Gasdrukregelaar RMG 361 - rmg.com
Gasdrukregelaar RMG 361 - rmg.com
Gasdrukregelaar RMG 361 - rmg.com
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1. Algemeen<br />
De installatie, montage, inbedrijfname en onderhoud van de gasdrukregelaars (GDR) moet onder inachtneming van de DVGWwerkbladen<br />
G490/1, G491, G495 en het <strong>RMG</strong>-blad “algemene gebruikshandleiding voor gasdrukregelaars en veiligheidsafslagkleppen”<br />
plaatsvinden<br />
.<br />
Tijdsperioden tussen de onderhoudswerkzaamheden zijn sterk afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden en de samenstelling van<br />
het gas. Er worden daarom geen vaste onderhoudsintervallen aangegeven. Aanbevolen wordt de onderhoudsperioden overeenkomstig<br />
NEN 2078, uitgave 2008 bijlage K, aan te houden.<br />
Het documentatieblad <strong>RMG</strong> <strong>361</strong>.00 betreft de technische gegevens, uitvoeringsmogelijkheden en afmetingen.<br />
De GDR is voor gassen volgens EN 437 en andere niet corrosieve gassen geschikt.<br />
De GDR is alleen geschikt voor filter gereinigde gassen (filterfijnheid : 10 μm).<br />
Temperaturen van –20 tot +60 °C zijn voor de GDR toelaatbaar mits hierdoor het dauwpunt van de waterdamp en de koolwaterstoffen<br />
niet bereikt wordt.<br />
Bij opslag en transport is de GDR voor vuil, vocht en inwerking van warmte boven +60 °C te beschermen en dienen de aansluitflenzen<br />
afgesloten te worden gehouden.<br />
2. Opbouw en functie (zie afb. pagina 4)<br />
De GDR bestaat uit een huis (1), de regelmodule (200) verbonden met de ventielstang (7) en de klepschotel (31), het lekgas-afblaasventiel<br />
(204) en de veiligheidsafslagklep (VAK), bestaande uit de afsluitklep (201), schakelmodule (202) en controletoestel (203).<br />
Via de meetleiding wordt de te regelen uitlaatdruk naar de meetmodule (vergelijker) geleid. Op het membraan (26) wordt de uit de<br />
uitlaatdruk ontstane kracht met de kracht van de instelveer (34) vergeleken. De uit deze vergelijking afgeleide afwijking veroorzaakt<br />
via de ventielstang (7) een verstelling van de klepschotel (31). De daarmee gepaard gaande debietverandering maakt een aanpassing<br />
van de uitlaatdruk aan de ingestelde druk mogelijk.<br />
Door het <strong>com</strong>pensatiemembraan (27) wordt de door de inlaatdruk op de ventielschotel (31) werkende kracht ge<strong>com</strong>penseerd. Een<br />
boring in de ventielstang (7) maakt de toevoer van de in het huis heersende druk naar de ruimte boven het <strong>com</strong>pensatiemembraan<br />
(27) mogelijk, zodat de uit de in het huis heersende druk en de ventielschotel veroorzaakte krachten ge<strong>com</strong>penseerd worden.<br />
Voor geluidsreductie kan de ring (42) ingezet worden. De hiervoor benodigde uitsparingen in het huis en in de deksel (4) om de ring<br />
op te nemen worden seriematig aangebracht.<br />
Geringe hoeveelheden lekgas kunnen bij het bereiken van de aanspreekdruk, die door het instellen van de veer (35) vastgelegd<br />
wordt, via de ademingsleiding afgevoerd worden.<br />
Bij de uitvoering met veiligheidsmembraan ligt over het membraan (26) het veiligheidsmembraan (91), dat bij scheuren van het<br />
membraan (26) tegen het membraandeksel gedrukt wordt en daarmee ontwijken van gas in de atmosfeer verhindert.<br />
Bereikt de uitlaatdruk de ingestelde druk van de VAK, dan verspert de om 90° draaiende klep (201) de gasstroom. De klepas (6)<br />
wordt bij het openen van de klep (201) door de stand van de blokkeringspal (18) gezekerd. Na het aanspreken van het controletoestel<br />
wordt de blokkeringspal (18) plotsklaps verschoven. De kogels (118) worden in de uitsparing van de blokkeringspal (18) gedrukt<br />
en als gevolg van het door veer (19) uitgeoefende draaimoment volgt de sluitbeweging van de klep (201).<br />
Om de VAK te openen wordt de deksel van het controletoestel en omgekeerd weer aan de spindel (53) geschroefd. Na het bereiken<br />
van de bedrijfsdruk kan door aan de spindel (53) te trekken het controletoestel weer gezekerd worden. Met een steeksleutel wordt<br />
daarna aan het uit het huis stekende deel van de klepas (6) de klep (201) in de “OPEN” stand gedraaid. Daarbij wordt eerst een<br />
in de klep aangebracht ventiel (item 6.6, pagina 13) geopend (inwendige bypass), waardoor drukvereffening over de klep wordt<br />
bereikt, voordat de klep zich in de “OPEN”-stand laat draaien.<br />
<strong>361</strong>.20 - 3