06.08.2013 Views

CNC PILOT 4290 - heidenhain

CNC PILOT 4290 - heidenhain

CNC PILOT 4290 - heidenhain

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Gids<br />

<strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong><br />

<strong>4290</strong><br />

Softwareversie 6.4/7.0<br />

Nederlands (nl)<br />

8/2003


<strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> <strong>4290</strong> V7.0 - Toetsenbord voor gegevensinvoer<br />

Bedrijfsmode Handbediening<br />

Bedrijfsmode Automatisch bedrijf<br />

Programmeerbedrijfsmodi (DIN PLUS,<br />

Simulatie, TURN PLUS)<br />

Bestuurbedrijfsmodi (Parameter, Service,<br />

Transfer)<br />

Foutstatus tonen<br />

Infosysteem oproepen<br />

ESC (escape - afbreektoets)<br />

■ Eén menustap terug<br />

■ Dialoogbox afsluiten, gegevens niet opslaan<br />

"Toets Verder"<br />

Voor speciale functies (bijv. Selecteren)<br />

DEL (delete = Engelse term voor wissen)<br />

■ Hiermee wordt het element in de lijst gewist<br />

■ Hiermee wordt het geselecteerde resp. het teken<br />

links van de cursor gewist<br />

ALT (alter = Engelse term voor wijzigen)<br />

■ Element in de lijst wijzigen<br />

<strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> <strong>4290</strong> V7.0 - Toetsenbord voor gegevensinvoer<br />

INS (insert = Engelse term voor invoegen)<br />

■ Element in de lijst invoegen<br />

■ Dialoogbox afsluiten, gegevens opslaan<br />

Cijfers (0...9) ...<br />

Voor invoer van waarden en softkey-keuze<br />

Min<br />

Voor invoeren van voorteken<br />

Decimale punt<br />

Enter<br />

Om de invoer van waarden te beëindigen<br />

Cursortoetsen<br />

Hiermee wordt de cursor één<br />

positie in pijlrichting (één<br />

teken, één veld, één regel, etc.)<br />

opgeschoven<br />

PgUp, PgDn ...<br />

■ Naar vorige/volgende beeldschermpagina<br />

■ Naar vorige/volgende dialoogbox<br />

■ Van ene naar andere invoervenster


<strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> <strong>4290</strong> V6.4 - Toetsenbord voor gegevensinvoer<br />

Toets voor bedrijfsmode<br />

Keuze bedrijfsmode oproepen<br />

Foutstatus tonen<br />

Infosysteem oproepen<br />

ESC<br />

■ Eén menustap terug<br />

■ Dialoogbox afsluiten, gegevens niet opslaan<br />

>> (Toets Verder)<br />

Voor speciale functies (bijv. Selecteren)<br />

DEL<br />

Wistoets<br />

ALT (alter = Engelse term voor wijzigen)<br />

■ Element in de lijst wijzigen<br />

INS (insert = Engelse term voor invoegen)<br />

■ Element in de lijst invoegen<br />

■ Dialoogbox afsluiten, gegevens opslaan<br />

<strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> <strong>4290</strong> V6.4 - Toetsenbord voor gegevensinvoer<br />

Cijfers (0...9) ...<br />

Voor invoer van waarden en softkey-keuze<br />

Min<br />

Voor invoeren van voorteken<br />

Decimale punt<br />

Enter<br />

Om de invoer van waarden te beëindigen<br />

Cursortoetsen<br />

Hiermee wordt de cursor één<br />

positie in pijlrichting (één teken,<br />

één veld, één regel, etc.) verschoven<br />

PgUp, PgDn<br />

■ Naar vorige/volgende beeldschermpagina<br />

■ Naar vorige/volgende dialoogbox<br />

■ Van ene naar andere invoervenster


De gids<br />

... is een beknopte programmeerondersteuning voor de<br />

HEIDENHAIN-besturing <strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> <strong>4290</strong>. In het<br />

gebruikershandboek vindt u een complete handleiding voor het<br />

programmeren en bedienen van de <strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong>.<br />

Belangrijke informatie wordt in de gids met de volgende<br />

symbolen duidelijk aangegeven:<br />

Belangrijke tip!<br />

Waarschuwing: als de instructie niet wordt opgevolgd,<br />

ontstaat gevaar voor de operator of de machine!<br />

Hoofdstuk in het gebruikershandboek. Hier vindt u<br />

uitgebreide informatie over het desbetreffende<br />

onderwerp.<br />

Deze gids is bestemd voor de <strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> met het softwarenummer<br />

340 460-xx (vanaf Release 6.4) en de <strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> met<br />

het softwarenummer 368 650-xx (vanaf Release 7.0).<br />

Inhoud<br />

De DIN-programmering ..................................................... 6<br />

Overzicht: G-functies voor beschrijving van de contouren . 6<br />

Programmadeel-aanduidingen ............................................ 8<br />

G-functies voor beschrijving van de contouren .................. 10<br />

Contouren aan voorkant, achterkant en mantelvlak .......... 26<br />

Overzicht: G-functies in te bewerken deel ......................... 42<br />

Enkelvoudige lineaire verplaatsingen en cirkelbogen ......... 45<br />

Voeding, toerental .............................................................. 48<br />

Snijkantradius- en freesradiuscorrectie (SRC) .................... 50<br />

Nulpuntverschuivingen, overmaten ................................... 51<br />

Gereedschap, correcties ................................................... 57<br />

Draai-, boor- en schroefdraadcycli ..................................... 59<br />

Bewerking C-as ................................................................. 82<br />

Overige G-functies ............................................................ 90<br />

Subprogramma's ............................................................... 94<br />

5


De DIN-programmering<br />

6<br />

De DIN-programmering<br />

NC-regels beginnen met een "N" die wordt gevolgd door een<br />

regelnummer (maximaal 4 cijfers).<br />

Commentaar staat tussen "[...]" . Commentaar staat aan het<br />

einde van een NC-regel of alleen in een NC-regel.<br />

Bedieningsinstructies<br />

Tijdens het bewerken toont de <strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> geprogrammeerde<br />

contouren in maximaal twee simulatievensters. U kunt de<br />

vensters in het DIN PLUS-hoofdmenu (menu-item "Grafische<br />

weergave - Venster") selecteren.<br />

■ Het startpunt van de te draaien contour wordt met een<br />

"hokje" aangegeven<br />

■ Als de cursor op een regel van het programma-onderdeel<br />

"onbew. werkstuk of bew. werkstuk" staat, wordt het<br />

bijbehorende contourelement in het simulatievenster rood<br />

aangegeven ("Contourweergave")<br />

Met toevoegingen aan of wijzigingen in de contouren<br />

wordt pas rekening gehouden nadat de "Grafische<br />

weergave" opnieuw is geactiveerd.<br />

Voorwaarde voor de "Contourweergave" is dat unieke<br />

NC-regelnummers worden gebruikt!<br />

Programmering van variabelen: zie<br />

"Gebruikershandboek <strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> <strong>4290</strong>"<br />

Programmering Y-as: zie "<strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> <strong>4290</strong> met<br />

Gebruikershandboek Y-as"<br />

Programmadeel-aanduidingen Bladzijde<br />

Programmadeel-aanduidingen 8<br />

Beschrijving van onbewerkt werkstuk Bladzijde<br />

G20-Geo Klauwplaat cilinder/pijp 10<br />

G21-Geo Gietstuk 10<br />

Basiselementen voor contourbeschrijving Bladzijde<br />

G0-Geo Startpunt contour 11<br />

G1-Geo Baan 11<br />

G2-Geo Boog incr. middelpuntmaat 12<br />

G3-Geo Boog incr. middelpuntmaat 12<br />

G12-Geo Boog abs. middelpuntmaat 12<br />

G13-Geo Boog abs. middelpuntmaat 12<br />

Vormelementen van de te draaien contour Bladzijde<br />

G22-Geo Insteek (standaard) 13<br />

G23-Geo Insteek/vrijdraaiing 14<br />

G24-Geo Schroefdraad met draaduitloop 15<br />

G25-Geo Draaduitloopcontour 16<br />

G34-Geo Schroefdraad (standaard) 19<br />

G37-Geo Schroefdraad (algemeen) 20<br />

G49-Geo Boring op hartlijn 22


Hulpfuncties voor contourbeschrijving<br />

Overzicht: hulpcommando's voor<br />

Bladzijde<br />

contourbeschrijving 23<br />

G7-Geo Nauwkeurige stop aan 23<br />

G8-Geo Nauwkeurige stop uit 23<br />

G9-Geo Nauwkeurige stop regelgewijs 23<br />

G10-Geo Oppervlakteruwheid 23<br />

G38-Geo Voedingsreductie 24<br />

G39-Geo Attributen voor overlappende elementen 24<br />

G52-Geo Overmaat regelgewijs 25<br />

G95-Geo Voeding per omwenteling 25<br />

G149-Geo Additieve correctie 25<br />

Overlappende contouren Bladzijde<br />

G308-Geo Begin kamer/eiland 26<br />

G309-Geo Einde kamer/eiland 26<br />

Elementen van contour aan de voorkant Bladzijde<br />

G100-Geo Startpunt contour voorkant 27<br />

G101-Geo Baan voorkant 27<br />

G102-Geo Boog voorkant 28<br />

G103-Geo Boog voorkant 28<br />

G300-Geo Boring voorkant 29<br />

G301-Geo Lineaire sleuf voorkant 30<br />

G302-Geo Ronde sleuf voorkant 30<br />

G303-Geo Ronde sleuf voorkant 30<br />

G304-Geo Volledige cirkel voorkant 31<br />

G305-Geo Rechthoek voorkant 31<br />

G307-Geo Regelmatige veelhoek voorkant 32<br />

G401-Geo Lineair patroon voorkant 32<br />

G402-Geo Rond patroon voorkant 33<br />

Elementen van de mantelvlakcontour Bladzijde<br />

G110-Geo Startpunt mantelvlakcontour 34<br />

G111-Geo Baan mantelvlak 34<br />

G112-Geo Boog mantelvlak 35<br />

G113-Geo Boog mantelvlak 35<br />

G310-Geo Boring mantelvlak 36<br />

G311-Geo Lineaire sleuf mantelvlak 37<br />

G312-Geo Ronde sleuf mantelvlak 37<br />

G313-Geo Ronde sleuf mantelvlak 37<br />

G314-Geo Volledige cirkel mantelvlak 38<br />

G315-Geo Rechthoek mantelvlak 38<br />

G317-Geo Regelmatige veelhoek mantelvlak 39<br />

G411-Geo Lineair patroon mantelvlak 40<br />

G412-Geo Rond patroon mantelvlak 41<br />

Overzicht: contourbeschrijving<br />

7


Programmadeel-aanduidingen<br />

8<br />

Programmadeel-aanduidingen<br />

Wanneer u een nieuw DIN-programma maakt, zijn er<br />

al programmadeel-aanduidingen ingevoerd.<br />

Afhankelijk van de uit te voeren werkzaamheden wist<br />

u aanduidingen of voegt u nieuwe toe. Een DINprogramma<br />

moet minimaal de programmadeelaanduidingen<br />

"BEWERKING" en "EINDE" bevatten.<br />

Overzicht programmadeel-aanduidingen<br />

PROGRAMMAKOP<br />

REVOLVER<br />

SPANMIDDEL<br />

ONBEWERKT WERKSTUK<br />

BEWERKT WERKSTUK<br />

VOORKANT<br />

ACHTERKANT<br />

MANTEL<br />

HULPCONTOUR<br />

BEWERKING<br />

EINDE<br />

SUBPROGRAMMA<br />

RETURN<br />

PROGRAMMAKOP<br />

In de "PROGRAMMAKOP" staat:<br />

■ organisatorische Informatie (heeft geen invloed<br />

op de uitvoering van het programma)<br />

■ informatie t.b.v. instellen (heeft geen invloed op<br />

de uitvoering van het programma)<br />

■ slede: het NC-programma wordt uitsluitend op de aangegeven sledes<br />

uitgevoerd - geen invoer: het NC-programma wordt op elke slede<br />

uitgevoerd (invoer: "$1, $2, ...")<br />

■ eenheid: maateenheid "metrisch/inch" - geen invoer: de in<br />

regelparameter 1 ingestelde maateenheid wordt overgenomen<br />

U kunt "eenheid" alleen programmeren, wanneer u bij het maken<br />

van een nieuw NC-programma naar "Programmakop" springt. Op<br />

een later tijdstip kunnen geen wijzigingen meer worden<br />

aangebracht.<br />

REVOLVER x<br />

Hiermee wordt de bezetting van de gereedschapshouder x (x: 1..6)<br />

vastgelegd. Als het gereedschap in de database wordt beschreven,<br />

moeten het T-nummer en het identificatienummer worden ingevoerd. Als<br />

alternatief kunnen gereedschapsparameters in het NC-programma worden<br />

vastgelegd.<br />

Invoer van gereedschapsgegevens:<br />

Oproep van de gereedschapsinvoer: INS-toets<br />

T-nummer: positie op de gereedschapshouder<br />

ID (identificatienummer): verwijzing naar de gereedschaps-database<br />

- geen invoer: gereedschapsgegevens worden niet in de<br />

gereedschaps-database opgenomen.<br />

Enkelv. gereedschap:<br />

■ Alleen geschikt voor enkelvoudige verplaatsingen en draaicycli<br />

(G0...G3, G12, G13; G81...G88).<br />

■ Er vindt geen contourcorrectie plaats.<br />

■ Er wordt een snijkantradiuscorrectie uitgevoerd.<br />

■ Er worden geen gegevens in de gereedschaps-database opgenomen<br />

("Enkelv. ger." krijgt geen identificatie).<br />

Vervolg op volgende bladzijde


Uitgebreide invoer: geen beperkingen bij de toepassing van het<br />

gereedschap. (Gegevens worden bij de programmaconversie in de<br />

gereedschaps-database overgenomen.)<br />

Als REVOLVER niet wordt geprogrammeerd, wordt uitgegaan<br />

van het in de revolvertabel ingevoerde gereedschap.<br />

SPANNMITTEL x<br />

legt vast welk spanmiddel bij spil x (x: 1..4) wordt gebruikt.<br />

Als SPANMIDDEL niet wordt geprogrammeerd, wordt bij de simulatie<br />

geen rekening gehouden met spanmiddelen (zie ook G65).<br />

Parameter<br />

H: nummer van spanmiddel (referentie voor G65) - bereik: 1 £ H £ 9<br />

ID: identificatienummer van het spanmiddel<br />

X: spandiameter<br />

Q: spanvorm - legt de positie van het referentiepunt van het<br />

spanmiddel vast (zie G65)<br />

ONBEWERKT WERKSTUK<br />

Programmadeel voor de contourdefinitie van het onbewerkte werkstuk.<br />

BEWERKT WERKSTUK<br />

Programmadeel voor de contourdefinitie van het bewerkte werkstuk.<br />

Extra programmadeel-aanduidingen in de definitie van het bewerkte<br />

werkstuk:<br />

■ VOORKANT Z. met het programmadeel "contour voorkant" - "Z.."<br />

wordt de positie van de contour aan de voorkant vastgelegd<br />

■ ACHTERKANT Z.. : met het programmadeel "contour achterkant" -<br />

"Z.." wordt de positie van de contour aan de achterkant vastgelegd<br />

■ MANTEL X.. : met het programmadeel<br />

"mantelvlakcontour" - "X.." wordt de<br />

referentiediameter van de mantelvlakcontour<br />

vastgelegd<br />

■ HULPCONTOUR: hiermee worden verdere<br />

contourdefinities aangeduid<br />

Gebruik de programmadeel-aanduidingen<br />

(VOORKANT, ACHTERKANT, etc.)<br />

meermaals als er meerdere onafhankelijke<br />

contourbeschrijvingen zijn<br />

BEWERKING<br />

Programmadeel voor de bewerking van het werkstuk.<br />

BEWERKING moet geprogrammeerd worden.<br />

EINDE<br />

Hiermee wordt het NC-programma beëindigd. De<br />

aanduiding EINDE moet geprogrammeerd worden<br />

(vervangt M30).<br />

SUBPROGRAMMA „12345678“<br />

Wanneer u in een NC-programma (in hetzelfde<br />

bestand) een subprogramma vastlegt, wordt dit<br />

aangeduid met "SUBPROGRAMMA" gevolgd door de<br />

naam van het subprogramma (max. 8 tekens).<br />

RETURN<br />

Hiermee wordt het NC-programma beëindigd.<br />

Programmadeel-aanduidingen<br />

9


Beschrijving van onbewerkt<br />

werkstuk<br />

10<br />

Klauwplaat cilinder/pijp G20-Geo<br />

Met G20 wordt de contour van een (holle) cilinder vastgelegd.<br />

Parameter<br />

X: ■ diameter bij cilinder/holle cilinder<br />

■ diameter van cirkel bij onbewerkt werkstuk met meer zijden<br />

Z: lengte van onbewerkt werkstuk<br />

K: rechterzijde (afstand tussen werkstuknulpunt en rechterzijde)<br />

I: inwendige diameter bij holle cilinders<br />

Gietstuk G21-Geo<br />

Met G21 wordt de contour van het onbewerkte werkstuk gegenereerd<br />

uit de contour van het bewerkte werkstuk, exclusief de "equidistante<br />

overmaat P".<br />

Parameter<br />

P: equidistante overmaat (referentie: contour van bewerkt werkstuk)<br />

Q: boring ja/nee - default: Q=0<br />

■ Q=0: zonder boring<br />

■ Q=1: met boring


Startpunt te draaien contour G0-Geo<br />

Met G0 wordt het beginpunt van een te draaien contour vastgelegd.<br />

Parameter<br />

X, Z: beginpunt contour (X als diametermaat)<br />

Baan in te draaien contour G1-Geo<br />

Met G1 wordt een baan in een te draaien contour vastgelegd.<br />

Parameter<br />

X, Z: eindpunt (X diametermaat)<br />

A: hoek t.o.v. rotatie-as - hoekrichting: zie helpscherm<br />

Q: keuze snijpunt - default: 0<br />

■ Q=0: snijpunt dichtbij<br />

■ Q=1: snijpunt op afstand<br />

B: afkanting/afronding<br />

■ B geen invoer: tangentiale overgang<br />

■ B=0: niet-tangentiale overgang<br />

■ B>0: afrondingsradius<br />

■ B


Basiselementen<br />

voor contourbeschrijving<br />

12<br />

Cirkelboog te draaien contour<br />

G2/G3-Geo - incrementele, G12/G13-Geo - absolute<br />

middelpuntmaat<br />

Met G2/G3 of G12/G13 wordt een cirkelboog in een te draaien contour<br />

vastgelegd. De rotatierichting ziet u in het helpscherm.<br />

Parameter<br />

X, Z: eindpunt (X diametermaat)<br />

R: radius<br />

Q: keuze snijpunt - default: 0<br />

■ Q=0: snijpunt op afstand<br />

■ Q=1: snijpunt dichtbij<br />

B: afkanting/afronding aan einde van cirkelboog<br />

■ B geen invoer: tangentiale overgang<br />

■ B=0: niet-tangentiale overgang<br />

■ B>0: afrondingsradius<br />

■ B


Insteek (standaard) G22-Geo<br />

Met G22 wordt een insteek op een asparallel referentie-element (G1)<br />

vastgelegd. G22 wordt aan het eerder geprogrammeerde referentieelement<br />

toegekend.<br />

Parameter<br />

X: beginpunt bij insteek eindvlak (diameter)<br />

Z: beginpunt bij insteek mantelvlak<br />

I, K: binnenhoek<br />

■ I bij insteek eindvlak: eindpunt van insteek (diametermaat)<br />

■ K bij insteek eindvlak: bodem van insteek<br />

■ I bij insteek mantelvlak: bodem van insteek (diametermaat)<br />

■ K bij insteek mantelvlak: eindpunt van insteek<br />

Ii, Ki: binnenhoek - incrementeel (let op voorteken!)<br />

■ Ii bij insteek eindvlak: insteekbreedte<br />

■ Ki bij insteek eindvlak: insteekdiepte<br />

■ Ii bij insteek mantelvlak: insteekdiepte<br />

■ Ki bij insteek mantelvlak: eindpunt van insteek (insteekbreedte)<br />

B: buitenradius/afkanting (aan beide zijden van de insteek) - default: 0<br />

■ B>0: afrondingsradius<br />

■ B


Vormelementen<br />

voor contourbeschrijving<br />

14<br />

Insteek (algemeen) G23-Geo<br />

Met G23 wordt een insteek op een lineair referentie-element (G1)<br />

vastgelegd. G23 wordt aan het eerder geprogrammeerde referentieelement<br />

toegekend. Op het mantelvlak kan de insteek op een schuine<br />

referentielijn worden gepositioneerd.<br />

Parameter<br />

H: insteekwijze - default: 0<br />

■ H=0: symmetrische insteek<br />

■ H=1: vrijdraaiing<br />

X: middelpunt bij insteek eindvlak (diameter)<br />

Z: middelpunt bij insteek mantelvlak<br />

I: insteekdiepte en -positie<br />

■ I>0: insteek rechts van referentie-element<br />

■ I0: afrondingsradius<br />

■ B0: afrondingsradius<br />

■ P


Schroefdraad met draaduitloop G24-Geo<br />

Met G24 wordt een lineair basiselement vastgelegd, langsdraad (buitenof<br />

binnendraad; isometrische schroefdraad met fijne spoed, DIN 13 Teil 2,<br />

Reihe 1) en de aansluitende draaduitloop (DIN 76).<br />

Oproep van de contourmacro:<br />

N.. G1 X..Z..B.. /beginpunt schroefdraad<br />

N.. G24 F..I..K..Z.. /schroefdraadcontour en draaduitloopcontour<br />

N.. G1 X.. /aansluitend verticaal element<br />

Parameter<br />

F: spoed<br />

I: draaduitloopdiepte (radius)<br />

K: draaduitloopbreedte<br />

Z: eindpunt van de draaduitloop<br />

G24 kan alleen worden toegepast wanneer de schroefdraad in<br />

de vastgelegde richting van de contour wordt gesneden.<br />

De schroefdraad wordt met G31 bewerkt.<br />

Vormelementen<br />

voor contourbeschrijving<br />

15


Vormelementen<br />

voor contourbeschrijving<br />

16<br />

Draaduitloopcontour G25-Geo<br />

Met G25 worden de hieronder vermelde draaduitloopcontouren op<br />

asparallelle contourhoeken gegenereerd. De betekenis van de<br />

parameters is afhankelijk van het type draaduitloop.<br />

Wanneer u G25<br />

■ ná het referentie-element programmeert, wordt de draaduitloop aan<br />

het einde van het referentie-element uitgevoerd.<br />

■ vóór het referentie-element programmeert, wordt de draaduitloop aan<br />

het begin van het referentie-element uitgevoerd.<br />

Oproep van de contourmacro (voorbeeld):<br />

N.. G1 Z.. /horizontaal element als referentie-element<br />

N.. G25 H..I..K.. .. /draaduitloopcontour<br />

N.. G1 X.. /aansluitend verticaal element<br />

Draaduitloop vorm U (H=4)<br />

Parameter<br />

I: draaduitloopdiepte (radius)<br />

K: draaduitloopbreedte<br />

R: binnenradius (in beide hoeken van de insteek) - default: 0<br />

P: buitenradius/afkanting - default: 0<br />

■ P>0: afrondingsradius<br />

■ P


Draaduitloop DIN 509 E (H=0, 5)<br />

Parameter<br />

I: draaduitloopdiepte (radius)<br />

K: draaduitloopbreedte<br />

R: draaduitloopradius (in beide hoeken van de draaduitloop)<br />

W: draaduitloophoek<br />

Wanneer sommige parameters niet worden ingevoerd, bepaalt<br />

de <strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> de waarden gerelateerd aan de diameter (zie<br />

gebruikershandboek "Draaduitloopparameters DIN 509 E").<br />

Draaduitloop DIN 509 F (H=6)<br />

Parameter<br />

I: draaduitloopdiepte (radius)<br />

K: draaduitloopbreedte<br />

R: draaduitloopradius (in beide hoeken van de draaduitloop)<br />

P: dwarsdiepte<br />

W: draaduitloophoek<br />

A: dwarshoek<br />

Wanneer sommige parameters niet worden ingevoerd, bepaalt<br />

de <strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> de waarden gerelateerd aan de diameter (zie<br />

gebruikershandboek "Draaduitloopparameters DIN 509 F").<br />

Vervolg op volgende bladzijde<br />

Draaduitloop DIN 509 E (H=0, 5)<br />

Draaduitloop DIN 509 F (H=6)<br />

Vormelementen<br />

voor contourbeschrijving<br />

17


Vormelementen<br />

voor contourbeschrijving<br />

18<br />

Draaduitloop DIN 76 (H=7)<br />

Parameter<br />

I: draaduitloopdiepte (radius)<br />

K: draaduitloopbreedte<br />

R: draaduitloopradius (in beide hoeken van de draaduitloop) - default:<br />

R=0,6*I<br />

W: draaduitloophoek - default: 30°<br />

Draaduitloop vorm H (H=8)<br />

Als u W niet opgeeft, wordt de waarde met behulp van K en R berekend.<br />

Het eindpunt van de draaduitloop valt dan samen met het "hoekpunt van<br />

de contour".<br />

Parameter<br />

K: draaduitloopbreedte<br />

R: draaduitloopradius - geen invoer: er wordt geen cirkelelement<br />

gemaakt<br />

W: insteekhoek - geen invoer: W wordt berekend<br />

Vervolg op volgende bladzijde<br />

Draaduitloop DIN 76 (H=7)<br />

Draaduitloop vorm H (H=8)


Draaduitloop vorm K (H=9)<br />

Parameter<br />

I: draaduitloopdiepte<br />

R: draaduitloopradius - geen invoer: er wordt geen cirkelelement<br />

gemaakt<br />

W: draaduitloophoek<br />

A: hoek t.o.v. langsas - default: 45°<br />

Schroefdraad (standaard) G34-Geo<br />

Met G34 wordt enkelvoudige of aaneengesloten buiten- of binnen-draad<br />

(isometrische schroefdraad met fijne spoed DIN 13 Reihe 1) vastgelegd.<br />

U kunt schroefdraad met elkaar verbinden door meerdere G01/G34regels<br />

na elkaar te programmeren.<br />

Parameter<br />

F: spoed - geen invoer: spoed uit de standaardtabel<br />

Voor G34 of in de NC-regel met G34 moet een lineair<br />

contourelement als referentie-element worden<br />

geprogrammeerd.<br />

De schroefdraad wordt met G31 bewerkt.<br />

Draaduitloop vorm K (H=9)<br />

Vormelementen<br />

voor contourbeschrijving<br />

19


Vormelementen<br />

voor contourbeschrijving<br />

20<br />

Schroefdraad (algemeen) G37-Geo<br />

Met G37 worden de vermelde schroefdraadtypes vastgelegd. U kunt<br />

schroefdraad met elkaar verbinden door meerdere G01/G37-regels na<br />

elkaar te programmeren.<br />

Parameter<br />

Q: type schroefdraad - default: 1<br />

■ Q=1: isometrische schroefdraad met fijne spoed<br />

(DIN 13 Teil 2, Reihe 1)<br />

■ Q=2: isometrische schroefdraad (DIN 13 Teil 1, Reihe 1)<br />

■ Q=3: isometrische conische draad (DIN 158)<br />

■ Q=4: isometrische conische draad met fijne spoed (DIN 158)<br />

■ Q=5: isometrische trapeziumdraad (DIN 103 Teil 2, Reihe 1)<br />

■ Q=6: vlak metr. trapeziumdraad (DIN 308 Teil 2, Reihe 1)<br />

■ Q=7: metrische zaagtanddraad (DIN 13 Teil 2, Reihe 1)<br />

■ Q=8: cilindrische ronde draad (DIN 405 Teil 1, Reihe 1)<br />

■ Q=9: cilindrische Whitworth-draad (DIN 259)<br />

■ Q=10: conische Whitworth-schroefdraad (DIN 2999)<br />

■ Q=11: Whitworth-pijpschroefdraad (DIN 2999)<br />

■ Q=12: niet-standaard schroefdraad<br />

■ Q=13: UNC US-schroefdraad met grove spoed<br />

■ Q=14: UNF US-schroefdraad met fijne spoed<br />

■ Q=15: UNEF US-schroefdraad met extra fijne spoed<br />

■ Q=16: NPT US-conische pijpschroefdraad<br />

■ Q=17: NPTF US-conische Dryseal-schroefdraad<br />

■ Q=18: NPSC US-cilindrische pijpschroefdraad met smeermiddel<br />

■ Q=19: NPFS US-cilindrische pijpschroefdraad zonder<br />

smeermiddel<br />

F: spoed - moet bij Q=1, 3..7, 12 worden opgegeven<br />

P: draaddiepte - alleen bij Q=12 opgeven<br />

K: uitlooplengte (bij schroefdraad zonder draaduitloop) -<br />

default: 0<br />

Vervolg op volgende bladzijde<br />

U programmeert vóór G37 een lineair<br />

contourelement als referentie-element.<br />

De schroefdraad wordt met G31 bewerkt.<br />

Bij standaard-schroefdraad worden de<br />

parameters P, R, A en W door de <strong>CNC</strong> PI-<br />

LOT vastgelegd.<br />

Maak gebruik van Q=12, wanneer u<br />

individuele parameters wilt toepassen.<br />

De schroefdraad wordt over de lengte van het<br />

referentie-element gemaakt. Bij bewerkingen<br />

zonder draaduitloop moet nog een lineair<br />

element worden geprogrammeerd, zodat de<br />

<strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> de draadoverloop zonder<br />

botsingsgevaar kan uitvoeren.


D: referentiepunt (positie van de draaduitloop) - default: 0<br />

■ D=0: draaduitloop aan het einde v.h. referentie-element<br />

■ D=1: draaduitloop aan het begin van het referentie-element<br />

H: aantal gangen - default: 1<br />

A: flankhoek links - alleen bij Q=12 opgeven<br />

W: flankhoek rechts - alleen bij Q=12 opgeven<br />

R: draadbreedte - alleen bij Q=12 opgeven<br />

E: variabele spoed (vergroot/verkleint de spoed per omwenteling met<br />

E) - default: 0<br />

Vormelementen<br />

voor contourbeschrijving<br />

21


Vormelementen<br />

voor contourbeschrijving<br />

22<br />

Boring (centrisch) G49-Geo<br />

Met G49 wordt een afzonderlijke boring met verzinking en schroefdraad<br />

op de hartlijn (voor- of achterkant) vastgelegd.<br />

Parameter<br />

Z: positie begin v.d. boring (referentiepunt)<br />

B: boringdiameter<br />

P: boringdiepte (zonder boorpunt)<br />

W: boorpunthoek - default: 180°<br />

R: erzinkingsdiameter<br />

U: verzinkingsdiepte<br />

E: verzinkingshoek<br />

I: draaddiameter<br />

J: draaddiepte<br />

K: draadaansnijding (uitlooplengte)<br />

F: spoed<br />

V: linkse of rechtse schroefdraad - default: 0<br />

■ V=0: rechtse schroefdraad<br />

■ V=1: linkse schroefdraad<br />

A: hoek (positie van de boring) - default: 0<br />

■ A=0: voorkant<br />

■ A=180: achterkant<br />

O: centreerdiameter<br />

G49 wordt in het onderdeel "BEW. WERKSTUK"<br />

geprogrammeerd (niet in "VOORKANT" of "ACHTERKANT").<br />

De met G49 vastgelegde contour wordt met G71...G74<br />

bewerkt.


Overzicht: hulpcommando's voor contourbeschrijving<br />

G7 Nauwkeurige stop aan<br />

G8 Nauwkeurige stop uit<br />

G9 Nauwkeurige stop (regelgewijs)<br />

G10 Beïnvloedt de nabewerkingsvoeding voor de complete contour<br />

G38 Beïnvloedt de nabewerkingsvoeding voor basiselementen<br />

regelgewijs<br />

G39 Alleen voor vormelementen:<br />

■ beïnvloedt de nabewerkingsvoeding<br />

■ additieve correcties<br />

■ equidistante overmaten<br />

G52 Equidistante overmaten - regelgewijs<br />

G95 Legt de nabewerkingsvoeding voor de complete contour vast<br />

G149 Additieve correcties voor de complete contour<br />

Nauwkeurige stop aan G7-Geo<br />

Met G7 wordt "nauwkeurige stop" ingeschakeld. Deze functie blijft tot<br />

het moment van uitschakeling ingeschakeld. Bij "nauwkeurige stop" start<br />

de <strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> de volgende regel, wanneer het "tolerantievenster positie"<br />

bij het eindpunt bereikt is (tolerantievenster: zie machineparameters<br />

1106, 1156, ...).<br />

De NC-regel waarin G7 is geprogrammeerd, wordt al met een<br />

"nauwkeurige stop" uitgevoerd.<br />

"Nauwkeurige stop" geldt voor basiselementen van de contour<br />

die met G890 of G840 worden bewerkt.<br />

Nauwkeurige stop uit G8-Geo<br />

Met G8 wordt "nauwkeurige stop" uitgeschakeld. De regel waarin G8<br />

wordt geprogrammeerd, wordt zonder "nauwkeurige stop" uitgevoerd.<br />

Nauwkeurige stop regelgewijs G9-Geo<br />

G9 activeert de "nauwkeurige stop" voor de NC-regel<br />

waarin deze geprogrammeerd wordt (zie ook "G7-<br />

Geo").<br />

Oppervlakteruwheid G10-Geo<br />

G10 beïnvloedt de nabewerkingsvoeding van de G890<br />

en bepaalt daarmee de ruwheid van het werkstuk.<br />

Informatie over programmering<br />

■ De met G10 ingeschakelde "oppervlakteruwheid"<br />

blijft ingeschakeld, totdat deze functie wordt<br />

uitgeschakeld.<br />

■ Met G10 zonder parameters wordt de<br />

"oppervlakteruwheid" uitgeschakeld.<br />

■ Met G95-Geo wordt de "oppervlakteruwheid"<br />

uitgeschakeld.<br />

■ G10 RH... (zonder "H") wordt de geldige<br />

"oppervlakteruwheid" regelgewijs overschreven.<br />

■ Met G38-Geo wordt de geldige<br />

"oppervlakteruwheid" regelgewijs overschreven.<br />

Parameter<br />

H: type oppervlakteruwheid (zie ook DIN 4768)<br />

■ H=1: algemene oppervlakteruwheid<br />

(profieldiepte) Rt1<br />

■ H=2: gemiddelde ruwheid Ra<br />

■ H=3: gemiddelde oppervlakteruwheid Rz<br />

RH: oppervlakteruwheid (in µm, inch-modus: µinch)<br />

De "oppervlakteruwheid" geldt uitsluitend voor<br />

basiselementen van de contour.<br />

Hulpfuncties<br />

voor contourbeschrijving<br />

23


Hulpfuncties<br />

voor contourbeschrijving<br />

24<br />

Voedingsreductie G38-Geo<br />

Met G38 wordt een "speciale voeding" voor de G890 vastgelegd.<br />

Parameter<br />

E: speciale voedingsfactor (0 < E £ 1) - default: 1<br />

(speciale voeding = actieve voeding * E)<br />

Attributen voor overlappende elementen G39-Geo<br />

G39 beïnvloedt de bewerking van de G890 voor volgende overlappende<br />

elementen (vormelementen):<br />

■ Afkantingen/afrondingen (aansluitend op basiselementen)<br />

■ draaduitlopen<br />

■ insteken<br />

Beïnvloede bewerking:<br />

■ speciale voeding<br />

■ oppervlakteruwheid<br />

■ additieve D-correcties<br />

■ equidistante overmaten<br />

Parameter<br />

F: voeding per omwenteling<br />

V: type oppervlakteruwheid (zie ook DIN 4768)<br />

■ V=1: algemene oppervlakteruwheid (profieldiepte) Rt1<br />

■ V=2: gemiddelde ruwheid Ra<br />

■ V=3: gemiddelde oppervlakteruwheid Rz<br />

RH: oppervlakteruwheid (µm, inch-modus: µinch)<br />

D: Nummer van de additieve correctie (901 £ D £ 916)<br />

Informatie over programmering<br />

■ G38 werkt regelgewijs.<br />

■ G38 wordt vóór het te beïnvloeden contourelement<br />

geprogrammeerd.<br />

■ G38 vervangt een speciale voeding of een<br />

geprogrammeerde oppervlakteruwheid.<br />

De "speciale voeding" geldt uitsluitend voor<br />

basiselementen van de contour.<br />

P: overmaat (radius)<br />

H: (werking van P) absoluut / additief - default: 0<br />

■ H=0: P vervangt G57-/G58-overmaten<br />

■ H=1: P wordt bij G57-/G58-overmaten<br />

opgeteld<br />

E: speciale voedingsfactor (0 < E £ 1) - default: 1<br />

(speciale voeding = actieve voeding * E)<br />

Informatie over programmering<br />

■ G39 werkt regelgewijs.<br />

■ G39 wordt vóór het te beïnvloeden contourelement<br />

geprogrammeerd.<br />

■ G50 voor een cyclus (programmadeel<br />

BEWERKING) betekent dat G39-overmaten voor<br />

deze cyclus worden uitgeschakeld<br />

Oppervlakteruwheid ("V, RH"),<br />

nabewerkingsvoeding ("F") en speciale<br />

voeding ("E") alternatief gebruiken !


Overmaat regelgewijs G52-Geo<br />

Met G52 wordt een equidistante overmaat vastgelegd waarmee in<br />

G810, G820, G830, G860 en G890 rekening wordt gehouden.<br />

Informatie over programmering<br />

■ G52 werkt regelgewijs.<br />

■ G52 wordt geprogrammeerd in de NC-regel met het contourelement<br />

dat moet worden veranderd.<br />

■ G50 voor een cyclus (programmadeel BEWERKING) betekent dat<br />

G52-overmaten voor deze cyclus worden uitgeschakeld<br />

Parameter<br />

P: overmaat (radius)<br />

H: (werking van P) absoluut / additief - default: 0<br />

■ H=0: P vervangt G57-/G58-overmaten<br />

■ H=1: P wordt bij G57-/G58-overmaten opgeteld<br />

Voeding per omwenteling G95-Geo<br />

G95 beïnvloedt de nabewerkingsvoeding van de G890.<br />

Informatie over programmering<br />

■ G95 blijft ingeschakeld, tot deze functie wordt uitgeschakeld<br />

■ Met G10 wordt nabewerkingsvoeding G95 uitgeschakeld<br />

Parameter<br />

F: voeding per omwenteling<br />

Oppervlakteruwheid en nabewerkingsvoeding alternatief<br />

toepassen.<br />

Nabewerkingsvoeding G95 vervangt een in het<br />

bewerkingsdeel vastgelegde nabewerkingsvoeding.<br />

Additieve correctie G149-Geo<br />

De <strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> maakt gebruik van 16<br />

correctiewaarden die niet van het gereedschap<br />

afhankelijk zijn.<br />

De additieve correctie wordt geactiveerd met G149<br />

gevolgd door een "D-nummer" (bijvoorbeeld: G149<br />

D901). Met "G149 D900" wordt de additieve correctie<br />

uitgeschakeld.<br />

Informatie over programmering<br />

■ Additieve correcties gelden vanaf de regel waarin<br />

G149 is geprogrammeerd.<br />

■ Een additieve correctie blijft actief:<br />

tot de volgende "G149 D900"<br />

tot het einde van de beschrijving van het<br />

bewerkte werkstuk<br />

Parameter<br />

D: additieve correctie - default: D900 - bereik:<br />

900..916<br />

Let op de beschrijvingsrichting van de contour!<br />

Hulpfuncties<br />

voor contourbeschrijving<br />

25


Overlappende contouren<br />

26<br />

Begin kamer/eiland G308-Geo<br />

Met G308 wordt een "nieuw" referentievlak/"nieuwe" referentiediameter<br />

bij hiërarchisch geneste contouren aan de voorkant, aan de achterkant of<br />

in het mantelvlak vastgelegd.<br />

Parameter<br />

P: diepte bij kamers, hoogte bij eilanden<br />

Het voorteken van "diepte P" bepaalt de positie van de te frezen contour:<br />

■ P0: eiland<br />

Programmadeel P Oppervlak Freesbodem<br />

VOORKANT P0 Z+P Z<br />

ACHTERKANT P0 Z–P Z<br />

MANTEL P0 X+(P*2) X<br />

De freescycli werken van het "oppervlak" in de richting van de<br />

"freesbodem".<br />

X: referentiediameter uit de programmadeel-aanduiding<br />

Z: referentievlak uit de programmadeel-aanduiding<br />

P: "diepte" uit G308 of uit cyclusparameter<br />

Einde kamer/eilandG309-Geo<br />

Een "referentievlak" wordt met G309 afgesloten. Elk met G308<br />

vastgelegd referentievlak moet met G309 afgesloten worden!<br />

Let bij "P" op het volgende: door het<br />

optellen van een negatief getal wordt de<br />

uitkomst kleiner - door het aftrekken van<br />

een negatief getal wordt de uitkomst groter.<br />

Eilanden: met de vlakfreescycli wordt het<br />

gehele in de contourdefinitie beschreven<br />

vlak gefreesd. Met eilanden die in dit vlak<br />

zijn vastgelegd, wordt geen rekening<br />

gehouden.


Startpunt contour voorkant G100-Geo<br />

Met G100 wordt het beginpunt van een contour aan de voorkant of<br />

achterkant vastgelegd.<br />

Parameter<br />

X, C: beginpunt in poolcoördinaten (diameter, starthoek)<br />

XK,YK: beginpunt in cartesiaanse coördinaten<br />

Baan contour voorkant G101-Geo<br />

Met G101 wordt een baan in een contour aan de voorkant of achterkant<br />

vastgelegd.<br />

Parameter<br />

X, C: eindpunt in poolcoördinaten (diameter, eindhoek)<br />

XK,YK: eindpunt in cartesiaanse coördinaten<br />

A: hoek t.o.v. XK-as<br />

B: afkanting/afronding<br />

■ B geen invoer: tangentiale overgang<br />

■ B=0: niet-tangentiale overgang<br />

■ B>0: afrondingsradius<br />

■ B


Basiselementen<br />

contour voorkant/achterkant<br />

28<br />

Cirkelboog contour voorkant G102-/G103-Geo<br />

Met G102/G103 wordt een cirkelboog in een contour aan de voorkant of<br />

achterkant vastgelegd. De rotatierichting ziet u in het helpscherm.<br />

Parameter<br />

X, C: eindpunt in poolcoördinaten (diameter, eindhoek)<br />

XK,YK: eindpunt in cartesiaanse coördinaten<br />

R: radius<br />

I, J: middelpunt in cartesiaanse coördinaten<br />

Q: keuze snijpunt - default: 0<br />

■ Q=0: snijpunt op afstand<br />

■ Q=1: snijpunt dichtbij<br />

B: afkanting/afronding aan einde van cirkelboog<br />

■ B geen invoer: tangentiale overgang<br />

■ B=0: niet-tangentiale overgang<br />

■ B>0: afrondingsradius<br />

■ B


Boring voorkant G300-Geo<br />

Met G300 wordt een boring met vrijloop en schroefdraad aan de<br />

voorkant of achterkant vastgelegd.<br />

Parameter<br />

XK,YK: middelpunt boring<br />

B: boordiameter<br />

P: boordiepte (zonder boorpunt)<br />

W: boorpunthoek - default: 180°<br />

R: verzinkingsdiameter<br />

U: verzinkingsdiepte<br />

E: verzinkingshoek<br />

I: draaddiameter<br />

J: draaddiepte<br />

K: draadaansnijding (uitlooplengte)<br />

F: spoed<br />

V: linkse of rechtse schroefdraad - default: 0<br />

■ V=0: rechtse schroefdraad<br />

■ V=1: linkse schroefdraad<br />

A: hoek (referentie: Z-as)<br />

■ voorkant - default: 0° (bereik: -90° < A < 90°)<br />

■ achterkant - default: 180° (bereik: 90° < A < 270°)<br />

O: centreerdiameter<br />

Met G300-Geo vastgelegde boringen met G71...G74 bewerken.<br />

Figuren contour<br />

voorkant/achterkant<br />

29


Figuren contour<br />

voorkant/achterkant<br />

30<br />

Lineaire sleuf voorkant G301-Geo<br />

Met G301 wordt een lineaire sleuf aan de voorkant of achterkant<br />

vastgelegd.<br />

Parameter<br />

XK,YK: middelpunt van de sleuf<br />

A: hoek langsas van de sleuf (referentie: XK-as) - default: 0°<br />

K: sleuflengte<br />

B: sleufbreedte<br />

P: diepte/hoogte - geen invoer: "P" uit G308<br />

■ P0: eiland<br />

Ronde sleuf voorkant G302-/G303-Geo<br />

Met G302/G303 wordt een ronde sleuf aan de voorkant of achterkant<br />

vastgelegd.<br />

Parameter<br />

I, J: krommingsmiddelpunt van de sleuf<br />

R: krommingsradius (referentie: middelpuntsbaan van de sleuf)<br />

A: hoek beginpunt van de sleuf (referentie: XK-as) - default: 0<br />

W: hoek eindpunt van de sleuf (referentie: XK-as)<br />

B: sleufbreedte<br />

P: diepte/hoogte - geen invoer: "P" uit G308<br />

■ P0: eiland<br />

Voorbeeld: G302-Geo


Volledige cirkel voorkant G304-Geo<br />

Met G304 wordt een volledige cirkel aan de voorkant of achterkant<br />

vastgelegd.<br />

Parameter<br />

XK,YK: cirkelmiddelpunt<br />

R: radius van de cirkel<br />

P: diepte/hoogte - geen invoer: "P" uit G308<br />

■ P0: eiland<br />

Rechthoek voorkant G305-Geo<br />

Met G305 wordt een rechthoek aan de voorkant of achterkant<br />

vastgelegd.<br />

Parameter<br />

XK,YK: middelpunt van de rechthoek<br />

A: hoek langsas (referentie: XK-as) - default: 0°<br />

K: lengte van de rechthoek<br />

B: (hoogte) breedte van de rechthoek<br />

R: afkanting/afronding - default: 0<br />

■ R>0: afrondingsradius<br />

■ R


Figuren contour voorkant/<br />

achterkant<br />

32<br />

Regelmatige veelhoek voorkant G307-Geo<br />

Met G307 wordt een regelmatige veelhoek aan de voorkant of<br />

achterkant vastgelegd.<br />

Parameter<br />

XK,YK: middelpunt van de veelhoeks<br />

Q: aantal zijden (Q³3)<br />

A: hoek t.o.v. een zijde van de veelhoek (referentie: XK-as) - default: 0°<br />

K: lengte van zijde<br />

■ K>0: lengte van zijde<br />

■ K0: afrondingsradius<br />

■ R


Rond patroon voorkant G402-Geo<br />

Met G402 wordt een rond patroon aan de voorkant of achterkant<br />

vastgelegd. G402 werkt op de figuur die in de volgende regel is<br />

vastgelegd (G300..305, G307).<br />

Programmeerinstructies<br />

■ Programmeer de boring/figuur in de volgende regel zonder middelpunt -<br />

met uitzondering van ronde sleuf.<br />

■ De freescyclus (programmadeel BEWERKING) roept de boring/figuur<br />

in de volgende regel op - niet de patroondefinitie.<br />

Parameter<br />

Q: aantal figuren<br />

K: patroondiameter<br />

A, W: starthoek, eindhoek - positie eerste/laatste figuur (referentie: XKas)<br />

- default: A=0°; W=360°<br />

Wi: hoek tussen twee figuren<br />

V: richting (oriëntatie) - default: 0<br />

■ V=0 – zonder W: opdeling volledige cirkel<br />

■ V=0 – met W: opdeling over langere cirkelboog<br />

■ V=0 – met Wi: voorteken van Wi bepaalt de richting<br />

(Wi


Basiselementen<br />

mantelvlakcontour<br />

34<br />

Startpunt mantelvlakcontour G110-Geo<br />

Met G110 wordt het beginpunt van een mantelvlakcontour vastgelegd.<br />

Parameter<br />

Z, C: beginpunt van de contour (beginpunt, starthoek)<br />

CY: starthoek als "baanmaat"<br />

Programmeer Z, C of Z, CY.<br />

Baan mantelvlakcontour G111-Geo<br />

Met G111 wordt een baan in een mantelvlakcontour vastgelegd.<br />

Parameter<br />

Z, C: eindpunt, eindhoek<br />

CY: eindhoek als "baanmaat"<br />

A: hoek (referentie: negatieve Z-as)<br />

B: afkanting/afrondingg<br />

■ B geen invoer: tangentiale overgang<br />

■ B=0: niet-tangentiale overgang<br />

■ B>0: afrondingsradius<br />

■ B


Cirkelboog mantelvlakcontour G112-/G113-Geo<br />

Met G112/G113 wordt een cirkelboog in een mantelvlakcontour<br />

vastgelegd. De rotatierichting ziet u in het helpscherm.<br />

Parameter<br />

Z, C: eindpunt, eindhoek<br />

CY: eindhoek als "baanmaat"<br />

R: radius<br />

K: middelpunt (in Z-richting)<br />

W: hoek van het middelpunt<br />

J: hoek van het middelpunt als "baanmaat"<br />

Q: keuze snijpunt - default: 0<br />

■ Q=0: snijpunt op afstand<br />

■ Q=1: snijpunt dichtbij<br />

B: afkanting/afronding<br />

■ B geen invoer: tangentiale overgang<br />

■ B=0: niet-tangentiale overgang<br />

■ B>0: afrondingsradius<br />

■ B


Figuren mantelvlakcontour<br />

36<br />

Boring mantelvlak G310-Geo<br />

Met G310 wordt een boring met vrijloop en schroefdraad in het<br />

mantelvlak vastgelegd.<br />

Parameter<br />

Z, C: middelpunt van de boring (positie, hoek)<br />

CY: hoek als "baanmaat"<br />

B: boordiameter<br />

P: boordiepte (zonder boorpunt)<br />

W: boorpunthoek - default: 180°<br />

R: verzinkingsdiameter<br />

U: verzinkingsdiepte<br />

E: verzinkingshoek<br />

I: draaddiameter<br />

J: draaddiepte<br />

K: draadaansnijding (uitlooplengte)<br />

F: spoed<br />

V: linkse of rechtse schroefdraad - default: 0<br />

■ V=0: rechtse schroefdraad<br />

■ V=1: linkse schroefdraad<br />

A: hoek (referentie: Z-as) - default: 90° = verticale boring<br />

(bereik: 0° < A < 180°)<br />

O: centreerdiameter<br />

Met G310 vastgelegde contouren met G71...G74 bewerken.


Rechte sleuf in mantelvlak G311-Geo<br />

Met G311 wordt een rechte sleuf in het mantelvlak vastgelegd.<br />

Parameter<br />

Z, C: middelpunt van de sleuf (positie, hoek)<br />

CY: hoek als "baanmaat"<br />

A: hoek langsas van de sleuf (referentie: Z-as) - default: 0°<br />

K: sleuflengte<br />

B: sleufbreedte<br />

P: diepte van de kamer - geen invoer: "P" uit G308<br />

Ronde sleuf mantelvlak G312-/G313-Geo<br />

Met G312/G313 wordt een ronde sleuf in het mantelvlak vastgelegd.<br />

Parameter<br />

Z, C: krommingsmiddelpunt van de sleuf (positie, hoek)<br />

CY: hoek als "baanmaat"<br />

R: krommingsradius (referentie: middelpuntsbaan van de sleuf)<br />

A: hoek beginpunt van de sleuf (referentie: Z-as)<br />

W: hoek eindpunt van de sleuf (referentie: Z-as)<br />

B: sleufbreedte<br />

P: diepte van de kamer - geen invoer: "P" uit G308<br />

Voorbeeld: G312-Geo<br />

Figuren mantelvlakcontour<br />

37


Figuren mantelvlakcontour<br />

38<br />

Volledige cirkel mantelvlak G314-Geo<br />

Met G314 wordt een volledige cirkel op het mantelvlak vastgelegd.<br />

Parameter<br />

Z, C: cirkelmiddelpunt (positie, hoek)<br />

CY: hoek als "baanmaat"<br />

R: radius van de cirkel<br />

P: diepte van de kamer - geen invoer: "P" uit G308<br />

Rechthoek mantelvlak G315-Geo<br />

Met G315 wordt een rechthoek op het mantelvlak vastgelegd.<br />

Parameter<br />

Z, C: middelpunt van de rechthoek (positie, hoek)<br />

CY: hoek als "baanmaat"<br />

A: hoek langsas (referentie: Z-as) - default: 0°<br />

K: lengte van de rechthoek<br />

B: breedte (hoogte) van de rechthoek<br />

R: afkanting/afronding - default: 0<br />

■ R>0: afrondingsradius<br />

■ R


Regelmatige veelhoek mantelvlak G317-Geo<br />

Met G317 wordt een regelmatige veelhoek in het mantelvlak vastgelegd.<br />

Parameter<br />

Z, C: middelpunt van de veelhoek (positie, hoek)<br />

CY: hoek als "baanmaat"<br />

Q: aantal zijden (Q³3)<br />

A: hoek t.o.v. een zijde van de veelhoek (referentie: Z-as) - default: 0°<br />

K: lengte van zijde<br />

■ K>0: lengte van zijde<br />

■ K0: afrondingsradius<br />

■ R


Figuren mantelvlakcontour<br />

40<br />

Patroon lineair mantelvlak G411-Geo<br />

Met G411 wordt een lineair patroon op het mantelvlak vastgelegd. G411<br />

werkt op de boring/figuur die in de volgende regel is vastgelegd<br />

(G310..315, 317).<br />

Parameter<br />

Q: aantal figuren<br />

Z, C: beginpunt, starthoek van het patroon<br />

K, W: eindpunt, eindhoek patroon<br />

Ki: afstand tussen de figuren (in Z-richting)<br />

Wi: hoekafstand tussen de figuren<br />

A: hoek langsas van het patroon (referentie: Z-as)<br />

R: totale lengte van patroon<br />

Ri: afstand tussen twee figuren (patroonafstand)<br />

Bij de programmering van "Q, Z en C" worden de boringen/figuren<br />

gelijkmatig langs de omtrek verdeeld.


Rond patroon mantelvlak G412-Geo<br />

Met G412 wordt een rond patroon op het mantelvlak vastgelegd. G412<br />

werkt op de boring/figuur die in de volgende regel is vastgelegd<br />

(G310..315, 317).<br />

Programmeerinstructies<br />

■ Programmeer de boring/figuur in de volgende regel zonder middelpunt -<br />

met uitzondering van ronde sleuf.<br />

■ De freescyclus (programmadeel BEWERKING) roept de boring/figuur<br />

in de volgende regel op - niet de patroondefinitie.<br />

Parameter<br />

Q: aantal figuren<br />

K: cirkeldiameter<br />

A, W: starthoek, eindhoek - positie eerste/laatste figuur (referentie:<br />

Z-as) - default: A=0°; W=360°<br />

Wi: afstand tussen twee figuren<br />

V: richting (oriëntatie) - default: 0<br />

■ V=0 – zonder W: opdeling volledige cirkel<br />

■ V=0 – met W: opdeling over langere cirkelboog<br />

■ V=0 – met Wi: voorteken van Wi bepaalt de richting<br />

(Wi


Overzicht: bewerkingsdeel<br />

42<br />

G-functies in het te bewerken deel<br />

De hieronder vermelde functies moeten voorafgegaan worden<br />

door de programmadeel-aanduiding BEWERKING.<br />

Bij contourgerelateerde draaicycli kunt u in "NS, NE" de<br />

verwijzing naar de contourbeschrijving definiëren. Deze<br />

verwijzingen kunnen als volgt worden bepaald:<br />

Contourweergave activeren (menu-item "Grafische<br />

weergave").<br />

Cursor op het veld "NS/NE" plaatsen en op de toets "Verder"<br />

drukken.<br />

Kies met de pijltjestoets naar links/rechts het gewenste<br />

contourelement.<br />

Met de pijltjestoets omhoog/omlaag gaat u van de ene naar<br />

de andere contour (ook contouren aan voorkant, etc.).<br />

Regelnummer van het contourelement overnemen ("Entertoets").<br />

Wanneer op de pijltjestoets omhoog/omlaag wordt<br />

gedrukt, houdt de <strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> ook rekening met<br />

contouren die niet op het beeldscherm worden<br />

getoond.<br />

Gereedschapsverplaatsing zonder bewerking Bladzijde<br />

G0 Positioneren in ijlgang 45<br />

G14 Gereedschapswisselpositie benaderen 45<br />

G701 IJlgang in machinecoördinaten 46<br />

Enkelvoudige lineaire verplaatsingen en cirkelbogen Bladzijde<br />

G1 Lineaire verplaatsing 46<br />

G2 Cirkelboog 47<br />

G3 Cirkelboog 47<br />

G12 Cirkelboog 47<br />

G13 Cirkelboog 47<br />

Voeding, toerental Bladzijde<br />

Gx26 Toerentalbegrenzing * 48<br />

G48 Versnelling (slope) 48<br />

G64 Intermitterende voeding 49<br />

Gx93 Voeding per tand * 49<br />

G94 Minutenvoeding 49<br />

Gx95 Voeding per omwenteling 49<br />

Gx96 Constante snijsnelheid 49<br />

Gx97 Toerental 49<br />

Snijkantradiuscompensatie (SRC/FRC) Bladzijde<br />

G40 FRC/SRC uitschakelen 50<br />

G41 SRC/FRC links 50<br />

G42 SRC/FRC rechts 50<br />

* "x" = nummer van de spil (0...3)


Nulpuntverschuivingen Bladzijde<br />

Overzicht nulpuntverschuivingen 51<br />

G51 Nulpuntverschuiving (relatief) 51<br />

G53 Parameterafhankelijke nulpuntversch. 52<br />

G54 Parameterafhankelijke nulpuntversch. 52<br />

G55 Parameterafhankelijke nulpuntversch. 52<br />

G56 Additieve nulpuntverschuiving (relatief) 52<br />

G59 Nulpuntverschuiving (absoluut) 53<br />

G121 Contour spiegelen/verplaatsen 54<br />

G152 Nulpuntverschuiving C-as 82<br />

Overmaten, veiligheidsafstanden Bladzijde<br />

G47 Veiligheidsafstanden instellen 55<br />

G50 Overmaat uitschakelen 55<br />

G57 Overmaat asparallel 56<br />

G58 Overmaat parallel aan contour 56<br />

G147 Veiligheidsafstand (freesbewerking) 56<br />

Gereedschap, correcties Bladzijde<br />

T Gereedschap verwisselen 57<br />

G148 (Veranderen van) snijkantcorrectie 57<br />

G149 Additieve correctie 58<br />

G150 Compensatie rechter gereedschapspunt 58<br />

G151 Compensatie linker gereedschapspunt 58<br />

Eenvoudige draaicycli Bladzijde<br />

G80 Cycluseinde 59<br />

G81 Eenvoudig voorbewerken overlangs 59<br />

G82 Eenvoudig voorbewerken overdwars 59<br />

G83 Eenvoudig voorbewerken parallel aan contour 60<br />

G85 Draaduitloop 61<br />

G86 Enkelvoudige insteekcyclus 63<br />

G87 Overgangsradiussen 64<br />

G88 Afkanting 64<br />

Contourgerelateerde draaicycli Bladzijde<br />

G810 Voorbewerkingscyclus overlangs 65<br />

G820 Voorbewerkingscyclus overdwars 65<br />

G830 Voorbewerkingscyclus parallel aan de contour 67<br />

G835 Parallel aan contour met neutraal gereedschap 68<br />

G860 Insteekcyclus universeel 69<br />

G866 Enkelvoudige insteekcyclus 70<br />

G869 Steekdraaicyclus 71<br />

G890 Nabewerkingscyclus 72<br />

Schroefdraadcycli Bladzijde<br />

G31 Schroefdraadcyclus 74<br />

G32 Enkelvoudige draadcyclus 75<br />

G33 Afzonderlijke draadsnijgang 76<br />

Boorcycli Bladzijde<br />

G36 Draadtappen 77<br />

G71 Enkelvoudige boorcyclus 78<br />

G72 Uitboren, verzinken etc. 79<br />

G73 Draadtapcyclus 80<br />

G74 Diepboorcyclus 81<br />

C-as Bladzijde<br />

G120 Referentiediameter mantelvlak-bewerking 82<br />

G152 Nulpuntverschuiving C-as 82<br />

G153 C-as standaardiseren 82<br />

Bewerking van voorkant Bladzijde<br />

G100 IJlgang voor-/achterkant 83<br />

G101 Lineaire verplaatsing voor-/achterkant 83<br />

G102 Cirkelboog voor-/achterkant 84<br />

G103 Cirkelboog voor-/achterkant 84<br />

Overzicht: bewerkingsdeel<br />

43


Overzicht:<br />

G-functies bewerkingsdeel<br />

44<br />

Mantelvlakbewerking Bladzijde<br />

G110 IJlgang mantelvlak 85<br />

G111 Lineaire verplaatsing mantelvlak 85<br />

G112 Cirkelboog mantelvlak 86<br />

G113 Cirkelboog mantelvlak 86<br />

G120 Referentiediameter mantelvlak-bewerking 82<br />

Freescycli Bladzijde<br />

G840 Contourfrezen 87<br />

G845 Kamerfrezen voorbewerken 89<br />

G846 Kamerfrezen nabewerken 89<br />

Overige G-functies Bladzijde<br />

G4 Stilstandstijd 90<br />

G7 Nauwkeurige stop aan 90<br />

G8 Nauwkeurige stop uit 90<br />

G9 Nauwkeurige stop (regelgewijs) 90<br />

G60 Veiligheidszone uitschakelen 90<br />

G65 Spanmiddel voor grafische weergave 91<br />

G98 Toewijzing spil - werkstuk 91<br />

G121 Contour spiegelen/verplaatsen 54<br />

G702 Contourcorrectie opslaan/laden 92<br />

G703 Contourcorrectie aan/uit 92<br />

G720 Spilsynchronisatie 92<br />

G905 Verspringing hoek C meten 92<br />

G918 Voorsturing aan/uit 93<br />

G919 Spil-override 100% 93<br />

G920 Nulpuntverschuiving uitschakelen 93<br />

G921 Nulpuntverschuiving en<br />

gereedschaps-maten uitschakelen 93<br />

Overige G-functies Bladzijde<br />

G980 Nulpuntverschuiving inschakelen 93<br />

G981 Nulpuntverschuiving en<br />

gereedschaps-maten inschakelen 93<br />

Subprogramma's Bladzijde<br />

Subprogramma oproepen 94<br />

zie bedieningshandleiding<br />

G15 Rondas verplaatsen<br />

G30 Converteren<br />

G62 Eenzijdige synchronisatie<br />

G63 Synchrone start van verplaatsingen<br />

G119 C-as kiezen<br />

G162 Synchroonteken vastleggen<br />

G192 Voeding per minuut rondassen<br />

G204 Wachten op tijdstip<br />

G600 Voorselectie gereedschap magazijn/<br />

gereedschapsgroep<br />

G601 Verwisselen magazijn-gereedschap<br />

G710 Gereedschapsmaten aaneenschakelen<br />

G711 Activeren magazijn-gereedschap<br />

G717 Nominale waarden actualiseren<br />

G718 Volgfout uitsturen


IJlgang G0<br />

Het gereedschap verplaatst zich in ijlgang via de kortste weg naar het<br />

"eindpunt X".<br />

Parameter<br />

X, Z: diameter, lengte eindpunt (X diametermaat)<br />

Gereedschapswisselpositie G14<br />

De slede verplaatst zich in ijlgang naar de gereedschapswisselpositie.<br />

De coördinaten van de wisselpositie legt u in de instelmodus vast.<br />

Parameter<br />

Q: volgorde - default: 0<br />

0: diagonale verplaatsing<br />

1: eerst in X-, daarna in Z-richting<br />

2: eerst in Z-, daarna in X-richting<br />

3: alleen in X-richting<br />

4: alleen in Z-richting<br />

Gereedschapsverplaatsingen<br />

zonder bewerking<br />

45


Enkelvoudige lineaire<br />

verplaatsingen en cirkelbogen<br />

46<br />

IJlgang in machinecoördinaten G701<br />

De slede verplaatst zich met ijlgang via de kortst mogelijke weg naar het<br />

"eindpunt".<br />

Parameter<br />

X, Z: eindpunt (X diametermaat)<br />

"X, Z" zijn gerelateerd aan het machinenulpunt en het<br />

referentiepunt van de slede.<br />

Lineaire verplaatsing G1<br />

Het gereedschap verplaatst zich lineair met voedingssnelheid naar het<br />

"eindpunt".<br />

Parameter<br />

X, Z: diameter, lengte eindpunt (X diametermaat)<br />

A: hoek (hoekrichting: zie helpscherm)<br />

Q: keuze snijpunt - default: Q=0<br />

■ Q=0: snijpunt dichtbij<br />

■ Q=1: snijpunt op afstand<br />

B: afkanting/afronding<br />

■ B geen invoer: tangentiale overgang<br />

■ B=0: niet-tangentiale overgang<br />

■ B>0: afrondingsradius<br />

■ B


Cirkelboog<br />

G2, G3 - incrementele, G12, G13 - absolute middelpuntmaat<br />

Het gereedschap verplaatst zich in een cirkel met voedingssnelheid naar<br />

het "eindpunt". In het helpscherm ziet u de rotatierichting van G2, G3<br />

resp. G12, G13.<br />

De speciale voeding geldt voor de afkanting/afronding.<br />

Parameter<br />

X, Z: diameter, lengte eindpunt (X diametermaat)<br />

R: radius (0 < R £ 200 000 mm)<br />

Q: keuze snijpunt - default: Q=0<br />

■ Q=0: snijpunt op afstand<br />

■ Q=1: snijpunt dichtbij<br />

B: afkanting/afronding<br />

■ B geen invoer: tangentiale overgang<br />

■ B=0: niet-tangentiale overgang<br />

■ B>0: afrondingsradius<br />

■ B


48<br />

Voeding, toerental<br />

Toerentalbegrenzing<br />

G26: hoofdspil; Gx26: spil x (x: 1...3)<br />

Met G26/Gx26 wordt het toerental van spil x begrensd. De<br />

toerentalbegrenzing geldt tot het einde van het programma of totdat het<br />

door een nieuwe G26/Gx26 wordt vervangen.<br />

Parameter<br />

S: (maximum) toerental<br />

Versnelling (slope) G48<br />

Met G48 wordt het versneld benaderen en afremmen, en de maximale<br />

voeding vastgelegd. G48 blijft ingeschakeld tot het moment van<br />

uitschakeling.<br />

Zonder G48 gelden de parameterwaarden:<br />

■ Anfahr- und Abbremsbeschleunigung: Maschinen-Parameter 1105, ff<br />

„Beschleunigen/Abbremsen Linearachse“<br />

■ maximale voeding: machineparameters 1101 e.v. "maximale<br />

assnelheid"<br />

Parameter<br />

E: versneld benaderen - geen invoer: parameterwaarde<br />

F: versneld afremmen - geen invoer: parameterwaarde<br />

H: geprogrammeerde versnelling aan/uit<br />

■ H=0: geprogrammeerde versnelling na volgende verplaatsing<br />

uitschakelen<br />

■ H=1: geprogrammeerde versnelling inschakelen<br />

P: maximale voeding - geen invoer: parameterwaarde<br />

Het "absolute maximumtoerental" is in<br />

machineparameters 805 e.v. vastgelegd.<br />

Indien S > parameterwaarde, dan geldt de<br />

parameterwaarde.<br />

Indien P > parameterwaarde, dan geldt de<br />

parameterwaarde.<br />

"E, F en P" zijn gerelateerd aan de X-/Z-as.<br />

De versnelling/voeding van de slede is bij<br />

niet-asparallelle verplaatsingen groter.


Intermitterende voeding G64<br />

Met G64 wordt de geprogrammeerde voeding kort onderbroken.<br />

■ inschakelen: G64 met "E en F" programmeren<br />

■ uitschakelen: G64 zonder parameters programmeren<br />

Parameter<br />

E: pauzetijd (bereik: 0,01s < E < 99,99s)<br />

F: voedingstijd (bereik: 0,01s < E < 99,99s)<br />

Voeding per tand spil x Gx93<br />

Met Gx93 (x: spil 1...3) wordt de voeding afhankelijk van de aandrijving<br />

vastgelegd, gerelateerd aan het aantal tanden van de toegepaste frees.<br />

Parameter<br />

F: voeding per tand (mm/tand / inch/tand)<br />

De actuele waarde toont de voeding in mm/omw.<br />

Voeding constant G94 (minutenvoeding)<br />

Met G94 wordt de voeding onafhankelijk van de aandrijving<br />

vastgelegd.<br />

Parameter<br />

F: voeding per minuut (in mm/min / inch/min)<br />

Voeding per omwenteling Gx95<br />

G95: hoofdspil; Gx95: spil x (x: 1...3)<br />

Met G95/Gx95 wordt de voeding afhankelijk van de<br />

aandrijving vastgelegd.<br />

Parameter<br />

F: voeding per omwenteling (in mm/omwenteling /<br />

inch/omwenteling)<br />

Constante snijsnelheid Gx96<br />

G96: hoofdspil; Gx96: spil x (x: 1...3)<br />

Met G96/Gx96 wordt een constante snijsnelheid<br />

vastgelegd. Het spiltoerental is afhankelijk van de<br />

X-positie van de gereedschapspunt of de<br />

gereedschapsdiameter (aangedreven gereedschap).<br />

Parameter<br />

S: snijsnelheid (in m/min / ft/min)<br />

Toerental Gx97<br />

G97: hoofdspil; Gx97: spil x (x: 1...3)<br />

Met G97/Gx97 wordt een constant spiltoerental<br />

vastgelegd.<br />

Parameter<br />

S: toerental (in omwentelingen per minuut)<br />

Voeding, toerental<br />

49


Snijkant- en<br />

freesradiuscorrectie (SRC)<br />

50<br />

Snijkant- en freesradiuscompensatie (SRC/FRC) G40,<br />

G41, G42<br />

G40: SRC/FRC uitschakelen<br />

■ de SRC is tot en met de regel vóór G40 actief<br />

■ in de regel met G40 of in de regel na G40 is alleen een rechtlijnige<br />

verplaatsing toegestaan (G14 is niet toegestaan)<br />

G41/G42: SRC/FRC inschakelen<br />

■ in de regel met G41/G42 of ná de regel met G41/G42 moet een<br />

rechtlijnige verplaatsing (G0/G1) worden geprogrammeerd<br />

■ vanaf de volgende verplaatsing wordt rekening gehouden met SRC/<br />

FRC<br />

G41: SRC/FRC inschakelen - correctie van de snijkant-/freesradius in<br />

verplaatsingsrichting links van de contour<br />

G42: SRC/FRC inschakelen - correctie van de snijkant-/freesradius in<br />

verplaatsingsrichting rechts van de contour<br />

Parameter<br />

Q: bewerkingsvlak - default: 0<br />

■ Q=0: SRC op te draaien vlak (X-Z-vlak)<br />

■ Q=1: FRC aan voorkant (X-C-vlak)<br />

■ Q=2: FRC op mantelvlak (Z-C-vlak)<br />

■ Q=3: FRC aan voorkant (X-Y-vlak)<br />

■ Q=4: FRC op mantelvlak (Y-Z-vlak)<br />

H: uitvoer (alleen bij FRC) - default: 0<br />

■ H=0: opeenvolgende gedeeltes die elkaar snijden, worden niet<br />

bewerkt.<br />

■ H=1: de complete contour wordt bewerkt - ook wanneer<br />

gedeeltes elkaar snijden.<br />

O: voedingsreductie - default: 0<br />

■ O=0: voedingsreductie actief<br />

■ O=1: geen voedingsreductie<br />

Indien gereedschapsradius > contourradius,<br />

kunnen bij de SRC/FRC lussen ontstaan.<br />

Advies: maak gebruik van de<br />

nabewerkingscyclus G890 / freescyclus<br />

G840.<br />

FRC niet bij de aanzet naar het<br />

bewerkingsvlak selecteren.<br />

Let bij het oproepen van subprogramma's<br />

met "actieve SRC/FRC" op het volgende:<br />

schakel SRC/FRC in het hoofdprogramma<br />

uit, wanneer deze functie in het<br />

hoofdprogramma is ingeschakeld. - Schakel<br />

SRC/FRC in het subprogramma uit waarin<br />

deze functie is ingeschakeld.


Overzicht<br />

G51 ■ relatieve verschuiving<br />

■ geprogrammeerde verschuiving<br />

■ referentie: ingesteld werkstuknulpunt<br />

G53, G54, G55 ■ relatieve verschuiving<br />

■ verschuiving uit parameters<br />

■ referentie: ingesteld werkstuknulpunt<br />

G56 ■ additieve verschuiving<br />

■ geprogrammeerde verschuiving<br />

■ referentie: actueel werkstuknulpunt<br />

G59 ■ absolute verschuiving<br />

■ geprogrammeerde verschuiving<br />

■ referentie: machinenulpunt<br />

Nulpuntverschuiving G51<br />

Met G51 wordt het werkstuknulpunt om "Z" (of "X") verschoven. De<br />

verschuiving heeft betrekking op het werkstuknulpunt dat tijdens<br />

instelbedrijf is vastgelegd.<br />

Het referentiepunt blijft het werkstuknulpunt dat tijdens instelbedrijf is<br />

vastgelegd, ook als G51 meermaals wordt geprogrammeerd.<br />

De nulpuntverschuiving geldt tot het programma-einde of totdat het door<br />

andere nulpuntverschuivingen wordt opgeheven.<br />

Parameter<br />

X, Z: verschuiving (X radiusmaat) - default: 0<br />

Nulpuntverschuivingen<br />

51


Nulpuntverschuivingen<br />

52<br />

Parameterafhankelijke nulpuntverschuiving G53, G54,<br />

G55<br />

Met G53, G54, G55 wordt het werkstuknulpunt met de in de<br />

instelparameters 3, 4 en 5 vastgelegde waarde verschoven. De<br />

verschuiving heeft betrekking op het werkstuknulpunt dat tijdens<br />

instelbedrijf is vastgelegd.<br />

Het referentiepunt blijft het werkstuknulpunt dat tijdens instelbedrijf is<br />

vastgelegd, ook als G53, G54 en G55 meermaals worden<br />

geprogrammeerd.<br />

De nulpuntverschuiving geldt tot het programma-einde of totdat het door<br />

andere nulpuntverschuivingen wordt opgeheven.<br />

Een verschuiving in X moet als radiusmaat worden aangegeven.<br />

Nulpuntverschuiving incrementeel G56<br />

Met G56 wordt het werkstuknulpunt om "Z" (of "X") verschoven. De<br />

verschuiving heeft betrekking op het werkstuknulpunt dat op dat<br />

moment geldt.<br />

Als u G56 meermaals programmeert, wordt de verschuiving altijd bij het<br />

op dat moment geldende werkstuknulpunt opgeteld.<br />

Parameter<br />

X, Z: verschuiving (X radiusmaat) - default: 0


Nulpuntverschuiving absoluut G59<br />

Met G59 wordt het werkstuknulpunt op "X, Z" ingesteld. Het nieuwe<br />

werkstuknulpunt geldt tot het programma-einde.<br />

Parameter<br />

X, Z: nulpuntverschuiving (X radiusmaat)<br />

Met G59 worden de tot op dat moment geldende<br />

nulpuntverschuivingen (door G51, G53..G55 of G59) opgeheven.<br />

Nulpuntverschuivingen<br />

53


Nulpuntverschuivingen<br />

54<br />

Contour omklappen G121<br />

Met G121 wordt de contour van het onbewerkte en bewerkte werkstuk<br />

gespiegeld en/of verplaatst. Er wordt ten opzichte van de X-as<br />

gespiegeld en in Z-richting verplaatst. Het werkstuknulpunt wordt niet<br />

beïnvloed.<br />

Parameter<br />

H: spiegelen - standaard: 0<br />

■ H=0: contour verplaatsen - niet spiegelen<br />

■ H=1: contour verplaatsen, spiegelen en richting van de<br />

contourbeschrijving omdraaien<br />

Q: coördinatensysteem spiegelen (richting van de Z-as) -<br />

standaard: 0<br />

■ Q=0: niet spiegelen<br />

■ Q=1: spiegelen<br />

Z: verschuiving - default: 0<br />

D: spiegelen XC/XCR (contouren voorkant/achterkant spiegelen/<br />

verplaatsen) - standaard: 0<br />

■ D=0: niet spiegelen/verplaatsen<br />

■ D=1: spiegelen/verplaatsen<br />

Mantelvlakcontouren worden op dezelfde wijze gespiegeld/<br />

verplaatst als te draaien contouren.<br />

Hulpcontouren worden niet gespiegeld.<br />

Let er bij Q=1 op dat het coördinatensysteem, inclusief de<br />

contour, wordt gespiegeld - H=1 spiegelt alleen de contour.


Veiligheidsafstand G47<br />

Met G47 wordt de veiligheidsafstand voor de draaicycli vastgelegd:<br />

G810, G820, G830, G835, G860, G869, G890; boorcycli G71, G72, G74<br />

en freescycli G840...G846. Met G47 zonder parameters worden de<br />

parameterwaarden geactiveerd (bewerkingsparameter 2, ... -<br />

veiligheidsafstanden).<br />

Parameter<br />

P: veiligheidsafstanden<br />

G47 vervangt de in parameters of met G147 vastgelegde<br />

veiligheidsafstand.<br />

Veiligheidsafstand (boor- en freesbewerking) G147<br />

Met G147 wordt de veiligheidsafstand voor de freescycli G840...G846<br />

vastgelegd. Parameter "K" beïnvloedt de veiligheidsafstand bij<br />

boorbewerkingen (G71, G72, G74). G147 vervangt de in<br />

"Bewerkingsparameter 2, ... - veiligheidsafstanden" vastgelegde<br />

veiligheidsafstand.<br />

Parameter<br />

I: veiligheidsafstand freesvlak<br />

K: veiligheidsafstand in aanzetrichting (diepteverplaatsing)<br />

G147 vervangt de in parameters of met G47 vastgelegde<br />

veiligheidsafstand.<br />

Overmaat uitschakelen G50<br />

G50 schakelt met G52-/G39-Geo vastgelegde<br />

overmaten voor de volgende cyclus uit. Programmeer<br />

G50 vóór de cyclus.<br />

Overmaten, veiligheidsafstanden<br />

55


56<br />

Overmaten, veiligheidsafstanden<br />

Overmaat asparallel G57<br />

Met G57 worden verschillende overmaten in X en Z vastgelegd. G57 wordt<br />

voor de cyclus geprogrammeerd.<br />

Overmaten worden nadat de cyclus is uitgevoerd<br />

■ gewist: G810, G820, G830, G835, G860, G869, G890<br />

■ niet gewist: G81, G82, G83<br />

Parameter<br />

X, Z: overmaat (X diametermaat)<br />

Als de overmaten met G57 en in de cyclus zijn<br />

geprogrammeerd, wordt gebruikgemaakt van de overmaten in<br />

de cyclus.<br />

Overmaat parallel aan de contour (equidistant) G58<br />

Met G58 wordt een overmaat parallel aan de contour ingesteld. Bij G890<br />

is een negatieve overmaat toegestaan. G58 wordt vóór de cyclus<br />

geprogrammeerd.<br />

Overmaten worden nadat de cyclus is uitgevoerd:<br />

■ gewist: G810, G820, G830, G835, G860, G869, G890<br />

■ niet gewist: G81, G82, G83<br />

Parameter<br />

P: overmaat<br />

Als de overmaat met G58 en in de cyclus is geprogrammeerd,<br />

wordt gebruikgemaakt van de cyclusovermaat.


Gereedschapsoproep T<br />

"T" wordt gevolgd door het WAPP-nummer. U kunt het T-nummer direct<br />

invoeren of uit de gereedschapstabel kiezen (omschakelen met de toets<br />

VERDER).<br />

WAPP-nummer:<br />

W: gereedschapshoudernummer<br />

A: nummer van de opnamegroep<br />

PP: plaatsnummer in de gereedschapshouder<br />

Wanneer er met multi-gereedschap wordt gewerkt, programmeert u "T<br />

PP.S" resp. "T WAPP.S" (S=nummer van de hulpsnijkant).<br />

(Veranderen van) snijkantcorrectie G148<br />

Met "O" worden de te verrekenen slijtagecorrecties vastgelegd. Bij de<br />

programmastart en na een T-commando zijn DX, DZ actief.<br />

Parameter<br />

O: keuze - default: 0<br />

■ O=0: DX, DZ actief - DS niet-actief<br />

■ O=1: DS, DZ actief - DX niet-actief<br />

■ O=2: DX, DS actief - DZ niet-actief<br />

De steekcycli G860..G866 houden automatisch rekening met de<br />

"juiste" slijtagecorrectie.<br />

Gereedschap, correcties<br />

57


Gereedschap, correcties<br />

58<br />

Additieve correctie G149<br />

De <strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> maakt gebruik van 16 correctiewaarden die niet van het<br />

gereedschap afhankelijk zijn. De additieve correctie wordt geactiveerd<br />

met G149 gevolgd door een "D-nummer" (bijvoorbeeld: G149 D901). Met<br />

"G149 D900" wordt de additieve correctie uitgeschakeld.<br />

Parameter<br />

D: additieve correctie - default: D900; bereik: 900..916<br />

Compensatie rechter gereedschapspunt G150<br />

Compensatie linker gereedschapspunt G151<br />

Met G150/G151 wordt bij steekbeitels en halfronde snijbeitels het<br />

gereedschapreferentiepunt vastgelegd.<br />

G150: referentiepunt rechter gereedschapspunt<br />

G151: referentiepunt linker gereedschapspunt<br />

G150/G151 geldt vanaf de regel waarin het wordt geprogrammeerd en<br />

blijft actief tot<br />

■ de volgende gereedschapswissel<br />

■ het programma-einde.<br />

De getoonde actuele waarden zijn altijd gerelateerd aan de<br />

gereedschapspunt die in de gereedschapsgegevens is<br />

vastgelegd.<br />

Vergeet niet de richting om te schakelen, als u met de SRC<br />

werkt.<br />

Informatie over programmering<br />

■ De correctie moet worden "uitgestuurd", voordat<br />

deze actief wordt. G149 moet daarom één regel<br />

voor de verplaatsing worden geprogrammeerd<br />

waarin de correctie actief moet zijn.<br />

■ Een additieve correctie blijft actief:<br />

■ tot de volgende "G149 D900"<br />

■ tot de volgende gereedschapswissel<br />

■ het programma-einde


Cycluseinde G80<br />

Bewerkingscycli worden met G80 afgesloten.<br />

Langsdraaien enkelvoudig G81<br />

Kopdraaien enkelvoudig G82<br />

Met G81/G82 wordt het contourgedeelte verspaand (voorbewerkt) dat<br />

wordt beschreven met de actuele gereedschapspositie en "X, Z". Als u<br />

een afkanting wilt maken, stelt u de hoek in met I en K.<br />

Bij het cycluseinde staat het gereedschap op:<br />

Bei Zyklusende steht das Werkzeug auf:<br />

■ G81: X - laatste vrijzetcoördinaat; Z - startpunt cyclus<br />

■ G82: X - startpunt cyclus; Z - laatste vrijzetcoördinaat<br />

Parameter<br />

X, Z: eindpunt contour (X als diametermaat)<br />

Q: G-fct. aanzet - default: 0<br />

■ 0: aanzet met G0 (ijlgang)<br />

■ 1: aanzet met G1 (voeding)<br />

G81:<br />

I: maximale aanzetbeweging in X-richting<br />

■ I0: zonder afdraaien van de contour<br />

K: verspringing in Z-richting - default: 0<br />

G82:<br />

I: verspringing in X-richting - default: 0<br />

K: maximale aanzetbeweging in Z-richting<br />

■ K0: zonder afdraaien van de contour<br />

Langsdraaien enkelvoudig G81<br />

Snijkantradiuscorrectie: wordt niet<br />

uitgevoerd<br />

Overmaten (G57): worden verrekend en<br />

blijven na het cycluseinde actief<br />

Veiligheidsafstand na elke snede: 1 mm.<br />

Eenvoudige draaicycli<br />

59


60<br />

Eenvoudige draaicycli<br />

Contourherhalingscyclus G83<br />

G83 voert de in de volgende regels geprogrammeerde functies<br />

(enkelvoudige verplaatsingen of cycli zonder contourbeschrijving)<br />

meermaals uit. De bewerkingscyclus wordt afgesloten met G80.<br />

Als het aantal benodigde aanzetten in X- en Z-richting verschillend is,<br />

wordt eerst in beide richtingen met de geprogrammeerde waarden<br />

gewerkt. De aanzet wordt op nul gezet wanneer de eindwaarde voor een<br />

bepaalde waarde is bereikt.<br />

Instructies voor het programmeren van G83<br />

■ staat alleen in de regel<br />

■ mag niet met K-variabelen worden geprogrammeerd<br />

■ mag niet worden genest, zelfs niet via de oproep van<br />

subprogramma's<br />

Gereedschapspositie aan cycluseinde: startpunt van cyclus.<br />

Parameter<br />

X/Z: eindpunt contour (X diametermaat) - geen invoer: overname van<br />

de laatste X/Z-coördinaat.<br />

I/K: maximale aanzetbeweging (I: radiusmaat) - default: 0<br />

Snijkantradiuscorrectie: wordt niet uitgevoerd. - De SRC<br />

kan met G40..G42 afzonderlijk worden geprogrammeerd.<br />

Overmaten: overmaten G57 worden verrekend; met<br />

overmaten G58 wordt rekening gehouden als u met SRC<br />

werkt. Overmaten blijven na het cycluseinde actief.<br />

Veiligheidsafstand na elke snede: 1 mm.<br />

Attentie: botsingsgevaar!<br />

Na een snede keert het gereedschap<br />

diagonaal terug, om voor de volgende snede<br />

aan te zetten. Programmeer, indien<br />

noodzakelijk, een extra ijlgangbaan om<br />

botsing te voorkomen.


Cyclus draaduitloop G85<br />

Met G85 worden draaduitlopen volgens DIN 509 E, DIN 509 F en DIN 76<br />

gemaakt. De <strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> bepaalt het draaduitlooptype met behulp van<br />

"K". Draaduitloopparameters: zie tabel<br />

De voorafgaande cilinder wordt bewerkt, wanneer het gereedschap op<br />

de cilinderdiameter ("X") "vóór" de cilinder wordt gepositioneerd.<br />

De afrondingen van de draaduitloop worden met radius<br />

0,6 * I uitgevoerd.<br />

Parameter<br />

X, Z: eindpunt (X als diametermaat)<br />

I: diepte/nabewerkingsovermaat (radiusmaat)<br />

■ DIN 509 E, F: nabewerkingsovermaat - default: 0<br />

■ DIN 76: draaduitloopdiepte<br />

K: draaduitloopbreedte en draaduitlooptype<br />

■ K geen invoer: DIN 509 E<br />

■ K=0: DIN 509 F<br />

■ K>0: draaduitlooplengte bij DIN 76<br />

E: gereduceerde voeding (om de draaduitloop te maken) - geen<br />

invoer: actieve voeding<br />

Snijkantradiuscorrectie: wordt niet uitgevoerd<br />

Overmaten: hiermee wordt geen rekening gehouden<br />

Vervolg op volgende bladzijde<br />

Draaduitloop DIN 76 (draaduitloop)<br />

Draaduitloop DIN 509 E<br />

Eenvoudige draaicycli<br />

61


Eenvoudige draaicycli<br />

62<br />

Draaduitloophoek bij draaduitloop DIN 509 E en F: 15°<br />

Dwarshoek bij draaduitloop DIN 509 F: 8°<br />

Hierin betekenen:<br />

I = draaduitloopdiepte<br />

K = draaduitloopbreedte<br />

R = draaduitloopradius<br />

P = dwarsdiepte<br />

Draaduitloop volgens DIN 509 E<br />

Diameter I K R<br />

£ 18 0,25 2 0,6<br />

> 18 – 80 0,35 2,5 0,6<br />

> 80 0,45 4 1<br />

Draaduitloop volgens DIN 509 F<br />

Diameter I K R P<br />

£ 18 0,25 2 0,6 0,1<br />

> 18 – 80 0,35 2,5 0,6 0,2<br />

> 80 0,45 4 1 0,3<br />

Draaduitloop DIN 509 F


Insteken G86<br />

Met G86 vindt een enkelvoudige radiale en axiale insteek met<br />

afkantingen plaats. De <strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> bepaalt een radiale/axiale of een binnen-/buiten-insteek<br />

aan de hand van de "gereedschapspositie".<br />

Wanneer u een overmaat programmeert, wordt eerst voorgestoken en<br />

vervolgens afgestoken (nabewerkt).<br />

G86 maakt afkantingen aan de zijkanten van de insteek. Als u geen<br />

afkantingen wenst, moet u het gereedschap op voldoende afstand voor<br />

de insteek positioneren. Berekening van de startpositie XS<br />

(diametermaat):<br />

XS = XK + 2 * (1,3 - b)<br />

XK: contourdiameter<br />

b: afkantingsbreedte<br />

Gereedschapspositie aan cycluseinde:<br />

■ radiale insteek: X - startpositie; Z - laatste steekpositie ■ axiale<br />

insteek: X - laatste steekpositie; Z - startpositie<br />

Parameter<br />

X, Z: bodemhoekpunt (X diametermaat)<br />

radiale insteek:<br />

I: overmaat<br />

■ I>0: overmaat (voorsteken en nabewerken)<br />

■ I=0: geen nabewerking<br />

K: insteekbreedte - geen invoer: er volgt een steekslag<br />

(insteekbreedte = gereedschapsbreedte)<br />

axiale insteek:<br />

I: insteekbreedte - geen invoer: er volgt een<br />

steekslag (insteekbreedte =<br />

gereedschapsbreedte)<br />

K: overmaat<br />

■ K>0: overmaat (voorsteken en nabewerken)<br />

■ K=0: geen nabewerking<br />

E stilstansdtijd (vrijmaaktijd) - default: duur van<br />

een omwenteling<br />

■ met nabewerkingsovermaat: alleen bij het<br />

nabewerken<br />

■ zonder nabewerkingsovermaat: bij elke<br />

insteek<br />

Snijkantradiuscorrectie: wordt niet<br />

uitgevoerd<br />

Overmaten: hiermee wordt geen rekening<br />

gehouden<br />

Eenvoudige draaicycli<br />

63


Eenvoudige draaicycli<br />

64<br />

Cyclus radius G87<br />

Met G87 worden overgangsradiussen voor haakse, asparallelle binnenen<br />

buitenhoeken gemaakt. De afrondingsrichting wordt afgeleid uit<br />

"Positie/bewerkingsrichting" van het gereedschap.<br />

Het voorgaande horizontale of verticale element wordt bewerkt als het<br />

gereedschap zich op de X- of Z-coördinaat van het hoekpunt bevindt,<br />

voordat de cyclus wordt uitgevoerd.<br />

Parameter<br />

X, Z: hoekpunt (X diametermaat)<br />

B radius<br />

E gereduceerde voeding - geen invoer: actieve voeding<br />

Snijkantradiuscorrectie: wordt uitgevoerd<br />

Overmaten: hiermee wordt geen rekening gehouden<br />

Cyclus afkanting G88<br />

Met G88 worden schuine kanten voor haakse, asparallelle buitenhoeken<br />

gemaakt. De afkantingsrichting wordt afgeleid uit "Positie/<br />

bewerkingsrichting" van het gereedschap.<br />

Het voorgaande horizontale of verticale element wordt bewerkt als het<br />

gereedschap zich op de X- of Z-coördinaat van het hoekpunt bevindt,<br />

voordat de cyclus wordt uitgevoerd.<br />

Parameter<br />

X, Z: hoekpunt (X diametermaat)<br />

B afkantingsbreedte<br />

E gereduceerde voeding - geen invoer: actieve voeding<br />

Snijkantradiuscorrectie: wordt uitgevoerd<br />

Overmaten: hiermee wordt geen rekening gehouden


Voorbewerken overlangs G810 / Voorbewerken<br />

overdwars G820<br />

Met G810/G820 wordt het met "NS, NE" beschreven contourgedeelte<br />

verspaand (voorbewerkt).<br />

Parameter<br />

NS, NE: nummer van beginregel, eindregel (verwijzing naar<br />

contourgedeelte)<br />

P: maximale aanzetbeweging<br />

I, K: overmaten (I diametermaat) - default: 0<br />

E: insteekvoeding<br />

■ E=0: neergaande contouren niet bewerken<br />

■ E>0: insteekvoeding<br />

■ geen invoer: voedingsreductie afhankelijk v.d. insteekhoek -<br />

max. 50%<br />

X/Z: snedebegrenzing (X diametermaat)<br />

H: vrijzetmethode - default: 0<br />

■ H=0: verspaant na elke snede langs de contour<br />

■ H=1: zet met 45° vrij; contourafronding na de laatste snede<br />

■ H=2: zet met 45° vrij - geen contourafronding<br />

A: starthoek (referentie: Z-as)<br />

■ G810 - default: 0°/180° (parallel aan Z-as)<br />

■ G820 - default: 90°/270° (haaks op Z-as)<br />

W: vrijzethoek (referentie: Z-as)<br />

■ G810 - default: 90°/270° (haaks op Z-as)<br />

■ G820 - default: 0°/180° (parallel aan Z-as)<br />

Q: vrijzetmethode bij cycluseinde - default: 0<br />

■ Q=0: terug naar startpunt (G810: eerst in X-, dan in Z-richting;<br />

G820: eerst in Z-, dan in X-richting)<br />

■ Q=1: positioneert vóór de gemaakte contour<br />

■ Q=2: zet vrij naar veiligheidsafstand en stopt<br />

Vervolg op volgende bladzijde<br />

Vlakcyclus langs G810<br />

Contourgerelateerde draaicycli<br />

65


66<br />

Contourgerelateerde draaicycli<br />

V: aanduiding afkanting/afronding aan begin/einde van<br />

contourgedeelte - default: 0<br />

afkanting/afronding wordt bewerkt:<br />

■ V=0: aan begin en einde<br />

■ V=1: aan begin<br />

■ V=2: aan einde<br />

■ V=3: geen bewerking<br />

■ V=4: alleen afkanting/afronding wordt bewerkt - niet het<br />

basiselement (voorwaarde: contourgedeelte bestaat uit een<br />

contourelement)<br />

D: elementen onzichtbaar maken (beïnvloedt de bewerking van<br />

draaduitlopen, vrijdraaiingen: zie tabel) - default: 0<br />

B: slede-aanloop bij bewerking in 4 assen<br />

■ B=0: beide sledes werken op dezelfde diameter - met dubbele<br />

voeding<br />

■ B0: afstand tot "leidende" slede (de aanloop). De sledes werken<br />

met dezelfde voeding op verschillende diameters.<br />

■ B0: slede met kleinste nummer leidt<br />

D G22 G23 G23 G25 G25 G25<br />

= H0 H1 H4 H5/6 H7..9<br />

0<br />

1 – – –<br />

2 –<br />

3 – – – –<br />

4 – – –<br />

„ “: elementen uitschakelen<br />

Vlakcyclus dwars G820<br />

Snijkantradiuscorrectie: wordt uitgevoerd<br />

Overmaten (G57/G58): hiermee wordt<br />

rekening gehouden<br />

Let bij cycli met 4 assen op identiek<br />

gereedschap (gereedschapstype,<br />

snijkantradius, spaanhoek, etc.)


Parallel aan contour voorbewerken G830<br />

Met G830 wordt het met "NS, NE" beschreven contourgedeelte parallel<br />

aan de contour verspaand (voorbewerkt).<br />

Parameter<br />

NS, NE: nummer van beginregel, eindregel (verwijzing naar<br />

contourgedeelte)<br />

P: maximale aanzetbeweging<br />

I, K: overmaten (I diametermaat) - default: 0<br />

X/Z: snedebegrenzing (X diametermaat)<br />

A, W: starthoek, starthoek (referentie: Z-as)<br />

■ starthoek - default: 0°/180° (parallel aan Z-as)<br />

■starthoek - default: 90°/270° (haaks op Z-as)<br />

Q: vrijzetmethode bij cycluseinde - default: 0<br />

■ Q=0: terug naar startpunt (eerst in X-, dan in Z-richting)<br />

■ Q=1: positioneert vóór de gemaakte contour<br />

■ Q=2: zet vrij naar veiligheidsafstand en stopt<br />

V: aanduiding afkanting/afronding aan begin/einde van<br />

contourgedeelte - default: 0; afkanting/afronding wordt bewerkt:<br />

D G22 G23 G23 G25 G25 G25<br />

= H0 H1 H4 H5/6 H7..9<br />

0<br />

1 – – –<br />

2 –<br />

3 – – – –<br />

4 – – –<br />

„ “: elementen uitschakelen<br />

■ V=0: aan begin en einde<br />

■ V=1: aan begin<br />

■ V=2: aan einde<br />

■ V=3: geen bewerking<br />

■ V=4: alleen afkanting/afronding wordt<br />

bewerkt - niet het basiselement (voorwaarde:<br />

contourgedeelte bestaat uit een<br />

contourelement)<br />

D: elementen onzichtbaar maken (beïnvloedt de<br />

bewerking van draaduitlopen, vrijdraaiingen: zie<br />

tabel) - default: 0<br />

Snijkantradiuscorrectie: wordt uitgevoerd<br />

Overmaten (G57/G58): hiermee wordt<br />

rekening gehouden<br />

Contourgerelateerde draaicycli<br />

67


Contourgerelateerde draaicycli<br />

68<br />

Parallel aan contour met neutraal gereedschap G835<br />

Met G835 wordt het met "NS, NE" beschreven contourgedeelte parallel<br />

aan de contour en in twee richtingen verspaand.<br />

Parameter<br />

NS, NE: nummer van beginregel, eindregel (verwijzing naar<br />

contourgedeelte)<br />

P: maximale aanzetbeweging<br />

I, K: overmaten (I diametermaat) - default: 0<br />

X/Z: snedebegrenzing (X diametermaat)<br />

A, W: starthoek, starthoek (referentie: Z-as)<br />

■ starthoek - default: 0°/180° (parallel aan Z-as)<br />

■ starthoek - default: 90°/270° (haaks op Z-as)<br />

Q: vrijzetmethode bij cycluseinde - default: 0<br />

■ Q=0: terug naar startpunt (eerst in X-, dan in Z-richting)<br />

■ Q=1: positioneert vóór de gemaakte contour<br />

■ Q=2: zet vrij naar veiligheidsafstand en stopt<br />

V: aanduiding afkanting/afronding aan begin/einde van<br />

contourgedeelte - default: 0<br />

afkanting/afronding wordt bewerkt:<br />

D G22 G23 G23 G25 G25 G25<br />

= H0 H1 H4 H5/6 H7..9<br />

0<br />

1 – – –<br />

2 –<br />

3 – – – –<br />

4 – – –<br />

„ “: elementen uitschakelen<br />

■ V=0: aan begin en einde<br />

■ V=1: aan begin<br />

■ V=2: aan einde<br />

■ V=3: geen bewerking<br />

■ V=4: alleen afkanting/afronding wordt<br />

bewerkt - niet het basiselement (voorwaarde:<br />

contourgedeelte bestaat uit een element)<br />

D: elementen onzichtbaar maken (beïnvloedt de<br />

bewerking van draaduitlopen, vrijdraaiingen: zie<br />

tabel) - default: 0<br />

Snijkantradiuscorrectie: wordt uitgevoerd<br />

Overmaten (G57/G58): hiermee wordt<br />

rekening gehouden


Insteken G860<br />

Met G860 wordt het met "NS, NE" beschreven contourgedeelte axiaal/<br />

radiaal verspaand (gestoken).<br />

Parameter<br />

NS, NE: nummer van beginregel, eindregel (verwijzing naar<br />

contourgedeelte of NS = verwijzing naar een met G22-/G23-Geo<br />

beschreven insteek)<br />

I, K: overmaten (I diametermaat) - default: 0<br />

Q: verloop - default: 0<br />

■ Q=0: voor- en nabewerken<br />

■ Q=1: alleen voorbewerken<br />

■ Q=2: alleen nabewerken<br />

X/Z: snedebegrenzing (X diametermaat)<br />

V: aanduiding afkanting/afronding aan begin/einde van<br />

contourgedeelte - default: 0<br />

afkanting/afronding wordt bewerkt:<br />

■ V=0: aan begin en einde<br />

■ V=1: aan begin<br />

■ V=2: aan einde<br />

■ V=3: geen bewerking<br />

E: nabewerkingsvoeding - geen invoer: actieve voeding<br />

H: vrijzetmethode bij cycluseinde - default: 0<br />

■ H=0: terug naar startpunt (axiale insteek: eerst in Z-, dan in Xrichting;<br />

radiale insteek: eerst in X-, dan in Z-richting)<br />

■ H=1: positioneert vóór de gemaakte contour<br />

■ H=2: zet vrij naar veiligheidsafstand en stopt<br />

Snijkantradiuscorrectie: wordt uitgevoerd<br />

Overmaten (G57/G58): hiermee wordt rekening gehouden<br />

Contourgerelateerde draaicycli<br />

69


Contourgerelateerde draaicycli<br />

70<br />

Insteekcyclus G866<br />

Met G866 wordt een met G22-Geo vastlegde insteek gemaakt.<br />

Berekening van de snede-opdeling (SBF: zie bewerkingsparameter 6):<br />

maximale verspringing = SBF * snijkantbreedte<br />

Parameter<br />

NS: regelnummer (verwijzing naar G22-Geo)<br />

I: overmaat (bij het voorsteken) - default: 0<br />

■ I=0: insteek wordt in één bewerking gemaakt<br />

■ I>0: tijdens de eerste bewerking wordt voorgestoken; tijdens de<br />

tweede nabewerkt<br />

E: stilstandstijd - geen invoer: duur van een spilomwenteling<br />

■ bij I=0: bij elke insteek<br />

■ bij I>0: alleen bij nabewerken<br />

Snijkantradiuscorrectie: wordt uitgevoerd<br />

Overmaten: hiermee wordt geen rekening gehouden


Steek-/draaicyclus G869<br />

Met G869 wordt het met "NS, NE" beschreven contourgedeelte axiaal/<br />

radiaal met afwisselende insteek- en voorbewerkingsbewegingen<br />

verspaand.<br />

Parameter<br />

NS, NE: nummer van beginregel, eindregel (verwijzing naar<br />

contourgedeelte)<br />

P: maximale aanzetbeweging<br />

R: draaidieptecorrectie voor nabewerking - default: 0<br />

I, K: overmaten (I diametermaat) - default: 0<br />

X/Z: snedebegrenzing (X diametermaat)<br />

A, W: starthoek, vrijzethoek - default: tegen de insteekrichting in<br />

Q: verloop - default: 0<br />

■ Q=0: voor- en nabewerken<br />

■ Q=1: alleen voorbewerken<br />

■ Q=2: alleen nabewerken<br />

U: draaien in één richting - default: 0<br />

■ U=0: draaien in twee richtingen<br />

■ U=1: draaien in één richting, in contourrichting<br />

H: vrijzetmethode bij cycluseinde - default: 0<br />

■ H=0: terug naar startpunt (axiale insteek: eerst in Z-, dan in Xrichting;<br />

radiale insteek: eerst in X-, dan in Z-richting)<br />

■ H=1: positioneert vóór de gemaakte contour<br />

■ H=2: zet vrij naar veiligheidsafstand en stopt<br />

V: aanduiding afkanting/afronding aan begin/einde van<br />

contourgedeelte - default: 0<br />

afkanting/afronding wordt bewerkt:<br />

■ V=0: aan begin en einde<br />

■ V=1: aan begin<br />

■V=2: aan einde<br />

■ V=3: geen bewerking<br />

O: insteekvoeding - default: actieve voeding<br />

E: nabewerkingsvoeding - geen invoer: actieve<br />

voeding<br />

B: verspringingsbreedte - default: 0<br />

Voor cyclus G869 is gereedschap van het<br />

type 26* vereist.<br />

Snijkantradiuscorrectie: wordt uitgevoerd<br />

Overmaten (G57/G58): hiermee wordt<br />

rekening gehouden<br />

Contourgerelateerde draaicycli<br />

71


72<br />

Contourgerelateerde draaicycli<br />

Nabewerken van de contour G890<br />

Met G890 wordt het met "NS, NE" beschreven contourgedeelte parallel<br />

aan de contour nabewerkt.<br />

Parameter<br />

NS, NE: nummer van beginregel, eindregel (verwijzing naar<br />

contourgedeelte)<br />

E: insteekvoeding<br />

■ E=0: neergaande contouren niet bewerken<br />

■ E>0: insteekvoeding<br />

■ geen invoer: voedingsreductie afhankelijk v.d. insteekhoek -<br />

max. 50%<br />

V: aanduiding afkanting/afronding aan begin/einde van<br />

contourgedeelte - default: 0; afkanting/afronding wordt bewerkt:<br />

■ V=0: aan begin en einde<br />

■ V=1: aan begin<br />

■ V=2: aan einde<br />

■ V=3: geen bewerking<br />

■ V=4: alleen afkanting/afronding wordt bewerkt - niet het<br />

basiselement (voorwaarde: contourgedeelte bestaat uit een<br />

contourelement)<br />

Q: benaderingsmethode - default: 0<br />

■ Q=0: automatische keuze - de <strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> controleert de<br />

mogelijke benaderingen:<br />

- diagonaal benaderen<br />

- eerst in X-, dan in Z-richting<br />

- equidistant rondom de hindernis<br />

- weglaten v.d. eerste contourelementen wanneer startpositie niet<br />

bereikbaar is<br />

■ Q=1: eerst in X-, dan in Z-richting<br />

■ Q=2: eerst in Z-, dan in X-richting<br />

■ Q=3: niet benaderen - het gereedschap bevindt zich in de buurt<br />

van het beginpunt van het contourgedeelte<br />

■ Q=4: rest nabewerken<br />

H: vrijzetmethode - default: 3<br />

gereedschap zet, tegen de bewerkings-richting<br />

in, onder een hoek van 45° vrij en verplaatst<br />

zich als volgt naar de positie "I, K":<br />

■ H=0: diagonaal<br />

■ H=1: eerst in X-, dan in Z-richting<br />

■ H=2: eerst in Z-, dan in X-richting<br />

■ H=3: blijft op veiligheidsafstand staan<br />

■ H=4: geen vrijzetbeweging - gereedschap<br />

blijft op eindcoördinaat staan<br />

X/Z: snedebegrenzing (X diametermaat) - geen<br />

invoer: geen snedebegrenzing<br />

D: elementen onzichtbaar maken (beïnvloedt de<br />

bewerking van draaduitlopen, vrijdraaiingen en<br />

insteken: zie tabel) - default: 1<br />

Vervolg op volgende bladzijde


I, K: eindpunt dat bij het cycluseinde wordt<br />

benaderd - behalve bij H=3 of 4<br />

(I diametermaat)<br />

O: voedingsreductie - default: 0<br />

■ O=0: geen voedingsreductie<br />

■ O=1: voedingsreductie actief<br />

Bij het restnabewerken (G890 - Q4)<br />

controleert de <strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> of het gereedschap<br />

zonder botsing in het contourdal kan worden<br />

verplaatst. De gereedschapsparameter<br />

"Breedte dn" is bepalend voor deze<br />

botsingscontrole.<br />

D G22 G23 G23 G25 G25 G25 G25<br />

Form (H0) (H1) U E, F G, H K<br />

0 – – – – – – –<br />

1 – – –<br />

2 – – – – – –<br />

3 – – – –<br />

4 – – – –<br />

5 – – – –<br />

6 – – – – –<br />

7<br />

„ “: elementen uitschakelen<br />

Andere D-codes voor het onzichtbaar maken van draaduitlopen/insteken:<br />

G-oproep Functie D-code<br />

G22 Afdichtingsring insteek 512<br />

G22 Borgring insteek 1.024<br />

G23 H0 Algemene insteek 256<br />

G23 H1 Vrijdraaiing 2.048<br />

G23 H4 Draaduitloop vorm U 32.768<br />

G23 H5 Draaduitloop vorm E 65.536<br />

G23 H6 Draaduitloop vorm F 131.072<br />

G23 H7 Draaduitloop vorm G 262.144<br />

G23 H8 Draaduitloop vorm H 524.288<br />

G23 H9 Draaduitloop vorm K 1.048.576<br />

Contourgerelateerde draaicycli<br />

73


74<br />

Schroefdraadcycli<br />

Schroefdraadcyclus G31<br />

Met G31 wordt de met G24-, G34- of G37-Geo vastgelegde schroefdraad<br />

gemaakt. Met G31 wordt ook aaneengesloten en meervoudige<br />

schroefdraad bewerkt.<br />

Aanlooplengte, overlooplengte: wanneer "B, P" niet wordt<br />

geprogrammeerd, bepaalt de <strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> de lengte aan de hand van de<br />

ernaast liggende draaduitlopen of insteken. Als er geen draaduitloop of<br />

insteek is, wordt gebruik gemaakt van de "schroefdraadaanloop- en<br />

schroefdraaduitlooplengte" van bewerkingsparameter 7.<br />

Parameter<br />

NS: regelnummer (verwijzing naar basiselement G1-Geo van de<br />

schroefdraadcontourbeschrijving)<br />

I: maximale aanzetbeweging<br />

B, P: aanlooplengte, overlooplengte<br />

D: snijrichting (referentie: richting van definitie basiselement) -<br />

default: 0;<br />

■ D=0: dezelfde richting<br />

■ D=1: tegengestelde richting<br />

V: aanzetmethode - default: 0;<br />

■ V=0: constante spaandoorsnede bij alle sneden<br />

■ V=1: constante aanzet<br />

■ V=2: met restsnede-opdeling - Als er na de deling<br />

schroefdraaddiepte/aanzet een rest overblijft, geldt deze "rest"<br />

voor de eerste aanzet. De "laatste snede" wordt in 1/2-, 1/4-, 1/8en<br />

1/8-snede opgedeeld.<br />

■ V=3: zonder restsnede-opdeling - de aanzet wordt uit de spoed<br />

en het toerental berekend<br />

H: wijze van verspringing - default: 0<br />

■ H=0: zonder verspringing<br />

■ H=1: verspringing vanaf de linkerzijde<br />

■ H=2: verspringing vanaf de rechterzijde<br />

■ H=3: verspringing afwisselend rechts/links<br />

Q: aantal vrijloopbewegingen na de laatste snede -<br />

default: 0<br />

C: starthoek - default: 0<br />

"Voedingsstop" werkt aan het einde van een<br />

draadsnijgang.<br />

Voedings-override is niet actief.<br />

Gebruik de spil-override niet wanneer de<br />

voorsturing is uitgeschakeld!<br />

Attentie: botsingsgevaar!<br />

Bij een te grote "overlooplengte P" bestaat er<br />

botsingsgevaar. De overlooplengte wordt bij<br />

de simulatie gecontroleerd.


Enkelvoudige schroefdraadcyclus G32<br />

Met G32 wordt een enkelvoudige schroefdraad in een willekeurige<br />

richting en op een willekeurige plaats gesneden (langs-, conische of<br />

dwarsdraad; binnen- of buitendraad). Met G32 wordt de te snijden<br />

schroefdraad bepaald aan de hand van "eindpunt schroefdraad",<br />

"schroefdraaddiepte" en actuele gereedschapspositie.<br />

Parameter<br />

X, Z: eindpunt schroefdraad (X diametermaat)<br />

F: spoed<br />

P: schroefdraaddiepte<br />

I: snedediepte<br />

B: restsneden - default: 0<br />

■ B=0: opdeling van de "laatste snede" in 1/2-, 1/4-, 1/8-,<br />

1/8-snede.<br />

■ B=1: zonder restsnede-opdeling<br />

Q: aantal vrijloopbewegingen na de laatste snede - default: 0<br />

K: uitlooplengte - default: 0 (zie G33)<br />

W: kegelhoek (bereik: -45° < W < 45°) - default: 0; positie van de<br />

conische draad ten opzichte van de lengte- of dwarsas.<br />

■ W>0: opgaande contour (in bewerkingsrichting)<br />

■ W


Schroefdraadcycli<br />

76<br />

Draad enkelvoudige verplaatsing G33<br />

Met G33 wordt schroefdraad in een willekeurige richting en op een<br />

willekeurige plaats gesneden (langs-, conisch of dwarsdraad; binnen- of<br />

buitendraad). De schroefdraad begint bij de actuele gereedschapspositie<br />

en eindigt bij "X, Z".<br />

Parameter<br />

X, Z: diameter, lengte eindpunt schroefdraad (X diametermaat)<br />

F: voeding per omwenteling (spoed)<br />

B, P: aanlooplengte, overlooplengte - default: 0 (zie G33)<br />

C: starthoek - default: 0<br />

Q: nummer van de spil<br />

H: referentierichting voor spoed - default: 0<br />

■ H=0: voeding op Z-as (voor langs- en conische draad tot<br />

maximaal +45°/-45° t.o.v. de Z-as<br />

■ H=1: voeding op X-as (voor dwars- en conische draad tot<br />

maximaal +45°/-45° t.o.v. de X-as<br />

■ H=2: voeding op Y-as<br />

■ H=3: baanvoeding<br />

E: variabele spoed (vergroot/verkleint de spoed per omwenteling met<br />

E) - default: 0<br />

"Voedingsstop" werkt aan het einde van een draadsnijgang.<br />

Voedings-override is niet actief.<br />

Gebruik de spil-override niet wanneer de voorsturing is<br />

uitgeschakeld!<br />

Schroefdraad met G95 (voeding per omwenteling) maken.<br />

Berekening van "schroefdraadaanloop/schroefdraaduitloop"<br />

De slede heeft voor de eigenlijke schroefdraad een bepaalde aanloop<br />

nodig om tot de geprogrammeerde voedingssnelheid te kunnen<br />

versnellen en een uitloop (ook wel "overloop" genoemd) aan het einde<br />

van de schroefdraad om de slede af te remmen.<br />

Berekening van de aanlooplengte:<br />

BA > 0,75 * (F*S)² / a + 0,15<br />

Berekening van de uitlooplengte:<br />

BE > 0,75 * (F*S)² / e + 0,15<br />

BA: minimale aanlooplengte<br />

BE: minimale uitlooplengte<br />

F: spoed in mm/omwenteling<br />

S: toerental in omwentelingen/seconde<br />

a, e: versnelling in mm/s²<br />

(a = "versnelling regelbegin"; e = "versnelling<br />

regeleinde" uit machineparameter 1105 e.v.)


Draadtappen G36<br />

Met G36 wordt axiale en radiale schroefdraad met stilstaand of<br />

aangedreven gereedschap gesneden. G36 bepaalt aan de hand van X en<br />

Z of er een radiale of axiale boring wordt uitgevoerd.<br />

Parameter<br />

X: diameter - eindpunt draadtappen bij axiale boringen<br />

(diametermaat)<br />

Z: lengte - eindpunt draadtappen bij radiale boringen<br />

F: voeding per omwenteling - spoed<br />

Q: spilnummer - default: 0 (hoofdspil)<br />

B: aanlooplengte (zie G33)<br />

H: referentierichting voor spoed - default: 0<br />

■ H=0: voeding op Z-as<br />

■ H=1: voeding op X-as<br />

■ H=2: voeding op Y-as<br />

■ H=3: baanvoeding<br />

S: teruglooptoerental - default: toerental hetzelfde als bij draadtappen<br />

"Cyclusstop" werkt aan het einde van een draadsnijgang.<br />

Voedings-override is niet actief.<br />

Spil-override niet gebruiken!<br />

Bij een niet-geregelde gereedschapsaandrijving is<br />

voedingscompensatie noodzakelijk.<br />

Boorcycli<br />

77


Boorcycli<br />

78<br />

Boorcyclus G71<br />

Met G71 worden axiale en radiale boringen met stilstaand of<br />

aangedreven gereedschap gemaakt.<br />

De cyclus wordt gebruikt voor:<br />

■ afzonderlijke boring zonder contourbeschrijving<br />

■ boring met contourbeschrijving (afzonderlijke boring of<br />

gatenpatroon)<br />

Parameter<br />

NS: regelnummer contour van de boring (G49-, G300- of G310-Geo) -<br />

geen invoer: afzonderlijke boring zonder contourbeschrijving<br />

X, Z: positie, lengte - eindpunt van de boring bij axiale/radiale boringen<br />

(X diametermaat)<br />

E: stilstandstijd in seconden (voor vrijsnijden aan einde van boring) -<br />

default: 0<br />

V: voedingsreductie (50%) - default: 0<br />

■ V=0 of 2: voedingsreductie aan begin<br />

■ V=1 of 3: voedingsreductie aan begin en aan einde<br />

■ V=4: voedingsreductie aan einde<br />

■ V=5: geen voedingsreductie<br />

Uitzondering bij V=0 en V=1: geen voedingsreductie bij het<br />

aanboren bij snijplaat- en spiraalboren met een boorhoek van 180°<br />

D: terugloopsnelheid - default: 0<br />

■ D=0: ijlgang<br />

■ D=1: voeding<br />

K: terugloopvlak (radiale boringen en boringen in het YZ-vlak:<br />

diametermaat) - geen invoer: het gereedschap verplaatst zich<br />

naar de startpositie resp. veiligheidsafstand<br />

Afzonderlijke boring zonder<br />

contourbeschrijving: "X of Z" alternatief<br />

programmeren.<br />

Boring met contourbeschrijving: "X, Z" niet<br />

programmeren.<br />

Gatenpatroon: "NS" heeft betrekking op de<br />

contour (niet op de patroondefinitie).


Uitboren, verzinken G72<br />

Toepassing van G72: uitboren, verzinken, ruimen, NC-aanboren of<br />

centreren voor axiale en radiale boringen met stilstaand of aangedreven<br />

gereedschap.<br />

Parameter<br />

NS: regelnummer contour van de boring (G49-, G300- of G310-Geo)<br />

E: stilstandstijd (voor vrijsnijden aan einde van boring) - default: 0<br />

D: terugloopsnelheid - default: 0<br />

■ D=0: ijlgang<br />

■ D=1: voeding<br />

K: terugloopvlak (radiale boringen: diametermaat) - geen invoer: het<br />

gereedschap verplaatst zich naar de startpositie resp.<br />

veiligheidsafstand<br />

Gatenpatroon: "NS" heeft betrekking op de contour (niet op de<br />

patroondefinitie). Boorcycli<br />

79


Boorcycli<br />

80<br />

Draadtappen G73<br />

Met G73 wordt axiale en radiale schroefdraad met stilstaand of<br />

aangedreven gereedschap gesneden.<br />

Parameter<br />

NS: regelnummer contour van de boring (G49-, G300- of G310-Geo)<br />

B: aanlooplengte - default: bewerkingsparameter 7<br />

"Schroefdraadaanlooplengte [GAL]"<br />

S: teruglooptoerental - default: toerental van het draadtappen<br />

K: terugloopvlak (radiale boringen en boringen in het YZ-vlak:<br />

diametermaat) - geen invoer: het gereedschap verplaatst zich<br />

naar de startpositie resp. veiligheidsafstand<br />

J: uittreklengte bij toepassing van spantangen met<br />

lengtecompensatie - default: 0<br />

Gatenpatroon: "NS" heeft betrekking op de contour (niet op de<br />

patroondefinitie).<br />

"Cyclusstop" werkt aan het einde van een draadsnijgang.<br />

Voedings-override is niet actief.<br />

Spil-override niet gebruiken!


Diepgatboren G74<br />

Met G74 worden axiale en radiale boringen met stilstaand of<br />

aangedreven gereedschap gemaakt. De boring wordt in meerdere<br />

stappen uitgevoerd.<br />

De cyclus wordt gebruikt voor:<br />

■ afzonderlijke boring zonder contourbeschrijving<br />

■ boring met contourbeschrijving (afzonderlijke boring of<br />

gatenpatroon)<br />

Parameter<br />

NS: regelnummer contour van de boring (G49-, G300- of G310-Geo) -<br />

geen invoer: afzonderlijke boring zonder contourbeschrijving<br />

X, Z: positie, lengte - eindpunt van de boring bij axiale/radiale boringen<br />

(X diametermaat)<br />

P: 1e boordiepte<br />

I: reductiewaarde - default: 0<br />

B: terugloopafstand - default: terugloop naar "beginpunt boring"<br />

J: minimale boordiepte - default: 1/10 van P<br />

E: stilstandstijd (voor vrijsnijden aan einde van boring) - default: 0<br />

V: voedingsreductie (50%) - default: 0<br />

■ V=0 of 2: voedingsreductie aan begin<br />

■ V=1 of 3: voedingsreductie aan begin en aan einde<br />

■ V=4: voedingsreductie aan einde<br />

■ V=5: geen voedingsreductie<br />

Uitzondering bij V=0 en V=1: geen voedingsreductie bij het<br />

aanboren bij snijplaat- en spiraalboren met een boorhoek<br />

van 180°<br />

D: terugloopsnelheid en aanzet in de boring - default: 0<br />

■ D=0: ijlgang<br />

■ D=1: voeding<br />

K: terugloopvlak (bij radiale boring diametermaat) -<br />

geen invoer: het gereedschap verplaatst zich<br />

naar de startpositie resp. veiligheidsafstand<br />

Afzonderlijke boring zonder<br />

contourbeschrijving: "X of Z" alternatief<br />

programmeren.<br />

Boring met contourbeschrijving: "X, Z" niet<br />

programmeren.<br />

Gatenpatroon: "NS" heeft betrekking op de<br />

contour (niet op de patroondefinitie).<br />

Een "voedingsreductie aan het einde" vindt<br />

uitsluitend plaats bij de laatste boorstap.<br />

Boorcycli<br />

81


As C<br />

82<br />

Referentiediameter G120<br />

Met G120 wordt de referentiediameter van het "uitgeslagen mantelvlak"<br />

vastgelegd. Bij toepassing van "CY" (bij G110...G113) is G120<br />

noodzakelijk. G120 blijft ingeschakeld, tot deze functie wordt<br />

uitgeschakeld<br />

Parameter<br />

X: diameter<br />

Nulpuntverschuiving C-as (absoluut) G152<br />

Met G152 wordt het nulpunt van de C-as (referentie: machineparameters<br />

1005 e.v. "Referentiepunt C-as") vastgelegd. Het nulpunt geldt tot het<br />

programma-einde.<br />

Parameter<br />

C: hoek van het "nieuwe" C-as-nulpunt<br />

C-as standaardiseren G153<br />

Met G153 wordt een verplaatsingshoek >360° of


IJlgang voorkant/achterkant G100<br />

Het gereedschap verplaatst zich met ijlgang via de kortst mogelijke weg<br />

naar het "eindpunt".<br />

Parameter<br />

X, C: eindpunt, eindhoek<br />

XK,YK: eindpunt<br />

Z: eindpunt<br />

Programmeer met X, C of met XK, YK.<br />

Lineair voor-/achterkant G101<br />

Het gereedschap verplaatst zich lineair met voedingssnelheid naar het<br />

"eindpunt".<br />

Parameter<br />

X, C: eindpunt, eindhoek<br />

XK,YK: eindpunt<br />

Z: einddiepte – default: actuele Z-positie<br />

Programmeer met X, C of met XK, YK.<br />

Bewerking voor-/achterkant<br />

83


Bewerking voor-/achterkant<br />

84<br />

Cirkelboog voor-/achterkant G102/G103<br />

Het gereedschap verplaatst zich in een cirkel met voedingssnelheid naar<br />

het "eindpunt".<br />

Parameter<br />

X, C: eindpunt, eindhoek<br />

XK,YK: eindpunt<br />

R: radius<br />

I, J: middelpunt (in cartesiaanse coördinaten)<br />

Z: einddiepte - default: actuele Z-positie<br />

H: cirkelvlak (bewerkingsvlak) - default:<br />

■ H=0, 1: normale bewerking van voorkant (XY-vlak)<br />

■ H=2: bewerking in YZ-vlak<br />

■ H=3: bewerking in XZ-vlak<br />

K: middelpunt (Z-richting) - alleen bij H=2, 3<br />

Programmieren Sie entweder X, C oder XK, YK.<br />

Programmieren Sie entweder „Mittelpunkt“ oder „Radius“.<br />

Radiuseingabe: Kreisbögen nur £ 180° möglich<br />

Liegt der Endpunkt im Koordinatenursprung, XK=0 und YK=0<br />

programmieren.<br />

Cirkelboog G102<br />

Cirkelboog G103


IJlgang mantelvlak G110<br />

Het gereedschap verplaatst zich met ijlgang via de kortst mogelijke weg<br />

naar het "eindpunt".<br />

Parameter<br />

Z, C: eindpunt, eindhoek<br />

CY: eindpunt als baanmaat (referentie: manteluitslag bij G120referentiediameter)<br />

X: eindpunt (diametermaat)<br />

Programmeer Z, C of Z, CY.<br />

Lineair mantelvlak G111<br />

Het gereedschap verplaatst zich lineair met voedingssnelheid naar het<br />

"eindpunt".<br />

Parameter<br />

Z, C: eindpunt, eindhoek<br />

CY: eindpunt als baanmaat (referentie: manteluitslag bij G120referentiediameter)<br />

X: einddiepte (diametermaat) - default: actuele X-positie<br />

Programmeer Z, C of Z, CY.<br />

Bewerking van mantelvlak<br />

85


Bewerking van mantelvlak<br />

86<br />

Rond mantelvlak G112 / G113<br />

Het gereedschap verplaatst zich in een cirkel met voedingssnelheid naar<br />

het "eindpunt".<br />

Parameter<br />

Z, C: eindpunt, eindhoek<br />

CY: eindpunt als baanmaat (referentie: manteluitslag bij G120referentiediameter)<br />

R: radius<br />

K, W: positie, hoek middelpunt<br />

J: positie middelpunt als baanmaat (referentie: uitgeslagen<br />

mantelvlak bij G120-referentiediameter)<br />

X: einddiepte (diametermaat) - default: actuele X-positie<br />

Programmeer Z, C of Z, CY resp. K, W of K, J.<br />

Programmeer het "middelpunt" of de "radius".<br />

bij "radius": alleen cirkelbogen £ 180° mogelijk<br />

Cirkelboog G112<br />

Cirkelboog G113


Contourfrezen G840<br />

Met G840 worden figuren of "vrije contouren" (open of gesloten<br />

contouren) gefreesd, nabewerkt, gegraveerd of afgebraamd.<br />

Parameter<br />

Q: cyclustype (= freeslocatie)<br />

■ Q=0: middelpunt van de frees op de contour (zonder FRC)<br />

■ Q=1 - gesloten contour: inwendig frezen<br />

■ Q=1 - open contour: links in bewerkingsrichting<br />

■ Q=2 - gesloten contour: uitwendig frezen<br />

■ Q=2 - open contour: rechts in bewerkingsrichting<br />

■ Q=3 (alleen bij open contouren): afhankelijk van "looprichting H<br />

van de frees" en de rotatierichting van de frees wordt er links of<br />

rechts van de contour gefreesd<br />

NS: regelnummer - begin contourgedeelte<br />

■ figuren: regelnummer van de figuur<br />

■ "vrije contour" (open of gesloten): eerste contourelement (niet<br />

het startpunt)<br />

NE: regelnummer - einde contourgedeelte<br />

■ figuren: geen invoer<br />

■ gesloten contouren: invoer vervalt<br />

■ open contouren: laatste te frezen contourelement<br />

■ contour bestaat uit één element: invoer vervalt<br />

H: looprichting van de frees - default: 0<br />

■ H=0: tegenlopend<br />

■ H=1: meelopend<br />

I: (maximale) aanzetbeweging - geen invoer: frezen in een<br />

aanzetbeweging<br />

F: aanzet (voor diepteverplaatsing) - default: actieve voeding<br />

E: gereduceerde aanzet voor ronde elementen - geen invoer: actuele<br />

aanzet<br />

Frezen<br />

87


88<br />

Frezen<br />

R: radius ingaande/uitgaande boog - default: 0<br />

■ R=0: contourelement wordt direct benaderd; aanzet naar<br />

startpunt boven het freesvlak - daarna verticale<br />

diepteverplaatsing<br />

■ R>0: frees maakt ingaande/uitgaande boog die tangentiaal op<br />

het contourelement aansluit<br />

■ R


Kamerfrezen voorbewerken G845<br />

Kamerfrezen nabewerken G846<br />

Met G845 worden gesloten contouren/figuren voorbewerkt en met G846<br />

nabewerkt.<br />

Parameter<br />

NS: regelnummer (verwijzing naar contourgedeelte)<br />

P: (maximale) freesdiepte (diepteverplaatsing in het freesvlak)<br />

R: radius ingaande/uitgaande boog - default: 0 (alleen bij G846)<br />

■ R=0: contourelement wordt direct benaderd; aanzet naar<br />

startpunt boven het freesvlak - daarna verticale<br />

diepteverplaatsing<br />

■ R>0: frees maakt ingaande/uitgaande boog die tangentiaal op<br />

het contourelement aansluit<br />

I, K: overmaat in X-, Z-richting (alleen bij G845)<br />

U: (minimale) overlappingsfactor - overlapping van de freesbanen<br />

(overlapping = U*freesdiameter) - default: 0,5<br />

V: overloopfactor - niet van belang bij bewerkingen met de C-as<br />

H: looprichting van de frees - default: 0<br />

■ H=0: tegenlopend<br />

■ H=1: meelopend<br />

F: aanzet (voor diepteverplaatsing) - default: actieve voeding<br />

E: gereduceerde aanzet voor ronde elementen - geen invoer: actuele<br />

aanzet<br />

J: terugloopvlak - geen invoer: gereedschap keert naar de<br />

startpositie terug<br />

■ voor- of achterkant: teruglooppositie in Z-richting<br />

■ mantelvlak: teruglooppositie in X-richting (diametermaat)<br />

Q: bewerkingsrichting - default: 0<br />

■ Q=0: van binnen naar buiten<br />

■ Q=1: van buiten naar binnen<br />

Frezen<br />

89


Overige G-functies<br />

90<br />

Stilstandstijd G4<br />

De <strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> wacht gedurende de geprogrammeerde tijd en voert dan<br />

de volgende programmaregel uit. Als G4 samen met een verplaatsing in<br />

een regel wordt geprogrammeerd, geldt de stilstandstijd na afloop van<br />

de verplaatsing.<br />

Parameter<br />

F: stilstandstijd - bereik: 0 sec < F < 99,999 sec<br />

Nauwkeurige stop aan G7<br />

Met G7 wordt "nauwkeurige stop" ingeschakeld. Deze functie blijft tot<br />

het moment van uitschakeling ingeschakeld. Bij "nauwkeurige stop" start<br />

de <strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> de volgende regel, wanneer het "tolerantievenster positie"<br />

bij het eindpunt bereikt is (tolerantievenster: machineparameter 1106 e.v.<br />

"Positieregeling lineaire as").<br />

"Nauwkeurige stop" werkt op enkelvoudige verplaatsingen en cycli. De<br />

NC-regel waarin G7 is geprogrammeerd, wordt al met een "nauwkeurige<br />

stop" uitgevoerd.<br />

Nauwkeurige stop uit G8<br />

Met G8 wordt "nauwkeurige stop" uitgeschakeld. De regel waarin G8<br />

wordt geprogrammeerd, wordt zonder "nauwkeurige stop" uitgevoerd.<br />

Nauwkeurige stop G9<br />

G9 activeert de "nauwkeurige stop" voor de NC-regel waarin deze<br />

geprogrammeerd wordt (zie ook "G7").<br />

Veiligheidszone uitschakelen G60<br />

Met G60 wordt de bewaking van de veiligheidszone<br />

opgeheven. Met G60 wordt vóór het te bewaken<br />

resp. niet te bewaken verplaatsingscommando<br />

geprogrammeerd.<br />

Parameter<br />

Q: ■ geen invoer: bewaking van veiligheidszone<br />

voor deze regel uitschakelen<br />

■ Q=0: veiligheidszone inschakelen (blijft<br />

ingeschakeld, totdat deze functie wordt<br />

uitgeschakeld)<br />

■ Q=1: veiligheidszone uitschakelen (blijft<br />

uitgeschakeld, totdat deze functie wordt<br />

ingeschakeld)


Spanmiddel kiezen G65<br />

G65 toont de spanmiddelen in de simulatiegrafiek. G65 moet voor elk<br />

spanmiddel afzonderlijk worden geprogrammeerd. G65 H.. zonder X, Z<br />

wist het spanmiddel.<br />

Spanmiddelen worden in de database beschreven en worden in<br />

SPANMIDDELEN (H=1..3) vastgelegd.<br />

Met "Q" worden de positie in de klauw van de opspanning en de<br />

opspanmethode (buiten of binnen) vastgelegd.<br />

Parameter<br />

H: nummer van spanmiddel (H=1..3: verwijzing naar<br />

SPANMIDDELEN)<br />

X, Z: beginpunt - positie van referentiepunt spanmiddel (X<br />

diametermaat) - referentie: werkstuknulpunt<br />

D: spilnummer (referentie: programmadeel "SPANMIDDELEN")<br />

Q: opspanvorm (bij spanklauwen (H=2) - geen invoer: Q uit het<br />

programmadeel "SPANMIDDELEN"<br />

Spil met werkstuk G98<br />

Met G98 wordt de spil vastgelegd waarin het werkstuk is ingespannen.<br />

De toewijzing van het werkstuk aan de spil is noodzakelijk voor<br />

schroefdraad-, boor- en freescycli wanneer het werkstuk zich in de<br />

hoofdspil bevindt.<br />

Parameter<br />

Q: spilnummer - default: 0 (hoofdspil)<br />

Overige G-functies<br />

91


Overige G-functies<br />

92<br />

Contourcorrectie opslaan/laden G702<br />

Met G702 Q0 wordt de actuele contour opgeslagen; de contourcorrectie<br />

wordt hierdoor niet beïnvloed.<br />

Met G702 Q1 wordt de opgeslagen contour opgeslagen; de<br />

contourcorrectie wordt met de "geladen contour" voortgezet.<br />

Parameter<br />

Q: actuele contour opslaan/laden<br />

■ Q=0: opslaan<br />

■ Q=1: laden<br />

Contourcorrectie G703<br />

Wanneer voor de uitvoeringstijd veranderbare variabelen "{V...}" worden<br />

toegepast, schakelt de <strong>CNC</strong> <strong>PILOT</strong> de contourcorrectie bij een IFprogrammasprong<br />

en een WHILE-lus uit. Na ENDIF/ENDWHILE wordt<br />

de contourcorrectie weer ingeschakeld.<br />

Met G703 wordt de contourcorrectie voor de THEN- of ELSE-sprong<br />

ingeschakeld.<br />

Parameter<br />

Q: contourcorrectie aan/uit<br />

■ Q=0: uit<br />

■ Q=1: aan<br />

Spilsynchronisatie G720<br />

G720 regelt de overdracht van het werkstuk van de<br />

"master- naar de slave-spil" en synchroniseert functies<br />

(bijv. "meer kanten frezen").<br />

Hierbij geldt<br />

Q * master-toerental = F * slave-toerental<br />

Parameter<br />

S: Nummer van de master-spil [1..4]<br />

H: nummer van de slave-spil [1..4] - geen invoer of<br />

H=0: spilsynchronisatie uitschakelen<br />

C: verspringingshoek [°] - default: 0°<br />

Q: master-toerentalfactor - default: 1;<br />

bereik: -100 £ Q £ 100<br />

F: slave-toerentalfactor - default: Q wordt<br />

overgenomen; bereik: -100 £ F £ 100<br />

Verspringing hoek C G905<br />

Met G905 wordt de bij de werkstukoverdracht "met<br />

draaiende spil" optredende "hoekverspringing"<br />

gemeten. De geprogrammeerde "hoek C" wordt bij de<br />

gemeten "hoekverspringing" opgeteld en als<br />

nulpuntverschuiving van de C-as actief.<br />

Parameter<br />

Q: nummer van de C-as<br />

C: hoek extra nulpuntverschuiving voor<br />

verspringend oppakken - bereik: -360° £ C £<br />

360°; default: 0°


Voorsturing G918<br />

Met G918 wordt de voorsturing uit- en ingeschakeld. G918 wordt voor/na<br />

de schroefdraadbewerking (G31, G32, G33) in een afzonderlijke NC-regel<br />

geprogrammeerd.<br />

Parameter<br />

Q: voorsturing aan/uit - default: 1<br />

■ Q=0: uit<br />

■ Q=1: aan<br />

Spil-override 100% G919<br />

Met G919 kan de functie spil-override worden uit- en ingeschakeld<br />

(toerental-override).<br />

Parameter<br />

Q: spilnummer - default: 0<br />

H: type begrenzing - default: 0<br />

■ H=0: spil-override inschakelen<br />

■ H=1: spil-override op 100% instellen - blijft ingeschakeld tot<br />

moment van uitschakeling<br />

■ H=2: spil-override op 100% instellen - voor de actuele NC-regel<br />

Nulpuntverschuivingen uitschakelen G920<br />

Met G920 worden het werkstuknulpunt en alle nulpuntverschuivingen<br />

"uitgeschakeld". Verplaatsingen en digitale uitlezingen zijn gerelateerd aan<br />

het gereedschapspunt - het machinenulpunt.<br />

Nulpuntverschuivingen,<br />

gereedschapslengtes uitschakelen G921<br />

Met G921 worden het werkstuknulpunt, alle<br />

nulpuntverschuivingen en de gereedschapsmaten<br />

"uitgeschakeld". Verplaatsingen en digitale uitlezingen<br />

zijn gerelateerd aan het sledereferentiepunt -<br />

machinenulpunt.<br />

Nulpuntverschuivingen inschakelen<br />

G980<br />

Met G980 worden het werkstuknulpunt en alle<br />

nulpuntverschuivingen "ingeschakeld".<br />

Verplaatsingen en digitale uitlezingen zijn nu<br />

gerelateerd aan het gereedschapspunt -<br />

werkstuknulpunt met inachtneming van de<br />

nulpuntverschuivingen.<br />

Nulpuntverschuivingen,<br />

gereedschapslengtes activeren G981<br />

Met G981 worden het werkstuknulpunt, alle<br />

nulpuntverschuivingen en de gereedschapsmaten<br />

"ingeschakeld".<br />

Verplaatsingen en digitale uitlezingen zijn nu<br />

gerelateerd aan het gereedschapspunt -<br />

werkstuknulpunt met inachtneming van de<br />

nulpuntverschuivingen.<br />

Overige G-functies<br />

93


94<br />

Subprogramma's<br />

Subprogramma's<br />

Oproep van subprogramma: L"12345678" V1<br />

Betekenis:<br />

■ Externe subprogramma's staan in een apart bestand. Ze kunnen door<br />

willekeurige hoofdprogramma's, andere subprogramma's en door<br />

TURN PLUS worden opgeroepen.<br />

■ Lokale subprogramma's staan in hetzelfde bestand als het<br />

hoofdprogramma. Ze kunnen uitsluitend vanuit het hoofdprogramma<br />

worden opgeroepen.<br />

■ Subprogramma's kunnen maximaal 6 keer worden "genest". Met<br />

"nesten" wordt bedoeld, dat in een subprogramma een ander<br />

subprogramma wordt opgeroepen.<br />

■ Recursies moeten worden vermeden.<br />

■ U kunt in een subprogramma maximaal 20 "overdrachtswaarden"<br />

opnemen. De aanduidingen (parameter-identificatie) zijn:<br />

LA..LF, LH, I, J, K, O, P, R, S, U, W, X, Y, Z.<br />

In het subprogramma zijn de overdrachtswaarden als variabelen<br />

beschikbaar. De code is: “#__..” gevolgd door de parameteraanduiding in<br />

kleine letters (bijvoorbeeld: #__la).<br />

U kunt deze overdrachtswaarden bij de programmering van variabelen<br />

in het subprogramma gebruiken.<br />

■ De variabelen #256..#285 zijn in elk subprogramma als lokale variabele<br />

beschikbaar.<br />

■ Als een subprogramma meermaals moet worden uitgevoerd, kunt u<br />

de herhalingsfactor opgeven in de parameter "Aantal herhalingen Q".<br />

■ Een subprogramma wordt afgesloten met RETURN.<br />

De parameter "LN" is gereserveerd voor de<br />

overdracht van regelnummers. Deze<br />

parameter kan bij hernummering van het<br />

NC-programma een nieuwe waarde krijgen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!