<br />

Het slot »Tjessens" , bij Holwerd , in 18<strong>92</strong>. Photographie. Geschenk<br />

van Mr. C. L. baron van Harinxma thoe Slooten, te Leeuwarden.<br />

Gezicht op »de nieuwe toren en de Groote Hoogstraat" te Leeuwarden.<br />

Penteekening door H. Tavernier , 1782. Geschenk van<br />

Mr. A. J. Enschedé , te Haarlem.<br />

Vijftien gezichten in en nabij Franeker. Teekeningen van G.<br />

Jarigsma , in sepia.<br />

Tien verschillende teekeningen , van denzelfde, en twee van T.<br />

G. Jarigsma.<br />

Een landschapje. Teekening in sepia (door H. Fock).<br />

Eene zee met schepen. Aquarel van K. J. Sannes , te Franeker.<br />

De Hindelooper Kamer op de Histor. Tentoonstelling te Leeuwarden<br />

in 1877. Photographie naar eene schilderij van Otto Kirberg<br />

, te München.<br />

Photographie van de juweelen naald, behoorende bij het costuum<br />

door Friesche vrouwen in 18<strong>92</strong> geschonken aan H. M. Koningin<br />

Wilhelmina. Geschenk van den Heer M. J. Nolet, te Leeuwarden.<br />

Acht verschillende portretten van Rembrandt , en eene van diens<br />

moeder. Gravures.<br />

Portret van Lodewijk, Prins van Waldeck, in kleurendruk, naar<br />

L. Lucius, door J. L. van Beek , 1794.<br />

Portret van H. Tollens Lz. Naar Hofmeister , door Spanier.<br />

Portret van Mevr. Kleine—Gartman.<br />

Portretten van P. Lycklama à Nijeholt en D. Alma, burgemeesters<br />

van Leeuwarden en van Sneek , alsmede van de Bestuurders der<br />

Sneeker Zeilvereeniging. Phototypen uit het bovenvermeld Tear<br />

Book. Geschenk van den Heer C. W. Bruinvis.<br />

Keyzerlycken Coninck-Brief. Ghemaeckt op de zeghen-ryeke<br />

waepenen des Keyzers Leopoldus teghen den Turck ende de Rebellen


44<br />

van Hongaryen. Antw. G. Bouttats. (Met 32 kleine gravures),<br />

In plano. Geschenk van den Heer I. Bolman.<br />

Laatste afscheid van den Hertog van Brunswijk aan zijn Generaals<br />

in de Bataille van den 16 Junij 1815 tegen Bonaparte. —<br />

Eerste aanval op het dorp Halle door de Nederlandsehe Troepen ,<br />

Gekommandeerd door den Kroonprins van Nederland , tegen de<br />

Fransche Troepen , op den 17 Junij 1815. Amst, bij A. Poncia<br />

& Cornp. , 2 st., gekleurd.<br />

Gedenkw. verdediging van den Antwerpschen Citadel door Neerlands<br />

dapperen onder het bevel van den Luit'.-Gen'. B". Chassé,<br />

tegen het verschrikkelijk bombardement der Franschen , door den<br />

Maarschalk Gerard aangevoert, in Dec. 1832.<br />

Heldhaftige uitval der Nederlanders op de Franschen uit de Citadel<br />

— van de kant der Lunet St. Laurent, onder aanvoering van<br />

den dapperen Hoofdman Morre, in Dec. 1832. No. III en IV<br />

van eene serie.<br />

Terugkomst door de Muiderpoort der Amsterdamsche Mobiele<br />

Schutterij op den 5 Sept. 1834. — Aankomst op den Dam —<br />

onder dankzegging der Heere Burgemeester op den 5 Sept. 1834.<br />

No. 3 en 4 der zeldzame serie , bij F. Muller, no. 6935.<br />

Schoonschriften van Roel Jans (Wijminga) te Garijp , 25 stuks ,<br />

in een boekje in 4°, uit het laatst der vorige of begin dezer eeuw.<br />

Geschenk van Mr. A. J. Andreæ , te Kollum.<br />

Oude Nieuwjaarswenschen, o. a. van 1799, 1813 en 1814; negentien<br />

oude kinderprenten ; lijsten van harddraverijen en hardzeilpartijen<br />

in Friesland ; twee platen met de wapens der Friesche steden,<br />

enz. , door verschillende personen geschonken.<br />

Mr. W. B. S. BOELES.


Genootschappen en Inrlcntingen,<br />

WELKE IN CORRESPONDENTIE STAAN MET HET<br />

FRIESCH GENOOTSCHAP.<br />

A. BXTITENLANDSCHE.<br />

1. Gesellschaft für bildende Kunst und Vaterl. Alterthümer,<br />

zu Emden.<br />

2. Das Königliche Staatsarchiv, zu Aurich.<br />

3. Oldenburger Landesverein für Alterthumskunde, zu<br />

Oldenburg.<br />

4. Künstler-Verein für Bremische Gesch. u. Alterthümer,<br />

zu Bremen.<br />

5. Verein für Geseh. und Alterthümer der Herzogthümer<br />

Bremen und Verden, zu Stade,<br />

6. Gesammt-Verein, zu Hannover.<br />

7. Histor. Verein für Niedersachsen, zu Hannover.<br />

8. Verein für Lübeckische Geschichte und Alterthumskunde,<br />

zu Lubeck.<br />

9. Der anthropologische Verein in Schleswig-Holstein, zu<br />

Kiel,<br />

40. Gesellschaft für Schleswig-Holstein-Lauenburgische Geschichte,<br />

zu Kiel.<br />

14. Verein für Mecklenburgische Geschichte, zu Schiverin.<br />

12. Königl. und Universitäts-Bibliothek, zu Königsberg.


13. Physikalisch-Oekonomische Gesellschaft, zu Königsberg.<br />

14. Historische Gesellschaft für die provinz Posen, zu Posen.<br />

15. Histor. Verein, zu Osnábrück,<br />

16. Harzverein für Gesch. und Alterthümer, zu Wernigerode.<br />

17. Verein für Thüringische Gesch. und Alterthumskunde,<br />

zu Jena.<br />

18. Bergischer Geschichtsverein, zu Elberfeld.<br />

19. Der Aachener Geschichtsverein, zu Aachen.<br />

20. Verein für Alterthumsfreunde im Rheinlande, zu Bonn.<br />

21. Der Öberhessische Gesehichtsverein, zu Giessen.<br />

22. Kaiserl. Universitäts und Landes Bibliothek, zu<br />

Strassburg.<br />

23. Grossh. Badische Universitäts-bibliothek, zu Heidelberg.<br />

24. Verein für Kunst und Alterthum in Ulm u. Oberschwaben,<br />

zu Ulm.<br />

25. Das Germanische Museum, zu Nümberg.<br />

26. Histor. Verein der Oberpfalz und Regensburg, zu Regensburg.<br />

27. Königliche Akademie gemeinnütziger Wissenschaften<br />

zu Erfurt.<br />

28. Voigtländischer Alterthumsforschender Verein, zu Hohenleuben.<br />

29. Alterthumsverein für Zwickau und ümgegend, zu<br />

Zwickau.<br />

30. V. i für Chemnitzer Geschichte, zu Chemmtz.<br />

31. Verein für Geschichte der Stadt Meissen, zu Meissen.<br />

32. Geschichts- und Alterthumsforschender Verein, zu Leisnig.<br />

33. Kaiserl. Königl. Geogr. Gesellschaft, zu Wien.<br />

34. Histor. Verein für Steiermark, zu Grätz.<br />

35. La Bibliothèque Royale de Copenhague.<br />

36. Société Royale des Antiquaires du Nord, à Copenhague.


37. La Bibliotheque de 1' universite royale de Norvége, à<br />

Christiania.<br />

38. Kong. Vitterhets Historie och Antiquitets Akademien,<br />

Stockholm.<br />

39. Die gelehrte Esthnische Gesellschaft, zu Dorpat.<br />

40. La Société des Antiquaires de France, à Paris.<br />

41. La Société des Antiquaires de Picardie, à Amiens.<br />

42. La Société historique de Compiègne.<br />

43. La Société Française d' Archéologie pour la conservation<br />

des monum. histor., à Tours.<br />

44. L' Institut Royal Grand Ducal de Luxembourg.<br />

45. La Bibliotheque Royale de Belgique, à Bruxelles.<br />

46. La Société d' Archéologie de Bruxelles.<br />

47. La Société scientifique et littéraire, à Tongres.<br />

48. La Société des Sciences, des Arts et des Lettres du<br />

Hainaut, à Mons.<br />

49. De Kon. Vlaamsche Academie voor taal- en letterkunde,<br />

te Gent.<br />

50. Oudheidk. Kring van het land van Waes, te St. Nicolaes<br />

(Vlaanderen).<br />

51. L' Institut Archéologique, à Liége.<br />

52. The philological Society, London.<br />

53. Manchester Literary and Philosophical Society, Manchesier.<br />

54. Public Library at Melbourne (Australië).<br />

55. The Smithsonian Institution, Washington.<br />

56. The American Association for the Advancement of<br />

Science, Salem.<br />

57. American philosophical society, at Philadelphia.<br />

58. Museu Nacional do Rio de Janeiro.<br />

59. Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen.


B. BKNENLANDSCHE.<br />

1. De Provinciale Bibliotheek, te Leeuwarden.<br />

2. De Stedelijke Bibliotheek, te Leeuwarden.<br />

3. Het Selskip for Friske tael- en schriftenkennisse, te<br />

Leeuwarden.<br />

4. Het Gymnasium, te Leeuwarden.<br />

5. De Rijks Hoogere Burgerschool, te Leeuwarden.<br />

6. Het Leesmuseum, te Groningen.<br />

7. Het Provinciaal Museum v. Oudheden in Drenthe, te Assen.<br />

8. De Yereeniging voor Overijsselsch Kecht en Geschiedenis,<br />

te Zwolle.<br />

9. De Stadsbibliotheek, te Deventer.<br />

10. De Bibliotheek der gemeente Kampen.<br />

11. Het Historisch Genootschap, te Utrecht.<br />

12. Het Provinciaal Utrechtsch Genootschap, te Utrecht.<br />

13. De Universiteits-bibliotheek, te Leiden.<br />

14. De Maatschappij van Nederl. Letterkunde, te Leiden.<br />

15. De Koninklijke Bibliotheek, te 's Gravenhage.<br />

16. De Heraldische Vereeniging »de Nederlandsche Leeuw",<br />

te 's Gravenhage.<br />

17. De Vereeniging »de Nederlandsche Heraut", te's Gravenhage.<br />

'S. Het Nederlandsch Familieblad, te 's Gravenhage.<br />

i9. Het Leeskabinet, te Rotterdam.<br />

20. Gemeente-Bibliotheek van Rotterdam.<br />

21. Teyler's Genootschap, te Haarlem.<br />

22. De Stedelijke Bibliotheek, te Haarlem.<br />

23. Het Koninklijk Oudheidk. Genootschap, te Amsterdam.<br />

24. De Koninklijke Academie v. Wetenschappen, te Amsterdam.<br />

25. De Universiteits-bibliotheek, te Amsterdam.


20. Het Zeeuwsch Genootschap van Wetenschappen, te<br />

Middelburg.<br />

27. Het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen<br />

in F.-Brabant, te 's Hertogenbosch.<br />

28. La Société Historique et Archéologique de Limbourg,<br />

te Maastricht.<br />

29. Aartsbisschoppelijk Archief, te Utrecht.<br />

30. De Redactie van de Bijdragen voor de geschiedenis<br />

van het Bisdom Haarlem.<br />

31. Stedelijk Archief, te Alkmaar.<br />

32. Nederl. Maatschappij ter bevordering van Nijverheid,<br />

te Haarlem..<br />

De Verslagen worden verzonden aan het Kabinet van<br />

Oudheden, te Groningen, de Oommissie tot bewaring van<br />

voorwerpen van Geschiedenis en Kunst, te Nijmegen, het<br />

Rijks Museum van Oudheden, het Stedelijk Museum, te<br />

Leiden, de Vereeniging xRembrandt", te Amsterdam, de<br />

Redactie van »de Nederl. Spectator", te 'sllage, en aan<br />

Dr. F. Hettner, te Trier, als redacteur van het Westdeutsche<br />

Zeitschrift.


VERBETERING.<br />

Pag. 446, reg. 43 v. o. bij te voegen: en Aanvullingen<br />

en Verbeteringen van Romein's Naamlijst der Predikanten<br />

enz., verzameld door Dr. S. D. van Veen.


WETS- WIJZIGINGEN.<br />

enomen op de Algemeene Vergadering van<br />

6 October <strong>1891</strong>,<br />

'2. Het Genootschap bestaat uit:<br />

IL gewone leden,<br />

b. donatrices,<br />

c. buitengewone leden en<br />

d. eereleden.<br />

7. Het Bestuur benoemt de donatrices en doet de<br />

voordracht voor de benoeming van buitengewone<br />

leden en eereleden.<br />

Deze voordracht moet in den oproepingsbrief voor<br />

de algemeene vergadering voorkomen.<br />

8. De gewone leden en donatrices van het Genootschap<br />

ontvangen bij hunne aanneming kosteloos<br />

een exemplaar van de wet en van het laatst<br />

uitgebracht jaarlijksch verslag.<br />

Tevens ontvangen de gewone leden een exemplaar<br />

der werken, die door het Genootschap<br />

worden uitgegeven of ten geschenke of tegen<br />

betaling van ten hoogste de helft van den verkoopprijs<br />

, indien tot dit laatste door de vergadering<br />

op voorstel van het Bestuur wordt<br />

besloten.<br />

Zij kunnen van de vroeger uitgegeven werken<br />

tegen de helft van den verkoopprijs één exemplaar<br />

bekomen, zoo verre deze voorhanden zijn.


WETSWIJZIGINGEN,<br />

aangenomen op de Buitengewone Vergadering<br />

van 21 April 18<strong>92</strong> en op de gewone<br />

Algemeene Vergadering van<br />

4 October 18<strong>92</strong>.<br />

Art. 13.<br />

Het Bestuur van het Genootschap bestaat uit:<br />

Een Voorzitter,<br />

Vier Medebestuurders,<br />

Een Penningmeester,<br />

Een Secretaris,<br />

Een Bibliothecaris, en<br />

Een Conservator.<br />

Art. 15.<br />

Jaarlijks treden om beurten drie leden van het Bestuur<br />

af.<br />

De Secretaris,<br />

W. F. H. COENEN.


Art. 11. De gewone leden verbinden zich tot eene jaarlijksche<br />

contributie van vijf gulden, de donatrices<br />

tot eene van drie gulden, te voldoen op<br />

den eersten October van elk jaar of binnen<br />

eene maand na hunne benoeming.<br />

Art. 27. 6. Alinea III. Leden van het Genootschap met<br />

eene dame, zoomede donatrices en correspondenten<br />

, hebben op de daarvoor aangegeven<br />

uren vrijen toegang tot het Museum, op vertoon<br />

van de daartoe aan hen verstrekte kaarten<br />

of van de kwitantie wegens hun lidmaatschap<br />

over het loopende jaar.<br />

De Secretaris,<br />

Dr. F. Q. SLOTHOUWER.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!