11.4 Structuurvisie Nieuw-Lekkerland - Gemeente Molenwaard
11.4 Structuurvisie Nieuw-Lekkerland - Gemeente Molenwaard
11.4 Structuurvisie Nieuw-Lekkerland - Gemeente Molenwaard
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> Ruimtelijk Casco/Projectenplan<br />
ONTWERP<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>
Colofon<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Ruimtelijk Casco/Projectenplan<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
BOE01-NWL00001-01F (0251081)<br />
15 mei 2012<br />
Hoff van Hollantlaan 7 - 5243 SR Rosmalen<br />
Postbus 435 - 5240 AK Rosmalen<br />
T (073) 523 39 00 - F (073) 523 39 99<br />
E info@croonen.nl - I www.croonenadviseurs.nl<br />
Inhoud<br />
1 Inleiding 1<br />
1.1 Algemeen 1<br />
1.2 Doelstelling 3<br />
1.3 Opzet van de <strong>Structuurvisie</strong> 3<br />
1.4 Leeswijzer 5<br />
Deel A Ruimtelijk Casco<br />
2 Ruimtelijke structuur 9<br />
2.1 Positionering in de regio 9<br />
2.2 Lagenbenadering 11<br />
3 Ruimtelijk beleid 33<br />
3.1 Landelijk beleid 33<br />
3.2 Provinciaal en regionaal beleid 33<br />
3.3 <strong>Gemeente</strong>lijk beleid 42<br />
4 Visie op hoofdlijnen 45<br />
4.1 Zelfbeeld 45<br />
4.2 Visie op hoofdlijnen 47<br />
5 Ruimtelijk Casco 51<br />
5.1 Bestaande linten en kernen 52<br />
5.2 Historische lintstructuur 53<br />
5.3 Bestaande bedrijventerreinen - Binnendijks 53<br />
5.4 Bestaande bedrijventerreinen - Buitendijks 54<br />
5.5 Herstructureringsgebieden 54<br />
5.6 Transformatiegebied natuur en recreatie 55<br />
5.7 Transformatiegebied dorpsfuncties 56
5.8 Maatschappelijk cluster 56<br />
5.9 Sportcluster 56<br />
5.10 Dorpsuitbreiding 56<br />
5.11 Verzorgingskern 57<br />
5.12 Kleine kern 57<br />
5.13 Hoofdwinkelcentrum 58<br />
5.14 Nevenwinkelcentrum 58<br />
5.15 Bestaande recreatieve knoop 59<br />
5.16 <strong>Nieuw</strong>e recreatieve knoop 59<br />
5.17 Entreegebied molencomplex 60<br />
5.18 Recreatief routenetwerk 60<br />
5.19 Stedelijk groen 61<br />
5.20 Hoofdgroenstructuur 61<br />
5.21 Water 61<br />
5.22 Agrarisch open landschap 62<br />
5.23 Tiendweg 63<br />
5.24 Natuurgebieden - Natura 2000 64<br />
5.25 Natte ecologische verbindingszone 64<br />
5.26 Groene Ruggengraat 65<br />
5.27 Molens 65<br />
5.28 Eendenkooien 65<br />
5.29 Donken 66<br />
5.30 Dijken 66<br />
5.31 Bestaande Infrastructuur 67<br />
5.32 Waterbus 67<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
5.33 Voet-/Fietsveer 67<br />
5.34 Autoveer 68<br />
5.35 Ruilverkavelingsweg 68<br />
Deel B Projectenplan<br />
6 Programma 73<br />
6.1 Inleiding 73<br />
6.2 Programmapunten uit de onderste laag 73<br />
6.3 Programmapunten uit de middelste laag 74<br />
6.4 Programmapunten uit de bovenste laag 75<br />
7 Projectenoverzicht 81<br />
7.1 Studies/beleid 81<br />
7.2 Buitengebied 85<br />
7.3 <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> 86<br />
7.4 Kinderdijk 88<br />
8 Uitvoeringsplan 89<br />
8.1 Inleiding 89<br />
8.2 Grondbeleid 89<br />
8.3 Kostenverhaal 91<br />
8.4 Juridisch-planologisch instrumentarium 93<br />
Bronnen
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Topografi sche kaart anno 2003 (ANWB Topografi sche Atlas Zuid-Holland, 2004, Topografi sche Dienst Kadaster)
1 Inleiding<br />
1.1 Algemeen<br />
In oktober 2000 heeft de gemeenteraad van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> het structuurplan<br />
‘Ruimtelijke Beleidsvisie’ vastgesteld. In dit structuurplan heeft de<br />
gemeente haar integraal ruimtelijk beleid voor de langere termijn vastgelegd.<br />
In 2002 is dit beleid aangevuld met de ‘Uitwerking Ruimtelijke Beleidsvisie‘,<br />
waarmee duidelijke kaders voor handen waren voor ruimtelijke ontwikkeling.<br />
Een groot deel van de in de ‘Ruimtelijke Beleidsvisie’ geschetste ontwikkelingen<br />
zijn inmiddels gerealiseerd of in uitvoering. Omdat de ideevorming over<br />
de toekomst van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is verder gegaan en nieuwe ruimtelijke<br />
en functionele keuzes nodig zijn, is een actualisering gewenst. De gemeenteraad<br />
heeft hiervoor een basis gelegd in een strategische visie voor <strong>Nieuw</strong>-<br />
<strong>Lekkerland</strong> tot 2020 ‘Met vooruitziende blik’. Dit document levert belangrijke<br />
input voor voorliggende structuurvisie.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
1<br />
Met de komst van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is de wens om te komen<br />
tot een gemeentelijke structuurvisie gegroeid. De nieuwe Wro (met daarin de<br />
Grondexploitatiewet), die op 1 juli 2008 in werking is getreden, verplicht iedere<br />
gemeente te beschikken over een grondgebieddekkende structuurvisie.<br />
Daar staat tegenover dat de Wro een gemeente met een goed uitgevoerde<br />
structuurvisie de instrumenten biedt tot een sterke regie op de uitvoering van<br />
het ruimtelijk beleid. De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> voldoet door middel<br />
van voorliggende structuurvisie aan de voorwaarden uit de Wro.<br />
Vanaf 2013 gaat de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> samen met de gemeenten<br />
Graafstroom en Liesveld verder onder de naam ‘<strong>Molenwaard</strong>’. Beide andere<br />
gemeenten hebben reeds hun eigen structuurvisie vastgesteld. Met voorliggende<br />
structuurvisie beschikt ook de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> over een<br />
structuurvisie voor haar eigen grondgebied. De structuurvisies van de drie<br />
gemeenten zijn onderling afgestemd.
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
2
1.2 Doelstelling<br />
De structuurvisie moet helderheid verschaffen in het ruimtelijk beleid van<br />
de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en de wijze waarop zij deze tot uitvoering wil<br />
brengen. Deze helderheid is gewenst voor inwoners en ondernemers, als ook<br />
voor andere (semi-)overheden en maatschappelijke partners. De gemeente<br />
<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> beoogt met de opstelling van de structuurvisie meerdere<br />
inhoudelijke en procesmatige doelen te bereiken:<br />
- Integrale visievorming voor de lange termijn.<br />
- Bijeenbrengen en afwegen van belangen (inhoudelijk en procesmatig).<br />
- Toetsings- en inspiratiekader voor ruimtelijke beslissingen.<br />
- ‘bottom-up’ voor regionale en provinciale planvorming.<br />
- ‘top-down’ voor ruimtelijke initiatieven.<br />
- Basis voor uitwerking in sectoraal beleid en in juridisch-planologische kaders<br />
(zoals bestemmingsplannen).<br />
- Basis voor uitvoering: de structuurvisie vervult een functie als grondpolitiek<br />
instrument. Zo kan via een structuurvisie bij particuliere ontwikkelingen<br />
de programmatische invulling van het woningbouwprogramma en het<br />
kostenverhaal van bovenplanse kosten af worden gedwongen.<br />
Daarnaast besteedt deze structuurvisie aandacht aan het thema ‘bevolkingsontwikkeling<br />
en wonen’. De structuurvisie geeft op basis van de structuur<br />
van de huidige woningvoorraad en de bevolkingsopbouw een beeld van de<br />
stand van zaken in de gemeente. Aan de hand van de doorrekening naar<br />
de toekomst, die rekening houdt met bekende woningbouwplannen en herstructurering,<br />
wordt een beeld geschetst van de kwantitatieve en kwalitatieve<br />
woonwensen. De input die verkregen wordt uit dit onderzoek is verwerkt in<br />
voorliggende structuurvisie.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
3<br />
1.3 Opzet van de <strong>Structuurvisie</strong><br />
Om zo goed mogelijk bij de doelstellingen aan te sluiten, wordt deze structuurvisie<br />
onderscheiden in twee delen die qua globaliteit, fl exibiliteit en planperiode<br />
sterk van elkaar verschillen: deel A Ruimtelijk Casco en deel B Projectenplan.<br />
De analyse van de bestaande situatie vormt een belangrijke bouwsteen voor<br />
de uiteindelijke visie. Het karakter van de gemeente, de aanwezige kwaliteiten<br />
en waarden zijn tenslotte sturend voor wat er de komende jaren ruimtelijk<br />
mogelijk is. In dit Ruimtelijk Casco wordt de zogenaamde lagenbenadering<br />
toegepast om de duurzame ruimtelijke waarden binnen de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<br />
<strong>Lekkerland</strong> in beeld te brengen. De lagenbenadering wordt kort toegelicht in<br />
het kader hieronder.<br />
De ‘Lagenbenadering’<br />
De lagenbenadering is een methode van het afwegen van ruimtelijke<br />
beslissingen waarbij de meest kwetsbare waarden in een gebied<br />
sturend zijn. De waarden en kwaliteiten<br />
die in de onderste laag<br />
(bodem, water, cultuurhistorie,<br />
natuur, etc.) worden benoemd<br />
zijn sturend voor ontwikkelingen<br />
in de middelste (infrastructuur)<br />
en bovenste laag (wonen, werken,<br />
recreëren, etc.). Het grote belang<br />
van de onderste laag komt voort<br />
uit de onvervangbaarheid van<br />
deze waarden.
Functie:<br />
- Afwegingskader<br />
- Inspiratiekader<br />
Deel B: Projectenplan<br />
Functie:<br />
- Uitwerkingskader<br />
- Uitvoeringskader<br />
Plantermijn:<br />
- Duurzaam<br />
- Lange termijn<br />
Verantwoording en inspiratie<br />
Plantermijn:<br />
- Middellang<br />
- Korte termijn<br />
Eigenschappen:<br />
- Globaal<br />
- Statisch<br />
- Transparant<br />
Uitwerking en uitvoering<br />
Eigenschappen:<br />
- Concreet<br />
- Dynamisch<br />
- Deels transparant<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Onderdelen:<br />
- Analyse en SWOT<br />
- Beleidscontext<br />
- Hoofdlijnenvisie<br />
Onderdelen:<br />
- Programma<br />
- Projecten<br />
- Grondbeleid<br />
Croonen Adviseurs<br />
4<br />
Deel A: Ruimtelijk Casco<br />
In deel A wordt vanuit een bondige analyse een visie geformuleerd op het<br />
plangebied. Deze visie bestaat uit het ontwikkelingskader (bestaand en nieuw<br />
beleid) en droombeeld (mission statement) voor de lange termijn en komt tot<br />
stand door een locatieoverstijgende discussie. Het Ruimtelijk Casco beoogt<br />
de samenhangende structuren naar boven te halen en hieraan logische strategieën<br />
te koppelen, waarmee het een casco vormt voor concrete projecten<br />
en plannen. Het is een afwegingskader, maar tegelijkertijd ook een inspiratiekader<br />
voor ruimtelijke ontwikkeling. Het Ruimtelijk Casco geeft richting zonder<br />
te spreken over een programma. Het geeft de mogelijkheden weer en is<br />
fl exibel wat betreft de exacte invulling op de korte termijn.<br />
Deel B: Projectenplan<br />
In deel B worden de ruimtelijke opgaven voor de korte en middellange termijn<br />
benoemd en de meest geschikte locaties hiervoor aangewezen. Daarnaast<br />
formuleert de gemeente welke concrete projecten en plannen op korte<br />
termijn richting uitvoering worden gebracht en hoe deze gerealiseerd gaan<br />
worden. Het projectenplan zal periodiek worden geactualiseerd en geeft daarmee<br />
steeds voor een bepaalde periode weer, op welke wijze het droombeeld<br />
tot uitvoering wordt gebracht.
Daarnaast heeft ook het bestaande ruimtelijke beleid zijn weerslag op de<br />
ontwikkelingspotenties voor bestaande en nieuwe functies. Verschillende regionale<br />
studies en beleidsvisies doen uitspraken over het grondgebied van de<br />
gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. Deze structuurvisie schept duidelijkheid in het<br />
spinnenweb aan plannen en beleidsstukken die voor de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<br />
<strong>Lekkerland</strong> gelden.<br />
In de visiefase wordt de ruimtelijke koers op hoofdlijnen uitgezet, welke er<br />
voor zorgt dat de geanalyseerde ontwikkelingspotenties benut worden, maar<br />
tegelijkertijd voorkomt dat confl icten ontstaan tussen het ruimtegebruik en de<br />
duurzame gebiedskwaliteiten. Deze koers vormt het inspiratiekader en afwegingskader<br />
voor ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>.<br />
Het Projectenplan geeft invulling aan de speelruimte die het Ruimtelijk Casco<br />
biedt. Het programma wordt geschetst en de projecten worden benoemd.<br />
1.4 Leeswijzer<br />
In hoofdstuk 2 van deze structuurvisie wordt de bestaande situatie geanalyseerd<br />
aan de hand van de lagenbenadering. De gebiedskwaliteiten worden in<br />
kaart gebracht en een korte historische schets geeft inzicht in de ontstaansgeschiedenis<br />
van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. Hoofdstuk 3 geeft inzicht in de beleidsuitspraken<br />
die zijn gedaan op provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau.<br />
Uitsluitend ruimtelijk relevante uitspraken die van invloed zijn op het ruimtegebruik<br />
in de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> worden in dit hoofdstuk behandeld.<br />
Hoofdstuk 4 beschrijft de visie op hoofdlijnen en in hoofdstuk 5 wordt<br />
het Ruimtelijk Casco beschreven, het visiebeeld voor de langere termijn.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
5<br />
Het tweede deel van de structuurvisie is het Projectenplan. Dit deel bestaat<br />
uit drie hoofdstukken. De verschillende programmapunten voor de komende<br />
jaren worden beschreven in hoofdsuk 6. Vervolgens staat in hoofdstuk 7 een<br />
overzicht van projecten en plannen die binnen het Ruimtelijk Casco en op korte<br />
termijn worden uitgevoerd. Het uitvoeringsplan komt tot slot aan de orde in<br />
hoofdstuk 8. Hierin wordt ingegaan op de instrumenten die de gemeente wil<br />
inzetten voor de uitvoering van de structuurvisie.
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
6
Deel A - Ruimtelijk Casco
Luchtfoto (Google Earth)<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
8
2 Ruimtelijke structuur<br />
2.1 Positionering in de regio<br />
De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> maakt onderdeel uit van de Alblasserwaard.<br />
De Alblasserwaard is een karakteristiek onderdeel van het Zuid-Hollands<br />
landschap; een weids en open polderland aan de zuidfl ank van het Groene<br />
Hart. Het vormt een agrarisch gebied van formaat. De ruimte en het overwegend<br />
landelijke karakter vormen een sterk contrast tot het aangrenzende<br />
stedelijk gebied van Rotterdam-Ridderkerk en de Drechtsteden. Hier is het<br />
Groene Hart nog overwegend ‘groen, open en agrarisch’. Kenmerkend zijn de<br />
aanwezigheid van verre zichtlijnen en gave horizons. In veel gevallen kan men<br />
van kerktoren tot kerktoren kijken.<br />
Ook voor de Randstad is zo’n open gebied van betekenis. Het is belangrijk<br />
om in de nabijheid van de drukte van de stad een landelijk gebied te kennen.<br />
De Alblasserwaard dient dan ook veelal als uitloopgebied voor de stedelijke<br />
zone. Deze functie biedt zowel kansen als bedreigingen voor het gebied.<br />
De grootschalige verstedelijking bevindt zich met name ten westen en zuiden<br />
van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> met daaraan gekoppeld grote infrastructurele voorzieningen,<br />
zoals rijkswegen en de Betuwelijn. Waterwegen omgeven het gebied.<br />
Ten noorden van de gemeente bevindt zich de Lek en ten westen de Noord.<br />
Beide waterwegen worden gebruikt door de scheepvaart.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
9<br />
Met het Werelderfgoed molengebied Kinderdijk bezit de gemeente een toeristische<br />
attractie van formaat. Zeker in de zomermaanden wordt het gebied<br />
druk bezocht door duizenden toeristen uit binnen- en buitenland. Hiermee<br />
heeft het molengebied niet alleen een betekenis voor de gemeente, maar<br />
voor de gehele regio. In dit dynamische gebied, op de grens van stad en land,<br />
ligt de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>.<br />
Amsterdam<br />
Groene Hart<br />
Positionering in de regio
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
De ondergrond in het noord-westelijk gedeelte van de Alblasserwaard wordt gekenmerkt door oost-west gerichte rivierduinen (geel), donken (rood) en oude stroomgordels (donker groen) (bron:<br />
Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland).<br />
Croonen Adviseurs<br />
10
2.2 Lagenbenadering<br />
2.2.1 Onderste laag<br />
Bodem<br />
Voor de geologische geschiedenis van de Alblasserwaard zijn twee geologische<br />
tijdvakken van belang. Tijdens het Pleistoceen wisselden koude en<br />
warme perioden elkaar af. In de laatste koude periode, het zogenaamde<br />
Weichselien (Laatste IJstijd), bestond het landschap uit een riviervlakte met<br />
vlechtende rivieren die grote hoeveelheden grind en zand afzetten. Door het<br />
koude klimaat was plantengroei nauwelijks mogelijk. De wind had hierdoor<br />
vrij spel op het door de rivieren afgezette zand. Stuivend zand werd afgezet<br />
in overwegend oost-west gerichte zandruggen. Deze rivierduinen werden<br />
aanvankelijk door de rivieren weer afgebroken. De thans in de ondergrond<br />
aanwezige rivierenduinen werden aan het einde van de Laatste IJstijd gevormd,<br />
toen het klimaat milder werd en de kracht van de rivieren afnam.<br />
Tijdens het Holoceen zijn twee processen verantwoordelijk voor de vorming van<br />
de ondergrond. Door de stijging van de temperatuur was een weelderige vegetatieontwikkeling<br />
mogelijk. In het westelijk deel van Nederland, dat vanaf deze<br />
periode beschermd werd door een gesloten duinenrij, vond op grote schaal<br />
veenvorming plaats. In het gebied van de Alblasserwaard ontwikkelden zich<br />
uitgestrekte moerasbossen waarin bosveen werd gevormd. In dezelfde periode<br />
traden rivieren regelmatig buiten hun bedding. Dicht bij de rivier werd zwaarder<br />
materiaal afgezet, waardoor parallel aan de loop zandige oeverwallen ontstonden.<br />
Doordat de stroomsnelheid in de benedenloop van de Lek mede door<br />
de getijdewerking laag was, ontwikkelde zich in het gebied van de gemeente<br />
<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> geen grote oeverwallen.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
11<br />
Eerder was sprake van een relatief smalle kleioever. Fijnere deeltjes bezonken<br />
op grotere afstand van de rivier, hetgeen ertoe leidde dat het bosveen periodiek<br />
werd bedekt met een laag rivierklei.<br />
Als gevolg van veenvorming en kleiafzetting<br />
werden de oude rivierduinen geleidelijk<br />
ingekapseld. De hoogste toppen die thans<br />
nog als zandopduiking boven het veenpakket<br />
uitsteken, worden donken genoemd. Het<br />
hoogteverschil dat we nu zien, is een gevolg<br />
van het inklinken van het omringende land.<br />
Door de vaste zandige ondergrond en de hoge ligging waren donken vanouds<br />
geschikt voor bewoning. Een aantal donken heeft dan ook een rijke historie.<br />
Naast een archeologische waarde bezitten de donken in de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<br />
<strong>Lekkerland</strong> een hoge landschappelijke waarde. De donken steken boven het<br />
relatief vlakke polderlandschap uit. In de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> ligt de<br />
hoogste donk van Nederland: de Schoonenburgsche Donk. Deze als geologisch<br />
monument aangewezen donk steekt circa 5,5 meter boven het maaiveld uit<br />
en vormt een markant herkenningspunt in het weidse landschap. Daarnaast<br />
hebben de zandopduikingen invloed gehad op de structuren in het landschap.<br />
Wegen en sloten in de omgeving van de donken vertonen soms een lichte buiging<br />
en wijken af van het rechtlijnig ontginningspatroon. Een goed voorbeeld<br />
is de Tiendweg, die ter hoogte van de Boerenweg een gebogen beloop heeft.
Cultuurlandschap<br />
Ontginningsgeschiedenis<br />
Vanouds vestigden bewoners zich in de Alblasserwaard zich op de hoger gelegen<br />
donken en oeverwallen. Dit was ook het geval toen kolonisten omstreeks<br />
het jaar 1000 begonnen met de ontginning van het uitgestrekte veengebied.<br />
Aan de ontginningsbasis langs de rivier werden de boerderijen gesticht op<br />
een onderlinge afstand van circa 110 meter. Haaks op dit langgerekte bebouwingslint<br />
werden sloten aangelegd. Op deze wijze ontstond de kenmerkende<br />
strokenverkaveling, met percelen die tussen de 100 en 120 meter<br />
breed waren. De boeren konden hun kavels niet naar believen verlengen. In<br />
grote delen van de Alblasserwaard werd bij de uitgifte van de gronden door de<br />
graaf van Holland, die landsheer was van de veenwildernis, een achtergrens<br />
vastgesteld van circa 1250 meter. Dit type ontginning staat bekend onder de<br />
naam ‘cope’. Cope heeft betrekking op de afspraken die tussen de verkoper<br />
en koper werden gemaakt met betrekking tot de omvang van de ontginning,<br />
betaling, rechtspositie en bevoegdheden. In de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
was sprake van een enigszins afwijkende situatie. De boeren konden in dit<br />
gebied hun kavels zonder vooraf opgelegde beperkingen verlengen.<br />
Systematiek van de cope-ontginningen<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
12<br />
De achtergrens van deze zogenaamde vrije opstrek werd uiteindelijk gevormd<br />
door een oud veenriviertje, dat later ontwikkeld zou worden tot achterwetering<br />
(De Groote of Achterwaterschap). Kenmerkend voor de ontginningsstructuur die<br />
op deze wijze ontstond, is de onregelmatige afstand tussen de ontginningsbasis<br />
en de achtergrens.<br />
Ten einde toestroming van water vanuit de nog onontgonnen delen tegen te<br />
gaan, werden aan weerszijden van een te ontginnen blok kades (zijwendes)<br />
aangelegd. Aan de voor- en achterzijde van een blok werden weteringen aangelegd.<br />
Langs de achterwetering lag in sommige gevallen een achterkade.<br />
Aanvankelijk werden grote delen van het ontgonnen veengebied gebruikt ten<br />
behoeve van de akkerbouw. Door de ontwatering klonk het veen echter in. Om<br />
het waterbeheersysteem te verbeteren werden nieuwe sloten gegraven, waardoor<br />
de verkavelingstructuur fi jnmaziger werd. Bovendien werd evenwijdig aan<br />
de ontginningsbasis de Tiendweg aangelegd. Deze Tiendweg had vermoedelijk<br />
een kadefunctie, en maakte het mogelijk om verschillende waterniveaus in de<br />
polder toe te passen. Ten behoeven van de afwatering werd aan weerszijden van<br />
de Tiendweg een wetering aangelegd. Vermoedelijk is ook de Oude Watering (de<br />
middenwetering die ligt tussen de Tiendweg en de Groote of Achterwaterschap)<br />
later ook met dit doel aangelegd. Dat deze structuren jonger zijn dan het verkavelingspatroon<br />
is nog herkenbaar aan het feit dat de sloten aan beide zijden<br />
van zowel de Tiendweg als de Oude Watering in het verlengde van elkaar liggen.
De aanleg van een tiendweg, een middenwetering en nieuwe sloten kon niet<br />
voorkomen dat de gronden te nat werden voor het verbouwen van gewassen.<br />
Geleidelijk werden akkerlanden omgevormd tot weiland. Op den duur ontstond<br />
een landschappelijk patroon dat de intensiteit van gebruik weerspiegelde. De<br />
gronden nabij boerderijen werden oorspronkelijk vooral benut als huisakkers<br />
voor de verbouw van tarwe, gerst, haver en vlas. Toen de grond hiervoor te nat<br />
werd, schakelde men over op de teelt van hennep, die gebruikt werd voor de productie<br />
van zeilen en touw voor de zeilvaart. Met koemest uit de stal werden deze<br />
percelen vruchtbaar gemaakt. Ook werd bagger uit naastgelegen sloten als toemaak<br />
gebruikt. Langs de ontginningsassen ontstond op deze wijze een patroon<br />
van brede sloten, met kleine hoger gelegen kavels. Op sommige plekken strekte<br />
dit landschappelijk patroon van smalle, relatief kleine percelen verder het landschap<br />
in. Bijzonder in dit verband was het gebied ten oosten van de Middelweg,<br />
dat door het voorkomen van zand van oude stroomgordels in de bodem zeer geschikt<br />
was voor akkerbouw. Het kenmerkende patroon van hennepakkers dat in<br />
dit gebied aanwezig was tussen de voorwetering (Bakwetering) en de Tiendweg,<br />
is inmiddels door dorpsuitbreiding van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> verdwenen.<br />
De gebruikintensiteit van de gronden nam af naarmate de afstand tot de ontginningsas<br />
toenam. Op grote afstand van de ontginningsbasis lagen de hooilanden.<br />
De van nature voedselarme bodem werd door de afvoer van hooi en<br />
het ontbreken van bemesting voedselarmer, waardoor hier vroeger bijzondere<br />
planten groeiden. Een groot deel van deze zogenaamde blauwgraslanden is<br />
met de ruilverkavelingen in de naoorlogse jaren omgevormd tot productieve<br />
landbouwgrond. Het patroon, met kleine akkers nabij de boerderij en de weilanden<br />
op grotere afstand, is omstreeks 1832 nog duidelijk herkenbaar.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
13<br />
Dit fragment van een kadastraal minuut toont de landschapsstructuur ten westen van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
rond 1832. (bron:www.watwaswaar.nl-kadasterkaart <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>, sectie A, blad 01)<br />
Cultuurhistorische landschapselementen<br />
In het landschap van de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> komen verschillende cultuurhistorische<br />
elementen voor die bijdragen aan de ruimtelijke identiteit van<br />
het gebied. In deze paragraaf worden de meest kenmerkende landschapselementen<br />
kort beschreven.<br />
Wielen<br />
In de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> liggen<br />
twee (duidelijk herkenbare) wielen: één langs<br />
de Zijdeweg en één tussen de Lekdijk en de<br />
Planetenlaan. Wielen zijn waterplassen die<br />
ontstonden bij dijkdoorbraken. Doordat het<br />
water zich na een doorbraak vaak met grote<br />
kracht door het gat perste, ontstond er een<br />
metersdiep kolkgat. Daarbij werd de zandondergrond uitgespoeld en op enige<br />
afstand weer afgezet. De ligging van de twee wielen is verklaarbaar, beide zijn<br />
ontstaan op een plek waar een dijk op een zandige ondergrond was gebouwd.
Huftbosjes<br />
Verspreid over het land liggen zogenaamde ‘huftbosjes’. Dit zijn kleine bosjes,<br />
waarachter het vee schaduw vindt. Om vraat door de koeien tegen te<br />
gaan is om deze bosjes een ringsloot aangelegd.<br />
Eendenkooien<br />
Voor de boeren was de vangst van wilde vogels een belangrijke bron van neveninkomsten.<br />
In de zestiende eeuw telde de Alblasserwaard 150 eendenkooien<br />
en kooiwedden. Op dit moment zijn er slechts enkelen behouden.<br />
Binnen de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> zijn thans geen functionerende eendenkooien<br />
meer gelegen. Wel bevindt zich nog een vrijwel intact exemplaar<br />
ten noorden van de Groote of Achterwaterschap. Doordat de bebossing aan<br />
de randen van de centrale waterpartij is verwijderd, is deze eendenkooi niet<br />
meer duidelijk in het open landschap herkenbaar. Van twee eendenkooien<br />
die buiten de gemeentegrenzen zijn gelegen, ligt de vangcirkel over het grondgebied<br />
van de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>.<br />
Tiendweg en hovelingen<br />
Een tiendweg vormt een oude kade die tevens<br />
dienst doet als onverharde weg ter<br />
ontsluiting van percelen. Een hoveling wordt<br />
gevormd door een bruggetje van de tiendweg<br />
naar het perceel, het hek met twee vleugels<br />
en enkele geknotte bomen. De bomen werden<br />
aangeplant om met de wortels de venige<br />
bodem te versterken. Oorspronkelijk waren<br />
de bruggen verwijderbaar, dit met het oog op<br />
het transport over water met de schouw. Met<br />
de mechanisatie in de landbouw zijn vaste<br />
betonnen bruggen beeldbepalend geworden.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
14<br />
Hennepakkers<br />
Aanvankelijk is het veengebied ontgonnen ten behoeve van de akkerbouw.<br />
Het gebied werd hier echter te nat voor. Noodgedwongen schakelde men over<br />
op de veeteelt en de hennepteelt. De hennep, die verwerkt werd tot touw<br />
en zeildoek, werd verbouwd op kleine, hoger gelegen akkers: hennepakkers.<br />
Tegen het einde van de negentiende eeuw liep de hennepteelt op zijn einde.<br />
Tegenwoordig is op sommige plekken het kenmerkende smalle kavelpatroon<br />
van de hennepteelt nog herkenbaar.<br />
Grienden<br />
Een griend is een bos, vaak met een moerasachtige ondergrond, met wilgenhakhout.<br />
De wilgentenen werden gebruikt voor de vervaardiging van hekken,<br />
gereedschappen, hoepels, manden en eendenkorven. Ook werden zinkstukken<br />
gevlochten ten behoeve van de dijkenbouw. In de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
bevonden grienden zich voornamelijk in het buitendijks gebied.<br />
Water<br />
Ten tijde van de ontginningen waren lage kaden toereikend om bescherming<br />
te bieden tegen het buitenwater. Zo vormde een kade ter hoogte van de huidige<br />
Peilkade en Zijdeweg lange tijd een dwarsdijk, die de oostelijk daarvan<br />
gelegen gronden beschermde tegen overstromingen. Het westelijk gedeelte<br />
van de Alblasserwaard werd destijds niet beschermd door een buitendijk.<br />
Door bodemdaling verslechterde de afwatering echter en nam het overstromingsgevaar<br />
toe. Vanaf de 13de eeuw werden langs de natuurlijke waterlopen<br />
dijken gebouwd en op de laagste plaatsen dwarsweteringen gegraven.<br />
Na het afdammen van de Alblas omstreeks 1277 werd ook het westelijk deel<br />
van de Alblasserwaard van dijken voorzien.
Kinderdijk<br />
Kinderdijk is gelegen op het laagste punt van de Alblasserwaard. Water werd<br />
hier met behulp van watermolens in de bedijkte boezems gemalen en vervolgens<br />
bij lage waterstanden (eb), onder natuurlijk verval, in de Lek geloosd. Omstreeks<br />
1500 functioneerde het systeem van enkele boezems niet meer. Aan<br />
weerszijden van de boezems werden bergboezems aangelegd; stukken land<br />
die werden voorzien van kaden en sluizen waarin het water bij hoge rivierstanden<br />
tijdelijk opgeslagen kon worden. Na ernstige wateroverlast in 1726 werden<br />
besloten om een systeem met een hoge en een lage boezems in te richten.<br />
Daartoe werden in 1738 in de Nederwaard acht ronde stenen molens gebouwd<br />
op de kade van boezem de Groote of Achterwaterschap. Deze molens maalden<br />
het water op de bergboezem. Twee jaar later werden aan de zijde van de<br />
Overwaard acht achtkante, met riet gedekte molens gebouwd. In 1868 werden<br />
beide boezems bemalen met stoomgemalen. Tegenwoordig wordt het water op<br />
de rivier te gepompt door het J.U. Smit-gemaal, een dieselgemaal.<br />
De afwatering van de polders geschiedde via een stelsel van weteringen en vlieten.<br />
Ook de oude veenriviertjes, die oorspronkelijk zorgden voor de natuurlijke<br />
afwatering van de Alblasserwaard, werden hiervoor benut. Het overtollig water<br />
werd onder natuurlijk verval op de Merwede en Noord geloosd. Daarbij werd water<br />
bij lage waterstanden via spuisluizen uitgelaten. Toen dit door maaivelddaling<br />
onmogelijk werd, verlegde men de waterafvoer naar de Lek. In 1366 werd daartoe<br />
de Groote of Achterwaterschap geschikt gemaakt. Ook de bedijkte Alblas ging<br />
dienst doen als boezemwater. Vanaf de 15de eeuw werd water met behulp van<br />
windmolens opgemalen naar deze boezemwateren. De dijken en de oude waterstructuur<br />
zijn nog grotendeels herkenbaar aan de huidige watergangen.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
15<br />
Het watersysteem van de polders wordt beïnvloed door neerslag, kwelwater en<br />
inlaatwater vanuit de lage boezems. De hoge boezems hebben nog steeds een<br />
belangrijke functie bij de waterbeheersing. Met name in situaties met veel neerslag<br />
is de berging in de boezems van groot belang om het waterpeil in de lage boezems<br />
en de polders in stand te houden. De waterkwaliteit is in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
over het algemeen matig. Er zitten erg veel voedingsstoffen in het water. Hierdoor<br />
ziet het water er vaak groen uit door algen of is het voor een groot deel begroeid<br />
met kroos. Ook komt het voor dat het water te weinig zuurstof bevat waardoor<br />
vissen sterven. De voedingsstoffen zijn met name afkomstig uit de veenbodem,<br />
kwelwater, bemesting voor agrarisch gebruik en rioolwateroverstorten.
Natuur<br />
Het veenweidegebied van de Alblasserwaard is rijk aan natuurwaarden. Weidevogels<br />
en wintergasten bezoeken het open, stil en waterrijk gebied. De natuurwaarden<br />
zijn onder meer verbonden met de kenmerkende beplantingsvormen<br />
in het gebied: knotwilgen en hovelingen langs de Tiendweg, de beplanting bij de<br />
voormalige eendenkooien en de huftbosjes. Het gebied ten zuiden van de Tiendweg<br />
is een belangrijk foerageergebied en weidevogelgebied. Langs de oevers van<br />
de Groote of Achterwetering komt water- en oevervegetatie voor. Grienden en rietgorzen<br />
zijn te vinden in het buitendijks gebied (onder meer het slikgebied aan de<br />
Lek) en in de bergboezems van Kinderdijk.<br />
Natura 2000-gebied ‘Kinderdijk’<br />
De boezems in Kinderdijk behoren tot de<br />
Natura 2000 gebieden in Nederland. Dit gebied<br />
omvat de hoge boezems van de Nederwaard,<br />
de Overwaard en <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>,<br />
alsmede delen van de aangrenzende polder Blokweer. De boezems bestaan uit<br />
open water, riet- en zeggemoerassen, ruigten, grienden, struwelen en boezemkaden.<br />
De polders bestaan uit wei- en hooilanden, doorsneden door sloten. De<br />
boezemkanalen zijn tussen 1365 en 1370 gegraven met als doel de afwatering<br />
van de Alblasserwaard te verbeteren. Omstreeks 1740 zijn de hoge boezems<br />
gesticht. Dit zijn in feite omkade gedeelten van de polders Blokweer en <strong>Nieuw</strong>-<br />
<strong>Lekkerland</strong>. In de hoge boezems werd water tijdelijk opgeslagen om van daaruit<br />
geloosd te worden op de Lek. Het gebied is een belangrijk broedgebied van<br />
vogelsoorten in rietmoeras (purperreiger, snor, zwarte stern) en is van enig belang<br />
als broedgebied voor een broedvogel in geïnundeerde kruidenvegetaties<br />
(porseleinhoen). Daarnaast is het gebied van enige betekenis als overwinterings-<br />
en rustgebied voor grondeleenden (smient, krakeend en slobeend).<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
16<br />
Historisch-stedenbouwkundige structuur van dorpen en bebouwingslinten<br />
De dorpen in de Alblasserwaard hebben van oudsher een ruimtelijke structuur<br />
die is afgestemd op de natuurlijke omstandigheden. Zoals in het voorgaande<br />
reeds vermeld, vond bewoning van oudsher plaats op de oeverwallen en donken.<br />
Tijdens de ontginningen in de Late Middeleeuwen is het gebied geleidelijk<br />
bedijkt. De inrichting schikte zich naar de aanwezige lijnen in het landschap.<br />
Ook werd rekening gehouden met de waterhuishouding. Doordat lokale omstandigheden<br />
varieerden, ontstonden verschillende typen bebouwingslinten.<br />
Bebouwingslinten<br />
De bebouwingslinten in de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> kunnen getypeerd<br />
worden als dijklinten. Langs de dijk ten oosten en ten westen van het dorp<br />
<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> komt een structuur voor, waarbij de bebouwing is gesitueerd<br />
op kavels die aan de achterzijde worden begrensd door een voorwetering<br />
(de Bakwetering). Blijkens de kadastrale minuutplans van omstreeks 1832<br />
waren de boerderijen in deze linten tegen de dijk gebouwd. Sindsdien is deze<br />
bebouwingsstructuur door nieuwbouw aan de teen van de dijk verwaterd.
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
17
1900<br />
1960<br />
1980<br />
1995<br />
1940<br />
1970<br />
1990<br />
2010<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
18<br />
<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Het dorp <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is ontstaan uit twee kernen aan de dijk (Middelweg<br />
en Dorpslaan). Voor 1920 bestond de kern uit een concentratie dorpswoningen<br />
nabij de kerk. De eerste planmatige woningbouw van het dorp vond in<br />
de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw plaats langs de Dorpslaan. In dezelfde<br />
periode werd langs de Middelweg een reeks woningen gebouwd. Deze oude<br />
landweg werd in eerste instantie tot aan de Tiendweg bebouwd. Later volgde<br />
het gedeelte tussen de Tiendweg en de Oude Wetering. In de eerste decennia<br />
na de Tweede Wereldoorlog werden uitbreidingen gepleegd ten westen<br />
van de Middelweg en ten oosten van de Dorpslaan. Vanaf de jaren 80 van de<br />
vorige eeuw is het gebied tussen beide wegen langzaamaan bebouwd en is<br />
<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> één kern geworden.<br />
De Tiendweg heeft zich ontwikkeld tot een duurzame grens tussen rood en<br />
groen. Kenmerkend voor de stedenbouwkundige structuur van dit dorpsgebied<br />
is, dat de verschillende uitbreidingsfasen duidelijk herkenbaar zijn doordat<br />
bestaande landschapsstructuren zijn gehanteerd als grens. De ‘vakken’<br />
worden gescheiden door groen-blauwe assen en hebben een eigen identiteit.<br />
Omdat onder de hoogspanningskabels niet gebouwd mag worden hebben<br />
deze assen hun groene karakter kunnen behouden.
1850 1880<br />
1940 1960<br />
1970<br />
1995<br />
1990<br />
2004<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
19<br />
Kinderdijk<br />
De bebouwingsstructuur van het dorp Kinderdijk (het voormalige Elshout)<br />
kenmerkt zich door een contrast tussen de kleinschalige (woon)bebouwing<br />
die tegen de kruin van de dijk is geplaatst en de buitendijks gelegen grootschalige<br />
scheepsbouwbedrijven. Deze structuur heeft een historische dimensie.<br />
Al aan het begin van de negentiende eeuw lagen buitendijks enkele<br />
scheepswerven. Nabij de bedrijven lagen concentraties van dijkwoningen die<br />
onderdak boden aan de arbeiders.<br />
In de tweede helft van de negentiende eeuw groeide het dorp Elshout, waarbij<br />
een nagenoeg aaneengesloten lint van dijkwoningen ontstond. De scheepsbouwactiviteiten<br />
namen geleidelijk toe en in het gebied vestigde zich een<br />
ijzerfabriek. In de twintigste eeuw vergrootten de scheepswerven in schaal.<br />
Het voorland tussen de Lek en de Noord werd vrijwel geheel in gebruik genomen<br />
door deze industrie. Uitzondering vormde het terrein ten oosten van de<br />
Veerdam. Langs deze verhoogde weg en de Lekkade werd aan het begin van<br />
de twintigste eeuw een reeks arbeiderswoningen gerealiseerd. In de naoorlogse<br />
periode werd het tussenliggende terrein in fases bebouwd. Wel bleven<br />
de sportvelden gehandhaafd. Deze liggen nu als open terrein midden in het<br />
dorp Kinderdijk.<br />
Naast het contrast tussen de kleinschalige (woon)bebouwing en de grootschalige<br />
scheepsbouwbedrijven, vormen de doorzichten vanuit het dorpslint<br />
richting het boezemgebied Kinderdijk een waardevolle ruimtelijke karakteristiek.<br />
Door de slingerende dijk is sprake van een steeds wisselend<br />
perspectief op de molens.
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
<br />
<br />
Croonen Adviseurs<br />
20
Lagenkaart onderste laag<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
21
2.2.2 Middelste laag<br />
Historische verbindingen<br />
De Lekdijk vormde van oudsher de voornaamste verbindingsweg door de gemeente.<br />
Bebouwing was lange tijd uitsluitend langs deze weg gesitueerd. Enkele<br />
onverharde landwegen werden haaks op deze weg aangelegd ter ontsluiting<br />
van het achterland. De parallel aan de Lekdijk gelegen Tiendweg ontsloot<br />
de landerijen. De Middelweg maakte onderdeel uit van een verbindingsroute<br />
tussen de Lekdijk en het dorp Alblasserdam en heeft mogelijk dienst gedaan<br />
als kerkepad. De Zijdeweg liep richting Bleskensgraaf en Oud-Alblas.<br />
Vervoer over water bleef tot in de twintigste eeuw zeer belangrijk. De boer<br />
transporteerde zijn beesten en waren met de schouw en maakte gebruik van<br />
het uitgebreide netwerk van sloten, weteringen en boezems. De ponten bij<br />
<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Kinderdijk (Elshout) waren essentiële schakels in de<br />
regionale verkeersstructuur.<br />
Auto-infrastructuur<br />
Tegen de achtergrond van de toename<br />
van het autoverkeer en de uitbreiding van<br />
de kernen werd in de jaren 70 van de 20e<br />
eeuw besloten tot de aanleg van een nieuwe<br />
ontsluitingsweg: de Schoonenburgweg.<br />
Vanuit de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> loopt<br />
deze weg zuidwaarts, om vervolgens ter hoogte van de Oude Watering in oostelijke<br />
richting af te buigen. Samen met de Middenpolderweg in de gemeente<br />
Liesveld vormt deze weg de hoofdontsluiting van het noordelijk deel van de<br />
Alblasserwaard. De weg is middels de Zijdeweg en Peilmolenweg verbonden<br />
met de provinciale weg N214.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
22<br />
Ondanks de aanleg van deze nieuwe ontsluitingsweg<br />
is de Lekdijk dienst blijven<br />
doen als hoofdverkeersader. Met name in<br />
de omgeving van Kinderdijk leidt de toestroom<br />
van toeristen in de zomermaanden<br />
tot een hoge verkeersbelasting. Ook zijn de<br />
bedrijven die langs de Lekdijk zijn gelegen<br />
voor het wegtransport aangewezen op de dijk. Het bestaande profi el van de<br />
weg leent zich echter niet voor deze functie.<br />
Gelijktijdig met de aanleg van de Schoonenburgweg is langs de Oude Watering<br />
de Elzenweg aangelegd. Beide wegen zijn ruilverkavelingswegen waarlangs meerdere<br />
nieuwe boerderijen zijn gesticht. Tijdens de ruilverkaveling zijn, parallel aan<br />
het oorspronkelijk lint, ruilverkavelingswegen aangelegd. Deze ruilverkavelingswegen<br />
zijn kaarsrecht en verschillen sterk van de eerste wegen in het gebied.<br />
Doordat de wegen worden gebruikt door zowel landbouwverkeer, vrachtverkeer<br />
als autoverkeer, ontstaan er op bepaalde plaatsen verkeersonveilige situaties.<br />
Parkeergelegenheid<br />
Wat betreft parkeren zijn er twee punten<br />
van belang voor de structuurvisie. Ten eerste<br />
zorgt de grote toeristenstroom voor het<br />
molengebied van Kinderdijk voor een hoge<br />
parkeerdruk op de kern. Er is een (relatief<br />
klein) parkeerterrein bij de entree van het<br />
gebied aangelegd. In de weekenden kan<br />
echter geparkeerd worden op het parkeerterrein van de scheepswerf.
Ten tweede zijn er in de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> twee parkeerplaatsen voor<br />
vrachtwagens. De ene ligt aan de Planetenlaan, onder de hoogspanningsleidingen,<br />
en de andere aan de westrand van de kern. Door de ligging in de kern<br />
moeten de vrachtwagens door de kern heen rijden, wat verkeersoverlast met<br />
zich meebrengt.<br />
Langzaam verkeer<br />
Binnen de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is<br />
een aantal langzaamverkeersroutes aanwezig.<br />
Langs de Schoonenburgweg ligt een<br />
vrijliggend fi etspad. De Tiendweg en gedeelten<br />
van de Elzenweg en Middelweg zijn<br />
ingericht als langzaamverkeersverbinding.<br />
Bovendien is een deel van de kades in Kinderdijk (Molenkade, Middelkade)<br />
bestemd als fi ets- en wandelpad. Verder geldt dat de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
is aangesloten op het Fietsroutenetwerk Zuid-Holland Zuid. Deze omvat<br />
naast genoemde verbindingen ook gewone verkeerswegen.<br />
Openbaar vervoer<br />
De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is met het<br />
openbaar vervoer zowel over land als water<br />
verbonden met de omliggende steden.<br />
Langs de Lekdijk zijn meerdere halteplaatsen<br />
aanwezig van buslijnen in de richting<br />
van Rotterdam-Zuid, Dordrecht, Utrecht,<br />
Streefkerk en Alblasserdam.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
23<br />
Waterinfrastructuur<br />
Er bestaat voor langzaam verkeer een veerpontverbinding tussen Kinderdijk,<br />
Krimpen aan de Lek en Ridderkerk (driehoeksveer) en een veerpontverbinding<br />
tussen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Lekkerkerk. Voor autoverkeer is er een<br />
veerpontverbinding tussen Kinderdijk en Krimpen aan de Lek. De drie ponten<br />
vervullen samen een belangrijke verkeersfunctie. In Ridderkerk is bovendien<br />
een halte van de waterbus die te bereiken is via de veerpontverbinding tussen<br />
Kinderdijk en Ridderkerk. De waterbus verbindt diverse bestemmingen in<br />
Rotterdam en de Drechtsteden met elkaar. De waterbus vaart ‘s zomers elk<br />
half uur en biedt ruimte aan circa honderd passagiers en 40 fi etsen.<br />
Echter door de grote toestroom van toeristen, maar ook het gebruik door forenzen<br />
(sluipverkeer), staat de toegangsweg naar de veerpont bij Kinderdijk<br />
regelmatig vol met wachtende auto’s. Bijkomend probleem is dat ook de Molenstraat<br />
(de dijk) daardoor vast komt te staan.<br />
De toegangsweg naar het veer bij <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> leidt door een bedrijventerrein,<br />
wat voor sociaal onveilige situaties kan zorgen.<br />
Voor toeristisch-recreatief verkeer over het water heeft de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<br />
<strong>Lekkerland</strong> veel mogelijkheden. Er kan zowel op de grote rivieren als op de<br />
binnenwateren gevaren worden. Ook Kinderdijk kan op deze twee manieren<br />
ontsloten worden, bijvoorbeeld via transferia dicht bij de A15, waardoor wegverkeer<br />
dat door de kernen naar Kinderdijk rijd kan verminderen.
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
<br />
<br />
Croonen Adviseurs<br />
24
Lagenkaart middelste laag<br />
A15<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
25<br />
N481
2.2.3 Bovenste laag<br />
Wonen<br />
De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> telt circa 9.500 inwoners en beschikt over<br />
een woningvoorraad van circa 3.300 woningen (peildatum 1 januari 2008).<br />
De meeste woningen staan in de (grootste) kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en de kern<br />
Kinderdijk. Buiten de bebouwde kom is sprake van lintbebouwing langs de<br />
Lekdijk en verspreid gelegen woningen in het agrarisch gebied.<br />
De woningvoorraad bestaat overwegend<br />
uit eengezinswoningen. Er is vrijwel overal<br />
sprake van laagbouw. Op enkele plekken<br />
in de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> komt gestapelde<br />
woningbouw voor. De hoogte van<br />
deze gebouwen is beperkt tot maximaal 5<br />
woonlagen.<br />
Ten opzichte van het landelijk gemiddelde<br />
wonen in de gemeente relatief weinig ouderen<br />
en veel jongeren. Dit resulteert ook<br />
in een relatief grote huishoudensgrootte.<br />
In 2010 is door Companen in de gemeente een woningmarktonderzoek voor<br />
de periode 2010-2020 uitgevoerd. Hieruit blijkt dat er sprake is van een negatief<br />
migratiesaldo, vooral richting omliggende gemeenten. Ondanks dit<br />
saldo, waarbij jongeren voor de grootste uitstroom zorgen, is de natuurlijke<br />
aanwas van de bevolking bovengemiddeld hoog.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
26<br />
De natuurlijke woningbehoefte in de gemeente bedraagt 35 tot maximaal<br />
45 woningen per jaar. Hierbij zorgen de doelgroepen starters en senioren<br />
voor de grootste vraag. Starters hebben behoefte aan sociale koopwoningen.<br />
Hiervan is de bestaande voorraad in de gemeente in principe al voldoende,<br />
maar ontbreekt het aan een goede doorstroming. Senioren hebben behoefte<br />
aan toegankelijke woningen, zowel sociale huurappartementen als grondgebonden<br />
woningen.<br />
Bedrijven<br />
Door de ligging aan het water kent de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> van oudsher<br />
veel op het water gerichte bedrijvigheid. De scheepswerf bij Kinderdijk,<br />
op het kruispunt van de rivieren de Lek en de Noord, is hiervan het belangrijkste<br />
voorbeeld. Deze scheepswerf heeft<br />
zich in de loop van de tijd ontwikkeld tot<br />
een bedrijf dat internationaal actief is. Het<br />
terrein van de scheepswerf is volledig buitendijks<br />
gelegen. Ook bij <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
ligt in een brede zone langs de Lekdijk een<br />
buitendijks bedrijventerrein (onder andere<br />
de Veerweg). Hier is geen sprake van<br />
grootschalige scheepsbouw, maar andere<br />
bedrijven die een relatie hebben met het<br />
water zijn hier gevestigd. Zo zijn er onder<br />
andere een betonfabriek en metaalverwerkende<br />
bedrijven aanwezig en bevindt zich<br />
er een bunkerstation voor schepen.
Naast watergebonden bedrijvigheid komt<br />
in de gemeente ook andere bedrijvigheid<br />
voor. Buiten de kernen liggen verspreid in<br />
het landschap agrarische bedrijven, gericht<br />
op veeteelt. Ook in het bebouwingslint<br />
langs de Lekdijk komen agrarische<br />
bedrijven voor. In de kernen bevindt zich<br />
kleinschalige lokale bedrijvigheid. De kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> huisvest de<br />
meeste van deze bedrijven, waarbij sprake is van een concentratie aan de<br />
Planetenlaan (Ambachtsweg) en op het vrij recent opgeleverde bedrijvenpark<br />
Veenweide aan de zuidoostrand van de kern. Tot slot bevindt zich in<br />
het zuidwesten, direct ten zuiden van de Tiendweg, een waterleidingbedrijf.<br />
Bedrijfsvestigingen (315) %<br />
Landbouw, bosbouw en visserij 11,0<br />
Winning en nijverheid 29,2<br />
Commerciële dienstverlening 46,0<br />
Niet-commerciële dienstverlening 13,9<br />
Voorzieningen<br />
Qua voorzieningen is er in de gemeente<br />
sprake van een duidelijke hiërarchie tussen<br />
de kernen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Kinderdijk.<br />
<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> fungeert als verzorgingskern<br />
en huisvest veruit de meeste<br />
van de aanwezige voorzieningen. Als gevolg<br />
hiervan is detailhandel volledig geconcentreerd in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. De<br />
meeste detailhandel bevindt zich in één van de twee winkelcentra: het Kleyburgplein<br />
in het oosten van de kern en de Planetenlaan (op de hoek met de<br />
Marslaan) in het westen. Ook onderwijs is volledig geconcentreerd in de kern<br />
<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. Er bevinden zich meerdere basisscholen, verspreid over<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
27<br />
de kern. Voortgezet onderwijs is niet aanwezig,<br />
hiervoor is men aangewezen op Lekkerkerk,<br />
Papendrecht, Dordrecht, Ottoland<br />
of Rotterdam. In het westen van de kern<br />
<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> bevindt zich een cluster<br />
met verschillende sportvoorzieningen. Hierin<br />
liggen een openluchtzwembad, voetbalvelden,<br />
tennisbanen en een openluchtijsbaan.<br />
Ook sporthal de Klipper is hier gesitueerd.<br />
Kenmerkend voor Kinderdijk zijn de voetbalvelden<br />
van voetbalvereniging De Zwerver.<br />
Deze liggen midden in de kern en grenzen onder<br />
andere aan de achtertuinen van woningen.<br />
In <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is een klein cluster<br />
van diverse voorzieningen te vinden aan<br />
de Planetenlaan, nabij het voormalige gemeentehuis.<br />
Ten zuiden van het bedrijventerrein<br />
aan deze weg bevinden zich onder<br />
meer een basisschool, kerk, brandweerkazerne<br />
en het voormalige gemeentehuis.<br />
Aan de westzijde van dit cluster staat woonzorgcomplex<br />
’t Waellant.<br />
Overige voorzieningen bevinden zich veelal verspreid over beide kernen. Horeca<br />
is in zeer beperkte mate aanwezig. De horeca die er is betreft een aantal<br />
cafés, restaurants en cafetaria’s. In Kinderdijk is relatief meer horeca gevestigd,<br />
mede dankzij de toeristische aantrekkingskracht van het molengebied.
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
28<br />
Recreatie en toerisme<br />
De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> bezit een grote toeristische trekpleister in de<br />
vorm van het molengebied bij Kinderdijk. Vanwege de verkregen status van<br />
UNESCO staat dit gebied op de werelderfgoedlijst en trekt dit bezoekers vanuit<br />
de hele wereld. Het gebied bestaat uit een lint met molens langs boezemwater.<br />
Bij de entree van het gebied aan de Lekdijk staan enkele winkels, gericht<br />
op toeristen. Voor andere voorzieningen zoals hotels en dergelijke moeten<br />
toeristen uitwijken naar omliggende plaatsen. Ook voor de vele campers die<br />
langs de Lekdijk parkeren zijn geen speciale voorzieningen aangelegd.<br />
Behalve dat het als toeristisch gebied fungeert maakt het molengebied onderdeel<br />
uit van een belangrijk natuurgebied (Natura 2000). Dit gebied betreft<br />
een groot deel van het gebied tussen de kernen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Kinderdijk.<br />
Het gebied is, behalve het fi etspad langs de molens, ontoegankelijk.<br />
Het fi etspad langs de molens maakt onderdeel uit van het fi etsroutenetwerk<br />
‘Drechtsteden-Alblasserwaard Vijfheerenlanden’. Dit netwerk strekt zich uit<br />
over heel de Alblasserwaard. Zowel het netwerk als de overige paden in de<br />
polder worden intensief gebruikt door fi etsers en wandelaars. De Tiendweg<br />
aan de zuidzijde van de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is eveneens een recreatieve<br />
route. Op een deel van de Lekdijk tussen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Kinderdijk, is<br />
vrij recent een wandelpad aangelegd. Dit pad ligt hoger dan de naastgelegen<br />
weg. Voor fi etsers is op dit moment nog geen vrijliggend pad op de Lekdijk<br />
aanwezig, maar binnen korte termijn wordt een vrijliggend fi etspad aangelegd<br />
tussen Kinderdijk en de Middelweg in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. Ook tussen<br />
de veerpont van Kinderdijk en Alblasserdam wordt een vrijliggend fi etspad<br />
aangelegd. Het netwerk van wandelpaden in de gemeente maakt onderdeel<br />
uit van het Lange Afstandswandelen en het Regionaal en Europees wandelnetwerk.<br />
Behalve fi etsen en wandelen beschikt de gemeente over enkele andere<br />
recreatiemogelijkheden. Eerder is al bij de sportvoorzieningen het openluchtzwembad<br />
in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> genoemd. Daarnaast liggen midden in<br />
de kern, onder de hoogspanningsleidingen, langgerekte volkstuincomplexen.
Verder bevinden zich op enkele plekken in de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> kleine<br />
parken met speelvoorzieningen. Ook is er een dierenweide aan de Streeflandstraat.<br />
Een aantal recreatieve voorzieningen hebben in de loop van de tijd vanuit de<br />
kern de oversteek over de Tiendweg gemaakt. Deze hebben percelen tussen<br />
de Tiendweg en de ten zuiden gelegen Elzenweg ingenomen. Het gaat hierbij<br />
om een volkstuincomplex en voetbalvelden. Tevens ligt er een opvallend<br />
groengebied: op een voormalig agrarisch perceel is een bos geplant, wat inmiddels<br />
volgroeid is en gebruikt wordt als openbaar wandelgebied.<br />
Het water van de rivieren de Lek en de Noord wordt onder meer gebruikt door<br />
pleziervaart. In de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> zijn geen speciale voorzieningen<br />
voor deze boten aanwezig. Wel vormen de veerponten bij <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
en Kinderdijk een belangrijke schakel voor het recreatieve verkeer<br />
tussen de Alblasserwaard en de aan de overzijde gelegen polders bij Lekkerkerk<br />
en Krimpen aan de Lek. Ook zorgt de veerpont bij Kinderdijk voor een<br />
verbinding met Ridderkerk, waar overgestapt kan worden op de Waterbus<br />
richting Rotterdam of Dordrecht. De boot vormt een populair vervoersmiddel<br />
voor fi etsers en wandelaars. Het water in het molengebied heeft ook een<br />
recreatieve functie, zij het beperkt. Hier vaart een rondvaartboot langs de<br />
verschillende molens.<br />
Agrarische sector<br />
Buiten de kernen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Kinderdijk<br />
en het Natura 2000-gebied bij het<br />
molengebied bij Kinderdijk is op het overig<br />
deel van het gemeentelijk grondgebied de<br />
agrarische sector vertegenwoordigd: circa<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
29<br />
64% van het totaaloppervlak. Dit aandeel is vrijwel gelijk aan het landelijk<br />
gemiddelde (68%, peildatum 2003), maar steekt schril af tegen de 94% van<br />
buurgemeente Graafstroom.<br />
De voornaamste agrarische activiteit is veeteelt.<br />
Het beeld van het open polderlandschap<br />
wordt daarom op diverse plekken<br />
bepaald door grazende koeien en schapen.<br />
Ten zuiden van de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
bestaat dit beeld uit een combinatie met<br />
enkele recreatieve functies die vanuit de<br />
kern de Tiendweg hebben overgestoken: de voetbalvelden, een volkstuincomplex<br />
en een bosperceel. Als gevolg hiervan is de agrarische functie in dit<br />
gebied versnipperd aanwezig. Ten oosten van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is het gebied<br />
volledig agrarisch, met de Schoonenburgsche Donk als opvallend punt in het<br />
landschap. Dit gebied is door de uitgestrektheid van het landschap ook beter<br />
geschikt voor de landbouw.<br />
Centraal in de gemeente loopt van oost-westelijke richting de Schoonenburgweg/Elzenweg.<br />
Dit betreft een ruilverkavelingsweg, waaraan de verschillende<br />
agrarische bedrijven zijn gelegen. Door de ruime afstand tussen de verschillende<br />
bedrijven is het open zicht op de polder blijven bestaan.<br />
De agrarische bedrijven die niet aan de ruilverkavelingsweg liggen, zijn gesitueerd<br />
in het bebouwingslint langs de Lekdijk ten oosten van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>.<br />
Hier is de afstand tussen de bebouwing kleiner, waardoor vanaf de dijk<br />
minder zicht is op de polder.
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
<br />
<br />
Croonen Adviseurs<br />
30
Lagenkaart bovenste laag<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
31
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Uitsnede functiekaart structuurvisie Zuid-Holland (Bron: Provincie Zuid-Holland) Uitsnede kwaliteitskaart structuurvisie Zuid-Holland (Bron: Provincie Zuid-Holland)<br />
Croonen Adviseurs<br />
32
3 Ruimtelijk beleid<br />
Dit hoofdstuk beschrijft het, voor deze structuurvisie, relevante bestaande<br />
ruimtelijke beleid. Veel van de in hoofdstuk 2 genoemde gebiedskwaliteiten<br />
en –waarden zijn hierin vastgelegd en worden via beleidsregels beschermd.<br />
Deze beleidsregels moeten doorvertaald worden in lokaal beleid. De structuurvisie<br />
is hiervoor het aangewezen product.<br />
In de meeste beleidsstukken worden reeds uitspraken gedaan over de toekomstige<br />
invulling van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. Hierna is per beleidsstuk een samenvatting<br />
opgenomen. Dit wil overigens niet zeggen dat elementen die niet<br />
specifi ek zijn benoemd niet bij de opstelling van de structuurvisie zijn gebruikt.<br />
Relevante en gewenste ontwikkelingen zijn rechtstreeks opgenomen<br />
in het Ruimtelijk Casco, zoals wordt beschreven in hoofdstuk 5.<br />
3.1 Landelijk beleid<br />
3.1.1 Ruimte voor de rivier<br />
Het landelijke beleidsprogramma ‘Ruimte voor de Rivier’ is erop gericht een<br />
betere bescherming voor gebieden langs de rivieren te creëren. Dit vanuit de<br />
achtergrond van een verandering van het klimaat, waarin de rivieren in Nederland<br />
steeds meer water moeten verwerken. De afvoer van dat water wordt<br />
moeilijker doordat de zeespiegel stijgt en de bodem daalt. Daardoor wordt de<br />
kans op overstromingen groter.<br />
In ‘Ruimte voor de Rivier’ krijgt de rivier letterlijk meer ruimte, zodat de kans<br />
op overstromingen afneemt. Tegelijkertijd werken regio en Rijk aan verfraaiing<br />
van het landschap en versterking van de recreatiemogelijkheden en de<br />
economie. Zo gaan veiligheid, een mooi landschap en een sterke economie<br />
gelijk op.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
33<br />
In het programma zijn 39 projecten aangewezen om het Nederlands rivierengebied<br />
in 2015 veiliger én aantrekkelijker te maken. Eén van de projecten<br />
bestaat uit de dijkverbetering van de Lekdijk langs de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden.<br />
Delen van de dijk tussen het Schoonhovenseveer en de Zijpkade in Lexmond,<br />
en vandaar tot aan Everdingen, zijn zwak. Ze voldoen niet meer aan de wettelijke<br />
veiligheidseisen. Dijkverhoging is geen optie, vanwege de zachte bodem<br />
waarin de dijk weg kan zakken en het wegnemen van uitzicht voor mensen<br />
die aan de dijk wonen. Als oplossing worden de oude waterkerende constructies<br />
aangepast en worden binnendijkse steunbermen plaatselijk verbreed en<br />
verhoogd. Na de dijkverbetering blijft het rivierengebied goed beschermd tegen<br />
overstromingen.<br />
3.2 Provinciaal en regionaal beleid<br />
3.2.1 Visie op Zuid-Holland<br />
De provincie Zuid-Holland heeft haar ruimtelijk beleid vastgelegd in haar ‘Visie<br />
op Zuid-Holland’, die op 2 juli 2010 is vastgesteld door Provinciale Staten.<br />
De ‘Visie op Zuid-Holland’ bestaat uit een structuurvisie, verordening ruimte<br />
en uitvoeringsagenda en heeft de verschillende streekplannen in de provincie<br />
vervangen. De kern van de ‘Visie op Zuid-Holland’ is het versterken van<br />
samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen de provincie. Dit draagt bij<br />
aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie.
Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit<br />
wil de provincie bereiken door het realiseren van een samenhangend stedelijk<br />
netwerk en een samenhangende groenstructuur. Goede bereikbaarheid,<br />
een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap<br />
met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.<br />
<strong>Structuurvisie</strong><br />
In de structuurvisie kiest de provincie voor een tweeledige sturing, zowel op<br />
ruimtelijke functies als op ruimtelijke kwaliteiten. Deze aspecten worden in<br />
beeld gebracht op een functiekaart en een kwaliteitskaart, die eenzelfde status<br />
hebben en elkaar aanvullen.<br />
De functiekaart geeft de gewenste ruimtelijke functies weer die in de structuurvisie<br />
zijn geordend, begrensd en vastgelegd als ruimtelijk beleid tot 2020.<br />
Voor de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> zijn de volgende functies relevant:<br />
- Ecologische verbinding aan zuidrand van gemeente: Groene Ruggengraat.<br />
- Molengebied Kinderdijk als Natura2000-gebied.<br />
- Molengebied Kinderdijk als toeristisch centrum.<br />
- Molengebied Kinderdijk is een grondwaterbeschermingsgebied.<br />
- Landelijk gebied aangemerkt als agrarisch gebied met een aanpak gericht<br />
op bodemdaling.<br />
Verder is het bestaand bebouwd gebied in de provinciale structuurvisie opgenomen<br />
als dorpsgebied, respectievelijk bedrijventerrein, en zijn er geen zoeklocaties<br />
voor uitbreiding aangegeven.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
34<br />
De kwaliteitskaart toont de diversiteit van Zuid-Holland en brengt de ruimtelijke<br />
kwaliteiten van provinciaal belang in beeld. De kaart geeft vanuit een<br />
kwalitatieve invalshoek richting en randvoorwaarden aan de ordening en ontwikkeling<br />
van de ruimte in Zuid-Holland. Bijzondere ruimtelijke kwaliteiten die<br />
aanwezig zijn in de gemeente en daarmee van belang zijn voor de structuurvisie<br />
<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> zijn de volgende:<br />
- Recreatietransferium bij entree molengebied Kinderdijk aan de Lek.<br />
- Molengebied Kinderdijk is aangemerkt als toeristisch centrum.<br />
- Geheel landelijk gebied is aangemerkt als cultureel erfgoed – kroonjuweel.<br />
- Kernen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Kinderdijk zijn aangemerkt als cultureel erfgoed<br />
– topgebied.<br />
- Lekdijk vormt dijk met een cultuurhistorisch waardevol bebouwingslint.<br />
- Tiendweg is een kenmerkend landschapselement.<br />
Verordening ruimte<br />
Behalve de structuurvisie maakt de verordening ruimte een belangrijk onderdeel<br />
uit van de ‘Visie op Zuid-Holland’. De verordening bevat regels voor<br />
de ruimtelijke ontwikkelingen binnen het grondgebied van de provincie, waar<br />
gemeenten zich aan moeten houden.<br />
Belangrijk in het provinciaal ruimtelijk beleid is het tegengaan van verstedelijking<br />
in het landelijk gebied. Daartoe is op de kaart van de verordening ruimte<br />
om elke bebouwingsconcentratie een bebouwingscontour getrokken. Buiten<br />
de bebouwingscontour is nieuwvestiging of uitbreiding van stedelijke functies,<br />
intensieve recreatieve functies of bebouwing voor extensieve recreatieve<br />
functies uitgesloten. Enkele uitzonderingen zijn mogelijk, zoals de realisatie<br />
van ‘ruimte voor ruimte’-woningen en de ontwikkeling van nieuwe landgoederen.
Kaart gebiedsgerichte beleidsstrategieën tot 2020 (Bron: Stuurgroep Groene Hart)<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
35<br />
3.2.2 Voorloper Groene Hart 2009-2020<br />
Door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland is een<br />
Voorloper Groene Hart opgesteld. De Voorloper is een gezamenlijke bouwsteen<br />
voor de provinciale structuurvisies. Het is geen formeel plan, er is uitsluitend<br />
sprake van zelfbinding. Voor voorliggende structuurvisie zijn de relevante beleidsuitspraken<br />
opgenomen.<br />
- Het behoud van de vier kernkwaliteiten staat voorop bij alle ontwikkelingen;<br />
landschappelijke diversiteit, (veen-)weide karakter, openheid, rust en<br />
stilte. Indien er vanuit de lagenbenadering –in het bijzonder de bodemdaling-<br />
dringende redenen zijn om hiervan af te wijken is dit mogelijk.<br />
- Behoud van de landbouw als drager en beheerder van het Groene Hartlandschap,<br />
als bron van werkgelegenheid en vitaliteit en natuurlijk als<br />
voedselproducent is uitgangspunt.<br />
- Het realiseren van een aantrekkelijk en samenhangend routenetwerk<br />
voor wandelen, fi etsen, skaten en varen wordt beoogd.<br />
- Het realiseren en behoud van een goed functionerende EHS, waaronder<br />
de Groene Ruggengraat.<br />
- Ruimtelijke ontwikkelingen voor wonen zijn mogelijk, mits de kernkwaliteiten<br />
van het landschap worden behouden of versterkt.<br />
- Bouwen voor migratiesaldo nul is uitgangspunt.<br />
- De woningbouwmogelijkheden worden vooral ingezet binnen de ruimtelijke<br />
begrenzingen (contouren) en/of in de gebieden waar ruimte is voor<br />
transformatie, bijvoorkeur gekoppeld aan openbaar vervoer.<br />
- Herstructurering van bestaande bedrijventerreinen heeft het primaat,<br />
nieuwe bedrijventerrein moeten zoveel mogelijk regionaal worden bezien.
Uitsnede kaart Ontwikkelingsperspectief (Bron: Stuurgroep Groene Hart)<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
36<br />
- Actief streven naar verplaatsen verspreid liggende bedrijven die niet passen<br />
in het landschap vanuit de kernkwaliteiten.<br />
- De delen van het Groene Hart die grenzen aan de Randsteden worden beschouwd<br />
als metropolitane parklandschappen. Hier is ruimte voor intensieve<br />
recreatie dicht bij de steden en voor extensieve recreatie en landbouw,<br />
en onder voorwaarden in beperkte mate voor (exclusieve) woningbouw.<br />
- De bereikbaarheid en toegankelijkheid van het Groene Hart wordt verbeterd.<br />
- Behoud, ontwikkeling en ontsluiting van de bijzondere cultuurhistorische<br />
waarden in het Groene Hart.<br />
3.2.3 Uitvoeringsprogramma Groene Hart 2007-2013<br />
Een Stuurgroep Groene Hart van de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland<br />
en Utrecht heeft in februari 2007 een Uitvoeringsprogramma Groene Hart<br />
opgesteld. In dit uitvoeringsprogramma is een ontwikkelingsperspectief opgenomen.<br />
Landschapstype, waterhuishouding, bodem en infrastructuur vormen<br />
de belangrijkste onderscheidende factoren in het ontwikkelingsperspectief.<br />
De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> ligt in het oosten op een laaggelegen veengebied<br />
met een sterke bodemdaling en in het westen op een hoger gelegen<br />
veengebied met een matige bodemdaling. Aan de noordzijde, langs de Lek,<br />
liggen rivieroeverwallen.<br />
Bij veenweidegebieden met sterke bodemdaling zijn maatregelen nodig om<br />
het veenweidelandschap te behouden en verdroging van natuur tegen te<br />
gaan. In de gebieden is en blijft de landbouw de belangrijkste vorm van ruimtegebruik.
3.2.4 Regionale structuurvisie Alblasserwaard-Vijfheerenlanden<br />
De Regionale structuurvisie voor de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden is in<br />
maart 2004 vastgesteld. In de visie wordt ingegaan op de ligging van het gebied<br />
in groter verband en er wordt aandacht besteed aan de specifi eke kenmerken/<br />
kwaliteiten van het gebied. Uiteindelijk is een strategische visie voor de langere<br />
termijn ontwikkeld, die van invloed is op voorliggende structuurvisie.<br />
Het beleid richt zich voornamelijk op het behoud van de bestaande kwaliteiten<br />
van het gebied, zoals het behoud van de openheid, het behoud van cultuurhistorische<br />
elementen en het behoud van waardevolle doorzichten in de<br />
linten. Als ontwikkelingsrichting worden kansen gezien voor de recreatie en<br />
de verbreding van de landbouw. Ook natuurontwikkeling is aandachtspunt.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
37<br />
In de Regionale structuurvisie worden de volgende beleidsuitspraken gedaan<br />
die relevant zijn voor voorliggende structuurvisie en daarom zijn opgenomen<br />
in het Ruimtelijk Casco:<br />
- <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is een verzorgingskern, Kinderdijk is een kleine woonkern.<br />
Voor zowel de verzorgingskernen als de ‘kleine woonkernen’ is specifi<br />
ek beleid ontwikkeld.<br />
- Een adequate benutting van het waterfront van de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>.<br />
- Voor het landelijk gebied is de inzet vooral gericht op het openhouden en<br />
het versterken van het landschap.<br />
- Inzetten op een versterking van groene en recreatieve verbindingen tussen<br />
de stedelijke gebieden en het middengebied.<br />
- Vernieuwing/uitbreiding van jachthavens en het watertoerisme bij Kinderdijk<br />
en <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>.<br />
- Uitbouw van de pleisterplaats Kinderdijk als toeristische ontwikkeling.<br />
- Ontwikkeling van ecologische verbindingszones.<br />
- Het behoud van cultuurhistorische elementen zoals molens, boerderijen<br />
en knotwilgen, het behoud van het waterrijke karakter, het herstel van<br />
kleinschalige karakteristieke landschapselementen.<br />
- Behoud en ontwikkeling van natuurgebied Kinderdijk.<br />
- Inzetten op een verbrede landbouw en een versterking van het agritoerisme.<br />
Daarnaast kunnen andere functies afgewogen worden zoals nieuwe<br />
landgoederen, recreatie of natuur. Recreatieve mogelijkheden zijn er zowel<br />
in de kernen en knooppunten als op het platteland.<br />
- Uitbouw recreatieve opvanggebieden met lokale en bovenlokale functie.<br />
- Revitaliseren bedrijventerrein Kinderdijk.
Plankaart Regionale <strong>Structuurvisie</strong> Alblasserwaard-Vijfheerenlanden<br />
(Bron: Regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden)<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
38
3.2.5 Regionale woonvisie Alblasserwaard-Vijfheerenlanden 2006-2009<br />
De gemeenten in de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden hebben in 2005<br />
een regionale woonvisie opgesteld. De woningbouw en de toename van de<br />
woningvoorraad blijven achter bij de taakstelling. Het is noodzakelijk op regionaal<br />
niveau de kwantitatieve en kwalitatieve woonopgave ter hand te nemen,<br />
zodat voldoende passende woningen worden gerealiseerd. Specifi eke<br />
doelgroepen zoals starters, ouderen en mensen met een zorgvraag vragen<br />
om aandacht. In de woonvisie worden voornamelijk actiepunten genoemd die<br />
relevant zijn voor Deel B van deze structuurvisie; het Projectenplan.<br />
- Het woningbouwprogramma richt zich op een migratiesaldo 0.<br />
- Herstructurering van bestaande gebieden is nodig in verband met de veranderende<br />
woningvraag. Deze opgave moet zich richten op differentiatie<br />
en kwaliteit.<br />
- In de plannen moet perspectief worden geboden voor mensen met lage<br />
inkomens, zoals starters en ouderen.<br />
- De realisatie van zorgsteunpunten kan bijdragen aan de gewenste ontwikkeling<br />
van de kernen.<br />
- De intentie is om in geval van ruimtekort in een kern de woningvraag elders<br />
in de regio op te vangen. Vanwege onder andere de omvang van de<br />
lokale behoefte en de binding aan kernen kunnen beperkte contouraanpassingen<br />
nodig zijn. Voor <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is het ontbreken van contourruimte<br />
en de wenselijkheid van contourverruiming op korte termijn<br />
aan de orde.<br />
- Er wordt gestreefd naar benutting van vrijkomende boerderijen voor woonfuncties,<br />
al of niet in combinatie met niet hinderlijke bedrijfsfuncties.<br />
De gegevens met betrekking tot precieze woningbouwplanning en de verdeling<br />
tussen de verschillende woningbouwcategorieën krijgt zijn verdere uitwerking<br />
in Deel B; het Projectenplan.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
39<br />
3.2.6 Bedrijventerreinenstrategie Alblasserwaard-Vijfheerenlanden<br />
In 2006 is besloten tot het opstellen van een bedrijventerreinenstrategie voor<br />
de regio. Door ECORYS is dit onderzoek uitgevoerd, waarin aandacht is besteed<br />
aan de bestaande bedrijventerreinmarkt van de regio en de gewenste<br />
ontwikkelings- en uitvoeringsstrategie.<br />
De bestaande bedrijventerreinen gelegen in de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
blijven in de strategie allemaal onveranderd. Er is geen noodzaak de bedrijventerreinen<br />
te herstructureren of uit te breiden. Ook zijn geen nieuwe bedrijventerreinen<br />
nodig. Wel is er binnen de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> ruimte<br />
voor de realisatie van een bedrijfsverzamelgebouw.<br />
De grootschaliger bedrijvigheid in de Lekzone dient (passief) verplaatst te<br />
worden naar zones aan de A15 en A27. De vrijkomende locaties kunnen dan<br />
kleinschalig worden verkaveld zodat ze ruimte bieden aan kleinschalige lokale<br />
bedrijvigheid. Hieraan bestaat veel behoefte.<br />
Bij het verplaatsen van de bedrijvigheid uit de Lekzone gelden de volgende<br />
richtlijnen:<br />
- Vrijgekomen kavels mogen niet groter worden verkocht dan 0,5 ha netto.<br />
- Reeds gevestigde bedrijven mogen geen ruimte geboden of verkocht krijgen<br />
wanneer daarmee het totale bedrijfsoppervlak van het betreffende<br />
bedrijf groter dan 0,5 ha wordt.<br />
- Alleen aan lokale en subregionale bedrijvigheid mag ruimte worden geboden.<br />
- <strong>Gemeente</strong> of regio dient bij vertrek van bedrijven de kavels te verwerven.<br />
- De terreinen moeten een ruime ruimtelijke opzet krijgen met mogelijk<br />
doorzichten naar het achterliggende landschap.
3.2.7 Visie Landelijk gebied Alblasserwaard-Vijfheerenlanden<br />
De visie Landelijk Gebied Alblasserwaard-Vijfheerenlanden is opgesteld door<br />
de samenwerkende gemeenten uit de regio. De visie is opgesteld in februari<br />
2007. In de visie wordt een onderscheid gemaakt in meerder pijlers, te weten;<br />
Agrarische economie, Landschap, Recreatie en toerisme, Natuur en Cultuurhistorie.<br />
De gemeenten zien de landbouw als belangrijkste drager van het landschap.<br />
De landbouw moet zoveel mogelijk ontplooiingsmogelijkheden krijgen, mits<br />
deze niet confl icteert met de landschappelijke kwaliteit, zoals de openheid.<br />
Aanwezige landschappelijke verscheidenheid moet behouden blijven. Ook<br />
cultuurhistorisch waardevolle objecten en gebieden moeten, gezien hun<br />
waarde voor het landschap, worden beschermd en waar mogelijk toegankelijk<br />
gemaakt voor toerisme en recreatie. Verbredingsactiviteiten worden gestimuleerd<br />
om het landschap in stand te kunnen houden.<br />
Er wordt getracht de landschappelijke en recreatieve kwaliteiten van het gebied<br />
te versterken, onder andere door de samenhang tussen de toegangspoorten,<br />
eventueel in combinatie met bezoekerscentra, en het landelijk gebied<br />
te versterken. Ook de recreatieve infrastructuur verdient hierbij aandacht.<br />
Het duurzaam veiligstellen van de aanwezige natuurwaarden moet gebeuren<br />
door het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en een duurzaam<br />
robuust natte noordzuidverbinding. De EHS bestaat uit natuurgebieden,<br />
verbindingszones en gebieden met agrarisch natuurbeheer.<br />
Enkele concrete acties die doorwerken in deze structuurvisie en die een<br />
plaats krijgen in het Ruimtelijk Casco zijn de volgende:<br />
- Vestiging van een nieuw landgoed in de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>.<br />
- Verbeteren van de toegankelijkheid over water.<br />
- Verbeteren bereikbaarheid Kinderdijk over water.<br />
- Uitbreiden overnachtingscapaciteit.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
40<br />
- Verbeteren fi etsinfrastructuur.<br />
- Realiseren van ecologische verbindingszones.<br />
- Promotie van cultuurhistorie.<br />
- Verbeteren waterkwaliteit natuurgebieden.<br />
3.2.8 <strong>Structuurvisie</strong> Graafstroom en Liesveld<br />
De aangrenzende gemeenten Graafstroom en Liesveld hebben elk ook hun<br />
eigen structuren en visiepunten vastgelegd die van invloed kunnen zijn op<br />
voorliggende structuurvisie. Voor Graafstroom is de <strong>Structuurvisie</strong> op 29<br />
maart 2011 vastgesteld door de gemeenteraad. Voor Liesveld is op 20 juni<br />
2006 het Structuurplan vastgesteld door de gemeenteraad.<br />
Structuren en visiepunten van beide gemeenten die van belang zijn voor voorliggende<br />
structuurvisie:<br />
- Op de grens met de gemeente Graafstroom loopt een ecologische verbindingszone.<br />
- De gemeente Graafstroom heeft een tracé van de Groene Ruggengraat<br />
geprojecteerd op de grens met de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en tussen<br />
<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Liesveld.<br />
- Kinderdijk is in de structuurvisie van de gemeente Graafstroom opgenomen<br />
als bestaande recreatieve knoop en als Natura 2000-natuurgebied.<br />
- De gemeente Liesveld heeft op de grens met de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
twee dijkwielen aangewezen met een zeer hoge waarde.<br />
- Ook heeft Liesveld ten oosten van de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> een<br />
aantal molens met molenbiotoop opgenomen.<br />
- De bebouwing aan de Lekdijk is door Liesveld als cultuurhistorisch lint<br />
aangemerkt.
3.2.9 Landbouwontwikkelingsvisie Alblasserwaard-Vijfheerenlanden<br />
Door LTO Noord, afdeling Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, is een visie<br />
voor de agrarische sector in het gebied opgesteld. Vanuit het perspectief<br />
van de sector wordt geschetst op welke manier de agrarische sector<br />
in het gebied kan inspelen op ontwikkelingen die op de sector afkomen.<br />
In de visie zijn de volgende kansen voor de agrarische sector in het gebied<br />
benoemd:<br />
- (Door)ontwikkeling melkveesector.<br />
- Structuurverbetering op maat.<br />
- Maatschappelijke vraag naar verbreding.<br />
- Groenblauwe diensten op zakelijke basis.<br />
- Energieneutrale sector en energieleverantie.<br />
- Gebiedsvermarkting en imago.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
41<br />
3.2.10 Archeologisch beleid Alblasserwaard en Vijfheerenlanden<br />
Voor de gehele Alblasserwaard is in 2009 een archeologische inventarisatie<br />
uitgevoerd, waaruit vervolgens een archeologische verwachtings- en<br />
beleidsadvieskaart is opgesteld. Dit vormt de basis voor het archeologisch<br />
beleid van de gemeenten Giessenlanden, Gorinchem, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam,<br />
Leerdam, Liesveld, <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Zederik.<br />
De archeologische beleidsadvieskaart wordt als instrument gebruikt om bij<br />
de keuze van toekomstige bouwlocaties archeologische waarden zoveel mogelijk<br />
te ontzien. In een oogopslag is zichtbaar waar de kans het grootst is<br />
archeologische resten in de bodem aan te treffen. Verder kan worden bepaald<br />
in welke gebieden archeologisch onderzoek dient plaats te vinden<br />
voor de aanvraag van vergunningen voor werkzaamheden die kunnen leiden<br />
tot verstoring van de bodem. Bij een hogere archeologische verwachting is<br />
bij nieuwe ontwikkelingen eerder archeologisch onderzoek noodzakelijk.
3.3 <strong>Gemeente</strong>lijk beleid<br />
3.3.1 Ruimtelijke beleidsvisie<br />
In de ruimtelijke beleidsvisie beschrijft de gemeente de gewenste ruimtelijke<br />
structuur in 2010. Onderdeel van de visie is het globale structuurbeeld. Hierin<br />
zijn vier zones onderscheiden, met elk een eigen karakter:<br />
1 Dijkzone: het bebouwingslint langs de Lekdijk. Het bestaande kleinschalige<br />
halfopen karakter met een grote diversiteit aan gebouwvormen en<br />
bouwstijlen dient zoveel mogelijk behouden te blijven.<br />
2 Bebouwde zone: de planmatige uitbreidingen tussen de Lekdijk en de<br />
Tiendweg, begrensd door de maximale bebouwingscontour. Woonbebouwing<br />
blijft overheersen, maar ook voorzieningen en bedrijvigheid zijn aanwezig.<br />
Binnen deze zone zijn groenstructuren aanwezig die aansluiting<br />
zoeken op de kavelrichting.<br />
3 Mengzone: tussen de Tiendweg en de Elzenweg. Aan de oostzijde wordt<br />
gezocht naar een combinatie van natuurontwikkeling en recreatie in combinatie<br />
met de uitgeplaatste afvalwaterzuiveringsinstallatie en vrachtwagenparkeerplaats.<br />
4 Groene zone: buitengebied met uitzondering van de mengzone. Het karakter<br />
blijft groen, open en agrarisch. Ook is er plaats voor natuurontwikkeling.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
42<br />
3.3.2 Strategische Visie <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
In de strategische visie <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> beschrijft de gemeente de gewenste<br />
situatie in 2020. De visie vormt een actualisering op de ‘Ruimtelijke beleidsvisie’,<br />
zoals hiervoor besproken. De gemeenteraad heeft op 1 februari<br />
2008 de visie vastgesteld.<br />
Aan de hand van de thema’s ‘Bestuur en veiligheid’, ‘Verkeer en vervoer’, ‘Economie’,<br />
‘Cultuur en recreatie’, ‘Sociale en maatschappelijke ontwikkeling’ en<br />
‘Ruimtelijke vitaliteit’ wordt in de visie een toekomstbeeld voor de gemeente<br />
geschetst. De volgende doelen zijn ruimtelijk relevant voor voorliggende structuurvisie:<br />
- Verbetering van het vervoer over water en het wegennet.<br />
- Verdwijning van de hoogspanningsmasten, het energietransport vindt ondergronds<br />
plaats.<br />
- Geen vrachtwagenparkeerplaatsen in de dorpskernen.<br />
- Bevordering van een vitaal winkelbestand.<br />
- Grote bedrijven als de scheepswerf IHC in Kinderdijk passen bij de gemeente<br />
en de regio.<br />
- Aan de oostzijde van de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is ruimte voor woningbouw<br />
en bedrijvigheid.<br />
- Bedrijven verhuizen uit de kern naar een bedrijventerrein.<br />
- De sporthal en het zwembad blijven behouden.<br />
- De recreatiefunctie van het buitengebied beter benutten.<br />
- Het buitengebied hoofdzakelijk een agrarische functie laten behouden.<br />
- Omvang en aard van toerisme en recreatie afstemmen op landelijke karakter.<br />
- Goede en gevarieerde fi etsroutes realiseren.
- Aan de randen van het molengebied van Kinderdijk kleine bedrijvigheid<br />
faciliteren die van het gebied kan profi teren.<br />
- Betere bereikbaarheid van het molengebied van Kinderdijk, vooral via water.<br />
- Onderwijs-, zorg- en sportvoorzieningen hoeven niet in elke afzonderlijke<br />
kern (Kinderdijk en <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>) aanwezig te zijn.<br />
3.3.3 Actieplan Wonen, Welzijn en Zorg – Pact van Bleskensgraaf<br />
Op 30 januari 2006 tekenden vertegenwoordigers van zorgvragers, gemeentebesturen,<br />
zorg- en welzijnsorganisaties, wooncorporaties en de provincie<br />
Zuid-Holland het Pact van Bleskensgraaf. Hierin staat dat alle partijen willen<br />
werken aan een regio waarbinnen ouderen en mensen met een beperking zo<br />
lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en leven.<br />
Om de in het Pact afgesproken doelen daadwerkelijk te bereiken heeft iedere<br />
gemeente een actieplan opgesteld. Een voor deze structuurvisie belangrijke<br />
afspraak uit het actieplan van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is dat er één centraal zorgen<br />
welzijnssteunpunt voor heel de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> komt. Het<br />
huidige woonzorgcomplex ’t Waellant’ ontwikkelt zich tot de centrale voorziening<br />
waarop thuiswonende ouderen en mensen met een beperking een<br />
beroep kunnen doen.<br />
Verder is het vasthouden en werven van jongere inwoners aan de orde. Aandachtspunten<br />
daarbij zijn: bevorderen economische bedrijvigheid, verbetering<br />
van (winkel)voorzieningen, sportaccommodaties en meer huisvesting<br />
voor starters.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
43<br />
3.3.4 Waterplan <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Het waterplan voor de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is door de gemeenteraad<br />
en het waterschapsbestuur in 2007 vastgesteld. In dit waterplan is op praktische<br />
wijze een visie, een modelmatige toetsing van de peilstijgingen, aandachtspunten<br />
en een maatregelenprogramma opgesteld. Met deze maatregelen<br />
is voorzien dat de waterhuishouding tot 2025 op orde is.<br />
Eén van de maatregelen, die in het kader van voorliggende structuurvisie het<br />
meest (ruimtelijk) relevant is, betreft de aanleg van natuurvriendelijke oevers<br />
(vergroting belevingswaarde).<br />
3.3.5 Energievisie<br />
De gemeenten hebben zich met het ‘Klimaatakkoord <strong>Gemeente</strong>n en Rijk<br />
2007-2011’ verbonden aan het leveren van een bijdrage aan de landelijke klimaatdoelstellingen:<br />
dat wil zeggen 2% energiebesparing per jaar t.o.v. 1990,<br />
20% duurzame energie in 2020 en 30% CO2-reductie in 2020. Om de mogelijkheden<br />
voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
te onderzoeken is in 2010 een Energievisie opgesteld. Biomassa speelt voor<br />
deze gemeenten een belangrijke rol in de verduurzaming van de gemeentelijke<br />
energiehuishouding.
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
44
4 Visie op hoofdlijnen<br />
4.1 Zelfbeeld<br />
De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is samen met buurgemeenten Graafstroom<br />
en Liesveld gelegen in een landelijk gebied dat wordt begrensd door de bestaande<br />
bebouwing rondom Alblasserdam, de Betuwelijn en de rivieren. De<br />
gemeente ligt aan de rand van het Groene Hart en vanwege het goed behouden<br />
slagenlandschap, de molens, de monumenten en de kenmerkende<br />
lintbebouwing is het gebied nog zeer authentiek. Het landschap van de Alblasserwaard<br />
is één van de best bewaarde cultuurlandschappen van Nederland.<br />
Dit maakt het gebied uitstekend geschikt voor extensieve vormen van<br />
recreatie en toerisme. De bijzondere landschappelijke ligging en de toeristische<br />
aantrekkingskracht van het molengebied zorgen, met name in de zomermaanden,<br />
voor bereikbaarheids- en doorstromingsproblemen. Het Molengebied<br />
heeft dan ook een grote impact op de dagelijkse gang van zaken<br />
in Kinderdijk. Maar bovenal blijft het gebied onlosmakelijk verbonden met<br />
Kinderdijk en vertelt het verhaal van het verleden.<br />
De invloeden uit de stedelijke regio zorgen er tevens voor dat <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
geen dorp meer is. De latere woonwijken kenmerken zich door planmatige<br />
woningbouw en er is sprake van een beperkte dorpse karakteristiek. .<br />
Het voorzieningenniveau is relatief hoog en de gemeente kan blijvend plaats<br />
bieden aan lokale bedrijvigheid, op zowel buitendijkse locaties als op enkele<br />
bedrijfslocaties in de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. De watergebonden bedrijvigheid<br />
hoort bij de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en is karakteristiek voor de<br />
ligging aan het water.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
45<br />
Met twee winkelcentra, een zwembad, meerdere sportvoorzieningen en een<br />
zorgcentrum heeft de gemeente een voorzieningenaanbod van formaat. De<br />
gemeente is wat dat betreft zelfvoorzienend voor haar inwoners en bedrijven,<br />
dat wil zeggen dat voor de dagelijks benodigde voorzieningen niet hoeft worden<br />
uitgeweken naar omliggende kernen.<br />
Jongeren en senioren trekken echter steeds vaker weg uit de gemeente. Voor<br />
senioren zijn het aanbod aan voorzieningen en geschikte woningen bepalend<br />
voor de mogelijkheid om in de gemeente te kunnen blijven wonen. Jongeren<br />
vertrekken vaak voor hun opleiding of werk uit de gemeente. Voor de jongeren<br />
die wel blijven zijn de uitstraling van de kernen en de basisvoorzieningen<br />
bepalend. Voor deze aspecten is blijvend aandacht nodig om de leefbaarheid<br />
op peil te houden.
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
46
4.2 Visie op hoofdlijnen<br />
Met behulp van voorliggende structuurvisie wordt een belangrijke strategische<br />
stap gezet naar een vitale gemeente waar het goed wonen, werken en<br />
leven is voor jong en oud. De structuurvisie gaat uit van de kracht van de<br />
gemeente en zet bedreigingen om in kansen en kansen om in concrete activiteiten.<br />
De visie is vooral gericht op behoud van de bestaande kwaliteiten; het karakteristieke<br />
landschap, de cultuurhistorisch waardevolle elementen en het<br />
relatief grote voorzieningenaanbod dat zo kenmerkend is voor de gemeente.<br />
De bestaande kwaliteiten vormen het uitgangspunt voor de toekomstige ontwikkelingen.<br />
Dit dient te gebeuren door de aanwezige kansen te benutten.<br />
Daarnaast wil de gemeente bestaande knelpunten oplossen om zo de kwaliteit<br />
van de leefomgeving te vergroten. Het creëren van één ‘<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>’<br />
in ruimtelijk, functioneel en sociaal opzicht is de hoofddoelstelling. De<br />
kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> moet weer één worden. Een goede doorstroming in de<br />
woningmarkt is hiervoor van belang. Om dit te bereiken wordt ingezet op een<br />
evenwichtige woningvoorraad afgestemd op de vraag. Voor ouderen betekent<br />
dit onder andere dat er voldoende toegankelijke woningen moeten zijn.<br />
De agrarische sector is belangrijk voor de instandhouding van het bestaande<br />
open landschap. In grofweg het gebied ten (zuid)oosten van de kern <strong>Nieuw</strong>-<br />
<strong>Lekkerland</strong> ligt het primaat op de agrarische sector. In deze zone is de openheid<br />
tot op heden goed bewaard gebleven. Aan de zuidzijde van de kern<br />
<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> wordt dit karakter langzaam aangetast en de toekomstwaarde<br />
van dit gebied als agrarisch gebied staat onder druk. De gemeente<br />
wil inzetten op het behoud van de agrarische sector.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
47<br />
Om de toekomstwaarde te kunnen garanderen wil de gemeente agrariërs de<br />
kans geven zich te verbreden, onder andere door het bieden van kleinschalige<br />
overnachtingsmogelijkheden. Er moet wel versneld om worden gegaan<br />
met processen zoals schaalvergroting. <strong>Nieuw</strong>e agrarische bedrijvigheid kan<br />
zijn plek vinden aan de Schoonenburgweg. Dit mag echter niet ten koste gaan<br />
van de beleving van het landschap. Er zullen dan ook kaders voor de toekomst<br />
moeten worden geformuleerd waarbinnen bedrijven zich mogen ontwikkelen.<br />
Op de grens met de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> aan de zuidzijde hebben reeds<br />
diverse ontwikkelingen plaatsgevonden. De gemeente wil in deze zone inzetten<br />
op een versterking van de landschappelijke kwaliteiten in combinatie<br />
met de stedelijke functies. Volkstuinen, sportvelden en een landgoed zijn hier<br />
voorbeelden van.<br />
Het Molengebied Kinderdijk is een toeristische attractie met een functie voor<br />
de hele regio en zelfs daarbuiten. Deze functie brengt ook problemen met<br />
zich mee, waaronder een vermindering van de bereikbaarheid, verminderde<br />
leefbaarheid en de aantasting van de aanwezige natuurwaarden. Uitbreiding<br />
van de recreatieve en toeristische mogelijkheden mag niet leiden tot aantasting<br />
van de natuurlijke en cultuurhistorische waarden. Het behouden en<br />
versterken van de natuurlijke en cultuurhistorische waarden van het gebied<br />
is uitgangspunt bij het uitdiepen van de recreatieve en toeristische potenties<br />
van het gebied. Voor het oplossen van de ontsluitingsproblematiek van Kinderdijk<br />
wordt gezocht naar alternatieven. Het gebruik van transferia buiten<br />
de gemeente, het tegengaan van sluipverkeer en het stimuleren van vervoer<br />
over water hebben prioriteit. In dat licht is een verbeterde ontsluiting ten oosten<br />
van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> gewenst.
Naast de toeristische attractie van molengebied Kinderdijk zijn in de rest<br />
van de gemeente extensieve vormen van recreatie mogelijk. Het landschap<br />
biedt voldoende aanknopingspunten voor recreatief medegebruik. Het realiseren<br />
van nieuwe routestructuren en recreatieve voorzieningen betekent een<br />
meerwaarde voor de recreant en biedt tevens een economische basis voor<br />
de instandhouding van het waardevolle landschap. Het behoud van de identiteit<br />
van het landschap en het behoud van de aanwezige cultuurhistorisch<br />
waardevolle plekken is van doorslaggevend belang om de recreatieve potenties<br />
optimaal te benutten. Zo dient de Lekdijk, met aangrenzende historische<br />
dijkwoningen, als lijn in het landschap zoveel mogelijk zichtbaar te blijven. De<br />
aanwezige donken zijn eveneens van cultuurhistorische waarde en vertellen<br />
iets over de ontstaansgeschiedenis van het gebied. Behoud van deze landschapselementen<br />
staat voorop.<br />
In de kernen wordt ingezet op het behoud van de bestaande cultuurhistorische<br />
structuren en panden. Met name de relatie met de Lek en de zichtbaarheid<br />
van de Lek vanaf de Lekdijk verdient aandacht. Het toevoegen van<br />
hogere bebouwing (tot vijf bouwlagen) kan de zichtbaarheid en de herkenbaarheid<br />
vergroten. Het toepassen van deze bebouwing moet passen binnen<br />
het gebied en geen afbreuk doen aan bestaande kwaliteiten. Ook andere<br />
initiatieven zijn denkbaar.<br />
Voor <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is het beleid gericht op verdergaande integratie van<br />
de twee voorheen gescheiden kernen. Het creëren van één woonkern zowel<br />
ruimtelijk, functioneel als sociaal is uitgangspunt. Het aanbrengen van onderscheid<br />
tussen de twee winkelcentra is een belangrijke stap in die richting.<br />
Ook het afbreken van de twee hoogspanningsverbindingen die de kern doorsnijden<br />
is wenselijk.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
48<br />
Het energietransport zal in de toekomst onder de grond moeten worden geleid.<br />
De gemeente wil zich hard maken deze ambitie te realiseren.<br />
De kern Kinderdijk vraagt om een kwaliteitsimpuls. Met respect voor de historisch<br />
waardevolle structuren en panden is er ruimte voor herontwikkeling.<br />
De kwaliteit van het woongebied is leidend bij woningbouw, en niet de strakke<br />
bebouwingscontouren. Een eventuele herontwikkeling dient in ieder geval in<br />
te gaan op de verkeers- en parkeerproblematiek in de kern. Een oplossing is<br />
noodzakelijk om het dorp ook in de toekomst leefbaar te houden.<br />
Voor uitbreiding van het voorzieningenaanbod ligt de nadruk op <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>,<br />
wat de verzorgingskern voor de toekomst is. Het bereikbaar houden<br />
van voorzieningen voor de inwoners van Kinderdijk is essentieel voor de leefbaarheid.<br />
Rond de entree van het molengebied Kinderdijk kunnen voorzieningen<br />
worden toegevoegd die zowel benut kunnen worden door de toeristen<br />
als door de inwoners.<br />
Kleinschalige bedrijvigheid in de kernen en linten is blijvend mogelijk. Om<br />
deze functiemenging ook in de toekomst op duurzame wijze te kunnen handhaven<br />
worden vooraf duidelijke kaders gesteld. Indien een bedrijf qua maat<br />
en bedrijfsactiviteiten niet meer past op de huidige locatie is een verplaatsing<br />
naar het bedrijvenpark bij <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> of naar een regionaal bedrijventerrein<br />
noodzakelijk. In het hart van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is eveneens ruimte<br />
voor grote detailhandelsbedrijven, zoals een tuincentrum.
De buitendijkse bedrijventerreinen zijn belangrijk voor de werkgelegenheid in<br />
<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en zijn met name geschikt voor watergebonden bedrijvigheid.<br />
Deze watergebonden bedrijvigheid past binnen het gebied en ontwikkelingen<br />
in deze zones worden dan ook niet verwacht. De gemeente wil echter<br />
in een vroeg stadium toch nadenken over eventuele alternatieven, mocht dit<br />
door onvoorziene omstandigheden noodzakelijk zijn. Het invullen van vrijkomende<br />
bedrijfspercelen met andere (niet watergebonden) bedrijvigheid behoort<br />
tot de mogelijkheden.<br />
Bereikbaarheid via de digitale snelweg is belangrijk voor bewoners en ondernemers.<br />
Digitale dienstverlening brengt voorzieningen dicht bij huis zonder<br />
dat dienstverleners in de directe nabijheid fysiek aanwezig zijn. Voor ondernemers<br />
is de aansluiting op het digitale netwerk een voorwaarde voor innovatie<br />
en bedrijfsontwikkeling. De gemeente zal vanuit haar rol deze vraag zoveel<br />
mogelijk faciliteren.<br />
Tot slot wil de gemeente zich inzetten op het gebied van duurzaamheid. De<br />
gemeente wil in de discussie over het wat en hoe, haar verantwoordelijkheid<br />
nemen. Het winnen van duurzame energie vormt een belangrijke opgave in<br />
de 21e eeuw. Gezocht wordt naar een manier die past bij het gebied. Innovatieve<br />
ideeën op het gebied van duurzame energie zijn wenselijk en worden<br />
gestimuleerd.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
49
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>:<br />
In opdracht van: <strong>Gemeente</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Projectnaam: ILL01-NWL00001-01h<br />
A15<br />
H<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
50<br />
H<br />
N N<br />
N481
5 Ruimtelijk Casco<br />
H<br />
Bestaande linten en kernen<br />
Historische lintstructuur<br />
Bestaande bedrijventerreinen<br />
Binnendijks<br />
Bestaande bedrijventerreinen<br />
Buitendijks<br />
Herstructureringsgebieden<br />
Transformatiegebied<br />
natuur en recreatie<br />
Transformatiegebied<br />
dorpsfuncties<br />
Maatschappelijk cluster<br />
Sportcluster<br />
Dorpsuitbreiding<br />
Verzorgingskern<br />
Kleine kern<br />
Hoofdwinkelcentrum<br />
Nevenwinkelcentrum<br />
Bestaande recreatieve knoop<br />
<strong>Nieuw</strong>e Ni recreatieve knoop<br />
Ve Versterken entreegebied<br />
Recreatief Re routenetwerk<br />
N<br />
Stedelijk groen<br />
Hoofdgroenstructuur<br />
Water<br />
Agrarisch open landschap<br />
Tiendweg<br />
Natuurgebieden - Natura 2000<br />
Ecologische verbindingszone<br />
Groene ruggengraat<br />
Molens<br />
Eendenkooien<br />
Donken<br />
Dijken<br />
Bestaande infrastructuur<br />
Waterbus<br />
Voet/Fietsveer<br />
Autoveer<br />
Ruilverkavelingsweg<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
51<br />
Het Ruimtelijk Casco betreft het ontwikkelingskader voor de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<br />
<strong>Lekkerland</strong>. Deze beleidskaart bundelt het bestaande beleid en de visie op<br />
hoofdlijnen en biedt het casco voor concrete projecten en plannen. Het is een<br />
afwegingskader, maar tegelijkertijd ook een inspiratiekader voor ruimtelijke<br />
ontwikkelingen.<br />
Het Ruimtelijk Casco bestaat uit een kaartbeeld en toelichting. Deze twee zijn<br />
nadrukkelijk aan elkaar gekoppeld. De toelichting kan beschouwd worden als<br />
een uitgeschreven legenda, waarbij per legenda-eenheid staat beschreven<br />
waar het element betrekking op heeft en welke ruimtelijke strategie er bij<br />
hoort.<br />
De directe koppeling tussen kaart en toelichting is wenselijk om het structuurvisiebeleid<br />
op een eenvoudige manier digitaal raadpleegbaar te maken.<br />
De Wro stelt dit als eis bij de opstelling van gemeentelijke structuurvisies.
5.1 Bestaande linten en kernen<br />
Herstructurerings- en intensiveringsprocessen<br />
zijn in beginsel overal binnen de bestaande kernen<br />
denkbaar, waarbij geldt dat inbreiding voor<br />
uitbreiding gaat. Uiteraard moet hierbij worden<br />
aangesloten op de kwaliteiten en mogelijkheden<br />
van dat woongebied en de omgeving. Zo dient onder andere rekening gehouden<br />
te worden met karakteristieke doorkijken naar het landschap, de aanwezigheid<br />
van monumenten en de structuur van het slagenlandschap. Waar mogelijk<br />
streeft de gemeente naar herstel van oorspronkelijke doorzichten en waterstructuren,<br />
die door stedenbouwkundige uitbreidingen zijn teniet gedaan. Ook<br />
moeten mogelijkheden om de bestaande overgangen van het landelijk gebied<br />
naar het dorpskernen te verbeteren, worden aangegrepen. Ontwikkelingen die<br />
bijdragen aan de versterking van de entreepunten van de kernen zijn eveneens<br />
wenselijk. Hierbij ligt de nadruk op de noordwestelijke entree nabij molen ‘De<br />
Regt’, de zuidoostelijke entree bij het bedrijvenpark en de entree van Kinderdijk<br />
ter hoogte van het molengebied.<br />
De wijze waarop met intensiveringprocessen wordt omgegaan hangt af van<br />
de stedenbouwkundige typologie van het betreffende lint of de betreffende<br />
kern. Het is belangrijk dat nieuwbouw in maat en schaal past in zijn omgeving.<br />
Gezien het dorpskarakter ligt de nadruk bij inbreiding op het bouwen in<br />
verschillende typologieën en prijsklassen. Hogere bebouwing (tot vijf bouwlagen)<br />
is slechts op beperkte schaal mogelijk, met name in de omgeving van<br />
het dorpscentrum en in aansluiting op de Lekdijk. De hogere bebouwing zorgt<br />
voor variatie en herkenbaarheid en kan de relatie met de Lek versterken.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
52<br />
Een eventueel nieuwbouwprogramma zou met de demografi sche ontwikkeling<br />
rekening moeten houden en er moet blijvend aandacht besteed worden aan<br />
woonvormen voor starters en senioren. Het vertrek van jongeren en senioren<br />
uit de gemeente naar omliggende steden kan hiermee worden afgeremd. Belangrijk<br />
hiervoor is tevens dat het voorzieningenpeil in stand wordt gehouden.<br />
Bedrijvigheid is blijvend mogelijk in de linten en kernen. Het gaat dan om kleinschalige<br />
(o.a. aan huis verbonden) bedrijvigheid of recreatief gebruik (zoals bed<br />
& breakfasts). Om vooraf duidelijkheid te scheppen over de toelaatbaarheid<br />
van bedrijvigheid in de kernen en linten zijn hiervoor richtlijnen opgesteld. Bedrijvigheid,<br />
behorend tot milieucategorie 1 en 2 (conform bedrijven- en milieuzonering<br />
VNG), wordt geacht te passen in een gemengde woonomgeving en kan<br />
zich derhalve ontwikkelen op deze bestaande informele locaties. Omdat het<br />
gezien het kleinschalig karakter van het landschap hier niet wenselijk is grote<br />
bedrijven toe te staan, is eveneens een maximale maat van 1.000 m2 leidend.<br />
Dit zijn richtlijnen waar, in individuele gevallen, gemotiveerd van af kan worden<br />
geweken. Hinderlijke bedrijven en bedrijven die niet passen in het geschetste<br />
profi el worden ten behoeve van de leefbaarheid zoveel mogelijk uitgeplaatst uit<br />
de kernen en de linten. Bedrijvenpark Veenweide in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is hiervoor<br />
de aangewezen plek. Indien hier onvoldoende ruimte aanwezig is dienen<br />
bedrijven uit te wijken naar regionale bedrijventerreinen in de omgeving.<br />
De vrijgekomen locaties kunnen worden herontwikkeld. Als agrarische bedrijven<br />
in het lint hun bedrijfsactiviteiten stoppen is een transformatie naar een<br />
woonfunctie overweegbaar, mogelijk in combinatie met zorg of kleinschalige<br />
bedrijvigheid.
5.2 Historische lintstructuur<br />
De bestaande variëteit aan functies, bouwstijlen<br />
en de mate aan openheid en geslotenheid<br />
is uitgangspunt. Bestaande doorzichten c.q.<br />
zichtlijnen moeten zoveel mogelijk behouden<br />
blijven en tonen het karakter van het gebied.<br />
Dit kunnen doorzichten c.q. zichtlijnen zijn vanaf het lint naar het achterliggende<br />
landelijk gebied (met name bij de Lekdijk) of zichtlijnen die de kern<br />
doorkuisen (Dorpslaan en Middelweg) en een verbinding leggen tussen belangrijke<br />
structuren binnen de kern. In de historische linten is voorzichtigheid<br />
geboden bij nieuwe ontwikkelingen. <strong>Nieuw</strong>e ontwikkelingen moeten in maat<br />
en schaal passen binnen het karakter van het desbetreffende lint. Er dient<br />
daarnaast nadrukkelijk rekening te worden gehouden met het onderliggende<br />
slagenlandschap en de aanwezige cultuurhistorische waardevolle panden en<br />
monumenten. Hogere bebouwing (tot circa 5 lagen) is op beperkte schaal<br />
mogelijk op kruisingen van wegen. Dit kan de herkenbaarheid van bijzondere<br />
plekken versterken. Hogere bebouwing kan met name <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> een<br />
gezicht geven aan het water, aangezien de huidige bebouwing grotendeels<br />
schuil gaat achter de Lekdijk. Het beeld vanaf het water moet minder dominant<br />
worden bepaald door grootschalige bedrijfsbebouwing op buitendijkse<br />
locaties.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
53<br />
5.3 Bestaande bedrijventerreinen - Binnendijks<br />
De gemeente heeft de ambitie om lokaal gebonden<br />
bedrijvigheid te faciliteren in haar ruimtebehoefte.<br />
De bestaande bedrijventerreinen spelen<br />
hierin een belangrijke rol. Ondanks de beperkte<br />
ruimte op de huidige terreinen zijn dit dé plekken<br />
waar ontwikkeling van bedrijvigheid mogelijk is, ook in de toekomst. Herstructurerings-<br />
en intensiveringsprocessen zijn in beginsel overal op het bedrijventerrein<br />
mogelijk, voor zover hiervoor kansen aanwezig zijn. De realisatie van<br />
nieuwe bedrijventerreinen is niet gewenst, evenals uitbreiding van bestaande<br />
terreinen. Uitzondering hierop vormt de uitbreiding met een bedrijfsverzamelgebouw.<br />
Dit gebouw kan voorzien in de huisvesting van diverse kleinschalige,<br />
lokale bedrijven. In het hart van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is ruimte voor grote<br />
detailhandelsbedrijven, zoals een tuincentrum.<br />
Hinderlijke bedrijven uit de kernen en de linten worden zoveel mogelijk uitgeplaatst<br />
naar de bestaande bedrijventerreinen in de gemeente. Bedrijven die de<br />
bestaande bedrijventerrein zijn ‘ontgroeid’ worden zoveel mogelijk verplaatst<br />
naar regionale bedrijventerreinen in de omgeving. Hierdoor ontstaat een doorstroomtraject,<br />
waarbij de lokale bedrijvigheid behouden blijft voor de gemeente.<br />
Een principegrens voor de omvang van bedrijvigheid ligt op 5.000 m². De<br />
vrijgekomen locaties in de kernen en de linten en op bestaand bedrijventerreinen<br />
kunnen weer worden ingevuld ten behoeve van kleinschaligere bedrijvigheid<br />
(of woningbouw in de kernen en linten) die beter aansluit bij de maat en<br />
schaal van de omgeving.
5.4 Bestaande bedrijventerreinen - Buitendijks<br />
De gemeente heeft de ambitie om lokaal gebonden<br />
bedrijvigheid te faciliteren in haar ruimtebehoefte.<br />
De bestaande buitendijkse bedrijventerrein<br />
spelen hierin een belangrijke rol. Ondanks<br />
de beperkte ruimte op de huidige terreinen zijn<br />
dit dé plekken waar ontwikkeling van bedrijvigheid mogelijk is, ook in de toekomst.<br />
Herstructurerings- en intensiveringsprocessen zijn in beginsel overal<br />
op het bedrijventerrein mogelijk, voor zover hiervoor kansen aanwezig zijn.<br />
De realisatie van nieuwe bedrijventerreinen en de uitbreiding van bestaande<br />
buitendijkse bedrijventerreinen is in principe niet gewenst.<br />
Op de buitendijkse bedrijventerreinen ligt het primaat bij watergebonden bedrijvigheid.<br />
Watergebonden bedrijvigheid past bij het gebied en de gemeente<br />
wenst dan ook blijvend plaats te bieden aan deze vormen van bedrijvigheid<br />
binnen de gemeente. Er wordt niet actief ingezet op transformatie van deze<br />
gebieden naar andere functies. Mogelijk kan in de toekomst een transformatie<br />
naar andere (niet watergebonden) bedrijvigheid aan de orde zijn.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
H<br />
Croonen Adviseurs<br />
54<br />
5.5 Herstructureringsgebieden<br />
Op verschillende plaatsen binnen bestaande kernen is de kwaliteit van de leefomgeving<br />
de laatste jaren versneld achteruit gegaan. Met name wijken, die zijn<br />
gerealiseerd in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw, voldoen niet meer aan de<br />
eisen van deze tijd als het gaat om inrichting van de openbare ruimte enerzijds,<br />
maar ook als het gaat om de invulling van de individuele woningen anderzijds.<br />
In deze gebieden wordt ingezet op herstructurering. Herstructurering zal niet<br />
snel leiden tot een totaal andere functie van delen van kernen. De bestaande<br />
functie zal de hoofdfunctie blijven. Herstructurering betekent niet in alle gevallen<br />
sloop-nieuwbouw. Sommige van de benoemde gebieden zijn daar te nieuw<br />
voor. In deze gebieden betekent dat een verbetering in de openbare ruimte of<br />
het aanbieden aan andere doelgroepen of renovatie van woningen.<br />
Rond de kruising van de Middelweg met de Lekdijk zijn een aantal bedrijven<br />
aanwezig, waaronder een agrarisch bedrijf, een Chinees restaurant en een<br />
meubelwinkel. Gelet op de ligging ten opzichte van woongebieden is verplaatsing<br />
of herstructurering gewenst. Hierbij kan uitplaatsing van bijvoorbeeld het<br />
agrarisch bedrijf worden overwogen.<br />
Uiteraard moet bij herstructurering worden aangesloten op de kwaliteiten en<br />
mogelijkheden van dat woongebied en de omgeving. Zo dient onder andere<br />
rekening gehouden te worden met karakteristieke doorkijken naar het landschap,<br />
de aanwezigheid van monumenten en de structuur van het slagenlandschap.<br />
Dit is zeker van belang ter hoogte van de Hoogaarslaan, waar de<br />
entree van het dorp wordt bepaald door vrijstaande bebouwing aan de voet<br />
van de dijk. Richting het dorp neemt de bebouwingsconcentratie langzaam<br />
toe.
Waar mogelijk streeft de gemeente naar herstel van oorspronkelijke doorzichten<br />
en waterstructuren, die door stedenbouwkundige uitbreidingen zijn<br />
teniet gedaan. Ook moeten mogelijkheden om de bestaande overgangen van<br />
het landelijk gebied naar het dorpskernen te verbeteren, worden aangegrepen.<br />
Om de waterkwaliteit en natuurwaarden in de kernen te verbeteren kan<br />
ruimte langs watergangen ingericht worden als natuurvriendelijke oever. Dit<br />
heeft tevens een positief effect op de beleving van het water en groen.<br />
Het is belangrijk dat nieuwbouw in maat en schaal past in zijn omgeving.<br />
Gezien het dorpskarakter ligt de nadruk bij inbreiding op het bouwen in verschillende<br />
typologieën en prijsklassen. Hogere bebouwing (tot vijf bouwlagen)<br />
is slechts op beperkte schaal mogelijk, met name in de omgeving van het<br />
dorpscentrum en in aansluiting op de Lekdijk. De hogere bebouwing zorgt<br />
voor variatie en herkenbaarheid en kan de relatie met de Lek versterken.<br />
Bij herstructurering zou ingespeeld moeten worden op de te verwachten demografi<br />
sche ontwikkeling. Dit houdt onder andere in dat er blijvend aandacht<br />
besteed moet worden aan woonvormen voor starters en senioren.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
55<br />
5.6 Transformatiegebied natuur en recreatie<br />
De westelijke dorpsrand van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> komt in aanmerking voor een<br />
transformatie naar een zone met recreatieve functies eventueel gecombineerd<br />
met natuurontwikkeling. Hiermee wordt aangesloten op het aangrenzende<br />
Natura2000-gebied van Kinderdijk, zodat tegelijkertijd een passende<br />
overgang wordt gevormd tussen de dorpskern en het natuurgebied. Woningbouw<br />
aan de westelijke dorpsrand heeft niet de voorkeur.<br />
De recreatieve functies zijn in de huidige situatie al aanwezig. Ze kunnen<br />
met de transformatie worden vernieuwd en verder worden versterkt tot een<br />
cluster dat betekenis heeft voor de gehele gemeente. Ook is multifunctioneel<br />
ruimtegebruik van de ijsbaan mogelijk, waarbij de locatie in de zomer bijvoorbeeld<br />
kan functioneren als camping.<br />
Uiteraard vormen bestaande kwaliteiten en mogelijkheden van het gebied<br />
een belangrijk uitgangspunt voor de transformatie. Zo dient onder andere<br />
rekening gehouden te worden met karakteristieke doorkijken naar het landschap<br />
en de structuur van het slagenlandschap.
5.7 Transformatiegebied dorpsfuncties<br />
De bestaande bedrijvigheid midden in de kern vervult een belangrijke functie.<br />
Transformatie van dit gebied moet leiden tot een versterking van deze<br />
functies in het dorpshart. Intensivering van (kleinschalige) bedrijvigheid,<br />
maar daarnaast ook uitbreiding van het aanbod van detailhandel behoort<br />
tot de mogelijkheden. De huidige vrachtwagenparkeerplaats komt in belangrijke<br />
mate in aanmerking voor transformatie naar deze functies.<br />
5.8 Maatschappelijk cluster<br />
Het voormalige gemeentehuis vormt door haar centrale ligging in de kern<br />
en de goede bereikbaarheid een geschikte locatie voor de ontwikkeling van<br />
een cluster van maatschappelijke voorzieningen. De eerste aanzet is reeds<br />
gevormd door de realisatie van een brede school. Het cluster kan verder<br />
worden uitgebreid met bijvoorbeeld een huisartsenpost HOED (Huisartsen<br />
Onder Eén Dak) en een gemeenteloket. Door de ontwikkeling van het cluster<br />
kunnen de verschillende voorzieningen optimaal van elkaar profi teren<br />
en wordt tegelijkertijd de functie van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> als verzorgingskern<br />
verder versterkt.<br />
5.9 Sportcluster<br />
De huidige sportvoorzieningen in het zuidwesten van de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
kunnen verder worden versterkt tot een cluster dat betekenis heeft voor<br />
de gehele gemeente. Ingezet wordt op nieuwbouw van de sporthal en uitplaatsing<br />
van de voetbalvelden ten zuiden van de Tiendweg. Door de combinatie<br />
van de verschillende faciliteiten ontstaat een compleet aanbod van<br />
sportvoorzieningen voor de inwoners van de gemeente.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
56<br />
5.10 Dorpsuitbreiding<br />
Waar processen van intensivering, transformatie en herstructurering in<br />
principe overal binnen de kernen en linten denkbaar zijn ligt de focus voor<br />
wat betreft dorpsuitbreiding aan de oostzijde van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. Dorpsuitbreiding<br />
is pas een optie als er binnen de kern niet genoeg mogelijkheden<br />
zijn om in de woningvraag te voldoen volgens het principe van ‘migratiesaldo<br />
nul’. De Tiendweg vormt in het zuiden een duurzame grens voor<br />
verdergaande verstedelijking naar het oosten.<br />
Uiteraard moet bij een dorpsuitbreiding worden aangesloten op de kwaliteiten<br />
en mogelijkheden van dat gebied. Zo dient onder andere rekening gehouden<br />
te worden met karakteristieke doorkijken naar het landschap, de aanwezigheid<br />
van monumenten, de aanwezigheid van kenmerkende landschapseenheden<br />
en de structuur van het slagenlandschap. Ook hier geldt dat ruimte<br />
langs watergangen ingericht kan worden als natuurvriendelijke oever om de<br />
beleving, waterkwaliteit en natuurwaarden te verbeteren.<br />
Gezien het dorpskarakter ligt de nadruk op het bouwen in verschillende typologieën<br />
en prijsklassen, waarbij aan de randen exclusieve woonmilieus een<br />
plek kunnen krijgen. Hogere bebouwing is in principe niet toegestaan om het<br />
dorpse karakter niet te veel geweld aan te doen. Om het gebrek aan doorstroming<br />
op de huizenmarkt te verminderen is het nodig om toegankelijke<br />
woningen voor senioren en betaalbare woningen voor starters te bouwen.<br />
De landschappelijke inpassing van een eventuele uitbreiding verdient veel<br />
aandacht, met name aan de randen.
5.11 Verzorgingskern<br />
De gemeente kiest voor het aanbrengen van een onderscheid tussen een<br />
‘verzorgingskern’ (<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>) en een ‘kleine kern’ (Kinderdijk). De<br />
voorzieningen worden zoveel mogelijk in één kern geconcentreerd, zodat<br />
de voorzieningen onderling kunnen profi teren van elkaars aanwezigheid. Op<br />
deze manier wenst de gemeente het totale voorzieningenaanbod binnen de<br />
gemeente in stand te kunnen houden en waar mogelijk te versterken.<br />
In een verzorgingskern zijn winkel- en zorgvoorzieningen in redelijke mate<br />
aanwezig. <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> heeft zelfs een (beperkte) verzorgingsfunctie<br />
voor kernen buiten de eigen gemeente. <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> heeft voor de langere<br />
termijn goede perspectieven voor vernieuwing en versterking. Dit is tevens<br />
de kern waar educatieve voorzieningen en vrijetijdsvoorzieningen ruimer<br />
aanwezig zijn en zorgen voor een leefbaar platteland. De verzorgingsfunctie<br />
van de verzorgingskern zal worden behouden en versterkt door meer dan op<br />
andere locaties ruimte te bieden voor voorzieningen op de aanwezige concentratiepunten.<br />
Uitbreiding van het bestaande aanbod en nieuwvestiging van<br />
voorzieningen dient te worden geconcentreerd in de verzorgingskern. Vanuit<br />
de verzorgingskern kan de vraag in de kleine kern worden gecoördineerd en<br />
gefaciliteerd in de vorm van bijvoorbeeld zorgsteunpunten.<br />
Op het gebied van woningbouw wordt gestreefd naar een gelijkmatige verdeling<br />
van nieuwbouw over de kernen. De verzorgingskern komt het eerst in<br />
aanmerking voor eventuele planmatige uitbreidingen.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
57<br />
5.12 Kleine kern<br />
In een kleine kern zijn weinig winkelvoorzieningen en zorgvoorzieningen aanwezig<br />
en ligt de nadruk sterk op de woonfunctie. Deze kern is dusdanig kleinschalig<br />
of gelegen nabij grotere bevolkingsconcentraties, dat versterking of<br />
terugkeer van winkelvoorzieningen en de bouw van nieuwe zorgvoorzieningen<br />
van enig formaat niet realistisch is. De nadruk ligt op dorpsvernieuwing en zo<br />
mogelijk instandhouding van de nog aanwezige voorzieningen om de kwaliteit<br />
van de leefomgeving te behouden. Nabij de entree tot het molengebied Kinderdijk<br />
moet daarentegen, in verband met de toeristische aantrekkingskracht<br />
van het gebied, blijvend ruimte geboden worden aan horeca en recreatieve<br />
c.q. toeristische voorzieningen.<br />
<strong>Nieuw</strong>vestiging en uitbreiding van het voorzieningenaanbod dient voornamelijk<br />
plaats te vinden in de verzorgingskern. Daarnaast wordt ingezet op innovatieve<br />
concepten die wonen en dienstverlening bijeen brengen zonder dat<br />
hier grote fysieke ontwikkelingen voor nodig zijn. Te denken valt aan voorzieningen<br />
als de mobiele bibliotheek en domotica.<br />
Hoewel er wordt gestreeft naar een gelijkmatige verdeling van nieuwbouw<br />
over de kernen is het mogelijk dat in de kleine kern kern deze ruimte niet<br />
aanwezig is. In dat geval kan in de verzorgingskern deze vraag opgevangen<br />
worden. De kleine kern komt in principe niet in aanmerking voor eventuele<br />
planmatige uitbreidingen.
5.13 Hoofdwinkelcentrum<br />
Het midden- en kleinbedrijf zorgt voor levendigheid<br />
in het dorp en de aanwezige voorzieningen<br />
zorgen ervoor dat <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> een aantrekkelijke<br />
plaats is om te wonen. Ingezet wordt<br />
op het behoud en verbetering van de aanwezige<br />
winkelvoorzieningen in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>,<br />
waarbij in de toekomst een duidelijker onderscheid gemaakt moet worden<br />
tussen het winkelcentrum aan het Kleyburgplein en de Planetenlaan.<br />
Het winkelcentrum aan het Kleyburgplein wordt het hoofdwinkelcentrum van<br />
de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. Het beleid is hier gericht op een uitbreiding van<br />
het bestaande winkelaanbod, eventueel gecombineerd met wonen en andere<br />
functies. Intensivering van het ruimtegebruik kan leiden tot een verbetering<br />
van het winkelklimaat. Een totale of gedeeltelijke herontwikkeling van het gebied<br />
en omgeving kan nodig zijn om het hoofdwinkelcentrum de uitstraling te<br />
geven dat bij een dorpscentrum hoort.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
58<br />
5.14 Nevenwinkelcentrum<br />
Het midden- en kleinbedrijf zorgt voor levendigheid<br />
in het dorp en de aanwezige voorzieningen<br />
zorgen ervoor dat <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> een<br />
aantrekkelijke plaats is om te wonen. Ingezet<br />
wordt op het behoud van de aanwezige winkelvoorzieningen<br />
in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>, waarbij in<br />
de toekomst een duidelijker onderscheid gemaakt moet worden tussen het<br />
winkelcentrum aan het Kleyburgplein en de Planetenlaan.<br />
Het winkelcentrum aan de Planetenlaan heeft een functie als nevenwinkelcentrum<br />
en is ruimtelijke en functioneel ondergeschikt aan het winkelcentrum<br />
aan het Kleyburgplein. Het beleid is gericht op het behoud van de bestaande<br />
voorzieningen, waarbij een uitbreiding niet is voorzien. Een herinrichting van<br />
het gebied, dat tot doel heeft het winkelklimaat te verbeteren, is mogelijk.
5.15 Bestaande recreatieve knoop<br />
Bestaande recreatieve knopen zijn belangrijke<br />
dragers van het recreatieve netwerk binnen de<br />
gemeente en binnen de Alblasserwaard. De bestaande<br />
knopen worden zoveel mogelijk opgenomen<br />
in het recreatieve routenetwerk door de<br />
gemeente. In de knopen is uitbreiding van de recreatieve functie mogelijk en<br />
gewenst. Uitbreiding in andere sectoren, zoals horeca en toerisme, is tevens<br />
mogelijk indien dit niet leidt tot onevenredige overlast. De recreatieve functie<br />
dient echter de hoofdfunctie te blijven. Bij uitbreiding is het van belang<br />
bestaande kwaliteiten van het landschap te respecteren. Voldoende parkeervoorzieningen<br />
zijn essentieel om de parkeerdruk in de omgeving niet onevenredig<br />
op te laten lopen.<br />
De natuurlijke en cultuurhistorische waarden maken het molengebied Kinderdijk<br />
geschikt voor vormen van recreatie. Ingezet wordt op het behoud van<br />
de bestaande recreatieve functie zonder dat dit leidt tot een aantasting van<br />
de natuur- en/of cultuurwaarden in het gebied. Om het molengebied ook in<br />
de toekomst een recreatieve trekker van formaat te laten zijn dienen oplossingen<br />
te worden gevonden voor de bereikbaarheids- en parkeerproblematiek<br />
in het dorp. Vervoer over het water kan hieraan bijdragen. Ook andere<br />
oplossingen die hieraan bijdragen zijn gewenst. Hierbij moet gemeenteoverstijgend<br />
worden gekeken.<br />
De entree van het molengebied, evenals de routing naar het molengebied<br />
kan worden verbeterd. Een herinrichting van de huidige entree is mogelijk.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
59<br />
5.16 <strong>Nieuw</strong>e recreatieve knoop<br />
Op plaatsen waar recreatieve aanleidingen aanwezig zijn (zoals in linten en<br />
kernen, beeldbepalende VAB’s, molens, eendenkooien, natuurgebieden en<br />
knooppunten van verschillende soorten routes) kunnen nieuwe knopen worden<br />
ontwikkeld. Het zijn mogelijke opstap-, verblijfs- en pleisterplaatsen in<br />
het gebied. De invulling van de knoop hangt af van de ruimtelijke context en<br />
kan uiteenlopen van een horecapunt (pleisterplaats) tot een bed & breakfast<br />
tot een bezoekerscentrum met informatievoorziening en ruimte voor parkeergelegenheid.<br />
In <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is een recreatieve knoop voorzien nabij de watertoren.<br />
Deze locatie vormt door haar ligging aan het water een ideale plaats voor<br />
watergebonden recreatie en de realisatie van een jachthaven is hier dan ook<br />
een mogelijke ontwikkeling. Ook aan de vestiging van horeca en enkele woningen<br />
(onder meer ter bevordering van de sociale veiligheid) wordt gedacht.<br />
De knoop kan worden opgenomen in het recreatief routenetwerk en kan zowel<br />
inwoners van de gemeente als recreanten/toeristen van buiten de gemeente<br />
aantrekken.
5.17 Entreegebied molencomplex<br />
Het molencomplex heeft de status van Werelderfgoed. Daar hoort ook een<br />
passende entree bij. Toeristen moeten al bij de entree het gevoel krijgen een<br />
bijzonder gebied te betreden. Het toevoegen van toeristische en recreatieve<br />
voorzieningen kan de verblijfskwaliteit van het gebied aanzienlijk verhogen.<br />
De realisatie van camperplaatsen is hierin een passende ontwikkeling. Ook<br />
wordt gedacht aan kleinschalige winkelvoorzieningen, die behalve toeristen<br />
ook de inwoners kunnen bedienen.<br />
De entree kan een belangrijke functie vervullen om te komen tot een goede<br />
geleiding van de verkeersstromen. Behalve een binnendijkse verbetering<br />
wordt in dit opzicht juist ook aan een buitendijkse versterking van het entreegebied<br />
gedacht. De realisatie van een waterbushalte is hierin belangrijk, om<br />
het vervoer over water te stimuleren (en daarmee de wegen te ontlasten).<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
60<br />
5.18 Recreatief routenetwerk<br />
Voor de benutting van de recreatieve potenties<br />
van het gebied is het van cruciaal belang de<br />
toegankelijkheid en beleefbaarheid te vergroten<br />
middels de aanleg van een divers en uitgebreid<br />
routenetwerk. Mogelijkheden moeten worden<br />
benut om recreatieve knopen met elkaar te verbinden en de interessante<br />
plekken in de gemeente beleefbaar te maken. Het gaat hier om een veelvoud<br />
aan mogelijkheden zoals boerderijbezoek, overnachting bij de boer, de verkoop<br />
van streekeigen producten, het bezoek van cultuurhistorisch waardevolle<br />
objecten, etc.<br />
Aandacht is nodig voor voldoende afwisseling in het aanbod. Routegebonden<br />
recreatie bestaat tenslotte in verschillende soorten en maten, variërend<br />
van sportief (wielrennen, skeeleren en paardrijden) tot recreatief (wandelen<br />
en fi etsen). Tevens dient aansluiting te worden gezocht op netwerken buiten<br />
gemeente en een sterke recreatieve poort die fungeert als vertrekpunt. Tenslotte<br />
moet voorkomen worden dat langs nieuwe routes beplanting komt die<br />
openheid aantast.
5.19 Stedelijk groen<br />
In het bebouwd gebied komt op verschillende<br />
plekken stedelijk groen voor met een betekenis<br />
voor de hele kern. Het geeft de groenstructuur<br />
van de kern weer. Het stedelijk groen varieert<br />
in verschijningsvorm en kan zowel een begraafplaats,<br />
volkstuinencomplex als een park zijn. De ambitie richt zich op het behoud<br />
van het groene karakter in de kern, met Incidenteel een transformatie<br />
naar een andere functie.<br />
5.20 Hoofdgroenstructuur<br />
De gemeente wordt doorkruist door drie groene<br />
aders die de verschillende woonbuurten van<br />
elkaar scheiden. De ruimtelijke verschijningsvorm<br />
is divers, maar ze geven de kern <strong>Nieuw</strong>-<br />
<strong>Lekkerland</strong> de gewenste groene uitstraling. De<br />
gronden die onderdeel uitmaken van de groene hoofdstructuur dienen grotendeels<br />
onbebouwd te zijn. Ingezet wordt op het slopen of optimaal in te<br />
passen van eventueel aanwezige bebouwing die het groene karakter aantast.<br />
Er wordt naar gestreefd de hoogspanningskabels ondergronds te brengen.<br />
Andere functies zijn hier in principe niet toegestaan.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
61<br />
5.21 Water<br />
Water is een belangrijke bouwsteen van het<br />
landschap en geeft het landschap haar unieke<br />
karakter. Niet alleen het boezemwater is hierbij<br />
van belang, maar met name het fi jnmazige netwerk<br />
aan waterlopen in de open polders bepalen<br />
het beeld. Ook in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> zijn de watergangen in belangrijke<br />
mate nog bepalend voor het ruimtelijk karakter. Het beleid is gericht op het<br />
in stand houden van deze waterlopen.<br />
Waterlopen mogen in principe niet worden gedempt, tenzij dit noodzakelijk en<br />
onvermijdelijk blijkt. Recreatief medegebruik van water wordt gestimuleerd,<br />
tenzij dit onderdeel is van het Natura 2000-gebied. Het betreft hier alleen<br />
kleinschalige recreatie in de vorm van kano’s, roeiboten en kleine rondvaartboten.<br />
Plaatselijk moet ruimte geboden worden aan aanlegsteigers, maar<br />
het natuurvriendelijk inrichten van de oevers is uitgangspunt. De Lek en de<br />
Noord hebben voornamelijk een verkeersfunctie en een functie bij de waterhuishouding.<br />
De recreatieve functie van deze waterlopen is beperkt, maar<br />
kan worden verbeterd door ze beter beleefbaar te maken en ze te gebruiken<br />
voor transport.
5.22 Agrarisch open landschap<br />
De agrarische sector is de belangrijkste drager<br />
van het landschap. De grondgebonden veehouderij<br />
bepaalt daarbij de landschappelijke en<br />
natuurwetenschappelijke kwaliteit. In dit gebied<br />
kan de mogelijkheid worden geboden om<br />
de activiteiten op agrarische bedrijven te laten<br />
ontwikkelen.<br />
Primair kan dit op het vlak van landbouw, maar ook verbreden met zaken<br />
als extensieve recreatie en zorg op de boerderij is op plekken denkbaar en<br />
biedt nieuwe kansen voor de agrariër, met name in het gebied ten oosten van<br />
de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. In het agrarisch gebied ten zuiden van de kern<br />
blijft het primaat eveneens liggen op de landbouw, met wellicht zijn hier op<br />
enkele plaatsen kansen voor de uitbreiding van stedelijke groenfuncties als<br />
bijvoorbeeld volkstuinen. Voor verbreding van nevenactiviteiten bij agrarische<br />
bedrijven geldt als voorwaarde dat deze verbreding niet ten koste mag gaan<br />
van de ruimtelijke kwaliteit. Een tweede voorwaarde is wel dat deze ontwikkelingen<br />
niet mogen leiden tot substantiële toename van het aantal verkeersbewegingen<br />
en/of tot extra beperkingen van de bedrijfsvoering van agrarische<br />
bedrijven in de omgeving.<br />
Overigens is de landbouw niet de enige drager van het landschap. Het<br />
weidse en open karakter ontleent het landschap aan het agrarische gebruik,<br />
maar het landschap is meer dan alleen openheid. Zijn karakteristiek<br />
ontleent het landschap juist aan de grote verscheidenheid aan allerlei landschappelijke<br />
(knotwilgen, geriefbosjes, eendenkooien, dijken, kaden, sloten,<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
62<br />
boezemwateren, etc.) en cultuurhistorische elementen (zoals molens, monumentale<br />
boerderijen etc). Ook koeien in de wei dragen bij aan het karakteristieke<br />
landschapsbeeld.<br />
De verscheidenheid moet zoveel mogelijk behouden blijven en waar dit karakter<br />
is verloren gegaan wordt ingezet op herstel. Om de beleefbaarheid te<br />
verbeteren, wordt ingezet op het verbeteren van de toegankelijkheid en bereikbaarheid<br />
van het landschap. Als een mogelijke vorm wordt hierbij gedacht<br />
aan de realisatie van landgoederen. Een landgoed is een combinatie van een<br />
landhuis met daarbij een (deels) openbaar landgoed. De gemeente wil meewerken<br />
aan initiatieven voor de ontwikkeling van landgoederen, maar weegt<br />
per geval af of de aanleg toelaatbaar is. Een landgoed mag niet ten koste<br />
gaan van goede agrarische productiegronden.<br />
Voor het agrarisch open landschap is de inzet vooral gericht op het open<br />
houden van het landschap. Dit gebeurt in combinatie met een verdere ontwikkeling<br />
van natuur en landschapswaarden, zoals die voor weidevogels. Het<br />
behouden en versterken van natuur- en landschapswaarden en de karakteristieke<br />
verkavelingspatronen is ook vanuit cultuurhistorisch en ecologisch<br />
oogpunt zeer gewenst.<br />
Agrarische bouwblokken bieden plaatselijk mogelijkheden voor verruiming,<br />
tenzij dit op onevenredige belemmeringen stuit in de woongebieden. Bestaande<br />
bedrijven kunnen naar redelijkheid uitbreiden. Het nieuwvestigen of uitbreiden<br />
van glastuinbouw-, boomteelt- , fruitteelt- en niet-grondgebonden veehouderijbedrijven<br />
is, ondergeschikt aan de agrarische bedrijfsvoering, toegestaan.
<strong>Nieuw</strong>vestiging van andere agrarische bedrijven wordt niet per defi nitie<br />
uitgesloten. Hierbij moet wel worden aangesloten op de karakteristieke<br />
landschapskwaliteiten van het gebied. Aangesloten moet worden bij de bestaande<br />
ruilverkavelingswegen (zie hiervoor het specifi eke beleid voor ‘ruilverkavelingsweg’)<br />
of bestaande wegen waarlangs reeds beplanting aanwezig<br />
is. Verdergaande verstedelijking en ongewenste bebouwing in het open gebied<br />
is niet toelaatbaar.<br />
Op verschillende locaties zal agrarisch vastgoed beschikbaar komen. Deze<br />
vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing (VAB) dient zoveel mogelijk behouden<br />
te blijven, waar dit het karakter van het gebied bepaalt. Voor deze vrijkomende<br />
agrarische bebouwing kan ingezet worden op functieverandering of<br />
verbredingsactiviteiten. Waar sprake is van niet beeldbepalende bebouwing<br />
is sloop denkbaar in ruil voor ontwikkelingsrechten elders, bij voorkeur binnen<br />
de contouren of aansluitend aan de contouren (Ruimte-voor-Ruimte-constructie).<br />
Op deze manier kan de plaatselijk verdwenen karakteristieke openheid<br />
terug worden gebracht in het landschap in ruil voor woningbouw elders.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
63<br />
5.23 Tiendweg<br />
De Tiendweg is één van de oude cultuurhistorische<br />
lijnen in het landschap en heeft een grote<br />
rol gespeeld bij de ontwikkeling van de kern<br />
<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> heeft<br />
tot op heden niet uitgebreid ten zuiden van de<br />
Tiendweg en de Tiendweg is dan ook nog duidelijk als landschapselement herkenbaar.<br />
Het beleid is gericht op het behoud van de Tiendweg met aanwezige<br />
beplanting. Op plaatsen waar de karakteristieke beplanting verloren is gegaan<br />
wordt ingezet op herstel. Recreatief medegebruik van de Tiendweg wordt gestimuleerd.
N<br />
5.24 Natuurgebieden – Natura 2000<br />
De Boezems bij Kinderdijk, de Donkse Laagten en de Zouweboezem zijn<br />
natte gebieden die tot de zogenaamde Vogelrichtlijngebieden behoren. Daar<br />
moeten de leefgebieden van de van belang zijnde vogelsoorten worden beschermd.<br />
Het ecologisch netwerk Natura 2000 moet de betrokken natuurlijke<br />
habitats en leefgebieden van soorten in hun natuurlijke verspreidingsgebied<br />
in een gunstige staat van instandhouding behouden of in voorkomend geval<br />
herstellen.<br />
Deze gebieden kennen bijzondere ecologische, cultuurhistorische of archeologische<br />
waarden. Het beleid richt zich op behoud, bescherming en ontwikkeling<br />
van de daar aangetroffen kwaliteiten. Bebouwing is er in principe niet<br />
toegestaan. <strong>Nieuw</strong>e plannen, projecten of handelingen binnen en in de nabijheid<br />
van deze gebieden die signifi cante negatieve gevolgen kunnen hebben<br />
voor de natuur zijn niet toegestaan, tenzij er geen reële alternatieven beschikbaar<br />
zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang. Eventueel<br />
noodzakelijke bebouwing voldoet aan zeer hoge eisen van beeldkwaliteit<br />
ter versterking van het natuurlijke en authentieke karakter. Daarnaast wordt<br />
gepoogd de ruimtelijke kwaliteit te verhogen door sanering van ontsierende<br />
bebouwingselementen.<br />
Kinderdijk heeft daarnaast een belangrijke recreatieve functie. Ingezet wordt<br />
op het behoud van de bestaande recreatieve functie zonder dat dit leidt tot<br />
een aantasting van de natuur- en/of cultuurwaarden in het gebied.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
64<br />
5.25 Ecologische verbindingszone<br />
Er wordt gestreefd naar het realiseren van ecologische verbindingen tussen<br />
de natuurgebieden waar mogelijk gecombineerd met recreatief medegebruik.<br />
Bij de ontwikkeling van deze ecologische verbindingszones moet het overwegend<br />
open karakter van het gebied worden behouden. Hierbij kan gebruik<br />
worden gemaakt van gebiedsspecifi eke elementen zoals natte graslandvegetaties<br />
langs structuurbepalende watergangen, moerasbos, eendenkooien<br />
en poelen.
5.26 Groene Ruggengraat<br />
De Groene Ruggengraat vormt een onderdeel van de robuuste ecologische<br />
verbinding tussen de Zeeuwse wateren en het Lauwersmeer (EHS) en moet<br />
natuurgebieden in het Groene Hart met elkaar gaan verbinden. Het is een<br />
verbinding, bestaande uit schakels (corridors) en bredere knopen (stapstenen),<br />
die samen zorgen voor een geschikt leefgebied voor specifi eke natuurdoeltypen<br />
en soorten. Bij de inrichting worden de kernkwaliteiten van het<br />
gebied gerespecteerd. Dat betekent dat in de open veenweidegebieden voldoende<br />
ruimte moet zijn voor doorzichten om de openheid te handhaven. In<br />
voorliggende structuurvisie is een tracé opgenomen, waarbij zoveel mogelijk<br />
wordt aangesloten op bestaande waterlopen. Hierdoor wordt het karakter van<br />
het gebied gerespecteerd en gaat zo min mogelijk agrarische productieruimte<br />
verloren.<br />
Recreatie en landbouw zijn mogelijk binnen de Groene Ruggengraat. Recreatieve<br />
routes doorkruisen het gebied en verbinden meerdere recreatieve<br />
knopen met elkaar. Belangrijk voor het landschappelijk karakter is dat de<br />
noord-zuidlopende verbinding niet de openheid van het landschap in oostwestrichting<br />
verstoort. Dit kan bijvoorbeeld via stapstenen en lijnelementen<br />
zonder opgaande beplanting.<br />
Momenteel staat de realisatie van de Groene Ruggengraat onder druk. In het<br />
beleid van het huidige kabinet wordt geen prioriteit gesteld aan deze ecologische<br />
verbinding. Mocht in de toekomst de realisatie alsnog plaatsvinden,<br />
wordt de route aangehouden zoals die in voorliggende structuurvisie is voorgesteld.<br />
Deze route maakt zoveel mogelijk gebruik van bestaand water.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
65<br />
5.27 Molens<br />
In het gebied komen meerdere molens voor. De<br />
aanwezigheid van deze molens draagt sterk bij<br />
aan het authentieke karakter van het gebied.<br />
Ter bevordering van de zichtbaarheid en bruikbaarheid<br />
van de molens kennen de meeste molens<br />
een molenbiotoop. Dit is een beschermingszone waarbinnen beperkingen<br />
worden gesteld aan ruimtelijke ontwikkelingen. De beoordeling van de<br />
ontwikkelingsmogelijkheden is maatwerk, daar niet iedere molen eenzelfde<br />
belevings- en gebruikswaarde kent. Ruimtelijke ontwikkelingen zijn dus bespreekbaar,<br />
maar dienen aan eisen te voldoen. Het voornaamste doel is het<br />
behoud van de molen als cultuurhistorisch waardevol object. Als herbestemming,<br />
zoals recreatief gebruik nodig is of een positieve bijdrage hieraan levert,<br />
is dit denkbaar. Één molen in het gebied is reeds opengesteld voor publiek.<br />
Mogelijk kunnen de molens worden ingezet als aanknopingspunt van<br />
recreatieve routes.<br />
5.28 Eendenkooien<br />
De eendenkooien zijn voornamelijk waardevol als cultuurhistorisch waardevol<br />
element in het landschap. Zij dragen bij aan het authentieke karakter van het<br />
gebied. Op dit moment is er geen eendenkooi in het gebied aanwezig, maar<br />
er komen twee eendenkooien voor met een vangcirkel over het gemeentelijk<br />
grondgebied heen. Deze structuurvisie zet in op een verbetering van de beleefbaarheid.
5.29 Donken<br />
Donken zijn bijzondere relicten van de geologische geschiedenis van de gemeente.<br />
Het zijn zandophopingen die boven het maaiveld uitsteken. Door het<br />
vlakke karakter van het gebied zijn de zandophopingen duidelijk zichtbaar.<br />
Het beleid is gericht op het behoud van de cultuurhistorische en landschappelijke<br />
waarde. <strong>Nieuw</strong>e ontwikkelingen in de omgeving dienen dit historische<br />
karakter te respecteren. De herkenbaarheid en beleefbaarheid van deze donken<br />
kan sterk worden verbeterd.<br />
Voorkomen dient te worden dat de donken door nieuwe ontwikkelingen verscholen<br />
gaan achter bebouwing. Derhalve dient in de omgeving van donken<br />
voorzichtig omgegaan te worden met nieuwe ontwikkelingen. Bebouwing is er<br />
in principe niet toegestaan.<br />
Kleinschalige recreatieve ontwikkelingen zijn mogelijk mits dit de beleefbaarheid<br />
vergroot en de impact op het landschap beperkt blijft.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
66<br />
5.30 Dijken<br />
De Lekdijk heeft primair een functie voor de waterkering. De dijk beschermt<br />
het achterliggende polderlandschap tegen overstroming. Daarnaast heeft de<br />
dijk een belangrijk verkeers- en ontsluitingsfunctie.<br />
Het klimaat verandert nu. Doordat de zeespiegel stijd en de bodem daalt<br />
wordt het gebied kwetsbaar. De dijk is niet overal voldoende stabiel en is niet<br />
overal hoog genoeg. Derhalve zullen in de nabije toekomst maatregelen nodig<br />
zijn om het achterliggende landschap droog te houden. Deze dijkversterking<br />
biedt kansen om de relatie met de Lek te versterken en voor een kwaliteitsverbetering<br />
van de beleving van de Lek. De langzaam verkeersroute over de<br />
Lekdijk kan uitgebreid worden en worden gescheiden van snel verkeer.<br />
De Lekdijk is daarnaast één van de beeldbepalende cultuurhistorisch waardevolle<br />
lijnen in het landschap. De Lekdijk wordt gekenmerkt door de vele cultuurhistorische<br />
waardevolle panden die langs de dijk staan. Het beleid is gericht<br />
op het behoud van deze aanwezige cultuurhistorische panden langs de<br />
dijk. Bij eventuele maatregelen voor de dijkversterking moet worden getracht<br />
de aanwezige cultuurhistorisch waardevolle bebouwing zoveel mogelijk te behouden.<br />
Indien dit niet mogelijk is, wordt gestreefd naar een passende oplossing,<br />
waarbij het zichtbaar maken van het historische karakter van de dijk<br />
voorop staat. Het doel is een veilige dijk die passend is in het landschap.
5.31 Bestaande infrastructuur<br />
De strategie betreffende infrastructuur is erop<br />
gericht de bestaande infrastructuur te handhaven.<br />
Het in stand houden van de hoofdverbindingen<br />
is van essentieel belang voor de bereikbaarheid<br />
van de kernen.<br />
Aanpassingen aan de infrastructuur die noodzakelijk zijn voor een goede verkeersafwikkeling<br />
of die de verkeersveiligheid ten goede komen, zijn toegestaan.<br />
De nadruk dient hierbij te liggen op het creëren van een betere scheiding<br />
tussen de verschillende vervoersmodaliteiten. In dit licht is een afname<br />
van het doorgaand verkeer (en met name het vrachtverkeer en landbouwverkeer)<br />
door de bebouwingslinten gewenst. Maatregelen ter bevordering van de<br />
doorstroming en de verkeersveiligheid kunnen wat betreft de Lekdijk goed samengaan<br />
met de uit te voeren dijkversterking. Op de ruilverkavelingswegen is<br />
het wenselijk recreatieverkeer van de hoofdbaan te weren, zodat gevaarlijke<br />
situaties met snelverkeer worden voorkomen. Op de Schoonenburgweg en de<br />
nieuwe Zijdeweg (N481) is het daarnaast wenselijk om het landbouwverkeer<br />
te scheiden van het doorgaande verkeer. De landschappelijk inpassing van<br />
de infrastructurele verbindingen (en eventuele snelheidsremmende maatregelen)<br />
verdienen extra aandacht.<br />
Het is in principe ongewenst noord-zuid gerichte infrastructuur te voorzien<br />
van begeleidende laanbeplanting. De barrièrewerking die uitgaat van de infrastructuur<br />
dient zoveel mogelijk beperkt te worden. De bestaande openbaar<br />
vervoersverbindingen moeten gehandhaafd blijven. Het fi etsroutenetwerk<br />
kan worden uitgebreid. Hierbij kan worden aangesloten op de bestaande infrastructuur.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
67<br />
5.32 Waterbus<br />
Het verkeer over water wordt meer en meer gestimuleerd. In dit licht is aantakking<br />
op de waterbusverbinding van belang. Door langs de Lek haltes aan<br />
te leggen krijgen inwoners de mogelijkheid op een snelle manier de steden<br />
Rotterdam en Dordrecht te bereiken. Woon-werkverkeer zal hierdoor meer en<br />
meer gebruik maken van de waterbus. Tegelijkertijd wordt met de uitbreiding<br />
van het netwerk een aanzet gegeven voor een route in oostelijke richting (onder<br />
andere naar Schoonhoven).<br />
Met de realisatie van een halte nabij het molencomplex Kinderdijk kan de<br />
waterbus een belangrijke rol gaan vervullen in de bereikbaarheid van het molencomplex,<br />
met name gericht op toeristen. Dit ontlast de Lekdijk van verkeer.<br />
Het maken van een scheiding tussen het recreatieve verkeer en het woonwerkverkeer<br />
is wel nodig om het vervoer over water voor alle betrokkenen<br />
aantrekkelijk te houden. Hierbij kan gedacht worden aan verschillen in haltes<br />
en vaartijden.<br />
5.33 Voet-/Fietsveer<br />
De voet-/fi etsveren zijn belangrijk voor de ontsluiting van de gemeente en<br />
kunnen worden opgenomen in het recreatief routenetwerk. Daarnaast zijn<br />
dergelijke verbindingen karakteristiek voor het gebied en tonen ze de relatie<br />
met het water. Behoud van de bestaande veerverbindingen is uitgangspunt.<br />
Het beleid richt zich daarnaast op een opvoeren van de vaarfrequentie en<br />
het uitbreiden van de capaciteit, waarbij de effi ciency niet uit het oog mag<br />
worden verloren.
5.34 Autoveer<br />
Het autoveer bij Kinderdijk is belangrijk voor de ontsluiting van de gemeente.<br />
De verbinding is karakteristiek voor het gebied en toont de relatie met het<br />
water. Behoud van het autoveer is daarom het uitgangspunt. Er wordt extra<br />
aandacht besteed aan de opstelplaatsen, wat de leefbaarheid in de kern Kinderdijk<br />
ten goede komt.<br />
5.35 Ruilverkavelingsweg<br />
Uitplaatsing van agrarische bedrijven uit de kernen en linten, alsmede nieuwvestiging<br />
moet vooral plaatsvinden langs de aangeduide ruilverkavelingswegen.<br />
Aan de aangeduide ruilverkavelingswegen vinden bedrijven ruimte voor<br />
ontwikkeling. De infrastructuur is hier geschikt gemaakt voor het zwaardere<br />
landbouwverkeer. <strong>Nieuw</strong>e bouwblokken en bouwblokvergroting is mogelijk<br />
doordat sprake is van voldoende afstanden tot woongebieden. Randvoorwaarde<br />
is wel dat bestaande doorzichten zoveel mogelijk behouden blijven,<br />
door bebouwing zoveel mogelijk compact en in één lijn te situeren in plaats<br />
van in een los verband. Tevens dienen bouwblokken landschappelijk te worden<br />
ingepast, onder andere door een groene omkadering. Middels toegevoegde<br />
illustraties is een impressie gegeven van de gewenste ontwikkelingswijze.<br />
Vrijkomende agrarische bebouwing aan de ruilverkavelingswegen kan<br />
worden hergebruikt, mits het niet gaat om functies die het agrarisch gebruik<br />
belemmeren.<br />
Zo is een (burger)woonfunctie niet wenselijk langs de ruilverkavelingswegen.<br />
Overbodige vrijkomende agrarische bebouwing kan ook worden gesloopt.<br />
Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van een zogenaamde ‘Ruimte-voor-<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
68<br />
Ruimte’-constructie, waarbij in ruil voor de sloop van agrarische bebouwing<br />
elders nieuwe woningen kunnen worden gebouwd. Knelpunten op de ruilverkavelingswegen,<br />
op het gebied van verkeersveiligheid, moeten zoveel mogelijk<br />
worden opgelost ten behoeve van de agrarische gebruikswaarde. Het is<br />
zaak de verschillende vervoersmodaliteiten beter te scheiden.<br />
v<br />
x
Deel B - Projectenplan
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
70
Met het Ruimtelijk Casco is een helder afwegingskader, c.q. speelveld, voor<br />
ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> neergezet. Welke<br />
vraagstukken er de komende jaren op <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> af komen, hangt<br />
sterk af van de ambities en behoeften van en voor de gemeente. Het tweede<br />
deel van de structuurvisie (deel B: Projectenplan) gaat hier verder op in.<br />
In het Projectenplan worden de ruimtelijke opgaven (programma) voor de korte<br />
en middellange termijn benoemd op onder andere het gebied van wonen,<br />
werken, zorg en welzijn, infrastructuur, toerisme & recreatie, natuur en landschap.<br />
Antwoord wordt gegeven op de vragen in hoeverre, op welke manier<br />
en waar deze opgaven gerealiseerd kunnen worden de komende jaren. De<br />
opgaven kunnen beantwoord worden in concrete plannen en projecten, maar<br />
ook in nadere studie en onderzoek. Er kunnen echter ook opgaven zijn waar<br />
vooralsnog geen concreet antwoord voor handen is. Deze blijven op de ruimtelijke<br />
agenda staan.<br />
Het laatste deel van het Projectenplan betreft het uitvoeringsplan. Hierin<br />
geeft de gemeente aan hoe uitvoering wordt gegeven aan het beleid en de<br />
projecten. Hierbij wordt een koppeling gelegd tussen grondbeleid en ruimtelijke<br />
ontwikkeling en spreekt de gemeente zich uit over de inzet van de<br />
instrumenten uit de Wro.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
71<br />
Het Projectenplan zal periodiek moeten worden geactualiseerd en geeft daarmee<br />
steeds voor een bepaalde periode weer op welke wijze het droombeeld<br />
van het Ruimtelijk Casco (deel A) tot uitvoering wordt gebracht.
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
72
6 Programma<br />
6.1 Inleiding<br />
Dit hoofdstuk beschrijft welke concrete opgaven er voor de eerstkomende jaren<br />
liggen op het gebied van onder andere wonen, werken, zorg en welzijn, infrastructuur,<br />
toerisme & recreatie, natuur en landschap. De programmapunten<br />
zijn geordend volgens de lagenbenadering en komen voort uit bestaande<br />
onderzoeks- en beleidsrapporten voor de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden<br />
en voor de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. Ook de resultaten uit de interactieve<br />
sessies met onder andere projectgroep, klankbordgroep, bewoners en<br />
gemeenteraad zijn meegenomen. In dit hoofdstuk worden vooruitlopend op<br />
de defi nitieve benoeming van projecten al principekeuzes gemaakt over hoe<br />
de opgaven te realiseren.<br />
6.2 Programmapunten uit de onderste laag<br />
De elementen uit de onderste lagen zijn sterk bepalend voor de identiteit en<br />
ruimtelijke kwaliteit van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. Om die reden dienen deze elementen<br />
niet alleen te worden beschermd, maar vergt een duurzame borging<br />
van de kwaliteiten ook een bepaalde mate van ontwikkeling. De programmapunten<br />
voor de komende jaren worden in de volgende alinea’s beschreven.<br />
- De gemeente zet in op behoud van het Natura 2000 gebied. Natuurontwikkeling,<br />
buiten dit gebied, is geen doel op zich. Bosaanplant is in principe<br />
ongewenst.<br />
- Op nationaal niveau is een robuuste ecologische verbindingzone gepland<br />
tussen de Zeeuwse wateren in het zuiden en het Lauwersmeer in het<br />
noorden van het land; de Groene Ruggengraat.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
73<br />
Deze zone moet onder andere natuurgebieden in het Groene Hart verbinden.<br />
De Groene Ruggengraat doorkruist ook het grondgebied van de<br />
gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. De gemeente wil leidend zijn in de tracékeuze<br />
en de invulling van deze zone. In het Ruimtelijk Casco is derhalve<br />
een voorkeurstracé opgenomen. Door bezuinigingen op rijks- en provinciaal<br />
niveau zijn er voor de korte termijn geen fi nanciële middelen beschikbaar<br />
om de Groene Ruggengraat te realiseren. Ook binnen de gemeente<br />
<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> zijn geen middelen beschikbaar voor de uitvoering.<br />
- De bodem in de Alblasserwaard daalt jaarlijks met circa 3 mm. Deze bodemdaling<br />
gaat ten koste van de geschiktheid van de bodem voor landbouwdoeleinden.<br />
De gemeente onderkent de problematiek en zal, indien<br />
de gelegenheid zich voordoet, aansluiten bij initiatieven van derde partijen<br />
zoals de provincie of de sector om oplossingsgericht mee te denken.<br />
- Door de klimaatverandering zal de hoeveelheid neerslag de komende<br />
jaren verder toenemen. Het huidige watersysteem kan dit waarschijnlijk<br />
niet aan, waardoor wateroverlast steeds vaker voor zal komen. Om dit te<br />
voorkomen zijn maatregelen noodzakelijk. Natte ecologische verbindingszones,<br />
de boezems van Kinderdijk en de overige waterlopen kunnen een<br />
belangrijke functie vervullen bij de waterhuishouding van het gebied. Nabij<br />
bestaande waterlopen kan ruimte worden gevonden voor waterberging<br />
door het verbreden van bestaande waterlopen en het natuurvriendelijk<br />
inrichten van de oevers.<br />
- Het landschap wordt gekenmerkt door de grote hoeveelheid cultuurhistorisch<br />
waardevolle elementen, variërend van het slagenlandschap en don-
ken tot molens en bebouwingslinten. Het behoud van deze waardevolle<br />
elementen staat voorop. De gemeente wenst in te zetten op behoud door<br />
ontwikkeling. Het openstellen van het landschap voor publiek kan hieraan<br />
bijdragen.<br />
- Het landschap in de Alblasserwaard bestaat voornamelijk uit veenweidegebied.<br />
Het gebied functioneert als broed- en of overwinteringplek voor<br />
verschillende vogelsoorten. Niet voor niets is het gebied rondom het molencomplex<br />
van Kinderdijk aangeduid als één van de Natura 2000 gebieden.<br />
Het behoud van de openheid en de functie als veenweidegebied is<br />
essentieel. De gemeente wil inzetten op behoud van dit unieke oud Hollandse<br />
cultuurlandschap. De gemeente is van mening dat de agrarische<br />
sector een rol van betekenis heeft bij agrarisch natuurbeheer ter instandhouding<br />
van het landschap.<br />
6.3 Programmapunten uit de middelste laag<br />
Infrastructurele voorzieningen zijn sterk sturend voor de ruimtelijke ontwikkeling.<br />
<strong>Nieuw</strong>e wegen leiden tot veranderingen in vervoersstromen en daarmee<br />
tot dynamiek. Deze dynamiek kan positief werken, doordat het bijvoorbeeld<br />
het vestigingsklimaat voor bedrijven versterkt, maar kan ook negatieve milieugevolgen<br />
hebben. Onderstaande programmapunten gaan in op de infrastructuur<br />
in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>.<br />
- De voortgaande groei van het verkeer vraagt continue aandacht voor de<br />
verkeersveiligheid. Ongevallencijfers wijzen echter uit dat door de inspanningen<br />
op het gebied van weginrichting, educatie en handhaving het aantal<br />
ongevallen afneemt. Veiligheidsknelpunten zijn dan ook soms meer<br />
gebaseerd op een gevoel van onveiligheid dan op werkelijke onveiligheid.<br />
De opgave ligt dus zowel bij het aanpakken van de daadwerkelijke knel-<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
74<br />
punten, alsmede op beïnvloeding van gedrag van weggebruikers en beleving<br />
van het gevoel van onveiligheid op specifi eke plekken.<br />
- De verkeersveiligheid op de Lekdijk moet verbeterd worden. Een scheiding<br />
van verkeersstromen (autoverkeer en langzaam verkeer) is een wenselijke<br />
ontwikkeling. Daarnaast dient nagedacht te worden over de functie<br />
van de Lekdijk in de ontsluitingsstructuur van de regio.<br />
- De kernen langs de Lekdijk hebben te maken met doorgaand verkeer,<br />
al dan niet vanwege de toeristische trekpleister Kinderdijk. Vermindering<br />
van dit doorgaand verkeer door de woongebieden en over de dijklinten is<br />
gewenst. Het stimuleren van vervoer over water kan hier aan bijdragen.<br />
- Jaarlijks, geconcentreerd rond de zomermaanden, komen duizenden<br />
toeristen naar Kinderdijk om een bezoek te brengen aan het molengebied.<br />
Veel van deze bezoekers komen met de auto of camper. Door het<br />
gebrek aan goede parkeervoorzieningen voor met name campers ontstaat<br />
verkeersoverlast voor inwoners van Kinderdijk. Het realiseren van<br />
een camperparkeerplaats is nodig om deze overlast te verminderen. Tegelijkertijd<br />
heeft de keuze voor een strategische plek en de realisatie van<br />
een volwaardige camperparkeervoorziening een positieve effect voor het<br />
toerisme. Een aantrekkelijke parkeerplaats leidt tot de oplossing van de<br />
parkeeroverlast en kan toeristen tevens verleiden om langer in het gebied<br />
te blijven.<br />
- <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> heeft twee vrachtwagenparkeerplaatsen in de kern:<br />
Vletstraat en Planetenlaan. De ligging van deze voorzieningen leidt tot<br />
vrachtverkeer door de kern. Dit veroorzaakt hinder in de vorm van geluid<br />
en onveiligheid en tast daardoor de leefbaarheid aan. Met de Stichting<br />
Vrachtwagenparkeerterrein zijn afspraken gemaakt die er toe moeten leiden<br />
dat de parkeervoorziening aan de Vletstraat op termijn kan worden<br />
gesloten. Voor de toekomst zal een heroverweging van de locatie Plane-
tenlaan plaatsvinden. Gezocht wordt naar een centrale plaats voor vrachtwagens<br />
die de verkeersoverlast reduceert. Dit hoeft niet perse een locatie<br />
binnen de gemeentegrenzen te zijn. Bij de realisatie van een nieuwe<br />
locatie, kan een nieuwe bestemming worden gezocht voor de bestaande<br />
terreinen.<br />
- De gemeente beschikt over een relatief uitgebreid netwerk aan routestructuren.<br />
Vanwege het economische belang (routegebonden recreatie<br />
als potentiële inkomstenbron) alsmede de verkeersveiligheid (langzaam<br />
verkeer scheiden van autoverkeer) is er op diverse plekken behoefte aan<br />
meer fi ets- en wandelpaden. Het verbinden van bestaande routestructuren<br />
heeft daarbij prioriteit. Een voorbeeld hiervan is een verbetering van<br />
de fi etsverbindingen tussen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Kinderdijk en <strong>Nieuw</strong>-<br />
<strong>Lekkerland</strong> en Streefkerk over de Lekdijk. De gemeente faciliteert zoveel<br />
mogelijk de aanleg van nieuwe voet- en fi etspaden.<br />
6.4 Programmapunten uit de bovenste laag<br />
De meeste ontwikkelingen hebben betrekking op de gebieden wonen, bedrijvigheid,<br />
voorzieningen en recreatie. Binnen deze functies doet zich over<br />
het algemeen de grootste dynamiek voor. De gemeente heeft nadrukkelijk<br />
aangegeven in te willen zetten op het behoud van leefbaarheid in de kernen.<br />
Leefbaarheid vraagt om aanwezigheid van voorzieningen, bedrijvigheid<br />
en voldoende woningen. Voorts wordt belang gehecht aan het behoud en<br />
het versterken van de sociale cohesie en de maatschappelijke structuur. Het<br />
programma waar de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> de komende jaren mee te<br />
maken krijgt is hierna opgesomd.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
75<br />
6.4.1 Wonen<br />
- Uit demografi sche prognoses (van o.a. het CBS) blijkt dat de afname van<br />
de natuurlijke aanwas doorzet. De binnenlandse migratie is negatief.<br />
Gemiddeld genomen zal er sprake zijn van een stabilisering van het inwonertal,<br />
zeker tot 2020. Dat er de komende jaren nog behoefte is aan<br />
meer woningen heeft dan ook vooral te maken met de gezinsverdunning<br />
die er voor zorgt dat het aantal huishoudens toeneemt. De woningbouwprogrammering<br />
in de regio is nog niet afgestemd op de meeste recente<br />
prognoses. Dit gaat gebeuren bij de opstelling van de regionale woonvisie.<br />
De gemeente doet daarvoor een eigen behoeftebepaling als input voor de<br />
woonvisie. Tot die tijd hanteert de gemeente de afspraak om te bouwen<br />
voor ‘migratiesaldo = 0’. Dit betekent een voorlopige woningbehoefte van<br />
35-40 woningen per jaar.<br />
- De woningbouwbehoefte krijgt gestalte middels een combinatie van uitbreiden,<br />
transformeren (functieverandering) en herstructurering (aanpassen<br />
bestaande woongebieden). In het licht van de meest recente prognoses<br />
kan geconcludeerd worden dat binnen de regio sprake is van een<br />
overcapaciteit aan woningbouwplannen. De opgave is deze plannen middels<br />
uitstel en eventueel afstel meer in balans te brengen, zodat de plancapaciteit<br />
meer in lijn is met de ‘eigen behoefte’. Deze afstemming moet<br />
plaatsvinden bij de opstelling van de regionale woonvisie.
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
76
- Kwalitatief gezien dient uitbreiding, transformatie en herstructurering zich<br />
te richten op de vraag zoals die zich voor doet. Zo is vergrijzing een trend<br />
die in alle prognoses duidelijk naar voren komt. Het aandeel senioren zal<br />
de komende 10 jaar aanzienlijk toenemen (Bron: CBS-prognoses). De<br />
wens van veel senioren om zo lang mogelijk in de eigen woonomgeving<br />
zelfstandig te kunnen blijven wonen, vraagt om voldoende geschikte woningen<br />
en stelt eisen aan de beschikbaarheid en bereikbaarheid van zorgen<br />
welzijnsvoorzieningen. Het bouwen van ‘toegankelijke’, ‘beschutte’ en<br />
‘beschermde’ woonvormen is nodig om er voor te kunnen zorgen dat bewoners<br />
nu en in de toekomst ook met een beperking in hun woningen<br />
zelfstandig kunnen blijven wonen. Het aantal te bouwen ‘toegankelijke’<br />
woningen in de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> ligt op koers. Het aantal ‘beschutte’<br />
en ‘beschermde’ woningen blijft achter.<br />
- De gemeente zet in op een gemeentedekkend netwerk van zorg en welzijn<br />
dat 24 uur per dag bereikbaar is. Ingezet wordt op één centraal zorg- en<br />
welzijnssteunpunt voor <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. Het huidige woonzorgcentrum<br />
’t Waellant is hiervoor de meest geschikte locatie. Daarnaast zijn er woningen<br />
nodig die geschikt zijn voor verzorgd/beschut en beschermd wonen.<br />
- Het vasthouden van startende huishoudens blijft eveneens een belangrijke<br />
kwalitatieve opgave voor beleid. In dit kader moet er voldoende aanbod<br />
bestaan van sociale eengezinskoopwoningen om te voorkomen dat jongeren<br />
wegtrekken. Aanpassing van de bestaande woningvoorraad middels<br />
herstructurering, maar ook verkoop van bestaande sociale huurwoningen<br />
en bouwen voor senioren ten behoeve van doorstroming kunnen hiertoe<br />
bijdragen. Ook is het collectief particulier opdrachtgeverschap voor de<br />
doelgroep starters een serieuze optie. Om doorstroming in de woningmarkt<br />
te bevorderen dient er (in beperkte mate) gebouwd te worden in het<br />
luxe koopsegment voor gezinnen (tweekappers en vrijstaande woningen).<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
77<br />
- De gemeente is van mening dat woningbouw kan bijdragen aan het op<br />
peil houden van het voorzieningenniveau in de kernen. <strong>Nieuw</strong>e woningbouwlocaties<br />
kunnen worden gevonden met respect voor de bestaande<br />
bebouwingscontour of door een uitwisseling van de contour met een locatie<br />
elders. In het Ruimtelijk Casco zijn de ontwikkelingskaders op basis<br />
van de ‘lagenbenadering’ wat dat betreft helder gedefi nieerd. Ook wenst<br />
de gemeente in samenwerking met de woningbouwverenging <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
in te zetten op de herstructurering van woongebieden die onvoldoende<br />
tegemoet komen aan de eisen van deze tijd.<br />
6.4.2 Bedrijvigheid<br />
- In 2007 is een bedrijventerreinenstrategie geformuleerd voor de regio<br />
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Op basis van de regionale ruimtebehoefteraming<br />
en gesprekken met de gemeenten in de regio is een raming<br />
opgesteld van de behoefte aan bedrijventerreinen voor de periode<br />
tot en met 2030. Voor deze periode wordt in totaal een vraag verwacht<br />
van 110 hectare. Hiervan betreft circa 90 hectare een uitbreidingsvraag<br />
en circa 20 hectare heeft betrekking op de verplaatsing van bedrijven uit<br />
de kernen en linten naar bedrijventerreinen in de regio. Indien de huidige<br />
plannen voor bedrijventerreinen worden uitgevoerd kan al grotendeels<br />
worden voldaan aan de vraag. Met uitzondering van de behoefte aan een<br />
bedrijfsverzamelgebouw, bestaat er geen restvraag. Voor de gemeente<br />
<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is daarom geen ontwikkeling van nieuw bedrijventerrein<br />
of herstructurering van de bestaande bedrijventerreinen voorzien. De<br />
gemeente zet in op behoud van de bestaande (kleinschalige) bedrijvigheid.<br />
Het behoud van (economische) activiteiten / werkgelegenheid is nodig<br />
voor borging van de vitaliteit in de kernen.
6.4.3 Recreatie en toerisme<br />
- De regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden heeft grote potentie op het<br />
gebied van economische groei in de sectoren recreatie en toerisme. De<br />
populairste dagbestedingen in de Alblasserwaard zijn ‘wandelen’, fi etsen<br />
en ‘bezoeken van attractiepunten’. De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> herbergt<br />
een belangrijk attractiepunt in de vorm van molengebied en werelderfgoed<br />
Kinderdijk. Daarnaast zal de vraag naar (meer kleinschalige)<br />
recreatieve punten in het landschap toenemen. De gemeente wil deze<br />
toenemende vraag in de toekomst verder faciliteren. Op dit moment zijn<br />
er slechts drie Bed & Breakfasts en een camping (Landhoeve) in <strong>Nieuw</strong>-<br />
<strong>Lekkerland</strong>. Het kamperen bij de boer is niet sterk ontwikkeld.<br />
- Het vergroten van de aantrekkelijkheid van het platteland voor de toerist<br />
is een belangrijke opgave voor de komende jaren. Een middel om hiertoe<br />
te komen is het uitbreiden van het netwerk van recreatieve routes (wandel-,<br />
fi ets-, ruiter- en waterroutes). Deze ontwikkeling kan goed samengaan<br />
met het behoud van de agrarische sector en het landschap en geeft<br />
de agrariërs de kans hun activiteiten te verbreden. Het ontwikkelen van<br />
recreatie en toerisme gaat overigens niet zonder bijbehorende voorzieningen.<br />
Een en ander zal geschieden in nauwe samenspraak met partijen als<br />
de VVV, Den Hâneker en de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden.<br />
- Het cultuurhistorisch polderlandschap is één van de belangrijkste voorzieningen<br />
voor de recreant. Behoud van dit cultuurlandschap is daarom<br />
van belang. De agrarische sector is, als drager van dit landschap, voor de<br />
instandhouding daarvan essentieel. Zij is daarom een belangrijke partner<br />
bij het streven naar het behoud van de cultuurhistorische waarden van<br />
het gebied. In overleg met de sector zal worden bekeken welke mogelijkheden<br />
er zijn om het plattelandstoerisme te bevorderen.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
78<br />
Schaalvergrotingsprocessen en verbredingsactiviteiten in de vorm van<br />
dag- en verblijfsrecreatie zijn denkbaar. De gemeente wil deze processen<br />
stimuleren. Dit doet zij door zoveel mogelijk de juiste juridische randvoorwaarden<br />
te scheppen voor initiatieven uit de sector zelf.<br />
- Kinderdijk kent 350.000 toeristen, waarvan 120.000 betalende. Het streven<br />
is om toeristen en recreanten langer in het gebied vast te houden<br />
zodat hiermee ook wordt bijgedragen aan een versterking van de lokale<br />
economie. In samenspraak met onder andere de Stichting werelderfgoed<br />
Kinderdijk (de SWEK) worden plannen ontwikkeld die hieraan een bijdrage<br />
kunnen leveren. Een van de concrete plannen is het realiseren van een<br />
tweede steiger in de Lek in 2012. Verder zal in overleg met de SWEK een<br />
verdiepingslag worden gemaakt ten aanzien van de ontwikkelingen in de<br />
zogenaamde entreezone. Het werelderfgoed Kinderdijk is een attractie<br />
die niet alleen vanuit de eigen regio aandacht krijgt. Vanuit de wijde omgeving<br />
van Kinderdijk liggen er toeristische relaties. Te denken valt aan<br />
de Drechtsteden en Rotterdam maar ook met de Biesbosch liggen er verbindingen.<br />
Het beleid van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is er op gericht de belangen<br />
van het werelderfgoed en die van de gemeente, in het bovenregionale<br />
speelveld, actief voor het voetlicht te brengen en daar waar mogelijk de<br />
samenwerking te zoeken en te bevorderen.<br />
6.4.4 Voorzieningen<br />
- Om de leefbaarheid in de kernen te behouden is het in stand houden<br />
van het voorzieningenniveau van groot belang. Dit betekent dat bewoners<br />
de meest gebruikelijk voorzieningen, zoals winkels voor dagelijkse boodschappen,<br />
eerstelijnszorg, bibliotheek, basisonderwijs en sport, in hun<br />
kern ter beschikking hebben.
De instandhouding van voorzieningen is een gedeelde verantwoordelijkheid<br />
van overheid en particulieren (sponsoren, vrijwilligerswerk en betalende<br />
gebruikers) en bestaat te allen tijde uit een afweging tussen de<br />
mate van gebruik, maatschappelijke kosten en beschikbare middelen.<br />
- Sport is een bindende factor in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. De kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
beschikt aan de zuidwestzijde over onder meer een voetbalaccommodatie,<br />
sporthal, zwembad, tennisbanen en een ijsbaan. In Kinderdijk<br />
vormen de voetbalvelden van v.v. De Zwerver een centraal punt in de kern.<br />
Het huidige aanbod aan voorzieningen in de gemeente dient op peil te<br />
worden gehouden en waar nodig gemoderniseerd en geclusterd.<br />
- Op het gebied van de jeugd is de ontwikkeling van jeugdbeleid en centra<br />
voor Jeugd en gezin (CJG) van belang. Het beleid is erop gericht om het<br />
CJG te koppelen met bestaande voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een<br />
(brede) school.<br />
6.4.5 Duurzame energie<br />
- De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> beschikt sinds januari 2012 over vastgesteld<br />
duurzaamheidsbeleid. In de nota ‘<strong>Molenwaard</strong> Duurzaam’ is een<br />
aantal projecten op het gebied van de opwekking van duurzame energie<br />
opgenomen. De gemeente zet in op vormen van duurzame energie die<br />
passen in het landschap.<br />
6.4.6 Luchtkwaliteit<br />
- De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> beschikt over een eigen luchtkwaliteitsplan.<br />
Hierin is aangegeven dat er in de huidige situatie geen sprake is<br />
van overschrijdingen van de grenswaarden voor luchtkwaliteit. Ook in de<br />
toekomst worden geen overschrijdingen verwacht.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
79<br />
Wel ligt er in het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma<br />
Luchtkwaliteit een opgave om maatregelen te treffen. Dit landelijke programma<br />
bevat enkele projecten die in betekenende mate bijdragen aan<br />
een verbetering van de luchtkwaliteit. Om in 2015 te voldoen aan de luchtkwaliteitsnormen<br />
dienen maatregelen te worden getroffen. De meeste<br />
maatregelen vinden plaats op nationaal niveau, maar ook op regionaal<br />
en gemeentelijk niveau zijn er enkele maatregelen opgenomen die ervoor<br />
moeten zorgen dat wordt voldaan aan de gestelde grenswaarde. Ook voor<br />
de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> zijn maatregelen bepaald. Daarnaast zijn<br />
er nog enkele andere maatregelen die hun invloed hebben op het grondgebied<br />
van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. De gemeente maakt zich er hard voor om<br />
uitvoering te geven aan deze maatregelen.
Herinrich ng Veerdam<br />
5<br />
1<br />
3<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Aanleg etspad<br />
<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> - veer Kinderdijk<br />
4<br />
Modernisering / clustering<br />
sportvoorzieningen<br />
2<br />
Croonen Adviseurs<br />
80<br />
4<br />
Revitalisering winkelcentra<br />
Ontwikkeling<br />
maatschappelijk cluster
7 Projectenoverzicht<br />
De programmatische aspecten die zijn genoemd in het vorige hoofdstuk worden<br />
in dit hoofdstuk verder geconcretiseerd en vertaald in plannen en projecten.<br />
De plannen en projecten die in dit hoofdstuk staan beschreven, zijn<br />
concreet en vragen nadrukkelijke betrokkenheid van de gemeente. De kans<br />
op realisatie wordt echter bepaald door diverse factoren, zoals marktomstandigheden,<br />
subsidiemogelijkheden, programmabegrotingen, particulier elan,<br />
etc. Daarnaast geldt dat voor bepaalde programmapunten nog geen pasklaar<br />
plan voor handen is. Deze programmapunten blijven op de ruimtelijke agenda<br />
staan om in een later stadium beantwoord te worden.<br />
Voor de beschrijving van plannen en projecten is gekozen voor een gebiedsgerichte<br />
benadering, zodat voor het buitengebied en per kern een overzicht<br />
ontstaat met daarin de projecten die binnen 5 tot 10 jaar worden gerealiseerd.<br />
Het ‘kernenprogramma 2009-2013’ van het samenwerkingsverband<br />
De Waard is als belangrijkste basis gebruikt voor het benoemen van concrete<br />
projecten op kernniveau. Keuzes die hierin zijn gemaakt vinden hun doorwerking<br />
in de structuurvisie.<br />
In het overzicht van de projecten is een onderscheid gemaakt in uitwerkingsen<br />
uitvoeringsprojecten. De uitwerkingsprojecten betreffen vraagstukken die<br />
eerst doorgeëxerceerd moeten worden alvorens sprake is van een daadwerkelijk<br />
uitvoeringsproject. Het gaat in veel gevallen om nader onderzoek en/<br />
of planvorming. Uitvoeringsprojecten betreffen concrete plannen die binnen<br />
een bepaalde termijn dienen te worden gerealiseerd.<br />
< Uitvoeringsprojecten<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
81<br />
7.1 Studies/beleid<br />
7.1.1 Bijdrage regionale Woonvisie<br />
De gemeente neemt deel aan het tot stand komen van een regionale Woonvisie,<br />
welke in 2012 wordt opgesteld. Doel is om te bepalen wat het gewenste<br />
woonprofi el van de regio AV is in 2020 en wat dit betekent voor de ontwikkeling<br />
van de gemeentelijke woonprofi elen in de periode 2012-2020. De behoefte<br />
van bestaande en potentiële inwoners wordt hierbij in kaart gebracht .<br />
7.1.2 Ontwikkelen beleid voor Vrijkomende Agrarische Bebouwing<br />
De achtergrond van dit project ligt in de recente ontwikkelingen binnen de<br />
landbouw in de gemeente. De agrarische sector is de drager van het landschap,<br />
maar steeds meer agrariërs beëindigen hun bedrijfsactiviteiten. Zonder<br />
een actief beleid voor deze gebouwen verliest het agrarische gebied haar<br />
economische dragers en bestaat het risico dat het landschap verrommelt.<br />
De gemeente heeft in samenspraak met de LTO kaders opgesteld voor hergebruik<br />
van agrarisch bebouwing. In het nieuwe bestemmingsplan voor het<br />
buitengebied wordt verruimd beleid voor vrijkomende agrarische bebouwing<br />
opgenomen.<br />
7.1.3 Studie naar verkeersknelpunten<br />
Rivieren vormen in ons land natuurlijke barrières voor verkeersstromen. De<br />
wegen op de rivierdijken vormen van oudsher de ontsluiting van de langs de<br />
rivier gelegen kernen. Door de ligging van watergebonden zware industrie en<br />
het internationaal toeristisch gewaardeerde werelderfgoed in de Noordwesthoek<br />
van de Alblasserwaard worden de dijkwegen zwaar belast door verkeer.
De kernen Alblasserdam en Kinderdijk hebben te maken met veel doorgaand<br />
verkeer, zowel in de spits als in het toeristenseizoen voor het molengebied. Dit<br />
geeft problemen in de doorstroming en de leefbaarheid van deze kernen. Een<br />
onderzoek naar de totale gemeentelijke ontsluitingsstructuur in samenwerking<br />
met omringende gemeenten, waterschap en provincie, is nodig om een<br />
goede ontsluiting van de gemeente te creëren. Zowel de ontsluiting over land<br />
als over water vormt daarin een kans. Zo wordt gedacht aan een tweede steiger<br />
aan de Lek ten behoeve van verbindingen over water en aanpassing van<br />
de bestaande hoofdinfrastructuur die waar mogelijk gecombineerd kan worden<br />
met de dijkversterking. Bij het onderzoek wordt nadrukkelijk ook gekeken<br />
naar de invloed van primaire wegen (A15) en verbetering van het secundaire<br />
wegennet. Als onderlegger voor een onderzoek dient het regionaal verkeersmodel,<br />
dat in 2012 vorm wordt gegeven. In 2012 wordt eveneens gestart<br />
met het opstellen van een Regionaal Verkeer- en Vervoerplan (RVVP), waarin<br />
verkeersknelpunten en oplossingsrichtingen kunnen worden benoemd.<br />
7.1.4 Verkenning vervoer over water<br />
Vervoer over water is voor de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> een prima manier<br />
om verkeer in de kernen te verminderen. Aantakking op de waterbusverbinding<br />
tussen Rotterdam en Dordrecht zorgt voor een betere bereikbaarheid van<br />
de gemeente en kan tevens een belangrijke bijdrage leveren in het vervoer<br />
van toeristen voor Kinderdijk. Ook uitbreiding van de waterbusverbinding in<br />
verdere oostelijke richting (naar Schoonhoven) is een optie. Daarnaast speelt<br />
het initiatief van de Drechtsteden om te komen tot een toeristisch transferium<br />
in Alblasserdam een rol. Het idee van dit transferium is om toeristen<br />
nabij de primaire wegenstructuur op te vangen en per water naar Dordrecht,<br />
Biesbosch en Kinderdijk te vervoeren. Een verkenning van de haalbaarheid<br />
van de waterbusverbinding en opstapplaatsen dient uitsluitsel te geven over<br />
de verdere uitwerking van dit vervoer over water.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
82<br />
7.1.5 Toeristische visie Kinderdijk/Alblasserwaard<br />
Het werelderfgoed Kinderdijk is een toeristische trekpleister. Dit biedt vele<br />
kansen, maar veroorzaakt ook negatieve neveneffecten zoals verkeersproblematiek<br />
en overlast. Het is dan ook belangrijk om een visie te ontwikkelen<br />
over de toeristische trekpleister Kinderdijk en in breder verband het toerisme<br />
in het algemeen. Beleid wordt ontwikkeld dat gericht is op het beter uitnutten<br />
van het toeristisch product Kinderdijk. Het te vormen beleid is in overeenstemming<br />
met de allure die het werelderfgoed heeft. Afstemming en samenwerking<br />
in regionaal verband is, vanwege het bovenlokale belang van Kinderdijk,<br />
hierbij essentieel. Vanuit deze visie kan een samenhangend pakket<br />
van maatregelen genomen worden en kunnen nieuwe vraagstukken worden<br />
beoordeeld. Ook kan worden beoordeeld of er behoefte is aan nieuwe toeristische<br />
voorzieningen en op welke plek. De gemeente initieert de visievorming.<br />
7.1.6 Opstellen economisch-toeristisch actieplan<br />
In dit op te stellen plan worden concrete acties benoemd die moeten leiden<br />
tot meer optimale condities voor het bedrijfsleven en een betere verbinding<br />
en benutting van toeristische voorzieningen.<br />
7.1.7 Onderzoek duurzame energie<br />
In samenwerking met de andere gemeenten in de Alblasserwaard heeft de<br />
gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> de mogelijkheden voor de opwekking van duurzame<br />
energie die passen in het landschap onderzocht. Een rapportage van<br />
de quick scan is uitgebracht. De uitkomsten zijn opgenomen in ‘<strong>Molenwaard</strong><br />
Duurzaam’, het recent vastgestelde duurzaamheidsbeleid. De quick scan<br />
heeft uitgewezen dat de toepassing van biomassa de meest gewenste richting<br />
is, maar dat ook zon en aardwarmte kunnen aantrekkelijk zijn.
Als follow-up van het onderzoek worden in regionaal verband twee haalbaarheidstudies<br />
uitgevoerd:<br />
- Onderzoek naar de haalbaarheid van een collectieve biogasinstallatie gekoppeld<br />
aan individuele installaties (biogas-hub);<br />
- Inventarisatie van kansrijke projecten om bij werkzaamheden vrijkomend<br />
hout in te zetten voor duurzame warmtelevering.<br />
7.1.8 Studie ruimtelijke effecten dijkversterking<br />
De uit te voeren versterking van de Lekdijk is nodig om de Alblasserwaard<br />
ook in de toekomst voldoende te kunnen beschermen tegen hoog water. De<br />
dijkversterking heeft echter een behoorlijke impact op de huidige bebouwing<br />
aan de dijk. Bebouwing zal moeten worden gesloopt. Om de identiteit van<br />
het karakteristieke bebouwingslint langs de dijk niet verloren te laten gaan,<br />
is het belangrijk dat de ruimtelijke effecten van de dijkversterking in beeld<br />
worden gebracht. Hiervoor is een stedenbouwkundige rapportage opgesteld.<br />
In overleg met bewoners wordt gezocht naar de meest optimale oplossing<br />
voor inpassing van herbouwwoningen. In overleg met de provincie en het waterschap<br />
zal gezocht worden naar mogelijkheden om herbouwlocaties voor<br />
woningen buiten het eigen perceel mogelijk te maken. Hier zal een nadere<br />
stedenbouwkundige onderbouwing voor opgesteld moeten worden door het<br />
waterschap.<br />
7.1.9 Studie vrachtwagenparkeerplaatsen<br />
Al langer speelt de wens de huidige twee vrachtwagenparkeerplaatsen in de<br />
kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> uit te plaatsen. Het vrachtwagenverkeer zorgt voor<br />
overlast en onveilige situaties en tast de leefbaarheid in de kern aan. Met een<br />
studie kan onderzocht worden hoe groot de behoefte aan de parkeerplaatsen<br />
is waar deze het best gerealiseerd kan worden. Na eventuele uitplaatsing van<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
83<br />
de vrachtwagenparkeerplaatsen komen de locaties vrij voor een transformatie<br />
naar een andere functie. De herinrichtingmogelijkheden maken onderdeel<br />
uit van genoemde studie.<br />
7.1.10 Overleg maatregelen verbetering luchtkwaliteit<br />
Vanuit het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit zijn maatregelen<br />
voor de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> bepaald. Deze zijn verderop<br />
opgenomen in de uitvoeringsprojecten. De buurgemeenten moeten echter<br />
ook maatregelen treffen, die een uitwerking kunnen hebben op de gemeente<br />
<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. De gemeente gaat hierover in overleg met de buurgemeenten,<br />
om tot een goede afstemming van de projecten te komen. De volgende<br />
projecten spelen in omliggende gemeenten en hebben hun invloed op<br />
het grondgebied van de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>.<br />
- Lokale hoofdinfrastructuur Alblasserdam; de gemeente Alblasserdam wil<br />
het dijklint ontlasten. Hierbij wordt ingezet op de realisatie van het toeristisch<br />
transferium Haven-Zuid en verbetering van de aansluiting op de<br />
rijksweg A15 en de (verlengde) provinciale wegen N480/482/214 naar<br />
<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>; of openstelling van de Oude Torenweg voor vrachtverkeer<br />
(bestemmingsverkeer). Wijzigingen in de hoofdinfrastructuur van<br />
buurgemeente Alblasserdam en provinciale en rijkswegen kunnen van invloed<br />
zijn op de verdeling van verkeer over het dijklint, onder andere in de<br />
richting van Kinderdijk. De verwachting is dat het verkeer op het dijklint<br />
door <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> toeneemt.<br />
- Opstellen klimaatbeleid in regionaal verband.
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
84
7.1.11 Bijdrage regionale strategische visie<br />
De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> stelt samen met de regiogemeenten een<br />
regionale strategische visie op. Via diverse raadsbijeenkomsten en discussierondes<br />
krijgt de visie uiteindelijk gestalte.<br />
7.1.12 Studie duurzame (her)inrichting van bedrijventerreinen<br />
De gemeente streeft naar duurzame (her)inrichting van bedrijventerreinen<br />
en onderzoekt de mogelijkheden hiertoe alvorens concrete maatregelen te<br />
formuleren.<br />
7.2 Buitengebied<br />
7.2.1 Uitvoeringsprojecten<br />
Aanleg fi etspad <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> – veer Kinderdijk (zie nr.1 kaart p.80)<br />
Tussen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Kinderdijk vormt de Lekdijk de enige directe<br />
fi etsverbinding. Dit is niet de meest verkeersveilige route. In het provinciaal<br />
fi etsplan is de aanleg van een vrijliggend fi etspad vanaf de Middelweg tot<br />
Kinderdijk opgenomen. Het fi etspad zal gelijkertijd met de komende dijkverzwaring<br />
worden uitgevoerd .<br />
7.2.2 Uitwerkingsprojecten<br />
Aanleg fi etspad Alblasserwaard<br />
Het streven is om het fi etsroutenetwerk binnen de Alblasserwaard verder uit<br />
te breiden. In het provinciaal fi etsplan 2012 zijn binnen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
twee mogelijk aan te leggen fi etspaden benoemd:<br />
- Een vrijliggend fi etspad tussen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Streefkerk langs de<br />
Lekdijk is vanuit verkeersveiligheid belangrijk. Het betreft een schoolroute<br />
en in de zomerperiode is de Lekdijk ook vanuit toeristisch perspectief belangrijk.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
85<br />
- Een nieuw aan te leggen fi etspad tussen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Oud-Alblas.<br />
Hierbij gaat het om verbetering van schoolroutes en koppeling tussen stad<br />
en landelijk gebied.<br />
Herontwikkeling locatie watertoren<br />
De watertoren heeft haar oorspronkelijke functie als onderdeel van het drinkwaterleidingnetwerk<br />
verloren en dat geeft mogelijkheden voor een nieuwe<br />
ontwikkeling op deze locatie. De watertoren zelf is inmiddels verkocht aan<br />
particulieren die aan de toren een woonbestemming zullen geven. Vanwege<br />
de ligging aan de Lek en net buiten de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>, is de realisatie<br />
van een recreatieve knoop een goede mogelijkheid. De locatie vormt een uitstekende<br />
plek voor watergebonden recreatie. Bijbehorende voorzieningen als<br />
horeca en een camperparkeer-/overnachtingsmogelijkheid maken de knoop<br />
compleet. Doelgroepen zijn zowel inwoners van de gemeente als toeristen<br />
en recreanten. De ontwikkeling van de locatie is afhankelijk van particulier<br />
initiatief. Dit initiatief bestaat reeds maar is nog onvoldoende concreet om<br />
in deze structuurvisie direct als uitvoeringsproject op te nemen. Een eerste<br />
stedenbouwkundige verkenning is nodig om de mogelijkheden van de locatie<br />
in beeld te brengen.
7.3 <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
7.3.1 Uitvoeringsprojecten<br />
Ontwikkeling maatschappelijk cluster (zie nr.2 kaart p.80)<br />
Het voormalige gemeentehuis ligt centraal in de kern en biedt daarom een<br />
ideale locatie voor een cluster van maatschappelijke voorzieningen. De eerste<br />
aanzet is reeds gevormd door de realisatie van een brede school, waarmee<br />
een doorlopende en op elkaar aansluitende opvang voor kinderen worden<br />
geboden. Verschillende partijen die zich bezighouden met opgroeiende<br />
kinderen kunnen beter samenwerken met een positief gevolg voor de ontwikkelingskansen<br />
van de kinderen. Door de ontwikkeling van de brede school<br />
komen bestaande schoollocaties van de OBS, d’Ouwe School, de Tweemaster<br />
en de Zijdewinde beschikbaar voor herontwikkeling.<br />
Modernisering/clustering sportvoorzieningen (zie nr.3 kaart p.80)<br />
Aan de zuidwestzijde van de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> zijn diverse sportvoorzieningen<br />
gevestigd. Een groot deel van deze voorzieningen is verouderd geraakt.<br />
Het gaat hierbij met name om de sporthal aan de Klipperstraat, de<br />
ijsbaan en de voetbalvelden van sportcomplex Excelsior. Modernisering van<br />
deze voorzieningen is een vereiste om klaar te zijn voor de toekomst en het<br />
voorzieningenaanbod in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> niet te laten verslechteren. Door<br />
de voorzieningen te clusteren valt exploitatievoordeel te halen. Het idee is<br />
om nabij het zwembad een nieuwe sporthal te bouwen. De voetbalvelden<br />
van sportcomplex Excelsior worden uitgeplaatst naar het gebied ten zuiden<br />
van de Tiendweg, wat bijdraagt aan de ontwikkeling van de landschapsrecreatieve<br />
zone. Hierbij wordt aandacht besteed aan natuurwaarden/landschappelijke<br />
inpassing.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
86<br />
Revitalisering winkelcentra (zie nr.4 kaart p.80)<br />
De bestaande twee volwaardige winkelcentra Kleijburgplein en de Planetenlaan<br />
in de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> kunnen niet in de huidige vorm blijven bestaan.<br />
Gekozen is daarom voor het herontwikkelen van het Kleijburgplein tot<br />
hoofdwinkelcentrum en de Planetenlaan tot buurtsteunpunt. Het Kleijburgplein<br />
wordt een geconcentreerd winkelgebied met een prettig verblijfsgebied<br />
en voldoende parkeergelegenheid. Boven de winkels worden appartementen<br />
gebouwd. Het winkelcentrum aan de Planetenlaan wordt opgeknapt. De<br />
openheid van het plein zal, indien passend binnen de exploitatie van het plan,<br />
door sloop van enkele bestaande panden worden bevorderd. Door de revitalisering<br />
van beide winkelcentra blijft het bestaande winkelaanbod behouden<br />
en wordt een kwalitatieve impuls gegeven. De gemeente draagt gemaximeerd<br />
bij aan de exploitatie van het plan en de herinrichting van de openbare ruimte.<br />
De exploitatie is in handen van een projectontwikkelaar.<br />
7.3.2 Uitwerkingsprojecten<br />
Wegomlegging bij NH kerk Lekdijk<br />
De bestaande dijkweg kent ter hoogte van de kerk aan de Lekdijk een scherpe<br />
knik, waardoor een onoverzichtelijke en potentieel gevaarlijke situatie aanwezig<br />
is. Tegelijkertijd met de dijkverzwaring kan voor het doorgaande verkeer<br />
een weg op de kruin van de dijk worden aangelegd. De bestaande weg blijft<br />
dan gehandhaafd voor parkeren, bereikbaarheid van de erven en langzaam<br />
verkeer. Met het waterschap worden de mogelijkheden tot wegomlegging bezien.
Aansluiting voetveer Lekkerkerk<br />
Het voetveer naar Lekkerkerk heeft momenteel een opstapplaats die enigszins<br />
verscholen ligt in het buitendijkse bedrijventerrein aan de Lek. Behalve<br />
een lage representativiteit van deze plek zorgt deze situering ook voor confl<br />
ictsituaties tussen voetgangers en fi etsers enerzijds en (vracht-)autoverkeer<br />
anderzijds. Verbetering van deze situatie kan worden bereikt door de fi etsers<br />
een duidelijker plaats op de weg te geven.<br />
Multifunctioneel gebruik ijsbaan<br />
De ijsbaan biedt mogelijkheden voor multifunctioneel gebruik. Gedacht kan<br />
worden aan evenementen, een camping en/of camperparkeervoorziening.<br />
Door het multifunctioneel gebruik wordt een meer exploitabele situatie voor<br />
de ijsbaan gecreëerd. Het geschikt maken van het terrein als camperparkeervoorziening<br />
is daarnaast vauit toeristisch oogpunt kansrijk. De locatie ligt nabij<br />
het molengebied en biedt zicht op de molens.<br />
Inzichtelijk moet zijn gemaakt welke functies exact mogelijk zijn op de locatie,<br />
zonder overlast richting de omgeving op te leveren. Daarnaast vraagt de<br />
ontsluiting van het terrein aandacht. Dit zal nader onderzocht worden. Ook<br />
de consequenties van een eventuele verschuiving van de contourruimte van<br />
de ijsbaan naar de oostzijde van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>, moeten hierbij in beeld<br />
worden gebracht.<br />
Oostelijke dorpsuitbreiding<br />
De enige mogelijkheid voor een toekomstige uitbreiding van de kern <strong>Nieuw</strong>-<br />
<strong>Lekkerland</strong> bevindt zich aan de oostzijde.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
87<br />
Hoewel het uitgangspunt geldt dat deze mogelijkheid pas benut wordt indien<br />
er in de kern niet genoeg ruimte meer beschikbaar is, kan er nu al wel voorbereidend<br />
werk voor de uitbreiding worden verricht. Een belangrijk onderdeel<br />
hiervan vormt de te voeren discussie met de provincie Zuid-Holland, aangezien<br />
deze in haar Verordening Ruimte contouren rondom de kernen heeft getrokken.<br />
De dorpsuitbreiding valt buiten de contour en moet daarom onder<br />
goede argumentatie leiden tot een contourverruiming.<br />
Versterken entree <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> westzijde<br />
De noordwestelijk entree van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> kan verder worden versterkt.<br />
Mogelijkheden om molen De Regt hierin een belangrijke positie (recreatief/<br />
toeristisch) te geven worden onderzocht. Ook andere ontwikkelingen zijn hier<br />
mogelijk. Een studie moet uitkomst bieden om inzicht te geven in de meest<br />
wenselijke situatie en de haalbaarheid daarvan.<br />
Hoogspanningsleidingen<br />
Over het grondgebied van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> lopen twee 380 KV-hoogspanningsleidingen.<br />
De kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> heeft een substantieel aantal woningen<br />
(ca. 60), dat binnen de zogenaamde zakelijke rechtzone zone van 38<br />
meter aan beide kanten van het hart van de hoogspanningsverbinding van de<br />
twee hoogspanningsverbindingen is gelegen.<br />
De landelijke beheerder van de hoogspanningsleidingen, Tennet, werkt met<br />
het Rijk aan een regeling, op basis waarvan woningen gelegen binnen de zakelijke<br />
rechtszone op vrijwillige basis aangekocht kunnen worden.
8 Uitvoeringsplan<br />
De inzet van de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is primair gericht op het bundelen<br />
van de twee hoogspanningsleidingen op het grondgebied van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
en Nederlek, als alternatief voor het hanteren van de uitkoopregeling.<br />
Een deel van de negatieve ruimtelijke uitstraling die de hoogspanningsleidingen<br />
hebben op het molengebied van Kinderdijk en het bebouwde gebied kan<br />
hiermee worden weggenomen. Een verdere uitwerking van een nieuwe hoogspanningsverbinding<br />
over het grondgebied van de gemeente, die indicatief is<br />
opgenomen in het Derde Structuurschema Electriciteitsvoorziening zal zeer<br />
kritisch worden gevolgd.<br />
Secundair richt de gemeente zich op het beïnvloeden van de voorstellen voor<br />
de uitkoopregeling, o.a. door actief te participeren in het landelijke Platform<br />
Hoogspanning.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
88<br />
7.4 Kinderdijk<br />
7.4.1 Uitvoeringsprojecten<br />
Herinrichting Veerdam (zie nr.5 kaart p.80)<br />
Door een herinrichting van de Veerdam wordt meer opstelruimte gemaakt.<br />
De capaciteit voor op een oversteek met de pont wachtende auto’s wordt<br />
hierdoor sterk vergroot, waardoor stagnering van de doorstroming op de Molenstraat<br />
in de spits wordt voorkomen. Tegelijkertijd komt door de aanleg van<br />
een parkeerplaats tussen de Veerdam en de dijk langs het IHC-terrein voldoende<br />
parkeerruimte voor bewoners beschikbaar.<br />
7.4.2 Uitwerkingsprojecten<br />
Entreegebied molencomplex<br />
De entree van het molencomplex is in het Ruimtelijk Casco al als te verbeteren<br />
genoemd. Door middel van een uitwerkingsproject moet duidelijk worden<br />
welke (toeristische) voorzieningen een plaats moeten krijgen in het entreegebied<br />
en hoe de infrastructurele aansluitingen vormgegeven moeten worden.<br />
Het entreegebied betreft zowel het binnendijks als buitendijks gebied. Een<br />
versterking van het entreegebied draagt bij aan de algehele belevingswaarde<br />
van het molencomplex. Dit project wordt uitgevoerd en bekostigd door de<br />
Stichting Werelderfgoed Kinderdijk. De gemeente participeert bij de visievorming<br />
en faciliteert in het planologisch-juridische traject.
8 Uitvoeringsplan<br />
8.1 Inleiding<br />
Met de uitwerking van het programma en projectenoverzicht is duidelijk gemaakt<br />
welke plannen en projecten de komen jaren in uitwerking en uitvoering<br />
gaan. De kans op realisatie wordt bepaald door diverse factoren, zoals<br />
marktomstandigheden, subsidiemogelijkheden, programmabegrotingen, etc.<br />
De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> heeft diverse mogelijkheden om regie te<br />
voeren over de realisatiefase. In dit hoofdstuk wordt beschreven op welke<br />
wijze de gemeente dit wil doen in relatie tot de plannen en projecten. Hierbij<br />
wordt een koppeling gelegd tussen grondbeleid en ruimtelijke ontwikkeling<br />
en spreekt de gemeente zich uit over de inzet van de instrumenten uit de Wro.<br />
Het uitvoeringsplan van de structuurvisie <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is tot stand gekomen<br />
in een periode van aanstaande bezuinigingen en een toekomstige<br />
gemeentelijke herindeling met de gemeentes Liesveld en Graafstroom. De<br />
onzekerheid over de uitwerking van projecten en plannen en de gemeentelijke<br />
rol hierbij, heeft ertoe geleid dat keuzes in dit hoofdstuk soms bewust<br />
globaal blijven.<br />
Voor de uitvoering van de plannen en projecten die in deze structuurvisie beschreven<br />
staan, kan de gemeente gebruik maken van het grondbeleid en het<br />
wettelijk instrumentarium. De manier waarop de gemeente hiermee om wil<br />
gaan, is maatwerk en is vastgelegd in een (inter)gemeentelijke Nota Grondbeleid.<br />
In deze nota geeft de gemeenteraad de kaders aan waarbinnen het<br />
college en de ambtelijke organisatie het grondbeleid kunnen uitvoeren. De<br />
grote lijnen hiervan zijn hierna uitgewerkt en vormen de generieke uitvoeringstrategieën<br />
bij uitvoering.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
89<br />
8.2 Grondbeleid<br />
Grondbeleid beschrijft op welke manier en in welke mate de gemeente intervenieert<br />
in de grondmarkt, dat is de markt waar grond wordt gekocht, verkocht,<br />
geëxploiteerd en ontwikkeld. Grondbeleid is geen doel op zich, maar<br />
een middel om beleid op het gebied van onder meer ruimtelijke ordening,<br />
wonen, economie, maatschappelijke ontwikkelingen en verkeer en vervoer<br />
op economisch verantwoorde wijze te realiseren. Het grondbeleid heeft daarmee<br />
een volgend, dienend karakter voor doelstellingen op andere beleidsvelden.<br />
De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> hecht sterk aan het voeren van regie op<br />
ruimtelijke ontwikkelingen. Met ‘regie’ wordt bedoeld dat de gemeente zeggenschap<br />
en sturing wenst over de ontwikkeling, inrichting en realisatie van<br />
de ruimte.<br />
De keuze van de uitvoeringstrategie is maatwerk. Op projectniveau zal een<br />
afweging worden gemaakt welk grondbeleid van toepassing wordt verklaard,<br />
welke samenwerkingsvorm met de markt wordt gekozen, op welke wijze de<br />
marktpartij wordt geselecteerd en welke grondbeleidsinstrumenten worden<br />
ingezet. Anders gezegd, op projectniveau wordt de ontwikkelingsstrategie bepaald.<br />
De ontwikkelingsstrategie wordt per project door het college vastgesteld<br />
middels een projectplan. Dit is een vertrouwelijk document.
8.2.1 Actief, faciliterend en participerend grondbeleid<br />
De keuze voor een vorm van grondbeleid per project is afhankelijk van algemene,<br />
maar ook van locatie- en projectspecifi eke factoren en het risicoprofi el<br />
van de ontwikkeling. Deze specifi eke factoren geven het situationele karakter<br />
van de keuze aan. Zo wordt de keuze van grondbeleid voor een belangrijk<br />
deel beïnvloed door de eigendomspositie van gronden in het plangebied,<br />
door de gewenste mate van invloed op een ruimtelijke ontwikkeling, de mate<br />
waarin de grondeigenaar zelf wenst te ontwikkelen binnen de door de gemeente<br />
gestelde kaders en de mate van acceptatie tot het lopen van risico’s.<br />
De gemeente geeft er de voorkeur aan een actief grondbeleid toe te passen<br />
op ontwikkellocaties:<br />
- waarvoor een sterke gemeentelijke regie belangrijk is voor het bereiken<br />
van publieke doelen;<br />
- en/of die van bijzonder strategische betekenis is voor de beleidsagenda<br />
(Kernprogramma, <strong>Structuurvisie</strong>, et cetera);<br />
- en/of grote winstpotentie bezit;<br />
- de risico’s op voorhand zijn in te schatten en te beheersen.<br />
8.2.2 Samenwerkingsvorm<br />
Zodra de vorm van grondbeleid en de samenwerkingsvorm met de markt is<br />
bepaald, dient te worden bepaald hoe de gemeente deze marktpartij gaat<br />
vinden. Er zijn op hoofdlijnen twee mogelijkheden: of de gemeente gaat met<br />
één enkele marktpartij in zee of de gemeente voert een selectieprocedure.<br />
Als een marktpartij grond of vastgoed in bezit heeft, ligt het vaak voor de<br />
hand dat ze zelf een plan mag uitvoeren.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
90<br />
Het kan echter ook zijn dat een marktpartij een goed plan heeft voor een<br />
locatie die ze niet in bezit heeft of dat de gemeente goede ervaringen heeft<br />
met het samenwerken met de betreffende marktpartij. In dit geval kan de<br />
gemeente kiezen voor één-op-één samenwerking.<br />
In de gevallen waarin de gemeente (volledig) grondeigenaar is, zal de gemeente<br />
doorgaans een samenwerkingspartner zoeken door middel van een<br />
selectie of aanbesteding.<br />
8.2.3 Instrumenten voor verwerving<br />
In geval van actief grondbeleid streeft de gemeente naar het in eigendom<br />
krijgen van gronden. Dit kan op diverse manieren. Bij minnelijke aankopen is<br />
met de grondeigenaar op vrijwillige basis overeenstemming bereikt over de<br />
voorwaarden van eigendomsoverdracht naar de gemeente.<br />
Om het eerste onderhandelingsrecht over gronden en opstallen te creëren<br />
kan de gemeente gebruik maken van Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg).<br />
Voorwaarden is wel dat in het gebied nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen voorzien<br />
zijn. De Wvg is bedoeld om gemeenten een betere uitgangspositie te<br />
verschaffen op de grondmarkt. Hierdoor wordt de regierol van gemeenten bij<br />
de uitvoering van ruimtelijk beleid versterkt en kan prijsopdrijving door speculatie<br />
worden voorkomen. De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> acht het vestigen<br />
van Wvg als een bruikbaar instrument in gevallen dat gestreefd wordt naar<br />
verwerving en minnelijke verwerving in eerste aanleg niet slaagt. Voor de projecten<br />
die op korte termijn tot uitvoering worden gebracht, is Wvg niet nodig.<br />
Voor de projecten die op middellange tot lange termijn op het programma<br />
staan, wordt het gebruik van Wvg overwogen.
Een ander instrument om als gemeente gronden en opstallen in eigendom te<br />
krijgen betreft onteigening. Als grond wordt onteigend, wordt alles wat daar<br />
vast op staat eigendom van de overheid. Het is een vorm van gedwongen<br />
eigendomsovergang om redenen van algemeen belang. Onteigening is een<br />
diepe ingreep in het eigendomsrecht en kan dan ook enkel rechtvaardiging<br />
vinden in het gemeenschapsbelang, dat hoger moet worden geacht dan het<br />
belang van de individuele eigenaar. De regels omtrent onteigening zijn vastgelegd<br />
in de Onteigeningswet. Minnelijke verwerving is het verplichte voorstadium<br />
voor onteigening. Voordat de gerechtelijke onteigeningsprocedure kan<br />
worden opgestart moet de gemeente aantonen dat zij allereerst door middel<br />
van minnelijke verwerving heeft geprobeerd eigendom over de gronden te<br />
verkrijgen. De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> ziet het onteigenen als uiterste<br />
redmiddel in situaties waar een actieve rol van de gemeente bij uitvoering<br />
gewenst is.<br />
Uitgangspunt bij verwerving is dat het college bij de start van het verwervingstraject<br />
een verwervingsplan opstelt als onderdeel van de (vertrouwelijke) ontwikkelingsstrategie<br />
van een project. In dit verwervingsplan wordt de afweging<br />
gemaakt al dan niet het ‘tweesporenbeleid’ te volgen. Waarbij naast minnelijke<br />
verwerving gebruik wordt gemaakt van het gemeentelijk voorkeursrecht<br />
en eventueel onteigening. Procedures ter zake kunnen dan parallel worden<br />
gevoerd met de verwerving. Hiermee kan grondverwerving zoveel mogelijk<br />
zeker worden gesteld.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
91<br />
8.3 Kostenverhaal<br />
Bij de realisatie van projecten maakt de gemeente kosten om voorzieningen<br />
van openbaar nut te realiseren, zoals wegen, riolering, straatverlichting, water<br />
en groen. Deze kosten zijn in te delen in zogenaamde ‘binnenplanse’ en<br />
‘bovenplanse kosten’ (zie schema). De gemeente is wettelijk verplicht de ‘binnenplanse<br />
kosten’ en de kosten gerelateerd aan ‘bovenwijkse voorzieningen’<br />
te verhalen op private partijen. Het vragen van bijdragen aan ‘ruimtelijke ontwikkelingen’<br />
zijn niet verplicht.<br />
Schema: onderscheid binnenplanse-bovenplanse kosten voor een exploitatiegebied<br />
(Bron: Croonen Adviseurs, 2011)
Voor kleinere projecten tot 3 woningen volstaat voor het kostenverhaal de<br />
legesverordening. Projecten van grotere omvang, die meer begeleiding en regie<br />
vragen van de gemeente, als ook projecten waarbij publiek private overeenkomsten<br />
worden gesloten, vragen om maatwerk in het kostenverhaal. De<br />
kosten die de gemeente maakt om deze private projecten te faciliteren kunnen<br />
omvangrijk zijn. Uitgangspunt is dat de gemeente alle kosten voor deze<br />
projecten verhaalt op de initiatiefnemer.<br />
Bij faciliterend grondbeleid wordt in eerste instantie getracht een anterieure<br />
overeenkomst te sluiten. Bij het voorbereiden en vaststellen van het bestemmingsplan<br />
wordt – indien het kostenverhaal nog niet is zeker gesteld met anterieure<br />
overeenkomst(en) – tevens een exploitatieplan voorbereid en vastgesteld<br />
om kostenverhaal zeker te stellen bij verlening omgevingsvergunning.<br />
Bij actief en participerend grondbeleid worden bij grotere projecten de gemeentelijke<br />
kosten opgenomen in de grondexploitatie.<br />
De structuurvisie is, naast het exploitatieplan, een belangrijk publiekrechtelijk<br />
instrument voor kostenverhaal. In een structuurvisie wordt de beleidsmatige<br />
aanwijzing gegeven voor het verhalen van bepaalde kosten, namelijk de<br />
kosten met een bovenplans karakter. Dit betreffen de kosten voor werken,<br />
maatregelen en voorzieningen buiten of binnen het exploitatiegebied, die van<br />
belang zijn voor het exploitatiegebied én één of meer exploitatiegebieden of<br />
bestaande wijken buiten het exploitatiegebied.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
92<br />
8.3.1 Bovenwijkse voorzieningen<br />
Bij kosten op het vlak van bovenwijkse voorzieningen moet gedacht worden<br />
aan werken als een verbindingsweg tussen twee buurten of het wegnemen<br />
van een hindercirkel waarvan twee of meer buurten profi jt hebben. Betreffende<br />
kosten moeten onderdeel uitmaken van de kostensoortenlijst (opgenomen<br />
in het Bro). Op deze lijst staan alle kostensoorten die de gemeente<br />
in een exploitatieplan mag opnemen. Daarnaast moeten de kosten aan de<br />
locatie toe te rekenen zijn door middel van de drie toetsingscriteria: profi jt,<br />
toerekenbaarheid en proportionaliteit. Het kostenverhaal van bovenwijkse<br />
voorzieningen kan de gemeente afdwingen middels overeenkomsten en via<br />
het exploitatieplan. Hiervoor zal de gemeente, ten tijde van de opstelling van<br />
een overeenkomst of exploitatieplan, een onderbouwing aan de hand van<br />
de drie toetsingscriteria moeten leveren. De wet stelt voor het verhalen van<br />
kosten voor bovenwijkse voorzieningen niet de eis dat deze zijn vastgelegd in<br />
een structuurvisie.<br />
De benodigde onderbouwing om kostenverhaal van bovenwijkse voorzieningen<br />
te kunnen laten plaatsvinden zou opgenomen kunnen worden in een<br />
Nota bovenwijkse voorzieningen. De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> beschikte<br />
ten tijde van het opstellen van deze structuurvisie niet over deze nota. De<br />
gemeente kiest er vooralsnog voor om per bovenwijkse voorziening een separaat<br />
investeringsprogramma te maken waarin zij inzichtelijk maakt welke kosten<br />
er gemaakt worden en hoe zij de wijze van toerekening door middel van<br />
de criteria profi jt, proportionaliteit en toerekenbaarheid vorm geeft. Op korte<br />
tot middellange termijn zal in intergemeentelijk verband gestart worden met<br />
het opstellen van een Nota bovenwijkse voorzieningen, waarin steeds een actuele<br />
basis wordt gelegd voor kostenverhaal van bovenwijkse voorzieningen.
8.3.2 Bijdragen ruimtelijke ontwikkelingen<br />
De wet kent naast bovenwijkse voorzieningen ook een type bovenplanse kosten<br />
dat niet te onderbouwen is aan de hand van de drie toetsingscriteria, maar<br />
wel een bepaald verband kent met locatieontwikkelingen elders. Deze kosten<br />
zijn benoemd onder de term ‘ruimtelijke ontwikkeling’. Het begrip ‘ruimtelijke<br />
ontwikkeling’ is, noch in de Wro, noch in de Kamerstukken gedefi nieerd.<br />
Aan de Kamerbehandeling kunnen wel voorbeelden worden ontleend. Een<br />
voorbeeld van een fi nanciële bijdrage aan ruimtelijke ontwikkelingen is een<br />
bijdrage aan maatschappelijk belangrijke functies, zoals natuur, recreatie,<br />
waterberging en infrastructuur, in een ander gebied. Doordat deze aspecten<br />
ook voorkomen op de kostensoortenlijst wordt aangenomen dat het hier gaat<br />
om de kosten die wel binnen de omschrijving van de kostensoortenlijst vallen,<br />
maar niet te onderbouwen zijn aan de hand van de drie toetsingscriteria.<br />
Het kostenverhaal van ruimtelijke ontwikkelingen kan de gemeente enkel<br />
afhandelen middels anterieure overeenkomsten. Er is dus geen zekerheid<br />
dat kosten ook verhaald kunnen worden. Daarnaast betekent het vragen van<br />
bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen een extra kostenpost bovenop het<br />
reeds verplichte kostenverhaal bij private ontwikkelingen. Deze aanvullende<br />
kosten zetten de haalbaarheid van ontwikkelingen in de gemeente ongewenst<br />
onder druk. De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> kiest er dan ook voor vooralsnog<br />
geen gebruik te maken van deze manier van kostenverhaal.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
93<br />
8.4 Juridisch-planologisch instrumentarium<br />
Een laatste belangrijk instrumentarium voor de uitvoering van de structuurvisie<br />
betreft het juridisch-planologisch instrumentarium. De Wro kent op het<br />
gemeentelijke uitvoeringsniveau de volgende drie instrumenten: het bestemmingsplan,<br />
de beheersverordening en een omgevingsvergunning (in verband<br />
met planologische afwijking). Op rijks- en provinciaal niveau kan ter uitvoering<br />
van de structuurvisie nog het inpassingsplan relevant zijn. Een inpassingsplan<br />
is hetzelfde als een bestemmingsplan met het verschil dat deze dus niet<br />
door de gemeente zelf wordt opgesteld.<br />
De ruimtelijk relevante aspecten van de in deze structuurvisie opgenomen<br />
uitvoeringsprojecten worden in juridisch-planologische instrumenten uitgewerkt.<br />
De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> kiest hierbij vooral voor het bestemmingsplan.<br />
Voor kleinere projecten wordt ook de omgevingsvergunning (in<br />
verband met planologische afwijking) als instrument gebruikt.
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
94
Bronnen<br />
Boeken en rapporten<br />
- Beenakker, J.J.J.M. (1997). Het agrarisch veenlandschap, in: S. Barends<br />
(red.): Het Nederlandse landschap. Een historisch-geografi sche benadering,<br />
pp. 37-46. Utrecht: Uitgeverij Matrijs.<br />
- Borger, G. (red.) (1997). Het Groene Hart. Een Hollands Cultuurlandschap.<br />
Utrecht: Uitgeverij Matrijs.<br />
- Centraal Bureau voor de Statistiek (2008). <strong>Gemeente</strong> Op Maat 2006. Den<br />
Haag: CBS.<br />
- <strong>Gemeente</strong> Graafstroom (2009). <strong>Structuurvisie</strong> Graafstroom. Rosmalen:<br />
Croonen Adviseurs.<br />
- <strong>Gemeente</strong> Liesveld (2006). Structuurplan Liesveld. Rotterdam: RBOI.<br />
- <strong>Gemeente</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> (2008). Strategische Visie <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
2020: “Met vooruitziende blik”.<br />
- <strong>Gemeente</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> (2000). Ruimtelijke Beleidsvisie. BügelHajema<br />
Adviseurs.<br />
- Projectorganisatie Pact van Bleskensgraaf, Plangroep Wonen, Welzijn en<br />
Zorg <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> (2007). Actieplan Wonen, Welzijn en Zorg <strong>Nieuw</strong>-<br />
<strong>Lekkerland</strong>.<br />
- Provincie Zuid-Holland (2003). Streekplan Zuid-Holland Oost. Den Haag:<br />
provincie Zuid-Holland.<br />
- Regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (2007). Bedrijventerreinenstrategie<br />
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Rotterdam: ECORYS Nederland &<br />
Robbert de Koning Landschapsarchitect.<br />
<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
95<br />
- Regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (2007). Visie Landelijk gebied<br />
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Bureau Rijp voor Groen.<br />
- Regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (2005). Regionale woonvisie Alblasserwaard-Vijfheerenlanden<br />
2006-2009. RBOI en Companen.<br />
- Regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (2004). Regionale <strong>Structuurvisie</strong><br />
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Rotterdam: RBOI.<br />
- Stuurgroep Groene Hart (2007). Het Groene Hart, icoon van Nederland:<br />
Uitvoeringsprogramma 2007-2013. Provincies Noord-Holland, Zuid-Holland<br />
en Utrecht.<br />
- Stuurgroep Groene Hart (2009). Het Groene Hart, icoon van Nederland:<br />
Voorloper 2009-2020. Provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en<br />
Utrecht.<br />
Websites<br />
- Watwaswaar.nl. Geraadpleegd in september 2009.<br />
- Zuid-Holland.nl. Geraadpleegd in september 2009.