Kennisakker - Teelthandleiding pootaardappelen - Bemesting
Kennisakker - Teelthandleiding pootaardappelen - Bemesting
Kennisakker - Teelthandleiding pootaardappelen - Bemesting
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Kennisakker</strong> - <strong>Teelthandleiding</strong> <strong>pootaardappelen</strong> - <strong>Bemesting</strong><br />
extra verhoging worden gekozen. Met deze extra verhoging schuift men op in de richting van het bodemgerichte<br />
advies dat gericht is op het snel bereiken van het streefgetal.<br />
Fosfaat kan zowel in de vorm van dierlijke mest als kunstmest worden gegeven. Als fosfaat als dierlijke mest wordt<br />
gegeven moet rekening worden gehouden met de mestwetgeving. Als fosfaat als kunstmest wordt toegediend,<br />
bestaat in ons land een voorkeur voor gemakkelijk oplosbare en snelwerkende fosfaatmeststoffen zoals die<br />
voorkomen in mengmeststoffen, superfosfaat en tripelsuperfosfaat.<br />
Bij voorkeur moeten deze in water oplosbare fosfaatmeststoffen in de maand februari (eventueel maart) over het<br />
geploegde land worden gestrooid. Wanneer ze worden gestrooid voor het ploegen in de herfst komt het fosfaat diep te<br />
liggen, waardoor het minder goed bereikbaar is voor de plant en iets minder goed werkt. Daar komt bij dat fosfaat<br />
gedurende de winter kan worden omgezet in voor de plant minder goed opneembare vormen. Ook bij toediening kort<br />
voor het poten werkt het vaak minder goed dan bij toepassing in februari, in dit geval als gevolg van droogte.<br />
Van gewasbespuitingen met diverse fosfaatvormen wordt gezegd dat ze het aantal knollen dat wordt gevormd of<br />
uitgroeit tot afleverbare opbrengst kunnen verhogen. Onderzoek (1994, 1995) heeft dit niet kunnen bevestigen.<br />
3. Kalium<br />
Het element kalium speelt onder andere een belangrijke rol bij enzymatische omzettingen en het transport van stoffen<br />
door de plant. De dosering wordt uitgedrukt in kilogrammen K2O.<br />
Voor de opbrengst van aardappelen zijn twee bronnen van kali van belang: de kali in de bodem en de kalibemesting<br />
die voor het gewas wordt toegediend. Voor de verschillende grondsoorten gelden streefgetallen voor de kalitoestand.<br />
De kalitoestand van de grond is bepalend voor de hoeveelheid kali die op aardappelen moet worden gestrooid.<br />
Wanneer de kalitoestand van de grond niet aan de streefwaarde voldoet, moet extra kali worden gestrooid om de<br />
kalitoestand richting streefwaarde te verhogen. Op kalifixerende gronden is de hoeveelheid kali die nodig is om de<br />
kalitoestand te verhogen groter dan op nietfixerende grond.<br />
Kali wordt als regel in het najaar gestrooid. De kans op chloorschade in aardappelen wordt echter vaak overdreven.<br />
Wanneer ongeveer 200 kilo kali moet worden gestrooid, kan dat in het voorjaar in de vorm van kali-60, mits ze<br />
minimaal enkele weken voor het poten wordt gestrooid. De chloor kan zich dan verdelen door de bouwvoor, zodat<br />
geen zoutschade hoeft te worden verwacht. Alleen op zeer lichte grond van minder dan 15 % afslibbaar en zandgrond<br />
wordt aangeraden in het voorjaar patentkali te gebruiken.<br />
4. Magnesium<br />
Magnesium is - evenals stikstof - onderdeel van de bladeiwitten die de fotosynthese verzorgen. Het is daarom een<br />
essentieel element voor het functioneren van de plant.<br />
http://dlg2.vertis.nl/pls/dlg/docs/FOLDER/KENNIS...LTHANDLEIDING_POOTAARDAPPELEN_7BEMESTING_DEF.htm (5 of 7)12-4-2007 9:48:30