You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
DE JTE1DIE1EN HOMEN III SPANJE<br />
De Spaansche jezuïeten komen<br />
naar België.<br />
Wij begrijpen er niets meer van.<br />
Wij die sedert jaren smachten<br />
naar Barcelona, Se villa en Madrid!<br />
En zij die daar zijn, zij komen<br />
naar België. Daar steekt iets achter.<br />
Opgepast voor de jezuïetenstreken!<br />
• • •<br />
Wij hebben pater Rutten, dominicaan<br />
en senator, ontmoet. Hij<br />
zag er opgewonden en vies gezind<br />
uit.<br />
Ten einde hem vroolijker te<br />
stemmen, roepen wij hem toe:<br />
— Pater, goed nieuws! Uw broeders<br />
de jezuïeten van Spanje<br />
komen naar België!<br />
— Dat is het juist! sakkerde<br />
pater Rutten. Broeders? Jezuïeten<br />
zijn het! Jezuïeten en niets anders!<br />
•» *<br />
Minister Cocq, vrijdenker, heeft<br />
aan den ministerraad voorgesteld,<br />
wegens de overproduktie van klerikalen<br />
in ons land, den invoer van<br />
jezuïeten uit den vreemde te kontingenteeren.<br />
Dat werd verworpen.<br />
• * *<br />
De toekomst is aan<br />
Zonder den uitslag van de Ontwapeningskonferentie<br />
(deze van 1932, van<br />
1939, van 1947 en van 1999) af te wachten,<br />
kan van nu af aan met zekerheid<br />
worden gezegd, dat de toekomst der<br />
wereld aan het lijdelijk verzet zal gekoppeld<br />
zijn.<br />
We lazen namelijk in het dagblad<br />
voor staatkundige, maatschappelijke<br />
en ekonomische belangen (ook soms<br />
genoemd «DE STANDAARD») in een<br />
artikeltje over de nationalistische aktie<br />
in Engelsch-Indië, volgend belangrijk<br />
nieuwtje, waarvan de zware gevolgen<br />
niemand zal ontgaan :<br />
«Een nieuwe vorm van lijdelijk<br />
Minister Renkin heeft integendeel<br />
een brief gezonden aan de<br />
Spaansche jezuïeten:<br />
«Lieve jongens, gelooft de socialisten<br />
niet als zij schrijven dat België<br />
de anti-fascistische arbeiders<br />
geen gulle gastvrijheid verleent.<br />
Bij aldien gij geen arbeiders en<br />
geen anti-fascisten zijt zult gij vrij<br />
mogen spreken en bewegen in België».<br />
Wij hebben aan de grens de<br />
eerste ploeg jezuïeten verwelkomd.<br />
Nadat zij «Koekoek» hadden gelezen<br />
om zich wat op te monteren<br />
van de reis, vroegen wij hen naar<br />
nieuws over den laatsten koning<br />
van Spanje. Een van hen trad als<br />
woordvoerder op, en gaf ons deze<br />
boodschap voor onze lezers:<br />
— Uno de los ultimos reyes de<br />
Espana, a quien la suerte de las<br />
armas habia privado de varias<br />
plazas considerables, recibia sin<br />
embargo...<br />
— Genoeg, riepen wij geestdriftig<br />
uit, onze lezers zullen reeds begrepen<br />
hebben.<br />
het lijdelijk verzet<br />
verzet is Dinsdag op de spoorlijn<br />
van Bengalen naar Nagpur ontdekt,<br />
waar alle telegraaflijnen waren<br />
doorgesneden en verscheiden<br />
seininrichtingen onklaar gemaakt.»<br />
Het doorsnijden van telegraaflijnen<br />
en het vernietigen van seintoestellen<br />
is bijgevolg een nieuwe vorm van lijdelijk<br />
verzet. Dergelijke opvatting geeft<br />
prachtige perspektieven. Waarom niet<br />
gezeid, dat de Japanneezen in Mandsjoerije<br />
met hun lijdelijk verzet de<br />
Chineezen treiteren, dat de Belgische<br />
fortenbouw en de redevoeringen van<br />
minister Dens uitingen zijn van lijdelijk<br />
verzet? Kwestie van konventie,<br />
zeggen wij!<br />
KOEKOEK<br />
GEEN MISVERSTAND<br />
A. U. B.<br />
De verontschuldiging van<br />
verleden week nog geen<br />
nieuwjaar te hebben gewenscht<br />
aan onze lezeressen<br />
en andere lezers, gold natuurlijk<br />
als dusdanig (ttz. als<br />
nieuw jaarwensch).<br />
VOETBAL MET<br />
DE TRIQUE<br />
Wie ons kennen weten dat wij<br />
voor alle soorten van sport zijn:<br />
Ping-pong, whist, teerlingbak, biljart,<br />
stopsel schieten, en alles wat<br />
de lichamelijke, geestelijke en<br />
zedelijke vermogens van den<br />
mensch kan ontwikkelen.<br />
Waarschijnlijk was ons zusterblad<br />
«La Trique» van onze physieke<br />
kracht niet op de hoogte toen zij<br />
ons uitdoeg (of uitdaagdege) tot<br />
een ontmoeting voor den voetbalbeker<br />
van de 9 provinciën.<br />
Het laatste nummer van «La<br />
Trique» kondigt reeds de match<br />
aan en geeft zelfs de samenstelling<br />
van de twee ploegen aan. Maar<br />
daar zullen wij ook nog een<br />
woordje over meespreken.<br />
Wij laten «La Trique» voorloopig<br />
begaan. Zij richt den wedstrijd<br />
in. Zij kiest den scheidsrechter. Zij<br />
zal verslag uitbrengen over het<br />
spel.<br />
Maar wij waarschuwen haar: zoo<br />
zij durft schrijven dat wij de<br />
match verliezen, dan krijgt zij een<br />
recht op antwoord, een proces, en<br />
een stamp op de maag van elk van<br />
haar opstellers.<br />
Want wij houden aan de eer van<br />
de sport en aan onze eigen eer.<br />
En de Statenbond of het Internationaal<br />
Gerechtshof van Den Haag<br />
zullen niet kunnen beletten dat wij<br />
doen gelijk de Japanners met de<br />
Chineezen.<br />
Dat is een eerste waarschuwing.<br />
«La Trique» weet nu in welken zin<br />
de match moet verloopen. Tenzij<br />
ons de noodige gueuze-lambics werden<br />
betaald.<br />
ROGER CN.<br />
STATISTIEKEN<br />
In «'t Gentenaarken» leaen we,<br />
dat te Chicago het aantal protestanten<br />
eens zoo groot is als dit der katholieken.<br />
We kunnen er bijvoegen dat 1/3 der<br />
bevolking bestaat uit bandieten.
• KOEKOEK - 3 ,<br />
Onze galerij van beroemde en beruchrfe mannen<br />
I U L E S VAN B I E S B R O E C K<br />
Daar zijn geweest de twee Van<br />
Biesbroeck's, vader -en zoon.<br />
Nu is er nog de zoon, Jules: een<br />
Gentenaar, geboren in Italië (1873)tijdens<br />
een reis van den vader —<br />
't is te zeggen, dat de moeder<br />
ginder ook was. Jules had eich<br />
reeds vóór den oorlog in zijn geboorteland,<br />
te Bordighera, gevestigd<br />
en heeft thans het hemelsch<br />
klimaat van Algerië verkozen.<br />
Jules Van Biesbroeck is bijgevolg<br />
een Gentenaar, die Italiaan<br />
is van geboorte en die in Algerië<br />
verblijft. Dat lijkt excentriek. Van<br />
een schilder en beeldhouwer aanvaardt<br />
men zoo iets als normaal.<br />
Vader Van Biesbroeck was een<br />
zeer bedreven, knappe kerel, een<br />
groot kunstenaar, een uitmuntend<br />
professor aan de Gentsche teekenakademie,<br />
waarvan de tientallen<br />
oud-leerlingen vol erkentelijke<br />
waardeering spreken.<br />
Zijn zoon wou hij wetenschap<br />
laten studeeren, maar Jules had er<br />
alles behalve aanleg en lust toe<br />
en hij onderscheidde zich integendeel<br />
bizonder scherp onder de<br />
reeks slechte leerlingen der middelbare<br />
school.<br />
Op 10-jarigen ouderdom weigert<br />
hij nog langer naar school te gaan<br />
en toen besloot de vader hem wat<br />
eerste teekennoties te geven.<br />
De «oude» zou den «jonge» lanceeren<br />
en vader Van Biesbroeck<br />
treedt heelemaal op het achterplan<br />
en wijdt zich volledig aan zijn zoon,<br />
zoodra deze bij machte is in de<br />
artistieke wereld op te treden.<br />
Jules gaat met zijn vader overal<br />
mee, naar de teekenakademie en<br />
op reis.<br />
Zoo brengt hij verscheidene<br />
maanden door te Londen — toen<br />
was hij 12-13 jaar —, waar vader<br />
Van Biesbroeck werken had uit<br />
te voeren, en waardoor de jongen<br />
dagen en weken slijt in de Engelsche<br />
musea, waar hij studeert en<br />
onder meer de fragmenten der<br />
Grieksche beeldhouwkunst leert<br />
kennen.<br />
De klas van het levend model<br />
der Gentsche teekenakademie<br />
heeft Jules Van Biesbroeck reeds<br />
op 14-jarigen ouderdom doorloopen<br />
en zijn eerste doek «De herder»<br />
schildert hij een jaar later.<br />
In 1889 — hij is dus 16 jaar oud<br />
— biedt 'hij zich aan voor den<br />
«prijskamp van Rome», maar tot<br />
de definitieve proef wordt hij niet<br />
toegelaten. Hij wreekt zich met<br />
een reusachtig schilderij, Lancement<br />
d'Argo, een doek van 7 m. 60<br />
op 2 m. 30, dat aanvaard wordt in<br />
het Salon des Champs Elysées te<br />
Parijs.<br />
Jules Van Biesbroeck kreeg reputatie.<br />
En ook een slechte reputatie bij<br />
zekere soort van menschen, want<br />
zijn schilderij zou te Parijs slechts<br />
worden opgehangen, op konditie,<br />
dat hij er de naaktheden der bootslieden<br />
kwam verbergen... (In 1889<br />
leefden ook reeds Wibo's en soortgelijke<br />
schepsels!) Toen Jules te<br />
Parijs kwam, was de ontsteltenis<br />
nog een beetje grooter: de jury had<br />
met een schilder te doen, die nog<br />
niet veel meer was dan een kind!<br />
Die «incidenten» werkten in<br />
voordeeligen zin en nog andere<br />
in dien aard: mislukking voor den<br />
prijs Godecharle, nieuwe mislukking<br />
voor den Rome-prijskamp in<br />
1892. Jules is bezig een artist te<br />
worden!<br />
Italië behoort natuurlijk tot zijn<br />
studie-reizen en het is altijd de<br />
vader, die den zoon leidt.<br />
Dan houdt hij zich een tijd bij<br />
groote machines: De Walkuren,<br />
Pro Patria, De vrouw met den<br />
spiegel.<br />
In 1895 is de jury van den Romeprijskamp<br />
zoo «welwillend» hem<br />
voor zijn schilderij Kristus verheerlijkt<br />
door de kinderen een eersten<br />
tweeden prijs te verleenen.<br />
Een tijdje later begeeft hij zich<br />
Marietje, die haar vacantie bij grootmoeder<br />
heeft doorgebracht en inziet,<br />
dat ze een begonnen boek niet zal kunnen<br />
uitlezen, zit de laatste uren te<br />
schrijven, te schrijven...<br />
— Wat doet ge daar? vraagt grootmoeder.<br />
MARIETJE. — Ik heb het boek niet<br />
uit en schrijf het einde over om het<br />
thuis verder te 4ezen.<br />
aan de beeldhouwkunst. Zijn eerste<br />
werk De Jager wordt geweigerd in<br />
het Salon van Brussel en in hetzelfde<br />
jaar (1897) behaalt hij den eersten<br />
tweeden prijs van Rome<br />
(beeldhouwkunst) met Thor in<br />
gevecht met de slang.<br />
Een jacht naar officieele erkenning,<br />
meent ge?<br />
Meer een strijd tegen opzettelijke<br />
miskenning.<br />
En we zouden dit lijstje kunnen<br />
verlengen:<br />
1898: tweede prijs van Rome<br />
(schilderkunst) met D. aankondiging<br />
aan de herders.<br />
1900: niet geklasseerd in den<br />
Rome-prijs van beeldhouwkunst<br />
(wat meer ophef maakte dan een<br />
onderscheiding).<br />
1900: groote prijs Wereldtentoonstelling<br />
Parijs met het Monument<br />
Volders.<br />
1901: niet geklasseerd in den<br />
Rome-prijs voor schilderkunst.<br />
Meer mislukkingen dan onderscheidingen.<br />
Maar waarom moesten<br />
die twee Van Biesbroeck's zich<br />
ook als vulgaire socialisten gedragen?<br />
Waarom hun onderwerpen<br />
van teekeningen, schilderijen en<br />
beeldhouwwerken gaan zoeken bij<br />
het gepeupel, in stinkende fabrieken,<br />
in stikkende werkhuizen? Dat<br />
was nu ook een idee van artisten,<br />
die toch moeten leven dank zij de<br />
voorname dames en heeren van de<br />
burgerij!<br />
De Van Biesbroeck's waren zoo<br />
koppig het anders te verstaan.<br />
En we mogen nu wel juichen,<br />
omdat de deftige jury's van de<br />
Rome-prijskampen zoo onbarmhartig<br />
zijn geweest voor Jules Van<br />
Biesbroeck! Wie iceet hadden we<br />
anders dé Vaandeldragers en de<br />
groep Hongersnood gehad?<br />
Van 1902 loopt de lijn der beeldhouwwerken<br />
van Jules Van Biesbroeck<br />
evenicijdig met die der<br />
schilderstukken, tot vóór enkele<br />
jaren nog, want thans modelleert<br />
hij niet meer, daar in Algerië klei<br />
ontbreekt.<br />
Zijn laatste werk, als we ons niet<br />
bedriegen, is het Monument Van<br />
Beveren, dat aan een hoek van het<br />
Gentsche Park is opgericht.<br />
De Van Biesbroeck's hebben den<br />
strijd van de werkende klasse begrepen,<br />
't Is de schoonste medaille,<br />
die hun kan worden toegekend.<br />
De arbeiders zijn iets verschuldigd<br />
aan die twee kloeke kerels!<br />
Maar we willen er algelijk bijvoegen<br />
: de Van Biesbroeck's danken<br />
óók iets aan de georganiseerde<br />
arbeidende klasse!
11 ii.ii llllll luli<br />
I h :i lui lliil<br />
,1 lllll li .1 lui<br />
lij lllli lui lui<br />
I lllll lui lui<br />
!l !<br />
lllll lui lui<br />
'1 lllll ml lui<br />
li' lllll lui lui<br />
ll 'hl,. lui lui<br />
,Ü :<br />
llllll lllull lllull Hul Huil llulllllliill lllll Uil<br />
llull llliil! Huil Hul Huil llulll|!liill luli llli<br />
llllll lllull lllull Hul llull llulllllliill llilllllll<br />
luli llliilllllluli lliilll llllll llulllllliill llilllllll<br />
llll lui lui<br />
,11 y lllll lui<br />
lil iii:i lui lllll<br />
lil Hui lui lllll<br />
,1! ini lllll lllll<br />
ill ini lllll lllll<br />
il :'i lllll lui!<br />
ili ;ii,i Hul lllli<br />
,i; [lui luli luli<br />
KOEKOEK<br />
O N Z E V L I E G E N D E<br />
P O L EN O N Z E B E M I N D E<br />
N A A R N E D E R L A N D S C H -<br />
Een blauwe lentelucht zindert over<br />
de heerlijke besneeuwde daken. De duiven<br />
roekoeën op dezelfde. Heinde en<br />
verre rommelt de donder. Niettegenstaande<br />
deze gunstige voorteekenen,<br />
sluipt weemoed in het hart van alle<br />
Belgen dezen naam waardig. Want<br />
prins Leopold en zijne (door ons zoowel<br />
als door hem) diep beminde egade,<br />
zijn Ingescheept op de «Marnix van<br />
Ste-Aldegonde» voor een reis naar<br />
Nederlandsch-Indic.<br />
Welke gevaren gaan zij te gemoet?<br />
Wie zal het weten! Vulkaanuitbarstingen,<br />
stortregens, vermoeiende<br />
Java-dansen!<br />
Om 't even: onze wenschen vergezellen<br />
hen, en de wenschen van «Koekoek»<br />
zijn geen Ijdele woorden.<br />
Meer nog: Onze vliegende reporter<br />
heeft, zooals zijn naam het aanduidt,<br />
per vliegmachine onderhavig nummer<br />
van «Koekoek» aan onze aanstaande<br />
vorsten gebracht en bij deae gelegenheid<br />
de doorluchtige prinsen in hun<br />
handel en wandel gadegeslagen om er<br />
verslag over uit te brengen voor onze<br />
lezers.<br />
EEN JOERNALISTIEK<br />
KUNSTSTUKJE<br />
Wij houden hier even stil, alvorens<br />
den vliegenden reporter aan het woord<br />
tp laten.<br />
Wü zijn niet gewoon onzen eigen lof<br />
te zingen, al verklaren wij zonder valsche<br />
schaamte, dat wij het best ingelichte<br />
blad van de wereld zijn.<br />
En ten bewijze: Dit nummer van<br />
«Koekoek» dat gij nu in de hand<br />
draagt, werd dus door onzen V. P.<br />
naar de «Marnix van St-Aldegonde»<br />
per vliegmachine gebracht. Onze V. P.<br />
nam een interview, dat gij hier achter<br />
zult lezen( of niet lezen, want wij<br />
dwingen niemand). Dit interview verscheen<br />
altijd in hetzelfde nummer.<br />
Zoodat: onze vrienden Leopold en<br />
Astrld het interview zelf nog te lezen<br />
kregen!<br />
Hoe wij dit gedaan kregen zullen<br />
wij aan de konkurreerende gazetten<br />
natuurlijk niet bekend maken. Maar<br />
• dat mag u aanzetten nieuwe lezers<br />
te winnen voor «Koekoek», 50 centiem<br />
per nummer, verschijnt den Donderdag,<br />
Humoristisch weekblad, abonnement<br />
1 jaar 25 frank, postcheck 56733<br />
Ik heb mijn vrouw beloofd nooit meer te wedden.<br />
Allez toe! Gij zult die belofte niet kunnen houden.<br />
Voor hoeveel gewed?<br />
Wie niet te dom is, verstaat ons en<br />
wij laten het woord aan V. P.<br />
VAN STE-ALDEGONDE<br />
OP DE MARNIX<br />
Wij strijken met ontroerde vleugelen<br />
neer op het achterdek van de «Marnix<br />
van Ste Aldegonde».<br />
De M. v. S. A. Is een luxueuse boot,<br />
geboren in 1538 en overleden in 1598;<br />
geboren ook te Brussel, studeerde hij<br />
te Genève waar hy Calvinist was. Hij<br />
schreef De Bieënkorf, waarin hij de<br />
kerk met bijtende satire en soms<br />
groven spot aanvalt, zooals men leest<br />
in de «Geschiedenis van de Nederlandsche<br />
Letterkunde» van Julien Kuypers<br />
en Theo de Ronde.<br />
Wij bibberen dus met klapperende<br />
vleugelen neer op het achterdek. Wij<br />
staan recht in onze schuit en daar,<br />
o wonne, vangt Astrld ons in haar<br />
koninklijke armen op. Een ontroerde<br />
traan van dankbaarheid ontsnapt aan<br />
onze nederige oogen.<br />
— Astrid, zeggen wij, en verder<br />
komen wil niet.<br />
Want Leopold is toegeschoten om<br />
ons de handen te drukken, terwijl wij<br />
de Brabançonne aanvangen.<br />
— Genoeg! Geen flauwe kul! roept<br />
hij lachend. Ik ben hier op een plezierreis<br />
en ik wensen niet dat treurige<br />
gedachten mijn vrouwken zouden overstelpen.<br />
En daar de wet op den aanslag tegen<br />
de Brabançonne nog niet is gestemd<br />
in het Parlement, slikken wij onze<br />
Brabançonne In.<br />
LEOPOLD DOET DE BOOT<br />
MARSCHEEREN<br />
— En nu, zeggen wij, beste kameraden,<br />
hier is «Koekoek»!<br />
Een oogenblik dreigen Leopold en<br />
Astrld handgemeen te worden om het<br />
eerst ons blad te bemachtigen. Als zij<br />
bemerken, dait wij de klesche oplettendheid<br />
hadden twee nummers mede<br />
te brengen, dringen zij aan, opdat de<br />
andere maar eerst het blad zou nemen.<br />
Dit geeft aanleiding tot een verheugend<br />
huiselijk tooneeltje. Maar het<br />
volgend oogenblik zitten beiden verdiept<br />
in de lektuur. De boot stampt<br />
en schudt van hun lachen. Het is of<br />
«Marnix» buikpijn heeft.<br />
Een matroos komt melden, dat in<br />
dit geval de boot niet meer kan bestuurd<br />
worden.<br />
Maar gij hebt waarschijnlijk in het<br />
«Nieuws van den Dag» gelezen, dat
KOEKOEK<br />
R E P O R T E R M E T PRINS<br />
A S T R I D O P D E B O O T<br />
I N D I E<br />
.H iiiiiiiiiiniii nuil iinii iiniiiiiiiii iinii iinii iiiiin<br />
,il iiMiuilinilllii.il Uní! lii.il! Iiuil inti lii.illlii.ii!<br />
Illl.lll:<br />
Leopold zich vooral voor de machinerieën<br />
interesseert. Dat kunnen wrj nu<br />
bevestigen. Hij stormt naar beneden,<br />
werpt eenige schuppen kolen in de<br />
kaken van het gloeiende monster,<br />
grijpt den machinist, werpt hem overboord,<br />
en daar stevent weer, fier en<br />
statig, de «Marnix» met een snelheid<br />
van duizenden knoopen over het wijde<br />
watervlak, ofschoon Astrid nog steeds<br />
te kronkelen ligt over «Koekoek».<br />
ASTRID BAKT<br />
Wy zullen geen platte broodjes bakken<br />
voor Astrid. Maar het moet toch<br />
gezegd, dat onze prinses ons veel sympathieker<br />
is dan b. v. Paul Henen<br />
van de «Flandre Libérale» of dan onze<br />
huisbaas.<br />
zy heeft reeds het ontegensprekeïyk<br />
voorrecht een vrouw te zijn. Ten<br />
tweede, zy is niet rrujn vrouw. En ten<br />
derde...<br />
Ten derde, zooals gy misschien ba<br />
de sérieuse bladen hebt gelezen, zy<br />
houdt zich op de boot vooral met<br />
koken bezig. En met welke dextere<br />
hand! En met welken eenvoud. Zij<br />
bakt gebakjes van het vaderland en<br />
deelt ze uit onder de groote en kleine<br />
kinderen, die de reis meemaken.<br />
Weer ontglipt ons een traan, die<br />
Astrid zelf met haar batisten zakdoekje<br />
komt wegvegen van onder onze<br />
oogen, terwyi zy ons een «petit four»<br />
tusschen de tanden duwt.<br />
— Hier, lacht ze, dat zal beter<br />
smaken dan de Brabançonne, die myn<br />
man u daar juist heeft doen inslikken !<br />
WIJ SPELEN TENNIS<br />
Doch, er is een tyd van zwoegen,<br />
maar er is ook een tyd van spelen.<br />
En op de «Marnix» speelt men tennis.<br />
— Speelt gy tennis? vraagt ons<br />
Astrid.<br />
wy herinneren er aan, dat wij nooit<br />
Suzanne Lenglen hebben verslagen,<br />
maar dat de reden daarvan eenvoudig<br />
moet gezocht worden In het feit<br />
dat zy nooit tegenover ons In het<br />
tennisveld heeft gestaan.<br />
wy stellen ons op. wy alleen tegen<br />
onze twee vorstenkinderen. Een juichende<br />
menigte omringt de out-lines.<br />
Een onbeschoft kind begint te huilen,<br />
omdat het met onze tennisballen niet<br />
spelen mag. zyn moeder gooit het in<br />
zee. Wegens majesteitsschennis. De<br />
menigte juicht dit tactisch gebaar<br />
toe. Maar zie!! Daar springt Astrid<br />
4<br />
ll.lll Inl lililí<br />
!,,.! lili!<br />
lililí<br />
M<br />
IN,li<br />
lililí<br />
ll.lll Il.il • ¡i Huil<br />
lililí lli.ll<br />
lililí , ¡lllil<br />
lll.ll lul<br />
llliil!<br />
lililí<br />
Huíl<br />
!:, I<br />
1:1:<br />
lllil<br />
luí lll'll<br />
nuil!<br />
lu!<br />
H'il<br />
llnll ll.lll llul!<br />
lli.ll<br />
llnll<br />
ilull<br />
llul!<br />
r lllllll i:,.,; Ili.ll iu! llnll lli.li<br />
!;i lllllll pul llnll llnll llul!<br />
ll, lililí lnl Ih.l llul1<br />
lili<br />
iinii! ll.ill llnll I ,1<br />
lllil lililí:<br />
llnll<br />
ll.lll El .luí!<br />
llnll ii.ll<br />
Huil i.iil<br />
I1.II<br />
il.il i.iii:<br />
.lui!<br />
[Ml !l.il Hi.l<br />
In«<br />
Hui<br />
...i<br />
II, H<br />
te water en met eenige kloeke brassen<br />
bereikt zy het kind. Gered! Het volk<br />
juicht. En eeriyk gezegd, wy zagen<br />
met plezier dat kleine kind gered,<br />
want het had zyn melk nog niet gekregen.<br />
En het biykt overigens, dat<br />
net voor de borst van zyn moeder,<br />
en niet voor onze tennisballen was,<br />
dat het zoo jankte. De moeder wordt<br />
nu over boord gewipt. Het volk juicht.<br />
Maar Leopold duikt statigiyk en redt<br />
de vrouw uit de klauwen van een haai.<br />
Wat des te rechtvaardiger is, daar<br />
deze haai niet was toegesneld voor<br />
Ie moeder, maar voor het kind.<br />
Kortom, het volk Juicht.<br />
En daar vliegen de tennisballen,<br />
iteady! Play! Pifteen love! Foot-fault!<br />
Rigfhtl Love all! Deuce! Lob! Let!<br />
De ballen gaan, de ballen keeren:<br />
Een bal vliegt te water en de hooger<br />
bedoelde haai verslikt en stikt er aan.<br />
Een laatste bal! Oorverdoovend gejuich<br />
stygt uit honderdduizenden<br />
celen op!<br />
De uitslag? Als wij verloren hadden,<br />
souden wy niet aarzelen het te'zeggen.<br />
Nu verkiezen wij niets te zeggen. Eenieder<br />
kan er het zyne van denken. En<br />
vij voegen er bij, dat Astrid en Leo-<br />
llnll M. •<br />
lililí Hil .nun<br />
lluil<br />
llul! lull<br />
Hul!<br />
Hui<br />
Il il l! •<br />
Hil lul<br />
lliillllln! llul hui '•II<br />
[Ml lliillllll.il!<br />
Ü.il llnll llnll<br />
iinii<br />
i. n. i i. Il I II.,Il<br />
llnmllliiii<br />
HnlH il<br />
iinii ini lli.lllll.il<br />
Hun<br />
lim lililí 1 lui<br />
l.iil<br />
lul<br />
In 1<br />
H nu. i. in<br />
ll.lll lllll<br />
! llnll jjii!<br />
I.Ii Il'i'il lllul<br />
Uni! Uni<br />
lull lui llnll Uni<br />
lu llnll Uni<br />
l„ lul llul<br />
lul Huíl lul<br />
Iii llnll Uni<br />
pold nochtans twee uitmuntende<br />
tennis-spelers zyn...<br />
NAAR<br />
NEDERLANDSCH-INDIE<br />
En de «Marnix» stevent als een<br />
bieënkorf naar Nederlandsch-Indië.<br />
Eenige Walen zooals Meysmans zullen<br />
misschien roepen, dat onze vorsten<br />
Groot-Nedrlanders, verkochten, aktiv<br />
is ten, pangermanisten en landverraders<br />
zyn.<br />
wy teekenen beleefd protest aan<br />
tegen deze lasterlijke aantygingen.<br />
Wij stü'gen, op deze verheugende<br />
woorden, weer in onzen vliegbak. De<br />
motor ronkt. De schroef draalt. Het<br />
afscheid. Tranen.<br />
— De komplimenten aan Teirllnck!<br />
roept Astrid nog.<br />
Maar r*" voor ons eigen gemoed<br />
zoo treurige woorden gaan in den<br />
wind verloren. Wy sty^r. in de wolken.<br />
Wy stygen zoo hoog, dat wy uit<br />
onze eigen oogen verdwynen. En het<br />
volgend oogenblik landen wy op het<br />
afdak van onze kantoren te Gent,<br />
St-Pietersnieuwstraat, 50 centiemen<br />
per nummer, humoristisch weekblad,<br />
jaarabonnement 25 frank.<br />
— Zoo, beste kerel, bedelt gy niet meer aan het station 1<br />
— Neen, menheer. Myn dochter is met een kollega van me getrouwd en<br />
ik heb haar mijn plaats als bruidschat gegeven.
6<br />
KOEKOEK<br />
« K O E K O E K » OP DE<br />
Het Ontwapeningsbal geopend on-<br />
Dc geestdrift en de vredeswil van Mandsjoeriie<br />
lillllllllliliiliiiiiimiimiimimiiiiiiiiüiiiiii • UMMI KIM '<br />
JEUNE EVE, 30 Februari 1932.<br />
OP ZWIER MET M. TARDIEU<br />
Toen we maandagavond te Genève<br />
toekwamen, bestelden we ons vlug een<br />
zakskon fritten om van den eersten<br />
honger te bekomen.<br />
Het toeval wilde, dat we juist naast<br />
M. Tardicu stonden, die ons om een<br />
beetje «pickels» smeekte.<br />
Deze gelegenheid te baat nemend,<br />
maakten we ons bekend en namen we<br />
hem een interview af.<br />
— Frankrijk zal steeds den Vrede<br />
beminnen zegde hij plechtig, maar ge<br />
zult me toch toegeven dat, om te<br />
beminnen, men een veilig plaatsje<br />
wenscht... Eerst veiligheid, dan de<br />
liefde...<br />
— Maar M. Tardieu, merkten wij<br />
op, het gaat hier niet om de liefde,<br />
maar om den vrede...<br />
— Wel duts toch, wedervoer .hij met<br />
een medelijdenden glimlach, ge weet<br />
dus niet eens, dat dit voor ons hetzelfde<br />
is? Laat mij dan door ,een<br />
kleine explikatie uw naïviteit wegredeneeren.<br />
Te Genève bazelt men niet zooals<br />
te Bazel of te Lausanne. Te Genève<br />
is men positief. Als de afgevaardigden<br />
der verschillende mogendheden hier<br />
over den vrede praten, dan spreken<br />
zij over iets konkreets. Ze hebben<br />
namelijk vooraf den vrede gepersonifieerd,<br />
zoodat, telkenmale zij over<br />
«vréde» spreken, zij iets schoons, iets<br />
— Allons, mon kolonel, roept alzco<br />
niet! Wanneer al de gegradeerden onder<br />
malkaar ruzie zullen maken, waar<br />
gaat het met ons prestige tegenover<br />
de simpele piotten naartoe?<br />
ideaals voor oogen hebben. De vrede<br />
dat is dus voor ons «miss Genève»;<br />
houd u dat voor gezegd. Nu zult ge<br />
ons trouwens ook begrijpen als we zeggen,<br />
dat we den vrede beminnen.<br />
Onder dit gesprek waren we stilaan<br />
langs de boulevards afgedwaald.<br />
— Is die «miss... vrede» thans ergens<br />
zichtbaar?<br />
— Natuurlijk, lachte Tardieu terwijl<br />
hy ons een stoot in de lenden gaf,<br />
kom maar mee.<br />
We trokken een «chicen» bar binnen,<br />
waar we al de délégué's der verschillende<br />
landen rond een divan vereenigd<br />
vonden.<br />
Op dezen laatste lag een wonderbaar<br />
mooi meisje uitgestrekt, dat enkel getooid<br />
was met een lichtrose gaas.<br />
We konden onze oogen nauwelijks<br />
gelooven en fluisterden ontroerd in het<br />
oor van onzen hoogen Franschcn leidsman:<br />
«sept et pas tant!».<br />
Toen we van onze eerste bewondering<br />
waren bekomen en de hongerig<br />
loerende representanten rondom dit<br />
mooi kind zagen zitten begrepen we<br />
pas goed, wat het te beteekenen heeft<br />
. te Genève den vrede beminnen en<br />
dienen.<br />
— Begrijpt ge 't nu, vroeg Tardieu<br />
ons tersluiks, dat er alle dagen menschen<br />
zijn, die den vrede willen verkrachten?<br />
We knikten instemmend en namen<br />
zwijgend in een zetel plaats.<br />
Een garçon snelde toe en knipte voor<br />
ons als een versch gesmeerd pennemes.<br />
Een fleschje champagne van 100<br />
palaten, bestelden we.<br />
— Onmogelijk, klonk het terug, het<br />
is krisis en ge kunt door de schuld<br />
der besparingen slechts een glas<br />
cherry-gobber krijgen van 120 frank.<br />
DE OPENING VAN<br />
'T ONTWAPENINGSBAL<br />
Na enkele oogenblikken rees een der<br />
aanwezigen overeind en hield den volgenden<br />
speech.<br />
Mijne heeren,<br />
Morgen zal onze president Paul Boncour<br />
hier aanwezig zijn, maar niets<br />
belet ons reeds thans met de opening<br />
der konferentie te beginnen. Het komt<br />
er op aan, geen tyd te verliezen en<br />
daarom denk Ik, dat we verstandig<br />
zouden doen met dadelijk te zetelen!<br />
(Instemmend geknik en geroep: vive<br />
la paix!)<br />
Als het zoo is, ging spreker voort,<br />
laat me dan toe eerst In enkele woorden<br />
de schoonheid te beschrijven van<br />
datgene, dat we allen najagen:<br />
«vrede»...<br />
Gü, mijne heeren, die allen op de<br />
hoogte zijt van uw taak en bezield<br />
zijt met de warmste verlangens en<br />
gevoelens, gij, die een kijk hebt op<br />
de naakte werkelijkheid, zeg mij of er<br />
iets beters en idealers bestaat...<br />
Het meisje, ontroerd door zooveel<br />
lof, verborg haar blozend snoetje in<br />
haar trillende handen.<br />
Niemand sprak. Het oogenblik was<br />
historisch. Iedereen voelde dat de<br />
groote minister Hyrrfans iets zeggen<br />
zou. En inderdaad, hij stond recht en<br />
sprak in dezer voege:<br />
O, zeer geliefde en nog meer begeerde<br />
vrede, mijn land is klein maar de<br />
ruzie is er groot I<br />
Be heb mijn vriend, generaal Galet<br />
hier meegenomen naar Genève om<br />
hem aan alle verdere twisten en perspolemieken<br />
te onttrekken. Ik stel hem<br />
u voor als het symbool van ons Belgisch<br />
anti-militaristisch leger! (Levendige<br />
toejuichingen)<br />
Wat, helaas, minister Dens betreft,<br />
hij bleef thuis om op de trouwlustige<br />
officieren te waken en hun vrouwtjes<br />
te keuren. Als goede raadgeving meld<br />
ik het volgende aan de konferentie:<br />
werkt zacht en stille; haast u langzaam<br />
zooals mijn regeering. En vermindert<br />
vooral de legerbudgetten niet<br />
te veel noch te vlug, ten einde onze<br />
werkloozen niet te plotseling te verheugen.<br />
Alle hevige ontroeringen moeten<br />
in deze krisistyden vermeden worden.<br />
(Applaus)<br />
Vervolgens kwam de afgevaardigde<br />
van Duitschland aan het woord.<br />
— Meine herren, zei hy optimistisch,<br />
ik breng u den groet van Hitier!<br />
Hy ook is een groot bewonderaar van<br />
den vrede. De schermutselingen in<br />
Duitschland tusschen kommunisten én<br />
nazi's bewijzen ten overvloede, dat<br />
wij trots alles den vrede willen handhaven.<br />
En iedereen weet trouwens, dat, als<br />
Hitier beweert, de koppen in 't zar.d<br />
te zullen doen rollen, hy dit zegt bij<br />
manier van spreken, doelende op zyn<br />
eigen zandruiters.<br />
Het is waar, dat we onze schulden<br />
niet langer betalen, maar we willen<br />
den vrede op krediet! (De talrijke toejuichingen<br />
prikkeldén ten zeerste M.<br />
Tardieu, die zich genoodzaakt voelde<br />
daarop te antwoorden,)<br />
Mynheer Tardieu stak onmiddeliyfc'<br />
sentimenteel van wal.<br />
— Prankryk, zei hij, heeft steeds<br />
door alle eeuwen met den vréde geflirt.<br />
Maar, als Duitschland dit nu ook<br />
wil doen, trekken wy natuuriykerwtlze<br />
onzen staart in en roepen: eerst veiligheid!<br />
En om veiligheid te hebben moet<br />
men goed afgesloten zitten, alleen,<br />
hoogstens met twee.<br />
Dan kan men zyn hart openleggen<br />
en oprecht ontwapenen.<br />
*
KOEKOEK<br />
KONFERENTIE TE GENEVE llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll!<br />
der vreugdeschoten tot in Shangaï<br />
en Japan kennen noch paal noch perken<br />
iillllllllllllllllllllllllllllllllN<br />
In een gezelschap gebeurt dit nooit.<br />
De eene wil altijd meer poer kunnen<br />
verschieten dan den andere. Dat i:blague.<br />
Ik meen het eerlijk als ik zeg, dat<br />
Frankrijk ontwapenen wil, en als men<br />
er aan twijfelt bén ik bereid het te bewijzen.<br />
De vergadering wilde dit den Fran<br />
schen minister van Oorlog niet toestaan<br />
en men besloot hem dus maai<br />
op zijn woord te gelooven.<br />
Ook de Italiaansche délégué sprak<br />
woorden van opbeuring.<br />
— Als de paus Mussolini onlangs<br />
dekoreerde, zei hij, was dit een symbolische<br />
daad. Hij bedoelde er mede<br />
het laatste sakpament aan 't stervenJ<br />
militarisme.<br />
Nadat de Engelsche en Amerikaansche<br />
afgevaardigden hun onschuld<br />
hadden bloot gelegd, wilden nog eer.<br />
paar vertegenwoordigers van kleine<br />
staatjes hun woordje zeggen. Ze werden<br />
echter beleefd overstemd dooi<br />
eén jazz, die de hymne inzette van<br />
de 34ste onvoltooide symfonie van<br />
Beethoven.<br />
DE VREDE DANST<br />
Toen de vrede die wonderbare<br />
muziek hoorde, rees ze op en danste..<br />
Aller begeerige blikken waren op haar<br />
kronkelenden leest gevestigd en al de<br />
afgevaardigden klapten in de handen<br />
op de versnellende maat.<br />
Maar de opgewondenheid bereikte<br />
weldra haar toppunt toen iedereen<br />
rechtsprong en mededanstè.<br />
Om de beurt sloeg een der aanwezige<br />
diplomaten zijn arm om de vrede en<br />
deed er een flinken flikker mede.<br />
Ten einde deze eenlg-prachtige<br />
©ogenblikken te vereeuwigen, sprongen<br />
een paar filmoperateurs te voorschijn<br />
die het tafereel opnamen.<br />
Wat de titel van dit stuk zal zijn?<br />
«Het kongres danst» — wellicht...<br />
Piots werd een deur geopend en trad<br />
een telegrambesteller het snlon binnen.<br />
Hij bracht ons volgende blijde<br />
boodschap, die door een der aanwezigen<br />
luidop werd voorgelezen.<br />
SJANGHAI.<br />
Wij, Chineesche en Japansche broeders,<br />
verheugen ons uitermate over<br />
de ontwapeningskonferentie, die voor<br />
goed een einde zal stellen aan den<br />
oorlogsroes waarin sommige landen<br />
zich laten meeslepen.<br />
We weten, dat op dit oogenblik te<br />
Genève het Ontwapeningsbal geopend<br />
wordt en willen niet achterwege blijven<br />
met onze blijken van instemming,<br />
sympathie en geestdrift. Te Sjanghai<br />
worden zelfs te dezer gelegenheid<br />
groote feestelijkheden op touw gezet.<br />
Gedurende 40 uren weerklonken allerlei<br />
vreugdeschoten en het enthoesiasme<br />
voor den vrede greep de opgezweepte<br />
massa zoo aan, dat zelfs<br />
eenige honderden inwoners zich doodlachten.<br />
Ook de onbeschrijflijke vreugde,<br />
cmdat de vrede nu eindelijk op deze<br />
larde voor goed gevestigd wordt,<br />
ontroerde ten zeerste het volk, 1<br />
zoo<br />
dat enkele personen aan bloedspuwing<br />
on allerlei verwondingen bezweken.<br />
Ten einde het buitensporig plezier,<br />
dat de inwoners aangegrepen heeft,<br />
cenigszins te temperen, werd te Sjanghai<br />
de krijgswet afgekondigd.<br />
Opdat echter niemand aan de goede<br />
inzichten van Japan twijfelen zou,<br />
werden de vredesfeesten tot in Nanking<br />
voortgezet. De Japansche kruisers<br />
bombardeerden deze stad onder de<br />
frenetieke vreugdekreten der Chineezen.<br />
Heel het Oosten dreigt aldus één<br />
laaiend vreugdevuur te worden.<br />
Te Sjanghai alleen, verzamelden zich<br />
12.000 man internationale troepen om<br />
later te kunnen getuigen hoe alhier<br />
de opening der vredeskonferentie met<br />
het noodige brio werd gefeest.<br />
Dat men dus gerust op zijn twee<br />
ooren slape, en zich te Genève niet<br />
nutteloos overwerke!<br />
De vrede triomfeert over de wereld!<br />
Dat zij danse!<br />
Dat zij op zijn Oostersch danse!<br />
Dat zij danse op de zwaarden, in de<br />
vlammen, doorstoken met de priemen<br />
van fakirs, innerlijk bezeten van den<br />
duivel.<br />
Dat zij danse tot ze er bij neervaile<br />
en al de volkeren tot het besef komen,<br />
dat er van de burgerdiplomaten en de<br />
burgerkonferenties niets degelijks te<br />
verwachten is.<br />
In afwachting danken wij den Sta<br />
tenbond om zijn energiek optreden in<br />
Mandsjoerije en wenschen wij de<br />
onderzoekskommissie proficiat om de<br />
vlugheid waarmee zij zich van haar<br />
taak kwijt.<br />
De geassocieerde vertegenwoordigers<br />
van Japan en China,<br />
Generaal SLADOOD en<br />
maarschalk VERPLETTERGHEM.<br />
Het telegram werd op levendig handgeklap<br />
onthaald, maar dadelijk stegen<br />
weer kreten op: «dat de vrede danse!»<br />
Helaas, de mooie maagd was moe<br />
geworden en verlangde naar haar bed.<br />
Al de délégué's deden haar uitgeleide<br />
naar haar slaapkamer.<br />
— Als ge met haar durft binnengaan,<br />
draai ik u den nek om, fluisterde<br />
M. Grandi in Tardieu's oor.<br />
— Pas op, zei de Engelchman tegen<br />
M. Hymans, dat ge uw manieren houdt<br />
en haar van onder mijn neus niet<br />
wegkaapt.<br />
Te midden soortgelijke fluisterstemmen<br />
en kwaadgloeiende oogen werd<br />
Miss Genève naar haar vertrek gebracht.<br />
Aan de deur draaide ze zich nog<br />
eens lachend en verleidend om.<br />
— Wie van u zal mij troosten, vroeg<br />
ze smeekend.<br />
Al de afgevaardigden keken elkander<br />
zwijgend en afgunstig aan.<br />
— We zullen later wel een lotje<br />
trekken, antwoordde Tardleu. Slaap<br />
wel, vrede!<br />
Al de diplomaten spoedden zich weg.<br />
We stonden nog alleen in de gang.<br />
Toen duwden wij de deur open en gingen<br />
binnen. De vrede lag reeds om<br />
haar eenzaamheid te snikken op haar<br />
ted. Ze drukte aan haar borst het<br />
1 ortret van Briand en jammerde al<br />
door:<br />
— O papa... o papa...<br />
— Ween niet, kindje, spraken wij<br />
haar zoetjes toe, wij zullen u bijstaan<br />
en kalmeeren...<br />
Ze omklemde ons hartstochtelijk en<br />
vroeg ons onzen naam.<br />
— Koekoek, antwoorden wij.<br />
— Koekoek! herhaalde ze als betooverd.<br />
Koekoek! Gij zijt mijn langverwachte<br />
vogel!<br />
Uw naam zal mijn leuze zijn voor<br />
heel de Ontwapeningskonferentie.<br />
Koekoek!<br />
BBBBBBBBBBBB<br />
Serieus politicus is het niet eens<br />
met zijn luidspreker.<br />
(Punch) ,
1 8<br />
Een telegram<br />
Weer HET VOLK! Altijd<br />
VOLK! Vivan HET VOLK!<br />
We lezen er :<br />
HET<br />
«Aan den voorzitter der Spaarsche<br />
Republiek werd volgend prctesttelegram<br />
gezonden :<br />
(Volgt hier de tekst).<br />
Dit protes! telegram werd verstuurd<br />
vanwege J.V.K.A. aan den<br />
Voorzitter der Spaansche Republiek.»<br />
Ah! Zoo! Wij dachten, dat het protesttelegram<br />
aan den voorzitter der<br />
Spaansche Republiek werd gezonden?<br />
Neen ,het protesttelegram werd aan<br />
den voorzitter der Spaansche Republiek<br />
gezonden!<br />
Dat zijn toeren !<br />
En dat moet ge tegenkomen'! Luister<br />
naar wat de GAZET VAN ANT<br />
WERPEN schrijft:<br />
*t Laatste nieuws is, dat ze de<br />
bruid hebben zien staan weenen,<br />
aan den oever van den snellen<br />
vliet, nevens hare vastgehouden<br />
huwelijksboot.<br />
«Ge zult zien dat 't nog zal afspringen<br />
met al hunne flauwe streken!»<br />
grees ze.»<br />
Wie zou niet weenen nevens de vastgehouden<br />
huweltjksboot en daarbij<br />
grijzen en grezenl!<br />
Of het erg is<br />
Het is niet de eerste maal, dat we<br />
lier bewijzen leveren van schromelijke<br />
toestanden onder de jeugd. Hier volgt<br />
weer een geval, dat klaar aantoont<br />
hoe slecht het is gesteld met de klnders.<br />
Het Nieuws van den Dag is zoo<br />
welwillend het ons mede te deelen:<br />
— Kinder Rechtbank. — Wij<br />
beleven angstige tijden, een knaap<br />
van 11 jaar heeft deze week voor<br />
den kinderrechter moeten verschijnen,<br />
omdat het op school luidop<br />
aan zijn makkers verteld had, dat<br />
zijn moeder het kostuum en demisaison<br />
voor de plechtige Kommunie<br />
gekocht heeft in de groote<br />
kleerwinkels der<br />
Wat gedaan met al die ongelukken?<br />
t2fcLARi/tfT<br />
. VAM cru<br />
VAM AflöfcRtn<br />
Eindelijk de waarheid<br />
over Rusland<br />
We krijgen eindelijk de waarheid,<br />
de onvervalschte waarheid over Rusland.<br />
DE TIJD-HET VOLK komt met<br />
verbijsterende onthullingen voor den<br />
dag :<br />
«Te Moseou werden 600 :ar taarn.<br />
palen omvergeworpen, kapot, dus<br />
uitgedoofd.<br />
Te Odessa hebben de chauffeurs<br />
de 400 lantaarnpalen der ttadsverlichting<br />
vernield».<br />
We zijn op inlichtingen uit geweest<br />
en kunnen er bij voegen, dat elders<br />
nog veel erger dingen zijn ge'oeurd :<br />
te Leningrad is een groentenkar ontriggeld,<br />
te Karkow heeft een nietdeug<br />
zijn lief vermcord, te Nisji-Novogorod<br />
heeft een vrouw van lichte zeden<br />
het leven geschonken aan een doodgeboren<br />
wichtje van het mannelijk<br />
KOEKOEK<br />
geslacht, in een dorp van den Oeral<br />
verloor een ombekend persoon zijn paspoort,<br />
enz".<br />
*t Is afgeloopen met het vijfjaarplan!<br />
't Kan slechter zijn<br />
We lezen In HET VOLKSKE :<br />
Kappers gast. — Baas, hebt ge<br />
de gazet ingezien van verleden<br />
Zondag?<br />
Kapper. — 'k Ben erbij in 't<br />
slaap gevallen.<br />
Kappersgast. — Moest ge in Het<br />
Volk-De Tyd «den kapper» lezen,<br />
uwe oogen zouden niet toevallen.<br />
Mogelijk. Maar niets zegt, dat ge<br />
geen beroerte krijgt, of een hersenverslapping,<br />
of den afgang, of een verliefden<br />
aanval waarvan iefer Bconants<br />
het slachtoffer wordt?<br />
— Wel, uw ta'bleau's zijn zeer goed geplaatst, 't Zijn de eenige die men<br />
in het Salon ziet.<br />
— Ja... 't zijn de eenige... het volk staat voor de andere.<br />
' ' 1<br />
ii.iiiiin.iiii „1,111,1,1111, Illlllllllllll.il lïH IJ IimfinilMltjIl<br />
Wint lezers voor Koekoek
De taal in hef bestuur<br />
M. PONCELET opent in het<br />
Fransen en in het Vlaamsch de<br />
vergadering te 2 uur.<br />
VOORZITTER. — Het woord is<br />
aan de wet op het taal in den<br />
bestuur.<br />
M. JASPAR. — Allez, Van Cauwslaert,<br />
spuw maar uw gal uit.<br />
M. VAN CAUWELAERT. — Wij<br />
hebben u uitgespuwd en daarmee<br />
waren wij alle gal kwijt. Punctum.<br />
Wij hebben het wetsontwerp van<br />
de regeering een klein beetje gewijzigd.<br />
Wij hebben voor het welzijn<br />
van het vaderland namelijk<br />
dit wetsontwerp onderste boven<br />
gekeerd.<br />
M'. SINZOT. — Alles Is tegenwoordig<br />
onderste boven gekeerd.<br />
Men spreekt van taalwetten op<br />
het oogenblik dat de Duitschers<br />
reeds voor de forten van Luik<br />
staan. Salut, heeren, ik ga naar<br />
de grens, mijn vaderland verdedigen.<br />
(Hij stapt recht naar de buvette<br />
en vraagt een glas. citroenwater,<br />
wat niemand hem ten kwade kan<br />
duiden, vermits er geen cognac<br />
meer geschonken wordt.)<br />
M. VAN CAUWELAERT. — Het<br />
moet uit zijn met de onkunde van<br />
onze besturen, waar haast niemand<br />
Vlaamsch kent.<br />
M. HOUTART. — Ik heb een<br />
onderzoek doen instellen en al<br />
Baptist heeft zich bezeerd aan de<br />
knie.<br />
DOKTER. — Waar hebt ge dien slag<br />
gekregen? Hier bij de knieschijf?<br />
BAPTIST. — Neen, menheer de<br />
dokteur, bij de kerk.<br />
mijn hooge bedienden spreken<br />
Vlaamsch. Zij hebben het mij zelf<br />
gezegd.<br />
M. VOS. — Iedereen kent tegenwoordig<br />
Vlaamsch. Als men het<br />
vuur aan hun schenen legt, zweren<br />
de ambtenaren allen Vlaamsch te<br />
kennen.<br />
MEYSMANS. — Wat is dat,<br />
Vlaamsch? Vlaamsch is drek! En<br />
drek is geen parlementaire uitdrukking.<br />
Ik vraag dat Vos tot de<br />
orde zou worden geroepen.<br />
M. COELST. — Ik wil ook mijn<br />
wcordeke zeggen.<br />
HUYSMANS. — Als M. Coelst<br />
toch wil spreken, stel ik voor den<br />
spreektijd te beperken op 4 uur.<br />
M. COELST. — Ik protesteer.<br />
Wat kan men zeggen op 4 uur?<br />
HUYSMANS. — Niets, natuurlijk.<br />
Ge moogt dus spreken.<br />
M. COELST. — (Tijdens deze<br />
redevoering is onze verslaggever<br />
een glas gaan drinken.)<br />
M. RENKIN. — Ons verleden<br />
staat borg voor onze toekomst. Ik<br />
wil hier de opvattingen van de<br />
regeering duidelijk uiteenzetten.<br />
M. HYMANS. — Ja, en sedert<br />
twee jaar zijn wij allen flaminganten.<br />
Het is niet waar dat wij uitgeroepen<br />
hebben: Nooit!<br />
M. DENS. — 't Is spijtig dat ik<br />
niet goed weet wat zeggen, of ik<br />
zou ook iets zeggen!<br />
M. HEYMAN. — Leve de regeering!<br />
M. BOVESSE. — A bas Ie gouvernement!<br />
M. FIEULLIEN. — Vanochtend<br />
vond ik in een vuilbak, gansch<br />
langs onder, onder alle vuiligheid<br />
verstopt, een papierke waarop ik<br />
het bewijs heb gevonden dat de<br />
kommunisten uit Rusland geld ontvangen<br />
om de flaminganten uit<br />
ts koopen.<br />
ORDEMOTIE<br />
M. PONCELET. — Piérard wil<br />
uitleg over de hulp die de regeering<br />
voorziet voor de geestesarbeiders.<br />
Minister DENS. — Wat is dat,<br />
geestesarbeiders?<br />
PIERARD. — Arbeiders met den<br />
geest.<br />
M. DENS. — Wat is dat, geest?<br />
HUYSMANS. — Dat ding, ge<br />
weet wel, dat ge nooit zult kennen.<br />
PIERARD. — De geestesarbeiders<br />
worden meer en meer uitgebuit.<br />
De geest wordt niet geacht.<br />
Daar hebt ge de opstellers van<br />
«Koekoek», die nochtans geestig<br />
genoeg zijn. V/el, ze hebben ieder<br />
maar een vrouw...<br />
(Protest op de perstribune waar<br />
onze redakteur zit.)<br />
HUYSMANS. — Ook de kunstenaars<br />
zijn er slecht aan toe. Onzr<br />
schouwburgen sluiten. Men zou een<br />
grooten schouwburg moeten oprichten<br />
in het Brusselsche park.<br />
M. MAX. — En-er «Luna» opvoeren<br />
zeker?<br />
HUYSMANS. — Neen, balletten.<br />
Dan is men zeker van er den burgemeester<br />
te ontmoeten.<br />
M. HOUTART. — Laat ons geen<br />
ruzie maken over balletjuffertjes.<br />
De bedienden, de kunstenaars, zullen<br />
gesteund worden. Wij hebben<br />
geld genoeg. De supertaks brengt<br />
een schoonen stuiver op. De Natie- i<br />
nale Bank heeft zoo pas 650 miljoen<br />
gewonnen op haar ponden en<br />
zij heeft onmiddellijk voorgesteld<br />
deze winst aan den Staat af te<br />
staan. Wij moeten daarvoor hulde<br />
brengen aan het wijs beleid van<br />
Franck, goeverneur der Nationale<br />
Bank. De bedienden moeten dus<br />
geen zorg hebben. De kunstenaars<br />
zullen niet werkloos zijn. Wij zullen<br />
de taksen op de schouwburgen<br />
en koncerten verlagen, wij zullen<br />
geld vragen aan de rijken...<br />
M. PONCELET, voorzitter. —<br />
Trek deze woorden in!<br />
— Zeg, tante, doet dat pijn door de<br />
natuur benadeeld te zijn?<br />
— Wel neen, Toto, waarom vraagt<br />
ge dat?<br />
— Omdat papa gisteren zei, dat gij<br />
het waart.
10 KOEKOEK<br />
• DEN TERUGTOGT DER •<br />
SPAANSGE ZEEZEWIETEN OF<br />
DE GESGIEDENIS HERBEGINT<br />
Gisteren morgent was onze klas<br />
herschaapen in een rauwkappel.<br />
Onzen geliefden Broeder is met<br />
bloedent hart op zijnen puupieter<br />
gekroopen en eeft het woort tot<br />
ons gerigt:<br />
— Gij allen Kriestenen, weent!<br />
Onze Moeder de Eilige Kerk eeft<br />
haaren sgoonsten parel verloren.<br />
De Spaansge Zeezewieten zijn<br />
agterwaarts, gelijk dapere soldaten,<br />
ulderen straategiesgen terugtogt<br />
begonen en niemant weet tot<br />
iertoe waar hij zal eindigen.<br />
Laat ons alen bidden dat wij ier<br />
in ons gelieft vaaderlant een dam<br />
moogen opwerpen om deeze koene<br />
strijders op te vangen en ulder<br />
vermoej de leedematen te koesteren<br />
aan ons liefebbent hart.<br />
Ons lant is weliswaar ooverbevolkt,<br />
maar als t' er op aankoomt<br />
om onzen neevenaaste te helpen<br />
zulen wij ons tog altijt uit de sloosters<br />
kunen trekken en als t' moet<br />
zijn zult ge zien dat al de geloovige<br />
mensgen mee opoffering ulder<br />
taafel en ulder bedde zulen deelen<br />
mee die bedroefde zwervelingen.<br />
Als hij ier gekoomen was zat er<br />
nen grooten stok in onzen Broeder<br />
zijn keelgat en onder t' verooveren<br />
van nen troostenden snuif vroeg<br />
hij ons ook nen keer ons gemartelt<br />
hart te lugten en te zeggen wat<br />
wij oover den toestant dagten zonder<br />
sgroomen en vrij'van zin.<br />
— Ier! zei ik teegen den Broeder,<br />
want ik voelde een welspreekende<br />
verontwaardiging op mijn<br />
lippen sidderen tot in den diepsten<br />
afgront van mijn lichaam.<br />
Eil! ons zwarte broeders! zeit ik,<br />
t* en is nu den mooment niet van<br />
te treuren maar van ons ooft en<br />
ons verstant eensgezind te vereffen<br />
tot op het verheeven pijl van den<br />
rampzaaligen toestant.<br />
Laat ze maar koomen, mee hon<br />
derden, mee duizenden, het kriestelijk<br />
spreekwoort indagtig: Hoe<br />
grotteren oop, hoe grottere leute.<br />
Ik vraag tot u: moeten wij niet<br />
veeleer juichen en dansen? De<br />
grootsge daagen van kijzer Kaarel<br />
en Alva rijzen weer voor ons in het<br />
versgiet. Ons oopenbare plijnen die<br />
nu ten gevolge van de kriezies werkeloos<br />
en verlaten liggen zulen<br />
weldra weer leeven en trillen van<br />
de kettervervolgingen en de Gentenaars<br />
zullen, ulder grots verleeden<br />
getrouw, ulderen fieren nek<br />
weer met het gesgietkundig strop<br />
moogen versieren.<br />
— Ge gat gij noch al nen gang<br />
gij, fluisterde Teelesfoor agter<br />
mijn oer.<br />
— Zwijg gij! riep ik, hokus<br />
pokus, ad maazoren deejie glooriejam!<br />
Bij deze tooverfoormuul ging den<br />
opstant in de klas weldra luuwen<br />
en was ik het gevegtsterrijn weer<br />
volkoomen meester.'<br />
— Ziet ge niet, verblinde dompelaars!<br />
riep ik, dat den tijt gekoomen<br />
is om de gesgiedenis te erbeginnen!<br />
Onze aaderen, al te lang gespeent<br />
van t' Spaansge bloet, zulen<br />
weldra weer gaan gloejen en<br />
bloejen tot eil van t' naageslagt.<br />
Mijn zuster Konssieta bijvoorbeelt...<br />
— Halt la! riept den Broeder,<br />
waar wilt ge daarmee koomen?<br />
— ...oopt weldra haar fransge les<br />
in t' Spaans te kunen voortzetten...<br />
— Twee slegte punten voor Pier<br />
De Spiegelleire! koomandeerde<br />
den Broeder en sneedt mij daarmee<br />
teevens op loensge wijze den<br />
sguifelaare af, die zuust gereet<br />
was om in verheeven vorm den lof<br />
onzer zusters en maagden te zingen,<br />
die vol...<br />
Helaas! ier splet mijn penne<br />
zuust in twee.<br />
9
KOEKOEK II<br />
Cns laten b e e e g d e e l e i i c f e c r h e f gevecht? Muil<br />
Ons onderwerpen aan een eereraad? Gij niet, zulle!<br />
Onze lezers kennen het geval Ward<br />
Hermans-De Standaard: kwestie van<br />
een redevoering, die een paar andere<br />
menschen reeds hadden uitgesproken.<br />
Een kleinigheid, natuurlijk. Zooals<br />
het verleden week in onze «berijmde<br />
schelmerij» stond: afschrijven, letberdiefte<br />
bestaat niet, want ieder woord<br />
uit eiken zin van om het even welken<br />
schrijver, denker, spreker, werd reeds<br />
c'oor anderen gebruikt. Wij zijn allemaal<br />
min of meer vulgaire plagiaten...<br />
Van Ward Hermans oorspronkelijkheid<br />
eischen, is dus zooveel als hem<br />
een opzettelijken dolksteek in den rug<br />
toebrengen. De strn'dmethode van<br />
struikroovers, Korsikaansche bandieten<br />
en andere bolsjewisten, quoi!<br />
Wij doen daar natuurlijk niet aan<br />
mede.<br />
Maar Sap en Cie vinden, dat de<br />
kool het sap waard is (de kool is hier<br />
Ward Hermans) en willen de hutspot<br />
laten keuren.<br />
— Laat ons 't geval onderwerpen<br />
aan een eereraad of daag ons voor<br />
't gerecht, lieten zij den vervolgden<br />
Ward weten.<br />
— Ze peinzen, dat ze mij vast hebben,<br />
dacht Ward, maar ze zijn nog<br />
den aartsbisschop niet: ik geef me<br />
niet over! En in een oplaaiing van<br />
TJtrechtsche verontwaardiging slierde<br />
zijn pen over het papier en verscheen<br />
er in zijn weekblad «De Klauwaart»<br />
Garde à vous!<br />
Wie niet weet wat jezuïeten zijn,<br />
kon het vóór enkele dagen leeren in<br />
HET NIEUWS VAN DEN DAG :<br />
De ware macht der orde bestaat<br />
in de tucht die alle leden samen<br />
verbindt en ze, in gesloten gelederen,<br />
op kommando van den<br />
overste, ter verdediging en ter<br />
uitbreiding van het katholiek geloof<br />
doet oprukken.<br />
En verder :<br />
De Jezuïetenorde is geen demokratie,<br />
maar gaat op het onbetwist<br />
gezag der oversten gesteund. De<br />
vorming, die gedurende lange jaren<br />
gegeven wordt aan de jongelingen,<br />
die binnenkomen, strekt<br />
vooral om den militairen geest<br />
van tucht diepe wortelen te doen<br />
schieten in hunne ziel; en het is<br />
slechts na zich door allerlei beproevingen<br />
en door zeer ernstige<br />
studies te hebben laten kneden<br />
volgens het programma van den<br />
H. Ignatius, dat zij door plechtige<br />
en laatste geloften, voor goed hunnen<br />
rang innemen in de Orde.<br />
En avant la musique! In gesloten<br />
gelederen en op kommando van den<br />
(Zie vervolg onderaan kolom 2).<br />
o. m. volgende heftige (en oorspronkelijke)<br />
afwijzing van des Standaards<br />
voorstel:<br />
« Het gerecht? Zut! Ik heb al mijn<br />
processen al verloren voor het Belgisch<br />
gerecht, zelfs dan als mijn medepartij<br />
gelijk haalde! Ik toon er nog<br />
maar één. Dat van de z.g.n. « Valsche<br />
dokumenten »!! Ik ben er dus begrijpelijkerwijze<br />
van thuis gekomen nog<br />
een beroep te doen op het beste gereclit<br />
van de wereld.<br />
Een eereraad! Daar voel ik iets meer<br />
voor, vooral wanneer die dan terzelfdertijd<br />
het ondersoek doet over de beschuldigingen<br />
die toe zullen naar voor<br />
brengen tegen U en sommige van uw<br />
politieke meesters'. »<br />
Potdoeche! zouden ze in «Het<br />
Volkske» vloeken, Ward heeft «De<br />
Standaard» nogal eens op zijn klep!<br />
Het gerecht? Zut!<br />
Een eereraad? Gij niet zulle!<br />
Ward Hermans past het lijdelijk<br />
verzet toe.<br />
Sap en zijn mannen liggen natuurlijk<br />
zoo plat als een luis...<br />
Dooden zijn er niet gevallen.<br />
De entr'akte duurt tot aan het volgende<br />
bedrijf. * * *<br />
We vernemen bij het ter pers gaan,<br />
dat de oorspronkelijke zienswijze van<br />
Ward Hermans een diepen indruk<br />
heeft gemaakt in al de rechterlijke<br />
Geestdriftige onafhankelykheidsviering<br />
Patriottische uitbarstingen zijn altijd<br />
een bewijs van zedelijke waarde.<br />
Zoo lezen we in de serieuze pers over<br />
de onafhankelijkheidsviering in Engelsch-Indië<br />
:<br />
Gedurende de viering van den<br />
Onafhankelijkheidsdag zijn te<br />
Bombay 75 Kongresleden aangehouden.<br />
Te Calcutta zijn op den Onafhankelijkheidsdag<br />
een honderdtal<br />
personen, onder wie twintig vrouwen,<br />
aangehouden.<br />
Buiten deze kleinigheden, verliep<br />
alles in orde en geestdrift, dank zij<br />
het kalme beleid en den fijnen takt<br />
van Engeland.<br />
overste zijn ze naar België opgerukt,<br />
na gekneed te zijn in een militairen<br />
geest en volgens het programma van<br />
den heiligen Ignatius!....<br />
Zouden ze niet beter naar de ontwapeningskonferentie<br />
van Genève zijn<br />
gegaan?<br />
De Belgen zijn een gastvrij volk,<br />
reeds van in Julius Cesar's tijd...<br />
middens van Belgenland, waar men<br />
vreest voor een enorme krisls en het<br />
werkloos-vallen van magistraten, greffiers,<br />
prokureurs-generaal, onderzoeksrechters,<br />
portiers van justitiepaleizen,<br />
enz.<br />
Een doorzijpelen van Ward Hermans'<br />
ideeën over gerecht en eereraden bij<br />
de eerbiedwaardige en niet eerbiedwaardige<br />
soorten van menschen, brengt<br />
zeker en vast een revolutie teweeg in<br />
het rechtswezen.<br />
Stelt gij u een oogenblik voor, dat<br />
b. vb. Pier, die zijn vrouw afranselde<br />
en voor den politiekommissaris moet<br />
verschijnen, weigert en zegt : «Zut»!<br />
Of dat de aanvaller van iefer Boonants<br />
niet bij den vrederechter wil<br />
komen, en zegt : «Ik ben daar van<br />
thuis gekomen»!<br />
Of dat minister Dens een eereraad<br />
weigert over de kwestie van het bal<br />
bij dien Antwerpschen generaal en met<br />
of zonder pretentie bijt : «'k Heb meer<br />
geld dan de gebeurlijke leden van dien<br />
eereraad. 'k Zie u nog niet staan!»<br />
En wat nu nog het smerigste is in<br />
heel dit geval?<br />
Dat geen enkel serieus blad de eerlijkheid<br />
heeft gehad te schrijven, dat<br />
Ward Hermans dezen keer WE^ oorspronkelijk<br />
is geweest!<br />
Goed dat «Koekoek» daar nog is<br />
om den verongelijkten Ward te verdedigen...<br />
WIJ ZIJN ER BIJ!<br />
We lezen in de pers :<br />
MISS UNIVERS. — Naar verluidt<br />
zou de verkiezing van «Miss<br />
Univers», de schoonste vrouw der<br />
wereld, voor 1932, te Spa plaats<br />
hebben in den loop der maand<br />
Augustus.<br />
We zullen onze mannelijke lezers<br />
in tijds van kaarten voorzien. Nutteloos<br />
te korrespondeeren over deze<br />
zaak. Alles komt van zelf in orde,<br />
en «Koekoek» zal van de jury zijn<br />
of miss Univers wordt geschaakt!<br />
WAAROM ?<br />
ONDERWIJZERES. — Waarom vliegen<br />
eenden en ganzen in de lente naar<br />
het Noorden?<br />
PRITSJE. — Omdat het te ver is<br />
om te voet te gaan.<br />
• EEN WOORDBREKER<br />
ONDERWIJZER. — Geef me eens<br />
een voorbeeld, van een man, die zijn<br />
woord breekt, Jantje.<br />
JANTJE. — Mijn oom, meester,<br />
— Uw oom?<br />
— Ja, hij stottert.
12<br />
KOEKOEK<br />
DE A ARDRIl KSKUNDE IN VAKANTIE L|feraÍrC l£rOIIÍ€E<br />
Met al dat gepraat over ontwapening,<br />
herziening der verdragen,<br />
annexaties, desannexaties, schommeleerende<br />
rentevoeten en schaverdijnende<br />
grenzen, zou nen<br />
mensch waarlijk zijn verstand tusschen<br />
zijn handen gaan nemen.<br />
Wat is er nog standvastig in deze<br />
wereld, buiten de encyclieken van<br />
den Paus?<br />
De grenzen rekken uit en schuiven<br />
hi elkander lijk een trekzak.<br />
En het zou ons geenszins verwonderen<br />
moesten de stroomen weldra<br />
op drift gaan of achterwaarts<br />
vlieden en de steden elkander tegen<br />
het lijf loopen.<br />
Zelfs de dagbladschrijvers, die<br />
toch de eerste de beste niet zijn,<br />
raken er stilaan in verward.<br />
Verleden week reeds lazen we<br />
In De Gazette van Gent een bericht,<br />
dat een kurieus licht wierp<br />
op deze eigenaardige manieren :<br />
ZONDERLINGE KLACHT<br />
VAN SPAANSCHE<br />
GEVANGENEN<br />
Eenige opgeslotenen, die in<br />
de gevangenis te Cardiff hun<br />
straf uitboeten, hebben er zich<br />
bij den goeverneur van het prispn<br />
over beklaagd, dat zij verplicht<br />
worden zekere voordrachten<br />
te aanhooren, «waartoe<br />
ze niet veroordeeld werden».<br />
Cardiff in Spanje ?<br />
Enfin, we dachten : 't Zal mis-<br />
schien maar een voorbijgaande<br />
ziekte zijn en met behulp van nen<br />
goeden atlas komt alles nóg terecht.<br />
Helaas! deze week hebben we<br />
een toontje lager moeten zingen :<br />
Twee katastrofen, klop op klop!<br />
De eerste in Vooruit:<br />
«Een bijzondere inrichting<br />
voor zonnebaden werd te Lyon<br />
gebouwd op den oever der<br />
Middellandsche zee, waar 600<br />
bedden zijn voor de kinderen<br />
der stad».<br />
Waarschijnlijk is Lyon van zijn<br />
anker losgerukt en met de Rhöne<br />
afgedreven tot aan de Middellandsche<br />
zee. We kunnen het verschijnsel<br />
anders moeilijk verklaren, tenware<br />
de journalist in kwestie zijn<br />
eigen ankers had verloren, hetgeen<br />
erger ware.<br />
De tweede katastrofe wordt ons<br />
gemeld door 't Getrouwe Maïdeghem<br />
:<br />
«In het plaatsje LISCHN-<br />
JATZE (Yougo-Slowakie) is een<br />
veldslag geleverd om een meisje».<br />
Yougo-Slowakie?<br />
Gij I-ent dien staat niet? Wij<br />
ook niet! Maar dat is nog geen<br />
reden om te wanhopen.<br />
Men is nooit te oud om te lee-<br />
ren.<br />
Vivan ons en van de Wetenschap!<br />
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIillllllllllllllH<br />
ZIJ. — Ik lees hier, dat een rijk jonggezel is gestorven en dat hy zijn<br />
eansch fortuin aan een vrouw overm aakt, die destijds met hem weigerde te<br />
trouwen.<br />
HIJ. — Dat moet uit erkentelijkheid zijnl<br />
De prijs der boter<br />
Warden Oom, sinds Jozef Cantré<br />
zijn buste gemaakt heeft, begint<br />
eigenaardig te doen.<br />
In een artikel «Koeien op stal»,<br />
in De Standaard, heft hij volgende<br />
symphonie aan :<br />
«Er zijn op de wereld geen<br />
gulziger beesten dan koeien —<br />
hoe treffelijk ze anders zijn —<br />
ze kennen het besteluur en den<br />
stap van den besteller. Van<br />
zoohaast ze dien hooren, golft<br />
geheel de gebondene bende; de<br />
bindsels rinkelen de voeten<br />
stampen; de ooren pijlen; de<br />
trompen steken. Het is een<br />
duivelsakkoord van lang en<br />
kort gebrul, van dof geloei, of<br />
scherp getrompet : mbeu! Bue!<br />
Breubreu! Mméu-gé!<br />
Dat hadden wij Jandorie, van<br />
die koeien nooit gedacht!<br />
En wat ons nog het meest treft,<br />
dat is dat de koeien-aristokratie<br />
geen zier beter is :<br />
«Zelfs prijsbeesten en afstammelingen<br />
van prijskoeien<br />
en geprimeerde stieren, doen<br />
even leelijk, als roturieren, of<br />
koeien afkomstig van gemeene<br />
soorten. Nu, als de muizei piept<br />
en de beer danst, hee? Neen,<br />
noblesse oblige kennen de koeien<br />
nog niet, maar dat„komt<br />
wel, of 't 'n ware dat ze de<br />
morgue van de hooge middens<br />
aanpakten en leerden neuszetten<br />
naar het kleine volk.»<br />
Het moet ons dan ook niet verwonderen<br />
dat de koeiers de repliek<br />
geven in dezelfde toonladder:<br />
«En daartusschen klinkt ook<br />
het getier, gewensch en gevloek<br />
van den koeier : potverhemelsche<br />
sterre! Krakermor! Sterre,<br />
gij lutte! Bonte, gij duivelinne!<br />
Blesse, steek de moord!<br />
Triene, stille, of 'k sla uwen<br />
duivel af! Pier en Seven, sloebers».<br />
De onthutste lezer zal zich zeker<br />
met ontzetting afvragen op welke<br />
gruwelijke katastroof dit alles moet<br />
ultloopen?<br />
Dat hij zich gerust stelle. Wij<br />
hebben den heldenmoed gehad het<br />
artikel tot het einde toe door te<br />
labeuren :<br />
«Gezien zooveel werk en zorg,<br />
is het dan niet dm versteld te<br />
staan, dat de boter aan zulke<br />
genadige prijzen blijft?»<br />
En het proza dan?
KOEKOEK 13<br />
LM_LLL<br />
DE LOODGIETER<br />
ZONDER BOUT<br />
Op esn tribunaal hoort ge van alles.<br />
Daar Is hier deze week een zonderlinge<br />
Baak voorgekomen.<br />
Er stond een loodgieter terecht.<br />
Wat hem ten laste werd gelegd?<br />
Dat zal Ik u in drie woorden gaan<br />
vertellen.,.<br />
't Gebeurde in een klooster.<br />
Een klooster van nonnen.<br />
Op een van de stadstorens had de klok<br />
al lang twaalf uur geslagen. Want het<br />
was nu middernacht.<br />
Er zijn mensdhen die op dat uur nog<br />
niet te bed zijn, — al zyn het dan geen<br />
nachtwakers.<br />
Er zyn ook gelegenheden waar er op<br />
dat uur nog leven heerscht. Ik ken er<br />
zelfs waar op dat uur de drukte eerst<br />
te goed begint.<br />
Maar In een nonnenklooster Is alleman<br />
op dat moment te bed.<br />
Zoo was in het klooster dat ons bezig<br />
houdt ook Zuster Ursula aan 't slapen<br />
met gesloten vuisten.<br />
Ze droomde van het paradijs waar het<br />
zoo mooi Is om wonen en vertoeven.<br />
Ze zag er haar eeuwigen bruidegom,<br />
van aangezicht tot aangezicht.<br />
Toen ze plots wakker schrok.<br />
Er was tets op haar been gevallen.<br />
Een hand!<br />
Maar aan de hand was een arm en<br />
aan den arm een man bevestigd.<br />
En de hand gleed plots aalend van<br />
haar knoesels naar haar knieën.<br />
De hand kneep in haar knie.<br />
Zuster Ursula sloot de oogen.<br />
Zou ze roepen?<br />
Even wachten nog. Maar de hand<br />
ging niet verder. En het nonnetje sprong<br />
daarop overeind, slaakte een kreet en<br />
riep:<br />
— Licht! Licht!<br />
De andere zusters die op de slaapzaal<br />
van het hemelsche paradijs aan 't droomen<br />
waren, schoten op haar beurt wakker.<br />
Doch toen ze hun vriendin zoo jammeriyk<br />
roepen hoorden, staken ze hun<br />
hoofd onder het deksel en deden de<br />
oogskens toe.<br />
Maar moeder-overste die van geen<br />
klein gerucht vervaard is, wipte in haar<br />
wapperende vaan uit de veeren en maakte<br />
licht.<br />
En wat merkte zy?<br />
Onder het bed van Zuster Ursula hield<br />
zich een kerel verborgen.<br />
Toen de man het gezicht van Zuster<br />
Overste ontwaarde, meende hy' dat er<br />
reeds een gendarm voor hem stond en<br />
hy stamelde:<br />
— Klet slagen! Ik kom zoo!<br />
H11 kroon onder het bed vandaan.<br />
Hy werd ulteeleverd aam de politie.<br />
— Wat had die kerel daar nu in dit<br />
klooster uit te voeren, zult ge u afvragen?<br />
Dat vroee de rechter zloh ook af en<br />
daarom ondervroeg hy den betichte.<br />
— Wat is uw stiel?<br />
— Loodgieter, Meneer de Juge.<br />
— Loodgieter. Daar was toch geen lek<br />
te stoppen op de plaats waar men u<br />
onitdokt heeft?<br />
— Neen. Ik dacht er zelfs niet aan<br />
te werken. Ik had ntfjn gereedschap<br />
trouwens niet meegebracht.<br />
— Wat voor gereedschap?<br />
— Hetgeen een loodgieter zooal het<br />
meest noodlg heeft: een bout om te<br />
solde 3ren.<br />
— Hoe zyt ge in dat klooster binnengeraakt?<br />
— Dat weet ik zelf nietl Om 1 uur<br />
vloog ik bulten in de herberg waar Ik<br />
mijn dorst verslaan had.<br />
— En om half-twee vonden ze u onder<br />
het bed van Zuster Ursula.<br />
— Gods wegen zyn ondoorgrondeujk,<br />
Meneer de Juge.<br />
— Alle deuren waren gesloten!<br />
— Maar er stond een venster open.<br />
— Langs een venster treedt men toch<br />
nergens binnen.<br />
— Ze hebben er nüj wel al eens langs<br />
buiten gedonderd!<br />
— En waarom zUt ge dan onder dat<br />
bed gekropen?<br />
— Ik kon toch niet in het bed gaan<br />
liggen, Meneer de Juge. Ik dacht bij<br />
me zelve: afls Ik maar al uit den regen<br />
ben.<br />
— En waarom hebt ge dan In de<br />
zuster haar knie genepen?<br />
— Ik wou opstaan!<br />
— Opstaan? En ge laagt pas neer.<br />
— Neem me niet kwalijk. Meneer<br />
de Juge, maar het werd ma onder dat<br />
bed een beetje benauwd. Ik laag daar...<br />
in geuren van heiligheid I Daar kwam<br />
HHHHHaHHHHHE<br />
— O! meester! Ik was zóó aangedaan<br />
tydens het eerste bedryf!<br />
DE TOONDICHTER (gevleid). —<br />
Zóó, zóó... Mevrouw...<br />
— Ja, ik had één van my'n oorbellen<br />
verloren, die ik gelukkigiyk<br />
terugvond.<br />
mm<br />
dan zoo plots een walm over my gevaren,<br />
ik zeg u maar dat. Als al de<br />
nonnen naar den hemel gaan, dan moeten<br />
ze hierboven op tyd - stond uitluchten.<br />
— Ik kan uw beschouwingen over<br />
den hemel missen. Dat alles verklaart<br />
me nog niet welke uwe intenties waren,<br />
toen ge dat nonnenklooster blnnenzwymelde...<br />
— Om u de volle waarheid te zeggen.<br />
Meneer de Juge, ik had een beet]*<br />
schrik.<br />
— Van wie?<br />
— Van ons Mie. Dat menech maakt<br />
altijd zooveel lawijd als Ik wat aangeschoten<br />
ben. Den laatsten keer dat<br />
ik met een stuk in mynen kraag ben<br />
thuisgekomen, zei ik heel vriendeiyk:<br />
«Goeden avond. Mie!»<br />
— En zy?<br />
— ZIJ zegde de rest. En ze kan klappen,<br />
zulle! Maar als ze uitgeraasd had,<br />
begon Ik.<br />
— Mie, zei Ik, nu heb Ik er genoeg<br />
nan, me altijd weer te laten affronteeren<br />
dat de geburen het kunnen hooien en<br />
er schande van spreken. Als ge me<br />
zoo blijft koejonneeren, ga ik in een<br />
klooster.<br />
— En...<br />
— Wel, ge weet het, Meneer de Juge.<br />
Ik ben naar een klooster gegaan. Maar<br />
't was ongelukkig een varkeerd. Hebt<br />
gl.1 u nooit getrompeerd. Meneer de<br />
Juge?<br />
— Neen, en 't bewys: ge zult den bak<br />
in gaan.<br />
— Merci, Meneer de Juge.<br />
— Waarom merci?<br />
— Omdat het ons Mie meer zal varea<br />
dan als Ik in 't prlson zltl<br />
BIJ SARRASANI<br />
Ten einde de door den brand in het<br />
cirkus geteisterde artlsten .te gemoet<br />
te komen hadden enkele stad*sgenooten<br />
het initiatief opgevat een gala-vertooning<br />
in te richten waarby slechts partikulieren<br />
zouden optreden.<br />
Dit spektakel heeft plaats gehad en<br />
luiden byval geoogst, het kon ook niet<br />
anders als men bedenkt dat bulten<br />
enkele andere nummers navolgend programma<br />
werd uitgevoerd:<br />
.lunessio, klown. In de pantomint<br />
«De man die de klappen krygt!»<br />
tiffra Glieyt: solo voor trombone.<br />
Onze Frans, humorist.<br />
Raaldoff, koorddanser.<br />
Een pompier van Berchem, rekordslaper.<br />
Eerhetbrandt, Joneleur.<br />
Kcptte. buikspreker.<br />
Smid ie Bom-Bom, vuurslikker.<br />
Mane de Bom als hongerstaker.<br />
W'ard Hermans, kalligraaf.<br />
FrHz Francken. zwaawewichtheffer,<br />
Willem Gll«sels, Uedleszanger.<br />
Fee Dei"ickXf &1& oldf&TXt)*
in<br />
KOEKOEK<br />
BERIJMDE SCHELMERIJEN<br />
DES FISKUS LOGIKA!<br />
Daar was zoo eens een kleine boer,<br />
Zoo ergens op den buiten,<br />
Die werkte, wroette, stug en stoer<br />
Ter wille van de duiten.<br />
Hij had maar ééne levenstaak :<br />
't Verdienen van een huisje.<br />
Hij droomde dag en nachten vaak<br />
Van dat : zijn eigen kluisje.<br />
Zoo vloden vele jaren heen.<br />
Toen volgde de belooning i<br />
Hij had voldoende geld bijeen<br />
Voor 't koopen van een woning.<br />
En zelfs : hij hield wat over nog<br />
En kocht een koppel loten.<br />
« Ik kan daarmee, zoo dacht hij toch<br />
Wellicht mijn schat vergrooten. »<br />
En zie, alsof ons Heere toen,<br />
Het boerken wilde loven :<br />
Hij won verduiveld een miljoen.<br />
Hij kon het niet gelooven!<br />
Natuurlijk was de fiskus daar<br />
Om dra zijn deel te vragen.<br />
Ons boertje vond het jammer, maar<br />
Hij dacht toch niet aan klagen.<br />
Zoo liet hij dan het overschot<br />
Door eene bank besturen<br />
En dacht, nu ben ik rustig tot<br />
Het laatste mijner uren.<br />
BRIEVENBUS<br />
YVONNE (Ukkel). — We deden<br />
dezelfde vaststellingen als gij : in den<br />
laatsten tijd is Boek-uil van «Vooruit»<br />
altijd maar over liefde bezig. We veronderstellen,<br />
dat hij een krisls doormaakt.<br />
A. V. (Brussel). — Neen, van de<br />
redaktle van Koekoek is niemand<br />
serieus genoeg om mee te werken aan<br />
Winkler Prins' nieuwe encyklopedie.<br />
Maar wend u eens tot 't Getrouwe<br />
Maldeghem.<br />
SAVERUS (Deinze). — a) Wie uw<br />
portret teekende? Ts, beste vriend!<br />
b) Ja, de oorspronkelijke teekening<br />
is aan dezelfde kondities te verkrijgen<br />
als de teekening van 't Waterhoen.<br />
c) We zijn bereid ieder redelijk voorstel<br />
te onderzoeken.<br />
OCTAVIE N. (Mechelen). — Het<br />
Is niet mogelijk, dat ge nu reeds ver-<br />
i<br />
sche sproeten hebt. Dr. Pangloss zal<br />
uw geval (per korrespondentle) onderzoeken.<br />
DE WAELE (Isegem). — We hebben,<br />
uw brief overgemaakt aan onzen<br />
West-vlaamschen medewerker (maar<br />
onder ons gezegd en elders gezwegen :<br />
Van Acker van Brugge zit er voor<br />
niets tusschen).<br />
D. A. (Roeselare). — Ezelarijen in<br />
Koekoek? Dat bestaat niet.<br />
A. P. (Gent). — Het pleit niet voor<br />
uw verstand, kerel! De titel van de<br />
illustrie A.B.C. heeft niets te zien met<br />
de eerste letters van het alfabet! A.<br />
B. C. is eenvoudig de verkorting van<br />
Anseele, Balthazar, Cnudde. Hebt ge<br />
't nu vast?<br />
ONBEKEND. — Neen, nog altijd<br />
geen nieuws over den libretto-prijskamp<br />
van toondichter Emiel Hullebroeck.<br />
Maar 't zal wel komen.<br />
Helaas! De bank ging naar de maan<br />
En ook zijn lieve centen.<br />
Het kostte 't boerken meenge traan-.<br />
Vaarwel, verwachte renten!<br />
Ik houd mijn huis, dacht 't ventje toen,<br />
Dat kan me nog wat sterken,<br />
Ik heb die renten niet van doen<br />
En zal maar blijven werken.<br />
Maar nauwlijks was het jaarken om<br />
Of 't boerken kreeg een schrijven.<br />
't Stond aan den grond genageld, stom,<br />
't Moest zich in d'oogen wrijven.<br />
't Kon niet gelooven wat het las<br />
De fiskus, — 't is geen logen, —<br />
Vroeg taks, die pas berekend was,<br />
Op 't boerken zijn vermogen.<br />
De boer bewees per a plus b<br />
Het geld te zijn verloren<br />
De fiskus lachte er eens mee<br />
En wou geen rede hooren.<br />
Om 't geld bijeen te krabben kon<br />
De boer zijn huis verkoopen<br />
De centjes, die zoo zuur hij won<br />
Hij zag ze henen loopen.<br />
Daar was zoo eens een kleine boer,<br />
Zoo ergens op den buiten,<br />
Die werkte, wroette, stug en stoer<br />
En treurde... om zijn duiten.<br />
DE KRISIS TE<br />
LOURDES<br />
Het Is overal krisis. Overal, zelfs<br />
bij God. En als zijn mirakelwinkel niet<br />
goed draait, mag hem dat dan ook<br />
niemand kwalijk nemen. De wonderbare<br />
genezingen te Lourdes worden<br />
zorgvuldig opgeteekend en men legt er<br />
zelfs statistieken mede aan, juist zooals<br />
men dit doet met de borstpillen<br />
van pater X en de wonderslroop van<br />
zuster Y.<br />
De cijfers voor 1931 luiden als volgt:<br />
Op 20.000 bezoeken zijn 95 gevallen<br />
aangestipt geworden, waarbij de<br />
patiënt totaal genezen was.<br />
De krisis blijft dus voortduren voor<br />
de 19.905 andere, maar ze hebben den<br />
zoeten troost, het procent in acht<br />
nemende, binnen 210 Jaar allemaal van<br />
hun kwalen verlost te zijn.
KOEKOEK<br />
WESTVLAMSKE<br />
KRONIEK<br />
De federatie van Orrelbeke nee de<br />
goe spreuke «Rust Roest» voor oogen,<br />
zegt de Voorut. Ze moet er niet te<br />
lang op kieken of eur oogen zoe'n<br />
kunnen zeer doen. Ma de Voorut ga<br />
toch een betje verre als t' en skrieft:<br />
Mannen, vrouwen, gedenkt het spreekwoord<br />
Rust Roest. D' er es al genoeg<br />
onzedelijkeit in tland zoender da je<br />
de minsken nog ipjaagt.<br />
't Es krieze in de vismiene van<br />
Oostende. Vroeger verkochten ze da<br />
vis. Ma nu es alles da te koope gelik<br />
in een vandissiezale. Zeehonden keune<br />
je nu kriegen voo 2 fran en oof, aaien<br />
voo 3 fr. en vuf soen, ma 't beste<br />
van oo zien nog Ingelske sooldaten<br />
an 4 toet 5 fran. Dat es zeker met de<br />
werklooseit in Ingeland en ons oede<br />
joenge dochters moeten d'er ma profiet<br />
ut trekken. * * *<br />
' Ge zoe toch dikkels ip joen gat<br />
vallen als je sommige minsken oort.<br />
In Worregem es t' er da ne vint die<br />
geele dagen zien wandelingske doet,<br />
zien glazeke drienkt, en toen weer een<br />
wandelingske doet. Gisteren kwam<br />
oenzen burgemeester hem tegen.<br />
.— Gi luiaard, gi ipfritter van 't goevernement,<br />
zei den burgemeester, zi ji<br />
gi ni beskamd van zoo te leven zoender<br />
werken.<br />
Ma wa peist den burgemeester? Dat<br />
en was geene werkloozen weeje, 't was<br />
ne rentenier. En dat es juste 't omgekeerde.<br />
• • •<br />
We keunen wel zien name zeggen,<br />
't Es Pier.<br />
't Es te zeggen, voo den oorloge<br />
was 't Pier.<br />
Ma binst den oorloge ee t' en nog<br />
al vele geit gewoenen.<br />
Jef Catry, die hem goed kende,<br />
kwam van 't froent weere, en botste<br />
vlak op Pier.<br />
— A dag Pier! riep 't en welgemutst.<br />
— 'k en ben geen Pier mee, zei Pier.<br />
— Wo Tc zie ji toen? vroeg Jef.<br />
— Pierre! zei Pier. Pjer!<br />
— A, zei Jef verwoenderd.<br />
— Ja, zei Pierre, 'k ee vele jeld<br />
gewoenen.<br />
— En wo 'k doe ji nu?<br />
— A, zei Pierre, 's nuchtens zitte<br />
'k op mien terras, toen dejeuneere<br />
'k, 'k zitte toen weere een kart op<br />
mien terras, en 'k ga toen wandelen,<br />
'k Dineere toen en 'k zette mi toen<br />
nog ne kee op mien terras, 's Navens<br />
ete 'k goed en 'k zitte toen op min<br />
terras toe da 'k in slape valle.<br />
Jef Cantry gieng na zin huus. En<br />
zei an zin wuf.<br />
— Adelle, zei 't en, 'k ee da Pier<br />
tegengekommen, ma j' en es geen Pier<br />
mee. 't Es nu Pierre. En zijn wuf en<br />
heet geen Treeze mee, z' heet nu<br />
Terras.<br />
Leve deoniwapeninqsKoitlereniif!<br />
Ze zijn te Genève nog maar een<br />
dag en een stuk bezig en de heilzame<br />
gevolgen laten zich reeds<br />
allerwege voelen.<br />
We spreken hier natuurlijk niet<br />
over het Mandsjoerijsche konflikt,<br />
dat op een vergissing berust, en<br />
dus buiten het domein van den<br />
Volkenbond valt, waar slechts zaken<br />
besproken worden, waarover<br />
men, lijk in alle deftige families,<br />
volledig akkoord is.<br />
En dat is een wijs besluit. De<br />
azijnpissers zouden natuurlijk niets<br />
liever zien dan dat men daar geschillen<br />
op het tapijt brengt waarbij<br />
de afgevaardigden elkander in<br />
het haar zitten. En waarbij zij<br />
verplicht zouden zijn partij te<br />
kiezen.<br />
Laat ons hopen dat het nooit<br />
zoover zal komen.<br />
15<br />
't Is al erg genoeg zoo.<br />
Wij vragen ons inderdaad terecht<br />
af waar het zou eindigen,<br />
moest men er toe overgaan de<br />
bewapeningen af te schaffen?<br />
Wij zijn weliswaar van de domste<br />
niet, maar we zouden toch niet<br />
durven verzekeren in dit geval, van<br />
ons vaderland nog te herkennen<br />
uit dit van onzen buurman. En<br />
daar onze buurman mogelijks in<br />
't zelfde geval zou verkeeren, ziet<br />
ge van hier vóór wat een pot eten<br />
Europa zou komen te staan!<br />
Dit gruwelijk beeld willen we<br />
onze lezers zelfs voor oogen niet<br />
schamoteuren. .<br />
Onze leus is duidelijk : Leve de<br />
ontwapening! Maar op,voorwaarde<br />
dat men alles laat lijk het is!<br />
Op weg naar de ont wapeningskonferentie<br />
ERFELIJK «BELAST»<br />
— Wat is uw Louis al een groote<br />
jongen, zegt de bezoekster opgetogen.<br />
— Hij heeft precies uw oogen, madame!<br />
., — Ja, vindt ge ook niet, en den<br />
mond heeft hij van mijn man.<br />
En Louis valt verheugd in :<br />
— Ja, madame, en de broek heb ik<br />
van mijn grooten broer!<br />
ZE ZOU HET BEWIJS KRIJGEN<br />
— Moeder, onze schooljuffrouw heeft<br />
vandaag gezegd, dat schoonheid verdwijnt.<br />
Is dat zco?<br />
— Ja zeker, kind.<br />
— Waarom verdwijnt Mina dan niet?<br />
Papa "egt altijd tegen haar, dat ze<br />
een schoonheid is.<br />
— Zoo? Heeft hij dat gezegd? Nu,<br />
let dan maar eens op, of ze verdwijnt<br />
of niet!
16 KOEKOEK<br />
Laai de anderen ook eens lachen!<br />
Of de z o n schijnt voor» iedereen<br />
S a Red.: We nemen geen verantwoordelijkheid op voor wat we zelt schrijven, dus nog minder voor de karikaturen<br />
van deze Wadzijde. Het feit dat wij deze teekeningen overnemen, van vriend en tegenstander, bewhst niet,<br />
dat wij het met de strekking eens zijn.<br />
— Wat? Staat ge reeds een kwartier op mij te wachten? Neem het me niet<br />
kwalijk, ik had geen flauw idee van den tijd, (Life)<br />
IBBBBBBSBBBB<br />
— Hebt ge vandarj uw goede daad al verricht, Piet?<br />
— Nee, nog niet.<br />
— Wilt ge dan die paar appels voor me van boer Jansen's boom slaan?<br />
je kunt er goed aan met uw stok! .(Humorist)<br />
— Vertel me nu eens, tante, hebt ge<br />
eigenlijk lang kort haar of kort lang<br />
Haar? (Punch) .<br />
(II li B<br />
— Waarom hebt ge die etalage-pop<br />
achterop gebonden?<br />
— Dan rijden de achteropkomende<br />
automobilisten voorzichtiger.<br />
(Humorist)<br />
HET GOEDE VOORBEELD<br />
— Nu hebt ge alweer gelogen, Karaltjï!<br />
Weet ge dan. niet wat er met<br />
kinderen gebeurt, die onwaarheid spreken?<br />
— Nee, mama!<br />
— Dan komt een groote zwarte man<br />
met één oog midden op tjn voorhoofd.<br />
Die neemt het jongetje mee en<br />
vliegt met hem boven op een bezemsteel<br />
naar de maan. Daar moet hij dan<br />
zijn leven lang het mannetje in de<br />
maan helpen in zijn werk.<br />
Het is vreeselijk leelijk, wanneer ga<br />
liegt, jongen I