29.08.2013 Views

Ontwerp bestemmingsplan met bijlagen - Gemeente Haaksbergen

Ontwerp bestemmingsplan met bijlagen - Gemeente Haaksbergen

Ontwerp bestemmingsplan met bijlagen - Gemeente Haaksbergen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

projectnaam Bestemmingsplan Stepelo en de Greune te <strong>Haaksbergen</strong><br />

identificatienummer<br />

Bestemmingsplan Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Haaksbergen</strong><br />

projectnummer 12.0385<br />

kenmerk<br />

NL.IMRO.1058.BP1085-0001<br />

BP1085 / 12.0385<br />

opdrachtgever <strong>Gemeente</strong> <strong>Haaksbergen</strong><br />

postadres<br />

Postbus 102<br />

7480 AC <strong>Haaksbergen</strong><br />

contactpersoon De heer R. Oude Moleman<br />

status <strong>Ontwerp</strong><br />

versie Definitief<br />

datum 21 maart 2013<br />

auteur<br />

paraaf<br />

J.W. Hendriks<br />

gecontroleerd B.J.M. Beernink


Toelichting <strong>bestemmingsplan</strong> “Bedrijventerreinen<br />

Stepelo en de Greune”


Inhoudsopgave<br />

Toelichting 3<br />

Hoofdstuk 1 Inleiding 4<br />

1.1 Algemeen 4<br />

1.2 Situering van het plangebied 4<br />

1.3 De bij het plan behorende stukken 5<br />

1.4 Vigerende planologische situatie 6<br />

1.5 Leeswijzer 7<br />

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 8<br />

2.1 Huidige situatie 8<br />

2.2 Toekomstige situatie 10<br />

Hoofdstuk 3 Beleid 12<br />

3.1 Algemeen 12<br />

3.2 Rijksbeleid 12<br />

3.3 Provinciaal beleid 13<br />

3.4 <strong>Gemeente</strong>lijk beleid 16<br />

Hoofdstuk 4 Milieuplanologische haalbaarheid 21<br />

4.1 Algemeen 21<br />

4.2 Bodem 21<br />

4.3 Akoestiek 21<br />

4.4 Flora en fauna 23<br />

4.5 M.e.r.-beoordeling 24<br />

4.6 Bedrijven en milieuzonering 25<br />

4.7 Externe veiligheid 30<br />

4.8 Luchtkwaliteit 32<br />

4.9 Geur 35<br />

4.10 Water 36<br />

4.11 Archeologie 38<br />

4.12 Verkeer 39<br />

Hoofdstuk 5 Juridische plantoelichting 41<br />

5.1 Algemeen 41<br />

5.2 Nadere toelichting op de regels 41<br />

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid 43<br />

Hoofdstuk 7 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 44<br />

7.1 Algemeen 44<br />

7.2 Inspraak en overleg 44<br />

7.3 Zienswijzen 44<br />

Bijlagen 45<br />

Bijlage 1 Invoergegevens akoestisch onderzoek 46<br />

Bijlage 2 Geluidscontouren 47<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 2 van 47


Toelichting<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 3 van 47


Hoofdstuk 1 Inleiding<br />

1.1 Algemeen<br />

De gemeente <strong>Haaksbergen</strong> is bezig <strong>met</strong> de actualisatie van de verschillende <strong>bestemmingsplan</strong>nen<br />

die gelden op haar grondgebied. Veel van die <strong>bestemmingsplan</strong>nen zijn verouderd. Hierdoor<br />

komen de <strong>bestemmingsplan</strong>nen niet meer overeen <strong>met</strong> de huidige situatie. Ook voldoen de<br />

<strong>bestemmingsplan</strong>nen daardoor niet meer aan de nieuwste eisen en wensen.<br />

De Rijksoverheid hecht tevens veel waarde aan een zo actueel mogelijke planologisch<br />

toetsingskader. Zo stelt de Wet ruimtelijke ordening eisen aan de leeftijd van <strong>bestemmingsplan</strong>nen.<br />

Het gevolg van verouderde plannen (ouder dan 10 jaar) kan zijn dat er geen bouwleges meer<br />

geheven kunnen worden.<br />

De <strong>bestemmingsplan</strong>nen voor de bedrijventerreinen Stepelo en de Greune zijn beiden ouder dan<br />

10 jaar en dienen derhalve geactualiseerd te worden.<br />

Bij het actualiseren van <strong>bestemmingsplan</strong>nen gebruikt de gemeente voor heel <strong>Haaksbergen</strong> in<br />

principe een vergelijkbare plansystematiek. De bestemmingen en regels van de geactualiseerde<br />

<strong>bestemmingsplan</strong>nen sluiten daardoor grotendeels op elkaar aan. Daarmee vergroot de gemeente<br />

de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid van de burgers.<br />

Daarnaast voegt de gemeente bij het actualiseren van de <strong>bestemmingsplan</strong>nen verschillende<br />

plangebieden samen (in casu de bedrijventerreinen Stepelo en de Greune). Daardoor verminderd<br />

het totaal aantal <strong>bestemmingsplan</strong>nen in de gemeente <strong>Haaksbergen</strong>. Hierdoor zijn de<br />

<strong>bestemmingsplan</strong>nen meer overzichtelijk.<br />

Bij het actualiseren van een <strong>bestemmingsplan</strong> legt de gemeente het volgende in het<br />

<strong>bestemmingsplan</strong> vast:<br />

de bestaande situatie;<br />

ontwikkelingen die een aparte planologische procedure hebben doorlopen;<br />

nieuw geformuleerd beleid <strong>met</strong> ruimtelijke gevolgen;<br />

nieuwe ontwikkelingen <strong>met</strong> ruimtelijke gevolgen die:<br />

1. ondergeschikt zijn waardoor geen aparte planologische procedure noodzakelijk is, en;<br />

2. geen financiële gevolgen voor de gemeente hebben;<br />

nieuwe ontwikkelingen <strong>met</strong> ruimtelijke gevolgen die:<br />

1. de gemeente de komende tien jaar verwacht;<br />

2. een vastgesteld stedenbouwkundig plan hebben;<br />

3. ruimtelijk en milieutechnisch haalbaar zijn.<br />

In hoofdstuk 2 wordt de bestaande situatie van het plangebied weergegeven en aangegeven welke<br />

voorziene ontwikkelingen in onderhavig actualisatieplan planologisch worden ingepast.<br />

1.2 Situering van het plangebied<br />

Het plangebied betreft de twee bestaande bedrijventerreinen Stepelo en de Greune te<br />

<strong>Haaksbergen</strong>. De twee bedrijventerreinen zijn aan de noordkant van het dorp <strong>Haaksbergen</strong><br />

gesitueerd en zijn van elkaar gescheiden door de Noordsingel. Het plangebied wordt globaal<br />

omsloten aan de noordzijde door agrarische gronden en het toekomstige bedrijventerrein Stepelo,<br />

aan de oostzijde door de Kolenbranderweg, de sportvelden van TV. Veldmaat en Bon Boys en de<br />

Veldmaterveldweg, aan de zuidzijde door de toekomstige woonwijk De Greune en aan de westzijde<br />

door de Hengelosestraat.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 4 van 47


De begrenzing en de situering ten opzichte van de kern van <strong>Haaksbergen</strong> van het plangebied staan<br />

op onderstaande luchtfoto weergegeven.<br />

Afbeelding 1.1: Luchtfoto plangebied, inclusief situering t.o.v. <strong>Haaksbergen</strong><br />

1.3 De bij het plan behorende stukken<br />

Het <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune bestaat uit de volgende stukken:<br />

Toelichting, inclusief <strong>bijlagen</strong>;<br />

Verbeelding;<br />

Regels, inclusief <strong>bijlagen</strong>.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 5 van 47


1.4 Vigerende planologische situatie<br />

Ter plaatse van het plangebied vigeren momenteel twee <strong>bestemmingsplan</strong>nen, te weten:<br />

Bestemmingsplan Bedrijventerrein De Greune;<br />

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Stepelo.<br />

Bestemmingsplan Bedrijventerrein De Greune<br />

Het <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerrein De Greune is door de gemeenteraad van <strong>Haaksbergen</strong><br />

vastgesteld op 27 september 2000 en door Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel<br />

goedgekeurd op 10 april 2001, behalve voor de aanduiding „detailhandel toegestaan‟. Het plan<br />

werd op 30 januari 2002 onherroepelijk.<br />

Aan de rand van het bedrijventerrein, aan de Hengelosestraat, bevindt zich een Chinees restaurant,<br />

deze heeft de bestemming Horeca (categorie 1). Het overige deel van het terrein heeft bijna in het<br />

geheel de bestemming Bedrijfsdoeleinden, op smalle stroken voor water, groenvoorziening en<br />

verkeersgebied na. De bestemming bedrijfsdoeleinden kent twee aanduidingen „A‟ en „B‟. In het<br />

zuidelijke en zuidwestelijke deel van het <strong>bestemmingsplan</strong> zijn twee zones die de aanduiding „A‟<br />

hebben gekregen – aan de zijde van het plangebied - het overige deel van de bestemming heeft de<br />

aanduiding „B‟.<br />

Afbeelding 1.2: Uitsnede verbeelding <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerrein De Greune<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 6 van 47


Bestemmingsplan Bedrijventerrein Stepelo<br />

Het <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerrein Stepelo is door de gemeenteraad van <strong>Haaksbergen</strong><br />

vastgesteld op 26 maart 1997 en door Gedeputeerde Staten goedgekeurd op 4 november 1997.<br />

Aan een deel werd goedkeuring onthouden. Het plan is op 19 juni 1998 onherroepelijk geworden.<br />

Bestemmingsplan Stepelo kent een inwaartse zonering, gezien vanaf de Hengelosestraat.<br />

Zonering van het <strong>bestemmingsplan</strong> heeft tot doel dat milieugevoelige functies rond het<br />

bedrijventerrein niet gehinderd worden door de aldaar aanwezige bedrijven. Anderzijds worden de<br />

bedrijven zodoende niet gehinderd door aanwezige milieugevoelige functies. Het grootste deel van<br />

het terrein heeft de bestemming Bedrijfsdoeleinden. Door aanduidingen aan te brengen (A t/m D) is<br />

zonering in het plan aangebracht.<br />

Verder maken nog twee woningen en groenstroken, wegen en waterpartijen onderdeel uit van het<br />

<strong>bestemmingsplan</strong> Stepelo.<br />

Afbeelding 1.3: Uitsnede verbeelding <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerrein Stepelo<br />

1.5 Leeswijzer<br />

De toelichting van het <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune bestaat uit 8<br />

hoofdstukken. Na het eerste inleidende hoofdstuk waarin de aanleiding, het plangebied en de<br />

vigerende planologische situatie beschreven wordt, wordt in hoofdstuk 2 het plan beschreven<br />

waarop onderhavig bestemmingplan betrekking heeft. In hoofdstuk 3 wordt het relevante Rijks-,<br />

provinciale en gemeentelijke ruimtelijke beleid behandeld. In hoofdstuk 4 wordt het plan getoetst<br />

aan de verschillende milieuplanologische wet- en regelgeving. In hoofdstuk 5 wordt de opzet en<br />

bestemmingssystematiek toegelicht, waarna in de hoofdstukken 6 en 7 de financiële<br />

uitvoerbaarheid van het <strong>bestemmingsplan</strong> en de te doorlopen procedure, inclusief de resultaten<br />

hiervan, aan bod komen.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 7 van 47


Hoofdstuk 2 Planbeschrijving<br />

2.1 Huidige situatie<br />

Bedrijventerrein De Greune<br />

Dit bedrijventerrein is bedoeld voor bedrijven die behoefte hebben aan kleinschalige kavels. Het<br />

gaat om veelal bedrijven in een lage milieuklasse (1 t/m 3.1). Op een deel van dit bedrijventerrein is<br />

het onder voorwaarden toegestaan om een bedrijfswoning op te richten. Aan de rand van het<br />

bedrijventerrein, aan de Hengelosestraat, bevindt zich een Chinees restaurant.<br />

Het bedrijventerrein kenmerkt zich door fraai vormgegeven bedrijfsbebouwing inclusief (bij<br />

sommige percelen) in het architectonisch ontwerp geïntegreerde bedrijfswoningen. Op het<br />

bedrijventerrein is één antennemast voor mobiele telefonie gesitueerd, welke voor wat betreft de<br />

bouwhoogte afwijkt van de standaard regeling voor bijbehorende bouwwerken geen gebouwen<br />

zijnde. Gelet hierop zal de antennemast middels een aanduiding op de verbeelding vastgelegd<br />

worden.<br />

Op het bedrijventerrein zijn nog enkele kavels beschikbaar. Ter plaatse van de rotonde<br />

Hengelosestraat/Noordsingel bestaan reeds concrete plannen voor de realisatie van een<br />

tankstation.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 8 van 47


Afbeelding 2.1: Tabel kenmerken bedrijventerrein De Greune (bron: Bedrijventerreinvisie <strong>Haaksbergen</strong>)<br />

Bedrijventerrein Stepelo<br />

Dit bedrijventerrein is bedoeld voor bedrijven die, anders dan de bedrijven op De Greune, behoefte<br />

hebben aan meer grootschalige kavels. Het gaat veelal om kavels boven de 2.000 m². Stepelo is<br />

een modern bedrijventerrein <strong>met</strong> een parkmanagementorganisatie. Op dit terrein zijn geen<br />

bedrijfswoningen toegestaan.<br />

Het bedrijventerrein kenmerkt zich door de ruime opzet van de kavels en de wegenstructuur waarbij<br />

groenstroken tussen de weg en de bedrijfspercelen een groen karakter aan het bedrijventerrein<br />

geven.<br />

Op het bedrijventerrein is sprake van enkele nog niet ingevulde kavels en leegstaande<br />

bedrijfsgebouwen. Voor een aantal van de vrije kavels op Stepelo is concrete bouwplannen,<br />

waardoor deze op korte termijn worden ingevuld.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 9 van 47


Afbeelding 2.2: Tabel kenmerken bedrijventerrein Stepelo (bron: Bedrijventerreinvisie <strong>Haaksbergen</strong>)<br />

Overig gebied<br />

De woning aan de Kolenbranderweg 37 en de waterpartij ten zuiden van de Noordsingel maken<br />

tevens onderdeel uit van het plangebied. De bestaande situatie en planologische<br />

gebruiksmogelijkheden uit het vigerende <strong>bestemmingsplan</strong> zullen worden overgenomen.<br />

2.2 Toekomstige situatie<br />

Ten aanzien van het plangebied zijn geen concrete ontwikkelingen (<strong>met</strong> uitzondering van de<br />

invulling van nog beschikbare kavels) voorzien ten opzichte van de huidige situatie. Het<br />

<strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune betreft dan ook hoofdzakelijk een<br />

conserverend <strong>bestemmingsplan</strong>. Hierin worden de feitelijke situatie en planologische rechten<br />

positief (her)bestemd en worden geen grote ontwikkelingen mogelijk gemaakt.<br />

Ten aanzien van de geldende <strong>bestemmingsplan</strong>nen worden in onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> een<br />

aantal ondergeschikte wijzigingen doorgevoerd, te weten:<br />

zelfstandige kantoorfuncties middels een afwijkingsbevoegdheid toestaan;<br />

regeling opnemen ten behoeve van bedrijfsverzamelgebouwen en detailhandel;<br />

bedrijfswoningen toestaan ter plaatse van het deelgebied De Greune.<br />

Tevens wordt de bestaande zonering in de <strong>bestemmingsplan</strong>nen geactualiseerd en opgesteld<br />

conform de systematiek uit de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering (2009)".<br />

Zelfstandige kantoorfuncties<br />

Aangezien bedrijventerreinen niet per definitie geschikt zijn voor (zelfstandige) kantoren, en<br />

hiervoor vaak geschiktere locaties zijn aangewezen, zijn zelfstandige kantoorfuncties niet bij recht<br />

toegestaan binnen de bestemming "Bedrijventerrein". Aangezien binnen de gebieden <strong>met</strong> lagere<br />

bedrijfscategorieën in specifieke gevallen kantoorfuncties wel voorstelbaar zijn, en het de wens is<br />

om de bedrijventerreinen aantrekkelijker te maken voor een breder scala aan functies, is het in dit<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 10 van 47


estemmingsplan middels een afwijkingsbevoegdheid mogelijk om mee te werken aan de vestiging<br />

van zelfstandige kantoorvoorzieningen.<br />

Bedrijfsverzamelgebouwen<br />

Bedrijfsverzamelgebouwen komen in de huidige tijd steeds vaker voor. Voor kleine ondernemers is<br />

het een ideale oplossing voor de zoektocht naar geschikte bedrijfsruimte. In veel<br />

<strong>bestemmingsplan</strong>nen, waaronder de vigerende plannen voor onderhavig plangebied, is echter<br />

geregeld dat bedrijfsgebouwen een minimale afstand tot perceelsgrenzen moeten behouden. Dit<br />

levert voor bedrijfsverzamelgebouwen het probleem op dat er planologisch gezien meerdere<br />

bedrijfsgebouwen tegen elkaar zijn gebouwd, dus tot op de perceelsgrens.<br />

In onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> is dit probleem, in lijn <strong>met</strong> het <strong>bestemmingsplan</strong> voor de eerste<br />

fase van bedrijventerrein Stepelerveld, ondervangen door voor dergelijke bebouwing een specifieke<br />

bouwregel op te nemen.<br />

Detailhandel<br />

Zoals in paragraaf 3.4.5 (Notitie detailhandel en kantoren op bedrijventerreinen, gemeente<br />

<strong>Haaksbergen</strong>) is verwoord, hanteert de gemeente het beleid om specifieke vormen van<br />

detailhandel onder voorwaarden op bedrijventerreinen toe te staan. In dit <strong>bestemmingsplan</strong> is aan<br />

dit beleid invulling gegeven door middels een afwijkingsbevoegdheid de mogelijkheid te bieden voor<br />

de vestiging van vormen van detailhandel zoals perifere detailhandel, detailhandel in volumineuze<br />

goederen en productiegebonden detailhandel.<br />

Bestaande detailhandelsvoorzieningen op de bedrijventerreinen worden positief bestemd binnen de<br />

bestemming "Bedrijventerrein".<br />

Bedrijfswoningen<br />

Op bedrijventerrein De Greune zijn meerdere bedrijfswoningen middels een<br />

vrijstellingsbevoegdheid in het vigerende <strong>bestemmingsplan</strong> gerealiseerd. Het is het voornemen om<br />

de bestaande bedrijfswoningen bij recht toe te staan, en nieuwe bedrijfswoningen mogelijk te<br />

maken daar waar voldaan wordt aan de normen ten aanzien van akoestiek ten aanzien van<br />

wegverkeerslawaai. Aangezien op het bedrijventerrein De Greune enkel lichte vormen van<br />

bedrijvigheid worden toegestaan, zal een goed woon- en leefklimaat voor bedrijfswoningen<br />

aanwezig zijn en zullen bedrijfswoningen geen belemmeringen opleveren voor in de omgeving<br />

aanwezige bedrijvigheid. In het kader van het Activiteitenbesluit zal voor een bedrijf aangetoond<br />

moeten worden dat aan wet- en regelgeving voldaan zal worden.<br />

In onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> is hieraan invulling gegeven door daar waar de<br />

voorkeursgrenswaarde voor woningen uit de Wet geluidhinder niet wordt overschreden,<br />

bedrijfswoningen toe te staan. Dit aspect is nader uitgewerkt in paragraaf 4.3.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 11 van 47


Hoofdstuk 3 Beleid<br />

3.1 Algemeen<br />

Dit hoofdstuk beschrijft, voorzover relevant, de rijks -, regionale-, provinciale -, en gemeentelijke<br />

beleidsstukken. Naast de belangrijkste algemene uitgangspunten worden de specifiek voor dit<br />

plangebied geldende uitgangspunten weergegeven. Het beleid is in dit <strong>bestemmingsplan</strong><br />

afgewogen en doorvertaald in de regels en op de plankaart (verbeelding).<br />

3.2 Rijksbeleid<br />

3.2.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte<br />

Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) in werking getreden. Deze<br />

visie vervangt verschillende nota's, zoals:<br />

de Nota Ruimte;<br />

de Structuurvisie Randstad 2040;<br />

de Nota Mobiliteit;<br />

de MobiliteitsAanpak;<br />

de Structuurvisie voor de Snelwegomgeving.<br />

Verder vervallen <strong>met</strong> de SVIR de ruimtelijke doelen en uitspraken uit de Agenda Landschap,<br />

Agenda Vitaal Platteland en Pieken in de Delta.<br />

In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) staan de plannen voor ruimte en mobiliteit. Het<br />

Rijk stelt heldere ambities voor Nederland in 2040; een visie hoe Nederland er in 2040 voor moet<br />

staan. Dit doet het Rijk op basis van de (inter)nationale ontwikkelingen die de ruimtelijke en<br />

mobiliteitsopgaven zowel bovengronds als ondergronds richting 2040 bepalen. Zo werkt het Rijk<br />

aan een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland.<br />

Het ruimtelijke en mobiliteitsbeleid wordt meer aan provincies en gemeenten overgelaten.<br />

Hieronder valt bijvoorbeeld het landschapsbeleid. De Rijksoverheid richt zich op nationale<br />

belangen, zoals een goed vestigingsklimaat, een degelijk wegennet en waterveiligheid. Tot 2028<br />

heeft het kabinet in de SVIR 3 Rijksdoelen geformuleerd:<br />

de concurrentiekracht vergroten door de ruimtelijk-economische structuur van Nederland te<br />

versterken. Dit betekent bijvoorbeeld een aantrekkelijk (internationaal) vestigingsklimaat;<br />

de bereikbaarheid verbeteren;<br />

zorgen voor een leefbare en veilige omgeving <strong>met</strong> unieke natuurlijke en cultuurhistorische<br />

waarden.<br />

De provincies en gemeenten krijgen in het nieuwe ruimtelijke en mobiliteitsbeleid meer<br />

bevoegdheden. Bijvoorbeeld op het gebied van landschappen, verstedelijking en het behoud van<br />

groene ruimte. Provincies en gemeenten zijn volgens het kabinet beter op de hoogte van de situatie<br />

in de regio en de vraag van bewoners, bedrijven en organisaties. Daardoor kunnen zij beter<br />

afwegen wat er in een gebied moet gebeuren.<br />

Navolgende afbeelding geeft aan wat de ambities van het Rijk voor Nederland in 2040 zijn.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 12 van 47


Afbeelding 3.1: Toekomstvisie Nederland 2040, Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte<br />

Voor onderhavig plangebied zijn geen specifieke beleidsuitgangspunten in de Structuurvisie<br />

Infrastructuur en Ruimte opgenomen.<br />

3.3 Provinciaal beleid<br />

3.3.1 Omgevingsvisie Provincie Overijssel<br />

De provincie Overijssel heeft het streekplan, verkeer- en vervoerplan, waterhuishoudingsplan en<br />

milieubeleidsplan samengevoegd tot één Omgevingsvisie. Hèt provinciale beleidsplan voor de<br />

fysieke leefomgeving van Overijssel. Eén van de instrumenten om het beleid uit deze<br />

Omgevingsvisie te laten doorwerken is de Omgevingsverordening. Beide documenten zijn op 1 juli<br />

2009 door Provinciale Staten vastgesteld.<br />

In de Omgevingsvisie wordt de visie op de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving van de<br />

provincie Overijssel tot 2030 weergegeven. Het beleid staat primair in dienst van de<br />

sociaal-economische ontwikkeling van Overijssel. Dit betekent dat ruimte wordt gemaakt voor<br />

ontwikkeling van werkgelegenheid en dat hoogwaardige woonmilieus tot stand worden gebracht.<br />

Die dynamiek moet benut worden als een kans om de ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid te<br />

versterken.<br />

De provincie definieert Ruimtelijke kwaliteit als: "Datgene wat ruimte geschikt maakt en houdt voor<br />

wat voor mensen belangrijk is. Of duurzamer gesteld: Wat voor mens, plant en dier belangrijk is".<br />

Ruimtelijke kwaliteit wordt gerealiseerd door naast bescherming vooral in te zetten op het verbinden<br />

van bestaande kwaliteiten en nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast bieden dorpen en kernen weer<br />

andere leefmilieus dan het stedelijk gebied. De eigenheid kan gevonden worden door de eigen<br />

karakteristieke opbouw trouw te blijven en de verbinding <strong>met</strong> het omliggende landschap of<br />

historische structuren expliciet te maken.<br />

De provincie wil ruimtelijke kwaliteit benaderen via de gebiedskenmerkencatalogus. In de catalogus<br />

gaan ze uit van een viertal lagen, de zogenaamde lagenbenadering:<br />

De natuurlijke laag: in deze laag heerst de logica van de ondergrond en het watersysteem en<br />

hoe abiotische en biotische processen daarop.<br />

De laag van het agrarisch cultuurlandschap: in deze laag gaat het om het ten nutte maken van<br />

het landschap ten behoeve van agrarische productie.<br />

De stedelijke laag: in deze laag draait het om sociale en fysieke dynamiek en diversiteit van de<br />

steden, dorpen en landstadjes en het verbindende netwerk er tussen van wegen, paden,<br />

spoorwegen en kanalen.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 13 van 47


Lust- en leisurelaag: in deze laag komen natuurlijke, functionele en sociale processen bij<br />

elkaar. Dit is de laag die gaat over beleving (onder andere recreatie) en identiteit<br />

(cultuurhistorie).<br />

De Provincie stuurt via de Omgevingsvisie op zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik,<br />

ontwikkelingsperspectieven en gebiedskenmerken. Door ontwikkeling conform de<br />

gebiedskenmerkencatalogus wordt de identiteit en diversiteit van dorpen (en steden) versterkt. Dat<br />

geldt in bijzonder voor de stads- en dorpsrandgebieden.<br />

Ontwikkelingsperspectief<br />

Op de kaart <strong>met</strong> ontwikkelingsperspectieven heeft het plangebied het perspectief<br />

'bedrijventerrein'.<br />

Afbeelding 3.2: Uitsnede kaart Ontwikkelingsperspectieven, Omgevingsvisie Provincie Overijssel<br />

Het provinciale beleid voor nieuwe en bestaande niet (sterk) verouderde bedrijventerreinen is erop<br />

gericht minimaal het kwaliteitsniveau te handhaven, maar liever te verhogen. Daarvoor is een<br />

goede samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven nodig.<br />

Van de overheid mag worden verwacht dat de inzet op relatiebeheer duidelijk vorm houdt of krijgt.<br />

<strong>Gemeente</strong>n en bedrijfsleven zijn samen verantwoordelijk voor het structureel beheren van de<br />

terreinen. Het ontwikkelen van aanvullend (financieel) instrumentarium om beheer en onderhoud te<br />

garanderen kan hierbij een rol spelen.<br />

Aan het handhaven en/of versterken van het kwaliteitsniveau van de bedrijventerreinen wordt op<br />

verschillende manieren invulling gegeven. Zo zijn de twee bedrijventerreinen tezamen <strong>met</strong><br />

bedrijventerrein 't Varck in 2009 gaan samenwerken in de Stichting Parkmanagement<br />

<strong>Haaksbergen</strong>. Deze stichting heeft als doelstelling om de kwaliteit van nieuwe bedrijventerreinen op<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 14 van 47


lange termijn te handhaven of van bestaande terreinen te verbeteren en het niveau van<br />

voorzieningen op een hoog peil te houden. Daarbij horen onder meer maatregelen om beveiliging,<br />

bewegwijzering en beheer en onderhoud te verbeteren.<br />

Op het gebied van beeldkwaliteit heeft de gemeente <strong>Haaksbergen</strong> bij de ontwikkeling van de<br />

bedrijventerreinen Stepelo en De Greune kwalitatieve uitgangspunten opgesteld voor de<br />

zichtlocaties. In onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> is aan de zichtlocaties de aanduiding 'specifieke<br />

bouwaanduiding - markante bebouwing' toegekend. Op deze wijze kan de gemeente aan de<br />

bebouwing op de zichtlocaties nadere eisen stellen om zodoende het kwalitatief hoogwaardige<br />

aanzicht van de bedrijventerreinen te waarborgen.<br />

Gelet op het bovenstaande en gelet op de achtergrond van dit plan, de actualisatie van het<br />

<strong>bestemmingsplan</strong> voor twee bestaande bedrijventerreinen, kan gesteld worden dat onderhavig<br />

<strong>bestemmingsplan</strong> past binnen de Omgevingsvisie.<br />

3.3.2 Omgevingsverordening Provincie Overijssel<br />

Tegelijkertijd <strong>met</strong> de Omgevingsvisie hebben Provinciale Staten op 1 juli 2009 ook de<br />

Omgevingsverordening vastgesteld.<br />

De Omgevingsverordening is één van de instrumenten om het beleid uit de Omgevingsvisie te laten<br />

doorwerken. Het uitgangspunt van de Omgevingsverordening is dat er niet meer geregeld wordt<br />

dan nodig is voor het belang zoals dat in de Omgevingsvisie is verwoord. <strong>Gemeente</strong>n krijgen<br />

zoveel mogelijk ruimte om daaraan een nadere invulling te geven. Wat elders geregeld wordt –<br />

bijvoorbeeld door het Rijk - wordt niet nog eens dubbel geregeld in deze verordening. Daarmee<br />

voorkomt de provincie extra regeldruk.<br />

Het uitgangspunt 'decentraal wat kan, centraal wat moet' is ook toegepast bij de<br />

flexibiliteitsbepalingen in deze verordening. Waar mogelijk zijn afwijkingsmogelijkheden toegepast<br />

in plaats van ontheffingsbepalingen. Ook heeft de provincie zoveel mogelijk gekozen voor positief<br />

geformuleerde voorwaarden.<br />

De Omgevingsverordening is een juridische vertaling van het beleid dat is opgenomen in de<br />

Omgevingsvisie. In de verordening zijn die onderwerpen opgenomen die hiervoor zijn aangedragen<br />

in het realisatieschema. Voor de wijze van regeling is uitgegaan van het beleid zoals dat in de<br />

Omgevingsvisie is verwoord.<br />

In het kader van het voor dit <strong>bestemmingsplan</strong> relevante provinciale beleid wordt hier alleen<br />

ingegaan op het onderdeel 'bedrijventerreinen' van de Omgevingsverordening. In de<br />

omgevingsverordening zijn voor gemeenten enkel eisen en voorwaarden vastgelegd te aanzien van<br />

de uitbreiding van of de realisatie van nieuwe bedrijventerreinen. Hiervoor dient overleg <strong>met</strong><br />

aangrenzende gemeenten gevoerd te worden en een dergelijke ontwikkeling dient beleidsmatig<br />

onderbouwd te worden door een <strong>met</strong> de provincie afgestemde bedrijventerreinvisie.<br />

Aangezien dit <strong>bestemmingsplan</strong> enkel betrekking heeft op twee bestaande bedrijventerreinen, waar<br />

hoofdzakelijk de bestaande situatie wordt vastgelegd, kan geconcludeerd worden dat dit<br />

<strong>bestemmingsplan</strong> passend is binnen de provinciale omgevingsverordening.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 15 van 47


3.4 <strong>Gemeente</strong>lijk beleid<br />

3.4.1 Structuurplan <strong>Haaksbergen</strong> 2015<br />

Op 12 juli 2006 heeft de gemeenteraad van Haakbergen het Structuurplan <strong>Haaksbergen</strong> 2015<br />

vastgesteld. Hierin zijn de toekomstige ruimtelijke claims voor wonen, werken en recreatie<br />

vastgelegd, waaronder de ontwikkelingsrichting voor nieuwe bedrijventerreinen.<br />

Het structuurplan was reeds van kracht ten tijde van de inwerkingtreding van de Wro op 1 juli 2008.<br />

Het structuurplan is daarom op basis van het overgangsrecht Wro gelijk gesteld aan een<br />

structuurvisie op basis van de Wro.<br />

Afbeelding 3.2: Kaart Toekomstvisie Structuurplan <strong>Haaksbergen</strong><br />

Ten aanzien van de bedrijventerreinen Stepelo en de Greune staan in het Structuurplan geen<br />

specifieke uitgangspunten beschreven. Wel wordt uitvoerig ingegaan op de toekomstige uitbreiding<br />

van het bedrijventerrein Stepelo richting het noorden, Stepelerveld genaamd. Deze ontwikkeling<br />

wordt in een separaat <strong>bestemmingsplan</strong> mogelijk gemaakt.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 16 van 47


3.4.2 Bedrijventerreinvisie<br />

De gemeente <strong>Haaksbergen</strong> beschikt niet langer over direct uitgeefbaar bedrijventerrein. Om in de<br />

nabije toekomst aan de reguliere vraag te kunnen voldoen, dient de gemeente in een nieuwe<br />

voorraad aan bedrijfskavels te voorzien. <strong>Haaksbergen</strong> wil graag inzetten op een gedifferentieerd<br />

aanbod van bedrijventerreinen, voor zowel de vestiging van kleine en grote bedrijven, bestaande en<br />

startende bedrijven, de productiegerichte, de zwaardere en de hoogwaardigere bedrijven.<br />

De ontwikkeling van nieuw bedrijventerrein is niet zomaar mogelijk. Door de provincie Overijssel is<br />

in de Omgevingsvisie vastgelegd dat gemeenten over een zogenaamde bedrijventerreinenvisie<br />

dienen te beschikken om nieuwe bedrijventerreinen te kunnen ontwikkelen. Een samenhangende<br />

visie op de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen in relatie tot de bestaande terreinen.<br />

De gemeente <strong>Haaksbergen</strong> heeft op 25 november 2009 de Bedrijventerreinenvisie <strong>Haaksbergen</strong><br />

vastgesteld. De geactualiseerde visie is op 26 januari 2011 vastgesteld. Met deze visie komt de<br />

gemeente tegemoet aan de wens van de provincie. Daarnaast vormt deze bedrijventerreinenvisie<br />

een wezenlijke rol bij de onderbouwing van de behoefte aan nieuw bedrijventerrein.<br />

De bedrijventerreinvisie gaat tevens in op de wijze waarop de gemeente tegen de bestaande<br />

bedrijventerreinen aankijkt. De gemeente heeft ten aanzien van de bestaande bedrijventerreinen<br />

twee beleidsambities vastgesteld:<br />

1. De ruimte op de bestaande bedrijventerreinen beter benutten door het kwaliteitsniveau van<br />

deze terreinen te verhogen en te behouden;<br />

2. De ruimte op en grenzend aan de bestaande bedrijventerreinen beter benutten door de<br />

uitbreidingsmogelijkheden van bedrijven op de bestaande locatie te optimaliseren.<br />

Het onderhavige <strong>bestemmingsplan</strong> voorziet in bovenstaande ambities door flexibele gebruiks- en<br />

bebouwingsmogelijkheden op te nemen om zodoende een aantrekkelijk vestigingsklimaat, in<br />

aansluiting op de voorziene uitbreiding van het bedrijventerrein Stepelo, te creëren.<br />

3.4.3 Toekomstige bedrijventerrein Stepelerveld<br />

De gemeente <strong>Haaksbergen</strong> is voornemens, om tegemoet te komen aan de vraag naar nieuwe<br />

bedrijfskavels, het gebied bekend als het Stepelerveld te ontwikkeling als bedrijventerrein. Het<br />

toekomstige bedrijventerrein grenst aan de noordzijde van het plangebied van dit<br />

<strong>bestemmingsplan</strong>.<br />

Op het bedrijventerrein Stepelerveld zal ruimte worden geboden aan bedrijven tot een maximale<br />

categorie van 4.1. Het bedrijventerrein zal hoofdzakelijk via de Kolenbranderweg ontsloten worden<br />

waarmee een optimale aansluiting op de toekomstige N18 bewerkstelligd wordt.<br />

De eerste fase in de ontwikkeling van dit bedrijventerrein zal verkeerskundig op het bedrijventerrein<br />

Stepelo aangesloten worden middels het doortrekken van de Bouwstraat.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 17 van 47


Afbeelding 3.3: Verbeelding voorontwerp <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerrein Stepelerveld (planbegrenzing is inmiddels gewijzigd)<br />

3.4.4 Toekomstige situatie N18, Kolenbranderweg en Noordsingel<br />

N18/Kolenbranderweg<br />

De rijksweg A18/N18 loopt van Zevenaar naar Enschede over een lengte van 65 kilo<strong>met</strong>er. Het<br />

deel van Zevenaar tot Varsseveld is de snelweg A18. Het deel van Varsseveld naar Enschede, de<br />

autoweg N18, wordt ook wel Twenteroute genoemd. Deze N18 voldoet niet meer aan de eisen voor<br />

verkeersveiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid. Daarom is een nieuw tracé noodzakelijk.<br />

Hiertoe heeft er van 18 november tot en <strong>met</strong> 29 december 2011 een ontwerp-tracébesluit ter inzage<br />

gelegen waarop de definitieve toekomstige route van de N18 staat weergegeven. Hierin wordt<br />

uitgegaan van onderstaande situering <strong>met</strong> een ontsluiting voor <strong>Haaksbergen</strong> ter plaatse van de<br />

Kolenbranderweg. Deze Kolenbranderweg dient tevens aangepast te worden ten behoeve van het<br />

extra verkeer. Om die reden is de woning aan de Kolenbranderweg buiten het plangebied gelaten.<br />

Hiervoor zijn de planologische procedures reeds gestart.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 18 van 47


Afbeelding 3.4: Kaart toekomstige situatie N18 en Kolenbranderweg<br />

Noordsingel<br />

De Noordsingel vormt straks tevens een lokale ontsluitingsweg voor de wijk Hassinkbrink, de<br />

bedrijventerreinen Stepelo en de Greune en toekomstig woongebied in de Veldmaat. Het is een<br />

lokale weg, uitgevoerd als wijksontsluitingsweg en er geldt een maximumsnelheid van 50 kilo<strong>met</strong>er.<br />

Met de aansluiting van de Noordsingel op de Enschedesestraat is de rondweg van <strong>Haaksbergen</strong><br />

voltooid.<br />

3.4.5 Notitie Detailhandel en kantoren op bedrijfsterreinen<br />

De gemeente <strong>Haaksbergen</strong> heeft in mei 2001 de beleidsnotitie "Detailhandel en kantoren op<br />

bedrijfsterreinen" opgesteld. In deze notitie is aandacht besteed aan de wenselijkheid van<br />

detailhandel en van ondergeschikte en/of zelfstandige kantoorruimten op bedrijfsterreinen. Ten<br />

aanzien van detailhandel op bedrijfsterreinen is het volgende beleid geformuleerd:<br />

Winkelvoorzieningen dienen in het centrumgebied van <strong>Haaksbergen</strong> gevestigd te worden,<br />

waarbij de concentratiegedachte richtinggevend is;<br />

Bouwmarkten, tuincentra en individuele meubeltoonzalen <strong>met</strong> een oppervlakte groter dan<br />

1.000 m 2 mogen worden gevestigd op een bedrijventerrein (via vrijstelling);<br />

Detailhandel in volumineuze goederen zoals auto's, boten, caravans, keukens en badkamers<br />

en landbouwwerktuigen <strong>met</strong> een oppervlakte groter dan 1.000 m 2 mogen gevestigd worden op<br />

een bedrijfsterrein. Hierbij geldt dat brancheverwante detailhandel <strong>met</strong> een maximum van 10%<br />

van de vloeroppervlakte en een maximum oppervlak van 100 m 2 wordt toegestaan (via<br />

vrijstelling).<br />

Detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van industrie en ambacht (dat wil zeggen<br />

verkoop van in eigen bedrijf vervaardigde goederen) is toegestaan op bedrijfsterreinen. Voor<br />

de detailhandel die wordt toegestaan geldt een maximum van 10% van de vloeroppervlakte<br />

en een maximum oppervlakte van 100 m 2 (via vrijstelling);<br />

Detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen (via vrijstelling).<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 19 van 47


Ten aanzien van kantoren op bedrijfsterreinen is het volgende beleid geformuleerd:<br />

Het gebruik van delen van een pand ten behoeve van een kantoorfunctie is enkel toegestaan<br />

indien het ondergeschikte werkzaamheden ten behoeve van de bedrijfsvoering ter plaatse<br />

betreft;<br />

Het gebruiken van (een deel) van pand ten behoeve van een zelfstandige kantoorvoorziening<br />

is niet toegestaan.<br />

Conform het beleid zal binnen het plangebied volumineuze en perifere detailhandel middels een<br />

afwijkingsbevoegdheid mogelijk worden gemaakt. Gelet op de wens van de gemeente om voor de<br />

bedrijventerreinen ruimte te bieden voor mogelijke toekomstige ontwikkelingen, is er in dit<br />

<strong>bestemmingsplan</strong> voor gekozen in afwijking van het beleid uit 2001 zelfstandige kantoren middels<br />

een afwijkingsbevoegheid toe te staan. In de bedrijventerreinvisie is al opgenomen dat bij de<br />

ontwikkeling van Stepelerveld, als uitbreiding van Stepelo, de mogelijkheid van vestiging van<br />

kantoren mogelijk moet zijn.<br />

3.4.6 Externe veiligheidsbeleid gemeente <strong>Haaksbergen</strong> 2006-2010<br />

De gemeente <strong>Haaksbergen</strong> is bezig <strong>met</strong> de actualisatie van het geldende externe veiligheidsbeleid.<br />

Momenteel is het beleid, vastgelegd in 2007, nog van kracht. In de beleidsnota staat beschreven<br />

welke externe veiligheidsaspecten in de gemeente <strong>Haaksbergen</strong> aanwezig zijn en op welke wijze<br />

hiermee omgegaan dient te worden. Op basis van deze beleidsnota kan worden geconcludeerd dat<br />

in het plangebied en de directe omgeving daarvan geen risicobronnen ten aanzien van externe<br />

veiligheid aanwezig zijn. Zo zijn er geen risicovolle inrichtingen (BEVI-inrichtingen) aanwezig, is<br />

geen van de omliggende wegen aangewezen als route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen en<br />

zijn er geen buisleidingen aanwezig welke gebruikt worden voor het grootschalig vervoeren van<br />

gevaarlijke stoffen (bijv. gasleidingen). Wel zal het bedrijf Unipro zich vestigen op het<br />

bedrijventerrein Stepelerveld, in paragraaf 4.7 zal hier nader op worden ingegaan.<br />

In de beleidsnota wordt enkel gesproken over de mogelijke vestiging van een lpg-tankstation op<br />

bedrijventerrein De Greune aan de Noordsingel. Er wordt nu alleen een tankstation gerealiseerd<br />

zonder een verkooppunt van lpg.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 20 van 47


Hoofdstuk 4 Milieuplanologische haalbaarheid<br />

4.1 Algemeen<br />

Dit hoofdstuk geeft de randvoorwaarden van de milieukundige aspecten en overige aspecten<br />

waarmee rekening gehouden moet worden bij het bouwen, het gebruik en bij de inrichting en het<br />

beheer van het plangebied. Deze aspecten kunnen beperkingen opleggen aan het gebruik van<br />

bepaalde locaties.<br />

4.2 Bodem<br />

Kader<br />

Bij een <strong>bestemmingsplan</strong> moet worden bepaald dat de bodem geschikt is voor de beoogde<br />

bestemming. Dit vindt plaats middels een historisch onderzoek op basis van de NEN 5725, welke<br />

door Aveco de Bondt is uitgevoerd.<br />

Toetsing<br />

Uit het historisch onderzoek is gebleken dat er in het verleden ter plaatse van het plangebied vele<br />

bodemonderzoeken zijn uitgevoerd. Uit deze bodemonderzoeken is gebleken dat de<br />

bodemkwaliteit geschikt is voor het gebruik van de gronden voor industrie.<br />

De meeste bedrijven die zich in het plangebied hebben gevestigd, vallen onder de werkingssfeer<br />

van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. In dit Besluit bepaald dat<br />

bodembedreigende activiteiten zodanig moeten worden uitgevoerd dat er een verwaarloosbare<br />

kans op bodemverontreiniging aanwezig is. Ook voor de vergunningplichtige bedrijven zijn<br />

soortgelijke voorschriften opgenomen. Aangezien op bedrijventerrein De Greune bedrijfswoningen<br />

zijn toegestaan, gelden voor dergelijke functies strenge eisen aan de bodemkwaliteit. In het kader<br />

van de Wabo (voor omgevingsvergunningen aspect 'bouwen') dient bij bouwprojecten middels een<br />

bodemonderzoek de bestaande bodemkwaliteit inzichtelijk gemaakt te worden.<br />

Conclusie<br />

Gelet op het bovenstaande kan ervan uit worden gegaan dat er geen bodemverontreinigingen zijn<br />

ontstaan als gevolg van de activiteiten van de gevestigde bedrijven. Daarmee, mede gelet op de<br />

uitkomsten van de in het verleden uitgevoerde bodemonderzoeken, vormt het aspect 'bodem' geen<br />

belemmering voor de uitvoering van dit <strong>bestemmingsplan</strong> en kan verder bodemonderzoek<br />

achterwege blijven.<br />

4.3 Akoestiek<br />

Kader<br />

Voor het deelgebied 'De Greune' wordt binnen het <strong>bestemmingsplan</strong> het realiseren van<br />

bedrijfswoningen mogelijk gemaakt. Voor het realiseren van nieuwe bedrijfswoningen is de Wet<br />

geluidhinder (Wgh) van toepassing. Wanneer een nieuwe woning (of andere geluidgevoelige<br />

bestemming) wordt gerealiseerd binnen het wettelijk invloedsgebied van een weg (geluidzone)<br />

dient een akoestisch onderzoek uitgevoerd te worden naar de geluidbelasting op de gevel. Met<br />

deze geluidbelasting kan worden afgewogen of wonen wenselijk is op de beoogde locatie. Tevens<br />

kan aan de hand van deze geluidbelasting bepaald worden of geluidwerende voorzieningen<br />

noodzakelijk zijn (Bouwbesluit).<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 21 van 47


Aangezien de bedrijventerreinen Stepelo en De Greune geen geluidgezoneerde industrieterreinen<br />

betreffen, is verder akoestisch onderzoek naar industrielawaai niet aan de orde.<br />

Toetsing plangebied<br />

De Greune is gelegen binnen de geluidzones (200 <strong>met</strong>er) van de Noordsingel, Hengelosestraat,<br />

Veldmaterstraat en de Kolenbranderweg. Overige wegen in de nabijheid van het plan hebben een<br />

maximaal toegestane rijsnelheid van 30 km/u en hebben conform de Wet geluidhinder geen<br />

geluidzone. Het geluid van deze wegen is derhalve niet beperkend voor het realiseren van<br />

woningen binnen het plangebied.<br />

Conform de Wet geluidhinder bedraagt de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting op gevels van<br />

bedrijfswoningen 48 dB, de zogenaamde 'voorkeursgrenswaarde'. Het realiseren van woningen is<br />

tot deze geluidbelasting toelaatbaar. Indien niet aan de voorkeursgrenswaarde kan worden<br />

voldaan, kunnen Burgemeester en Wethouders van de gemeente Haakbergen op basis van het<br />

Besluit geluidhinder een hogere toelaatbare waarde vaststellen. De maximaal te verlenen<br />

ontheffings-waarde voor een nieuw te bouwen woning in binnenstedelijk gebied bedraagt 63 dB.<br />

Akoestisch onderzoek<br />

Om de geluidbelasting binnen het plangebied inzichtelijk te maken zijn de geluidcontouren van<br />

bovengenoemde wegen bepaald. Voor de bepaling van de geluidcontouren is uitgegaan van het<br />

prognosejaar 2022. De relevante verkeergegevens en wegkenmerken zijn door de gemeente<br />

<strong>Haaksbergen</strong> aangeleverd en opgenomen in bijlage 1. De geluidcontouren zijn opgenomen in<br />

bijlage 2. De opgenomen geluidcontouren zijn inclusief aftrek ex. artikel 110g Wet geluidhinder, <strong>met</strong><br />

deze reductie wordt rekening gehouden <strong>met</strong> het stiller worden van het verkeer.<br />

De berekeningen zijn uitgevoerd conform het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 (sinds 1<br />

juli 2012 geldt het Reken- en meetvoorschrift 2012, deze wijziging heeft geen effect op de<br />

uitgevoerde berekening). De geluidsoverdracht naar de omgeving is berekend overeenkomstig<br />

standaard reken<strong>met</strong>hode II. In dit overdrachtsmodel wordt, voor zover van toepassing, rekening<br />

gehouden <strong>met</strong> verzwakkingen door geo<strong>met</strong>rische uitbreiding, luchtabsorptie, reflectie tegen<br />

obstakels, afscherming door obstakels, verstrooiing en absorptie door installaties en vegetaties,<br />

reflecties tegen, verstrooiing door en absorptie van de bodem. Binnen het plangebied is uitgegaan<br />

van een kaal poldermodel.<br />

Resultaten<br />

Uit de rekenresultaten (bijlage 2) blijkt dat Kolenbranderweg en de Veldmaterstraat geen relevante<br />

geluidbelasting (


Inpassing in <strong>bestemmingsplan</strong><br />

Voor reeds bestaande bedrijfswoningen is in het verleden reeds de haalbaarheid onderzocht en<br />

aangetoond en deze zullen dan ook zondermeer worden toegestaan in onderhavig<br />

<strong>bestemmingsplan</strong>. Eventuele nieuwe bedrijfswoningen zullen enkel binnen het gebied waar aan de<br />

voorkeursgrenswaarde voldaan wordt op het bedrijventerrein De Greune bij recht worden<br />

toegestaan. Aangezien voor overige gronden op bedrijventerrein De Greune, door bijvoorbeeld<br />

afschermende bebouwing, in de feitelijke situatie voldaan kan worden aan de<br />

voorkeursgrenswaarde, geldt hiervoor een afwijkingsbevoegheid. Nieuwe bedrijfswoningen zijn<br />

daar enkel mogelijk wanneer middels een akoestisch onderzoek aangetoond is dat voldaan wordt<br />

aan de bepalingen van de Wet geluidhinder.<br />

Geluidhinder omliggende bedrijvigheid<br />

Aangezien op het bedrijventerrein De Greune enkel lichte vormen van bedrijvigheid worden<br />

toegestaan (maximaal categorie 3.1), zal een goed woon- en leefklimaat voor bedrijfswoningen<br />

aanwezig zijn en zullen bedrijfswoningen geen belemmeringen opleveren voor in de omgeving<br />

aanwezige bedrijvigheid. In het kader van het Activiteitenbesluit zal voor een bedrijf aangetoond<br />

moeten worden dat aan wet- en regelgeving voldaan zal worden.<br />

Conclusie<br />

Aangezien de bedrijventerreinen Stepelo en De Greune geen geluidgezoneerde industrieterreinen<br />

betreffen, is akoestisch onderzoek naar industrielawaai niet aan de orde. De mogelijke akoestische<br />

hinder van bedrijven op omliggende gevoelige functies wordt middels de systematiek van bedrijven<br />

en milieuzonering (zie paragraaf 4.6) ondervangen.<br />

Enkel ten aanzien van het toestaan van bedrijfswoningen op bedrijventerrein De Greune is<br />

akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai uitgevoerd. Op grond van de berekende<br />

geluidbelasting worden in dit <strong>bestemmingsplan</strong>, op gronden waar de voorkeursgrenswaarde niet<br />

wordt overschreden, bedrijfswoningen bij recht toegestaan.<br />

Gelet hierop kan worden geconcludeerd dat het aspect 'akoestiek' voor onderhavig<br />

<strong>bestemmingsplan</strong> geen belemmering vormt en voldaan wordt aan het gestelde in de Wet<br />

geluidhinder.<br />

4.4 Flora en fauna<br />

Kader<br />

Bij elk ruimtelijk plan dient, <strong>met</strong> het oog op de natuurbescherming, rekening te worden gehouden<br />

<strong>met</strong> de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in<br />

gebiedsbescherming en soortenbescherming. Een ruimtelijk plan mag namelijk geen significante<br />

gevolgen hebben voor een te beschermen gebied en/of soort.<br />

Gebiedsbescherming<br />

Voor de gebiedsbescherming zijn in het kader van de Europese richtlijnen in Nederland speciale<br />

beschermingszones aangewezen <strong>met</strong> een hoge wettelijke bescherming. Hiervoor zijn Natura<br />

2000-gebieden en gebieden onderdeel uitmakend van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS)<br />

opgenomen.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 23 van 47


Soortbescherming<br />

Op basis van de Flora- en faunawet zijn gebieden aangewezen voor de bescherming van dier- en<br />

plantensoorten. De werkingssfeer van de Flora- en faunawet is niet beperkt tot of gerelateerd aan<br />

speciaal aangewezen gebieden, maar geeft soorten overal in Nederland bescherming. Op grond<br />

van de Flora- en faunawet gelden algemene verboden tot het verwijderen van groeiplaatsen van<br />

beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of<br />

verblijfplaatsen van beschermde diersoorten.<br />

Zorgplicht<br />

De zorgplicht Flora- en faunawet is mede van toepassing op de beschermde soorten waarvoor<br />

geen ontheffing hoeft te worden verkregen. Dit houdt in, dat iedereen voldoende zorg in acht moet<br />

nemen voor alle in het wild levende dieren en planten (inclusief hun leefomgeving). Concreet<br />

betekent dit dat bij een ruimtelijke ingreep rekening moet worden gehouden <strong>met</strong> alle aanwezige<br />

dieren en planten door middel van planning en uitvoering. Voor alle grondgebonden zoogdieren en<br />

amfibieën in het plangebied geldt de zorgplicht. Dit houdt in dat deze dieren gedurende de<br />

werkzaamheden zoveel mogelijk moeten worden ontzien.<br />

Toetsing plangebied<br />

Het plangebied maakt geen deel uit van Natura-2000 gebieden. Het plangebied ligt op minimaal<br />

circa twee kilo<strong>met</strong>er afstand van het Natura-2000 gebied Buurserzand en Haaksbergerveen. Door<br />

de afstand tot het gebied en het conserverende karakter van onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong>, kan<br />

worden gesteld dat van significante effecten op het Natura-2000 gebied geen sprake zal zijn.<br />

Tevens maakt het plangebied geen onderdeel uit van de Ecologisch Hoofdstructuur (EHS). Het<br />

plangebied ligt op minimaal één kilo<strong>met</strong>er van dichtstbij gelegen EHS-gebied. Gelet op de ligging<br />

van het plangebied ten opzicht van de EHS, het conserverende karakter van het <strong>bestemmingsplan</strong><br />

en gelet op de situatie dat tussen het dichtstbij gelegen EHS-gebied (ten noorden) en het<br />

plangebied het bedrijventerrein Stepelerveld voorzien is, kan geconcludeerd worden dat van<br />

significante effecten op de EHS geen sprake zal zijn.<br />

Conclusie<br />

Gelet op het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat enerzijds de uitvoerbaarheid van dit<br />

<strong>bestemmingsplan</strong> niet wordt belemmerd door (in de omgeving van het plangebied) aanwezige<br />

natuurwaarden en dat anderzijds de natuurwaarden niet aangetast zullen worden door onderhavig<br />

<strong>bestemmingsplan</strong>.<br />

4.5 M.e.r.-beoordeling<br />

Kader<br />

In hoeverre een <strong>bestemmingsplan</strong> m.e.r.(beoordelings)plichtig is, moet worden bepaald aan de<br />

hand van het Besluit Milieu-Effectrapportage 1994. In dat besluit zijn de gronden weergegeven op<br />

basis waarvan een plicht tot het opstellen van een planMER, besluitMER en/of<br />

m.e.r.beoordeling ontstaat. Hieronder is weergegeven op basis van welke gronden uit het Besluit<br />

Milieu-Effectrapportage 1994 een mer(beoordelings)plicht voor het <strong>bestemmingsplan</strong> ontstaat of<br />

kan ontstaan.<br />

1. De uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein<br />

Uitbreiding/wijziging terrein meer dan 75 hectare (bruto) bedraagt. Volgens bijlage D van het Besluit<br />

Milieu-Effectrapportage 1994 (nummer 11.3) is het <strong>bestemmingsplan</strong> dan<br />

m.e.r.-beoordelingsplichtig.<br />

2. De toegestane activiteiten<br />

De toegestane activiteiten in het <strong>bestemmingsplan</strong> die m.e.r. .-(beoordelings)plichtig zijn.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 24 van 47


3. De gevolgen op de nabijgelegen Natura-2000 gebieden<br />

In het geval belangrijke negatieve effecten op de Natura-2000 gebieden niet zijn uit te sluiten dient<br />

een planMER te worden gemaakt. Om het concrete effect van de toegelaten mogelijkheden in het<br />

<strong>bestemmingsplan</strong> op de Natura-2000 gebieden te bepalen, dient een zogenoemde voortoets te<br />

worden verricht.<br />

Het Besluit Milieu-Effectrapportage is per 1 april gewijzigd waardoor ook voor ontwikkelingen die<br />

beneden de drempelwaarden liggen, bezien dient te worden of een (vormvrije) m.e.r.-beoordeling<br />

noodzakelijk is.<br />

Toetsing plangebied<br />

Onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> heeft betrekking op het vastleggen van de bestaande situatie,<br />

waarbij hoofdzakelijk alle bedrijfskavels reeds ingevuld zijn. Het plangebied heeft een oppervlakte<br />

van ca. 45 hectare. Tevens zijn er grond van het <strong>bestemmingsplan</strong> geen activiteiten toegestaan<br />

welke m.e.r.-plichtig zijn. Op grond van de flora en fauna toetsing (zie paragraaf 4.4) is reeds<br />

geconcludeerd dat onderhavig bestemminsplan geen significant effect heeft op in de nabijheid<br />

gelegen Natura-2000 gebieden. Ten behoeve van de realisatie van het bedrijventerrein<br />

Stepelerveld is een voortoetst uitgevoerd in het kader van mogelijk negatieve effecten op in de<br />

nabijheid gelegen Natura-2000 gebieden. Hieruit is naar voren gekomen dat er geen significant<br />

nadelige effecten te verwachten zijn. Gelet op de bestaande situatie van de bedrijventerreinen<br />

Stepelo en De Greune en de afstand tot de natuurgebieden, kan geconcludeerd worden dat een<br />

voortoets achterwege kan blijven.<br />

Conclusie<br />

Gelet op het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat ten behoeve van dit <strong>bestemmingsplan</strong><br />

een m.e.r.-beoordeling niet noodzakelijk is.<br />

4.6 Bedrijven en milieuzonering<br />

In de geldende <strong>bestemmingsplan</strong>nen voor beide bedrijventerreinen is voor wat betreft het toestaan<br />

van bedrijfscategorieën gebruik gemaakt van een zogenaamde 'inwaartse zonering'.<br />

"Bij inwaarste zonering worden beschermde bufferzones rondom de milieugevoelige functie<br />

gecreëerd. Op het naburige bedrijventerrein zijn op korte afstand van de gevoelige functie slechts<br />

weinig belastende activiteiten toelaatbaar. Hoe groter de afstand tot de woonbebouwing, hoe groter<br />

de toelaatbare hinder zal zijn." (Bron: VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering, 2009" )<br />

Afbeelding 4.1: Overzicht inwaarts (links) en uitwaarts (rechts) zoneren<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 25 van 47


Huidige situatie<br />

Om te kunnen beoordelen in hoeverre de huidige situatie knelpunten op het gebied van<br />

milieuzonering oplevert, is de huidige situatie vergeleken <strong>met</strong> de vigerende planologische situatie.<br />

Dit heeft geresulteerd in de volgende afwijkingen:<br />

Adres Bedrijfscategorie bestaande<br />

situatie<br />

De Greune 4 3.1 2<br />

De Greune 7 4.1 3.1<br />

De Greune 15 3.2 3.1<br />

De Greune 36a 3.2 3.1<br />

Metaalstraat 22 4.2 3.2<br />

Bouwstraat 7 3.2 3.1<br />

Afbeelding 4.2: Tabel geconstateerde afwijkingen huidige situatie bedrijfscategorieën<br />

Ten aanzien van de huidige situatie kan het volgende geconcludeerd worden:<br />

Bedrijfscategorie op basis<br />

vigerend <strong>bestemmingsplan</strong><br />

De indicatieve hindercontouren van de bedrijven op Metaalstraat 22 en Bouwstraat 7 reiken tot<br />

over de dichtstbij gelegen gevoelige functies (respectievelijk Haarweg 53a en Hengelosestraat<br />

49/53);<br />

Er wordt vanuit gegaan dat voor alle afwijkingen in het verleden vrijstelling is verleend;<br />

Er wordt vanuit gegaan dat bij het verlenen van de milieuvergunningen de inpasbaarheid ten<br />

opzichte van de in de omgeving gelegen gevoelige functies (bedrijfswoningen op het<br />

bedrijventerrein en woningen in de omgeving) onderzocht is;<br />

Ten aanzien van de toekomstige woonwijk ten zuiden van bedrijventerrein De Greune geldt dat<br />

het bestaande bedrijf aan De Greune 7 geen hinder oplevert. Uit akoestisch onderzoek<br />

behorende bij de vergunning blijkt dat ter plaatse van de toekomstige woonwijk de<br />

geluidsnormen niet worden overschreden<br />

In overige gevallen waarbij in het verleden niet in is voorzien, geldt dat op basis van het<br />

Activiteitenbesluit algemeen geldende normen vastgelegd zijn ten aanzien van hinder op in de<br />

omgeving gelegen gevoelige functies. Elke bedrijf dient aan deze normen te voldoen.<br />

Toekomstige situatie<br />

In dit <strong>bestemmingsplan</strong> is de zonering aangepast aan de nieuwste inzichten en gebaseerd op de<br />

algemeen aanvaarde systematiek uit de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (2009).<br />

Uitgangspunt hierbij is dat de in het <strong>bestemmingsplan</strong> toegestane activiteiten niet tot gevolg<br />

mogen hebben dat toegestane bedrijven in de omgeving van het plangebied in hun bedrijfsvoering<br />

worden belemmerd als gevolg van het onderhavige <strong>bestemmingsplan</strong>. Eveneens moet duidelijk zijn<br />

of toegestane functies in de omgeving de beoogde ontwikkelingen in het <strong>bestemmingsplan</strong> niet<br />

belemmeren. Om dat te bepalen is beschouwd in hoeverre milieuhinder kan optreden voor:<br />

milieugevoelige functies buiten het plangebied, vanwege toegestane bedrijven in dit<br />

<strong>bestemmingsplan</strong>, en<br />

milieugevoelige functies in het plangebied, vanwege toegestane bedrijven in en buiten het<br />

plangebied.<br />

Onder milieugevoelige functies worden (bedrijfs)woningen, zorginstellingen, onderwijsinstellingen,<br />

kinderopvang e.d. begrepen. In de VNG- publicatie zijn voor een scala aan milieubelastende<br />

activiteiten richtafstanden gegeven waarbinnen mogelijk hinder voor woningen kan ontstaan.<br />

In de publicatie wordt onderscheidt gemaakt tussen de milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar.<br />

Het milieuaspect dat de grootste richtafstand <strong>met</strong> zich meebrengt is bepalend voor de<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 26 van 47


milieucategorie waarin de betreffende milieubelastende activiteit is ingedeeld. De richtafstanden zijn<br />

afgestemd op de omgevingskwaliteit die wordt nagestreefd in een rustige woonwijk. Indien de aard<br />

van de omgeving dat rechtvaardigt kan een lagere omgevingskwaliteit worden nagestreefd dan die<br />

in een rustige woonwijk. In dat geval kunnen de kleinere richtafstanden voor een gemengd gebied<br />

worden aangehouden.<br />

Milieucategorie Richtafstand tot rustige<br />

woonomgeving<br />

1 10 m 0<br />

2 30 m 10 m<br />

3.1 50 m 30 m<br />

3.2 100 m 50 m<br />

4.1 200 m 100 m<br />

4.2 300 m 200 m<br />

5.1 500 m 300 m<br />

5.2 700 m 500 m<br />

5.3 1.000 m 700 m<br />

6 1.500 m 1.000 m<br />

Afbeelding 4.3: Tabel milieucategorieën en bijbehorende richtafstanden<br />

Richtafstand tot gemengd gebied<br />

De opgenomen richtafstanden zijn geen normen, maar afstanden waarvan gemotiveerd mag<br />

worden afgeweken. De afstanden worden ge<strong>met</strong>en vanaf de grens van de bestemming die<br />

milieubelastende functies toelaat tot aan de dichtstbij gelegen gevel van de gevoelige functie.<br />

De ten opzichte van het plangebied dichtstbij gelegen woningen en/of andere gevoelige functies,<br />

maatgevend voor de milieuzonering, zijn in onderstaande afbeelding weergegeven. Het betreffen<br />

de volgende woningen en/of andere gevoelige functies:<br />

Nr. Adres Afstand tot bedrijventerrein<br />

1 Toekomstige woningbouwlocatie De Greune ca. 30 m.<br />

2 Hengelosestraat 41 ca. 30 m.<br />

3 Hassinkbrink ca. 30 m.<br />

4 Albertsweg 2 ca. 75 m.<br />

5 Hengelosestraat49 ca. 45 m.<br />

6 Hengelosestraat 51 ca. 45 m.<br />

7 Wissinkbrinkweg 73 ca. 235 m.<br />

8 Stepelerveldweg 30 ca. 205 m.<br />

9 Kolenbranderweg 52 ca 130 m.<br />

10 Haarweg 53 ca. 85 m.<br />

11 Kolenbranderweg 57 ca. 105 m.<br />

12 Kolenbranderweg 47 ca. 30 m.<br />

13 Kolenbranderweg 53 ca. 85 m.<br />

14 Hengelosestraat 188 ca. 50 m.<br />

Afbeeling4.4: Tabel omliggende gevoelige functies<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 27 van 47


Ten aanzien van de in bovenstaande tabel opgenomen gevoelige functies dient opgemerkt te<br />

worden dat de woningen aan de Kolenbranderweg 47 en 53 en de Hengelosetraat 188 als gevolg<br />

van de voorgenomen ontwikkeling van bedrijventerrein Stepelerveld en de opwaardering van de<br />

Kolenbranderweg gesloopt zullen worden. Deze woningen zijn voor wat betreft de zonering dan ook<br />

niet getoetst.<br />

Afbeelding 4.5: Luchtfoto plangebied inclusief ligging gevoelige functies<br />

De in afbeelding 4.5 opgenomen gevoelige functies en de bijbehorende afstanden tot beide<br />

bedrijventerreinen hebben geresulteerd in onderstaande milieuzonering. De geconstateerde<br />

afwijkingen ten opzichte van milieuzonering zullen, aangezien ze in de milieuvergunning<br />

aangetoond hebben geen belemmering vormen voor gevoelige functies, bij recht worden<br />

toegestaan.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 28 van 47


Afbeelding 4.6: Overzicht zonering bedrijfscategorieën inclusief afwijkingen<br />

Bedrijfswoningen<br />

Op het bedrijventerrein De Greune zelf zijn tevens gevoelige functies gelegen waarvoor onderzocht<br />

dient te worden in hoeverre deze belemmerd worden door in de omgeving gelegen bedrijvigheid.<br />

De gevoelige functies betreffen bedrijfswoningen welke op het bedrijventerrein zijn gelegen en ook<br />

in het toekomstige <strong>bestemmingsplan</strong> bij recht zullen worden toegestaan.<br />

Ten aanzien van deze bedrijfswoningen kan opgemerkt worden dat er geen milieubelemmerende<br />

functies buiten het bedrijventerrein zijn gelegen welke van invloed zijn op een goed woon- en<br />

leefklimaat ter plaatse.<br />

Ten aanzien van de invloed van de bedrijven welke op het bedrijventerrein zijn gelegen, kan het<br />

volgende gesteld worden:<br />

Voor dit type woningen worden minder hoge eisen aan het woon- en leefklimaat gesteld door de<br />

aanwezigheid van het (vaak eigen) bedrijf en de hinder die dit veroorzaakt. Voor nieuwe<br />

bedrijventerreinen wordt over het algemeen als uitgangspunt gehanteerd dat naast<br />

bedrijfswoningen, bedrijven uit maximaal categorie 2 toelaatbaar zijn. Omdat het in dit geval gaat<br />

om een bestaande situatie, wordt daar flexibeler mee omgegaan. Direct aangrenzend aan<br />

bedrijfswoningen, zijn bedrijven uit maximaal categorie 3.1 toegestaan. Dit betekent dat bij de<br />

milieuzonering voor bedrijfswoningen <strong>met</strong> 1 afstandsstap wordt afgeweken van de richtafstanden<br />

uit de VNG-publicatie. Het afwijken van de richtafstanden ten opzichte van bedrijfswoningen wordt<br />

hier aanvaardbaar geacht, omdat de aanwezigheid van bedrijfswoningen binnen het plangebied in<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 29 van 47


de regel een historisch gegroeide situatie betreft. Bovendien is wegbestemmen van de momenteel<br />

aanwezige bedrijfswoningen financieel niet haalbaar noch gewenst.<br />

Afbeelding 4.7: Weergave bestaande bedrijfswoningen op bedrijventerrein De Greune<br />

4.7 Externe veiligheid<br />

Kader<br />

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het<br />

gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, lpg en munitie over weg,<br />

water en spoor en door buisleidingen.<br />

De doelstelling van het externe veiligheidsbeleid is het realiseren van een veilige woon- en<br />

leefomgeving door het beheersen van risico's van activiteiten <strong>met</strong> gevaarlijke stoffen. Het beleid is<br />

er op gericht te voorkomen dat er nabij kwetsbare (o.a. woningen, scholen) en beperkt kwetsbare<br />

(o.a. kantoren en hotels) bestemmingen activiteiten <strong>met</strong> gevaarlijke stoffen plaatsvinden. Het<br />

instrument dat hiervoor gebruikt wordt is het <strong>bestemmingsplan</strong>. Bij het mogelijk maken van<br />

kwetsbare functies middels een bestemmingswijziging, dient derhalve te worden voldaan aan de<br />

criteria van goede ruimtelijke ordening. Het creëren van een veilige leefomgeving is één van deze<br />

criteria.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 30 van 47


De volgende zaken kunnen een rol spelen bij de externe veiligheidsituatie van een omgeving:<br />

Inrichtingen;<br />

Transport van gevaarlijke stoffen (spoor, weg en water);<br />

Buisleidingen.<br />

Toetsing plangebied<br />

De Provincie Overijssel heeft invulling gegeven aan het beheersen van risico's middels het<br />

opstellen van een risicokaart. Het doel van deze risicokaart is het inzichtelijk maken van de risico's<br />

in de woon- en leefomgeving. Daarnaast kan de risicokaart ook door de hulpdiensten en het<br />

openbaar bestuur worden gebruikt bijvoorbeeld bij rampenbestrijding of bij het opstellen van<br />

ruimtelijke plannen en visies. De risicokaart voor het plangebied is onderstaand opgenomen.<br />

Opgemerkt dient te worden dat op de kaart niet per definitie volledig is. De provincie kan er namelijk<br />

voor kiezen bepaalde informatie niet openbaar weer te geven op de risicokaart.<br />

Afbeelding 4.8: Uitsnede plangebied risicokaart (bron: www.risicokaart.nl)<br />

Inrichtingen<br />

Uit de risicokaart kan worden opgemaakt dat voor zover bekend in, en in de nabijheid van het<br />

plangebied geen belastende inrichtingen aanwezig zijn. Ook het door Aveco de Bondt uitgevoerd<br />

locatiebezoek geeft geen aanleiding aan te nemen dat in de directe omgeving van het plangebied<br />

belastende inrichtingen aanwezig zijn. Ook uit de gebiedsinventarisatie en de toetsing in het kader<br />

van bedrijven en milieuzonering (zie paragraaf 4.6) is gebleken dat in het plangebied geen<br />

risicovolle inrichtingen (BEVI) aanwezig zijn, deze zullen op grond van onderhavig<br />

<strong>bestemmingsplan</strong> ook niet worden toegestaan.<br />

Wel wordt op het ten noorden gelegen bedrijventerrein Stepelerveld het bedrijf UNIPRO<br />

gerealiseerd. Dit is een bedrijf waar verpakte gevaarlijke stoffen worden opgeslagen. Voor deze<br />

inrichting geldt echter dat de 10-6 risicocontour niet buiten de eigen perceelsgrenzen komt te liggen<br />

en derhalve niet van invloed is op het plangebied.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 31 van 47


Transport van gevaarlijke stoffen<br />

De wegen in en rond het plangebied zijn niet aangewezen als route voor gevaarlijke stoffen.<br />

Tevens zijn er in de omgeving van het plangebied geen wegen, water- en/of spoorwegen aanwezig<br />

welke onderdeel uitmaken van respectievelijk het Basisnet Weg, Basisnet Water en het Basisnet<br />

Spoor.<br />

Buisleidingen<br />

Uit de risicokaart kan worden opgemaakt dat er in de nabijheid van het plangebied geen<br />

buisleidingen aanwezig zijn welke van invloed zijn op zowel het plaatsgebonden risico als het<br />

groepsgebonden risico ter plaatse.<br />

Conclusie<br />

Gelet op bovenstaande toetsing kan geconcludeerd worden dat het aspect "externe veiligheid" de<br />

uitvoering van onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> niet belemmerd.<br />

4.8 Luchtkwaliteit<br />

Kader<br />

De luchtkwaliteitseisen staan gegeven in de Wet luchtkwaliteit (Wet milieubeheer hoofdstuk 5, titel<br />

5.2). Als kan worden aangetoond dat aan één of een combinatie van voorwaarden wordt voldaan,<br />

vormen luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van de<br />

bevoegdheid. Deze voorwaarden zijn:<br />

a. er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van de grenswaarde;<br />

b. een project leidt – al dan niet per saldo – niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;<br />

c. een project draagt 'niet in betekenende mate' bij aan de concentratie van fijn stof en<br />

stikstofdioxide;<br />

d. een project is genoemd of past binnen het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit<br />

(NSL) of een regionaal programma van maatregelen.<br />

Besluiten en Regelingen welke gekoppeld zijn aan de Wet luchtkwaliteit zijn ondermeer de<br />

Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 en het Besluit en de Regeling niet in betekenende mate<br />

bijdragen (luchtkwaliteitseisen).<br />

Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)<br />

Deze algemene maatregel van bestuur, verder te noemen het “Besluit nibm”, geeft aan wanneer<br />

een project niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Dat is het geval als de<br />

toename van fijn stof of stikstof niet meer bedraagt dan 3% van de jaargemiddelde concentratie<br />

(maximaal 1,2 µg/m 3 ). Concreet betekent dit dat de toevoeging van 1.500 woningen of 100.000 m 2<br />

kantoorruimte aan een enkele ontsluitingsweg) als niet relevant wordt bestempeld.<br />

Bij ieder (ruimtelijk) project moet toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit plaatsvinden,<br />

<strong>met</strong> andere woorden het moet duidelijk zijn welke gevolgen het project heeft voor de luchtkwaliteit.<br />

Uitgangspunt is dat de luchtkwaliteit niet verslechtert c.q. dat het project 'niet in betekenende mate'<br />

(NIBM) bijdraagt aan de luchtverontreiniging.<br />

Toetsing plangebied<br />

Onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> betreft hoofdzakelijk het vastleggen van de bestaande<br />

(planologische) situatie. Significante ruimtelijke ontwikkelingen, welke een bijdrage kunnen leveren<br />

aan de verslechtering van de luchtkwaliteit, worden in dit <strong>bestemmingsplan</strong> dan ook niet mogelijk<br />

gemaakt. Gesteld kan dan ook worden dat voldaan wordt aan voorwaarde b.: het project leidt niet<br />

tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. Nader onderzoek is dan ook niet noodzakelijk.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 32 van 47


Goed woon- en leefklimaat<br />

Aangezien in het plangebied gevoelige functies (o.a (bedrijfs)woningen) mogelijk worden gemaakt,<br />

is naast de effecten van de voorgenomen ontwikkeling op de luchtkwaliteit, tevens bezien of er<br />

voldaan kan worden aan een goed woon- en leefklimaat ten aanzien van het aspect luchtkwaliteit.<br />

Hiervoor is de "Grootschalige concentratie- en depositiekaart Nederland" van het RIVM<br />

geraadpleegd. Ten aanzien van de maatgevende aspecten, fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2),<br />

is er voor <strong>Haaksbergen</strong> het volgende te melden. Voor stikstofdioxide geldt dat de<br />

achtergrondconcentratie in <strong>Haaksbergen</strong> 16,4 µg/m 3 (peiljaar 2010) betreft. Voor fijn stof betreft de<br />

achtergrondconcentratie 24,3 µg/m 3 (peiljaar 2010). Het peiljaar 2010 is maatgevend aangezien de<br />

luchtkwaliteit elk jaar verbetert. Het voornemen voorziet niet in een dermate grote verkeerstoename<br />

dat concentraties door de voorgenomen planontwikkeling significant zullen toenemen. Aangezien<br />

voor beide stoffen de grenswaarde van 40 µg/m 3 niet wordt overschreden, kan gesteld worden dat<br />

de plaatselijke achtergrondconcentraties (jaargemiddelde) een goed woon- en leefklimaat niet<br />

belemmerd.<br />

Afbeelding 4.9: Achtergrondconcentratie Stikstofdioxide omgeving <strong>Haaksbergen</strong> (Bron: http://geodata.rivm.nl/gcn)<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 33 van 47


Afbeelding 4.10: Achtergrondconcentratie Fijn stof omgeving <strong>Haaksbergen</strong> (Bron: http://geodata.rivm.nl/gcn)<br />

De Wet stelt ook grenzen aan het aantal dagen dat het uurgemiddelde (NO2) en het<br />

24-uurgemiddelde (PM10) wordt overschreden. Om dat aannemelijk te maken de volgende<br />

overwegingen:<br />

NO2: Voor de blootstelling aan piekconcentraties van stikstofdioxide geldt een grenswaarde voor<br />

het uurgemiddelde van 200 µg/m 3 . Deze waarde mag niet vaker dan 18 maal per kalenderjaar<br />

worden overschreden. Overschrijding van deze grenswaarde is in Nederland al lang niet meer aan<br />

de orde, zo blijkt uit <strong>met</strong>ingen (bron: Infomil). Wel komt het nog incidenteel voor dat uurwaarden<br />

boven de 200 µg/m 3 worden bereikt. In 2010 was dit het geval op twee stations: een uur op het<br />

stadsstation Den Haag-Rebequestraat en op twee achtereenvolgende uren op het straatstation<br />

Amsterdam-Prins Bernhardplein. Op basis hiervan is het aannemelijk dat in het plangebied wordt<br />

voldaan aan de NO2 norm.<br />

PM10: de grenswaarde voor het 24-uursgemiddelde voor PM10 bedraagt 50 µg/m³. Deze<br />

concentratie mag per jaar maximaal 35 keer worden overschreden. Het aantal 24-uursgemiddelde<br />

overschrijdingen voor PM10 vanwege het verkeer wordt afgeleid van de jaargemiddelde<br />

concentratie. Bij een jaargemiddelde concentratie lager dan 31 µg/m 3 wordt de 24-uursgemiddelde<br />

concentratie niet overschreden. Gelet op de aanwezig jaargemiddelde concentratie van 24,3 µg/m 3<br />

kan worden geconcludeerd dat de grenswaarde voor de 24-uursgemiddelde concentratie ter<br />

plaatse van het plangebied niet wordt overschreden.<br />

Conclusie<br />

Gelet op het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de voorgenomen ontwikkeling niet leidt<br />

tot een verslechtering van de luchtkwaliteit en dat de luchtkwaliteit ter plaatse een goed woon- en<br />

leefklimaat niet in de weg staat.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 34 van 47


4.9 Geur<br />

Kader<br />

De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) geeft normen voor de geurbelasting, die een veehouderij<br />

mag veroorzaken op een geurgevoelig object (bijvoorbeeld een woning). De Wgv is een nieuwe wet<br />

ten aanzien van de regulering van de veehouderijontwikkeling en geurhinder, die de oude stankwet-<br />

en regelgeving vervangt. De stankcontouren worden anders berekend dan voorheen, namelijk in<br />

odeur units per kuub binnen 98-percentiel. De geurbelasting bij vergunningverlening wordt<br />

berekend en getoetst <strong>met</strong> het verspreidingsmodel V-stacks vergunning (wettelijke verplichting).<br />

Voor het berekenen van de geursituatie wordt gebruik gemaakt van V-stacks gebied. Deze<br />

<strong>met</strong>hoden gelden alleen voor dieren waarvoor geuremmissiefactoren zijn opgenomen in de regeling<br />

geurhinder en veehouderij.<br />

Voor dieren zonder emissiefactor gelden minimaal aan te houden afstanden. In milieuvergunningen<br />

van de bedrijven is deze geuremisie vastgelegd. Binnen deze<br />

afstand mogen geen nieuwe geurgevoelige objecten worden gemaakt.<br />

In de Wgv worden geurgevoelige objecten gedefinieerd als:<br />

Gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor<br />

menselijk wonen of menselijk verblijf en daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze<br />

van gebruik, wordt gebruikt.<br />

De wet bedoelt hiermee woningen, bedrijfswoningen of bedrijfsgebouwen waar langdurig mensen<br />

worden blootgesteld aan geuroverlast. Opslag, groenvoorzieningen of bijvoorbeeld parkeerplaatsen<br />

mogen wel in de geurcirkels zijn gelegen.<br />

Diersoorten genoemd in de Wgv<br />

Voor diersoorten die zijn opgenomen in de regeling geldt, binnen een concentratiegebied<br />

(<strong>Haaksbergen</strong> betreft een concentratiegebied) dat de geurbelasting van een veehouderij op een<br />

geurgevoelig object maximaal mag zijn:<br />

binnen de bebouwde kom maximaal 3,0 odour units per kubieke <strong>met</strong>er lucht;<br />

buiten de bebouwde kom maximaal 14,0 odour units per kubieke <strong>met</strong>er lucht.<br />

Diersoorten niet genoemd in de Wgv<br />

Voor diersoorten die niet zijn opgenomen in de Wgv geld een vaste afstand:<br />

binnen de bebouwde kom ten minste 100 <strong>met</strong>er;<br />

buiten de bebouwde kom ten minste 50 <strong>met</strong>er.<br />

Omgekeerde werking<br />

Bij ruimtelijke ontwikkelingen waarbij mogelijk nieuwe geurgevoelige objecten worden ontwikkeld<br />

moet rekening worden gehouden <strong>met</strong> de geurcontouren van veehouderijbedrijven. Hierbij heeft de<br />

vergunninghouder in de meeste gevallen het recht om het emissiepunt over het hele bouwblok te<br />

verplaatsen. De vergunde geurcontour moet dus in de meeste gevallen worden berekend vanaf de<br />

rand van het bouwblok. Er zijn echter situaties denkbaar waarbij de geurcontour al wordt beperkt<br />

door een bestaand geurgevoelig object. De veehouderij mag dan uitbreiden tot dit object.<br />

Toetsing plangebied<br />

Ondanks dat onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> hoofdzakelijk conserverend van aard is, zijn er op grond<br />

van het <strong>bestemmingsplan</strong> wel nieuwe geurgevoelige functies mogelijk en in het plangebied in de<br />

huidige situatie reeds geurgevoelige functies aanwezig. Getoetst dient te worden of er sprake is van<br />

een goede ruimtelijke ordening, te weten een goed woon- en leefklimaat ten aanzien van het aspect<br />

geur.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 35 van 47


Ten behoeve van de uitbreiding van het bedrijventerrein Stepelo richting het noorden, Stepelerveld<br />

geheten, is uitvoerig onderzoek gedaan naar de geurbelasting in de omgeving van het plangebied.<br />

Op basis van deze onderzoeken kan worden geconcludeerd dat ter plaatse van het plangebied van<br />

onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> nergens de maximale geurnorm van 3,0 odour units per kubieke<br />

<strong>met</strong>er lucht overschreden wordt. Ook bevindt het plangebied zich niet binnen een afstand van<br />

minder dan 100 <strong>met</strong>er ten opzichte van een agrarisch bedrijf.<br />

Conclusie<br />

Gelet op het bovenstaande wordt geconcludeerd dat ter plaatse van het plangebied een goed<br />

woon- en leefklimaat is gegarandeerd, waardoor geurgevoelige functies in het plangebied niet<br />

belemmerd worden. Tevens kan gesteld worden dat het toestaan van nieuwe geurgevoelige<br />

functies geen beperkingen oplevert ten aanzien van de bedrijfsvoering en<br />

ontwikkelingsmogelijkheden van bestaande veehouderijen.<br />

4.10 Water<br />

Kader<br />

De belangrijkste beleidsdocumenten waarin de waterhuishoudkundige doelstellingen zijn<br />

beschreven zijn 4e Nota Waterhuishouding, Anders omgaan <strong>met</strong> water: Waterbeleid 21e eeuw, de<br />

Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), Beleidslijn Grote Rivieren en de Structuurvisie Infrastructuur<br />

en Ruimte.<br />

De watertoets - zoals deze in het kader van ruimtelijke plannen dient te worden uitgevoerd - is het<br />

gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van<br />

waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets wordt uitgevoerd<br />

binnen de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en water. De<br />

watertoets vormt de verbindende schakel tussen het waterbeheer en de ruimtelijke ordening.<br />

Rijksbeleid<br />

Het rijksbeleid ten aanzien van water is neergelegd in de Vierde Nota Waterhuishouding (1998).<br />

Hierin is aangegeven dat het waterbeheer in Nederland moet zijn gericht op een veilig en goed<br />

bewoonbaar land <strong>met</strong> gezonde duurzame watersystemen. Om dit te bereiken moet zoveel mogelijk<br />

worden uitgegaan van een watersysteembenadering en integraal waterbeheer. In de nota is onder<br />

andere aangegeven dat stedelijk water meer aandacht moet krijgen. Volgens de nota Waterbeheer<br />

21e eeuw moet aan het watersysteem meer aandacht worden gegeven om de natuurlijke<br />

veerkracht te benutten. Voorkomen van afwenteling door het hanteren van de drietrapsstrategie<br />

"vasthouden-bergen-afvoeren" staat hierbij centraal. Van belang is dat overtollig water zoveel<br />

mogelijk wordt vastgehouden in de "haarvaten" van het <strong>bestemmingsplan</strong>gebied. Wanneer dit<br />

ontoereikend is moet worden gezocht naar bergingsmogelijkheden. Pas in laatste instantie is afvoer<br />

van overtollig water naar benedenstroomse gebieden aan de orde.<br />

Provinciaal beleid<br />

Belangrijk uitgangspunt in het provinciaal waterhuishoudingsplan voor het nieuwe waterbeheer is<br />

duurzaamheid. De provincie geeft aan welke partij verantwoordelijkheid draagt <strong>met</strong> betrekking tot<br />

het stedelijk waterbeheer. Het waterschap is verantwoordelijke partij voor het beheer van het<br />

zichtbare water en de gemeente voor de ontwatering van gebieden. Verder stelt de provincie een<br />

aantal doelen vast. Bij stedelijke ontwikkelingen en inrichting zal water een sterk sturende rol<br />

moeten gaan vervullen. Daarbij moet ook de relatie tussen stedelijk waterbeheer en de 'groene<br />

ruimte' worden betrokken. Een hardnekkig probleem is de grondwateroverlast. De aanpak van deze<br />

problematiek geeft de provincie een impuls. Het duurzaam maken van de waterketen krijgt gestalte<br />

door deze keten zo min mogelijk te belasten <strong>met</strong> relatief schoon regenwater en uitstoot van vuil<br />

water uit deze keten sterk te reduceren. Ook de drinkwatervoorziening zal duurzaam moeten<br />

worden. Een intensieve samenwerking tussen de betrokken partijen bij het stedelijk waterbeheer is<br />

van evident belang.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 36 van 47


Waterschap Regge en Dinkel; Waterbeheerplan<br />

Het Waterschap Regge en Dinkel heeft de beleidskaders van rijk en provincie nader uitgewerkt in<br />

het vigerende 'Waterbeheerplan'. Diverse aspecten van het waterbeleid zijn verder uitgediept in<br />

aparte beleidsnota's. Voor het ruimtelijk relevante thema 'vasthouden en bergen van water', is de<br />

'Beleidsnota Retentie' opgesteld. De uitgangspunten en wensen voor de inrichting en het beheer<br />

van beken en overige waterlopen zijn verwoord in de 'Stroomgebied Actieplannen' (STAP). De<br />

notitie 'Afkoppelen / niet aankoppelen' geeft de visie van het Waterschap Regge en Dinkel weer<br />

over de wijze waarop <strong>met</strong> hemelwater moet worden omgegaan en bevat een beslisboom voor de<br />

juiste keuze van hemelwaterafvoer in verschillende situaties. De uitgangspunten en<br />

randvoorwaarden die het waterschap hanteert voor het toetsen van de basisinspanning en het<br />

ontwerp van rioolstelsels in samenhang <strong>met</strong> het oppervlaktewatersysteem, zijn opgenomen in de<br />

nota 'Actualisering Rioleringsbeleid'. Daarnaast is de 'Keur van Waterschap Regge en Dinkel' een<br />

belangrijk regelstellend instrument waarmee in ruimtelijke plannen rekening moet worden<br />

gehouden. Op gemeentelijk niveau zijn het in overleg <strong>met</strong> Waterschap Regge en Dinkel opgestelde<br />

gemeentelijk 'Waterplan' en het gemeentelijke 'Rioleringsplan' van belang voor het afwegen van<br />

waterbelangen in ruimtelijke plannen.<br />

<strong>Gemeente</strong>lijk beleid<br />

De gemeente <strong>Haaksbergen</strong> heeft een door de raad vastgesteld waterbeleidsplan. Het waterplan<br />

dient om een gezamenlijke toekomstvisie te ontwikkelen voor integraal en duurzaam waterbeheer<br />

en om de onderlinge samenwerking en afstemming te verbeteren bij inrichting en beheer van het<br />

watersysteem en de waterketen. Hiermee wordt beoogd de doelmatigheid van de waterketen te<br />

vergroten, de dienstverlening aan de burger te verbeteren en de duurzaamheid van het<br />

watersysteem te bevorderen.<br />

Op basis van het vigerend beleid en de knelpunten en kansen is een strategie uitgewerkt voor het<br />

waterbeheer in <strong>Haaksbergen</strong>. Deze strategie is gestoeld op drie pijlers:<br />

verbeteren van de werking van het watersysteem en waterketen, waarbij gelijktijdig<br />

geanticipeerd wordt op verwachte klimaatontwikkelingen;<br />

het vergroten van de belevingswaarde van watergangen door het verhogen van de diversiteit<br />

voor inrichting en ecologie alsmede de implementatie via beheer en onderhoud;<br />

het uitdragen van de waarde van water door een actieve, zichtbare en stimulerende rol van de<br />

overheid op het gebied van water en ecologie.<br />

De strategie <strong>met</strong> betrekking tot het eerste aandachtstreepje is zeer wezenlijk voor de ruimtelijke<br />

structuur van <strong>Haaksbergen</strong>. Daarom is aan dit onderwerp een aparte paragraaf gewijd (strategie op<br />

hoofdlijnen). De beide andere onderwerpen komen in de andere paragrafen aan bod en zijn<br />

uitgewerkt op het niveau van stromen, gebieden en actoren. In de visie is veel aandacht besteed<br />

aan het ontwikkelen van een watersysteem en een waterketen die zo optimaal mogelijk invulling<br />

geven aan huidige beleidsdoelstellingen, het oplossen van knelpunten en klimaatontwikkelingen.<br />

Dit leidt tot een wezenlijke omslag in de inrichting van de waterketen en leidt tot aanzienlijke<br />

ruimteclaims zowel binnen als buiten stedelijk gebied. Een zeer belangrijke keuze die gemaakt<br />

moet worden voor de inrichting van het watersysteem en de waterketen betreft het vasthouden en<br />

bergen van water (voorkomen overlast) en het voorkomen van verontreiniging van grond- en<br />

oppervlaktewater.<br />

Toetsing plangebied<br />

Bij de realisatie van de beide bedrijventerreinen is reeds rekening gehouden <strong>met</strong> de het creëren<br />

van voldoende waterbergingscapaciteit binnen het plangebied. Zo zijn er binnen het plangebied, ter<br />

compensatie van de extra verhardingsoppervlakte, verschillende watergangen in het plangebied<br />

aanwezig.<br />

Aangezien op grond van onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> geen nieuwe ontwikkelingen worden<br />

mogelijk gemaakt ten opzichte van het geldende <strong>bestemmingsplan</strong>, waardoor een toename van het<br />

verharde oppervlak niet aan de orde is, zijn er geen waterschapsbelangen in het geding.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 37 van 47


Wel zullen in dit <strong>bestemmingsplan</strong>, gelet op de belangrijke functie van de bestaande watergangen,<br />

aan de watergangen de bestemming "Water - Waterberging" toegekend worden.<br />

Conclusie<br />

Gelet op het conserverende karakter van dit <strong>bestemmingsplan</strong> kan worden geconcludeerd dat er<br />

<strong>met</strong> dit <strong>bestemmingsplan</strong> geen waterhuishoudkundige belangen in het geding zijn. Bestaande voor<br />

waterberging van belang zijnde watergangen worden planologisch beschermd middels het<br />

opnemen van een specifieke bestemming.<br />

4.11 Archeologie<br />

Kader<br />

Met de ondertekening van het Verdrag van Valletta (Malta) in 1992 is in Nederland de<br />

beleidsmatige zorg voor het archeologisch bodemarchief aanzienlijk toegenomen. In het verdrag<br />

staat: Archeologische waarden dienen als onvervangbaar onderdeel van het culturele erfgoed te<br />

worden meegenomen en te worden ontzien bij de ontwikkeling en besluitvorming van ruimtelijke<br />

plannen.<br />

Met het in werking treden van de Wet op de archeologische monumentenzorg in september 2007 is<br />

het verdrag wettelijk verankerd en is de Monumentenwet 1988 herzien. Het belangrijkste doel van<br />

deze wet is het behoud van het archeologisch erfgoed ter plekke. Het is verplicht om in het proces<br />

van ruimtelijke ordening tijdig rekening te houden <strong>met</strong> de mogelijke aanwezigheid van<br />

archeologische waarden en een afweging te maken. Vroegtijdig onderzoek maakt ruimte voor de<br />

overweging om archeologievriendelijke alternatieven toe te passen. Wie dan ondanks de<br />

aanwezigheid van archeologische waarden toch de grond in wil, moet archeologisch<br />

(voor)onderzoek doen en de kosten daarvan op zich nemen. Ook als het onderzoek uiteindelijk tot<br />

een opgraving leidt.<br />

Toetsing plangebied<br />

De gemeente <strong>Haaksbergen</strong> heeft voor heel de gemeente archeologische onderzoek laten<br />

uitvoeren. Op basis hiervan zijn aan de gronden archeologische waarden toegekend en hieraan<br />

verbonden beleidsuitgangspunten indien op deze gronden bodemingrepen voorzien zijn. Dit beleid<br />

is tot op heden nog niet door de gemeenteraad vastgesteld.<br />

Op basis van de archeologische waardenkaart (zie onderstaande uitsnede) kan worden<br />

geconstateerd dat aan het plangebied hoofdzakelijk een middelmatige (geel) archeologische<br />

waarde wordt toegekend. Enkele kleine gebieden hebben een lage (wit) of hoge (oranje)<br />

archeologische waarden.<br />

Op grond van het aan deze waarden gekoppelde beleid kan het volgende gesteld worden:<br />

Lage waarde (wit): archeologisch inventariserend veldonderzoek is verplicht bij bodemingrepen<br />

groter dan 10 hectare;<br />

Middelmatige waarde (geel): archeologische inventariserend veldonderzoek is verplicht bij<br />

bodemingrepen groter dan 250 m 2 én de ingreep dieper reikt dan 40 cm -mv.;<br />

Hoge waarde (oranje): archeologische inventariserend veldonderzoek is verplicht bij<br />

bodemingrepen groter dan 100 m 2 én de ingreep dieper reikt dan 40 cm -mv.<br />

Aangezien het <strong>bestemmingsplan</strong> een conserverend plan betreft, waarbij geen concrete<br />

ontwikkelingen voorzien zijn, zal als onderdeel van dit <strong>bestemmingsplan</strong> geen aanvullend<br />

archeologisch onderzoek uitgevoerd worden.<br />

Om de archeologische waarden in het plangebied te waarborgen zal in dit <strong>bestemmingsplan</strong><br />

middels dubbelbestemmingen de beleidsuitgangspunten planologisch vastgelegd worden.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 38 van 47


Afbeelding 4.11: Uitsnede archeologische waardenkaart (bron: Archeologie beleid gemeente <strong>Haaksbergen</strong>)<br />

Conclusie<br />

Op basis van het (niet vastgestelde) gemeentelijk archeologisch beleid, wordt geconcludeerd dat<br />

het plangebied grotendeels een middelmatige archeologische waarde heeft, kleine gebieden<br />

hebben een lage of hoge waarde. In onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> zal middels het toekennen van<br />

de bestemming Waarde - Archeologie de archeologische waarden in het plangebied voldoende<br />

beschermd worden.<br />

4.12 Verkeer<br />

De actualisatie van de vigerende <strong>bestemmingsplan</strong>nen heeft voor het aspect 'verkeer' geen van<br />

belang zijnde gevolgen. Er worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt welke een significante<br />

invloed hebben op de verkeerskundige situatie in de omgeving van het plangebied.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 39 van 47


In het recente verleden hebben er een aantal verkeerskundige ontwikkelingen in de omgeving van<br />

het plangebied plaatsgevonden. Zo zijn er een aantal rotondes aangelegd (Hengelosestraat en<br />

Noordsingel) en is de Noordsingel doorgetrokken. In de nabije toekomst zullen er nog een aantal<br />

verkeerskundige ontwikkelingen plaatsvinden die van invloed zijn op de verkeersafwikkeling van het<br />

plangebied, te weten de realisatie van de N18 en de verbreding van de Kolenbranderweg. Deze<br />

ontwikkelingen zijn nader uitgewerkt in de paragraaf 3.4.4.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 40 van 47


Hoofdstuk 5 Juridische plantoelichting<br />

5.1 Algemeen<br />

In dit hoofdstuk wordt toegelicht hoe het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid en ook de<br />

ruimtelijke- en milieutechnische randvoorwaarden zijn doorvertaald naar de bestemmingen en<br />

regels. De bestemmingen en regels vormen het juridische deel van het <strong>bestemmingsplan</strong>, dat<br />

bindend is voor de burger en de overheid.<br />

Dit <strong>bestemmingsplan</strong> is een hoofdzakelijk conserverend plan, waarbij ondergeschikte aanpassingen<br />

ten opzichte van de huidige situatie doorgevoerd zijn. Voor een deel is dat mogelijk <strong>met</strong> de in het<br />

plan opgenomen afwijkingsbevoegdheden.<br />

5.2 Nadere toelichting op de regels<br />

De regels bestaan uit de volgende onderdelen:<br />

hoofdstuk I: Inleidende regels;<br />

hoofdstuk II: Bestemmingsregels;<br />

hoofdstuk III: Algemene regels;<br />

hoofdstuk IV: Overgangs- en slotregels.<br />

5.2.1 Inleidende regels<br />

De inleidende regels omvatten de in de planregels gebruikte begripsomschrijvingen en afkortingen<br />

(artikel 1) en de wijze van <strong>met</strong>en (artikel 2).<br />

5.2.2 Bestemmingsregels<br />

In onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> zijn de volgende bestemmingen opgenomen:<br />

Bedrijventerrein<br />

Het grootste gedeelte van het plangebied betreft de bestaande bedrijventerreinen Stepelo en de<br />

Greune. Aan de bedrijfspercelen is de bestemming 'Bedrijventerrein' toegekend. Op basis van de<br />

systematiek van 'bedrijven en milieuzonering' als beschreven in paragraaf 4.6, zijn middels de<br />

aanduiding 'bedrijf tot en <strong>met</strong> categorie...' zoneringen aangebracht. Bestaande bedrijven, welke<br />

afwijken van de zoneringen, zijn tevens bij recht toegestaan aangezien deze in de milieuvergunning<br />

de haalbaarheid ten opzichte van gevoelige functies in de omgeving reeds hebben aangetoond.<br />

Binnen deze bestemming is het mogelijk om motorbrandstoffen (<strong>met</strong> uitzondering van lpg) te<br />

verkopen alsmede dat er ruimte wordt geboden voor een autowasinrichting en een kiosk. In de<br />

kiosk mag detailhandel in weggebonden artikelen plaatsvinden. Zelfstandige detailhandel of<br />

zelfstandige horeca activiteiten zijn ter plaatse niet toegestaan.<br />

In het plangebied is één antennemast ten behoeve van de mobiele telefonie gelegen aan welke de<br />

aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' is toegekend.<br />

Groen<br />

De voor het plangebied kenmerkende groenelementen zijn in dit <strong>bestemmingsplan</strong> specifiek<br />

bestemd als de bestemming 'Groen'. Op deze wijze worden de groenstroken planologisch<br />

beschermd en zijn bijvoorbeeld parkeervoorzieningen op deze gronden niet toegestaan.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 41 van 47


Horeca<br />

Het bestaande Chinese restaurant op bedrijventerrein de Greune heeft de bestemming 'Horeca'<br />

gekregen. Op gronden <strong>met</strong> deze bestemming zijn horecavoorzieningen zoals een restaurant<br />

toegestaan inclusief een bedrijfswoning. Discotheken en dergelijke zijn hierbij uitgesloten.<br />

Tuin<br />

De bij de woning aan de Kolenbranderweg 37 behorende gronden waar geen woongebouwen op<br />

zijn voorzien, hebben gelijk aan het vigerende <strong>bestemmingsplan</strong> de bestemming 'Tuin' gekregen.<br />

Verkeer<br />

De wegen in het plangebied hebben de bestemming 'Verkeer' gekregen.<br />

Water - Waterberging<br />

In het plangebied zijn meerdere waterpartijen gelegen welke voor de waterberging in het gebied<br />

van belang zijn. Aan deze waterpartijen is de bestemming 'Water - Waterberging' toegekend.<br />

Wonen<br />

In het plangebied is één woning gelegen, te weten aan de Kolenbranderweg 37. Deze woning heeft<br />

de bestemming 'Wonen'.<br />

Waarde - Archeologie<br />

Conform het gemeentelijk archeologisch beleid worden in dit <strong>bestemmingsplan</strong> mogelijke<br />

archeologische waarden beschermd. Op basis van archeologische verwachtingswaarden zijn de<br />

dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie (laag/middelmatig/hoog)' opgenomen ter bescherming<br />

van deze waarden. Voor werkzaamheden die de waarden kunnen aantasten, zijn regels<br />

opgenomen waardoor een omgevingsvergunning noodzakelijk kan zijn.<br />

5.2.3 Algemene regels<br />

De algemene of aanvullende regels tenslotte vormen een set algemene regels die op alle<br />

onderdelen van het plan van toepassing zijn. De algemene regels bestaan onder meer uit<br />

afwijkings- en gebruiksbepalingen.<br />

De algemene gebruiksregel luidt dat het verboden is om gronden en opstallen te gebruiken in strijd<br />

<strong>met</strong> de bestemming. Gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemming<br />

of het normale onderhoud van de gronden en/of bouwwerken wordt toegelaten.<br />

De algemene afwijkingsregels voorzien in de mogelijkheid om op ondergeschikte onderdelen af te<br />

wijken van de regels van het <strong>bestemmingsplan</strong>.<br />

5.2.4 Overgangs- en slotregels<br />

In de loop van de tijd kan het gebruik van gronden of bouwwerken gaan afwijken van datgene wat<br />

mogelijk is op basis van het <strong>bestemmingsplan</strong>. In de overgangsregels wordt geregeld in hoeverre<br />

deze afwijkingen positief bestemd worden. Daar waar maten van bestaande legale bouwwerken op<br />

het moment van de terinzagelegging van het ontwerp meer bedragen dan is voorgeschreven in het<br />

nieuwe <strong>bestemmingsplan</strong>, gelden deze maten ingevolge het in het <strong>bestemmingsplan</strong> neergelegde<br />

overgangsrecht als maximum.<br />

De naam van het plan wordt in de slotregel aangehaald.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 42 van 47


Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid<br />

Voorliggend <strong>bestemmingsplan</strong> voorziet niet in nieuwe ontwikkelingen waarvan de<br />

financieel-economische uitvoerbaarheid dient te worden aangetoond. Ook vormt het<br />

<strong>bestemmingsplan</strong> geen basis voor een (nieuw) bouwplan, zoals bedoeld in het Bro. Er is dan ook<br />

geen noodzaak tot het vaststellen van een exploitatieplan, aangezien er geen sprake is van kosten<br />

die verhaald moeten worden.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 43 van 47


Hoofdstuk 7 Maatschappelijke uitvoerbaarheid<br />

7.1 Algemeen<br />

De procedure om te komen tot een in werking getreden <strong>bestemmingsplan</strong> is vastgelegd in de Wet<br />

ruimtelijke ordening (Wro) in samenhang <strong>met</strong> de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze<br />

procedure biedt in de verschillende planstadia voor belangstellenden, belanghebbenden en<br />

betrokken instanties de mogelijkheid om kennis te nemen van het <strong>bestemmingsplan</strong> en hierover<br />

hun mening te geven.<br />

7.2 Inspraak en overleg<br />

Gelet op het conserverende karakter van het <strong>bestemmingsplan</strong> is ervoor gekozen de<br />

voorontwerpfase over te slaan. De voor dit <strong>bestemmingsplan</strong> van belang zijnde overleginstanties<br />

zullen ten tijde van de ontwerpfase om een reactie worden gevraagd.<br />

Met de provincie Overijssel heeft ten aanzien van onderhavige <strong>bestemmingsplan</strong>actualisatie op 18<br />

april 2012 overleg plaatsgevonden, hierbij heeft de provincie ingestemd <strong>met</strong> de voorgenomen<br />

actualisatie.<br />

7.3 Zienswijzen<br />

Met ingang van … heeft het ontwerp<strong>bestemmingsplan</strong> 'Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune'<br />

conform afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gedurende 6 weken terinzage gelegen.<br />

Gedurende deze periode is een ieder de gelegenheid geboden zienswijzen naar voren te brengen.<br />

Van deze gelegenheid is door … personen / instanties gebruik gemaakt.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 44 van 47


Bijlagen<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 45 van 47


Bijlage 1 Invoergegevens akoestisch onderzoek<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 46 van 47


Invoergegevens<br />

Model: eerste model<br />

Groep: (hoofdgroep)<br />

Lijst van Bodemgebieden, voor reken<strong>met</strong>hode Wegverkeerslawaai - RMW-2006<br />

Naam Omschr. Bf<br />

001 Sportpark de Greune 1,00<br />

002 Sportpark de Greune 1,00<br />

003 Groen Veldmaterweg 1,00<br />

004 Groen Veldmaterweg - Hengelosestraat 1,00<br />

005 Groen Hengelosestraat 1,00<br />

006 Groen Hengelosestraat 1,00<br />

007 Groen Hassinkborgh 1,00<br />

008 Groen Hassinkborgh 1,00<br />

009 Groen Hassinkborgh 1,00<br />

010 Groen Albertsweg 1,00<br />

011 Groen Albertsweg 1,00<br />

012 Groen Textielstraat 1,00<br />

013 Groen Noordersingel 1,00<br />

014 Groen Textielstraat 1,00<br />

016 Groen 1,00<br />

015 Groen Kolenbranderweg 10 1,00<br />

017 Groen Kolenbranderweg 1,00<br />

018 Groen Hengelosestraat 1,00<br />

Geomilieu V1.91<br />

8-5-2012 15:17:24


Invoergegevens<br />

Model: eerste model<br />

Groep: (hoofdgroep)<br />

Lijst van Gebouwen, voor reken<strong>met</strong>hode Wegverkeerslawaai - RMW-2006<br />

Naam Omschr. Hoogte Maaiveld HDef. Cp Zwevend Refl. 63 Refl. 125 Refl. 250 Refl. 500 Refl. 1k Refl. 2k Refl. 4k Refl. 8k<br />

001 Lavendel 13 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

002 Lavendel 15 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

003 Lavendel 17 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

004 Lavendel 19 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

005 Lavendel 21 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

006 Lavendel 23 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

007 Lavendel 25 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

008 Lavendel 27 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

009 Lavendel 29 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

010 Hassinkborgh 12,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

011 Hassinkborgh 16,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

012 Lavendel 12-20 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

013 Papaver 22-62 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

014 Oleander 3-9 3,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

015 Oleander 7-9 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

016 Oleander 3-5 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

017 Oleander 1 3,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

018 Oleander 1 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

019 Fluitekruid 13 3,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

020 Fluitekruid 13 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

021 Fluitekruid 9-11 3,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

022 Fluitekruid 9-11 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

023 Fluitekruid 7 3,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

024 Fluitekruid 7 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

025 Fluitekruid 5 3,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

026 Fluitekruid 5 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

027 Fluitekruid 3 3,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

028 Fluitekruid 3 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

029 Fluitekruid 1 3,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

030 Fluitekruid 1 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

031 Hengelose straat 29-31 7,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

032 Hengelose straat 27 7,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

033 Hengelose straat 25 3,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

034 Hengelose straat 25 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

035 Hengelose straat 23 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

036 Pijperstraat 24-32 3,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

037 Pijperstraat 12 en 22 3,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

038 Pijperstraat 2-10 3,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

039 Wagnerstraat 40 8,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

040 Wagnerstraat 38 8,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

Geomilieu V1.91<br />

8-5-2012 15:18:14


Invoergegevens<br />

Model: eerste model<br />

Groep: (hoofdgroep)<br />

Lijst van Gebouwen, voor reken<strong>met</strong>hode Wegverkeerslawaai - RMW-2006<br />

Naam Omschr. Hoogte Maaiveld HDef. Cp Zwevend Refl. 63 Refl. 125 Refl. 250 Refl. 500 Refl. 1k Refl. 2k Refl. 4k Refl. 8k<br />

041 Veldmaterstraat 2 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

042 Veldmaterstraat 4 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

043 Veldmaterstraat 6 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

044 Veldmaterstraat 8 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

045 Veldmaterstraat 10 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

046 Veldmaterstraat 14 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

047 Veldmaterstraat 16-26 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

048 Beethovenstraat 133-141 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

049 Meidoorn 5-7 3,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

050 Meidoorn 5-7 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

051 Meidoorn 9 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

052 Meidoorn 13 7,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

053 Meidoorn 15 7,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

054 Meidoorn 17 7,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

055 Meidoorn 19 7,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

056 Meidoorn 21 7,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

057 Kolenbranderweg 8 8,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

058 Kolenbranderweg 10 8,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

059 Kolenbranderweg 12 8,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

060 Kolenbranderweg 18 8,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

061 Kolenbranderweg 20 8,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

062 Kolenbranderweg 22 8,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

063 Kolenbranderweg 7-11 3,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

064 Kolenbranderweg 15 3,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

065 Kolenbranderweg 10 6,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

066 Kolenbranderweg 10 8,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

067 Kolenbranderweg 10 6,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

068 Kolenbranderweg 37 8,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

069 Kolenbranderweg 40 8,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

070 Kolenbranderweg 40 4,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

071 Kolenbranderweg 40 8,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

072 Kolenbranderweg 38 4,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

073 Textielstraat 28 5,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

074 Textielstraat 26 5,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

075 Textielstraat 24 7,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

076 Textielstraat 22 7,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

077 Textielstraat 20-20a 7,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

078 Textielstraat 10 7,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

079 Textielstraat 8 7,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

080 Textielstraat 6 7,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

Geomilieu V1.91<br />

8-5-2012 15:18:14


Invoergegevens<br />

Model: eerste model<br />

Groep: (hoofdgroep)<br />

Lijst van Gebouwen, voor reken<strong>met</strong>hode Wegverkeerslawaai - RMW-2006<br />

Naam Omschr. Hoogte Maaiveld HDef. Cp Zwevend Refl. 63 Refl. 125 Refl. 250 Refl. 500 Refl. 1k Refl. 2k Refl. 4k Refl. 8k<br />

081 Textielstraat 4 8,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

082 Textielstraat 2-2d 8,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

083 Textielstraat 2-2d 11,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

084 Schoolkaterdijk 2 8,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

085 Bijgebouw Schoolkaterdijk 2 5,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

086 Bijgebouw Schoolkaterdijk 2 5,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

087 Bijgebouw Schoolkaterdijk 2 5,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

088 Bijgebouw Schoolkaterdijk 2 4,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

089 Bijgebouw Schoolkaterdijk 2 4,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

090 Schoolkaterdijk 2 8,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

091 Hengelosestraat 41 12,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

092 Bijgebouw Hengelosestraat 41 6,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

093 Hengelosestraat 16 7,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

094 Veldmaterstraat 5 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

095 Hengelosestraat 3 6,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

096 Tennisgebouw de Greune 4,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

097 Albertsweg 7,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

065a Bijgebouw Kolenbranderweg 10 4,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />

Geomilieu V1.91<br />

8-5-2012 15:18:14


Invoergegevens<br />

Model: eerste model<br />

Groep: (hoofdgroep)<br />

Lijst van Grids, voor reken<strong>met</strong>hode Wegverkeerslawaai - RMW-2006<br />

Naam Omschr. Hoogte Maaiveld DeltaX DeltaY<br />

01 Grid 7,50 0,00 10 10<br />

Geomilieu V1.91<br />

8-5-2012 15:18:38


Invoergegevens<br />

Model: eerste model<br />

Groep: (hoofdgroep)<br />

Lijst van Wegen, voor reken<strong>met</strong>hode Wegverkeerslawaai - RMW-2006<br />

Naam Omschr. Hbron Wegdek V(LV) V(MV) V(ZV) Totaal aantal %Int.(D) %Int.(A) %Int.(N) %LV(D) %LV(A) %LV(N) %MV(D) %MV(A) %MV(N) %ZV(D) %ZV(A) %ZV(N)<br />

001 Noordsingel 0,75 W4 50 50 50 4541,95 6,53 3,55 0,93 75,72 80,63 84,31 17,00 12,59 9,42 7,28 6,78 6,28<br />

002 Noordsingel 0,75 W4 50 50 50 8308,74 6,55 3,81 0,77 84,71 82,35 84,32 9,64 8,83 6,27 5,35 8,83 9,41<br />

003 Noordsingel (deel rotonde) 0,75 W4 30 30 30 6700,00 6,53 3,55 0,93 75,72 80,63 84,31 17,00 12,59 9,42 7,28 6,78 6,28<br />

004 Noordsingel (deel rotonde) 0,75 W4 30 30 30 6700,00 6,55 3,81 0,77 84,71 82,35 84,32 9,64 8,83 6,27 5,35 8,83 9,41<br />

005 Hengelosestraat 0,75 W4 50 50 50 13344,59 6,48 3,63 0,96 85,45 88,64 90,99 10,30 7,50 5,51 4,25 3,86 3,51<br />

006 Hengelosestraat 0,75 W0 50 50 50 10299,17 6,49 3,62 0,95 83,27 86,84 89,53 11,86 8,71 6,41 4,87 4,45 4,06<br />

007 Hengelosestraat (deel rotonde) 0,75 W4 30 30 30 6700,00 6,49 3,62 0,95 83,27 86,84 89,53 11,86 8,71 6,41 4,87 4,45 4,06<br />

008 Hengelosestraat (deel rotonde) 0,75 W4 30 30 30 6700,00 6,48 3,63 0,96 85,45 88,64 90,99 10,30 7,50 5,51 4,25 3,86 3,51<br />

009 Kolenbranderweg 0,75 W0 50 50 50 17,28 6,51 3,93 0,77 100,00 100,00 100,00 -- -- -- -- -- --<br />

010 Veldmaterstraat 0,75 W0 50 50 50 2293,72 6,52 3,92 0,76 96,94 97,20 98,21 2,36 2,10 1,29 0,70 0,70 0,50<br />

011 Veldmaterstraat 0,75 W0 50 50 50 1986,35 6,52 3,92 0,76 96,58 96,87 98,00 2,64 2,35 1,44 0,78 0,78 0,56<br />

Geomilieu V1.91<br />

8-5-2012 15:19:51


Bijlage 2 Geluidscontouren<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 47 van 47


Regels <strong>bestemmingsplan</strong><br />

Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune


Inhoudsopgave<br />

Regels 3<br />

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4<br />

Artikel 1 Begrippen 4<br />

Artikel 2 Wijze van <strong>met</strong>en 10<br />

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 11<br />

Artikel 3 Bedrijventerrein 11<br />

Artikel 4 Groen 16<br />

Artikel 5 Horeca 18<br />

Artikel 6 Tuin 20<br />

Artikel 7 Verkeer 22<br />

Artikel 8 Water - Waterberging 23<br />

Artikel 9 Wonen 24<br />

Artikel 10 Waarde - Archeologie hoog 27<br />

Artikel 11 Waarde - Archeologie laag 28<br />

Artikel 12 Waarde - Archeologie middelmatig 29<br />

Hoofdstuk 3 Algemene regels 30<br />

Artikel 13 Antidubbeltelregel 30<br />

Artikel 14 Algemene gebruiksregels 31<br />

Artikel 15 Algemene afwijkingsregels 32<br />

Artikel 16 Algemene procedureregels 33<br />

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 34<br />

Artikel 17 Overgangsrecht 34<br />

Artikel 18 Slotregel 35<br />

Bijlagen 36<br />

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen 37<br />

Bijlage 2 Bestaande bedrijven afwijkend van zonering 38<br />

Bijlage 3 Bestaande bedrijfswoningen 39<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 2 van 39


Regels<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 3 van 39


Hoofdstuk 1 Inleidende regels<br />

Artikel 1 Begrippen<br />

1.1 plan:<br />

het <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune van de gemeente <strong>Haaksbergen</strong>.<br />

1.2 <strong>bestemmingsplan</strong>:<br />

de geo<strong>met</strong>risch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0158.BP1085-001<br />

<strong>met</strong> de bijbehorende regels en eventuele <strong>bijlagen</strong><br />

1.3 aanduiding:<br />

een geo<strong>met</strong>risch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de<br />

regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.<br />

1.4 aanduidingsgrens:<br />

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.<br />

1.5 aan huis verbonden bedrijf:<br />

een bedrijf of het bedrijfsmatig uitoefenen van ambachtelijke of kunstzinnige bedrijvigheid, geheel of<br />

overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij<br />

behorende gebouwen kan worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de<br />

woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die <strong>met</strong> de woonfunctie in<br />

overeenstemming is.<br />

1.6 aan huis verbonden beroep:<br />

de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief,<br />

juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hieraan gelijk te stellen gebied,<br />

dat in een woning en daarbij behorende gebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning<br />

inoverwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft<br />

die<strong>met</strong> de woonfunctie in overeenstemming is, <strong>met</strong> uitsluiting van detailhandel.<br />

1.7 bebouwing:<br />

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.<br />

1.8 bedrijfsgebouw:<br />

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.<br />

1.9 bedrijfsvloeroppervlak:<br />

de totale vloeroppervlakte van de ruimten binnen de bebouwing die wordt gebruikt voor de<br />

uitoefening van een bedrijf, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 4 van 39


1.10 bestaand(e situatie):<br />

ten aanzien van bebouwing:<br />

bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan in werking is getreden;<br />

ten aanzien van gebruik:<br />

het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan in werking is<br />

getreden.<br />

1.11 bestemmingsgrens:<br />

de grens van een bestemmingsvlak.<br />

1.12 bestemmingsvlak:<br />

een geo<strong>met</strong>risch bepaald vlak <strong>met</strong> eenzelfde bestemming.<br />

1.13 Bevi-inrichting:<br />

inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.<br />

1.14 bijbehorend bouwwerk<br />

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel <strong>met</strong> een zich op hetzelfde perceel bevindend<br />

hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, <strong>met</strong><br />

een dak.<br />

1.15 bouwen:<br />

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van<br />

een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een<br />

standplaats.<br />

1.16 bouwgrens:<br />

de grens van een bouwvlak.<br />

1.17 bouwlaag:<br />

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte<br />

liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks <strong>met</strong> inbegrip van de begane grond en <strong>met</strong><br />

uitsluiting van bebouwing beneden peil of onder de kapconstructie.<br />

1.18 bouwperceel:<br />

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende<br />

bebouwing is toegelaten.<br />

1.19 bouwperceelgrens:<br />

een grens van een bouwperceel.<br />

1.20 bouwvlak:<br />

een geo<strong>met</strong>risch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels<br />

bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 5 van 39


1.21 bouwwerk:<br />

elke constructie van enige omvang van hout, steen, <strong>met</strong>aal of ander materiaal, die hetzij direct<br />

hetzij indirect <strong>met</strong> de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.<br />

1.22 bruto vloeroppervlakte:<br />

het totaal van de oppervlakten van de vloeren van alle bouwlagen van een gebouw.<br />

1.23 consumentenvuurwerk:<br />

vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.<br />

1.24 detailhandel:<br />

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of<br />

leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor<br />

gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.<br />

1.25 detailhandel in volumineuze goederen:<br />

detailhandel in goederen van volumineuze aard in een daarop afgestemde verkoopruimte, te weten<br />

auto's en motoren, auto-onderdelen en banden, volumineuze kampeer- en recreatieartikelen (zoals<br />

caravans, tenten, campers en boten), inbouwkeukens, sanitair, wand- en vloertegels, grove<br />

bouwmaterialen zoals bestratingmateriaal, zand en dergelijke, zonweringen, tuinhuisjes,<br />

buitenspeeltoestellen, zwembaden, tuinbeelden, haarden en kachels, grafzerken,<br />

(paarden)trailers,aanhangwagens, goederen <strong>met</strong> brand- en explosiegevaar, alsmede goederen, die<br />

een eerstegraads verwantschap hebben c.q. in rechtstreeks verband staan <strong>met</strong> deze goederen.<br />

1.26 escortbedrijf:<br />

de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang<br />

alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte<br />

wordt uitgeoefend.<br />

1.27 evenement:<br />

al of niet periodiek terugkerende en / of incidentele gebeurtenissen op het gebied van sport, cultuur,<br />

kunst, folklore, handel, recreatie, liefdadigheid, religie, gezondheid, wetenschap, amusement en<br />

vergelijkbare gebeurtenissen.<br />

1.28 functie:<br />

doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen<br />

daarvan is toegestaan.<br />

1.29 gebouw:<br />

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk <strong>met</strong> wanden<br />

omsloten ruimte vormt.<br />

1.30 gevel:<br />

bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht,<br />

daaronder begrepen het dak.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 6 van 39


1.31 gevelvlak:<br />

het verticale vlak waarin de hoofdvlakken van een gevel zich bevinden.<br />

1.32 groothandel:<br />

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen<br />

en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen voor<br />

gebruik/verbruik in een andere bedrijfsactiviteit.<br />

1.33 hoofdgebouw:<br />

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of<br />

toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn,<br />

gelet op die bestemming het belangrijkste is.<br />

1.34 horeca(bedrijf):<br />

het bedrijfsmatig verschaffen c.q. verstrekken van logies, dranken, maaltijden en kleine eetwaren,<br />

zoals een hotel, restaurant, café, cafetaria of een combinatie van twee of meer van deze bedrijven,<br />

waaronder eveneens wordt begrepen het exploiteren van zaalaccommodatie, doch <strong>met</strong><br />

uitzondering van een seksinrichting.<br />

1.35 inpandige bedrijfswoning:<br />

een woning dienend voor de huisvesting van een persoon (en diens gezin), wiens huisvesting ter<br />

plaatse, gelet op de bedrijfsvoering, noodzakelijk is en die omsloten wordt door andere gedeelten<br />

van een gebouw of door andere gebouwen en/of architectonisch geïntegreerd is <strong>met</strong> het<br />

bijbehorende bedrijfsgebouw.<br />

1.36 kantoor:<br />

het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate<br />

rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.<br />

1.37 kunstwerk:<br />

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen,<br />

viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijk.<br />

1.38 omgevingsvergunning:<br />

een vergunning voor het uitvoeren van een project dat invloed heeft op de fysieke leefomgeving, op<br />

grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna Wabo).<br />

1.39 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van<br />

omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, op<br />

grond van artikel 2.1, lid 1, onder b, van de Wabo.<br />

1.40 omgevingsvergunning voor het afwijken:<br />

omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd <strong>met</strong> dit plan <strong>met</strong><br />

toepassing van de in dit plan opgenomen regels inzake afwijking, op grond van artikel 2.1, lid 1,<br />

onder c, jo. artikel 2.12, sub a, onder 1, van de Wabo.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 7 van 39


1.41 operator:<br />

aanbieder van een mobiel netwerk.<br />

1.42 overkapping:<br />

een bouwwerk <strong>met</strong> een open constructie.<br />

1.43 peil:<br />

a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:<br />

de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;<br />

b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:<br />

de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;<br />

c. indien in of op het water wordt gebouwd:<br />

het plaatselijke verschil ten opzichte van Nieuw Amsterdams Peil.<br />

1.44 perifere detailhandel:<br />

detailhandel die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig<br />

hebben voor de uitstalling, zoals tuincentra, bouwmarkten, woninginrichting waaronder meubels.<br />

1.45 productiegebonden detailhandel:<br />

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het<br />

productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.<br />

1.46 professioneel vuurwerk:<br />

vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk.<br />

1.47 stedenbouwkundig beeld:<br />

het beeld dat wordt bepaald door de situering, de bouwmassa's, de dakvormen en de dakrichtingen<br />

van de bebouwing.<br />

1.48 straatmeubilair:<br />

objecten die in de openbare ruimte staan en die niet tot de weg zelf behoren, zoals banken,<br />

lantaarnpalen, abri's, vuilnisbakken en verkeersborden.<br />

1.49 verbeelding:<br />

a. de analoge verbeelding van het <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune,<br />

bestaande uit de kaart(en) <strong>met</strong> tekeningnummer NL.IMRO.0158.BP1085-0001 en legenda;<br />

b. de digitale verbeelding van het <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune.<br />

1.50 verkooppunt motorbrandstoffen:<br />

een verkoopplaats voor het uitoefenen van detailhandel in motorbrandstoffen en voor<br />

serviceverlening aan motorvoertuigen, waarbij detailhandel in andere goederen als nevenactiviteit<br />

van ondergeschikt belang, is toegestaan.<br />

1.51 voorgevellijn:<br />

de lijn waarin de voorgevel van de woning is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 8 van 39


1.52 voorgevelrooilijn:<br />

de naar de weg toegekeerde grens van het bouwvlak, waarop het belangrijkste gebouw op een<br />

bouwperceel is georiënteerd.<br />

1.53 voorziening van openbaar nut:<br />

voorzieningen van openbaar nut zoals, gas, electriciteit, water en communicatie.<br />

1.54 vuurwerkbedrijf:<br />

inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig<br />

is.<br />

1.55 waterhuishoudkundige voorzieningen:<br />

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging<br />

en waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, gemalen, inlaten etc.<br />

1.56 weg:<br />

een voor gemotoriseerd verkeer geschikt gemaakte strook grond.<br />

1.57 woning:<br />

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke<br />

huishouding, woonwagens niet inbegrepen.<br />

1.58 zelfstandig kantoor:<br />

kantoor welke niet wordt gebruikt ten behoeve van een op het perceel gevestigd bedrijf.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 9 van 39


Artikel 2 Wijze van <strong>met</strong>en<br />

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt ge<strong>met</strong>en:<br />

2.1 de dakhelling:<br />

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.<br />

2.2 de goothoogte van een bouwwerk:<br />

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee<br />

gelijk te stellen constructiedeel.<br />

2.3 de inhoud van een bouwwerk:<br />

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de<br />

scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.<br />

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:<br />

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde,<br />

<strong>met</strong> uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de<br />

aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.<br />

2.5 de bruto bedrijfsvloeroppervlakte (b.v.o.):<br />

de som van de horizontale vloeroppervlakten van de bouwlagen, <strong>met</strong> inbegrip van de daarbij<br />

behorende kantoren, magazijnen, werkplaatsen en overige dienstruimten, buitenwerks ge<strong>met</strong>en.<br />

2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:<br />

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts<br />

geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het<br />

bouwwerk.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 10 van 39


Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels<br />

Artikel 3 Bedrijventerrein<br />

3.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en <strong>met</strong> categorie 2', voor bedrijven tot en <strong>met</strong><br />

categorie 2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen', die als bijlage bij deze<br />

regels is gevoegd;<br />

b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en <strong>met</strong> categorie 3.1', voor bedrijven tot en <strong>met</strong><br />

categorie 3.1 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen', die als bijlage bij deze<br />

regels is gevoegd;<br />

c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en <strong>met</strong> categorie 3.2', voor bedrijven tot en <strong>met</strong><br />

categorie 3.2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen', die als bijlage bij deze<br />

regels is gevoegd;<br />

d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en <strong>met</strong> categorie 4.1', voor bedrijven tot en <strong>met</strong><br />

categorie 4.1 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen', die als bijlage bij deze<br />

regels is gevoegd;<br />

e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en <strong>met</strong> categorie 4.2', voor bedrijven tot en <strong>met</strong><br />

categorie 4.2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen';<br />

f. in afwijking van het bepaalde onder a t/m e zijn tevens bestaande bedrijven ter plaatse van<br />

bestaande bouwpercelen, als vermeld in bijlage 2 van deze regels, toegestaan indien deze niet<br />

voldoen aan de ter plaatse geldende maximale bedrijfscategorie;<br />

g. de verkoop van motorbrandstoffen, <strong>met</strong> uitzondering van lpg, inclusief een autowasinrichting<br />

en detailhandel in weggebonden artikelen en onzelfstandige horeca <strong>met</strong> daarbij behorende<br />

voorzieningen en technische ruimte en berging;<br />

h. bedrijfsverzamelgebouwen;<br />

i. opslag van materialen ten behoeve van de bedrijfsuitvoering:<br />

j. bestaande perifere detailhandel en/of detailhandel in volumineuze goederen;<br />

k. een antennemast ten behoeve van de mobiele telefonie uitsluitend ter plaatse van de<br />

aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie'.<br />

<strong>met</strong> daarbij behorende:<br />

l. nieuwe bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' en/of bestaande<br />

bedrijfswoningen als vermeld in bijlage 3 van deze regels;<br />

m. reclameuitingen reclamezuilen:<br />

n. gebouwen;<br />

o. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;<br />

p. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;<br />

q. tuinen;<br />

r. erven;<br />

s. terreinen;<br />

t. waterhuishoudkundige voorzieningen;<br />

u. groenvoorzieningen;<br />

v. parkeervoorzieningen, <strong>met</strong> dien verstande dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden<br />

waarbij geldt dat per 100 m 2 bruto bedrijfsvloeroppervlakte voor bedrijfsgebouwen dient te<br />

worden voorzien in tenminste 1,3 parkeerplaats(en).<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 11 van 39


3.2 Bouwregels<br />

Op de voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden mogen uitsluitend bedrijfsgebouwen en<br />

bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.<br />

3.2.1 Bedrijfsgebouwen<br />

Voor bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:<br />

a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden opgericht;<br />

b. het bebouwingspercentage van een bouwperceel bedraagt maximaal de ter plaatse van de<br />

aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' weergegeven<br />

maatvoering;<br />

c. de bouwhoogte van een gebouw bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding<br />

'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' weergegeven<br />

maatvoering;<br />

d. de afstand van een gebouw tot enige perceelsgrens mag niet minder dan 3 m ter plaatse van<br />

bedrijventerrein De Greune en niet minder dan 4 m ter plaatse van bedrijventerrein Stepelo<br />

bedragen, tenzij deze grens wordt gevormd door een openbare weg (rijweg inclusief rabatten<br />

<strong>met</strong> uitzondering van de Hengelosestraat, parkeerstroken, groenstroken, voet- en fietspaden<br />

e.d.) in welk geval deze afstand niet minder dan 5 m mag bedragen;<br />

e. in afwijking van het bepaalde onder d is het toegestaan dat ten behoeve van kleinschalige<br />

bedrijven zijgevels en de achtergevel van een gebouw samenvallen <strong>met</strong> de perceelsgrens, <strong>met</strong><br />

dien verstande dat bouwen op de perceelsgrens alleen mag wanneer een gebouw aan elkaar<br />

worden gebouwd <strong>met</strong> een gebouw op het naastgelegen bouwperceel.<br />

3.2.2 Bedrijfswoningen<br />

Voor bedrijfswoningen geldt dat:<br />

a. een nieuwe bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding<br />

'bedrijfswoning (bw)';<br />

b. een bedrijfswoning mag alleen inpandig worden opgericht;<br />

c. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 600 m³ bedragen;<br />

d. bij een bedrijfswoning mogen vrijstaande en aangebouwde bijbehorende bouwwerken worden<br />

opgericht;<br />

e. voor de onder d. bedoelde bijbehorende bouwwerken gelden de volgende voorwaarden:<br />

1. het maximum oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag 50 m 2 bedragen;<br />

2. de goothoogte respectievelijke bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 7 m.<br />

respectievelijk 8 m.;<br />

3. de bijbehorende bouwwerken uitsluitend vanaf 3 m. achter de voorgevel van de bestaande<br />

bedrijfswoning opgericht mogen worden.<br />

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde<br />

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:<br />

a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2,5 m;<br />

b. de bouwhoogte van een antennemast mag ter plaatse van de aanduiding<br />

'zend-/ontvangstinstallatie' maximaal 25 <strong>met</strong>er bedragen;<br />

c. de bouwhoogte van vlaggenmasten en antennes mag niet meer dan bedragen dan 8 m;<br />

d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan<br />

10 m.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 12 van 39


3.2.4 Afwijkende maatvoering<br />

In afwijking van het bepaalde in 3.2.1, 3.2.2 en 3.2.3, geldt dat indien een afwijkende maatvoering<br />

aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze maatvoering als<br />

maximum respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat gebouw en, voor zover het<br />

goothoogten, bouwhoogten en dakhellingen betreft, voor uitbreidingen van dat gebouw.<br />

3.3 Nadere eisen<br />

3.3.1 Algemeen<br />

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de af<strong>met</strong>ingen van de bebouwing<br />

ten behoeve van:<br />

a. het straat- en bebouwingsbeeld;<br />

b. de milieusituatie;<br />

c. de verkeersveiligheid;<br />

d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;<br />

e. de sociale veiligheid;<br />

f. de externe veiligheid.<br />

3.3.2 Markante bebouwing<br />

a. Het bevoegd gezag is bevoegd bij de toepassing van deze regels, indien en voor zover de<br />

gronden op de verbeelding zijn aangeduid <strong>met</strong> de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding -<br />

markante bebouwing' - mits een onevenredig gebruik niet wordt geschaad- nadere eisen te<br />

stellen.<br />

b. De nadere eisen, als genoemd onder a., dienen betrekking te hebben op:<br />

1. de situering van de gebouwen om een goede verkeersafwikkeling en -veiligheid te<br />

verzekeren;<br />

2. De situering en de omvang (lengte en breedteverhouding) van nieuw op te richten<br />

bebouwing om te bevorderen dat (<strong>met</strong> de architectuur van de gebouwen en de situering<br />

van een showroom) het aanzien van het bedrijventerrein als totaliteit een positief element<br />

vormt voor de herkenbaarheid van het bedrijventerrein;<br />

3. De situering van de terreinverlichting en andere lichtuitstralende elementen teneinde<br />

hinderlijke lichtuitstraling c.q. negatieve beïnvloeding van de verkeersveiligheid te<br />

voorkomen.<br />

3.3.3 Procedure<br />

Voor het stellen van nadere eisen geldt de in 16.1 vermelde voorbereidingsprocedure.<br />

3.4 Afwijken van de bouwregels<br />

3.4.1 Afwijken<br />

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:<br />

a. het bepaalde in 3.2.1 onder c en toestaan dat de hoogte, indien dit uit oogpunt van<br />

bedrijfsvoering dan wel architectuur noodzakelijk is, over een oppervlakte van niet meer dan<br />

25% van de bebouwde oppervlakte wordt verhoogd tot niet meer dan 12,5 <strong>met</strong>er voor het<br />

bedrijventerrein De Greune en tot 15 <strong>met</strong>er voor het bedrijventerrein Stepelo;<br />

b. het bepaalde in 3.2.1 onder d ten behoeve van het bouwen van bedrijfsgebouwen tot op de<br />

perceelgrens in gevallen waarbij sprake is van het splitsen van het kadastrale perceel;<br />

c. het bepaalde in 3.2.3 onder b ten behoeve van de realisatie van een antennemast tot een<br />

hoogte van maximaal 25 <strong>met</strong>er in geval van één operator op de betreffende mast en tot een<br />

hoogte van maximaal 40 <strong>met</strong>er in geval van meerdere operators op de betreffende mast.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 13 van 39


3.4.2 Afwegingskader<br />

a. Een in 3.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien een<br />

evenredige belangenafweging heeft plaatsgevonden, waarbij betrokken worden:<br />

1. de mate waarin waarden, die het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;<br />

2. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden<br />

worden geschaad;<br />

3. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de<br />

milieutechnische, de waterhuishoudkundige, de archeologische, de ecologische en de<br />

verkeerstechnische toelaatbaarheid.<br />

4. bouw-/andere werkzaamheden die plaatsvinden binnen de beschermingszones van<br />

waterlopen (5 <strong>met</strong>er van uit de insteek), zijn slechts toelaatbaar indien een<br />

watervergunning is verkregen van het waterschap.<br />

3.4.3 Procedure<br />

Voor het middels een omgevingsvergunning afwijken geldt de in 16.1 vermelde<br />

voorbereidingsprocedure.<br />

3.5 Specifieke gebruiksregels<br />

a. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van<br />

gronden en opstallen ten behoeve van:<br />

1. geluidzoneringsplichtige inrichtingen als bedoeld in onderdeel D van Bijlage I van het<br />

Besluit omgevingsrecht;<br />

2. zelfstandige kantoren;<br />

3. detailhandel;<br />

4. Bevi-inrichtingen;<br />

5. vuurwerkbedrijven;<br />

6. seksinrichtingen;<br />

7. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het besluit M.E.R. 1994.<br />

b. Er dient op eigen terrein te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte;<br />

c. Voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep zijn de volgende bepalingen van<br />

toepassing:<br />

1. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke<br />

vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 50 m²;<br />

2. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer<br />

en geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;<br />

3. de activiteit moet worden uitgeoefend door een bewoner van de woning.<br />

3.6 Afwijken van de gebruiksregels<br />

3.6.1 Afwijken<br />

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:<br />

a. het bepaalde in 3.1 onder a t/m e voor bedrijven die niet voorkomen op de Staat van<br />

Bedrijfsactiviteiten, maar die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn <strong>met</strong><br />

bedrijven die zijn genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten onder de categorieën zoals<br />

toegestaan op grond van het bepaalde onder 3.1 sub a t/m e, <strong>met</strong> dien verstande dat:<br />

1. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;<br />

2. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;<br />

3. geluidzoneringsplichtige inrichtingen als bedoeld in onderdeel D van Bijlage I van het<br />

Besluit omgevingsrecht niet zijn toegestaan;<br />

b. het bepaalde in lid 3.1 sub a t/m e voor bedrijven in één milieucategorie hoger dan is<br />

toegestaan, mits deze bedrijven naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn <strong>met</strong><br />

de ter plaatse toegestane bedrijven, die zijn genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten, <strong>met</strong><br />

dien verstande dat:<br />

1. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 14 van 39


2. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;<br />

3. geluidzoneringsplichtige inrichtingen als bedoeld in onderdeel D van Bijlage I van het<br />

Besluit omgevingsrecht niet zijn toegestaan;<br />

c. het bepaalde in 3.5 onder a voor het toestaan van Bevi-inrichtingen ter plaatse van de<br />

aanduidingen 'bedrijf tot en <strong>met</strong> categorie 4.1' en 'bedrijf tot en <strong>met</strong> categorie 4.2' , mits de 10-6<br />

risicocontour binnen de bedrijfskavel blijft;<br />

d. het bepaalde in 3.5 onder a voor het toestaan van zelfstandige kantoren, mits de direct<br />

aangrenzende bedrijven een maximale bedrijfscategorie hebben van 3.2.;<br />

e. het bepaalde in 3.5 onder a voor het toestaan van detailhandel in volumineuze goederen en<br />

productiegebonden en/of perifere detailhandel;<br />

f. het bepaalde in 3.5 onder a voor het uitoefenen van detailhandel in een bouwmarkt, mits aan<br />

de hand van verricht onderzoek is gebleken, dat binnen <strong>Haaksbergen</strong> nog voldoende<br />

distributie-planologische ruimte bestaat voor de vestiging van een bouwmarkt;<br />

g. het bepaalde in 3.5 onder a voor het uitoefenen van detailhandel in goederen, die een<br />

eerstegraads verwantschap hebben c.q. in rechtstreeks verband staan <strong>met</strong> de hiervoor onder<br />

e. bedoelde goederen, mits deze detailhandel als een ondergeschikt en niet-zelfstandig<br />

onderdeel van de onder e. omschreven bedrijfsvoering plaatsvindt;<br />

h. het bepaalde in 3.5 onder a voor het uitoefenen van detailhandel in ter plaatse vervaardigde,<br />

bewerkte en herstelde goederen, als ondergeschikt en niet-zelfstandig onderdeel van de<br />

bedrijfsvoering;<br />

i. het bepaalde in 3.5 onder a voor het uitoefenen van detailhandel in consumentenvuurwerk;<br />

j. het bepaalde in 3.1 onder i voor het toestaan van een antennemast ten behoeve van de<br />

mobiele telefonie.<br />

3.6.2 Afwegingskader<br />

a. De in 3.6.1 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden verleend indien geen onevenredige<br />

aantasting plaatsvindt van:<br />

1. het straat- en bebouwingsbeeld;<br />

2. de milieusituatie;<br />

3. de verkeersveiligheid;<br />

4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;<br />

5. de sociale veiligheid;<br />

6. de externe veiligheid;<br />

7. de verkeersafwikkeling;<br />

8. de parkeersituatie.<br />

b. Werkzaamheden die plaatsvinden binnen de beschermingszones van waterlopen (5 <strong>met</strong>er van<br />

uit de insteek), zijn slechts toelaatbaar indien een watervergunning is verkregen van het<br />

waterschap.<br />

3.6.3 Procedure<br />

Voor het middels een omgevingsvergunning afwijken geldt de in 16.1 vermelde<br />

voorbereidingsprocedure.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 15 van 39


Artikel 4 Groen<br />

4.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. groenvoorzieningen;<br />

b. bermen en beplantingen;<br />

c. voorzieningen voor langzaam verkeer;<br />

d. sport- en speelvoorzieningen;<br />

e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;<br />

f. geluidwerende voorzieningen;<br />

g. straatmeubilair;<br />

h. kunstobjecten;<br />

i. nutsvoorzieningen;<br />

j. schuilgelegenheden;<br />

k. evenementen.<br />

4.2 Bouwregels<br />

Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde ten<br />

dienste van de bestemming worden gebouwd.<br />

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:<br />

a. de bouwhoogte van geluidwerende voorzieningen mag niet meer bedragen dan 3 m;<br />

b. de bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleidingen, beveiliging en regeling voor<br />

verkeer mag niet meer bedragen dan 15 m;<br />

c. de bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 5 m;<br />

d. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4<br />

m.<br />

4.2.1 Afwijkende maatvoering<br />

In afwijking van het bepaalde in 4.2 geldt dat indien een afwijkende maatvoering aanwezig is op het<br />

tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze maatvoering als maximum<br />

respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat bouwwerk en, voor zover het<br />

bouwhoogten betreft, voor uitbreidingen van dat bouwwerk.<br />

4.3 Nadere eisen<br />

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de af<strong>met</strong>ing en de plaats van de bebouwing<br />

alsmede werken, ten behoeve van:<br />

a. een samenhangend straat en bebouwingsbeeld;<br />

b. de milieusituatie;<br />

c. de verkeersveiligheid;<br />

d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken;<br />

e. de sociale veiligheid;<br />

f. de externe veiligheid.<br />

4.3.1 Procedure<br />

Voor het stellen van nadere eisen geldt de in 16.1 vermelde voorbereidingsprocedure.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 16 van 39


4.4 Specifieke gebruiksregels<br />

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van voorzieningen van<br />

verkeer en verblijf (parkeren en inritten), <strong>met</strong> uitzondering van de in lid 1 toegestane voorzieningen<br />

voor langzaam verkeer.<br />

4.5 Afwijken van de gebruiksregels<br />

4.5.1 Afwijken<br />

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in<br />

lid 4.4 voor het aanleggen van voorzieningen voor verkeer en verblijf (parkeren en inritten), <strong>met</strong><br />

dien verstande dat:<br />

a. het stedenbouwkundig beeld niet in onevenredige mate wordt geschaad;<br />

b. de voorzieningen voor verkeer en verblijf (parkeren en inritten) noodzakelijk zijn uit een<br />

oogpunt van verkeersveiligheid en bereikbaarheid;<br />

c. de aanleg van de voorzieningen voor verkeer en verblijf (parkeren en inritten) geen zodanige<br />

invloed op de aanwezige groenstructuur hebben, dat deze groenstructuur daardoor<br />

onevenredige schade wordt toegebracht en de gebruiksmogelijkheden ervan in overwegende<br />

mate worden beperkt;<br />

d. er rekening wordt gehouden <strong>met</strong> de gevolgen voor de waterhuishouding (waterkwaliteit en -<br />

kwantiteit);<br />

e. geen onevenredige schade wordt toegebracht aan de gebruiksmogelijkheden van<br />

aangrenzende gronden en bouwwerken.<br />

4.5.2 Procedure<br />

Voor het middels een omgevingsvergunning afwijken geldt de in 16.1 vermelde<br />

voorbereidingsprocedure.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 17 van 39


Artikel 5 Horeca<br />

5.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en spijzen, bardancings/nachtclubs en discotheken<br />

uitgesloten, voor het gebruik ter plaatse al dan niet in samenhang <strong>met</strong> het bedrijfsmatig<br />

verschaffen van logies al dan niet <strong>met</strong> een bedrijfswoning, <strong>met</strong> daarbij behorende:<br />

b. gebouwen;<br />

c. bouwwerken, geen gebouw zijnde;<br />

d. andere-werken;<br />

e. tuinen;<br />

f. erven;<br />

g. terreinen;<br />

h. waterhuishoudkundige voorzieningen;<br />

i. groenvoorzieningen;<br />

j. parkeervoorzieningen.<br />

5.2 Bouwregels<br />

Op de voor 'Horeca' aangewezen gronden mogen uitsluitend hoofdgebouwen, bijbehorende<br />

bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden<br />

gebouwd.<br />

5.2.1 Hoofdgebouwen<br />

Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels:<br />

a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;<br />

b. de goothoogte mag niet meer dan 4 m bedragen;<br />

c. de bouwhoogte van een hoofdgebouw bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding<br />

'maximale bouwhoogte (m)' weergegeven maatvoering;<br />

d. de dakhelling mag niet minder dan 40° en niet meer dan 60° bedragen.<br />

5.2.2 Bedrijfswoningen<br />

Per bouwperceel mag maximaal 1 bedrijfswoning worden gebouwd, welke binnen het bouwvlak<br />

dient te worden gesitueerd.<br />

5.2.3 Bijbehorende bouwwerken<br />

Voor bijbehorende bouwwerken geldt dat:<br />

a. de gezamenlijke oppervlakte per bedrijfswoning ten hoogste 50 m 2 bedraagt;<br />

b. de afstand tot de voorgevel en het verlengde daarvan ten minste 2 <strong>met</strong>er bedraagt;<br />

c. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk ten hoogste 3,25 <strong>met</strong>er bedraagt.<br />

5.2.4 Bouwwerken geen gebouw zijnde<br />

Voor een bouwwerk geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:<br />

a. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag, achter het denkbeeldig verlengde van de<br />

voorgevel, niet meer dan 2 m bedragen;<br />

b. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag, voor het denkbeeldig verlengde van de<br />

voorgevel, niet meer dan 1 m bedragen;<br />

c. voor palen en masten geldt een bouwhoogte van niet meer dan 7,5 <strong>met</strong>er;<br />

d. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 5 m bedragen.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 18 van 39


5.2.5 Afwijkende maatvoering<br />

In afwijking van het bepaalde in 5.2.1, 5.2.3 en 5.2.4, geldt dat indien een afwijkende maatvoering<br />

aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze maatvoering als<br />

maximum respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat gebouw en, voor zover het<br />

goothoogten, bouwhoogten en dakhellingen betreft, voor uitbreidingen van dat gebouw.<br />

5.3 Nadere eisen<br />

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de af<strong>met</strong>ingen van de bebouwing ten<br />

behoeve van:<br />

a. het straat- en bebouwingsbeeld;<br />

b. de milieusituatie;<br />

c. de verkeersveiligheid;<br />

d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;<br />

e. de sociale veiligheid;<br />

f. de externe veiligheid.<br />

5.3.1 Procedure<br />

Voor het stellen van nadere eisen geldt de in 16.1 vermelde voorbereidingsprocedure.<br />

5.4 Wijzigingsbevoegdheid<br />

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigingen in die zin dat de bestemming 'Horeca'<br />

gewijzigd wordt in de bestemming 'Bedrijventerrein' onder de voorwaarden dat:<br />

a. Ter beoordeling van de wijziging vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij<br />

betrokken worden:<br />

1. de mate waarin de waarden en functies van de betrokken gronden, welke<br />

het plan beoogt te beschermen door de gebruiksverandering worden<br />

geschaad;<br />

2. de mate waarin de belangen van de gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende<br />

gronden en/of nabijgelegen bedrijven worden geschaad;<br />

3. de uitvoerbaarheid, waaronder begrepen de milieutechnische toelaatbaarheid en<br />

uitvoerbaarheid.<br />

b. Indien de waarden, functies en/of belangen als genoemd onder sub a1 en sub a2 onevenredig<br />

worden geschaad en/of de uitvoerbaarheid niet is aangetoond vindt aan de genoemde<br />

wijzigingsbevoegdheid geen toepassing.<br />

c. Met betrekking tot deze wijzigingsbevoegdheid geldt dat de voorschriften uit Artikel 3 van<br />

overeenkomstige toepassing zijn, waarbij geldt dat aan de gronden maximaal de aanduiding<br />

'bedrijf tot en <strong>met</strong> categorie 3.1' kan worden toegekend.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 19 van 39


Artikel 6 Tuin<br />

6.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. tuinen;<br />

b. onbebouwde erven;<br />

<strong>met</strong> de daarbij behorende:<br />

c. gebouwen;<br />

d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />

6.2 Bouwregels<br />

Op de tot 'Tuin' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de<br />

bestemming worden gebouwd.<br />

6.2.1 Erker<br />

Voor een erker bij een woning gelden de volgende regels:<br />

a. de afstand van een erker tot de naar de weg gekeerde perceelgrens bedraagt minimaal 2 m;<br />

b. de horizontale diepte van een erker mag niet meer dan 1,5 m bedragen;<br />

c. de breedte van een erker mag niet meer bedragen dan 50% van de breedte van de gevel van<br />

de woning waaraan de erker gebouwd wordt;<br />

d. de goothoogte van een erker mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag<br />

van de woning waaraan de erker gebouwd wordt.<br />

6.2.2 Overkappingen bij een woning<br />

Voor overkappingen bij een woning gelden de volgende regels:<br />

a. de overkapping mag tot maximaal 2 m voor de voorgevel van de woning worden opgericht;<br />

b. de bouwhoogte voor van de overkapping mag niet meer dan 3,25 m bedragen;<br />

c. de overkapping mag uitsluitend uitgevoerd worden <strong>met</strong> een dakhelling van 0°.<br />

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde<br />

Voor een bouwwerk geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:<br />

a. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag, achter het denkbeeldig verlengde van de<br />

voorgevel, niet meer dan 2 m bedragen;<br />

b. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag, voor het denkbeeldig verlengde van de<br />

voorgevel, niet meer dan 1 m bedragen;<br />

c. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 5 m bedragen.<br />

6.2.4 Afwijkende maatvoering<br />

In afwijking van het bepaalde in 6.2.1, 6.2.2 en 6.2.3, geldt dat indien een afwijkende maatvoering<br />

aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze maatvoering als<br />

maximum respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat gebouw en, voor zover het<br />

goothoogten, bouwhoogten en dakhellingen betreft, voor uitbreidingen van dat gebouw.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 20 van 39


6.3 Nadere eisen<br />

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de af<strong>met</strong>ingen van de bebouwing ten<br />

behoeve van:<br />

a. het straat- en bebouwingsbeeld;<br />

b. de milieusituatie;<br />

c. de verkeersveiligheid;<br />

d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;<br />

e. de sociale veiligheid;<br />

f. de externe veiligheid.<br />

6.3.1 Procedure<br />

Voor het stellen van nadere eisen geldt de in 16.1 vermelde voorbereidingsprocedure.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 21 van 39


Artikel 7 Verkeer<br />

7.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. wegen <strong>met</strong> twee of meer rijstroken, straten en paden;<br />

b. voet- en rijwielpaden;<br />

c. groenvoorzieningen;<br />

d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;<br />

e. ondergeschikte parkeervoorzieningen;<br />

f. uitingen van beeldende kunst;<br />

<strong>met</strong> daarbij behorende:<br />

g. bouwwerken, geen gebouw zijnde;<br />

h. andere-werken.<br />

7.2 Bouwregels<br />

Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />

ten dienste van de bestemming worden gebouwd.<br />

7.2.1 Bouwwerken, geen gebouw zijnde<br />

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:<br />

a. de bouwhoogte van bouwwerken voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer<br />

mag niet meer dan 10 m bedragen;<br />

b. de bouwhoogte van uitingen van beeldende kunst mag niet meer dan 5 m bedragen;<br />

c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde mag niet meer dan 2,5 m<br />

bedragen.<br />

7.2.2 Afwijkende maatvoering<br />

In afwijking van het bepaalde in 7.2.1 geldt dat indien een afwijkende maatvoering aanwezig is op<br />

het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze maatvoering als maximum<br />

respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat bouwwerk en, voor zover het<br />

bouwhoogten betreft, voor uitbreidingen van dat bouwwerk.<br />

7.3 Nadere eisen<br />

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de af<strong>met</strong>ingen van de bebouwing ten<br />

behoeve van:<br />

a. het straat- en bebouwingsbeeld;<br />

b. de milieusituatie;<br />

c. de verkeersveiligheid;<br />

d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;<br />

e. de sociale veiligheid;<br />

f. de externe veiligheid.<br />

7.3.1 Procedure<br />

Voor het stellen van nadere eisen geldt de in 16.1 vermelde voorbereidingsprocedure.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 22 van 39


Artikel 8 Water - Waterberging<br />

8.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor 'Water - Waterberging' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. waterberging;<br />

b. waterhuishouding;<br />

c. wegverkeer ter plaatse van bruggen en duikers;<br />

d. uitingen van beeldende kunst;<br />

e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />

8.2 Bouwregels<br />

Op de voor 'Water - Waterberging' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen<br />

gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.<br />

8.2.1 Bouwwerken, geen gebouw zijnde<br />

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:<br />

a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van 5 m;<br />

b. de bouwhoogte van uitingen van beeldende kunst mag niet meer dan 5 m bedragen.<br />

8.2.2 Afwijkende maatvoering<br />

In afwijking van het bepaalde in 8.2.1 geldt dat indien een afwijkende maatvoering aanwezig is op<br />

het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze maatvoering als maximum<br />

respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat bouwwerk en, voor zover het<br />

bouwhoogten betreft, voor uitbreidingen van dat bouwwerk.<br />

8.3 Nadere eisen<br />

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de situering en de af<strong>met</strong>ingen van de bebouwing,<br />

ter waarborging van:<br />

a. het straat- en bebouwingsbeeld;<br />

b. de milieusituatie;<br />

c. de verkeersveiligheid;<br />

d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;<br />

e. de sociale veiligheid;<br />

f. de externe veiligheid.<br />

8.3.1 Procedure<br />

Voor het stellen van nadere eisen geldt de in 16.1 vermelde voorbereidingsprocedure.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 23 van 39


Artikel 9 Wonen<br />

9.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. het wonen in de vorm van vrijstaande of halfvrijstaande woningen;<br />

b. bijbehorende erven, tuinen en paden;<br />

c. de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis, <strong>met</strong> inachtneming van de volgende regels:<br />

1. de voor de beroeps- of bedrijfsuitoefening te gebruiken vloeroppervlakte mag maximaal 30<br />

m² per woning bedragen;<br />

2. er mag geen onevenredige afbreuk aan de woonfunctie worden gedaan;<br />

3. detailhandel en horeca zijn niet toegestaan;<br />

4. er mag geen onevenredige milieu- of verkeershinder ontstaan;<br />

5. het beroep of bedrijf moet worden uitgeoefend door de bewoner van het betreffende<br />

perceel;<br />

6. de activiteiten mogen niet vergunning- of meldingplichtig zijn op grond van de Wet<br />

milieubeheer;<br />

d. de stalling van caravans, campers en boten in bestaande bebouwing;<br />

e. het hobbymatig houden van dieren <strong>met</strong> een maximale bedrijfsomvang van 10 nge.<br />

9.2 Bouwregels<br />

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend hoofdgebouwen, bijbehorende<br />

bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden<br />

gebouwd.<br />

9.2.1 Hoofdgebouw<br />

Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels:<br />

a. per bestemmingsvlak mag niet meer dan 1 hoofdgebouw aanwezig zijn;<br />

b. de inhoud mag niet meer dan 750 m³ bedragen;<br />

c. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;<br />

d. de breedte van een gebouw dient minimaal 5 m te bedragen;<br />

e. de goothoogte van een hoofdgebouw bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding<br />

'maximale goothoogte (m)' weergegeven maatvoering;<br />

f. de dakhelling moet minimaal 25º en mag maximaal 60º bedragen;<br />

g. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrenzen ten minste 3 m bedraagt<br />

dan wel, indien sprake is van een kleinere afstand, de afstand zoals die bestond op het tijdstip<br />

van de terinzagelegging van het ontwerpplan;<br />

h. een kelder moet binnen de begrenzing van de woning gelegen zijn.<br />

9.2.2 Bijbehorende bouwwerken bij een woning<br />

Voor bijbehorende bouwwerken bij een woning gelden de volgende regels:<br />

a. bij ieder hoofdgebouw zijn, op een afstand van minimaal 3 m achter het denkbeeldig verlengde<br />

van de voorgevel van dat hoofdgebouw, bijbehorende bouwwerken toegestaan;<br />

b. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij een hoofdgebouw mag<br />

maximaal 100 m² bedragen, mits niet meer dan 40% van het bouwperceel wordt bebouwd, <strong>met</strong><br />

dien verstande dat 50 m² altijd is toegestaan;<br />

c. maximaal 75 m² van de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag<br />

aangebouwd zijn;<br />

d. de goothoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3,25 <strong>met</strong>er<br />

bedragen;<br />

e. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 5 m bedragen;<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 24 van 39


f. de dakhelling van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet minder dan 30º en niet meer<br />

dan 60º bedragen;<br />

g. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer dan 3,25 m bedragen;<br />

h. de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag maximaal de bouwhoogte<br />

van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedragen, vermeerderd <strong>met</strong> 0,25 m, maar nooit<br />

meer dan 3,25 m;<br />

i. de bouwhoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken moet minimaal 2 <strong>met</strong>er minder<br />

zijn dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;<br />

j. een aangebouwde bijbehorend bouwwerk <strong>met</strong> een bouwhoogte van meer dan 3,25 m moeten<br />

voorzien worden <strong>met</strong> een kap, <strong>met</strong> dien verstande dat de dakhelling van de kap niet minder<br />

dan 30º en niet meer dan 60º bedragen.<br />

9.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde<br />

Voor een bouwwerk geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:<br />

a. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag, achter het denkbeeldig verlengde van de<br />

voorgevel, niet meer dan 2 m bedragen;<br />

b. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag, voor het denkbeeldig verlengde van de<br />

voorgevel, niet meer dan 1 m bedragen;<br />

c. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 5 m bedragen.<br />

9.2.4 Afwijkende maatvoering<br />

In afwijking van het bepaalde in 9.2.1, 9.2.2 en 9.2.3, geldt dat indien een afwijkende maatvoering<br />

aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze maatvoering als<br />

maximum respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat gebouw en, voor zover het<br />

goothoogten, bouwhoogten en dakhellingen betreft, voor uitbreidingen van dat gebouw.<br />

9.3 Nadere eisen<br />

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de af<strong>met</strong>ingen van de bebouwing ten<br />

behoeve van:<br />

a. het straat- en bebouwingsbeeld;<br />

b. de milieusituatie;<br />

c. de verkeersveiligheid;<br />

d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;<br />

e. de sociale veiligheid;<br />

f. de externe veiligheid.<br />

9.3.1 Procedure<br />

Voor het stellen van nadere eisen geldt de in 16.1 vermelde voorbereidingsprocedure.<br />

9.4 Afwijken van de bouwregels<br />

9.4.1 Afwijking van de bouwregels voor hoofdgebouwen<br />

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:<br />

a. het bepaalde in lid 9.2.1 sub e, ten behoeve van een verhoging van de goothoogte van een<br />

hoofdgebouw <strong>met</strong> ten hoogste 10%;<br />

b. het bepaalde in lid 9.2.1 sub f, ten behoeve van een andere dakhelling;<br />

c. het bepaalde in lid 9.2.1 sub g, ten behoeve van een kleinere afstand van de perceelgrens.<br />

9.4.2 Afwijking van de bouwregels voor bijbehorende bouwwerken<br />

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in<br />

9.2.2 sub f en 9.2.2 sub j voor het bouwen <strong>met</strong> een dakhelling van 0º.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 25 van 39


9.4.3 Afwegingskader<br />

Bij toepassing van de afwijkingsmogelijkheden vindt een evenredige belangenafweging plaats,<br />

waarbij betrokken worden:<br />

a. de mate waarin waarden, die het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;<br />

b. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden<br />

worden geschaad;<br />

c. de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;<br />

d. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de milieutechnische,<br />

de waterhuishoudkundige, de archeologische, de ecologische en de verkeerstechnische<br />

toelaatbaarheid.<br />

9.4.4 Procedure<br />

Voor het middels een omgevingsvergunning afwijken geldt de in 16.1 vermelde<br />

voorbereidingsprocedure.<br />

9.5 Specifieke gebruiksregels<br />

9.5.1 Strijdig gebruik<br />

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval<br />

begrepen het gebruiken of laten gebruiken van gronden en opstallen:<br />

a. voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor permanente of recreatieve<br />

bewoning;<br />

b. voor het gebruik van gronden en opstallen voor een bedrijf.<br />

9.6 Afwijken van de gebruiksregels<br />

9.6.1 Afwijken van de gebruiksregels voor mantelzorg<br />

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van van het<br />

bepaalde in 9.5.1 onder a ten behoeve van mantelzorg in een bijbehorend bouwwerk, mits:<br />

a. een indicatie voor mantelzorg is afgegeven;<br />

b. mantelzorg plaatsvindt op een oppervlakte van maximaal 100 m² , <strong>met</strong> dien verstande dat het<br />

aansluitende erf voor niet meer dan 50% mag worden bebouwd;<br />

c. het bijbehorende bouwwerk een ruimtelijke eenheid vormt <strong>met</strong> de woning;<br />

d. de tijdelijkheid van de situatie verzekerd is.<br />

9.6.2 Afwegingskader<br />

Bij toepassing van de afwijkingsmogelijkheden vindt een evenredige belangenafweging plaats,<br />

waarbij betrokken worden:<br />

a. de mate waarin waarden, die het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;<br />

b. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden<br />

worden geschaad;<br />

c. de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;<br />

d. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de milieutechnische,<br />

de waterhuishoudkundige, de archeologische, de ecologische en de verkeerstechnische<br />

toelaatbaarheid.<br />

9.6.3 Procedure<br />

Voor het middels een omgevingsvergunning afwijken geldt de in 16.1 vermelde<br />

voorbereidingsprocedure.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 26 van 39


Artikel 10 Waarde - Archeologie hoog<br />

10.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor 'Waarde - Archeologie hoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar<br />

voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen<br />

zijnde archeologische waarden.<br />

10.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of<br />

van werkzaamheden<br />

a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken,<br />

geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte groter dan<br />

100 m 2 en dieper dan 40 cm:<br />

1. het graven (inclusief het leggen van funderingen), ontgronden, afgraven, egaliseren,<br />

mengen, diepploegen, ontginnen en ophogen;<br />

2. het graven of dempen van waterpartijen en watergangen;<br />

3. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en<br />

drainage en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;<br />

4. het verlagen van het waterpeil in gebieden;<br />

5. het aanbrengen of rooien van bomen en/of houtgewas, waarbij stobben worden<br />

verwijderd.<br />

b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 10.2, sub a wordt slechts verleend indien de<br />

archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden niet<br />

onevenredig worden geschaad. Alvorens het bevoegd gezag de omgevingsvergunning<br />

verleend, winnen zij advies in bij een daarvoor deskundige en onafhankelijke instantie.<br />

c. De onder 10.2, sub a bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen<br />

bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:<br />

1. plaatsvinden in of op gronden waarvan op basis van archeologisch onderzoek is<br />

aangetoond dat zich ter plekke geen archeologische waarden bevinden;<br />

2. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;<br />

3. het normale onderhoud betreffen;<br />

4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning;<br />

5. op archeologisch onderzoek zijn gericht;<br />

6. plaatsvinden in of op een begraafplaats ten behoeve van het delven van graven.<br />

10.3 Wijzigingsbevoegdheid<br />

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden <strong>met</strong> de<br />

bestemming 'Waarde - Archeologie hoog', deze bestemming wordt ontnomen indien op basis van<br />

archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer)<br />

aanwezig zijn.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 27 van 39


Artikel 11 Waarde - Archeologie laag<br />

11.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor 'Waarde - Archeologie laag' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar<br />

voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen<br />

zijnde archeologische waarden.<br />

11.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of<br />

van werkzaamheden<br />

a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken,<br />

geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte groter dan<br />

5.000 m 2 en dieper dan 40 cm:<br />

1. het graven (inclusief het leggen van funderingen), ontgronden, afgraven, egaliseren,<br />

mengen, diepploegen, ontginnen en ophogen;<br />

2. het graven of dempen van waterpartijen en watergangen;<br />

3. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en<br />

drainage en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;<br />

4. het verlagen van het waterpeil in gebieden;<br />

5. het aanbrengen of rooien van bomen en/of houtgewas, waarbij stobben worden<br />

verwijderd.<br />

b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 11.2, sub a wordt slechts verleend indien de<br />

archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden niet<br />

onevenredig worden geschaad. Alvorens het bevoegd gezag de omgevingsvergunning<br />

verleend, winnen zij advies in bij een daarvoor deskundige en onafhankelijke instantie.<br />

c. De onder 11.2, sub a bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen<br />

bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:<br />

1. plaatsvinden in of op gronden waarvan op basis van archeologisch onderzoek is<br />

aangetoond dat zich ter plekke geen archeologische waarden bevinden;<br />

2. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;<br />

3. het normale onderhoud betreffen;<br />

4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning;<br />

5. op archeologisch onderzoek zijn gericht;<br />

6. plaatsvinden in of op een begraafplaats ten behoeve van het delven van graven.<br />

11.3 Wijzigingsbevoegdheid<br />

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden <strong>met</strong> de<br />

bestemming 'Waarde - Archeologie laag', deze bestemming wordt ontnomen indien op basis van<br />

archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer)<br />

aanwezig zijn.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 28 van 39


Artikel 12 Waarde - Archeologie middelmatig<br />

12.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor 'Waarde - Archeologie middelmatig' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere<br />

daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen<br />

zijnde archeologische waarden.<br />

12.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of<br />

van werkzaamheden<br />

a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken,<br />

geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte groter dan<br />

250 m 2 en dieper dan 40 cm:<br />

1. het graven (inclusief het leggen van funderingen), ontgronden, afgraven, egaliseren,<br />

mengen, diepploegen, ontginnen en ophogen;<br />

2. het graven of dempen van waterpartijen en watergangen;<br />

3. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en<br />

drainage en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;<br />

4. het verlagen van het waterpeil in gebieden;<br />

5. het aanbrengen of rooien van bomen en/of houtgewas, waarbij stobben worden<br />

verwijderd.<br />

b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 12.2, sub a wordt slechts verleend indien de<br />

archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden niet<br />

onevenredig worden geschaad. Alvorens het bevoegd gezag de omgevingsvergunning<br />

verleend, winnen zij advies in bij een daarvoor deskundige en onafhankelijke instantie.<br />

c. De onder 32.2, sub a bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen<br />

bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:<br />

1. plaatsvinden in of op gronden waarvan op basis van archeologisch onderzoek is<br />

aangetoond dat zich ter plekke geen archeologische waarden bevinden;<br />

2. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;<br />

3. het normale onderhoud betreffen;<br />

4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning;<br />

5. op archeologisch onderzoek zijn gericht;<br />

6. plaatsvinden in of op een begraafplaats ten behoeve van het delven van graven.<br />

12.3 Wijzigingsbevoegdheid<br />

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden <strong>met</strong> de<br />

bestemming 'Waarde - Archeologie middelmatig', deze bestemming wordt ontnomen indien op<br />

basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden<br />

(meer) aanwezig zijn.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 29 van 39


Hoofdstuk 3 Algemene regels<br />

Artikel 13 Antidubbeltelregel<br />

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan<br />

uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere<br />

bouwplannen buiten beschouwing.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 30 van 39


Artikel 14 Algemene gebruiksregels<br />

14.1 Strijdig gebruik<br />

Onder een gebruik in strijd <strong>met</strong> het <strong>bestemmingsplan</strong> wordt in ieder geval verstaan:<br />

a. het (laten) gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting;<br />

b. zelfstandige bewoning van gebouwen, <strong>met</strong> uitzondering van positief bestemde (bedrijfs-)<br />

woningen.<br />

14.2 Toegestaan gebruik<br />

Onder een gebruik in strijd <strong>met</strong> het <strong>bestemmingsplan</strong> wordt niet verstaan:<br />

a. het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele<br />

evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daardoor ingevolge een<br />

wettelijk voorschrift vergunning, afwijking of vrijstelling vereist is en deze is verleend, dan wel<br />

een melding is gedaan;<br />

b. het aanleggen of het laten aanleggen van kabels en leidingen ten behoeve van de<br />

drinkwatervoorziening, de riolering, de waterhuishouding, de energievoorziening en de<br />

datacommunicatie, <strong>met</strong> uitzondering van:<br />

1. aardgastransportleidingen <strong>met</strong> een dia<strong>met</strong>er van meer dan 4" en/of een druk van meer<br />

dan 40 bar;<br />

2. transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1-, K2- en K3-categorie <strong>met</strong> een<br />

dia<strong>met</strong>er van meer dan 4";<br />

3. hoogspanningsleidingen;<br />

4. buisleidingen voor het transport van water, afvalwater of stoom <strong>met</strong> een doorsnede van 1<br />

<strong>met</strong>er of meer en een lengte van 10 km of meer.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 31 van 39


Artikel 15 Algemene afwijkingsregels<br />

15.1 Afwijken<br />

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:<br />

a. de bij recht in de regels gegeven maten, af<strong>met</strong>ingen, percentages tot niet meer dan 10% van<br />

die maten, af<strong>met</strong>ingen en percentages;<br />

b. de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting<br />

van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of<br />

-intensiteit daartoe aanleiding geven;<br />

c. de bestemmingsregels <strong>met</strong> het oog op de aanpassing aan de werkelijke af<strong>met</strong>ingen van het<br />

terrein, mits de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in<br />

redelijkheid niet worden geschaad en de afwijking gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor<br />

de juiste verwezenlijking van het plan;<br />

d. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen<br />

zijnde en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt<br />

vergroot tot niet meer dan 10 m;<br />

e. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde<br />

en toestaan dat de bouwhoogte van sirenemasten wordt vergroot tot niet meer dan 40 m;<br />

f. de bestemmingsregels en toestaan dat de grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde<br />

worden overschreden door:<br />

1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen;<br />

2. gevel- en kroonlijsten, overstekende daken;<br />

3. (hoek)erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en<br />

galerijen;<br />

mits de bouwvlakgrens <strong>met</strong> niet meer dan 1,50 m wordt overschreden;<br />

g. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de<br />

bouwhoogte van de gebouwen wordt vergroot ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals<br />

schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen;<br />

15.2 Afwegingskader<br />

Een in 15.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen<br />

onevenredige aantasting plaatsvindt van:<br />

a. het straat- en bebouwingsbeeld;<br />

b. de milieusituatie;<br />

c. de verkeersveiligheid;<br />

d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;<br />

e. de sociale veiligheid;<br />

f. de externe veiligheid.<br />

15.3 Procedure<br />

Voor het middels een omgevingsvergunning afwijken geldt de in 16.1 vermelde<br />

voorbereidingsprocedure.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 32 van 39


Artikel 16 Algemene procedureregels<br />

16.1 Afwijking en nadere eis<br />

Voor een besluit tot het verlenen van een afwijking en voor het stellen van een nadere eis geldt de<br />

volgende voorbereidingsprocedure:<br />

a. een ontwerpbesluit ligt, <strong>met</strong> bijhorende stukken, gedurende een week ter inzage;<br />

b. de terinzagelegging wordt vooraf bekend gemaakt in één of meer dag-, nieuws of<br />

huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze;<br />

c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden tot het<br />

naar voren brengen van zienswijzen gedurende de onder a genoemde termijn;<br />

d. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de<br />

beslissing daaromtrent mede;<br />

e. er kan worden afgeweken van het bepaalde onder a tot en <strong>met</strong> d indien de belangen van<br />

gebruikers en/of eigenaren van de betreffende en de aanliggende gronden niet worden<br />

geschaad.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 33 van 39


Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels<br />

Artikel 17 Overgangsrecht<br />

17.1 Overgangsrecht bouwwerken<br />

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het <strong>bestemmingsplan</strong> aanwezig of in<br />

uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan,<br />

mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,<br />

a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;<br />

b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits<br />

de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het<br />

bouwwerk is teniet gegaan.<br />

17.2 Afwijken<br />

Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van lid 17.1 voor<br />

het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid <strong>met</strong> maximaal 10%.<br />

17.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken<br />

Lid 17.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van<br />

inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd <strong>met</strong> het daarvoor geldende plan,<br />

daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.<br />

17.4 Overgangsrecht gebruik<br />

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het<br />

<strong>bestemmingsplan</strong> en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.<br />

17.5 Strijdig gebruik<br />

Het is verboden het <strong>met</strong> het <strong>bestemmingsplan</strong> strijdige gebruik, bedoeld in lid 17.4, te veranderen<br />

of te laten veranderen in een ander <strong>met</strong> dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de<br />

afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.<br />

17.6 Verboden gebruik<br />

Indien het gebruik, bedoeld in het lid 17.4, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode<br />

langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten<br />

hervatten.<br />

17.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik<br />

Lid 17.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was <strong>met</strong> het voorheen geldende<br />

<strong>bestemmingsplan</strong>, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 34 van 39


Artikel 18 Slotregel<br />

Deze regels worden aangehaald als:<br />

Regels van het <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune.<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 35 van 39


Bijlagen<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 36 van 39


Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 37 van 39


Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

nummer<br />

15 10, 11 - VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN<br />

151 101, 102 0 Slachterijen en overige vleesverwerking:<br />

151 101, 102 1 - slachterijen en pluimveeslachterijen 100 0 100 C 50 R 100 D 3.2<br />

151 101 3 - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval 300 0 100 C 50 R 300 4.2<br />

151 101 4 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² 100 0 100 C 50 R 100 3.2<br />

151 101 5 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o.


Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

nummer<br />

1552 1052 2 - consumptie-ijsfabrieken: p.o. = 7500 kg meel/week 100 30 100 C 30 100 3.2<br />

1582 1072 Banket, biscuit- en koekfabrieken 100 10 100 C 30 100 3.2<br />

1583 1081 0 Suikerfabrieken:<br />

1584 10821 0 Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:<br />

1584 10821 2 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken <strong>met</strong> p.o. < 2.000 m² 100 30 50 30 100 3.2<br />

1584 10821 4 - Suikerwerkfabrieken <strong>met</strong> suiker branden 300 30 50 30 R 300 4.2<br />

1584 10821 5 - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² 100 30 50 30 R 100 3.2<br />

1585 1073 Deegwarenfabrieken 50 30 10 10 50 3.1<br />

1586 1083 0 Koffiebranderijen en theepakkerijen:<br />

1586 1083 2 - theepakkerijen 100 10 30 10 100 3.2<br />

1587 108401 Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden 200 30 50 10 200 4.1<br />

1589 1089 Vervaardiging van overige voedingsmiddelen 200 30 50 30 200 D 4.1<br />

1589.1 1089 Bakkerijgrondstoffenfabrieken 200 50 50 50 R 200 4.1<br />

1589.2 1089 0 Soep- en soeparomafabrieken:<br />

1589.2 1089 1 - zonder poederdrogen 100 10 50 10 100 3.2<br />

1589.2 1089 2 - <strong>met</strong> poederdrogen 300 50 50 50 R 300 4.2<br />

1589.2 1089 Bakmeel- en puddingpoederfabrieken 200 50 50 30 200 4.1<br />

1591 110101 Destilleerderijen en likeurstokerijen 300 30 200 C 30 300 4.2<br />

1592 110102 0 Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:<br />

1592 110102 1 - p.c. < 5.000 t/j 200 30 200 C 30 R 200 4.1<br />

1592 110102 2 - p.c. >= 5.000 t/j 300 50 300 C 50 R 300 4.2<br />

1596 1105 Bierbrouwerijen 300 30 100 C 50 R 300 4.2<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE


Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

nummer<br />

1597 1106 Mouterijen 300 50 100 C 30 300 4.2<br />

1598 1107 Mineraalwater- en frisdrankfabrieken 10 0 100 50 R 100 3.2<br />

16 12 -<br />

16 12 - VERWERKING VAN TABAK<br />

160 120 Tabakverwerkende industrie 200 30 50 C 30 200 4.1<br />

17 13 -<br />

17 13 - VERVAARDIGING VAN TEXTIEL<br />

171 131 Bewerken en spinnen van textielvezels 10 50 100 30 100 3.2<br />

172 132 0 Weven van textiel:<br />

172 132 1 - aantal weefgetouwen < 50 10 10 100 0 100 3.2<br />

173 133 Textielveredelingsbedrijven 50 0 50 10 50 3.1<br />

174, 175 139 Vervaardiging van textielwaren 10 0 50 10 50 3.1<br />

1751 1393 Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken 100 30 200 10 200 4.1<br />

176, 177 139, 143 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen 0 10 50 10 50 3.1<br />

18 14 -<br />

18 14 - VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT<br />

181 141 Vervaardiging kleding van leer 30 0 50 0 50 3.1<br />

183 142, 151 Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont 50 10 10 10 50 3.1<br />

19 15 -<br />

19 15 - VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)<br />

191 151, 152 Lederfabrieken 300 30 100 10 300 4.2<br />

192 151 Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) 50 10 30 10 50 D 3.1<br />

193 152 Schoenenfabrieken 50 10 50 10 50 3.1<br />

20 16 -<br />

20 16 - HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.<br />

2010.1 16101 Houtzagerijen 0 50 100 50 R 100 3.2<br />

2010.2 16102 0 Houtconserveringsbedrijven:<br />

2010.2 16102 1 - <strong>met</strong> creosootolie 200 30 50 10 200 4.1<br />

2010.2 16102 2 - <strong>met</strong> zoutoplossingen 10 30 50 10 50 3.1<br />

202 1621 Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 100 30 100 10 100 3.2<br />

203, 204, 205 162 0 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 0 30 100 0 100 3.2<br />

203, 204, 205 162 1 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 0 30 50 0 50 3.1<br />

21 17 -<br />

21 17 - VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN<br />

2111 1711 Vervaardiging van pulp 200 100 200 C 50 R 200 4.1<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE


Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

nummer<br />

2112 1712 0 Papier- en kartonfabrieken:<br />

2112 1712 1 - p.c. < 3 t/u 50 30 50 C 30 R 50 3.1<br />

212 172 Papier- en kartonwarenfabrieken 30 30 100 C 30 R 100 3.2<br />

2121.2 17212 0 Golfkartonfabrieken:<br />

2121.2 17212 1 - p.c. < 3 t/u 30 30 100 C 30 R 100 3.2<br />

22 58 -<br />

22 58 - UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA<br />

2221 1811 Drukkerijen van dagbladen 30 0 100 C 10 100 3.2<br />

2222 1812 Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) 30 0 100 10 100 3.2<br />

23 19 -<br />

23 19 - AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN<br />

2320.2 19202 A Smeeroliën- en vettenfabrieken 50 0 100 30 R 100 3.2<br />

2320.2 19202 B Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie 300 0 100 50 R 300 4.2<br />

2320.2 19202 C Aardolieproduktenfabrieken n.e.g. 300 0 200 50 R 300 D 4.2<br />

24 20 -<br />

24 20 - VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN<br />

2411 2011 0 Vervaardiging van industriële gassen:<br />

2412 2012 Kleur- en verfstoffenfabrieken 200 0 200 C 200 R 200 D 4.1<br />

2413 2012 0 Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:<br />

2413 2012 1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 100 30 300 C 300 R 300 D 4.2<br />

2414.1 20141 A0 Organ. chemische grondstoffenfabrieken:<br />

2414.1 20141 A1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 300 10 200 C 300 R 300 D 4.2<br />

2414.1 20141 B0 Methanolfabrieken:<br />

2414.1 20141 B1 - p.c. < 100.000 t/j 100 0 200 C 100 R 200 4.1<br />

2414.2 20149 0 Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):<br />

2414.2 20149 1 - p.c. < 50.000 t/j 300 0 200 C 100 R 300 4.2<br />

242 202 0 Landbouwchemicaliënfabrieken:<br />

243 203 Verf, lak en vernisfabrieken 300 30 200 C 300 R 300 D 4.2<br />

2441 2120 0 Farmaceutische grondstoffenfabrieken:<br />

2441 2110 1 - p.c. < 1.000 t/j 200 10 200 C 300 R 300 4.2<br />

2442 2120 0 Farmaceutische produktenfabrieken:<br />

2442 2120 1 - formulering en afvullen geneesmiddelen 50 10 50 50 R 50 3.1<br />

2451 2041 Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken 300 100 200 C 100 R 300 4.2<br />

2452 2042 Parfumerie- en cos<strong>met</strong>icafabrieken 300 30 50 C 50 R 300 4.2<br />

2462 2052 0 Lijm- en plakmiddelenfabrieken:<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE


Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

nummer<br />

2462 2052 1 - zonder dierlijke grondstoffen 100 10 100 50 100 3.2<br />

2464 205902 Fotochemische produktenfabrieken 50 10 100 50 R 100 3.2<br />

2466 205903 A Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken 50 10 50 50 R 50 3.1<br />

2466 205903 B Overige chemische produktenfabrieken n.e.g. 200 30 100 C 200 R 200 D 4.1<br />

247 2060 Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken 300 30 300 C 200 R 300 4.2<br />

25 22 -<br />

25 22 - VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF<br />

2511 221101 Rubberbandenfabrieken 300 50 300 C 100 R 300 4.2<br />

2512 221102 0 Loopvlakvernieuwingsbedrijven:<br />

2512 221102 1 - vloeropp. < 100 m2 50 10 30 30 50 3.1<br />

2512 221102 2 - vloeropp. >= 100 m2 200 50 100 50 R 200 4.1<br />

2513 2219 Rubber-artikelenfabrieken 100 10 50 50 R 100 D 3.2<br />

252 222 0 Kunststofverwerkende bedrijven:<br />

252 222 1 - zonder fenolharsen 200 50 100 100 R 200 4.1<br />

252 222 2 - <strong>met</strong> fenolharsen 300 50 100 200 R 300 4.2<br />

252 222 3 - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen 50 30 50 30 50 3.1<br />

26 23 -<br />

26 23 - VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN<br />

261 231 0 Glasfabrieken:<br />

261 231 1 - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j 30 30 100 30 100 3.2<br />

261 231 3 - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j 300 100 100 30 300 4.2<br />

2615 231 Glasbewerkingsbedrijven 10 30 50 10 50 3.1<br />

262, 263 232, 234 0 Aardewerkfabrieken:<br />

262, 263 232, 234 2 - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW 30 50 100 30 100 3.2<br />

264 233 A Baksteen en baksteenelementenfabrieken 30 200 200 30 200 4.1<br />

264 233 B Dakpannenfabrieken 50 200 200 100 R 200 4.1<br />

2651 2351 0 Cementfabrieken:<br />

2652 235201 0 Kalkfabrieken:<br />

2652 235201 1 - p.c. < 100.000 t/j 30 200 200 30 R 200 4.1<br />

2653 235202 0 Gipsfabrieken:<br />

2653 235202 1 - p.c. < 100.000 t/j 30 200 200 30 R 200 4.1<br />

2661.1 23611 0 Betonwarenfabrieken:<br />

2661.1 23611 1 - zonder persen, triltafels en bekistingtrille 10 100 200 30 200 4.1<br />

2661.1 23611 2 - <strong>met</strong> persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d 10 100 300 30 300 4.2<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE


Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

nummer<br />

2661.2 23612 0 Kalkzandsteenfabrieken:<br />

2661.2 23612 1 - p.c. < 100.000 t/j 10 50 100 30 100 3.2<br />

2662 2362 Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 50 50 100 30 100 3.2<br />

2663, 2664 2363, 2364 0 Betonmortelcentrales:<br />

2663, 2664 2363, 2364 1 - p.c. < 100 t/u 10 50 100 10 100 3.2<br />

2665, 2666 2365, 2369 0 Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:<br />

2665, 2666 2365, 2369 1 - p.c. < 100 t/d 10 50 100 50 R 100 3.2<br />

267 237 0 Natuursteenbewerkingsbedrijven:<br />

267 237 1 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² 10 30 100 0 100 D 3.2<br />

267 237 2 - zonder breken, zeven en drogen: p.o.


Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

nummer<br />

281 251, 331 1a - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 30 30 50 10 50 3.1<br />

281 251, 331 2 - in open lucht, p.o. < 2.000 m2 30 50 200 30 200 4.1<br />

2821 2529, 3311 0 Tank- en reservoirbouwbedrijven:<br />

2821 2529, 3311 1 - p.o. < 2.000 m2 30 50 300 30 R 300 4.2<br />

2822, 2830 2521, 2530, 3311 Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels 30 30 200 30 200 4.1<br />

284 255, 331 A Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven 10 30 200 30 200 4.1<br />

284 255, 331 B Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. 50 30 100 30 100 D 3.2<br />

284 255, 331 B1 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 30 30 50 10 50 D 3.1<br />

2851 2561, 3311 0 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:<br />

2851 2561, 3311 1 - algemeen 50 50 100 50 100 3.2<br />

2851 2561, 3311 10 - stralen 30 200 200 30 200 D 4.1<br />

2851 2561, 3311 11 - <strong>met</strong>aalharden 30 50 100 50 100 D 3.2<br />

2851 2561, 3311 12 - lakspuiten en moffelen 100 30 100 50 R 100 D 3.2<br />

2851 2561, 3311 2 - scoperen (opspuiten van zink) 50 50 100 30 R 100 D 3.2<br />

2851 2561, 3311 3 - thermisch verzinken 100 50 100 50 100 3.2<br />

2851 2561, 3311 4 - thermisch vertinnen 100 50 100 50 100 3.2<br />

2851 2561, 3311 5 - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) 30 50 100 30 100 3.2<br />

2851 2561,3311 6 - anodiseren, eloxeren 50 10 100 30 100 3.2<br />

2851 2561, 3311 7 - chemische oppervlaktebehandeling 50 10 100 30 100 3.2<br />

2851 2561, 3311 8 - emailleren 100 50 100 50 R 100 3.2<br />

2851 2561, 3311 9 - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) 30 30 100 50 100 3.2<br />

2852 2562, 3311 1 Overige <strong>met</strong>aalbewerkende industrie 10 30 100 30 100 D 3.2<br />

2852 2562, 3311 2 Overige <strong>met</strong>aalbewerkende industrie, inpandig, p.o.


Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

nummer<br />

31 26, 27, 33 -<br />

31 26, 27, 33 - VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.<br />

311 271, 331 Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie 200 30 30 50 200 4.1<br />

312 271, 273 Schakel- en installatiemateriaalfabrieken 200 10 30 50 200 4.1<br />

313 273 Elektrische draad- en kabelfabrieken 100 10 200 100 R 200 D 4.1<br />

314 272 Accumulatoren- en batterijenfabrieken 100 30 100 50 100 3.2<br />

315 274 Lampenfabrieken 200 30 30 300 R 300 4.2<br />

32 26,33 -<br />

32 26, 33 - VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.<br />

321 t/m 323 261, 263, 264, 331 Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. 30 0 50 30 50 D 3.1<br />

3210 2612 Fabrieken voor gedrukte bedrading 50 10 50 30 50 3.1<br />

33 26, 32, 33 -<br />

33 26, 32, 33 - VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN<br />

33 26, 32, 33 A Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie 30 0 30 0 30 2<br />

34 29 -<br />

34 29 VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS<br />

341 291 0 Autofabrieken en assemblagebedrijven<br />

341 291 1 - p.o. < 10.000 m2 100 10 200 C 30 R 200 D 4.1<br />

3420.1 29201 Carrosseriefabrieken 100 10 200 30 R 200 4.1<br />

3420.2 29202 Aanhangwagen- en opleggerfabrieken 30 10 200 30 200 4.1<br />

343 293 Auto-onderdelenfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2<br />

35 30 -<br />

35 30 - VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)<br />

351 301, 3315 0 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:<br />

351 301, 3315 1 - houten schepen 30 30 50 10 50 3.1<br />

351 301, 3315 2 - kunststof schepen 100 50 100 50 R 100 3.2<br />

351 301, 3315 3 - <strong>met</strong>alen schepen < 25 m 50 100 200 30 200 4.1<br />

352 302, 317 0 Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:<br />

352 302, 317 1 - algemeen 50 30 100 30 100 3.2<br />

353 303,3316 0 Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:<br />

353 303, 3316 1 - zonder proefdraaien motoren 50 30 200 30 200 4.1<br />

354 309 Rijwiel- en motorrijwielfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2<br />

355 3099 Transportmiddelenindustrie n.e.g. 30 30 100 30 100 D 3.2<br />

36 31 -<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE


Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

nummer<br />

36 31 - VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.<br />

361 310 1 Meubelfabrieken 50 50 100 30 100 D 3.2<br />

361 9524 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 0 10 10 0 10 1<br />

362 321 Fabricage van munten, sieraden e.d. 30 10 10 10 30 2<br />

363 322 Muziekinstrumentenfabrieken 30 10 30 10 30 2<br />

364 323 Sportartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1<br />

365 324 Speelgoedartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1<br />

3663.1 32991 Sociale werkvoorziening 0 30 30 0 30 2<br />

3663.2 32999 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 30 10 50 30 50 D 3.1<br />

37 38 -<br />

37 38 - VOORBEREIDING TOT RECYCLING<br />

372 383202 A0 Puinbrekerijen en -malerijen:<br />

372 383202 A1 - v.c. < 100.000 t/j 30 100 300 10 300 4.2<br />

372 383202 B Rubberregeneratiebedrijven 300 50 100 50 R 300 4.2<br />

372 383202 C Afvalscheidingsinstallaties 200 200 300 C 50 300 4.2<br />

40 35 -<br />

40 35 - PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER<br />

40 35 B0 bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:<br />

- covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen<br />

40 35 B1 voedingsindustrie 100 50 100 30 R 100 3.2<br />

40 35 B2 - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa 50 50 100 30 R 100 3.2<br />

40 35 C0 Elektriciteitsdistributiebedrijven, <strong>met</strong> transformatorvermogen:<br />

40 35 C1 - < 10 MVA 0 0 30 C 10 30 2<br />

40 35 C2 - 10 - 100 MVA 0 0 50 C 30 50 3.1<br />

40 35 C3 - 100 - 200 MVA 0 0 100 C 50 100 3.2<br />

40 35 D0 Gasdistributiebedrijven:<br />

40 35 D1 - gascompressorstations vermogen < 100 MW 0 0 300 C 100 300 4.2<br />

40 35 D5 - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D 0 0 50 C 50 R 50 3.1<br />

40 35 E0 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:<br />

40 35 E1 - stadsverwarming 30 10 100 C 50 100 3.2<br />

41 36 -<br />

41 36 - WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER<br />

41 36 A0 Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:<br />

41 36 A2 - bereiding <strong>met</strong> chloorbleekloog e.d. en/of straling 10 0 50 C 30 50 3.1<br />

41 36 B0 Waterdistributiebedrijven <strong>met</strong> pompvermogen:<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE


Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

nummer<br />

41 36 B1 - < 1 MW 0 0 30 C 10 30 2<br />

41 36 B2 - 1 - 15 MW 0 0 100 C 10 100 3.2<br />

41 36 B3 - >= 15 MW 0 0 300 C 10 300 4.2<br />

45 41, 42, 43 -<br />

45 41, 42, 43 - BOUWNIJVERHEID<br />

45 41, 42, 43 0 Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² 10 30 100 10 100 3.2<br />

45 41, 42, 43 1 - bouwbedrijven algemeen: b.o. 1000 m² 10 30 50 10 50 3.1<br />

45 41, 42, 43 3 - aannemersbedrijven <strong>met</strong> werkplaats: b.o.< 1000 m² 0 10 30 10 30 2<br />

50 45, 47 -<br />

50 45, 47 - HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS<br />

501 451 Groothandel in vrachtauto's (incl. import) 10 10 100 10 100 3.2<br />

5020.4 45204 A Autoplaatwerkerijen 10 30 100 10 100 3.2<br />

5020.4 45204 C Autospuitinrichtingen 50 30 30 30 R 50 3.1<br />

51 46 -<br />

51 46 - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING<br />

5121 4621 0 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders 30 30 50 30 R 50 3.1<br />

5122 4622 Grth in bloemen en planten 10 10 30 0 30 2<br />

5123 4623 Grth in levende dieren 50 10 100 C 0 100 3.2<br />

5124 4624 Grth in huiden, vellen en leder 50 0 30 0 50 3.1<br />

5125, 5131 46217, 4631 Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen 30 10 30 50 R 50 3.1<br />

5132, 5133 4632, 4633 Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën 10 0 30 50 R 50 3.1<br />

5134 4634 Grth in dranken 0 0 30 0 30 2<br />

5135 4635 Grth in tabaksprodukten 10 0 30 0 30 2<br />

5136 4636 Grth in suiker, chocolade en suikerwerk 10 10 30 0 30 2<br />

5137 4637 Grth in koffie, thee, cacao en specerijen 30 10 30 0 30 2<br />

5138, 5139 4638, 4639 Grth in overige voedings- en genotmiddelen 10 10 30 10 30 2<br />

514 464, 46733 Grth in overige consumentenartikelen 10 10 30 10 30 2<br />

5148.7 46499 0 Grth in vuurwerk en munitie:<br />

5148.7 46499 5 - munitie 0 0 30 30 30 2<br />

5151.1 46711 0 Grth in vaste brandstoffen:<br />

5151.1 46711 1 - klein, lokaal verzorgingsgebied 10 50 50 30 50 3.1<br />

5151.2 46712 0 Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:<br />

5151.2 46712 1 - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3 50 0 50 200 R 200 D 4.1<br />

5151.2 46712 3 - tot vloeistof verdichte gassen 50 0 50 300 R 300 D 4.2<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE


Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

nummer<br />

5151.3 46713 Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) 100 0 30 50 100 3.2<br />

5152.1 46721 0 Grth in <strong>met</strong>aalertsen:<br />

5152.1 46721 1 - opslag opp. < 2.000 m2 30 300 300 10 300 4.2<br />

5152.2 /.3 46722, 46723 Grth in <strong>met</strong>alen en -halffabrikaten 0 10 100 10 100 3.2<br />

5153 4673 0 Grth in hout en bouwmaterialen:<br />

5153 4673 1 - algemeen: b.o. > 2000 m² 0 10 50 10 50 3.1<br />

5153 4673 2 - algemeen: b.o. 200 m² 0 30 100 0 100 3.2<br />

5153.4 46735 6 - algemeen: b.o. 2.000 m² 0 0 50 10 50 3.1<br />

5154 4674 2 - algemeen: b.o. < = 2.000 m² 0 0 30 0 30 2<br />

5155.1 46751 Grth in chemische produkten 50 10 30 100 R 100 D 3.2<br />

5155.2 46752 Grth in kunstmeststoffen 30 30 30 30 R 30 2<br />

5156 4676 Grth in overige intermediaire goederen 10 10 30 10 30 2<br />

5157 4677 0 Autosloperijen: b.o. > 1000 m² 10 30 100 30 100 3.2<br />

5157 4677 1 - autosloperijen: b.o. 1000 m² 10 30 100 10 100 D 3.2<br />

5157.2/3 4677 1 - overige groothandel in afval en schroot: b.o. 1000 m² 0 0 100 C 30 100 3.2<br />

6024 494 1 - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o.


Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

nummer<br />

6311.1 52241 7 - tankercleaning 300 10 100 C 200 R 300 4.2<br />

6311.2 52242 0 Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:<br />

6311.2 52241 1 - containers 0 10 300 50 R 300 4.2<br />

6311.2 52242 10 - tankercleaning 300 10 100 200 R 300 4.2<br />

6311.2 52242 2 - stukgoederen 0 10 100 50 R 100 D 3.2<br />

6311.2 52242 3 - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m² 30 200 300 30 300 4.2<br />

6311.2 52242 5 - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u 50 300 200 50 R 300 4.2<br />

6311.2 52242 7 - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2 50 300 300 50 300 4.2<br />

6312 52102, 52109 A Distributiecentra, koelhuizen 30 10 50 C 50 R 50 D 3.1<br />

6312 52109 B Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) 0 0 30 C 10 30 2<br />

6321 5221 2 Stalling van vrachtwagens (<strong>met</strong> koelinstallaties) 10 0 100 C 30 100 3.2<br />

64 53 -<br />

64 53 - POST EN TELECOMMUNICATIE<br />

641 531, 532 Post- en koeriersdiensten 0 0 30 C 0 30 2<br />

642 61 A Telecommunicatiebedrijven 0 0 10 C 0 10 1<br />

71 77 -<br />

71 77 -<br />

VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE<br />

GOEDEREN<br />

712 7712, 7739 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) 10 0 50 10 50 D 3.1<br />

713 773 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 10 0 50 10 50 D 3.1<br />

714 772 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. 10 10 30 10 30 D 2<br />

72 62<br />

72 62 - COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE<br />

72 58, 63 B Datacentra 0 0 30 C 0 30 2<br />

74<br />

63, 69tm71,<br />

73,74,77,78, 80tm82 -<br />

74<br />

63, 69tm71,<br />

73,74,77,78, 80tm82 - OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING<br />

747 812 Reinigingsbedrijven voor gebouwen 50 10 30 30 50 D 3.1<br />

7481.3 74203 Foto- en filmontwikkelcentrales 10 0 30 C 10 30 2<br />

7484.3 82991 Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten 50 30 200 C 50 R 200 4.1<br />

90 37, 38, 39 -<br />

90 37, 38, 39 - MILIEUDIENSTVERLENING<br />

9001 3700 A0 RWZI's en gierverwerkingsinricht., <strong>met</strong> afdekking voorbezinktanks:<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE


Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />

SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />

nummer<br />

9001 3700 A1 - < 100.000 i.e. 200 10 100 C 10 200 4.1<br />

9001 3700 B rioolgemalen 30 0 10 C 0 30 2<br />

9002.1 381 A Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. 50 30 50 10 50 3.1<br />

9002.1 381 B <strong>Gemeente</strong>werven (afval-inzameldepots) 30 30 50 30 R 50 3.1<br />

9002.1 381 C Vuiloverslagstations 200 200 300 30 300 4.2<br />

9002.2 382 A0 Afvalverwerkingsbedrijven:<br />

9002.2 382 A2 - kabelbranderijen 100 50 30 10 100 3.2<br />

9002.2 382 A4 - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 50 10 30 10 50 3.1<br />

9002.2 382 A5 - oplosmiddelterugwinning 100 0 10 30 R 100 D 3.2<br />

9002.2 382 A7 - verwerking fotochemisch en galvano-afval 10 10 30 30 R 30 2<br />

9002.2 382 B Vuilstortplaatsen 300 200 300 10 300 4.2<br />

9002.2 382 C0 Composteerbedrijven:<br />

9002.2 382 C3 - belucht v.c. < 20.000 ton/jr 100 100 100 10 100 3.2<br />

9002.2 382 C4 - belucht v.c. > 20.000 ton/jr 200 200 100 30 200 4.1<br />

9002.2 382 C5 - GFT in gesloten gebouw 200 50 100 100 R 200 4.1<br />

93 96 -<br />

93 96 - OVERIGE DIENSTVERLENING<br />

9301.1 96011 A Wasserijen en strijkinrichtingen 30 0 50 C 30 50 3.1<br />

9301.1 96011 B Tapijtreinigingsbedrijven 30 0 50 30 50 3.1<br />

9301.2 96012 Chemische wasserijen en ververijen 30 0 30 30 R 30 2<br />

9301.3 96013 A Wasverzendinrichtingen 0 0 30 0 30 2<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE


Bijlage 2 Bestaande bedrijven afwijkend van zonering<br />

Adres Typologie bedrijf SBI-code<br />

(2008)<br />

Bedrijventerrein De Greune<br />

De Greune 4 De uitoefening van een<br />

installatiebedrijf<br />

De Greune 7 Vervaardiging van<br />

kunststof kozijnen<br />

De Greune 15 Groothandel in groenten<br />

en fruit<br />

De Greune 36a Metaalbewerking 2562.1,<br />

3311.1<br />

Bedrijventerrein Stepelo<br />

Metaalstraat 22 Handelsbemiddeling in<br />

ertsen, <strong>met</strong>alen,<br />

brandstoffen en<br />

chemische producten<br />

Bouwstraat 7 <strong>Ontwerp</strong>en en produceren<br />

van maatwerksoftware<br />

Bedrijfscategorie<br />

bestaande situatie<br />

41, 42, 43.1 3.1 2<br />

222.1 4.1 3.1<br />

1032, 1039.2 3.2 3.1<br />

46721.1,<br />

46711.1,<br />

46751<br />

27, 28, 33.1,<br />

62 A<br />

3.2 3.1<br />

4.2 3.2<br />

3.2 3.1<br />

Bedrijfscategorie<br />

op basis<br />

<strong>bestemmingsplan</strong><br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 38 van 39


Bijlage 3 Bestaande bedrijfswoningen<br />

Adres bestaande<br />

bedrijfswoning<br />

De Greune 1<br />

De Greune 3<br />

De Greune 5<br />

De Greune 7<br />

De Greune 8<br />

De Greune 9<br />

De Greune 10<br />

De Greune 11<br />

De Greune 13<br />

De Greune 14<br />

De Greune 17<br />

De Greune 20<br />

De Greune 22<br />

De Greune 23<br />

De Greune 28<br />

De Greune 30<br />

planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 39 van 39

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!