Notitie woningbouwplannen gemeente Duiven 2012-2020

NOTITIE NIEUWBOUWPLANNEN GEMEENTE DUIVEN 2012-2020
Inleiding
De nog voortdurende crisis op de bouwmarkt is ook aan de gemeente Duiven niet voorbij
gegaan. Ter voorbereiding op de Verstedelijkingsvisie 2010-2020, deel C van de Stadsregio
hebben wij mede in overleg met de andere Liemerse gemeenten (inclusief Doesburg en
Rijnwaarden) de bovengrens van de verwachte gemeentelijke nieuwbouwproductie met
25% verlaagd. De Verstedelijkingsvisie is op 30 juni door de Stadsregioraad vastgesteld.
Dat heeft voor Duiven tot gevolg gehad dat in het programma tot 2020 de ontwikkeling van
de grotere potentiële bouwlocaties de Plakse Weide en de Ploen-Noord niet meer is
opgenomen. Daarnaast is het oorspronkelijke aantal geplande nieuwbouwwoningen in het
project Vitaal Centrum gehalveerd.
Het Duivense aandeel van deel C, het subregionale programma 2010- 2020 bedraagt 900
woningen. Dit is een bruto aantal, wat wil zeggen dat het ook sloop/herbouw van woningen
betreft.
In de afgelopen jaren 2010-2011 zijn 91 woningen opgeleverd zodat de resterende (bruto)
opgave in de gemeente Duiven 2012-2020 nog 809 woningen bedraagt.
Daarbij dient opgemerkt te worden dat het grootste deel van het programma, te weten 556
woningen, bestaat uit zogenaamde ‘harde’ (vastgestelde) plannen. Het betreft gemeentelijke
exploitaties en exploitaties waarvoor gemeentelijke verplichtingen in overeenkomsten zijn
opgenomen.
Daarnaast zijn er nog kleinere particuliere bouwplannen in het geding. Sommige plannen
zijn in uitvoering of in procedure. Andere plannen zijn nog in voorbereiding, met of zonder
planologische titel, al dan niet met of zonder overeenkomst of toezeggingen anderszins.
Ook wordt de gemeente nog steeds benaderd voor planologische medewerking aan nieuwe
particuliere bouwplannen. Tot voor kort heeft de gemeente Duiven daarvoor geen bijzondere
maatregelen getroffen. Nu het zich laat aanzien dat de woningmarkt niet aantrekt, de
economie hapert en sommige vastgestelde woningbouwplannen moeizaam blijven
verkopen, is het wenselijk voor nieuwe woningbouwplannen een scherpere prioritering en
fasering toe te passen. Belangrijkste motieven zijn daarbij het voorkomen van langdurige
leegstand in de minder courante delen van de voorraad, het beperken van nieuw aanbod ten
opzichte van bestaande plannen en een evenwichtige spreiding over de gemeente.
Tenslotte geven de recente bestuurlijke afspraken met de Stadsregio Arnhem-Nijmegen en
de provincie Gelderland ook aanleiding tot scherpere prioritering en fasering van
nieuwbouwplannen.
Van belang is te onderkennen dat de provincie tot nu toe niet akkoord is gegaan met deel C
van de Verstedelijkingsvisie van de Stadsregio. Daarmee is er op dit moment geen
zekerheid dat het huidige subregionale programma voor de Liemers, waaronder het
genoemd programma voor Duiven (volledig) planologisch haalbaar is.
Hierover heeft de afgelopen maanden uitvoerig overleg plaatsgevonden tussen de regio en
de provincie. Inmiddels is tussen partijen een nadere Bestuurs Overeenkomst
Verstedelijking (BOV) opgesteld.
De gemeente wordt gevraagd tot 1 juli 2012 geen nieuwe bestemmingsplannen vast te
stellen.
b/DSPDF_38AC_31303739383638323033.doc/28-02-12

In de periode daaropvolgend, van 1 juli 2012 tot 1 januari 2014 dienen gemeenten
‘terughoudend’ te zijn en alleen plannen vast te stellen die passen binnen een nog nader te
bepalen bandbreedte op subregionaal niveau. Daarover dient voor 1 juli 2012 duidelijkheid
te komen. Het geldt overigens voor plannen waarbij nieuwe, harde plancapaciteit wordt
toegevoegd. Wijzigingen van eerder vastgestelde plannen vallen daar niet onder, voor zover
de capaciteit niet wordt vergroot.
Tenslotte geldt als afspraak dat de Stadsregio-gemeenten voor 1 januari 2014 op
subregionaal niveau een geactualiseerd woningbouwprogramma 2014-2020 voorleggen dat
aan de provinciale kaders voldoet. Daarbij wordt onder meer als eis gesteld dat deze in lijn
is met de uitkomsten van WoON 2012 en actuele bevolkingsprognoses en -woonbehoeften.
WoON 2012 is een nationaal woononderzoek dat dit jaar wordt uitgevoerd door het CBS.
Op ons verzoek vindt in de gemeente Duiven een lokale ‘oversampling’ plaats, waardoor
WoON 2012 ook als een betrouwbaar gemeentelijk woonbehoefteonderzoek kan worden
gezien.
De resultaten worden medio 2013 verwacht.
De hierdoor noodzakelijk aan te brengen prioritering en fasering van woningbouwplannen
liggen voor in deze beleidsnotitie.
De te nemen maatregelen zijn te onderscheiden in algemeen en specifiek beleid.
Het algemene, generieke beleid ziet toe op bepaalde categorieën bouwplannen.
De uitwerking vindt plaats onder de noemer ‘specifiek beleid’, waarbij wordt ingezoomd op
individuele locaties.
Algemeen beleid
Harde plannen
Als eerste uitgangspunt nemen wij: voorrang aan harde, vastgestelde plannen.
Het betreft woningbouwlocaties met een planologisch erkende titel: een bestemmingsplan of
een projectbesluit/omgevingsvergunning. Vanuit ruimtelijk- en grondzakenperspectief is het
niet wenselijk aan deze locaties te tornen.
Sterker nog: meer aandacht voor deze plannen zal nodig zijn. In een aantal gevallen is
(gedeeltelijke) aanpassing nodig om aansluiting te blijven vinden bij de ontwikkelingen op de
mogelijkheden op de woningmarkt. Actuele voorbeelden hiervan zijn het Vitaal Centrum,
Rijksweg 15 en Ploen-Zuid.
Voor wat betreft de voorziene oplevering van deze woningen willen we rekening houdend
met de ontwikkelingen op de woningmarkt een zo realistisch mogelijke prognose
aanhouden. Concreet houdt dat in dat de daadwerkelijke bouw per bouwblok over meerdere
jaren gefaseerd zal worden uitgevoerd.
Het gaat om de lopende plannen op de locaties Ploen-Zuid, Kloosterkamp, Rijksweg 15,
Droo-Zuid, Thuvine, Welleveld, Westreenen en Vitaal Centrum.
In totaal bestaat de harde capaciteit 2012-2020 uit 556 woningen, waarvan 386 voorzien in
2012 t/m 2014 en 170 in de periode 2015-2020. Het blijft overigens een prognose met de
nodige onzekerheden; het is niet uitgesloten dat de fasering nog wijzigt.
b/DSPDF_38AC_31303739383638323033.doc pagina 2

Op dit moment hoeven geen nadere beleidskeuzes gemaakt te worden over de betrokken
aantallen van deze harde plannen. Wel kan het zo zijn dat het aanvankelijk gedachte
programma op een bepaalde locatie met name in kwalitatieve zin wordt aangepast.
Voorbeeld is het geplande appartementgebouw op de Rijksweg 15, waarvan
eigenaar/ontwikkelaar Vivare reeds te kennen heeft gegeven het plan te willen wijzigen in
grondgebonden woningen. Ook op de resterende terpen op de Ploen-Zuid 2 e fase, zijn
dergelijke wijzigingen denkbaar. Als er daarbij sprake zou zijn van eventuele afwijkingen van
eerder vastgestelde kaders, dan wordt dat separaat aan de raad voorgelegd.
Mocht het gaan om het omzetten van woningen van de ‘vrije sector’ naar ‘betaalbare
woningbouw’, dan is inzet van de gemeentelijke fondsen voor betaalbare woningbouw een
optie. Dit komt aan de orde in een afzonderlijke notitie die conform de toezegging van
wethouder Nijland momenteel in voorbereiding is.
Nieuwe (middel)grote woningbouwplannen
Als tweede uitgangspunt geldt dat wij in de kern Duiven geen nieuwe grote en
(middel)grote plannen (groter dan 10 woningen) in ontwikkeling nemen.
In het kader van de besluitvorming over deel C van de Verstedelijkingsvisie is door Duiven
reeds verwoord dat er nu geen behoefte is aan invulling van de locaties Ploen-Noord en de
Plakse Weide. Deze locaties zijn in de Structuurvisie als ‘zoekgebied wonen’ aangewezen.
Inmiddels is ook al in de programmabegroting 2012-2015 verwoord dat vooralsnog geen
invulling nodig is.
Ook de potentiële ontwikkelinglocatie Spoorzone wordt niet opgenomen in het
woningbouwprogramma 2012-2020. De zone is overigens een multifunctioneel gebied: ook
andere functies dan wonen zijn hier goed denkbaar.
De structuurvisie beschrijft ook enkele ‘zoekgebieden wonen’ in de kernen Groessen en
Loo. Er is zeker geen behoefte deze gebieden maximaal in te vullen. Ook hier zal
geprioriteerd moeten worden. Zie daarvoor de uitwerking onder de ‘specifiek beleid’.
Kleine inbreidingsplannen
Als derde uitgangspunt wordt voorgesteld: geen nieuwe kleine inbreidingsplannen in
ontwikkeling nemen binnen de kernen Duiven, Groessen en Loo.
Ons college heeft dit beleid reeds op 22 november 2011 van toepassing verklaard.
Alleen in gevallen met een duidelijke maatschappelijke meerwaarde kan hiervan worden
afgeweken. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan een noodzakelijke restauratie van een
monument c.q. een als zodanig erkend karakteristiek pand. Een andere meerwaarde zou
kunnen bestaan in een zorgfunctie waaraan volgens onze visie op zorg een reële behoefte
is én waarvan de haalbaarheid is aangetoond. Dergelijke uitzonderingen worden van geval
tot geval beoordeeld. Gelet op de mogelijke concurrentie met harde plannen en het feit dat
er over de planologische haalbaarheid bij de provincie grote onzekerheid bestaat, zullen we
zeer voorzichtig met uitzonderingsgevallen om dienen te gaan. Zie verder de uitwerking
onder ‘specifiek beleid’.
Daarnaast zijn er enkele ‘zachte locaties’ met plannen die nog niet in procedure zijn,
maar waarover voor genoemde datum reeds besluiten zijn genomen die gerespecteerd
moeten worden.
Gelet op de voorkeur voor de al bestaande harde bouwplannen dienen dergelijke zachte
locaties in de tijd te worden gefaseerd.
De desbetreffende locaties zullen onder specifiek beleid afzonderlijk worden benoemd.
b/DSPDF_38AC_31303739383638323033.doc pagina 3

Buitengebied
Tenslotte het beleid voor woningbouw in het buitengebied. De kaders hiervoor zijn
onlangs door uw raad vastgelegd in het Ontwikkelingskader Buitengebied. Daarbij is onder
andere uitgesproken om vooralsnog geen verdere uitwerking te geven aan de concepten
‘buitenplaatsen’ en ‘verdichten bouwlint’. Dit heeft reeds een remmend effect op het aantal
toe te stane bouwplannen.
Wel is prioriteit gegeven aan het uitvoeren van het beleid inzake functieverandering, in het
bijzonder van agrarische bestemmingen naar een woonbestemming. Onder specifieke
voorwaarden is het mogelijk dat daarbij extra woningen op een (voormalige) agrarische
kavel kunnen worden gebouwd. Ondanks het gegeven dat dit per kavel hooguit om één of
enkele woningen gaat (afhankelijk van aanwezige stallen, schuren e.d.) kan het voor de
gehele gemeente in totaal gaan om de toevoeging van enkele tientallen woningen.
Niettemin zien wij geen aanleiding om op dit moment het zojuist vastgestelde beleid voor het
buitengebied weer ter discussie te stellen. Wel stellen wij voor de (verwachte) omvang van
de bouwplannen in het buitengebied goed te monitoren en de verwachte omvang in
aansluiting op de conclusies uit het WoON 2012 te evalueren en dit te betrekken bij het in
2013 op te stellen programma 2014-2020.
Wij gaan er overigens van uit dat de uitvoering van de raadsmotie inzake planologische
medewerking aan verplaatsing van te slopen woningen in verband met de aanleg van de
A15 geen gevolgen heeft voor de netto plancapaciteit: het betreft immers doorgaans sloop
en herbouw. Als het gaat om agrarische percelen dan kan gebruik worden gemaakt van het
beleid voor functieverandering.
Specifiek beleid: uitwerking per locatie
Hieronder volgt de beschrijving van beleidskaders voor een aantal specifieke locaties.
Kern Duiven
Van Dorth tot Medlerstraat 41
Dit is een voorbeeld van een verzoek voor een inbreidingslocatie. Het betreft een initiatief
waarvoor nog geen eerder besluit dan wel toezegging aan ten grondslag ligt.
Eigenaar Zozijn had het pand tot voor kort als verzorgingstehuis in gebruik. Men ziet op
deze locatie geen toekomst voor een zorgfunctie. Na de verhuizing naar Droo-Zuid is het
pand ook niet meer in gebruik. Zozijn heeft nu planologische medewerking verzocht om de
huidige bestemming ‘maatschappelijk’ te wijzigen in een woonbestemming. Dit leidt evenwel
tot een toename van nieuwe plancapaciteit met 5 à 6 woningen. Het hiervoor verwoorde
beleid houdt in dat geen medewerking wordt verleend aan inbreidingsplannen. Tenzij er
sprake zou zijn van een uitzonderingsgrond waarin sprake is van een aantoonbaar
maatschappelijk belang. Dat belang is vooralsnog niet aangetoond. Er is onvoldoende
urgentie om hier met voorrang medewerking te verlenen aan wijziging in meerdere
woonbestemmingen. Bovendien biedt de huidige bestemming ‘maatschappelijk’
mogelijkheden voor zorg voor bijzondere doelgroepen.
b/DSPDF_38AC_31303739383638323033.doc pagina 4

Rijksweg 62
Er sluimert al enige jaren een particulier idee om dit pand, zijnde een rijksmonument met
aanzienlijk achterstallig onderhoud, te restaureren waarbij enkele woningen op de kavel
worden toegevoegd. Vanuit het college is in beginsel planologische medewerking
toegezegd. Het voldoet ook aan het criterium ‘maatschappelijk belang’. Echter, het heeft tot
op heden niet geleid tot uitwerking en indiening van een concreet en haalbaar plan.
Conclusie: deze locatie niet meenemen in de toe te voegen capaciteit 2012-2014.
Heilweg 22
Dit betreft een volledig uitgewerkt en goedgekeurd stedenbouwkundig plan voor 10
woningen, waarvan 7 betaalbare koop, direct in aansluiting op Kloosterkamp. Reeds bij de
besluitvorming in de raad over het plan Kloosterkamp is er vanuit de raad de gedachte
meegegeven de invulling van deze locatie mee te nemen. Er is in 2011 tussen de gemeente
en de initiatiefnemer overeenstemming bereikt en er ligt inmiddels een formele
overeenkomst voor, waarbij aan alle eisen, inclusief bekostiging plankosten en
fondsafdrachten wordt voldaan.
Conclusie: capaciteit in de planning meenemen en procedures afwerken.
Heilweg 3
Het betreft het weilandje ten noorden van Heilweg 3. In het Ontwikkelingskader
Buitengebied is reeds gememoreerd dat het huidige bestemmingsplan reeds
woondoeleinden toestaat. Uw raad heeft reeds ingestemd met een nadere uitwerking van
een plan voor 8 tot 12 woningen.
Gelet op de directe ligging nabij Kloosterkamp en de voorrang aan de zojuist beschreven
locatie Heilweg 22, achten wij het ruimtelijk en volkshuisvestelijk niet evenwichtig om reeds
in 2012 met de planuitwerking en –procedure te starten.
Conclusie: planuitwerking faseren na 2013.
Individuele kavels
Tenslotte zijn in de kern Duiven voor een aantal individuele kavels voor de datum van
22 november 2011 besluiten genomen, c.q. zijn overeenkomsten getekend voor de bouw
van een woning. Deze toezeggingen worden gerespecteerd.
Loo
Westreenen
Zoals bekend wordt de komende jaren de locatie Westreenen ontwikkeld met een harde
capaciteit van ca. 42 woningen in de verschillende categorieën: van betaalbare koop tot vrije
kavels.
Loostraat 61-65
Dit gebied is in de Structuurvisie aangeduid als zoeklocatie wonen.
Gelet op de voorziene ontwikkeling van Westreenen zien wij slechts beperkte en
gefaseerde invulling van deze zoeklocatie.
Het college heeft in 2011 op een concreet initiatiefvoorstel t.a.v. Loostraat 65 geoordeeld dat
een invulling met 4 bouwkavels past binnen het dorpse sfeerbeeld van Loo. Hiermee is
gestalte gegeven aan een ‘beperkte’, extensieve invulling. De dichtheid/verkaveling die
b/DSPDF_38AC_31303739383638323033.doc pagina 5

hiermee wordt beoogd kan evenredig op de het andere deel van de zoeklocatie (Loostraat
61) worden toegepast, indien daarvoor een verzoek zou komen.
Voorrang geven aan het harde plan Westreenen houdt in dat ontwikkeling op de korte
termijn niet gewenst is.
Conclusie: planuitwerking faseren na 2013.
Loostraat 28
Op deze locatie, ook bekend onder de naam Valkenhof, bevindt zich een karakteristiek en
behoudenswaardig pand. Er is een mondeling verzoek ingediend waarbij een grondige
restauratie is voorzien, waarbij tegelijkertijd inpandig een aantal extra wooneenheden wordt
gecreëerd. Het karakteristieke pand staat op een prominente plek langs de Loostraat. Met
het beoogde plan wordt een aantoonbaar maatschappelijke belang gediend.
Conclusie: capaciteit in de planning meenemen en procedures afwerken.
Groessen
Zoekgebieden wonen
In tegenstelling tot Loo is in de kern Groessen in de komende jaren geen nieuwe
bouwlocatie in uitvoering. Wel zijn in de Structuurvisie twee nieuwe zoeklocaties wonen
benoemd: de eerste zoeklocatie betreft het centrum van Groessen, het gebied naast het
dorpsplein met herontwikkeling van het aangrenzend weitje én het autobedrijf. De andere
zoeklocatie betreft een mogelijke herontwikkeling van het huidige kassencomplex aan de
Kerkakkers 32.
Begin 2011 is reeds door het college geoordeeld dat een haalbare ontwikkeling van de
eerste locatie zodanig twijfelachtig is, dat verdere acties zijn gestaakt. Verdere ontwikkeling
is vooralsnog niet realistisch.
Conclusie: zoeklocatie centrum Groessen nu niet meenemen in programma 2012-2020. De
gemeente is bereid de locatie alsnog in het programma op te nemen indien het haalbaar
plan betreft met een maatschappelijke meerwaarde. Onder ‘haalbaar’ wordt in dat geval ook
verstaan: voldoende ruimte in het stadsregionale-provinciale programma.
De andere zoeklocatie aan de Kerkakkers 32 is nog wel in beeld. Hier functioneert nu nog
een actief glastuinbouwbedrijf. Namens de eigenaar is een verzoek ingediend om de locatie
op te nemen in het programma 2012-2020. De initiatiefnemer denkt aan een mogelijke
invulling met een combinatie van ca. 15 zorggerelateerde woningen en ca. 15 woningen in
verschillende categorieën. Men wil dit idee in 2012 nader uitwerken.
Er zijn nog geen concrete zorgpartijen bekend. Over de haalbaarheid bestaat nog geen
zekerheid. Er is thans onvoldoende belang en urgentie om op korte termijn prioriteit te
geven aan planologische medewerking.
Conclusie: de mogelijkheden nader beschouwen bij het opstellen van het
woningbouwprogramma voor 2014-2020.
Kerkakkers 29
Hier bevindt zich een agrarisch hulpbedrijf met grondverzet. De eigenaren hebben recent te
kennen gegeven deze bedrijvigheid te willen staken, waarna zij op hun reeds eerder
beoogde en verworven locatie in het buitengebied een agrarische bedrijfsvoering
(wormenkwekerij) willen voeren. Voor de herontwikkeling op de Kerkakkers denkt men aan
bouwkavels voor 3 of 4 woningen.
b/DSPDF_38AC_31303739383638323033.doc pagina 6

Door deze bedrijfsverplaatsing wordt een milieuhinderlijke situatie in de kom van Groessen
opgelost en daarmee is een aantoonbaar maatschappelijk belang gediend. Al ten tijde van
de vooravond van het plan Diesfeldt, stond de gemeente positief tegenover een mogelijke
herontwikkeling die een verplaatsing van het agrarisch hulpbedrijf met grondverzet inhield.
Nu in plaats hiervan door de eigenaar wordt ingezet op een agrarische bedrijfsvoering, is
vestiging in het buitengebied planologisch nog beter inpasbaar. Over een kleinschalige
verkaveling naast het plan Diesfeldt is in het verleden al stedenbouwkundig positief
meegedacht.
Conclusie: initiatief verder laten uitwerken en plan in procedure te brengen als aan de
gebruikelijke voorwaarden inzake plankosten, fondsafdrachten e.d. wordt voldaan.
Dorpstraat 2
De eigenaren van dit karakteristieke pand hebben verzocht om medewerking te verlenen tot
herinrichting/uitbreiding van het voorste deel van de kavel, teneinde na verbouwing ruimte te
bieden voor een zorgfunctie, een zg. Thomashuis. Daarbij heeft één echtpaar de zorg van
cliënten. In dit geval zou het gaan om 8 eenheden binnen het huidige gebouw. Daarvoor is
één woonbestemming afdoende: als ‘leden van één gezin’ gaat het dan niet om de
toevoeging van zelfstandige woningen.
Het beoogde zorg-programma is alleen haalbaar als een deel van de kavel (de bestaande
schuur) wordt herbestemd in een woon-werkfunctie.
Tenslotte verzoeken de initiatiefnemers om mee te werken aan een herbestemming van de
locatie, indien onverhoopt het zorgconcept geen doorgang zou kunnen vinden.
Beoordeling: Indien de haalbaarheid van een ‘Thomashuis’ afdoende wordt onderbouwd,
kan in beginsel planologisch meegewerkt worden aan een herinvulling, inclusief de
toevoeging van één woon-werkbestemming. Immers, het zorg-concept voorziet in
aantoonbaar maatschappelijk belang, zijnde de zorg voor kinderen met een verstandelijke
beperking. Gelet op de karakteristieke kwaliteiten van het huidige gebouw, dient in dit geval
in het bijzonder aan de beeldkwaliteit te worden getoetst.
Zou de gewenste zorgfunctie niet haalbaar zijn, dan is een maatschappelijk belang voor
toevoeging van woonbestemmingen niet aanwezig. Eventuele niet-hinderlijke bedrijfsmatige
invulling is niet bij voorbaat uitgesloten.
Conclusie: alleen planologische medewerking verlenen aan het Thomas-concept inclusief
toevoeging van één woning/werk bestemming, voor zover de haalbaarheid van het zorgconcept
afdoende wordt onderbouwd en aangetoond.
Buitengebied
De verschillende lopende en nieuwe initiatieven kunnen doorgang vinden voor zover
passend binnen het vastgestelde Ontwikkelingskader.
Er is één bijzonder initiatief ingediend:
Dorpstraat 54, Groessen
Het betreft een locatie waar een kassencomplex aanwezig is dat niet meer in gebruik is. De
initiatiefnemers willen het complex slopen en tot een herontwikkeling komen waarbij 15
zelfstandige zorgwoningen worden toegevoegd. Er is voorzien in een 24-uurs zorgpunt.
Tenslotte bestaat het plan uit twee extra woningen, waarvan één voor mantelzorg.
b/DSPDF_38AC_31303739383638323033.doc pagina 7

Er is een concrete zorgpartij voorgesteld.
Hoewel dit initiatief niet direct past in het Ontwikkelingskader Buitengebied is vanuit
maatschappelijk perspectief geoordeeld de initiatiefnemers de mogelijkheid te bieden tot
nader onderzoek, zonder toezegging tot planologische medewerking.
Aangezien de locatie zeer nabij de kern Groessen is gelegen, zou het in beginsel kunnen
bijdragen aan lokaal gewenste intramurale zorg. De omvang van deze behoeften, en de
mate waarin het initiatief hieraan bijdraagt, dient nader verkend te worden.
Door initiatiefnemers zal daarnaast nog moeten worden aangetoond dat de zorgfunctie,
inclusief de 24-uurs post, economisch haalbaar is. Een kritische houding daarbij is op zijn
plaats nu het recent in de gemeente (Loo!) niet mogelijk is gebleken soortgelijke
kleinschalige zorg te ontwikkelen en te exploiteren.
Conclusie: als in afdoende mate de behoefte en de haalbaarheid wordt aangetoond en het
plan ook overigens ruimtelijk-stedenbouwkundig is getoetst, kan nader beoordeeld worden
of planologische medewerking mogelijk is.
b/DSPDF_38AC_31303739383638323033.doc pagina 8