Handboek over het Europese non-discriminatierecht
Handboek over het Europese non-discriminatierecht
Handboek over het Europese non-discriminatierecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
toepassingsbereik van <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>non</strong>-<strong>discriminatierecht</strong><br />
Voorbeeld: in de zaak Đokić v. Bosnië-Herzegovina voerde verzoeker aan dat<br />
van zijn recht op eigendom schending had plaatsgevonden. 142 Vóór <strong>het</strong> uiteenvallen<br />
van <strong>het</strong> voormalige Joegoslavië was verzoeker docent op een militaire<br />
school en was hij lid van de gewapende strijdkrachten van dat land. Hij kocht<br />
een appartement in sarajevo, maar toen de oorlog in Bosnië-Herzegovina<br />
uitbrak en zijn militaire school verhuisde naar <strong>het</strong> huidige servië, volgde verzoeker<br />
en werd hij lid van de gewapende strijdkrachten van <strong>het</strong> huidige servië.<br />
na <strong>het</strong> conflict weigerden de autoriteiten hem te vergoeden voor zijn eigendom<br />
omdat hij had gediend in een buitenlands leger. Op nationaal niveau<br />
werd geoordeeld dat dit gerechtvaardigd was op grond van de <strong>over</strong>weging dat<br />
verzoeker een ‘ontrouwe’ burger was geweest, omdat hij had gediend in een<br />
buitenlands leger dat had deelgenomen aan militaire operaties in Bosnië-Herzegovina.<br />
Hoewel de zaak niet expliciet op grond van artikel 14 van <strong>het</strong> EVRM<br />
werd behandeld, sprak <strong>het</strong> EHRM uit dat deze beslissing alleen was genomen<br />
op grond van de etniciteit van verzoeker (aangezien dienst doen in een bepaald<br />
leger indicatief was voor de etnische afkomst van een persoon), in <strong>het</strong><br />
bijzonder omdat niet kon worden aangetoond dat verzoeker daadwerkelijk ‘ontrouwe’<br />
daden had begaan, behalve <strong>het</strong> formeel lid zijn van dat leger. Door <strong>het</strong><br />
uitblijven van een vergoeding leidde <strong>het</strong> gebrek aan compensatie of alternatieve<br />
huisvesting tot een onevenredige aantasting van zijn recht op eigendom.<br />
3.4.4. Toegang tot de rechtspraak<br />
Hoewel toegang tot de rechtspraak niet specifiek wordt vermeld in de<br />
antidiscriminatie richtlijnen bij de voorbeelden van goederen en diensten, is <strong>het</strong><br />
denkbaar dat dit binnen <strong>het</strong> toepassingsgebied valt, voor z<strong>over</strong> de rechterlijke organisatie<br />
een dienst is die door de staat aan <strong>het</strong> volk wordt geleverd. De antidiscriminatierichtlijnen<br />
leggen de lidstaten in elk geval op te voorzien in juridische en/<br />
of administratieve procedures, zodat personen hun in de richtlijnen gewaarborgde<br />
rechten kunnen afdwingen. 143 Bovendien is <strong>het</strong> een vast beginsel van <strong>het</strong> EU-recht<br />
dat personen een ‘recht op doeltreffende juridische bescherming’ hebben voor de<br />
142 EHRM, Đokić v. Bosnië-Herzegovina (nr. 6518/04), 27 mei 2010.<br />
143 Artikel 9, lid 1, richtlijn gelijke behandeling in arbeid en beroep; artikel 17, lid 1, richtlijn betreffende<br />
gelijkheid van mannen en vrouwen (herschikking); artikel 8, lid 1, richtlijn inzake de gelijke<br />
behandeling van mannen en vrouwen bij de toegang tot goederen en diensten; artikel 7, lid 1,<br />
richtlijn rassengelijkheid.<br />
83