Jaargang 18, zomer 2011 ... - Technische Universiteit Eindhoven
Jaargang 18, zomer 2011 ... - Technische Universiteit Eindhoven
Jaargang 18, zomer 2011 ... - Technische Universiteit Eindhoven
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Jaargang</strong> <strong>18</strong>, <strong>zomer</strong> <strong>2011</strong><br />
MATRIX<br />
KWARTAALBLAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN<br />
Meer instroom<br />
nodig voor bachelor<br />
In gesprek met Jan Post, kennisambassadeur UvA<br />
Meer vrouwen in wetenschappelijke staf<br />
Voorproefje alumni lustrumdag 2 september
Colofon<br />
<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong><br />
Communicatie Expertise Centrum<br />
Postbus 513<br />
5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />
homepage: http://www.tue.nl<br />
e-mail: matrix@tue.nl<br />
Hoofdredactie<br />
Drs. Han Konings<br />
Telefoon (040) 247 33 30/247 29 61<br />
e-mail: j.l.konings@tue.nl<br />
Informatie over adverteren<br />
H&J Uitgevers<br />
Telefoon (010) 451 55 10<br />
Telefax (010) 451 53 80<br />
Medewerkers aan dit nummer<br />
Cora van den Berg, Judith van Gaal,<br />
Chris van de Graaf, Joep Huiskamp,<br />
Ingrid Magilsen, Frits van Otterdijk,<br />
Paula van de Riet<br />
Eindredactie en coördinatie<br />
Communicatiebureau Corine Legdeur<br />
e-mail: corine@legdeurcommunicatie.nl<br />
Foto’s en illustraties<br />
Marcel den Hollander, Vincent van den<br />
Hoogen, Rien Meulman, OGC<br />
Bart van Overbeeke, Kempenhaeghe<br />
Henk Pluijm, Jan Willem Zeldenrust<br />
Vormgeving<br />
Onnink Grafische Comm. BV,<br />
www.onninkgc.com<br />
Druk<br />
E.M. de Jong, Baarle-Nassau<br />
Redactieadviesgroep<br />
Mr.drs. B.C. Donders, Prof.dr.ir. G.M.W.<br />
Kroesen, Drs. D.W.T Meijers.<br />
Matrix wordt gemaakt door<br />
het Communicatie Expertise Centrum<br />
van de TU/e en verschijnt vier keer per<br />
jaar. Het blad wordt (na schriftelijk verzoek)<br />
kosteloos toegezonden aan TU/eingenieurs<br />
en aan een scala van andere,<br />
externe relaties.<br />
Gehele of gedeeltelijke overname van<br />
artikelen uit Matrix is alleen toegestaan<br />
na overleg met de redactie en met bronvermelding.<br />
Voor het gebruik van de<br />
foto’s of andere illustraties is toestemming<br />
van de maker nodig.<br />
Het eerstvolgende nummer van Matrix<br />
verschijnt in oktober <strong>2011</strong>.<br />
2<br />
Op de cover:<br />
Het bacheloronderwijs wordt flink<br />
onder handen genomen en dat moet<br />
leiden tot een vergroting van de<br />
instroom van studenten.<br />
Lees verder op pag. 4<br />
ISSN 1380-247X<br />
Inhoud<br />
4 Revolutionair verandering in bacheloronderwijs<br />
Er komt meer flexibiliteit en een ruimere keuze in studieroutes. Wie met zijn studie echt de<br />
diepte in wil, kan dat nog altijd.<br />
8 In gesprek met Jan Post<br />
Jan Post, onder meer voormalig bestuurder van Philips en het Rode Kruis, bepleit een<br />
verregaande samenwerking tussen de drie belangrijke mainports van Nederland: <strong>Eindhoven</strong>,<br />
Amsterdam en Rotterdam.<br />
12 Meer vrouwen in de wetenschappelijke staf<br />
De TU/e is er zeker niet trots op, op het kleine aantal vrouwen in hogere<br />
wetenschappelijke functies. Daarom gaat het roer om. Een palet aan initiatieven<br />
moet ervoor zorgen dat in 2020 van de UHD’s en hoogleraren 20 procent vrouw is.<br />
16 Best Innovator Group Award<br />
De Best Innovator Group (BIG) Award is een prijs voor de veelbelovendste jonge<br />
onderzoeksgroep van de TU/e. De drie finalisten die het in november tegen elkaar opnemen,<br />
komen aan het woord.<br />
28 Thuis op een universiteit met een bètaprofiel<br />
Een gesprek met Jaap Schouten, hoogleraar Chemische Reactortechnologie en sinds kort<br />
decaan van de faculteit Scheikundige Technologie.<br />
En verder in dit nummer<br />
Nieuwe bladformule / 3 • TU/e in de pers / 7 • Nieuws bedrijfsleven / 11 • Student in het<br />
buitenland / 14 • Nieuws onderwijs / 15 • Nieuws onderzoek / 20 • Gesteld / 25 • TU/e 55th<br />
Anniversary Awards / 29 • Arno Aarts, senior projectmanager HEVO / 30 • Lustrum TU/e / 32 •<br />
Judith Schoenmaeckers, commercieel directeur bij Randstad / 36 • René Vermetten, persvoorlichter<br />
van Willem II / 38 • Samenwerking Kempenhaeghe en TU/e / 40 • Allplast groeit naar ontwikkelbedrijf<br />
/ 42 • Starter NEMO Healthcare / 44 • Peter Simons, partner in consultancy bureau/ 46<br />
• Ontwerper in opleiding Vijayalakshmi Sridhar / 48 • Agenda en service/ 50<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1
Deuren open voor breed publiek<br />
TU/eXperience met thema Energy, Health en Smart Mobility<br />
Datum: Zondag 2 oktober <strong>2011</strong>.<br />
Plaats: TU/e-auditorium en verschillende andere locaties op<br />
het TU/e-terrein.<br />
Inhoud: Jaarlijks opent de TU/e haar deuren voor een breed<br />
publiek. Dit jaar zijn de thema’s Energy, Health en Smart Mobility.<br />
Met toegankelijke lezingen en demonstraties kan jong en oud<br />
Nieuwe bladformule voor Matrix<br />
kennisnemen van de onderwijs- en onderzoeksactiviteiten.<br />
Doelgroep: Breed publiek van 6 tot 80 jaar, iedereen met<br />
interesse in technologie of in de TU/e in het bijzonder.<br />
Organisatie: Communicatie Expertise Centrum.<br />
Meer informatie: www.tue.nl/tuexperience. Toegang is gratis.<br />
Terwijl u deze Matrix leest, wordt achter de schermen hard gewerkt aan de vernieuwing van het blad. Net als een huis vraagt een<br />
relatieblad af en toe ook om een nieuwe inrichting en een verse lik verf. We willen graag meegaan met de tijd, inspelen op online<br />
ontwikkelingen en u als lezer een kwalitatief hoogwaardig, informatief én verrassend blad bieden. De uitkomsten van het vorig jaar<br />
gehouden lezersonderzoek nemen we vanzelfsprekend mee in deze vernieuwingsslag. Ook maken we dankbaar gebruik van de<br />
ideeën en suggesties voor onderwerpen die we via onder andere<br />
<br />
Linkedin en een blog hebben ontvangen van verschillende lezers.<br />
Deze editie is de laatste in de huidige vorm. In het najaar verschijnt <br />
<br />
het blad in haar nieuwe jasje. De nieuwe uitgave verschijnt nog<br />
<br />
niet in september, zoals u gewend bent, maar eind oktober/begin<br />
november. En we maken er meteen een extra dik nummer van met<br />
<br />
<br />
een special over de drie Strategic Area’s van de TU/e: Energy, Health<br />
en Smart Mobility.<br />
Redactieadviseurs gezocht<br />
Voor het nieuwe relatieblad zijn we nog opzoek naar TU/e-alumni<br />
die willen aanschuiven in onze redactieadviesraad. Deze raad denkt<br />
voor iedere editie mee over de invulling van het blad. Daarvoor hebben<br />
zij per editie één vergadering. De huidige redactieadviesraad<br />
willen we graag aanvullen met lezers die betrokken willen zijn bij<br />
de totstandkoming van Matrix. Kortom, een frisse blik van buitenaf.<br />
Interesse? Meer informatie is verkrijgbaar bij Han Konings,<br />
telefoon 040 – 247 33 30, e-mail: j.l.konings@tue.nl<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 3
Foto: Bart van Overbeeke<br />
4<br />
BELEID<br />
Studenten op weg<br />
naar de TU/e.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1
Bacheloronderwijs<br />
ondergaat een<br />
revolutionaire verandering<br />
Het is alle hens aan dek voor het bacheloronderwijs aan de TU/e. De instroom stokt, vooral<br />
bij de puur exacte opleidingen, die daarmee in de gevarenzone komen. Daarnaast zijn de<br />
huidige rendementscijfers ver onder de maat. Rector Hans van Duijn durfde ze tijdens de<br />
dies op 28 april niet te noemen. Zijn boodschap was wel duidelijk: het bacheloronderwijs<br />
aan de TU/e moet anders. Er komt meer flexibiliteit en een ruimere keuze in studieroutes.<br />
Wie met zijn studie echt de diepte in wil, kan dat nog altijd. Maar ook generalisten en<br />
carrièredenkers moeten verleid worden om vaker voor de TU/e te kiezen.<br />
Een ingrijpende omslag in het bacheloronderwijs<br />
is volgens rector prof.dr.ir.<br />
Hans van Duijn pure noodzaak voor de<br />
TU/e om op termijn te kunnen overleven<br />
als onder-wijsinstituut. Anders blijft er<br />
straks slechts een onderzoeksinstituut<br />
over, zo waarschuwde hij tijdens de<br />
dies. Een taskforce heeft de eerste drie<br />
maanden van dit jaar hard gewerkt aan<br />
‘Het onderwijs<br />
wordt voor<br />
de student<br />
aantrekkelijker’<br />
een plan dat het bacheloronderwijs<br />
aan de TU/e ook voor bredere groepen<br />
aantrekkelijker moet maken. Men wil<br />
de veranderingen snel doorvoeren. Al in<br />
september 2012 moet de TU/e aantrekkelijker<br />
zijn voor groepen studenten die<br />
wel geïnteresseerd zijn in techniek, maar<br />
die nog niet precies weten wat ze ermee<br />
willen. Generalisten en carrièredenkers<br />
moeten er ook een opleiding van hun gading<br />
vinden.<br />
<strong>Technische</strong> opleidingen doen het op<br />
dit moment overigens niet slecht als<br />
gekeken wordt naar de vooraanmeldingscijfers<br />
voor het komende studiejaar.<br />
Prof.dr. Anthonie Meijers, lid van de<br />
taskforce, relativeert die goede cijfers<br />
direct: ‘Dat is mooi, maar we moeten echt<br />
kijken naar de lange termijn en de grote<br />
lijnen. Statistieken laten zien dat we de<br />
komende jaren uit Limburg en Brabant<br />
steeds minder studenten gaan trekken.<br />
De bevolking in beide regio’s vergrijst,<br />
dus er zijn straks gewoonweg minder<br />
jongeren.’<br />
Volgens rector Van Duijn blijven er daardoor<br />
twee opties open: ‘Enerzijds moeten<br />
we onze vleugels uitslaan boven de rivieren<br />
met het aanbieden van speciale opleidingen,<br />
zoals bijvoorbeeld op het gebied<br />
van automotive. Anderzijds moeten we<br />
op de TU/e in de bachelor andere studieroutes<br />
gaan ontwikkelen. Denk naast de<br />
monodisciplinaire opleiding Natuurkunde<br />
aan de variant Industriële Natuurkunde,<br />
waarin een flink stuk Bedrijfskunde zit.<br />
Bij Informatica zou je een track kunnen<br />
ontwikkelen die speciaal gericht is op<br />
het ontwerpen van websites. Daarmee<br />
moeten we een ander studentenpubliek<br />
gaan aantrekken. Dat moet die demografische<br />
terugval in Brabant en Limburg<br />
opvangen.’<br />
Hoogwaardig onderwijs<br />
Het nieuwe motto van de aanstaande verandering<br />
luidt: ‘Design your own studies’.<br />
Wordt dat een soort snackbarmodel voor<br />
de student: kies zelf uit wat je lekker<br />
vindt? Meijers heel beslist: ‘Nee, dat is<br />
echt een totaal verkeerde vergelijking.<br />
We bieden studenten straks meer ruimte<br />
en flexibiliteit bij het inrichten van de<br />
studie, maar het blijft allemaal hoogwaardig<br />
onderwijs wat we aanbieden.<br />
Studenten worden in het nieuwe systeem<br />
uitgedaagd hun eigen excellentie te<br />
ontwikkelen. Van de <strong>18</strong>0 studiepunten<br />
die een student in de bachelor moet<br />
halen, blijven er 90 gereserveerd voor<br />
de major. Daarnaast komt er een keuzeruimte<br />
van 60 studiepunten. Je kunt<br />
daarbij kiezen voor vakken om op jouw<br />
gebied de diepte in te gaan, maar er zit<br />
ook een component bij met onderwijs in<br />
sociale- en menswetenschappen, zoals<br />
op het gebied van mens-systeem interactie,<br />
ondernemerschap en professionele<br />
vaardigheden, zoals communiceren en<br />
samenwerken. Ook komt er een gemeenschappelijke<br />
basisprogramma van 30<br />
studiepunten met daarin onder meer<br />
aandacht voor modelleren en ontwerpen.’<br />
Van Duijn vult aan dat het zeker geen<br />
‘lang leven de lol’ wordt bij deze flexibelere<br />
programma’s: ‘We gaan die studenten<br />
middels coaching nadrukkelijk bij de<br />
hand nemen en ze gedurende hun studie<br />
voortdurend confronteren met de keuzes<br />
die ze maken. Als ze verkeerde keuzes<br />
dreigen te maken, zullen we ze zeer<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 5
6<br />
BELEID<br />
dwingend adviseren dat niet te doen.’<br />
Kern van de zaak is volgens Van Duijn dat<br />
er van de instelling naar de student toe<br />
en omgekeerd veel meer betrokkenheid<br />
moet komen. ‘Dat is inherent aan deze<br />
opzet. Dit verschaft de student meer vrijheid,<br />
maar dan verwachten wij dat die de<br />
studie serieus neemt en dat hij of zij er<br />
ook voldoende tijd in steekt.’<br />
Meijers: ‘We maken hiermee de switch<br />
van aanbodgestuurd onderwijs naar meer<br />
vraaggeörienteerd onderwijs. Dat willen<br />
we samen met de studenten ontwikkelen.<br />
De studenten stellen we nadrukkelijk<br />
voorop. Die hoeven zich in de toekomst<br />
niet meer door een vooraf compleet vastgesteld<br />
programma heen te worstelen,<br />
maar krijgen zelf meer te kiezen. Dat<br />
vraagt echt om een cultuuromslag binnen<br />
deze organisatie. Dat gaat het onderwijs<br />
aantrekkelijker maken, óók voor die<br />
intrinsiek geïnteresseerde bètastudent<br />
die we nu vooral trekken.’ Dit moet de<br />
motivatie verbeteren en daarmee ook het<br />
rendement, meent Van Duijn.<br />
Automotive<br />
Gaan door al deze wijzigingen de honkvaste<br />
studenten uit andere regio’s straks<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
‘Van aanbodgericht<br />
naar<br />
vraaggeörienteerd<br />
onderwijs’<br />
ook daadwerkelijk hun weg vinden naar<br />
<strong>Eindhoven</strong>? Van Duijn: ‘We zijn bezig<br />
met werving op nationaal niveau via<br />
reclamespots op tv en op billboards. Dat<br />
is iets dat we echt voor het eerst doen.<br />
Het deed me onlangs veel genoegen om<br />
op elk metrostation in mijn woonplaats<br />
Rotterdam een wervingsposter van de<br />
TU/e te zien. Met onze speciale opleidingen,<br />
zoals op het gebied van automotive,<br />
moeten we ons extra gaan profileren. En<br />
als we een bachelor gaan aanbieden op<br />
het gebied van energie of gezondheid,<br />
dan moeten we ook dat op grote schaal<br />
kenbaar maken. Voor opleidingen als wiskunde<br />
en natuurkunde zal de instroom<br />
altijd vrij regionaal blijven. Dat kun je op<br />
veel plaatsen in Nederland doen. Maar<br />
de zaken waarmee we ons onderscheiden,<br />
zoals de manier waar op we hier<br />
Industrial Design doen, moeten we veel<br />
meer uitventen. Ook het feit dat de TU/e<br />
Prof.dr.ir. Hans van Duijn, rector magnificus, wil<br />
de nieuwe onderwijsinrichting in september 2012<br />
laten ingaan.<br />
midden in Brainport zit, dé technologieregio<br />
van Nederland, zou toch als een<br />
unique selling point moeten werken voor<br />
studiekiezers.’<br />
Volgens Meijers zal ook de nieuwe inrichting<br />
van de bachelor zelf straks als<br />
een extra aantrekkingskracht gaan fungeren.<br />
‘We moeten laten zien dat je bij<br />
ons ook terecht kunt als je het nog niet<br />
direct weet. Onderzoek wijst uit dat veel<br />
studenten -meer dan vijftig procent- het<br />
heel aantrekkelijk vindt om niet al direct<br />
te hoeven kiezen. Dat kan dan straks in<br />
<strong>Eindhoven</strong>. Voor wie zijn keuze nog wat<br />
wil uitstellen, stippelen wij dan de juiste<br />
route uit. We verwachten ook dat de<br />
student zelf meer met het onderwijs aan<br />
de slag gaat. Wij trekken ons gedeeltelijk<br />
terug en vragen van hen meer zelfstudie.<br />
Het gaat om minimaal dertig procent<br />
zelfstudie. De student moet zijn voortgang<br />
laten zien aan zijn studiecoach. De<br />
docenten gaan zich dus zeker niet minder<br />
inspannen, maar ze gaan het op een andere<br />
manier doen. We reiken ze dus niet<br />
passief kennis aan, maar gaan ze er nog<br />
veel actiever bij betrekken.’<br />
Coachen<br />
Het coachen van studenten is een belangrijk<br />
onderdeel binnen het plan, maar<br />
het is ook arbeidsintensief. Dat, terwijl<br />
de TU/e de komende jaren juist wil gaan<br />
bezuinigingen. Hoe is dat te rijmen?<br />
Van Duijn: ‘Onderwijs blijven we ook in<br />
de toekomst hoog op de agenda plaatsen.<br />
We gaan minder college geven, maar<br />
de onderwijsbegeleiding zal zeker niet<br />
minder van onze tijd kosten. We staan er<br />
op dit vlak in 3TU-verband minder slecht<br />
voor. Er komen mogelijk extra additionele<br />
middelen voor beschikbaar uit Den Haag,<br />
want ook in Delft en Twente spelen deze<br />
problemen. Er moet nu ook echt iets wezenlijks<br />
veranderen, want in het verleden<br />
hebben we eigenlijk alleen maar kleine<br />
stapjes gezet, zoals bijvoorbeeld de invoering<br />
van een bindend studieadvies.<br />
Die kleine stapjes hebben niet geholpen<br />
om de instroom te verhogen of om de<br />
rendementen te verbeteren. Dit wordt<br />
echt een revolutie op onderwijsgebied,<br />
waarbij we iedereen hard nodig hebben:
docenten en studenten.’<br />
Van Duijn wijst er nog maar eens op dat<br />
in het kader van het Sectorplan Natuur-<br />
en Scheikunde is afgesproken dat die<br />
opleidingen over vijf jaar een instroom<br />
hebben van minimaal honderd studenten.<br />
Van Duijn: ‘Daar zitten we op dit moment<br />
nog hartstikke ver van af. Als we dat aantal<br />
niet halen, wordt dat extra geld weer<br />
aan ons onttrokken en zullen er keuzes<br />
gemaakt moeten worden aan welke<br />
instelling nog welke opleiding verzorgd<br />
mag worden. Dan blijft er van sommige<br />
opleidingen alleen nog iets over voor het<br />
geven van serviceonderwijs ten behoeve<br />
van andere opleidingen.’<br />
In september 2012 wordt ook de harde<br />
knip ingevoerd aan de TU/e en het bindend<br />
studieadvies is dan net drie jaar<br />
oud. Kan het systeem deze hele vernieuwing<br />
van de bachelor ook nog aan? Van<br />
Duijn: ‘Als iedereen er achter gaat staan,<br />
kunnen we in september 2012 al een heel<br />
eind komen. Uitstel betekent direct weer<br />
TU/e in de pers<br />
berichten uit landelijke en regionale bladen<br />
‘We slapen in een dierentuin,<br />
iedere avond liggen we tussen<br />
de mijten, bacteriën,<br />
schimmels en insecten.’<br />
PROF.DR. ANNELIES VAN<br />
BRONSWIJK, hoogleraar<br />
Gezondheidstechniek bij de<br />
faculteit Bouwkunde, in het<br />
artikel ‘Hoe vaak moet je<br />
voor een gezonde nachtrust<br />
je bed verschonen?’, in DE<br />
VOLKSKRANT van 2 mei <strong>2011</strong>.<br />
‘In Duitsland is sprake van<br />
een positievere houding ten<br />
opzichte van ingenieurswetenschappen.<br />
als je daar<br />
Herr Diplomingenieur bent,<br />
ben je iemand.’<br />
het verlies van een heel jaar. De decanen<br />
en opleidingsdirecteuren zijn in ieder<br />
geval enthousiast over deze plannen. Al<br />
hebben zij in dit stadium natuurlijk nog<br />
volop vragen. Maar we staan nu voor een<br />
heel belangrijk moment voor de TU/e,<br />
waarbij we geen uitstel mogen dulden.<br />
We moeten ook aan iedereen laten zien<br />
hoe mooi het hiermee gaat worden.’<br />
Nieuwe taskforce<br />
Biedt een jaar voldoende tijd om deze<br />
ambitieuze voornemens ingevoerd te<br />
krijgen? Van Duijn: ‘Er komt nu een<br />
nieuwe taskforce die zich daarmee gaat<br />
bezighouden. Die groep gaat kijken naar<br />
de organisatie, de financiën, de didactiek,<br />
et cetera. Wat betekent dit voor de<br />
verroostering, welke nieuwe majors zijn<br />
er mogelijk? Met welke universitaire partners<br />
gaan we in zee voor extra kennis? Op<br />
detailniveau moet nog ontzettend veel<br />
werk verzet worden, dat is waar.’<br />
Inmiddels is die taskforce onder leiding<br />
PROF.DR.IR. HANS VAN<br />
DUIJN, rector magnificus<br />
van de TU/e, in het artikel<br />
‘TU/e moet als een magneet<br />
werken’, in het EINDHOVENS<br />
DAGBLAD van 5 mei <strong>2011</strong>.<br />
‘In China wordt elke week een<br />
centrale opgeleverd. Het zou<br />
mooi zijn als ons concept daar<br />
straks standaard wordt toegepast.’<br />
PROF.DR.IR. MARTIN VAN<br />
SINT ANNALAND, hoogleraar<br />
bij de faculteit Scheikundige<br />
Technologie, in het artikel<br />
‘Zandbak met metaalkorrels<br />
houdt de CO uit de lucht’, in DE<br />
2<br />
VOLKSKRANT van 22 april <strong>2011</strong>.<br />
‘Ik moet zeggen dat ik nog<br />
nooit een kapot led-verkeerslicht<br />
ben tegengekomen, en<br />
in <strong>Eindhoven</strong> staan er toch<br />
genoeg.’<br />
PROF.DR. ERIK BAKKERS,<br />
hoogleraar Photonics and<br />
Semiconductor Nanphysics,<br />
in het artikel ‘Zijn leds wel<br />
geschikt voor gebruik in verkeerslichten?’<br />
in de CURSOR<br />
van 19 mei <strong>2011</strong>.<br />
‘In het jaar 2000 - zo was<br />
voorspeld - zouden we op<br />
andere planeten leven en<br />
met auto’s door de straten<br />
vliegen. Maar niemand voorspelde<br />
de mobiele telefoon.’<br />
van dr.ir. Lex Lemmens aan de slag gegaan<br />
met de verdere ontwikkeling en<br />
invoering van de plannen. Lemmens<br />
wil voor de <strong>zomer</strong>vakantie al een aantal<br />
projecten opstarten. Volgens hem<br />
moet in september 2013 de hele omslag<br />
gerealiseerd zijn. ‘Het zal dan nog wel<br />
enige jaren duren om er echt helemaal<br />
in te groeien’, aldus Lemmens, die ook<br />
beoogd dean is van een nog op te richten<br />
Bachelor College.<br />
Wat gaat dit plan betekenen voor het nog<br />
op te starten University College, waar al<br />
enige tijd sprake van is? Van Duijn: ‘Als<br />
we dit weten te realiseren, vertoont ons<br />
bacheloronderwijs straks al heel veel<br />
overeenkomsten met bijvoorbeeld het<br />
Utrechtse University College. We moeten<br />
dan echt goed kijken wat nog de toegevoegde<br />
waarde is van een eigen College.<br />
Misschien moeten we daarin ons Honors<br />
Program onderbrengen. Het is nog te<br />
vroeg om daar nu al iets meer over te<br />
kunnen zeggen.’<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Prof.dr. Erik Bakkers<br />
DR.IR. KOERT VAN<br />
MENSVOORT, onderzoeker bij<br />
de faculteit Industrial Design, in<br />
het artikel ‘Blijven we in de pan<br />
zitten of springen we eruit?’ in<br />
het blad ‘FRITS’, van juni/juli<br />
<strong>2011</strong>.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 7
Foto’s: Bart van Overbeeke<br />
8<br />
XXXXXXXXX<br />
IN GESPREK<br />
Jan Post,<br />
kennisambassadeur aan de<br />
<strong>Universiteit</strong> van Amsterdam<br />
‘<strong>Eindhoven</strong> heeft een nieuwe<br />
operatie Centurion nodig’<br />
Er is reden tot zorgen over de regio <strong>Eindhoven</strong>, stelt Jan Post, onder meer voormalig bestuurder<br />
van Philips, het Rode Kruis en de Kamer van Koophandel in Amsterdam. Op dit moment is hij<br />
kennisambassadeur aan de <strong>Universiteit</strong> van Amsterdam. De 66-jarige <strong>Eindhoven</strong>aar vreest dat<br />
de dramatische terugval van het aantal nieuwe studenten aan de TU/e en de tegenvallende<br />
studieresultaten een voorbode zijn van meer slecht nieuws voor de regionale economie. Hij<br />
bepleit daarom een verregaande samenwerking tussen de drie belangrijke mainports van<br />
Nederland: <strong>Eindhoven</strong>, Amsterdam en Rotterdam.<br />
De kern van het betoog van de gedreven bestuurder,<br />
is dat Nederlanders geneigd zijn de geografische omvang<br />
van hun land te overschatten. ‘Op wereldschaal<br />
is Nederland een flinke stad, niet meer’, stelt Post.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
‘Het is een verstedelijkt gebied in een delta waar de<br />
afstanden klein zijn.’ Hij ervaart het zelf dagelijks wanneer<br />
hij reist tussen Amsterdam en <strong>Eindhoven</strong>, de twee<br />
steden waar hij woont en werkt. Ook is hij regelmatig in
Rotterdam en Den Haag. Voor familie gaat hij naar het<br />
oosten en noorden, voor ontspanning naar Maastricht<br />
en Antwerpen. ‘Alles is binnen anderhalf, twee uur te<br />
bereiken. Vergelijkbaar met de middelgrote steden in de<br />
wereld.’<br />
De kracht van de Nederlandse economie ziet Post in de<br />
drie mainports: Rotterdam, Amsterdam en <strong>Eindhoven</strong>.<br />
Daarnaast is er nog mode in Arnhem en de foodvalley<br />
in Wageningen. Dankzij de goede Nederlandse infrastructuur<br />
liggen deze gebieden allemaal in één regio,<br />
zoals groot-Londen of groot-Parijs. Maar helaas zit<br />
Nederland bestuurlijk anders in elkaar, stelt Post vast.<br />
‘Vanuit de regio’s wordt los van elkaar voor handelsmissies<br />
naar China, India en de VS gereisd. Zo stond<br />
ik een keer in de rij voor de burgemeester van Beijng,<br />
POST: ‘Waarom hebben we twee havens?<br />
Rotterdam kan veel beter de Amsterdamse haven<br />
overnemen. Daar zit de expertise.’<br />
meneer Wang. Achter mij stond de viceburgemeester<br />
van de Haarlemmermeer, daarachter de wethouder<br />
van Amstelveen. Wang zag door de bomen het bos<br />
niet meer.’ Hetzelfde gebeurt wanneer Chinezen naar<br />
hier komen en hun weg moeten vinden te midden van<br />
losstaande conglomeraten met allemaal hun eigen burgemeesters<br />
en bestuurders. ‘Zorg nou toch dat we één<br />
integraal programma hebben, zodat een buitenlander in<br />
drie dagen zijn zaken kan afhandelen in Nederland.’<br />
Schaalvergroting<br />
Samenwerken betekent ook dat niet elke stad alles<br />
moet willen doen, zegt Post. ‘Laat reclame en mode<br />
alsjeblieft over aan Amsterdam en Arnhem. Op het gebied<br />
van hightech is <strong>Eindhoven</strong> dé plaats. En waarom<br />
hebben we twee havens? Rotterdam kan veel beter<br />
de Amsterdamse haven overnemen. Daar zit de expertise.<br />
En bedenk dat de afstand tussen Amsterdam<br />
en Rotterdam nog altijd 17 kilometer minder is dan de<br />
hele lengte van de haven van Sjanghai – om de verhoudingen<br />
aan te geven. Je kunt dus gelijk de haven van<br />
Antwerpen er ook bij betrekken. Stap over je schaduw<br />
heen. Breng alles bij elkaar en vergroot de schaal.<br />
Kortom: verdeel de taken en treed op als één grote<br />
stad.’<br />
Enkele weken geleden kwam het betoog van Post<br />
samen met dat van Rob van Gijzel, de burgemeester<br />
van <strong>Eindhoven</strong> die al enkele jaren over de A2 naar<br />
Amsterdam kijkt, met als doel een verregaande samenwerking<br />
tussen de twee steden. Rotterdam hoort er<br />
ook bij als logistieke motor. In het <strong>Eindhoven</strong>s Dagblad<br />
legden de beide heren uit dat een samenwerking van<br />
de drie steden noodzakelijk is om Nederland als economische<br />
speler van belang te positioneren. Te beginnen<br />
met het gezamenlijk werven van internationale<br />
kenniswerkers, zo stelde Van Gijzel. Ook wil hij samen<br />
in gesprek met het kabinet om de economische belangen<br />
van Nederland maximaal te behartigen. Post: ‘Voor<br />
mij is het idee van een verbond tussen de drie steden<br />
ontstaan tijdens mijn voorzitterschap van de Kamer van<br />
Koophandel. Ik zag dat we in de delta over zoveel talent<br />
en kwaliteiten beschikken die we niet gezamenlijk inzetten,<br />
maar waarmee we elkaar juist beconcurreren.’<br />
Centurion<br />
De noodzakelijke verandering in Nederland moet<br />
volgens Post komen uit een omslag zoals hij meemaakte<br />
tijdens de operatie Centurion bij Philips. Het<br />
was 1991 en het ging slecht met Philips. Jan Timmer<br />
nam als topman het roer over en riep tachtig bestuurders<br />
van Philips, waaronder Jan Post, bijeen in Sint-<br />
Michielsgestel. ‘Timmer schreef: neem voldoende<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 9
1 0<br />
XXXXXXXXX<br />
IN GESPREK<br />
onderbroeken mee, want ik weet niet lang jullie moeten blijven’,<br />
vertelt Post, die op dat moment als landendirecteur in Spanje<br />
werkte. ‘Timmer liet ons zien hoe het er met Philips voor stond:<br />
bij ongewijzigd beleid zouden we binnen twee jaar failliet zijn.’<br />
Hij vroeg de directeuren om een lijst te maken van de grootste<br />
problemen van Philips. Dat werden er veertig. Die werden ondergebracht<br />
in twintig taskforces. ‘Binnen twee maanden moesten<br />
we met oplossingen komen. Dat is een gigantisch succes geworden.’<br />
Centurion wordt algemeen gezien als een onmisbare<br />
operatie in het overleven van de multinational.<br />
Deze aanpak is voor Post hét model waarmee <strong>Eindhoven</strong>, maar<br />
ook Nederland, het roer om kan gooien. ‘De drie burgemeesters<br />
zullen gezamenlijk het podium op moeten, net als bij Centurion.<br />
Zet de belangrijkste stakeholders in de zaal: de havendirectie,<br />
het onderwijs, bedrijfsleven, et cetera. Reken aan die mensen<br />
voor dat elke stad er op vooruit gaat wanneer ze het samen<br />
gaan doen. Ik heb dit bij het Rode Kruis ook gedaan, en het<br />
werkt. Je kunt dan heel snel snoeien en reorganiseren, om kort<br />
daarop beter te presteren.’<br />
Mindset<br />
De drie burgemeesters zijn hun achterban al aan het masseren,<br />
weet Post. ‘Er zal een aantal conferenties volgen om het conglomeraat<br />
Delta Nederland voor te bereiden. Ik volg dit met zeer<br />
grote interesse.’ Cruciaal in het slagen van een reorganisatie is<br />
dat Nederlandse bestuurders in andere succesvolle steden gaan<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
POST: ‘Je moet de afgrond tonen, en dan kunnen we<br />
wonderen verrichten.’<br />
kijken hoe men het daar doet. ‘Doe een benchmark met Seoel,<br />
Sjanghai en Londen. Alleen die vergelijking geeft al veel energie<br />
om het anders te gaan doen. Wij weten er nu niks van, want wij<br />
zijn bezig met onszelf en met elkaar. Niet met de concurrentie in<br />
het buitenland. Dat is een verkeerde mindset – dit moet anders.’<br />
Omslag<br />
Nu is voor <strong>Eindhoven</strong> het perfecte moment voor een reorganisatie<br />
als Centurion, stelt Post. Om te beginnen vanwege ‘het<br />
drama dat de TU/e nu treft’: de drastisch dalende instroom van<br />
nieuwe studenten. ‘Ik ben erg geschrokken. In Nederland neemt<br />
de instroom toe, in <strong>Eindhoven</strong> af. Dat wijst op onbehoorlijk<br />
management.’<br />
De manier waarop de rector magnificus Hans van Duijn het<br />
slechte nieuws bracht tijdens Dies Natalis deed Jan Post denken<br />
aan de eerste toespraak van Jan Timmer in 1991. ‘Hij zei:<br />
“Mensen, wij zijn failliet aan het gaan”. Maar Van Duijn durfde<br />
niet eens te zeggen hoe slecht het werkelijk gaat. Maak dan<br />
je borst maar nat. Laat dit het begin zijn van een omslag. Laat<br />
een aantal industriëlen zoals VDL, ASML, Philips, gemeente<br />
<strong>Eindhoven</strong> samen met de rector aan tafel gaan zitten en bespreken<br />
hoe het tij is te keren.’<br />
Voor Post is er één oplossing: de mensen laten zien welke kant<br />
het op gaat. ‘Je moet de afgrond tonen, en dan kunnen we<br />
wonderen verrichten.’ Zijn handen jeuken om het podium op<br />
te springen en de lijstjes te tonen waarop Nederland wegzakt:<br />
innovatie, economische groei, research, patenten, noem maar<br />
op. En de volgende stap is het verbinden van Nederland, het<br />
land als één sterke, creatieve stad in de delta. Te beginnen bij<br />
Amsterdam en <strong>Eindhoven</strong>.<br />
CV JAN POST<br />
Post was gedurende zeven jaar directeur Philips Electronics<br />
Nederland. Daarvoor werkte hij vijf jaar als directievoorzitter Philips<br />
Spanje en drie jaar in Pakistan. Een hoogtepunt was de lancering<br />
van de cd-speler die Post mocht doen: ‘Ik bracht de cd naar de<br />
wereld, daar schrijf ik nog een keer een boek over.’ Ook was hij<br />
algemeen directeur van het Rode Kruis. Toen hij zestig werd, kocht<br />
hij een appartement in Amsterdam, zijn geliefde stad. Hij werd voor<br />
een aantal jaren voorzitter van de KvK Amsterdam. Na zijn afscheid<br />
vroeg de <strong>Universiteit</strong> van Amsterdam, zijn oude universiteit, hem<br />
om te helpen de relaties tussen universiteit en bedrijfsleven te<br />
verbeteren. Ook is hij voor de onderwijsinstelling bezig met kennistransfer,<br />
onder meer als voorzitter van het Amsterdamse Center voor<br />
Entrepreneurship. Een recent project is om vijftig toptalenten uit de<br />
hele wereld naar Amsterdam te halen. Zij moeten hun masters en<br />
promotie doen aan een topopleiding van de UvA. In april werd Post<br />
geridderd voor twintig jaar bestuurlijk vrijwilligerswerk in <strong>Eindhoven</strong><br />
en Amsterdam.
Nieuws<br />
bedrijfsleven<br />
LUPO HAALT PRIJZEN IN BERLIJN<br />
Op het Michelin Challenge Bibendum <strong>2011</strong> in<br />
Berlijn heeft TU/e’s elektrische onderzoekswagen,<br />
de Volkswagen Lupo EL, maar liefst vijf<br />
awards gekregen. Het team heeft de gedeelde<br />
eerste prijs gewonnen in de klasse conceptauto’s.<br />
Vooral op acceleratie en zuinigheid deed<br />
de Lupo het erg goed. Binnen 3,6 seconden<br />
reed ze 50 km/u. Alleen een Franse Venturi trok<br />
sneller op. Wat zuinigheid betreft kon geen<br />
enkel automerk de Lupo overtreffen; met 9 kWh<br />
legde de kleine en lichtgewicht auto 125 kilometer<br />
af. ‘Met onze batterij hadden we de rally<br />
wel tweemaal kunnen afleggen’, twitterde het<br />
team. ‘We waren wel 30 procent zuiniger dan<br />
de gemiddelde deelnemer’. Onder de twaalf<br />
concurrenten waren grote merken als Daimler,<br />
Nissan, Volvo en Audi. De overallprijs werd<br />
op het laatste moment in twee categorieën<br />
verdeeld: een voor de productieauto’s en een<br />
voor conceptauto’s. Die laatste award werd<br />
Sluitstuk<br />
Afstudeerders vertellen over hun afstudeerwerk<br />
Op wenken bediend door begrijpende fauteuil<br />
toegekend aan zowel de TU/e als de universiteit<br />
van Helsinki. De organisatie schonk iedere<br />
deelnemer twee glazen trofeeën om de geringe<br />
uitstoot te roemen; de ‘local emissions award<br />
en de ‘well to wheel CO emissions award’.<br />
2<br />
BRAINPORT MEEST INTELLIGENTE<br />
REGIO IN DE WERELD<br />
‘De vanzelfsprekendheid waarmee mensen<br />
hier samenwerken is wat de regio Brainport<br />
tot een intelligente gemeenschap maakt.’ Dat<br />
is de conclusie van Robert Bell tijdens zijn lezing<br />
bij het Veldhovense ASML begin april. De<br />
Amerikaanse medeoprichter van het Intelligent<br />
Community Forum (ICF) bezocht <strong>Eindhoven</strong>,<br />
omdat de stad genomineerd is voor de titel<br />
Intelligent Community of the Year <strong>2011</strong>. Bell<br />
sprak zijn bewondering uit over de intensieve<br />
manier waarop in deze regio wordt samengewerkt<br />
om te innoveren. Bell: ‘Iedereen hier<br />
Gezellig met het hele gezin voor de buis, behalve als één van de gezinsleden op dat moment liever een<br />
boek wil lezen. Wie niet gezegend is met een ijzersterke concentratie, kan dan maar het beste verkassen<br />
naar een andere ruimte. Niek Otten, recent afgestudeerd aan de faculteit Industrial Design, ontwierp<br />
een fauteuil die begrijpt wanneer een gebruiker behoefte heeft aan afzondering. De fauteuil<br />
zorgt hier dan onmiddellijk voor. ‘In steeds meer appartementen zijn allerlei functies gecombineerd<br />
in dezelfde ruimte’, zegt Otten. ‘Bewoners kunnen daar bijvoorbeeld tegelijkertijd koken, eten,<br />
studeren, televisie kijken, kletsen, enzovoorts. Zo’n kamer biedt echter weinig gelegenheid voor<br />
iemand die zich wil afzonderen van andere mensen.’ De oplossing van dit probleem zocht Otten<br />
in ambient intelligence: een omgeving vol ingebouwde snufjes die automatisch inspringen op de<br />
behoeften van de gebruikers.<br />
De fauteuil, die hij zelf ontwierp, vervult gericht de behoeften van degene die erop zit. Wil je<br />
een gesprek voeren met je omgeving? Dan houdt de stoel zich koest. Nestel je je met een boeiend<br />
boek op de stoel, terwijl je huisgenoten een potje kaarten? Dan verschijnen links, achter<br />
en rechts van je panelen die je afschermen voor allerlei afleidende prikkels.<br />
‘Ingebouwde richtingsmicrofonen stellen vast van welke kant het geluid komt’, zegt Otten.<br />
‘Op grond daarvan klapt de stoel één of meerdere schermen uit die het geluid dempen.<br />
Dankzij lichtsensoren kunnen de lampen in de panelen reageren op duisternis, zodat je<br />
gewoon kunt blijven lezen als de rest van het huis al slaapt. En druksensoren meten hoe<br />
je gaat zitten. Op grond van je houding stelt de stoel vast of je je wilt afzonderen, of dat<br />
je wilt communiceren met je omgeving.’<br />
had snel door dat wanneer je elkaar helpt dit<br />
uiteindelijk voor je eigen bedrijf of organisatie<br />
ook winst oplevert.’ Hiermee krijgt de regio<br />
<strong>Eindhoven</strong> positieve kritiek op het beleid van<br />
de afgelopen jaren. Samenwerking tussen<br />
de gemeente, het bedrijfsleven en de TU/e,<br />
de zogenaamde ‘Tripple Helix’, is daarbij een<br />
speerpunt. Bell: ‘Of een regio zich ‘intelligent’<br />
ontwikkelt, heeft niet alleen met techniek te<br />
maken. Mensen maken een regio slim.’ Het<br />
ICF is een Amerikaanse denktank met als<br />
doel intelligente initiatieven te belichten en<br />
te stimuleren. ‘Het is belangrijk dat innovatie<br />
gestimuleerd wordt. De uitreiking van de titel<br />
‘Intelligent Community of the Year <strong>2011</strong>’ vond<br />
begin juni plaats tijdens het ICF-congres in<br />
New York. Naast de regio <strong>Eindhoven</strong> waren ook<br />
Chattanooga, Dublin (in Ohio) en Riverside<br />
in de Verenigde Staten, het Franse Issy-les-<br />
Moulineaux en de Canadese steden Stratford<br />
en Windsor-Essex genomineerd. De regio<br />
<strong>Eindhoven</strong> is tot winnaar gekozen.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 1 1<br />
Foto: Rien Meulman
Foto: Bart van Overbeeke<br />
1 2<br />
BELEID<br />
Meer vrouwen in<br />
wetenschappelijke staf<br />
De TU/e is er zeker niet trots op, op het kleine aantal vrouwen in hogere wetenschappelijke<br />
functies. En daarom gaat het roer om. Een palet aan initiatieven moet ervoor zorgen dat in 2020<br />
van de universitair hoofddocenten en hoogleraren twintig procent vrouw is.<br />
‘Alle statistieken wijzen uit dat de uitgangspositie<br />
van de TU/e op dit punt<br />
miserabel is’, zegt prof.dr. Ruth Oldenziel,<br />
behorend tot de 1,6 procent vrouwelijke<br />
hoogleraren aan de TU/e en actief<br />
betrokken bij de initiatieven om meer<br />
vrouwen in de wetenschappelijke staf<br />
te krijgen. ‘De TU/e staat onderaan in<br />
Nederland en Nederland staat onderaan<br />
in Europa. Vanuit die positie kan<br />
het dus alleen maar beter gaan’, stelt<br />
de hoogleraar Amerikaans-Europese<br />
Techniekgeschiedenis met ironie vast.<br />
Er zijn tal van redenen om meer vrouwen<br />
in de organisatie te krijgen, zegt<br />
Oldenziel.<br />
‘Op de eerste plaats kun je het moreel<br />
niet verantwoorden om met zulke lage<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
cijfers aan te komen. Ten tweede staat<br />
het in de Lissabon-doelstellingen beschreven<br />
en ook de VSNU, de Vereniging<br />
van Samenwerkende Nederlandse<br />
<strong>Universiteit</strong>en, omarmt het. Als derde<br />
moet de TU/e meer studenten trekken,<br />
bij meisjes zit een groeimarkt. Daarbij is<br />
er een heel praktisch punt: gemengde<br />
teams presteren veel beter in innovatie<br />
dan ongemengde teams. Hoe diverser,<br />
hoe beter.’<br />
Rijke cultuur<br />
Dr.ir. Arno Peels, voorzitter van het<br />
College van Bestuur en portefeuillehouder<br />
op dit onderwerp, onderstreept het<br />
belang van meer vrouwen aan de universiteit.<br />
‘De TU/e is een publieke instelling<br />
Ruth Oldenziel:<br />
‘Gemengde<br />
teams presteren<br />
veel beter in<br />
innovatie.’<br />
en we horen een reflectie te zijn van wat<br />
er in de samenleving leeft. Dat moet in<br />
alle geledingen zichtbaar zijn: studenten,<br />
ondersteunende diensten en wetenschappelijke<br />
staf.’<br />
Een TU/e met meer vrouwen in hogere<br />
functies, zal een cultureel rijkere universiteit<br />
opleveren, benadrukt Peels. ‘Een<br />
diverse en cultureel rijke universiteit<br />
geeft een veelheid aan invalshoeken voor<br />
onderzoek en zorgt voor betere nationale<br />
en internationale netwerken. Diversiteit<br />
is ook een garantie voor beter onderwijs.<br />
Daarbij is het goed voor de sfeer aan een<br />
universiteit wanneer het een samengaan<br />
is van verschillende mensen. Daarmee<br />
doel ik niet alleen op de verhouding tussen<br />
mannen en vrouwen, maar ook op<br />
verschillende nationaliteiten en culturen.’<br />
Kweekvijver<br />
Het probleem aan de TU/e zit vooral in de<br />
hogere wetenschappelijke posities. De<br />
wetenschappelijke staf van een universiteit<br />
bestaat uit: hoogleraren, universitair<br />
hoofddocenten (UHD’s), universitair<br />
docenten (UD’s), promovendi en ontwerpers<br />
in opleiding. Bij die laatste twee zijn<br />
vrouwen relatief goed vertegenwoordigd<br />
met zo’n 27 procent in 2008. Van de UD’s<br />
is 17 procent vrouw. Vervolgens komt de<br />
breuk: bij UHD’s is het 6 procent en hoogleraren<br />
1,6 procent. De kweekvijver voor<br />
talentvolle vrouwen is dus groot genoeg.<br />
In 2010 werd de Stuurgroep Vrouwelijk<br />
Talent naar de Top gevormd. De groep,<br />
onder leiding van Peels, geeft uitvoering<br />
aan de ambitie van de TU/e om in 2020<br />
twintig procent vrouwen in wetenschappelijke<br />
functies te hebben. De stuurgroep<br />
geeft daartoe advies en ontwikkelt tal<br />
van initiatieven. Volgens Oldenziel is het
Probleem is dat meisjes<br />
in Nederland meestal<br />
geen vrouwen in technische<br />
beroepen kennen.<br />
een slagvaardige club. ‘Omdat hoogleraren<br />
en het CvB vertegenwoordigd zijn,<br />
kunnen we snel tot resultaten komen.’<br />
Netwerken<br />
Voor de Stuurgroep is er een aantal momenten<br />
om in te grijpen. Het eerste is bij<br />
het werven van goede vrouwen. Op dit<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
moment wordt via de wereldwijde netwerken<br />
van hoogleraren en UHD’s naar<br />
de beste wetenschappers gezocht, maar<br />
meestal gebeurt dit binnen de eigen,<br />
door mannen gedomineerde, netwerken.<br />
Peels: ‘We zullen initiatieven moeten<br />
nemen om buiten de geijkte wegen naar<br />
talenten zoeken.’ Een tweede moment is<br />
ELPHI NELISSEN, DECAAN<br />
FACULTEIT BOUWKUNDE<br />
‘Het ontbreekt<br />
aan vrouwelijke<br />
rolmodellen’<br />
Prof.ir. Elphi Nelissen is sinds juni <strong>2011</strong> de<br />
nieuwe decaan van de faculteit Bouwkunde<br />
– de eerste vrouw in die positie aan de TU/e.<br />
‘Voor mij heel leuk, maar het is natuurlijk<br />
triest dat het zo lang heeft geduurd. Er zijn<br />
al veel langer geschikte vrouwen, maar door<br />
een dominante cultuur van mannen worden<br />
die over het hoofd gezien.’<br />
Ze studeerde in 1983 af aan de TU/e en<br />
richtte in 1991 Nelissen Ingenieursbureau op,<br />
een bedrijf dat zich toelegt op installatietechniek,<br />
bouwfysica en duurzaamheid. Nelissen<br />
is ook bestuurslid van<br />
VHTO, een landelijk expertisebureau<br />
dat zich<br />
inzet om meer meisjes<br />
en vrouwen te interesseren<br />
voor een bèta- of<br />
techniekopleiding. Ze<br />
geeft lezingen, zit in<br />
discussiefora en treedt<br />
op als rolmodel voor<br />
jonge meiden. Want aan vrouwelijke voorbeelden<br />
in de techniek ontbreekt het, is haar<br />
overtuiging. ‘Jongeren kiezen voor beroepen<br />
die ze in hun omgeving zien. En dan kiezen<br />
jongens voor mannenberoepen en meisjes<br />
voor vrouwenvakken. Probleem is dat meisjes<br />
in Nederland meestal geen vrouwen in<br />
technische beroepen kennen. En dat is niet<br />
vreemd, want we scoren in Nederland het<br />
laagst na Pakistan.’<br />
Als decaan zit ze in de positie om het aantal<br />
vrouwen in hogere functies te stimuleren<br />
en daarmee het aantal rolmodellen in<br />
technisch-wetenschappelijke functies te<br />
doen toenemen. Ze gaat het aantal vrouwen<br />
in de commissies van haar faculteit dus zeker<br />
stimuleren.<br />
de selectie voor hogere functies. Peels:<br />
‘Daarom zijn er met elke faculteit gesprekken<br />
geweest om te kijken hoe we<br />
posities die in de toekomst vrijkomen, ingevuld<br />
krijgen door vrouwen. De faculteiten<br />
maken een plan om dat te realiseren.’<br />
In de faculteiten moet het dus gebeuren.<br />
Daarom hebben ze allemaal een eigen<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 1 3
1 4<br />
BELEID<br />
ambassadeur die de vrouwenzaak bepleit.<br />
Oldenziel: ‘De ambassadeurs in<br />
de faculteiten zijn gelukkig allemaal<br />
mannen die serieus achter de ambities<br />
staan. Het zijn nu dus niet de vrouwen<br />
die het vermanende vingertje moeten<br />
heffen, de mannen doen dat.’ Ook is er<br />
winst te behalen door met een aansprekend<br />
aanbod van onderzoeksthema’s<br />
vrouwen voor de TU/e te behouden. De<br />
nieuwe strategische onderzoeksgebieden<br />
Energy en Health zullen daaraan<br />
bijdragen, is de overtuiging van de<br />
Stuurgroep.<br />
Zelf opleiden<br />
Een ander middel is het begeleiden van<br />
vrouwen naar hogere posities. Een voorbeeld<br />
hiervan is de Women in Sciencetenure<br />
track. Dit initiatief ging in 2006<br />
van start om jonge vrouwen in zes jaar<br />
op te leiden tot universitair hoofddocent.<br />
Ook is het mogelijk om vrouwen op te leiden<br />
naar het hoogleraarschap. Inmiddels<br />
zitten er elf vrouwen in het programma.<br />
‘Denemarken is het enige Europese land dat<br />
netto energie exporteert en vooraanstaand is in<br />
het gebruik van groene energie. Grote windmolenparken<br />
en kolencentrales die door gebruik<br />
te maken van de restwarmte en slimme distributiesystemen<br />
een rendement hebben van 94<br />
procent, zorgen voor een internationaal aanzien.<br />
Een groot deel van de exportproducten<br />
van Denemarken is gerelateerd aan de energiesector.<br />
En dan te bedenken dat Denemarken in<br />
1973 nog voor 99 procent afhankelijk was van<br />
olielanden.<br />
Kopenhagen is volledig aangesloten op een<br />
slim warmtenetwerk, waarmee grote warmte-<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
Stuurgroep Vrouwelijk Talent naar de Top<br />
Initiatieven van de TU/e om het aantal vrouwen<br />
in wetenschappelijke functies te doen<br />
toenemen:<br />
• Het CvB stelt dat er in elke benoemingsadviescommissies<br />
minimaal één vrouw<br />
moet zitten.<br />
• Tenure Tracks: opleiden van vrouwen tot<br />
UHD en hoogleraar.<br />
• Women in Science-netwerk: netwerk van de<br />
TU/e met 110 vrouwen. Komt zo’n zes keer<br />
per jaar bij elkaar met als doel persoonlijke<br />
ontwikkeling, bevorderen van kansen van<br />
vrouwelijk wetenschappelijk personeel.<br />
Het is de vraag of de twintig procent in<br />
2020 wordt gehaald – het gaat tenslotte<br />
om ingesleten weerbarstige veranderingsprocessen.<br />
Dat het een kwestie van<br />
een lange adem is, wist Oldenziel toen ze<br />
eraan begon. ‘Het vraagt een verandering<br />
van mentaliteit. Dat duurt lang en je moet<br />
er aan blijven trekken.’ Maar ze is hoopvol<br />
gestemd: ‘De mentale omslag die<br />
plaatsvindt aan de TU/e is fenomenaal.<br />
Nu moeten we het nog uitgedrukt zien in<br />
de cijfers.’<br />
Student in het buitenland<br />
Jelte Glas, masterstudent Construction, Management and<br />
Engineering, studeert aan de Deense <strong>Universiteit</strong> van<br />
Kopenhagen. Hij studeert af op District Heating, een slim<br />
warmtenetwerk waarmee grote warmtereducties te behalen zijn.<br />
reducties te behalen zijn. Ik doe onderzoek<br />
naar het verleden en de toekomst van District<br />
Heating. Met name op de toekomstige energiezuinige<br />
huizen is een uitgekristalliseerd warmtenetwerk<br />
van belang. Twee keer per maand zit ik<br />
bij de hoogleraar en PhD-studenten die hieraan<br />
werken, wat mij mooie inzichten geeft. Ook<br />
bekijk ik de toekomst van groene energie en<br />
energiebezuinigingen in Nederland tot 2020<br />
en 2050, door dit te vergelijken met de aanpak<br />
van Denemarken en andere landen in Europa.<br />
De universiteit is te vergelijken met de TU/e.<br />
Doordat het onderwijs gratis is, studeren er<br />
ook veel mensen uit de hele wereld. Ruim tien<br />
• Rolmodellen: prof.dr. Ruth Oldenziel; dr.ir.<br />
Elphi Nelissen eerste vrouwelijke decaan<br />
aan de TU/e; prof.dr.ir. Maaike Kroon benoemd<br />
tot de jongste vrouwelijke hoogleraar<br />
in Nederland.<br />
• Marina van Damme Beurs: een geldprijs<br />
voor jonge vrouwelijke ingenieurs om hun<br />
loopbaan verder te ontwikkelen.<br />
• Ambassadeursnetwerk: elke faculteit heeft<br />
twee ambassadeurs die zich sterk maken<br />
voor meer vrouwen aan de top.<br />
procent komt uit een ander land. Er wordt hier<br />
veel meer met projectwerk gedaan, de colleges<br />
duren of de hele ochtend of de hele middag.<br />
De cijferwaardering is ook bijzonder: die loopt<br />
van -3 tot 12 met een 2 als voldoende! Alle<br />
medewerkers en professoren spreek je met zijn<br />
of haar voornaam aan. De universiteit heeft<br />
een eigen energievoorziening, twaalf kilometer<br />
lange tunnels liggen onder het terrein om de<br />
warmtebuizen en elektrische voorzieningen<br />
te herbergen. Deze tunnels zijn soms wel vier<br />
meter hoog en doorkruisen de hele campus. Ik<br />
heb een kijkje mogen nemen in deze tunnels en<br />
de gigantische gasboilers van de universiteit.’
Nieuws<br />
onderwijs<br />
VOORSPELLEN EN VERKLAREN<br />
VAN STUDIESUCCES<br />
De druk op studenten om snel hun studie<br />
af te ronden wordt steeds hoger. De<br />
juiste studiekeuze en een succesvolle<br />
studievoortgang worden daarmee nog<br />
belangrijker. De faculteit Industrial Engineering<br />
& Innovation Sciences (IE&IS) brengt in kaart<br />
welke factoren het verschil maken tussen slagen<br />
of falen. De faculteit IE&IS heeft te kampen met<br />
een laag studierendement. Om daaraan iets<br />
te doen, wilde men weten welke factoren van<br />
invloed zijn op de prestaties en studievoortgang<br />
van studenten. Vanuit de capaciteitsgroep<br />
Human Performance Management (HPM) werd<br />
daarom in 2009 gestart met de Bachelors<br />
Entrance Study (BEST). Dr. Tanja Bipp, dr.ir.<br />
Ad Kleingeld en prof.dr. Jan de Jonge zijn de<br />
kartrekkers. Bipp en Kleingeld zijn eerst in<br />
de literatuur gedoken en hebben met onder<br />
meer studieadviseurs gesproken om relevante<br />
factoren te benoemen. Zo onderzochten ze<br />
stabiele -niet te beïnvloeden- factoren zoals<br />
geslacht, persoonlijkheid en individuele<br />
verschillen als intelligentie of doeloriëntatie.<br />
Vervolgens zijn er variabele -wél te<br />
beïnvloeden- kenmerken bekeken, waaronder<br />
motivatiefactoren, interesse en leerstrategieën.<br />
Tenslotte zijn omgevingsfactoren meegenomen.<br />
De onderzoekers richtten zich eerst op<br />
de eerstejaars studenten bij <strong>Technische</strong><br />
Bedrijfskunde. De eerste tendensen zijn<br />
inmiddels te zien. Zo zijn studenten die in het<br />
begin uitvallen, al minder geïnteresseerd in de<br />
studie en zijn minder intrinsiek gemotiveerd.<br />
Later wordt het relevanter hoe studenten<br />
studeren of hun studietijd inplannen. Studenten<br />
die laag scoren op ‘gewetensvolheid’, halen<br />
minder studiepunten. Tussen studenten met<br />
of zonder bijbaantje is geen onderscheid.<br />
Wel is er een negatieve relatie tussen het<br />
aantal uren dat iemand werkt en het aantal<br />
behaalde studiepunten. Tot verbazing van de<br />
onderzoekers waren er nauwelijks verschillen<br />
tussen mannelijke en vrouwelijke studenten.<br />
VROUWELIJKE INSTROOM<br />
BÈTATECHNIEK STEVIG TOEGENOMEN<br />
Meer meisjes kiezen voor een exacte opleiding,<br />
zo blijkt uit cijfers die het Platform Bèta<br />
Ad Kleingeld en<br />
Tanja Bipp deden<br />
onderzoek naar<br />
studiesucces. Foto: Bart van Overbeeke<br />
Techniek onlangs bekendmaakte. In 2000 waren<br />
het er nog 5.447 en tien jaar later is dat aantal<br />
gestegen tot 9.463. Bètatechnische studies zijn<br />
sowieso populairder geworden. In 2000 lag de<br />
instroom hiervoor nog op 26.000 eerstejaars, in<br />
september 2010 waren dat er 34.000. In vergelijking<br />
met het vorige studiejaar is de belangstelling<br />
voor bètatechnische studies dit jaar met<br />
anderhalf procent gestegen, terwijl de instroom<br />
in alle andere niet-exacte studies juist met bijna<br />
één procent daalde. Het was voor het tweede<br />
jaar dat bètastudies harder stegen dan de rest.<br />
Wel is de groei minder groot dan eerdere jaren<br />
en lijkt er volgens het Platform Bèta Techniek<br />
sprake te zijn van een stagnatie. Zo steeg de<br />
instroom in technische opleidingen op de hogescholen<br />
maar met 0,6 procent ten opzichte van<br />
het vorige collegejaar. Op de drie TU’s daalde<br />
na jaren van groei de instroom ten opzichte van<br />
2009 met zes procent.<br />
TECHNISCHE INFORMATICA<br />
GAAT OVER OP ENGELS<br />
De opleiding <strong>Technische</strong> Informatica wordt binnen<br />
drie jaar helemaal in het Engels gegeven.<br />
Het eerste bachelorjaar is vanaf september <strong>2011</strong><br />
in het Engels, jaar twee en drie volgen daarna.<br />
De opleiding wil met deze maatregel meer studenten<br />
aantrekken en in het buitenland gaan<br />
werven. Docenten moeten een assessment<br />
doen en als hun Engels onvoldoende is, kunnen<br />
ze een cursus volgen. Er komt wel een aparte<br />
Nederlandse instructiegroep, zodat Nederlandse<br />
studenten het groepswerk in hun moedertaal<br />
kunnen doen. Verder is er een bijspijkercursus<br />
Engels ingeroosterd die studenten mogen<br />
volgen. Tentamenvragen worden in het Engels<br />
gesteld, maar mogen nog in het Nederlands<br />
worden beantwoord. Tot nu toe worden aan de<br />
TU/e de mastervakken in het Engels gegeven<br />
en is Industrial Design (ID) de enige met een<br />
Engelstalige bachelor. De opleiding lift mee op<br />
de wervingsactiviteiten van de al bestaande<br />
Engelstalige Fontysopleiding ICT. De TU/e en<br />
Fontys Hogeschool ICT bieden met ingang van<br />
het studiejaar <strong>2011</strong>-2012 een gezamenlijk,<br />
Engelstalig bachelorsemester aan. Het doel is<br />
om buitenlandse studenten de mogelijkheid te<br />
bieden om zich goed te oriënteren op zowel hbo<br />
als universiteit.<br />
BOETE LANGSTUDEERDERS<br />
EEN JAAR UITGESTELD<br />
Behalve de boete voor langstudeerders is<br />
ook de bezuiniging van 190 miljoen euro<br />
op universiteiten en hogescholen een jaar<br />
uitgesteld. Minister Van Bijsterveldt en<br />
staatssecretaris Zijlstra reiken hun critici<br />
‘een uitgestoken hand.’ Er was niet genoeg<br />
steun voor een snelle invoering van de<br />
plannen, erkennen de bewindslieden in de<br />
brief aan de Tweede Kamer die ze woensdagavond<br />
verstuurden. Ze willen tegemoet<br />
komen aan de zorgen die binnen en buiten<br />
het parlement leven, schrijven ze. Naast de<br />
langstudeermaatregel en de korting op het<br />
hoger onderwijs ‘temporiseert’ het ministerie<br />
ook de omstreden bezuinigingen op<br />
passend onderwijs.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 1 5
1 6<br />
ONDERZOEK<br />
Bert Blocken is een van<br />
de finalisten voor de Best<br />
Innovator Group Award met<br />
zijn onderzoek naar fysische<br />
processen in de stedelijke<br />
omgeving.<br />
BEST INNOVATOR GROUP AWARD<br />
Wie is de veelbelovendste<br />
jonge onderzoeksgroep?<br />
De derde en laatste finalist voor de BIG Award is half mei gekozen: dr.ir. Massimo<br />
Mischi van de faculteit Electrical Engineering. Hij gaat het 16 november in de finale<br />
opnemen tegen dr.ir. Bert Blocken van de groep Building Physics van de faculteit<br />
Bouwkunde en dr.ir. Michael Boot van de groep Combustion Technology van de faculteit<br />
Werktuigbouwkunde. De winnaar mag een promovendus aan zijn groep toevoegen.<br />
De Best Innovator Group (BIG) Award is een prijs voor de<br />
meest veelbelovende jonge onderzoeksgroep van de TU/e. De<br />
BIG Award is een initiatief van de Faculty Club, die de band tussen<br />
onderzoekers van verschillende faculteiten wil versterken.<br />
De onderzoekers moeten de jury onder leiding van prof.dr.ir.<br />
Ton Backx en het publiek ervan overtuigen dat zij de meest<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
veelbelovende jonge groep van de TU/e vertegenwoordigen.<br />
De finalisten werden in drie voorrondes gekozen.<br />
In de eerste voorronde in december vorig jaar kwam de unit<br />
Building Physics and Systems van de faculteit Bouwkunde als<br />
winnaar uit de bus. Blocken, hoofddocent Bouwkunde, is verheugd<br />
over deze kans: ‘Het zou erg mooi zijn als we in de finale
‘Vanaf 2050 willen<br />
we brandstoffen<br />
direct uit zonlicht<br />
halen’<br />
daadwerkelijk winnen en we met een promovendus worden<br />
uitgebreid.’ Building Physics onderzoekt fysische processen in<br />
de stedelijke omgeving zoals warmte- en vochtoverdracht en<br />
luchtverontreiniging. Wat doet de wind bijvoorbeeld met de<br />
verontreiniging die uit schoorstenen komt: wordt die door de<br />
wind weer teruggevoerd in de schoorsteen? En zo ja, wat kun je<br />
daar dan aan doen? Ook bestudeert de groep wat de invloed is<br />
van wind op schepen en houdt ze zich bezig met aerodynamica in<br />
algemenere zin. Op dit moment onderzoeken ze de invloeden<br />
van de wind op twee manieren: met metingen op de plek zelf,<br />
gesteund door het laboratorium van onze unit, en door<br />
computersimulaties. Vanaf september <strong>2011</strong> komt daar een<br />
derde manier bij. Blocken: ‘Dan is onze eigen atmosferische<br />
grenslaagwindtunnel klaar, die we kunnen gebruiken voor<br />
onderwijs en onderzoek.’<br />
Michael Boot van de faculteit<br />
Werktuigbouwkunde is eveneens<br />
een van de finalisten. Hij houdt zich<br />
bezig met onderzoek naar verbrandingstechnieken<br />
in de breedste zin<br />
van het woord.<br />
Blocken denkt dat zijn groep is gekozen als een van de drie<br />
finalisten omdat het onderwerp ‘gebouwde omgeving’ -meer<br />
dan vroeger- bredere lagen binnen de academische gemeenschap<br />
aanspreekt. Steeds meer onderzoekers van andere faculteiten<br />
zien dat de gebouwde omgeving interessant is. Denk aan<br />
energiezuinigheid van verlichting en verkeer. Met de faculteit<br />
<strong>Technische</strong> Natuurkunde heeft de groep van Blocken gezamenlijke<br />
promovendi. Die samenwerking is vooral iets van de laatste<br />
jaren. Building wordt meer en meer sexy in de wetenschap.<br />
Blocken weet niet hoe hun kansen zijn om de BIG Award te winnen.<br />
‘Iedereen is zorgvuldig gekozen, dus de anderen zullen<br />
vast ook een goed verhaal hebben. Het zal ook veel afhangen<br />
van de bevlogenheid van de spreker op het moment, hoe die<br />
de zaal kan warm houden. Ik zal het wel zien op de dag zelf, en<br />
ga in ieder geval uit van mijn eigen sterkte.’<br />
Schoner rijden<br />
De tweede voorronde in februari werd gewonnen door dr.ir.<br />
Michael Boot van de groep Combustion Technology van de<br />
faculteit Werktuigbouwkunde. Boot wist, ondanks de hype van<br />
elektrisch rijden, het publiek ervan te overtuigen dat schoner<br />
rijden met fossiele brandstof nog steeds heel erg belangrijk is.<br />
Boot liet prof.dr.ir. Sem Borst, prof.dr. Remco van der Hofstad<br />
en dr. Johan van Leeuwaarden van de faculteit Wiskunde &<br />
Informatica en de onderzoeksgroep Chemische Biologie bij<br />
Biomedische technologie achter zich.<br />
De groep van Boot, Combustion Technology, houdt zich bezig<br />
met verbrandingstechnieken in de breedste zin van het woord.<br />
Eén van de speerpunten is future fuels. Dit onderwerp kent<br />
drie fasen: tot 2020 gaat het om clean fossil: op basis van olie<br />
schonere brandstoffen maken. Van 2020-2050 gaat het om ‘indirect<br />
solar’: zonne-energie via biomassa opwekken tot tweede<br />
generatie biofuels. ‘Vanaf 2050 willen we brandstoffen direct<br />
uit zonlicht halen, zonder tussenkomst van planten’, vertelt<br />
Boot.<br />
‘Ondanks de hype van elektrische auto’s is het heel belangrijk<br />
dat we accepteren dat we nog heel lang aan fossiele brandstoffen<br />
vastzitten. Daarbij zijn er ook voertuigen, zoals schepen en<br />
vliegtuigen, die nooit elektrisch worden. Daarom is het heel<br />
belangrijk olie, gas en kolen schoner te maken en daar zijn wij<br />
constant mee bezig. Het feit dat Philip de Goey (hoogleraar<br />
Verbrandingstechnologie) vorig jaar de Simon Stevin prijs heeft<br />
gewonnen, laat zien hoe relevant het onderwerp momenteel is.<br />
Urgent<br />
Volgens Boot is het zelfs een van de meest urgente thema’s:<br />
‘Fijnstof, stikstofoxiden en CO worden door verbrandingspro-<br />
2<br />
cessen uitgestoten en hebben wereldwijd zo’n grote impact<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 1 7
1 8<br />
ONDERZOEK<br />
dat het heel snel schoner en efficiënter moet. Ook lokaal zijn<br />
de effecten duidelijk: onlangs is de Leenderweg in <strong>Eindhoven</strong><br />
uitgeroepen tot meest vervuilde weg van Nederland. Dat is wat<br />
nu aan de hand is. Dat we morgen allemaal elektrisch rijden, is<br />
niet realistisch. We moeten nu iets doen om de problemen van<br />
vervuiling aan te pakken.’<br />
Boot kan niet inschatten wat de kans is dat zijn groep de BIG<br />
Award gaat halen: ‘Behalve een vakjury, beslist ook het publiek<br />
mee. Het is onmogelijk om te zeggen hoe het zal uitpakken in<br />
november. Het zal in ieder geval gaan tussen drie hele goede<br />
kandidaten.’<br />
Extra spannend<br />
De derde voorronde verliep extra spannend. Twee van de<br />
kandidaten, de capaciteitsgroep Signal Processing van dr.ir.<br />
Massimo Mischi van de factulteit Electrical Engineering en prof.<br />
dr.ir. Jom Luiten van onderzoeksgroep Coherence & Quantum<br />
Technology (CQT) bij de faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde<br />
eindigden gelijk voor de jury en uiteindelijk mocht het publiek<br />
kiezen. De talrijk aanwezige faculteitgenoten bezorgden uiteindelijk<br />
Mischi de overwinning.<br />
Mischi die in Rome gestudeerd heeft en voor zijn promotie naar<br />
de TU/e kwam, promoveerde op het in kaart brengen van de<br />
hartfunctie met minuscule gasbelletjes en echo-cardiografie.<br />
De groep van Mischi houdt zich bezig met biomedische signaal-analyse.<br />
Voor de ontwikkeling van medische applicaties<br />
werkt Mischi samen met onder meer het Catharina Ziekenhuis<br />
en het Máxima Medisch Centrum in Veldhoven en het AMC in<br />
Amsterdam. Het toepassingsgebied is breed: van een kwantitatieve<br />
imaging methode voor de diagnostiek van kanker of<br />
cardiovasculaire aandoeningen tot het monitoren van zwangerschappen<br />
en spieropbouw bij revalidatie. Mischi: ‘Mijn<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
Foto: Rien Meulman<br />
MISCHI: ‘Door de<br />
maatschappelijke<br />
relevantie is mijn onderzoek<br />
genomineerd voor de Best<br />
Innovator Group Award.’<br />
onderzoek is niet alleen innovatief vanuit wetenschappelijk<br />
oogpunt, maar richt zich ook nadrukkelijk op maatschappelijke<br />
problemen. Zo worden wetenschappelijke resultaten<br />
daadwerkelijk gevaloriseerd. Valorisation grants, spin-offs en<br />
allerlei industriële toepassingen zijn hier het bewijs van.’<br />
Maatschappelijke relevantie<br />
Mischi denkt ook dankzij die maatschappelijke relevantie genomineerd<br />
te zijn voor de BIG Award. ‘Zo ontving ik een Vidisubsidie<br />
voor onderzoek naar een imaging methode waarmee<br />
prostaatkanker betrouwbaar gelokaliseerd kan worden.<br />
Het is een aandoening waar één op de zes mannen mee te<br />
maken krijgt. Mijn voorstel is om de nu gangbare biopsie te<br />
vervangen door een nauwelijks belastende en goedkopere<br />
methode waarbij gebruik gemaakt wordt van microbubbels<br />
en ultrageluid. De eerste resultaten zijn veelbelovend en de<br />
methode wordt nu gevalideerd in ziekenhuizen. Onderzoek<br />
dus met een wezenlijk effect op het leven van alledag. Door<br />
met deze methode accuraat en tijdig een diagnose te kunnen<br />
stellen zijn vele levens te redden en kan de behandeling<br />
plaatsvinden op de juiste plek. Dat zorgt ook voor minder<br />
bijwerkingen en een betere kwaliteit van leven. Dit soort onderzoek<br />
motiveert mij.’<br />
De derde finalist schat zijn kans om de award te winnen<br />
goed in. ‘Ik moet goed laten zien wat de wetenschappelijke<br />
noviteit en de maatschappelijke impact van mijn onderzoek<br />
is en hoe dat wordt toegepast in de klinische realiteit. De<br />
boodschap is: we kunnen een verschil maken tussen leven<br />
en dood en onze faculteit kan daar een enorme bijdrage aan<br />
leveren.’<br />
De finale van de BIG Award vindt plaats op 16 november <strong>2011</strong>.
3TU. School for Technological Design STAN ACKERMANS INSTITUTE<br />
U loopt er in uw bedrijf ongetwijfeld regelmatig tegenaan: technische<br />
en/of logistieke vraagstukken die alleen via een gedegen, ontwerpgerichte<br />
aanpak verantwoord zijn op te lossen. In zo’n situatie kunt u een beroep<br />
doen op de expertise van 3TU.School for Technological Design,<br />
Stan Ackermans Institute.<br />
Technologisch<br />
vraagstuk of<br />
ontwerpopdracht?<br />
Ontwerpersopleidingen<br />
Het Stan Ackermans Institute verzorgt tweejarige ontwerpersopleidingen voor<br />
afgestudeerde ingenieurs. In het tweede jaar van de opleiding voert de<br />
technologisch-ontwerper-in-opleiding een ontwerpopdracht uit, zowel voor als<br />
binnen het bedrijfsleven. De technologisch-ontwerper-in-opleiding wordt daarbij<br />
uiteraard begeleid door deskundigen van het Stan Ackermans Institute. Ook andere<br />
vormen van samenwerking, waarbij uw werknemer gedetacheerd wordt bij het<br />
Stan Ackermans Institute, zijn bespreekbaar.<br />
Succes<br />
De ontwerpersopleidingen bestaan dit jaar 25 jaar en hebben inmiddels ruim 3000<br />
ontwerpers afgeleverd. De meeste ontwerpers zijn in dienst getreden bij het bedrijf<br />
waar zij hun ontwerpopdracht uitvoerden en bekleden daar nu veelal leidinggevende<br />
functies.<br />
Nieuwe opleidingen<br />
Vanaf september <strong>2011</strong> starten zes nieuwe ontwerperopleidingen, waaronder:<br />
• Automotive Systems Design<br />
• Smart Energy Buildings and Cities<br />
Meer informatie?<br />
U kunt contact opnemen met drs.ir. Pieter de Bock, 040 – 247 4166 of<br />
p.f.d.bock@tue.nl.<br />
Op www.3tu.nl/sai vindt u meer informatie over de ontwerpersopleidingen van het<br />
Stan Ackermans Institute.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 1 9
2 0<br />
ONDERZOEK<br />
Nieuws op onderzoeksgebied<br />
Hoe gaan consumenten om met een product<br />
dat ze aanschaffen? Wat zijn hun ervaringen?<br />
De meeste bedrijven hebben daar geen<br />
flauw idee van. Terwijl het antwoord op die<br />
vragen kan leiden tot commercieel succes.<br />
Onderzoeker Mathias Funk ontwikkelde<br />
met zijn softwareprogramma ‘UXsuite’ een<br />
manier om aan deze belangrijke informatie<br />
te komen. Het ontwerpen van een kwaliteitsproduct<br />
vereist betrouwbare informatie over<br />
de verwachtingen en behoeftes van de klant.<br />
Verrassend genoeg ontbreekt deze informatie<br />
in veel gevallen, ondervond Funk. Hij wijst op<br />
onderzoek waaruit blijkt dat steeds meer klanten<br />
hun product retourneren terwijl er in zestig<br />
tot zeventig procent van de gevallen eigenlijk<br />
helemaal niets mis mee is. Het blijkt een groeiende<br />
trend te zijn binnen de consumentenelektronica.<br />
Natuurlijk verzamelen en verwerken<br />
bedrijven data over consumentengedrag. Maar<br />
door de vele filters zoals helpdesks, klantenondersteuning<br />
en enquêteurs bereikt veel nuttige<br />
informatie de bedrijven niet. Producenten<br />
vragen altijd naar ‘wat’ en ‘hoe’. Het gaat om<br />
technische feiten en fouten: de ‘hard reliability’.<br />
Nooit zijn er vragen naar het ‘waarom’.<br />
Terwijl juist de vraag ‘waarom’ meer inzicht<br />
geeft in het gedrag en de houding van de klant.<br />
Deze ‘soft reliability’ wordt steeds belangrijker,<br />
naarmate producten complexer worden en<br />
daarmee een negatieve invloed hebben op het<br />
gebruiksgemak.<br />
Servaas<br />
Kokkelmans is<br />
expert in de<br />
theorie van<br />
ultrakoude<br />
atomen.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
Uxsuite kan kloof<br />
dichten tussen<br />
producent en gebruiker<br />
Om dit te voorkomen, ontwikkelde Funk het<br />
remote data collection framework DPUIS en het<br />
front-end softwareprogramma User Experience<br />
(UX) Suite. Een vraaginstrument dat het ‘hoe’<br />
en ‘wat’ koppelt aan het ‘waarom’. Het verenigen<br />
van deze componenten zorgt voor een<br />
meer dynamische en actuele datacollectie. De<br />
vraagsystematiek werd in samenwerking met<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Océ en Philips getest. Inmiddels is Mathias<br />
Funk gepromoveerd aan de faculteit Electrical<br />
Engineering met zijn proefschrift ‘Model-driven<br />
design of self-observing products’. Tevens<br />
ontving hij samen met onderzoekscollega Aylin<br />
Koca van Technologiestichting STW twee valorisatiegrants<br />
om van UXsuite een commercieel<br />
product te maken.<br />
Magische<br />
trio’s ontward<br />
Door het Efimov-effect kunnen drie atomen<br />
een molecuul vormen, terwijl twee van die<br />
atomen onderling niet aan elkaar binden. Die<br />
merkwaardige voorspelling van een verguisde<br />
Rus blijkt na veertig jaar toch te kloppen.<br />
Theoretisch fysicus Servaas Kokkelmans beschrijft<br />
het gedrag van ultrakoude atomen en<br />
helpt zo dit bijzondere fenomeen te begrijpen.<br />
Foto: Bart van Overbeeke
Nanobuisjes voor beeldschermen<br />
Binnen tien jaar zijn we door de wereldvoorraad<br />
indium heen. Om te voorkomen dat we daardoor<br />
straks geen beeldschermen en zonnecellen<br />
meer kunnen maken, zoekt men naarstig naar<br />
een vervangend materiaal om er transparante<br />
geleidende elektrodes van te maken. In Nature<br />
Nanotechnology verscheen onlangs een TU/epublicatie<br />
waarin een alternatief op basis van<br />
koolstofnanobuisjes wordt gepresenteerd.<br />
De stof indiumtinoxide (ITO) is doorzichtig<br />
én het geleidt elektriciteit. Deze bijzondere<br />
combinatie van eigenschappen maakt ITO een<br />
geschikt materiaal voor transparante elektroden<br />
in beeldschermen van telefoons, televisies en<br />
laptops.Ook in zonnecellen en organische leds<br />
worden dunne laagjes ITO als elektrodes gebruikt.<br />
De vraag naar indiumtinoxide neemt dan<br />
ook exponentieel toe, zegt prof.dr.ir. Paul van<br />
der Schoot, terwijl de wereldvoorraad van het<br />
zeldzame metaal indium net zo hard afneemt.<br />
In samenwerking met de groep van polymeerchemicus<br />
prof.dr. Cor Koning doet theoretisch<br />
fysicus Van der Schoot dan ook al enkele jaren<br />
onderzoek naar een potentiële vervanger van<br />
ITO. Ze richten hun blik daarbij op koolstofnanobuisjes:<br />
langwerpige nanostructuren die ongeveer<br />
een miljoenste millimeter dik zijn, maar<br />
duizend tot honderdduizend keer zo lang kunnen<br />
worden. Deze nanobuisjes geleiden stroom<br />
Kokkelmans is expert in de theorie van ultrakoude<br />
atomen. Hij studeerde en promoveerde<br />
aan de TU/e-faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde.<br />
Borromeaanse ringen zijn gedrieën onlosmakelijk<br />
met elkaar verbonden, maar als je één<br />
van de drie ringen verwijdert, blijken de overige<br />
twee automatisch ook los te komen. De<br />
ultrakoude atomen die Kokkelmans beschrijft,<br />
manifesteren zich volgens hem soms op vergelijkbare<br />
wijze.<br />
Tegenwoordig leidt hij zijn eigen theoriegroep<br />
binnen de vakgroep Coherence and Quantum<br />
Technology. De afgelopen jaren stak hij veel tijd<br />
en de gedachte is dat je plastics geleidend kunt<br />
maken door er koolstofbuisjes aan toe te voegen.<br />
Om ervoor te zorgen dat de nanobuisjes<br />
een mooi netwerk in het plastic vormen, wordt<br />
bindmiddel bijgevoegd dat bij verwarming<br />
samenvloeit tot een film. Nadeel daarbij is<br />
dat nanobuisjes van nature niet oplossen in<br />
water. De onderzoekers voegden daarom een<br />
zeepachtige stof toe die de nanobuisjes oplost<br />
en de geleiding met bijna een factor honderd<br />
laat toenemen. Daarmee geleidt een dun laagje<br />
van dit plastic met nanobuisjes al goed genoeg<br />
voor toepassing als antistatische laag voor<br />
Polymeerchemicus<br />
Cor Koning (l) en<br />
fysicus Paul van<br />
der Schoot doen<br />
onderzoek naar<br />
koolstofnanobuisjes<br />
als<br />
vervanger voor<br />
indium.<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
in het beschrijven van het Efimov-effect<br />
in wolkjes ultrakoude atomen. Om aan te<br />
tonen dat Efimovs theorie universeel is,<br />
besloot Kokkelmans in samenwerking met<br />
Lev Khaykovich van de Israëlische Bar-Ilan<br />
universiteit een experiment te doen met<br />
lithiumatomen.<br />
Kokkelmans berekende voor lithium precies<br />
bij welke waardes van het magneetveld het<br />
Efimov-effect zou moeten optreden.<br />
In Israël vond Khaykovich in een ultrakoud<br />
wolkje lithium inderdaad het voorspelde<br />
gedrag bij het juiste magneetveld.<br />
beeldschermen, of voor het afschermen van<br />
elektromagnetische straling. Daarnaast is het<br />
nieuwe materiaal in tegenstelling tot ITO, milieuvriendelijk.<br />
Alle stoffen zijn op waterbasis<br />
en er komen geen zware materialen zoals tin bij<br />
kijken. Bovendien is de nieuwe transparante,<br />
geleidende film geschikt om flexibele beeldschermen<br />
mee te maken. Koning en Van der<br />
Schoot hebben er daarom veel vertrouwen in<br />
dat hun vinding op niet al te lange termijn een<br />
bruikbaar product oplevert. Het procédé is inmiddels<br />
gepatenteerd door het Dutch Polymer<br />
Institute, dat het onderzoek financierde.<br />
Dat Kokkelmans en zijn collega’s het<br />
universele gedrag waarnamen, terwijl<br />
Amerikaanse collega’s hiervoor geen bewijs<br />
vonden, komt volgens Kokkelmans doordat<br />
zijn theoretische model geavanceerder is.<br />
‘In ons model hebben we ook experimentele<br />
gegevens verwerkt. Daardoor weten<br />
wij preciezer bij welke magneetvelden de<br />
interacties tussen de atomen plotseling<br />
toenemen.’<br />
De berekeningen aan het Efimov-effect<br />
leverden Kokkelmans en zijn collega’s al<br />
vier publicaties op.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 2 1
2 2<br />
ONDERZOEK<br />
Lupo EL versnelt ontwikkeling<br />
elektrisch rijden<br />
Een tweedehands Volkswagen Lupo, gekocht<br />
op Marktplaats. Dieselmotor eruit, 270 kilo<br />
aan batterijen erin. In april presenteerde de<br />
vakgroep Dynamics and Control van de faculteit<br />
Werktuigbouwkunde haar elektrische onderzoeksvoertuig.<br />
De zogeheten Lupo EL wordt<br />
ingezet bij een breed scala aan onderzoeksprojecten<br />
rondom elektrisch rijden. Dr.ir. Igo<br />
Besselink, Paul van Oorschot en Erwin Meinders<br />
tekenden voor dit project.<br />
Daarnaast zijn de faculteiten Scheikundige<br />
Technologie en Electrical Engineering betrokken.<br />
Vergeleken met bestaande elektrische<br />
gezinsauto’s is de Lupo EL nu al erg gunstig.<br />
De winst zit vooral in het lichte gewicht in<br />
combinatie met een hoge batterijcapaciteit.<br />
De Nissan Leaf bijvoorbeeld heeft een bat-<br />
Onderzoeker Marco Meeuwse van de faculteit<br />
Scheikundige Technologie ontwikkelde een<br />
unieke chemische reactor. Het gaat om een<br />
cilinder met daarin een rotor die chemische<br />
productieprocessen met gas, vloeistof en<br />
vaste stof veiliger en efficiënter maakt. De<br />
toepassing biedt aantrekkelijke en wellicht<br />
ongekende mogelijkheden, onder meer voor<br />
de farmaceutische industrie. Vier jaar werkte<br />
Meeuwse aan zijn zogeheten ‘rotor-stator<br />
spinning disc reactor’. Het idee kwam van<br />
zijn copromotor dr.ir. John van der Schaaf.<br />
Die zag zo’n vijf jaar geleden een onderzoek<br />
waarbij vloeistof in een reactor bovenop een<br />
roterende schijf werd gespoten. Met centrifugale<br />
kracht werd de vloeistof naar buiten<br />
geduwd. Een prima gedachte, alleen niet effi-<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
terijcapaciteit van 24 kWh en weegt 1.525 kilo.<br />
De Lupo EL heeft een batterijcapaciteit van 27<br />
kWh en weegt slechts 1.060 kilo. Bovendien<br />
ciënt genoeg en lastig op te schalen. Door de<br />
roterende schijf te combineren met een wand<br />
dichtbij, zouden vanwege het snelheidsverschil<br />
grote schuifspanningen en snelle wervelingen<br />
ontstaan, en de efficiëntie flink toenemen,<br />
meende universitair docent Van der<br />
Schaaf. Hij vroeg Meeuwse om die ingeving<br />
te staven. Na vier jaar kan de promovendus<br />
zonder aarzelen zeggen dat de nieuw ontwikkelde<br />
reactor precies datgene doet wat ervan<br />
wordt verwacht. Met name is meer inzicht<br />
verkregen in de stofoverdracht tussen vloeistof<br />
en gas, de invloed van de grootte en het<br />
aantal schijven in een cilinder en de mogelijkheid<br />
het systeem op te schalen. Meeuwse is<br />
ervan overtuigd dat de vinding zijn nut zal<br />
bewijzen. ‘Bij processen waar conversie en<br />
heeft de auto slimme aero-dynamische details<br />
en een lage rolweerstand. Hierdoor kan hij met<br />
volledig opgeladen batterijen tot ongeveer 200<br />
kilometer rijden en dat is aanzienlijk verder dan<br />
vergelijkbare elektrische auto’s. Om de voor- en<br />
nadelen inzichtelijk te maken, worden resultaten<br />
van de elektrische Lupo vergeleken met die<br />
van de Lupo 3L, de oorspronkelijke dieselversie.<br />
Gebleken is al dat de auto in het stadsverkeer<br />
CO -vriendelijker is dan een diesel. Bij een snel-<br />
2<br />
heid van minder dan 60 kilometer per uur heeft<br />
de Lupo EL minder emissie dan de zuinige Lupo<br />
3L (die 1 op 27 rijdt).<br />
De Lupo EL heeft inmiddels bewezen goed te<br />
concurreren met de bestaande modellen. De<br />
auto won de Michelin Challenge Bibendum in<br />
Berlijn (zie pagina 11).<br />
Chemieproductie veiliger en<br />
efficiënter met nieuwe type reactor<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
selectiviteit een belangrijke rol spelen, zoals<br />
in de farmaceutische industrie, kan hij zeker<br />
bruikbaar zijn.’
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Veilig en comfortabel op<br />
weg met elektrische vering<br />
Actieve veer-dempersystemen in auto’s leveren<br />
meer comfort en een betere wegligging. Ze kunnen<br />
voorkomen dat een auto omslaat bij een<br />
uitwijkmanoeuvre of zorgen voor trillingsvrij<br />
vervoer in een ambulance. Ir. Bart Gysen, promovendus<br />
in de vakgroep Electromechanics and<br />
Power Electronics, ontwikkelde zo’n systeem<br />
met elektrische vering. Door actuatoren automatisch<br />
aan te sturen, kun je het rijcomfort en<br />
de wegligging van een auto flink verbeteren.<br />
Actieve vering, zoals dit heet, is nu nog slechts<br />
te vinden in een paar procent van de personenauto’s.<br />
De bestaande systemen zijn hydraulisch,<br />
maar zijn niet geschikt voor trillingen van 4 tot<br />
10 hertz terwijl deze de grootste impact hebben<br />
op de inzittenden. Bovendien kost hydraulische<br />
vering veel energie. Elektrische vering kent<br />
minder nadelen: het kost alleen energie op het<br />
‘Dit actief veerdempersysteem<br />
verbruikt minder<br />
energie’<br />
moment dat je hem daadwerkelijk gebruikt.<br />
En je kunt er trillingen met een veel groter frequentiebereik<br />
mee compenseren, zo bewees<br />
Gysen met het systeem dat hij voor het Zweedse<br />
bedrijf SKF ontwikkelde. SKF, dat lagers voor<br />
de automotive en industriële sector ontwikkelt,<br />
Bart Gysen met het<br />
elektromagnetische<br />
veersysteem dat hij<br />
ontwikkelde.<br />
financierde het promotieonderzoek volledig.<br />
Voor het einde van het kalenderjaar hoopt<br />
Gysen te promoveren op het door hem ontworpen<br />
en door de Gemeenschappelijke <strong>Technische</strong><br />
Dienst van de TU/e vervaardigde elektrische<br />
veer-dempersysteem. Elektrische vering sluit<br />
goed aan bij de trend, aldus de promovendus:<br />
‘Enerzijds omdat het de veiligheid bevordert en<br />
minder energie verbruikt. Anderzijds omdat er<br />
steeds meer elektrische voertuigen komen en<br />
die werken het efficiëntst als de motoren in de<br />
wielen worden aangebracht. Dat betekent dat<br />
die wielen veel zwaarder worden en dat heeft<br />
nadelige gevolgen voor het rijgedrag.’ Of het<br />
veer-dempersysteem straks in alle personenauto’s<br />
is ingebouwd, durft Gysen nog niet te<br />
zeggen. Daarvoor moet de productie van het<br />
systeem eerst een stuk goedkoper worden.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 2 3
2 4<br />
ONDERZOEK<br />
Te weinig bioafval in Europese<br />
bossen voor EU-doelen<br />
De Europese Unie wil dat in het jaar 2020<br />
tien procent van de brandstof verbruikt door<br />
autoverkeer bestaat uit biobrandstof, brandstof<br />
gemaakt uit plantenresten. Promovenda<br />
Anna Sues stelde zich vervolgens de vraag: is<br />
hier wel voldoende biomassa voor en welke<br />
biobrandstof leent zich het best om dit te realiseren?<br />
Wat blijkt? Zelfs wanneer alle biomassa<br />
in Europa op de meest efficiënte manier wordt<br />
gebruikt, komen we niet verder dan 9,5 procent.<br />
Zelfs wanneer alle plantenresten en stro<br />
uit de bossen en natuurlandschappen worden<br />
verzameld, komen we nog een half procent<br />
tekort, blijkt uit Sues’ promotieonderzoek<br />
waarin zij onderzocht hoeveel biomassa er uit<br />
de Europese natuur is te halen. Import van biomassa<br />
uit Azië of Zuid-Amerika is wel mogelijk<br />
maar is vanwege de mondiale transporten niet<br />
duurzaam. Ook de aanplant van snelgroeiende<br />
gewassen voor verwerking tot energie is geen<br />
optie vanwege de wereldwijde voedselcrisis. De<br />
volgende stap in het promotieonderzoek was<br />
om uit te vinden welk type biobrandstof zich<br />
het best leent om de EU-doelen te verwezenlijken.<br />
Er werden vijf verschillende biobrandstoffen<br />
onderzocht. Dit waren vier biobrandstoffen<br />
en elektriciteit: synthetic natural gas, methanol,<br />
Fischer-Tropsch brandstoffen, waterstof en bioelektriciteit.<br />
Methanol en waterstof bleken geen<br />
optie: ze zijn duur en geven meer verontreiniging<br />
dan de andere. Vervolgens keek de promovenda<br />
of het efficiënter is om een biobrandstof<br />
te maken voor gebruik in auto’s met een verbrandingsmotor<br />
of dat het beter is om van de<br />
biomassa elektriciteit te maken en het gebruik<br />
van elektrische auto’s te stimuleren. Dit laatste<br />
bleek de beste optie omdat biomassa efficiënt<br />
en duurzaam is om te zetten in elektriciteit.<br />
Actieve spindel maakt frezen goedkoper<br />
Tijdens het verspanen van metaal kan een spindel<br />
-het systeem waarin een frees is ingeklemd<br />
en deze laat ronddraaien- door instabiliteit<br />
beginnen te trillen. Deze zogeheten ‘chatter’<br />
zorgt voor een slechte oppervlaktekwaliteit en<br />
zorgt voor hoge slijtage van het gereedschap.<br />
Ir. Niels van Dijk ontwikkelde een regeltechniek<br />
voor een actieve spindel, voorzien van sensoren.<br />
Hiermee kan het dynamische gedrag van de<br />
spindel actief worden beïnvloed en een hogere<br />
productiviteit worden behaald. Uit experimenten<br />
blijkt dat het leidt tot 66 procent kostenbesparing.<br />
Het nauwkeurig frezen moet steeds goedkoper<br />
en sneller. Maar wie sneller of juist dieper gaat<br />
frezen om zoveel mogelijk materiaal weg te<br />
halen in de kortste tijd, krijgt onverbiddelijk<br />
te maken met chatter. De frees gaat trillen,<br />
ruïneert het bewerkte oppervlak en gaat soms<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
kapot. De combinatie tussen accuraat en snel<br />
blijft lastig. Zeker in de bewerkingsindustrie<br />
waar de concurrentie moordend is. Van Dijk<br />
zocht daarom de grenzen op om zo optimaal<br />
mogelijk te kunnen frezen. Daarnaast ontwikkelde<br />
hij in samenwerking met TNO een actieve<br />
spindel die een operator meer flexibiliteit biedt.<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Om daartoe de juiste regelaars en algoritmes te<br />
ontwikkelen, werden experimenten gedaan bij<br />
de universiteit van Darmstadt. Daar staat een<br />
proefopstelling met een conventionele spindel<br />
die is aangepast met een actief magneetlager<br />
en sensoren om de dynamische eigenschappen<br />
van de hele machine te beïnvloeden. De experimenten<br />
bleken een succes. Door de dynamische<br />
eigenschappen (zoals stijfheid of demping) van<br />
de spindel aan te passen, kan een machineoperator<br />
werkpunten kiezen die een hogere productiviteit<br />
representeren. Hierdoor kan goedkoper<br />
worden geproduceerd. De actieve spindel<br />
bestaat nu nog in een proefopstelling, maar zal<br />
in de toekomst ongetwijfeld zijn economische<br />
waarde bewijzen. Zeker gezien de experimentele<br />
resultaten die een kostenverbetering van<br />
66 procent ten opzichte van het traditionele<br />
frezen laten zien.
Grip op de betrouwbaarheid<br />
van apparaten<br />
Onze omgeving is de laatste jaren overstelpt<br />
met ingebedde computers. Toch beschouwen<br />
we ze niet als computers, maar als gewone<br />
gebruiksartikelen. Zo zitten bijvoorbeeld een<br />
smartphone, magnetron of verkeerslichten<br />
vol met computers. En terwijl wij van pc’s accepteren<br />
dat ze ooit crashen of gereset moeten<br />
worden, vinden we het van deze gewone apparaten<br />
onacceptabel dat er iets niet werkt. Er<br />
rust dan ook een zware taak op de schouders<br />
van ingenieurs die ingebedde systemen ontwikkelen:<br />
maak ze betrouwbaar, energiezuinig<br />
en snel. Prof.dr.ir. Twan Basten is voltijdhoogleraar<br />
Computational Models for Networked<br />
Embedded Systems aan de faculteit Electrical<br />
Engineering. Onlangs sprak hij zijn intreerede<br />
uit waarin hij inging op de uitdagingen in<br />
computermodellering. Computermodellering<br />
is essentieel om te komen tot betrouwbare<br />
computersystemen. Volgens Basten dient het<br />
ontwerptraject voor computersystemen dan<br />
ook geheel gebaseerd te worden op modellen:<br />
‘Industrie optimaliseert kosten, prestaties en<br />
energieverbruik. Wat ze vergeten, is voorspelbaar<br />
gedrag van het systeem. Als je daarin<br />
Gesteld<br />
‘On a global technology map the hot spot is in<br />
<strong>Eindhoven</strong>, but defect correction is implemented<br />
in China.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘The Boundary Element<br />
Method: Errors and Gridding for Problems with Hot<br />
Spots’ van Godwin Kakuba)<br />
‘A PhD project is never completed. It is merely<br />
abandoned at the right time.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘Modeling of Biasinduced<br />
Changes of Organic Field-effect Transistor<br />
Characteristics’ van Abhinav Sharma)<br />
investeert, krijg je betrouwbaarheid terug.<br />
Dat is nu nog een ondergeschoven kindje terwijl<br />
consumenten het erg belangrijk vinden.’<br />
‘Betrouwbaarheid<br />
van computers<br />
is een<br />
ondergeschoven<br />
kindje.’<br />
‘Het verschil tussen wielrennen als toertocht of als<br />
koers is dat je in de koers jezelf leert kennen en in<br />
de toertocht het peloton.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘Control of Dynamics and<br />
Hysteresis in Electromagnetic Lenses’ van Patrick<br />
van Bree)<br />
‘Het vinden van een speld in een hooiberg is kinderlijk<br />
eenvoudig als men gebruik maakt van fysische<br />
krachten of chemische reacties.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘Magneto-capillary Valve<br />
for Integrated Biological Sample Preparation’ van<br />
Remco den Dulk)<br />
Basten verwacht dan ook dat computermodellering<br />
de komende jaren steeds meer wordt<br />
toegepast: ‘We kunnen steeds beter rekenen en<br />
voorspellen aan computers maar ze worden tegelijkertijd<br />
ook complexer. Modellen zullen nodig<br />
zijn om grip te krijgen op betrouwbaarheid.’<br />
‘Luiheid leidt tot innovatie.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘Atomic Layer Deposition:<br />
from Reaction Mechanisms to 3D-integrated<br />
Micro-batteries’ van Harm Knoops)<br />
De combinatie van de woorden ‘straling’ en ‘gevaar’<br />
zouden door de media niet automatisch gekoppeld<br />
moeten worden.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘Measurements and<br />
Modeling of EMC, Apllied to Cabeling and Wiring’ van<br />
Geesje Bargboer)<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 2 5<br />
Foto: Bart van Overbeeke
Foto’s: Vincent van den Hoogen<br />
2 6<br />
DE VONK<br />
Prof.dr.ir. Jaap Schouten (52),<br />
hoogleraar Chemische<br />
reactortechnologie en decaan van de<br />
faculteit Scheikundige Technologie<br />
Thuis op een universiteit<br />
met bètaprofiel<br />
Hij oogstte de afgelopen jaren succes met het onderzoek aan microreactoren, werd<br />
onderscheiden met de eretitel Simon Stevin Meester (goed voor een half miljoen euro), kreeg<br />
een ERC Advanced Grant (twee miljoen euro) en zijn onderzoekscluster haalde vorig jaar de<br />
kranten met de overstap van een aantal gerenommeerde Twentse collega’s naar <strong>Eindhoven</strong>.<br />
Sinds kort staat chemisch technoloog Jaap Schouten als decaan aan het roer van zijn faculteit.<br />
‘De Schoutens komen oorspronkelijk uit Zuid Holland.<br />
Mijn grootvader was molenaar en nam een korenmolen in<br />
Apeldoorn over. Ik was thuis de jongste van drie broers.<br />
Mijn vader was directeur van het Kruiswerk in Apeldoorn,<br />
een organisatie die voor medische thuiszorg verantwoordelijk<br />
was. Op de middelbare school was ik niet zo’n<br />
sporter. Ik speelde klarinet en dat ben ik lang blijven<br />
doen. Maar op een gegeven moment had ik daar geen tijd<br />
meer voor. Als ik iets doe, wil ik het goed doen, ook al is<br />
het een hobby. In de vijfde klas kreeg ik scheikunde en<br />
natuurkunde van een chemisch ingenieur uit Twente en<br />
toen werd het voor mij duidelijk dat ik die kant op wilde.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
Natuurkunde vond ik wat te abstract. Die leraar was echt<br />
het type van de inspirerende academicus: na ons eindexamen<br />
trokken we met acht man naar Twente. Er heerste<br />
aan de toenmalige <strong>Technische</strong> Hogeschool Twente de<br />
sfeer van een jonge universiteit die er tegenaan ging. Ik<br />
woonde er in het begin op de campus, gezellig met twaalf<br />
mensen op een gang. Er worden nu aan de TU/e ook<br />
plannen ontwikkeld voor studentenwoningen op de campus.<br />
Dat zal ongetwijfeld zorgen voor meer levendigheid,<br />
vooral ook in de avonduren. Ik was in die tijd ook politiek<br />
geïnteresseerd en heb me een paar jaar met gemeentepolitiek<br />
bezighouden, maar daar ben ik mee gestopt toen
ik afstudeerde. Ik studeerde chemische technologie en<br />
volgde het baccalaureaatsprogramma technische wetenschappen.<br />
Dat was een Twents experiment dat vooruitliep<br />
op de huidige bachelor/masterstructuur. Het baccalaureaat<br />
bestond uit een vierjarig programma waarvan de<br />
eerste drie jaren geënt waren op de disciplinaire vakken.<br />
Ik haalde dat diploma en koos daarna voor de tweejarige<br />
vrije studierichting chemische technologie die opleidde<br />
tot ingenieur. Ik studeerde af op een corrosieonderwerp.<br />
Van Delft naar <strong>Eindhoven</strong><br />
Na het afstuderen heb ik de overstap gemaakt naar Delft<br />
voor promotie-onderzoek naar zogenaamde wervelbedverbranding<br />
van steenkool. Bij verbranding van steenkool<br />
komt onder meer zwaveldioxide vrij en dat moet afgevangen<br />
worden. Er werd een groot Europees project in het<br />
leven geroepen om een synthetisch materiaal te ontwikkelen<br />
dat je kon regenereren. Mijn promotieproject werd<br />
gefinancierd door Technologiestichting STW. Vooral het<br />
ontwerpen en modelleren van de reactor vond ik erg leuk.<br />
Na mijn promotie werd ik aangenomen bij het Unilever<br />
SCHOUTEN: ‘Wij moeten de onderwerpen waar we goed in<br />
zijn blijven koesteren en nieuwe, innovatieve thema’s aanpakken.’<br />
Research Laboratorium in Vlaardingen, waar ze een<br />
chemisch technoloog zochten voor een fundamentele<br />
aanpak van wasprocessen. Daar heb ik het twee jaar<br />
ontzettend naar mijn zin gehad. Maar mijn begeleider uit<br />
Delft werd hoogleraar en kon zijn eigen groep beginnen.<br />
Toen hij belde, besloot ik om weer terug te komen. Ik<br />
heb tot 1998 in Delft als universitair docent en later als<br />
hoofddocent gewerkt, tot ik geattendeerd werd op de<br />
vacature in <strong>Eindhoven</strong>. Ik was er aan toe om een eigen<br />
groep op te bouwen. Ik trof hier een uiterst professionele<br />
staf aan. Langzaam maar zeker kon ik mijn eigen<br />
sporen uitzetten en de aandacht verleggen van katalyse<br />
naar meer reactor engineering. In Duitsland en Amerika<br />
kwam de trend op om microreactoren in te gaan zetten<br />
in de chemische industrie. In Nederland was men daar<br />
toen nog niet mee bezig en dat leek me een uitdaging.<br />
Het klinkt nu misschien alsof ik een compleet masterplan<br />
had, maar het begon gewoon met het schrijven<br />
van het eerste STW-projectvoorstel voor toepassing van<br />
microreactoren in katalytische oxidatie van methaan.<br />
Dat voorstel werd in eerste instantie overigens door STW<br />
afgewezen. Daarna hebben we het herschreven, het werd<br />
gehonoreerd, de staf raakte enthousiast en met dank aan<br />
de faculteit konden we nieuwe medewerkers aanstellen.<br />
Microreactortechnologie bleek een heel aantrekkelijk<br />
onderwerp en we hadden al snel succes met onze onderzoekslijn.<br />
We haalden veel geld en projecten binnen en in<br />
2006 kreeg ik de Simon Stevin Meesterschapsprijs. Vorig<br />
jaar heeft de komst van de Twentse collega’s het cluster<br />
procestechnologie stevig verder versterkt.<br />
Microreactoren<br />
Op microschaal produceren geeft een betere beheersing<br />
over de snelheid van stof- en warmteoverdrachtsprocessen.<br />
Je kunt veel selectiever en veiliger werken, in kleinere<br />
volumes. De technologie wordt steeds meer toegepast<br />
in de fijnchemie en in de farmaceutische industrie.<br />
Ook de bulkchemie ziet nu de voordelen van specifieke<br />
processen. Sommige grootschalige processen halen een<br />
veel grotere efficiency door het slim parallel schakelen<br />
van meerdere sets van microreactoren. Een jaar of zeven<br />
geleden zijn we gestart met een nieuwe lijn van onderzoek.<br />
We werken nu ook met roterende reactoren. Het integreren<br />
van processtappen levert veel voordelen op. We<br />
zijn nu samen met de chemische industrie bezig om processen<br />
in grote installaties onder te brengen in kleine apparaten<br />
wat een enorm effect heeft op het totale volume<br />
van een fabriek. Soms blijkt zo’n installatie honderd keer<br />
kleiner te kunnen. Distributed manufacturing vormt dan<br />
een mogelijke toepassing. Je zet niet langer één grote<br />
centrale fabriek neer, maar je bouwt kleine plants die<br />
verplaatsbaar zijn en dicht bij de eindgebruiker kunnen<br />
worden opgesteld, daar waar het product op dat moment<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 27
2 8<br />
DE VONK<br />
nodig is. We praten nu zelfs al over plug and produce. Het<br />
idee is om bijvoorbeeld op tientallen plekken, waar ook<br />
ter wereld, bij de eindgebruikers deze kleinschalige units<br />
neer te zetten en op een centrale plaats, dat kan in Japan<br />
of in Nederland zijn, zit een operator die via een netwerkverbinding<br />
die units aanstuurt.<br />
Onze tak in de procestechnologie is bij uitstek het speelveld<br />
van internationale bedrijven. We hebben in de groep<br />
veel contacten met DSM en AkzoNobel en ook met Alfa<br />
Laval, één van de grotere apparatenbouwers in de wereld.<br />
Er is een grote vraag in het bedrijfsleven naar goede chemisch<br />
ingenieurs en promovendi. We leiden relatief veel<br />
buitenlanders op, die ook gemakkelijk een baan vinden<br />
in de Nederlandse chemische industrie. Later in hun loopbaan<br />
komen ze dan soms terecht in vestigingen in hun<br />
land van herkomst. De chemische sector zoekt al jaren de<br />
landen op waar de productie goedkoper kan, zoals China.<br />
En onderzoeksfaciliteiten volgen dan soms.<br />
Nog steeds staat het wetenschappelijk chemisch onderzoek<br />
en onderwijs bij ons op een heel hoog niveau. Veel<br />
onderzoek in China volgt vooral de ontwikkelingen in<br />
Europa en de USA, hier worden de relevante wetenschappelijke<br />
vraagstellingen geformuleerd. Maar ik constateer<br />
dat sommige Chinese onderzoeksgroepen in rap tempo<br />
naar een hoger niveau opstomen. De Chinese overheid<br />
investeert gigantische bedragen in zeer moderne faciliteiten.<br />
Wij moeten van onze kant de onderwerpen waar we<br />
goed in zijn blijven koesteren, de kwaliteit vasthouden en<br />
voortdurend nieuwe, innovatieve thema’s aanpakken.<br />
De chemie is door dit kabinet als topsector aangewezen,<br />
voormalig Shell-topman Rein Willems is als kartrekker<br />
door de minister van EL&I aangesteld. De afgelopen periode<br />
ben ik een aantal keer betrokken geweest bij discussies<br />
over de actieagenda. Het wegvallen van de aardgasbaten<br />
als financieringsbron voor onderzoek, gekoppeld<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
SCHOUTEN: ‘Veranderingen zorgen<br />
voor nieuwe kansen om bijvoorbeeld meer<br />
vrouwelijke studenten aan te trekken.’<br />
aan andere bezuinigingen, is een heel zorgelijk onderwerp.<br />
Ik heb in januari van dit jaar dan ook in toga meegelopen<br />
tijdens de hooglerarendemonstratie in Den Haag. Uit solidariteit<br />
en uit overtuiging.<br />
Onlangs is mijn 25e promovendus gepromoveerd en ik heb<br />
op dit moment nog ongeveer 20 promovendi in mijn groep.<br />
Stel dat de afnemende overheidssteun ons dwingt om minder<br />
onderzoek te doen en minder promovendi op te leiden,<br />
dan is dat uiterst bedreigend voor deze faculteit. De tweehonderd<br />
promovendi zijn de kurk waarop we drijven. Het is<br />
wel uiterst belangrijk om de kwaliteit bij deze aantallen te<br />
blijven borgen.<br />
Ik ben sinds kort decaan. Toen dat bekend werd, kwamen<br />
mensen op me af met de vraag of ze me daarmee wel<br />
konden feliciteren. Ja, natuurlijk kun je me daarmee feliciteren!<br />
Als ik het niet leuk gevonden had, of als de tijd<br />
niet rijp geweest was, had ik het niet gedaan. Maar we<br />
staan voor grote uitdagingen. De lage studenteninstroom<br />
is een punt van grote zorg. Ik vind dat je ontwikkelingen<br />
in Europees perspectief moet zien. 175 kilometer naar het<br />
oosten, in Dortmund, staat de grootste faculteit Chemical<br />
Engineering van Europa. Daar studeren duizend studenten<br />
en stromen jaarlijks tweehonderd eerstejaars in. Het<br />
imago en het belang van chemie wordt in Duitsland duidelijk<br />
anders beleefd dan in Nederland. Daar kunnen we<br />
van leren, bijvoorbeeld van het feit dat het verstrekken van<br />
bedrijfsbeurzen aan eerstejaarsstudenten in Duitsland tien<br />
jaar geleden daar heeft bijgedragen aan de groei van de<br />
instroom.<br />
Herontwerp bacheloropleidingen<br />
Ik voel me thuis bij een universiteit met een duidelijk<br />
bètaprofiel waar de faculteiten nog steeds<br />
‘Werktuigbouwkunde’ of ‘Scheikundige Technologie’<br />
heten. De keerzijde is dat ons marktaandeel wat instroom<br />
van studenten betreft afneemt en daar gaan we wat aan<br />
doen, onder meer door de bacheloropleidingen te vernieuwen.<br />
Verbreding van de bachelor is niet per definitie<br />
strijdig met dat bètaprofiel. Ik herken elementen uit mijn<br />
Twentse tijd. Ik volgde toen ook heel bewust verbredende<br />
vakken als bedrijfskunde en bestuurskunde. Er wordt nu<br />
een huis gebouwd voor de nieuwe bacheloropleidingen<br />
waar ook Scheikundige Technologie gewoon zijn plek<br />
zal houden. We moeten wel het niveau en de kwaliteit<br />
handhaven en het kind niet met het badwater weggooien.<br />
Veranderingen zorgen voor nieuwe kansen om bijvoorbeeld<br />
meer vrouwelijke studenten aan te trekken. Het was<br />
nooit officieel beleid in onze groep, maar van de laatste<br />
tien aangetrokken promovendi zijn er zeven vrouw. Een<br />
aantal daarvan komt uit Spaanstalige landen, waar bèta<br />
niet zoals hier een bijna exclusieve mannenkeuze is. En die<br />
samenstelling geeft een enorme schwung aan de groep.’
UFe<br />
TU/e 55TH<br />
Anniversary<br />
Awards<br />
Ter gelegenheid van het 55-jarig bestaan van de TU/e stelt het <strong>Universiteit</strong>sfonds <strong>Eindhoven</strong><br />
(UFe) drie prijzen beschikbaar voor projecten die een substantiële bijdrage leveren aan de<br />
ambities die de <strong>Universiteit</strong> zich voor het komende decennium heeft gesteld.<br />
Het UFe wil in <strong>2011</strong> drie grotere<br />
projecten ondersteunen die de<br />
realisatie van de ambities van<br />
de TU/e op de strategic area’s<br />
Health, Energy en Smart Mobility, zoals verwoord in het<br />
Strategisch Plan 2020, een stapje dichterbij brengen.<br />
Daarvoor wordt voor projecten op elk van deze gebieden<br />
een prijs beschikbaar gesteld van <strong>18</strong>.333 euro.<br />
Totaal bedraagt het prijzengeld daarmee 55.000 euro.<br />
Deelname ook voor alumni<br />
Deelname is mogelijk voor studenten, medewerkers,<br />
alumni, instanties en groeperingen van de TU/e. Het is<br />
de bedoeling dat er een plan wordt ingediend dat aan<br />
verschillende eisen moet voldoen.<br />
De activiteit of het project waarvoor de aanvraag wordt<br />
ingediend moet passen binnen de doelstellingen van<br />
het <strong>Universiteit</strong>sfonds <strong>Eindhoven</strong> (UFe), te weten het<br />
stimuleren en bevorderen van wetenschappelijke<br />
activiteiten op de TU/e. Of het project moet een relatie<br />
tussen de TU/e en de (internationale) buitenwereld<br />
(bedrijfsleven en wetenschappelijke wereld) laten zien.<br />
Of het project moet het <strong>Eindhoven</strong>s studentenklimaat<br />
ten goede komen. De activiteit of het project moet<br />
specifiek een bijdrage leveren aan de realisatie van<br />
de ambities op één van de gebieden Health, Energy of<br />
Smart Mobilty.<br />
Noodzakelijke informatie en criteria<br />
Bij de aanvraag moet een goed uitvoerbaar plan worden<br />
toegevoegd met daarin opgenomen:<br />
■ een samenvatting van het project in maximaal 200<br />
woorden;<br />
■ het belang van de prijs voor de realisatie van de ambities<br />
op het gebied Health, Energy of Smart Mobility;<br />
■ een begroting en een tijdpad;<br />
■ het plan is efficiënt en beperkt in omvang;<br />
■ het plan dient te worden ondersteund met een aanbevelingsbrief.<br />
Selectie<br />
De plannen worden beoordeeld door een deskundige<br />
jury, bestaande uit vertegenwoordigers van de universiteit<br />
en het bedrijfsleven. Geselecteerde prijswinnaars<br />
moeten bereid zijn tijdens de uitreiking van de Awards<br />
een ‘elevator pitch’ van 3 minuten te houden, een<br />
enthousiaste presentatie waarin een korte samenvatting<br />
van het project wordt gegeven. De uitreiking van de<br />
prijzen vindt plaats op de Alumnidag op 2 september<br />
<strong>2011</strong>.<br />
Aanvragen moeten uiterlijk 1 augustus <strong>2011</strong> worden ingediend<br />
via email: ufe@tue.nl.<br />
Nadere informatie kan worden ingewonnen bij<br />
het Bureau van het UFe, tel.: 040-2474141.<br />
<strong>Universiteit</strong>sfonds <strong>Eindhoven</strong><br />
Het <strong>Universiteit</strong>sfonds (UFe) wordt gesteund en gedragen door bedrijven en particuliere<br />
donateurs. Jaarlijks wordt zo’n 100.000 euro besteed aan subsidies voor<br />
wetenschappelijke, culturele en sportieve initiatieven van de TU/e. Uw steun door<br />
middel van gift, sponsoring, fonds op naam of legaat is van harte welkom. Het UFe<br />
is een erkende algemeen nut beogende instelling (ANBI).<br />
Voor meer informatie: www.ufeindhoven.nl<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 29
Foto: Bart van Overbeeke<br />
3 0<br />
XXXXXXXXX<br />
LOOPBAAN<br />
IR. ARNO AARTS<br />
SENIOR PROJECTMANAGER<br />
HEVO<br />
Projectmanager<br />
Nieuwbouw terug<br />
op ‘zijn’ campus<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1
‘Ik ben een gelukkig mens’, zegt ir. Arno Aarts (44) met overtuiging. ‘Ik geniet van mijn werk<br />
als senior projectmanager bij HEVO bouwmanagers, -adviseurs en -onderzoekers. Dit werk<br />
kost me veel energie, maar geeft dat ook weer terug.’ Op zijn visitekaartje heeft Aarts kort en<br />
krachtig samengevat waar het volgens hem om draait: ‘Samen duurzaam succesvol zijn’.<br />
Aarts is sinds een paar jaar weer regelmatig<br />
aanwezig op de TU/e als<br />
projectmanager van de grootscheepse<br />
herbouw ofwel ‘vernieuwbouw’ van<br />
W-hal. Het gebouw wordt geschikt gemaakt<br />
voor de huisvesting van centrale<br />
studentenvoorzieningen. Bovenop de<br />
W-hal komt een hoogbouw voor de<br />
faculteit Wiskunde & Informatica. Als<br />
bouwkundestudent was Aarts vaak te<br />
vinden in W-hal, werkend aan maquettes<br />
en tekeningen. Het nieuwe gebouw<br />
wordt zo ingericht dat gebruikers nu en<br />
in de toekomst zich zo effectief mogelijk<br />
met hun ‘core business’ kunnen bezig<br />
houden.<br />
Aarts legt grote nadruk op de voorbereidende<br />
fase van een bouwproject, wat<br />
hem betreft de belangrijkste. ‘Door heel<br />
creatief een eerste fase in te richten,<br />
kunnen wij het meeste betekenen. Als je<br />
‘W-hal wordt mijn<br />
grootste project’<br />
van te voren goed definieert waar je een<br />
gebouw voor wilt gebruiken, hoeveel<br />
geld daarvoor beschikbaar is en wat de<br />
kwaliteit moet worden, is het halve werk<br />
al gedaan. Dus: wat wil je nu eigenlijk?<br />
Dat is veel belangrijker dan het ‘hoe’.<br />
Vervolgens moet je daar een heel goed<br />
integraal proces voor organiseren. Dat is<br />
de crux van mijn werk.’<br />
Grijze haren<br />
‘Dit wordt voor mij het grootste project<br />
dat ik tot nu toe heb gedaan, de totale<br />
investeringskosten bedragen ongeveer<br />
50 miljoen euro. Om zo’n ingewikkeld<br />
project met zoveel kanten en zoveel<br />
betrokkenen aan te kunnen, moet je<br />
wat grijze haren hebben opgelopen’,<br />
lacht hij. ‘De W-hal is een van de eerste<br />
gebouwen van TU/e en stamt uit 1956.<br />
Toen was het een uniek gebouw met<br />
veel licht dat een hoop flexibiliteit in<br />
functie toeliet. Het is mooi dat het nu<br />
weer een nieuwe functie kan krijgen.’<br />
‘We werken met veel oud-TU/e’ers aan<br />
dit project. Dat is niet bewust zo gepland<br />
door de TU/e, iedereen is op zijn<br />
merites geselecteerd.’ In het projectteam<br />
zitten naast architect Joost Ector,<br />
die ooit cum laude afstudeerde aan de<br />
TU/e, constructeur en oud-hoogleraar<br />
Constructieleer aan de TU/e Frans van<br />
Herwijnen, installatieadviseur Branco<br />
Schot en Elphi Nelissen, de huidige<br />
decaan van Bouwkunde en directeur<br />
van het gelijknamige ingenieursbureau<br />
Nelissen. De ‘vernieuwbouw’ van de<br />
W-hal wordt volgend jaar rond de <strong>zomer</strong>vakantie<br />
opgeleverd.<br />
Taal<br />
De projectmanager studeerde 17 jaar<br />
geleden af bij de faculteit Bouwkunde<br />
en heeft geen moment spijt gehad van<br />
de keuze voor de brede opleiding. Die<br />
opleiding is de basis van zijn voortschrijdende<br />
ontwikkeling in het managen van<br />
complexe bouwprocessen. ‘Omdat ik<br />
inzicht heb in alle aspecten van ontwerpen<br />
en realiseren, kan ik goed overzicht<br />
houden. Ik heb elke dag te maken met<br />
alle disciplines en spreek de taal van<br />
bouwfysici, installateurs, ontwerpers en<br />
architecten. Zelf heb ik geen behoefte<br />
om gebouwen te ontwerpen. Ik vind het<br />
hele proces van de eerste ideeën tot en<br />
met de realisatie boeiend en uitdagend.<br />
Een team aansturen geeft mij energie’,<br />
legt hij uit.<br />
HEVO staat steeds in de frontlinie van<br />
ontwikkelingen in de bouw en wil de<br />
norm zijn voor de rest van de sector.<br />
Volgens Aarts heeft het bedrijf meer<br />
kennis in huis dan wat voor advies- of<br />
bouwmanagementbureau ook, gewoon<br />
doordat men voortdurend in allerlei<br />
sectoren tegelijk met de nieuwste inzichten<br />
en methodes bezig is. Dagelijks<br />
zijn bijvoorbeeld zeker dertig mensen<br />
bezig met onderwijsbouwprojecten, dat<br />
gebeurt volgens Aarts nergens anders<br />
in Nederland op zo’n schaal. Aarts is<br />
vanuit deze positie ook heel actief als<br />
PROFIEL<br />
OPLEIDING: Studeerde in 1994 af bij de<br />
faculteit Bouwkunde.<br />
HUIDIGE WERKPLEK: HEVO<br />
Bouwmanagers.<br />
AMBITIE: Mee blijven werken aan vernieuwend<br />
en duurzaam bouwen.<br />
spreker en trainer binnen en buiten het<br />
bedrijf. ‘Wij delen graag kennis met onze<br />
omgeving.’<br />
Informeel<br />
Kennis delen is ook van groot belang binnen<br />
HEVO en dat lukt volgens Aarts veel<br />
beter in de eigen nieuwe huisvesting. Het<br />
bedrijf heeft sinds kort flexibel werken<br />
geïntroduceerd op hun kantoor in het<br />
Bossche Riva-gebouw. Iedereen daar mag<br />
overal werken. Alleen de receptioniste<br />
heeft een vaste plek – aan de deur. Deze<br />
manier van werken bevalt Aarts nog beter<br />
dan hij had verwacht. ‘Ik ken nu al meer<br />
collega’s en hun werk beter, gewoon<br />
omdat ik iedere dag met andere mensen<br />
te maken heb op een informele manier.<br />
Daarin hebben we een voorbeeldfunctie;<br />
we laten zien dat we zelf ook innovatief<br />
willen zijn en er niet alleen over praten.’<br />
Het kantoor is een visitekaartje voor<br />
HEVO.<br />
Ruimte<br />
Aarts heeft het grootste deel van zijn<br />
loopbaan bij HEVO doorgebracht, op de<br />
beginperiode na, toen hij bij een adviesbureau<br />
voor agrarisch vastgoed werkte.<br />
Na twee jaar ben ik overgestapt naar<br />
HEVO. ‘Ik krijg bij HEVO veel ruimte om<br />
door te groeien. Mijn projecten worden<br />
steeds complexer, het krachtenveld<br />
rondom mijn projecten steeds sterker.<br />
Recent formuleerde HEVO zijn kernwaarden<br />
opnieuw: waarmaken, durf, initiatief<br />
en innovatie zijn nu de sleutelwoorden.<br />
Dat is mij op het lijf geschreven. Behoefte<br />
om in de directie te komen heb ik nu nog<br />
niet, dan ben ik niet meer dagelijks met<br />
de praktijk bezig.’<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 31
3 2<br />
LUSTRUM<br />
Op 2 september <strong>2011</strong> viert de TU/e haar elfde lustrum samen met haar alumni. Tijdens de<br />
gezamenlijke ochtendbijeenkomst staat er een informatief en inspirerend programma op de<br />
agenda. In de middag ontmoeten oud-studiegenoten elkaar op de faculteiten, praten ze over hun<br />
vak en komen de laatste ontwikkelingen aan de orde. Het thema van de dag: TU/e connects.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
5<br />
<strong>2011</strong> x 5<br />
5connects
Dag van ontmoeten<br />
en verbinden<br />
Voor de alumni die de viering van het 50jarig<br />
bestaan van de TU/e hebben meegemaakt,<br />
is het waarschijnlijk geen vraag<br />
of ze er in september bij zullen zijn. Zij<br />
beleefden een hartverwarmende dag op<br />
een zonnige campus, waar zo’n 1200 oudstudenten<br />
een bijzondere ontmoeting<br />
hadden met de universiteit, hun faculteit<br />
en elkaar. De TU/e verwacht dan ook dit<br />
jaar minstens evenveel alumni te mogen<br />
verwelkomen.<br />
Inspireren<br />
Mr. Jo van Ham waakt<br />
namens het College<br />
van Bestuur over de<br />
relatie met de alumni.<br />
Hij verwacht een hoge<br />
opkomst.<br />
‘Het programma is heel aantrekkelijk.<br />
We schuiven in de ochtend een aantal<br />
toppers naar voren om de alumni te inspireren.<br />
Zij spreken over de strategic area’s<br />
Energy, Health en Mobility, de maatschappelijke<br />
onderwerpen waarop de TU/e zich<br />
toelegt. Veel van onze alumni zijn bezig op<br />
deze terreinen. Ze werken vaak in hightech<br />
systemen voor bijvoorbeeld de energiesector<br />
of gezondheidszorg. Het is dan<br />
goed om te weten wat de TU/e doet en op<br />
welke manier ze hun organisatie kunnen<br />
verbinden met onze activiteiten. Wij zijn<br />
heel benieuwd naar hun ideeën en vragen<br />
over deze onderzoeksterreinen.’<br />
Het thema ‘TU/e connects’ zegt wat dat<br />
betreft precies wat Van Ham van de dag<br />
verwacht. ‘We hebben een wederzijds profijtelijke<br />
relatie. In zo’n relatie krijg je iets<br />
van elkaar. Het is voor ons van belang om<br />
onze alumni te bereiken en te informeren<br />
over waar wij mee bezig zijn. Wanneer<br />
zij dit zien en trots zijn op wat wij doen,<br />
kunnen ze die trots uitstralen naar toekomstige<br />
generaties en naar industriële<br />
relaties.’<br />
Anderzijds heeft de TU/e haar alumni ook<br />
veel te bieden, zegt Van Ham. Bijvoorbeeld<br />
inhoudelijke cursussen en trainingen,<br />
maar ook op het gebied van persoonlijke<br />
ontwikkeling. ‘We organiseren samen<br />
met Schouten&Nelissen workshops, bijvoorbeeld<br />
in timemanagement en leidinggeven.<br />
Heel interessant voor alumni. Ook<br />
is er is een coachcafé, samen met Twente<br />
en Delft. Alumni treden hierin op als<br />
coach voor jonge mensen, dat is geweldig<br />
inspirerend.’ Ook noemt hij de faciliteiten<br />
om alumni te helpen met het oriënteren<br />
op hun carrière. ‘Euflex en de carrièrewebsite<br />
van Euflex kunnen helpen bij het<br />
maken van stappen in een loopbaan. We<br />
hopen dat alumni ons opzoeken op verschillende<br />
momenten van hun loopbaan,<br />
zodat wij onze beste rol voor hen kunnen<br />
vervullen: die van onderwijsinstituut.’<br />
De profijtelijke relatie gaat tijdens de<br />
alumni lustrumdag zeker ook over het<br />
plezier en gezelligheid, benadrukt Van<br />
Ham. ‘Dat zal blijken wanneer vroegere<br />
studievrienden elkaar ontmoeten op de<br />
faculteiten. Want dat is een belangrijk onderdeel<br />
van de dag: terug naar de oude<br />
faculteit waar de band met de universiteit<br />
is ontstaan.’<br />
Overzicht 55-jarig Zorg bestaan in de buurt<br />
van de TU/e vanaf april <strong>2011</strong><br />
Sprekers ochtendprogramma<br />
In het ochtendprogramma wordt gesproken<br />
over de zogenaamde strategic area’s<br />
van de TU/e: Energy, Health en Mobility.<br />
De sprekers in het ochtendprogramma<br />
zijn de oud-Philips-topmannen dr. Rick<br />
Harwig en drs. Roel Fonville, de kartrekkers<br />
van respectievelijk Energy en Health.<br />
De derde spreker is dr.ir. Carlo van de<br />
Weijer, kartrekker voor Smart Mobility.<br />
Zij kijken vooruit naar de ontmoeting met<br />
alumni.<br />
Roel Fonville spreekt<br />
tijdens de Lustrumdag<br />
over de keuze voor het<br />
thema Health. Hij was<br />
topman van Philips<br />
Healthcare.<br />
‘Het vraagstuk van de gezondheidszorg<br />
geeft een duaal gevoel. Enerzijds is er<br />
grote vooruitgang en worden er fantastische<br />
medische resultaten en gezondheidswinsten<br />
geboekt. Echter, we worden<br />
steeds ouder, en de ouderdom komt met<br />
kleine en grote gebreken, vooral van<br />
chronische aard, waardoor de zorgbehoefte<br />
stijgt. We willen die zorg graag<br />
thuis krijgen. Tegelijkertijd zijn er door<br />
de demografische ontwikkelingen steeds<br />
minder mensen om die hulp te geven.<br />
Er zijn twee belangrijke ontwikkelingen<br />
waar de TU/e een belangrijke rol kan<br />
spelen om ook in de toekomst goede zorg<br />
te kunnen bieden. Het eerste is de rol<br />
van technologie. Die is namelijk in staat<br />
om zorg bij mensen in de buurt te brengen,<br />
zodat de afhankelijkheid van dure<br />
ziekenhuizen afneemt. In zorgtermen:<br />
voorzieningen van de tweede lijn (ziekenhuis),<br />
naar de eerste (huisarts) en naar<br />
de nulde lijn (thuis) verschuiven. Met<br />
technologie gericht op preventie, kunnen<br />
we de omgeving van mensen zo inrichten<br />
dat mensen worden aangezet tot een gezonde<br />
levensstijl.<br />
We willen dus dat technici technologieën<br />
ontwerpen waarbij ze bedenken: hoe<br />
kan ik deze technologie later van een<br />
complexe klinische omgeving naar een<br />
eenvoudige klinische setting en zelfs bij<br />
mensen thuis brengen?<br />
Patiënt centraal<br />
Een tweede beweging is dat we technologie<br />
ontwerpen waarbij de burger/patiënt<br />
centraal staat. Het is nog niet zo lang<br />
geleden dat er een patiëntdossier bij de<br />
huisarts lag dat je niet eens mocht inzien.<br />
Toen stond de arts centraal. Ook moet de<br />
technologie voor de gezondheidszorg gebruiksvriendelijk<br />
zijn voor gewone mensen,<br />
mede met het oog op thuisgebruik.<br />
Alumni van de TU/e kunnen helpen om<br />
deze twee modellen mee uit te dragen in<br />
de omgeving waar ze werken. Wanneer<br />
ze in de gezondheidszorg werken, is het<br />
zinvol om na te denken over hoe we ze<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 33
3 4<br />
LUSTRUM<br />
kunnen toepassen, en hoe de vele barrières,<br />
zoals prikkels in het financierings-<br />
en bekostigingsysteem, kunnen worden<br />
geslecht. Ik ben benieuwd wat alumni<br />
over deze vragen in de zorg te vertellen<br />
hebben. Daar kan ik mijn ideeën mee<br />
aanscherpen.<br />
Ik hoop dat de alumni begrip krijgen van<br />
het creëren van massa en focus op het<br />
gebied van maatschappelijk thema’s binnen<br />
de TU/e. Maar dat kan niet zonder<br />
samenwerking met bedrijven en instituten.<br />
Alumni kunnen daar een belangrijke<br />
rol bij spelen.’<br />
Rick Harwig spreekt<br />
tijdens de alumni lustrumdag<br />
over de keuze<br />
voor het thema Energy.<br />
In het verleden was hij<br />
CTO bij Philips.<br />
‘In de komende veertig jaar gaan we op<br />
deze planeet naar nieuwe energiesystemen.<br />
Duurzame energie is het uitgangspunt.<br />
We moeten af van onze verslaving<br />
aan fossiele brandstoffen. Dit betekent<br />
dat we gaan werken met nieuwe hightech<br />
systemen die energie genereren. Het<br />
verbruik van fossiele brandstoffen wordt<br />
straks verleden tijd.<br />
Nieuwe kansen<br />
Dit heeft gevolgen voor de economie<br />
en de industrie. Oplossingen die we nu<br />
bedenken, bijvoorbeeld het plaatsen van<br />
zonnecellen, bieden nieuwe kansen in de<br />
nabije toekomst. Er is in Nederland nu<br />
al een omzet van 800 miljoen euro in de<br />
solarindustrie. Die omzet kunnen we fors<br />
uitbreiden. Wanneer je voor tweetiende<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
in de energievoorziening voorziet met zonnecellen,<br />
geeft dat regionaal een industrie<br />
van 50 miljard euro. Dat is een geweldige<br />
groei voor onze economie die we grotendeels<br />
zelf in de hand hebben.<br />
Als je in zo’n snelgroeiende industrie -tot<br />
100 procent per jaar- mee wilt doen, dan<br />
moet je daar vroeg op instappen, anders<br />
is alles vergeven. Dat is de opdracht van<br />
Nederland, en de TU/e pakt die handschoen<br />
op.<br />
Ik zie een duidelijke rol weggelegd voor<br />
alumni bij de nieuwe technologieën op<br />
het gebied van energie. Want alumni zijn<br />
een perfecte brug tussen bedrijven, onderzoeksinstellingen<br />
en de universiteit. Mijn<br />
vraag is: hoe kijken zij naar de kansen in<br />
de beroepspraktijk? Welke bijdrage kunnen<br />
zij leveren aan het versterken van<br />
onze economie? Daarover ga ik graag met<br />
ze in gesprek tijdens de alumni lustrumdag.’<br />
Carlo van de Weijer<br />
spreekt tijdens de<br />
lustrumdag over het<br />
thema Smart Mobility.<br />
Hij is vice-president Traffic<br />
Solutions van TomTom.<br />
‘Auto’s worden steeds slimmer: ze lossen<br />
meer en meer de problemen op die ze<br />
zelf hebben gecreëerd. Ook gaan ze hun<br />
slimheid delen met andere auto’s in een<br />
interessant logistiek systeem. Dat doen ze<br />
door met voertuigen in de buurt te praten<br />
en elkaar te waarschuwen voor onveilige<br />
situaties. De kans op ongelukken neemt<br />
daardoor sterk af. Ook worden auto’s<br />
schoner en verbruiken minder fossiele<br />
brandstoffen.<br />
De competenties die nodig zijn om zelfsturende<br />
systemen te ontwikkelen, zijn<br />
in ruime mate aan de TU/e en bij het<br />
bedrijfsleven in de regio aanwezig. Zo<br />
werken we aan de universiteit aan elektromechanische<br />
schokbrekers die nauwkeuriger<br />
en sneller zijn. De veiligheid op<br />
de weg neemt met deze technologie toe.<br />
We doen ook veel aan elektrische aandrijving,<br />
net als aan nieuwe brandstoffen,<br />
zoals duurzame diesel en de motor<br />
die het moet verbranden.<br />
We werken aan car-to-car en car-toinfrastructure<br />
communicatie. Auto’s<br />
die met elkaar en hun omgeving gaan<br />
praten en anticiperen op die informatie.<br />
Bijvoorbeeld het via verkeerslichten<br />
vaststellen bij welke snelheid de auto<br />
geen rood meer krijgt. Een ander probleem<br />
is files. Wanneer je plotseling<br />
remt op de snelweg, veroorzaakt een<br />
schokgolf bij achteropkomend verkeer<br />
een opstopping. Wanneer je auto’s laat<br />
‘Belangrijk is in<br />
gesprek te gaan<br />
met alumni’<br />
communiceren, kun je de golf uitdempen<br />
en files voorkomen. Daar zijn we ver<br />
mee.<br />
Ontmoetingen<br />
Ik wil tijdens de alumni lustrumdag laten<br />
zien wat het belang is van automotive<br />
in Nederland. Ook hoop ik dat alumni<br />
nieuwsgierig zijn naar de dynamische<br />
veranderingen op het gebied van de strategic<br />
area’s aan de TU/e. Ik kom uit het<br />
bedrijfsleven en was verrast over wat er<br />
allemaal gebeurt aan de universiteit. Het<br />
zal alumni aanspreken.<br />
Wellicht kunnen we dankzij de ontmoetingen<br />
tijdens de alumni lustrumdag<br />
alumni motiveren om als onderzoekers<br />
naar de TU/e te komen. Of het lukt om<br />
door de gesprekken een aantal onderzoeksprojecten<br />
te organiseren met bedrijven<br />
waar alumni werken. Dat zouden<br />
mooie resultaten zijn. Maar ik moet<br />
eerlijk zeggen: ik ben zelf ook alumnus<br />
en kijk daarom ook uit naar de ontmoetingen<br />
met andere alumni na het officiële<br />
programma.’
OCHTENDPROGRAMMA ALUMNI LUSTRUMDAG 2 SEPTEMBER <strong>2011</strong><br />
09.00 – 14.00 Plenair ochtendprogramma en aansluitende lunch<br />
TU/e Strategie 2020 staat centraal,<br />
thema ‘TU/e connects’<br />
Plaats: Auditorium TU/e<br />
09.00 uur Ontvangst met koffie en thee<br />
10.00 uur Opening door rector Hans van Duijn,<br />
onthulling lustrumdoek<br />
10.05 uur TU/e Strategie 2020 door Arno Peels, collegevoorzitter<br />
10.25 uur TU/e strategic area’s rond belangrijke<br />
maatschappelijke vraagstukken<br />
Moderator: Harry Lintsen<br />
Energy: Rick Harwig<br />
Health: Roel Fonville<br />
11.40 uur<br />
Smart Mobility: Carlo van de Weijer<br />
55th Anniversary Award UFe<br />
Jury rapport, elevator pitch prijswinnaars<br />
12.00 uur Lunch<br />
13.00 uur Facultatief: presentatie over kennisvalorisatie aan de TU/e door Steef Blok, directeur TU/e Innovation Lab<br />
14.00 uur Decentraal middagprogramma en afsluitende borrel op de faculteiten<br />
Bij deze Matrix is een lustrumboekje ingesloten, waarin het totaalprogramma en de faculteitsprogramma’s van de alumni lustrumdag <strong>2011</strong> zijn<br />
opgenomen.<br />
MIDDAGPROGRAMMA OP DE FACULTEITEN<br />
Na een uitgebreide middaglunch gaan de alumni naar de faculteiten voor lezingen,<br />
discussies en rondleidingen. Zo leidt de faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde haar alumni<br />
rond in de cleanroom van 800 vierkante meter. Ook aan de faculteiten Biomedische<br />
Technologie en Werktuigbouwkunde bezoeken de gasten de laboratoria. Scheikundige<br />
Technologie heeft veel aandacht voor haar technostarters en geeft rondleidingen bij de<br />
capaciteitsgroepen. Alle middagprogramma’s sluiten af met een borrel om weer eens<br />
goed bij te praten met de studievrienden van toen. In het bijgevoegde boekje over de<br />
alumni lustrumdag treft u alle middagprogramma’s aan.<br />
Eén spreker van de middagprogramma’s, ir. Ingrid de Boer, alumna van Bouwkunde<br />
geeft aan waarom de band met de TU/e van groot belang is.<br />
Ir. Ingrid de Boer, algemeen directeur van Woonbedrijf, een wooncorporatie werkzaam<br />
in <strong>Eindhoven</strong> en omliggende gemeenten, had een geweldige tijd aan de toenmalige TH,<br />
zegt ze. ‘En wanneer je met warme gevoelens ergens weggaat, kun je in een latere fase<br />
van je leven het contact weer gemakkelijk oppakken.’<br />
Voor De Boer is de TU/e een gerenommeerd instituut waar ze kennis aanboort.<br />
‘Woonbedrijf heeft met tal van mensen aan de faculteit contact. Via hen kijken we<br />
welke kennis aan de TU/e wordt ontwikkeld en of we die kunnen gebruiken.’ Een<br />
andere meerwaarde van de TU/e is voor De Boer het netwerk van de alumni onderling.<br />
‘Wanneer je van iemand weet dat het ook een TU/e-alumnus is, dan steek je een<br />
gesprek direct op een ander niveau in. In eerste contacten gaan deuren gemakkelijker<br />
open en je legt sneller contact op Facebook en LinkedIn. De link die via de universiteit<br />
wordt gelegd is een vanzelfsprekende. Daar profiteer ik vaak van.’<br />
‘Netwerk TU/e<br />
van grote waarde’<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 35<br />
Foto’s: Bart van Overbeeke
3 6<br />
LOOPBAAN<br />
Altijd groeien en het beter<br />
doen dan de concurrentie<br />
Ir. Judith Schoenmaeckers (1967) weet precies wat haar boeit: samen met een<br />
team een uitstekende prestatie leveren. En graag commercieel, want nieuwe<br />
klanten binnenhalen geeft haar voldoening. De TU/e-alumna is hierin bij<br />
Randstad zo succesvol, dat ze werd uitgeroepen tot de beste commercieel<br />
directeur van Nederland.<br />
Het is zeker niet het mooiste bedrijfsgebouw van Nederland,<br />
het hoofdkantoor van Randstad in Diemen, onder de rook van<br />
Amsterdam. Maar wellicht hoort het wel bij de meeste vriendelijke<br />
bedrijfsomgevingen van ons land. In de parkeergarage<br />
groet een medewerker een onbekende gast die uit de auto<br />
stapt. Bij de lift en in de ontvangsthal wederom groetende<br />
Randstad-medewerkers. ‘Dit is een mensgerichte organisatie’,<br />
verklaart Schoenmaeckers. ‘Wij doen de hele dag zaken met<br />
aan de ene kant onze klanten en aan de andere kant de flexwerkers.<br />
We zijn dus vooral bezig met mensen, en dat zie je in de<br />
organisatie. Hier werken outgoing mensen, die in staat zijn verbindingen<br />
te maken, daar worden we op geselecteerd. Dat past<br />
heel goed bij mij.’<br />
KPN<br />
Schoenmaeckers studeert in 1992 af aan de faculteit <strong>Technische</strong><br />
Bedrijfskunde. Tijdens haar opleiding komt ze erachter dat ze in<br />
bedrijven graag bij verschillende disciplines een kijkje in de keuken<br />
neemt. Ze kiest daarom voor een traineeship, bij KPN. ‘Mijn<br />
eerste baan was die van rechterhand van de commercieel directeur.<br />
Dat gaf me snel veel inzicht in hoe het in het bedrijfsleven<br />
werkt. Ik zat bij directieoverleg, zag hoe beslissingen werden<br />
genomen, hoe er gecommuniceerd wordt en wanneer mensen<br />
succesvol zijn.’<br />
Na enige tijd stapt ze over naar de marketing van nieuwe producten<br />
en merkt dat ze om commercieel heel goed te worden, eerst<br />
zelf moest gaan verkopen. Er volgt een baan als accountmanager<br />
PROFIEL<br />
OPLEIDING: <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde<br />
HUIDIGE WERKPLEK: Commercieel directeur bij Randstad.<br />
Ze werkt op het hoofdkantoor in Diemen.<br />
AMBITIE: Met een bedrijf groeien, altijd maar groeien.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
voor KPN in Rotterdam. Ze gaat onderhandelen en deals sluiten.<br />
Twee jaar later is ze de directeur van die salesafdeling. Ze is dan<br />
28 jaar oud en begint aan haar eerste baan als manager. Enerzijds<br />
is ze bezig met mensen, anderzijds met het halen van resultaten.<br />
Dat bleek dé combinatie. ‘Ik werd getriggerd door goede dienstverlening<br />
naar klanten. De service op hoog niveau brengen en het<br />
net iets beter doen dan de concurrenten.’<br />
Sinds haar studie weet Schoenmaeckers dat ze het allerliefst<br />
samen met een team resultaten wil halen. ‘Ik vind het heel leuk<br />
om met mensen samen te werken. Omdat ik ervan geniet als<br />
mensen groeien in hun baan. Het is mooi mensen te helpen<br />
met het maken van stappen. Er zitten overigens ook moeilijke<br />
kanten aan management. Ik heb in een vorige baan werknemers<br />
moeten ontslaan. Bij Randstad hebben we tijdens de laatste crisis<br />
ook afscheid moeten nemen. Daar wen je nooit aan.’<br />
Na omzwervingen op het hoofdkantoor van KPN wordt de succesvolle<br />
alumna directeur marketing voor de zakelijke markt bij<br />
concurrent Telfort. Het bedrijf heeft op dat moment geen positie<br />
in die markt. ‘Daar leerde ik om te vechten voor klanten. Het<br />
was stomweg blijven doorgaan om een voet tussen de deur te<br />
krijgen. Tegelijk zochten we naar een propositie waarmee we de<br />
zakelijke markt konden binnenkomen. We hebben wel tien producten<br />
geprobeerd, tot de elfde een succes werd. De truc was<br />
een product waarmee mensen binnen bedrijven heel goedkoop<br />
mobiel naar collega’s kunnen bellen. Dat was toen nog erg duur.<br />
Het sloeg enorm aan; we werden overvallen door ons eigen succes.’<br />
Randstad<br />
In de zes jaar dat ze bij Telfort werkt, wordt het bedrijf vier keer<br />
verkocht. De een na laatste keer voor 25 miljoen, anderhalf jaar<br />
later voor een miljard aan KPN. ‘We zijn toen in staat geweest<br />
om heel snel een winstgevende organisatie neer te zetten met<br />
een duidelijk Nederlands gezicht.’ De alumna wil niet meer<br />
terug naar KPN. Ze stapt op en begint voor zichzelf als consultant.<br />
Het werk blijkt te solistisch, ze mist een team, en het direct
‘Beweging<br />
creëren ook<br />
in moeilijke<br />
tijden, dat is<br />
wat ik wil’<br />
verantwoordelijk zijn voor resultaten. Ze krijgt een aanbod van<br />
Randstad.<br />
In 2006 begint ze in een baan als regiodirecteur van een van de<br />
vijftien regio’s. Maar na een inwerkperiode is er nog niet direct<br />
een regio beschikbaar. Er is wel een mooie baan in sales: het<br />
binnenhalen van nieuwe klanten. Er moest een nieuwe organisatie<br />
voor worden opgezet. ‘Na een paar maanden haalden<br />
we de eerste nieuwe klanten binnen, dan krijgt zo’n organisatie<br />
vleugels.’<br />
Ze wordt areadirecteur, verantwoordelijk voor een aantal specialisaties<br />
zoals callcenters, zorg en secretarieel. Twee jaar later<br />
komt de baan van commercieel directeur waarin ze verantwoordelijk<br />
is voor de top-450 klanten van Randstad. ‘Wij onderhandelen<br />
over contracten met de grootste klanten. We zorgen dat ze de<br />
juiste mensen krijgen. Maar ook dat mensen doorstromen binnen<br />
organisaties. En de laatste jaren helaas ook dat er mensen uitstromen.<br />
Juist dan moet je met de klant blijven praten over wat ze<br />
nodig hebben. Nu de markt aantrekt brengen we weer veel goede<br />
mensen aan.’<br />
Award<br />
Ze krijgt de mogelijkheid om de commerciële organisatie verder<br />
te verstevigen, vertelt de alumna. ‘Wij zijn vooral gericht op het<br />
behoud van bestaande klanten, terwijl we, juist in tijden waarin<br />
het slecht gaat, ons moeten richten op nieuwe klanten. Ik heb<br />
daarvoor veel gedaan aan de commerciële vaardigheden van onze<br />
organisatie. Het heeft effect gehad: bij veel grote klanten zijn we<br />
gegroeid. Tegen de trend in de markt in. Daar ben ik trots op.’<br />
Ze krijgt voor deze prestatie een grote waardering wanneer<br />
ze begin dit jaar een award wint voor de beste commercieel<br />
directeur van 2010. ‘Dat is een kroon op mijn werk’, zegt een<br />
stralende Schoenmaeckers. ‘Ik heb beweging weten te creëren<br />
in een tijd waarin het moeilijk was. En dat is precies wat ik altijd<br />
wil: groeien en het beter doen dan de concurrentie. Want er<br />
zijn altijd kansen, hoe slecht het ook gaat. Daar ben ik echt van<br />
overtuigd.’<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 37<br />
Foto: Marcel den Hollander
Foto: Bart van Overbeeke<br />
3 8<br />
XXXXXXXXX<br />
LOOPBAAN<br />
Kiezen voor<br />
je grote liefde<br />
Het was een radicale breuk aan het begin van zijn loopbaan: van een omgeving<br />
waar alleen over techniek werd gesproken naar een bedrijf waar het louter<br />
draait om voetbal. Ir. René Vermetten koos voor zijn grote liefde Willem II.<br />
Dinsdag 3 mei <strong>2011</strong>. Er hangt een verstikkende<br />
stilte in het stadion van Willem II<br />
in Tilburg. Het is the day after the night<br />
before. Zondagavond reden spelers, fans<br />
en medewerkers van de club zwijgend<br />
terug uit Twente. Daar ondergingen ze de<br />
René Vermetten (rechts)<br />
in het stadion van<br />
Willem II in Tilburg<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
wedstrijd die hun bangste vermoedens<br />
bevestigde: Willem II degradeerde uit de<br />
Eredivisie. De club speelde sinds 1987<br />
onafgebroken op het hoogste niveau,<br />
met als hoogtepunt een tweede plaats in<br />
1999 en voetbal in de Champions League.<br />
Het is nog maar twaalf jaar geleden – het<br />
lijkt een eeuwigheid.<br />
Ir. René Vermetten (1967) loopt beduusd<br />
rond in het kantoor in het stadion. De<br />
‘Ik gaf alles op<br />
waarvoor ik had<br />
gestudeerd – ik<br />
zou niet gelukkig<br />
worden in techniek.’
TU/e-alumnus is persvoorlichter van de<br />
club in nood. ‘Je ziet het lange tijd aankomen,<br />
maar als het zover is geeft het<br />
een leeg gevoel’, zegt hij op gedempte<br />
toon. ‘Na de wedstrijd kom je na een<br />
lange reis bij een kil stadion. Dan weet<br />
iedereen: het is gebeurd. Supporters<br />
gaan nog een biertje drinken. Spelers<br />
en personeel zetten de tas weg, en gaan<br />
zwijgend naar huis.’ De volgende ochtend<br />
begon de nieuwe werkweek weer.<br />
‘Collega’s staarden wezenloos voor zich<br />
uit. We hebben vanwege de tegenvallende<br />
resultaten de afgelopen tijd al<br />
gedwongen afscheid genomen van collega’s,<br />
dat speelt mee. De club was in<br />
het vorig seizoen al bijna failliet.’ De<br />
baan van Vermetten is voor het komend<br />
seizoen nog zeker.<br />
Degradatie lijkt overkomelijk: ga gewoon<br />
goed voetballen en je komt weer<br />
terug op het hoogste niveau. Het ligt<br />
echter anders. Clubs die terugvallen,<br />
ontmantelen hun organisatie. Ze ver-<br />
liezen hun beste spelers en sponsors<br />
haken af. Team en club raken uit evenwicht.<br />
Het blijkt telkens dat clubs na<br />
een degradatie niet zomaar terugkeren<br />
op een hoger niveau. De medewerkers<br />
van Willem II zijn hiervan doordrongen.<br />
Teksten<br />
In zijn jeugd is René Vermetten al fan<br />
van de Tilburgse club. Vanaf 1986, hij<br />
was achttien, bezoekt hij alle thuiswedstrijden.<br />
Sindsdien slaat hij er nauwelijks<br />
een over. Op een mooie dag zoekt<br />
de redactie van de club iemand die kan<br />
helpen bij de overgang van handgeschreven<br />
en getypte kopij naar teksten<br />
in Word Perfect. ‘Ik was als student<br />
veel met computers bezig en wilde mijn<br />
club graag helpen. Ook had ik interesse<br />
in taal, in tegenstelling tot veel andere<br />
studenten in techniek.’<br />
Vermetten studeerde Elektrotechniek<br />
aan de TU/e. Hij kwam via mts en hts<br />
naar de universiteit. Het was een vanzelfsprekende<br />
keuze: techniek was<br />
zijn hele jeugd het belangrijkste in zijn<br />
leven. In 1993 was hij klaar met de studie<br />
en begon bij Prodrive, een bedrijf<br />
opgezet door twee afstudeerders op<br />
het TU/e-terrein. Na twee jaar vertrok<br />
hij naar ASML. Op de achtergrond<br />
bloeide de clubliefde op. ‘In de weekenden<br />
en avonduren was ik bij de club.’<br />
Langzaam dreef zijn interesse weg van<br />
de techniek. ‘En toen kwam ik op een<br />
moeilijke splitsing: mijn hele leven<br />
draaide om techniek, de studie ging me<br />
ook gemakkelijk af. Toch gaf ik alles op<br />
waarvoor ik had gestudeerd – ik zou<br />
niet gelukkig worden in techniek.’<br />
Persvoorlichting<br />
Hij kon als parttime medewerker in de<br />
communicatie bij Willem II aan de slag.<br />
Korte tijd later werd het een fulltimebaan.<br />
‘Ik had mijn grote liefde gevonden,<br />
dat was me heel snel duidelijk.’<br />
Hij ging er teksten schrijven en maakte<br />
later het complete magazine van de<br />
club. Bij thuiswedstrijden ontving hij de<br />
pers en vanwege zijn technische achtergrond<br />
loste hij tussendoor ook allerlei<br />
storingen op. Nu geeft hij de directie<br />
advies over de te volgen mediastrategie<br />
en communicatiebeleid en doet<br />
een deel van de persvoorlichting. Hij<br />
begeleidt de persconferenties van de<br />
PROFIEL<br />
OPLEIDING: Studeerde Elektrotechniek op<br />
de niveaus MBO, HBO en WO.<br />
HUIDIGE WERKPLEK: Persvoorlichter bij<br />
Willem II. Heeft zijn kantoor in het stadion<br />
in Tilburg.<br />
AMBITIE: Zijn club helpen met terugkeren<br />
in de Eredivisie.<br />
trainers na de wedstrijden en helpt bij de<br />
productie van tijdschriften, programmaboekjes,<br />
de website en tv-programma’s<br />
voor de zender Eredivisie Live.<br />
Al jaren staat Vermetten wekelijks op<br />
de tribune van het sfeervolle stadion in<br />
Tilburg. Dát is het hoogtepunt van de<br />
week. ‘Dat geldt voor iedereen binnen<br />
de club: je werkt naar het weekend toe.<br />
Is niet altijd goed hoor: het is een kortetermijnvisie.<br />
Dat is misschien ook wat er<br />
mis is gegaan bij deze club: een te sterke<br />
focus op de korte golf. Te weinig mensen<br />
in het voetbal kijken naar een verre toekomst.’<br />
Clubliefde<br />
Vermetten ontvangt op deze wedstrijddagen<br />
de pers. Hij zit zelf ook op de perstribune.<br />
De wedstrijden volgt hij zoals zijn<br />
karakter is: ingetogen. Genieten en lijden<br />
doet hij in stilte, vertelt hij. ‘De laatste<br />
jaren meer lijden.’ En dat is wellicht het<br />
enige lichtpuntje van de degradatie:<br />
‘hoogstwaarschijnlijk wordt er meer gewonnen<br />
in het nieuwe seizoen’.<br />
Het is een uitzonderlijk mix: het plezier<br />
in zijn werk gecombineerd met de buitengewone<br />
liefde voor de organisatie.<br />
Sterker nog, hij zou deze baan niet bij<br />
een andere club kunnen doen. ‘Of het<br />
zou een uitdaging moeten zijn op een<br />
ander niveau. Wanneer ik dit werk bij<br />
het Nederlandse Elftal zou kunnen doen,<br />
dan is dat natuurlijk een uitdaging. Maar<br />
een andere gewone eredivisieclub: nee,<br />
dat kan niet. Daarvoor is de clubband te<br />
sterk.’<br />
Wat is dat toch, die clubliefde? ‘Dat willen<br />
mensen altijd begrijpen. Maar ik weet<br />
het ook niet. Het is in elk geval trots.<br />
Trots op de club, trots dat het uit Tilburg<br />
komt. Iets waar je je mee kunt identificeren.<br />
Kortom, alle bekende clichés. Verder<br />
kom ik ook niet – je krijgt er moeilijk een<br />
vinger achter.’<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 39
4 0<br />
SAMENWERKING GROOTBEDRIJF<br />
Alles in het belang<br />
van de patiënt<br />
Een apparaatje dat iemand thuis waarschuwt voor een epilepsieaanval. Gerichte<br />
medicatie voor als de patiënt de aanval voelt aankomen. Een beeldanalysemethode<br />
waardoor het risico van chirurgische ingrepen vermindert. De samenwerking tussen<br />
epilepsiecentrum Kempenhaeghe in Heeze en de TU/e kan mooie resultaten opleveren.<br />
De twee partijen hebben in maart een formele overeenkomst getekend, met zo’n vijftien<br />
onderzoeksprojecten op de rol in diverse stadia.<br />
In de bossen aan de rand van Heeze, ten zuidoosten van<br />
<strong>Eindhoven</strong>, ligt Kempenhaeghe, een instelling die zorg biedt aan<br />
10.000 epilepsiepatienten en mensen die lijden aan slaap- en<br />
leerstoornissen. Naast zorg doet het instituut veel aan onderzoek.<br />
‘We zijn een zelfstandige zorginstelling met academische ambities’,<br />
zegt prof. Paul Boon, directeur Onderzoek & Ontwikkeling<br />
van Kempenhaeghe. ‘We hebben een grote eigen onderzoeksafdeling<br />
met veel klinische en neurofysiologische expertise en bijvoorbeeld<br />
een eigen MRI. Het gaat vooral om klinisch toegepast<br />
onderzoek met materiaal van onze eigen patiënten.’<br />
Het onderzoek kent drie focusgebieden: epilepsie, slaapstoornissen<br />
en leerstoornissen bij kinderen, met uiteraard kruisverbanden.<br />
‘Er zijn vijf hoogleraren aan Kempenhaeghe verbonden<br />
en enkele tientallen promovendi van diverse universiteiten. En<br />
we hebben de klassieke output van een middelgrote academische<br />
afdeling: 35 tot 40 internationale publicaties per jaar,<br />
deelname aan congressen, patenten, noem maar op. Met steeds<br />
de patiënt centraal.’<br />
Qua medische technologie is er ook veel expertise in huis.<br />
‘Maar als we niet nog meer opschuiven richting de academische<br />
wereld, dreigen we onze relevantie te verliezen’, stelt<br />
Epilepsiecentrum Kempenhaeghe in Heeze<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
Foto: Wouter Bouwtechn. adviesbureau<br />
Boon. ‘Academisering is een middel om de expertisefunctie<br />
van Kempenhaeghe te waarborgen. We willen de autonomie<br />
die we nu hebben behouden, maar dat kan alleen als we de<br />
banden met onze academische partners aanhalen. Op medisch<br />
vlak is dat met name MUMC (Maastricht Universitair Medisch<br />
Centrum), op technologisch vlak vooral de TU/e.’<br />
Kruispunten<br />
Er is al tien jaar samenwerking tussen Kempenhaeghe en academici<br />
van de TU/e, dankzij het persoonlijke netwerk van de<br />
professionals zelf. ‘Dat hebben we altijd als positief ervaren.<br />
Maar het werd tijd om de samenwerking te bekrachtigen en uit<br />
te breiden. Dat is formeel gebeurd in maart.’ De looptijd van de<br />
overeeenkomst is van 2010 tot 2013. ‘We hebben samen een<br />
half miljoen euro voor de eerste drie jaar bij elkaar gelegd. Dat<br />
is relatief weinig. We moeten in deze periode voldoende geld uit<br />
externe middelen binnenhalen.’<br />
De formele samenwerking moet de komende tijd vorm en inhoud<br />
krijgen. ‘Er is een managementteam, bestaande uit prof.<br />
dr.ir. Jan Bergmans, programmamanager dr.ir. Peter van Otterloo<br />
en ikzelf. We willen projecten realiseren binnen onze drie programmalijnen.’<br />
Er zijn ook drie technologische lijnen uitgezet: monitoring die<br />
discreet toepasbaar en voor de patiënt zo min mogelijk belastend<br />
is, beeldvorming van de hersenen en de analyse daarvan,<br />
en tot slot innovaties in ICT voor extramurale zorg, zodat patiënten<br />
thuis de benodigde zorg kunnen krijgen en ziekenhuisopname<br />
minder vaak nodig is. ‘Op de kruispunten van onze<br />
lijnen en de technologische lijnen gaan we projecten invullen.’<br />
Er is inmiddels een lijst met zo’n vijftien projecten gedefinieerd.<br />
In verschillende stadia, benadrukt Boon. ‘Sommige projecten<br />
lopen al, andere zijn in behandeling bij de subsidiegevers, in<br />
voorbereiding of alleen nog maar een idee. De persoonlijke<br />
drive van de onderzoekers speelt natuurlijk een rol bij de keuze<br />
voor projecten. Daarnaast is er een strategische overweging:<br />
wat leeft er in de wetenschappelijke wereld en in de maatschappij?<br />
Dat patiënten bijvoorbeeld langer thuis kunnen blijven is<br />
maatschappelijk heel relevant. Het belang van de patiënt is natuurlijk<br />
het belangrijkst. Maar ook: waar zit het geld? Waarin zijn<br />
subsidiegevers geïnteresseerd?’
Holy grail<br />
‘Het aantal gebieden waar je met technologie innovatie kunt<br />
realiseren is vrij breed’, vult Peter van Otterloo aan. ‘Waar zijn<br />
we samen sterk in? Wat voor voordelen hebben anderen, zoals<br />
patiënten of bijvoorbeeld verzekeringsmaatschappijen? Zijn er<br />
industriële ontwikkelingen mogelijk?’ De thema’s die spelen<br />
op Kempenhaeghe staan in ieder geval breed in de belangstelling.<br />
‘Zorg op afstand, mensen die langer thuis kunnen blijven<br />
wonen, kwaliteit van leven’, somt Van Otterloo op. ‘Maar dat<br />
biedt geen garantie op geld. Subsidiegevers beoordelen per<br />
project.’<br />
Financiering is al wel binnengehaald voor het project rond<br />
BOON: ‘We kunnen alleen onze autonomie<br />
behouden als we de banden met onze academische<br />
partners aanhalen.’<br />
aanvalsdetectie, een systeem met diverse sensoren voor het<br />
signaleren van epilepsieaanvallen. ‘Samenwerking rond dit<br />
thema heeft al een historie’, vertelt Van Otterloo. ‘We hebben<br />
al het een en ander bereikt. Nu willen we het verder onderzoeken:<br />
welke sensoren passen het beste bij welke monitoring?<br />
En welke zijn zo min mogelijk belastend voor de patiënt, terwijl<br />
ze toch voldoende onderscheid laten zien tussen een normale<br />
situatie en een aanvalssituatie? We hebben een combinatie van<br />
sensoren nodig voor dit onderscheid. Het voorspellen van een<br />
epilepsieaanval, dat is echt de holy grail van dit onderzoek. De<br />
meningen zijn erover verdeeld of dat überhaupt mogelijk is.<br />
Maar dit onderzoek kan in ieder geval een bijdrage leveren.’<br />
Boon verwacht dat het onderzoek op dit gebied nu een boost<br />
krijgt door de samenwerking. ‘We hopen dat het leidt tot een<br />
sneller resultaat in de vorm van een apparaatje dat mensen<br />
thuis kunnen gebruiken. De doorlooptijd van idee tot eindresultaat<br />
moet veel korter worden.’<br />
De overeenkomst kan ook het onderzoek rond beeldvorming<br />
verder brengen. ‘Dit gaat om zeer geavanceerde imaging van<br />
de hersenen bij patiënten, met behulp van EEG’s en MRI’s, heel<br />
specialistische toepassingen. Dat hadden we nooit kunnen realiseren<br />
zonder deze samenwerking.’<br />
Van Otterloo: ‘Als we een beeldanalysemethode ontwikkelen<br />
waardoor het risico van chirurgische ingrepen vermindert en de<br />
effectiviteit toeneemt, zou dat een prachtig resultaat zijn.’<br />
Science Fair<br />
Er zijn inmiddels al tientallen medewerkers van Kempenhaeghe<br />
en de TU/e bij de diverse projecten betrokken, vanuit de faculteiten<br />
Electrical Engineering, Industrial Design, Biomedische<br />
Technologie en Wiskunde en Informatica. ‘We hebben twee keer<br />
een Science Fair gehad’, vertelt Boon, ‘een inhoudelijke bijeenkomst<br />
waarin de mensen vanuit de twee instellingen hun werk<br />
aan elkaar voorstelden. Daar was veel belangstelling voor, het<br />
bruiste van de ideeën. De medewerkers moeten het tenslotte<br />
realiseren.’<br />
Het is duidelijk, Boon is enthousiast over de samenwerking.<br />
‘Er bloeit van alles op. Dat is ook tegelijk een soort bedreiging.<br />
We moeten wel focus zoeken binnen de landelijke en Europese<br />
subsidiewereld. Maar ik weet zeker dat deze samenwerking<br />
uniek is: er is in Europa geen instelling die het op deze manier<br />
aanpakt, hoewel andere ziekenhuizen ook richting academies<br />
opschuiven. Voordeel is dat de TU/e en Kempenhaeghe fysiek<br />
dicht bij elkaar zitten. Dat bevordert de samenwerking alleen<br />
maar.’<br />
Van Otterloo sluit zich hierbij aan. ‘We kunnen pas echt aan het<br />
werk als er geld is. De huidige regering heeft dat er niet makkelijker<br />
op gemaakt. Maar aan beide kanten is er voldoende<br />
enthousiasme aanwezig om er een succes van te maken.’<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 41
Foto’s: Bart van Overbeeke<br />
4 2<br />
SAMENWERKING MKB<br />
Allplast groeit naar<br />
ontwikkelbedrijf<br />
Marc Koudenburg van Allplast (l) en Jovita Moerel van de GTD van de TU/e met de lijmrobot.<br />
Allplast uit Tholen heeft zijn bedrijfsvoering naar een hoger plan getild dankzij samenwerking<br />
met de Gemeenschappelijke <strong>Technische</strong> Dienst (GTD) van TU/e. In de afgelopen vijf jaar is een<br />
nauwe samenwerking ontstaan aan de hand van een aantal interessante projecten waarin de GTD<br />
het kunststof- en composietverwerkend bedrijf op het goede pad hielp door een betrouwbare<br />
technische uitvoering. Het bedrijf heeft een relatief standaard productaanbod kunnen uitbreiden<br />
met hightech producten voor politie en defensie.<br />
‘Wij zijn de laatste jaren gegroeid van een<br />
loonwerkbedrijf naar een ontwikkelbedrijf’,<br />
vertelt directeur Marc Koudenburg<br />
enthousiast. ‘Op dit moment werken we<br />
bijvoorbeeld aan de behuizing van een<br />
composietnachtkijker voor defensiedoelen.<br />
Een product waar je ook onder<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
extreme omstandigheden op moet kunnen<br />
rekenen. Dat kan zijn bij koude of hete<br />
temperaturen. Stoffige, natte of ijzige omstandigheden,<br />
noem het maar op.’<br />
Koudenburg studeerde twaalf jaar geleden<br />
af aan de TU/e als technisch bedrijfskundige.<br />
Hij hoopte als student al dat hij<br />
op een dag de Matrix zou halen. Na zijn<br />
afstuderen ging hij met veel elan aan het<br />
werk in het familiebedrijf Allplast. ‘Ik zag<br />
dat er met dit bedrijf meer mogelijk was’,<br />
legt hij uit. ‘Maar toen ik hier twaalf jaar<br />
geleden begon, stond er een zaag, meer<br />
niet.’ Een van de meer recente investerin-
gen was de aanschaf van een autoclaaf,<br />
een oudere machine uit de luchtvaartindustrie,<br />
waarin materialen onder specifieke<br />
cycli van hoge druk gecombineerd<br />
met vacuüm en temperatuur verwerkt<br />
kunnen worden tot hoogwaardige producten.<br />
Het materiaal van de genoemde<br />
behuizing voor de nachtkijker is daar een<br />
voorbeeld van. Inmiddels heeft het bedrijf<br />
ook een tweede autoclaaf aangeschaft die<br />
in oktober wordt geïnstalleerd.<br />
Lijm- en lasrobot<br />
Wie bij de GTD aanklopt, moet komen met<br />
een technisch en wetenschappelijk ‘relevant’<br />
probleem. ‘Want wij kunnen in feite<br />
alles. Dat betekent niet dat we zomaar<br />
iets aanpakken’, stelt afdelingshoofd<br />
Jovita Moerel. ‘Onze inspanningen moeten<br />
bijdragen aan de reikwijdte en kennis<br />
van de TU/e.’ Dat deden de vraagstukken<br />
waarmee Koudenburg kwam. Zo ontwikkelde<br />
de GTD voor hem een combinatie<br />
van ‘lijm- en lasrobot’ (zie foto) met twee<br />
nauwkeurige positioneringstafels. Dit<br />
geeft de mogelijkheid om op korte termijn<br />
verlijmings- en assemblageprocessen te<br />
automatiseren. De productie van bijvoorbeeld<br />
de polycarbonaat ‘P’ lichtbakken zal<br />
zo aangepakt worden. Deze bakken zijn<br />
overal in het straatbeeld te zien, onder<br />
meer in de randstad.<br />
Een robot levert een constante kwaliteit<br />
op die een mens nooit kan halen. ‘Zo<br />
wordt een lijmproces controleerbaar<br />
en dus betrouwbaarder’, aldus Moerel.<br />
Werknemers liepen jaar in jaar uit dezelfde<br />
route met een lijmpistool, dat<br />
vervelend en belastend werk verdwijnt<br />
langzamerhand.<br />
Een ander product dat heel betrouwbaar<br />
geproduceerd moet worden is een glasvezelverdeelkast<br />
van Tyco Electronics voor<br />
gebruik in gebouwen, om een groot aantal<br />
aansluitingen te kunnen realiseren. ‘In<br />
de hele wereld is er vraag naar aansluiting<br />
op glasvezel en overal zijn de verdeelkas-<br />
De lijm- en lasrobot van<br />
de GTD op de TU/e.<br />
ten dus nodig. Dit schept mogelijkheden<br />
om de productie met een robot te automatiseren’,<br />
vindt Koudenburg.<br />
Volgens de ondernemer heeft Allplast<br />
wellicht minder last van de recessie dan<br />
andere bedrijven, vanwege de diversiteit<br />
aan producten en de verschillende sectoren<br />
waarin men actief is. Hij stelt dat het<br />
bedrijf stabiel is vanwege de drie ‘poten’<br />
waarop Allplast steunt en waarbinnen<br />
stuk voor stuk innovatieve producten<br />
worden ontwikkeld. Men werkt op de<br />
gebieden van kunststoffen, composieten<br />
en veiligheidstoepassingen. Allplast heeft<br />
voor deze innovatie-impulsen een eigen<br />
ontwikkelingsafdeling die continue bezig<br />
is met nieuwe materialen, producten en<br />
toepassingen. ‘De autoclaaf is oorspronkelijk<br />
door ons gekocht voor de productie<br />
van kogelwerende beglazing. Met deze<br />
technologie kan transparant laminaat van<br />
verschillende materialen zoals glas, polycarbonaat,<br />
acrylaat en zelfs transparante<br />
keramiek gemaakt worden. Een samengestelde<br />
configuratie wordt door ons transparant<br />
en bellenvrij op elkaar gelamineerd<br />
in de autoclaaf.’<br />
Composiet<br />
‘Gaandeweg is daar composiet bijgekomen’,<br />
vervolgt Koudenburg. ‘We werken<br />
voor Thales Optronics aan nachtkijkers<br />
met thermal images. Dat heeft ons de<br />
ogen geopend voor meer producten van<br />
composiet, buiten lopende kogelwerende<br />
veiligheidsprojecten. Dit doen we voor<br />
stuks, kleine series en middelgrote series.<br />
‘Tracking and tracing’ speelt hiervoor<br />
een belangrijke rol en in de hele bedrijfsvoering.<br />
We gaan iedere keer een stukje<br />
vooruit. Het verwerkingsproces van composiet<br />
hebben we nu veel meer onder<br />
controle en dat heeft ons meer mogelijkheden<br />
gegeven.’<br />
‘Een mooi voorbeeld was de treinruit<br />
die we hebben bedacht voor hoge snelheidstreinen.<br />
Door de unieke samenstel-<br />
ling van de ruiten levert dit zo’n 2500<br />
kilo minder gewicht op voor een totale<br />
TGV-trein. Ondertussen hebben we de<br />
grootste spelers in deze markt leren kennen,<br />
deze bedrijven hebben een ‘weight<br />
reduction program’. Het doel van het<br />
programma is de energie te verminderen<br />
die het kost om een trein in beweging te<br />
brengen en te houden.’ Een voorwaarde<br />
voor deze ruit was de cyclische druktest<br />
die werd uitgevoerd en ontworpen door<br />
de GTD. Deze simuleert twee passerende<br />
treinen in een tunnel. ‘Veiligheid en<br />
comfort zijn belangrijk. Dus we moesten<br />
weten of de ruit het wel houdt en of de<br />
druk en het geluid die ontstaan als twee<br />
treinen in een tunnel passeren acceptabel<br />
is’, vertelt Moerel. ‘Uiteindelijk hebben<br />
we de test 200.000 keer uitgevoerd,<br />
twee keer zo vaak als gevraagd werd door<br />
de industrie.’<br />
Mogelijke klanten voor deze lichtgewicht<br />
ruit zijn onder meer te vinden in Spanje,<br />
Duitsland en Frankrijk. Allplast is hiervoor<br />
nog bezig met een ISO-certificering. ‘Als<br />
MKB’er lopen we regelmatig tegen de<br />
grens van onze capaciteit aan. Daarbij<br />
moet je prioriteiten stellen, op de korte<br />
termijn moet je tenslotte je brood verdienen.<br />
Ook speelt hier de recessie een<br />
rol, sommige bedrijven schuiven investeringen<br />
op de lange baan. Daarom duren<br />
dingen langer dan gedacht.’<br />
Blijven innoveren<br />
‘Wij willen andere bedrijven interesseren<br />
voor de dingen die we nu kunnen,<br />
daarvoor moeten referentieopdrachten<br />
gevonden worden. Op het gebied van<br />
kogelwerend glas voor actieve dienst in<br />
Afghanistan, toepassingen in hightech<br />
composiet en het gebruik van lichtgewicht<br />
ruiten in TGV’s.’ De volgende stap<br />
voor Allplast wordt mogelijk een samenwerking<br />
met wetenschappers op het<br />
gebied van polymeren op de TU/e. ‘We<br />
blijven innoveren’, zegt Koudenburg.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 43
Foto: Bart van Overbeeke<br />
4 4<br />
STARTERS<br />
Veiligere bevallingen<br />
dankzij metingen op de buik<br />
Bij een bevalling kan er veel mis gaan. Daarom is het van belang de conditie van de foetus goed in<br />
de gaten te houden. Maar dat is lastig, omdat de baby veilig in de buik van de moeder zit, ver weg<br />
voor meetapparatuur. Het <strong>Eindhoven</strong>se bedrijf NEMO Healthcare heeft de oplossing. Het meet de<br />
hartslag van de foetus en weeactiviteit, gewoon met een pleister op de buik van de moeder.<br />
Een geboorte is een risicovolle aangelegenheid. Bijvoorbeeld<br />
wanneer kinderen te vroeg ter wereld komen. Of wanneer er<br />
zuurstofgebrek ontstaat. Veel mensen met verstandelijke en<br />
lichamelijke problemen hebben tijdens de bevalling last gehad<br />
van verstikking. Dit is schadelijk voor organen, ze belanden<br />
soms in een rolstoel of lopen verstandelijke beperkingen op.<br />
Nederland telt jaarlijks zo’n <strong>18</strong>0.000 bevallingen. Tweederde gebeurt<br />
in het ziekenhuis. Hiervan zijn 10.000 een vroeggeboorte<br />
De hartslag van de foetus<br />
en weeactiviteit wordt<br />
gemeten via een pleister<br />
op de buik van de moeder.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
en in 2.000 gevallen is sprake van zuurstofgebrek. Een kleine<br />
10 procent van de geboortes in ziekenhuizen is dus potentieel<br />
gevaarlijk voor de gezondheid van het kind.<br />
Zuurstofvoorziening<br />
Naast het menselijk leed zijn de problemen bij geboortes een<br />
flinke kostenpost. Een baby die door vroeggeboorte in een couveuse<br />
terechtkomt, kan tot wel een euroton aan zorg kosten.
Vervolgens hebben ze vaak gedurende hun leven een achterstand,<br />
is er meer kans op chronische aandoeningen en zijn ze<br />
vatbaarder voor psychische problemen. Voor zuurstofgebrek<br />
zijn de kosten nog veel hoger. Deze mensen zijn in veel gevallen<br />
de rest van hun leven afhankelijk van intensieve zorg: aanpassingen<br />
aan de woning, speciaal onderwijs, rolstoel, etcetera. Dit<br />
kan gedurende een leven gemakkelijk een miljoen euro kosten.<br />
Om deze problemen te voorkomen wil een arts bij een bevalling<br />
te allen tijde weten hoe het bij de foetus is gesteld met de zuurstofvoorziening<br />
naar de hersenen en overige organen. Helaas is<br />
dat niet te meten. Het is wel mogelijk om de foetale hartactiviteit<br />
te monitoren. Dat geeft een indicatie van de zuurstofvoorziening<br />
en daarmee van de conditie van de foetus. Het is hierbij<br />
belangrijk om de hartactiviteit te beoordelen in combinatie met<br />
weeactiviteit, want de hartactiviteit moet daarop moet reageren.<br />
Hartslag van de foetus<br />
Gynaecologen kunnen op twee manieren de hartslag van de<br />
foetus en de weeactiviteit van de vrouw meten. De eerste is<br />
uitwendig, vertelt ir. Bas Lemmens, de commerciële man van<br />
NEMO Healthcare en afgestudeerd bioprocestechnoloog aan<br />
de <strong>Universiteit</strong> van Wageningen. Lemmens heeft ruime ervaring<br />
als business developer in de medische wereld.<br />
De moeder krijgt een ronde knop met een doorsnede van zo’n<br />
tien centimeter op de buik. Via de buikwand meet het de weeactiviteit.<br />
Een soortgelijke tweede knop meet via ultrageluid de<br />
hartactiviteit. Lemmens: ‘Deze dingen zitten onprettig en kunnen<br />
gemakkelijk verplaatsen, waardoor signaal verloren gaat.<br />
Het is kortom vervelend en niet nauwkeurig.’ Bij de inwendige<br />
methode wordt een druklijn in de baarmoeder gebracht. ‘Het<br />
grote probleem is dat deze slangetjes schade aan de moederkoek<br />
en bloedvaten kunnen veroorzaken. Zeer gevaarlijk voor<br />
de gezondheid van zowel de foetus als moeder.’<br />
In een samenwerking tussen Máxima Medisch Centrum en de<br />
TU/e werd een technologie ontwikkeld waarmee het mogelijk<br />
is om van buiten het lichaam betrouwbare informatie te krijgen.<br />
Via een pleister op de buik van de moeder wordt een mix van de<br />
hart- en spieractiviteit van de moeder gemeten. Verscholen in<br />
de ruis zit het hartsignaal van de foetus. Dat weet de medische<br />
wetenschap al heel lang. Er was alleen nooit een betrouwbare<br />
methode om die signalen te scheiden. Dat kan nu wel.<br />
‘We maken dankbaar<br />
gebruik van de<br />
mogelijkheden van de TU/e’<br />
De technologie is ondergebracht in de technostarter NEMO<br />
Healthcare, een afkorting van: Non-invasive Electrophysiological<br />
Monitoring for Obstetrics. De andere ondernemers van NEMO<br />
zijn dr.ir. Rik Vullings, hij promoveerde op de technologie om uit<br />
signalen het hartsignaal te destilleren. Hij heeft hier vorig jaar<br />
een proefschrift over afgerond. Ook mede-ondernemer ir. Chris<br />
Peters, klinisch fysicus in het Jeroen Bosch Ziekenhuis, is on-<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Vlnr: Bas Lemmens, Rik Vullings, Guid Oei, Chris Peters.<br />
langs gepromoveerd op de analyse van de signalen. Daarnaast<br />
participeert prof.dr. Guid Oei, hoofd van de verloskunde in het<br />
MMC en deeltijdhoogleraar aan de TU/e. Lemmens: ‘Daarnaast<br />
maken we gebruik van de mogelijkheden van de TU/e, zoals informatie<br />
uit het onderzoek van dr.ir. Chiara Rabotti.’<br />
Pleister<br />
De nieuwe technologie is volgens de ondernemers beter, veiliger<br />
en goedkoper. Er wordt dan ook veel van verwacht. ‘We richten<br />
ons met dit product op de hele wereld, maar we beginnen met<br />
Nederland en Europa’, vertelt Lemmens. Het bedrijf verkoopt de<br />
kastjes die worden aangesloten op een monitor en de pleister,<br />
een disposable.<br />
Elke bevalling komt in principe in aanmerking voor bewaking<br />
met het product. In Nederland komt dat neer op 120.000 pleisters<br />
per jaar. Het kastje zou op zo’n 1.000 plekken in Nederland<br />
gebruikt kunnen worden. De aantallen in Europa kent Lemmens<br />
nog niet.<br />
In 2012 wordt de technologie om de weeactiviteit te meten geintroduceerd.<br />
Een jaar later komt daar het meten van de foetale<br />
hartactiviteit bij. In een volgende fase wordt de toepassing<br />
draadloos gemaakt, wat meer mobiliteit geeft. Om de producten<br />
bij de ziekenhuizen te krijgen heeft NEMO contact met distributeurs<br />
met ervaring in het verkopen van medische toepassingen.<br />
‘Zij krijgen een cursus over ons product en gaan dan langs de<br />
ziekenhuizen.’<br />
Cruciaal voor het slagen van NEMO is natuurlijk geld om investeringen<br />
te doen. Het jonge bedrijf kreeg in het verleden flinke<br />
subsidies, bijvoorbeeld de Valorisation Grant van STW, een<br />
bijdrage van twee ton. Onlangs werden de contracten getekend<br />
met enkele investeerders die een volgende stap van het bedrijf<br />
mogelijk maken, vertelt Lemmens. ‘Er wordt vaak geklaagd over<br />
het gebrek aan investeerders in Nederland. Mijn overtuiging is<br />
dat ze er zijn, maar je moet ze weten te vinden.’<br />
www.nemohealthcare.com<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 45
4 6<br />
LOOPBAAN<br />
Vliegende consultant<br />
voor verandering en groei<br />
Wie de tweets volgt van ir. Peter Simons MBA (1960) ziet een man die bijna<br />
permanent onderweg is. Vliegtuig in, vliegtuig uit; naar klanten in heel Europa. Hij<br />
woont al zeventien jaar in Spanje, maar is vooral een wereldburger. Zijn beheersing<br />
van zeven talen helpt daarbij.<br />
Simons woont met zijn Spaanse vrouw<br />
en zoon in Castelldefels, een kustplaatsje<br />
iets ten zuiden van Barcelona. Het belangrijkste<br />
kenmerk van het dorp: een<br />
eindeloos zandstrand. Zes maanden van<br />
het jaar genieten, vooral Spanjaarden,<br />
hier van de zon.<br />
Zijn bedrijf Cohen & Simons heeft geen<br />
hoofdkantoor. Medewerkers zitten in verschillende<br />
landen. De meesten opereren<br />
vanuit Genève. Simons zou daar best<br />
willen wonen, maar zijn gezin verkiest het<br />
Catalaanse strand boven de Zwitserse<br />
bergen. En dus bereist hij Europa. Het<br />
wachten op vliegvelden geeft hem de tijd<br />
om te lezen, zoals rapporten, tijdschriften<br />
én Matrix. Al bijna twintig jaar is hij<br />
weg uit Nederland. En dat is te horen:<br />
zijn taalgebruik heeft een onherleidbare<br />
internationale articulatie, met op de achtergrond<br />
het Limburgs van zijn jeugd die<br />
hij doorbracht in Brunssum.<br />
Ingenieurs aan de macht<br />
In 1986 studeerde Simons af, in de elektrotechniek.<br />
Tijdens zijn studie ontdekte<br />
hij –met hulp van de inzichten van zijn<br />
hoogleraar Butterweck– dat er een verschuiving<br />
plaatsvond van techniek (R&D)<br />
naar business (marketing en sales). De<br />
succesvolle bedrijven winnen van hun<br />
concurrenten dankzij een slimme marketing-<br />
en verkoopstrategie. Niet op basis<br />
van de technologie, daarin ontlopen de<br />
bedrijven elkaar niet veel meer.<br />
Simons: ‘Na de Tweede Wereldoorlog<br />
was het product belangrijk en alles wat je<br />
maakte werd toch wel verkocht. De ingenieur<br />
was aan de macht. Nu leven we in<br />
een globale wereld waarin het vooral belangrijk<br />
is dat je met een product overal<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
aanwezig bent. Het draait volledig om<br />
marketing en sales.’<br />
Simons geeft het voorbeeld van de pc,<br />
die alle grote producenten in dezelfde<br />
fabrieken laten maken. Het gaat dus niet<br />
meer om verschillen in kwaliteit, maar<br />
om degene die het beste kan verkopen.<br />
Deze vaststelling bepaalde de strategie<br />
van zijn loopbaan. ‘Ik wilde tijdens mijn<br />
studie een stevige technische basis leggen<br />
en bij mijn eerste baan bij Philips<br />
Telecom in Hilversum zei ik: Ik ken de<br />
techniek, nu moeten jullie mij over marketing<br />
leren. Binnen twee dagen zat ik<br />
op een cursus.’<br />
Keuze van klanten<br />
De belangrijkste vraag in die tijd was:<br />
waarom kopen telefoonbedrijven de producten<br />
van zijn werkgever Philips? AT&T<br />
NS (het bedrijf dat het Philipsonderdeel<br />
inmiddels had gekocht) dacht dat de<br />
kwaliteit van de producten doorslaggevend<br />
was voor klanten. Simons had twijfels<br />
en mocht het bij het moederbedrijf<br />
in de Verenigde Staten gaan uitzoeken.<br />
‘De reden bleek puur economisch van<br />
aard: klanten kozen voor ons, omdat ze<br />
dankzij ons hun klanten sneller de telecomdienst<br />
konden leveren. Zodoende<br />
beurden ze extra inkomsten. Een economische<br />
afweging. Punt. Het product<br />
moet het natuurlijk doen, maar kleine<br />
verbeteringen zullen niet meer klanten<br />
opleveren. Betere marketing kan dat<br />
wel. Je ziet nu nog steeds dat bedrijven<br />
massa’s geld steken in ontwikkeling van<br />
producten, zonder de gewenste omzetgroei.’<br />
In een volgende periode werkte de<br />
ingenieur voor het Amerikaanse tele-<br />
combedrijf Tellabs. In Brussel kreeg hij<br />
een verkoopbaan. Na een paar jaar, in<br />
1994, ging hij namens het bedrijf naar<br />
Barcelona om zich te richten op de operaties<br />
in het zuiden van Europa. ‘In 1998<br />
kon ik naar Zuid-Amerika. Maar daar had<br />
ik geen zin in. Intussen had ik een MBA<br />
gehaald aan de University of Chicago. Ik<br />
besloot om me te richten op het runnen<br />
Foto: Jan Willem Zeldenrust<br />
Peter Simons houdt zich<br />
bezig met veranderingsprocessen<br />
en bedrijfsgroei in<br />
het midden- en kleinbedrijf.
van bedrijven. Ik werd zelfstandig consultant.’<br />
Luisteren naar klanten<br />
Zijn eerste klant was een Engels bedrijf.<br />
Het maakt de beste producten voor<br />
video in haar sector, maar kreeg ze desalniettemin<br />
niet goed verkocht. ‘Mijn<br />
opdracht was de verkoop in Europa te<br />
vergroten. Ik maakte afspraken met productiemaatschappijen<br />
en tv-omroepen<br />
en luisterde naar hun wensen. Op basis<br />
daarvan maakte ik een verkoopplan.<br />
Dat was een kleine revolutie. Deze omroepbedrijven<br />
kregen namelijk alleen<br />
mensen op bezoek die kwamen vertellen<br />
over de mogelijkheden van producten.<br />
Nooit vroeg er iemand naar hun<br />
wensen en problemen.’<br />
De ingenieur bleef bezig voor bedrijven<br />
die ondanks een mooi product en<br />
goede ingenieurs niet draaien zoals de<br />
directie dat wenst. Hij ziet daarbij dat<br />
veel bedrijven eigenlijk helemaal geen<br />
strategie hebben. Ze maken een mooi<br />
product en sturen vervolgens iemand<br />
langs de deur om het te verkopen. ‘Je<br />
PROFIEL<br />
OPLEIDING: Elektrotechniek<br />
HUIDIGE WERKPLEK: Partner in het consultancy<br />
bureau Cohen & Simons Associates.<br />
Hij werkt in heel Europa.<br />
AMBITIE: Bedrijven helpen om hun business<br />
te verbeteren.<br />
zou eigenlijk eerst een verkoper moeten<br />
aannemen die langs de deur gaat, en op<br />
basis daarvan maak je een product.’<br />
Cohen & Simons<br />
Hij werkt vaak samen met andere consultants.<br />
In een van deze samenwerkingen<br />
leerde hij de Zwitser Clement Cohen kennen.<br />
De twee voelden zich thuis bij elkaar<br />
en richtten in 2009 Cohen & Simons op,<br />
een organisatie voor veranderingsprocessen<br />
en bedrijfsgroei in het midden- en<br />
kleinbedrijf. Inmiddels is het een groep<br />
van een man of tien die samen klussen<br />
aanpakken. Het is een centraal geleide,<br />
maar zeer flexibele, bijna virtuele, or-<br />
ganisatie. ‘Ik heb potentiële klanten<br />
ontmoet die zeiden: als je geen down<br />
town kantoor hebt, dan zal ik je nooit<br />
inhuren. Mijn antwoord: dan ben je niet<br />
de klant die wij zoeken.’<br />
Het bedrijf was in de eerste tijd vooral<br />
bezig met crisisoplossingen: het liquideren<br />
van bedrijven en er toch zoveel<br />
mogelijk centen aan overhouden. ‘Dat<br />
is natuurlijk minder leuk om te doen.<br />
Op dit moment werken we in een positievere<br />
wereld. We hebben nu veel<br />
bedrijven die verkocht moeten worden,<br />
maar die er voor de buitenwereld niet<br />
zo mooi uitzien. Dan nemen wij de zaak<br />
in handen en vormen het om tot een bedrijf<br />
dat kan groeien en daarom interessant<br />
is voor kopers. Dat gaat heel goed.<br />
We hebben klanten in Spanje, België,<br />
Frankrijk, Zwitserland en Nederland.<br />
Liever niet daarbuiten, want anders blijf<br />
je reizen’, vertelt Simons in de lobby<br />
van een hotel in Barcelona. De volgende<br />
dag is hij alweer onderweg naar<br />
Zwitserland.<br />
www.cohensimons.com<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 47
4 8<br />
ONTWERPER IN OPLEIDING<br />
Welke mesjes scheren het beste? En kunnen ze ook haren tot onder de huid scheren? De<br />
concurrentie tussen Philips, marktleider op het gebied van elektrische scheerapparaten, en de<br />
markt voor het nat scheren is vlijmscherp. Philips ziet daarom graag waar hun product staat ten<br />
opzichte van andere aanbieders. Zij gaven PDEng Vijayalakshmi Sridhar MSc, voor vrienden Viji,<br />
de opdracht haarfijn uit te zoeken hoe je het beste kunt zien hoe een haar wordt afgesneden.<br />
Sridhar ontwikkelde in een team een optische meetmethode voor’ baardsnoei’.<br />
Scherp zicht op haar<br />
Scheren, hoe werkt dat eigenlijk? Eerst<br />
til je een haar op van het huidoppervlak<br />
en breng je deze in een goede stand voor<br />
het mesje zodat de haar zo ver mogelijk<br />
door het mesje kan worden afgesneden.<br />
Dit proces van optillen en in positie brengen<br />
van de haar wordt ‘manipulation’<br />
genoemd.<br />
Scheren zonder schuim<br />
Het doel van het project was om te zien<br />
hoe efficiënt het manipulatieproces is<br />
voor Philips scheerapparaten omdat dit<br />
bepaalt hoe dicht de haar bij de huid<br />
wordt afgesneden. Daarbij sneuvelde<br />
geen haar volgens Sridhar. ‘De mesjes<br />
waren bot, we gebruikten ook geen<br />
scheerzeep of water en we bewerkten<br />
slechts een stukje huid van 2 bij 2 millimeter’,<br />
legt Sridhar uit. En dat allemaal<br />
om een zo duidelijk mogelijk stereobeeld<br />
te krijgen van het manipulatieproces.<br />
‘Met stereobeelden van high-speed videocamera’s<br />
konden we haarlengtes en de<br />
hoek waarin een haar staat, meten op<br />
ieder moment dat het mesje over de huid<br />
gaat volgen.’<br />
Voeltest<br />
Het is de eerste keer dat het scheerproces<br />
zo wordt bekeken door Philips. In het<br />
verleden werd vooral naar het resultaat<br />
gekeken, bijvoorbeeld door haar te ver-<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
zamelen dat is geschoren, of door ieder<br />
uur een close-up foto te maken van de<br />
baard. En er is de zogenaamde voeltest.<br />
Daarbij gebruikt een proefpersoon twee<br />
verschillende mesjes voor de rechter- en<br />
linkergezichtshelft en laat de onderzoeker<br />
hem met de hand beoordelen welke<br />
wang gladder is. ‘En dat beoordeelt de<br />
proefpersoon zelf’, zegt Sridhar lachend.<br />
De titel van het project dat Sridhar<br />
uitvoerde in het kader van de ontwerpopleiding<br />
Design and Technology of<br />
Instrumentation (DTI) is “High Speed<br />
Stereo Imaging for Visualization of Hair<br />
and Skin Dynamics”.<br />
Soft skills<br />
‘Ik heb veel van het project geleerd’, vertelt<br />
Sridhar. ‘In technisch opzicht, maar<br />
ook wat betreft mijn ‘soft skills’. Ik had<br />
nog nooit op optisch gebied gewerkt en<br />
dit project gaf me echt het vertrouwen<br />
dat een ingenieur in staat is zich ieder<br />
onderwerp eigen te maken.’<br />
Sridhar werkte binnen een groot project<br />
met veel mensen. ‘Binnen het<br />
project waren twee teams actief: één in<br />
<strong>Eindhoven</strong> en één in Drachten waarbij we<br />
elkaars werk moesten integreren en op<br />
afstand in een team moesten werken. Dit<br />
was een uitdaging en zeker een interessante.<br />
Ik voelde me enorm vereerd dat ik<br />
bij Philips mocht werken, waar ze zulke<br />
uitstekende onderzoeksfaciliteiten hebben’,<br />
aldus Sridhar. ‘De interne bedrijfscultuur<br />
binnen Philips is zeer hecht en er<br />
gelden duidelijke werkprocedures. Dat<br />
maakte het gemakkelijk om in zo’n groot<br />
‘Ik wist voor deze<br />
opdracht niet dat<br />
mannen zoveel<br />
problemen konden<br />
hebben’<br />
bedrijf je weg te vinden. Je krijgt er ook<br />
de kans om tegelijkertijd zeer verschillende<br />
experts te ontmoeten. Waar is het<br />
nu mogelijk om op korte termijn advies<br />
te krijgen op verschillende terreinen waar<br />
jij minder bekend mee bent? En dat allemaal<br />
op dezelfde HighTech Campus!<br />
Bonus was dat veel interne medewerkers<br />
uit alle delen van de wereld kwamen.<br />
Deze internationale omgeving leverde<br />
voor mij een mooie combinatie van onderzoek<br />
en vermaak op. Een positieve<br />
ervaring om nooit te vergeten.’<br />
Sridhar liep per toeval tegen het PDEng<br />
programma aan. ‘Ik was in Arizona op een
conferentie die te maken had met mijn<br />
masters Microelectronics (MEMS). Daar<br />
ontmoette ik dr.ir. Jan-Jaap Koning, de<br />
huidige coördinator van DTI die daar was<br />
om een presentatie te geven over zijn huidige<br />
onderzoek. We hadden een enkele<br />
gesprekken en aan het einde van mijn<br />
masteropleiding nam ik contact met hem<br />
op om hem te vragen naar toekomstmogelijkheden.<br />
Hij kwam met verschillende<br />
opties, waaronder het tweejarige ontwerpprogramma<br />
DTI. Ik solliciteerde en werd<br />
aangenomen. Wat een geluk dat ik Koning<br />
toen op die conferentie ontmoette.<br />
Zelfvertrouwen gegroeid<br />
Sridhar vertelt dat ze tijdens het programma<br />
aan zelfvertrouwen heeft gewonnen.<br />
‘Ik realiseerde me dat je als ingenieur<br />
veel kunt. De manier van denken die je als<br />
ingenieur ontwikkelt is daarbij cruciaal.<br />
Prof.dr. Herman Beijerinck, de voormalige<br />
programmadirecteur, zei het al: ‘Een succesvolle<br />
ingenieur heeft vijftig procent<br />
technische kennis nodig en vijftig procent<br />
goede sociale en communicatieve vaar-<br />
digheden. Je bent het meest succesvol<br />
als deze verschillende kwaliteiten bij je in<br />
balans zijn.’<br />
En kan een scheermesje nu echt onder de<br />
huid scheren? ‘Dat kan wel, maar is niet<br />
altijd gunstig’, legt Sridhar uit. ‘De haar<br />
wordt zover uitgetrokken voor deze wordt<br />
afgeschoren dat deze weer terugzakt tot<br />
onder de huid. Een haar kan zo ook onder<br />
de huid verder groeien. Pijnlijk. ‘Sridhar<br />
zegt lachend: `Ja, ik wist voor deze opdracht<br />
niet dat mannen zoveel problemen<br />
konden hebben.’<br />
VM EA CT TR OI RX / 42 / 2 0 01 81 49
Foto: OGC<br />
5 0<br />
Nieuws<br />
Service<br />
SNELWEGPROEF VOOR ATEAM<br />
De Grand Cooperative Driving Challenge (GCDC),<br />
waarvoor half mei gedurende het weekend de<br />
snelweg tussen <strong>Eindhoven</strong> en Helmond gebruikt<br />
werd, is wat het ATeam van de TU/e betreft een<br />
succes. De wedstrijd en de publieksdemonstratie<br />
leverden genoeg leermomenten op. Bij de<br />
wedstrijd konden de deelnemers in verschillende<br />
onderdelen punten halen. Ze moesten<br />
onderling zo netjes mogelijk afstand houden en<br />
proberen in een colonne op de linkerrijstrook<br />
eerder de finish te halen dan de rivalen op de<br />
rechterrijbaan. De rijtjes hadden een wisselende<br />
samenstelling van vier of vijf wagens.<br />
De DAF truck van het ATeam werd zesde van<br />
de negen deelnemers. Michel Mol, student<br />
Werktuigbouwkunde: ‘Voor het gevoel ging<br />
het heel goed en hebben we veel geleerd.<br />
Bijvoorbeeld dat we veel met andere teams<br />
moeten testen. Coöperatief is hier wel een<br />
sleutelwoord. Pas de week voor de challenge<br />
hebben we samen met anderen gewerkt, bij<br />
TNO. Ieder team heeft zijn eigen implementatie<br />
van hardware. Je moet rekening houden met andermans<br />
sensoren en antennes en het optrekvermogen<br />
van de wagens. De organisatie van<br />
de challenge had alleen de communicatieregels<br />
vastgesteld.’<br />
Misha Croes, promovendus bij de faculteit<br />
Industrial Design (ID), heeft de scriptieprijs<br />
Innovaties in de Zorg <strong>2011</strong> gewonnen. Daarnaast<br />
ontving hij de Studentenparel van zorginstelling<br />
ZonMw. Met zijn ontwerp kunnen ouders hun<br />
baby die in de couveuse in het ziekenhuis ligt<br />
op afstand ‘troosten’. Croes, die juni 2010 aan<br />
Foto: Rien Meulman<br />
De Grand Cooperative Driving Challenge (GCDC), waarvoor de snelweg tussen <strong>Eindhoven</strong> en<br />
Helmond gebruikt werd.<br />
ZORG-AWARD VOOR PRODUCTIE<br />
HARTKLEPPEN<br />
Met een levende hartklep, gemaakt van<br />
lichaamseigen weefsel dat meegroeit met de<br />
patiënt, heeft de spin-off QTIS/e (gevestigd op<br />
de TU/e-campus) de Brainport Health Innovation<br />
Award <strong>2011</strong> (BHI Award) gewonnen. De prijs,<br />
een cheque van vijfduizend euro, werd uitgereikt<br />
door zwemicoon Pieter van den Hoogenband.<br />
Uit 25 inzendingen wees de jury QTIS/e als<br />
winnaar aan. De jury benadrukte het belang van<br />
hartklepinnovatie, omdat hierdoor sterfte onder<br />
hartpatiënten drastisch verminderd kan worden.<br />
Dankzij de technologie is er straks nog maar<br />
één operatie nodig in plaats van drie. Dit is veel<br />
minder belastend voor de patiënt en hij of zij<br />
Op afstand troosten van couveusekinderen<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1<br />
de TU/e afstudeerde, maakte een medaillon<br />
dat in contact staat met het matrasje waarop<br />
het kind ligt in het ziekenhuis. Een webcam<br />
registreert de bewegingen van de zuigeling<br />
en geeft de signalen door aan een hanger die<br />
één van de ouders om de nek draagt. Maakt de<br />
zuigeling drukke bewegingen -een teken van<br />
hoeft bovendien geen anti-stollingsmiddelen<br />
meer te slikken. Naast een verbeterde kwaliteit<br />
van leven leidt de vinding tot een aanzienlijke<br />
kostenbesparing. Ir. Mirjam Rubbens,<br />
medeoprichter van QTIS/e en TU/e-alumna, vindt<br />
de prijs ‘een mooie bevestiging dat we op de<br />
goede weg zijn.’ Het bedrijf is in 2007 ontstaan<br />
vanuit de faculteit Biomedische Technologie.<br />
QTIS/e richt zich op het commercieel rendabel<br />
ontwikkelen van lichaamseigen hartkleppen<br />
en bloedvaten. De oprichters willen in 2014<br />
met de eerste klinische toepassingen van hun<br />
product beginnen. Het werk van QTIS/e werd al<br />
eerder beloond met prijzen en subsidies. Zo won<br />
medeoprichter en TU/e-alumnus dr.ir. Martijn<br />
Cox in 2010 de Simon Stevin Gezelprijs voor<br />
onderzoek op dit gebied.<br />
stress- dan bootst het medaillon die bewegingen<br />
na. Zodra de ouder zijn of haar hand vervolgens<br />
om de hanger sluit, gaat er een signaal naar<br />
het matras en vormt het zich als een cocon en<br />
straalt warmte uit. Door dit ‘cocoonen’ -het met<br />
beide handen omsluiten van de baby om zo de<br />
suggestie van de baarmoeder te wekken- te<br />
simuleren, kan het stressniveau bij de zuigeling<br />
dalen. De promovendus kwam tot zijn creatie na<br />
gesprekken met onder meer verpleegkundigen,<br />
artsen en ouders. De ID’er heeft sinds<br />
september een promotieplek aan de TU/e.<br />
Hij gaat onderzoeken hoe de binding tussen<br />
ouders en hun couveusekindje kan worden<br />
versterkt. In totaal waren er 55 inzendingen<br />
voor de scriptieprijs. Croes won 2.500 euro voor<br />
zichzelf en kreeg daarnaast 25.000 euro om zijn<br />
prototype verder uit te werken.
3TU.SCHOOL FOR<br />
TECHNOLOGICAL DESIGN<br />
Het Stan Ackermans Institute viert dit jaar het<br />
25-jarig bestaan van de technologische ontwerpersopleidingen.<br />
Om dit te vieren is het boek<br />
‘The innovation degree’ samengesteld . Het boek<br />
bevat onder meer informatie over (de geschiedenis<br />
van) de ontwerpersopleidingen, interviews<br />
over succesvolle geïmplementeerde ontwerpen<br />
en plannen voor de toekomst. Op www.3tu.nl/<br />
sai/book kunt u het boek inzien en bestellen<br />
(kosten: 5 euro).<br />
3TU.School for Technological Design<br />
STAN ACKERMANS INSTITUTE<br />
The innovation degree<br />
25 years of technological designer programmes<br />
OEUVREPRIJS VOOR WACHTRIJ-<br />
DESKUNDIGE BOXMA<br />
Prof.dr.ir. Onno Boxma ontvangt de ACM<br />
SIGMETRICS Achievement Award <strong>2011</strong>. Deze<br />
oeuvreprijs wordt jaarlijks uitgereikt op het<br />
jaarcongres van de SIGMETRICS-afdeling van<br />
de Association for Computing Machinery, de<br />
grootste vereniging van informatici. Boxma<br />
krijgt de prijs voor ‘Outstanding contributions<br />
to queuing theory and exceptional leadership<br />
in the performance evaluation community’.<br />
De 58-jarige Boxma is hoogleraar Stochastic<br />
Operations Research aan de faculteit Wiskunde<br />
& Informatica en was tot voor kort directeur<br />
van onderzoeksinstituut EURANDOM. Hij is een<br />
expert op het gebied van wachtrijen en richt<br />
zich vooral op toepassingen in het wegverkeer,<br />
productie en logistiek en prestatieanalyse van<br />
computers. Twee jaar geleden ontving hij hiervoor<br />
een eredoctoraat in Haifa. Hij publiceerde<br />
meer dan <strong>18</strong>0 artikelen en is (co-)auteur van vijf<br />
boeken over wachtrijtheorie.<br />
DIGITALE TU/e ENCYCLOPEDIE<br />
Bij het vijftigjarig bestaan van de TU/e in 2006<br />
verscheen van de hand van beleidsmedewerker<br />
Joep Huiskamp ‘De kleine TU/e encyclopedie<br />
1956-2006’. Vijf jaar later, bij het elfde lustrum,<br />
is die encyclopedie overgezet van papier naar<br />
Agenda<br />
1 juli, 16.00 uur, TU/e-auditorium: Intreerede<br />
van prof.ir. Renz van Luxemburg van de faculteit<br />
Bouwkunde. Voor meer informatie: www.<br />
tue.nl/agenda.<br />
8 juli, 16.00 uur, TU/e-auditorium: Intreerede<br />
van prof.ir. Elphi Nelissen van de faculteit<br />
Bouwkunde. Voor meer informatie: www.tue.<br />
nl/agenda.<br />
2 september, 9.00 - <strong>18</strong>.00 uur, TU/e: Alumni<br />
lustrumdag. Voor meer informatie: zie pagina<br />
34-37 en het losse programmaboekje dat<br />
meegezonden is met deze Matrix. Zie ook:<br />
www.tue.nl/alumnidag.<br />
9 september, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />
Afscheidscollege van prof.dr.ir. Bob Mattheij<br />
van de faculteit Wiskunde en Informatica.<br />
Voor meer informatie: www.tue.nl/agenda.<br />
16 september, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />
Intreerede van prof.dr.BA Ben Schouten van<br />
het net en heeft iedereen de mogelijkheid<br />
nieuwe lemma’s toe te voegen en bestaande uit<br />
te breiden. Ook foto’s en filmpjes zijn welkom.<br />
Wie tekst of beeldmateriaal wil bekijken kan<br />
terecht op www.tuencyclopedie.nl.<br />
EINDHOVEN, HOOFDSTAD<br />
VAN VLEESKWEEK<br />
De TU/e als centrum van het wereldwijde onderzoek<br />
naar kweekvlees. Dat schrijft het gerenommeerde<br />
Amerikaanse maandblad ‘The New<br />
Yorker’ in mei in het artikel ‘Test-Tube Burgers’.<br />
Hierin gaat journalist Michael Specter op zoek<br />
naar vlees dat is vervaardigd in een laboratorium.<br />
De verslaggever is erg onder de indruk van<br />
de kennis van de TU/e op dit gebied: ‘De universiteit,<br />
en de faculteit Biomedische Technologie<br />
in het bijzonder, is het centrum geworden voor<br />
onderzoek naar kweekvlees.’<br />
Specter wilde antwoord krijgen op de vraag<br />
hoe lang het nog duurt, voordat je vlees kunt<br />
eten dat in een lab is geproduceerd. Bij zijn<br />
zoektocht kwam hij uit in Nederland. Door hem<br />
omschreven als het ‘Silicon Valley’ van het<br />
kweekvlees. Het artikel in the New Yorker is in<br />
zijn geheel lovend over <strong>Eindhoven</strong> en de TU/e in<br />
de faculteit Industrial Design. Voor meer informatie:<br />
www.tue.nl/agenda.<br />
30 september, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />
Afscheidscollege van prof.dr. Piet Lemstra van<br />
de faculteit Scheikundige Technologie. Voor<br />
meer informatie: www.tue.nl/agenda.<br />
2 oktober, 9.00 - 17.00 uur, TU/e-campus:<br />
TU/eXperience. Voor iedereen tussen de<br />
6 - 80 jaar met interesse in technologie. Voor<br />
meer informatie:www.tue.nl/tuexperience.<br />
14 oktober, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />
Afscheidscollege van prof.ir. Jan Westra van de<br />
faculteit Bouwkunde. Voor meer informatie:<br />
www.tue.nl/agenda.<br />
26 oktober, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />
Intreerede van prof.dr. Perry ten Brok van de<br />
<strong>Eindhoven</strong> School of Education. Voor meer<br />
informatie: www.tue.nl/agenda.<br />
het bijzonder. Specter beschrijft <strong>Eindhoven</strong> als<br />
de hoofdstad van de Nederlandse industrial design<br />
beweging en de logische thuishaven voor<br />
de voornaamste technische universiteit van het<br />
land. The New Yorker wordt gezien als één van<br />
de beste journalistieke bladen ter wereld.<br />
TU/e-HOOGLERAAR LID KNAW<br />
René Janssen, hoogleraar moleculaire materialen<br />
en nanosystemen aan de TU/e, is gekozen<br />
tot lid van de Koninklijke Nederlandse Academie<br />
van Wetenschappen (KNAW). Dat heeft het bestuur<br />
van de KNAW deze week onlangs bekendgemaakt.<br />
In totaal zijn dit jaar twintig nieuwe<br />
leden, vier correspondenten en twee buitenlandse<br />
leden gekozen. De nieuwkomers worden<br />
eind september geïnstalleerd.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 1 1 51
JAN POST:<br />
‘Nederland moet<br />
een sterke,<br />
creatieve stad<br />
in de delta<br />
worden.’<br />
Den Dolech 2<br />
Postbus 513<br />
5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />
Telefoon (040) 247 91 11<br />
e-mail: voorlichting@tue.nl<br />
Internet: http://www.tue.nl