06.08.2013 Views

TNC 426 TNC 430 - heidenhain

TNC 426 TNC 430 - heidenhain

TNC 426 TNC 430 - heidenhain

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

8.2 Boorcycli<br />

174<br />

ú Veiligheidsafstand Q200 (incrementeel): afstand tussen<br />

gereedschapspunt en werkstukoppervlak.<br />

ú Diepte Q201 (incrementeel): afstand tussen<br />

werkstukoppervlak en bodem van de boring (punt van<br />

de boor).<br />

ú Aanzet diepteverplaatsing Q206: verplaatsingssnelheid<br />

van het gereedschap bij het boren in mm/min.<br />

ú Diepte-instelling Q202 (incrementeel): maat die<br />

betrekking heeft op verplaatsing van het gereedschap.<br />

De <strong>TNC</strong> verplaatst in één slag naar diepte als:<br />

■ diepte-instelling en diepte gelijk zijn<br />

■ de diepte-instelling groter is dan de diepte<br />

De diepte hoeft geen veelvoud van de diepte-instelling te<br />

zijn.<br />

ú Coörd. werkstukoppervlak Q203 (absoluut): coördinaat<br />

werkstukoppervlak.<br />

ú 2e veiligheidsafstand Q204 (incrementeel): coördinaat<br />

spilas, waarin botsing tussen het gereedschap en het<br />

werkstuk (spaninrichting) uitgesloten is.<br />

ú Afnamefactor Q212 (incrementeel): waarde waarmee de<br />

<strong>TNC</strong> de diepte-instelling Q201 vermindert<br />

ú Minimale diepte-instelling Q205 (incrementeel): wanneer<br />

een afnamefactor is ingegeven, begrenst de <strong>TNC</strong> de<br />

verplaatsing op de met Q205 ingegeven waarde.<br />

ú Voorstop-afstand boven Q258 (incrementeel):<br />

veiligheidsafstand voor ijlgangpositionering, wanneer de<br />

<strong>TNC</strong> het gereedschap na terugtrekken uit de boring<br />

weer naar de actuele diepte-instelling verplaatst; waarde<br />

bij de eerste verplaatsing<br />

ú Voorstop-afstand onder Q259 (incrementeel):<br />

veiligheidsafstand voor ijlgangpositionering, wanneer de<br />

<strong>TNC</strong> het gereedschap na terugtrekken uit de boring<br />

weer naar de actuele diepte-instelling verplaatst; waarde<br />

bij de laatste verplaatsing<br />

Wanneer u voor Q258 een andere waarde dan voor Q259<br />

ingeeft, verandert de <strong>TNC</strong> de voorstop-afstand tussen de<br />

eerste en laatste verplaatsing gelijkmatig.<br />

ú Boordiepte tot spaanbreken Q257 (incrementeel):<br />

verplaatsing, nadat de <strong>TNC</strong> het spaanbreken heeft<br />

uitgevoerd. Geen spaanbreken als 0 is ingegeven<br />

ú Terugtrekken bij spaanbreken Q256 (incrementeel):<br />

waarde waarmee de <strong>TNC</strong> het gereedschap bij<br />

spaanbreken terugtrekt<br />

ú Stilstandstijd beneden Q211: tijd in seconden, die het<br />

gereedschap op de bodem van de boring stilstaat.<br />

NC-voorbeeldregels:<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

8 Programmeren: cycli

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!