14.08.2013 Views

11.4 Structuurvisie Nieuw-Lekkerland - Gemeente Molenwaard

11.4 Structuurvisie Nieuw-Lekkerland - Gemeente Molenwaard

11.4 Structuurvisie Nieuw-Lekkerland - Gemeente Molenwaard

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> Ruimtelijk Casco/Projectenplan<br />

ONTWERP<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>


Colofon<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Ruimtelijk Casco/Projectenplan<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

BOE01-NWL00001-01F (0251081)<br />

15 mei 2012<br />

Hoff van Hollantlaan 7 - 5243 SR Rosmalen<br />

Postbus 435 - 5240 AK Rosmalen<br />

T (073) 523 39 00 - F (073) 523 39 99<br />

E info@croonen.nl - I www.croonenadviseurs.nl<br />

Inhoud<br />

1 Inleiding 1<br />

1.1 Algemeen 1<br />

1.2 Doelstelling 3<br />

1.3 Opzet van de <strong>Structuurvisie</strong> 3<br />

1.4 Leeswijzer 5<br />

Deel A Ruimtelijk Casco<br />

2 Ruimtelijke structuur 9<br />

2.1 Positionering in de regio 9<br />

2.2 Lagenbenadering 11<br />

3 Ruimtelijk beleid 33<br />

3.1 Landelijk beleid 33<br />

3.2 Provinciaal en regionaal beleid 33<br />

3.3 <strong>Gemeente</strong>lijk beleid 42<br />

4 Visie op hoofdlijnen 45<br />

4.1 Zelfbeeld 45<br />

4.2 Visie op hoofdlijnen 47<br />

5 Ruimtelijk Casco 51<br />

5.1 Bestaande linten en kernen 52<br />

5.2 Historische lintstructuur 53<br />

5.3 Bestaande bedrijventerreinen - Binnendijks 53<br />

5.4 Bestaande bedrijventerreinen - Buitendijks 54<br />

5.5 Herstructureringsgebieden 54<br />

5.6 Transformatiegebied natuur en recreatie 55<br />

5.7 Transformatiegebied dorpsfuncties 56


5.8 Maatschappelijk cluster 56<br />

5.9 Sportcluster 56<br />

5.10 Dorpsuitbreiding 56<br />

5.11 Verzorgingskern 57<br />

5.12 Kleine kern 57<br />

5.13 Hoofdwinkelcentrum 58<br />

5.14 Nevenwinkelcentrum 58<br />

5.15 Bestaande recreatieve knoop 59<br />

5.16 <strong>Nieuw</strong>e recreatieve knoop 59<br />

5.17 Entreegebied molencomplex 60<br />

5.18 Recreatief routenetwerk 60<br />

5.19 Stedelijk groen 61<br />

5.20 Hoofdgroenstructuur 61<br />

5.21 Water 61<br />

5.22 Agrarisch open landschap 62<br />

5.23 Tiendweg 63<br />

5.24 Natuurgebieden - Natura 2000 64<br />

5.25 Natte ecologische verbindingszone 64<br />

5.26 Groene Ruggengraat 65<br />

5.27 Molens 65<br />

5.28 Eendenkooien 65<br />

5.29 Donken 66<br />

5.30 Dijken 66<br />

5.31 Bestaande Infrastructuur 67<br />

5.32 Waterbus 67<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

5.33 Voet-/Fietsveer 67<br />

5.34 Autoveer 68<br />

5.35 Ruilverkavelingsweg 68<br />

Deel B Projectenplan<br />

6 Programma 73<br />

6.1 Inleiding 73<br />

6.2 Programmapunten uit de onderste laag 73<br />

6.3 Programmapunten uit de middelste laag 74<br />

6.4 Programmapunten uit de bovenste laag 75<br />

7 Projectenoverzicht 81<br />

7.1 Studies/beleid 81<br />

7.2 Buitengebied 85<br />

7.3 <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> 86<br />

7.4 Kinderdijk 88<br />

8 Uitvoeringsplan 89<br />

8.1 Inleiding 89<br />

8.2 Grondbeleid 89<br />

8.3 Kostenverhaal 91<br />

8.4 Juridisch-planologisch instrumentarium 93<br />

Bronnen


<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Topografi sche kaart anno 2003 (ANWB Topografi sche Atlas Zuid-Holland, 2004, Topografi sche Dienst Kadaster)


1 Inleiding<br />

1.1 Algemeen<br />

In oktober 2000 heeft de gemeenteraad van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> het structuurplan<br />

‘Ruimtelijke Beleidsvisie’ vastgesteld. In dit structuurplan heeft de<br />

gemeente haar integraal ruimtelijk beleid voor de langere termijn vastgelegd.<br />

In 2002 is dit beleid aangevuld met de ‘Uitwerking Ruimtelijke Beleidsvisie‘,<br />

waarmee duidelijke kaders voor handen waren voor ruimtelijke ontwikkeling.<br />

Een groot deel van de in de ‘Ruimtelijke Beleidsvisie’ geschetste ontwikkelingen<br />

zijn inmiddels gerealiseerd of in uitvoering. Omdat de ideevorming over<br />

de toekomst van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is verder gegaan en nieuwe ruimtelijke<br />

en functionele keuzes nodig zijn, is een actualisering gewenst. De gemeenteraad<br />

heeft hiervoor een basis gelegd in een strategische visie voor <strong>Nieuw</strong>-<br />

<strong>Lekkerland</strong> tot 2020 ‘Met vooruitziende blik’. Dit document levert belangrijke<br />

input voor voorliggende structuurvisie.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

1<br />

Met de komst van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is de wens om te komen<br />

tot een gemeentelijke structuurvisie gegroeid. De nieuwe Wro (met daarin de<br />

Grondexploitatiewet), die op 1 juli 2008 in werking is getreden, verplicht iedere<br />

gemeente te beschikken over een grondgebieddekkende structuurvisie.<br />

Daar staat tegenover dat de Wro een gemeente met een goed uitgevoerde<br />

structuurvisie de instrumenten biedt tot een sterke regie op de uitvoering van<br />

het ruimtelijk beleid. De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> voldoet door middel<br />

van voorliggende structuurvisie aan de voorwaarden uit de Wro.<br />

Vanaf 2013 gaat de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> samen met de gemeenten<br />

Graafstroom en Liesveld verder onder de naam ‘<strong>Molenwaard</strong>’. Beide andere<br />

gemeenten hebben reeds hun eigen structuurvisie vastgesteld. Met voorliggende<br />

structuurvisie beschikt ook de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> over een<br />

structuurvisie voor haar eigen grondgebied. De structuurvisies van de drie<br />

gemeenten zijn onderling afgestemd.


<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

2


1.2 Doelstelling<br />

De structuurvisie moet helderheid verschaffen in het ruimtelijk beleid van<br />

de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en de wijze waarop zij deze tot uitvoering wil<br />

brengen. Deze helderheid is gewenst voor inwoners en ondernemers, als ook<br />

voor andere (semi-)overheden en maatschappelijke partners. De gemeente<br />

<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> beoogt met de opstelling van de structuurvisie meerdere<br />

inhoudelijke en procesmatige doelen te bereiken:<br />

- Integrale visievorming voor de lange termijn.<br />

- Bijeenbrengen en afwegen van belangen (inhoudelijk en procesmatig).<br />

- Toetsings- en inspiratiekader voor ruimtelijke beslissingen.<br />

- ‘bottom-up’ voor regionale en provinciale planvorming.<br />

- ‘top-down’ voor ruimtelijke initiatieven.<br />

- Basis voor uitwerking in sectoraal beleid en in juridisch-planologische kaders<br />

(zoals bestemmingsplannen).<br />

- Basis voor uitvoering: de structuurvisie vervult een functie als grondpolitiek<br />

instrument. Zo kan via een structuurvisie bij particuliere ontwikkelingen<br />

de programmatische invulling van het woningbouwprogramma en het<br />

kostenverhaal van bovenplanse kosten af worden gedwongen.<br />

Daarnaast besteedt deze structuurvisie aandacht aan het thema ‘bevolkingsontwikkeling<br />

en wonen’. De structuurvisie geeft op basis van de structuur<br />

van de huidige woningvoorraad en de bevolkingsopbouw een beeld van de<br />

stand van zaken in de gemeente. Aan de hand van de doorrekening naar<br />

de toekomst, die rekening houdt met bekende woningbouwplannen en herstructurering,<br />

wordt een beeld geschetst van de kwantitatieve en kwalitatieve<br />

woonwensen. De input die verkregen wordt uit dit onderzoek is verwerkt in<br />

voorliggende structuurvisie.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

3<br />

1.3 Opzet van de <strong>Structuurvisie</strong><br />

Om zo goed mogelijk bij de doelstellingen aan te sluiten, wordt deze structuurvisie<br />

onderscheiden in twee delen die qua globaliteit, fl exibiliteit en planperiode<br />

sterk van elkaar verschillen: deel A Ruimtelijk Casco en deel B Projectenplan.<br />

De analyse van de bestaande situatie vormt een belangrijke bouwsteen voor<br />

de uiteindelijke visie. Het karakter van de gemeente, de aanwezige kwaliteiten<br />

en waarden zijn tenslotte sturend voor wat er de komende jaren ruimtelijk<br />

mogelijk is. In dit Ruimtelijk Casco wordt de zogenaamde lagenbenadering<br />

toegepast om de duurzame ruimtelijke waarden binnen de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<br />

<strong>Lekkerland</strong> in beeld te brengen. De lagenbenadering wordt kort toegelicht in<br />

het kader hieronder.<br />

De ‘Lagenbenadering’<br />

De lagenbenadering is een methode van het afwegen van ruimtelijke<br />

beslissingen waarbij de meest kwetsbare waarden in een gebied<br />

sturend zijn. De waarden en kwaliteiten<br />

die in de onderste laag<br />

(bodem, water, cultuurhistorie,<br />

natuur, etc.) worden benoemd<br />

zijn sturend voor ontwikkelingen<br />

in de middelste (infrastructuur)<br />

en bovenste laag (wonen, werken,<br />

recreëren, etc.). Het grote belang<br />

van de onderste laag komt voort<br />

uit de onvervangbaarheid van<br />

deze waarden.


Functie:<br />

- Afwegingskader<br />

- Inspiratiekader<br />

Deel B: Projectenplan<br />

Functie:<br />

- Uitwerkingskader<br />

- Uitvoeringskader<br />

Plantermijn:<br />

- Duurzaam<br />

- Lange termijn<br />

Verantwoording en inspiratie<br />

Plantermijn:<br />

- Middellang<br />

- Korte termijn<br />

Eigenschappen:<br />

- Globaal<br />

- Statisch<br />

- Transparant<br />

Uitwerking en uitvoering<br />

Eigenschappen:<br />

- Concreet<br />

- Dynamisch<br />

- Deels transparant<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Onderdelen:<br />

- Analyse en SWOT<br />

- Beleidscontext<br />

- Hoofdlijnenvisie<br />

Onderdelen:<br />

- Programma<br />

- Projecten<br />

- Grondbeleid<br />

Croonen Adviseurs<br />

4<br />

Deel A: Ruimtelijk Casco<br />

In deel A wordt vanuit een bondige analyse een visie geformuleerd op het<br />

plangebied. Deze visie bestaat uit het ontwikkelingskader (bestaand en nieuw<br />

beleid) en droombeeld (mission statement) voor de lange termijn en komt tot<br />

stand door een locatieoverstijgende discussie. Het Ruimtelijk Casco beoogt<br />

de samenhangende structuren naar boven te halen en hieraan logische strategieën<br />

te koppelen, waarmee het een casco vormt voor concrete projecten<br />

en plannen. Het is een afwegingskader, maar tegelijkertijd ook een inspiratiekader<br />

voor ruimtelijke ontwikkeling. Het Ruimtelijk Casco geeft richting zonder<br />

te spreken over een programma. Het geeft de mogelijkheden weer en is<br />

fl exibel wat betreft de exacte invulling op de korte termijn.<br />

Deel B: Projectenplan<br />

In deel B worden de ruimtelijke opgaven voor de korte en middellange termijn<br />

benoemd en de meest geschikte locaties hiervoor aangewezen. Daarnaast<br />

formuleert de gemeente welke concrete projecten en plannen op korte<br />

termijn richting uitvoering worden gebracht en hoe deze gerealiseerd gaan<br />

worden. Het projectenplan zal periodiek worden geactualiseerd en geeft daarmee<br />

steeds voor een bepaalde periode weer, op welke wijze het droombeeld<br />

tot uitvoering wordt gebracht.


Daarnaast heeft ook het bestaande ruimtelijke beleid zijn weerslag op de<br />

ontwikkelingspotenties voor bestaande en nieuwe functies. Verschillende regionale<br />

studies en beleidsvisies doen uitspraken over het grondgebied van de<br />

gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. Deze structuurvisie schept duidelijkheid in het<br />

spinnenweb aan plannen en beleidsstukken die voor de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<br />

<strong>Lekkerland</strong> gelden.<br />

In de visiefase wordt de ruimtelijke koers op hoofdlijnen uitgezet, welke er<br />

voor zorgt dat de geanalyseerde ontwikkelingspotenties benut worden, maar<br />

tegelijkertijd voorkomt dat confl icten ontstaan tussen het ruimtegebruik en de<br />

duurzame gebiedskwaliteiten. Deze koers vormt het inspiratiekader en afwegingskader<br />

voor ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>.<br />

Het Projectenplan geeft invulling aan de speelruimte die het Ruimtelijk Casco<br />

biedt. Het programma wordt geschetst en de projecten worden benoemd.<br />

1.4 Leeswijzer<br />

In hoofdstuk 2 van deze structuurvisie wordt de bestaande situatie geanalyseerd<br />

aan de hand van de lagenbenadering. De gebiedskwaliteiten worden in<br />

kaart gebracht en een korte historische schets geeft inzicht in de ontstaansgeschiedenis<br />

van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. Hoofdstuk 3 geeft inzicht in de beleidsuitspraken<br />

die zijn gedaan op provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau.<br />

Uitsluitend ruimtelijk relevante uitspraken die van invloed zijn op het ruimtegebruik<br />

in de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> worden in dit hoofdstuk behandeld.<br />

Hoofdstuk 4 beschrijft de visie op hoofdlijnen en in hoofdstuk 5 wordt<br />

het Ruimtelijk Casco beschreven, het visiebeeld voor de langere termijn.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

5<br />

Het tweede deel van de structuurvisie is het Projectenplan. Dit deel bestaat<br />

uit drie hoofdstukken. De verschillende programmapunten voor de komende<br />

jaren worden beschreven in hoofdsuk 6. Vervolgens staat in hoofdstuk 7 een<br />

overzicht van projecten en plannen die binnen het Ruimtelijk Casco en op korte<br />

termijn worden uitgevoerd. Het uitvoeringsplan komt tot slot aan de orde in<br />

hoofdstuk 8. Hierin wordt ingegaan op de instrumenten die de gemeente wil<br />

inzetten voor de uitvoering van de structuurvisie.


<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

6


Deel A - Ruimtelijk Casco


Luchtfoto (Google Earth)<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

8


2 Ruimtelijke structuur<br />

2.1 Positionering in de regio<br />

De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> maakt onderdeel uit van de Alblasserwaard.<br />

De Alblasserwaard is een karakteristiek onderdeel van het Zuid-Hollands<br />

landschap; een weids en open polderland aan de zuidfl ank van het Groene<br />

Hart. Het vormt een agrarisch gebied van formaat. De ruimte en het overwegend<br />

landelijke karakter vormen een sterk contrast tot het aangrenzende<br />

stedelijk gebied van Rotterdam-Ridderkerk en de Drechtsteden. Hier is het<br />

Groene Hart nog overwegend ‘groen, open en agrarisch’. Kenmerkend zijn de<br />

aanwezigheid van verre zichtlijnen en gave horizons. In veel gevallen kan men<br />

van kerktoren tot kerktoren kijken.<br />

Ook voor de Randstad is zo’n open gebied van betekenis. Het is belangrijk<br />

om in de nabijheid van de drukte van de stad een landelijk gebied te kennen.<br />

De Alblasserwaard dient dan ook veelal als uitloopgebied voor de stedelijke<br />

zone. Deze functie biedt zowel kansen als bedreigingen voor het gebied.<br />

De grootschalige verstedelijking bevindt zich met name ten westen en zuiden<br />

van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> met daaraan gekoppeld grote infrastructurele voorzieningen,<br />

zoals rijkswegen en de Betuwelijn. Waterwegen omgeven het gebied.<br />

Ten noorden van de gemeente bevindt zich de Lek en ten westen de Noord.<br />

Beide waterwegen worden gebruikt door de scheepvaart.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

9<br />

Met het Werelderfgoed molengebied Kinderdijk bezit de gemeente een toeristische<br />

attractie van formaat. Zeker in de zomermaanden wordt het gebied<br />

druk bezocht door duizenden toeristen uit binnen- en buitenland. Hiermee<br />

heeft het molengebied niet alleen een betekenis voor de gemeente, maar<br />

voor de gehele regio. In dit dynamische gebied, op de grens van stad en land,<br />

ligt de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>.<br />

Amsterdam<br />

Groene Hart<br />

Positionering in de regio


<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

De ondergrond in het noord-westelijk gedeelte van de Alblasserwaard wordt gekenmerkt door oost-west gerichte rivierduinen (geel), donken (rood) en oude stroomgordels (donker groen) (bron:<br />

Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland).<br />

Croonen Adviseurs<br />

10


2.2 Lagenbenadering<br />

2.2.1 Onderste laag<br />

Bodem<br />

Voor de geologische geschiedenis van de Alblasserwaard zijn twee geologische<br />

tijdvakken van belang. Tijdens het Pleistoceen wisselden koude en<br />

warme perioden elkaar af. In de laatste koude periode, het zogenaamde<br />

Weichselien (Laatste IJstijd), bestond het landschap uit een riviervlakte met<br />

vlechtende rivieren die grote hoeveelheden grind en zand afzetten. Door het<br />

koude klimaat was plantengroei nauwelijks mogelijk. De wind had hierdoor<br />

vrij spel op het door de rivieren afgezette zand. Stuivend zand werd afgezet<br />

in overwegend oost-west gerichte zandruggen. Deze rivierduinen werden<br />

aanvankelijk door de rivieren weer afgebroken. De thans in de ondergrond<br />

aanwezige rivierenduinen werden aan het einde van de Laatste IJstijd gevormd,<br />

toen het klimaat milder werd en de kracht van de rivieren afnam.<br />

Tijdens het Holoceen zijn twee processen verantwoordelijk voor de vorming van<br />

de ondergrond. Door de stijging van de temperatuur was een weelderige vegetatieontwikkeling<br />

mogelijk. In het westelijk deel van Nederland, dat vanaf deze<br />

periode beschermd werd door een gesloten duinenrij, vond op grote schaal<br />

veenvorming plaats. In het gebied van de Alblasserwaard ontwikkelden zich<br />

uitgestrekte moerasbossen waarin bosveen werd gevormd. In dezelfde periode<br />

traden rivieren regelmatig buiten hun bedding. Dicht bij de rivier werd zwaarder<br />

materiaal afgezet, waardoor parallel aan de loop zandige oeverwallen ontstonden.<br />

Doordat de stroomsnelheid in de benedenloop van de Lek mede door<br />

de getijdewerking laag was, ontwikkelde zich in het gebied van de gemeente<br />

<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> geen grote oeverwallen.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

11<br />

Eerder was sprake van een relatief smalle kleioever. Fijnere deeltjes bezonken<br />

op grotere afstand van de rivier, hetgeen ertoe leidde dat het bosveen periodiek<br />

werd bedekt met een laag rivierklei.<br />

Als gevolg van veenvorming en kleiafzetting<br />

werden de oude rivierduinen geleidelijk<br />

ingekapseld. De hoogste toppen die thans<br />

nog als zandopduiking boven het veenpakket<br />

uitsteken, worden donken genoemd. Het<br />

hoogteverschil dat we nu zien, is een gevolg<br />

van het inklinken van het omringende land.<br />

Door de vaste zandige ondergrond en de hoge ligging waren donken vanouds<br />

geschikt voor bewoning. Een aantal donken heeft dan ook een rijke historie.<br />

Naast een archeologische waarde bezitten de donken in de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<br />

<strong>Lekkerland</strong> een hoge landschappelijke waarde. De donken steken boven het<br />

relatief vlakke polderlandschap uit. In de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> ligt de<br />

hoogste donk van Nederland: de Schoonenburgsche Donk. Deze als geologisch<br />

monument aangewezen donk steekt circa 5,5 meter boven het maaiveld uit<br />

en vormt een markant herkenningspunt in het weidse landschap. Daarnaast<br />

hebben de zandopduikingen invloed gehad op de structuren in het landschap.<br />

Wegen en sloten in de omgeving van de donken vertonen soms een lichte buiging<br />

en wijken af van het rechtlijnig ontginningspatroon. Een goed voorbeeld<br />

is de Tiendweg, die ter hoogte van de Boerenweg een gebogen beloop heeft.


Cultuurlandschap<br />

Ontginningsgeschiedenis<br />

Vanouds vestigden bewoners zich in de Alblasserwaard zich op de hoger gelegen<br />

donken en oeverwallen. Dit was ook het geval toen kolonisten omstreeks<br />

het jaar 1000 begonnen met de ontginning van het uitgestrekte veengebied.<br />

Aan de ontginningsbasis langs de rivier werden de boerderijen gesticht op<br />

een onderlinge afstand van circa 110 meter. Haaks op dit langgerekte bebouwingslint<br />

werden sloten aangelegd. Op deze wijze ontstond de kenmerkende<br />

strokenverkaveling, met percelen die tussen de 100 en 120 meter<br />

breed waren. De boeren konden hun kavels niet naar believen verlengen. In<br />

grote delen van de Alblasserwaard werd bij de uitgifte van de gronden door de<br />

graaf van Holland, die landsheer was van de veenwildernis, een achtergrens<br />

vastgesteld van circa 1250 meter. Dit type ontginning staat bekend onder de<br />

naam ‘cope’. Cope heeft betrekking op de afspraken die tussen de verkoper<br />

en koper werden gemaakt met betrekking tot de omvang van de ontginning,<br />

betaling, rechtspositie en bevoegdheden. In de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

was sprake van een enigszins afwijkende situatie. De boeren konden in dit<br />

gebied hun kavels zonder vooraf opgelegde beperkingen verlengen.<br />

Systematiek van de cope-ontginningen<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

12<br />

De achtergrens van deze zogenaamde vrije opstrek werd uiteindelijk gevormd<br />

door een oud veenriviertje, dat later ontwikkeld zou worden tot achterwetering<br />

(De Groote of Achterwaterschap). Kenmerkend voor de ontginningsstructuur die<br />

op deze wijze ontstond, is de onregelmatige afstand tussen de ontginningsbasis<br />

en de achtergrens.<br />

Ten einde toestroming van water vanuit de nog onontgonnen delen tegen te<br />

gaan, werden aan weerszijden van een te ontginnen blok kades (zijwendes)<br />

aangelegd. Aan de voor- en achterzijde van een blok werden weteringen aangelegd.<br />

Langs de achterwetering lag in sommige gevallen een achterkade.<br />

Aanvankelijk werden grote delen van het ontgonnen veengebied gebruikt ten<br />

behoeve van de akkerbouw. Door de ontwatering klonk het veen echter in. Om<br />

het waterbeheersysteem te verbeteren werden nieuwe sloten gegraven, waardoor<br />

de verkavelingstructuur fi jnmaziger werd. Bovendien werd evenwijdig aan<br />

de ontginningsbasis de Tiendweg aangelegd. Deze Tiendweg had vermoedelijk<br />

een kadefunctie, en maakte het mogelijk om verschillende waterniveaus in de<br />

polder toe te passen. Ten behoeven van de afwatering werd aan weerszijden van<br />

de Tiendweg een wetering aangelegd. Vermoedelijk is ook de Oude Watering (de<br />

middenwetering die ligt tussen de Tiendweg en de Groote of Achterwaterschap)<br />

later ook met dit doel aangelegd. Dat deze structuren jonger zijn dan het verkavelingspatroon<br />

is nog herkenbaar aan het feit dat de sloten aan beide zijden<br />

van zowel de Tiendweg als de Oude Watering in het verlengde van elkaar liggen.


De aanleg van een tiendweg, een middenwetering en nieuwe sloten kon niet<br />

voorkomen dat de gronden te nat werden voor het verbouwen van gewassen.<br />

Geleidelijk werden akkerlanden omgevormd tot weiland. Op den duur ontstond<br />

een landschappelijk patroon dat de intensiteit van gebruik weerspiegelde. De<br />

gronden nabij boerderijen werden oorspronkelijk vooral benut als huisakkers<br />

voor de verbouw van tarwe, gerst, haver en vlas. Toen de grond hiervoor te nat<br />

werd, schakelde men over op de teelt van hennep, die gebruikt werd voor de productie<br />

van zeilen en touw voor de zeilvaart. Met koemest uit de stal werden deze<br />

percelen vruchtbaar gemaakt. Ook werd bagger uit naastgelegen sloten als toemaak<br />

gebruikt. Langs de ontginningsassen ontstond op deze wijze een patroon<br />

van brede sloten, met kleine hoger gelegen kavels. Op sommige plekken strekte<br />

dit landschappelijk patroon van smalle, relatief kleine percelen verder het landschap<br />

in. Bijzonder in dit verband was het gebied ten oosten van de Middelweg,<br />

dat door het voorkomen van zand van oude stroomgordels in de bodem zeer geschikt<br />

was voor akkerbouw. Het kenmerkende patroon van hennepakkers dat in<br />

dit gebied aanwezig was tussen de voorwetering (Bakwetering) en de Tiendweg,<br />

is inmiddels door dorpsuitbreiding van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> verdwenen.<br />

De gebruikintensiteit van de gronden nam af naarmate de afstand tot de ontginningsas<br />

toenam. Op grote afstand van de ontginningsbasis lagen de hooilanden.<br />

De van nature voedselarme bodem werd door de afvoer van hooi en<br />

het ontbreken van bemesting voedselarmer, waardoor hier vroeger bijzondere<br />

planten groeiden. Een groot deel van deze zogenaamde blauwgraslanden is<br />

met de ruilverkavelingen in de naoorlogse jaren omgevormd tot productieve<br />

landbouwgrond. Het patroon, met kleine akkers nabij de boerderij en de weilanden<br />

op grotere afstand, is omstreeks 1832 nog duidelijk herkenbaar.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

13<br />

Dit fragment van een kadastraal minuut toont de landschapsstructuur ten westen van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

rond 1832. (bron:www.watwaswaar.nl-kadasterkaart <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>, sectie A, blad 01)<br />

Cultuurhistorische landschapselementen<br />

In het landschap van de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> komen verschillende cultuurhistorische<br />

elementen voor die bijdragen aan de ruimtelijke identiteit van<br />

het gebied. In deze paragraaf worden de meest kenmerkende landschapselementen<br />

kort beschreven.<br />

Wielen<br />

In de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> liggen<br />

twee (duidelijk herkenbare) wielen: één langs<br />

de Zijdeweg en één tussen de Lekdijk en de<br />

Planetenlaan. Wielen zijn waterplassen die<br />

ontstonden bij dijkdoorbraken. Doordat het<br />

water zich na een doorbraak vaak met grote<br />

kracht door het gat perste, ontstond er een<br />

metersdiep kolkgat. Daarbij werd de zandondergrond uitgespoeld en op enige<br />

afstand weer afgezet. De ligging van de twee wielen is verklaarbaar, beide zijn<br />

ontstaan op een plek waar een dijk op een zandige ondergrond was gebouwd.


Huftbosjes<br />

Verspreid over het land liggen zogenaamde ‘huftbosjes’. Dit zijn kleine bosjes,<br />

waarachter het vee schaduw vindt. Om vraat door de koeien tegen te<br />

gaan is om deze bosjes een ringsloot aangelegd.<br />

Eendenkooien<br />

Voor de boeren was de vangst van wilde vogels een belangrijke bron van neveninkomsten.<br />

In de zestiende eeuw telde de Alblasserwaard 150 eendenkooien<br />

en kooiwedden. Op dit moment zijn er slechts enkelen behouden.<br />

Binnen de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> zijn thans geen functionerende eendenkooien<br />

meer gelegen. Wel bevindt zich nog een vrijwel intact exemplaar<br />

ten noorden van de Groote of Achterwaterschap. Doordat de bebossing aan<br />

de randen van de centrale waterpartij is verwijderd, is deze eendenkooi niet<br />

meer duidelijk in het open landschap herkenbaar. Van twee eendenkooien<br />

die buiten de gemeentegrenzen zijn gelegen, ligt de vangcirkel over het grondgebied<br />

van de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>.<br />

Tiendweg en hovelingen<br />

Een tiendweg vormt een oude kade die tevens<br />

dienst doet als onverharde weg ter<br />

ontsluiting van percelen. Een hoveling wordt<br />

gevormd door een bruggetje van de tiendweg<br />

naar het perceel, het hek met twee vleugels<br />

en enkele geknotte bomen. De bomen werden<br />

aangeplant om met de wortels de venige<br />

bodem te versterken. Oorspronkelijk waren<br />

de bruggen verwijderbaar, dit met het oog op<br />

het transport over water met de schouw. Met<br />

de mechanisatie in de landbouw zijn vaste<br />

betonnen bruggen beeldbepalend geworden.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

14<br />

Hennepakkers<br />

Aanvankelijk is het veengebied ontgonnen ten behoeve van de akkerbouw.<br />

Het gebied werd hier echter te nat voor. Noodgedwongen schakelde men over<br />

op de veeteelt en de hennepteelt. De hennep, die verwerkt werd tot touw<br />

en zeildoek, werd verbouwd op kleine, hoger gelegen akkers: hennepakkers.<br />

Tegen het einde van de negentiende eeuw liep de hennepteelt op zijn einde.<br />

Tegenwoordig is op sommige plekken het kenmerkende smalle kavelpatroon<br />

van de hennepteelt nog herkenbaar.<br />

Grienden<br />

Een griend is een bos, vaak met een moerasachtige ondergrond, met wilgenhakhout.<br />

De wilgentenen werden gebruikt voor de vervaardiging van hekken,<br />

gereedschappen, hoepels, manden en eendenkorven. Ook werden zinkstukken<br />

gevlochten ten behoeve van de dijkenbouw. In de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

bevonden grienden zich voornamelijk in het buitendijks gebied.<br />

Water<br />

Ten tijde van de ontginningen waren lage kaden toereikend om bescherming<br />

te bieden tegen het buitenwater. Zo vormde een kade ter hoogte van de huidige<br />

Peilkade en Zijdeweg lange tijd een dwarsdijk, die de oostelijk daarvan<br />

gelegen gronden beschermde tegen overstromingen. Het westelijk gedeelte<br />

van de Alblasserwaard werd destijds niet beschermd door een buitendijk.<br />

Door bodemdaling verslechterde de afwatering echter en nam het overstromingsgevaar<br />

toe. Vanaf de 13de eeuw werden langs de natuurlijke waterlopen<br />

dijken gebouwd en op de laagste plaatsen dwarsweteringen gegraven.<br />

Na het afdammen van de Alblas omstreeks 1277 werd ook het westelijk deel<br />

van de Alblasserwaard van dijken voorzien.


Kinderdijk<br />

Kinderdijk is gelegen op het laagste punt van de Alblasserwaard. Water werd<br />

hier met behulp van watermolens in de bedijkte boezems gemalen en vervolgens<br />

bij lage waterstanden (eb), onder natuurlijk verval, in de Lek geloosd. Omstreeks<br />

1500 functioneerde het systeem van enkele boezems niet meer. Aan<br />

weerszijden van de boezems werden bergboezems aangelegd; stukken land<br />

die werden voorzien van kaden en sluizen waarin het water bij hoge rivierstanden<br />

tijdelijk opgeslagen kon worden. Na ernstige wateroverlast in 1726 werden<br />

besloten om een systeem met een hoge en een lage boezems in te richten.<br />

Daartoe werden in 1738 in de Nederwaard acht ronde stenen molens gebouwd<br />

op de kade van boezem de Groote of Achterwaterschap. Deze molens maalden<br />

het water op de bergboezem. Twee jaar later werden aan de zijde van de<br />

Overwaard acht achtkante, met riet gedekte molens gebouwd. In 1868 werden<br />

beide boezems bemalen met stoomgemalen. Tegenwoordig wordt het water op<br />

de rivier te gepompt door het J.U. Smit-gemaal, een dieselgemaal.<br />

De afwatering van de polders geschiedde via een stelsel van weteringen en vlieten.<br />

Ook de oude veenriviertjes, die oorspronkelijk zorgden voor de natuurlijke<br />

afwatering van de Alblasserwaard, werden hiervoor benut. Het overtollig water<br />

werd onder natuurlijk verval op de Merwede en Noord geloosd. Daarbij werd water<br />

bij lage waterstanden via spuisluizen uitgelaten. Toen dit door maaivelddaling<br />

onmogelijk werd, verlegde men de waterafvoer naar de Lek. In 1366 werd daartoe<br />

de Groote of Achterwaterschap geschikt gemaakt. Ook de bedijkte Alblas ging<br />

dienst doen als boezemwater. Vanaf de 15de eeuw werd water met behulp van<br />

windmolens opgemalen naar deze boezemwateren. De dijken en de oude waterstructuur<br />

zijn nog grotendeels herkenbaar aan de huidige watergangen.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

15<br />

Het watersysteem van de polders wordt beïnvloed door neerslag, kwelwater en<br />

inlaatwater vanuit de lage boezems. De hoge boezems hebben nog steeds een<br />

belangrijke functie bij de waterbeheersing. Met name in situaties met veel neerslag<br />

is de berging in de boezems van groot belang om het waterpeil in de lage boezems<br />

en de polders in stand te houden. De waterkwaliteit is in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

over het algemeen matig. Er zitten erg veel voedingsstoffen in het water. Hierdoor<br />

ziet het water er vaak groen uit door algen of is het voor een groot deel begroeid<br />

met kroos. Ook komt het voor dat het water te weinig zuurstof bevat waardoor<br />

vissen sterven. De voedingsstoffen zijn met name afkomstig uit de veenbodem,<br />

kwelwater, bemesting voor agrarisch gebruik en rioolwateroverstorten.


Natuur<br />

Het veenweidegebied van de Alblasserwaard is rijk aan natuurwaarden. Weidevogels<br />

en wintergasten bezoeken het open, stil en waterrijk gebied. De natuurwaarden<br />

zijn onder meer verbonden met de kenmerkende beplantingsvormen<br />

in het gebied: knotwilgen en hovelingen langs de Tiendweg, de beplanting bij de<br />

voormalige eendenkooien en de huftbosjes. Het gebied ten zuiden van de Tiendweg<br />

is een belangrijk foerageergebied en weidevogelgebied. Langs de oevers van<br />

de Groote of Achterwetering komt water- en oevervegetatie voor. Grienden en rietgorzen<br />

zijn te vinden in het buitendijks gebied (onder meer het slikgebied aan de<br />

Lek) en in de bergboezems van Kinderdijk.<br />

Natura 2000-gebied ‘Kinderdijk’<br />

De boezems in Kinderdijk behoren tot de<br />

Natura 2000 gebieden in Nederland. Dit gebied<br />

omvat de hoge boezems van de Nederwaard,<br />

de Overwaard en <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>,<br />

alsmede delen van de aangrenzende polder Blokweer. De boezems bestaan uit<br />

open water, riet- en zeggemoerassen, ruigten, grienden, struwelen en boezemkaden.<br />

De polders bestaan uit wei- en hooilanden, doorsneden door sloten. De<br />

boezemkanalen zijn tussen 1365 en 1370 gegraven met als doel de afwatering<br />

van de Alblasserwaard te verbeteren. Omstreeks 1740 zijn de hoge boezems<br />

gesticht. Dit zijn in feite omkade gedeelten van de polders Blokweer en <strong>Nieuw</strong>-<br />

<strong>Lekkerland</strong>. In de hoge boezems werd water tijdelijk opgeslagen om van daaruit<br />

geloosd te worden op de Lek. Het gebied is een belangrijk broedgebied van<br />

vogelsoorten in rietmoeras (purperreiger, snor, zwarte stern) en is van enig belang<br />

als broedgebied voor een broedvogel in geïnundeerde kruidenvegetaties<br />

(porseleinhoen). Daarnaast is het gebied van enige betekenis als overwinterings-<br />

en rustgebied voor grondeleenden (smient, krakeend en slobeend).<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

16<br />

Historisch-stedenbouwkundige structuur van dorpen en bebouwingslinten<br />

De dorpen in de Alblasserwaard hebben van oudsher een ruimtelijke structuur<br />

die is afgestemd op de natuurlijke omstandigheden. Zoals in het voorgaande<br />

reeds vermeld, vond bewoning van oudsher plaats op de oeverwallen en donken.<br />

Tijdens de ontginningen in de Late Middeleeuwen is het gebied geleidelijk<br />

bedijkt. De inrichting schikte zich naar de aanwezige lijnen in het landschap.<br />

Ook werd rekening gehouden met de waterhuishouding. Doordat lokale omstandigheden<br />

varieerden, ontstonden verschillende typen bebouwingslinten.<br />

Bebouwingslinten<br />

De bebouwingslinten in de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> kunnen getypeerd<br />

worden als dijklinten. Langs de dijk ten oosten en ten westen van het dorp<br />

<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> komt een structuur voor, waarbij de bebouwing is gesitueerd<br />

op kavels die aan de achterzijde worden begrensd door een voorwetering<br />

(de Bakwetering). Blijkens de kadastrale minuutplans van omstreeks 1832<br />

waren de boerderijen in deze linten tegen de dijk gebouwd. Sindsdien is deze<br />

bebouwingsstructuur door nieuwbouw aan de teen van de dijk verwaterd.


<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

17


1900<br />

1960<br />

1980<br />

1995<br />

1940<br />

1970<br />

1990<br />

2010<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

18<br />

<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Het dorp <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is ontstaan uit twee kernen aan de dijk (Middelweg<br />

en Dorpslaan). Voor 1920 bestond de kern uit een concentratie dorpswoningen<br />

nabij de kerk. De eerste planmatige woningbouw van het dorp vond in<br />

de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw plaats langs de Dorpslaan. In dezelfde<br />

periode werd langs de Middelweg een reeks woningen gebouwd. Deze oude<br />

landweg werd in eerste instantie tot aan de Tiendweg bebouwd. Later volgde<br />

het gedeelte tussen de Tiendweg en de Oude Wetering. In de eerste decennia<br />

na de Tweede Wereldoorlog werden uitbreidingen gepleegd ten westen<br />

van de Middelweg en ten oosten van de Dorpslaan. Vanaf de jaren 80 van de<br />

vorige eeuw is het gebied tussen beide wegen langzaamaan bebouwd en is<br />

<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> één kern geworden.<br />

De Tiendweg heeft zich ontwikkeld tot een duurzame grens tussen rood en<br />

groen. Kenmerkend voor de stedenbouwkundige structuur van dit dorpsgebied<br />

is, dat de verschillende uitbreidingsfasen duidelijk herkenbaar zijn doordat<br />

bestaande landschapsstructuren zijn gehanteerd als grens. De ‘vakken’<br />

worden gescheiden door groen-blauwe assen en hebben een eigen identiteit.<br />

Omdat onder de hoogspanningskabels niet gebouwd mag worden hebben<br />

deze assen hun groene karakter kunnen behouden.


1850 1880<br />

1940 1960<br />

1970<br />

1995<br />

1990<br />

2004<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

19<br />

Kinderdijk<br />

De bebouwingsstructuur van het dorp Kinderdijk (het voormalige Elshout)<br />

kenmerkt zich door een contrast tussen de kleinschalige (woon)bebouwing<br />

die tegen de kruin van de dijk is geplaatst en de buitendijks gelegen grootschalige<br />

scheepsbouwbedrijven. Deze structuur heeft een historische dimensie.<br />

Al aan het begin van de negentiende eeuw lagen buitendijks enkele<br />

scheepswerven. Nabij de bedrijven lagen concentraties van dijkwoningen die<br />

onderdak boden aan de arbeiders.<br />

In de tweede helft van de negentiende eeuw groeide het dorp Elshout, waarbij<br />

een nagenoeg aaneengesloten lint van dijkwoningen ontstond. De scheepsbouwactiviteiten<br />

namen geleidelijk toe en in het gebied vestigde zich een<br />

ijzerfabriek. In de twintigste eeuw vergrootten de scheepswerven in schaal.<br />

Het voorland tussen de Lek en de Noord werd vrijwel geheel in gebruik genomen<br />

door deze industrie. Uitzondering vormde het terrein ten oosten van de<br />

Veerdam. Langs deze verhoogde weg en de Lekkade werd aan het begin van<br />

de twintigste eeuw een reeks arbeiderswoningen gerealiseerd. In de naoorlogse<br />

periode werd het tussenliggende terrein in fases bebouwd. Wel bleven<br />

de sportvelden gehandhaafd. Deze liggen nu als open terrein midden in het<br />

dorp Kinderdijk.<br />

Naast het contrast tussen de kleinschalige (woon)bebouwing en de grootschalige<br />

scheepsbouwbedrijven, vormen de doorzichten vanuit het dorpslint<br />

richting het boezemgebied Kinderdijk een waardevolle ruimtelijke karakteristiek.<br />

Door de slingerende dijk is sprake van een steeds wisselend<br />

perspectief op de molens.


<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

<br />

<br />

Croonen Adviseurs<br />

20


Lagenkaart onderste laag<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

21


2.2.2 Middelste laag<br />

Historische verbindingen<br />

De Lekdijk vormde van oudsher de voornaamste verbindingsweg door de gemeente.<br />

Bebouwing was lange tijd uitsluitend langs deze weg gesitueerd. Enkele<br />

onverharde landwegen werden haaks op deze weg aangelegd ter ontsluiting<br />

van het achterland. De parallel aan de Lekdijk gelegen Tiendweg ontsloot<br />

de landerijen. De Middelweg maakte onderdeel uit van een verbindingsroute<br />

tussen de Lekdijk en het dorp Alblasserdam en heeft mogelijk dienst gedaan<br />

als kerkepad. De Zijdeweg liep richting Bleskensgraaf en Oud-Alblas.<br />

Vervoer over water bleef tot in de twintigste eeuw zeer belangrijk. De boer<br />

transporteerde zijn beesten en waren met de schouw en maakte gebruik van<br />

het uitgebreide netwerk van sloten, weteringen en boezems. De ponten bij<br />

<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Kinderdijk (Elshout) waren essentiële schakels in de<br />

regionale verkeersstructuur.<br />

Auto-infrastructuur<br />

Tegen de achtergrond van de toename<br />

van het autoverkeer en de uitbreiding van<br />

de kernen werd in de jaren 70 van de 20e<br />

eeuw besloten tot de aanleg van een nieuwe<br />

ontsluitingsweg: de Schoonenburgweg.<br />

Vanuit de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> loopt<br />

deze weg zuidwaarts, om vervolgens ter hoogte van de Oude Watering in oostelijke<br />

richting af te buigen. Samen met de Middenpolderweg in de gemeente<br />

Liesveld vormt deze weg de hoofdontsluiting van het noordelijk deel van de<br />

Alblasserwaard. De weg is middels de Zijdeweg en Peilmolenweg verbonden<br />

met de provinciale weg N214.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

22<br />

Ondanks de aanleg van deze nieuwe ontsluitingsweg<br />

is de Lekdijk dienst blijven<br />

doen als hoofdverkeersader. Met name in<br />

de omgeving van Kinderdijk leidt de toestroom<br />

van toeristen in de zomermaanden<br />

tot een hoge verkeersbelasting. Ook zijn de<br />

bedrijven die langs de Lekdijk zijn gelegen<br />

voor het wegtransport aangewezen op de dijk. Het bestaande profi el van de<br />

weg leent zich echter niet voor deze functie.<br />

Gelijktijdig met de aanleg van de Schoonenburgweg is langs de Oude Watering<br />

de Elzenweg aangelegd. Beide wegen zijn ruilverkavelingswegen waarlangs meerdere<br />

nieuwe boerderijen zijn gesticht. Tijdens de ruilverkaveling zijn, parallel aan<br />

het oorspronkelijk lint, ruilverkavelingswegen aangelegd. Deze ruilverkavelingswegen<br />

zijn kaarsrecht en verschillen sterk van de eerste wegen in het gebied.<br />

Doordat de wegen worden gebruikt door zowel landbouwverkeer, vrachtverkeer<br />

als autoverkeer, ontstaan er op bepaalde plaatsen verkeersonveilige situaties.<br />

Parkeergelegenheid<br />

Wat betreft parkeren zijn er twee punten<br />

van belang voor de structuurvisie. Ten eerste<br />

zorgt de grote toeristenstroom voor het<br />

molengebied van Kinderdijk voor een hoge<br />

parkeerdruk op de kern. Er is een (relatief<br />

klein) parkeerterrein bij de entree van het<br />

gebied aangelegd. In de weekenden kan<br />

echter geparkeerd worden op het parkeerterrein van de scheepswerf.


Ten tweede zijn er in de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> twee parkeerplaatsen voor<br />

vrachtwagens. De ene ligt aan de Planetenlaan, onder de hoogspanningsleidingen,<br />

en de andere aan de westrand van de kern. Door de ligging in de kern<br />

moeten de vrachtwagens door de kern heen rijden, wat verkeersoverlast met<br />

zich meebrengt.<br />

Langzaam verkeer<br />

Binnen de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is<br />

een aantal langzaamverkeersroutes aanwezig.<br />

Langs de Schoonenburgweg ligt een<br />

vrijliggend fi etspad. De Tiendweg en gedeelten<br />

van de Elzenweg en Middelweg zijn<br />

ingericht als langzaamverkeersverbinding.<br />

Bovendien is een deel van de kades in Kinderdijk (Molenkade, Middelkade)<br />

bestemd als fi ets- en wandelpad. Verder geldt dat de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

is aangesloten op het Fietsroutenetwerk Zuid-Holland Zuid. Deze omvat<br />

naast genoemde verbindingen ook gewone verkeerswegen.<br />

Openbaar vervoer<br />

De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is met het<br />

openbaar vervoer zowel over land als water<br />

verbonden met de omliggende steden.<br />

Langs de Lekdijk zijn meerdere halteplaatsen<br />

aanwezig van buslijnen in de richting<br />

van Rotterdam-Zuid, Dordrecht, Utrecht,<br />

Streefkerk en Alblasserdam.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

23<br />

Waterinfrastructuur<br />

Er bestaat voor langzaam verkeer een veerpontverbinding tussen Kinderdijk,<br />

Krimpen aan de Lek en Ridderkerk (driehoeksveer) en een veerpontverbinding<br />

tussen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Lekkerkerk. Voor autoverkeer is er een<br />

veerpontverbinding tussen Kinderdijk en Krimpen aan de Lek. De drie ponten<br />

vervullen samen een belangrijke verkeersfunctie. In Ridderkerk is bovendien<br />

een halte van de waterbus die te bereiken is via de veerpontverbinding tussen<br />

Kinderdijk en Ridderkerk. De waterbus verbindt diverse bestemmingen in<br />

Rotterdam en de Drechtsteden met elkaar. De waterbus vaart ‘s zomers elk<br />

half uur en biedt ruimte aan circa honderd passagiers en 40 fi etsen.<br />

Echter door de grote toestroom van toeristen, maar ook het gebruik door forenzen<br />

(sluipverkeer), staat de toegangsweg naar de veerpont bij Kinderdijk<br />

regelmatig vol met wachtende auto’s. Bijkomend probleem is dat ook de Molenstraat<br />

(de dijk) daardoor vast komt te staan.<br />

De toegangsweg naar het veer bij <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> leidt door een bedrijventerrein,<br />

wat voor sociaal onveilige situaties kan zorgen.<br />

Voor toeristisch-recreatief verkeer over het water heeft de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<br />

<strong>Lekkerland</strong> veel mogelijkheden. Er kan zowel op de grote rivieren als op de<br />

binnenwateren gevaren worden. Ook Kinderdijk kan op deze twee manieren<br />

ontsloten worden, bijvoorbeeld via transferia dicht bij de A15, waardoor wegverkeer<br />

dat door de kernen naar Kinderdijk rijd kan verminderen.


<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

<br />

<br />

Croonen Adviseurs<br />

24


Lagenkaart middelste laag<br />

A15<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

25<br />

N481


2.2.3 Bovenste laag<br />

Wonen<br />

De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> telt circa 9.500 inwoners en beschikt over<br />

een woningvoorraad van circa 3.300 woningen (peildatum 1 januari 2008).<br />

De meeste woningen staan in de (grootste) kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en de kern<br />

Kinderdijk. Buiten de bebouwde kom is sprake van lintbebouwing langs de<br />

Lekdijk en verspreid gelegen woningen in het agrarisch gebied.<br />

De woningvoorraad bestaat overwegend<br />

uit eengezinswoningen. Er is vrijwel overal<br />

sprake van laagbouw. Op enkele plekken<br />

in de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> komt gestapelde<br />

woningbouw voor. De hoogte van<br />

deze gebouwen is beperkt tot maximaal 5<br />

woonlagen.<br />

Ten opzichte van het landelijk gemiddelde<br />

wonen in de gemeente relatief weinig ouderen<br />

en veel jongeren. Dit resulteert ook<br />

in een relatief grote huishoudensgrootte.<br />

In 2010 is door Companen in de gemeente een woningmarktonderzoek voor<br />

de periode 2010-2020 uitgevoerd. Hieruit blijkt dat er sprake is van een negatief<br />

migratiesaldo, vooral richting omliggende gemeenten. Ondanks dit<br />

saldo, waarbij jongeren voor de grootste uitstroom zorgen, is de natuurlijke<br />

aanwas van de bevolking bovengemiddeld hoog.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

26<br />

De natuurlijke woningbehoefte in de gemeente bedraagt 35 tot maximaal<br />

45 woningen per jaar. Hierbij zorgen de doelgroepen starters en senioren<br />

voor de grootste vraag. Starters hebben behoefte aan sociale koopwoningen.<br />

Hiervan is de bestaande voorraad in de gemeente in principe al voldoende,<br />

maar ontbreekt het aan een goede doorstroming. Senioren hebben behoefte<br />

aan toegankelijke woningen, zowel sociale huurappartementen als grondgebonden<br />

woningen.<br />

Bedrijven<br />

Door de ligging aan het water kent de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> van oudsher<br />

veel op het water gerichte bedrijvigheid. De scheepswerf bij Kinderdijk,<br />

op het kruispunt van de rivieren de Lek en de Noord, is hiervan het belangrijkste<br />

voorbeeld. Deze scheepswerf heeft<br />

zich in de loop van de tijd ontwikkeld tot<br />

een bedrijf dat internationaal actief is. Het<br />

terrein van de scheepswerf is volledig buitendijks<br />

gelegen. Ook bij <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

ligt in een brede zone langs de Lekdijk een<br />

buitendijks bedrijventerrein (onder andere<br />

de Veerweg). Hier is geen sprake van<br />

grootschalige scheepsbouw, maar andere<br />

bedrijven die een relatie hebben met het<br />

water zijn hier gevestigd. Zo zijn er onder<br />

andere een betonfabriek en metaalverwerkende<br />

bedrijven aanwezig en bevindt zich<br />

er een bunkerstation voor schepen.


Naast watergebonden bedrijvigheid komt<br />

in de gemeente ook andere bedrijvigheid<br />

voor. Buiten de kernen liggen verspreid in<br />

het landschap agrarische bedrijven, gericht<br />

op veeteelt. Ook in het bebouwingslint<br />

langs de Lekdijk komen agrarische<br />

bedrijven voor. In de kernen bevindt zich<br />

kleinschalige lokale bedrijvigheid. De kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> huisvest de<br />

meeste van deze bedrijven, waarbij sprake is van een concentratie aan de<br />

Planetenlaan (Ambachtsweg) en op het vrij recent opgeleverde bedrijvenpark<br />

Veenweide aan de zuidoostrand van de kern. Tot slot bevindt zich in<br />

het zuidwesten, direct ten zuiden van de Tiendweg, een waterleidingbedrijf.<br />

Bedrijfsvestigingen (315) %<br />

Landbouw, bosbouw en visserij 11,0<br />

Winning en nijverheid 29,2<br />

Commerciële dienstverlening 46,0<br />

Niet-commerciële dienstverlening 13,9<br />

Voorzieningen<br />

Qua voorzieningen is er in de gemeente<br />

sprake van een duidelijke hiërarchie tussen<br />

de kernen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Kinderdijk.<br />

<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> fungeert als verzorgingskern<br />

en huisvest veruit de meeste<br />

van de aanwezige voorzieningen. Als gevolg<br />

hiervan is detailhandel volledig geconcentreerd in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. De<br />

meeste detailhandel bevindt zich in één van de twee winkelcentra: het Kleyburgplein<br />

in het oosten van de kern en de Planetenlaan (op de hoek met de<br />

Marslaan) in het westen. Ook onderwijs is volledig geconcentreerd in de kern<br />

<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. Er bevinden zich meerdere basisscholen, verspreid over<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

27<br />

de kern. Voortgezet onderwijs is niet aanwezig,<br />

hiervoor is men aangewezen op Lekkerkerk,<br />

Papendrecht, Dordrecht, Ottoland<br />

of Rotterdam. In het westen van de kern<br />

<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> bevindt zich een cluster<br />

met verschillende sportvoorzieningen. Hierin<br />

liggen een openluchtzwembad, voetbalvelden,<br />

tennisbanen en een openluchtijsbaan.<br />

Ook sporthal de Klipper is hier gesitueerd.<br />

Kenmerkend voor Kinderdijk zijn de voetbalvelden<br />

van voetbalvereniging De Zwerver.<br />

Deze liggen midden in de kern en grenzen onder<br />

andere aan de achtertuinen van woningen.<br />

In <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is een klein cluster<br />

van diverse voorzieningen te vinden aan<br />

de Planetenlaan, nabij het voormalige gemeentehuis.<br />

Ten zuiden van het bedrijventerrein<br />

aan deze weg bevinden zich onder<br />

meer een basisschool, kerk, brandweerkazerne<br />

en het voormalige gemeentehuis.<br />

Aan de westzijde van dit cluster staat woonzorgcomplex<br />

’t Waellant.<br />

Overige voorzieningen bevinden zich veelal verspreid over beide kernen. Horeca<br />

is in zeer beperkte mate aanwezig. De horeca die er is betreft een aantal<br />

cafés, restaurants en cafetaria’s. In Kinderdijk is relatief meer horeca gevestigd,<br />

mede dankzij de toeristische aantrekkingskracht van het molengebied.


<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

28<br />

Recreatie en toerisme<br />

De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> bezit een grote toeristische trekpleister in de<br />

vorm van het molengebied bij Kinderdijk. Vanwege de verkregen status van<br />

UNESCO staat dit gebied op de werelderfgoedlijst en trekt dit bezoekers vanuit<br />

de hele wereld. Het gebied bestaat uit een lint met molens langs boezemwater.<br />

Bij de entree van het gebied aan de Lekdijk staan enkele winkels, gericht<br />

op toeristen. Voor andere voorzieningen zoals hotels en dergelijke moeten<br />

toeristen uitwijken naar omliggende plaatsen. Ook voor de vele campers die<br />

langs de Lekdijk parkeren zijn geen speciale voorzieningen aangelegd.<br />

Behalve dat het als toeristisch gebied fungeert maakt het molengebied onderdeel<br />

uit van een belangrijk natuurgebied (Natura 2000). Dit gebied betreft<br />

een groot deel van het gebied tussen de kernen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Kinderdijk.<br />

Het gebied is, behalve het fi etspad langs de molens, ontoegankelijk.<br />

Het fi etspad langs de molens maakt onderdeel uit van het fi etsroutenetwerk<br />

‘Drechtsteden-Alblasserwaard Vijfheerenlanden’. Dit netwerk strekt zich uit<br />

over heel de Alblasserwaard. Zowel het netwerk als de overige paden in de<br />

polder worden intensief gebruikt door fi etsers en wandelaars. De Tiendweg<br />

aan de zuidzijde van de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is eveneens een recreatieve<br />

route. Op een deel van de Lekdijk tussen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Kinderdijk, is<br />

vrij recent een wandelpad aangelegd. Dit pad ligt hoger dan de naastgelegen<br />

weg. Voor fi etsers is op dit moment nog geen vrijliggend pad op de Lekdijk<br />

aanwezig, maar binnen korte termijn wordt een vrijliggend fi etspad aangelegd<br />

tussen Kinderdijk en de Middelweg in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. Ook tussen<br />

de veerpont van Kinderdijk en Alblasserdam wordt een vrijliggend fi etspad<br />

aangelegd. Het netwerk van wandelpaden in de gemeente maakt onderdeel<br />

uit van het Lange Afstandswandelen en het Regionaal en Europees wandelnetwerk.<br />

Behalve fi etsen en wandelen beschikt de gemeente over enkele andere<br />

recreatiemogelijkheden. Eerder is al bij de sportvoorzieningen het openluchtzwembad<br />

in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> genoemd. Daarnaast liggen midden in<br />

de kern, onder de hoogspanningsleidingen, langgerekte volkstuincomplexen.


Verder bevinden zich op enkele plekken in de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> kleine<br />

parken met speelvoorzieningen. Ook is er een dierenweide aan de Streeflandstraat.<br />

Een aantal recreatieve voorzieningen hebben in de loop van de tijd vanuit de<br />

kern de oversteek over de Tiendweg gemaakt. Deze hebben percelen tussen<br />

de Tiendweg en de ten zuiden gelegen Elzenweg ingenomen. Het gaat hierbij<br />

om een volkstuincomplex en voetbalvelden. Tevens ligt er een opvallend<br />

groengebied: op een voormalig agrarisch perceel is een bos geplant, wat inmiddels<br />

volgroeid is en gebruikt wordt als openbaar wandelgebied.<br />

Het water van de rivieren de Lek en de Noord wordt onder meer gebruikt door<br />

pleziervaart. In de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> zijn geen speciale voorzieningen<br />

voor deze boten aanwezig. Wel vormen de veerponten bij <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

en Kinderdijk een belangrijke schakel voor het recreatieve verkeer<br />

tussen de Alblasserwaard en de aan de overzijde gelegen polders bij Lekkerkerk<br />

en Krimpen aan de Lek. Ook zorgt de veerpont bij Kinderdijk voor een<br />

verbinding met Ridderkerk, waar overgestapt kan worden op de Waterbus<br />

richting Rotterdam of Dordrecht. De boot vormt een populair vervoersmiddel<br />

voor fi etsers en wandelaars. Het water in het molengebied heeft ook een<br />

recreatieve functie, zij het beperkt. Hier vaart een rondvaartboot langs de<br />

verschillende molens.<br />

Agrarische sector<br />

Buiten de kernen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Kinderdijk<br />

en het Natura 2000-gebied bij het<br />

molengebied bij Kinderdijk is op het overig<br />

deel van het gemeentelijk grondgebied de<br />

agrarische sector vertegenwoordigd: circa<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

29<br />

64% van het totaaloppervlak. Dit aandeel is vrijwel gelijk aan het landelijk<br />

gemiddelde (68%, peildatum 2003), maar steekt schril af tegen de 94% van<br />

buurgemeente Graafstroom.<br />

De voornaamste agrarische activiteit is veeteelt.<br />

Het beeld van het open polderlandschap<br />

wordt daarom op diverse plekken<br />

bepaald door grazende koeien en schapen.<br />

Ten zuiden van de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

bestaat dit beeld uit een combinatie met<br />

enkele recreatieve functies die vanuit de<br />

kern de Tiendweg hebben overgestoken: de voetbalvelden, een volkstuincomplex<br />

en een bosperceel. Als gevolg hiervan is de agrarische functie in dit<br />

gebied versnipperd aanwezig. Ten oosten van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is het gebied<br />

volledig agrarisch, met de Schoonenburgsche Donk als opvallend punt in het<br />

landschap. Dit gebied is door de uitgestrektheid van het landschap ook beter<br />

geschikt voor de landbouw.<br />

Centraal in de gemeente loopt van oost-westelijke richting de Schoonenburgweg/Elzenweg.<br />

Dit betreft een ruilverkavelingsweg, waaraan de verschillende<br />

agrarische bedrijven zijn gelegen. Door de ruime afstand tussen de verschillende<br />

bedrijven is het open zicht op de polder blijven bestaan.<br />

De agrarische bedrijven die niet aan de ruilverkavelingsweg liggen, zijn gesitueerd<br />

in het bebouwingslint langs de Lekdijk ten oosten van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>.<br />

Hier is de afstand tussen de bebouwing kleiner, waardoor vanaf de dijk<br />

minder zicht is op de polder.


<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

<br />

<br />

Croonen Adviseurs<br />

30


Lagenkaart bovenste laag<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

31


<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Uitsnede functiekaart structuurvisie Zuid-Holland (Bron: Provincie Zuid-Holland) Uitsnede kwaliteitskaart structuurvisie Zuid-Holland (Bron: Provincie Zuid-Holland)<br />

Croonen Adviseurs<br />

32


3 Ruimtelijk beleid<br />

Dit hoofdstuk beschrijft het, voor deze structuurvisie, relevante bestaande<br />

ruimtelijke beleid. Veel van de in hoofdstuk 2 genoemde gebiedskwaliteiten<br />

en –waarden zijn hierin vastgelegd en worden via beleidsregels beschermd.<br />

Deze beleidsregels moeten doorvertaald worden in lokaal beleid. De structuurvisie<br />

is hiervoor het aangewezen product.<br />

In de meeste beleidsstukken worden reeds uitspraken gedaan over de toekomstige<br />

invulling van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. Hierna is per beleidsstuk een samenvatting<br />

opgenomen. Dit wil overigens niet zeggen dat elementen die niet<br />

specifi ek zijn benoemd niet bij de opstelling van de structuurvisie zijn gebruikt.<br />

Relevante en gewenste ontwikkelingen zijn rechtstreeks opgenomen<br />

in het Ruimtelijk Casco, zoals wordt beschreven in hoofdstuk 5.<br />

3.1 Landelijk beleid<br />

3.1.1 Ruimte voor de rivier<br />

Het landelijke beleidsprogramma ‘Ruimte voor de Rivier’ is erop gericht een<br />

betere bescherming voor gebieden langs de rivieren te creëren. Dit vanuit de<br />

achtergrond van een verandering van het klimaat, waarin de rivieren in Nederland<br />

steeds meer water moeten verwerken. De afvoer van dat water wordt<br />

moeilijker doordat de zeespiegel stijgt en de bodem daalt. Daardoor wordt de<br />

kans op overstromingen groter.<br />

In ‘Ruimte voor de Rivier’ krijgt de rivier letterlijk meer ruimte, zodat de kans<br />

op overstromingen afneemt. Tegelijkertijd werken regio en Rijk aan verfraaiing<br />

van het landschap en versterking van de recreatiemogelijkheden en de<br />

economie. Zo gaan veiligheid, een mooi landschap en een sterke economie<br />

gelijk op.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

33<br />

In het programma zijn 39 projecten aangewezen om het Nederlands rivierengebied<br />

in 2015 veiliger én aantrekkelijker te maken. Eén van de projecten<br />

bestaat uit de dijkverbetering van de Lekdijk langs de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden.<br />

Delen van de dijk tussen het Schoonhovenseveer en de Zijpkade in Lexmond,<br />

en vandaar tot aan Everdingen, zijn zwak. Ze voldoen niet meer aan de wettelijke<br />

veiligheidseisen. Dijkverhoging is geen optie, vanwege de zachte bodem<br />

waarin de dijk weg kan zakken en het wegnemen van uitzicht voor mensen<br />

die aan de dijk wonen. Als oplossing worden de oude waterkerende constructies<br />

aangepast en worden binnendijkse steunbermen plaatselijk verbreed en<br />

verhoogd. Na de dijkverbetering blijft het rivierengebied goed beschermd tegen<br />

overstromingen.<br />

3.2 Provinciaal en regionaal beleid<br />

3.2.1 Visie op Zuid-Holland<br />

De provincie Zuid-Holland heeft haar ruimtelijk beleid vastgelegd in haar ‘Visie<br />

op Zuid-Holland’, die op 2 juli 2010 is vastgesteld door Provinciale Staten.<br />

De ‘Visie op Zuid-Holland’ bestaat uit een structuurvisie, verordening ruimte<br />

en uitvoeringsagenda en heeft de verschillende streekplannen in de provincie<br />

vervangen. De kern van de ‘Visie op Zuid-Holland’ is het versterken van<br />

samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen de provincie. Dit draagt bij<br />

aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie.


Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit<br />

wil de provincie bereiken door het realiseren van een samenhangend stedelijk<br />

netwerk en een samenhangende groenstructuur. Goede bereikbaarheid,<br />

een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap<br />

met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.<br />

<strong>Structuurvisie</strong><br />

In de structuurvisie kiest de provincie voor een tweeledige sturing, zowel op<br />

ruimtelijke functies als op ruimtelijke kwaliteiten. Deze aspecten worden in<br />

beeld gebracht op een functiekaart en een kwaliteitskaart, die eenzelfde status<br />

hebben en elkaar aanvullen.<br />

De functiekaart geeft de gewenste ruimtelijke functies weer die in de structuurvisie<br />

zijn geordend, begrensd en vastgelegd als ruimtelijk beleid tot 2020.<br />

Voor de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> zijn de volgende functies relevant:<br />

- Ecologische verbinding aan zuidrand van gemeente: Groene Ruggengraat.<br />

- Molengebied Kinderdijk als Natura2000-gebied.<br />

- Molengebied Kinderdijk als toeristisch centrum.<br />

- Molengebied Kinderdijk is een grondwaterbeschermingsgebied.<br />

- Landelijk gebied aangemerkt als agrarisch gebied met een aanpak gericht<br />

op bodemdaling.<br />

Verder is het bestaand bebouwd gebied in de provinciale structuurvisie opgenomen<br />

als dorpsgebied, respectievelijk bedrijventerrein, en zijn er geen zoeklocaties<br />

voor uitbreiding aangegeven.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

34<br />

De kwaliteitskaart toont de diversiteit van Zuid-Holland en brengt de ruimtelijke<br />

kwaliteiten van provinciaal belang in beeld. De kaart geeft vanuit een<br />

kwalitatieve invalshoek richting en randvoorwaarden aan de ordening en ontwikkeling<br />

van de ruimte in Zuid-Holland. Bijzondere ruimtelijke kwaliteiten die<br />

aanwezig zijn in de gemeente en daarmee van belang zijn voor de structuurvisie<br />

<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> zijn de volgende:<br />

- Recreatietransferium bij entree molengebied Kinderdijk aan de Lek.<br />

- Molengebied Kinderdijk is aangemerkt als toeristisch centrum.<br />

- Geheel landelijk gebied is aangemerkt als cultureel erfgoed – kroonjuweel.<br />

- Kernen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Kinderdijk zijn aangemerkt als cultureel erfgoed<br />

– topgebied.<br />

- Lekdijk vormt dijk met een cultuurhistorisch waardevol bebouwingslint.<br />

- Tiendweg is een kenmerkend landschapselement.<br />

Verordening ruimte<br />

Behalve de structuurvisie maakt de verordening ruimte een belangrijk onderdeel<br />

uit van de ‘Visie op Zuid-Holland’. De verordening bevat regels voor<br />

de ruimtelijke ontwikkelingen binnen het grondgebied van de provincie, waar<br />

gemeenten zich aan moeten houden.<br />

Belangrijk in het provinciaal ruimtelijk beleid is het tegengaan van verstedelijking<br />

in het landelijk gebied. Daartoe is op de kaart van de verordening ruimte<br />

om elke bebouwingsconcentratie een bebouwingscontour getrokken. Buiten<br />

de bebouwingscontour is nieuwvestiging of uitbreiding van stedelijke functies,<br />

intensieve recreatieve functies of bebouwing voor extensieve recreatieve<br />

functies uitgesloten. Enkele uitzonderingen zijn mogelijk, zoals de realisatie<br />

van ‘ruimte voor ruimte’-woningen en de ontwikkeling van nieuwe landgoederen.


Kaart gebiedsgerichte beleidsstrategieën tot 2020 (Bron: Stuurgroep Groene Hart)<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

35<br />

3.2.2 Voorloper Groene Hart 2009-2020<br />

Door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland is een<br />

Voorloper Groene Hart opgesteld. De Voorloper is een gezamenlijke bouwsteen<br />

voor de provinciale structuurvisies. Het is geen formeel plan, er is uitsluitend<br />

sprake van zelfbinding. Voor voorliggende structuurvisie zijn de relevante beleidsuitspraken<br />

opgenomen.<br />

- Het behoud van de vier kernkwaliteiten staat voorop bij alle ontwikkelingen;<br />

landschappelijke diversiteit, (veen-)weide karakter, openheid, rust en<br />

stilte. Indien er vanuit de lagenbenadering –in het bijzonder de bodemdaling-<br />

dringende redenen zijn om hiervan af te wijken is dit mogelijk.<br />

- Behoud van de landbouw als drager en beheerder van het Groene Hartlandschap,<br />

als bron van werkgelegenheid en vitaliteit en natuurlijk als<br />

voedselproducent is uitgangspunt.<br />

- Het realiseren van een aantrekkelijk en samenhangend routenetwerk<br />

voor wandelen, fi etsen, skaten en varen wordt beoogd.<br />

- Het realiseren en behoud van een goed functionerende EHS, waaronder<br />

de Groene Ruggengraat.<br />

- Ruimtelijke ontwikkelingen voor wonen zijn mogelijk, mits de kernkwaliteiten<br />

van het landschap worden behouden of versterkt.<br />

- Bouwen voor migratiesaldo nul is uitgangspunt.<br />

- De woningbouwmogelijkheden worden vooral ingezet binnen de ruimtelijke<br />

begrenzingen (contouren) en/of in de gebieden waar ruimte is voor<br />

transformatie, bijvoorkeur gekoppeld aan openbaar vervoer.<br />

- Herstructurering van bestaande bedrijventerreinen heeft het primaat,<br />

nieuwe bedrijventerrein moeten zoveel mogelijk regionaal worden bezien.


Uitsnede kaart Ontwikkelingsperspectief (Bron: Stuurgroep Groene Hart)<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

36<br />

- Actief streven naar verplaatsen verspreid liggende bedrijven die niet passen<br />

in het landschap vanuit de kernkwaliteiten.<br />

- De delen van het Groene Hart die grenzen aan de Randsteden worden beschouwd<br />

als metropolitane parklandschappen. Hier is ruimte voor intensieve<br />

recreatie dicht bij de steden en voor extensieve recreatie en landbouw,<br />

en onder voorwaarden in beperkte mate voor (exclusieve) woningbouw.<br />

- De bereikbaarheid en toegankelijkheid van het Groene Hart wordt verbeterd.<br />

- Behoud, ontwikkeling en ontsluiting van de bijzondere cultuurhistorische<br />

waarden in het Groene Hart.<br />

3.2.3 Uitvoeringsprogramma Groene Hart 2007-2013<br />

Een Stuurgroep Groene Hart van de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland<br />

en Utrecht heeft in februari 2007 een Uitvoeringsprogramma Groene Hart<br />

opgesteld. In dit uitvoeringsprogramma is een ontwikkelingsperspectief opgenomen.<br />

Landschapstype, waterhuishouding, bodem en infrastructuur vormen<br />

de belangrijkste onderscheidende factoren in het ontwikkelingsperspectief.<br />

De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> ligt in het oosten op een laaggelegen veengebied<br />

met een sterke bodemdaling en in het westen op een hoger gelegen<br />

veengebied met een matige bodemdaling. Aan de noordzijde, langs de Lek,<br />

liggen rivieroeverwallen.<br />

Bij veenweidegebieden met sterke bodemdaling zijn maatregelen nodig om<br />

het veenweidelandschap te behouden en verdroging van natuur tegen te<br />

gaan. In de gebieden is en blijft de landbouw de belangrijkste vorm van ruimtegebruik.


3.2.4 Regionale structuurvisie Alblasserwaard-Vijfheerenlanden<br />

De Regionale structuurvisie voor de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden is in<br />

maart 2004 vastgesteld. In de visie wordt ingegaan op de ligging van het gebied<br />

in groter verband en er wordt aandacht besteed aan de specifi eke kenmerken/<br />

kwaliteiten van het gebied. Uiteindelijk is een strategische visie voor de langere<br />

termijn ontwikkeld, die van invloed is op voorliggende structuurvisie.<br />

Het beleid richt zich voornamelijk op het behoud van de bestaande kwaliteiten<br />

van het gebied, zoals het behoud van de openheid, het behoud van cultuurhistorische<br />

elementen en het behoud van waardevolle doorzichten in de<br />

linten. Als ontwikkelingsrichting worden kansen gezien voor de recreatie en<br />

de verbreding van de landbouw. Ook natuurontwikkeling is aandachtspunt.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

37<br />

In de Regionale structuurvisie worden de volgende beleidsuitspraken gedaan<br />

die relevant zijn voor voorliggende structuurvisie en daarom zijn opgenomen<br />

in het Ruimtelijk Casco:<br />

- <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is een verzorgingskern, Kinderdijk is een kleine woonkern.<br />

Voor zowel de verzorgingskernen als de ‘kleine woonkernen’ is specifi<br />

ek beleid ontwikkeld.<br />

- Een adequate benutting van het waterfront van de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>.<br />

- Voor het landelijk gebied is de inzet vooral gericht op het openhouden en<br />

het versterken van het landschap.<br />

- Inzetten op een versterking van groene en recreatieve verbindingen tussen<br />

de stedelijke gebieden en het middengebied.<br />

- Vernieuwing/uitbreiding van jachthavens en het watertoerisme bij Kinderdijk<br />

en <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>.<br />

- Uitbouw van de pleisterplaats Kinderdijk als toeristische ontwikkeling.<br />

- Ontwikkeling van ecologische verbindingszones.<br />

- Het behoud van cultuurhistorische elementen zoals molens, boerderijen<br />

en knotwilgen, het behoud van het waterrijke karakter, het herstel van<br />

kleinschalige karakteristieke landschapselementen.<br />

- Behoud en ontwikkeling van natuurgebied Kinderdijk.<br />

- Inzetten op een verbrede landbouw en een versterking van het agritoerisme.<br />

Daarnaast kunnen andere functies afgewogen worden zoals nieuwe<br />

landgoederen, recreatie of natuur. Recreatieve mogelijkheden zijn er zowel<br />

in de kernen en knooppunten als op het platteland.<br />

- Uitbouw recreatieve opvanggebieden met lokale en bovenlokale functie.<br />

- Revitaliseren bedrijventerrein Kinderdijk.


Plankaart Regionale <strong>Structuurvisie</strong> Alblasserwaard-Vijfheerenlanden<br />

(Bron: Regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden)<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

38


3.2.5 Regionale woonvisie Alblasserwaard-Vijfheerenlanden 2006-2009<br />

De gemeenten in de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden hebben in 2005<br />

een regionale woonvisie opgesteld. De woningbouw en de toename van de<br />

woningvoorraad blijven achter bij de taakstelling. Het is noodzakelijk op regionaal<br />

niveau de kwantitatieve en kwalitatieve woonopgave ter hand te nemen,<br />

zodat voldoende passende woningen worden gerealiseerd. Specifi eke<br />

doelgroepen zoals starters, ouderen en mensen met een zorgvraag vragen<br />

om aandacht. In de woonvisie worden voornamelijk actiepunten genoemd die<br />

relevant zijn voor Deel B van deze structuurvisie; het Projectenplan.<br />

- Het woningbouwprogramma richt zich op een migratiesaldo 0.<br />

- Herstructurering van bestaande gebieden is nodig in verband met de veranderende<br />

woningvraag. Deze opgave moet zich richten op differentiatie<br />

en kwaliteit.<br />

- In de plannen moet perspectief worden geboden voor mensen met lage<br />

inkomens, zoals starters en ouderen.<br />

- De realisatie van zorgsteunpunten kan bijdragen aan de gewenste ontwikkeling<br />

van de kernen.<br />

- De intentie is om in geval van ruimtekort in een kern de woningvraag elders<br />

in de regio op te vangen. Vanwege onder andere de omvang van de<br />

lokale behoefte en de binding aan kernen kunnen beperkte contouraanpassingen<br />

nodig zijn. Voor <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is het ontbreken van contourruimte<br />

en de wenselijkheid van contourverruiming op korte termijn<br />

aan de orde.<br />

- Er wordt gestreefd naar benutting van vrijkomende boerderijen voor woonfuncties,<br />

al of niet in combinatie met niet hinderlijke bedrijfsfuncties.<br />

De gegevens met betrekking tot precieze woningbouwplanning en de verdeling<br />

tussen de verschillende woningbouwcategorieën krijgt zijn verdere uitwerking<br />

in Deel B; het Projectenplan.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

39<br />

3.2.6 Bedrijventerreinenstrategie Alblasserwaard-Vijfheerenlanden<br />

In 2006 is besloten tot het opstellen van een bedrijventerreinenstrategie voor<br />

de regio. Door ECORYS is dit onderzoek uitgevoerd, waarin aandacht is besteed<br />

aan de bestaande bedrijventerreinmarkt van de regio en de gewenste<br />

ontwikkelings- en uitvoeringsstrategie.<br />

De bestaande bedrijventerreinen gelegen in de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

blijven in de strategie allemaal onveranderd. Er is geen noodzaak de bedrijventerreinen<br />

te herstructureren of uit te breiden. Ook zijn geen nieuwe bedrijventerreinen<br />

nodig. Wel is er binnen de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> ruimte<br />

voor de realisatie van een bedrijfsverzamelgebouw.<br />

De grootschaliger bedrijvigheid in de Lekzone dient (passief) verplaatst te<br />

worden naar zones aan de A15 en A27. De vrijkomende locaties kunnen dan<br />

kleinschalig worden verkaveld zodat ze ruimte bieden aan kleinschalige lokale<br />

bedrijvigheid. Hieraan bestaat veel behoefte.<br />

Bij het verplaatsen van de bedrijvigheid uit de Lekzone gelden de volgende<br />

richtlijnen:<br />

- Vrijgekomen kavels mogen niet groter worden verkocht dan 0,5 ha netto.<br />

- Reeds gevestigde bedrijven mogen geen ruimte geboden of verkocht krijgen<br />

wanneer daarmee het totale bedrijfsoppervlak van het betreffende<br />

bedrijf groter dan 0,5 ha wordt.<br />

- Alleen aan lokale en subregionale bedrijvigheid mag ruimte worden geboden.<br />

- <strong>Gemeente</strong> of regio dient bij vertrek van bedrijven de kavels te verwerven.<br />

- De terreinen moeten een ruime ruimtelijke opzet krijgen met mogelijk<br />

doorzichten naar het achterliggende landschap.


3.2.7 Visie Landelijk gebied Alblasserwaard-Vijfheerenlanden<br />

De visie Landelijk Gebied Alblasserwaard-Vijfheerenlanden is opgesteld door<br />

de samenwerkende gemeenten uit de regio. De visie is opgesteld in februari<br />

2007. In de visie wordt een onderscheid gemaakt in meerder pijlers, te weten;<br />

Agrarische economie, Landschap, Recreatie en toerisme, Natuur en Cultuurhistorie.<br />

De gemeenten zien de landbouw als belangrijkste drager van het landschap.<br />

De landbouw moet zoveel mogelijk ontplooiingsmogelijkheden krijgen, mits<br />

deze niet confl icteert met de landschappelijke kwaliteit, zoals de openheid.<br />

Aanwezige landschappelijke verscheidenheid moet behouden blijven. Ook<br />

cultuurhistorisch waardevolle objecten en gebieden moeten, gezien hun<br />

waarde voor het landschap, worden beschermd en waar mogelijk toegankelijk<br />

gemaakt voor toerisme en recreatie. Verbredingsactiviteiten worden gestimuleerd<br />

om het landschap in stand te kunnen houden.<br />

Er wordt getracht de landschappelijke en recreatieve kwaliteiten van het gebied<br />

te versterken, onder andere door de samenhang tussen de toegangspoorten,<br />

eventueel in combinatie met bezoekerscentra, en het landelijk gebied<br />

te versterken. Ook de recreatieve infrastructuur verdient hierbij aandacht.<br />

Het duurzaam veiligstellen van de aanwezige natuurwaarden moet gebeuren<br />

door het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en een duurzaam<br />

robuust natte noordzuidverbinding. De EHS bestaat uit natuurgebieden,<br />

verbindingszones en gebieden met agrarisch natuurbeheer.<br />

Enkele concrete acties die doorwerken in deze structuurvisie en die een<br />

plaats krijgen in het Ruimtelijk Casco zijn de volgende:<br />

- Vestiging van een nieuw landgoed in de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>.<br />

- Verbeteren van de toegankelijkheid over water.<br />

- Verbeteren bereikbaarheid Kinderdijk over water.<br />

- Uitbreiden overnachtingscapaciteit.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

40<br />

- Verbeteren fi etsinfrastructuur.<br />

- Realiseren van ecologische verbindingszones.<br />

- Promotie van cultuurhistorie.<br />

- Verbeteren waterkwaliteit natuurgebieden.<br />

3.2.8 <strong>Structuurvisie</strong> Graafstroom en Liesveld<br />

De aangrenzende gemeenten Graafstroom en Liesveld hebben elk ook hun<br />

eigen structuren en visiepunten vastgelegd die van invloed kunnen zijn op<br />

voorliggende structuurvisie. Voor Graafstroom is de <strong>Structuurvisie</strong> op 29<br />

maart 2011 vastgesteld door de gemeenteraad. Voor Liesveld is op 20 juni<br />

2006 het Structuurplan vastgesteld door de gemeenteraad.<br />

Structuren en visiepunten van beide gemeenten die van belang zijn voor voorliggende<br />

structuurvisie:<br />

- Op de grens met de gemeente Graafstroom loopt een ecologische verbindingszone.<br />

- De gemeente Graafstroom heeft een tracé van de Groene Ruggengraat<br />

geprojecteerd op de grens met de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en tussen<br />

<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Liesveld.<br />

- Kinderdijk is in de structuurvisie van de gemeente Graafstroom opgenomen<br />

als bestaande recreatieve knoop en als Natura 2000-natuurgebied.<br />

- De gemeente Liesveld heeft op de grens met de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

twee dijkwielen aangewezen met een zeer hoge waarde.<br />

- Ook heeft Liesveld ten oosten van de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> een<br />

aantal molens met molenbiotoop opgenomen.<br />

- De bebouwing aan de Lekdijk is door Liesveld als cultuurhistorisch lint<br />

aangemerkt.


3.2.9 Landbouwontwikkelingsvisie Alblasserwaard-Vijfheerenlanden<br />

Door LTO Noord, afdeling Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, is een visie<br />

voor de agrarische sector in het gebied opgesteld. Vanuit het perspectief<br />

van de sector wordt geschetst op welke manier de agrarische sector<br />

in het gebied kan inspelen op ontwikkelingen die op de sector afkomen.<br />

In de visie zijn de volgende kansen voor de agrarische sector in het gebied<br />

benoemd:<br />

- (Door)ontwikkeling melkveesector.<br />

- Structuurverbetering op maat.<br />

- Maatschappelijke vraag naar verbreding.<br />

- Groenblauwe diensten op zakelijke basis.<br />

- Energieneutrale sector en energieleverantie.<br />

- Gebiedsvermarkting en imago.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

41<br />

3.2.10 Archeologisch beleid Alblasserwaard en Vijfheerenlanden<br />

Voor de gehele Alblasserwaard is in 2009 een archeologische inventarisatie<br />

uitgevoerd, waaruit vervolgens een archeologische verwachtings- en<br />

beleidsadvieskaart is opgesteld. Dit vormt de basis voor het archeologisch<br />

beleid van de gemeenten Giessenlanden, Gorinchem, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam,<br />

Leerdam, Liesveld, <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Zederik.<br />

De archeologische beleidsadvieskaart wordt als instrument gebruikt om bij<br />

de keuze van toekomstige bouwlocaties archeologische waarden zoveel mogelijk<br />

te ontzien. In een oogopslag is zichtbaar waar de kans het grootst is<br />

archeologische resten in de bodem aan te treffen. Verder kan worden bepaald<br />

in welke gebieden archeologisch onderzoek dient plaats te vinden<br />

voor de aanvraag van vergunningen voor werkzaamheden die kunnen leiden<br />

tot verstoring van de bodem. Bij een hogere archeologische verwachting is<br />

bij nieuwe ontwikkelingen eerder archeologisch onderzoek noodzakelijk.


3.3 <strong>Gemeente</strong>lijk beleid<br />

3.3.1 Ruimtelijke beleidsvisie<br />

In de ruimtelijke beleidsvisie beschrijft de gemeente de gewenste ruimtelijke<br />

structuur in 2010. Onderdeel van de visie is het globale structuurbeeld. Hierin<br />

zijn vier zones onderscheiden, met elk een eigen karakter:<br />

1 Dijkzone: het bebouwingslint langs de Lekdijk. Het bestaande kleinschalige<br />

halfopen karakter met een grote diversiteit aan gebouwvormen en<br />

bouwstijlen dient zoveel mogelijk behouden te blijven.<br />

2 Bebouwde zone: de planmatige uitbreidingen tussen de Lekdijk en de<br />

Tiendweg, begrensd door de maximale bebouwingscontour. Woonbebouwing<br />

blijft overheersen, maar ook voorzieningen en bedrijvigheid zijn aanwezig.<br />

Binnen deze zone zijn groenstructuren aanwezig die aansluiting<br />

zoeken op de kavelrichting.<br />

3 Mengzone: tussen de Tiendweg en de Elzenweg. Aan de oostzijde wordt<br />

gezocht naar een combinatie van natuurontwikkeling en recreatie in combinatie<br />

met de uitgeplaatste afvalwaterzuiveringsinstallatie en vrachtwagenparkeerplaats.<br />

4 Groene zone: buitengebied met uitzondering van de mengzone. Het karakter<br />

blijft groen, open en agrarisch. Ook is er plaats voor natuurontwikkeling.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

42<br />

3.3.2 Strategische Visie <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

In de strategische visie <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> beschrijft de gemeente de gewenste<br />

situatie in 2020. De visie vormt een actualisering op de ‘Ruimtelijke beleidsvisie’,<br />

zoals hiervoor besproken. De gemeenteraad heeft op 1 februari<br />

2008 de visie vastgesteld.<br />

Aan de hand van de thema’s ‘Bestuur en veiligheid’, ‘Verkeer en vervoer’, ‘Economie’,<br />

‘Cultuur en recreatie’, ‘Sociale en maatschappelijke ontwikkeling’ en<br />

‘Ruimtelijke vitaliteit’ wordt in de visie een toekomstbeeld voor de gemeente<br />

geschetst. De volgende doelen zijn ruimtelijk relevant voor voorliggende structuurvisie:<br />

- Verbetering van het vervoer over water en het wegennet.<br />

- Verdwijning van de hoogspanningsmasten, het energietransport vindt ondergronds<br />

plaats.<br />

- Geen vrachtwagenparkeerplaatsen in de dorpskernen.<br />

- Bevordering van een vitaal winkelbestand.<br />

- Grote bedrijven als de scheepswerf IHC in Kinderdijk passen bij de gemeente<br />

en de regio.<br />

- Aan de oostzijde van de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is ruimte voor woningbouw<br />

en bedrijvigheid.<br />

- Bedrijven verhuizen uit de kern naar een bedrijventerrein.<br />

- De sporthal en het zwembad blijven behouden.<br />

- De recreatiefunctie van het buitengebied beter benutten.<br />

- Het buitengebied hoofdzakelijk een agrarische functie laten behouden.<br />

- Omvang en aard van toerisme en recreatie afstemmen op landelijke karakter.<br />

- Goede en gevarieerde fi etsroutes realiseren.


- Aan de randen van het molengebied van Kinderdijk kleine bedrijvigheid<br />

faciliteren die van het gebied kan profi teren.<br />

- Betere bereikbaarheid van het molengebied van Kinderdijk, vooral via water.<br />

- Onderwijs-, zorg- en sportvoorzieningen hoeven niet in elke afzonderlijke<br />

kern (Kinderdijk en <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>) aanwezig te zijn.<br />

3.3.3 Actieplan Wonen, Welzijn en Zorg – Pact van Bleskensgraaf<br />

Op 30 januari 2006 tekenden vertegenwoordigers van zorgvragers, gemeentebesturen,<br />

zorg- en welzijnsorganisaties, wooncorporaties en de provincie<br />

Zuid-Holland het Pact van Bleskensgraaf. Hierin staat dat alle partijen willen<br />

werken aan een regio waarbinnen ouderen en mensen met een beperking zo<br />

lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en leven.<br />

Om de in het Pact afgesproken doelen daadwerkelijk te bereiken heeft iedere<br />

gemeente een actieplan opgesteld. Een voor deze structuurvisie belangrijke<br />

afspraak uit het actieplan van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is dat er één centraal zorgen<br />

welzijnssteunpunt voor heel de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> komt. Het<br />

huidige woonzorgcomplex ’t Waellant’ ontwikkelt zich tot de centrale voorziening<br />

waarop thuiswonende ouderen en mensen met een beperking een<br />

beroep kunnen doen.<br />

Verder is het vasthouden en werven van jongere inwoners aan de orde. Aandachtspunten<br />

daarbij zijn: bevorderen economische bedrijvigheid, verbetering<br />

van (winkel)voorzieningen, sportaccommodaties en meer huisvesting<br />

voor starters.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

43<br />

3.3.4 Waterplan <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Het waterplan voor de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is door de gemeenteraad<br />

en het waterschapsbestuur in 2007 vastgesteld. In dit waterplan is op praktische<br />

wijze een visie, een modelmatige toetsing van de peilstijgingen, aandachtspunten<br />

en een maatregelenprogramma opgesteld. Met deze maatregelen<br />

is voorzien dat de waterhuishouding tot 2025 op orde is.<br />

Eén van de maatregelen, die in het kader van voorliggende structuurvisie het<br />

meest (ruimtelijk) relevant is, betreft de aanleg van natuurvriendelijke oevers<br />

(vergroting belevingswaarde).<br />

3.3.5 Energievisie<br />

De gemeenten hebben zich met het ‘Klimaatakkoord <strong>Gemeente</strong>n en Rijk<br />

2007-2011’ verbonden aan het leveren van een bijdrage aan de landelijke klimaatdoelstellingen:<br />

dat wil zeggen 2% energiebesparing per jaar t.o.v. 1990,<br />

20% duurzame energie in 2020 en 30% CO2-reductie in 2020. Om de mogelijkheden<br />

voor de gemeenten Graafstroom, Liesveld en <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

te onderzoeken is in 2010 een Energievisie opgesteld. Biomassa speelt voor<br />

deze gemeenten een belangrijke rol in de verduurzaming van de gemeentelijke<br />

energiehuishouding.


<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

44


4 Visie op hoofdlijnen<br />

4.1 Zelfbeeld<br />

De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is samen met buurgemeenten Graafstroom<br />

en Liesveld gelegen in een landelijk gebied dat wordt begrensd door de bestaande<br />

bebouwing rondom Alblasserdam, de Betuwelijn en de rivieren. De<br />

gemeente ligt aan de rand van het Groene Hart en vanwege het goed behouden<br />

slagenlandschap, de molens, de monumenten en de kenmerkende<br />

lintbebouwing is het gebied nog zeer authentiek. Het landschap van de Alblasserwaard<br />

is één van de best bewaarde cultuurlandschappen van Nederland.<br />

Dit maakt het gebied uitstekend geschikt voor extensieve vormen van<br />

recreatie en toerisme. De bijzondere landschappelijke ligging en de toeristische<br />

aantrekkingskracht van het molengebied zorgen, met name in de zomermaanden,<br />

voor bereikbaarheids- en doorstromingsproblemen. Het Molengebied<br />

heeft dan ook een grote impact op de dagelijkse gang van zaken<br />

in Kinderdijk. Maar bovenal blijft het gebied onlosmakelijk verbonden met<br />

Kinderdijk en vertelt het verhaal van het verleden.<br />

De invloeden uit de stedelijke regio zorgen er tevens voor dat <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

geen dorp meer is. De latere woonwijken kenmerken zich door planmatige<br />

woningbouw en er is sprake van een beperkte dorpse karakteristiek. .<br />

Het voorzieningenniveau is relatief hoog en de gemeente kan blijvend plaats<br />

bieden aan lokale bedrijvigheid, op zowel buitendijkse locaties als op enkele<br />

bedrijfslocaties in de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. De watergebonden bedrijvigheid<br />

hoort bij de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en is karakteristiek voor de<br />

ligging aan het water.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

45<br />

Met twee winkelcentra, een zwembad, meerdere sportvoorzieningen en een<br />

zorgcentrum heeft de gemeente een voorzieningenaanbod van formaat. De<br />

gemeente is wat dat betreft zelfvoorzienend voor haar inwoners en bedrijven,<br />

dat wil zeggen dat voor de dagelijks benodigde voorzieningen niet hoeft worden<br />

uitgeweken naar omliggende kernen.<br />

Jongeren en senioren trekken echter steeds vaker weg uit de gemeente. Voor<br />

senioren zijn het aanbod aan voorzieningen en geschikte woningen bepalend<br />

voor de mogelijkheid om in de gemeente te kunnen blijven wonen. Jongeren<br />

vertrekken vaak voor hun opleiding of werk uit de gemeente. Voor de jongeren<br />

die wel blijven zijn de uitstraling van de kernen en de basisvoorzieningen<br />

bepalend. Voor deze aspecten is blijvend aandacht nodig om de leefbaarheid<br />

op peil te houden.


<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

46


4.2 Visie op hoofdlijnen<br />

Met behulp van voorliggende structuurvisie wordt een belangrijke strategische<br />

stap gezet naar een vitale gemeente waar het goed wonen, werken en<br />

leven is voor jong en oud. De structuurvisie gaat uit van de kracht van de<br />

gemeente en zet bedreigingen om in kansen en kansen om in concrete activiteiten.<br />

De visie is vooral gericht op behoud van de bestaande kwaliteiten; het karakteristieke<br />

landschap, de cultuurhistorisch waardevolle elementen en het<br />

relatief grote voorzieningenaanbod dat zo kenmerkend is voor de gemeente.<br />

De bestaande kwaliteiten vormen het uitgangspunt voor de toekomstige ontwikkelingen.<br />

Dit dient te gebeuren door de aanwezige kansen te benutten.<br />

Daarnaast wil de gemeente bestaande knelpunten oplossen om zo de kwaliteit<br />

van de leefomgeving te vergroten. Het creëren van één ‘<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>’<br />

in ruimtelijk, functioneel en sociaal opzicht is de hoofddoelstelling. De<br />

kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> moet weer één worden. Een goede doorstroming in de<br />

woningmarkt is hiervoor van belang. Om dit te bereiken wordt ingezet op een<br />

evenwichtige woningvoorraad afgestemd op de vraag. Voor ouderen betekent<br />

dit onder andere dat er voldoende toegankelijke woningen moeten zijn.<br />

De agrarische sector is belangrijk voor de instandhouding van het bestaande<br />

open landschap. In grofweg het gebied ten (zuid)oosten van de kern <strong>Nieuw</strong>-<br />

<strong>Lekkerland</strong> ligt het primaat op de agrarische sector. In deze zone is de openheid<br />

tot op heden goed bewaard gebleven. Aan de zuidzijde van de kern<br />

<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> wordt dit karakter langzaam aangetast en de toekomstwaarde<br />

van dit gebied als agrarisch gebied staat onder druk. De gemeente<br />

wil inzetten op het behoud van de agrarische sector.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

47<br />

Om de toekomstwaarde te kunnen garanderen wil de gemeente agrariërs de<br />

kans geven zich te verbreden, onder andere door het bieden van kleinschalige<br />

overnachtingsmogelijkheden. Er moet wel versneld om worden gegaan<br />

met processen zoals schaalvergroting. <strong>Nieuw</strong>e agrarische bedrijvigheid kan<br />

zijn plek vinden aan de Schoonenburgweg. Dit mag echter niet ten koste gaan<br />

van de beleving van het landschap. Er zullen dan ook kaders voor de toekomst<br />

moeten worden geformuleerd waarbinnen bedrijven zich mogen ontwikkelen.<br />

Op de grens met de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> aan de zuidzijde hebben reeds<br />

diverse ontwikkelingen plaatsgevonden. De gemeente wil in deze zone inzetten<br />

op een versterking van de landschappelijke kwaliteiten in combinatie<br />

met de stedelijke functies. Volkstuinen, sportvelden en een landgoed zijn hier<br />

voorbeelden van.<br />

Het Molengebied Kinderdijk is een toeristische attractie met een functie voor<br />

de hele regio en zelfs daarbuiten. Deze functie brengt ook problemen met<br />

zich mee, waaronder een vermindering van de bereikbaarheid, verminderde<br />

leefbaarheid en de aantasting van de aanwezige natuurwaarden. Uitbreiding<br />

van de recreatieve en toeristische mogelijkheden mag niet leiden tot aantasting<br />

van de natuurlijke en cultuurhistorische waarden. Het behouden en<br />

versterken van de natuurlijke en cultuurhistorische waarden van het gebied<br />

is uitgangspunt bij het uitdiepen van de recreatieve en toeristische potenties<br />

van het gebied. Voor het oplossen van de ontsluitingsproblematiek van Kinderdijk<br />

wordt gezocht naar alternatieven. Het gebruik van transferia buiten<br />

de gemeente, het tegengaan van sluipverkeer en het stimuleren van vervoer<br />

over water hebben prioriteit. In dat licht is een verbeterde ontsluiting ten oosten<br />

van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> gewenst.


Naast de toeristische attractie van molengebied Kinderdijk zijn in de rest<br />

van de gemeente extensieve vormen van recreatie mogelijk. Het landschap<br />

biedt voldoende aanknopingspunten voor recreatief medegebruik. Het realiseren<br />

van nieuwe routestructuren en recreatieve voorzieningen betekent een<br />

meerwaarde voor de recreant en biedt tevens een economische basis voor<br />

de instandhouding van het waardevolle landschap. Het behoud van de identiteit<br />

van het landschap en het behoud van de aanwezige cultuurhistorisch<br />

waardevolle plekken is van doorslaggevend belang om de recreatieve potenties<br />

optimaal te benutten. Zo dient de Lekdijk, met aangrenzende historische<br />

dijkwoningen, als lijn in het landschap zoveel mogelijk zichtbaar te blijven. De<br />

aanwezige donken zijn eveneens van cultuurhistorische waarde en vertellen<br />

iets over de ontstaansgeschiedenis van het gebied. Behoud van deze landschapselementen<br />

staat voorop.<br />

In de kernen wordt ingezet op het behoud van de bestaande cultuurhistorische<br />

structuren en panden. Met name de relatie met de Lek en de zichtbaarheid<br />

van de Lek vanaf de Lekdijk verdient aandacht. Het toevoegen van<br />

hogere bebouwing (tot vijf bouwlagen) kan de zichtbaarheid en de herkenbaarheid<br />

vergroten. Het toepassen van deze bebouwing moet passen binnen<br />

het gebied en geen afbreuk doen aan bestaande kwaliteiten. Ook andere<br />

initiatieven zijn denkbaar.<br />

Voor <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is het beleid gericht op verdergaande integratie van<br />

de twee voorheen gescheiden kernen. Het creëren van één woonkern zowel<br />

ruimtelijk, functioneel als sociaal is uitgangspunt. Het aanbrengen van onderscheid<br />

tussen de twee winkelcentra is een belangrijke stap in die richting.<br />

Ook het afbreken van de twee hoogspanningsverbindingen die de kern doorsnijden<br />

is wenselijk.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

48<br />

Het energietransport zal in de toekomst onder de grond moeten worden geleid.<br />

De gemeente wil zich hard maken deze ambitie te realiseren.<br />

De kern Kinderdijk vraagt om een kwaliteitsimpuls. Met respect voor de historisch<br />

waardevolle structuren en panden is er ruimte voor herontwikkeling.<br />

De kwaliteit van het woongebied is leidend bij woningbouw, en niet de strakke<br />

bebouwingscontouren. Een eventuele herontwikkeling dient in ieder geval in<br />

te gaan op de verkeers- en parkeerproblematiek in de kern. Een oplossing is<br />

noodzakelijk om het dorp ook in de toekomst leefbaar te houden.<br />

Voor uitbreiding van het voorzieningenaanbod ligt de nadruk op <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>,<br />

wat de verzorgingskern voor de toekomst is. Het bereikbaar houden<br />

van voorzieningen voor de inwoners van Kinderdijk is essentieel voor de leefbaarheid.<br />

Rond de entree van het molengebied Kinderdijk kunnen voorzieningen<br />

worden toegevoegd die zowel benut kunnen worden door de toeristen<br />

als door de inwoners.<br />

Kleinschalige bedrijvigheid in de kernen en linten is blijvend mogelijk. Om<br />

deze functiemenging ook in de toekomst op duurzame wijze te kunnen handhaven<br />

worden vooraf duidelijke kaders gesteld. Indien een bedrijf qua maat<br />

en bedrijfsactiviteiten niet meer past op de huidige locatie is een verplaatsing<br />

naar het bedrijvenpark bij <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> of naar een regionaal bedrijventerrein<br />

noodzakelijk. In het hart van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is eveneens ruimte<br />

voor grote detailhandelsbedrijven, zoals een tuincentrum.


De buitendijkse bedrijventerreinen zijn belangrijk voor de werkgelegenheid in<br />

<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en zijn met name geschikt voor watergebonden bedrijvigheid.<br />

Deze watergebonden bedrijvigheid past binnen het gebied en ontwikkelingen<br />

in deze zones worden dan ook niet verwacht. De gemeente wil echter<br />

in een vroeg stadium toch nadenken over eventuele alternatieven, mocht dit<br />

door onvoorziene omstandigheden noodzakelijk zijn. Het invullen van vrijkomende<br />

bedrijfspercelen met andere (niet watergebonden) bedrijvigheid behoort<br />

tot de mogelijkheden.<br />

Bereikbaarheid via de digitale snelweg is belangrijk voor bewoners en ondernemers.<br />

Digitale dienstverlening brengt voorzieningen dicht bij huis zonder<br />

dat dienstverleners in de directe nabijheid fysiek aanwezig zijn. Voor ondernemers<br />

is de aansluiting op het digitale netwerk een voorwaarde voor innovatie<br />

en bedrijfsontwikkeling. De gemeente zal vanuit haar rol deze vraag zoveel<br />

mogelijk faciliteren.<br />

Tot slot wil de gemeente zich inzetten op het gebied van duurzaamheid. De<br />

gemeente wil in de discussie over het wat en hoe, haar verantwoordelijkheid<br />

nemen. Het winnen van duurzame energie vormt een belangrijke opgave in<br />

de 21e eeuw. Gezocht wordt naar een manier die past bij het gebied. Innovatieve<br />

ideeën op het gebied van duurzame energie zijn wenselijk en worden<br />

gestimuleerd.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

49


<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>:<br />

In opdracht van: <strong>Gemeente</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Projectnaam: ILL01-NWL00001-01h<br />

A15<br />

H<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

50<br />

H<br />

N N<br />

N481


5 Ruimtelijk Casco<br />

H<br />

Bestaande linten en kernen<br />

Historische lintstructuur<br />

Bestaande bedrijventerreinen<br />

Binnendijks<br />

Bestaande bedrijventerreinen<br />

Buitendijks<br />

Herstructureringsgebieden<br />

Transformatiegebied<br />

natuur en recreatie<br />

Transformatiegebied<br />

dorpsfuncties<br />

Maatschappelijk cluster<br />

Sportcluster<br />

Dorpsuitbreiding<br />

Verzorgingskern<br />

Kleine kern<br />

Hoofdwinkelcentrum<br />

Nevenwinkelcentrum<br />

Bestaande recreatieve knoop<br />

<strong>Nieuw</strong>e Ni recreatieve knoop<br />

Ve Versterken entreegebied<br />

Recreatief Re routenetwerk<br />

N<br />

Stedelijk groen<br />

Hoofdgroenstructuur<br />

Water<br />

Agrarisch open landschap<br />

Tiendweg<br />

Natuurgebieden - Natura 2000<br />

Ecologische verbindingszone<br />

Groene ruggengraat<br />

Molens<br />

Eendenkooien<br />

Donken<br />

Dijken<br />

Bestaande infrastructuur<br />

Waterbus<br />

Voet/Fietsveer<br />

Autoveer<br />

Ruilverkavelingsweg<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

51<br />

Het Ruimtelijk Casco betreft het ontwikkelingskader voor de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<br />

<strong>Lekkerland</strong>. Deze beleidskaart bundelt het bestaande beleid en de visie op<br />

hoofdlijnen en biedt het casco voor concrete projecten en plannen. Het is een<br />

afwegingskader, maar tegelijkertijd ook een inspiratiekader voor ruimtelijke<br />

ontwikkelingen.<br />

Het Ruimtelijk Casco bestaat uit een kaartbeeld en toelichting. Deze twee zijn<br />

nadrukkelijk aan elkaar gekoppeld. De toelichting kan beschouwd worden als<br />

een uitgeschreven legenda, waarbij per legenda-eenheid staat beschreven<br />

waar het element betrekking op heeft en welke ruimtelijke strategie er bij<br />

hoort.<br />

De directe koppeling tussen kaart en toelichting is wenselijk om het structuurvisiebeleid<br />

op een eenvoudige manier digitaal raadpleegbaar te maken.<br />

De Wro stelt dit als eis bij de opstelling van gemeentelijke structuurvisies.


5.1 Bestaande linten en kernen<br />

Herstructurerings- en intensiveringsprocessen<br />

zijn in beginsel overal binnen de bestaande kernen<br />

denkbaar, waarbij geldt dat inbreiding voor<br />

uitbreiding gaat. Uiteraard moet hierbij worden<br />

aangesloten op de kwaliteiten en mogelijkheden<br />

van dat woongebied en de omgeving. Zo dient onder andere rekening gehouden<br />

te worden met karakteristieke doorkijken naar het landschap, de aanwezigheid<br />

van monumenten en de structuur van het slagenlandschap. Waar mogelijk<br />

streeft de gemeente naar herstel van oorspronkelijke doorzichten en waterstructuren,<br />

die door stedenbouwkundige uitbreidingen zijn teniet gedaan. Ook<br />

moeten mogelijkheden om de bestaande overgangen van het landelijk gebied<br />

naar het dorpskernen te verbeteren, worden aangegrepen. Ontwikkelingen die<br />

bijdragen aan de versterking van de entreepunten van de kernen zijn eveneens<br />

wenselijk. Hierbij ligt de nadruk op de noordwestelijke entree nabij molen ‘De<br />

Regt’, de zuidoostelijke entree bij het bedrijvenpark en de entree van Kinderdijk<br />

ter hoogte van het molengebied.<br />

De wijze waarop met intensiveringprocessen wordt omgegaan hangt af van<br />

de stedenbouwkundige typologie van het betreffende lint of de betreffende<br />

kern. Het is belangrijk dat nieuwbouw in maat en schaal past in zijn omgeving.<br />

Gezien het dorpskarakter ligt de nadruk bij inbreiding op het bouwen in<br />

verschillende typologieën en prijsklassen. Hogere bebouwing (tot vijf bouwlagen)<br />

is slechts op beperkte schaal mogelijk, met name in de omgeving van<br />

het dorpscentrum en in aansluiting op de Lekdijk. De hogere bebouwing zorgt<br />

voor variatie en herkenbaarheid en kan de relatie met de Lek versterken.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

52<br />

Een eventueel nieuwbouwprogramma zou met de demografi sche ontwikkeling<br />

rekening moeten houden en er moet blijvend aandacht besteed worden aan<br />

woonvormen voor starters en senioren. Het vertrek van jongeren en senioren<br />

uit de gemeente naar omliggende steden kan hiermee worden afgeremd. Belangrijk<br />

hiervoor is tevens dat het voorzieningenpeil in stand wordt gehouden.<br />

Bedrijvigheid is blijvend mogelijk in de linten en kernen. Het gaat dan om kleinschalige<br />

(o.a. aan huis verbonden) bedrijvigheid of recreatief gebruik (zoals bed<br />

& breakfasts). Om vooraf duidelijkheid te scheppen over de toelaatbaarheid<br />

van bedrijvigheid in de kernen en linten zijn hiervoor richtlijnen opgesteld. Bedrijvigheid,<br />

behorend tot milieucategorie 1 en 2 (conform bedrijven- en milieuzonering<br />

VNG), wordt geacht te passen in een gemengde woonomgeving en kan<br />

zich derhalve ontwikkelen op deze bestaande informele locaties. Omdat het<br />

gezien het kleinschalig karakter van het landschap hier niet wenselijk is grote<br />

bedrijven toe te staan, is eveneens een maximale maat van 1.000 m2 leidend.<br />

Dit zijn richtlijnen waar, in individuele gevallen, gemotiveerd van af kan worden<br />

geweken. Hinderlijke bedrijven en bedrijven die niet passen in het geschetste<br />

profi el worden ten behoeve van de leefbaarheid zoveel mogelijk uitgeplaatst uit<br />

de kernen en de linten. Bedrijvenpark Veenweide in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is hiervoor<br />

de aangewezen plek. Indien hier onvoldoende ruimte aanwezig is dienen<br />

bedrijven uit te wijken naar regionale bedrijventerreinen in de omgeving.<br />

De vrijgekomen locaties kunnen worden herontwikkeld. Als agrarische bedrijven<br />

in het lint hun bedrijfsactiviteiten stoppen is een transformatie naar een<br />

woonfunctie overweegbaar, mogelijk in combinatie met zorg of kleinschalige<br />

bedrijvigheid.


5.2 Historische lintstructuur<br />

De bestaande variëteit aan functies, bouwstijlen<br />

en de mate aan openheid en geslotenheid<br />

is uitgangspunt. Bestaande doorzichten c.q.<br />

zichtlijnen moeten zoveel mogelijk behouden<br />

blijven en tonen het karakter van het gebied.<br />

Dit kunnen doorzichten c.q. zichtlijnen zijn vanaf het lint naar het achterliggende<br />

landelijk gebied (met name bij de Lekdijk) of zichtlijnen die de kern<br />

doorkuisen (Dorpslaan en Middelweg) en een verbinding leggen tussen belangrijke<br />

structuren binnen de kern. In de historische linten is voorzichtigheid<br />

geboden bij nieuwe ontwikkelingen. <strong>Nieuw</strong>e ontwikkelingen moeten in maat<br />

en schaal passen binnen het karakter van het desbetreffende lint. Er dient<br />

daarnaast nadrukkelijk rekening te worden gehouden met het onderliggende<br />

slagenlandschap en de aanwezige cultuurhistorische waardevolle panden en<br />

monumenten. Hogere bebouwing (tot circa 5 lagen) is op beperkte schaal<br />

mogelijk op kruisingen van wegen. Dit kan de herkenbaarheid van bijzondere<br />

plekken versterken. Hogere bebouwing kan met name <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> een<br />

gezicht geven aan het water, aangezien de huidige bebouwing grotendeels<br />

schuil gaat achter de Lekdijk. Het beeld vanaf het water moet minder dominant<br />

worden bepaald door grootschalige bedrijfsbebouwing op buitendijkse<br />

locaties.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

53<br />

5.3 Bestaande bedrijventerreinen - Binnendijks<br />

De gemeente heeft de ambitie om lokaal gebonden<br />

bedrijvigheid te faciliteren in haar ruimtebehoefte.<br />

De bestaande bedrijventerreinen spelen<br />

hierin een belangrijke rol. Ondanks de beperkte<br />

ruimte op de huidige terreinen zijn dit dé plekken<br />

waar ontwikkeling van bedrijvigheid mogelijk is, ook in de toekomst. Herstructurerings-<br />

en intensiveringsprocessen zijn in beginsel overal op het bedrijventerrein<br />

mogelijk, voor zover hiervoor kansen aanwezig zijn. De realisatie van<br />

nieuwe bedrijventerreinen is niet gewenst, evenals uitbreiding van bestaande<br />

terreinen. Uitzondering hierop vormt de uitbreiding met een bedrijfsverzamelgebouw.<br />

Dit gebouw kan voorzien in de huisvesting van diverse kleinschalige,<br />

lokale bedrijven. In het hart van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is ruimte voor grote<br />

detailhandelsbedrijven, zoals een tuincentrum.<br />

Hinderlijke bedrijven uit de kernen en de linten worden zoveel mogelijk uitgeplaatst<br />

naar de bestaande bedrijventerreinen in de gemeente. Bedrijven die de<br />

bestaande bedrijventerrein zijn ‘ontgroeid’ worden zoveel mogelijk verplaatst<br />

naar regionale bedrijventerreinen in de omgeving. Hierdoor ontstaat een doorstroomtraject,<br />

waarbij de lokale bedrijvigheid behouden blijft voor de gemeente.<br />

Een principegrens voor de omvang van bedrijvigheid ligt op 5.000 m². De<br />

vrijgekomen locaties in de kernen en de linten en op bestaand bedrijventerreinen<br />

kunnen weer worden ingevuld ten behoeve van kleinschaligere bedrijvigheid<br />

(of woningbouw in de kernen en linten) die beter aansluit bij de maat en<br />

schaal van de omgeving.


5.4 Bestaande bedrijventerreinen - Buitendijks<br />

De gemeente heeft de ambitie om lokaal gebonden<br />

bedrijvigheid te faciliteren in haar ruimtebehoefte.<br />

De bestaande buitendijkse bedrijventerrein<br />

spelen hierin een belangrijke rol. Ondanks<br />

de beperkte ruimte op de huidige terreinen zijn<br />

dit dé plekken waar ontwikkeling van bedrijvigheid mogelijk is, ook in de toekomst.<br />

Herstructurerings- en intensiveringsprocessen zijn in beginsel overal<br />

op het bedrijventerrein mogelijk, voor zover hiervoor kansen aanwezig zijn.<br />

De realisatie van nieuwe bedrijventerreinen en de uitbreiding van bestaande<br />

buitendijkse bedrijventerreinen is in principe niet gewenst.<br />

Op de buitendijkse bedrijventerreinen ligt het primaat bij watergebonden bedrijvigheid.<br />

Watergebonden bedrijvigheid past bij het gebied en de gemeente<br />

wenst dan ook blijvend plaats te bieden aan deze vormen van bedrijvigheid<br />

binnen de gemeente. Er wordt niet actief ingezet op transformatie van deze<br />

gebieden naar andere functies. Mogelijk kan in de toekomst een transformatie<br />

naar andere (niet watergebonden) bedrijvigheid aan de orde zijn.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

H<br />

Croonen Adviseurs<br />

54<br />

5.5 Herstructureringsgebieden<br />

Op verschillende plaatsen binnen bestaande kernen is de kwaliteit van de leefomgeving<br />

de laatste jaren versneld achteruit gegaan. Met name wijken, die zijn<br />

gerealiseerd in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw, voldoen niet meer aan de<br />

eisen van deze tijd als het gaat om inrichting van de openbare ruimte enerzijds,<br />

maar ook als het gaat om de invulling van de individuele woningen anderzijds.<br />

In deze gebieden wordt ingezet op herstructurering. Herstructurering zal niet<br />

snel leiden tot een totaal andere functie van delen van kernen. De bestaande<br />

functie zal de hoofdfunctie blijven. Herstructurering betekent niet in alle gevallen<br />

sloop-nieuwbouw. Sommige van de benoemde gebieden zijn daar te nieuw<br />

voor. In deze gebieden betekent dat een verbetering in de openbare ruimte of<br />

het aanbieden aan andere doelgroepen of renovatie van woningen.<br />

Rond de kruising van de Middelweg met de Lekdijk zijn een aantal bedrijven<br />

aanwezig, waaronder een agrarisch bedrijf, een Chinees restaurant en een<br />

meubelwinkel. Gelet op de ligging ten opzichte van woongebieden is verplaatsing<br />

of herstructurering gewenst. Hierbij kan uitplaatsing van bijvoorbeeld het<br />

agrarisch bedrijf worden overwogen.<br />

Uiteraard moet bij herstructurering worden aangesloten op de kwaliteiten en<br />

mogelijkheden van dat woongebied en de omgeving. Zo dient onder andere<br />

rekening gehouden te worden met karakteristieke doorkijken naar het landschap,<br />

de aanwezigheid van monumenten en de structuur van het slagenlandschap.<br />

Dit is zeker van belang ter hoogte van de Hoogaarslaan, waar de<br />

entree van het dorp wordt bepaald door vrijstaande bebouwing aan de voet<br />

van de dijk. Richting het dorp neemt de bebouwingsconcentratie langzaam<br />

toe.


Waar mogelijk streeft de gemeente naar herstel van oorspronkelijke doorzichten<br />

en waterstructuren, die door stedenbouwkundige uitbreidingen zijn<br />

teniet gedaan. Ook moeten mogelijkheden om de bestaande overgangen van<br />

het landelijk gebied naar het dorpskernen te verbeteren, worden aangegrepen.<br />

Om de waterkwaliteit en natuurwaarden in de kernen te verbeteren kan<br />

ruimte langs watergangen ingericht worden als natuurvriendelijke oever. Dit<br />

heeft tevens een positief effect op de beleving van het water en groen.<br />

Het is belangrijk dat nieuwbouw in maat en schaal past in zijn omgeving.<br />

Gezien het dorpskarakter ligt de nadruk bij inbreiding op het bouwen in verschillende<br />

typologieën en prijsklassen. Hogere bebouwing (tot vijf bouwlagen)<br />

is slechts op beperkte schaal mogelijk, met name in de omgeving van het<br />

dorpscentrum en in aansluiting op de Lekdijk. De hogere bebouwing zorgt<br />

voor variatie en herkenbaarheid en kan de relatie met de Lek versterken.<br />

Bij herstructurering zou ingespeeld moeten worden op de te verwachten demografi<br />

sche ontwikkeling. Dit houdt onder andere in dat er blijvend aandacht<br />

besteed moet worden aan woonvormen voor starters en senioren.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

55<br />

5.6 Transformatiegebied natuur en recreatie<br />

De westelijke dorpsrand van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> komt in aanmerking voor een<br />

transformatie naar een zone met recreatieve functies eventueel gecombineerd<br />

met natuurontwikkeling. Hiermee wordt aangesloten op het aangrenzende<br />

Natura2000-gebied van Kinderdijk, zodat tegelijkertijd een passende<br />

overgang wordt gevormd tussen de dorpskern en het natuurgebied. Woningbouw<br />

aan de westelijke dorpsrand heeft niet de voorkeur.<br />

De recreatieve functies zijn in de huidige situatie al aanwezig. Ze kunnen<br />

met de transformatie worden vernieuwd en verder worden versterkt tot een<br />

cluster dat betekenis heeft voor de gehele gemeente. Ook is multifunctioneel<br />

ruimtegebruik van de ijsbaan mogelijk, waarbij de locatie in de zomer bijvoorbeeld<br />

kan functioneren als camping.<br />

Uiteraard vormen bestaande kwaliteiten en mogelijkheden van het gebied<br />

een belangrijk uitgangspunt voor de transformatie. Zo dient onder andere<br />

rekening gehouden te worden met karakteristieke doorkijken naar het landschap<br />

en de structuur van het slagenlandschap.


5.7 Transformatiegebied dorpsfuncties<br />

De bestaande bedrijvigheid midden in de kern vervult een belangrijke functie.<br />

Transformatie van dit gebied moet leiden tot een versterking van deze<br />

functies in het dorpshart. Intensivering van (kleinschalige) bedrijvigheid,<br />

maar daarnaast ook uitbreiding van het aanbod van detailhandel behoort<br />

tot de mogelijkheden. De huidige vrachtwagenparkeerplaats komt in belangrijke<br />

mate in aanmerking voor transformatie naar deze functies.<br />

5.8 Maatschappelijk cluster<br />

Het voormalige gemeentehuis vormt door haar centrale ligging in de kern<br />

en de goede bereikbaarheid een geschikte locatie voor de ontwikkeling van<br />

een cluster van maatschappelijke voorzieningen. De eerste aanzet is reeds<br />

gevormd door de realisatie van een brede school. Het cluster kan verder<br />

worden uitgebreid met bijvoorbeeld een huisartsenpost HOED (Huisartsen<br />

Onder Eén Dak) en een gemeenteloket. Door de ontwikkeling van het cluster<br />

kunnen de verschillende voorzieningen optimaal van elkaar profi teren<br />

en wordt tegelijkertijd de functie van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> als verzorgingskern<br />

verder versterkt.<br />

5.9 Sportcluster<br />

De huidige sportvoorzieningen in het zuidwesten van de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

kunnen verder worden versterkt tot een cluster dat betekenis heeft voor<br />

de gehele gemeente. Ingezet wordt op nieuwbouw van de sporthal en uitplaatsing<br />

van de voetbalvelden ten zuiden van de Tiendweg. Door de combinatie<br />

van de verschillende faciliteiten ontstaat een compleet aanbod van<br />

sportvoorzieningen voor de inwoners van de gemeente.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

56<br />

5.10 Dorpsuitbreiding<br />

Waar processen van intensivering, transformatie en herstructurering in<br />

principe overal binnen de kernen en linten denkbaar zijn ligt de focus voor<br />

wat betreft dorpsuitbreiding aan de oostzijde van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. Dorpsuitbreiding<br />

is pas een optie als er binnen de kern niet genoeg mogelijkheden<br />

zijn om in de woningvraag te voldoen volgens het principe van ‘migratiesaldo<br />

nul’. De Tiendweg vormt in het zuiden een duurzame grens voor<br />

verdergaande verstedelijking naar het oosten.<br />

Uiteraard moet bij een dorpsuitbreiding worden aangesloten op de kwaliteiten<br />

en mogelijkheden van dat gebied. Zo dient onder andere rekening gehouden<br />

te worden met karakteristieke doorkijken naar het landschap, de aanwezigheid<br />

van monumenten, de aanwezigheid van kenmerkende landschapseenheden<br />

en de structuur van het slagenlandschap. Ook hier geldt dat ruimte<br />

langs watergangen ingericht kan worden als natuurvriendelijke oever om de<br />

beleving, waterkwaliteit en natuurwaarden te verbeteren.<br />

Gezien het dorpskarakter ligt de nadruk op het bouwen in verschillende typologieën<br />

en prijsklassen, waarbij aan de randen exclusieve woonmilieus een<br />

plek kunnen krijgen. Hogere bebouwing is in principe niet toegestaan om het<br />

dorpse karakter niet te veel geweld aan te doen. Om het gebrek aan doorstroming<br />

op de huizenmarkt te verminderen is het nodig om toegankelijke<br />

woningen voor senioren en betaalbare woningen voor starters te bouwen.<br />

De landschappelijke inpassing van een eventuele uitbreiding verdient veel<br />

aandacht, met name aan de randen.


5.11 Verzorgingskern<br />

De gemeente kiest voor het aanbrengen van een onderscheid tussen een<br />

‘verzorgingskern’ (<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>) en een ‘kleine kern’ (Kinderdijk). De<br />

voorzieningen worden zoveel mogelijk in één kern geconcentreerd, zodat<br />

de voorzieningen onderling kunnen profi teren van elkaars aanwezigheid. Op<br />

deze manier wenst de gemeente het totale voorzieningenaanbod binnen de<br />

gemeente in stand te kunnen houden en waar mogelijk te versterken.<br />

In een verzorgingskern zijn winkel- en zorgvoorzieningen in redelijke mate<br />

aanwezig. <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> heeft zelfs een (beperkte) verzorgingsfunctie<br />

voor kernen buiten de eigen gemeente. <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> heeft voor de langere<br />

termijn goede perspectieven voor vernieuwing en versterking. Dit is tevens<br />

de kern waar educatieve voorzieningen en vrijetijdsvoorzieningen ruimer<br />

aanwezig zijn en zorgen voor een leefbaar platteland. De verzorgingsfunctie<br />

van de verzorgingskern zal worden behouden en versterkt door meer dan op<br />

andere locaties ruimte te bieden voor voorzieningen op de aanwezige concentratiepunten.<br />

Uitbreiding van het bestaande aanbod en nieuwvestiging van<br />

voorzieningen dient te worden geconcentreerd in de verzorgingskern. Vanuit<br />

de verzorgingskern kan de vraag in de kleine kern worden gecoördineerd en<br />

gefaciliteerd in de vorm van bijvoorbeeld zorgsteunpunten.<br />

Op het gebied van woningbouw wordt gestreefd naar een gelijkmatige verdeling<br />

van nieuwbouw over de kernen. De verzorgingskern komt het eerst in<br />

aanmerking voor eventuele planmatige uitbreidingen.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

57<br />

5.12 Kleine kern<br />

In een kleine kern zijn weinig winkelvoorzieningen en zorgvoorzieningen aanwezig<br />

en ligt de nadruk sterk op de woonfunctie. Deze kern is dusdanig kleinschalig<br />

of gelegen nabij grotere bevolkingsconcentraties, dat versterking of<br />

terugkeer van winkelvoorzieningen en de bouw van nieuwe zorgvoorzieningen<br />

van enig formaat niet realistisch is. De nadruk ligt op dorpsvernieuwing en zo<br />

mogelijk instandhouding van de nog aanwezige voorzieningen om de kwaliteit<br />

van de leefomgeving te behouden. Nabij de entree tot het molengebied Kinderdijk<br />

moet daarentegen, in verband met de toeristische aantrekkingskracht<br />

van het gebied, blijvend ruimte geboden worden aan horeca en recreatieve<br />

c.q. toeristische voorzieningen.<br />

<strong>Nieuw</strong>vestiging en uitbreiding van het voorzieningenaanbod dient voornamelijk<br />

plaats te vinden in de verzorgingskern. Daarnaast wordt ingezet op innovatieve<br />

concepten die wonen en dienstverlening bijeen brengen zonder dat<br />

hier grote fysieke ontwikkelingen voor nodig zijn. Te denken valt aan voorzieningen<br />

als de mobiele bibliotheek en domotica.<br />

Hoewel er wordt gestreeft naar een gelijkmatige verdeling van nieuwbouw<br />

over de kernen is het mogelijk dat in de kleine kern kern deze ruimte niet<br />

aanwezig is. In dat geval kan in de verzorgingskern deze vraag opgevangen<br />

worden. De kleine kern komt in principe niet in aanmerking voor eventuele<br />

planmatige uitbreidingen.


5.13 Hoofdwinkelcentrum<br />

Het midden- en kleinbedrijf zorgt voor levendigheid<br />

in het dorp en de aanwezige voorzieningen<br />

zorgen ervoor dat <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> een aantrekkelijke<br />

plaats is om te wonen. Ingezet wordt<br />

op het behoud en verbetering van de aanwezige<br />

winkelvoorzieningen in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>,<br />

waarbij in de toekomst een duidelijker onderscheid gemaakt moet worden<br />

tussen het winkelcentrum aan het Kleyburgplein en de Planetenlaan.<br />

Het winkelcentrum aan het Kleyburgplein wordt het hoofdwinkelcentrum van<br />

de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. Het beleid is hier gericht op een uitbreiding van<br />

het bestaande winkelaanbod, eventueel gecombineerd met wonen en andere<br />

functies. Intensivering van het ruimtegebruik kan leiden tot een verbetering<br />

van het winkelklimaat. Een totale of gedeeltelijke herontwikkeling van het gebied<br />

en omgeving kan nodig zijn om het hoofdwinkelcentrum de uitstraling te<br />

geven dat bij een dorpscentrum hoort.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

58<br />

5.14 Nevenwinkelcentrum<br />

Het midden- en kleinbedrijf zorgt voor levendigheid<br />

in het dorp en de aanwezige voorzieningen<br />

zorgen ervoor dat <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> een<br />

aantrekkelijke plaats is om te wonen. Ingezet<br />

wordt op het behoud van de aanwezige winkelvoorzieningen<br />

in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>, waarbij in<br />

de toekomst een duidelijker onderscheid gemaakt moet worden tussen het<br />

winkelcentrum aan het Kleyburgplein en de Planetenlaan.<br />

Het winkelcentrum aan de Planetenlaan heeft een functie als nevenwinkelcentrum<br />

en is ruimtelijke en functioneel ondergeschikt aan het winkelcentrum<br />

aan het Kleyburgplein. Het beleid is gericht op het behoud van de bestaande<br />

voorzieningen, waarbij een uitbreiding niet is voorzien. Een herinrichting van<br />

het gebied, dat tot doel heeft het winkelklimaat te verbeteren, is mogelijk.


5.15 Bestaande recreatieve knoop<br />

Bestaande recreatieve knopen zijn belangrijke<br />

dragers van het recreatieve netwerk binnen de<br />

gemeente en binnen de Alblasserwaard. De bestaande<br />

knopen worden zoveel mogelijk opgenomen<br />

in het recreatieve routenetwerk door de<br />

gemeente. In de knopen is uitbreiding van de recreatieve functie mogelijk en<br />

gewenst. Uitbreiding in andere sectoren, zoals horeca en toerisme, is tevens<br />

mogelijk indien dit niet leidt tot onevenredige overlast. De recreatieve functie<br />

dient echter de hoofdfunctie te blijven. Bij uitbreiding is het van belang<br />

bestaande kwaliteiten van het landschap te respecteren. Voldoende parkeervoorzieningen<br />

zijn essentieel om de parkeerdruk in de omgeving niet onevenredig<br />

op te laten lopen.<br />

De natuurlijke en cultuurhistorische waarden maken het molengebied Kinderdijk<br />

geschikt voor vormen van recreatie. Ingezet wordt op het behoud van<br />

de bestaande recreatieve functie zonder dat dit leidt tot een aantasting van<br />

de natuur- en/of cultuurwaarden in het gebied. Om het molengebied ook in<br />

de toekomst een recreatieve trekker van formaat te laten zijn dienen oplossingen<br />

te worden gevonden voor de bereikbaarheids- en parkeerproblematiek<br />

in het dorp. Vervoer over het water kan hieraan bijdragen. Ook andere<br />

oplossingen die hieraan bijdragen zijn gewenst. Hierbij moet gemeenteoverstijgend<br />

worden gekeken.<br />

De entree van het molengebied, evenals de routing naar het molengebied<br />

kan worden verbeterd. Een herinrichting van de huidige entree is mogelijk.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

59<br />

5.16 <strong>Nieuw</strong>e recreatieve knoop<br />

Op plaatsen waar recreatieve aanleidingen aanwezig zijn (zoals in linten en<br />

kernen, beeldbepalende VAB’s, molens, eendenkooien, natuurgebieden en<br />

knooppunten van verschillende soorten routes) kunnen nieuwe knopen worden<br />

ontwikkeld. Het zijn mogelijke opstap-, verblijfs- en pleisterplaatsen in<br />

het gebied. De invulling van de knoop hangt af van de ruimtelijke context en<br />

kan uiteenlopen van een horecapunt (pleisterplaats) tot een bed & breakfast<br />

tot een bezoekerscentrum met informatievoorziening en ruimte voor parkeergelegenheid.<br />

In <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is een recreatieve knoop voorzien nabij de watertoren.<br />

Deze locatie vormt door haar ligging aan het water een ideale plaats voor<br />

watergebonden recreatie en de realisatie van een jachthaven is hier dan ook<br />

een mogelijke ontwikkeling. Ook aan de vestiging van horeca en enkele woningen<br />

(onder meer ter bevordering van de sociale veiligheid) wordt gedacht.<br />

De knoop kan worden opgenomen in het recreatief routenetwerk en kan zowel<br />

inwoners van de gemeente als recreanten/toeristen van buiten de gemeente<br />

aantrekken.


5.17 Entreegebied molencomplex<br />

Het molencomplex heeft de status van Werelderfgoed. Daar hoort ook een<br />

passende entree bij. Toeristen moeten al bij de entree het gevoel krijgen een<br />

bijzonder gebied te betreden. Het toevoegen van toeristische en recreatieve<br />

voorzieningen kan de verblijfskwaliteit van het gebied aanzienlijk verhogen.<br />

De realisatie van camperplaatsen is hierin een passende ontwikkeling. Ook<br />

wordt gedacht aan kleinschalige winkelvoorzieningen, die behalve toeristen<br />

ook de inwoners kunnen bedienen.<br />

De entree kan een belangrijke functie vervullen om te komen tot een goede<br />

geleiding van de verkeersstromen. Behalve een binnendijkse verbetering<br />

wordt in dit opzicht juist ook aan een buitendijkse versterking van het entreegebied<br />

gedacht. De realisatie van een waterbushalte is hierin belangrijk, om<br />

het vervoer over water te stimuleren (en daarmee de wegen te ontlasten).<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

60<br />

5.18 Recreatief routenetwerk<br />

Voor de benutting van de recreatieve potenties<br />

van het gebied is het van cruciaal belang de<br />

toegankelijkheid en beleefbaarheid te vergroten<br />

middels de aanleg van een divers en uitgebreid<br />

routenetwerk. Mogelijkheden moeten worden<br />

benut om recreatieve knopen met elkaar te verbinden en de interessante<br />

plekken in de gemeente beleefbaar te maken. Het gaat hier om een veelvoud<br />

aan mogelijkheden zoals boerderijbezoek, overnachting bij de boer, de verkoop<br />

van streekeigen producten, het bezoek van cultuurhistorisch waardevolle<br />

objecten, etc.<br />

Aandacht is nodig voor voldoende afwisseling in het aanbod. Routegebonden<br />

recreatie bestaat tenslotte in verschillende soorten en maten, variërend<br />

van sportief (wielrennen, skeeleren en paardrijden) tot recreatief (wandelen<br />

en fi etsen). Tevens dient aansluiting te worden gezocht op netwerken buiten<br />

gemeente en een sterke recreatieve poort die fungeert als vertrekpunt. Tenslotte<br />

moet voorkomen worden dat langs nieuwe routes beplanting komt die<br />

openheid aantast.


5.19 Stedelijk groen<br />

In het bebouwd gebied komt op verschillende<br />

plekken stedelijk groen voor met een betekenis<br />

voor de hele kern. Het geeft de groenstructuur<br />

van de kern weer. Het stedelijk groen varieert<br />

in verschijningsvorm en kan zowel een begraafplaats,<br />

volkstuinencomplex als een park zijn. De ambitie richt zich op het behoud<br />

van het groene karakter in de kern, met Incidenteel een transformatie<br />

naar een andere functie.<br />

5.20 Hoofdgroenstructuur<br />

De gemeente wordt doorkruist door drie groene<br />

aders die de verschillende woonbuurten van<br />

elkaar scheiden. De ruimtelijke verschijningsvorm<br />

is divers, maar ze geven de kern <strong>Nieuw</strong>-<br />

<strong>Lekkerland</strong> de gewenste groene uitstraling. De<br />

gronden die onderdeel uitmaken van de groene hoofdstructuur dienen grotendeels<br />

onbebouwd te zijn. Ingezet wordt op het slopen of optimaal in te<br />

passen van eventueel aanwezige bebouwing die het groene karakter aantast.<br />

Er wordt naar gestreefd de hoogspanningskabels ondergronds te brengen.<br />

Andere functies zijn hier in principe niet toegestaan.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

61<br />

5.21 Water<br />

Water is een belangrijke bouwsteen van het<br />

landschap en geeft het landschap haar unieke<br />

karakter. Niet alleen het boezemwater is hierbij<br />

van belang, maar met name het fi jnmazige netwerk<br />

aan waterlopen in de open polders bepalen<br />

het beeld. Ook in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> zijn de watergangen in belangrijke<br />

mate nog bepalend voor het ruimtelijk karakter. Het beleid is gericht op het<br />

in stand houden van deze waterlopen.<br />

Waterlopen mogen in principe niet worden gedempt, tenzij dit noodzakelijk en<br />

onvermijdelijk blijkt. Recreatief medegebruik van water wordt gestimuleerd,<br />

tenzij dit onderdeel is van het Natura 2000-gebied. Het betreft hier alleen<br />

kleinschalige recreatie in de vorm van kano’s, roeiboten en kleine rondvaartboten.<br />

Plaatselijk moet ruimte geboden worden aan aanlegsteigers, maar<br />

het natuurvriendelijk inrichten van de oevers is uitgangspunt. De Lek en de<br />

Noord hebben voornamelijk een verkeersfunctie en een functie bij de waterhuishouding.<br />

De recreatieve functie van deze waterlopen is beperkt, maar<br />

kan worden verbeterd door ze beter beleefbaar te maken en ze te gebruiken<br />

voor transport.


5.22 Agrarisch open landschap<br />

De agrarische sector is de belangrijkste drager<br />

van het landschap. De grondgebonden veehouderij<br />

bepaalt daarbij de landschappelijke en<br />

natuurwetenschappelijke kwaliteit. In dit gebied<br />

kan de mogelijkheid worden geboden om<br />

de activiteiten op agrarische bedrijven te laten<br />

ontwikkelen.<br />

Primair kan dit op het vlak van landbouw, maar ook verbreden met zaken<br />

als extensieve recreatie en zorg op de boerderij is op plekken denkbaar en<br />

biedt nieuwe kansen voor de agrariër, met name in het gebied ten oosten van<br />

de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. In het agrarisch gebied ten zuiden van de kern<br />

blijft het primaat eveneens liggen op de landbouw, met wellicht zijn hier op<br />

enkele plaatsen kansen voor de uitbreiding van stedelijke groenfuncties als<br />

bijvoorbeeld volkstuinen. Voor verbreding van nevenactiviteiten bij agrarische<br />

bedrijven geldt als voorwaarde dat deze verbreding niet ten koste mag gaan<br />

van de ruimtelijke kwaliteit. Een tweede voorwaarde is wel dat deze ontwikkelingen<br />

niet mogen leiden tot substantiële toename van het aantal verkeersbewegingen<br />

en/of tot extra beperkingen van de bedrijfsvoering van agrarische<br />

bedrijven in de omgeving.<br />

Overigens is de landbouw niet de enige drager van het landschap. Het<br />

weidse en open karakter ontleent het landschap aan het agrarische gebruik,<br />

maar het landschap is meer dan alleen openheid. Zijn karakteristiek<br />

ontleent het landschap juist aan de grote verscheidenheid aan allerlei landschappelijke<br />

(knotwilgen, geriefbosjes, eendenkooien, dijken, kaden, sloten,<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

62<br />

boezemwateren, etc.) en cultuurhistorische elementen (zoals molens, monumentale<br />

boerderijen etc). Ook koeien in de wei dragen bij aan het karakteristieke<br />

landschapsbeeld.<br />

De verscheidenheid moet zoveel mogelijk behouden blijven en waar dit karakter<br />

is verloren gegaan wordt ingezet op herstel. Om de beleefbaarheid te<br />

verbeteren, wordt ingezet op het verbeteren van de toegankelijkheid en bereikbaarheid<br />

van het landschap. Als een mogelijke vorm wordt hierbij gedacht<br />

aan de realisatie van landgoederen. Een landgoed is een combinatie van een<br />

landhuis met daarbij een (deels) openbaar landgoed. De gemeente wil meewerken<br />

aan initiatieven voor de ontwikkeling van landgoederen, maar weegt<br />

per geval af of de aanleg toelaatbaar is. Een landgoed mag niet ten koste<br />

gaan van goede agrarische productiegronden.<br />

Voor het agrarisch open landschap is de inzet vooral gericht op het open<br />

houden van het landschap. Dit gebeurt in combinatie met een verdere ontwikkeling<br />

van natuur en landschapswaarden, zoals die voor weidevogels. Het<br />

behouden en versterken van natuur- en landschapswaarden en de karakteristieke<br />

verkavelingspatronen is ook vanuit cultuurhistorisch en ecologisch<br />

oogpunt zeer gewenst.<br />

Agrarische bouwblokken bieden plaatselijk mogelijkheden voor verruiming,<br />

tenzij dit op onevenredige belemmeringen stuit in de woongebieden. Bestaande<br />

bedrijven kunnen naar redelijkheid uitbreiden. Het nieuwvestigen of uitbreiden<br />

van glastuinbouw-, boomteelt- , fruitteelt- en niet-grondgebonden veehouderijbedrijven<br />

is, ondergeschikt aan de agrarische bedrijfsvoering, toegestaan.


<strong>Nieuw</strong>vestiging van andere agrarische bedrijven wordt niet per defi nitie<br />

uitgesloten. Hierbij moet wel worden aangesloten op de karakteristieke<br />

landschapskwaliteiten van het gebied. Aangesloten moet worden bij de bestaande<br />

ruilverkavelingswegen (zie hiervoor het specifi eke beleid voor ‘ruilverkavelingsweg’)<br />

of bestaande wegen waarlangs reeds beplanting aanwezig<br />

is. Verdergaande verstedelijking en ongewenste bebouwing in het open gebied<br />

is niet toelaatbaar.<br />

Op verschillende locaties zal agrarisch vastgoed beschikbaar komen. Deze<br />

vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing (VAB) dient zoveel mogelijk behouden<br />

te blijven, waar dit het karakter van het gebied bepaalt. Voor deze vrijkomende<br />

agrarische bebouwing kan ingezet worden op functieverandering of<br />

verbredingsactiviteiten. Waar sprake is van niet beeldbepalende bebouwing<br />

is sloop denkbaar in ruil voor ontwikkelingsrechten elders, bij voorkeur binnen<br />

de contouren of aansluitend aan de contouren (Ruimte-voor-Ruimte-constructie).<br />

Op deze manier kan de plaatselijk verdwenen karakteristieke openheid<br />

terug worden gebracht in het landschap in ruil voor woningbouw elders.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

63<br />

5.23 Tiendweg<br />

De Tiendweg is één van de oude cultuurhistorische<br />

lijnen in het landschap en heeft een grote<br />

rol gespeeld bij de ontwikkeling van de kern<br />

<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> heeft<br />

tot op heden niet uitgebreid ten zuiden van de<br />

Tiendweg en de Tiendweg is dan ook nog duidelijk als landschapselement herkenbaar.<br />

Het beleid is gericht op het behoud van de Tiendweg met aanwezige<br />

beplanting. Op plaatsen waar de karakteristieke beplanting verloren is gegaan<br />

wordt ingezet op herstel. Recreatief medegebruik van de Tiendweg wordt gestimuleerd.


N<br />

5.24 Natuurgebieden – Natura 2000<br />

De Boezems bij Kinderdijk, de Donkse Laagten en de Zouweboezem zijn<br />

natte gebieden die tot de zogenaamde Vogelrichtlijngebieden behoren. Daar<br />

moeten de leefgebieden van de van belang zijnde vogelsoorten worden beschermd.<br />

Het ecologisch netwerk Natura 2000 moet de betrokken natuurlijke<br />

habitats en leefgebieden van soorten in hun natuurlijke verspreidingsgebied<br />

in een gunstige staat van instandhouding behouden of in voorkomend geval<br />

herstellen.<br />

Deze gebieden kennen bijzondere ecologische, cultuurhistorische of archeologische<br />

waarden. Het beleid richt zich op behoud, bescherming en ontwikkeling<br />

van de daar aangetroffen kwaliteiten. Bebouwing is er in principe niet<br />

toegestaan. <strong>Nieuw</strong>e plannen, projecten of handelingen binnen en in de nabijheid<br />

van deze gebieden die signifi cante negatieve gevolgen kunnen hebben<br />

voor de natuur zijn niet toegestaan, tenzij er geen reële alternatieven beschikbaar<br />

zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang. Eventueel<br />

noodzakelijke bebouwing voldoet aan zeer hoge eisen van beeldkwaliteit<br />

ter versterking van het natuurlijke en authentieke karakter. Daarnaast wordt<br />

gepoogd de ruimtelijke kwaliteit te verhogen door sanering van ontsierende<br />

bebouwingselementen.<br />

Kinderdijk heeft daarnaast een belangrijke recreatieve functie. Ingezet wordt<br />

op het behoud van de bestaande recreatieve functie zonder dat dit leidt tot<br />

een aantasting van de natuur- en/of cultuurwaarden in het gebied.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

64<br />

5.25 Ecologische verbindingszone<br />

Er wordt gestreefd naar het realiseren van ecologische verbindingen tussen<br />

de natuurgebieden waar mogelijk gecombineerd met recreatief medegebruik.<br />

Bij de ontwikkeling van deze ecologische verbindingszones moet het overwegend<br />

open karakter van het gebied worden behouden. Hierbij kan gebruik<br />

worden gemaakt van gebiedsspecifi eke elementen zoals natte graslandvegetaties<br />

langs structuurbepalende watergangen, moerasbos, eendenkooien<br />

en poelen.


5.26 Groene Ruggengraat<br />

De Groene Ruggengraat vormt een onderdeel van de robuuste ecologische<br />

verbinding tussen de Zeeuwse wateren en het Lauwersmeer (EHS) en moet<br />

natuurgebieden in het Groene Hart met elkaar gaan verbinden. Het is een<br />

verbinding, bestaande uit schakels (corridors) en bredere knopen (stapstenen),<br />

die samen zorgen voor een geschikt leefgebied voor specifi eke natuurdoeltypen<br />

en soorten. Bij de inrichting worden de kernkwaliteiten van het<br />

gebied gerespecteerd. Dat betekent dat in de open veenweidegebieden voldoende<br />

ruimte moet zijn voor doorzichten om de openheid te handhaven. In<br />

voorliggende structuurvisie is een tracé opgenomen, waarbij zoveel mogelijk<br />

wordt aangesloten op bestaande waterlopen. Hierdoor wordt het karakter van<br />

het gebied gerespecteerd en gaat zo min mogelijk agrarische productieruimte<br />

verloren.<br />

Recreatie en landbouw zijn mogelijk binnen de Groene Ruggengraat. Recreatieve<br />

routes doorkruisen het gebied en verbinden meerdere recreatieve<br />

knopen met elkaar. Belangrijk voor het landschappelijk karakter is dat de<br />

noord-zuidlopende verbinding niet de openheid van het landschap in oostwestrichting<br />

verstoort. Dit kan bijvoorbeeld via stapstenen en lijnelementen<br />

zonder opgaande beplanting.<br />

Momenteel staat de realisatie van de Groene Ruggengraat onder druk. In het<br />

beleid van het huidige kabinet wordt geen prioriteit gesteld aan deze ecologische<br />

verbinding. Mocht in de toekomst de realisatie alsnog plaatsvinden,<br />

wordt de route aangehouden zoals die in voorliggende structuurvisie is voorgesteld.<br />

Deze route maakt zoveel mogelijk gebruik van bestaand water.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

65<br />

5.27 Molens<br />

In het gebied komen meerdere molens voor. De<br />

aanwezigheid van deze molens draagt sterk bij<br />

aan het authentieke karakter van het gebied.<br />

Ter bevordering van de zichtbaarheid en bruikbaarheid<br />

van de molens kennen de meeste molens<br />

een molenbiotoop. Dit is een beschermingszone waarbinnen beperkingen<br />

worden gesteld aan ruimtelijke ontwikkelingen. De beoordeling van de<br />

ontwikkelingsmogelijkheden is maatwerk, daar niet iedere molen eenzelfde<br />

belevings- en gebruikswaarde kent. Ruimtelijke ontwikkelingen zijn dus bespreekbaar,<br />

maar dienen aan eisen te voldoen. Het voornaamste doel is het<br />

behoud van de molen als cultuurhistorisch waardevol object. Als herbestemming,<br />

zoals recreatief gebruik nodig is of een positieve bijdrage hieraan levert,<br />

is dit denkbaar. Één molen in het gebied is reeds opengesteld voor publiek.<br />

Mogelijk kunnen de molens worden ingezet als aanknopingspunt van<br />

recreatieve routes.<br />

5.28 Eendenkooien<br />

De eendenkooien zijn voornamelijk waardevol als cultuurhistorisch waardevol<br />

element in het landschap. Zij dragen bij aan het authentieke karakter van het<br />

gebied. Op dit moment is er geen eendenkooi in het gebied aanwezig, maar<br />

er komen twee eendenkooien voor met een vangcirkel over het gemeentelijk<br />

grondgebied heen. Deze structuurvisie zet in op een verbetering van de beleefbaarheid.


5.29 Donken<br />

Donken zijn bijzondere relicten van de geologische geschiedenis van de gemeente.<br />

Het zijn zandophopingen die boven het maaiveld uitsteken. Door het<br />

vlakke karakter van het gebied zijn de zandophopingen duidelijk zichtbaar.<br />

Het beleid is gericht op het behoud van de cultuurhistorische en landschappelijke<br />

waarde. <strong>Nieuw</strong>e ontwikkelingen in de omgeving dienen dit historische<br />

karakter te respecteren. De herkenbaarheid en beleefbaarheid van deze donken<br />

kan sterk worden verbeterd.<br />

Voorkomen dient te worden dat de donken door nieuwe ontwikkelingen verscholen<br />

gaan achter bebouwing. Derhalve dient in de omgeving van donken<br />

voorzichtig omgegaan te worden met nieuwe ontwikkelingen. Bebouwing is er<br />

in principe niet toegestaan.<br />

Kleinschalige recreatieve ontwikkelingen zijn mogelijk mits dit de beleefbaarheid<br />

vergroot en de impact op het landschap beperkt blijft.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

66<br />

5.30 Dijken<br />

De Lekdijk heeft primair een functie voor de waterkering. De dijk beschermt<br />

het achterliggende polderlandschap tegen overstroming. Daarnaast heeft de<br />

dijk een belangrijk verkeers- en ontsluitingsfunctie.<br />

Het klimaat verandert nu. Doordat de zeespiegel stijd en de bodem daalt<br />

wordt het gebied kwetsbaar. De dijk is niet overal voldoende stabiel en is niet<br />

overal hoog genoeg. Derhalve zullen in de nabije toekomst maatregelen nodig<br />

zijn om het achterliggende landschap droog te houden. Deze dijkversterking<br />

biedt kansen om de relatie met de Lek te versterken en voor een kwaliteitsverbetering<br />

van de beleving van de Lek. De langzaam verkeersroute over de<br />

Lekdijk kan uitgebreid worden en worden gescheiden van snel verkeer.<br />

De Lekdijk is daarnaast één van de beeldbepalende cultuurhistorisch waardevolle<br />

lijnen in het landschap. De Lekdijk wordt gekenmerkt door de vele cultuurhistorische<br />

waardevolle panden die langs de dijk staan. Het beleid is gericht<br />

op het behoud van deze aanwezige cultuurhistorische panden langs de<br />

dijk. Bij eventuele maatregelen voor de dijkversterking moet worden getracht<br />

de aanwezige cultuurhistorisch waardevolle bebouwing zoveel mogelijk te behouden.<br />

Indien dit niet mogelijk is, wordt gestreefd naar een passende oplossing,<br />

waarbij het zichtbaar maken van het historische karakter van de dijk<br />

voorop staat. Het doel is een veilige dijk die passend is in het landschap.


5.31 Bestaande infrastructuur<br />

De strategie betreffende infrastructuur is erop<br />

gericht de bestaande infrastructuur te handhaven.<br />

Het in stand houden van de hoofdverbindingen<br />

is van essentieel belang voor de bereikbaarheid<br />

van de kernen.<br />

Aanpassingen aan de infrastructuur die noodzakelijk zijn voor een goede verkeersafwikkeling<br />

of die de verkeersveiligheid ten goede komen, zijn toegestaan.<br />

De nadruk dient hierbij te liggen op het creëren van een betere scheiding<br />

tussen de verschillende vervoersmodaliteiten. In dit licht is een afname<br />

van het doorgaand verkeer (en met name het vrachtverkeer en landbouwverkeer)<br />

door de bebouwingslinten gewenst. Maatregelen ter bevordering van de<br />

doorstroming en de verkeersveiligheid kunnen wat betreft de Lekdijk goed samengaan<br />

met de uit te voeren dijkversterking. Op de ruilverkavelingswegen is<br />

het wenselijk recreatieverkeer van de hoofdbaan te weren, zodat gevaarlijke<br />

situaties met snelverkeer worden voorkomen. Op de Schoonenburgweg en de<br />

nieuwe Zijdeweg (N481) is het daarnaast wenselijk om het landbouwverkeer<br />

te scheiden van het doorgaande verkeer. De landschappelijk inpassing van<br />

de infrastructurele verbindingen (en eventuele snelheidsremmende maatregelen)<br />

verdienen extra aandacht.<br />

Het is in principe ongewenst noord-zuid gerichte infrastructuur te voorzien<br />

van begeleidende laanbeplanting. De barrièrewerking die uitgaat van de infrastructuur<br />

dient zoveel mogelijk beperkt te worden. De bestaande openbaar<br />

vervoersverbindingen moeten gehandhaafd blijven. Het fi etsroutenetwerk<br />

kan worden uitgebreid. Hierbij kan worden aangesloten op de bestaande infrastructuur.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

67<br />

5.32 Waterbus<br />

Het verkeer over water wordt meer en meer gestimuleerd. In dit licht is aantakking<br />

op de waterbusverbinding van belang. Door langs de Lek haltes aan<br />

te leggen krijgen inwoners de mogelijkheid op een snelle manier de steden<br />

Rotterdam en Dordrecht te bereiken. Woon-werkverkeer zal hierdoor meer en<br />

meer gebruik maken van de waterbus. Tegelijkertijd wordt met de uitbreiding<br />

van het netwerk een aanzet gegeven voor een route in oostelijke richting (onder<br />

andere naar Schoonhoven).<br />

Met de realisatie van een halte nabij het molencomplex Kinderdijk kan de<br />

waterbus een belangrijke rol gaan vervullen in de bereikbaarheid van het molencomplex,<br />

met name gericht op toeristen. Dit ontlast de Lekdijk van verkeer.<br />

Het maken van een scheiding tussen het recreatieve verkeer en het woonwerkverkeer<br />

is wel nodig om het vervoer over water voor alle betrokkenen<br />

aantrekkelijk te houden. Hierbij kan gedacht worden aan verschillen in haltes<br />

en vaartijden.<br />

5.33 Voet-/Fietsveer<br />

De voet-/fi etsveren zijn belangrijk voor de ontsluiting van de gemeente en<br />

kunnen worden opgenomen in het recreatief routenetwerk. Daarnaast zijn<br />

dergelijke verbindingen karakteristiek voor het gebied en tonen ze de relatie<br />

met het water. Behoud van de bestaande veerverbindingen is uitgangspunt.<br />

Het beleid richt zich daarnaast op een opvoeren van de vaarfrequentie en<br />

het uitbreiden van de capaciteit, waarbij de effi ciency niet uit het oog mag<br />

worden verloren.


5.34 Autoveer<br />

Het autoveer bij Kinderdijk is belangrijk voor de ontsluiting van de gemeente.<br />

De verbinding is karakteristiek voor het gebied en toont de relatie met het<br />

water. Behoud van het autoveer is daarom het uitgangspunt. Er wordt extra<br />

aandacht besteed aan de opstelplaatsen, wat de leefbaarheid in de kern Kinderdijk<br />

ten goede komt.<br />

5.35 Ruilverkavelingsweg<br />

Uitplaatsing van agrarische bedrijven uit de kernen en linten, alsmede nieuwvestiging<br />

moet vooral plaatsvinden langs de aangeduide ruilverkavelingswegen.<br />

Aan de aangeduide ruilverkavelingswegen vinden bedrijven ruimte voor<br />

ontwikkeling. De infrastructuur is hier geschikt gemaakt voor het zwaardere<br />

landbouwverkeer. <strong>Nieuw</strong>e bouwblokken en bouwblokvergroting is mogelijk<br />

doordat sprake is van voldoende afstanden tot woongebieden. Randvoorwaarde<br />

is wel dat bestaande doorzichten zoveel mogelijk behouden blijven,<br />

door bebouwing zoveel mogelijk compact en in één lijn te situeren in plaats<br />

van in een los verband. Tevens dienen bouwblokken landschappelijk te worden<br />

ingepast, onder andere door een groene omkadering. Middels toegevoegde<br />

illustraties is een impressie gegeven van de gewenste ontwikkelingswijze.<br />

Vrijkomende agrarische bebouwing aan de ruilverkavelingswegen kan<br />

worden hergebruikt, mits het niet gaat om functies die het agrarisch gebruik<br />

belemmeren.<br />

Zo is een (burger)woonfunctie niet wenselijk langs de ruilverkavelingswegen.<br />

Overbodige vrijkomende agrarische bebouwing kan ook worden gesloopt.<br />

Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van een zogenaamde ‘Ruimte-voor-<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

68<br />

Ruimte’-constructie, waarbij in ruil voor de sloop van agrarische bebouwing<br />

elders nieuwe woningen kunnen worden gebouwd. Knelpunten op de ruilverkavelingswegen,<br />

op het gebied van verkeersveiligheid, moeten zoveel mogelijk<br />

worden opgelost ten behoeve van de agrarische gebruikswaarde. Het is<br />

zaak de verschillende vervoersmodaliteiten beter te scheiden.<br />

v<br />

x


Deel B - Projectenplan


<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

70


Met het Ruimtelijk Casco is een helder afwegingskader, c.q. speelveld, voor<br />

ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> neergezet. Welke<br />

vraagstukken er de komende jaren op <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> af komen, hangt<br />

sterk af van de ambities en behoeften van en voor de gemeente. Het tweede<br />

deel van de structuurvisie (deel B: Projectenplan) gaat hier verder op in.<br />

In het Projectenplan worden de ruimtelijke opgaven (programma) voor de korte<br />

en middellange termijn benoemd op onder andere het gebied van wonen,<br />

werken, zorg en welzijn, infrastructuur, toerisme & recreatie, natuur en landschap.<br />

Antwoord wordt gegeven op de vragen in hoeverre, op welke manier<br />

en waar deze opgaven gerealiseerd kunnen worden de komende jaren. De<br />

opgaven kunnen beantwoord worden in concrete plannen en projecten, maar<br />

ook in nadere studie en onderzoek. Er kunnen echter ook opgaven zijn waar<br />

vooralsnog geen concreet antwoord voor handen is. Deze blijven op de ruimtelijke<br />

agenda staan.<br />

Het laatste deel van het Projectenplan betreft het uitvoeringsplan. Hierin<br />

geeft de gemeente aan hoe uitvoering wordt gegeven aan het beleid en de<br />

projecten. Hierbij wordt een koppeling gelegd tussen grondbeleid en ruimtelijke<br />

ontwikkeling en spreekt de gemeente zich uit over de inzet van de<br />

instrumenten uit de Wro.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

71<br />

Het Projectenplan zal periodiek moeten worden geactualiseerd en geeft daarmee<br />

steeds voor een bepaalde periode weer op welke wijze het droombeeld<br />

van het Ruimtelijk Casco (deel A) tot uitvoering wordt gebracht.


<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

72


6 Programma<br />

6.1 Inleiding<br />

Dit hoofdstuk beschrijft welke concrete opgaven er voor de eerstkomende jaren<br />

liggen op het gebied van onder andere wonen, werken, zorg en welzijn, infrastructuur,<br />

toerisme & recreatie, natuur en landschap. De programmapunten<br />

zijn geordend volgens de lagenbenadering en komen voort uit bestaande<br />

onderzoeks- en beleidsrapporten voor de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden<br />

en voor de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. Ook de resultaten uit de interactieve<br />

sessies met onder andere projectgroep, klankbordgroep, bewoners en<br />

gemeenteraad zijn meegenomen. In dit hoofdstuk worden vooruitlopend op<br />

de defi nitieve benoeming van projecten al principekeuzes gemaakt over hoe<br />

de opgaven te realiseren.<br />

6.2 Programmapunten uit de onderste laag<br />

De elementen uit de onderste lagen zijn sterk bepalend voor de identiteit en<br />

ruimtelijke kwaliteit van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. Om die reden dienen deze elementen<br />

niet alleen te worden beschermd, maar vergt een duurzame borging<br />

van de kwaliteiten ook een bepaalde mate van ontwikkeling. De programmapunten<br />

voor de komende jaren worden in de volgende alinea’s beschreven.<br />

- De gemeente zet in op behoud van het Natura 2000 gebied. Natuurontwikkeling,<br />

buiten dit gebied, is geen doel op zich. Bosaanplant is in principe<br />

ongewenst.<br />

- Op nationaal niveau is een robuuste ecologische verbindingzone gepland<br />

tussen de Zeeuwse wateren in het zuiden en het Lauwersmeer in het<br />

noorden van het land; de Groene Ruggengraat.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

73<br />

Deze zone moet onder andere natuurgebieden in het Groene Hart verbinden.<br />

De Groene Ruggengraat doorkruist ook het grondgebied van de<br />

gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. De gemeente wil leidend zijn in de tracékeuze<br />

en de invulling van deze zone. In het Ruimtelijk Casco is derhalve<br />

een voorkeurstracé opgenomen. Door bezuinigingen op rijks- en provinciaal<br />

niveau zijn er voor de korte termijn geen fi nanciële middelen beschikbaar<br />

om de Groene Ruggengraat te realiseren. Ook binnen de gemeente<br />

<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> zijn geen middelen beschikbaar voor de uitvoering.<br />

- De bodem in de Alblasserwaard daalt jaarlijks met circa 3 mm. Deze bodemdaling<br />

gaat ten koste van de geschiktheid van de bodem voor landbouwdoeleinden.<br />

De gemeente onderkent de problematiek en zal, indien<br />

de gelegenheid zich voordoet, aansluiten bij initiatieven van derde partijen<br />

zoals de provincie of de sector om oplossingsgericht mee te denken.<br />

- Door de klimaatverandering zal de hoeveelheid neerslag de komende<br />

jaren verder toenemen. Het huidige watersysteem kan dit waarschijnlijk<br />

niet aan, waardoor wateroverlast steeds vaker voor zal komen. Om dit te<br />

voorkomen zijn maatregelen noodzakelijk. Natte ecologische verbindingszones,<br />

de boezems van Kinderdijk en de overige waterlopen kunnen een<br />

belangrijke functie vervullen bij de waterhuishouding van het gebied. Nabij<br />

bestaande waterlopen kan ruimte worden gevonden voor waterberging<br />

door het verbreden van bestaande waterlopen en het natuurvriendelijk<br />

inrichten van de oevers.<br />

- Het landschap wordt gekenmerkt door de grote hoeveelheid cultuurhistorisch<br />

waardevolle elementen, variërend van het slagenlandschap en don-


ken tot molens en bebouwingslinten. Het behoud van deze waardevolle<br />

elementen staat voorop. De gemeente wenst in te zetten op behoud door<br />

ontwikkeling. Het openstellen van het landschap voor publiek kan hieraan<br />

bijdragen.<br />

- Het landschap in de Alblasserwaard bestaat voornamelijk uit veenweidegebied.<br />

Het gebied functioneert als broed- en of overwinteringplek voor<br />

verschillende vogelsoorten. Niet voor niets is het gebied rondom het molencomplex<br />

van Kinderdijk aangeduid als één van de Natura 2000 gebieden.<br />

Het behoud van de openheid en de functie als veenweidegebied is<br />

essentieel. De gemeente wil inzetten op behoud van dit unieke oud Hollandse<br />

cultuurlandschap. De gemeente is van mening dat de agrarische<br />

sector een rol van betekenis heeft bij agrarisch natuurbeheer ter instandhouding<br />

van het landschap.<br />

6.3 Programmapunten uit de middelste laag<br />

Infrastructurele voorzieningen zijn sterk sturend voor de ruimtelijke ontwikkeling.<br />

<strong>Nieuw</strong>e wegen leiden tot veranderingen in vervoersstromen en daarmee<br />

tot dynamiek. Deze dynamiek kan positief werken, doordat het bijvoorbeeld<br />

het vestigingsklimaat voor bedrijven versterkt, maar kan ook negatieve milieugevolgen<br />

hebben. Onderstaande programmapunten gaan in op de infrastructuur<br />

in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>.<br />

- De voortgaande groei van het verkeer vraagt continue aandacht voor de<br />

verkeersveiligheid. Ongevallencijfers wijzen echter uit dat door de inspanningen<br />

op het gebied van weginrichting, educatie en handhaving het aantal<br />

ongevallen afneemt. Veiligheidsknelpunten zijn dan ook soms meer<br />

gebaseerd op een gevoel van onveiligheid dan op werkelijke onveiligheid.<br />

De opgave ligt dus zowel bij het aanpakken van de daadwerkelijke knel-<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

74<br />

punten, alsmede op beïnvloeding van gedrag van weggebruikers en beleving<br />

van het gevoel van onveiligheid op specifi eke plekken.<br />

- De verkeersveiligheid op de Lekdijk moet verbeterd worden. Een scheiding<br />

van verkeersstromen (autoverkeer en langzaam verkeer) is een wenselijke<br />

ontwikkeling. Daarnaast dient nagedacht te worden over de functie<br />

van de Lekdijk in de ontsluitingsstructuur van de regio.<br />

- De kernen langs de Lekdijk hebben te maken met doorgaand verkeer,<br />

al dan niet vanwege de toeristische trekpleister Kinderdijk. Vermindering<br />

van dit doorgaand verkeer door de woongebieden en over de dijklinten is<br />

gewenst. Het stimuleren van vervoer over water kan hier aan bijdragen.<br />

- Jaarlijks, geconcentreerd rond de zomermaanden, komen duizenden<br />

toeristen naar Kinderdijk om een bezoek te brengen aan het molengebied.<br />

Veel van deze bezoekers komen met de auto of camper. Door het<br />

gebrek aan goede parkeervoorzieningen voor met name campers ontstaat<br />

verkeersoverlast voor inwoners van Kinderdijk. Het realiseren van<br />

een camperparkeerplaats is nodig om deze overlast te verminderen. Tegelijkertijd<br />

heeft de keuze voor een strategische plek en de realisatie van<br />

een volwaardige camperparkeervoorziening een positieve effect voor het<br />

toerisme. Een aantrekkelijke parkeerplaats leidt tot de oplossing van de<br />

parkeeroverlast en kan toeristen tevens verleiden om langer in het gebied<br />

te blijven.<br />

- <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> heeft twee vrachtwagenparkeerplaatsen in de kern:<br />

Vletstraat en Planetenlaan. De ligging van deze voorzieningen leidt tot<br />

vrachtverkeer door de kern. Dit veroorzaakt hinder in de vorm van geluid<br />

en onveiligheid en tast daardoor de leefbaarheid aan. Met de Stichting<br />

Vrachtwagenparkeerterrein zijn afspraken gemaakt die er toe moeten leiden<br />

dat de parkeervoorziening aan de Vletstraat op termijn kan worden<br />

gesloten. Voor de toekomst zal een heroverweging van de locatie Plane-


tenlaan plaatsvinden. Gezocht wordt naar een centrale plaats voor vrachtwagens<br />

die de verkeersoverlast reduceert. Dit hoeft niet perse een locatie<br />

binnen de gemeentegrenzen te zijn. Bij de realisatie van een nieuwe<br />

locatie, kan een nieuwe bestemming worden gezocht voor de bestaande<br />

terreinen.<br />

- De gemeente beschikt over een relatief uitgebreid netwerk aan routestructuren.<br />

Vanwege het economische belang (routegebonden recreatie<br />

als potentiële inkomstenbron) alsmede de verkeersveiligheid (langzaam<br />

verkeer scheiden van autoverkeer) is er op diverse plekken behoefte aan<br />

meer fi ets- en wandelpaden. Het verbinden van bestaande routestructuren<br />

heeft daarbij prioriteit. Een voorbeeld hiervan is een verbetering van<br />

de fi etsverbindingen tussen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Kinderdijk en <strong>Nieuw</strong>-<br />

<strong>Lekkerland</strong> en Streefkerk over de Lekdijk. De gemeente faciliteert zoveel<br />

mogelijk de aanleg van nieuwe voet- en fi etspaden.<br />

6.4 Programmapunten uit de bovenste laag<br />

De meeste ontwikkelingen hebben betrekking op de gebieden wonen, bedrijvigheid,<br />

voorzieningen en recreatie. Binnen deze functies doet zich over<br />

het algemeen de grootste dynamiek voor. De gemeente heeft nadrukkelijk<br />

aangegeven in te willen zetten op het behoud van leefbaarheid in de kernen.<br />

Leefbaarheid vraagt om aanwezigheid van voorzieningen, bedrijvigheid<br />

en voldoende woningen. Voorts wordt belang gehecht aan het behoud en<br />

het versterken van de sociale cohesie en de maatschappelijke structuur. Het<br />

programma waar de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> de komende jaren mee te<br />

maken krijgt is hierna opgesomd.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

75<br />

6.4.1 Wonen<br />

- Uit demografi sche prognoses (van o.a. het CBS) blijkt dat de afname van<br />

de natuurlijke aanwas doorzet. De binnenlandse migratie is negatief.<br />

Gemiddeld genomen zal er sprake zijn van een stabilisering van het inwonertal,<br />

zeker tot 2020. Dat er de komende jaren nog behoefte is aan<br />

meer woningen heeft dan ook vooral te maken met de gezinsverdunning<br />

die er voor zorgt dat het aantal huishoudens toeneemt. De woningbouwprogrammering<br />

in de regio is nog niet afgestemd op de meeste recente<br />

prognoses. Dit gaat gebeuren bij de opstelling van de regionale woonvisie.<br />

De gemeente doet daarvoor een eigen behoeftebepaling als input voor de<br />

woonvisie. Tot die tijd hanteert de gemeente de afspraak om te bouwen<br />

voor ‘migratiesaldo = 0’. Dit betekent een voorlopige woningbehoefte van<br />

35-40 woningen per jaar.<br />

- De woningbouwbehoefte krijgt gestalte middels een combinatie van uitbreiden,<br />

transformeren (functieverandering) en herstructurering (aanpassen<br />

bestaande woongebieden). In het licht van de meest recente prognoses<br />

kan geconcludeerd worden dat binnen de regio sprake is van een<br />

overcapaciteit aan woningbouwplannen. De opgave is deze plannen middels<br />

uitstel en eventueel afstel meer in balans te brengen, zodat de plancapaciteit<br />

meer in lijn is met de ‘eigen behoefte’. Deze afstemming moet<br />

plaatsvinden bij de opstelling van de regionale woonvisie.


<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

76


- Kwalitatief gezien dient uitbreiding, transformatie en herstructurering zich<br />

te richten op de vraag zoals die zich voor doet. Zo is vergrijzing een trend<br />

die in alle prognoses duidelijk naar voren komt. Het aandeel senioren zal<br />

de komende 10 jaar aanzienlijk toenemen (Bron: CBS-prognoses). De<br />

wens van veel senioren om zo lang mogelijk in de eigen woonomgeving<br />

zelfstandig te kunnen blijven wonen, vraagt om voldoende geschikte woningen<br />

en stelt eisen aan de beschikbaarheid en bereikbaarheid van zorgen<br />

welzijnsvoorzieningen. Het bouwen van ‘toegankelijke’, ‘beschutte’ en<br />

‘beschermde’ woonvormen is nodig om er voor te kunnen zorgen dat bewoners<br />

nu en in de toekomst ook met een beperking in hun woningen<br />

zelfstandig kunnen blijven wonen. Het aantal te bouwen ‘toegankelijke’<br />

woningen in de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> ligt op koers. Het aantal ‘beschutte’<br />

en ‘beschermde’ woningen blijft achter.<br />

- De gemeente zet in op een gemeentedekkend netwerk van zorg en welzijn<br />

dat 24 uur per dag bereikbaar is. Ingezet wordt op één centraal zorg- en<br />

welzijnssteunpunt voor <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. Het huidige woonzorgcentrum<br />

’t Waellant is hiervoor de meest geschikte locatie. Daarnaast zijn er woningen<br />

nodig die geschikt zijn voor verzorgd/beschut en beschermd wonen.<br />

- Het vasthouden van startende huishoudens blijft eveneens een belangrijke<br />

kwalitatieve opgave voor beleid. In dit kader moet er voldoende aanbod<br />

bestaan van sociale eengezinskoopwoningen om te voorkomen dat jongeren<br />

wegtrekken. Aanpassing van de bestaande woningvoorraad middels<br />

herstructurering, maar ook verkoop van bestaande sociale huurwoningen<br />

en bouwen voor senioren ten behoeve van doorstroming kunnen hiertoe<br />

bijdragen. Ook is het collectief particulier opdrachtgeverschap voor de<br />

doelgroep starters een serieuze optie. Om doorstroming in de woningmarkt<br />

te bevorderen dient er (in beperkte mate) gebouwd te worden in het<br />

luxe koopsegment voor gezinnen (tweekappers en vrijstaande woningen).<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

77<br />

- De gemeente is van mening dat woningbouw kan bijdragen aan het op<br />

peil houden van het voorzieningenniveau in de kernen. <strong>Nieuw</strong>e woningbouwlocaties<br />

kunnen worden gevonden met respect voor de bestaande<br />

bebouwingscontour of door een uitwisseling van de contour met een locatie<br />

elders. In het Ruimtelijk Casco zijn de ontwikkelingskaders op basis<br />

van de ‘lagenbenadering’ wat dat betreft helder gedefi nieerd. Ook wenst<br />

de gemeente in samenwerking met de woningbouwverenging <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

in te zetten op de herstructurering van woongebieden die onvoldoende<br />

tegemoet komen aan de eisen van deze tijd.<br />

6.4.2 Bedrijvigheid<br />

- In 2007 is een bedrijventerreinenstrategie geformuleerd voor de regio<br />

Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Op basis van de regionale ruimtebehoefteraming<br />

en gesprekken met de gemeenten in de regio is een raming<br />

opgesteld van de behoefte aan bedrijventerreinen voor de periode<br />

tot en met 2030. Voor deze periode wordt in totaal een vraag verwacht<br />

van 110 hectare. Hiervan betreft circa 90 hectare een uitbreidingsvraag<br />

en circa 20 hectare heeft betrekking op de verplaatsing van bedrijven uit<br />

de kernen en linten naar bedrijventerreinen in de regio. Indien de huidige<br />

plannen voor bedrijventerreinen worden uitgevoerd kan al grotendeels<br />

worden voldaan aan de vraag. Met uitzondering van de behoefte aan een<br />

bedrijfsverzamelgebouw, bestaat er geen restvraag. Voor de gemeente<br />

<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is daarom geen ontwikkeling van nieuw bedrijventerrein<br />

of herstructurering van de bestaande bedrijventerreinen voorzien. De<br />

gemeente zet in op behoud van de bestaande (kleinschalige) bedrijvigheid.<br />

Het behoud van (economische) activiteiten / werkgelegenheid is nodig<br />

voor borging van de vitaliteit in de kernen.


6.4.3 Recreatie en toerisme<br />

- De regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden heeft grote potentie op het<br />

gebied van economische groei in de sectoren recreatie en toerisme. De<br />

populairste dagbestedingen in de Alblasserwaard zijn ‘wandelen’, fi etsen<br />

en ‘bezoeken van attractiepunten’. De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> herbergt<br />

een belangrijk attractiepunt in de vorm van molengebied en werelderfgoed<br />

Kinderdijk. Daarnaast zal de vraag naar (meer kleinschalige)<br />

recreatieve punten in het landschap toenemen. De gemeente wil deze<br />

toenemende vraag in de toekomst verder faciliteren. Op dit moment zijn<br />

er slechts drie Bed & Breakfasts en een camping (Landhoeve) in <strong>Nieuw</strong>-<br />

<strong>Lekkerland</strong>. Het kamperen bij de boer is niet sterk ontwikkeld.<br />

- Het vergroten van de aantrekkelijkheid van het platteland voor de toerist<br />

is een belangrijke opgave voor de komende jaren. Een middel om hiertoe<br />

te komen is het uitbreiden van het netwerk van recreatieve routes (wandel-,<br />

fi ets-, ruiter- en waterroutes). Deze ontwikkeling kan goed samengaan<br />

met het behoud van de agrarische sector en het landschap en geeft<br />

de agrariërs de kans hun activiteiten te verbreden. Het ontwikkelen van<br />

recreatie en toerisme gaat overigens niet zonder bijbehorende voorzieningen.<br />

Een en ander zal geschieden in nauwe samenspraak met partijen als<br />

de VVV, Den Hâneker en de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden.<br />

- Het cultuurhistorisch polderlandschap is één van de belangrijkste voorzieningen<br />

voor de recreant. Behoud van dit cultuurlandschap is daarom<br />

van belang. De agrarische sector is, als drager van dit landschap, voor de<br />

instandhouding daarvan essentieel. Zij is daarom een belangrijke partner<br />

bij het streven naar het behoud van de cultuurhistorische waarden van<br />

het gebied. In overleg met de sector zal worden bekeken welke mogelijkheden<br />

er zijn om het plattelandstoerisme te bevorderen.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

78<br />

Schaalvergrotingsprocessen en verbredingsactiviteiten in de vorm van<br />

dag- en verblijfsrecreatie zijn denkbaar. De gemeente wil deze processen<br />

stimuleren. Dit doet zij door zoveel mogelijk de juiste juridische randvoorwaarden<br />

te scheppen voor initiatieven uit de sector zelf.<br />

- Kinderdijk kent 350.000 toeristen, waarvan 120.000 betalende. Het streven<br />

is om toeristen en recreanten langer in het gebied vast te houden<br />

zodat hiermee ook wordt bijgedragen aan een versterking van de lokale<br />

economie. In samenspraak met onder andere de Stichting werelderfgoed<br />

Kinderdijk (de SWEK) worden plannen ontwikkeld die hieraan een bijdrage<br />

kunnen leveren. Een van de concrete plannen is het realiseren van een<br />

tweede steiger in de Lek in 2012. Verder zal in overleg met de SWEK een<br />

verdiepingslag worden gemaakt ten aanzien van de ontwikkelingen in de<br />

zogenaamde entreezone. Het werelderfgoed Kinderdijk is een attractie<br />

die niet alleen vanuit de eigen regio aandacht krijgt. Vanuit de wijde omgeving<br />

van Kinderdijk liggen er toeristische relaties. Te denken valt aan<br />

de Drechtsteden en Rotterdam maar ook met de Biesbosch liggen er verbindingen.<br />

Het beleid van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is er op gericht de belangen<br />

van het werelderfgoed en die van de gemeente, in het bovenregionale<br />

speelveld, actief voor het voetlicht te brengen en daar waar mogelijk de<br />

samenwerking te zoeken en te bevorderen.<br />

6.4.4 Voorzieningen<br />

- Om de leefbaarheid in de kernen te behouden is het in stand houden<br />

van het voorzieningenniveau van groot belang. Dit betekent dat bewoners<br />

de meest gebruikelijk voorzieningen, zoals winkels voor dagelijkse boodschappen,<br />

eerstelijnszorg, bibliotheek, basisonderwijs en sport, in hun<br />

kern ter beschikking hebben.


De instandhouding van voorzieningen is een gedeelde verantwoordelijkheid<br />

van overheid en particulieren (sponsoren, vrijwilligerswerk en betalende<br />

gebruikers) en bestaat te allen tijde uit een afweging tussen de<br />

mate van gebruik, maatschappelijke kosten en beschikbare middelen.<br />

- Sport is een bindende factor in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. De kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

beschikt aan de zuidwestzijde over onder meer een voetbalaccommodatie,<br />

sporthal, zwembad, tennisbanen en een ijsbaan. In Kinderdijk<br />

vormen de voetbalvelden van v.v. De Zwerver een centraal punt in de kern.<br />

Het huidige aanbod aan voorzieningen in de gemeente dient op peil te<br />

worden gehouden en waar nodig gemoderniseerd en geclusterd.<br />

- Op het gebied van de jeugd is de ontwikkeling van jeugdbeleid en centra<br />

voor Jeugd en gezin (CJG) van belang. Het beleid is erop gericht om het<br />

CJG te koppelen met bestaande voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een<br />

(brede) school.<br />

6.4.5 Duurzame energie<br />

- De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> beschikt sinds januari 2012 over vastgesteld<br />

duurzaamheidsbeleid. In de nota ‘<strong>Molenwaard</strong> Duurzaam’ is een<br />

aantal projecten op het gebied van de opwekking van duurzame energie<br />

opgenomen. De gemeente zet in op vormen van duurzame energie die<br />

passen in het landschap.<br />

6.4.6 Luchtkwaliteit<br />

- De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> beschikt over een eigen luchtkwaliteitsplan.<br />

Hierin is aangegeven dat er in de huidige situatie geen sprake is<br />

van overschrijdingen van de grenswaarden voor luchtkwaliteit. Ook in de<br />

toekomst worden geen overschrijdingen verwacht.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

79<br />

Wel ligt er in het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma<br />

Luchtkwaliteit een opgave om maatregelen te treffen. Dit landelijke programma<br />

bevat enkele projecten die in betekenende mate bijdragen aan<br />

een verbetering van de luchtkwaliteit. Om in 2015 te voldoen aan de luchtkwaliteitsnormen<br />

dienen maatregelen te worden getroffen. De meeste<br />

maatregelen vinden plaats op nationaal niveau, maar ook op regionaal<br />

en gemeentelijk niveau zijn er enkele maatregelen opgenomen die ervoor<br />

moeten zorgen dat wordt voldaan aan de gestelde grenswaarde. Ook voor<br />

de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> zijn maatregelen bepaald. Daarnaast zijn<br />

er nog enkele andere maatregelen die hun invloed hebben op het grondgebied<br />

van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. De gemeente maakt zich er hard voor om<br />

uitvoering te geven aan deze maatregelen.


Herinrich ng Veerdam<br />

5<br />

1<br />

3<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Aanleg etspad<br />

<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> - veer Kinderdijk<br />

4<br />

Modernisering / clustering<br />

sportvoorzieningen<br />

2<br />

Croonen Adviseurs<br />

80<br />

4<br />

Revitalisering winkelcentra<br />

Ontwikkeling<br />

maatschappelijk cluster


7 Projectenoverzicht<br />

De programmatische aspecten die zijn genoemd in het vorige hoofdstuk worden<br />

in dit hoofdstuk verder geconcretiseerd en vertaald in plannen en projecten.<br />

De plannen en projecten die in dit hoofdstuk staan beschreven, zijn<br />

concreet en vragen nadrukkelijke betrokkenheid van de gemeente. De kans<br />

op realisatie wordt echter bepaald door diverse factoren, zoals marktomstandigheden,<br />

subsidiemogelijkheden, programmabegrotingen, particulier elan,<br />

etc. Daarnaast geldt dat voor bepaalde programmapunten nog geen pasklaar<br />

plan voor handen is. Deze programmapunten blijven op de ruimtelijke agenda<br />

staan om in een later stadium beantwoord te worden.<br />

Voor de beschrijving van plannen en projecten is gekozen voor een gebiedsgerichte<br />

benadering, zodat voor het buitengebied en per kern een overzicht<br />

ontstaat met daarin de projecten die binnen 5 tot 10 jaar worden gerealiseerd.<br />

Het ‘kernenprogramma 2009-2013’ van het samenwerkingsverband<br />

De Waard is als belangrijkste basis gebruikt voor het benoemen van concrete<br />

projecten op kernniveau. Keuzes die hierin zijn gemaakt vinden hun doorwerking<br />

in de structuurvisie.<br />

In het overzicht van de projecten is een onderscheid gemaakt in uitwerkingsen<br />

uitvoeringsprojecten. De uitwerkingsprojecten betreffen vraagstukken die<br />

eerst doorgeëxerceerd moeten worden alvorens sprake is van een daadwerkelijk<br />

uitvoeringsproject. Het gaat in veel gevallen om nader onderzoek en/<br />

of planvorming. Uitvoeringsprojecten betreffen concrete plannen die binnen<br />

een bepaalde termijn dienen te worden gerealiseerd.<br />

< Uitvoeringsprojecten<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

81<br />

7.1 Studies/beleid<br />

7.1.1 Bijdrage regionale Woonvisie<br />

De gemeente neemt deel aan het tot stand komen van een regionale Woonvisie,<br />

welke in 2012 wordt opgesteld. Doel is om te bepalen wat het gewenste<br />

woonprofi el van de regio AV is in 2020 en wat dit betekent voor de ontwikkeling<br />

van de gemeentelijke woonprofi elen in de periode 2012-2020. De behoefte<br />

van bestaande en potentiële inwoners wordt hierbij in kaart gebracht .<br />

7.1.2 Ontwikkelen beleid voor Vrijkomende Agrarische Bebouwing<br />

De achtergrond van dit project ligt in de recente ontwikkelingen binnen de<br />

landbouw in de gemeente. De agrarische sector is de drager van het landschap,<br />

maar steeds meer agrariërs beëindigen hun bedrijfsactiviteiten. Zonder<br />

een actief beleid voor deze gebouwen verliest het agrarische gebied haar<br />

economische dragers en bestaat het risico dat het landschap verrommelt.<br />

De gemeente heeft in samenspraak met de LTO kaders opgesteld voor hergebruik<br />

van agrarisch bebouwing. In het nieuwe bestemmingsplan voor het<br />

buitengebied wordt verruimd beleid voor vrijkomende agrarische bebouwing<br />

opgenomen.<br />

7.1.3 Studie naar verkeersknelpunten<br />

Rivieren vormen in ons land natuurlijke barrières voor verkeersstromen. De<br />

wegen op de rivierdijken vormen van oudsher de ontsluiting van de langs de<br />

rivier gelegen kernen. Door de ligging van watergebonden zware industrie en<br />

het internationaal toeristisch gewaardeerde werelderfgoed in de Noordwesthoek<br />

van de Alblasserwaard worden de dijkwegen zwaar belast door verkeer.


De kernen Alblasserdam en Kinderdijk hebben te maken met veel doorgaand<br />

verkeer, zowel in de spits als in het toeristenseizoen voor het molengebied. Dit<br />

geeft problemen in de doorstroming en de leefbaarheid van deze kernen. Een<br />

onderzoek naar de totale gemeentelijke ontsluitingsstructuur in samenwerking<br />

met omringende gemeenten, waterschap en provincie, is nodig om een<br />

goede ontsluiting van de gemeente te creëren. Zowel de ontsluiting over land<br />

als over water vormt daarin een kans. Zo wordt gedacht aan een tweede steiger<br />

aan de Lek ten behoeve van verbindingen over water en aanpassing van<br />

de bestaande hoofdinfrastructuur die waar mogelijk gecombineerd kan worden<br />

met de dijkversterking. Bij het onderzoek wordt nadrukkelijk ook gekeken<br />

naar de invloed van primaire wegen (A15) en verbetering van het secundaire<br />

wegennet. Als onderlegger voor een onderzoek dient het regionaal verkeersmodel,<br />

dat in 2012 vorm wordt gegeven. In 2012 wordt eveneens gestart<br />

met het opstellen van een Regionaal Verkeer- en Vervoerplan (RVVP), waarin<br />

verkeersknelpunten en oplossingsrichtingen kunnen worden benoemd.<br />

7.1.4 Verkenning vervoer over water<br />

Vervoer over water is voor de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> een prima manier<br />

om verkeer in de kernen te verminderen. Aantakking op de waterbusverbinding<br />

tussen Rotterdam en Dordrecht zorgt voor een betere bereikbaarheid van<br />

de gemeente en kan tevens een belangrijke bijdrage leveren in het vervoer<br />

van toeristen voor Kinderdijk. Ook uitbreiding van de waterbusverbinding in<br />

verdere oostelijke richting (naar Schoonhoven) is een optie. Daarnaast speelt<br />

het initiatief van de Drechtsteden om te komen tot een toeristisch transferium<br />

in Alblasserdam een rol. Het idee van dit transferium is om toeristen<br />

nabij de primaire wegenstructuur op te vangen en per water naar Dordrecht,<br />

Biesbosch en Kinderdijk te vervoeren. Een verkenning van de haalbaarheid<br />

van de waterbusverbinding en opstapplaatsen dient uitsluitsel te geven over<br />

de verdere uitwerking van dit vervoer over water.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

82<br />

7.1.5 Toeristische visie Kinderdijk/Alblasserwaard<br />

Het werelderfgoed Kinderdijk is een toeristische trekpleister. Dit biedt vele<br />

kansen, maar veroorzaakt ook negatieve neveneffecten zoals verkeersproblematiek<br />

en overlast. Het is dan ook belangrijk om een visie te ontwikkelen<br />

over de toeristische trekpleister Kinderdijk en in breder verband het toerisme<br />

in het algemeen. Beleid wordt ontwikkeld dat gericht is op het beter uitnutten<br />

van het toeristisch product Kinderdijk. Het te vormen beleid is in overeenstemming<br />

met de allure die het werelderfgoed heeft. Afstemming en samenwerking<br />

in regionaal verband is, vanwege het bovenlokale belang van Kinderdijk,<br />

hierbij essentieel. Vanuit deze visie kan een samenhangend pakket<br />

van maatregelen genomen worden en kunnen nieuwe vraagstukken worden<br />

beoordeeld. Ook kan worden beoordeeld of er behoefte is aan nieuwe toeristische<br />

voorzieningen en op welke plek. De gemeente initieert de visievorming.<br />

7.1.6 Opstellen economisch-toeristisch actieplan<br />

In dit op te stellen plan worden concrete acties benoemd die moeten leiden<br />

tot meer optimale condities voor het bedrijfsleven en een betere verbinding<br />

en benutting van toeristische voorzieningen.<br />

7.1.7 Onderzoek duurzame energie<br />

In samenwerking met de andere gemeenten in de Alblasserwaard heeft de<br />

gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> de mogelijkheden voor de opwekking van duurzame<br />

energie die passen in het landschap onderzocht. Een rapportage van<br />

de quick scan is uitgebracht. De uitkomsten zijn opgenomen in ‘<strong>Molenwaard</strong><br />

Duurzaam’, het recent vastgestelde duurzaamheidsbeleid. De quick scan<br />

heeft uitgewezen dat de toepassing van biomassa de meest gewenste richting<br />

is, maar dat ook zon en aardwarmte kunnen aantrekkelijk zijn.


Als follow-up van het onderzoek worden in regionaal verband twee haalbaarheidstudies<br />

uitgevoerd:<br />

- Onderzoek naar de haalbaarheid van een collectieve biogasinstallatie gekoppeld<br />

aan individuele installaties (biogas-hub);<br />

- Inventarisatie van kansrijke projecten om bij werkzaamheden vrijkomend<br />

hout in te zetten voor duurzame warmtelevering.<br />

7.1.8 Studie ruimtelijke effecten dijkversterking<br />

De uit te voeren versterking van de Lekdijk is nodig om de Alblasserwaard<br />

ook in de toekomst voldoende te kunnen beschermen tegen hoog water. De<br />

dijkversterking heeft echter een behoorlijke impact op de huidige bebouwing<br />

aan de dijk. Bebouwing zal moeten worden gesloopt. Om de identiteit van<br />

het karakteristieke bebouwingslint langs de dijk niet verloren te laten gaan,<br />

is het belangrijk dat de ruimtelijke effecten van de dijkversterking in beeld<br />

worden gebracht. Hiervoor is een stedenbouwkundige rapportage opgesteld.<br />

In overleg met bewoners wordt gezocht naar de meest optimale oplossing<br />

voor inpassing van herbouwwoningen. In overleg met de provincie en het waterschap<br />

zal gezocht worden naar mogelijkheden om herbouwlocaties voor<br />

woningen buiten het eigen perceel mogelijk te maken. Hier zal een nadere<br />

stedenbouwkundige onderbouwing voor opgesteld moeten worden door het<br />

waterschap.<br />

7.1.9 Studie vrachtwagenparkeerplaatsen<br />

Al langer speelt de wens de huidige twee vrachtwagenparkeerplaatsen in de<br />

kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> uit te plaatsen. Het vrachtwagenverkeer zorgt voor<br />

overlast en onveilige situaties en tast de leefbaarheid in de kern aan. Met een<br />

studie kan onderzocht worden hoe groot de behoefte aan de parkeerplaatsen<br />

is waar deze het best gerealiseerd kan worden. Na eventuele uitplaatsing van<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

83<br />

de vrachtwagenparkeerplaatsen komen de locaties vrij voor een transformatie<br />

naar een andere functie. De herinrichtingmogelijkheden maken onderdeel<br />

uit van genoemde studie.<br />

7.1.10 Overleg maatregelen verbetering luchtkwaliteit<br />

Vanuit het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit zijn maatregelen<br />

voor de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> bepaald. Deze zijn verderop<br />

opgenomen in de uitvoeringsprojecten. De buurgemeenten moeten echter<br />

ook maatregelen treffen, die een uitwerking kunnen hebben op de gemeente<br />

<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>. De gemeente gaat hierover in overleg met de buurgemeenten,<br />

om tot een goede afstemming van de projecten te komen. De volgende<br />

projecten spelen in omliggende gemeenten en hebben hun invloed op<br />

het grondgebied van de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>.<br />

- Lokale hoofdinfrastructuur Alblasserdam; de gemeente Alblasserdam wil<br />

het dijklint ontlasten. Hierbij wordt ingezet op de realisatie van het toeristisch<br />

transferium Haven-Zuid en verbetering van de aansluiting op de<br />

rijksweg A15 en de (verlengde) provinciale wegen N480/482/214 naar<br />

<strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>; of openstelling van de Oude Torenweg voor vrachtverkeer<br />

(bestemmingsverkeer). Wijzigingen in de hoofdinfrastructuur van<br />

buurgemeente Alblasserdam en provinciale en rijkswegen kunnen van invloed<br />

zijn op de verdeling van verkeer over het dijklint, onder andere in de<br />

richting van Kinderdijk. De verwachting is dat het verkeer op het dijklint<br />

door <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> toeneemt.<br />

- Opstellen klimaatbeleid in regionaal verband.


<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

84


7.1.11 Bijdrage regionale strategische visie<br />

De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> stelt samen met de regiogemeenten een<br />

regionale strategische visie op. Via diverse raadsbijeenkomsten en discussierondes<br />

krijgt de visie uiteindelijk gestalte.<br />

7.1.12 Studie duurzame (her)inrichting van bedrijventerreinen<br />

De gemeente streeft naar duurzame (her)inrichting van bedrijventerreinen<br />

en onderzoekt de mogelijkheden hiertoe alvorens concrete maatregelen te<br />

formuleren.<br />

7.2 Buitengebied<br />

7.2.1 Uitvoeringsprojecten<br />

Aanleg fi etspad <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> – veer Kinderdijk (zie nr.1 kaart p.80)<br />

Tussen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Kinderdijk vormt de Lekdijk de enige directe<br />

fi etsverbinding. Dit is niet de meest verkeersveilige route. In het provinciaal<br />

fi etsplan is de aanleg van een vrijliggend fi etspad vanaf de Middelweg tot<br />

Kinderdijk opgenomen. Het fi etspad zal gelijkertijd met de komende dijkverzwaring<br />

worden uitgevoerd .<br />

7.2.2 Uitwerkingsprojecten<br />

Aanleg fi etspad Alblasserwaard<br />

Het streven is om het fi etsroutenetwerk binnen de Alblasserwaard verder uit<br />

te breiden. In het provinciaal fi etsplan 2012 zijn binnen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

twee mogelijk aan te leggen fi etspaden benoemd:<br />

- Een vrijliggend fi etspad tussen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Streefkerk langs de<br />

Lekdijk is vanuit verkeersveiligheid belangrijk. Het betreft een schoolroute<br />

en in de zomerperiode is de Lekdijk ook vanuit toeristisch perspectief belangrijk.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

85<br />

- Een nieuw aan te leggen fi etspad tussen <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> en Oud-Alblas.<br />

Hierbij gaat het om verbetering van schoolroutes en koppeling tussen stad<br />

en landelijk gebied.<br />

Herontwikkeling locatie watertoren<br />

De watertoren heeft haar oorspronkelijke functie als onderdeel van het drinkwaterleidingnetwerk<br />

verloren en dat geeft mogelijkheden voor een nieuwe<br />

ontwikkeling op deze locatie. De watertoren zelf is inmiddels verkocht aan<br />

particulieren die aan de toren een woonbestemming zullen geven. Vanwege<br />

de ligging aan de Lek en net buiten de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>, is de realisatie<br />

van een recreatieve knoop een goede mogelijkheid. De locatie vormt een uitstekende<br />

plek voor watergebonden recreatie. Bijbehorende voorzieningen als<br />

horeca en een camperparkeer-/overnachtingsmogelijkheid maken de knoop<br />

compleet. Doelgroepen zijn zowel inwoners van de gemeente als toeristen<br />

en recreanten. De ontwikkeling van de locatie is afhankelijk van particulier<br />

initiatief. Dit initiatief bestaat reeds maar is nog onvoldoende concreet om<br />

in deze structuurvisie direct als uitvoeringsproject op te nemen. Een eerste<br />

stedenbouwkundige verkenning is nodig om de mogelijkheden van de locatie<br />

in beeld te brengen.


7.3 <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

7.3.1 Uitvoeringsprojecten<br />

Ontwikkeling maatschappelijk cluster (zie nr.2 kaart p.80)<br />

Het voormalige gemeentehuis ligt centraal in de kern en biedt daarom een<br />

ideale locatie voor een cluster van maatschappelijke voorzieningen. De eerste<br />

aanzet is reeds gevormd door de realisatie van een brede school, waarmee<br />

een doorlopende en op elkaar aansluitende opvang voor kinderen worden<br />

geboden. Verschillende partijen die zich bezighouden met opgroeiende<br />

kinderen kunnen beter samenwerken met een positief gevolg voor de ontwikkelingskansen<br />

van de kinderen. Door de ontwikkeling van de brede school<br />

komen bestaande schoollocaties van de OBS, d’Ouwe School, de Tweemaster<br />

en de Zijdewinde beschikbaar voor herontwikkeling.<br />

Modernisering/clustering sportvoorzieningen (zie nr.3 kaart p.80)<br />

Aan de zuidwestzijde van de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> zijn diverse sportvoorzieningen<br />

gevestigd. Een groot deel van deze voorzieningen is verouderd geraakt.<br />

Het gaat hierbij met name om de sporthal aan de Klipperstraat, de<br />

ijsbaan en de voetbalvelden van sportcomplex Excelsior. Modernisering van<br />

deze voorzieningen is een vereiste om klaar te zijn voor de toekomst en het<br />

voorzieningenaanbod in <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> niet te laten verslechteren. Door<br />

de voorzieningen te clusteren valt exploitatievoordeel te halen. Het idee is<br />

om nabij het zwembad een nieuwe sporthal te bouwen. De voetbalvelden<br />

van sportcomplex Excelsior worden uitgeplaatst naar het gebied ten zuiden<br />

van de Tiendweg, wat bijdraagt aan de ontwikkeling van de landschapsrecreatieve<br />

zone. Hierbij wordt aandacht besteed aan natuurwaarden/landschappelijke<br />

inpassing.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

86<br />

Revitalisering winkelcentra (zie nr.4 kaart p.80)<br />

De bestaande twee volwaardige winkelcentra Kleijburgplein en de Planetenlaan<br />

in de kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> kunnen niet in de huidige vorm blijven bestaan.<br />

Gekozen is daarom voor het herontwikkelen van het Kleijburgplein tot<br />

hoofdwinkelcentrum en de Planetenlaan tot buurtsteunpunt. Het Kleijburgplein<br />

wordt een geconcentreerd winkelgebied met een prettig verblijfsgebied<br />

en voldoende parkeergelegenheid. Boven de winkels worden appartementen<br />

gebouwd. Het winkelcentrum aan de Planetenlaan wordt opgeknapt. De<br />

openheid van het plein zal, indien passend binnen de exploitatie van het plan,<br />

door sloop van enkele bestaande panden worden bevorderd. Door de revitalisering<br />

van beide winkelcentra blijft het bestaande winkelaanbod behouden<br />

en wordt een kwalitatieve impuls gegeven. De gemeente draagt gemaximeerd<br />

bij aan de exploitatie van het plan en de herinrichting van de openbare ruimte.<br />

De exploitatie is in handen van een projectontwikkelaar.<br />

7.3.2 Uitwerkingsprojecten<br />

Wegomlegging bij NH kerk Lekdijk<br />

De bestaande dijkweg kent ter hoogte van de kerk aan de Lekdijk een scherpe<br />

knik, waardoor een onoverzichtelijke en potentieel gevaarlijke situatie aanwezig<br />

is. Tegelijkertijd met de dijkverzwaring kan voor het doorgaande verkeer<br />

een weg op de kruin van de dijk worden aangelegd. De bestaande weg blijft<br />

dan gehandhaafd voor parkeren, bereikbaarheid van de erven en langzaam<br />

verkeer. Met het waterschap worden de mogelijkheden tot wegomlegging bezien.


Aansluiting voetveer Lekkerkerk<br />

Het voetveer naar Lekkerkerk heeft momenteel een opstapplaats die enigszins<br />

verscholen ligt in het buitendijkse bedrijventerrein aan de Lek. Behalve<br />

een lage representativiteit van deze plek zorgt deze situering ook voor confl<br />

ictsituaties tussen voetgangers en fi etsers enerzijds en (vracht-)autoverkeer<br />

anderzijds. Verbetering van deze situatie kan worden bereikt door de fi etsers<br />

een duidelijker plaats op de weg te geven.<br />

Multifunctioneel gebruik ijsbaan<br />

De ijsbaan biedt mogelijkheden voor multifunctioneel gebruik. Gedacht kan<br />

worden aan evenementen, een camping en/of camperparkeervoorziening.<br />

Door het multifunctioneel gebruik wordt een meer exploitabele situatie voor<br />

de ijsbaan gecreëerd. Het geschikt maken van het terrein als camperparkeervoorziening<br />

is daarnaast vauit toeristisch oogpunt kansrijk. De locatie ligt nabij<br />

het molengebied en biedt zicht op de molens.<br />

Inzichtelijk moet zijn gemaakt welke functies exact mogelijk zijn op de locatie,<br />

zonder overlast richting de omgeving op te leveren. Daarnaast vraagt de<br />

ontsluiting van het terrein aandacht. Dit zal nader onderzocht worden. Ook<br />

de consequenties van een eventuele verschuiving van de contourruimte van<br />

de ijsbaan naar de oostzijde van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong>, moeten hierbij in beeld<br />

worden gebracht.<br />

Oostelijke dorpsuitbreiding<br />

De enige mogelijkheid voor een toekomstige uitbreiding van de kern <strong>Nieuw</strong>-<br />

<strong>Lekkerland</strong> bevindt zich aan de oostzijde.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

87<br />

Hoewel het uitgangspunt geldt dat deze mogelijkheid pas benut wordt indien<br />

er in de kern niet genoeg ruimte meer beschikbaar is, kan er nu al wel voorbereidend<br />

werk voor de uitbreiding worden verricht. Een belangrijk onderdeel<br />

hiervan vormt de te voeren discussie met de provincie Zuid-Holland, aangezien<br />

deze in haar Verordening Ruimte contouren rondom de kernen heeft getrokken.<br />

De dorpsuitbreiding valt buiten de contour en moet daarom onder<br />

goede argumentatie leiden tot een contourverruiming.<br />

Versterken entree <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> westzijde<br />

De noordwestelijk entree van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> kan verder worden versterkt.<br />

Mogelijkheden om molen De Regt hierin een belangrijke positie (recreatief/<br />

toeristisch) te geven worden onderzocht. Ook andere ontwikkelingen zijn hier<br />

mogelijk. Een studie moet uitkomst bieden om inzicht te geven in de meest<br />

wenselijke situatie en de haalbaarheid daarvan.<br />

Hoogspanningsleidingen<br />

Over het grondgebied van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> lopen twee 380 KV-hoogspanningsleidingen.<br />

De kern <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> heeft een substantieel aantal woningen<br />

(ca. 60), dat binnen de zogenaamde zakelijke rechtzone zone van 38<br />

meter aan beide kanten van het hart van de hoogspanningsverbinding van de<br />

twee hoogspanningsverbindingen is gelegen.<br />

De landelijke beheerder van de hoogspanningsleidingen, Tennet, werkt met<br />

het Rijk aan een regeling, op basis waarvan woningen gelegen binnen de zakelijke<br />

rechtszone op vrijwillige basis aangekocht kunnen worden.


8 Uitvoeringsplan<br />

De inzet van de gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is primair gericht op het bundelen<br />

van de twee hoogspanningsleidingen op het grondgebied van <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

en Nederlek, als alternatief voor het hanteren van de uitkoopregeling.<br />

Een deel van de negatieve ruimtelijke uitstraling die de hoogspanningsleidingen<br />

hebben op het molengebied van Kinderdijk en het bebouwde gebied kan<br />

hiermee worden weggenomen. Een verdere uitwerking van een nieuwe hoogspanningsverbinding<br />

over het grondgebied van de gemeente, die indicatief is<br />

opgenomen in het Derde Structuurschema Electriciteitsvoorziening zal zeer<br />

kritisch worden gevolgd.<br />

Secundair richt de gemeente zich op het beïnvloeden van de voorstellen voor<br />

de uitkoopregeling, o.a. door actief te participeren in het landelijke Platform<br />

Hoogspanning.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

88<br />

7.4 Kinderdijk<br />

7.4.1 Uitvoeringsprojecten<br />

Herinrichting Veerdam (zie nr.5 kaart p.80)<br />

Door een herinrichting van de Veerdam wordt meer opstelruimte gemaakt.<br />

De capaciteit voor op een oversteek met de pont wachtende auto’s wordt<br />

hierdoor sterk vergroot, waardoor stagnering van de doorstroming op de Molenstraat<br />

in de spits wordt voorkomen. Tegelijkertijd komt door de aanleg van<br />

een parkeerplaats tussen de Veerdam en de dijk langs het IHC-terrein voldoende<br />

parkeerruimte voor bewoners beschikbaar.<br />

7.4.2 Uitwerkingsprojecten<br />

Entreegebied molencomplex<br />

De entree van het molencomplex is in het Ruimtelijk Casco al als te verbeteren<br />

genoemd. Door middel van een uitwerkingsproject moet duidelijk worden<br />

welke (toeristische) voorzieningen een plaats moeten krijgen in het entreegebied<br />

en hoe de infrastructurele aansluitingen vormgegeven moeten worden.<br />

Het entreegebied betreft zowel het binnendijks als buitendijks gebied. Een<br />

versterking van het entreegebied draagt bij aan de algehele belevingswaarde<br />

van het molencomplex. Dit project wordt uitgevoerd en bekostigd door de<br />

Stichting Werelderfgoed Kinderdijk. De gemeente participeert bij de visievorming<br />

en faciliteert in het planologisch-juridische traject.


8 Uitvoeringsplan<br />

8.1 Inleiding<br />

Met de uitwerking van het programma en projectenoverzicht is duidelijk gemaakt<br />

welke plannen en projecten de komen jaren in uitwerking en uitvoering<br />

gaan. De kans op realisatie wordt bepaald door diverse factoren, zoals<br />

marktomstandigheden, subsidiemogelijkheden, programmabegrotingen, etc.<br />

De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> heeft diverse mogelijkheden om regie te<br />

voeren over de realisatiefase. In dit hoofdstuk wordt beschreven op welke<br />

wijze de gemeente dit wil doen in relatie tot de plannen en projecten. Hierbij<br />

wordt een koppeling gelegd tussen grondbeleid en ruimtelijke ontwikkeling<br />

en spreekt de gemeente zich uit over de inzet van de instrumenten uit de Wro.<br />

Het uitvoeringsplan van de structuurvisie <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> is tot stand gekomen<br />

in een periode van aanstaande bezuinigingen en een toekomstige<br />

gemeentelijke herindeling met de gemeentes Liesveld en Graafstroom. De<br />

onzekerheid over de uitwerking van projecten en plannen en de gemeentelijke<br />

rol hierbij, heeft ertoe geleid dat keuzes in dit hoofdstuk soms bewust<br />

globaal blijven.<br />

Voor de uitvoering van de plannen en projecten die in deze structuurvisie beschreven<br />

staan, kan de gemeente gebruik maken van het grondbeleid en het<br />

wettelijk instrumentarium. De manier waarop de gemeente hiermee om wil<br />

gaan, is maatwerk en is vastgelegd in een (inter)gemeentelijke Nota Grondbeleid.<br />

In deze nota geeft de gemeenteraad de kaders aan waarbinnen het<br />

college en de ambtelijke organisatie het grondbeleid kunnen uitvoeren. De<br />

grote lijnen hiervan zijn hierna uitgewerkt en vormen de generieke uitvoeringstrategieën<br />

bij uitvoering.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

89<br />

8.2 Grondbeleid<br />

Grondbeleid beschrijft op welke manier en in welke mate de gemeente intervenieert<br />

in de grondmarkt, dat is de markt waar grond wordt gekocht, verkocht,<br />

geëxploiteerd en ontwikkeld. Grondbeleid is geen doel op zich, maar<br />

een middel om beleid op het gebied van onder meer ruimtelijke ordening,<br />

wonen, economie, maatschappelijke ontwikkelingen en verkeer en vervoer<br />

op economisch verantwoorde wijze te realiseren. Het grondbeleid heeft daarmee<br />

een volgend, dienend karakter voor doelstellingen op andere beleidsvelden.<br />

De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> hecht sterk aan het voeren van regie op<br />

ruimtelijke ontwikkelingen. Met ‘regie’ wordt bedoeld dat de gemeente zeggenschap<br />

en sturing wenst over de ontwikkeling, inrichting en realisatie van<br />

de ruimte.<br />

De keuze van de uitvoeringstrategie is maatwerk. Op projectniveau zal een<br />

afweging worden gemaakt welk grondbeleid van toepassing wordt verklaard,<br />

welke samenwerkingsvorm met de markt wordt gekozen, op welke wijze de<br />

marktpartij wordt geselecteerd en welke grondbeleidsinstrumenten worden<br />

ingezet. Anders gezegd, op projectniveau wordt de ontwikkelingsstrategie bepaald.<br />

De ontwikkelingsstrategie wordt per project door het college vastgesteld<br />

middels een projectplan. Dit is een vertrouwelijk document.


8.2.1 Actief, faciliterend en participerend grondbeleid<br />

De keuze voor een vorm van grondbeleid per project is afhankelijk van algemene,<br />

maar ook van locatie- en projectspecifi eke factoren en het risicoprofi el<br />

van de ontwikkeling. Deze specifi eke factoren geven het situationele karakter<br />

van de keuze aan. Zo wordt de keuze van grondbeleid voor een belangrijk<br />

deel beïnvloed door de eigendomspositie van gronden in het plangebied,<br />

door de gewenste mate van invloed op een ruimtelijke ontwikkeling, de mate<br />

waarin de grondeigenaar zelf wenst te ontwikkelen binnen de door de gemeente<br />

gestelde kaders en de mate van acceptatie tot het lopen van risico’s.<br />

De gemeente geeft er de voorkeur aan een actief grondbeleid toe te passen<br />

op ontwikkellocaties:<br />

- waarvoor een sterke gemeentelijke regie belangrijk is voor het bereiken<br />

van publieke doelen;<br />

- en/of die van bijzonder strategische betekenis is voor de beleidsagenda<br />

(Kernprogramma, <strong>Structuurvisie</strong>, et cetera);<br />

- en/of grote winstpotentie bezit;<br />

- de risico’s op voorhand zijn in te schatten en te beheersen.<br />

8.2.2 Samenwerkingsvorm<br />

Zodra de vorm van grondbeleid en de samenwerkingsvorm met de markt is<br />

bepaald, dient te worden bepaald hoe de gemeente deze marktpartij gaat<br />

vinden. Er zijn op hoofdlijnen twee mogelijkheden: of de gemeente gaat met<br />

één enkele marktpartij in zee of de gemeente voert een selectieprocedure.<br />

Als een marktpartij grond of vastgoed in bezit heeft, ligt het vaak voor de<br />

hand dat ze zelf een plan mag uitvoeren.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

90<br />

Het kan echter ook zijn dat een marktpartij een goed plan heeft voor een<br />

locatie die ze niet in bezit heeft of dat de gemeente goede ervaringen heeft<br />

met het samenwerken met de betreffende marktpartij. In dit geval kan de<br />

gemeente kiezen voor één-op-één samenwerking.<br />

In de gevallen waarin de gemeente (volledig) grondeigenaar is, zal de gemeente<br />

doorgaans een samenwerkingspartner zoeken door middel van een<br />

selectie of aanbesteding.<br />

8.2.3 Instrumenten voor verwerving<br />

In geval van actief grondbeleid streeft de gemeente naar het in eigendom<br />

krijgen van gronden. Dit kan op diverse manieren. Bij minnelijke aankopen is<br />

met de grondeigenaar op vrijwillige basis overeenstemming bereikt over de<br />

voorwaarden van eigendomsoverdracht naar de gemeente.<br />

Om het eerste onderhandelingsrecht over gronden en opstallen te creëren<br />

kan de gemeente gebruik maken van Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg).<br />

Voorwaarden is wel dat in het gebied nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen voorzien<br />

zijn. De Wvg is bedoeld om gemeenten een betere uitgangspositie te<br />

verschaffen op de grondmarkt. Hierdoor wordt de regierol van gemeenten bij<br />

de uitvoering van ruimtelijk beleid versterkt en kan prijsopdrijving door speculatie<br />

worden voorkomen. De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> acht het vestigen<br />

van Wvg als een bruikbaar instrument in gevallen dat gestreefd wordt naar<br />

verwerving en minnelijke verwerving in eerste aanleg niet slaagt. Voor de projecten<br />

die op korte termijn tot uitvoering worden gebracht, is Wvg niet nodig.<br />

Voor de projecten die op middellange tot lange termijn op het programma<br />

staan, wordt het gebruik van Wvg overwogen.


Een ander instrument om als gemeente gronden en opstallen in eigendom te<br />

krijgen betreft onteigening. Als grond wordt onteigend, wordt alles wat daar<br />

vast op staat eigendom van de overheid. Het is een vorm van gedwongen<br />

eigendomsovergang om redenen van algemeen belang. Onteigening is een<br />

diepe ingreep in het eigendomsrecht en kan dan ook enkel rechtvaardiging<br />

vinden in het gemeenschapsbelang, dat hoger moet worden geacht dan het<br />

belang van de individuele eigenaar. De regels omtrent onteigening zijn vastgelegd<br />

in de Onteigeningswet. Minnelijke verwerving is het verplichte voorstadium<br />

voor onteigening. Voordat de gerechtelijke onteigeningsprocedure kan<br />

worden opgestart moet de gemeente aantonen dat zij allereerst door middel<br />

van minnelijke verwerving heeft geprobeerd eigendom over de gronden te<br />

verkrijgen. De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> ziet het onteigenen als uiterste<br />

redmiddel in situaties waar een actieve rol van de gemeente bij uitvoering<br />

gewenst is.<br />

Uitgangspunt bij verwerving is dat het college bij de start van het verwervingstraject<br />

een verwervingsplan opstelt als onderdeel van de (vertrouwelijke) ontwikkelingsstrategie<br />

van een project. In dit verwervingsplan wordt de afweging<br />

gemaakt al dan niet het ‘tweesporenbeleid’ te volgen. Waarbij naast minnelijke<br />

verwerving gebruik wordt gemaakt van het gemeentelijk voorkeursrecht<br />

en eventueel onteigening. Procedures ter zake kunnen dan parallel worden<br />

gevoerd met de verwerving. Hiermee kan grondverwerving zoveel mogelijk<br />

zeker worden gesteld.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

91<br />

8.3 Kostenverhaal<br />

Bij de realisatie van projecten maakt de gemeente kosten om voorzieningen<br />

van openbaar nut te realiseren, zoals wegen, riolering, straatverlichting, water<br />

en groen. Deze kosten zijn in te delen in zogenaamde ‘binnenplanse’ en<br />

‘bovenplanse kosten’ (zie schema). De gemeente is wettelijk verplicht de ‘binnenplanse<br />

kosten’ en de kosten gerelateerd aan ‘bovenwijkse voorzieningen’<br />

te verhalen op private partijen. Het vragen van bijdragen aan ‘ruimtelijke ontwikkelingen’<br />

zijn niet verplicht.<br />

Schema: onderscheid binnenplanse-bovenplanse kosten voor een exploitatiegebied<br />

(Bron: Croonen Adviseurs, 2011)


Voor kleinere projecten tot 3 woningen volstaat voor het kostenverhaal de<br />

legesverordening. Projecten van grotere omvang, die meer begeleiding en regie<br />

vragen van de gemeente, als ook projecten waarbij publiek private overeenkomsten<br />

worden gesloten, vragen om maatwerk in het kostenverhaal. De<br />

kosten die de gemeente maakt om deze private projecten te faciliteren kunnen<br />

omvangrijk zijn. Uitgangspunt is dat de gemeente alle kosten voor deze<br />

projecten verhaalt op de initiatiefnemer.<br />

Bij faciliterend grondbeleid wordt in eerste instantie getracht een anterieure<br />

overeenkomst te sluiten. Bij het voorbereiden en vaststellen van het bestemmingsplan<br />

wordt – indien het kostenverhaal nog niet is zeker gesteld met anterieure<br />

overeenkomst(en) – tevens een exploitatieplan voorbereid en vastgesteld<br />

om kostenverhaal zeker te stellen bij verlening omgevingsvergunning.<br />

Bij actief en participerend grondbeleid worden bij grotere projecten de gemeentelijke<br />

kosten opgenomen in de grondexploitatie.<br />

De structuurvisie is, naast het exploitatieplan, een belangrijk publiekrechtelijk<br />

instrument voor kostenverhaal. In een structuurvisie wordt de beleidsmatige<br />

aanwijzing gegeven voor het verhalen van bepaalde kosten, namelijk de<br />

kosten met een bovenplans karakter. Dit betreffen de kosten voor werken,<br />

maatregelen en voorzieningen buiten of binnen het exploitatiegebied, die van<br />

belang zijn voor het exploitatiegebied én één of meer exploitatiegebieden of<br />

bestaande wijken buiten het exploitatiegebied.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

92<br />

8.3.1 Bovenwijkse voorzieningen<br />

Bij kosten op het vlak van bovenwijkse voorzieningen moet gedacht worden<br />

aan werken als een verbindingsweg tussen twee buurten of het wegnemen<br />

van een hindercirkel waarvan twee of meer buurten profi jt hebben. Betreffende<br />

kosten moeten onderdeel uitmaken van de kostensoortenlijst (opgenomen<br />

in het Bro). Op deze lijst staan alle kostensoorten die de gemeente<br />

in een exploitatieplan mag opnemen. Daarnaast moeten de kosten aan de<br />

locatie toe te rekenen zijn door middel van de drie toetsingscriteria: profi jt,<br />

toerekenbaarheid en proportionaliteit. Het kostenverhaal van bovenwijkse<br />

voorzieningen kan de gemeente afdwingen middels overeenkomsten en via<br />

het exploitatieplan. Hiervoor zal de gemeente, ten tijde van de opstelling van<br />

een overeenkomst of exploitatieplan, een onderbouwing aan de hand van<br />

de drie toetsingscriteria moeten leveren. De wet stelt voor het verhalen van<br />

kosten voor bovenwijkse voorzieningen niet de eis dat deze zijn vastgelegd in<br />

een structuurvisie.<br />

De benodigde onderbouwing om kostenverhaal van bovenwijkse voorzieningen<br />

te kunnen laten plaatsvinden zou opgenomen kunnen worden in een<br />

Nota bovenwijkse voorzieningen. De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> beschikte<br />

ten tijde van het opstellen van deze structuurvisie niet over deze nota. De<br />

gemeente kiest er vooralsnog voor om per bovenwijkse voorziening een separaat<br />

investeringsprogramma te maken waarin zij inzichtelijk maakt welke kosten<br />

er gemaakt worden en hoe zij de wijze van toerekening door middel van<br />

de criteria profi jt, proportionaliteit en toerekenbaarheid vorm geeft. Op korte<br />

tot middellange termijn zal in intergemeentelijk verband gestart worden met<br />

het opstellen van een Nota bovenwijkse voorzieningen, waarin steeds een actuele<br />

basis wordt gelegd voor kostenverhaal van bovenwijkse voorzieningen.


8.3.2 Bijdragen ruimtelijke ontwikkelingen<br />

De wet kent naast bovenwijkse voorzieningen ook een type bovenplanse kosten<br />

dat niet te onderbouwen is aan de hand van de drie toetsingscriteria, maar<br />

wel een bepaald verband kent met locatieontwikkelingen elders. Deze kosten<br />

zijn benoemd onder de term ‘ruimtelijke ontwikkeling’. Het begrip ‘ruimtelijke<br />

ontwikkeling’ is, noch in de Wro, noch in de Kamerstukken gedefi nieerd.<br />

Aan de Kamerbehandeling kunnen wel voorbeelden worden ontleend. Een<br />

voorbeeld van een fi nanciële bijdrage aan ruimtelijke ontwikkelingen is een<br />

bijdrage aan maatschappelijk belangrijke functies, zoals natuur, recreatie,<br />

waterberging en infrastructuur, in een ander gebied. Doordat deze aspecten<br />

ook voorkomen op de kostensoortenlijst wordt aangenomen dat het hier gaat<br />

om de kosten die wel binnen de omschrijving van de kostensoortenlijst vallen,<br />

maar niet te onderbouwen zijn aan de hand van de drie toetsingscriteria.<br />

Het kostenverhaal van ruimtelijke ontwikkelingen kan de gemeente enkel<br />

afhandelen middels anterieure overeenkomsten. Er is dus geen zekerheid<br />

dat kosten ook verhaald kunnen worden. Daarnaast betekent het vragen van<br />

bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen een extra kostenpost bovenop het<br />

reeds verplichte kostenverhaal bij private ontwikkelingen. Deze aanvullende<br />

kosten zetten de haalbaarheid van ontwikkelingen in de gemeente ongewenst<br />

onder druk. De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> kiest er dan ook voor vooralsnog<br />

geen gebruik te maken van deze manier van kostenverhaal.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

93<br />

8.4 Juridisch-planologisch instrumentarium<br />

Een laatste belangrijk instrumentarium voor de uitvoering van de structuurvisie<br />

betreft het juridisch-planologisch instrumentarium. De Wro kent op het<br />

gemeentelijke uitvoeringsniveau de volgende drie instrumenten: het bestemmingsplan,<br />

de beheersverordening en een omgevingsvergunning (in verband<br />

met planologische afwijking). Op rijks- en provinciaal niveau kan ter uitvoering<br />

van de structuurvisie nog het inpassingsplan relevant zijn. Een inpassingsplan<br />

is hetzelfde als een bestemmingsplan met het verschil dat deze dus niet<br />

door de gemeente zelf wordt opgesteld.<br />

De ruimtelijk relevante aspecten van de in deze structuurvisie opgenomen<br />

uitvoeringsprojecten worden in juridisch-planologische instrumenten uitgewerkt.<br />

De gemeente <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> kiest hierbij vooral voor het bestemmingsplan.<br />

Voor kleinere projecten wordt ook de omgevingsvergunning (in<br />

verband met planologische afwijking) als instrument gebruikt.


<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

94


Bronnen<br />

Boeken en rapporten<br />

- Beenakker, J.J.J.M. (1997). Het agrarisch veenlandschap, in: S. Barends<br />

(red.): Het Nederlandse landschap. Een historisch-geografi sche benadering,<br />

pp. 37-46. Utrecht: Uitgeverij Matrijs.<br />

- Borger, G. (red.) (1997). Het Groene Hart. Een Hollands Cultuurlandschap.<br />

Utrecht: Uitgeverij Matrijs.<br />

- Centraal Bureau voor de Statistiek (2008). <strong>Gemeente</strong> Op Maat 2006. Den<br />

Haag: CBS.<br />

- <strong>Gemeente</strong> Graafstroom (2009). <strong>Structuurvisie</strong> Graafstroom. Rosmalen:<br />

Croonen Adviseurs.<br />

- <strong>Gemeente</strong> Liesveld (2006). Structuurplan Liesveld. Rotterdam: RBOI.<br />

- <strong>Gemeente</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> (2008). Strategische Visie <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

2020: “Met vooruitziende blik”.<br />

- <strong>Gemeente</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> (2000). Ruimtelijke Beleidsvisie. BügelHajema<br />

Adviseurs.<br />

- Projectorganisatie Pact van Bleskensgraaf, Plangroep Wonen, Welzijn en<br />

Zorg <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong> (2007). Actieplan Wonen, Welzijn en Zorg <strong>Nieuw</strong>-<br />

<strong>Lekkerland</strong>.<br />

- Provincie Zuid-Holland (2003). Streekplan Zuid-Holland Oost. Den Haag:<br />

provincie Zuid-Holland.<br />

- Regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (2007). Bedrijventerreinenstrategie<br />

Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Rotterdam: ECORYS Nederland &<br />

Robbert de Koning Landschapsarchitect.<br />

<strong>Structuurvisie</strong> <strong>Nieuw</strong>-<strong>Lekkerland</strong><br />

Croonen Adviseurs<br />

95<br />

- Regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (2007). Visie Landelijk gebied<br />

Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Bureau Rijp voor Groen.<br />

- Regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (2005). Regionale woonvisie Alblasserwaard-Vijfheerenlanden<br />

2006-2009. RBOI en Companen.<br />

- Regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (2004). Regionale <strong>Structuurvisie</strong><br />

Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Rotterdam: RBOI.<br />

- Stuurgroep Groene Hart (2007). Het Groene Hart, icoon van Nederland:<br />

Uitvoeringsprogramma 2007-2013. Provincies Noord-Holland, Zuid-Holland<br />

en Utrecht.<br />

- Stuurgroep Groene Hart (2009). Het Groene Hart, icoon van Nederland:<br />

Voorloper 2009-2020. Provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en<br />

Utrecht.<br />

Websites<br />

- Watwaswaar.nl. Geraadpleegd in september 2009.<br />

- Zuid-Holland.nl. Geraadpleegd in september 2009.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!