21.08.2013 Views

Jaargang 18, zomer 2011 ... - Technische Universiteit Eindhoven

Jaargang 18, zomer 2011 ... - Technische Universiteit Eindhoven

Jaargang 18, zomer 2011 ... - Technische Universiteit Eindhoven

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Jaargang</strong> <strong>18</strong>, <strong>zomer</strong> <strong>2011</strong><br />

MATRIX<br />

KWARTAALBLAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN<br />

Meer instroom<br />

nodig voor bachelor<br />

In gesprek met Jan Post, kennisambassadeur UvA<br />

Meer vrouwen in wetenschappelijke staf<br />

Voorproefje alumni lustrumdag 2 september


Colofon<br />

<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong><br />

Communicatie Expertise Centrum<br />

Postbus 513<br />

5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />

homepage: http://www.tue.nl<br />

e-mail: matrix@tue.nl<br />

Hoofdredactie<br />

Drs. Han Konings<br />

Telefoon (040) 247 33 30/247 29 61<br />

e-mail: j.l.konings@tue.nl<br />

Informatie over adverteren<br />

H&J Uitgevers<br />

Telefoon (010) 451 55 10<br />

Telefax (010) 451 53 80<br />

Medewerkers aan dit nummer<br />

Cora van den Berg, Judith van Gaal,<br />

Chris van de Graaf, Joep Huiskamp,<br />

Ingrid Magilsen, Frits van Otterdijk,<br />

Paula van de Riet<br />

Eindredactie en coördinatie<br />

Communicatiebureau Corine Legdeur<br />

e-mail: corine@legdeurcommunicatie.nl<br />

Foto’s en illustraties<br />

Marcel den Hollander, Vincent van den<br />

Hoogen, Rien Meulman, OGC<br />

Bart van Overbeeke, Kempenhaeghe<br />

Henk Pluijm, Jan Willem Zeldenrust<br />

Vormgeving<br />

Onnink Grafische Comm. BV,<br />

www.onninkgc.com<br />

Druk<br />

E.M. de Jong, Baarle-Nassau<br />

Redactieadviesgroep<br />

Mr.drs. B.C. Donders, Prof.dr.ir. G.M.W.<br />

Kroesen, Drs. D.W.T Meijers.<br />

Matrix wordt gemaakt door<br />

het Communicatie Expertise Centrum<br />

van de TU/e en verschijnt vier keer per<br />

jaar. Het blad wordt (na schriftelijk verzoek)<br />

kosteloos toegezonden aan TU/eingenieurs<br />

en aan een scala van andere,<br />

externe relaties.<br />

Gehele of gedeeltelijke overname van<br />

artikelen uit Matrix is alleen toegestaan<br />

na overleg met de redactie en met bronvermelding.<br />

Voor het gebruik van de<br />

foto’s of andere illustraties is toestemming<br />

van de maker nodig.<br />

Het eerstvolgende nummer van Matrix<br />

verschijnt in oktober <strong>2011</strong>.<br />

2<br />

Op de cover:<br />

Het bacheloronderwijs wordt flink<br />

onder handen genomen en dat moet<br />

leiden tot een vergroting van de<br />

instroom van studenten.<br />

Lees verder op pag. 4<br />

ISSN 1380-247X<br />

Inhoud<br />

4 Revolutionair verandering in bacheloronderwijs<br />

Er komt meer flexibiliteit en een ruimere keuze in studieroutes. Wie met zijn studie echt de<br />

diepte in wil, kan dat nog altijd.<br />

8 In gesprek met Jan Post<br />

Jan Post, onder meer voormalig bestuurder van Philips en het Rode Kruis, bepleit een<br />

verregaande samenwerking tussen de drie belangrijke mainports van Nederland: <strong>Eindhoven</strong>,<br />

Amsterdam en Rotterdam.<br />

12 Meer vrouwen in de wetenschappelijke staf<br />

De TU/e is er zeker niet trots op, op het kleine aantal vrouwen in hogere<br />

wetenschappelijke functies. Daarom gaat het roer om. Een palet aan initiatieven<br />

moet ervoor zorgen dat in 2020 van de UHD’s en hoogleraren 20 procent vrouw is.<br />

16 Best Innovator Group Award<br />

De Best Innovator Group (BIG) Award is een prijs voor de veelbelovendste jonge<br />

onderzoeksgroep van de TU/e. De drie finalisten die het in november tegen elkaar opnemen,<br />

komen aan het woord.<br />

28 Thuis op een universiteit met een bètaprofiel<br />

Een gesprek met Jaap Schouten, hoogleraar Chemische Reactortechnologie en sinds kort<br />

decaan van de faculteit Scheikundige Technologie.<br />

En verder in dit nummer<br />

Nieuwe bladformule / 3 • TU/e in de pers / 7 • Nieuws bedrijfsleven / 11 • Student in het<br />

buitenland / 14 • Nieuws onderwijs / 15 • Nieuws onderzoek / 20 • Gesteld / 25 • TU/e 55th<br />

Anniversary Awards / 29 • Arno Aarts, senior projectmanager HEVO / 30 • Lustrum TU/e / 32 •<br />

Judith Schoenmaeckers, commercieel directeur bij Randstad / 36 • René Vermetten, persvoorlichter<br />

van Willem II / 38 • Samenwerking Kempenhaeghe en TU/e / 40 • Allplast groeit naar ontwikkelbedrijf<br />

/ 42 • Starter NEMO Healthcare / 44 • Peter Simons, partner in consultancy bureau/ 46<br />

• Ontwerper in opleiding Vijayalakshmi Sridhar / 48 • Agenda en service/ 50<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1


Deuren open voor breed publiek<br />

TU/eXperience met thema Energy, Health en Smart Mobility<br />

Datum: Zondag 2 oktober <strong>2011</strong>.<br />

Plaats: TU/e-auditorium en verschillende andere locaties op<br />

het TU/e-terrein.<br />

Inhoud: Jaarlijks opent de TU/e haar deuren voor een breed<br />

publiek. Dit jaar zijn de thema’s Energy, Health en Smart Mobility.<br />

Met toegankelijke lezingen en demonstraties kan jong en oud<br />

Nieuwe bladformule voor Matrix<br />

kennisnemen van de onderwijs- en onderzoeksactiviteiten.<br />

Doelgroep: Breed publiek van 6 tot 80 jaar, iedereen met<br />

interesse in technologie of in de TU/e in het bijzonder.<br />

Organisatie: Communicatie Expertise Centrum.<br />

Meer informatie: www.tue.nl/tuexperience. Toegang is gratis.<br />

Terwijl u deze Matrix leest, wordt achter de schermen hard gewerkt aan de vernieuwing van het blad. Net als een huis vraagt een<br />

relatieblad af en toe ook om een nieuwe inrichting en een verse lik verf. We willen graag meegaan met de tijd, inspelen op online<br />

ontwikkelingen en u als lezer een kwalitatief hoogwaardig, informatief én verrassend blad bieden. De uitkomsten van het vorig jaar<br />

gehouden lezersonderzoek nemen we vanzelfsprekend mee in deze vernieuwingsslag. Ook maken we dankbaar gebruik van de<br />

ideeën en suggesties voor onderwerpen die we via onder andere<br />

<br />

Linkedin en een blog hebben ontvangen van verschillende lezers.<br />

Deze editie is de laatste in de huidige vorm. In het najaar verschijnt <br />

<br />

het blad in haar nieuwe jasje. De nieuwe uitgave verschijnt nog<br />

<br />

niet in september, zoals u gewend bent, maar eind oktober/begin<br />

november. En we maken er meteen een extra dik nummer van met<br />

<br />

<br />

een special over de drie Strategic Area’s van de TU/e: Energy, Health<br />

en Smart Mobility.<br />

Redactieadviseurs gezocht<br />

Voor het nieuwe relatieblad zijn we nog opzoek naar TU/e-alumni<br />

die willen aanschuiven in onze redactieadviesraad. Deze raad denkt<br />

voor iedere editie mee over de invulling van het blad. Daarvoor hebben<br />

zij per editie één vergadering. De huidige redactieadviesraad<br />

willen we graag aanvullen met lezers die betrokken willen zijn bij<br />

de totstandkoming van Matrix. Kortom, een frisse blik van buitenaf.<br />

Interesse? Meer informatie is verkrijgbaar bij Han Konings,<br />

telefoon 040 – 247 33 30, e-mail: j.l.konings@tue.nl<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 3


Foto: Bart van Overbeeke<br />

4<br />

BELEID<br />

Studenten op weg<br />

naar de TU/e.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1


Bacheloronderwijs<br />

ondergaat een<br />

revolutionaire verandering<br />

Het is alle hens aan dek voor het bacheloronderwijs aan de TU/e. De instroom stokt, vooral<br />

bij de puur exacte opleidingen, die daarmee in de gevarenzone komen. Daarnaast zijn de<br />

huidige rendementscijfers ver onder de maat. Rector Hans van Duijn durfde ze tijdens de<br />

dies op 28 april niet te noemen. Zijn boodschap was wel duidelijk: het bacheloronderwijs<br />

aan de TU/e moet anders. Er komt meer flexibiliteit en een ruimere keuze in studieroutes.<br />

Wie met zijn studie echt de diepte in wil, kan dat nog altijd. Maar ook generalisten en<br />

carrièredenkers moeten verleid worden om vaker voor de TU/e te kiezen.<br />

Een ingrijpende omslag in het bacheloronderwijs<br />

is volgens rector prof.dr.ir.<br />

Hans van Duijn pure noodzaak voor de<br />

TU/e om op termijn te kunnen overleven<br />

als onder-wijsinstituut. Anders blijft er<br />

straks slechts een onderzoeksinstituut<br />

over, zo waarschuwde hij tijdens de<br />

dies. Een taskforce heeft de eerste drie<br />

maanden van dit jaar hard gewerkt aan<br />

‘Het onderwijs<br />

wordt voor<br />

de student<br />

aantrekkelijker’<br />

een plan dat het bacheloronderwijs<br />

aan de TU/e ook voor bredere groepen<br />

aantrekkelijker moet maken. Men wil<br />

de veranderingen snel doorvoeren. Al in<br />

september 2012 moet de TU/e aantrekkelijker<br />

zijn voor groepen studenten die<br />

wel geïnteresseerd zijn in techniek, maar<br />

die nog niet precies weten wat ze ermee<br />

willen. Generalisten en carrièredenkers<br />

moeten er ook een opleiding van hun gading<br />

vinden.<br />

<strong>Technische</strong> opleidingen doen het op<br />

dit moment overigens niet slecht als<br />

gekeken wordt naar de vooraanmeldingscijfers<br />

voor het komende studiejaar.<br />

Prof.dr. Anthonie Meijers, lid van de<br />

taskforce, relativeert die goede cijfers<br />

direct: ‘Dat is mooi, maar we moeten echt<br />

kijken naar de lange termijn en de grote<br />

lijnen. Statistieken laten zien dat we de<br />

komende jaren uit Limburg en Brabant<br />

steeds minder studenten gaan trekken.<br />

De bevolking in beide regio’s vergrijst,<br />

dus er zijn straks gewoonweg minder<br />

jongeren.’<br />

Volgens rector Van Duijn blijven er daardoor<br />

twee opties open: ‘Enerzijds moeten<br />

we onze vleugels uitslaan boven de rivieren<br />

met het aanbieden van speciale opleidingen,<br />

zoals bijvoorbeeld op het gebied<br />

van automotive. Anderzijds moeten we<br />

op de TU/e in de bachelor andere studieroutes<br />

gaan ontwikkelen. Denk naast de<br />

monodisciplinaire opleiding Natuurkunde<br />

aan de variant Industriële Natuurkunde,<br />

waarin een flink stuk Bedrijfskunde zit.<br />

Bij Informatica zou je een track kunnen<br />

ontwikkelen die speciaal gericht is op<br />

het ontwerpen van websites. Daarmee<br />

moeten we een ander studentenpubliek<br />

gaan aantrekken. Dat moet die demografische<br />

terugval in Brabant en Limburg<br />

opvangen.’<br />

Hoogwaardig onderwijs<br />

Het nieuwe motto van de aanstaande verandering<br />

luidt: ‘Design your own studies’.<br />

Wordt dat een soort snackbarmodel voor<br />

de student: kies zelf uit wat je lekker<br />

vindt? Meijers heel beslist: ‘Nee, dat is<br />

echt een totaal verkeerde vergelijking.<br />

We bieden studenten straks meer ruimte<br />

en flexibiliteit bij het inrichten van de<br />

studie, maar het blijft allemaal hoogwaardig<br />

onderwijs wat we aanbieden.<br />

Studenten worden in het nieuwe systeem<br />

uitgedaagd hun eigen excellentie te<br />

ontwikkelen. Van de <strong>18</strong>0 studiepunten<br />

die een student in de bachelor moet<br />

halen, blijven er 90 gereserveerd voor<br />

de major. Daarnaast komt er een keuzeruimte<br />

van 60 studiepunten. Je kunt<br />

daarbij kiezen voor vakken om op jouw<br />

gebied de diepte in te gaan, maar er zit<br />

ook een component bij met onderwijs in<br />

sociale- en menswetenschappen, zoals<br />

op het gebied van mens-systeem interactie,<br />

ondernemerschap en professionele<br />

vaardigheden, zoals communiceren en<br />

samenwerken. Ook komt er een gemeenschappelijke<br />

basisprogramma van 30<br />

studiepunten met daarin onder meer<br />

aandacht voor modelleren en ontwerpen.’<br />

Van Duijn vult aan dat het zeker geen<br />

‘lang leven de lol’ wordt bij deze flexibelere<br />

programma’s: ‘We gaan die studenten<br />

middels coaching nadrukkelijk bij de<br />

hand nemen en ze gedurende hun studie<br />

voortdurend confronteren met de keuzes<br />

die ze maken. Als ze verkeerde keuzes<br />

dreigen te maken, zullen we ze zeer<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 5


6<br />

BELEID<br />

dwingend adviseren dat niet te doen.’<br />

Kern van de zaak is volgens Van Duijn dat<br />

er van de instelling naar de student toe<br />

en omgekeerd veel meer betrokkenheid<br />

moet komen. ‘Dat is inherent aan deze<br />

opzet. Dit verschaft de student meer vrijheid,<br />

maar dan verwachten wij dat die de<br />

studie serieus neemt en dat hij of zij er<br />

ook voldoende tijd in steekt.’<br />

Meijers: ‘We maken hiermee de switch<br />

van aanbodgestuurd onderwijs naar meer<br />

vraaggeörienteerd onderwijs. Dat willen<br />

we samen met de studenten ontwikkelen.<br />

De studenten stellen we nadrukkelijk<br />

voorop. Die hoeven zich in de toekomst<br />

niet meer door een vooraf compleet vastgesteld<br />

programma heen te worstelen,<br />

maar krijgen zelf meer te kiezen. Dat<br />

vraagt echt om een cultuuromslag binnen<br />

deze organisatie. Dat gaat het onderwijs<br />

aantrekkelijker maken, óók voor die<br />

intrinsiek geïnteresseerde bètastudent<br />

die we nu vooral trekken.’ Dit moet de<br />

motivatie verbeteren en daarmee ook het<br />

rendement, meent Van Duijn.<br />

Automotive<br />

Gaan door al deze wijzigingen de honkvaste<br />

studenten uit andere regio’s straks<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

‘Van aanbodgericht<br />

naar<br />

vraaggeörienteerd<br />

onderwijs’<br />

ook daadwerkelijk hun weg vinden naar<br />

<strong>Eindhoven</strong>? Van Duijn: ‘We zijn bezig<br />

met werving op nationaal niveau via<br />

reclamespots op tv en op billboards. Dat<br />

is iets dat we echt voor het eerst doen.<br />

Het deed me onlangs veel genoegen om<br />

op elk metrostation in mijn woonplaats<br />

Rotterdam een wervingsposter van de<br />

TU/e te zien. Met onze speciale opleidingen,<br />

zoals op het gebied van automotive,<br />

moeten we ons extra gaan profileren. En<br />

als we een bachelor gaan aanbieden op<br />

het gebied van energie of gezondheid,<br />

dan moeten we ook dat op grote schaal<br />

kenbaar maken. Voor opleidingen als wiskunde<br />

en natuurkunde zal de instroom<br />

altijd vrij regionaal blijven. Dat kun je op<br />

veel plaatsen in Nederland doen. Maar<br />

de zaken waarmee we ons onderscheiden,<br />

zoals de manier waar op we hier<br />

Industrial Design doen, moeten we veel<br />

meer uitventen. Ook het feit dat de TU/e<br />

Prof.dr.ir. Hans van Duijn, rector magnificus, wil<br />

de nieuwe onderwijsinrichting in september 2012<br />

laten ingaan.<br />

midden in Brainport zit, dé technologieregio<br />

van Nederland, zou toch als een<br />

unique selling point moeten werken voor<br />

studiekiezers.’<br />

Volgens Meijers zal ook de nieuwe inrichting<br />

van de bachelor zelf straks als<br />

een extra aantrekkingskracht gaan fungeren.<br />

‘We moeten laten zien dat je bij<br />

ons ook terecht kunt als je het nog niet<br />

direct weet. Onderzoek wijst uit dat veel<br />

studenten -meer dan vijftig procent- het<br />

heel aantrekkelijk vindt om niet al direct<br />

te hoeven kiezen. Dat kan dan straks in<br />

<strong>Eindhoven</strong>. Voor wie zijn keuze nog wat<br />

wil uitstellen, stippelen wij dan de juiste<br />

route uit. We verwachten ook dat de<br />

student zelf meer met het onderwijs aan<br />

de slag gaat. Wij trekken ons gedeeltelijk<br />

terug en vragen van hen meer zelfstudie.<br />

Het gaat om minimaal dertig procent<br />

zelfstudie. De student moet zijn voortgang<br />

laten zien aan zijn studiecoach. De<br />

docenten gaan zich dus zeker niet minder<br />

inspannen, maar ze gaan het op een andere<br />

manier doen. We reiken ze dus niet<br />

passief kennis aan, maar gaan ze er nog<br />

veel actiever bij betrekken.’<br />

Coachen<br />

Het coachen van studenten is een belangrijk<br />

onderdeel binnen het plan, maar<br />

het is ook arbeidsintensief. Dat, terwijl<br />

de TU/e de komende jaren juist wil gaan<br />

bezuinigingen. Hoe is dat te rijmen?<br />

Van Duijn: ‘Onderwijs blijven we ook in<br />

de toekomst hoog op de agenda plaatsen.<br />

We gaan minder college geven, maar<br />

de onderwijsbegeleiding zal zeker niet<br />

minder van onze tijd kosten. We staan er<br />

op dit vlak in 3TU-verband minder slecht<br />

voor. Er komen mogelijk extra additionele<br />

middelen voor beschikbaar uit Den Haag,<br />

want ook in Delft en Twente spelen deze<br />

problemen. Er moet nu ook echt iets wezenlijks<br />

veranderen, want in het verleden<br />

hebben we eigenlijk alleen maar kleine<br />

stapjes gezet, zoals bijvoorbeeld de invoering<br />

van een bindend studieadvies.<br />

Die kleine stapjes hebben niet geholpen<br />

om de instroom te verhogen of om de<br />

rendementen te verbeteren. Dit wordt<br />

echt een revolutie op onderwijsgebied,<br />

waarbij we iedereen hard nodig hebben:


docenten en studenten.’<br />

Van Duijn wijst er nog maar eens op dat<br />

in het kader van het Sectorplan Natuur-<br />

en Scheikunde is afgesproken dat die<br />

opleidingen over vijf jaar een instroom<br />

hebben van minimaal honderd studenten.<br />

Van Duijn: ‘Daar zitten we op dit moment<br />

nog hartstikke ver van af. Als we dat aantal<br />

niet halen, wordt dat extra geld weer<br />

aan ons onttrokken en zullen er keuzes<br />

gemaakt moeten worden aan welke<br />

instelling nog welke opleiding verzorgd<br />

mag worden. Dan blijft er van sommige<br />

opleidingen alleen nog iets over voor het<br />

geven van serviceonderwijs ten behoeve<br />

van andere opleidingen.’<br />

In september 2012 wordt ook de harde<br />

knip ingevoerd aan de TU/e en het bindend<br />

studieadvies is dan net drie jaar<br />

oud. Kan het systeem deze hele vernieuwing<br />

van de bachelor ook nog aan? Van<br />

Duijn: ‘Als iedereen er achter gaat staan,<br />

kunnen we in september 2012 al een heel<br />

eind komen. Uitstel betekent direct weer<br />

TU/e in de pers<br />

berichten uit landelijke en regionale bladen<br />

‘We slapen in een dierentuin,<br />

iedere avond liggen we tussen<br />

de mijten, bacteriën,<br />

schimmels en insecten.’<br />

PROF.DR. ANNELIES VAN<br />

BRONSWIJK, hoogleraar<br />

Gezondheidstechniek bij de<br />

faculteit Bouwkunde, in het<br />

artikel ‘Hoe vaak moet je<br />

voor een gezonde nachtrust<br />

je bed verschonen?’, in DE<br />

VOLKSKRANT van 2 mei <strong>2011</strong>.<br />

‘In Duitsland is sprake van<br />

een positievere houding ten<br />

opzichte van ingenieurswetenschappen.<br />

als je daar<br />

Herr Diplomingenieur bent,<br />

ben je iemand.’<br />

het verlies van een heel jaar. De decanen<br />

en opleidingsdirecteuren zijn in ieder<br />

geval enthousiast over deze plannen. Al<br />

hebben zij in dit stadium natuurlijk nog<br />

volop vragen. Maar we staan nu voor een<br />

heel belangrijk moment voor de TU/e,<br />

waarbij we geen uitstel mogen dulden.<br />

We moeten ook aan iedereen laten zien<br />

hoe mooi het hiermee gaat worden.’<br />

Nieuwe taskforce<br />

Biedt een jaar voldoende tijd om deze<br />

ambitieuze voornemens ingevoerd te<br />

krijgen? Van Duijn: ‘Er komt nu een<br />

nieuwe taskforce die zich daarmee gaat<br />

bezighouden. Die groep gaat kijken naar<br />

de organisatie, de financiën, de didactiek,<br />

et cetera. Wat betekent dit voor de<br />

verroostering, welke nieuwe majors zijn<br />

er mogelijk? Met welke universitaire partners<br />

gaan we in zee voor extra kennis? Op<br />

detailniveau moet nog ontzettend veel<br />

werk verzet worden, dat is waar.’<br />

Inmiddels is die taskforce onder leiding<br />

PROF.DR.IR. HANS VAN<br />

DUIJN, rector magnificus<br />

van de TU/e, in het artikel<br />

‘TU/e moet als een magneet<br />

werken’, in het EINDHOVENS<br />

DAGBLAD van 5 mei <strong>2011</strong>.<br />

‘In China wordt elke week een<br />

centrale opgeleverd. Het zou<br />

mooi zijn als ons concept daar<br />

straks standaard wordt toegepast.’<br />

PROF.DR.IR. MARTIN VAN<br />

SINT ANNALAND, hoogleraar<br />

bij de faculteit Scheikundige<br />

Technologie, in het artikel<br />

‘Zandbak met metaalkorrels<br />

houdt de CO uit de lucht’, in DE<br />

2<br />

VOLKSKRANT van 22 april <strong>2011</strong>.<br />

‘Ik moet zeggen dat ik nog<br />

nooit een kapot led-verkeerslicht<br />

ben tegengekomen, en<br />

in <strong>Eindhoven</strong> staan er toch<br />

genoeg.’<br />

PROF.DR. ERIK BAKKERS,<br />

hoogleraar Photonics and<br />

Semiconductor Nanphysics,<br />

in het artikel ‘Zijn leds wel<br />

geschikt voor gebruik in verkeerslichten?’<br />

in de CURSOR<br />

van 19 mei <strong>2011</strong>.<br />

‘In het jaar 2000 - zo was<br />

voorspeld - zouden we op<br />

andere planeten leven en<br />

met auto’s door de straten<br />

vliegen. Maar niemand voorspelde<br />

de mobiele telefoon.’<br />

van dr.ir. Lex Lemmens aan de slag gegaan<br />

met de verdere ontwikkeling en<br />

invoering van de plannen. Lemmens<br />

wil voor de <strong>zomer</strong>vakantie al een aantal<br />

projecten opstarten. Volgens hem<br />

moet in september 2013 de hele omslag<br />

gerealiseerd zijn. ‘Het zal dan nog wel<br />

enige jaren duren om er echt helemaal<br />

in te groeien’, aldus Lemmens, die ook<br />

beoogd dean is van een nog op te richten<br />

Bachelor College.<br />

Wat gaat dit plan betekenen voor het nog<br />

op te starten University College, waar al<br />

enige tijd sprake van is? Van Duijn: ‘Als<br />

we dit weten te realiseren, vertoont ons<br />

bacheloronderwijs straks al heel veel<br />

overeenkomsten met bijvoorbeeld het<br />

Utrechtse University College. We moeten<br />

dan echt goed kijken wat nog de toegevoegde<br />

waarde is van een eigen College.<br />

Misschien moeten we daarin ons Honors<br />

Program onderbrengen. Het is nog te<br />

vroeg om daar nu al iets meer over te<br />

kunnen zeggen.’<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

Prof.dr. Erik Bakkers<br />

DR.IR. KOERT VAN<br />

MENSVOORT, onderzoeker bij<br />

de faculteit Industrial Design, in<br />

het artikel ‘Blijven we in de pan<br />

zitten of springen we eruit?’ in<br />

het blad ‘FRITS’, van juni/juli<br />

<strong>2011</strong>.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 7


Foto’s: Bart van Overbeeke<br />

8<br />

XXXXXXXXX<br />

IN GESPREK<br />

Jan Post,<br />

kennisambassadeur aan de<br />

<strong>Universiteit</strong> van Amsterdam<br />

‘<strong>Eindhoven</strong> heeft een nieuwe<br />

operatie Centurion nodig’<br />

Er is reden tot zorgen over de regio <strong>Eindhoven</strong>, stelt Jan Post, onder meer voormalig bestuurder<br />

van Philips, het Rode Kruis en de Kamer van Koophandel in Amsterdam. Op dit moment is hij<br />

kennisambassadeur aan de <strong>Universiteit</strong> van Amsterdam. De 66-jarige <strong>Eindhoven</strong>aar vreest dat<br />

de dramatische terugval van het aantal nieuwe studenten aan de TU/e en de tegenvallende<br />

studieresultaten een voorbode zijn van meer slecht nieuws voor de regionale economie. Hij<br />

bepleit daarom een verregaande samenwerking tussen de drie belangrijke mainports van<br />

Nederland: <strong>Eindhoven</strong>, Amsterdam en Rotterdam.<br />

De kern van het betoog van de gedreven bestuurder,<br />

is dat Nederlanders geneigd zijn de geografische omvang<br />

van hun land te overschatten. ‘Op wereldschaal<br />

is Nederland een flinke stad, niet meer’, stelt Post.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

‘Het is een verstedelijkt gebied in een delta waar de<br />

afstanden klein zijn.’ Hij ervaart het zelf dagelijks wanneer<br />

hij reist tussen Amsterdam en <strong>Eindhoven</strong>, de twee<br />

steden waar hij woont en werkt. Ook is hij regelmatig in


Rotterdam en Den Haag. Voor familie gaat hij naar het<br />

oosten en noorden, voor ontspanning naar Maastricht<br />

en Antwerpen. ‘Alles is binnen anderhalf, twee uur te<br />

bereiken. Vergelijkbaar met de middelgrote steden in de<br />

wereld.’<br />

De kracht van de Nederlandse economie ziet Post in de<br />

drie mainports: Rotterdam, Amsterdam en <strong>Eindhoven</strong>.<br />

Daarnaast is er nog mode in Arnhem en de foodvalley<br />

in Wageningen. Dankzij de goede Nederlandse infrastructuur<br />

liggen deze gebieden allemaal in één regio,<br />

zoals groot-Londen of groot-Parijs. Maar helaas zit<br />

Nederland bestuurlijk anders in elkaar, stelt Post vast.<br />

‘Vanuit de regio’s wordt los van elkaar voor handelsmissies<br />

naar China, India en de VS gereisd. Zo stond<br />

ik een keer in de rij voor de burgemeester van Beijng,<br />

POST: ‘Waarom hebben we twee havens?<br />

Rotterdam kan veel beter de Amsterdamse haven<br />

overnemen. Daar zit de expertise.’<br />

meneer Wang. Achter mij stond de viceburgemeester<br />

van de Haarlemmermeer, daarachter de wethouder<br />

van Amstelveen. Wang zag door de bomen het bos<br />

niet meer.’ Hetzelfde gebeurt wanneer Chinezen naar<br />

hier komen en hun weg moeten vinden te midden van<br />

losstaande conglomeraten met allemaal hun eigen burgemeesters<br />

en bestuurders. ‘Zorg nou toch dat we één<br />

integraal programma hebben, zodat een buitenlander in<br />

drie dagen zijn zaken kan afhandelen in Nederland.’<br />

Schaalvergroting<br />

Samenwerken betekent ook dat niet elke stad alles<br />

moet willen doen, zegt Post. ‘Laat reclame en mode<br />

alsjeblieft over aan Amsterdam en Arnhem. Op het gebied<br />

van hightech is <strong>Eindhoven</strong> dé plaats. En waarom<br />

hebben we twee havens? Rotterdam kan veel beter<br />

de Amsterdamse haven overnemen. Daar zit de expertise.<br />

En bedenk dat de afstand tussen Amsterdam<br />

en Rotterdam nog altijd 17 kilometer minder is dan de<br />

hele lengte van de haven van Sjanghai – om de verhoudingen<br />

aan te geven. Je kunt dus gelijk de haven van<br />

Antwerpen er ook bij betrekken. Stap over je schaduw<br />

heen. Breng alles bij elkaar en vergroot de schaal.<br />

Kortom: verdeel de taken en treed op als één grote<br />

stad.’<br />

Enkele weken geleden kwam het betoog van Post<br />

samen met dat van Rob van Gijzel, de burgemeester<br />

van <strong>Eindhoven</strong> die al enkele jaren over de A2 naar<br />

Amsterdam kijkt, met als doel een verregaande samenwerking<br />

tussen de twee steden. Rotterdam hoort er<br />

ook bij als logistieke motor. In het <strong>Eindhoven</strong>s Dagblad<br />

legden de beide heren uit dat een samenwerking van<br />

de drie steden noodzakelijk is om Nederland als economische<br />

speler van belang te positioneren. Te beginnen<br />

met het gezamenlijk werven van internationale<br />

kenniswerkers, zo stelde Van Gijzel. Ook wil hij samen<br />

in gesprek met het kabinet om de economische belangen<br />

van Nederland maximaal te behartigen. Post: ‘Voor<br />

mij is het idee van een verbond tussen de drie steden<br />

ontstaan tijdens mijn voorzitterschap van de Kamer van<br />

Koophandel. Ik zag dat we in de delta over zoveel talent<br />

en kwaliteiten beschikken die we niet gezamenlijk inzetten,<br />

maar waarmee we elkaar juist beconcurreren.’<br />

Centurion<br />

De noodzakelijke verandering in Nederland moet<br />

volgens Post komen uit een omslag zoals hij meemaakte<br />

tijdens de operatie Centurion bij Philips. Het<br />

was 1991 en het ging slecht met Philips. Jan Timmer<br />

nam als topman het roer over en riep tachtig bestuurders<br />

van Philips, waaronder Jan Post, bijeen in Sint-<br />

Michielsgestel. ‘Timmer schreef: neem voldoende<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 9


1 0<br />

XXXXXXXXX<br />

IN GESPREK<br />

onderbroeken mee, want ik weet niet lang jullie moeten blijven’,<br />

vertelt Post, die op dat moment als landendirecteur in Spanje<br />

werkte. ‘Timmer liet ons zien hoe het er met Philips voor stond:<br />

bij ongewijzigd beleid zouden we binnen twee jaar failliet zijn.’<br />

Hij vroeg de directeuren om een lijst te maken van de grootste<br />

problemen van Philips. Dat werden er veertig. Die werden ondergebracht<br />

in twintig taskforces. ‘Binnen twee maanden moesten<br />

we met oplossingen komen. Dat is een gigantisch succes geworden.’<br />

Centurion wordt algemeen gezien als een onmisbare<br />

operatie in het overleven van de multinational.<br />

Deze aanpak is voor Post hét model waarmee <strong>Eindhoven</strong>, maar<br />

ook Nederland, het roer om kan gooien. ‘De drie burgemeesters<br />

zullen gezamenlijk het podium op moeten, net als bij Centurion.<br />

Zet de belangrijkste stakeholders in de zaal: de havendirectie,<br />

het onderwijs, bedrijfsleven, et cetera. Reken aan die mensen<br />

voor dat elke stad er op vooruit gaat wanneer ze het samen<br />

gaan doen. Ik heb dit bij het Rode Kruis ook gedaan, en het<br />

werkt. Je kunt dan heel snel snoeien en reorganiseren, om kort<br />

daarop beter te presteren.’<br />

Mindset<br />

De drie burgemeesters zijn hun achterban al aan het masseren,<br />

weet Post. ‘Er zal een aantal conferenties volgen om het conglomeraat<br />

Delta Nederland voor te bereiden. Ik volg dit met zeer<br />

grote interesse.’ Cruciaal in het slagen van een reorganisatie is<br />

dat Nederlandse bestuurders in andere succesvolle steden gaan<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

POST: ‘Je moet de afgrond tonen, en dan kunnen we<br />

wonderen verrichten.’<br />

kijken hoe men het daar doet. ‘Doe een benchmark met Seoel,<br />

Sjanghai en Londen. Alleen die vergelijking geeft al veel energie<br />

om het anders te gaan doen. Wij weten er nu niks van, want wij<br />

zijn bezig met onszelf en met elkaar. Niet met de concurrentie in<br />

het buitenland. Dat is een verkeerde mindset – dit moet anders.’<br />

Omslag<br />

Nu is voor <strong>Eindhoven</strong> het perfecte moment voor een reorganisatie<br />

als Centurion, stelt Post. Om te beginnen vanwege ‘het<br />

drama dat de TU/e nu treft’: de drastisch dalende instroom van<br />

nieuwe studenten. ‘Ik ben erg geschrokken. In Nederland neemt<br />

de instroom toe, in <strong>Eindhoven</strong> af. Dat wijst op onbehoorlijk<br />

management.’<br />

De manier waarop de rector magnificus Hans van Duijn het<br />

slechte nieuws bracht tijdens Dies Natalis deed Jan Post denken<br />

aan de eerste toespraak van Jan Timmer in 1991. ‘Hij zei:<br />

“Mensen, wij zijn failliet aan het gaan”. Maar Van Duijn durfde<br />

niet eens te zeggen hoe slecht het werkelijk gaat. Maak dan<br />

je borst maar nat. Laat dit het begin zijn van een omslag. Laat<br />

een aantal industriëlen zoals VDL, ASML, Philips, gemeente<br />

<strong>Eindhoven</strong> samen met de rector aan tafel gaan zitten en bespreken<br />

hoe het tij is te keren.’<br />

Voor Post is er één oplossing: de mensen laten zien welke kant<br />

het op gaat. ‘Je moet de afgrond tonen, en dan kunnen we<br />

wonderen verrichten.’ Zijn handen jeuken om het podium op<br />

te springen en de lijstjes te tonen waarop Nederland wegzakt:<br />

innovatie, economische groei, research, patenten, noem maar<br />

op. En de volgende stap is het verbinden van Nederland, het<br />

land als één sterke, creatieve stad in de delta. Te beginnen bij<br />

Amsterdam en <strong>Eindhoven</strong>.<br />

CV JAN POST<br />

Post was gedurende zeven jaar directeur Philips Electronics<br />

Nederland. Daarvoor werkte hij vijf jaar als directievoorzitter Philips<br />

Spanje en drie jaar in Pakistan. Een hoogtepunt was de lancering<br />

van de cd-speler die Post mocht doen: ‘Ik bracht de cd naar de<br />

wereld, daar schrijf ik nog een keer een boek over.’ Ook was hij<br />

algemeen directeur van het Rode Kruis. Toen hij zestig werd, kocht<br />

hij een appartement in Amsterdam, zijn geliefde stad. Hij werd voor<br />

een aantal jaren voorzitter van de KvK Amsterdam. Na zijn afscheid<br />

vroeg de <strong>Universiteit</strong> van Amsterdam, zijn oude universiteit, hem<br />

om te helpen de relaties tussen universiteit en bedrijfsleven te<br />

verbeteren. Ook is hij voor de onderwijsinstelling bezig met kennistransfer,<br />

onder meer als voorzitter van het Amsterdamse Center voor<br />

Entrepreneurship. Een recent project is om vijftig toptalenten uit de<br />

hele wereld naar Amsterdam te halen. Zij moeten hun masters en<br />

promotie doen aan een topopleiding van de UvA. In april werd Post<br />

geridderd voor twintig jaar bestuurlijk vrijwilligerswerk in <strong>Eindhoven</strong><br />

en Amsterdam.


Nieuws<br />

bedrijfsleven<br />

LUPO HAALT PRIJZEN IN BERLIJN<br />

Op het Michelin Challenge Bibendum <strong>2011</strong> in<br />

Berlijn heeft TU/e’s elektrische onderzoekswagen,<br />

de Volkswagen Lupo EL, maar liefst vijf<br />

awards gekregen. Het team heeft de gedeelde<br />

eerste prijs gewonnen in de klasse conceptauto’s.<br />

Vooral op acceleratie en zuinigheid deed<br />

de Lupo het erg goed. Binnen 3,6 seconden<br />

reed ze 50 km/u. Alleen een Franse Venturi trok<br />

sneller op. Wat zuinigheid betreft kon geen<br />

enkel automerk de Lupo overtreffen; met 9 kWh<br />

legde de kleine en lichtgewicht auto 125 kilometer<br />

af. ‘Met onze batterij hadden we de rally<br />

wel tweemaal kunnen afleggen’, twitterde het<br />

team. ‘We waren wel 30 procent zuiniger dan<br />

de gemiddelde deelnemer’. Onder de twaalf<br />

concurrenten waren grote merken als Daimler,<br />

Nissan, Volvo en Audi. De overallprijs werd<br />

op het laatste moment in twee categorieën<br />

verdeeld: een voor de productieauto’s en een<br />

voor conceptauto’s. Die laatste award werd<br />

Sluitstuk<br />

Afstudeerders vertellen over hun afstudeerwerk<br />

Op wenken bediend door begrijpende fauteuil<br />

toegekend aan zowel de TU/e als de universiteit<br />

van Helsinki. De organisatie schonk iedere<br />

deelnemer twee glazen trofeeën om de geringe<br />

uitstoot te roemen; de ‘local emissions award<br />

en de ‘well to wheel CO emissions award’.<br />

2<br />

BRAINPORT MEEST INTELLIGENTE<br />

REGIO IN DE WERELD<br />

‘De vanzelfsprekendheid waarmee mensen<br />

hier samenwerken is wat de regio Brainport<br />

tot een intelligente gemeenschap maakt.’ Dat<br />

is de conclusie van Robert Bell tijdens zijn lezing<br />

bij het Veldhovense ASML begin april. De<br />

Amerikaanse medeoprichter van het Intelligent<br />

Community Forum (ICF) bezocht <strong>Eindhoven</strong>,<br />

omdat de stad genomineerd is voor de titel<br />

Intelligent Community of the Year <strong>2011</strong>. Bell<br />

sprak zijn bewondering uit over de intensieve<br />

manier waarop in deze regio wordt samengewerkt<br />

om te innoveren. Bell: ‘Iedereen hier<br />

Gezellig met het hele gezin voor de buis, behalve als één van de gezinsleden op dat moment liever een<br />

boek wil lezen. Wie niet gezegend is met een ijzersterke concentratie, kan dan maar het beste verkassen<br />

naar een andere ruimte. Niek Otten, recent afgestudeerd aan de faculteit Industrial Design, ontwierp<br />

een fauteuil die begrijpt wanneer een gebruiker behoefte heeft aan afzondering. De fauteuil<br />

zorgt hier dan onmiddellijk voor. ‘In steeds meer appartementen zijn allerlei functies gecombineerd<br />

in dezelfde ruimte’, zegt Otten. ‘Bewoners kunnen daar bijvoorbeeld tegelijkertijd koken, eten,<br />

studeren, televisie kijken, kletsen, enzovoorts. Zo’n kamer biedt echter weinig gelegenheid voor<br />

iemand die zich wil afzonderen van andere mensen.’ De oplossing van dit probleem zocht Otten<br />

in ambient intelligence: een omgeving vol ingebouwde snufjes die automatisch inspringen op de<br />

behoeften van de gebruikers.<br />

De fauteuil, die hij zelf ontwierp, vervult gericht de behoeften van degene die erop zit. Wil je<br />

een gesprek voeren met je omgeving? Dan houdt de stoel zich koest. Nestel je je met een boeiend<br />

boek op de stoel, terwijl je huisgenoten een potje kaarten? Dan verschijnen links, achter<br />

en rechts van je panelen die je afschermen voor allerlei afleidende prikkels.<br />

‘Ingebouwde richtingsmicrofonen stellen vast van welke kant het geluid komt’, zegt Otten.<br />

‘Op grond daarvan klapt de stoel één of meerdere schermen uit die het geluid dempen.<br />

Dankzij lichtsensoren kunnen de lampen in de panelen reageren op duisternis, zodat je<br />

gewoon kunt blijven lezen als de rest van het huis al slaapt. En druksensoren meten hoe<br />

je gaat zitten. Op grond van je houding stelt de stoel vast of je je wilt afzonderen, of dat<br />

je wilt communiceren met je omgeving.’<br />

had snel door dat wanneer je elkaar helpt dit<br />

uiteindelijk voor je eigen bedrijf of organisatie<br />

ook winst oplevert.’ Hiermee krijgt de regio<br />

<strong>Eindhoven</strong> positieve kritiek op het beleid van<br />

de afgelopen jaren. Samenwerking tussen<br />

de gemeente, het bedrijfsleven en de TU/e,<br />

de zogenaamde ‘Tripple Helix’, is daarbij een<br />

speerpunt. Bell: ‘Of een regio zich ‘intelligent’<br />

ontwikkelt, heeft niet alleen met techniek te<br />

maken. Mensen maken een regio slim.’ Het<br />

ICF is een Amerikaanse denktank met als<br />

doel intelligente initiatieven te belichten en<br />

te stimuleren. ‘Het is belangrijk dat innovatie<br />

gestimuleerd wordt. De uitreiking van de titel<br />

‘Intelligent Community of the Year <strong>2011</strong>’ vond<br />

begin juni plaats tijdens het ICF-congres in<br />

New York. Naast de regio <strong>Eindhoven</strong> waren ook<br />

Chattanooga, Dublin (in Ohio) en Riverside<br />

in de Verenigde Staten, het Franse Issy-les-<br />

Moulineaux en de Canadese steden Stratford<br />

en Windsor-Essex genomineerd. De regio<br />

<strong>Eindhoven</strong> is tot winnaar gekozen.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 1 1<br />

Foto: Rien Meulman


Foto: Bart van Overbeeke<br />

1 2<br />

BELEID<br />

Meer vrouwen in<br />

wetenschappelijke staf<br />

De TU/e is er zeker niet trots op, op het kleine aantal vrouwen in hogere wetenschappelijke<br />

functies. En daarom gaat het roer om. Een palet aan initiatieven moet ervoor zorgen dat in 2020<br />

van de universitair hoofddocenten en hoogleraren twintig procent vrouw is.<br />

‘Alle statistieken wijzen uit dat de uitgangspositie<br />

van de TU/e op dit punt<br />

miserabel is’, zegt prof.dr. Ruth Oldenziel,<br />

behorend tot de 1,6 procent vrouwelijke<br />

hoogleraren aan de TU/e en actief<br />

betrokken bij de initiatieven om meer<br />

vrouwen in de wetenschappelijke staf<br />

te krijgen. ‘De TU/e staat onderaan in<br />

Nederland en Nederland staat onderaan<br />

in Europa. Vanuit die positie kan<br />

het dus alleen maar beter gaan’, stelt<br />

de hoogleraar Amerikaans-Europese<br />

Techniekgeschiedenis met ironie vast.<br />

Er zijn tal van redenen om meer vrouwen<br />

in de organisatie te krijgen, zegt<br />

Oldenziel.<br />

‘Op de eerste plaats kun je het moreel<br />

niet verantwoorden om met zulke lage<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

cijfers aan te komen. Ten tweede staat<br />

het in de Lissabon-doelstellingen beschreven<br />

en ook de VSNU, de Vereniging<br />

van Samenwerkende Nederlandse<br />

<strong>Universiteit</strong>en, omarmt het. Als derde<br />

moet de TU/e meer studenten trekken,<br />

bij meisjes zit een groeimarkt. Daarbij is<br />

er een heel praktisch punt: gemengde<br />

teams presteren veel beter in innovatie<br />

dan ongemengde teams. Hoe diverser,<br />

hoe beter.’<br />

Rijke cultuur<br />

Dr.ir. Arno Peels, voorzitter van het<br />

College van Bestuur en portefeuillehouder<br />

op dit onderwerp, onderstreept het<br />

belang van meer vrouwen aan de universiteit.<br />

‘De TU/e is een publieke instelling<br />

Ruth Oldenziel:<br />

‘Gemengde<br />

teams presteren<br />

veel beter in<br />

innovatie.’<br />

en we horen een reflectie te zijn van wat<br />

er in de samenleving leeft. Dat moet in<br />

alle geledingen zichtbaar zijn: studenten,<br />

ondersteunende diensten en wetenschappelijke<br />

staf.’<br />

Een TU/e met meer vrouwen in hogere<br />

functies, zal een cultureel rijkere universiteit<br />

opleveren, benadrukt Peels. ‘Een<br />

diverse en cultureel rijke universiteit<br />

geeft een veelheid aan invalshoeken voor<br />

onderzoek en zorgt voor betere nationale<br />

en internationale netwerken. Diversiteit<br />

is ook een garantie voor beter onderwijs.<br />

Daarbij is het goed voor de sfeer aan een<br />

universiteit wanneer het een samengaan<br />

is van verschillende mensen. Daarmee<br />

doel ik niet alleen op de verhouding tussen<br />

mannen en vrouwen, maar ook op<br />

verschillende nationaliteiten en culturen.’<br />

Kweekvijver<br />

Het probleem aan de TU/e zit vooral in de<br />

hogere wetenschappelijke posities. De<br />

wetenschappelijke staf van een universiteit<br />

bestaat uit: hoogleraren, universitair<br />

hoofddocenten (UHD’s), universitair<br />

docenten (UD’s), promovendi en ontwerpers<br />

in opleiding. Bij die laatste twee zijn<br />

vrouwen relatief goed vertegenwoordigd<br />

met zo’n 27 procent in 2008. Van de UD’s<br />

is 17 procent vrouw. Vervolgens komt de<br />

breuk: bij UHD’s is het 6 procent en hoogleraren<br />

1,6 procent. De kweekvijver voor<br />

talentvolle vrouwen is dus groot genoeg.<br />

In 2010 werd de Stuurgroep Vrouwelijk<br />

Talent naar de Top gevormd. De groep,<br />

onder leiding van Peels, geeft uitvoering<br />

aan de ambitie van de TU/e om in 2020<br />

twintig procent vrouwen in wetenschappelijke<br />

functies te hebben. De stuurgroep<br />

geeft daartoe advies en ontwikkelt tal<br />

van initiatieven. Volgens Oldenziel is het


Probleem is dat meisjes<br />

in Nederland meestal<br />

geen vrouwen in technische<br />

beroepen kennen.<br />

een slagvaardige club. ‘Omdat hoogleraren<br />

en het CvB vertegenwoordigd zijn,<br />

kunnen we snel tot resultaten komen.’<br />

Netwerken<br />

Voor de Stuurgroep is er een aantal momenten<br />

om in te grijpen. Het eerste is bij<br />

het werven van goede vrouwen. Op dit<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

moment wordt via de wereldwijde netwerken<br />

van hoogleraren en UHD’s naar<br />

de beste wetenschappers gezocht, maar<br />

meestal gebeurt dit binnen de eigen,<br />

door mannen gedomineerde, netwerken.<br />

Peels: ‘We zullen initiatieven moeten<br />

nemen om buiten de geijkte wegen naar<br />

talenten zoeken.’ Een tweede moment is<br />

ELPHI NELISSEN, DECAAN<br />

FACULTEIT BOUWKUNDE<br />

‘Het ontbreekt<br />

aan vrouwelijke<br />

rolmodellen’<br />

Prof.ir. Elphi Nelissen is sinds juni <strong>2011</strong> de<br />

nieuwe decaan van de faculteit Bouwkunde<br />

– de eerste vrouw in die positie aan de TU/e.<br />

‘Voor mij heel leuk, maar het is natuurlijk<br />

triest dat het zo lang heeft geduurd. Er zijn<br />

al veel langer geschikte vrouwen, maar door<br />

een dominante cultuur van mannen worden<br />

die over het hoofd gezien.’<br />

Ze studeerde in 1983 af aan de TU/e en<br />

richtte in 1991 Nelissen Ingenieursbureau op,<br />

een bedrijf dat zich toelegt op installatietechniek,<br />

bouwfysica en duurzaamheid. Nelissen<br />

is ook bestuurslid van<br />

VHTO, een landelijk expertisebureau<br />

dat zich<br />

inzet om meer meisjes<br />

en vrouwen te interesseren<br />

voor een bèta- of<br />

techniekopleiding. Ze<br />

geeft lezingen, zit in<br />

discussiefora en treedt<br />

op als rolmodel voor<br />

jonge meiden. Want aan vrouwelijke voorbeelden<br />

in de techniek ontbreekt het, is haar<br />

overtuiging. ‘Jongeren kiezen voor beroepen<br />

die ze in hun omgeving zien. En dan kiezen<br />

jongens voor mannenberoepen en meisjes<br />

voor vrouwenvakken. Probleem is dat meisjes<br />

in Nederland meestal geen vrouwen in<br />

technische beroepen kennen. En dat is niet<br />

vreemd, want we scoren in Nederland het<br />

laagst na Pakistan.’<br />

Als decaan zit ze in de positie om het aantal<br />

vrouwen in hogere functies te stimuleren<br />

en daarmee het aantal rolmodellen in<br />

technisch-wetenschappelijke functies te<br />

doen toenemen. Ze gaat het aantal vrouwen<br />

in de commissies van haar faculteit dus zeker<br />

stimuleren.<br />

de selectie voor hogere functies. Peels:<br />

‘Daarom zijn er met elke faculteit gesprekken<br />

geweest om te kijken hoe we<br />

posities die in de toekomst vrijkomen, ingevuld<br />

krijgen door vrouwen. De faculteiten<br />

maken een plan om dat te realiseren.’<br />

In de faculteiten moet het dus gebeuren.<br />

Daarom hebben ze allemaal een eigen<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 1 3


1 4<br />

BELEID<br />

ambassadeur die de vrouwenzaak bepleit.<br />

Oldenziel: ‘De ambassadeurs in<br />

de faculteiten zijn gelukkig allemaal<br />

mannen die serieus achter de ambities<br />

staan. Het zijn nu dus niet de vrouwen<br />

die het vermanende vingertje moeten<br />

heffen, de mannen doen dat.’ Ook is er<br />

winst te behalen door met een aansprekend<br />

aanbod van onderzoeksthema’s<br />

vrouwen voor de TU/e te behouden. De<br />

nieuwe strategische onderzoeksgebieden<br />

Energy en Health zullen daaraan<br />

bijdragen, is de overtuiging van de<br />

Stuurgroep.<br />

Zelf opleiden<br />

Een ander middel is het begeleiden van<br />

vrouwen naar hogere posities. Een voorbeeld<br />

hiervan is de Women in Sciencetenure<br />

track. Dit initiatief ging in 2006<br />

van start om jonge vrouwen in zes jaar<br />

op te leiden tot universitair hoofddocent.<br />

Ook is het mogelijk om vrouwen op te leiden<br />

naar het hoogleraarschap. Inmiddels<br />

zitten er elf vrouwen in het programma.<br />

‘Denemarken is het enige Europese land dat<br />

netto energie exporteert en vooraanstaand is in<br />

het gebruik van groene energie. Grote windmolenparken<br />

en kolencentrales die door gebruik<br />

te maken van de restwarmte en slimme distributiesystemen<br />

een rendement hebben van 94<br />

procent, zorgen voor een internationaal aanzien.<br />

Een groot deel van de exportproducten<br />

van Denemarken is gerelateerd aan de energiesector.<br />

En dan te bedenken dat Denemarken in<br />

1973 nog voor 99 procent afhankelijk was van<br />

olielanden.<br />

Kopenhagen is volledig aangesloten op een<br />

slim warmtenetwerk, waarmee grote warmte-<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

Stuurgroep Vrouwelijk Talent naar de Top<br />

Initiatieven van de TU/e om het aantal vrouwen<br />

in wetenschappelijke functies te doen<br />

toenemen:<br />

• Het CvB stelt dat er in elke benoemingsadviescommissies<br />

minimaal één vrouw<br />

moet zitten.<br />

• Tenure Tracks: opleiden van vrouwen tot<br />

UHD en hoogleraar.<br />

• Women in Science-netwerk: netwerk van de<br />

TU/e met 110 vrouwen. Komt zo’n zes keer<br />

per jaar bij elkaar met als doel persoonlijke<br />

ontwikkeling, bevorderen van kansen van<br />

vrouwelijk wetenschappelijk personeel.<br />

Het is de vraag of de twintig procent in<br />

2020 wordt gehaald – het gaat tenslotte<br />

om ingesleten weerbarstige veranderingsprocessen.<br />

Dat het een kwestie van<br />

een lange adem is, wist Oldenziel toen ze<br />

eraan begon. ‘Het vraagt een verandering<br />

van mentaliteit. Dat duurt lang en je moet<br />

er aan blijven trekken.’ Maar ze is hoopvol<br />

gestemd: ‘De mentale omslag die<br />

plaatsvindt aan de TU/e is fenomenaal.<br />

Nu moeten we het nog uitgedrukt zien in<br />

de cijfers.’<br />

Student in het buitenland<br />

Jelte Glas, masterstudent Construction, Management and<br />

Engineering, studeert aan de Deense <strong>Universiteit</strong> van<br />

Kopenhagen. Hij studeert af op District Heating, een slim<br />

warmtenetwerk waarmee grote warmtereducties te behalen zijn.<br />

reducties te behalen zijn. Ik doe onderzoek<br />

naar het verleden en de toekomst van District<br />

Heating. Met name op de toekomstige energiezuinige<br />

huizen is een uitgekristalliseerd warmtenetwerk<br />

van belang. Twee keer per maand zit ik<br />

bij de hoogleraar en PhD-studenten die hieraan<br />

werken, wat mij mooie inzichten geeft. Ook<br />

bekijk ik de toekomst van groene energie en<br />

energiebezuinigingen in Nederland tot 2020<br />

en 2050, door dit te vergelijken met de aanpak<br />

van Denemarken en andere landen in Europa.<br />

De universiteit is te vergelijken met de TU/e.<br />

Doordat het onderwijs gratis is, studeren er<br />

ook veel mensen uit de hele wereld. Ruim tien<br />

• Rolmodellen: prof.dr. Ruth Oldenziel; dr.ir.<br />

Elphi Nelissen eerste vrouwelijke decaan<br />

aan de TU/e; prof.dr.ir. Maaike Kroon benoemd<br />

tot de jongste vrouwelijke hoogleraar<br />

in Nederland.<br />

• Marina van Damme Beurs: een geldprijs<br />

voor jonge vrouwelijke ingenieurs om hun<br />

loopbaan verder te ontwikkelen.<br />

• Ambassadeursnetwerk: elke faculteit heeft<br />

twee ambassadeurs die zich sterk maken<br />

voor meer vrouwen aan de top.<br />

procent komt uit een ander land. Er wordt hier<br />

veel meer met projectwerk gedaan, de colleges<br />

duren of de hele ochtend of de hele middag.<br />

De cijferwaardering is ook bijzonder: die loopt<br />

van -3 tot 12 met een 2 als voldoende! Alle<br />

medewerkers en professoren spreek je met zijn<br />

of haar voornaam aan. De universiteit heeft<br />

een eigen energievoorziening, twaalf kilometer<br />

lange tunnels liggen onder het terrein om de<br />

warmtebuizen en elektrische voorzieningen<br />

te herbergen. Deze tunnels zijn soms wel vier<br />

meter hoog en doorkruisen de hele campus. Ik<br />

heb een kijkje mogen nemen in deze tunnels en<br />

de gigantische gasboilers van de universiteit.’


Nieuws<br />

onderwijs<br />

VOORSPELLEN EN VERKLAREN<br />

VAN STUDIESUCCES<br />

De druk op studenten om snel hun studie<br />

af te ronden wordt steeds hoger. De<br />

juiste studiekeuze en een succesvolle<br />

studievoortgang worden daarmee nog<br />

belangrijker. De faculteit Industrial Engineering<br />

& Innovation Sciences (IE&IS) brengt in kaart<br />

welke factoren het verschil maken tussen slagen<br />

of falen. De faculteit IE&IS heeft te kampen met<br />

een laag studierendement. Om daaraan iets<br />

te doen, wilde men weten welke factoren van<br />

invloed zijn op de prestaties en studievoortgang<br />

van studenten. Vanuit de capaciteitsgroep<br />

Human Performance Management (HPM) werd<br />

daarom in 2009 gestart met de Bachelors<br />

Entrance Study (BEST). Dr. Tanja Bipp, dr.ir.<br />

Ad Kleingeld en prof.dr. Jan de Jonge zijn de<br />

kartrekkers. Bipp en Kleingeld zijn eerst in<br />

de literatuur gedoken en hebben met onder<br />

meer studieadviseurs gesproken om relevante<br />

factoren te benoemen. Zo onderzochten ze<br />

stabiele -niet te beïnvloeden- factoren zoals<br />

geslacht, persoonlijkheid en individuele<br />

verschillen als intelligentie of doeloriëntatie.<br />

Vervolgens zijn er variabele -wél te<br />

beïnvloeden- kenmerken bekeken, waaronder<br />

motivatiefactoren, interesse en leerstrategieën.<br />

Tenslotte zijn omgevingsfactoren meegenomen.<br />

De onderzoekers richtten zich eerst op<br />

de eerstejaars studenten bij <strong>Technische</strong><br />

Bedrijfskunde. De eerste tendensen zijn<br />

inmiddels te zien. Zo zijn studenten die in het<br />

begin uitvallen, al minder geïnteresseerd in de<br />

studie en zijn minder intrinsiek gemotiveerd.<br />

Later wordt het relevanter hoe studenten<br />

studeren of hun studietijd inplannen. Studenten<br />

die laag scoren op ‘gewetensvolheid’, halen<br />

minder studiepunten. Tussen studenten met<br />

of zonder bijbaantje is geen onderscheid.<br />

Wel is er een negatieve relatie tussen het<br />

aantal uren dat iemand werkt en het aantal<br />

behaalde studiepunten. Tot verbazing van de<br />

onderzoekers waren er nauwelijks verschillen<br />

tussen mannelijke en vrouwelijke studenten.<br />

VROUWELIJKE INSTROOM<br />

BÈTATECHNIEK STEVIG TOEGENOMEN<br />

Meer meisjes kiezen voor een exacte opleiding,<br />

zo blijkt uit cijfers die het Platform Bèta<br />

Ad Kleingeld en<br />

Tanja Bipp deden<br />

onderzoek naar<br />

studiesucces. Foto: Bart van Overbeeke<br />

Techniek onlangs bekendmaakte. In 2000 waren<br />

het er nog 5.447 en tien jaar later is dat aantal<br />

gestegen tot 9.463. Bètatechnische studies zijn<br />

sowieso populairder geworden. In 2000 lag de<br />

instroom hiervoor nog op 26.000 eerstejaars, in<br />

september 2010 waren dat er 34.000. In vergelijking<br />

met het vorige studiejaar is de belangstelling<br />

voor bètatechnische studies dit jaar met<br />

anderhalf procent gestegen, terwijl de instroom<br />

in alle andere niet-exacte studies juist met bijna<br />

één procent daalde. Het was voor het tweede<br />

jaar dat bètastudies harder stegen dan de rest.<br />

Wel is de groei minder groot dan eerdere jaren<br />

en lijkt er volgens het Platform Bèta Techniek<br />

sprake te zijn van een stagnatie. Zo steeg de<br />

instroom in technische opleidingen op de hogescholen<br />

maar met 0,6 procent ten opzichte van<br />

het vorige collegejaar. Op de drie TU’s daalde<br />

na jaren van groei de instroom ten opzichte van<br />

2009 met zes procent.<br />

TECHNISCHE INFORMATICA<br />

GAAT OVER OP ENGELS<br />

De opleiding <strong>Technische</strong> Informatica wordt binnen<br />

drie jaar helemaal in het Engels gegeven.<br />

Het eerste bachelorjaar is vanaf september <strong>2011</strong><br />

in het Engels, jaar twee en drie volgen daarna.<br />

De opleiding wil met deze maatregel meer studenten<br />

aantrekken en in het buitenland gaan<br />

werven. Docenten moeten een assessment<br />

doen en als hun Engels onvoldoende is, kunnen<br />

ze een cursus volgen. Er komt wel een aparte<br />

Nederlandse instructiegroep, zodat Nederlandse<br />

studenten het groepswerk in hun moedertaal<br />

kunnen doen. Verder is er een bijspijkercursus<br />

Engels ingeroosterd die studenten mogen<br />

volgen. Tentamenvragen worden in het Engels<br />

gesteld, maar mogen nog in het Nederlands<br />

worden beantwoord. Tot nu toe worden aan de<br />

TU/e de mastervakken in het Engels gegeven<br />

en is Industrial Design (ID) de enige met een<br />

Engelstalige bachelor. De opleiding lift mee op<br />

de wervingsactiviteiten van de al bestaande<br />

Engelstalige Fontysopleiding ICT. De TU/e en<br />

Fontys Hogeschool ICT bieden met ingang van<br />

het studiejaar <strong>2011</strong>-2012 een gezamenlijk,<br />

Engelstalig bachelorsemester aan. Het doel is<br />

om buitenlandse studenten de mogelijkheid te<br />

bieden om zich goed te oriënteren op zowel hbo<br />

als universiteit.<br />

BOETE LANGSTUDEERDERS<br />

EEN JAAR UITGESTELD<br />

Behalve de boete voor langstudeerders is<br />

ook de bezuiniging van 190 miljoen euro<br />

op universiteiten en hogescholen een jaar<br />

uitgesteld. Minister Van Bijsterveldt en<br />

staatssecretaris Zijlstra reiken hun critici<br />

‘een uitgestoken hand.’ Er was niet genoeg<br />

steun voor een snelle invoering van de<br />

plannen, erkennen de bewindslieden in de<br />

brief aan de Tweede Kamer die ze woensdagavond<br />

verstuurden. Ze willen tegemoet<br />

komen aan de zorgen die binnen en buiten<br />

het parlement leven, schrijven ze. Naast de<br />

langstudeermaatregel en de korting op het<br />

hoger onderwijs ‘temporiseert’ het ministerie<br />

ook de omstreden bezuinigingen op<br />

passend onderwijs.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 1 5


1 6<br />

ONDERZOEK<br />

Bert Blocken is een van<br />

de finalisten voor de Best<br />

Innovator Group Award met<br />

zijn onderzoek naar fysische<br />

processen in de stedelijke<br />

omgeving.<br />

BEST INNOVATOR GROUP AWARD<br />

Wie is de veelbelovendste<br />

jonge onderzoeksgroep?<br />

De derde en laatste finalist voor de BIG Award is half mei gekozen: dr.ir. Massimo<br />

Mischi van de faculteit Electrical Engineering. Hij gaat het 16 november in de finale<br />

opnemen tegen dr.ir. Bert Blocken van de groep Building Physics van de faculteit<br />

Bouwkunde en dr.ir. Michael Boot van de groep Combustion Technology van de faculteit<br />

Werktuigbouwkunde. De winnaar mag een promovendus aan zijn groep toevoegen.<br />

De Best Innovator Group (BIG) Award is een prijs voor de<br />

meest veelbelovende jonge onderzoeksgroep van de TU/e. De<br />

BIG Award is een initiatief van de Faculty Club, die de band tussen<br />

onderzoekers van verschillende faculteiten wil versterken.<br />

De onderzoekers moeten de jury onder leiding van prof.dr.ir.<br />

Ton Backx en het publiek ervan overtuigen dat zij de meest<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

veelbelovende jonge groep van de TU/e vertegenwoordigen.<br />

De finalisten werden in drie voorrondes gekozen.<br />

In de eerste voorronde in december vorig jaar kwam de unit<br />

Building Physics and Systems van de faculteit Bouwkunde als<br />

winnaar uit de bus. Blocken, hoofddocent Bouwkunde, is verheugd<br />

over deze kans: ‘Het zou erg mooi zijn als we in de finale


‘Vanaf 2050 willen<br />

we brandstoffen<br />

direct uit zonlicht<br />

halen’<br />

daadwerkelijk winnen en we met een promovendus worden<br />

uitgebreid.’ Building Physics onderzoekt fysische processen in<br />

de stedelijke omgeving zoals warmte- en vochtoverdracht en<br />

luchtverontreiniging. Wat doet de wind bijvoorbeeld met de<br />

verontreiniging die uit schoorstenen komt: wordt die door de<br />

wind weer teruggevoerd in de schoorsteen? En zo ja, wat kun je<br />

daar dan aan doen? Ook bestudeert de groep wat de invloed is<br />

van wind op schepen en houdt ze zich bezig met aerodynamica in<br />

algemenere zin. Op dit moment onderzoeken ze de invloeden<br />

van de wind op twee manieren: met metingen op de plek zelf,<br />

gesteund door het laboratorium van onze unit, en door<br />

computersimulaties. Vanaf september <strong>2011</strong> komt daar een<br />

derde manier bij. Blocken: ‘Dan is onze eigen atmosferische<br />

grenslaagwindtunnel klaar, die we kunnen gebruiken voor<br />

onderwijs en onderzoek.’<br />

Michael Boot van de faculteit<br />

Werktuigbouwkunde is eveneens<br />

een van de finalisten. Hij houdt zich<br />

bezig met onderzoek naar verbrandingstechnieken<br />

in de breedste zin<br />

van het woord.<br />

Blocken denkt dat zijn groep is gekozen als een van de drie<br />

finalisten omdat het onderwerp ‘gebouwde omgeving’ -meer<br />

dan vroeger- bredere lagen binnen de academische gemeenschap<br />

aanspreekt. Steeds meer onderzoekers van andere faculteiten<br />

zien dat de gebouwde omgeving interessant is. Denk aan<br />

energiezuinigheid van verlichting en verkeer. Met de faculteit<br />

<strong>Technische</strong> Natuurkunde heeft de groep van Blocken gezamenlijke<br />

promovendi. Die samenwerking is vooral iets van de laatste<br />

jaren. Building wordt meer en meer sexy in de wetenschap.<br />

Blocken weet niet hoe hun kansen zijn om de BIG Award te winnen.<br />

‘Iedereen is zorgvuldig gekozen, dus de anderen zullen<br />

vast ook een goed verhaal hebben. Het zal ook veel afhangen<br />

van de bevlogenheid van de spreker op het moment, hoe die<br />

de zaal kan warm houden. Ik zal het wel zien op de dag zelf, en<br />

ga in ieder geval uit van mijn eigen sterkte.’<br />

Schoner rijden<br />

De tweede voorronde in februari werd gewonnen door dr.ir.<br />

Michael Boot van de groep Combustion Technology van de<br />

faculteit Werktuigbouwkunde. Boot wist, ondanks de hype van<br />

elektrisch rijden, het publiek ervan te overtuigen dat schoner<br />

rijden met fossiele brandstof nog steeds heel erg belangrijk is.<br />

Boot liet prof.dr.ir. Sem Borst, prof.dr. Remco van der Hofstad<br />

en dr. Johan van Leeuwaarden van de faculteit Wiskunde &<br />

Informatica en de onderzoeksgroep Chemische Biologie bij<br />

Biomedische technologie achter zich.<br />

De groep van Boot, Combustion Technology, houdt zich bezig<br />

met verbrandingstechnieken in de breedste zin van het woord.<br />

Eén van de speerpunten is future fuels. Dit onderwerp kent<br />

drie fasen: tot 2020 gaat het om clean fossil: op basis van olie<br />

schonere brandstoffen maken. Van 2020-2050 gaat het om ‘indirect<br />

solar’: zonne-energie via biomassa opwekken tot tweede<br />

generatie biofuels. ‘Vanaf 2050 willen we brandstoffen direct<br />

uit zonlicht halen, zonder tussenkomst van planten’, vertelt<br />

Boot.<br />

‘Ondanks de hype van elektrische auto’s is het heel belangrijk<br />

dat we accepteren dat we nog heel lang aan fossiele brandstoffen<br />

vastzitten. Daarbij zijn er ook voertuigen, zoals schepen en<br />

vliegtuigen, die nooit elektrisch worden. Daarom is het heel<br />

belangrijk olie, gas en kolen schoner te maken en daar zijn wij<br />

constant mee bezig. Het feit dat Philip de Goey (hoogleraar<br />

Verbrandingstechnologie) vorig jaar de Simon Stevin prijs heeft<br />

gewonnen, laat zien hoe relevant het onderwerp momenteel is.<br />

Urgent<br />

Volgens Boot is het zelfs een van de meest urgente thema’s:<br />

‘Fijnstof, stikstofoxiden en CO worden door verbrandingspro-<br />

2<br />

cessen uitgestoten en hebben wereldwijd zo’n grote impact<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 1 7


1 8<br />

ONDERZOEK<br />

dat het heel snel schoner en efficiënter moet. Ook lokaal zijn<br />

de effecten duidelijk: onlangs is de Leenderweg in <strong>Eindhoven</strong><br />

uitgeroepen tot meest vervuilde weg van Nederland. Dat is wat<br />

nu aan de hand is. Dat we morgen allemaal elektrisch rijden, is<br />

niet realistisch. We moeten nu iets doen om de problemen van<br />

vervuiling aan te pakken.’<br />

Boot kan niet inschatten wat de kans is dat zijn groep de BIG<br />

Award gaat halen: ‘Behalve een vakjury, beslist ook het publiek<br />

mee. Het is onmogelijk om te zeggen hoe het zal uitpakken in<br />

november. Het zal in ieder geval gaan tussen drie hele goede<br />

kandidaten.’<br />

Extra spannend<br />

De derde voorronde verliep extra spannend. Twee van de<br />

kandidaten, de capaciteitsgroep Signal Processing van dr.ir.<br />

Massimo Mischi van de factulteit Electrical Engineering en prof.<br />

dr.ir. Jom Luiten van onderzoeksgroep Coherence & Quantum<br />

Technology (CQT) bij de faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde<br />

eindigden gelijk voor de jury en uiteindelijk mocht het publiek<br />

kiezen. De talrijk aanwezige faculteitgenoten bezorgden uiteindelijk<br />

Mischi de overwinning.<br />

Mischi die in Rome gestudeerd heeft en voor zijn promotie naar<br />

de TU/e kwam, promoveerde op het in kaart brengen van de<br />

hartfunctie met minuscule gasbelletjes en echo-cardiografie.<br />

De groep van Mischi houdt zich bezig met biomedische signaal-analyse.<br />

Voor de ontwikkeling van medische applicaties<br />

werkt Mischi samen met onder meer het Catharina Ziekenhuis<br />

en het Máxima Medisch Centrum in Veldhoven en het AMC in<br />

Amsterdam. Het toepassingsgebied is breed: van een kwantitatieve<br />

imaging methode voor de diagnostiek van kanker of<br />

cardiovasculaire aandoeningen tot het monitoren van zwangerschappen<br />

en spieropbouw bij revalidatie. Mischi: ‘Mijn<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

Foto: Rien Meulman<br />

MISCHI: ‘Door de<br />

maatschappelijke<br />

relevantie is mijn onderzoek<br />

genomineerd voor de Best<br />

Innovator Group Award.’<br />

onderzoek is niet alleen innovatief vanuit wetenschappelijk<br />

oogpunt, maar richt zich ook nadrukkelijk op maatschappelijke<br />

problemen. Zo worden wetenschappelijke resultaten<br />

daadwerkelijk gevaloriseerd. Valorisation grants, spin-offs en<br />

allerlei industriële toepassingen zijn hier het bewijs van.’<br />

Maatschappelijke relevantie<br />

Mischi denkt ook dankzij die maatschappelijke relevantie genomineerd<br />

te zijn voor de BIG Award. ‘Zo ontving ik een Vidisubsidie<br />

voor onderzoek naar een imaging methode waarmee<br />

prostaatkanker betrouwbaar gelokaliseerd kan worden.<br />

Het is een aandoening waar één op de zes mannen mee te<br />

maken krijgt. Mijn voorstel is om de nu gangbare biopsie te<br />

vervangen door een nauwelijks belastende en goedkopere<br />

methode waarbij gebruik gemaakt wordt van microbubbels<br />

en ultrageluid. De eerste resultaten zijn veelbelovend en de<br />

methode wordt nu gevalideerd in ziekenhuizen. Onderzoek<br />

dus met een wezenlijk effect op het leven van alledag. Door<br />

met deze methode accuraat en tijdig een diagnose te kunnen<br />

stellen zijn vele levens te redden en kan de behandeling<br />

plaatsvinden op de juiste plek. Dat zorgt ook voor minder<br />

bijwerkingen en een betere kwaliteit van leven. Dit soort onderzoek<br />

motiveert mij.’<br />

De derde finalist schat zijn kans om de award te winnen<br />

goed in. ‘Ik moet goed laten zien wat de wetenschappelijke<br />

noviteit en de maatschappelijke impact van mijn onderzoek<br />

is en hoe dat wordt toegepast in de klinische realiteit. De<br />

boodschap is: we kunnen een verschil maken tussen leven<br />

en dood en onze faculteit kan daar een enorme bijdrage aan<br />

leveren.’<br />

De finale van de BIG Award vindt plaats op 16 november <strong>2011</strong>.


3TU. School for Technological Design STAN ACKERMANS INSTITUTE<br />

U loopt er in uw bedrijf ongetwijfeld regelmatig tegenaan: technische<br />

en/of logistieke vraagstukken die alleen via een gedegen, ontwerpgerichte<br />

aanpak verantwoord zijn op te lossen. In zo’n situatie kunt u een beroep<br />

doen op de expertise van 3TU.School for Technological Design,<br />

Stan Ackermans Institute.<br />

Technologisch<br />

vraagstuk of<br />

ontwerpopdracht?<br />

Ontwerpersopleidingen<br />

Het Stan Ackermans Institute verzorgt tweejarige ontwerpersopleidingen voor<br />

afgestudeerde ingenieurs. In het tweede jaar van de opleiding voert de<br />

technologisch-ontwerper-in-opleiding een ontwerpopdracht uit, zowel voor als<br />

binnen het bedrijfsleven. De technologisch-ontwerper-in-opleiding wordt daarbij<br />

uiteraard begeleid door deskundigen van het Stan Ackermans Institute. Ook andere<br />

vormen van samenwerking, waarbij uw werknemer gedetacheerd wordt bij het<br />

Stan Ackermans Institute, zijn bespreekbaar.<br />

Succes<br />

De ontwerpersopleidingen bestaan dit jaar 25 jaar en hebben inmiddels ruim 3000<br />

ontwerpers afgeleverd. De meeste ontwerpers zijn in dienst getreden bij het bedrijf<br />

waar zij hun ontwerpopdracht uitvoerden en bekleden daar nu veelal leidinggevende<br />

functies.<br />

Nieuwe opleidingen<br />

Vanaf september <strong>2011</strong> starten zes nieuwe ontwerperopleidingen, waaronder:<br />

• Automotive Systems Design<br />

• Smart Energy Buildings and Cities<br />

Meer informatie?<br />

U kunt contact opnemen met drs.ir. Pieter de Bock, 040 – 247 4166 of<br />

p.f.d.bock@tue.nl.<br />

Op www.3tu.nl/sai vindt u meer informatie over de ontwerpersopleidingen van het<br />

Stan Ackermans Institute.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 1 9


2 0<br />

ONDERZOEK<br />

Nieuws op onderzoeksgebied<br />

Hoe gaan consumenten om met een product<br />

dat ze aanschaffen? Wat zijn hun ervaringen?<br />

De meeste bedrijven hebben daar geen<br />

flauw idee van. Terwijl het antwoord op die<br />

vragen kan leiden tot commercieel succes.<br />

Onderzoeker Mathias Funk ontwikkelde<br />

met zijn softwareprogramma ‘UXsuite’ een<br />

manier om aan deze belangrijke informatie<br />

te komen. Het ontwerpen van een kwaliteitsproduct<br />

vereist betrouwbare informatie over<br />

de verwachtingen en behoeftes van de klant.<br />

Verrassend genoeg ontbreekt deze informatie<br />

in veel gevallen, ondervond Funk. Hij wijst op<br />

onderzoek waaruit blijkt dat steeds meer klanten<br />

hun product retourneren terwijl er in zestig<br />

tot zeventig procent van de gevallen eigenlijk<br />

helemaal niets mis mee is. Het blijkt een groeiende<br />

trend te zijn binnen de consumentenelektronica.<br />

Natuurlijk verzamelen en verwerken<br />

bedrijven data over consumentengedrag. Maar<br />

door de vele filters zoals helpdesks, klantenondersteuning<br />

en enquêteurs bereikt veel nuttige<br />

informatie de bedrijven niet. Producenten<br />

vragen altijd naar ‘wat’ en ‘hoe’. Het gaat om<br />

technische feiten en fouten: de ‘hard reliability’.<br />

Nooit zijn er vragen naar het ‘waarom’.<br />

Terwijl juist de vraag ‘waarom’ meer inzicht<br />

geeft in het gedrag en de houding van de klant.<br />

Deze ‘soft reliability’ wordt steeds belangrijker,<br />

naarmate producten complexer worden en<br />

daarmee een negatieve invloed hebben op het<br />

gebruiksgemak.<br />

Servaas<br />

Kokkelmans is<br />

expert in de<br />

theorie van<br />

ultrakoude<br />

atomen.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

Uxsuite kan kloof<br />

dichten tussen<br />

producent en gebruiker<br />

Om dit te voorkomen, ontwikkelde Funk het<br />

remote data collection framework DPUIS en het<br />

front-end softwareprogramma User Experience<br />

(UX) Suite. Een vraaginstrument dat het ‘hoe’<br />

en ‘wat’ koppelt aan het ‘waarom’. Het verenigen<br />

van deze componenten zorgt voor een<br />

meer dynamische en actuele datacollectie. De<br />

vraagsystematiek werd in samenwerking met<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

Océ en Philips getest. Inmiddels is Mathias<br />

Funk gepromoveerd aan de faculteit Electrical<br />

Engineering met zijn proefschrift ‘Model-driven<br />

design of self-observing products’. Tevens<br />

ontving hij samen met onderzoekscollega Aylin<br />

Koca van Technologiestichting STW twee valorisatiegrants<br />

om van UXsuite een commercieel<br />

product te maken.<br />

Magische<br />

trio’s ontward<br />

Door het Efimov-effect kunnen drie atomen<br />

een molecuul vormen, terwijl twee van die<br />

atomen onderling niet aan elkaar binden. Die<br />

merkwaardige voorspelling van een verguisde<br />

Rus blijkt na veertig jaar toch te kloppen.<br />

Theoretisch fysicus Servaas Kokkelmans beschrijft<br />

het gedrag van ultrakoude atomen en<br />

helpt zo dit bijzondere fenomeen te begrijpen.<br />

Foto: Bart van Overbeeke


Nanobuisjes voor beeldschermen<br />

Binnen tien jaar zijn we door de wereldvoorraad<br />

indium heen. Om te voorkomen dat we daardoor<br />

straks geen beeldschermen en zonnecellen<br />

meer kunnen maken, zoekt men naarstig naar<br />

een vervangend materiaal om er transparante<br />

geleidende elektrodes van te maken. In Nature<br />

Nanotechnology verscheen onlangs een TU/epublicatie<br />

waarin een alternatief op basis van<br />

koolstofnanobuisjes wordt gepresenteerd.<br />

De stof indiumtinoxide (ITO) is doorzichtig<br />

én het geleidt elektriciteit. Deze bijzondere<br />

combinatie van eigenschappen maakt ITO een<br />

geschikt materiaal voor transparante elektroden<br />

in beeldschermen van telefoons, televisies en<br />

laptops.Ook in zonnecellen en organische leds<br />

worden dunne laagjes ITO als elektrodes gebruikt.<br />

De vraag naar indiumtinoxide neemt dan<br />

ook exponentieel toe, zegt prof.dr.ir. Paul van<br />

der Schoot, terwijl de wereldvoorraad van het<br />

zeldzame metaal indium net zo hard afneemt.<br />

In samenwerking met de groep van polymeerchemicus<br />

prof.dr. Cor Koning doet theoretisch<br />

fysicus Van der Schoot dan ook al enkele jaren<br />

onderzoek naar een potentiële vervanger van<br />

ITO. Ze richten hun blik daarbij op koolstofnanobuisjes:<br />

langwerpige nanostructuren die ongeveer<br />

een miljoenste millimeter dik zijn, maar<br />

duizend tot honderdduizend keer zo lang kunnen<br />

worden. Deze nanobuisjes geleiden stroom<br />

Kokkelmans is expert in de theorie van ultrakoude<br />

atomen. Hij studeerde en promoveerde<br />

aan de TU/e-faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde.<br />

Borromeaanse ringen zijn gedrieën onlosmakelijk<br />

met elkaar verbonden, maar als je één<br />

van de drie ringen verwijdert, blijken de overige<br />

twee automatisch ook los te komen. De<br />

ultrakoude atomen die Kokkelmans beschrijft,<br />

manifesteren zich volgens hem soms op vergelijkbare<br />

wijze.<br />

Tegenwoordig leidt hij zijn eigen theoriegroep<br />

binnen de vakgroep Coherence and Quantum<br />

Technology. De afgelopen jaren stak hij veel tijd<br />

en de gedachte is dat je plastics geleidend kunt<br />

maken door er koolstofbuisjes aan toe te voegen.<br />

Om ervoor te zorgen dat de nanobuisjes<br />

een mooi netwerk in het plastic vormen, wordt<br />

bindmiddel bijgevoegd dat bij verwarming<br />

samenvloeit tot een film. Nadeel daarbij is<br />

dat nanobuisjes van nature niet oplossen in<br />

water. De onderzoekers voegden daarom een<br />

zeepachtige stof toe die de nanobuisjes oplost<br />

en de geleiding met bijna een factor honderd<br />

laat toenemen. Daarmee geleidt een dun laagje<br />

van dit plastic met nanobuisjes al goed genoeg<br />

voor toepassing als antistatische laag voor<br />

Polymeerchemicus<br />

Cor Koning (l) en<br />

fysicus Paul van<br />

der Schoot doen<br />

onderzoek naar<br />

koolstofnanobuisjes<br />

als<br />

vervanger voor<br />

indium.<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

in het beschrijven van het Efimov-effect<br />

in wolkjes ultrakoude atomen. Om aan te<br />

tonen dat Efimovs theorie universeel is,<br />

besloot Kokkelmans in samenwerking met<br />

Lev Khaykovich van de Israëlische Bar-Ilan<br />

universiteit een experiment te doen met<br />

lithiumatomen.<br />

Kokkelmans berekende voor lithium precies<br />

bij welke waardes van het magneetveld het<br />

Efimov-effect zou moeten optreden.<br />

In Israël vond Khaykovich in een ultrakoud<br />

wolkje lithium inderdaad het voorspelde<br />

gedrag bij het juiste magneetveld.<br />

beeldschermen, of voor het afschermen van<br />

elektromagnetische straling. Daarnaast is het<br />

nieuwe materiaal in tegenstelling tot ITO, milieuvriendelijk.<br />

Alle stoffen zijn op waterbasis<br />

en er komen geen zware materialen zoals tin bij<br />

kijken. Bovendien is de nieuwe transparante,<br />

geleidende film geschikt om flexibele beeldschermen<br />

mee te maken. Koning en Van der<br />

Schoot hebben er daarom veel vertrouwen in<br />

dat hun vinding op niet al te lange termijn een<br />

bruikbaar product oplevert. Het procédé is inmiddels<br />

gepatenteerd door het Dutch Polymer<br />

Institute, dat het onderzoek financierde.<br />

Dat Kokkelmans en zijn collega’s het<br />

universele gedrag waarnamen, terwijl<br />

Amerikaanse collega’s hiervoor geen bewijs<br />

vonden, komt volgens Kokkelmans doordat<br />

zijn theoretische model geavanceerder is.<br />

‘In ons model hebben we ook experimentele<br />

gegevens verwerkt. Daardoor weten<br />

wij preciezer bij welke magneetvelden de<br />

interacties tussen de atomen plotseling<br />

toenemen.’<br />

De berekeningen aan het Efimov-effect<br />

leverden Kokkelmans en zijn collega’s al<br />

vier publicaties op.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 2 1


2 2<br />

ONDERZOEK<br />

Lupo EL versnelt ontwikkeling<br />

elektrisch rijden<br />

Een tweedehands Volkswagen Lupo, gekocht<br />

op Marktplaats. Dieselmotor eruit, 270 kilo<br />

aan batterijen erin. In april presenteerde de<br />

vakgroep Dynamics and Control van de faculteit<br />

Werktuigbouwkunde haar elektrische onderzoeksvoertuig.<br />

De zogeheten Lupo EL wordt<br />

ingezet bij een breed scala aan onderzoeksprojecten<br />

rondom elektrisch rijden. Dr.ir. Igo<br />

Besselink, Paul van Oorschot en Erwin Meinders<br />

tekenden voor dit project.<br />

Daarnaast zijn de faculteiten Scheikundige<br />

Technologie en Electrical Engineering betrokken.<br />

Vergeleken met bestaande elektrische<br />

gezinsauto’s is de Lupo EL nu al erg gunstig.<br />

De winst zit vooral in het lichte gewicht in<br />

combinatie met een hoge batterijcapaciteit.<br />

De Nissan Leaf bijvoorbeeld heeft een bat-<br />

Onderzoeker Marco Meeuwse van de faculteit<br />

Scheikundige Technologie ontwikkelde een<br />

unieke chemische reactor. Het gaat om een<br />

cilinder met daarin een rotor die chemische<br />

productieprocessen met gas, vloeistof en<br />

vaste stof veiliger en efficiënter maakt. De<br />

toepassing biedt aantrekkelijke en wellicht<br />

ongekende mogelijkheden, onder meer voor<br />

de farmaceutische industrie. Vier jaar werkte<br />

Meeuwse aan zijn zogeheten ‘rotor-stator<br />

spinning disc reactor’. Het idee kwam van<br />

zijn copromotor dr.ir. John van der Schaaf.<br />

Die zag zo’n vijf jaar geleden een onderzoek<br />

waarbij vloeistof in een reactor bovenop een<br />

roterende schijf werd gespoten. Met centrifugale<br />

kracht werd de vloeistof naar buiten<br />

geduwd. Een prima gedachte, alleen niet effi-<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

terijcapaciteit van 24 kWh en weegt 1.525 kilo.<br />

De Lupo EL heeft een batterijcapaciteit van 27<br />

kWh en weegt slechts 1.060 kilo. Bovendien<br />

ciënt genoeg en lastig op te schalen. Door de<br />

roterende schijf te combineren met een wand<br />

dichtbij, zouden vanwege het snelheidsverschil<br />

grote schuifspanningen en snelle wervelingen<br />

ontstaan, en de efficiëntie flink toenemen,<br />

meende universitair docent Van der<br />

Schaaf. Hij vroeg Meeuwse om die ingeving<br />

te staven. Na vier jaar kan de promovendus<br />

zonder aarzelen zeggen dat de nieuw ontwikkelde<br />

reactor precies datgene doet wat ervan<br />

wordt verwacht. Met name is meer inzicht<br />

verkregen in de stofoverdracht tussen vloeistof<br />

en gas, de invloed van de grootte en het<br />

aantal schijven in een cilinder en de mogelijkheid<br />

het systeem op te schalen. Meeuwse is<br />

ervan overtuigd dat de vinding zijn nut zal<br />

bewijzen. ‘Bij processen waar conversie en<br />

heeft de auto slimme aero-dynamische details<br />

en een lage rolweerstand. Hierdoor kan hij met<br />

volledig opgeladen batterijen tot ongeveer 200<br />

kilometer rijden en dat is aanzienlijk verder dan<br />

vergelijkbare elektrische auto’s. Om de voor- en<br />

nadelen inzichtelijk te maken, worden resultaten<br />

van de elektrische Lupo vergeleken met die<br />

van de Lupo 3L, de oorspronkelijke dieselversie.<br />

Gebleken is al dat de auto in het stadsverkeer<br />

CO -vriendelijker is dan een diesel. Bij een snel-<br />

2<br />

heid van minder dan 60 kilometer per uur heeft<br />

de Lupo EL minder emissie dan de zuinige Lupo<br />

3L (die 1 op 27 rijdt).<br />

De Lupo EL heeft inmiddels bewezen goed te<br />

concurreren met de bestaande modellen. De<br />

auto won de Michelin Challenge Bibendum in<br />

Berlijn (zie pagina 11).<br />

Chemieproductie veiliger en<br />

efficiënter met nieuwe type reactor<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

selectiviteit een belangrijke rol spelen, zoals<br />

in de farmaceutische industrie, kan hij zeker<br />

bruikbaar zijn.’


Foto: Bart van Overbeeke<br />

Veilig en comfortabel op<br />

weg met elektrische vering<br />

Actieve veer-dempersystemen in auto’s leveren<br />

meer comfort en een betere wegligging. Ze kunnen<br />

voorkomen dat een auto omslaat bij een<br />

uitwijkmanoeuvre of zorgen voor trillingsvrij<br />

vervoer in een ambulance. Ir. Bart Gysen, promovendus<br />

in de vakgroep Electromechanics and<br />

Power Electronics, ontwikkelde zo’n systeem<br />

met elektrische vering. Door actuatoren automatisch<br />

aan te sturen, kun je het rijcomfort en<br />

de wegligging van een auto flink verbeteren.<br />

Actieve vering, zoals dit heet, is nu nog slechts<br />

te vinden in een paar procent van de personenauto’s.<br />

De bestaande systemen zijn hydraulisch,<br />

maar zijn niet geschikt voor trillingen van 4 tot<br />

10 hertz terwijl deze de grootste impact hebben<br />

op de inzittenden. Bovendien kost hydraulische<br />

vering veel energie. Elektrische vering kent<br />

minder nadelen: het kost alleen energie op het<br />

‘Dit actief veerdempersysteem<br />

verbruikt minder<br />

energie’<br />

moment dat je hem daadwerkelijk gebruikt.<br />

En je kunt er trillingen met een veel groter frequentiebereik<br />

mee compenseren, zo bewees<br />

Gysen met het systeem dat hij voor het Zweedse<br />

bedrijf SKF ontwikkelde. SKF, dat lagers voor<br />

de automotive en industriële sector ontwikkelt,<br />

Bart Gysen met het<br />

elektromagnetische<br />

veersysteem dat hij<br />

ontwikkelde.<br />

financierde het promotieonderzoek volledig.<br />

Voor het einde van het kalenderjaar hoopt<br />

Gysen te promoveren op het door hem ontworpen<br />

en door de Gemeenschappelijke <strong>Technische</strong><br />

Dienst van de TU/e vervaardigde elektrische<br />

veer-dempersysteem. Elektrische vering sluit<br />

goed aan bij de trend, aldus de promovendus:<br />

‘Enerzijds omdat het de veiligheid bevordert en<br />

minder energie verbruikt. Anderzijds omdat er<br />

steeds meer elektrische voertuigen komen en<br />

die werken het efficiëntst als de motoren in de<br />

wielen worden aangebracht. Dat betekent dat<br />

die wielen veel zwaarder worden en dat heeft<br />

nadelige gevolgen voor het rijgedrag.’ Of het<br />

veer-dempersysteem straks in alle personenauto’s<br />

is ingebouwd, durft Gysen nog niet te<br />

zeggen. Daarvoor moet de productie van het<br />

systeem eerst een stuk goedkoper worden.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 2 3


2 4<br />

ONDERZOEK<br />

Te weinig bioafval in Europese<br />

bossen voor EU-doelen<br />

De Europese Unie wil dat in het jaar 2020<br />

tien procent van de brandstof verbruikt door<br />

autoverkeer bestaat uit biobrandstof, brandstof<br />

gemaakt uit plantenresten. Promovenda<br />

Anna Sues stelde zich vervolgens de vraag: is<br />

hier wel voldoende biomassa voor en welke<br />

biobrandstof leent zich het best om dit te realiseren?<br />

Wat blijkt? Zelfs wanneer alle biomassa<br />

in Europa op de meest efficiënte manier wordt<br />

gebruikt, komen we niet verder dan 9,5 procent.<br />

Zelfs wanneer alle plantenresten en stro<br />

uit de bossen en natuurlandschappen worden<br />

verzameld, komen we nog een half procent<br />

tekort, blijkt uit Sues’ promotieonderzoek<br />

waarin zij onderzocht hoeveel biomassa er uit<br />

de Europese natuur is te halen. Import van biomassa<br />

uit Azië of Zuid-Amerika is wel mogelijk<br />

maar is vanwege de mondiale transporten niet<br />

duurzaam. Ook de aanplant van snelgroeiende<br />

gewassen voor verwerking tot energie is geen<br />

optie vanwege de wereldwijde voedselcrisis. De<br />

volgende stap in het promotieonderzoek was<br />

om uit te vinden welk type biobrandstof zich<br />

het best leent om de EU-doelen te verwezenlijken.<br />

Er werden vijf verschillende biobrandstoffen<br />

onderzocht. Dit waren vier biobrandstoffen<br />

en elektriciteit: synthetic natural gas, methanol,<br />

Fischer-Tropsch brandstoffen, waterstof en bioelektriciteit.<br />

Methanol en waterstof bleken geen<br />

optie: ze zijn duur en geven meer verontreiniging<br />

dan de andere. Vervolgens keek de promovenda<br />

of het efficiënter is om een biobrandstof<br />

te maken voor gebruik in auto’s met een verbrandingsmotor<br />

of dat het beter is om van de<br />

biomassa elektriciteit te maken en het gebruik<br />

van elektrische auto’s te stimuleren. Dit laatste<br />

bleek de beste optie omdat biomassa efficiënt<br />

en duurzaam is om te zetten in elektriciteit.<br />

Actieve spindel maakt frezen goedkoper<br />

Tijdens het verspanen van metaal kan een spindel<br />

-het systeem waarin een frees is ingeklemd<br />

en deze laat ronddraaien- door instabiliteit<br />

beginnen te trillen. Deze zogeheten ‘chatter’<br />

zorgt voor een slechte oppervlaktekwaliteit en<br />

zorgt voor hoge slijtage van het gereedschap.<br />

Ir. Niels van Dijk ontwikkelde een regeltechniek<br />

voor een actieve spindel, voorzien van sensoren.<br />

Hiermee kan het dynamische gedrag van de<br />

spindel actief worden beïnvloed en een hogere<br />

productiviteit worden behaald. Uit experimenten<br />

blijkt dat het leidt tot 66 procent kostenbesparing.<br />

Het nauwkeurig frezen moet steeds goedkoper<br />

en sneller. Maar wie sneller of juist dieper gaat<br />

frezen om zoveel mogelijk materiaal weg te<br />

halen in de kortste tijd, krijgt onverbiddelijk<br />

te maken met chatter. De frees gaat trillen,<br />

ruïneert het bewerkte oppervlak en gaat soms<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

kapot. De combinatie tussen accuraat en snel<br />

blijft lastig. Zeker in de bewerkingsindustrie<br />

waar de concurrentie moordend is. Van Dijk<br />

zocht daarom de grenzen op om zo optimaal<br />

mogelijk te kunnen frezen. Daarnaast ontwikkelde<br />

hij in samenwerking met TNO een actieve<br />

spindel die een operator meer flexibiliteit biedt.<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

Om daartoe de juiste regelaars en algoritmes te<br />

ontwikkelen, werden experimenten gedaan bij<br />

de universiteit van Darmstadt. Daar staat een<br />

proefopstelling met een conventionele spindel<br />

die is aangepast met een actief magneetlager<br />

en sensoren om de dynamische eigenschappen<br />

van de hele machine te beïnvloeden. De experimenten<br />

bleken een succes. Door de dynamische<br />

eigenschappen (zoals stijfheid of demping) van<br />

de spindel aan te passen, kan een machineoperator<br />

werkpunten kiezen die een hogere productiviteit<br />

representeren. Hierdoor kan goedkoper<br />

worden geproduceerd. De actieve spindel<br />

bestaat nu nog in een proefopstelling, maar zal<br />

in de toekomst ongetwijfeld zijn economische<br />

waarde bewijzen. Zeker gezien de experimentele<br />

resultaten die een kostenverbetering van<br />

66 procent ten opzichte van het traditionele<br />

frezen laten zien.


Grip op de betrouwbaarheid<br />

van apparaten<br />

Onze omgeving is de laatste jaren overstelpt<br />

met ingebedde computers. Toch beschouwen<br />

we ze niet als computers, maar als gewone<br />

gebruiksartikelen. Zo zitten bijvoorbeeld een<br />

smartphone, magnetron of verkeerslichten<br />

vol met computers. En terwijl wij van pc’s accepteren<br />

dat ze ooit crashen of gereset moeten<br />

worden, vinden we het van deze gewone apparaten<br />

onacceptabel dat er iets niet werkt. Er<br />

rust dan ook een zware taak op de schouders<br />

van ingenieurs die ingebedde systemen ontwikkelen:<br />

maak ze betrouwbaar, energiezuinig<br />

en snel. Prof.dr.ir. Twan Basten is voltijdhoogleraar<br />

Computational Models for Networked<br />

Embedded Systems aan de faculteit Electrical<br />

Engineering. Onlangs sprak hij zijn intreerede<br />

uit waarin hij inging op de uitdagingen in<br />

computermodellering. Computermodellering<br />

is essentieel om te komen tot betrouwbare<br />

computersystemen. Volgens Basten dient het<br />

ontwerptraject voor computersystemen dan<br />

ook geheel gebaseerd te worden op modellen:<br />

‘Industrie optimaliseert kosten, prestaties en<br />

energieverbruik. Wat ze vergeten, is voorspelbaar<br />

gedrag van het systeem. Als je daarin<br />

Gesteld<br />

‘On a global technology map the hot spot is in<br />

<strong>Eindhoven</strong>, but defect correction is implemented<br />

in China.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘The Boundary Element<br />

Method: Errors and Gridding for Problems with Hot<br />

Spots’ van Godwin Kakuba)<br />

‘A PhD project is never completed. It is merely<br />

abandoned at the right time.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Modeling of Biasinduced<br />

Changes of Organic Field-effect Transistor<br />

Characteristics’ van Abhinav Sharma)<br />

investeert, krijg je betrouwbaarheid terug.<br />

Dat is nu nog een ondergeschoven kindje terwijl<br />

consumenten het erg belangrijk vinden.’<br />

‘Betrouwbaarheid<br />

van computers<br />

is een<br />

ondergeschoven<br />

kindje.’<br />

‘Het verschil tussen wielrennen als toertocht of als<br />

koers is dat je in de koers jezelf leert kennen en in<br />

de toertocht het peloton.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Control of Dynamics and<br />

Hysteresis in Electromagnetic Lenses’ van Patrick<br />

van Bree)<br />

‘Het vinden van een speld in een hooiberg is kinderlijk<br />

eenvoudig als men gebruik maakt van fysische<br />

krachten of chemische reacties.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Magneto-capillary Valve<br />

for Integrated Biological Sample Preparation’ van<br />

Remco den Dulk)<br />

Basten verwacht dan ook dat computermodellering<br />

de komende jaren steeds meer wordt<br />

toegepast: ‘We kunnen steeds beter rekenen en<br />

voorspellen aan computers maar ze worden tegelijkertijd<br />

ook complexer. Modellen zullen nodig<br />

zijn om grip te krijgen op betrouwbaarheid.’<br />

‘Luiheid leidt tot innovatie.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Atomic Layer Deposition:<br />

from Reaction Mechanisms to 3D-integrated<br />

Micro-batteries’ van Harm Knoops)<br />

De combinatie van de woorden ‘straling’ en ‘gevaar’<br />

zouden door de media niet automatisch gekoppeld<br />

moeten worden.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Measurements and<br />

Modeling of EMC, Apllied to Cabeling and Wiring’ van<br />

Geesje Bargboer)<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 2 5<br />

Foto: Bart van Overbeeke


Foto’s: Vincent van den Hoogen<br />

2 6<br />

DE VONK<br />

Prof.dr.ir. Jaap Schouten (52),<br />

hoogleraar Chemische<br />

reactortechnologie en decaan van de<br />

faculteit Scheikundige Technologie<br />

Thuis op een universiteit<br />

met bètaprofiel<br />

Hij oogstte de afgelopen jaren succes met het onderzoek aan microreactoren, werd<br />

onderscheiden met de eretitel Simon Stevin Meester (goed voor een half miljoen euro), kreeg<br />

een ERC Advanced Grant (twee miljoen euro) en zijn onderzoekscluster haalde vorig jaar de<br />

kranten met de overstap van een aantal gerenommeerde Twentse collega’s naar <strong>Eindhoven</strong>.<br />

Sinds kort staat chemisch technoloog Jaap Schouten als decaan aan het roer van zijn faculteit.<br />

‘De Schoutens komen oorspronkelijk uit Zuid Holland.<br />

Mijn grootvader was molenaar en nam een korenmolen in<br />

Apeldoorn over. Ik was thuis de jongste van drie broers.<br />

Mijn vader was directeur van het Kruiswerk in Apeldoorn,<br />

een organisatie die voor medische thuiszorg verantwoordelijk<br />

was. Op de middelbare school was ik niet zo’n<br />

sporter. Ik speelde klarinet en dat ben ik lang blijven<br />

doen. Maar op een gegeven moment had ik daar geen tijd<br />

meer voor. Als ik iets doe, wil ik het goed doen, ook al is<br />

het een hobby. In de vijfde klas kreeg ik scheikunde en<br />

natuurkunde van een chemisch ingenieur uit Twente en<br />

toen werd het voor mij duidelijk dat ik die kant op wilde.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

Natuurkunde vond ik wat te abstract. Die leraar was echt<br />

het type van de inspirerende academicus: na ons eindexamen<br />

trokken we met acht man naar Twente. Er heerste<br />

aan de toenmalige <strong>Technische</strong> Hogeschool Twente de<br />

sfeer van een jonge universiteit die er tegenaan ging. Ik<br />

woonde er in het begin op de campus, gezellig met twaalf<br />

mensen op een gang. Er worden nu aan de TU/e ook<br />

plannen ontwikkeld voor studentenwoningen op de campus.<br />

Dat zal ongetwijfeld zorgen voor meer levendigheid,<br />

vooral ook in de avonduren. Ik was in die tijd ook politiek<br />

geïnteresseerd en heb me een paar jaar met gemeentepolitiek<br />

bezighouden, maar daar ben ik mee gestopt toen


ik afstudeerde. Ik studeerde chemische technologie en<br />

volgde het baccalaureaatsprogramma technische wetenschappen.<br />

Dat was een Twents experiment dat vooruitliep<br />

op de huidige bachelor/masterstructuur. Het baccalaureaat<br />

bestond uit een vierjarig programma waarvan de<br />

eerste drie jaren geënt waren op de disciplinaire vakken.<br />

Ik haalde dat diploma en koos daarna voor de tweejarige<br />

vrije studierichting chemische technologie die opleidde<br />

tot ingenieur. Ik studeerde af op een corrosieonderwerp.<br />

Van Delft naar <strong>Eindhoven</strong><br />

Na het afstuderen heb ik de overstap gemaakt naar Delft<br />

voor promotie-onderzoek naar zogenaamde wervelbedverbranding<br />

van steenkool. Bij verbranding van steenkool<br />

komt onder meer zwaveldioxide vrij en dat moet afgevangen<br />

worden. Er werd een groot Europees project in het<br />

leven geroepen om een synthetisch materiaal te ontwikkelen<br />

dat je kon regenereren. Mijn promotieproject werd<br />

gefinancierd door Technologiestichting STW. Vooral het<br />

ontwerpen en modelleren van de reactor vond ik erg leuk.<br />

Na mijn promotie werd ik aangenomen bij het Unilever<br />

SCHOUTEN: ‘Wij moeten de onderwerpen waar we goed in<br />

zijn blijven koesteren en nieuwe, innovatieve thema’s aanpakken.’<br />

Research Laboratorium in Vlaardingen, waar ze een<br />

chemisch technoloog zochten voor een fundamentele<br />

aanpak van wasprocessen. Daar heb ik het twee jaar<br />

ontzettend naar mijn zin gehad. Maar mijn begeleider uit<br />

Delft werd hoogleraar en kon zijn eigen groep beginnen.<br />

Toen hij belde, besloot ik om weer terug te komen. Ik<br />

heb tot 1998 in Delft als universitair docent en later als<br />

hoofddocent gewerkt, tot ik geattendeerd werd op de<br />

vacature in <strong>Eindhoven</strong>. Ik was er aan toe om een eigen<br />

groep op te bouwen. Ik trof hier een uiterst professionele<br />

staf aan. Langzaam maar zeker kon ik mijn eigen<br />

sporen uitzetten en de aandacht verleggen van katalyse<br />

naar meer reactor engineering. In Duitsland en Amerika<br />

kwam de trend op om microreactoren in te gaan zetten<br />

in de chemische industrie. In Nederland was men daar<br />

toen nog niet mee bezig en dat leek me een uitdaging.<br />

Het klinkt nu misschien alsof ik een compleet masterplan<br />

had, maar het begon gewoon met het schrijven<br />

van het eerste STW-projectvoorstel voor toepassing van<br />

microreactoren in katalytische oxidatie van methaan.<br />

Dat voorstel werd in eerste instantie overigens door STW<br />

afgewezen. Daarna hebben we het herschreven, het werd<br />

gehonoreerd, de staf raakte enthousiast en met dank aan<br />

de faculteit konden we nieuwe medewerkers aanstellen.<br />

Microreactortechnologie bleek een heel aantrekkelijk<br />

onderwerp en we hadden al snel succes met onze onderzoekslijn.<br />

We haalden veel geld en projecten binnen en in<br />

2006 kreeg ik de Simon Stevin Meesterschapsprijs. Vorig<br />

jaar heeft de komst van de Twentse collega’s het cluster<br />

procestechnologie stevig verder versterkt.<br />

Microreactoren<br />

Op microschaal produceren geeft een betere beheersing<br />

over de snelheid van stof- en warmteoverdrachtsprocessen.<br />

Je kunt veel selectiever en veiliger werken, in kleinere<br />

volumes. De technologie wordt steeds meer toegepast<br />

in de fijnchemie en in de farmaceutische industrie.<br />

Ook de bulkchemie ziet nu de voordelen van specifieke<br />

processen. Sommige grootschalige processen halen een<br />

veel grotere efficiency door het slim parallel schakelen<br />

van meerdere sets van microreactoren. Een jaar of zeven<br />

geleden zijn we gestart met een nieuwe lijn van onderzoek.<br />

We werken nu ook met roterende reactoren. Het integreren<br />

van processtappen levert veel voordelen op. We<br />

zijn nu samen met de chemische industrie bezig om processen<br />

in grote installaties onder te brengen in kleine apparaten<br />

wat een enorm effect heeft op het totale volume<br />

van een fabriek. Soms blijkt zo’n installatie honderd keer<br />

kleiner te kunnen. Distributed manufacturing vormt dan<br />

een mogelijke toepassing. Je zet niet langer één grote<br />

centrale fabriek neer, maar je bouwt kleine plants die<br />

verplaatsbaar zijn en dicht bij de eindgebruiker kunnen<br />

worden opgesteld, daar waar het product op dat moment<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 27


2 8<br />

DE VONK<br />

nodig is. We praten nu zelfs al over plug and produce. Het<br />

idee is om bijvoorbeeld op tientallen plekken, waar ook<br />

ter wereld, bij de eindgebruikers deze kleinschalige units<br />

neer te zetten en op een centrale plaats, dat kan in Japan<br />

of in Nederland zijn, zit een operator die via een netwerkverbinding<br />

die units aanstuurt.<br />

Onze tak in de procestechnologie is bij uitstek het speelveld<br />

van internationale bedrijven. We hebben in de groep<br />

veel contacten met DSM en AkzoNobel en ook met Alfa<br />

Laval, één van de grotere apparatenbouwers in de wereld.<br />

Er is een grote vraag in het bedrijfsleven naar goede chemisch<br />

ingenieurs en promovendi. We leiden relatief veel<br />

buitenlanders op, die ook gemakkelijk een baan vinden<br />

in de Nederlandse chemische industrie. Later in hun loopbaan<br />

komen ze dan soms terecht in vestigingen in hun<br />

land van herkomst. De chemische sector zoekt al jaren de<br />

landen op waar de productie goedkoper kan, zoals China.<br />

En onderzoeksfaciliteiten volgen dan soms.<br />

Nog steeds staat het wetenschappelijk chemisch onderzoek<br />

en onderwijs bij ons op een heel hoog niveau. Veel<br />

onderzoek in China volgt vooral de ontwikkelingen in<br />

Europa en de USA, hier worden de relevante wetenschappelijke<br />

vraagstellingen geformuleerd. Maar ik constateer<br />

dat sommige Chinese onderzoeksgroepen in rap tempo<br />

naar een hoger niveau opstomen. De Chinese overheid<br />

investeert gigantische bedragen in zeer moderne faciliteiten.<br />

Wij moeten van onze kant de onderwerpen waar we<br />

goed in zijn blijven koesteren, de kwaliteit vasthouden en<br />

voortdurend nieuwe, innovatieve thema’s aanpakken.<br />

De chemie is door dit kabinet als topsector aangewezen,<br />

voormalig Shell-topman Rein Willems is als kartrekker<br />

door de minister van EL&I aangesteld. De afgelopen periode<br />

ben ik een aantal keer betrokken geweest bij discussies<br />

over de actieagenda. Het wegvallen van de aardgasbaten<br />

als financieringsbron voor onderzoek, gekoppeld<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

SCHOUTEN: ‘Veranderingen zorgen<br />

voor nieuwe kansen om bijvoorbeeld meer<br />

vrouwelijke studenten aan te trekken.’<br />

aan andere bezuinigingen, is een heel zorgelijk onderwerp.<br />

Ik heb in januari van dit jaar dan ook in toga meegelopen<br />

tijdens de hooglerarendemonstratie in Den Haag. Uit solidariteit<br />

en uit overtuiging.<br />

Onlangs is mijn 25e promovendus gepromoveerd en ik heb<br />

op dit moment nog ongeveer 20 promovendi in mijn groep.<br />

Stel dat de afnemende overheidssteun ons dwingt om minder<br />

onderzoek te doen en minder promovendi op te leiden,<br />

dan is dat uiterst bedreigend voor deze faculteit. De tweehonderd<br />

promovendi zijn de kurk waarop we drijven. Het is<br />

wel uiterst belangrijk om de kwaliteit bij deze aantallen te<br />

blijven borgen.<br />

Ik ben sinds kort decaan. Toen dat bekend werd, kwamen<br />

mensen op me af met de vraag of ze me daarmee wel<br />

konden feliciteren. Ja, natuurlijk kun je me daarmee feliciteren!<br />

Als ik het niet leuk gevonden had, of als de tijd<br />

niet rijp geweest was, had ik het niet gedaan. Maar we<br />

staan voor grote uitdagingen. De lage studenteninstroom<br />

is een punt van grote zorg. Ik vind dat je ontwikkelingen<br />

in Europees perspectief moet zien. 175 kilometer naar het<br />

oosten, in Dortmund, staat de grootste faculteit Chemical<br />

Engineering van Europa. Daar studeren duizend studenten<br />

en stromen jaarlijks tweehonderd eerstejaars in. Het<br />

imago en het belang van chemie wordt in Duitsland duidelijk<br />

anders beleefd dan in Nederland. Daar kunnen we<br />

van leren, bijvoorbeeld van het feit dat het verstrekken van<br />

bedrijfsbeurzen aan eerstejaarsstudenten in Duitsland tien<br />

jaar geleden daar heeft bijgedragen aan de groei van de<br />

instroom.<br />

Herontwerp bacheloropleidingen<br />

Ik voel me thuis bij een universiteit met een duidelijk<br />

bètaprofiel waar de faculteiten nog steeds<br />

‘Werktuigbouwkunde’ of ‘Scheikundige Technologie’<br />

heten. De keerzijde is dat ons marktaandeel wat instroom<br />

van studenten betreft afneemt en daar gaan we wat aan<br />

doen, onder meer door de bacheloropleidingen te vernieuwen.<br />

Verbreding van de bachelor is niet per definitie<br />

strijdig met dat bètaprofiel. Ik herken elementen uit mijn<br />

Twentse tijd. Ik volgde toen ook heel bewust verbredende<br />

vakken als bedrijfskunde en bestuurskunde. Er wordt nu<br />

een huis gebouwd voor de nieuwe bacheloropleidingen<br />

waar ook Scheikundige Technologie gewoon zijn plek<br />

zal houden. We moeten wel het niveau en de kwaliteit<br />

handhaven en het kind niet met het badwater weggooien.<br />

Veranderingen zorgen voor nieuwe kansen om bijvoorbeeld<br />

meer vrouwelijke studenten aan te trekken. Het was<br />

nooit officieel beleid in onze groep, maar van de laatste<br />

tien aangetrokken promovendi zijn er zeven vrouw. Een<br />

aantal daarvan komt uit Spaanstalige landen, waar bèta<br />

niet zoals hier een bijna exclusieve mannenkeuze is. En die<br />

samenstelling geeft een enorme schwung aan de groep.’


UFe<br />

TU/e 55TH<br />

Anniversary<br />

Awards<br />

Ter gelegenheid van het 55-jarig bestaan van de TU/e stelt het <strong>Universiteit</strong>sfonds <strong>Eindhoven</strong><br />

(UFe) drie prijzen beschikbaar voor projecten die een substantiële bijdrage leveren aan de<br />

ambities die de <strong>Universiteit</strong> zich voor het komende decennium heeft gesteld.<br />

Het UFe wil in <strong>2011</strong> drie grotere<br />

projecten ondersteunen die de<br />

realisatie van de ambities van<br />

de TU/e op de strategic area’s<br />

Health, Energy en Smart Mobility, zoals verwoord in het<br />

Strategisch Plan 2020, een stapje dichterbij brengen.<br />

Daarvoor wordt voor projecten op elk van deze gebieden<br />

een prijs beschikbaar gesteld van <strong>18</strong>.333 euro.<br />

Totaal bedraagt het prijzengeld daarmee 55.000 euro.<br />

Deelname ook voor alumni<br />

Deelname is mogelijk voor studenten, medewerkers,<br />

alumni, instanties en groeperingen van de TU/e. Het is<br />

de bedoeling dat er een plan wordt ingediend dat aan<br />

verschillende eisen moet voldoen.<br />

De activiteit of het project waarvoor de aanvraag wordt<br />

ingediend moet passen binnen de doelstellingen van<br />

het <strong>Universiteit</strong>sfonds <strong>Eindhoven</strong> (UFe), te weten het<br />

stimuleren en bevorderen van wetenschappelijke<br />

activiteiten op de TU/e. Of het project moet een relatie<br />

tussen de TU/e en de (internationale) buitenwereld<br />

(bedrijfsleven en wetenschappelijke wereld) laten zien.<br />

Of het project moet het <strong>Eindhoven</strong>s studentenklimaat<br />

ten goede komen. De activiteit of het project moet<br />

specifiek een bijdrage leveren aan de realisatie van<br />

de ambities op één van de gebieden Health, Energy of<br />

Smart Mobilty.<br />

Noodzakelijke informatie en criteria<br />

Bij de aanvraag moet een goed uitvoerbaar plan worden<br />

toegevoegd met daarin opgenomen:<br />

■ een samenvatting van het project in maximaal 200<br />

woorden;<br />

■ het belang van de prijs voor de realisatie van de ambities<br />

op het gebied Health, Energy of Smart Mobility;<br />

■ een begroting en een tijdpad;<br />

■ het plan is efficiënt en beperkt in omvang;<br />

■ het plan dient te worden ondersteund met een aanbevelingsbrief.<br />

Selectie<br />

De plannen worden beoordeeld door een deskundige<br />

jury, bestaande uit vertegenwoordigers van de universiteit<br />

en het bedrijfsleven. Geselecteerde prijswinnaars<br />

moeten bereid zijn tijdens de uitreiking van de Awards<br />

een ‘elevator pitch’ van 3 minuten te houden, een<br />

enthousiaste presentatie waarin een korte samenvatting<br />

van het project wordt gegeven. De uitreiking van de<br />

prijzen vindt plaats op de Alumnidag op 2 september<br />

<strong>2011</strong>.<br />

Aanvragen moeten uiterlijk 1 augustus <strong>2011</strong> worden ingediend<br />

via email: ufe@tue.nl.<br />

Nadere informatie kan worden ingewonnen bij<br />

het Bureau van het UFe, tel.: 040-2474141.<br />

<strong>Universiteit</strong>sfonds <strong>Eindhoven</strong><br />

Het <strong>Universiteit</strong>sfonds (UFe) wordt gesteund en gedragen door bedrijven en particuliere<br />

donateurs. Jaarlijks wordt zo’n 100.000 euro besteed aan subsidies voor<br />

wetenschappelijke, culturele en sportieve initiatieven van de TU/e. Uw steun door<br />

middel van gift, sponsoring, fonds op naam of legaat is van harte welkom. Het UFe<br />

is een erkende algemeen nut beogende instelling (ANBI).<br />

Voor meer informatie: www.ufeindhoven.nl<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 29


Foto: Bart van Overbeeke<br />

3 0<br />

XXXXXXXXX<br />

LOOPBAAN<br />

IR. ARNO AARTS<br />

SENIOR PROJECTMANAGER<br />

HEVO<br />

Projectmanager<br />

Nieuwbouw terug<br />

op ‘zijn’ campus<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1


‘Ik ben een gelukkig mens’, zegt ir. Arno Aarts (44) met overtuiging. ‘Ik geniet van mijn werk<br />

als senior projectmanager bij HEVO bouwmanagers, -adviseurs en -onderzoekers. Dit werk<br />

kost me veel energie, maar geeft dat ook weer terug.’ Op zijn visitekaartje heeft Aarts kort en<br />

krachtig samengevat waar het volgens hem om draait: ‘Samen duurzaam succesvol zijn’.<br />

Aarts is sinds een paar jaar weer regelmatig<br />

aanwezig op de TU/e als<br />

projectmanager van de grootscheepse<br />

herbouw ofwel ‘vernieuwbouw’ van<br />

W-hal. Het gebouw wordt geschikt gemaakt<br />

voor de huisvesting van centrale<br />

studentenvoorzieningen. Bovenop de<br />

W-hal komt een hoogbouw voor de<br />

faculteit Wiskunde & Informatica. Als<br />

bouwkundestudent was Aarts vaak te<br />

vinden in W-hal, werkend aan maquettes<br />

en tekeningen. Het nieuwe gebouw<br />

wordt zo ingericht dat gebruikers nu en<br />

in de toekomst zich zo effectief mogelijk<br />

met hun ‘core business’ kunnen bezig<br />

houden.<br />

Aarts legt grote nadruk op de voorbereidende<br />

fase van een bouwproject, wat<br />

hem betreft de belangrijkste. ‘Door heel<br />

creatief een eerste fase in te richten,<br />

kunnen wij het meeste betekenen. Als je<br />

‘W-hal wordt mijn<br />

grootste project’<br />

van te voren goed definieert waar je een<br />

gebouw voor wilt gebruiken, hoeveel<br />

geld daarvoor beschikbaar is en wat de<br />

kwaliteit moet worden, is het halve werk<br />

al gedaan. Dus: wat wil je nu eigenlijk?<br />

Dat is veel belangrijker dan het ‘hoe’.<br />

Vervolgens moet je daar een heel goed<br />

integraal proces voor organiseren. Dat is<br />

de crux van mijn werk.’<br />

Grijze haren<br />

‘Dit wordt voor mij het grootste project<br />

dat ik tot nu toe heb gedaan, de totale<br />

investeringskosten bedragen ongeveer<br />

50 miljoen euro. Om zo’n ingewikkeld<br />

project met zoveel kanten en zoveel<br />

betrokkenen aan te kunnen, moet je<br />

wat grijze haren hebben opgelopen’,<br />

lacht hij. ‘De W-hal is een van de eerste<br />

gebouwen van TU/e en stamt uit 1956.<br />

Toen was het een uniek gebouw met<br />

veel licht dat een hoop flexibiliteit in<br />

functie toeliet. Het is mooi dat het nu<br />

weer een nieuwe functie kan krijgen.’<br />

‘We werken met veel oud-TU/e’ers aan<br />

dit project. Dat is niet bewust zo gepland<br />

door de TU/e, iedereen is op zijn<br />

merites geselecteerd.’ In het projectteam<br />

zitten naast architect Joost Ector,<br />

die ooit cum laude afstudeerde aan de<br />

TU/e, constructeur en oud-hoogleraar<br />

Constructieleer aan de TU/e Frans van<br />

Herwijnen, installatieadviseur Branco<br />

Schot en Elphi Nelissen, de huidige<br />

decaan van Bouwkunde en directeur<br />

van het gelijknamige ingenieursbureau<br />

Nelissen. De ‘vernieuwbouw’ van de<br />

W-hal wordt volgend jaar rond de <strong>zomer</strong>vakantie<br />

opgeleverd.<br />

Taal<br />

De projectmanager studeerde 17 jaar<br />

geleden af bij de faculteit Bouwkunde<br />

en heeft geen moment spijt gehad van<br />

de keuze voor de brede opleiding. Die<br />

opleiding is de basis van zijn voortschrijdende<br />

ontwikkeling in het managen van<br />

complexe bouwprocessen. ‘Omdat ik<br />

inzicht heb in alle aspecten van ontwerpen<br />

en realiseren, kan ik goed overzicht<br />

houden. Ik heb elke dag te maken met<br />

alle disciplines en spreek de taal van<br />

bouwfysici, installateurs, ontwerpers en<br />

architecten. Zelf heb ik geen behoefte<br />

om gebouwen te ontwerpen. Ik vind het<br />

hele proces van de eerste ideeën tot en<br />

met de realisatie boeiend en uitdagend.<br />

Een team aansturen geeft mij energie’,<br />

legt hij uit.<br />

HEVO staat steeds in de frontlinie van<br />

ontwikkelingen in de bouw en wil de<br />

norm zijn voor de rest van de sector.<br />

Volgens Aarts heeft het bedrijf meer<br />

kennis in huis dan wat voor advies- of<br />

bouwmanagementbureau ook, gewoon<br />

doordat men voortdurend in allerlei<br />

sectoren tegelijk met de nieuwste inzichten<br />

en methodes bezig is. Dagelijks<br />

zijn bijvoorbeeld zeker dertig mensen<br />

bezig met onderwijsbouwprojecten, dat<br />

gebeurt volgens Aarts nergens anders<br />

in Nederland op zo’n schaal. Aarts is<br />

vanuit deze positie ook heel actief als<br />

PROFIEL<br />

OPLEIDING: Studeerde in 1994 af bij de<br />

faculteit Bouwkunde.<br />

HUIDIGE WERKPLEK: HEVO<br />

Bouwmanagers.<br />

AMBITIE: Mee blijven werken aan vernieuwend<br />

en duurzaam bouwen.<br />

spreker en trainer binnen en buiten het<br />

bedrijf. ‘Wij delen graag kennis met onze<br />

omgeving.’<br />

Informeel<br />

Kennis delen is ook van groot belang binnen<br />

HEVO en dat lukt volgens Aarts veel<br />

beter in de eigen nieuwe huisvesting. Het<br />

bedrijf heeft sinds kort flexibel werken<br />

geïntroduceerd op hun kantoor in het<br />

Bossche Riva-gebouw. Iedereen daar mag<br />

overal werken. Alleen de receptioniste<br />

heeft een vaste plek – aan de deur. Deze<br />

manier van werken bevalt Aarts nog beter<br />

dan hij had verwacht. ‘Ik ken nu al meer<br />

collega’s en hun werk beter, gewoon<br />

omdat ik iedere dag met andere mensen<br />

te maken heb op een informele manier.<br />

Daarin hebben we een voorbeeldfunctie;<br />

we laten zien dat we zelf ook innovatief<br />

willen zijn en er niet alleen over praten.’<br />

Het kantoor is een visitekaartje voor<br />

HEVO.<br />

Ruimte<br />

Aarts heeft het grootste deel van zijn<br />

loopbaan bij HEVO doorgebracht, op de<br />

beginperiode na, toen hij bij een adviesbureau<br />

voor agrarisch vastgoed werkte.<br />

Na twee jaar ben ik overgestapt naar<br />

HEVO. ‘Ik krijg bij HEVO veel ruimte om<br />

door te groeien. Mijn projecten worden<br />

steeds complexer, het krachtenveld<br />

rondom mijn projecten steeds sterker.<br />

Recent formuleerde HEVO zijn kernwaarden<br />

opnieuw: waarmaken, durf, initiatief<br />

en innovatie zijn nu de sleutelwoorden.<br />

Dat is mij op het lijf geschreven. Behoefte<br />

om in de directie te komen heb ik nu nog<br />

niet, dan ben ik niet meer dagelijks met<br />

de praktijk bezig.’<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 31


3 2<br />

LUSTRUM<br />

Op 2 september <strong>2011</strong> viert de TU/e haar elfde lustrum samen met haar alumni. Tijdens de<br />

gezamenlijke ochtendbijeenkomst staat er een informatief en inspirerend programma op de<br />

agenda. In de middag ontmoeten oud-studiegenoten elkaar op de faculteiten, praten ze over hun<br />

vak en komen de laatste ontwikkelingen aan de orde. Het thema van de dag: TU/e connects.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

5<br />

<strong>2011</strong> x 5<br />

5connects


Dag van ontmoeten<br />

en verbinden<br />

Voor de alumni die de viering van het 50jarig<br />

bestaan van de TU/e hebben meegemaakt,<br />

is het waarschijnlijk geen vraag<br />

of ze er in september bij zullen zijn. Zij<br />

beleefden een hartverwarmende dag op<br />

een zonnige campus, waar zo’n 1200 oudstudenten<br />

een bijzondere ontmoeting<br />

hadden met de universiteit, hun faculteit<br />

en elkaar. De TU/e verwacht dan ook dit<br />

jaar minstens evenveel alumni te mogen<br />

verwelkomen.<br />

Inspireren<br />

Mr. Jo van Ham waakt<br />

namens het College<br />

van Bestuur over de<br />

relatie met de alumni.<br />

Hij verwacht een hoge<br />

opkomst.<br />

‘Het programma is heel aantrekkelijk.<br />

We schuiven in de ochtend een aantal<br />

toppers naar voren om de alumni te inspireren.<br />

Zij spreken over de strategic area’s<br />

Energy, Health en Mobility, de maatschappelijke<br />

onderwerpen waarop de TU/e zich<br />

toelegt. Veel van onze alumni zijn bezig op<br />

deze terreinen. Ze werken vaak in hightech<br />

systemen voor bijvoorbeeld de energiesector<br />

of gezondheidszorg. Het is dan<br />

goed om te weten wat de TU/e doet en op<br />

welke manier ze hun organisatie kunnen<br />

verbinden met onze activiteiten. Wij zijn<br />

heel benieuwd naar hun ideeën en vragen<br />

over deze onderzoeksterreinen.’<br />

Het thema ‘TU/e connects’ zegt wat dat<br />

betreft precies wat Van Ham van de dag<br />

verwacht. ‘We hebben een wederzijds profijtelijke<br />

relatie. In zo’n relatie krijg je iets<br />

van elkaar. Het is voor ons van belang om<br />

onze alumni te bereiken en te informeren<br />

over waar wij mee bezig zijn. Wanneer<br />

zij dit zien en trots zijn op wat wij doen,<br />

kunnen ze die trots uitstralen naar toekomstige<br />

generaties en naar industriële<br />

relaties.’<br />

Anderzijds heeft de TU/e haar alumni ook<br />

veel te bieden, zegt Van Ham. Bijvoorbeeld<br />

inhoudelijke cursussen en trainingen,<br />

maar ook op het gebied van persoonlijke<br />

ontwikkeling. ‘We organiseren samen<br />

met Schouten&Nelissen workshops, bijvoorbeeld<br />

in timemanagement en leidinggeven.<br />

Heel interessant voor alumni. Ook<br />

is er is een coachcafé, samen met Twente<br />

en Delft. Alumni treden hierin op als<br />

coach voor jonge mensen, dat is geweldig<br />

inspirerend.’ Ook noemt hij de faciliteiten<br />

om alumni te helpen met het oriënteren<br />

op hun carrière. ‘Euflex en de carrièrewebsite<br />

van Euflex kunnen helpen bij het<br />

maken van stappen in een loopbaan. We<br />

hopen dat alumni ons opzoeken op verschillende<br />

momenten van hun loopbaan,<br />

zodat wij onze beste rol voor hen kunnen<br />

vervullen: die van onderwijsinstituut.’<br />

De profijtelijke relatie gaat tijdens de<br />

alumni lustrumdag zeker ook over het<br />

plezier en gezelligheid, benadrukt Van<br />

Ham. ‘Dat zal blijken wanneer vroegere<br />

studievrienden elkaar ontmoeten op de<br />

faculteiten. Want dat is een belangrijk onderdeel<br />

van de dag: terug naar de oude<br />

faculteit waar de band met de universiteit<br />

is ontstaan.’<br />

Overzicht 55-jarig Zorg bestaan in de buurt<br />

van de TU/e vanaf april <strong>2011</strong><br />

Sprekers ochtendprogramma<br />

In het ochtendprogramma wordt gesproken<br />

over de zogenaamde strategic area’s<br />

van de TU/e: Energy, Health en Mobility.<br />

De sprekers in het ochtendprogramma<br />

zijn de oud-Philips-topmannen dr. Rick<br />

Harwig en drs. Roel Fonville, de kartrekkers<br />

van respectievelijk Energy en Health.<br />

De derde spreker is dr.ir. Carlo van de<br />

Weijer, kartrekker voor Smart Mobility.<br />

Zij kijken vooruit naar de ontmoeting met<br />

alumni.<br />

Roel Fonville spreekt<br />

tijdens de Lustrumdag<br />

over de keuze voor het<br />

thema Health. Hij was<br />

topman van Philips<br />

Healthcare.<br />

‘Het vraagstuk van de gezondheidszorg<br />

geeft een duaal gevoel. Enerzijds is er<br />

grote vooruitgang en worden er fantastische<br />

medische resultaten en gezondheidswinsten<br />

geboekt. Echter, we worden<br />

steeds ouder, en de ouderdom komt met<br />

kleine en grote gebreken, vooral van<br />

chronische aard, waardoor de zorgbehoefte<br />

stijgt. We willen die zorg graag<br />

thuis krijgen. Tegelijkertijd zijn er door<br />

de demografische ontwikkelingen steeds<br />

minder mensen om die hulp te geven.<br />

Er zijn twee belangrijke ontwikkelingen<br />

waar de TU/e een belangrijke rol kan<br />

spelen om ook in de toekomst goede zorg<br />

te kunnen bieden. Het eerste is de rol<br />

van technologie. Die is namelijk in staat<br />

om zorg bij mensen in de buurt te brengen,<br />

zodat de afhankelijkheid van dure<br />

ziekenhuizen afneemt. In zorgtermen:<br />

voorzieningen van de tweede lijn (ziekenhuis),<br />

naar de eerste (huisarts) en naar<br />

de nulde lijn (thuis) verschuiven. Met<br />

technologie gericht op preventie, kunnen<br />

we de omgeving van mensen zo inrichten<br />

dat mensen worden aangezet tot een gezonde<br />

levensstijl.<br />

We willen dus dat technici technologieën<br />

ontwerpen waarbij ze bedenken: hoe<br />

kan ik deze technologie later van een<br />

complexe klinische omgeving naar een<br />

eenvoudige klinische setting en zelfs bij<br />

mensen thuis brengen?<br />

Patiënt centraal<br />

Een tweede beweging is dat we technologie<br />

ontwerpen waarbij de burger/patiënt<br />

centraal staat. Het is nog niet zo lang<br />

geleden dat er een patiëntdossier bij de<br />

huisarts lag dat je niet eens mocht inzien.<br />

Toen stond de arts centraal. Ook moet de<br />

technologie voor de gezondheidszorg gebruiksvriendelijk<br />

zijn voor gewone mensen,<br />

mede met het oog op thuisgebruik.<br />

Alumni van de TU/e kunnen helpen om<br />

deze twee modellen mee uit te dragen in<br />

de omgeving waar ze werken. Wanneer<br />

ze in de gezondheidszorg werken, is het<br />

zinvol om na te denken over hoe we ze<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 33


3 4<br />

LUSTRUM<br />

kunnen toepassen, en hoe de vele barrières,<br />

zoals prikkels in het financierings-<br />

en bekostigingsysteem, kunnen worden<br />

geslecht. Ik ben benieuwd wat alumni<br />

over deze vragen in de zorg te vertellen<br />

hebben. Daar kan ik mijn ideeën mee<br />

aanscherpen.<br />

Ik hoop dat de alumni begrip krijgen van<br />

het creëren van massa en focus op het<br />

gebied van maatschappelijk thema’s binnen<br />

de TU/e. Maar dat kan niet zonder<br />

samenwerking met bedrijven en instituten.<br />

Alumni kunnen daar een belangrijke<br />

rol bij spelen.’<br />

Rick Harwig spreekt<br />

tijdens de alumni lustrumdag<br />

over de keuze<br />

voor het thema Energy.<br />

In het verleden was hij<br />

CTO bij Philips.<br />

‘In de komende veertig jaar gaan we op<br />

deze planeet naar nieuwe energiesystemen.<br />

Duurzame energie is het uitgangspunt.<br />

We moeten af van onze verslaving<br />

aan fossiele brandstoffen. Dit betekent<br />

dat we gaan werken met nieuwe hightech<br />

systemen die energie genereren. Het<br />

verbruik van fossiele brandstoffen wordt<br />

straks verleden tijd.<br />

Nieuwe kansen<br />

Dit heeft gevolgen voor de economie<br />

en de industrie. Oplossingen die we nu<br />

bedenken, bijvoorbeeld het plaatsen van<br />

zonnecellen, bieden nieuwe kansen in de<br />

nabije toekomst. Er is in Nederland nu<br />

al een omzet van 800 miljoen euro in de<br />

solarindustrie. Die omzet kunnen we fors<br />

uitbreiden. Wanneer je voor tweetiende<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

in de energievoorziening voorziet met zonnecellen,<br />

geeft dat regionaal een industrie<br />

van 50 miljard euro. Dat is een geweldige<br />

groei voor onze economie die we grotendeels<br />

zelf in de hand hebben.<br />

Als je in zo’n snelgroeiende industrie -tot<br />

100 procent per jaar- mee wilt doen, dan<br />

moet je daar vroeg op instappen, anders<br />

is alles vergeven. Dat is de opdracht van<br />

Nederland, en de TU/e pakt die handschoen<br />

op.<br />

Ik zie een duidelijke rol weggelegd voor<br />

alumni bij de nieuwe technologieën op<br />

het gebied van energie. Want alumni zijn<br />

een perfecte brug tussen bedrijven, onderzoeksinstellingen<br />

en de universiteit. Mijn<br />

vraag is: hoe kijken zij naar de kansen in<br />

de beroepspraktijk? Welke bijdrage kunnen<br />

zij leveren aan het versterken van<br />

onze economie? Daarover ga ik graag met<br />

ze in gesprek tijdens de alumni lustrumdag.’<br />

Carlo van de Weijer<br />

spreekt tijdens de<br />

lustrumdag over het<br />

thema Smart Mobility.<br />

Hij is vice-president Traffic<br />

Solutions van TomTom.<br />

‘Auto’s worden steeds slimmer: ze lossen<br />

meer en meer de problemen op die ze<br />

zelf hebben gecreëerd. Ook gaan ze hun<br />

slimheid delen met andere auto’s in een<br />

interessant logistiek systeem. Dat doen ze<br />

door met voertuigen in de buurt te praten<br />

en elkaar te waarschuwen voor onveilige<br />

situaties. De kans op ongelukken neemt<br />

daardoor sterk af. Ook worden auto’s<br />

schoner en verbruiken minder fossiele<br />

brandstoffen.<br />

De competenties die nodig zijn om zelfsturende<br />

systemen te ontwikkelen, zijn<br />

in ruime mate aan de TU/e en bij het<br />

bedrijfsleven in de regio aanwezig. Zo<br />

werken we aan de universiteit aan elektromechanische<br />

schokbrekers die nauwkeuriger<br />

en sneller zijn. De veiligheid op<br />

de weg neemt met deze technologie toe.<br />

We doen ook veel aan elektrische aandrijving,<br />

net als aan nieuwe brandstoffen,<br />

zoals duurzame diesel en de motor<br />

die het moet verbranden.<br />

We werken aan car-to-car en car-toinfrastructure<br />

communicatie. Auto’s<br />

die met elkaar en hun omgeving gaan<br />

praten en anticiperen op die informatie.<br />

Bijvoorbeeld het via verkeerslichten<br />

vaststellen bij welke snelheid de auto<br />

geen rood meer krijgt. Een ander probleem<br />

is files. Wanneer je plotseling<br />

remt op de snelweg, veroorzaakt een<br />

schokgolf bij achteropkomend verkeer<br />

een opstopping. Wanneer je auto’s laat<br />

‘Belangrijk is in<br />

gesprek te gaan<br />

met alumni’<br />

communiceren, kun je de golf uitdempen<br />

en files voorkomen. Daar zijn we ver<br />

mee.<br />

Ontmoetingen<br />

Ik wil tijdens de alumni lustrumdag laten<br />

zien wat het belang is van automotive<br />

in Nederland. Ook hoop ik dat alumni<br />

nieuwsgierig zijn naar de dynamische<br />

veranderingen op het gebied van de strategic<br />

area’s aan de TU/e. Ik kom uit het<br />

bedrijfsleven en was verrast over wat er<br />

allemaal gebeurt aan de universiteit. Het<br />

zal alumni aanspreken.<br />

Wellicht kunnen we dankzij de ontmoetingen<br />

tijdens de alumni lustrumdag<br />

alumni motiveren om als onderzoekers<br />

naar de TU/e te komen. Of het lukt om<br />

door de gesprekken een aantal onderzoeksprojecten<br />

te organiseren met bedrijven<br />

waar alumni werken. Dat zouden<br />

mooie resultaten zijn. Maar ik moet<br />

eerlijk zeggen: ik ben zelf ook alumnus<br />

en kijk daarom ook uit naar de ontmoetingen<br />

met andere alumni na het officiële<br />

programma.’


OCHTENDPROGRAMMA ALUMNI LUSTRUMDAG 2 SEPTEMBER <strong>2011</strong><br />

09.00 – 14.00 Plenair ochtendprogramma en aansluitende lunch<br />

TU/e Strategie 2020 staat centraal,<br />

thema ‘TU/e connects’<br />

Plaats: Auditorium TU/e<br />

09.00 uur Ontvangst met koffie en thee<br />

10.00 uur Opening door rector Hans van Duijn,<br />

onthulling lustrumdoek<br />

10.05 uur TU/e Strategie 2020 door Arno Peels, collegevoorzitter<br />

10.25 uur TU/e strategic area’s rond belangrijke<br />

maatschappelijke vraagstukken<br />

Moderator: Harry Lintsen<br />

Energy: Rick Harwig<br />

Health: Roel Fonville<br />

11.40 uur<br />

Smart Mobility: Carlo van de Weijer<br />

55th Anniversary Award UFe<br />

Jury rapport, elevator pitch prijswinnaars<br />

12.00 uur Lunch<br />

13.00 uur Facultatief: presentatie over kennisvalorisatie aan de TU/e door Steef Blok, directeur TU/e Innovation Lab<br />

14.00 uur Decentraal middagprogramma en afsluitende borrel op de faculteiten<br />

Bij deze Matrix is een lustrumboekje ingesloten, waarin het totaalprogramma en de faculteitsprogramma’s van de alumni lustrumdag <strong>2011</strong> zijn<br />

opgenomen.<br />

MIDDAGPROGRAMMA OP DE FACULTEITEN<br />

Na een uitgebreide middaglunch gaan de alumni naar de faculteiten voor lezingen,<br />

discussies en rondleidingen. Zo leidt de faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde haar alumni<br />

rond in de cleanroom van 800 vierkante meter. Ook aan de faculteiten Biomedische<br />

Technologie en Werktuigbouwkunde bezoeken de gasten de laboratoria. Scheikundige<br />

Technologie heeft veel aandacht voor haar technostarters en geeft rondleidingen bij de<br />

capaciteitsgroepen. Alle middagprogramma’s sluiten af met een borrel om weer eens<br />

goed bij te praten met de studievrienden van toen. In het bijgevoegde boekje over de<br />

alumni lustrumdag treft u alle middagprogramma’s aan.<br />

Eén spreker van de middagprogramma’s, ir. Ingrid de Boer, alumna van Bouwkunde<br />

geeft aan waarom de band met de TU/e van groot belang is.<br />

Ir. Ingrid de Boer, algemeen directeur van Woonbedrijf, een wooncorporatie werkzaam<br />

in <strong>Eindhoven</strong> en omliggende gemeenten, had een geweldige tijd aan de toenmalige TH,<br />

zegt ze. ‘En wanneer je met warme gevoelens ergens weggaat, kun je in een latere fase<br />

van je leven het contact weer gemakkelijk oppakken.’<br />

Voor De Boer is de TU/e een gerenommeerd instituut waar ze kennis aanboort.<br />

‘Woonbedrijf heeft met tal van mensen aan de faculteit contact. Via hen kijken we<br />

welke kennis aan de TU/e wordt ontwikkeld en of we die kunnen gebruiken.’ Een<br />

andere meerwaarde van de TU/e is voor De Boer het netwerk van de alumni onderling.<br />

‘Wanneer je van iemand weet dat het ook een TU/e-alumnus is, dan steek je een<br />

gesprek direct op een ander niveau in. In eerste contacten gaan deuren gemakkelijker<br />

open en je legt sneller contact op Facebook en LinkedIn. De link die via de universiteit<br />

wordt gelegd is een vanzelfsprekende. Daar profiteer ik vaak van.’<br />

‘Netwerk TU/e<br />

van grote waarde’<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 35<br />

Foto’s: Bart van Overbeeke


3 6<br />

LOOPBAAN<br />

Altijd groeien en het beter<br />

doen dan de concurrentie<br />

Ir. Judith Schoenmaeckers (1967) weet precies wat haar boeit: samen met een<br />

team een uitstekende prestatie leveren. En graag commercieel, want nieuwe<br />

klanten binnenhalen geeft haar voldoening. De TU/e-alumna is hierin bij<br />

Randstad zo succesvol, dat ze werd uitgeroepen tot de beste commercieel<br />

directeur van Nederland.<br />

Het is zeker niet het mooiste bedrijfsgebouw van Nederland,<br />

het hoofdkantoor van Randstad in Diemen, onder de rook van<br />

Amsterdam. Maar wellicht hoort het wel bij de meeste vriendelijke<br />

bedrijfsomgevingen van ons land. In de parkeergarage<br />

groet een medewerker een onbekende gast die uit de auto<br />

stapt. Bij de lift en in de ontvangsthal wederom groetende<br />

Randstad-medewerkers. ‘Dit is een mensgerichte organisatie’,<br />

verklaart Schoenmaeckers. ‘Wij doen de hele dag zaken met<br />

aan de ene kant onze klanten en aan de andere kant de flexwerkers.<br />

We zijn dus vooral bezig met mensen, en dat zie je in de<br />

organisatie. Hier werken outgoing mensen, die in staat zijn verbindingen<br />

te maken, daar worden we op geselecteerd. Dat past<br />

heel goed bij mij.’<br />

KPN<br />

Schoenmaeckers studeert in 1992 af aan de faculteit <strong>Technische</strong><br />

Bedrijfskunde. Tijdens haar opleiding komt ze erachter dat ze in<br />

bedrijven graag bij verschillende disciplines een kijkje in de keuken<br />

neemt. Ze kiest daarom voor een traineeship, bij KPN. ‘Mijn<br />

eerste baan was die van rechterhand van de commercieel directeur.<br />

Dat gaf me snel veel inzicht in hoe het in het bedrijfsleven<br />

werkt. Ik zat bij directieoverleg, zag hoe beslissingen werden<br />

genomen, hoe er gecommuniceerd wordt en wanneer mensen<br />

succesvol zijn.’<br />

Na enige tijd stapt ze over naar de marketing van nieuwe producten<br />

en merkt dat ze om commercieel heel goed te worden, eerst<br />

zelf moest gaan verkopen. Er volgt een baan als accountmanager<br />

PROFIEL<br />

OPLEIDING: <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde<br />

HUIDIGE WERKPLEK: Commercieel directeur bij Randstad.<br />

Ze werkt op het hoofdkantoor in Diemen.<br />

AMBITIE: Met een bedrijf groeien, altijd maar groeien.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

voor KPN in Rotterdam. Ze gaat onderhandelen en deals sluiten.<br />

Twee jaar later is ze de directeur van die salesafdeling. Ze is dan<br />

28 jaar oud en begint aan haar eerste baan als manager. Enerzijds<br />

is ze bezig met mensen, anderzijds met het halen van resultaten.<br />

Dat bleek dé combinatie. ‘Ik werd getriggerd door goede dienstverlening<br />

naar klanten. De service op hoog niveau brengen en het<br />

net iets beter doen dan de concurrenten.’<br />

Sinds haar studie weet Schoenmaeckers dat ze het allerliefst<br />

samen met een team resultaten wil halen. ‘Ik vind het heel leuk<br />

om met mensen samen te werken. Omdat ik ervan geniet als<br />

mensen groeien in hun baan. Het is mooi mensen te helpen<br />

met het maken van stappen. Er zitten overigens ook moeilijke<br />

kanten aan management. Ik heb in een vorige baan werknemers<br />

moeten ontslaan. Bij Randstad hebben we tijdens de laatste crisis<br />

ook afscheid moeten nemen. Daar wen je nooit aan.’<br />

Na omzwervingen op het hoofdkantoor van KPN wordt de succesvolle<br />

alumna directeur marketing voor de zakelijke markt bij<br />

concurrent Telfort. Het bedrijf heeft op dat moment geen positie<br />

in die markt. ‘Daar leerde ik om te vechten voor klanten. Het<br />

was stomweg blijven doorgaan om een voet tussen de deur te<br />

krijgen. Tegelijk zochten we naar een propositie waarmee we de<br />

zakelijke markt konden binnenkomen. We hebben wel tien producten<br />

geprobeerd, tot de elfde een succes werd. De truc was<br />

een product waarmee mensen binnen bedrijven heel goedkoop<br />

mobiel naar collega’s kunnen bellen. Dat was toen nog erg duur.<br />

Het sloeg enorm aan; we werden overvallen door ons eigen succes.’<br />

Randstad<br />

In de zes jaar dat ze bij Telfort werkt, wordt het bedrijf vier keer<br />

verkocht. De een na laatste keer voor 25 miljoen, anderhalf jaar<br />

later voor een miljard aan KPN. ‘We zijn toen in staat geweest<br />

om heel snel een winstgevende organisatie neer te zetten met<br />

een duidelijk Nederlands gezicht.’ De alumna wil niet meer<br />

terug naar KPN. Ze stapt op en begint voor zichzelf als consultant.<br />

Het werk blijkt te solistisch, ze mist een team, en het direct


‘Beweging<br />

creëren ook<br />

in moeilijke<br />

tijden, dat is<br />

wat ik wil’<br />

verantwoordelijk zijn voor resultaten. Ze krijgt een aanbod van<br />

Randstad.<br />

In 2006 begint ze in een baan als regiodirecteur van een van de<br />

vijftien regio’s. Maar na een inwerkperiode is er nog niet direct<br />

een regio beschikbaar. Er is wel een mooie baan in sales: het<br />

binnenhalen van nieuwe klanten. Er moest een nieuwe organisatie<br />

voor worden opgezet. ‘Na een paar maanden haalden<br />

we de eerste nieuwe klanten binnen, dan krijgt zo’n organisatie<br />

vleugels.’<br />

Ze wordt areadirecteur, verantwoordelijk voor een aantal specialisaties<br />

zoals callcenters, zorg en secretarieel. Twee jaar later<br />

komt de baan van commercieel directeur waarin ze verantwoordelijk<br />

is voor de top-450 klanten van Randstad. ‘Wij onderhandelen<br />

over contracten met de grootste klanten. We zorgen dat ze de<br />

juiste mensen krijgen. Maar ook dat mensen doorstromen binnen<br />

organisaties. En de laatste jaren helaas ook dat er mensen uitstromen.<br />

Juist dan moet je met de klant blijven praten over wat ze<br />

nodig hebben. Nu de markt aantrekt brengen we weer veel goede<br />

mensen aan.’<br />

Award<br />

Ze krijgt de mogelijkheid om de commerciële organisatie verder<br />

te verstevigen, vertelt de alumna. ‘Wij zijn vooral gericht op het<br />

behoud van bestaande klanten, terwijl we, juist in tijden waarin<br />

het slecht gaat, ons moeten richten op nieuwe klanten. Ik heb<br />

daarvoor veel gedaan aan de commerciële vaardigheden van onze<br />

organisatie. Het heeft effect gehad: bij veel grote klanten zijn we<br />

gegroeid. Tegen de trend in de markt in. Daar ben ik trots op.’<br />

Ze krijgt voor deze prestatie een grote waardering wanneer<br />

ze begin dit jaar een award wint voor de beste commercieel<br />

directeur van 2010. ‘Dat is een kroon op mijn werk’, zegt een<br />

stralende Schoenmaeckers. ‘Ik heb beweging weten te creëren<br />

in een tijd waarin het moeilijk was. En dat is precies wat ik altijd<br />

wil: groeien en het beter doen dan de concurrentie. Want er<br />

zijn altijd kansen, hoe slecht het ook gaat. Daar ben ik echt van<br />

overtuigd.’<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 37<br />

Foto: Marcel den Hollander


Foto: Bart van Overbeeke<br />

3 8<br />

XXXXXXXXX<br />

LOOPBAAN<br />

Kiezen voor<br />

je grote liefde<br />

Het was een radicale breuk aan het begin van zijn loopbaan: van een omgeving<br />

waar alleen over techniek werd gesproken naar een bedrijf waar het louter<br />

draait om voetbal. Ir. René Vermetten koos voor zijn grote liefde Willem II.<br />

Dinsdag 3 mei <strong>2011</strong>. Er hangt een verstikkende<br />

stilte in het stadion van Willem II<br />

in Tilburg. Het is the day after the night<br />

before. Zondagavond reden spelers, fans<br />

en medewerkers van de club zwijgend<br />

terug uit Twente. Daar ondergingen ze de<br />

René Vermetten (rechts)<br />

in het stadion van<br />

Willem II in Tilburg<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

wedstrijd die hun bangste vermoedens<br />

bevestigde: Willem II degradeerde uit de<br />

Eredivisie. De club speelde sinds 1987<br />

onafgebroken op het hoogste niveau,<br />

met als hoogtepunt een tweede plaats in<br />

1999 en voetbal in de Champions League.<br />

Het is nog maar twaalf jaar geleden – het<br />

lijkt een eeuwigheid.<br />

Ir. René Vermetten (1967) loopt beduusd<br />

rond in het kantoor in het stadion. De<br />

‘Ik gaf alles op<br />

waarvoor ik had<br />

gestudeerd – ik<br />

zou niet gelukkig<br />

worden in techniek.’


TU/e-alumnus is persvoorlichter van de<br />

club in nood. ‘Je ziet het lange tijd aankomen,<br />

maar als het zover is geeft het<br />

een leeg gevoel’, zegt hij op gedempte<br />

toon. ‘Na de wedstrijd kom je na een<br />

lange reis bij een kil stadion. Dan weet<br />

iedereen: het is gebeurd. Supporters<br />

gaan nog een biertje drinken. Spelers<br />

en personeel zetten de tas weg, en gaan<br />

zwijgend naar huis.’ De volgende ochtend<br />

begon de nieuwe werkweek weer.<br />

‘Collega’s staarden wezenloos voor zich<br />

uit. We hebben vanwege de tegenvallende<br />

resultaten de afgelopen tijd al<br />

gedwongen afscheid genomen van collega’s,<br />

dat speelt mee. De club was in<br />

het vorig seizoen al bijna failliet.’ De<br />

baan van Vermetten is voor het komend<br />

seizoen nog zeker.<br />

Degradatie lijkt overkomelijk: ga gewoon<br />

goed voetballen en je komt weer<br />

terug op het hoogste niveau. Het ligt<br />

echter anders. Clubs die terugvallen,<br />

ontmantelen hun organisatie. Ze ver-<br />

liezen hun beste spelers en sponsors<br />

haken af. Team en club raken uit evenwicht.<br />

Het blijkt telkens dat clubs na<br />

een degradatie niet zomaar terugkeren<br />

op een hoger niveau. De medewerkers<br />

van Willem II zijn hiervan doordrongen.<br />

Teksten<br />

In zijn jeugd is René Vermetten al fan<br />

van de Tilburgse club. Vanaf 1986, hij<br />

was achttien, bezoekt hij alle thuiswedstrijden.<br />

Sindsdien slaat hij er nauwelijks<br />

een over. Op een mooie dag zoekt<br />

de redactie van de club iemand die kan<br />

helpen bij de overgang van handgeschreven<br />

en getypte kopij naar teksten<br />

in Word Perfect. ‘Ik was als student<br />

veel met computers bezig en wilde mijn<br />

club graag helpen. Ook had ik interesse<br />

in taal, in tegenstelling tot veel andere<br />

studenten in techniek.’<br />

Vermetten studeerde Elektrotechniek<br />

aan de TU/e. Hij kwam via mts en hts<br />

naar de universiteit. Het was een vanzelfsprekende<br />

keuze: techniek was<br />

zijn hele jeugd het belangrijkste in zijn<br />

leven. In 1993 was hij klaar met de studie<br />

en begon bij Prodrive, een bedrijf<br />

opgezet door twee afstudeerders op<br />

het TU/e-terrein. Na twee jaar vertrok<br />

hij naar ASML. Op de achtergrond<br />

bloeide de clubliefde op. ‘In de weekenden<br />

en avonduren was ik bij de club.’<br />

Langzaam dreef zijn interesse weg van<br />

de techniek. ‘En toen kwam ik op een<br />

moeilijke splitsing: mijn hele leven<br />

draaide om techniek, de studie ging me<br />

ook gemakkelijk af. Toch gaf ik alles op<br />

waarvoor ik had gestudeerd – ik zou<br />

niet gelukkig worden in techniek.’<br />

Persvoorlichting<br />

Hij kon als parttime medewerker in de<br />

communicatie bij Willem II aan de slag.<br />

Korte tijd later werd het een fulltimebaan.<br />

‘Ik had mijn grote liefde gevonden,<br />

dat was me heel snel duidelijk.’<br />

Hij ging er teksten schrijven en maakte<br />

later het complete magazine van de<br />

club. Bij thuiswedstrijden ontving hij de<br />

pers en vanwege zijn technische achtergrond<br />

loste hij tussendoor ook allerlei<br />

storingen op. Nu geeft hij de directie<br />

advies over de te volgen mediastrategie<br />

en communicatiebeleid en doet<br />

een deel van de persvoorlichting. Hij<br />

begeleidt de persconferenties van de<br />

PROFIEL<br />

OPLEIDING: Studeerde Elektrotechniek op<br />

de niveaus MBO, HBO en WO.<br />

HUIDIGE WERKPLEK: Persvoorlichter bij<br />

Willem II. Heeft zijn kantoor in het stadion<br />

in Tilburg.<br />

AMBITIE: Zijn club helpen met terugkeren<br />

in de Eredivisie.<br />

trainers na de wedstrijden en helpt bij de<br />

productie van tijdschriften, programmaboekjes,<br />

de website en tv-programma’s<br />

voor de zender Eredivisie Live.<br />

Al jaren staat Vermetten wekelijks op<br />

de tribune van het sfeervolle stadion in<br />

Tilburg. Dát is het hoogtepunt van de<br />

week. ‘Dat geldt voor iedereen binnen<br />

de club: je werkt naar het weekend toe.<br />

Is niet altijd goed hoor: het is een kortetermijnvisie.<br />

Dat is misschien ook wat er<br />

mis is gegaan bij deze club: een te sterke<br />

focus op de korte golf. Te weinig mensen<br />

in het voetbal kijken naar een verre toekomst.’<br />

Clubliefde<br />

Vermetten ontvangt op deze wedstrijddagen<br />

de pers. Hij zit zelf ook op de perstribune.<br />

De wedstrijden volgt hij zoals zijn<br />

karakter is: ingetogen. Genieten en lijden<br />

doet hij in stilte, vertelt hij. ‘De laatste<br />

jaren meer lijden.’ En dat is wellicht het<br />

enige lichtpuntje van de degradatie:<br />

‘hoogstwaarschijnlijk wordt er meer gewonnen<br />

in het nieuwe seizoen’.<br />

Het is een uitzonderlijk mix: het plezier<br />

in zijn werk gecombineerd met de buitengewone<br />

liefde voor de organisatie.<br />

Sterker nog, hij zou deze baan niet bij<br />

een andere club kunnen doen. ‘Of het<br />

zou een uitdaging moeten zijn op een<br />

ander niveau. Wanneer ik dit werk bij<br />

het Nederlandse Elftal zou kunnen doen,<br />

dan is dat natuurlijk een uitdaging. Maar<br />

een andere gewone eredivisieclub: nee,<br />

dat kan niet. Daarvoor is de clubband te<br />

sterk.’<br />

Wat is dat toch, die clubliefde? ‘Dat willen<br />

mensen altijd begrijpen. Maar ik weet<br />

het ook niet. Het is in elk geval trots.<br />

Trots op de club, trots dat het uit Tilburg<br />

komt. Iets waar je je mee kunt identificeren.<br />

Kortom, alle bekende clichés. Verder<br />

kom ik ook niet – je krijgt er moeilijk een<br />

vinger achter.’<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 39


4 0<br />

SAMENWERKING GROOTBEDRIJF<br />

Alles in het belang<br />

van de patiënt<br />

Een apparaatje dat iemand thuis waarschuwt voor een epilepsieaanval. Gerichte<br />

medicatie voor als de patiënt de aanval voelt aankomen. Een beeldanalysemethode<br />

waardoor het risico van chirurgische ingrepen vermindert. De samenwerking tussen<br />

epilepsiecentrum Kempenhaeghe in Heeze en de TU/e kan mooie resultaten opleveren.<br />

De twee partijen hebben in maart een formele overeenkomst getekend, met zo’n vijftien<br />

onderzoeksprojecten op de rol in diverse stadia.<br />

In de bossen aan de rand van Heeze, ten zuidoosten van<br />

<strong>Eindhoven</strong>, ligt Kempenhaeghe, een instelling die zorg biedt aan<br />

10.000 epilepsiepatienten en mensen die lijden aan slaap- en<br />

leerstoornissen. Naast zorg doet het instituut veel aan onderzoek.<br />

‘We zijn een zelfstandige zorginstelling met academische ambities’,<br />

zegt prof. Paul Boon, directeur Onderzoek & Ontwikkeling<br />

van Kempenhaeghe. ‘We hebben een grote eigen onderzoeksafdeling<br />

met veel klinische en neurofysiologische expertise en bijvoorbeeld<br />

een eigen MRI. Het gaat vooral om klinisch toegepast<br />

onderzoek met materiaal van onze eigen patiënten.’<br />

Het onderzoek kent drie focusgebieden: epilepsie, slaapstoornissen<br />

en leerstoornissen bij kinderen, met uiteraard kruisverbanden.<br />

‘Er zijn vijf hoogleraren aan Kempenhaeghe verbonden<br />

en enkele tientallen promovendi van diverse universiteiten. En<br />

we hebben de klassieke output van een middelgrote academische<br />

afdeling: 35 tot 40 internationale publicaties per jaar,<br />

deelname aan congressen, patenten, noem maar op. Met steeds<br />

de patiënt centraal.’<br />

Qua medische technologie is er ook veel expertise in huis.<br />

‘Maar als we niet nog meer opschuiven richting de academische<br />

wereld, dreigen we onze relevantie te verliezen’, stelt<br />

Epilepsiecentrum Kempenhaeghe in Heeze<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

Foto: Wouter Bouwtechn. adviesbureau<br />

Boon. ‘Academisering is een middel om de expertisefunctie<br />

van Kempenhaeghe te waarborgen. We willen de autonomie<br />

die we nu hebben behouden, maar dat kan alleen als we de<br />

banden met onze academische partners aanhalen. Op medisch<br />

vlak is dat met name MUMC (Maastricht Universitair Medisch<br />

Centrum), op technologisch vlak vooral de TU/e.’<br />

Kruispunten<br />

Er is al tien jaar samenwerking tussen Kempenhaeghe en academici<br />

van de TU/e, dankzij het persoonlijke netwerk van de<br />

professionals zelf. ‘Dat hebben we altijd als positief ervaren.<br />

Maar het werd tijd om de samenwerking te bekrachtigen en uit<br />

te breiden. Dat is formeel gebeurd in maart.’ De looptijd van de<br />

overeeenkomst is van 2010 tot 2013. ‘We hebben samen een<br />

half miljoen euro voor de eerste drie jaar bij elkaar gelegd. Dat<br />

is relatief weinig. We moeten in deze periode voldoende geld uit<br />

externe middelen binnenhalen.’<br />

De formele samenwerking moet de komende tijd vorm en inhoud<br />

krijgen. ‘Er is een managementteam, bestaande uit prof.<br />

dr.ir. Jan Bergmans, programmamanager dr.ir. Peter van Otterloo<br />

en ikzelf. We willen projecten realiseren binnen onze drie programmalijnen.’<br />

Er zijn ook drie technologische lijnen uitgezet: monitoring die<br />

discreet toepasbaar en voor de patiënt zo min mogelijk belastend<br />

is, beeldvorming van de hersenen en de analyse daarvan,<br />

en tot slot innovaties in ICT voor extramurale zorg, zodat patiënten<br />

thuis de benodigde zorg kunnen krijgen en ziekenhuisopname<br />

minder vaak nodig is. ‘Op de kruispunten van onze<br />

lijnen en de technologische lijnen gaan we projecten invullen.’<br />

Er is inmiddels een lijst met zo’n vijftien projecten gedefinieerd.<br />

In verschillende stadia, benadrukt Boon. ‘Sommige projecten<br />

lopen al, andere zijn in behandeling bij de subsidiegevers, in<br />

voorbereiding of alleen nog maar een idee. De persoonlijke<br />

drive van de onderzoekers speelt natuurlijk een rol bij de keuze<br />

voor projecten. Daarnaast is er een strategische overweging:<br />

wat leeft er in de wetenschappelijke wereld en in de maatschappij?<br />

Dat patiënten bijvoorbeeld langer thuis kunnen blijven is<br />

maatschappelijk heel relevant. Het belang van de patiënt is natuurlijk<br />

het belangrijkst. Maar ook: waar zit het geld? Waarin zijn<br />

subsidiegevers geïnteresseerd?’


Holy grail<br />

‘Het aantal gebieden waar je met technologie innovatie kunt<br />

realiseren is vrij breed’, vult Peter van Otterloo aan. ‘Waar zijn<br />

we samen sterk in? Wat voor voordelen hebben anderen, zoals<br />

patiënten of bijvoorbeeld verzekeringsmaatschappijen? Zijn er<br />

industriële ontwikkelingen mogelijk?’ De thema’s die spelen<br />

op Kempenhaeghe staan in ieder geval breed in de belangstelling.<br />

‘Zorg op afstand, mensen die langer thuis kunnen blijven<br />

wonen, kwaliteit van leven’, somt Van Otterloo op. ‘Maar dat<br />

biedt geen garantie op geld. Subsidiegevers beoordelen per<br />

project.’<br />

Financiering is al wel binnengehaald voor het project rond<br />

BOON: ‘We kunnen alleen onze autonomie<br />

behouden als we de banden met onze academische<br />

partners aanhalen.’<br />

aanvalsdetectie, een systeem met diverse sensoren voor het<br />

signaleren van epilepsieaanvallen. ‘Samenwerking rond dit<br />

thema heeft al een historie’, vertelt Van Otterloo. ‘We hebben<br />

al het een en ander bereikt. Nu willen we het verder onderzoeken:<br />

welke sensoren passen het beste bij welke monitoring?<br />

En welke zijn zo min mogelijk belastend voor de patiënt, terwijl<br />

ze toch voldoende onderscheid laten zien tussen een normale<br />

situatie en een aanvalssituatie? We hebben een combinatie van<br />

sensoren nodig voor dit onderscheid. Het voorspellen van een<br />

epilepsieaanval, dat is echt de holy grail van dit onderzoek. De<br />

meningen zijn erover verdeeld of dat überhaupt mogelijk is.<br />

Maar dit onderzoek kan in ieder geval een bijdrage leveren.’<br />

Boon verwacht dat het onderzoek op dit gebied nu een boost<br />

krijgt door de samenwerking. ‘We hopen dat het leidt tot een<br />

sneller resultaat in de vorm van een apparaatje dat mensen<br />

thuis kunnen gebruiken. De doorlooptijd van idee tot eindresultaat<br />

moet veel korter worden.’<br />

De overeenkomst kan ook het onderzoek rond beeldvorming<br />

verder brengen. ‘Dit gaat om zeer geavanceerde imaging van<br />

de hersenen bij patiënten, met behulp van EEG’s en MRI’s, heel<br />

specialistische toepassingen. Dat hadden we nooit kunnen realiseren<br />

zonder deze samenwerking.’<br />

Van Otterloo: ‘Als we een beeldanalysemethode ontwikkelen<br />

waardoor het risico van chirurgische ingrepen vermindert en de<br />

effectiviteit toeneemt, zou dat een prachtig resultaat zijn.’<br />

Science Fair<br />

Er zijn inmiddels al tientallen medewerkers van Kempenhaeghe<br />

en de TU/e bij de diverse projecten betrokken, vanuit de faculteiten<br />

Electrical Engineering, Industrial Design, Biomedische<br />

Technologie en Wiskunde en Informatica. ‘We hebben twee keer<br />

een Science Fair gehad’, vertelt Boon, ‘een inhoudelijke bijeenkomst<br />

waarin de mensen vanuit de twee instellingen hun werk<br />

aan elkaar voorstelden. Daar was veel belangstelling voor, het<br />

bruiste van de ideeën. De medewerkers moeten het tenslotte<br />

realiseren.’<br />

Het is duidelijk, Boon is enthousiast over de samenwerking.<br />

‘Er bloeit van alles op. Dat is ook tegelijk een soort bedreiging.<br />

We moeten wel focus zoeken binnen de landelijke en Europese<br />

subsidiewereld. Maar ik weet zeker dat deze samenwerking<br />

uniek is: er is in Europa geen instelling die het op deze manier<br />

aanpakt, hoewel andere ziekenhuizen ook richting academies<br />

opschuiven. Voordeel is dat de TU/e en Kempenhaeghe fysiek<br />

dicht bij elkaar zitten. Dat bevordert de samenwerking alleen<br />

maar.’<br />

Van Otterloo sluit zich hierbij aan. ‘We kunnen pas echt aan het<br />

werk als er geld is. De huidige regering heeft dat er niet makkelijker<br />

op gemaakt. Maar aan beide kanten is er voldoende<br />

enthousiasme aanwezig om er een succes van te maken.’<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 41


Foto’s: Bart van Overbeeke<br />

4 2<br />

SAMENWERKING MKB<br />

Allplast groeit naar<br />

ontwikkelbedrijf<br />

Marc Koudenburg van Allplast (l) en Jovita Moerel van de GTD van de TU/e met de lijmrobot.<br />

Allplast uit Tholen heeft zijn bedrijfsvoering naar een hoger plan getild dankzij samenwerking<br />

met de Gemeenschappelijke <strong>Technische</strong> Dienst (GTD) van TU/e. In de afgelopen vijf jaar is een<br />

nauwe samenwerking ontstaan aan de hand van een aantal interessante projecten waarin de GTD<br />

het kunststof- en composietverwerkend bedrijf op het goede pad hielp door een betrouwbare<br />

technische uitvoering. Het bedrijf heeft een relatief standaard productaanbod kunnen uitbreiden<br />

met hightech producten voor politie en defensie.<br />

‘Wij zijn de laatste jaren gegroeid van een<br />

loonwerkbedrijf naar een ontwikkelbedrijf’,<br />

vertelt directeur Marc Koudenburg<br />

enthousiast. ‘Op dit moment werken we<br />

bijvoorbeeld aan de behuizing van een<br />

composietnachtkijker voor defensiedoelen.<br />

Een product waar je ook onder<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

extreme omstandigheden op moet kunnen<br />

rekenen. Dat kan zijn bij koude of hete<br />

temperaturen. Stoffige, natte of ijzige omstandigheden,<br />

noem het maar op.’<br />

Koudenburg studeerde twaalf jaar geleden<br />

af aan de TU/e als technisch bedrijfskundige.<br />

Hij hoopte als student al dat hij<br />

op een dag de Matrix zou halen. Na zijn<br />

afstuderen ging hij met veel elan aan het<br />

werk in het familiebedrijf Allplast. ‘Ik zag<br />

dat er met dit bedrijf meer mogelijk was’,<br />

legt hij uit. ‘Maar toen ik hier twaalf jaar<br />

geleden begon, stond er een zaag, meer<br />

niet.’ Een van de meer recente investerin-


gen was de aanschaf van een autoclaaf,<br />

een oudere machine uit de luchtvaartindustrie,<br />

waarin materialen onder specifieke<br />

cycli van hoge druk gecombineerd<br />

met vacuüm en temperatuur verwerkt<br />

kunnen worden tot hoogwaardige producten.<br />

Het materiaal van de genoemde<br />

behuizing voor de nachtkijker is daar een<br />

voorbeeld van. Inmiddels heeft het bedrijf<br />

ook een tweede autoclaaf aangeschaft die<br />

in oktober wordt geïnstalleerd.<br />

Lijm- en lasrobot<br />

Wie bij de GTD aanklopt, moet komen met<br />

een technisch en wetenschappelijk ‘relevant’<br />

probleem. ‘Want wij kunnen in feite<br />

alles. Dat betekent niet dat we zomaar<br />

iets aanpakken’, stelt afdelingshoofd<br />

Jovita Moerel. ‘Onze inspanningen moeten<br />

bijdragen aan de reikwijdte en kennis<br />

van de TU/e.’ Dat deden de vraagstukken<br />

waarmee Koudenburg kwam. Zo ontwikkelde<br />

de GTD voor hem een combinatie<br />

van ‘lijm- en lasrobot’ (zie foto) met twee<br />

nauwkeurige positioneringstafels. Dit<br />

geeft de mogelijkheid om op korte termijn<br />

verlijmings- en assemblageprocessen te<br />

automatiseren. De productie van bijvoorbeeld<br />

de polycarbonaat ‘P’ lichtbakken zal<br />

zo aangepakt worden. Deze bakken zijn<br />

overal in het straatbeeld te zien, onder<br />

meer in de randstad.<br />

Een robot levert een constante kwaliteit<br />

op die een mens nooit kan halen. ‘Zo<br />

wordt een lijmproces controleerbaar<br />

en dus betrouwbaarder’, aldus Moerel.<br />

Werknemers liepen jaar in jaar uit dezelfde<br />

route met een lijmpistool, dat<br />

vervelend en belastend werk verdwijnt<br />

langzamerhand.<br />

Een ander product dat heel betrouwbaar<br />

geproduceerd moet worden is een glasvezelverdeelkast<br />

van Tyco Electronics voor<br />

gebruik in gebouwen, om een groot aantal<br />

aansluitingen te kunnen realiseren. ‘In<br />

de hele wereld is er vraag naar aansluiting<br />

op glasvezel en overal zijn de verdeelkas-<br />

De lijm- en lasrobot van<br />

de GTD op de TU/e.<br />

ten dus nodig. Dit schept mogelijkheden<br />

om de productie met een robot te automatiseren’,<br />

vindt Koudenburg.<br />

Volgens de ondernemer heeft Allplast<br />

wellicht minder last van de recessie dan<br />

andere bedrijven, vanwege de diversiteit<br />

aan producten en de verschillende sectoren<br />

waarin men actief is. Hij stelt dat het<br />

bedrijf stabiel is vanwege de drie ‘poten’<br />

waarop Allplast steunt en waarbinnen<br />

stuk voor stuk innovatieve producten<br />

worden ontwikkeld. Men werkt op de<br />

gebieden van kunststoffen, composieten<br />

en veiligheidstoepassingen. Allplast heeft<br />

voor deze innovatie-impulsen een eigen<br />

ontwikkelingsafdeling die continue bezig<br />

is met nieuwe materialen, producten en<br />

toepassingen. ‘De autoclaaf is oorspronkelijk<br />

door ons gekocht voor de productie<br />

van kogelwerende beglazing. Met deze<br />

technologie kan transparant laminaat van<br />

verschillende materialen zoals glas, polycarbonaat,<br />

acrylaat en zelfs transparante<br />

keramiek gemaakt worden. Een samengestelde<br />

configuratie wordt door ons transparant<br />

en bellenvrij op elkaar gelamineerd<br />

in de autoclaaf.’<br />

Composiet<br />

‘Gaandeweg is daar composiet bijgekomen’,<br />

vervolgt Koudenburg. ‘We werken<br />

voor Thales Optronics aan nachtkijkers<br />

met thermal images. Dat heeft ons de<br />

ogen geopend voor meer producten van<br />

composiet, buiten lopende kogelwerende<br />

veiligheidsprojecten. Dit doen we voor<br />

stuks, kleine series en middelgrote series.<br />

‘Tracking and tracing’ speelt hiervoor<br />

een belangrijke rol en in de hele bedrijfsvoering.<br />

We gaan iedere keer een stukje<br />

vooruit. Het verwerkingsproces van composiet<br />

hebben we nu veel meer onder<br />

controle en dat heeft ons meer mogelijkheden<br />

gegeven.’<br />

‘Een mooi voorbeeld was de treinruit<br />

die we hebben bedacht voor hoge snelheidstreinen.<br />

Door de unieke samenstel-<br />

ling van de ruiten levert dit zo’n 2500<br />

kilo minder gewicht op voor een totale<br />

TGV-trein. Ondertussen hebben we de<br />

grootste spelers in deze markt leren kennen,<br />

deze bedrijven hebben een ‘weight<br />

reduction program’. Het doel van het<br />

programma is de energie te verminderen<br />

die het kost om een trein in beweging te<br />

brengen en te houden.’ Een voorwaarde<br />

voor deze ruit was de cyclische druktest<br />

die werd uitgevoerd en ontworpen door<br />

de GTD. Deze simuleert twee passerende<br />

treinen in een tunnel. ‘Veiligheid en<br />

comfort zijn belangrijk. Dus we moesten<br />

weten of de ruit het wel houdt en of de<br />

druk en het geluid die ontstaan als twee<br />

treinen in een tunnel passeren acceptabel<br />

is’, vertelt Moerel. ‘Uiteindelijk hebben<br />

we de test 200.000 keer uitgevoerd,<br />

twee keer zo vaak als gevraagd werd door<br />

de industrie.’<br />

Mogelijke klanten voor deze lichtgewicht<br />

ruit zijn onder meer te vinden in Spanje,<br />

Duitsland en Frankrijk. Allplast is hiervoor<br />

nog bezig met een ISO-certificering. ‘Als<br />

MKB’er lopen we regelmatig tegen de<br />

grens van onze capaciteit aan. Daarbij<br />

moet je prioriteiten stellen, op de korte<br />

termijn moet je tenslotte je brood verdienen.<br />

Ook speelt hier de recessie een<br />

rol, sommige bedrijven schuiven investeringen<br />

op de lange baan. Daarom duren<br />

dingen langer dan gedacht.’<br />

Blijven innoveren<br />

‘Wij willen andere bedrijven interesseren<br />

voor de dingen die we nu kunnen,<br />

daarvoor moeten referentieopdrachten<br />

gevonden worden. Op het gebied van<br />

kogelwerend glas voor actieve dienst in<br />

Afghanistan, toepassingen in hightech<br />

composiet en het gebruik van lichtgewicht<br />

ruiten in TGV’s.’ De volgende stap<br />

voor Allplast wordt mogelijk een samenwerking<br />

met wetenschappers op het<br />

gebied van polymeren op de TU/e. ‘We<br />

blijven innoveren’, zegt Koudenburg.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 43


Foto: Bart van Overbeeke<br />

4 4<br />

STARTERS<br />

Veiligere bevallingen<br />

dankzij metingen op de buik<br />

Bij een bevalling kan er veel mis gaan. Daarom is het van belang de conditie van de foetus goed in<br />

de gaten te houden. Maar dat is lastig, omdat de baby veilig in de buik van de moeder zit, ver weg<br />

voor meetapparatuur. Het <strong>Eindhoven</strong>se bedrijf NEMO Healthcare heeft de oplossing. Het meet de<br />

hartslag van de foetus en weeactiviteit, gewoon met een pleister op de buik van de moeder.<br />

Een geboorte is een risicovolle aangelegenheid. Bijvoorbeeld<br />

wanneer kinderen te vroeg ter wereld komen. Of wanneer er<br />

zuurstofgebrek ontstaat. Veel mensen met verstandelijke en<br />

lichamelijke problemen hebben tijdens de bevalling last gehad<br />

van verstikking. Dit is schadelijk voor organen, ze belanden<br />

soms in een rolstoel of lopen verstandelijke beperkingen op.<br />

Nederland telt jaarlijks zo’n <strong>18</strong>0.000 bevallingen. Tweederde gebeurt<br />

in het ziekenhuis. Hiervan zijn 10.000 een vroeggeboorte<br />

De hartslag van de foetus<br />

en weeactiviteit wordt<br />

gemeten via een pleister<br />

op de buik van de moeder.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

en in 2.000 gevallen is sprake van zuurstofgebrek. Een kleine<br />

10 procent van de geboortes in ziekenhuizen is dus potentieel<br />

gevaarlijk voor de gezondheid van het kind.<br />

Zuurstofvoorziening<br />

Naast het menselijk leed zijn de problemen bij geboortes een<br />

flinke kostenpost. Een baby die door vroeggeboorte in een couveuse<br />

terechtkomt, kan tot wel een euroton aan zorg kosten.


Vervolgens hebben ze vaak gedurende hun leven een achterstand,<br />

is er meer kans op chronische aandoeningen en zijn ze<br />

vatbaarder voor psychische problemen. Voor zuurstofgebrek<br />

zijn de kosten nog veel hoger. Deze mensen zijn in veel gevallen<br />

de rest van hun leven afhankelijk van intensieve zorg: aanpassingen<br />

aan de woning, speciaal onderwijs, rolstoel, etcetera. Dit<br />

kan gedurende een leven gemakkelijk een miljoen euro kosten.<br />

Om deze problemen te voorkomen wil een arts bij een bevalling<br />

te allen tijde weten hoe het bij de foetus is gesteld met de zuurstofvoorziening<br />

naar de hersenen en overige organen. Helaas is<br />

dat niet te meten. Het is wel mogelijk om de foetale hartactiviteit<br />

te monitoren. Dat geeft een indicatie van de zuurstofvoorziening<br />

en daarmee van de conditie van de foetus. Het is hierbij<br />

belangrijk om de hartactiviteit te beoordelen in combinatie met<br />

weeactiviteit, want de hartactiviteit moet daarop moet reageren.<br />

Hartslag van de foetus<br />

Gynaecologen kunnen op twee manieren de hartslag van de<br />

foetus en de weeactiviteit van de vrouw meten. De eerste is<br />

uitwendig, vertelt ir. Bas Lemmens, de commerciële man van<br />

NEMO Healthcare en afgestudeerd bioprocestechnoloog aan<br />

de <strong>Universiteit</strong> van Wageningen. Lemmens heeft ruime ervaring<br />

als business developer in de medische wereld.<br />

De moeder krijgt een ronde knop met een doorsnede van zo’n<br />

tien centimeter op de buik. Via de buikwand meet het de weeactiviteit.<br />

Een soortgelijke tweede knop meet via ultrageluid de<br />

hartactiviteit. Lemmens: ‘Deze dingen zitten onprettig en kunnen<br />

gemakkelijk verplaatsen, waardoor signaal verloren gaat.<br />

Het is kortom vervelend en niet nauwkeurig.’ Bij de inwendige<br />

methode wordt een druklijn in de baarmoeder gebracht. ‘Het<br />

grote probleem is dat deze slangetjes schade aan de moederkoek<br />

en bloedvaten kunnen veroorzaken. Zeer gevaarlijk voor<br />

de gezondheid van zowel de foetus als moeder.’<br />

In een samenwerking tussen Máxima Medisch Centrum en de<br />

TU/e werd een technologie ontwikkeld waarmee het mogelijk<br />

is om van buiten het lichaam betrouwbare informatie te krijgen.<br />

Via een pleister op de buik van de moeder wordt een mix van de<br />

hart- en spieractiviteit van de moeder gemeten. Verscholen in<br />

de ruis zit het hartsignaal van de foetus. Dat weet de medische<br />

wetenschap al heel lang. Er was alleen nooit een betrouwbare<br />

methode om die signalen te scheiden. Dat kan nu wel.<br />

‘We maken dankbaar<br />

gebruik van de<br />

mogelijkheden van de TU/e’<br />

De technologie is ondergebracht in de technostarter NEMO<br />

Healthcare, een afkorting van: Non-invasive Electrophysiological<br />

Monitoring for Obstetrics. De andere ondernemers van NEMO<br />

zijn dr.ir. Rik Vullings, hij promoveerde op de technologie om uit<br />

signalen het hartsignaal te destilleren. Hij heeft hier vorig jaar<br />

een proefschrift over afgerond. Ook mede-ondernemer ir. Chris<br />

Peters, klinisch fysicus in het Jeroen Bosch Ziekenhuis, is on-<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

Vlnr: Bas Lemmens, Rik Vullings, Guid Oei, Chris Peters.<br />

langs gepromoveerd op de analyse van de signalen. Daarnaast<br />

participeert prof.dr. Guid Oei, hoofd van de verloskunde in het<br />

MMC en deeltijdhoogleraar aan de TU/e. Lemmens: ‘Daarnaast<br />

maken we gebruik van de mogelijkheden van de TU/e, zoals informatie<br />

uit het onderzoek van dr.ir. Chiara Rabotti.’<br />

Pleister<br />

De nieuwe technologie is volgens de ondernemers beter, veiliger<br />

en goedkoper. Er wordt dan ook veel van verwacht. ‘We richten<br />

ons met dit product op de hele wereld, maar we beginnen met<br />

Nederland en Europa’, vertelt Lemmens. Het bedrijf verkoopt de<br />

kastjes die worden aangesloten op een monitor en de pleister,<br />

een disposable.<br />

Elke bevalling komt in principe in aanmerking voor bewaking<br />

met het product. In Nederland komt dat neer op 120.000 pleisters<br />

per jaar. Het kastje zou op zo’n 1.000 plekken in Nederland<br />

gebruikt kunnen worden. De aantallen in Europa kent Lemmens<br />

nog niet.<br />

In 2012 wordt de technologie om de weeactiviteit te meten geintroduceerd.<br />

Een jaar later komt daar het meten van de foetale<br />

hartactiviteit bij. In een volgende fase wordt de toepassing<br />

draadloos gemaakt, wat meer mobiliteit geeft. Om de producten<br />

bij de ziekenhuizen te krijgen heeft NEMO contact met distributeurs<br />

met ervaring in het verkopen van medische toepassingen.<br />

‘Zij krijgen een cursus over ons product en gaan dan langs de<br />

ziekenhuizen.’<br />

Cruciaal voor het slagen van NEMO is natuurlijk geld om investeringen<br />

te doen. Het jonge bedrijf kreeg in het verleden flinke<br />

subsidies, bijvoorbeeld de Valorisation Grant van STW, een<br />

bijdrage van twee ton. Onlangs werden de contracten getekend<br />

met enkele investeerders die een volgende stap van het bedrijf<br />

mogelijk maken, vertelt Lemmens. ‘Er wordt vaak geklaagd over<br />

het gebrek aan investeerders in Nederland. Mijn overtuiging is<br />

dat ze er zijn, maar je moet ze weten te vinden.’<br />

www.nemohealthcare.com<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 45


4 6<br />

LOOPBAAN<br />

Vliegende consultant<br />

voor verandering en groei<br />

Wie de tweets volgt van ir. Peter Simons MBA (1960) ziet een man die bijna<br />

permanent onderweg is. Vliegtuig in, vliegtuig uit; naar klanten in heel Europa. Hij<br />

woont al zeventien jaar in Spanje, maar is vooral een wereldburger. Zijn beheersing<br />

van zeven talen helpt daarbij.<br />

Simons woont met zijn Spaanse vrouw<br />

en zoon in Castelldefels, een kustplaatsje<br />

iets ten zuiden van Barcelona. Het belangrijkste<br />

kenmerk van het dorp: een<br />

eindeloos zandstrand. Zes maanden van<br />

het jaar genieten, vooral Spanjaarden,<br />

hier van de zon.<br />

Zijn bedrijf Cohen & Simons heeft geen<br />

hoofdkantoor. Medewerkers zitten in verschillende<br />

landen. De meesten opereren<br />

vanuit Genève. Simons zou daar best<br />

willen wonen, maar zijn gezin verkiest het<br />

Catalaanse strand boven de Zwitserse<br />

bergen. En dus bereist hij Europa. Het<br />

wachten op vliegvelden geeft hem de tijd<br />

om te lezen, zoals rapporten, tijdschriften<br />

én Matrix. Al bijna twintig jaar is hij<br />

weg uit Nederland. En dat is te horen:<br />

zijn taalgebruik heeft een onherleidbare<br />

internationale articulatie, met op de achtergrond<br />

het Limburgs van zijn jeugd die<br />

hij doorbracht in Brunssum.<br />

Ingenieurs aan de macht<br />

In 1986 studeerde Simons af, in de elektrotechniek.<br />

Tijdens zijn studie ontdekte<br />

hij –met hulp van de inzichten van zijn<br />

hoogleraar Butterweck– dat er een verschuiving<br />

plaatsvond van techniek (R&D)<br />

naar business (marketing en sales). De<br />

succesvolle bedrijven winnen van hun<br />

concurrenten dankzij een slimme marketing-<br />

en verkoopstrategie. Niet op basis<br />

van de technologie, daarin ontlopen de<br />

bedrijven elkaar niet veel meer.<br />

Simons: ‘Na de Tweede Wereldoorlog<br />

was het product belangrijk en alles wat je<br />

maakte werd toch wel verkocht. De ingenieur<br />

was aan de macht. Nu leven we in<br />

een globale wereld waarin het vooral belangrijk<br />

is dat je met een product overal<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

aanwezig bent. Het draait volledig om<br />

marketing en sales.’<br />

Simons geeft het voorbeeld van de pc,<br />

die alle grote producenten in dezelfde<br />

fabrieken laten maken. Het gaat dus niet<br />

meer om verschillen in kwaliteit, maar<br />

om degene die het beste kan verkopen.<br />

Deze vaststelling bepaalde de strategie<br />

van zijn loopbaan. ‘Ik wilde tijdens mijn<br />

studie een stevige technische basis leggen<br />

en bij mijn eerste baan bij Philips<br />

Telecom in Hilversum zei ik: Ik ken de<br />

techniek, nu moeten jullie mij over marketing<br />

leren. Binnen twee dagen zat ik<br />

op een cursus.’<br />

Keuze van klanten<br />

De belangrijkste vraag in die tijd was:<br />

waarom kopen telefoonbedrijven de producten<br />

van zijn werkgever Philips? AT&T<br />

NS (het bedrijf dat het Philipsonderdeel<br />

inmiddels had gekocht) dacht dat de<br />

kwaliteit van de producten doorslaggevend<br />

was voor klanten. Simons had twijfels<br />

en mocht het bij het moederbedrijf<br />

in de Verenigde Staten gaan uitzoeken.<br />

‘De reden bleek puur economisch van<br />

aard: klanten kozen voor ons, omdat ze<br />

dankzij ons hun klanten sneller de telecomdienst<br />

konden leveren. Zodoende<br />

beurden ze extra inkomsten. Een economische<br />

afweging. Punt. Het product<br />

moet het natuurlijk doen, maar kleine<br />

verbeteringen zullen niet meer klanten<br />

opleveren. Betere marketing kan dat<br />

wel. Je ziet nu nog steeds dat bedrijven<br />

massa’s geld steken in ontwikkeling van<br />

producten, zonder de gewenste omzetgroei.’<br />

In een volgende periode werkte de<br />

ingenieur voor het Amerikaanse tele-<br />

combedrijf Tellabs. In Brussel kreeg hij<br />

een verkoopbaan. Na een paar jaar, in<br />

1994, ging hij namens het bedrijf naar<br />

Barcelona om zich te richten op de operaties<br />

in het zuiden van Europa. ‘In 1998<br />

kon ik naar Zuid-Amerika. Maar daar had<br />

ik geen zin in. Intussen had ik een MBA<br />

gehaald aan de University of Chicago. Ik<br />

besloot om me te richten op het runnen<br />

Foto: Jan Willem Zeldenrust<br />

Peter Simons houdt zich<br />

bezig met veranderingsprocessen<br />

en bedrijfsgroei in<br />

het midden- en kleinbedrijf.


van bedrijven. Ik werd zelfstandig consultant.’<br />

Luisteren naar klanten<br />

Zijn eerste klant was een Engels bedrijf.<br />

Het maakt de beste producten voor<br />

video in haar sector, maar kreeg ze desalniettemin<br />

niet goed verkocht. ‘Mijn<br />

opdracht was de verkoop in Europa te<br />

vergroten. Ik maakte afspraken met productiemaatschappijen<br />

en tv-omroepen<br />

en luisterde naar hun wensen. Op basis<br />

daarvan maakte ik een verkoopplan.<br />

Dat was een kleine revolutie. Deze omroepbedrijven<br />

kregen namelijk alleen<br />

mensen op bezoek die kwamen vertellen<br />

over de mogelijkheden van producten.<br />

Nooit vroeg er iemand naar hun<br />

wensen en problemen.’<br />

De ingenieur bleef bezig voor bedrijven<br />

die ondanks een mooi product en<br />

goede ingenieurs niet draaien zoals de<br />

directie dat wenst. Hij ziet daarbij dat<br />

veel bedrijven eigenlijk helemaal geen<br />

strategie hebben. Ze maken een mooi<br />

product en sturen vervolgens iemand<br />

langs de deur om het te verkopen. ‘Je<br />

PROFIEL<br />

OPLEIDING: Elektrotechniek<br />

HUIDIGE WERKPLEK: Partner in het consultancy<br />

bureau Cohen & Simons Associates.<br />

Hij werkt in heel Europa.<br />

AMBITIE: Bedrijven helpen om hun business<br />

te verbeteren.<br />

zou eigenlijk eerst een verkoper moeten<br />

aannemen die langs de deur gaat, en op<br />

basis daarvan maak je een product.’<br />

Cohen & Simons<br />

Hij werkt vaak samen met andere consultants.<br />

In een van deze samenwerkingen<br />

leerde hij de Zwitser Clement Cohen kennen.<br />

De twee voelden zich thuis bij elkaar<br />

en richtten in 2009 Cohen & Simons op,<br />

een organisatie voor veranderingsprocessen<br />

en bedrijfsgroei in het midden- en<br />

kleinbedrijf. Inmiddels is het een groep<br />

van een man of tien die samen klussen<br />

aanpakken. Het is een centraal geleide,<br />

maar zeer flexibele, bijna virtuele, or-<br />

ganisatie. ‘Ik heb potentiële klanten<br />

ontmoet die zeiden: als je geen down<br />

town kantoor hebt, dan zal ik je nooit<br />

inhuren. Mijn antwoord: dan ben je niet<br />

de klant die wij zoeken.’<br />

Het bedrijf was in de eerste tijd vooral<br />

bezig met crisisoplossingen: het liquideren<br />

van bedrijven en er toch zoveel<br />

mogelijk centen aan overhouden. ‘Dat<br />

is natuurlijk minder leuk om te doen.<br />

Op dit moment werken we in een positievere<br />

wereld. We hebben nu veel<br />

bedrijven die verkocht moeten worden,<br />

maar die er voor de buitenwereld niet<br />

zo mooi uitzien. Dan nemen wij de zaak<br />

in handen en vormen het om tot een bedrijf<br />

dat kan groeien en daarom interessant<br />

is voor kopers. Dat gaat heel goed.<br />

We hebben klanten in Spanje, België,<br />

Frankrijk, Zwitserland en Nederland.<br />

Liever niet daarbuiten, want anders blijf<br />

je reizen’, vertelt Simons in de lobby<br />

van een hotel in Barcelona. De volgende<br />

dag is hij alweer onderweg naar<br />

Zwitserland.<br />

www.cohensimons.com<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 47


4 8<br />

ONTWERPER IN OPLEIDING<br />

Welke mesjes scheren het beste? En kunnen ze ook haren tot onder de huid scheren? De<br />

concurrentie tussen Philips, marktleider op het gebied van elektrische scheerapparaten, en de<br />

markt voor het nat scheren is vlijmscherp. Philips ziet daarom graag waar hun product staat ten<br />

opzichte van andere aanbieders. Zij gaven PDEng Vijayalakshmi Sridhar MSc, voor vrienden Viji,<br />

de opdracht haarfijn uit te zoeken hoe je het beste kunt zien hoe een haar wordt afgesneden.<br />

Sridhar ontwikkelde in een team een optische meetmethode voor’ baardsnoei’.<br />

Scherp zicht op haar<br />

Scheren, hoe werkt dat eigenlijk? Eerst<br />

til je een haar op van het huidoppervlak<br />

en breng je deze in een goede stand voor<br />

het mesje zodat de haar zo ver mogelijk<br />

door het mesje kan worden afgesneden.<br />

Dit proces van optillen en in positie brengen<br />

van de haar wordt ‘manipulation’<br />

genoemd.<br />

Scheren zonder schuim<br />

Het doel van het project was om te zien<br />

hoe efficiënt het manipulatieproces is<br />

voor Philips scheerapparaten omdat dit<br />

bepaalt hoe dicht de haar bij de huid<br />

wordt afgesneden. Daarbij sneuvelde<br />

geen haar volgens Sridhar. ‘De mesjes<br />

waren bot, we gebruikten ook geen<br />

scheerzeep of water en we bewerkten<br />

slechts een stukje huid van 2 bij 2 millimeter’,<br />

legt Sridhar uit. En dat allemaal<br />

om een zo duidelijk mogelijk stereobeeld<br />

te krijgen van het manipulatieproces.<br />

‘Met stereobeelden van high-speed videocamera’s<br />

konden we haarlengtes en de<br />

hoek waarin een haar staat, meten op<br />

ieder moment dat het mesje over de huid<br />

gaat volgen.’<br />

Voeltest<br />

Het is de eerste keer dat het scheerproces<br />

zo wordt bekeken door Philips. In het<br />

verleden werd vooral naar het resultaat<br />

gekeken, bijvoorbeeld door haar te ver-<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

zamelen dat is geschoren, of door ieder<br />

uur een close-up foto te maken van de<br />

baard. En er is de zogenaamde voeltest.<br />

Daarbij gebruikt een proefpersoon twee<br />

verschillende mesjes voor de rechter- en<br />

linkergezichtshelft en laat de onderzoeker<br />

hem met de hand beoordelen welke<br />

wang gladder is. ‘En dat beoordeelt de<br />

proefpersoon zelf’, zegt Sridhar lachend.<br />

De titel van het project dat Sridhar<br />

uitvoerde in het kader van de ontwerpopleiding<br />

Design and Technology of<br />

Instrumentation (DTI) is “High Speed<br />

Stereo Imaging for Visualization of Hair<br />

and Skin Dynamics”.<br />

Soft skills<br />

‘Ik heb veel van het project geleerd’, vertelt<br />

Sridhar. ‘In technisch opzicht, maar<br />

ook wat betreft mijn ‘soft skills’. Ik had<br />

nog nooit op optisch gebied gewerkt en<br />

dit project gaf me echt het vertrouwen<br />

dat een ingenieur in staat is zich ieder<br />

onderwerp eigen te maken.’<br />

Sridhar werkte binnen een groot project<br />

met veel mensen. ‘Binnen het<br />

project waren twee teams actief: één in<br />

<strong>Eindhoven</strong> en één in Drachten waarbij we<br />

elkaars werk moesten integreren en op<br />

afstand in een team moesten werken. Dit<br />

was een uitdaging en zeker een interessante.<br />

Ik voelde me enorm vereerd dat ik<br />

bij Philips mocht werken, waar ze zulke<br />

uitstekende onderzoeksfaciliteiten hebben’,<br />

aldus Sridhar. ‘De interne bedrijfscultuur<br />

binnen Philips is zeer hecht en er<br />

gelden duidelijke werkprocedures. Dat<br />

maakte het gemakkelijk om in zo’n groot<br />

‘Ik wist voor deze<br />

opdracht niet dat<br />

mannen zoveel<br />

problemen konden<br />

hebben’<br />

bedrijf je weg te vinden. Je krijgt er ook<br />

de kans om tegelijkertijd zeer verschillende<br />

experts te ontmoeten. Waar is het<br />

nu mogelijk om op korte termijn advies<br />

te krijgen op verschillende terreinen waar<br />

jij minder bekend mee bent? En dat allemaal<br />

op dezelfde HighTech Campus!<br />

Bonus was dat veel interne medewerkers<br />

uit alle delen van de wereld kwamen.<br />

Deze internationale omgeving leverde<br />

voor mij een mooie combinatie van onderzoek<br />

en vermaak op. Een positieve<br />

ervaring om nooit te vergeten.’<br />

Sridhar liep per toeval tegen het PDEng<br />

programma aan. ‘Ik was in Arizona op een


conferentie die te maken had met mijn<br />

masters Microelectronics (MEMS). Daar<br />

ontmoette ik dr.ir. Jan-Jaap Koning, de<br />

huidige coördinator van DTI die daar was<br />

om een presentatie te geven over zijn huidige<br />

onderzoek. We hadden een enkele<br />

gesprekken en aan het einde van mijn<br />

masteropleiding nam ik contact met hem<br />

op om hem te vragen naar toekomstmogelijkheden.<br />

Hij kwam met verschillende<br />

opties, waaronder het tweejarige ontwerpprogramma<br />

DTI. Ik solliciteerde en werd<br />

aangenomen. Wat een geluk dat ik Koning<br />

toen op die conferentie ontmoette.<br />

Zelfvertrouwen gegroeid<br />

Sridhar vertelt dat ze tijdens het programma<br />

aan zelfvertrouwen heeft gewonnen.<br />

‘Ik realiseerde me dat je als ingenieur<br />

veel kunt. De manier van denken die je als<br />

ingenieur ontwikkelt is daarbij cruciaal.<br />

Prof.dr. Herman Beijerinck, de voormalige<br />

programmadirecteur, zei het al: ‘Een succesvolle<br />

ingenieur heeft vijftig procent<br />

technische kennis nodig en vijftig procent<br />

goede sociale en communicatieve vaar-<br />

digheden. Je bent het meest succesvol<br />

als deze verschillende kwaliteiten bij je in<br />

balans zijn.’<br />

En kan een scheermesje nu echt onder de<br />

huid scheren? ‘Dat kan wel, maar is niet<br />

altijd gunstig’, legt Sridhar uit. ‘De haar<br />

wordt zover uitgetrokken voor deze wordt<br />

afgeschoren dat deze weer terugzakt tot<br />

onder de huid. Een haar kan zo ook onder<br />

de huid verder groeien. Pijnlijk. ‘Sridhar<br />

zegt lachend: `Ja, ik wist voor deze opdracht<br />

niet dat mannen zoveel problemen<br />

konden hebben.’<br />

VM EA CT TR OI RX / 42 / 2 0 01 81 49


Foto: OGC<br />

5 0<br />

Nieuws<br />

Service<br />

SNELWEGPROEF VOOR ATEAM<br />

De Grand Cooperative Driving Challenge (GCDC),<br />

waarvoor half mei gedurende het weekend de<br />

snelweg tussen <strong>Eindhoven</strong> en Helmond gebruikt<br />

werd, is wat het ATeam van de TU/e betreft een<br />

succes. De wedstrijd en de publieksdemonstratie<br />

leverden genoeg leermomenten op. Bij de<br />

wedstrijd konden de deelnemers in verschillende<br />

onderdelen punten halen. Ze moesten<br />

onderling zo netjes mogelijk afstand houden en<br />

proberen in een colonne op de linkerrijstrook<br />

eerder de finish te halen dan de rivalen op de<br />

rechterrijbaan. De rijtjes hadden een wisselende<br />

samenstelling van vier of vijf wagens.<br />

De DAF truck van het ATeam werd zesde van<br />

de negen deelnemers. Michel Mol, student<br />

Werktuigbouwkunde: ‘Voor het gevoel ging<br />

het heel goed en hebben we veel geleerd.<br />

Bijvoorbeeld dat we veel met andere teams<br />

moeten testen. Coöperatief is hier wel een<br />

sleutelwoord. Pas de week voor de challenge<br />

hebben we samen met anderen gewerkt, bij<br />

TNO. Ieder team heeft zijn eigen implementatie<br />

van hardware. Je moet rekening houden met andermans<br />

sensoren en antennes en het optrekvermogen<br />

van de wagens. De organisatie van<br />

de challenge had alleen de communicatieregels<br />

vastgesteld.’<br />

Misha Croes, promovendus bij de faculteit<br />

Industrial Design (ID), heeft de scriptieprijs<br />

Innovaties in de Zorg <strong>2011</strong> gewonnen. Daarnaast<br />

ontving hij de Studentenparel van zorginstelling<br />

ZonMw. Met zijn ontwerp kunnen ouders hun<br />

baby die in de couveuse in het ziekenhuis ligt<br />

op afstand ‘troosten’. Croes, die juni 2010 aan<br />

Foto: Rien Meulman<br />

De Grand Cooperative Driving Challenge (GCDC), waarvoor de snelweg tussen <strong>Eindhoven</strong> en<br />

Helmond gebruikt werd.<br />

ZORG-AWARD VOOR PRODUCTIE<br />

HARTKLEPPEN<br />

Met een levende hartklep, gemaakt van<br />

lichaamseigen weefsel dat meegroeit met de<br />

patiënt, heeft de spin-off QTIS/e (gevestigd op<br />

de TU/e-campus) de Brainport Health Innovation<br />

Award <strong>2011</strong> (BHI Award) gewonnen. De prijs,<br />

een cheque van vijfduizend euro, werd uitgereikt<br />

door zwemicoon Pieter van den Hoogenband.<br />

Uit 25 inzendingen wees de jury QTIS/e als<br />

winnaar aan. De jury benadrukte het belang van<br />

hartklepinnovatie, omdat hierdoor sterfte onder<br />

hartpatiënten drastisch verminderd kan worden.<br />

Dankzij de technologie is er straks nog maar<br />

één operatie nodig in plaats van drie. Dit is veel<br />

minder belastend voor de patiënt en hij of zij<br />

Op afstand troosten van couveusekinderen<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />

de TU/e afstudeerde, maakte een medaillon<br />

dat in contact staat met het matrasje waarop<br />

het kind ligt in het ziekenhuis. Een webcam<br />

registreert de bewegingen van de zuigeling<br />

en geeft de signalen door aan een hanger die<br />

één van de ouders om de nek draagt. Maakt de<br />

zuigeling drukke bewegingen -een teken van<br />

hoeft bovendien geen anti-stollingsmiddelen<br />

meer te slikken. Naast een verbeterde kwaliteit<br />

van leven leidt de vinding tot een aanzienlijke<br />

kostenbesparing. Ir. Mirjam Rubbens,<br />

medeoprichter van QTIS/e en TU/e-alumna, vindt<br />

de prijs ‘een mooie bevestiging dat we op de<br />

goede weg zijn.’ Het bedrijf is in 2007 ontstaan<br />

vanuit de faculteit Biomedische Technologie.<br />

QTIS/e richt zich op het commercieel rendabel<br />

ontwikkelen van lichaamseigen hartkleppen<br />

en bloedvaten. De oprichters willen in 2014<br />

met de eerste klinische toepassingen van hun<br />

product beginnen. Het werk van QTIS/e werd al<br />

eerder beloond met prijzen en subsidies. Zo won<br />

medeoprichter en TU/e-alumnus dr.ir. Martijn<br />

Cox in 2010 de Simon Stevin Gezelprijs voor<br />

onderzoek op dit gebied.<br />

stress- dan bootst het medaillon die bewegingen<br />

na. Zodra de ouder zijn of haar hand vervolgens<br />

om de hanger sluit, gaat er een signaal naar<br />

het matras en vormt het zich als een cocon en<br />

straalt warmte uit. Door dit ‘cocoonen’ -het met<br />

beide handen omsluiten van de baby om zo de<br />

suggestie van de baarmoeder te wekken- te<br />

simuleren, kan het stressniveau bij de zuigeling<br />

dalen. De promovendus kwam tot zijn creatie na<br />

gesprekken met onder meer verpleegkundigen,<br />

artsen en ouders. De ID’er heeft sinds<br />

september een promotieplek aan de TU/e.<br />

Hij gaat onderzoeken hoe de binding tussen<br />

ouders en hun couveusekindje kan worden<br />

versterkt. In totaal waren er 55 inzendingen<br />

voor de scriptieprijs. Croes won 2.500 euro voor<br />

zichzelf en kreeg daarnaast 25.000 euro om zijn<br />

prototype verder uit te werken.


3TU.SCHOOL FOR<br />

TECHNOLOGICAL DESIGN<br />

Het Stan Ackermans Institute viert dit jaar het<br />

25-jarig bestaan van de technologische ontwerpersopleidingen.<br />

Om dit te vieren is het boek<br />

‘The innovation degree’ samengesteld . Het boek<br />

bevat onder meer informatie over (de geschiedenis<br />

van) de ontwerpersopleidingen, interviews<br />

over succesvolle geïmplementeerde ontwerpen<br />

en plannen voor de toekomst. Op www.3tu.nl/<br />

sai/book kunt u het boek inzien en bestellen<br />

(kosten: 5 euro).<br />

3TU.School for Technological Design<br />

STAN ACKERMANS INSTITUTE<br />

The innovation degree<br />

25 years of technological designer programmes<br />

OEUVREPRIJS VOOR WACHTRIJ-<br />

DESKUNDIGE BOXMA<br />

Prof.dr.ir. Onno Boxma ontvangt de ACM<br />

SIGMETRICS Achievement Award <strong>2011</strong>. Deze<br />

oeuvreprijs wordt jaarlijks uitgereikt op het<br />

jaarcongres van de SIGMETRICS-afdeling van<br />

de Association for Computing Machinery, de<br />

grootste vereniging van informatici. Boxma<br />

krijgt de prijs voor ‘Outstanding contributions<br />

to queuing theory and exceptional leadership<br />

in the performance evaluation community’.<br />

De 58-jarige Boxma is hoogleraar Stochastic<br />

Operations Research aan de faculteit Wiskunde<br />

& Informatica en was tot voor kort directeur<br />

van onderzoeksinstituut EURANDOM. Hij is een<br />

expert op het gebied van wachtrijen en richt<br />

zich vooral op toepassingen in het wegverkeer,<br />

productie en logistiek en prestatieanalyse van<br />

computers. Twee jaar geleden ontving hij hiervoor<br />

een eredoctoraat in Haifa. Hij publiceerde<br />

meer dan <strong>18</strong>0 artikelen en is (co-)auteur van vijf<br />

boeken over wachtrijtheorie.<br />

DIGITALE TU/e ENCYCLOPEDIE<br />

Bij het vijftigjarig bestaan van de TU/e in 2006<br />

verscheen van de hand van beleidsmedewerker<br />

Joep Huiskamp ‘De kleine TU/e encyclopedie<br />

1956-2006’. Vijf jaar later, bij het elfde lustrum,<br />

is die encyclopedie overgezet van papier naar<br />

Agenda<br />

1 juli, 16.00 uur, TU/e-auditorium: Intreerede<br />

van prof.ir. Renz van Luxemburg van de faculteit<br />

Bouwkunde. Voor meer informatie: www.<br />

tue.nl/agenda.<br />

8 juli, 16.00 uur, TU/e-auditorium: Intreerede<br />

van prof.ir. Elphi Nelissen van de faculteit<br />

Bouwkunde. Voor meer informatie: www.tue.<br />

nl/agenda.<br />

2 september, 9.00 - <strong>18</strong>.00 uur, TU/e: Alumni<br />

lustrumdag. Voor meer informatie: zie pagina<br />

34-37 en het losse programmaboekje dat<br />

meegezonden is met deze Matrix. Zie ook:<br />

www.tue.nl/alumnidag.<br />

9 september, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />

Afscheidscollege van prof.dr.ir. Bob Mattheij<br />

van de faculteit Wiskunde en Informatica.<br />

Voor meer informatie: www.tue.nl/agenda.<br />

16 september, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />

Intreerede van prof.dr.BA Ben Schouten van<br />

het net en heeft iedereen de mogelijkheid<br />

nieuwe lemma’s toe te voegen en bestaande uit<br />

te breiden. Ook foto’s en filmpjes zijn welkom.<br />

Wie tekst of beeldmateriaal wil bekijken kan<br />

terecht op www.tuencyclopedie.nl.<br />

EINDHOVEN, HOOFDSTAD<br />

VAN VLEESKWEEK<br />

De TU/e als centrum van het wereldwijde onderzoek<br />

naar kweekvlees. Dat schrijft het gerenommeerde<br />

Amerikaanse maandblad ‘The New<br />

Yorker’ in mei in het artikel ‘Test-Tube Burgers’.<br />

Hierin gaat journalist Michael Specter op zoek<br />

naar vlees dat is vervaardigd in een laboratorium.<br />

De verslaggever is erg onder de indruk van<br />

de kennis van de TU/e op dit gebied: ‘De universiteit,<br />

en de faculteit Biomedische Technologie<br />

in het bijzonder, is het centrum geworden voor<br />

onderzoek naar kweekvlees.’<br />

Specter wilde antwoord krijgen op de vraag<br />

hoe lang het nog duurt, voordat je vlees kunt<br />

eten dat in een lab is geproduceerd. Bij zijn<br />

zoektocht kwam hij uit in Nederland. Door hem<br />

omschreven als het ‘Silicon Valley’ van het<br />

kweekvlees. Het artikel in the New Yorker is in<br />

zijn geheel lovend over <strong>Eindhoven</strong> en de TU/e in<br />

de faculteit Industrial Design. Voor meer informatie:<br />

www.tue.nl/agenda.<br />

30 september, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />

Afscheidscollege van prof.dr. Piet Lemstra van<br />

de faculteit Scheikundige Technologie. Voor<br />

meer informatie: www.tue.nl/agenda.<br />

2 oktober, 9.00 - 17.00 uur, TU/e-campus:<br />

TU/eXperience. Voor iedereen tussen de<br />

6 - 80 jaar met interesse in technologie. Voor<br />

meer informatie:www.tue.nl/tuexperience.<br />

14 oktober, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />

Afscheidscollege van prof.ir. Jan Westra van de<br />

faculteit Bouwkunde. Voor meer informatie:<br />

www.tue.nl/agenda.<br />

26 oktober, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />

Intreerede van prof.dr. Perry ten Brok van de<br />

<strong>Eindhoven</strong> School of Education. Voor meer<br />

informatie: www.tue.nl/agenda.<br />

het bijzonder. Specter beschrijft <strong>Eindhoven</strong> als<br />

de hoofdstad van de Nederlandse industrial design<br />

beweging en de logische thuishaven voor<br />

de voornaamste technische universiteit van het<br />

land. The New Yorker wordt gezien als één van<br />

de beste journalistieke bladen ter wereld.<br />

TU/e-HOOGLERAAR LID KNAW<br />

René Janssen, hoogleraar moleculaire materialen<br />

en nanosystemen aan de TU/e, is gekozen<br />

tot lid van de Koninklijke Nederlandse Academie<br />

van Wetenschappen (KNAW). Dat heeft het bestuur<br />

van de KNAW deze week onlangs bekendgemaakt.<br />

In totaal zijn dit jaar twintig nieuwe<br />

leden, vier correspondenten en twee buitenlandse<br />

leden gekozen. De nieuwkomers worden<br />

eind september geïnstalleerd.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 51


JAN POST:<br />

‘Nederland moet<br />

een sterke,<br />

creatieve stad<br />

in de delta<br />

worden.’<br />

Den Dolech 2<br />

Postbus 513<br />

5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />

Telefoon (040) 247 91 11<br />

e-mail: voorlichting@tue.nl<br />

Internet: http://www.tue.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!