Ontwerp bestemmingsplan met bijlagen - Gemeente Haaksbergen
Ontwerp bestemmingsplan met bijlagen - Gemeente Haaksbergen
Ontwerp bestemmingsplan met bijlagen - Gemeente Haaksbergen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
projectnaam Bestemmingsplan Stepelo en de Greune te <strong>Haaksbergen</strong><br />
identificatienummer<br />
Bestemmingsplan Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Haaksbergen</strong><br />
projectnummer 12.0385<br />
kenmerk<br />
NL.IMRO.1058.BP1085-0001<br />
BP1085 / 12.0385<br />
opdrachtgever <strong>Gemeente</strong> <strong>Haaksbergen</strong><br />
postadres<br />
Postbus 102<br />
7480 AC <strong>Haaksbergen</strong><br />
contactpersoon De heer R. Oude Moleman<br />
status <strong>Ontwerp</strong><br />
versie Definitief<br />
datum 21 maart 2013<br />
auteur<br />
paraaf<br />
J.W. Hendriks<br />
gecontroleerd B.J.M. Beernink
Toelichting <strong>bestemmingsplan</strong> “Bedrijventerreinen<br />
Stepelo en de Greune”
Inhoudsopgave<br />
Toelichting 3<br />
Hoofdstuk 1 Inleiding 4<br />
1.1 Algemeen 4<br />
1.2 Situering van het plangebied 4<br />
1.3 De bij het plan behorende stukken 5<br />
1.4 Vigerende planologische situatie 6<br />
1.5 Leeswijzer 7<br />
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 8<br />
2.1 Huidige situatie 8<br />
2.2 Toekomstige situatie 10<br />
Hoofdstuk 3 Beleid 12<br />
3.1 Algemeen 12<br />
3.2 Rijksbeleid 12<br />
3.3 Provinciaal beleid 13<br />
3.4 <strong>Gemeente</strong>lijk beleid 16<br />
Hoofdstuk 4 Milieuplanologische haalbaarheid 21<br />
4.1 Algemeen 21<br />
4.2 Bodem 21<br />
4.3 Akoestiek 21<br />
4.4 Flora en fauna 23<br />
4.5 M.e.r.-beoordeling 24<br />
4.6 Bedrijven en milieuzonering 25<br />
4.7 Externe veiligheid 30<br />
4.8 Luchtkwaliteit 32<br />
4.9 Geur 35<br />
4.10 Water 36<br />
4.11 Archeologie 38<br />
4.12 Verkeer 39<br />
Hoofdstuk 5 Juridische plantoelichting 41<br />
5.1 Algemeen 41<br />
5.2 Nadere toelichting op de regels 41<br />
Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid 43<br />
Hoofdstuk 7 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 44<br />
7.1 Algemeen 44<br />
7.2 Inspraak en overleg 44<br />
7.3 Zienswijzen 44<br />
Bijlagen 45<br />
Bijlage 1 Invoergegevens akoestisch onderzoek 46<br />
Bijlage 2 Geluidscontouren 47<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 2 van 47
Toelichting<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 3 van 47
Hoofdstuk 1 Inleiding<br />
1.1 Algemeen<br />
De gemeente <strong>Haaksbergen</strong> is bezig <strong>met</strong> de actualisatie van de verschillende <strong>bestemmingsplan</strong>nen<br />
die gelden op haar grondgebied. Veel van die <strong>bestemmingsplan</strong>nen zijn verouderd. Hierdoor<br />
komen de <strong>bestemmingsplan</strong>nen niet meer overeen <strong>met</strong> de huidige situatie. Ook voldoen de<br />
<strong>bestemmingsplan</strong>nen daardoor niet meer aan de nieuwste eisen en wensen.<br />
De Rijksoverheid hecht tevens veel waarde aan een zo actueel mogelijke planologisch<br />
toetsingskader. Zo stelt de Wet ruimtelijke ordening eisen aan de leeftijd van <strong>bestemmingsplan</strong>nen.<br />
Het gevolg van verouderde plannen (ouder dan 10 jaar) kan zijn dat er geen bouwleges meer<br />
geheven kunnen worden.<br />
De <strong>bestemmingsplan</strong>nen voor de bedrijventerreinen Stepelo en de Greune zijn beiden ouder dan<br />
10 jaar en dienen derhalve geactualiseerd te worden.<br />
Bij het actualiseren van <strong>bestemmingsplan</strong>nen gebruikt de gemeente voor heel <strong>Haaksbergen</strong> in<br />
principe een vergelijkbare plansystematiek. De bestemmingen en regels van de geactualiseerde<br />
<strong>bestemmingsplan</strong>nen sluiten daardoor grotendeels op elkaar aan. Daarmee vergroot de gemeente<br />
de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid van de burgers.<br />
Daarnaast voegt de gemeente bij het actualiseren van de <strong>bestemmingsplan</strong>nen verschillende<br />
plangebieden samen (in casu de bedrijventerreinen Stepelo en de Greune). Daardoor verminderd<br />
het totaal aantal <strong>bestemmingsplan</strong>nen in de gemeente <strong>Haaksbergen</strong>. Hierdoor zijn de<br />
<strong>bestemmingsplan</strong>nen meer overzichtelijk.<br />
Bij het actualiseren van een <strong>bestemmingsplan</strong> legt de gemeente het volgende in het<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> vast:<br />
de bestaande situatie;<br />
ontwikkelingen die een aparte planologische procedure hebben doorlopen;<br />
nieuw geformuleerd beleid <strong>met</strong> ruimtelijke gevolgen;<br />
nieuwe ontwikkelingen <strong>met</strong> ruimtelijke gevolgen die:<br />
1. ondergeschikt zijn waardoor geen aparte planologische procedure noodzakelijk is, en;<br />
2. geen financiële gevolgen voor de gemeente hebben;<br />
nieuwe ontwikkelingen <strong>met</strong> ruimtelijke gevolgen die:<br />
1. de gemeente de komende tien jaar verwacht;<br />
2. een vastgesteld stedenbouwkundig plan hebben;<br />
3. ruimtelijk en milieutechnisch haalbaar zijn.<br />
In hoofdstuk 2 wordt de bestaande situatie van het plangebied weergegeven en aangegeven welke<br />
voorziene ontwikkelingen in onderhavig actualisatieplan planologisch worden ingepast.<br />
1.2 Situering van het plangebied<br />
Het plangebied betreft de twee bestaande bedrijventerreinen Stepelo en de Greune te<br />
<strong>Haaksbergen</strong>. De twee bedrijventerreinen zijn aan de noordkant van het dorp <strong>Haaksbergen</strong><br />
gesitueerd en zijn van elkaar gescheiden door de Noordsingel. Het plangebied wordt globaal<br />
omsloten aan de noordzijde door agrarische gronden en het toekomstige bedrijventerrein Stepelo,<br />
aan de oostzijde door de Kolenbranderweg, de sportvelden van TV. Veldmaat en Bon Boys en de<br />
Veldmaterveldweg, aan de zuidzijde door de toekomstige woonwijk De Greune en aan de westzijde<br />
door de Hengelosestraat.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 4 van 47
De begrenzing en de situering ten opzichte van de kern van <strong>Haaksbergen</strong> van het plangebied staan<br />
op onderstaande luchtfoto weergegeven.<br />
Afbeelding 1.1: Luchtfoto plangebied, inclusief situering t.o.v. <strong>Haaksbergen</strong><br />
1.3 De bij het plan behorende stukken<br />
Het <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune bestaat uit de volgende stukken:<br />
Toelichting, inclusief <strong>bijlagen</strong>;<br />
Verbeelding;<br />
Regels, inclusief <strong>bijlagen</strong>.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 5 van 47
1.4 Vigerende planologische situatie<br />
Ter plaatse van het plangebied vigeren momenteel twee <strong>bestemmingsplan</strong>nen, te weten:<br />
Bestemmingsplan Bedrijventerrein De Greune;<br />
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Stepelo.<br />
Bestemmingsplan Bedrijventerrein De Greune<br />
Het <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerrein De Greune is door de gemeenteraad van <strong>Haaksbergen</strong><br />
vastgesteld op 27 september 2000 en door Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel<br />
goedgekeurd op 10 april 2001, behalve voor de aanduiding „detailhandel toegestaan‟. Het plan<br />
werd op 30 januari 2002 onherroepelijk.<br />
Aan de rand van het bedrijventerrein, aan de Hengelosestraat, bevindt zich een Chinees restaurant,<br />
deze heeft de bestemming Horeca (categorie 1). Het overige deel van het terrein heeft bijna in het<br />
geheel de bestemming Bedrijfsdoeleinden, op smalle stroken voor water, groenvoorziening en<br />
verkeersgebied na. De bestemming bedrijfsdoeleinden kent twee aanduidingen „A‟ en „B‟. In het<br />
zuidelijke en zuidwestelijke deel van het <strong>bestemmingsplan</strong> zijn twee zones die de aanduiding „A‟<br />
hebben gekregen – aan de zijde van het plangebied - het overige deel van de bestemming heeft de<br />
aanduiding „B‟.<br />
Afbeelding 1.2: Uitsnede verbeelding <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerrein De Greune<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 6 van 47
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Stepelo<br />
Het <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerrein Stepelo is door de gemeenteraad van <strong>Haaksbergen</strong><br />
vastgesteld op 26 maart 1997 en door Gedeputeerde Staten goedgekeurd op 4 november 1997.<br />
Aan een deel werd goedkeuring onthouden. Het plan is op 19 juni 1998 onherroepelijk geworden.<br />
Bestemmingsplan Stepelo kent een inwaartse zonering, gezien vanaf de Hengelosestraat.<br />
Zonering van het <strong>bestemmingsplan</strong> heeft tot doel dat milieugevoelige functies rond het<br />
bedrijventerrein niet gehinderd worden door de aldaar aanwezige bedrijven. Anderzijds worden de<br />
bedrijven zodoende niet gehinderd door aanwezige milieugevoelige functies. Het grootste deel van<br />
het terrein heeft de bestemming Bedrijfsdoeleinden. Door aanduidingen aan te brengen (A t/m D) is<br />
zonering in het plan aangebracht.<br />
Verder maken nog twee woningen en groenstroken, wegen en waterpartijen onderdeel uit van het<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> Stepelo.<br />
Afbeelding 1.3: Uitsnede verbeelding <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerrein Stepelo<br />
1.5 Leeswijzer<br />
De toelichting van het <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune bestaat uit 8<br />
hoofdstukken. Na het eerste inleidende hoofdstuk waarin de aanleiding, het plangebied en de<br />
vigerende planologische situatie beschreven wordt, wordt in hoofdstuk 2 het plan beschreven<br />
waarop onderhavig bestemmingplan betrekking heeft. In hoofdstuk 3 wordt het relevante Rijks-,<br />
provinciale en gemeentelijke ruimtelijke beleid behandeld. In hoofdstuk 4 wordt het plan getoetst<br />
aan de verschillende milieuplanologische wet- en regelgeving. In hoofdstuk 5 wordt de opzet en<br />
bestemmingssystematiek toegelicht, waarna in de hoofdstukken 6 en 7 de financiële<br />
uitvoerbaarheid van het <strong>bestemmingsplan</strong> en de te doorlopen procedure, inclusief de resultaten<br />
hiervan, aan bod komen.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 7 van 47
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving<br />
2.1 Huidige situatie<br />
Bedrijventerrein De Greune<br />
Dit bedrijventerrein is bedoeld voor bedrijven die behoefte hebben aan kleinschalige kavels. Het<br />
gaat om veelal bedrijven in een lage milieuklasse (1 t/m 3.1). Op een deel van dit bedrijventerrein is<br />
het onder voorwaarden toegestaan om een bedrijfswoning op te richten. Aan de rand van het<br />
bedrijventerrein, aan de Hengelosestraat, bevindt zich een Chinees restaurant.<br />
Het bedrijventerrein kenmerkt zich door fraai vormgegeven bedrijfsbebouwing inclusief (bij<br />
sommige percelen) in het architectonisch ontwerp geïntegreerde bedrijfswoningen. Op het<br />
bedrijventerrein is één antennemast voor mobiele telefonie gesitueerd, welke voor wat betreft de<br />
bouwhoogte afwijkt van de standaard regeling voor bijbehorende bouwwerken geen gebouwen<br />
zijnde. Gelet hierop zal de antennemast middels een aanduiding op de verbeelding vastgelegd<br />
worden.<br />
Op het bedrijventerrein zijn nog enkele kavels beschikbaar. Ter plaatse van de rotonde<br />
Hengelosestraat/Noordsingel bestaan reeds concrete plannen voor de realisatie van een<br />
tankstation.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 8 van 47
Afbeelding 2.1: Tabel kenmerken bedrijventerrein De Greune (bron: Bedrijventerreinvisie <strong>Haaksbergen</strong>)<br />
Bedrijventerrein Stepelo<br />
Dit bedrijventerrein is bedoeld voor bedrijven die, anders dan de bedrijven op De Greune, behoefte<br />
hebben aan meer grootschalige kavels. Het gaat veelal om kavels boven de 2.000 m². Stepelo is<br />
een modern bedrijventerrein <strong>met</strong> een parkmanagementorganisatie. Op dit terrein zijn geen<br />
bedrijfswoningen toegestaan.<br />
Het bedrijventerrein kenmerkt zich door de ruime opzet van de kavels en de wegenstructuur waarbij<br />
groenstroken tussen de weg en de bedrijfspercelen een groen karakter aan het bedrijventerrein<br />
geven.<br />
Op het bedrijventerrein is sprake van enkele nog niet ingevulde kavels en leegstaande<br />
bedrijfsgebouwen. Voor een aantal van de vrije kavels op Stepelo is concrete bouwplannen,<br />
waardoor deze op korte termijn worden ingevuld.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 9 van 47
Afbeelding 2.2: Tabel kenmerken bedrijventerrein Stepelo (bron: Bedrijventerreinvisie <strong>Haaksbergen</strong>)<br />
Overig gebied<br />
De woning aan de Kolenbranderweg 37 en de waterpartij ten zuiden van de Noordsingel maken<br />
tevens onderdeel uit van het plangebied. De bestaande situatie en planologische<br />
gebruiksmogelijkheden uit het vigerende <strong>bestemmingsplan</strong> zullen worden overgenomen.<br />
2.2 Toekomstige situatie<br />
Ten aanzien van het plangebied zijn geen concrete ontwikkelingen (<strong>met</strong> uitzondering van de<br />
invulling van nog beschikbare kavels) voorzien ten opzichte van de huidige situatie. Het<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune betreft dan ook hoofdzakelijk een<br />
conserverend <strong>bestemmingsplan</strong>. Hierin worden de feitelijke situatie en planologische rechten<br />
positief (her)bestemd en worden geen grote ontwikkelingen mogelijk gemaakt.<br />
Ten aanzien van de geldende <strong>bestemmingsplan</strong>nen worden in onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> een<br />
aantal ondergeschikte wijzigingen doorgevoerd, te weten:<br />
zelfstandige kantoorfuncties middels een afwijkingsbevoegdheid toestaan;<br />
regeling opnemen ten behoeve van bedrijfsverzamelgebouwen en detailhandel;<br />
bedrijfswoningen toestaan ter plaatse van het deelgebied De Greune.<br />
Tevens wordt de bestaande zonering in de <strong>bestemmingsplan</strong>nen geactualiseerd en opgesteld<br />
conform de systematiek uit de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering (2009)".<br />
Zelfstandige kantoorfuncties<br />
Aangezien bedrijventerreinen niet per definitie geschikt zijn voor (zelfstandige) kantoren, en<br />
hiervoor vaak geschiktere locaties zijn aangewezen, zijn zelfstandige kantoorfuncties niet bij recht<br />
toegestaan binnen de bestemming "Bedrijventerrein". Aangezien binnen de gebieden <strong>met</strong> lagere<br />
bedrijfscategorieën in specifieke gevallen kantoorfuncties wel voorstelbaar zijn, en het de wens is<br />
om de bedrijventerreinen aantrekkelijker te maken voor een breder scala aan functies, is het in dit<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 10 van 47
estemmingsplan middels een afwijkingsbevoegdheid mogelijk om mee te werken aan de vestiging<br />
van zelfstandige kantoorvoorzieningen.<br />
Bedrijfsverzamelgebouwen<br />
Bedrijfsverzamelgebouwen komen in de huidige tijd steeds vaker voor. Voor kleine ondernemers is<br />
het een ideale oplossing voor de zoektocht naar geschikte bedrijfsruimte. In veel<br />
<strong>bestemmingsplan</strong>nen, waaronder de vigerende plannen voor onderhavig plangebied, is echter<br />
geregeld dat bedrijfsgebouwen een minimale afstand tot perceelsgrenzen moeten behouden. Dit<br />
levert voor bedrijfsverzamelgebouwen het probleem op dat er planologisch gezien meerdere<br />
bedrijfsgebouwen tegen elkaar zijn gebouwd, dus tot op de perceelsgrens.<br />
In onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> is dit probleem, in lijn <strong>met</strong> het <strong>bestemmingsplan</strong> voor de eerste<br />
fase van bedrijventerrein Stepelerveld, ondervangen door voor dergelijke bebouwing een specifieke<br />
bouwregel op te nemen.<br />
Detailhandel<br />
Zoals in paragraaf 3.4.5 (Notitie detailhandel en kantoren op bedrijventerreinen, gemeente<br />
<strong>Haaksbergen</strong>) is verwoord, hanteert de gemeente het beleid om specifieke vormen van<br />
detailhandel onder voorwaarden op bedrijventerreinen toe te staan. In dit <strong>bestemmingsplan</strong> is aan<br />
dit beleid invulling gegeven door middels een afwijkingsbevoegdheid de mogelijkheid te bieden voor<br />
de vestiging van vormen van detailhandel zoals perifere detailhandel, detailhandel in volumineuze<br />
goederen en productiegebonden detailhandel.<br />
Bestaande detailhandelsvoorzieningen op de bedrijventerreinen worden positief bestemd binnen de<br />
bestemming "Bedrijventerrein".<br />
Bedrijfswoningen<br />
Op bedrijventerrein De Greune zijn meerdere bedrijfswoningen middels een<br />
vrijstellingsbevoegdheid in het vigerende <strong>bestemmingsplan</strong> gerealiseerd. Het is het voornemen om<br />
de bestaande bedrijfswoningen bij recht toe te staan, en nieuwe bedrijfswoningen mogelijk te<br />
maken daar waar voldaan wordt aan de normen ten aanzien van akoestiek ten aanzien van<br />
wegverkeerslawaai. Aangezien op het bedrijventerrein De Greune enkel lichte vormen van<br />
bedrijvigheid worden toegestaan, zal een goed woon- en leefklimaat voor bedrijfswoningen<br />
aanwezig zijn en zullen bedrijfswoningen geen belemmeringen opleveren voor in de omgeving<br />
aanwezige bedrijvigheid. In het kader van het Activiteitenbesluit zal voor een bedrijf aangetoond<br />
moeten worden dat aan wet- en regelgeving voldaan zal worden.<br />
In onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> is hieraan invulling gegeven door daar waar de<br />
voorkeursgrenswaarde voor woningen uit de Wet geluidhinder niet wordt overschreden,<br />
bedrijfswoningen toe te staan. Dit aspect is nader uitgewerkt in paragraaf 4.3.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 11 van 47
Hoofdstuk 3 Beleid<br />
3.1 Algemeen<br />
Dit hoofdstuk beschrijft, voorzover relevant, de rijks -, regionale-, provinciale -, en gemeentelijke<br />
beleidsstukken. Naast de belangrijkste algemene uitgangspunten worden de specifiek voor dit<br />
plangebied geldende uitgangspunten weergegeven. Het beleid is in dit <strong>bestemmingsplan</strong><br />
afgewogen en doorvertaald in de regels en op de plankaart (verbeelding).<br />
3.2 Rijksbeleid<br />
3.2.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte<br />
Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) in werking getreden. Deze<br />
visie vervangt verschillende nota's, zoals:<br />
de Nota Ruimte;<br />
de Structuurvisie Randstad 2040;<br />
de Nota Mobiliteit;<br />
de MobiliteitsAanpak;<br />
de Structuurvisie voor de Snelwegomgeving.<br />
Verder vervallen <strong>met</strong> de SVIR de ruimtelijke doelen en uitspraken uit de Agenda Landschap,<br />
Agenda Vitaal Platteland en Pieken in de Delta.<br />
In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) staan de plannen voor ruimte en mobiliteit. Het<br />
Rijk stelt heldere ambities voor Nederland in 2040; een visie hoe Nederland er in 2040 voor moet<br />
staan. Dit doet het Rijk op basis van de (inter)nationale ontwikkelingen die de ruimtelijke en<br />
mobiliteitsopgaven zowel bovengronds als ondergronds richting 2040 bepalen. Zo werkt het Rijk<br />
aan een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland.<br />
Het ruimtelijke en mobiliteitsbeleid wordt meer aan provincies en gemeenten overgelaten.<br />
Hieronder valt bijvoorbeeld het landschapsbeleid. De Rijksoverheid richt zich op nationale<br />
belangen, zoals een goed vestigingsklimaat, een degelijk wegennet en waterveiligheid. Tot 2028<br />
heeft het kabinet in de SVIR 3 Rijksdoelen geformuleerd:<br />
de concurrentiekracht vergroten door de ruimtelijk-economische structuur van Nederland te<br />
versterken. Dit betekent bijvoorbeeld een aantrekkelijk (internationaal) vestigingsklimaat;<br />
de bereikbaarheid verbeteren;<br />
zorgen voor een leefbare en veilige omgeving <strong>met</strong> unieke natuurlijke en cultuurhistorische<br />
waarden.<br />
De provincies en gemeenten krijgen in het nieuwe ruimtelijke en mobiliteitsbeleid meer<br />
bevoegdheden. Bijvoorbeeld op het gebied van landschappen, verstedelijking en het behoud van<br />
groene ruimte. Provincies en gemeenten zijn volgens het kabinet beter op de hoogte van de situatie<br />
in de regio en de vraag van bewoners, bedrijven en organisaties. Daardoor kunnen zij beter<br />
afwegen wat er in een gebied moet gebeuren.<br />
Navolgende afbeelding geeft aan wat de ambities van het Rijk voor Nederland in 2040 zijn.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 12 van 47
Afbeelding 3.1: Toekomstvisie Nederland 2040, Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte<br />
Voor onderhavig plangebied zijn geen specifieke beleidsuitgangspunten in de Structuurvisie<br />
Infrastructuur en Ruimte opgenomen.<br />
3.3 Provinciaal beleid<br />
3.3.1 Omgevingsvisie Provincie Overijssel<br />
De provincie Overijssel heeft het streekplan, verkeer- en vervoerplan, waterhuishoudingsplan en<br />
milieubeleidsplan samengevoegd tot één Omgevingsvisie. Hèt provinciale beleidsplan voor de<br />
fysieke leefomgeving van Overijssel. Eén van de instrumenten om het beleid uit deze<br />
Omgevingsvisie te laten doorwerken is de Omgevingsverordening. Beide documenten zijn op 1 juli<br />
2009 door Provinciale Staten vastgesteld.<br />
In de Omgevingsvisie wordt de visie op de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving van de<br />
provincie Overijssel tot 2030 weergegeven. Het beleid staat primair in dienst van de<br />
sociaal-economische ontwikkeling van Overijssel. Dit betekent dat ruimte wordt gemaakt voor<br />
ontwikkeling van werkgelegenheid en dat hoogwaardige woonmilieus tot stand worden gebracht.<br />
Die dynamiek moet benut worden als een kans om de ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid te<br />
versterken.<br />
De provincie definieert Ruimtelijke kwaliteit als: "Datgene wat ruimte geschikt maakt en houdt voor<br />
wat voor mensen belangrijk is. Of duurzamer gesteld: Wat voor mens, plant en dier belangrijk is".<br />
Ruimtelijke kwaliteit wordt gerealiseerd door naast bescherming vooral in te zetten op het verbinden<br />
van bestaande kwaliteiten en nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast bieden dorpen en kernen weer<br />
andere leefmilieus dan het stedelijk gebied. De eigenheid kan gevonden worden door de eigen<br />
karakteristieke opbouw trouw te blijven en de verbinding <strong>met</strong> het omliggende landschap of<br />
historische structuren expliciet te maken.<br />
De provincie wil ruimtelijke kwaliteit benaderen via de gebiedskenmerkencatalogus. In de catalogus<br />
gaan ze uit van een viertal lagen, de zogenaamde lagenbenadering:<br />
De natuurlijke laag: in deze laag heerst de logica van de ondergrond en het watersysteem en<br />
hoe abiotische en biotische processen daarop.<br />
De laag van het agrarisch cultuurlandschap: in deze laag gaat het om het ten nutte maken van<br />
het landschap ten behoeve van agrarische productie.<br />
De stedelijke laag: in deze laag draait het om sociale en fysieke dynamiek en diversiteit van de<br />
steden, dorpen en landstadjes en het verbindende netwerk er tussen van wegen, paden,<br />
spoorwegen en kanalen.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 13 van 47
Lust- en leisurelaag: in deze laag komen natuurlijke, functionele en sociale processen bij<br />
elkaar. Dit is de laag die gaat over beleving (onder andere recreatie) en identiteit<br />
(cultuurhistorie).<br />
De Provincie stuurt via de Omgevingsvisie op zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik,<br />
ontwikkelingsperspectieven en gebiedskenmerken. Door ontwikkeling conform de<br />
gebiedskenmerkencatalogus wordt de identiteit en diversiteit van dorpen (en steden) versterkt. Dat<br />
geldt in bijzonder voor de stads- en dorpsrandgebieden.<br />
Ontwikkelingsperspectief<br />
Op de kaart <strong>met</strong> ontwikkelingsperspectieven heeft het plangebied het perspectief<br />
'bedrijventerrein'.<br />
Afbeelding 3.2: Uitsnede kaart Ontwikkelingsperspectieven, Omgevingsvisie Provincie Overijssel<br />
Het provinciale beleid voor nieuwe en bestaande niet (sterk) verouderde bedrijventerreinen is erop<br />
gericht minimaal het kwaliteitsniveau te handhaven, maar liever te verhogen. Daarvoor is een<br />
goede samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven nodig.<br />
Van de overheid mag worden verwacht dat de inzet op relatiebeheer duidelijk vorm houdt of krijgt.<br />
<strong>Gemeente</strong>n en bedrijfsleven zijn samen verantwoordelijk voor het structureel beheren van de<br />
terreinen. Het ontwikkelen van aanvullend (financieel) instrumentarium om beheer en onderhoud te<br />
garanderen kan hierbij een rol spelen.<br />
Aan het handhaven en/of versterken van het kwaliteitsniveau van de bedrijventerreinen wordt op<br />
verschillende manieren invulling gegeven. Zo zijn de twee bedrijventerreinen tezamen <strong>met</strong><br />
bedrijventerrein 't Varck in 2009 gaan samenwerken in de Stichting Parkmanagement<br />
<strong>Haaksbergen</strong>. Deze stichting heeft als doelstelling om de kwaliteit van nieuwe bedrijventerreinen op<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 14 van 47
lange termijn te handhaven of van bestaande terreinen te verbeteren en het niveau van<br />
voorzieningen op een hoog peil te houden. Daarbij horen onder meer maatregelen om beveiliging,<br />
bewegwijzering en beheer en onderhoud te verbeteren.<br />
Op het gebied van beeldkwaliteit heeft de gemeente <strong>Haaksbergen</strong> bij de ontwikkeling van de<br />
bedrijventerreinen Stepelo en De Greune kwalitatieve uitgangspunten opgesteld voor de<br />
zichtlocaties. In onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> is aan de zichtlocaties de aanduiding 'specifieke<br />
bouwaanduiding - markante bebouwing' toegekend. Op deze wijze kan de gemeente aan de<br />
bebouwing op de zichtlocaties nadere eisen stellen om zodoende het kwalitatief hoogwaardige<br />
aanzicht van de bedrijventerreinen te waarborgen.<br />
Gelet op het bovenstaande en gelet op de achtergrond van dit plan, de actualisatie van het<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> voor twee bestaande bedrijventerreinen, kan gesteld worden dat onderhavig<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> past binnen de Omgevingsvisie.<br />
3.3.2 Omgevingsverordening Provincie Overijssel<br />
Tegelijkertijd <strong>met</strong> de Omgevingsvisie hebben Provinciale Staten op 1 juli 2009 ook de<br />
Omgevingsverordening vastgesteld.<br />
De Omgevingsverordening is één van de instrumenten om het beleid uit de Omgevingsvisie te laten<br />
doorwerken. Het uitgangspunt van de Omgevingsverordening is dat er niet meer geregeld wordt<br />
dan nodig is voor het belang zoals dat in de Omgevingsvisie is verwoord. <strong>Gemeente</strong>n krijgen<br />
zoveel mogelijk ruimte om daaraan een nadere invulling te geven. Wat elders geregeld wordt –<br />
bijvoorbeeld door het Rijk - wordt niet nog eens dubbel geregeld in deze verordening. Daarmee<br />
voorkomt de provincie extra regeldruk.<br />
Het uitgangspunt 'decentraal wat kan, centraal wat moet' is ook toegepast bij de<br />
flexibiliteitsbepalingen in deze verordening. Waar mogelijk zijn afwijkingsmogelijkheden toegepast<br />
in plaats van ontheffingsbepalingen. Ook heeft de provincie zoveel mogelijk gekozen voor positief<br />
geformuleerde voorwaarden.<br />
De Omgevingsverordening is een juridische vertaling van het beleid dat is opgenomen in de<br />
Omgevingsvisie. In de verordening zijn die onderwerpen opgenomen die hiervoor zijn aangedragen<br />
in het realisatieschema. Voor de wijze van regeling is uitgegaan van het beleid zoals dat in de<br />
Omgevingsvisie is verwoord.<br />
In het kader van het voor dit <strong>bestemmingsplan</strong> relevante provinciale beleid wordt hier alleen<br />
ingegaan op het onderdeel 'bedrijventerreinen' van de Omgevingsverordening. In de<br />
omgevingsverordening zijn voor gemeenten enkel eisen en voorwaarden vastgelegd te aanzien van<br />
de uitbreiding van of de realisatie van nieuwe bedrijventerreinen. Hiervoor dient overleg <strong>met</strong><br />
aangrenzende gemeenten gevoerd te worden en een dergelijke ontwikkeling dient beleidsmatig<br />
onderbouwd te worden door een <strong>met</strong> de provincie afgestemde bedrijventerreinvisie.<br />
Aangezien dit <strong>bestemmingsplan</strong> enkel betrekking heeft op twee bestaande bedrijventerreinen, waar<br />
hoofdzakelijk de bestaande situatie wordt vastgelegd, kan geconcludeerd worden dat dit<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> passend is binnen de provinciale omgevingsverordening.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 15 van 47
3.4 <strong>Gemeente</strong>lijk beleid<br />
3.4.1 Structuurplan <strong>Haaksbergen</strong> 2015<br />
Op 12 juli 2006 heeft de gemeenteraad van Haakbergen het Structuurplan <strong>Haaksbergen</strong> 2015<br />
vastgesteld. Hierin zijn de toekomstige ruimtelijke claims voor wonen, werken en recreatie<br />
vastgelegd, waaronder de ontwikkelingsrichting voor nieuwe bedrijventerreinen.<br />
Het structuurplan was reeds van kracht ten tijde van de inwerkingtreding van de Wro op 1 juli 2008.<br />
Het structuurplan is daarom op basis van het overgangsrecht Wro gelijk gesteld aan een<br />
structuurvisie op basis van de Wro.<br />
Afbeelding 3.2: Kaart Toekomstvisie Structuurplan <strong>Haaksbergen</strong><br />
Ten aanzien van de bedrijventerreinen Stepelo en de Greune staan in het Structuurplan geen<br />
specifieke uitgangspunten beschreven. Wel wordt uitvoerig ingegaan op de toekomstige uitbreiding<br />
van het bedrijventerrein Stepelo richting het noorden, Stepelerveld genaamd. Deze ontwikkeling<br />
wordt in een separaat <strong>bestemmingsplan</strong> mogelijk gemaakt.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 16 van 47
3.4.2 Bedrijventerreinvisie<br />
De gemeente <strong>Haaksbergen</strong> beschikt niet langer over direct uitgeefbaar bedrijventerrein. Om in de<br />
nabije toekomst aan de reguliere vraag te kunnen voldoen, dient de gemeente in een nieuwe<br />
voorraad aan bedrijfskavels te voorzien. <strong>Haaksbergen</strong> wil graag inzetten op een gedifferentieerd<br />
aanbod van bedrijventerreinen, voor zowel de vestiging van kleine en grote bedrijven, bestaande en<br />
startende bedrijven, de productiegerichte, de zwaardere en de hoogwaardigere bedrijven.<br />
De ontwikkeling van nieuw bedrijventerrein is niet zomaar mogelijk. Door de provincie Overijssel is<br />
in de Omgevingsvisie vastgelegd dat gemeenten over een zogenaamde bedrijventerreinenvisie<br />
dienen te beschikken om nieuwe bedrijventerreinen te kunnen ontwikkelen. Een samenhangende<br />
visie op de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen in relatie tot de bestaande terreinen.<br />
De gemeente <strong>Haaksbergen</strong> heeft op 25 november 2009 de Bedrijventerreinenvisie <strong>Haaksbergen</strong><br />
vastgesteld. De geactualiseerde visie is op 26 januari 2011 vastgesteld. Met deze visie komt de<br />
gemeente tegemoet aan de wens van de provincie. Daarnaast vormt deze bedrijventerreinenvisie<br />
een wezenlijke rol bij de onderbouwing van de behoefte aan nieuw bedrijventerrein.<br />
De bedrijventerreinvisie gaat tevens in op de wijze waarop de gemeente tegen de bestaande<br />
bedrijventerreinen aankijkt. De gemeente heeft ten aanzien van de bestaande bedrijventerreinen<br />
twee beleidsambities vastgesteld:<br />
1. De ruimte op de bestaande bedrijventerreinen beter benutten door het kwaliteitsniveau van<br />
deze terreinen te verhogen en te behouden;<br />
2. De ruimte op en grenzend aan de bestaande bedrijventerreinen beter benutten door de<br />
uitbreidingsmogelijkheden van bedrijven op de bestaande locatie te optimaliseren.<br />
Het onderhavige <strong>bestemmingsplan</strong> voorziet in bovenstaande ambities door flexibele gebruiks- en<br />
bebouwingsmogelijkheden op te nemen om zodoende een aantrekkelijk vestigingsklimaat, in<br />
aansluiting op de voorziene uitbreiding van het bedrijventerrein Stepelo, te creëren.<br />
3.4.3 Toekomstige bedrijventerrein Stepelerveld<br />
De gemeente <strong>Haaksbergen</strong> is voornemens, om tegemoet te komen aan de vraag naar nieuwe<br />
bedrijfskavels, het gebied bekend als het Stepelerveld te ontwikkeling als bedrijventerrein. Het<br />
toekomstige bedrijventerrein grenst aan de noordzijde van het plangebied van dit<br />
<strong>bestemmingsplan</strong>.<br />
Op het bedrijventerrein Stepelerveld zal ruimte worden geboden aan bedrijven tot een maximale<br />
categorie van 4.1. Het bedrijventerrein zal hoofdzakelijk via de Kolenbranderweg ontsloten worden<br />
waarmee een optimale aansluiting op de toekomstige N18 bewerkstelligd wordt.<br />
De eerste fase in de ontwikkeling van dit bedrijventerrein zal verkeerskundig op het bedrijventerrein<br />
Stepelo aangesloten worden middels het doortrekken van de Bouwstraat.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 17 van 47
Afbeelding 3.3: Verbeelding voorontwerp <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerrein Stepelerveld (planbegrenzing is inmiddels gewijzigd)<br />
3.4.4 Toekomstige situatie N18, Kolenbranderweg en Noordsingel<br />
N18/Kolenbranderweg<br />
De rijksweg A18/N18 loopt van Zevenaar naar Enschede over een lengte van 65 kilo<strong>met</strong>er. Het<br />
deel van Zevenaar tot Varsseveld is de snelweg A18. Het deel van Varsseveld naar Enschede, de<br />
autoweg N18, wordt ook wel Twenteroute genoemd. Deze N18 voldoet niet meer aan de eisen voor<br />
verkeersveiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid. Daarom is een nieuw tracé noodzakelijk.<br />
Hiertoe heeft er van 18 november tot en <strong>met</strong> 29 december 2011 een ontwerp-tracébesluit ter inzage<br />
gelegen waarop de definitieve toekomstige route van de N18 staat weergegeven. Hierin wordt<br />
uitgegaan van onderstaande situering <strong>met</strong> een ontsluiting voor <strong>Haaksbergen</strong> ter plaatse van de<br />
Kolenbranderweg. Deze Kolenbranderweg dient tevens aangepast te worden ten behoeve van het<br />
extra verkeer. Om die reden is de woning aan de Kolenbranderweg buiten het plangebied gelaten.<br />
Hiervoor zijn de planologische procedures reeds gestart.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 18 van 47
Afbeelding 3.4: Kaart toekomstige situatie N18 en Kolenbranderweg<br />
Noordsingel<br />
De Noordsingel vormt straks tevens een lokale ontsluitingsweg voor de wijk Hassinkbrink, de<br />
bedrijventerreinen Stepelo en de Greune en toekomstig woongebied in de Veldmaat. Het is een<br />
lokale weg, uitgevoerd als wijksontsluitingsweg en er geldt een maximumsnelheid van 50 kilo<strong>met</strong>er.<br />
Met de aansluiting van de Noordsingel op de Enschedesestraat is de rondweg van <strong>Haaksbergen</strong><br />
voltooid.<br />
3.4.5 Notitie Detailhandel en kantoren op bedrijfsterreinen<br />
De gemeente <strong>Haaksbergen</strong> heeft in mei 2001 de beleidsnotitie "Detailhandel en kantoren op<br />
bedrijfsterreinen" opgesteld. In deze notitie is aandacht besteed aan de wenselijkheid van<br />
detailhandel en van ondergeschikte en/of zelfstandige kantoorruimten op bedrijfsterreinen. Ten<br />
aanzien van detailhandel op bedrijfsterreinen is het volgende beleid geformuleerd:<br />
Winkelvoorzieningen dienen in het centrumgebied van <strong>Haaksbergen</strong> gevestigd te worden,<br />
waarbij de concentratiegedachte richtinggevend is;<br />
Bouwmarkten, tuincentra en individuele meubeltoonzalen <strong>met</strong> een oppervlakte groter dan<br />
1.000 m 2 mogen worden gevestigd op een bedrijventerrein (via vrijstelling);<br />
Detailhandel in volumineuze goederen zoals auto's, boten, caravans, keukens en badkamers<br />
en landbouwwerktuigen <strong>met</strong> een oppervlakte groter dan 1.000 m 2 mogen gevestigd worden op<br />
een bedrijfsterrein. Hierbij geldt dat brancheverwante detailhandel <strong>met</strong> een maximum van 10%<br />
van de vloeroppervlakte en een maximum oppervlak van 100 m 2 wordt toegestaan (via<br />
vrijstelling).<br />
Detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van industrie en ambacht (dat wil zeggen<br />
verkoop van in eigen bedrijf vervaardigde goederen) is toegestaan op bedrijfsterreinen. Voor<br />
de detailhandel die wordt toegestaan geldt een maximum van 10% van de vloeroppervlakte<br />
en een maximum oppervlakte van 100 m 2 (via vrijstelling);<br />
Detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen (via vrijstelling).<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 19 van 47
Ten aanzien van kantoren op bedrijfsterreinen is het volgende beleid geformuleerd:<br />
Het gebruik van delen van een pand ten behoeve van een kantoorfunctie is enkel toegestaan<br />
indien het ondergeschikte werkzaamheden ten behoeve van de bedrijfsvoering ter plaatse<br />
betreft;<br />
Het gebruiken van (een deel) van pand ten behoeve van een zelfstandige kantoorvoorziening<br />
is niet toegestaan.<br />
Conform het beleid zal binnen het plangebied volumineuze en perifere detailhandel middels een<br />
afwijkingsbevoegdheid mogelijk worden gemaakt. Gelet op de wens van de gemeente om voor de<br />
bedrijventerreinen ruimte te bieden voor mogelijke toekomstige ontwikkelingen, is er in dit<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> voor gekozen in afwijking van het beleid uit 2001 zelfstandige kantoren middels<br />
een afwijkingsbevoegheid toe te staan. In de bedrijventerreinvisie is al opgenomen dat bij de<br />
ontwikkeling van Stepelerveld, als uitbreiding van Stepelo, de mogelijkheid van vestiging van<br />
kantoren mogelijk moet zijn.<br />
3.4.6 Externe veiligheidsbeleid gemeente <strong>Haaksbergen</strong> 2006-2010<br />
De gemeente <strong>Haaksbergen</strong> is bezig <strong>met</strong> de actualisatie van het geldende externe veiligheidsbeleid.<br />
Momenteel is het beleid, vastgelegd in 2007, nog van kracht. In de beleidsnota staat beschreven<br />
welke externe veiligheidsaspecten in de gemeente <strong>Haaksbergen</strong> aanwezig zijn en op welke wijze<br />
hiermee omgegaan dient te worden. Op basis van deze beleidsnota kan worden geconcludeerd dat<br />
in het plangebied en de directe omgeving daarvan geen risicobronnen ten aanzien van externe<br />
veiligheid aanwezig zijn. Zo zijn er geen risicovolle inrichtingen (BEVI-inrichtingen) aanwezig, is<br />
geen van de omliggende wegen aangewezen als route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen en<br />
zijn er geen buisleidingen aanwezig welke gebruikt worden voor het grootschalig vervoeren van<br />
gevaarlijke stoffen (bijv. gasleidingen). Wel zal het bedrijf Unipro zich vestigen op het<br />
bedrijventerrein Stepelerveld, in paragraaf 4.7 zal hier nader op worden ingegaan.<br />
In de beleidsnota wordt enkel gesproken over de mogelijke vestiging van een lpg-tankstation op<br />
bedrijventerrein De Greune aan de Noordsingel. Er wordt nu alleen een tankstation gerealiseerd<br />
zonder een verkooppunt van lpg.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 20 van 47
Hoofdstuk 4 Milieuplanologische haalbaarheid<br />
4.1 Algemeen<br />
Dit hoofdstuk geeft de randvoorwaarden van de milieukundige aspecten en overige aspecten<br />
waarmee rekening gehouden moet worden bij het bouwen, het gebruik en bij de inrichting en het<br />
beheer van het plangebied. Deze aspecten kunnen beperkingen opleggen aan het gebruik van<br />
bepaalde locaties.<br />
4.2 Bodem<br />
Kader<br />
Bij een <strong>bestemmingsplan</strong> moet worden bepaald dat de bodem geschikt is voor de beoogde<br />
bestemming. Dit vindt plaats middels een historisch onderzoek op basis van de NEN 5725, welke<br />
door Aveco de Bondt is uitgevoerd.<br />
Toetsing<br />
Uit het historisch onderzoek is gebleken dat er in het verleden ter plaatse van het plangebied vele<br />
bodemonderzoeken zijn uitgevoerd. Uit deze bodemonderzoeken is gebleken dat de<br />
bodemkwaliteit geschikt is voor het gebruik van de gronden voor industrie.<br />
De meeste bedrijven die zich in het plangebied hebben gevestigd, vallen onder de werkingssfeer<br />
van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. In dit Besluit bepaald dat<br />
bodembedreigende activiteiten zodanig moeten worden uitgevoerd dat er een verwaarloosbare<br />
kans op bodemverontreiniging aanwezig is. Ook voor de vergunningplichtige bedrijven zijn<br />
soortgelijke voorschriften opgenomen. Aangezien op bedrijventerrein De Greune bedrijfswoningen<br />
zijn toegestaan, gelden voor dergelijke functies strenge eisen aan de bodemkwaliteit. In het kader<br />
van de Wabo (voor omgevingsvergunningen aspect 'bouwen') dient bij bouwprojecten middels een<br />
bodemonderzoek de bestaande bodemkwaliteit inzichtelijk gemaakt te worden.<br />
Conclusie<br />
Gelet op het bovenstaande kan ervan uit worden gegaan dat er geen bodemverontreinigingen zijn<br />
ontstaan als gevolg van de activiteiten van de gevestigde bedrijven. Daarmee, mede gelet op de<br />
uitkomsten van de in het verleden uitgevoerde bodemonderzoeken, vormt het aspect 'bodem' geen<br />
belemmering voor de uitvoering van dit <strong>bestemmingsplan</strong> en kan verder bodemonderzoek<br />
achterwege blijven.<br />
4.3 Akoestiek<br />
Kader<br />
Voor het deelgebied 'De Greune' wordt binnen het <strong>bestemmingsplan</strong> het realiseren van<br />
bedrijfswoningen mogelijk gemaakt. Voor het realiseren van nieuwe bedrijfswoningen is de Wet<br />
geluidhinder (Wgh) van toepassing. Wanneer een nieuwe woning (of andere geluidgevoelige<br />
bestemming) wordt gerealiseerd binnen het wettelijk invloedsgebied van een weg (geluidzone)<br />
dient een akoestisch onderzoek uitgevoerd te worden naar de geluidbelasting op de gevel. Met<br />
deze geluidbelasting kan worden afgewogen of wonen wenselijk is op de beoogde locatie. Tevens<br />
kan aan de hand van deze geluidbelasting bepaald worden of geluidwerende voorzieningen<br />
noodzakelijk zijn (Bouwbesluit).<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 21 van 47
Aangezien de bedrijventerreinen Stepelo en De Greune geen geluidgezoneerde industrieterreinen<br />
betreffen, is verder akoestisch onderzoek naar industrielawaai niet aan de orde.<br />
Toetsing plangebied<br />
De Greune is gelegen binnen de geluidzones (200 <strong>met</strong>er) van de Noordsingel, Hengelosestraat,<br />
Veldmaterstraat en de Kolenbranderweg. Overige wegen in de nabijheid van het plan hebben een<br />
maximaal toegestane rijsnelheid van 30 km/u en hebben conform de Wet geluidhinder geen<br />
geluidzone. Het geluid van deze wegen is derhalve niet beperkend voor het realiseren van<br />
woningen binnen het plangebied.<br />
Conform de Wet geluidhinder bedraagt de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting op gevels van<br />
bedrijfswoningen 48 dB, de zogenaamde 'voorkeursgrenswaarde'. Het realiseren van woningen is<br />
tot deze geluidbelasting toelaatbaar. Indien niet aan de voorkeursgrenswaarde kan worden<br />
voldaan, kunnen Burgemeester en Wethouders van de gemeente Haakbergen op basis van het<br />
Besluit geluidhinder een hogere toelaatbare waarde vaststellen. De maximaal te verlenen<br />
ontheffings-waarde voor een nieuw te bouwen woning in binnenstedelijk gebied bedraagt 63 dB.<br />
Akoestisch onderzoek<br />
Om de geluidbelasting binnen het plangebied inzichtelijk te maken zijn de geluidcontouren van<br />
bovengenoemde wegen bepaald. Voor de bepaling van de geluidcontouren is uitgegaan van het<br />
prognosejaar 2022. De relevante verkeergegevens en wegkenmerken zijn door de gemeente<br />
<strong>Haaksbergen</strong> aangeleverd en opgenomen in bijlage 1. De geluidcontouren zijn opgenomen in<br />
bijlage 2. De opgenomen geluidcontouren zijn inclusief aftrek ex. artikel 110g Wet geluidhinder, <strong>met</strong><br />
deze reductie wordt rekening gehouden <strong>met</strong> het stiller worden van het verkeer.<br />
De berekeningen zijn uitgevoerd conform het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 (sinds 1<br />
juli 2012 geldt het Reken- en meetvoorschrift 2012, deze wijziging heeft geen effect op de<br />
uitgevoerde berekening). De geluidsoverdracht naar de omgeving is berekend overeenkomstig<br />
standaard reken<strong>met</strong>hode II. In dit overdrachtsmodel wordt, voor zover van toepassing, rekening<br />
gehouden <strong>met</strong> verzwakkingen door geo<strong>met</strong>rische uitbreiding, luchtabsorptie, reflectie tegen<br />
obstakels, afscherming door obstakels, verstrooiing en absorptie door installaties en vegetaties,<br />
reflecties tegen, verstrooiing door en absorptie van de bodem. Binnen het plangebied is uitgegaan<br />
van een kaal poldermodel.<br />
Resultaten<br />
Uit de rekenresultaten (bijlage 2) blijkt dat Kolenbranderweg en de Veldmaterstraat geen relevante<br />
geluidbelasting (
Inpassing in <strong>bestemmingsplan</strong><br />
Voor reeds bestaande bedrijfswoningen is in het verleden reeds de haalbaarheid onderzocht en<br />
aangetoond en deze zullen dan ook zondermeer worden toegestaan in onderhavig<br />
<strong>bestemmingsplan</strong>. Eventuele nieuwe bedrijfswoningen zullen enkel binnen het gebied waar aan de<br />
voorkeursgrenswaarde voldaan wordt op het bedrijventerrein De Greune bij recht worden<br />
toegestaan. Aangezien voor overige gronden op bedrijventerrein De Greune, door bijvoorbeeld<br />
afschermende bebouwing, in de feitelijke situatie voldaan kan worden aan de<br />
voorkeursgrenswaarde, geldt hiervoor een afwijkingsbevoegheid. Nieuwe bedrijfswoningen zijn<br />
daar enkel mogelijk wanneer middels een akoestisch onderzoek aangetoond is dat voldaan wordt<br />
aan de bepalingen van de Wet geluidhinder.<br />
Geluidhinder omliggende bedrijvigheid<br />
Aangezien op het bedrijventerrein De Greune enkel lichte vormen van bedrijvigheid worden<br />
toegestaan (maximaal categorie 3.1), zal een goed woon- en leefklimaat voor bedrijfswoningen<br />
aanwezig zijn en zullen bedrijfswoningen geen belemmeringen opleveren voor in de omgeving<br />
aanwezige bedrijvigheid. In het kader van het Activiteitenbesluit zal voor een bedrijf aangetoond<br />
moeten worden dat aan wet- en regelgeving voldaan zal worden.<br />
Conclusie<br />
Aangezien de bedrijventerreinen Stepelo en De Greune geen geluidgezoneerde industrieterreinen<br />
betreffen, is akoestisch onderzoek naar industrielawaai niet aan de orde. De mogelijke akoestische<br />
hinder van bedrijven op omliggende gevoelige functies wordt middels de systematiek van bedrijven<br />
en milieuzonering (zie paragraaf 4.6) ondervangen.<br />
Enkel ten aanzien van het toestaan van bedrijfswoningen op bedrijventerrein De Greune is<br />
akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai uitgevoerd. Op grond van de berekende<br />
geluidbelasting worden in dit <strong>bestemmingsplan</strong>, op gronden waar de voorkeursgrenswaarde niet<br />
wordt overschreden, bedrijfswoningen bij recht toegestaan.<br />
Gelet hierop kan worden geconcludeerd dat het aspect 'akoestiek' voor onderhavig<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> geen belemmering vormt en voldaan wordt aan het gestelde in de Wet<br />
geluidhinder.<br />
4.4 Flora en fauna<br />
Kader<br />
Bij elk ruimtelijk plan dient, <strong>met</strong> het oog op de natuurbescherming, rekening te worden gehouden<br />
<strong>met</strong> de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in<br />
gebiedsbescherming en soortenbescherming. Een ruimtelijk plan mag namelijk geen significante<br />
gevolgen hebben voor een te beschermen gebied en/of soort.<br />
Gebiedsbescherming<br />
Voor de gebiedsbescherming zijn in het kader van de Europese richtlijnen in Nederland speciale<br />
beschermingszones aangewezen <strong>met</strong> een hoge wettelijke bescherming. Hiervoor zijn Natura<br />
2000-gebieden en gebieden onderdeel uitmakend van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS)<br />
opgenomen.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 23 van 47
Soortbescherming<br />
Op basis van de Flora- en faunawet zijn gebieden aangewezen voor de bescherming van dier- en<br />
plantensoorten. De werkingssfeer van de Flora- en faunawet is niet beperkt tot of gerelateerd aan<br />
speciaal aangewezen gebieden, maar geeft soorten overal in Nederland bescherming. Op grond<br />
van de Flora- en faunawet gelden algemene verboden tot het verwijderen van groeiplaatsen van<br />
beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of<br />
verblijfplaatsen van beschermde diersoorten.<br />
Zorgplicht<br />
De zorgplicht Flora- en faunawet is mede van toepassing op de beschermde soorten waarvoor<br />
geen ontheffing hoeft te worden verkregen. Dit houdt in, dat iedereen voldoende zorg in acht moet<br />
nemen voor alle in het wild levende dieren en planten (inclusief hun leefomgeving). Concreet<br />
betekent dit dat bij een ruimtelijke ingreep rekening moet worden gehouden <strong>met</strong> alle aanwezige<br />
dieren en planten door middel van planning en uitvoering. Voor alle grondgebonden zoogdieren en<br />
amfibieën in het plangebied geldt de zorgplicht. Dit houdt in dat deze dieren gedurende de<br />
werkzaamheden zoveel mogelijk moeten worden ontzien.<br />
Toetsing plangebied<br />
Het plangebied maakt geen deel uit van Natura-2000 gebieden. Het plangebied ligt op minimaal<br />
circa twee kilo<strong>met</strong>er afstand van het Natura-2000 gebied Buurserzand en Haaksbergerveen. Door<br />
de afstand tot het gebied en het conserverende karakter van onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong>, kan<br />
worden gesteld dat van significante effecten op het Natura-2000 gebied geen sprake zal zijn.<br />
Tevens maakt het plangebied geen onderdeel uit van de Ecologisch Hoofdstructuur (EHS). Het<br />
plangebied ligt op minimaal één kilo<strong>met</strong>er van dichtstbij gelegen EHS-gebied. Gelet op de ligging<br />
van het plangebied ten opzicht van de EHS, het conserverende karakter van het <strong>bestemmingsplan</strong><br />
en gelet op de situatie dat tussen het dichtstbij gelegen EHS-gebied (ten noorden) en het<br />
plangebied het bedrijventerrein Stepelerveld voorzien is, kan geconcludeerd worden dat van<br />
significante effecten op de EHS geen sprake zal zijn.<br />
Conclusie<br />
Gelet op het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat enerzijds de uitvoerbaarheid van dit<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> niet wordt belemmerd door (in de omgeving van het plangebied) aanwezige<br />
natuurwaarden en dat anderzijds de natuurwaarden niet aangetast zullen worden door onderhavig<br />
<strong>bestemmingsplan</strong>.<br />
4.5 M.e.r.-beoordeling<br />
Kader<br />
In hoeverre een <strong>bestemmingsplan</strong> m.e.r.(beoordelings)plichtig is, moet worden bepaald aan de<br />
hand van het Besluit Milieu-Effectrapportage 1994. In dat besluit zijn de gronden weergegeven op<br />
basis waarvan een plicht tot het opstellen van een planMER, besluitMER en/of<br />
m.e.r.beoordeling ontstaat. Hieronder is weergegeven op basis van welke gronden uit het Besluit<br />
Milieu-Effectrapportage 1994 een mer(beoordelings)plicht voor het <strong>bestemmingsplan</strong> ontstaat of<br />
kan ontstaan.<br />
1. De uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein<br />
Uitbreiding/wijziging terrein meer dan 75 hectare (bruto) bedraagt. Volgens bijlage D van het Besluit<br />
Milieu-Effectrapportage 1994 (nummer 11.3) is het <strong>bestemmingsplan</strong> dan<br />
m.e.r.-beoordelingsplichtig.<br />
2. De toegestane activiteiten<br />
De toegestane activiteiten in het <strong>bestemmingsplan</strong> die m.e.r. .-(beoordelings)plichtig zijn.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 24 van 47
3. De gevolgen op de nabijgelegen Natura-2000 gebieden<br />
In het geval belangrijke negatieve effecten op de Natura-2000 gebieden niet zijn uit te sluiten dient<br />
een planMER te worden gemaakt. Om het concrete effect van de toegelaten mogelijkheden in het<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> op de Natura-2000 gebieden te bepalen, dient een zogenoemde voortoets te<br />
worden verricht.<br />
Het Besluit Milieu-Effectrapportage is per 1 april gewijzigd waardoor ook voor ontwikkelingen die<br />
beneden de drempelwaarden liggen, bezien dient te worden of een (vormvrije) m.e.r.-beoordeling<br />
noodzakelijk is.<br />
Toetsing plangebied<br />
Onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> heeft betrekking op het vastleggen van de bestaande situatie,<br />
waarbij hoofdzakelijk alle bedrijfskavels reeds ingevuld zijn. Het plangebied heeft een oppervlakte<br />
van ca. 45 hectare. Tevens zijn er grond van het <strong>bestemmingsplan</strong> geen activiteiten toegestaan<br />
welke m.e.r.-plichtig zijn. Op grond van de flora en fauna toetsing (zie paragraaf 4.4) is reeds<br />
geconcludeerd dat onderhavig bestemminsplan geen significant effect heeft op in de nabijheid<br />
gelegen Natura-2000 gebieden. Ten behoeve van de realisatie van het bedrijventerrein<br />
Stepelerveld is een voortoetst uitgevoerd in het kader van mogelijk negatieve effecten op in de<br />
nabijheid gelegen Natura-2000 gebieden. Hieruit is naar voren gekomen dat er geen significant<br />
nadelige effecten te verwachten zijn. Gelet op de bestaande situatie van de bedrijventerreinen<br />
Stepelo en De Greune en de afstand tot de natuurgebieden, kan geconcludeerd worden dat een<br />
voortoets achterwege kan blijven.<br />
Conclusie<br />
Gelet op het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat ten behoeve van dit <strong>bestemmingsplan</strong><br />
een m.e.r.-beoordeling niet noodzakelijk is.<br />
4.6 Bedrijven en milieuzonering<br />
In de geldende <strong>bestemmingsplan</strong>nen voor beide bedrijventerreinen is voor wat betreft het toestaan<br />
van bedrijfscategorieën gebruik gemaakt van een zogenaamde 'inwaartse zonering'.<br />
"Bij inwaarste zonering worden beschermde bufferzones rondom de milieugevoelige functie<br />
gecreëerd. Op het naburige bedrijventerrein zijn op korte afstand van de gevoelige functie slechts<br />
weinig belastende activiteiten toelaatbaar. Hoe groter de afstand tot de woonbebouwing, hoe groter<br />
de toelaatbare hinder zal zijn." (Bron: VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering, 2009" )<br />
Afbeelding 4.1: Overzicht inwaarts (links) en uitwaarts (rechts) zoneren<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 25 van 47
Huidige situatie<br />
Om te kunnen beoordelen in hoeverre de huidige situatie knelpunten op het gebied van<br />
milieuzonering oplevert, is de huidige situatie vergeleken <strong>met</strong> de vigerende planologische situatie.<br />
Dit heeft geresulteerd in de volgende afwijkingen:<br />
Adres Bedrijfscategorie bestaande<br />
situatie<br />
De Greune 4 3.1 2<br />
De Greune 7 4.1 3.1<br />
De Greune 15 3.2 3.1<br />
De Greune 36a 3.2 3.1<br />
Metaalstraat 22 4.2 3.2<br />
Bouwstraat 7 3.2 3.1<br />
Afbeelding 4.2: Tabel geconstateerde afwijkingen huidige situatie bedrijfscategorieën<br />
Ten aanzien van de huidige situatie kan het volgende geconcludeerd worden:<br />
Bedrijfscategorie op basis<br />
vigerend <strong>bestemmingsplan</strong><br />
De indicatieve hindercontouren van de bedrijven op Metaalstraat 22 en Bouwstraat 7 reiken tot<br />
over de dichtstbij gelegen gevoelige functies (respectievelijk Haarweg 53a en Hengelosestraat<br />
49/53);<br />
Er wordt vanuit gegaan dat voor alle afwijkingen in het verleden vrijstelling is verleend;<br />
Er wordt vanuit gegaan dat bij het verlenen van de milieuvergunningen de inpasbaarheid ten<br />
opzichte van de in de omgeving gelegen gevoelige functies (bedrijfswoningen op het<br />
bedrijventerrein en woningen in de omgeving) onderzocht is;<br />
Ten aanzien van de toekomstige woonwijk ten zuiden van bedrijventerrein De Greune geldt dat<br />
het bestaande bedrijf aan De Greune 7 geen hinder oplevert. Uit akoestisch onderzoek<br />
behorende bij de vergunning blijkt dat ter plaatse van de toekomstige woonwijk de<br />
geluidsnormen niet worden overschreden<br />
In overige gevallen waarbij in het verleden niet in is voorzien, geldt dat op basis van het<br />
Activiteitenbesluit algemeen geldende normen vastgelegd zijn ten aanzien van hinder op in de<br />
omgeving gelegen gevoelige functies. Elke bedrijf dient aan deze normen te voldoen.<br />
Toekomstige situatie<br />
In dit <strong>bestemmingsplan</strong> is de zonering aangepast aan de nieuwste inzichten en gebaseerd op de<br />
algemeen aanvaarde systematiek uit de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (2009).<br />
Uitgangspunt hierbij is dat de in het <strong>bestemmingsplan</strong> toegestane activiteiten niet tot gevolg<br />
mogen hebben dat toegestane bedrijven in de omgeving van het plangebied in hun bedrijfsvoering<br />
worden belemmerd als gevolg van het onderhavige <strong>bestemmingsplan</strong>. Eveneens moet duidelijk zijn<br />
of toegestane functies in de omgeving de beoogde ontwikkelingen in het <strong>bestemmingsplan</strong> niet<br />
belemmeren. Om dat te bepalen is beschouwd in hoeverre milieuhinder kan optreden voor:<br />
milieugevoelige functies buiten het plangebied, vanwege toegestane bedrijven in dit<br />
<strong>bestemmingsplan</strong>, en<br />
milieugevoelige functies in het plangebied, vanwege toegestane bedrijven in en buiten het<br />
plangebied.<br />
Onder milieugevoelige functies worden (bedrijfs)woningen, zorginstellingen, onderwijsinstellingen,<br />
kinderopvang e.d. begrepen. In de VNG- publicatie zijn voor een scala aan milieubelastende<br />
activiteiten richtafstanden gegeven waarbinnen mogelijk hinder voor woningen kan ontstaan.<br />
In de publicatie wordt onderscheidt gemaakt tussen de milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar.<br />
Het milieuaspect dat de grootste richtafstand <strong>met</strong> zich meebrengt is bepalend voor de<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 26 van 47
milieucategorie waarin de betreffende milieubelastende activiteit is ingedeeld. De richtafstanden zijn<br />
afgestemd op de omgevingskwaliteit die wordt nagestreefd in een rustige woonwijk. Indien de aard<br />
van de omgeving dat rechtvaardigt kan een lagere omgevingskwaliteit worden nagestreefd dan die<br />
in een rustige woonwijk. In dat geval kunnen de kleinere richtafstanden voor een gemengd gebied<br />
worden aangehouden.<br />
Milieucategorie Richtafstand tot rustige<br />
woonomgeving<br />
1 10 m 0<br />
2 30 m 10 m<br />
3.1 50 m 30 m<br />
3.2 100 m 50 m<br />
4.1 200 m 100 m<br />
4.2 300 m 200 m<br />
5.1 500 m 300 m<br />
5.2 700 m 500 m<br />
5.3 1.000 m 700 m<br />
6 1.500 m 1.000 m<br />
Afbeelding 4.3: Tabel milieucategorieën en bijbehorende richtafstanden<br />
Richtafstand tot gemengd gebied<br />
De opgenomen richtafstanden zijn geen normen, maar afstanden waarvan gemotiveerd mag<br />
worden afgeweken. De afstanden worden ge<strong>met</strong>en vanaf de grens van de bestemming die<br />
milieubelastende functies toelaat tot aan de dichtstbij gelegen gevel van de gevoelige functie.<br />
De ten opzichte van het plangebied dichtstbij gelegen woningen en/of andere gevoelige functies,<br />
maatgevend voor de milieuzonering, zijn in onderstaande afbeelding weergegeven. Het betreffen<br />
de volgende woningen en/of andere gevoelige functies:<br />
Nr. Adres Afstand tot bedrijventerrein<br />
1 Toekomstige woningbouwlocatie De Greune ca. 30 m.<br />
2 Hengelosestraat 41 ca. 30 m.<br />
3 Hassinkbrink ca. 30 m.<br />
4 Albertsweg 2 ca. 75 m.<br />
5 Hengelosestraat49 ca. 45 m.<br />
6 Hengelosestraat 51 ca. 45 m.<br />
7 Wissinkbrinkweg 73 ca. 235 m.<br />
8 Stepelerveldweg 30 ca. 205 m.<br />
9 Kolenbranderweg 52 ca 130 m.<br />
10 Haarweg 53 ca. 85 m.<br />
11 Kolenbranderweg 57 ca. 105 m.<br />
12 Kolenbranderweg 47 ca. 30 m.<br />
13 Kolenbranderweg 53 ca. 85 m.<br />
14 Hengelosestraat 188 ca. 50 m.<br />
Afbeeling4.4: Tabel omliggende gevoelige functies<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 27 van 47
Ten aanzien van de in bovenstaande tabel opgenomen gevoelige functies dient opgemerkt te<br />
worden dat de woningen aan de Kolenbranderweg 47 en 53 en de Hengelosetraat 188 als gevolg<br />
van de voorgenomen ontwikkeling van bedrijventerrein Stepelerveld en de opwaardering van de<br />
Kolenbranderweg gesloopt zullen worden. Deze woningen zijn voor wat betreft de zonering dan ook<br />
niet getoetst.<br />
Afbeelding 4.5: Luchtfoto plangebied inclusief ligging gevoelige functies<br />
De in afbeelding 4.5 opgenomen gevoelige functies en de bijbehorende afstanden tot beide<br />
bedrijventerreinen hebben geresulteerd in onderstaande milieuzonering. De geconstateerde<br />
afwijkingen ten opzichte van milieuzonering zullen, aangezien ze in de milieuvergunning<br />
aangetoond hebben geen belemmering vormen voor gevoelige functies, bij recht worden<br />
toegestaan.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 28 van 47
Afbeelding 4.6: Overzicht zonering bedrijfscategorieën inclusief afwijkingen<br />
Bedrijfswoningen<br />
Op het bedrijventerrein De Greune zelf zijn tevens gevoelige functies gelegen waarvoor onderzocht<br />
dient te worden in hoeverre deze belemmerd worden door in de omgeving gelegen bedrijvigheid.<br />
De gevoelige functies betreffen bedrijfswoningen welke op het bedrijventerrein zijn gelegen en ook<br />
in het toekomstige <strong>bestemmingsplan</strong> bij recht zullen worden toegestaan.<br />
Ten aanzien van deze bedrijfswoningen kan opgemerkt worden dat er geen milieubelemmerende<br />
functies buiten het bedrijventerrein zijn gelegen welke van invloed zijn op een goed woon- en<br />
leefklimaat ter plaatse.<br />
Ten aanzien van de invloed van de bedrijven welke op het bedrijventerrein zijn gelegen, kan het<br />
volgende gesteld worden:<br />
Voor dit type woningen worden minder hoge eisen aan het woon- en leefklimaat gesteld door de<br />
aanwezigheid van het (vaak eigen) bedrijf en de hinder die dit veroorzaakt. Voor nieuwe<br />
bedrijventerreinen wordt over het algemeen als uitgangspunt gehanteerd dat naast<br />
bedrijfswoningen, bedrijven uit maximaal categorie 2 toelaatbaar zijn. Omdat het in dit geval gaat<br />
om een bestaande situatie, wordt daar flexibeler mee omgegaan. Direct aangrenzend aan<br />
bedrijfswoningen, zijn bedrijven uit maximaal categorie 3.1 toegestaan. Dit betekent dat bij de<br />
milieuzonering voor bedrijfswoningen <strong>met</strong> 1 afstandsstap wordt afgeweken van de richtafstanden<br />
uit de VNG-publicatie. Het afwijken van de richtafstanden ten opzichte van bedrijfswoningen wordt<br />
hier aanvaardbaar geacht, omdat de aanwezigheid van bedrijfswoningen binnen het plangebied in<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 29 van 47
de regel een historisch gegroeide situatie betreft. Bovendien is wegbestemmen van de momenteel<br />
aanwezige bedrijfswoningen financieel niet haalbaar noch gewenst.<br />
Afbeelding 4.7: Weergave bestaande bedrijfswoningen op bedrijventerrein De Greune<br />
4.7 Externe veiligheid<br />
Kader<br />
Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het<br />
gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, lpg en munitie over weg,<br />
water en spoor en door buisleidingen.<br />
De doelstelling van het externe veiligheidsbeleid is het realiseren van een veilige woon- en<br />
leefomgeving door het beheersen van risico's van activiteiten <strong>met</strong> gevaarlijke stoffen. Het beleid is<br />
er op gericht te voorkomen dat er nabij kwetsbare (o.a. woningen, scholen) en beperkt kwetsbare<br />
(o.a. kantoren en hotels) bestemmingen activiteiten <strong>met</strong> gevaarlijke stoffen plaatsvinden. Het<br />
instrument dat hiervoor gebruikt wordt is het <strong>bestemmingsplan</strong>. Bij het mogelijk maken van<br />
kwetsbare functies middels een bestemmingswijziging, dient derhalve te worden voldaan aan de<br />
criteria van goede ruimtelijke ordening. Het creëren van een veilige leefomgeving is één van deze<br />
criteria.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 30 van 47
De volgende zaken kunnen een rol spelen bij de externe veiligheidsituatie van een omgeving:<br />
Inrichtingen;<br />
Transport van gevaarlijke stoffen (spoor, weg en water);<br />
Buisleidingen.<br />
Toetsing plangebied<br />
De Provincie Overijssel heeft invulling gegeven aan het beheersen van risico's middels het<br />
opstellen van een risicokaart. Het doel van deze risicokaart is het inzichtelijk maken van de risico's<br />
in de woon- en leefomgeving. Daarnaast kan de risicokaart ook door de hulpdiensten en het<br />
openbaar bestuur worden gebruikt bijvoorbeeld bij rampenbestrijding of bij het opstellen van<br />
ruimtelijke plannen en visies. De risicokaart voor het plangebied is onderstaand opgenomen.<br />
Opgemerkt dient te worden dat op de kaart niet per definitie volledig is. De provincie kan er namelijk<br />
voor kiezen bepaalde informatie niet openbaar weer te geven op de risicokaart.<br />
Afbeelding 4.8: Uitsnede plangebied risicokaart (bron: www.risicokaart.nl)<br />
Inrichtingen<br />
Uit de risicokaart kan worden opgemaakt dat voor zover bekend in, en in de nabijheid van het<br />
plangebied geen belastende inrichtingen aanwezig zijn. Ook het door Aveco de Bondt uitgevoerd<br />
locatiebezoek geeft geen aanleiding aan te nemen dat in de directe omgeving van het plangebied<br />
belastende inrichtingen aanwezig zijn. Ook uit de gebiedsinventarisatie en de toetsing in het kader<br />
van bedrijven en milieuzonering (zie paragraaf 4.6) is gebleken dat in het plangebied geen<br />
risicovolle inrichtingen (BEVI) aanwezig zijn, deze zullen op grond van onderhavig<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> ook niet worden toegestaan.<br />
Wel wordt op het ten noorden gelegen bedrijventerrein Stepelerveld het bedrijf UNIPRO<br />
gerealiseerd. Dit is een bedrijf waar verpakte gevaarlijke stoffen worden opgeslagen. Voor deze<br />
inrichting geldt echter dat de 10-6 risicocontour niet buiten de eigen perceelsgrenzen komt te liggen<br />
en derhalve niet van invloed is op het plangebied.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 31 van 47
Transport van gevaarlijke stoffen<br />
De wegen in en rond het plangebied zijn niet aangewezen als route voor gevaarlijke stoffen.<br />
Tevens zijn er in de omgeving van het plangebied geen wegen, water- en/of spoorwegen aanwezig<br />
welke onderdeel uitmaken van respectievelijk het Basisnet Weg, Basisnet Water en het Basisnet<br />
Spoor.<br />
Buisleidingen<br />
Uit de risicokaart kan worden opgemaakt dat er in de nabijheid van het plangebied geen<br />
buisleidingen aanwezig zijn welke van invloed zijn op zowel het plaatsgebonden risico als het<br />
groepsgebonden risico ter plaatse.<br />
Conclusie<br />
Gelet op bovenstaande toetsing kan geconcludeerd worden dat het aspect "externe veiligheid" de<br />
uitvoering van onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> niet belemmerd.<br />
4.8 Luchtkwaliteit<br />
Kader<br />
De luchtkwaliteitseisen staan gegeven in de Wet luchtkwaliteit (Wet milieubeheer hoofdstuk 5, titel<br />
5.2). Als kan worden aangetoond dat aan één of een combinatie van voorwaarden wordt voldaan,<br />
vormen luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van de<br />
bevoegdheid. Deze voorwaarden zijn:<br />
a. er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van de grenswaarde;<br />
b. een project leidt – al dan niet per saldo – niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;<br />
c. een project draagt 'niet in betekenende mate' bij aan de concentratie van fijn stof en<br />
stikstofdioxide;<br />
d. een project is genoemd of past binnen het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit<br />
(NSL) of een regionaal programma van maatregelen.<br />
Besluiten en Regelingen welke gekoppeld zijn aan de Wet luchtkwaliteit zijn ondermeer de<br />
Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 en het Besluit en de Regeling niet in betekenende mate<br />
bijdragen (luchtkwaliteitseisen).<br />
Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)<br />
Deze algemene maatregel van bestuur, verder te noemen het “Besluit nibm”, geeft aan wanneer<br />
een project niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Dat is het geval als de<br />
toename van fijn stof of stikstof niet meer bedraagt dan 3% van de jaargemiddelde concentratie<br />
(maximaal 1,2 µg/m 3 ). Concreet betekent dit dat de toevoeging van 1.500 woningen of 100.000 m 2<br />
kantoorruimte aan een enkele ontsluitingsweg) als niet relevant wordt bestempeld.<br />
Bij ieder (ruimtelijk) project moet toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit plaatsvinden,<br />
<strong>met</strong> andere woorden het moet duidelijk zijn welke gevolgen het project heeft voor de luchtkwaliteit.<br />
Uitgangspunt is dat de luchtkwaliteit niet verslechtert c.q. dat het project 'niet in betekenende mate'<br />
(NIBM) bijdraagt aan de luchtverontreiniging.<br />
Toetsing plangebied<br />
Onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> betreft hoofdzakelijk het vastleggen van de bestaande<br />
(planologische) situatie. Significante ruimtelijke ontwikkelingen, welke een bijdrage kunnen leveren<br />
aan de verslechtering van de luchtkwaliteit, worden in dit <strong>bestemmingsplan</strong> dan ook niet mogelijk<br />
gemaakt. Gesteld kan dan ook worden dat voldaan wordt aan voorwaarde b.: het project leidt niet<br />
tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. Nader onderzoek is dan ook niet noodzakelijk.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 32 van 47
Goed woon- en leefklimaat<br />
Aangezien in het plangebied gevoelige functies (o.a (bedrijfs)woningen) mogelijk worden gemaakt,<br />
is naast de effecten van de voorgenomen ontwikkeling op de luchtkwaliteit, tevens bezien of er<br />
voldaan kan worden aan een goed woon- en leefklimaat ten aanzien van het aspect luchtkwaliteit.<br />
Hiervoor is de "Grootschalige concentratie- en depositiekaart Nederland" van het RIVM<br />
geraadpleegd. Ten aanzien van de maatgevende aspecten, fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2),<br />
is er voor <strong>Haaksbergen</strong> het volgende te melden. Voor stikstofdioxide geldt dat de<br />
achtergrondconcentratie in <strong>Haaksbergen</strong> 16,4 µg/m 3 (peiljaar 2010) betreft. Voor fijn stof betreft de<br />
achtergrondconcentratie 24,3 µg/m 3 (peiljaar 2010). Het peiljaar 2010 is maatgevend aangezien de<br />
luchtkwaliteit elk jaar verbetert. Het voornemen voorziet niet in een dermate grote verkeerstoename<br />
dat concentraties door de voorgenomen planontwikkeling significant zullen toenemen. Aangezien<br />
voor beide stoffen de grenswaarde van 40 µg/m 3 niet wordt overschreden, kan gesteld worden dat<br />
de plaatselijke achtergrondconcentraties (jaargemiddelde) een goed woon- en leefklimaat niet<br />
belemmerd.<br />
Afbeelding 4.9: Achtergrondconcentratie Stikstofdioxide omgeving <strong>Haaksbergen</strong> (Bron: http://geodata.rivm.nl/gcn)<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 33 van 47
Afbeelding 4.10: Achtergrondconcentratie Fijn stof omgeving <strong>Haaksbergen</strong> (Bron: http://geodata.rivm.nl/gcn)<br />
De Wet stelt ook grenzen aan het aantal dagen dat het uurgemiddelde (NO2) en het<br />
24-uurgemiddelde (PM10) wordt overschreden. Om dat aannemelijk te maken de volgende<br />
overwegingen:<br />
NO2: Voor de blootstelling aan piekconcentraties van stikstofdioxide geldt een grenswaarde voor<br />
het uurgemiddelde van 200 µg/m 3 . Deze waarde mag niet vaker dan 18 maal per kalenderjaar<br />
worden overschreden. Overschrijding van deze grenswaarde is in Nederland al lang niet meer aan<br />
de orde, zo blijkt uit <strong>met</strong>ingen (bron: Infomil). Wel komt het nog incidenteel voor dat uurwaarden<br />
boven de 200 µg/m 3 worden bereikt. In 2010 was dit het geval op twee stations: een uur op het<br />
stadsstation Den Haag-Rebequestraat en op twee achtereenvolgende uren op het straatstation<br />
Amsterdam-Prins Bernhardplein. Op basis hiervan is het aannemelijk dat in het plangebied wordt<br />
voldaan aan de NO2 norm.<br />
PM10: de grenswaarde voor het 24-uursgemiddelde voor PM10 bedraagt 50 µg/m³. Deze<br />
concentratie mag per jaar maximaal 35 keer worden overschreden. Het aantal 24-uursgemiddelde<br />
overschrijdingen voor PM10 vanwege het verkeer wordt afgeleid van de jaargemiddelde<br />
concentratie. Bij een jaargemiddelde concentratie lager dan 31 µg/m 3 wordt de 24-uursgemiddelde<br />
concentratie niet overschreden. Gelet op de aanwezig jaargemiddelde concentratie van 24,3 µg/m 3<br />
kan worden geconcludeerd dat de grenswaarde voor de 24-uursgemiddelde concentratie ter<br />
plaatse van het plangebied niet wordt overschreden.<br />
Conclusie<br />
Gelet op het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de voorgenomen ontwikkeling niet leidt<br />
tot een verslechtering van de luchtkwaliteit en dat de luchtkwaliteit ter plaatse een goed woon- en<br />
leefklimaat niet in de weg staat.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 34 van 47
4.9 Geur<br />
Kader<br />
De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) geeft normen voor de geurbelasting, die een veehouderij<br />
mag veroorzaken op een geurgevoelig object (bijvoorbeeld een woning). De Wgv is een nieuwe wet<br />
ten aanzien van de regulering van de veehouderijontwikkeling en geurhinder, die de oude stankwet-<br />
en regelgeving vervangt. De stankcontouren worden anders berekend dan voorheen, namelijk in<br />
odeur units per kuub binnen 98-percentiel. De geurbelasting bij vergunningverlening wordt<br />
berekend en getoetst <strong>met</strong> het verspreidingsmodel V-stacks vergunning (wettelijke verplichting).<br />
Voor het berekenen van de geursituatie wordt gebruik gemaakt van V-stacks gebied. Deze<br />
<strong>met</strong>hoden gelden alleen voor dieren waarvoor geuremmissiefactoren zijn opgenomen in de regeling<br />
geurhinder en veehouderij.<br />
Voor dieren zonder emissiefactor gelden minimaal aan te houden afstanden. In milieuvergunningen<br />
van de bedrijven is deze geuremisie vastgelegd. Binnen deze<br />
afstand mogen geen nieuwe geurgevoelige objecten worden gemaakt.<br />
In de Wgv worden geurgevoelige objecten gedefinieerd als:<br />
Gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor<br />
menselijk wonen of menselijk verblijf en daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze<br />
van gebruik, wordt gebruikt.<br />
De wet bedoelt hiermee woningen, bedrijfswoningen of bedrijfsgebouwen waar langdurig mensen<br />
worden blootgesteld aan geuroverlast. Opslag, groenvoorzieningen of bijvoorbeeld parkeerplaatsen<br />
mogen wel in de geurcirkels zijn gelegen.<br />
Diersoorten genoemd in de Wgv<br />
Voor diersoorten die zijn opgenomen in de regeling geldt, binnen een concentratiegebied<br />
(<strong>Haaksbergen</strong> betreft een concentratiegebied) dat de geurbelasting van een veehouderij op een<br />
geurgevoelig object maximaal mag zijn:<br />
binnen de bebouwde kom maximaal 3,0 odour units per kubieke <strong>met</strong>er lucht;<br />
buiten de bebouwde kom maximaal 14,0 odour units per kubieke <strong>met</strong>er lucht.<br />
Diersoorten niet genoemd in de Wgv<br />
Voor diersoorten die niet zijn opgenomen in de Wgv geld een vaste afstand:<br />
binnen de bebouwde kom ten minste 100 <strong>met</strong>er;<br />
buiten de bebouwde kom ten minste 50 <strong>met</strong>er.<br />
Omgekeerde werking<br />
Bij ruimtelijke ontwikkelingen waarbij mogelijk nieuwe geurgevoelige objecten worden ontwikkeld<br />
moet rekening worden gehouden <strong>met</strong> de geurcontouren van veehouderijbedrijven. Hierbij heeft de<br />
vergunninghouder in de meeste gevallen het recht om het emissiepunt over het hele bouwblok te<br />
verplaatsen. De vergunde geurcontour moet dus in de meeste gevallen worden berekend vanaf de<br />
rand van het bouwblok. Er zijn echter situaties denkbaar waarbij de geurcontour al wordt beperkt<br />
door een bestaand geurgevoelig object. De veehouderij mag dan uitbreiden tot dit object.<br />
Toetsing plangebied<br />
Ondanks dat onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> hoofdzakelijk conserverend van aard is, zijn er op grond<br />
van het <strong>bestemmingsplan</strong> wel nieuwe geurgevoelige functies mogelijk en in het plangebied in de<br />
huidige situatie reeds geurgevoelige functies aanwezig. Getoetst dient te worden of er sprake is van<br />
een goede ruimtelijke ordening, te weten een goed woon- en leefklimaat ten aanzien van het aspect<br />
geur.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 35 van 47
Ten behoeve van de uitbreiding van het bedrijventerrein Stepelo richting het noorden, Stepelerveld<br />
geheten, is uitvoerig onderzoek gedaan naar de geurbelasting in de omgeving van het plangebied.<br />
Op basis van deze onderzoeken kan worden geconcludeerd dat ter plaatse van het plangebied van<br />
onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> nergens de maximale geurnorm van 3,0 odour units per kubieke<br />
<strong>met</strong>er lucht overschreden wordt. Ook bevindt het plangebied zich niet binnen een afstand van<br />
minder dan 100 <strong>met</strong>er ten opzichte van een agrarisch bedrijf.<br />
Conclusie<br />
Gelet op het bovenstaande wordt geconcludeerd dat ter plaatse van het plangebied een goed<br />
woon- en leefklimaat is gegarandeerd, waardoor geurgevoelige functies in het plangebied niet<br />
belemmerd worden. Tevens kan gesteld worden dat het toestaan van nieuwe geurgevoelige<br />
functies geen beperkingen oplevert ten aanzien van de bedrijfsvoering en<br />
ontwikkelingsmogelijkheden van bestaande veehouderijen.<br />
4.10 Water<br />
Kader<br />
De belangrijkste beleidsdocumenten waarin de waterhuishoudkundige doelstellingen zijn<br />
beschreven zijn 4e Nota Waterhuishouding, Anders omgaan <strong>met</strong> water: Waterbeleid 21e eeuw, de<br />
Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), Beleidslijn Grote Rivieren en de Structuurvisie Infrastructuur<br />
en Ruimte.<br />
De watertoets - zoals deze in het kader van ruimtelijke plannen dient te worden uitgevoerd - is het<br />
gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van<br />
waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets wordt uitgevoerd<br />
binnen de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en water. De<br />
watertoets vormt de verbindende schakel tussen het waterbeheer en de ruimtelijke ordening.<br />
Rijksbeleid<br />
Het rijksbeleid ten aanzien van water is neergelegd in de Vierde Nota Waterhuishouding (1998).<br />
Hierin is aangegeven dat het waterbeheer in Nederland moet zijn gericht op een veilig en goed<br />
bewoonbaar land <strong>met</strong> gezonde duurzame watersystemen. Om dit te bereiken moet zoveel mogelijk<br />
worden uitgegaan van een watersysteembenadering en integraal waterbeheer. In de nota is onder<br />
andere aangegeven dat stedelijk water meer aandacht moet krijgen. Volgens de nota Waterbeheer<br />
21e eeuw moet aan het watersysteem meer aandacht worden gegeven om de natuurlijke<br />
veerkracht te benutten. Voorkomen van afwenteling door het hanteren van de drietrapsstrategie<br />
"vasthouden-bergen-afvoeren" staat hierbij centraal. Van belang is dat overtollig water zoveel<br />
mogelijk wordt vastgehouden in de "haarvaten" van het <strong>bestemmingsplan</strong>gebied. Wanneer dit<br />
ontoereikend is moet worden gezocht naar bergingsmogelijkheden. Pas in laatste instantie is afvoer<br />
van overtollig water naar benedenstroomse gebieden aan de orde.<br />
Provinciaal beleid<br />
Belangrijk uitgangspunt in het provinciaal waterhuishoudingsplan voor het nieuwe waterbeheer is<br />
duurzaamheid. De provincie geeft aan welke partij verantwoordelijkheid draagt <strong>met</strong> betrekking tot<br />
het stedelijk waterbeheer. Het waterschap is verantwoordelijke partij voor het beheer van het<br />
zichtbare water en de gemeente voor de ontwatering van gebieden. Verder stelt de provincie een<br />
aantal doelen vast. Bij stedelijke ontwikkelingen en inrichting zal water een sterk sturende rol<br />
moeten gaan vervullen. Daarbij moet ook de relatie tussen stedelijk waterbeheer en de 'groene<br />
ruimte' worden betrokken. Een hardnekkig probleem is de grondwateroverlast. De aanpak van deze<br />
problematiek geeft de provincie een impuls. Het duurzaam maken van de waterketen krijgt gestalte<br />
door deze keten zo min mogelijk te belasten <strong>met</strong> relatief schoon regenwater en uitstoot van vuil<br />
water uit deze keten sterk te reduceren. Ook de drinkwatervoorziening zal duurzaam moeten<br />
worden. Een intensieve samenwerking tussen de betrokken partijen bij het stedelijk waterbeheer is<br />
van evident belang.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 36 van 47
Waterschap Regge en Dinkel; Waterbeheerplan<br />
Het Waterschap Regge en Dinkel heeft de beleidskaders van rijk en provincie nader uitgewerkt in<br />
het vigerende 'Waterbeheerplan'. Diverse aspecten van het waterbeleid zijn verder uitgediept in<br />
aparte beleidsnota's. Voor het ruimtelijk relevante thema 'vasthouden en bergen van water', is de<br />
'Beleidsnota Retentie' opgesteld. De uitgangspunten en wensen voor de inrichting en het beheer<br />
van beken en overige waterlopen zijn verwoord in de 'Stroomgebied Actieplannen' (STAP). De<br />
notitie 'Afkoppelen / niet aankoppelen' geeft de visie van het Waterschap Regge en Dinkel weer<br />
over de wijze waarop <strong>met</strong> hemelwater moet worden omgegaan en bevat een beslisboom voor de<br />
juiste keuze van hemelwaterafvoer in verschillende situaties. De uitgangspunten en<br />
randvoorwaarden die het waterschap hanteert voor het toetsen van de basisinspanning en het<br />
ontwerp van rioolstelsels in samenhang <strong>met</strong> het oppervlaktewatersysteem, zijn opgenomen in de<br />
nota 'Actualisering Rioleringsbeleid'. Daarnaast is de 'Keur van Waterschap Regge en Dinkel' een<br />
belangrijk regelstellend instrument waarmee in ruimtelijke plannen rekening moet worden<br />
gehouden. Op gemeentelijk niveau zijn het in overleg <strong>met</strong> Waterschap Regge en Dinkel opgestelde<br />
gemeentelijk 'Waterplan' en het gemeentelijke 'Rioleringsplan' van belang voor het afwegen van<br />
waterbelangen in ruimtelijke plannen.<br />
<strong>Gemeente</strong>lijk beleid<br />
De gemeente <strong>Haaksbergen</strong> heeft een door de raad vastgesteld waterbeleidsplan. Het waterplan<br />
dient om een gezamenlijke toekomstvisie te ontwikkelen voor integraal en duurzaam waterbeheer<br />
en om de onderlinge samenwerking en afstemming te verbeteren bij inrichting en beheer van het<br />
watersysteem en de waterketen. Hiermee wordt beoogd de doelmatigheid van de waterketen te<br />
vergroten, de dienstverlening aan de burger te verbeteren en de duurzaamheid van het<br />
watersysteem te bevorderen.<br />
Op basis van het vigerend beleid en de knelpunten en kansen is een strategie uitgewerkt voor het<br />
waterbeheer in <strong>Haaksbergen</strong>. Deze strategie is gestoeld op drie pijlers:<br />
verbeteren van de werking van het watersysteem en waterketen, waarbij gelijktijdig<br />
geanticipeerd wordt op verwachte klimaatontwikkelingen;<br />
het vergroten van de belevingswaarde van watergangen door het verhogen van de diversiteit<br />
voor inrichting en ecologie alsmede de implementatie via beheer en onderhoud;<br />
het uitdragen van de waarde van water door een actieve, zichtbare en stimulerende rol van de<br />
overheid op het gebied van water en ecologie.<br />
De strategie <strong>met</strong> betrekking tot het eerste aandachtstreepje is zeer wezenlijk voor de ruimtelijke<br />
structuur van <strong>Haaksbergen</strong>. Daarom is aan dit onderwerp een aparte paragraaf gewijd (strategie op<br />
hoofdlijnen). De beide andere onderwerpen komen in de andere paragrafen aan bod en zijn<br />
uitgewerkt op het niveau van stromen, gebieden en actoren. In de visie is veel aandacht besteed<br />
aan het ontwikkelen van een watersysteem en een waterketen die zo optimaal mogelijk invulling<br />
geven aan huidige beleidsdoelstellingen, het oplossen van knelpunten en klimaatontwikkelingen.<br />
Dit leidt tot een wezenlijke omslag in de inrichting van de waterketen en leidt tot aanzienlijke<br />
ruimteclaims zowel binnen als buiten stedelijk gebied. Een zeer belangrijke keuze die gemaakt<br />
moet worden voor de inrichting van het watersysteem en de waterketen betreft het vasthouden en<br />
bergen van water (voorkomen overlast) en het voorkomen van verontreiniging van grond- en<br />
oppervlaktewater.<br />
Toetsing plangebied<br />
Bij de realisatie van de beide bedrijventerreinen is reeds rekening gehouden <strong>met</strong> de het creëren<br />
van voldoende waterbergingscapaciteit binnen het plangebied. Zo zijn er binnen het plangebied, ter<br />
compensatie van de extra verhardingsoppervlakte, verschillende watergangen in het plangebied<br />
aanwezig.<br />
Aangezien op grond van onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> geen nieuwe ontwikkelingen worden<br />
mogelijk gemaakt ten opzichte van het geldende <strong>bestemmingsplan</strong>, waardoor een toename van het<br />
verharde oppervlak niet aan de orde is, zijn er geen waterschapsbelangen in het geding.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 37 van 47
Wel zullen in dit <strong>bestemmingsplan</strong>, gelet op de belangrijke functie van de bestaande watergangen,<br />
aan de watergangen de bestemming "Water - Waterberging" toegekend worden.<br />
Conclusie<br />
Gelet op het conserverende karakter van dit <strong>bestemmingsplan</strong> kan worden geconcludeerd dat er<br />
<strong>met</strong> dit <strong>bestemmingsplan</strong> geen waterhuishoudkundige belangen in het geding zijn. Bestaande voor<br />
waterberging van belang zijnde watergangen worden planologisch beschermd middels het<br />
opnemen van een specifieke bestemming.<br />
4.11 Archeologie<br />
Kader<br />
Met de ondertekening van het Verdrag van Valletta (Malta) in 1992 is in Nederland de<br />
beleidsmatige zorg voor het archeologisch bodemarchief aanzienlijk toegenomen. In het verdrag<br />
staat: Archeologische waarden dienen als onvervangbaar onderdeel van het culturele erfgoed te<br />
worden meegenomen en te worden ontzien bij de ontwikkeling en besluitvorming van ruimtelijke<br />
plannen.<br />
Met het in werking treden van de Wet op de archeologische monumentenzorg in september 2007 is<br />
het verdrag wettelijk verankerd en is de Monumentenwet 1988 herzien. Het belangrijkste doel van<br />
deze wet is het behoud van het archeologisch erfgoed ter plekke. Het is verplicht om in het proces<br />
van ruimtelijke ordening tijdig rekening te houden <strong>met</strong> de mogelijke aanwezigheid van<br />
archeologische waarden en een afweging te maken. Vroegtijdig onderzoek maakt ruimte voor de<br />
overweging om archeologievriendelijke alternatieven toe te passen. Wie dan ondanks de<br />
aanwezigheid van archeologische waarden toch de grond in wil, moet archeologisch<br />
(voor)onderzoek doen en de kosten daarvan op zich nemen. Ook als het onderzoek uiteindelijk tot<br />
een opgraving leidt.<br />
Toetsing plangebied<br />
De gemeente <strong>Haaksbergen</strong> heeft voor heel de gemeente archeologische onderzoek laten<br />
uitvoeren. Op basis hiervan zijn aan de gronden archeologische waarden toegekend en hieraan<br />
verbonden beleidsuitgangspunten indien op deze gronden bodemingrepen voorzien zijn. Dit beleid<br />
is tot op heden nog niet door de gemeenteraad vastgesteld.<br />
Op basis van de archeologische waardenkaart (zie onderstaande uitsnede) kan worden<br />
geconstateerd dat aan het plangebied hoofdzakelijk een middelmatige (geel) archeologische<br />
waarde wordt toegekend. Enkele kleine gebieden hebben een lage (wit) of hoge (oranje)<br />
archeologische waarden.<br />
Op grond van het aan deze waarden gekoppelde beleid kan het volgende gesteld worden:<br />
Lage waarde (wit): archeologisch inventariserend veldonderzoek is verplicht bij bodemingrepen<br />
groter dan 10 hectare;<br />
Middelmatige waarde (geel): archeologische inventariserend veldonderzoek is verplicht bij<br />
bodemingrepen groter dan 250 m 2 én de ingreep dieper reikt dan 40 cm -mv.;<br />
Hoge waarde (oranje): archeologische inventariserend veldonderzoek is verplicht bij<br />
bodemingrepen groter dan 100 m 2 én de ingreep dieper reikt dan 40 cm -mv.<br />
Aangezien het <strong>bestemmingsplan</strong> een conserverend plan betreft, waarbij geen concrete<br />
ontwikkelingen voorzien zijn, zal als onderdeel van dit <strong>bestemmingsplan</strong> geen aanvullend<br />
archeologisch onderzoek uitgevoerd worden.<br />
Om de archeologische waarden in het plangebied te waarborgen zal in dit <strong>bestemmingsplan</strong><br />
middels dubbelbestemmingen de beleidsuitgangspunten planologisch vastgelegd worden.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 38 van 47
Afbeelding 4.11: Uitsnede archeologische waardenkaart (bron: Archeologie beleid gemeente <strong>Haaksbergen</strong>)<br />
Conclusie<br />
Op basis van het (niet vastgestelde) gemeentelijk archeologisch beleid, wordt geconcludeerd dat<br />
het plangebied grotendeels een middelmatige archeologische waarde heeft, kleine gebieden<br />
hebben een lage of hoge waarde. In onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> zal middels het toekennen van<br />
de bestemming Waarde - Archeologie de archeologische waarden in het plangebied voldoende<br />
beschermd worden.<br />
4.12 Verkeer<br />
De actualisatie van de vigerende <strong>bestemmingsplan</strong>nen heeft voor het aspect 'verkeer' geen van<br />
belang zijnde gevolgen. Er worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt welke een significante<br />
invloed hebben op de verkeerskundige situatie in de omgeving van het plangebied.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 39 van 47
In het recente verleden hebben er een aantal verkeerskundige ontwikkelingen in de omgeving van<br />
het plangebied plaatsgevonden. Zo zijn er een aantal rotondes aangelegd (Hengelosestraat en<br />
Noordsingel) en is de Noordsingel doorgetrokken. In de nabije toekomst zullen er nog een aantal<br />
verkeerskundige ontwikkelingen plaatsvinden die van invloed zijn op de verkeersafwikkeling van het<br />
plangebied, te weten de realisatie van de N18 en de verbreding van de Kolenbranderweg. Deze<br />
ontwikkelingen zijn nader uitgewerkt in de paragraaf 3.4.4.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 40 van 47
Hoofdstuk 5 Juridische plantoelichting<br />
5.1 Algemeen<br />
In dit hoofdstuk wordt toegelicht hoe het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid en ook de<br />
ruimtelijke- en milieutechnische randvoorwaarden zijn doorvertaald naar de bestemmingen en<br />
regels. De bestemmingen en regels vormen het juridische deel van het <strong>bestemmingsplan</strong>, dat<br />
bindend is voor de burger en de overheid.<br />
Dit <strong>bestemmingsplan</strong> is een hoofdzakelijk conserverend plan, waarbij ondergeschikte aanpassingen<br />
ten opzichte van de huidige situatie doorgevoerd zijn. Voor een deel is dat mogelijk <strong>met</strong> de in het<br />
plan opgenomen afwijkingsbevoegdheden.<br />
5.2 Nadere toelichting op de regels<br />
De regels bestaan uit de volgende onderdelen:<br />
hoofdstuk I: Inleidende regels;<br />
hoofdstuk II: Bestemmingsregels;<br />
hoofdstuk III: Algemene regels;<br />
hoofdstuk IV: Overgangs- en slotregels.<br />
5.2.1 Inleidende regels<br />
De inleidende regels omvatten de in de planregels gebruikte begripsomschrijvingen en afkortingen<br />
(artikel 1) en de wijze van <strong>met</strong>en (artikel 2).<br />
5.2.2 Bestemmingsregels<br />
In onderhavig <strong>bestemmingsplan</strong> zijn de volgende bestemmingen opgenomen:<br />
Bedrijventerrein<br />
Het grootste gedeelte van het plangebied betreft de bestaande bedrijventerreinen Stepelo en de<br />
Greune. Aan de bedrijfspercelen is de bestemming 'Bedrijventerrein' toegekend. Op basis van de<br />
systematiek van 'bedrijven en milieuzonering' als beschreven in paragraaf 4.6, zijn middels de<br />
aanduiding 'bedrijf tot en <strong>met</strong> categorie...' zoneringen aangebracht. Bestaande bedrijven, welke<br />
afwijken van de zoneringen, zijn tevens bij recht toegestaan aangezien deze in de milieuvergunning<br />
de haalbaarheid ten opzichte van gevoelige functies in de omgeving reeds hebben aangetoond.<br />
Binnen deze bestemming is het mogelijk om motorbrandstoffen (<strong>met</strong> uitzondering van lpg) te<br />
verkopen alsmede dat er ruimte wordt geboden voor een autowasinrichting en een kiosk. In de<br />
kiosk mag detailhandel in weggebonden artikelen plaatsvinden. Zelfstandige detailhandel of<br />
zelfstandige horeca activiteiten zijn ter plaatse niet toegestaan.<br />
In het plangebied is één antennemast ten behoeve van de mobiele telefonie gelegen aan welke de<br />
aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' is toegekend.<br />
Groen<br />
De voor het plangebied kenmerkende groenelementen zijn in dit <strong>bestemmingsplan</strong> specifiek<br />
bestemd als de bestemming 'Groen'. Op deze wijze worden de groenstroken planologisch<br />
beschermd en zijn bijvoorbeeld parkeervoorzieningen op deze gronden niet toegestaan.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 41 van 47
Horeca<br />
Het bestaande Chinese restaurant op bedrijventerrein de Greune heeft de bestemming 'Horeca'<br />
gekregen. Op gronden <strong>met</strong> deze bestemming zijn horecavoorzieningen zoals een restaurant<br />
toegestaan inclusief een bedrijfswoning. Discotheken en dergelijke zijn hierbij uitgesloten.<br />
Tuin<br />
De bij de woning aan de Kolenbranderweg 37 behorende gronden waar geen woongebouwen op<br />
zijn voorzien, hebben gelijk aan het vigerende <strong>bestemmingsplan</strong> de bestemming 'Tuin' gekregen.<br />
Verkeer<br />
De wegen in het plangebied hebben de bestemming 'Verkeer' gekregen.<br />
Water - Waterberging<br />
In het plangebied zijn meerdere waterpartijen gelegen welke voor de waterberging in het gebied<br />
van belang zijn. Aan deze waterpartijen is de bestemming 'Water - Waterberging' toegekend.<br />
Wonen<br />
In het plangebied is één woning gelegen, te weten aan de Kolenbranderweg 37. Deze woning heeft<br />
de bestemming 'Wonen'.<br />
Waarde - Archeologie<br />
Conform het gemeentelijk archeologisch beleid worden in dit <strong>bestemmingsplan</strong> mogelijke<br />
archeologische waarden beschermd. Op basis van archeologische verwachtingswaarden zijn de<br />
dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie (laag/middelmatig/hoog)' opgenomen ter bescherming<br />
van deze waarden. Voor werkzaamheden die de waarden kunnen aantasten, zijn regels<br />
opgenomen waardoor een omgevingsvergunning noodzakelijk kan zijn.<br />
5.2.3 Algemene regels<br />
De algemene of aanvullende regels tenslotte vormen een set algemene regels die op alle<br />
onderdelen van het plan van toepassing zijn. De algemene regels bestaan onder meer uit<br />
afwijkings- en gebruiksbepalingen.<br />
De algemene gebruiksregel luidt dat het verboden is om gronden en opstallen te gebruiken in strijd<br />
<strong>met</strong> de bestemming. Gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemming<br />
of het normale onderhoud van de gronden en/of bouwwerken wordt toegelaten.<br />
De algemene afwijkingsregels voorzien in de mogelijkheid om op ondergeschikte onderdelen af te<br />
wijken van de regels van het <strong>bestemmingsplan</strong>.<br />
5.2.4 Overgangs- en slotregels<br />
In de loop van de tijd kan het gebruik van gronden of bouwwerken gaan afwijken van datgene wat<br />
mogelijk is op basis van het <strong>bestemmingsplan</strong>. In de overgangsregels wordt geregeld in hoeverre<br />
deze afwijkingen positief bestemd worden. Daar waar maten van bestaande legale bouwwerken op<br />
het moment van de terinzagelegging van het ontwerp meer bedragen dan is voorgeschreven in het<br />
nieuwe <strong>bestemmingsplan</strong>, gelden deze maten ingevolge het in het <strong>bestemmingsplan</strong> neergelegde<br />
overgangsrecht als maximum.<br />
De naam van het plan wordt in de slotregel aangehaald.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 42 van 47
Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid<br />
Voorliggend <strong>bestemmingsplan</strong> voorziet niet in nieuwe ontwikkelingen waarvan de<br />
financieel-economische uitvoerbaarheid dient te worden aangetoond. Ook vormt het<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> geen basis voor een (nieuw) bouwplan, zoals bedoeld in het Bro. Er is dan ook<br />
geen noodzaak tot het vaststellen van een exploitatieplan, aangezien er geen sprake is van kosten<br />
die verhaald moeten worden.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 43 van 47
Hoofdstuk 7 Maatschappelijke uitvoerbaarheid<br />
7.1 Algemeen<br />
De procedure om te komen tot een in werking getreden <strong>bestemmingsplan</strong> is vastgelegd in de Wet<br />
ruimtelijke ordening (Wro) in samenhang <strong>met</strong> de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze<br />
procedure biedt in de verschillende planstadia voor belangstellenden, belanghebbenden en<br />
betrokken instanties de mogelijkheid om kennis te nemen van het <strong>bestemmingsplan</strong> en hierover<br />
hun mening te geven.<br />
7.2 Inspraak en overleg<br />
Gelet op het conserverende karakter van het <strong>bestemmingsplan</strong> is ervoor gekozen de<br />
voorontwerpfase over te slaan. De voor dit <strong>bestemmingsplan</strong> van belang zijnde overleginstanties<br />
zullen ten tijde van de ontwerpfase om een reactie worden gevraagd.<br />
Met de provincie Overijssel heeft ten aanzien van onderhavige <strong>bestemmingsplan</strong>actualisatie op 18<br />
april 2012 overleg plaatsgevonden, hierbij heeft de provincie ingestemd <strong>met</strong> de voorgenomen<br />
actualisatie.<br />
7.3 Zienswijzen<br />
Met ingang van … heeft het ontwerp<strong>bestemmingsplan</strong> 'Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune'<br />
conform afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gedurende 6 weken terinzage gelegen.<br />
Gedurende deze periode is een ieder de gelegenheid geboden zienswijzen naar voren te brengen.<br />
Van deze gelegenheid is door … personen / instanties gebruik gemaakt.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 44 van 47
Bijlagen<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 45 van 47
Bijlage 1 Invoergegevens akoestisch onderzoek<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 46 van 47
Invoergegevens<br />
Model: eerste model<br />
Groep: (hoofdgroep)<br />
Lijst van Bodemgebieden, voor reken<strong>met</strong>hode Wegverkeerslawaai - RMW-2006<br />
Naam Omschr. Bf<br />
001 Sportpark de Greune 1,00<br />
002 Sportpark de Greune 1,00<br />
003 Groen Veldmaterweg 1,00<br />
004 Groen Veldmaterweg - Hengelosestraat 1,00<br />
005 Groen Hengelosestraat 1,00<br />
006 Groen Hengelosestraat 1,00<br />
007 Groen Hassinkborgh 1,00<br />
008 Groen Hassinkborgh 1,00<br />
009 Groen Hassinkborgh 1,00<br />
010 Groen Albertsweg 1,00<br />
011 Groen Albertsweg 1,00<br />
012 Groen Textielstraat 1,00<br />
013 Groen Noordersingel 1,00<br />
014 Groen Textielstraat 1,00<br />
016 Groen 1,00<br />
015 Groen Kolenbranderweg 10 1,00<br />
017 Groen Kolenbranderweg 1,00<br />
018 Groen Hengelosestraat 1,00<br />
Geomilieu V1.91<br />
8-5-2012 15:17:24
Invoergegevens<br />
Model: eerste model<br />
Groep: (hoofdgroep)<br />
Lijst van Gebouwen, voor reken<strong>met</strong>hode Wegverkeerslawaai - RMW-2006<br />
Naam Omschr. Hoogte Maaiveld HDef. Cp Zwevend Refl. 63 Refl. 125 Refl. 250 Refl. 500 Refl. 1k Refl. 2k Refl. 4k Refl. 8k<br />
001 Lavendel 13 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
002 Lavendel 15 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
003 Lavendel 17 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
004 Lavendel 19 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
005 Lavendel 21 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
006 Lavendel 23 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
007 Lavendel 25 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
008 Lavendel 27 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
009 Lavendel 29 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
010 Hassinkborgh 12,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
011 Hassinkborgh 16,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
012 Lavendel 12-20 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
013 Papaver 22-62 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
014 Oleander 3-9 3,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
015 Oleander 7-9 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
016 Oleander 3-5 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
017 Oleander 1 3,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
018 Oleander 1 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
019 Fluitekruid 13 3,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
020 Fluitekruid 13 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
021 Fluitekruid 9-11 3,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
022 Fluitekruid 9-11 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
023 Fluitekruid 7 3,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
024 Fluitekruid 7 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
025 Fluitekruid 5 3,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
026 Fluitekruid 5 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
027 Fluitekruid 3 3,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
028 Fluitekruid 3 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
029 Fluitekruid 1 3,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
030 Fluitekruid 1 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
031 Hengelose straat 29-31 7,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
032 Hengelose straat 27 7,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
033 Hengelose straat 25 3,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
034 Hengelose straat 25 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
035 Hengelose straat 23 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
036 Pijperstraat 24-32 3,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
037 Pijperstraat 12 en 22 3,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
038 Pijperstraat 2-10 3,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
039 Wagnerstraat 40 8,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
040 Wagnerstraat 38 8,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
Geomilieu V1.91<br />
8-5-2012 15:18:14
Invoergegevens<br />
Model: eerste model<br />
Groep: (hoofdgroep)<br />
Lijst van Gebouwen, voor reken<strong>met</strong>hode Wegverkeerslawaai - RMW-2006<br />
Naam Omschr. Hoogte Maaiveld HDef. Cp Zwevend Refl. 63 Refl. 125 Refl. 250 Refl. 500 Refl. 1k Refl. 2k Refl. 4k Refl. 8k<br />
041 Veldmaterstraat 2 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
042 Veldmaterstraat 4 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
043 Veldmaterstraat 6 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
044 Veldmaterstraat 8 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
045 Veldmaterstraat 10 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
046 Veldmaterstraat 14 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
047 Veldmaterstraat 16-26 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
048 Beethovenstraat 133-141 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
049 Meidoorn 5-7 3,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
050 Meidoorn 5-7 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
051 Meidoorn 9 9,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
052 Meidoorn 13 7,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
053 Meidoorn 15 7,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
054 Meidoorn 17 7,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
055 Meidoorn 19 7,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
056 Meidoorn 21 7,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
057 Kolenbranderweg 8 8,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
058 Kolenbranderweg 10 8,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
059 Kolenbranderweg 12 8,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
060 Kolenbranderweg 18 8,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
061 Kolenbranderweg 20 8,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
062 Kolenbranderweg 22 8,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
063 Kolenbranderweg 7-11 3,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
064 Kolenbranderweg 15 3,50 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
065 Kolenbranderweg 10 6,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
066 Kolenbranderweg 10 8,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
067 Kolenbranderweg 10 6,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
068 Kolenbranderweg 37 8,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
069 Kolenbranderweg 40 8,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
070 Kolenbranderweg 40 4,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
071 Kolenbranderweg 40 8,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
072 Kolenbranderweg 38 4,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
073 Textielstraat 28 5,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
074 Textielstraat 26 5,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
075 Textielstraat 24 7,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
076 Textielstraat 22 7,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
077 Textielstraat 20-20a 7,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
078 Textielstraat 10 7,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
079 Textielstraat 8 7,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
080 Textielstraat 6 7,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
Geomilieu V1.91<br />
8-5-2012 15:18:14
Invoergegevens<br />
Model: eerste model<br />
Groep: (hoofdgroep)<br />
Lijst van Gebouwen, voor reken<strong>met</strong>hode Wegverkeerslawaai - RMW-2006<br />
Naam Omschr. Hoogte Maaiveld HDef. Cp Zwevend Refl. 63 Refl. 125 Refl. 250 Refl. 500 Refl. 1k Refl. 2k Refl. 4k Refl. 8k<br />
081 Textielstraat 4 8,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
082 Textielstraat 2-2d 8,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
083 Textielstraat 2-2d 11,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
084 Schoolkaterdijk 2 8,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
085 Bijgebouw Schoolkaterdijk 2 5,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
086 Bijgebouw Schoolkaterdijk 2 5,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
087 Bijgebouw Schoolkaterdijk 2 5,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
088 Bijgebouw Schoolkaterdijk 2 4,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
089 Bijgebouw Schoolkaterdijk 2 4,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
090 Schoolkaterdijk 2 8,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
091 Hengelosestraat 41 12,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
092 Bijgebouw Hengelosestraat 41 6,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
093 Hengelosestraat 16 7,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
094 Veldmaterstraat 5 10,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
095 Hengelosestraat 3 6,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
096 Tennisgebouw de Greune 4,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
097 Albertsweg 7,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
065a Bijgebouw Kolenbranderweg 10 4,00 0,00 Relatief 0 dB False 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80<br />
Geomilieu V1.91<br />
8-5-2012 15:18:14
Invoergegevens<br />
Model: eerste model<br />
Groep: (hoofdgroep)<br />
Lijst van Grids, voor reken<strong>met</strong>hode Wegverkeerslawaai - RMW-2006<br />
Naam Omschr. Hoogte Maaiveld DeltaX DeltaY<br />
01 Grid 7,50 0,00 10 10<br />
Geomilieu V1.91<br />
8-5-2012 15:18:38
Invoergegevens<br />
Model: eerste model<br />
Groep: (hoofdgroep)<br />
Lijst van Wegen, voor reken<strong>met</strong>hode Wegverkeerslawaai - RMW-2006<br />
Naam Omschr. Hbron Wegdek V(LV) V(MV) V(ZV) Totaal aantal %Int.(D) %Int.(A) %Int.(N) %LV(D) %LV(A) %LV(N) %MV(D) %MV(A) %MV(N) %ZV(D) %ZV(A) %ZV(N)<br />
001 Noordsingel 0,75 W4 50 50 50 4541,95 6,53 3,55 0,93 75,72 80,63 84,31 17,00 12,59 9,42 7,28 6,78 6,28<br />
002 Noordsingel 0,75 W4 50 50 50 8308,74 6,55 3,81 0,77 84,71 82,35 84,32 9,64 8,83 6,27 5,35 8,83 9,41<br />
003 Noordsingel (deel rotonde) 0,75 W4 30 30 30 6700,00 6,53 3,55 0,93 75,72 80,63 84,31 17,00 12,59 9,42 7,28 6,78 6,28<br />
004 Noordsingel (deel rotonde) 0,75 W4 30 30 30 6700,00 6,55 3,81 0,77 84,71 82,35 84,32 9,64 8,83 6,27 5,35 8,83 9,41<br />
005 Hengelosestraat 0,75 W4 50 50 50 13344,59 6,48 3,63 0,96 85,45 88,64 90,99 10,30 7,50 5,51 4,25 3,86 3,51<br />
006 Hengelosestraat 0,75 W0 50 50 50 10299,17 6,49 3,62 0,95 83,27 86,84 89,53 11,86 8,71 6,41 4,87 4,45 4,06<br />
007 Hengelosestraat (deel rotonde) 0,75 W4 30 30 30 6700,00 6,49 3,62 0,95 83,27 86,84 89,53 11,86 8,71 6,41 4,87 4,45 4,06<br />
008 Hengelosestraat (deel rotonde) 0,75 W4 30 30 30 6700,00 6,48 3,63 0,96 85,45 88,64 90,99 10,30 7,50 5,51 4,25 3,86 3,51<br />
009 Kolenbranderweg 0,75 W0 50 50 50 17,28 6,51 3,93 0,77 100,00 100,00 100,00 -- -- -- -- -- --<br />
010 Veldmaterstraat 0,75 W0 50 50 50 2293,72 6,52 3,92 0,76 96,94 97,20 98,21 2,36 2,10 1,29 0,70 0,70 0,50<br />
011 Veldmaterstraat 0,75 W0 50 50 50 1986,35 6,52 3,92 0,76 96,58 96,87 98,00 2,64 2,35 1,44 0,78 0,78 0,56<br />
Geomilieu V1.91<br />
8-5-2012 15:19:51
Bijlage 2 Geluidscontouren<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 47 van 47
Regels <strong>bestemmingsplan</strong><br />
Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune
Inhoudsopgave<br />
Regels 3<br />
Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4<br />
Artikel 1 Begrippen 4<br />
Artikel 2 Wijze van <strong>met</strong>en 10<br />
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 11<br />
Artikel 3 Bedrijventerrein 11<br />
Artikel 4 Groen 16<br />
Artikel 5 Horeca 18<br />
Artikel 6 Tuin 20<br />
Artikel 7 Verkeer 22<br />
Artikel 8 Water - Waterberging 23<br />
Artikel 9 Wonen 24<br />
Artikel 10 Waarde - Archeologie hoog 27<br />
Artikel 11 Waarde - Archeologie laag 28<br />
Artikel 12 Waarde - Archeologie middelmatig 29<br />
Hoofdstuk 3 Algemene regels 30<br />
Artikel 13 Antidubbeltelregel 30<br />
Artikel 14 Algemene gebruiksregels 31<br />
Artikel 15 Algemene afwijkingsregels 32<br />
Artikel 16 Algemene procedureregels 33<br />
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 34<br />
Artikel 17 Overgangsrecht 34<br />
Artikel 18 Slotregel 35<br />
Bijlagen 36<br />
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen 37<br />
Bijlage 2 Bestaande bedrijven afwijkend van zonering 38<br />
Bijlage 3 Bestaande bedrijfswoningen 39<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 2 van 39
Regels<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 3 van 39
Hoofdstuk 1 Inleidende regels<br />
Artikel 1 Begrippen<br />
1.1 plan:<br />
het <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune van de gemeente <strong>Haaksbergen</strong>.<br />
1.2 <strong>bestemmingsplan</strong>:<br />
de geo<strong>met</strong>risch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0158.BP1085-001<br />
<strong>met</strong> de bijbehorende regels en eventuele <strong>bijlagen</strong><br />
1.3 aanduiding:<br />
een geo<strong>met</strong>risch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de<br />
regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.<br />
1.4 aanduidingsgrens:<br />
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.<br />
1.5 aan huis verbonden bedrijf:<br />
een bedrijf of het bedrijfsmatig uitoefenen van ambachtelijke of kunstzinnige bedrijvigheid, geheel of<br />
overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij<br />
behorende gebouwen kan worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de<br />
woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die <strong>met</strong> de woonfunctie in<br />
overeenstemming is.<br />
1.6 aan huis verbonden beroep:<br />
de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief,<br />
juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hieraan gelijk te stellen gebied,<br />
dat in een woning en daarbij behorende gebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning<br />
inoverwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft<br />
die<strong>met</strong> de woonfunctie in overeenstemming is, <strong>met</strong> uitsluiting van detailhandel.<br />
1.7 bebouwing:<br />
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.<br />
1.8 bedrijfsgebouw:<br />
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.<br />
1.9 bedrijfsvloeroppervlak:<br />
de totale vloeroppervlakte van de ruimten binnen de bebouwing die wordt gebruikt voor de<br />
uitoefening van een bedrijf, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 4 van 39
1.10 bestaand(e situatie):<br />
ten aanzien van bebouwing:<br />
bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan in werking is getreden;<br />
ten aanzien van gebruik:<br />
het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan in werking is<br />
getreden.<br />
1.11 bestemmingsgrens:<br />
de grens van een bestemmingsvlak.<br />
1.12 bestemmingsvlak:<br />
een geo<strong>met</strong>risch bepaald vlak <strong>met</strong> eenzelfde bestemming.<br />
1.13 Bevi-inrichting:<br />
inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.<br />
1.14 bijbehorend bouwwerk<br />
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel <strong>met</strong> een zich op hetzelfde perceel bevindend<br />
hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, <strong>met</strong><br />
een dak.<br />
1.15 bouwen:<br />
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van<br />
een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een<br />
standplaats.<br />
1.16 bouwgrens:<br />
de grens van een bouwvlak.<br />
1.17 bouwlaag:<br />
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte<br />
liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks <strong>met</strong> inbegrip van de begane grond en <strong>met</strong><br />
uitsluiting van bebouwing beneden peil of onder de kapconstructie.<br />
1.18 bouwperceel:<br />
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende<br />
bebouwing is toegelaten.<br />
1.19 bouwperceelgrens:<br />
een grens van een bouwperceel.<br />
1.20 bouwvlak:<br />
een geo<strong>met</strong>risch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels<br />
bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 5 van 39
1.21 bouwwerk:<br />
elke constructie van enige omvang van hout, steen, <strong>met</strong>aal of ander materiaal, die hetzij direct<br />
hetzij indirect <strong>met</strong> de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.<br />
1.22 bruto vloeroppervlakte:<br />
het totaal van de oppervlakten van de vloeren van alle bouwlagen van een gebouw.<br />
1.23 consumentenvuurwerk:<br />
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.<br />
1.24 detailhandel:<br />
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of<br />
leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor<br />
gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.<br />
1.25 detailhandel in volumineuze goederen:<br />
detailhandel in goederen van volumineuze aard in een daarop afgestemde verkoopruimte, te weten<br />
auto's en motoren, auto-onderdelen en banden, volumineuze kampeer- en recreatieartikelen (zoals<br />
caravans, tenten, campers en boten), inbouwkeukens, sanitair, wand- en vloertegels, grove<br />
bouwmaterialen zoals bestratingmateriaal, zand en dergelijke, zonweringen, tuinhuisjes,<br />
buitenspeeltoestellen, zwembaden, tuinbeelden, haarden en kachels, grafzerken,<br />
(paarden)trailers,aanhangwagens, goederen <strong>met</strong> brand- en explosiegevaar, alsmede goederen, die<br />
een eerstegraads verwantschap hebben c.q. in rechtstreeks verband staan <strong>met</strong> deze goederen.<br />
1.26 escortbedrijf:<br />
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang<br />
alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte<br />
wordt uitgeoefend.<br />
1.27 evenement:<br />
al of niet periodiek terugkerende en / of incidentele gebeurtenissen op het gebied van sport, cultuur,<br />
kunst, folklore, handel, recreatie, liefdadigheid, religie, gezondheid, wetenschap, amusement en<br />
vergelijkbare gebeurtenissen.<br />
1.28 functie:<br />
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen<br />
daarvan is toegestaan.<br />
1.29 gebouw:<br />
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk <strong>met</strong> wanden<br />
omsloten ruimte vormt.<br />
1.30 gevel:<br />
bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht,<br />
daaronder begrepen het dak.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 6 van 39
1.31 gevelvlak:<br />
het verticale vlak waarin de hoofdvlakken van een gevel zich bevinden.<br />
1.32 groothandel:<br />
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen<br />
en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen voor<br />
gebruik/verbruik in een andere bedrijfsactiviteit.<br />
1.33 hoofdgebouw:<br />
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of<br />
toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn,<br />
gelet op die bestemming het belangrijkste is.<br />
1.34 horeca(bedrijf):<br />
het bedrijfsmatig verschaffen c.q. verstrekken van logies, dranken, maaltijden en kleine eetwaren,<br />
zoals een hotel, restaurant, café, cafetaria of een combinatie van twee of meer van deze bedrijven,<br />
waaronder eveneens wordt begrepen het exploiteren van zaalaccommodatie, doch <strong>met</strong><br />
uitzondering van een seksinrichting.<br />
1.35 inpandige bedrijfswoning:<br />
een woning dienend voor de huisvesting van een persoon (en diens gezin), wiens huisvesting ter<br />
plaatse, gelet op de bedrijfsvoering, noodzakelijk is en die omsloten wordt door andere gedeelten<br />
van een gebouw of door andere gebouwen en/of architectonisch geïntegreerd is <strong>met</strong> het<br />
bijbehorende bedrijfsgebouw.<br />
1.36 kantoor:<br />
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate<br />
rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.<br />
1.37 kunstwerk:<br />
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen,<br />
viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijk.<br />
1.38 omgevingsvergunning:<br />
een vergunning voor het uitvoeren van een project dat invloed heeft op de fysieke leefomgeving, op<br />
grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna Wabo).<br />
1.39 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van<br />
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, op<br />
grond van artikel 2.1, lid 1, onder b, van de Wabo.<br />
1.40 omgevingsvergunning voor het afwijken:<br />
omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd <strong>met</strong> dit plan <strong>met</strong><br />
toepassing van de in dit plan opgenomen regels inzake afwijking, op grond van artikel 2.1, lid 1,<br />
onder c, jo. artikel 2.12, sub a, onder 1, van de Wabo.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 7 van 39
1.41 operator:<br />
aanbieder van een mobiel netwerk.<br />
1.42 overkapping:<br />
een bouwwerk <strong>met</strong> een open constructie.<br />
1.43 peil:<br />
a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:<br />
de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;<br />
b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:<br />
de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;<br />
c. indien in of op het water wordt gebouwd:<br />
het plaatselijke verschil ten opzichte van Nieuw Amsterdams Peil.<br />
1.44 perifere detailhandel:<br />
detailhandel die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig<br />
hebben voor de uitstalling, zoals tuincentra, bouwmarkten, woninginrichting waaronder meubels.<br />
1.45 productiegebonden detailhandel:<br />
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het<br />
productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.<br />
1.46 professioneel vuurwerk:<br />
vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk.<br />
1.47 stedenbouwkundig beeld:<br />
het beeld dat wordt bepaald door de situering, de bouwmassa's, de dakvormen en de dakrichtingen<br />
van de bebouwing.<br />
1.48 straatmeubilair:<br />
objecten die in de openbare ruimte staan en die niet tot de weg zelf behoren, zoals banken,<br />
lantaarnpalen, abri's, vuilnisbakken en verkeersborden.<br />
1.49 verbeelding:<br />
a. de analoge verbeelding van het <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune,<br />
bestaande uit de kaart(en) <strong>met</strong> tekeningnummer NL.IMRO.0158.BP1085-0001 en legenda;<br />
b. de digitale verbeelding van het <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune.<br />
1.50 verkooppunt motorbrandstoffen:<br />
een verkoopplaats voor het uitoefenen van detailhandel in motorbrandstoffen en voor<br />
serviceverlening aan motorvoertuigen, waarbij detailhandel in andere goederen als nevenactiviteit<br />
van ondergeschikt belang, is toegestaan.<br />
1.51 voorgevellijn:<br />
de lijn waarin de voorgevel van de woning is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 8 van 39
1.52 voorgevelrooilijn:<br />
de naar de weg toegekeerde grens van het bouwvlak, waarop het belangrijkste gebouw op een<br />
bouwperceel is georiënteerd.<br />
1.53 voorziening van openbaar nut:<br />
voorzieningen van openbaar nut zoals, gas, electriciteit, water en communicatie.<br />
1.54 vuurwerkbedrijf:<br />
inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig<br />
is.<br />
1.55 waterhuishoudkundige voorzieningen:<br />
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging<br />
en waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, gemalen, inlaten etc.<br />
1.56 weg:<br />
een voor gemotoriseerd verkeer geschikt gemaakte strook grond.<br />
1.57 woning:<br />
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke<br />
huishouding, woonwagens niet inbegrepen.<br />
1.58 zelfstandig kantoor:<br />
kantoor welke niet wordt gebruikt ten behoeve van een op het perceel gevestigd bedrijf.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 9 van 39
Artikel 2 Wijze van <strong>met</strong>en<br />
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt ge<strong>met</strong>en:<br />
2.1 de dakhelling:<br />
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.<br />
2.2 de goothoogte van een bouwwerk:<br />
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee<br />
gelijk te stellen constructiedeel.<br />
2.3 de inhoud van een bouwwerk:<br />
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de<br />
scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.<br />
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:<br />
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde,<br />
<strong>met</strong> uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de<br />
aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.<br />
2.5 de bruto bedrijfsvloeroppervlakte (b.v.o.):<br />
de som van de horizontale vloeroppervlakten van de bouwlagen, <strong>met</strong> inbegrip van de daarbij<br />
behorende kantoren, magazijnen, werkplaatsen en overige dienstruimten, buitenwerks ge<strong>met</strong>en.<br />
2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:<br />
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts<br />
geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het<br />
bouwwerk.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 10 van 39
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels<br />
Artikel 3 Bedrijventerrein<br />
3.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en <strong>met</strong> categorie 2', voor bedrijven tot en <strong>met</strong><br />
categorie 2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen', die als bijlage bij deze<br />
regels is gevoegd;<br />
b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en <strong>met</strong> categorie 3.1', voor bedrijven tot en <strong>met</strong><br />
categorie 3.1 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen', die als bijlage bij deze<br />
regels is gevoegd;<br />
c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en <strong>met</strong> categorie 3.2', voor bedrijven tot en <strong>met</strong><br />
categorie 3.2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen', die als bijlage bij deze<br />
regels is gevoegd;<br />
d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en <strong>met</strong> categorie 4.1', voor bedrijven tot en <strong>met</strong><br />
categorie 4.1 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen', die als bijlage bij deze<br />
regels is gevoegd;<br />
e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en <strong>met</strong> categorie 4.2', voor bedrijven tot en <strong>met</strong><br />
categorie 4.2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen';<br />
f. in afwijking van het bepaalde onder a t/m e zijn tevens bestaande bedrijven ter plaatse van<br />
bestaande bouwpercelen, als vermeld in bijlage 2 van deze regels, toegestaan indien deze niet<br />
voldoen aan de ter plaatse geldende maximale bedrijfscategorie;<br />
g. de verkoop van motorbrandstoffen, <strong>met</strong> uitzondering van lpg, inclusief een autowasinrichting<br />
en detailhandel in weggebonden artikelen en onzelfstandige horeca <strong>met</strong> daarbij behorende<br />
voorzieningen en technische ruimte en berging;<br />
h. bedrijfsverzamelgebouwen;<br />
i. opslag van materialen ten behoeve van de bedrijfsuitvoering:<br />
j. bestaande perifere detailhandel en/of detailhandel in volumineuze goederen;<br />
k. een antennemast ten behoeve van de mobiele telefonie uitsluitend ter plaatse van de<br />
aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie'.<br />
<strong>met</strong> daarbij behorende:<br />
l. nieuwe bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' en/of bestaande<br />
bedrijfswoningen als vermeld in bijlage 3 van deze regels;<br />
m. reclameuitingen reclamezuilen:<br />
n. gebouwen;<br />
o. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;<br />
p. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;<br />
q. tuinen;<br />
r. erven;<br />
s. terreinen;<br />
t. waterhuishoudkundige voorzieningen;<br />
u. groenvoorzieningen;<br />
v. parkeervoorzieningen, <strong>met</strong> dien verstande dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden<br />
waarbij geldt dat per 100 m 2 bruto bedrijfsvloeroppervlakte voor bedrijfsgebouwen dient te<br />
worden voorzien in tenminste 1,3 parkeerplaats(en).<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 11 van 39
3.2 Bouwregels<br />
Op de voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden mogen uitsluitend bedrijfsgebouwen en<br />
bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.<br />
3.2.1 Bedrijfsgebouwen<br />
Voor bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:<br />
a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden opgericht;<br />
b. het bebouwingspercentage van een bouwperceel bedraagt maximaal de ter plaatse van de<br />
aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' weergegeven<br />
maatvoering;<br />
c. de bouwhoogte van een gebouw bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding<br />
'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' weergegeven<br />
maatvoering;<br />
d. de afstand van een gebouw tot enige perceelsgrens mag niet minder dan 3 m ter plaatse van<br />
bedrijventerrein De Greune en niet minder dan 4 m ter plaatse van bedrijventerrein Stepelo<br />
bedragen, tenzij deze grens wordt gevormd door een openbare weg (rijweg inclusief rabatten<br />
<strong>met</strong> uitzondering van de Hengelosestraat, parkeerstroken, groenstroken, voet- en fietspaden<br />
e.d.) in welk geval deze afstand niet minder dan 5 m mag bedragen;<br />
e. in afwijking van het bepaalde onder d is het toegestaan dat ten behoeve van kleinschalige<br />
bedrijven zijgevels en de achtergevel van een gebouw samenvallen <strong>met</strong> de perceelsgrens, <strong>met</strong><br />
dien verstande dat bouwen op de perceelsgrens alleen mag wanneer een gebouw aan elkaar<br />
worden gebouwd <strong>met</strong> een gebouw op het naastgelegen bouwperceel.<br />
3.2.2 Bedrijfswoningen<br />
Voor bedrijfswoningen geldt dat:<br />
a. een nieuwe bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding<br />
'bedrijfswoning (bw)';<br />
b. een bedrijfswoning mag alleen inpandig worden opgericht;<br />
c. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 600 m³ bedragen;<br />
d. bij een bedrijfswoning mogen vrijstaande en aangebouwde bijbehorende bouwwerken worden<br />
opgericht;<br />
e. voor de onder d. bedoelde bijbehorende bouwwerken gelden de volgende voorwaarden:<br />
1. het maximum oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag 50 m 2 bedragen;<br />
2. de goothoogte respectievelijke bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 7 m.<br />
respectievelijk 8 m.;<br />
3. de bijbehorende bouwwerken uitsluitend vanaf 3 m. achter de voorgevel van de bestaande<br />
bedrijfswoning opgericht mogen worden.<br />
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde<br />
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:<br />
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2,5 m;<br />
b. de bouwhoogte van een antennemast mag ter plaatse van de aanduiding<br />
'zend-/ontvangstinstallatie' maximaal 25 <strong>met</strong>er bedragen;<br />
c. de bouwhoogte van vlaggenmasten en antennes mag niet meer dan bedragen dan 8 m;<br />
d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan<br />
10 m.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 12 van 39
3.2.4 Afwijkende maatvoering<br />
In afwijking van het bepaalde in 3.2.1, 3.2.2 en 3.2.3, geldt dat indien een afwijkende maatvoering<br />
aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze maatvoering als<br />
maximum respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat gebouw en, voor zover het<br />
goothoogten, bouwhoogten en dakhellingen betreft, voor uitbreidingen van dat gebouw.<br />
3.3 Nadere eisen<br />
3.3.1 Algemeen<br />
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de af<strong>met</strong>ingen van de bebouwing<br />
ten behoeve van:<br />
a. het straat- en bebouwingsbeeld;<br />
b. de milieusituatie;<br />
c. de verkeersveiligheid;<br />
d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;<br />
e. de sociale veiligheid;<br />
f. de externe veiligheid.<br />
3.3.2 Markante bebouwing<br />
a. Het bevoegd gezag is bevoegd bij de toepassing van deze regels, indien en voor zover de<br />
gronden op de verbeelding zijn aangeduid <strong>met</strong> de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding -<br />
markante bebouwing' - mits een onevenredig gebruik niet wordt geschaad- nadere eisen te<br />
stellen.<br />
b. De nadere eisen, als genoemd onder a., dienen betrekking te hebben op:<br />
1. de situering van de gebouwen om een goede verkeersafwikkeling en -veiligheid te<br />
verzekeren;<br />
2. De situering en de omvang (lengte en breedteverhouding) van nieuw op te richten<br />
bebouwing om te bevorderen dat (<strong>met</strong> de architectuur van de gebouwen en de situering<br />
van een showroom) het aanzien van het bedrijventerrein als totaliteit een positief element<br />
vormt voor de herkenbaarheid van het bedrijventerrein;<br />
3. De situering van de terreinverlichting en andere lichtuitstralende elementen teneinde<br />
hinderlijke lichtuitstraling c.q. negatieve beïnvloeding van de verkeersveiligheid te<br />
voorkomen.<br />
3.3.3 Procedure<br />
Voor het stellen van nadere eisen geldt de in 16.1 vermelde voorbereidingsprocedure.<br />
3.4 Afwijken van de bouwregels<br />
3.4.1 Afwijken<br />
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:<br />
a. het bepaalde in 3.2.1 onder c en toestaan dat de hoogte, indien dit uit oogpunt van<br />
bedrijfsvoering dan wel architectuur noodzakelijk is, over een oppervlakte van niet meer dan<br />
25% van de bebouwde oppervlakte wordt verhoogd tot niet meer dan 12,5 <strong>met</strong>er voor het<br />
bedrijventerrein De Greune en tot 15 <strong>met</strong>er voor het bedrijventerrein Stepelo;<br />
b. het bepaalde in 3.2.1 onder d ten behoeve van het bouwen van bedrijfsgebouwen tot op de<br />
perceelgrens in gevallen waarbij sprake is van het splitsen van het kadastrale perceel;<br />
c. het bepaalde in 3.2.3 onder b ten behoeve van de realisatie van een antennemast tot een<br />
hoogte van maximaal 25 <strong>met</strong>er in geval van één operator op de betreffende mast en tot een<br />
hoogte van maximaal 40 <strong>met</strong>er in geval van meerdere operators op de betreffende mast.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 13 van 39
3.4.2 Afwegingskader<br />
a. Een in 3.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien een<br />
evenredige belangenafweging heeft plaatsgevonden, waarbij betrokken worden:<br />
1. de mate waarin waarden, die het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;<br />
2. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden<br />
worden geschaad;<br />
3. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de<br />
milieutechnische, de waterhuishoudkundige, de archeologische, de ecologische en de<br />
verkeerstechnische toelaatbaarheid.<br />
4. bouw-/andere werkzaamheden die plaatsvinden binnen de beschermingszones van<br />
waterlopen (5 <strong>met</strong>er van uit de insteek), zijn slechts toelaatbaar indien een<br />
watervergunning is verkregen van het waterschap.<br />
3.4.3 Procedure<br />
Voor het middels een omgevingsvergunning afwijken geldt de in 16.1 vermelde<br />
voorbereidingsprocedure.<br />
3.5 Specifieke gebruiksregels<br />
a. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van<br />
gronden en opstallen ten behoeve van:<br />
1. geluidzoneringsplichtige inrichtingen als bedoeld in onderdeel D van Bijlage I van het<br />
Besluit omgevingsrecht;<br />
2. zelfstandige kantoren;<br />
3. detailhandel;<br />
4. Bevi-inrichtingen;<br />
5. vuurwerkbedrijven;<br />
6. seksinrichtingen;<br />
7. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het besluit M.E.R. 1994.<br />
b. Er dient op eigen terrein te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte;<br />
c. Voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep zijn de volgende bepalingen van<br />
toepassing:<br />
1. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke<br />
vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 50 m²;<br />
2. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer<br />
en geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;<br />
3. de activiteit moet worden uitgeoefend door een bewoner van de woning.<br />
3.6 Afwijken van de gebruiksregels<br />
3.6.1 Afwijken<br />
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:<br />
a. het bepaalde in 3.1 onder a t/m e voor bedrijven die niet voorkomen op de Staat van<br />
Bedrijfsactiviteiten, maar die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn <strong>met</strong><br />
bedrijven die zijn genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten onder de categorieën zoals<br />
toegestaan op grond van het bepaalde onder 3.1 sub a t/m e, <strong>met</strong> dien verstande dat:<br />
1. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;<br />
2. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;<br />
3. geluidzoneringsplichtige inrichtingen als bedoeld in onderdeel D van Bijlage I van het<br />
Besluit omgevingsrecht niet zijn toegestaan;<br />
b. het bepaalde in lid 3.1 sub a t/m e voor bedrijven in één milieucategorie hoger dan is<br />
toegestaan, mits deze bedrijven naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn <strong>met</strong><br />
de ter plaatse toegestane bedrijven, die zijn genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten, <strong>met</strong><br />
dien verstande dat:<br />
1. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 14 van 39
2. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;<br />
3. geluidzoneringsplichtige inrichtingen als bedoeld in onderdeel D van Bijlage I van het<br />
Besluit omgevingsrecht niet zijn toegestaan;<br />
c. het bepaalde in 3.5 onder a voor het toestaan van Bevi-inrichtingen ter plaatse van de<br />
aanduidingen 'bedrijf tot en <strong>met</strong> categorie 4.1' en 'bedrijf tot en <strong>met</strong> categorie 4.2' , mits de 10-6<br />
risicocontour binnen de bedrijfskavel blijft;<br />
d. het bepaalde in 3.5 onder a voor het toestaan van zelfstandige kantoren, mits de direct<br />
aangrenzende bedrijven een maximale bedrijfscategorie hebben van 3.2.;<br />
e. het bepaalde in 3.5 onder a voor het toestaan van detailhandel in volumineuze goederen en<br />
productiegebonden en/of perifere detailhandel;<br />
f. het bepaalde in 3.5 onder a voor het uitoefenen van detailhandel in een bouwmarkt, mits aan<br />
de hand van verricht onderzoek is gebleken, dat binnen <strong>Haaksbergen</strong> nog voldoende<br />
distributie-planologische ruimte bestaat voor de vestiging van een bouwmarkt;<br />
g. het bepaalde in 3.5 onder a voor het uitoefenen van detailhandel in goederen, die een<br />
eerstegraads verwantschap hebben c.q. in rechtstreeks verband staan <strong>met</strong> de hiervoor onder<br />
e. bedoelde goederen, mits deze detailhandel als een ondergeschikt en niet-zelfstandig<br />
onderdeel van de onder e. omschreven bedrijfsvoering plaatsvindt;<br />
h. het bepaalde in 3.5 onder a voor het uitoefenen van detailhandel in ter plaatse vervaardigde,<br />
bewerkte en herstelde goederen, als ondergeschikt en niet-zelfstandig onderdeel van de<br />
bedrijfsvoering;<br />
i. het bepaalde in 3.5 onder a voor het uitoefenen van detailhandel in consumentenvuurwerk;<br />
j. het bepaalde in 3.1 onder i voor het toestaan van een antennemast ten behoeve van de<br />
mobiele telefonie.<br />
3.6.2 Afwegingskader<br />
a. De in 3.6.1 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden verleend indien geen onevenredige<br />
aantasting plaatsvindt van:<br />
1. het straat- en bebouwingsbeeld;<br />
2. de milieusituatie;<br />
3. de verkeersveiligheid;<br />
4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;<br />
5. de sociale veiligheid;<br />
6. de externe veiligheid;<br />
7. de verkeersafwikkeling;<br />
8. de parkeersituatie.<br />
b. Werkzaamheden die plaatsvinden binnen de beschermingszones van waterlopen (5 <strong>met</strong>er van<br />
uit de insteek), zijn slechts toelaatbaar indien een watervergunning is verkregen van het<br />
waterschap.<br />
3.6.3 Procedure<br />
Voor het middels een omgevingsvergunning afwijken geldt de in 16.1 vermelde<br />
voorbereidingsprocedure.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 15 van 39
Artikel 4 Groen<br />
4.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. groenvoorzieningen;<br />
b. bermen en beplantingen;<br />
c. voorzieningen voor langzaam verkeer;<br />
d. sport- en speelvoorzieningen;<br />
e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;<br />
f. geluidwerende voorzieningen;<br />
g. straatmeubilair;<br />
h. kunstobjecten;<br />
i. nutsvoorzieningen;<br />
j. schuilgelegenheden;<br />
k. evenementen.<br />
4.2 Bouwregels<br />
Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde ten<br />
dienste van de bestemming worden gebouwd.<br />
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:<br />
a. de bouwhoogte van geluidwerende voorzieningen mag niet meer bedragen dan 3 m;<br />
b. de bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleidingen, beveiliging en regeling voor<br />
verkeer mag niet meer bedragen dan 15 m;<br />
c. de bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 5 m;<br />
d. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4<br />
m.<br />
4.2.1 Afwijkende maatvoering<br />
In afwijking van het bepaalde in 4.2 geldt dat indien een afwijkende maatvoering aanwezig is op het<br />
tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze maatvoering als maximum<br />
respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat bouwwerk en, voor zover het<br />
bouwhoogten betreft, voor uitbreidingen van dat bouwwerk.<br />
4.3 Nadere eisen<br />
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de af<strong>met</strong>ing en de plaats van de bebouwing<br />
alsmede werken, ten behoeve van:<br />
a. een samenhangend straat en bebouwingsbeeld;<br />
b. de milieusituatie;<br />
c. de verkeersveiligheid;<br />
d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken;<br />
e. de sociale veiligheid;<br />
f. de externe veiligheid.<br />
4.3.1 Procedure<br />
Voor het stellen van nadere eisen geldt de in 16.1 vermelde voorbereidingsprocedure.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 16 van 39
4.4 Specifieke gebruiksregels<br />
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van voorzieningen van<br />
verkeer en verblijf (parkeren en inritten), <strong>met</strong> uitzondering van de in lid 1 toegestane voorzieningen<br />
voor langzaam verkeer.<br />
4.5 Afwijken van de gebruiksregels<br />
4.5.1 Afwijken<br />
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in<br />
lid 4.4 voor het aanleggen van voorzieningen voor verkeer en verblijf (parkeren en inritten), <strong>met</strong><br />
dien verstande dat:<br />
a. het stedenbouwkundig beeld niet in onevenredige mate wordt geschaad;<br />
b. de voorzieningen voor verkeer en verblijf (parkeren en inritten) noodzakelijk zijn uit een<br />
oogpunt van verkeersveiligheid en bereikbaarheid;<br />
c. de aanleg van de voorzieningen voor verkeer en verblijf (parkeren en inritten) geen zodanige<br />
invloed op de aanwezige groenstructuur hebben, dat deze groenstructuur daardoor<br />
onevenredige schade wordt toegebracht en de gebruiksmogelijkheden ervan in overwegende<br />
mate worden beperkt;<br />
d. er rekening wordt gehouden <strong>met</strong> de gevolgen voor de waterhuishouding (waterkwaliteit en -<br />
kwantiteit);<br />
e. geen onevenredige schade wordt toegebracht aan de gebruiksmogelijkheden van<br />
aangrenzende gronden en bouwwerken.<br />
4.5.2 Procedure<br />
Voor het middels een omgevingsvergunning afwijken geldt de in 16.1 vermelde<br />
voorbereidingsprocedure.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 17 van 39
Artikel 5 Horeca<br />
5.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en spijzen, bardancings/nachtclubs en discotheken<br />
uitgesloten, voor het gebruik ter plaatse al dan niet in samenhang <strong>met</strong> het bedrijfsmatig<br />
verschaffen van logies al dan niet <strong>met</strong> een bedrijfswoning, <strong>met</strong> daarbij behorende:<br />
b. gebouwen;<br />
c. bouwwerken, geen gebouw zijnde;<br />
d. andere-werken;<br />
e. tuinen;<br />
f. erven;<br />
g. terreinen;<br />
h. waterhuishoudkundige voorzieningen;<br />
i. groenvoorzieningen;<br />
j. parkeervoorzieningen.<br />
5.2 Bouwregels<br />
Op de voor 'Horeca' aangewezen gronden mogen uitsluitend hoofdgebouwen, bijbehorende<br />
bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden<br />
gebouwd.<br />
5.2.1 Hoofdgebouwen<br />
Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels:<br />
a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;<br />
b. de goothoogte mag niet meer dan 4 m bedragen;<br />
c. de bouwhoogte van een hoofdgebouw bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding<br />
'maximale bouwhoogte (m)' weergegeven maatvoering;<br />
d. de dakhelling mag niet minder dan 40° en niet meer dan 60° bedragen.<br />
5.2.2 Bedrijfswoningen<br />
Per bouwperceel mag maximaal 1 bedrijfswoning worden gebouwd, welke binnen het bouwvlak<br />
dient te worden gesitueerd.<br />
5.2.3 Bijbehorende bouwwerken<br />
Voor bijbehorende bouwwerken geldt dat:<br />
a. de gezamenlijke oppervlakte per bedrijfswoning ten hoogste 50 m 2 bedraagt;<br />
b. de afstand tot de voorgevel en het verlengde daarvan ten minste 2 <strong>met</strong>er bedraagt;<br />
c. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk ten hoogste 3,25 <strong>met</strong>er bedraagt.<br />
5.2.4 Bouwwerken geen gebouw zijnde<br />
Voor een bouwwerk geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:<br />
a. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag, achter het denkbeeldig verlengde van de<br />
voorgevel, niet meer dan 2 m bedragen;<br />
b. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag, voor het denkbeeldig verlengde van de<br />
voorgevel, niet meer dan 1 m bedragen;<br />
c. voor palen en masten geldt een bouwhoogte van niet meer dan 7,5 <strong>met</strong>er;<br />
d. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 5 m bedragen.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 18 van 39
5.2.5 Afwijkende maatvoering<br />
In afwijking van het bepaalde in 5.2.1, 5.2.3 en 5.2.4, geldt dat indien een afwijkende maatvoering<br />
aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze maatvoering als<br />
maximum respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat gebouw en, voor zover het<br />
goothoogten, bouwhoogten en dakhellingen betreft, voor uitbreidingen van dat gebouw.<br />
5.3 Nadere eisen<br />
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de af<strong>met</strong>ingen van de bebouwing ten<br />
behoeve van:<br />
a. het straat- en bebouwingsbeeld;<br />
b. de milieusituatie;<br />
c. de verkeersveiligheid;<br />
d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;<br />
e. de sociale veiligheid;<br />
f. de externe veiligheid.<br />
5.3.1 Procedure<br />
Voor het stellen van nadere eisen geldt de in 16.1 vermelde voorbereidingsprocedure.<br />
5.4 Wijzigingsbevoegdheid<br />
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigingen in die zin dat de bestemming 'Horeca'<br />
gewijzigd wordt in de bestemming 'Bedrijventerrein' onder de voorwaarden dat:<br />
a. Ter beoordeling van de wijziging vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij<br />
betrokken worden:<br />
1. de mate waarin de waarden en functies van de betrokken gronden, welke<br />
het plan beoogt te beschermen door de gebruiksverandering worden<br />
geschaad;<br />
2. de mate waarin de belangen van de gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende<br />
gronden en/of nabijgelegen bedrijven worden geschaad;<br />
3. de uitvoerbaarheid, waaronder begrepen de milieutechnische toelaatbaarheid en<br />
uitvoerbaarheid.<br />
b. Indien de waarden, functies en/of belangen als genoemd onder sub a1 en sub a2 onevenredig<br />
worden geschaad en/of de uitvoerbaarheid niet is aangetoond vindt aan de genoemde<br />
wijzigingsbevoegdheid geen toepassing.<br />
c. Met betrekking tot deze wijzigingsbevoegdheid geldt dat de voorschriften uit Artikel 3 van<br />
overeenkomstige toepassing zijn, waarbij geldt dat aan de gronden maximaal de aanduiding<br />
'bedrijf tot en <strong>met</strong> categorie 3.1' kan worden toegekend.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 19 van 39
Artikel 6 Tuin<br />
6.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. tuinen;<br />
b. onbebouwde erven;<br />
<strong>met</strong> de daarbij behorende:<br />
c. gebouwen;<br />
d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />
6.2 Bouwregels<br />
Op de tot 'Tuin' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de<br />
bestemming worden gebouwd.<br />
6.2.1 Erker<br />
Voor een erker bij een woning gelden de volgende regels:<br />
a. de afstand van een erker tot de naar de weg gekeerde perceelgrens bedraagt minimaal 2 m;<br />
b. de horizontale diepte van een erker mag niet meer dan 1,5 m bedragen;<br />
c. de breedte van een erker mag niet meer bedragen dan 50% van de breedte van de gevel van<br />
de woning waaraan de erker gebouwd wordt;<br />
d. de goothoogte van een erker mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag<br />
van de woning waaraan de erker gebouwd wordt.<br />
6.2.2 Overkappingen bij een woning<br />
Voor overkappingen bij een woning gelden de volgende regels:<br />
a. de overkapping mag tot maximaal 2 m voor de voorgevel van de woning worden opgericht;<br />
b. de bouwhoogte voor van de overkapping mag niet meer dan 3,25 m bedragen;<br />
c. de overkapping mag uitsluitend uitgevoerd worden <strong>met</strong> een dakhelling van 0°.<br />
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde<br />
Voor een bouwwerk geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:<br />
a. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag, achter het denkbeeldig verlengde van de<br />
voorgevel, niet meer dan 2 m bedragen;<br />
b. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag, voor het denkbeeldig verlengde van de<br />
voorgevel, niet meer dan 1 m bedragen;<br />
c. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 5 m bedragen.<br />
6.2.4 Afwijkende maatvoering<br />
In afwijking van het bepaalde in 6.2.1, 6.2.2 en 6.2.3, geldt dat indien een afwijkende maatvoering<br />
aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze maatvoering als<br />
maximum respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat gebouw en, voor zover het<br />
goothoogten, bouwhoogten en dakhellingen betreft, voor uitbreidingen van dat gebouw.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 20 van 39
6.3 Nadere eisen<br />
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de af<strong>met</strong>ingen van de bebouwing ten<br />
behoeve van:<br />
a. het straat- en bebouwingsbeeld;<br />
b. de milieusituatie;<br />
c. de verkeersveiligheid;<br />
d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;<br />
e. de sociale veiligheid;<br />
f. de externe veiligheid.<br />
6.3.1 Procedure<br />
Voor het stellen van nadere eisen geldt de in 16.1 vermelde voorbereidingsprocedure.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 21 van 39
Artikel 7 Verkeer<br />
7.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. wegen <strong>met</strong> twee of meer rijstroken, straten en paden;<br />
b. voet- en rijwielpaden;<br />
c. groenvoorzieningen;<br />
d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;<br />
e. ondergeschikte parkeervoorzieningen;<br />
f. uitingen van beeldende kunst;<br />
<strong>met</strong> daarbij behorende:<br />
g. bouwwerken, geen gebouw zijnde;<br />
h. andere-werken.<br />
7.2 Bouwregels<br />
Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
ten dienste van de bestemming worden gebouwd.<br />
7.2.1 Bouwwerken, geen gebouw zijnde<br />
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:<br />
a. de bouwhoogte van bouwwerken voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer<br />
mag niet meer dan 10 m bedragen;<br />
b. de bouwhoogte van uitingen van beeldende kunst mag niet meer dan 5 m bedragen;<br />
c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde mag niet meer dan 2,5 m<br />
bedragen.<br />
7.2.2 Afwijkende maatvoering<br />
In afwijking van het bepaalde in 7.2.1 geldt dat indien een afwijkende maatvoering aanwezig is op<br />
het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze maatvoering als maximum<br />
respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat bouwwerk en, voor zover het<br />
bouwhoogten betreft, voor uitbreidingen van dat bouwwerk.<br />
7.3 Nadere eisen<br />
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de af<strong>met</strong>ingen van de bebouwing ten<br />
behoeve van:<br />
a. het straat- en bebouwingsbeeld;<br />
b. de milieusituatie;<br />
c. de verkeersveiligheid;<br />
d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;<br />
e. de sociale veiligheid;<br />
f. de externe veiligheid.<br />
7.3.1 Procedure<br />
Voor het stellen van nadere eisen geldt de in 16.1 vermelde voorbereidingsprocedure.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 22 van 39
Artikel 8 Water - Waterberging<br />
8.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Water - Waterberging' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. waterberging;<br />
b. waterhuishouding;<br />
c. wegverkeer ter plaatse van bruggen en duikers;<br />
d. uitingen van beeldende kunst;<br />
e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />
8.2 Bouwregels<br />
Op de voor 'Water - Waterberging' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen<br />
gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.<br />
8.2.1 Bouwwerken, geen gebouw zijnde<br />
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:<br />
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van 5 m;<br />
b. de bouwhoogte van uitingen van beeldende kunst mag niet meer dan 5 m bedragen.<br />
8.2.2 Afwijkende maatvoering<br />
In afwijking van het bepaalde in 8.2.1 geldt dat indien een afwijkende maatvoering aanwezig is op<br />
het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze maatvoering als maximum<br />
respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat bouwwerk en, voor zover het<br />
bouwhoogten betreft, voor uitbreidingen van dat bouwwerk.<br />
8.3 Nadere eisen<br />
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de situering en de af<strong>met</strong>ingen van de bebouwing,<br />
ter waarborging van:<br />
a. het straat- en bebouwingsbeeld;<br />
b. de milieusituatie;<br />
c. de verkeersveiligheid;<br />
d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;<br />
e. de sociale veiligheid;<br />
f. de externe veiligheid.<br />
8.3.1 Procedure<br />
Voor het stellen van nadere eisen geldt de in 16.1 vermelde voorbereidingsprocedure.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 23 van 39
Artikel 9 Wonen<br />
9.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. het wonen in de vorm van vrijstaande of halfvrijstaande woningen;<br />
b. bijbehorende erven, tuinen en paden;<br />
c. de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis, <strong>met</strong> inachtneming van de volgende regels:<br />
1. de voor de beroeps- of bedrijfsuitoefening te gebruiken vloeroppervlakte mag maximaal 30<br />
m² per woning bedragen;<br />
2. er mag geen onevenredige afbreuk aan de woonfunctie worden gedaan;<br />
3. detailhandel en horeca zijn niet toegestaan;<br />
4. er mag geen onevenredige milieu- of verkeershinder ontstaan;<br />
5. het beroep of bedrijf moet worden uitgeoefend door de bewoner van het betreffende<br />
perceel;<br />
6. de activiteiten mogen niet vergunning- of meldingplichtig zijn op grond van de Wet<br />
milieubeheer;<br />
d. de stalling van caravans, campers en boten in bestaande bebouwing;<br />
e. het hobbymatig houden van dieren <strong>met</strong> een maximale bedrijfsomvang van 10 nge.<br />
9.2 Bouwregels<br />
Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend hoofdgebouwen, bijbehorende<br />
bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden<br />
gebouwd.<br />
9.2.1 Hoofdgebouw<br />
Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels:<br />
a. per bestemmingsvlak mag niet meer dan 1 hoofdgebouw aanwezig zijn;<br />
b. de inhoud mag niet meer dan 750 m³ bedragen;<br />
c. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;<br />
d. de breedte van een gebouw dient minimaal 5 m te bedragen;<br />
e. de goothoogte van een hoofdgebouw bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding<br />
'maximale goothoogte (m)' weergegeven maatvoering;<br />
f. de dakhelling moet minimaal 25º en mag maximaal 60º bedragen;<br />
g. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrenzen ten minste 3 m bedraagt<br />
dan wel, indien sprake is van een kleinere afstand, de afstand zoals die bestond op het tijdstip<br />
van de terinzagelegging van het ontwerpplan;<br />
h. een kelder moet binnen de begrenzing van de woning gelegen zijn.<br />
9.2.2 Bijbehorende bouwwerken bij een woning<br />
Voor bijbehorende bouwwerken bij een woning gelden de volgende regels:<br />
a. bij ieder hoofdgebouw zijn, op een afstand van minimaal 3 m achter het denkbeeldig verlengde<br />
van de voorgevel van dat hoofdgebouw, bijbehorende bouwwerken toegestaan;<br />
b. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij een hoofdgebouw mag<br />
maximaal 100 m² bedragen, mits niet meer dan 40% van het bouwperceel wordt bebouwd, <strong>met</strong><br />
dien verstande dat 50 m² altijd is toegestaan;<br />
c. maximaal 75 m² van de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag<br />
aangebouwd zijn;<br />
d. de goothoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3,25 <strong>met</strong>er<br />
bedragen;<br />
e. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 5 m bedragen;<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 24 van 39
f. de dakhelling van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet minder dan 30º en niet meer<br />
dan 60º bedragen;<br />
g. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer dan 3,25 m bedragen;<br />
h. de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag maximaal de bouwhoogte<br />
van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedragen, vermeerderd <strong>met</strong> 0,25 m, maar nooit<br />
meer dan 3,25 m;<br />
i. de bouwhoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken moet minimaal 2 <strong>met</strong>er minder<br />
zijn dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;<br />
j. een aangebouwde bijbehorend bouwwerk <strong>met</strong> een bouwhoogte van meer dan 3,25 m moeten<br />
voorzien worden <strong>met</strong> een kap, <strong>met</strong> dien verstande dat de dakhelling van de kap niet minder<br />
dan 30º en niet meer dan 60º bedragen.<br />
9.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde<br />
Voor een bouwwerk geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:<br />
a. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag, achter het denkbeeldig verlengde van de<br />
voorgevel, niet meer dan 2 m bedragen;<br />
b. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag, voor het denkbeeldig verlengde van de<br />
voorgevel, niet meer dan 1 m bedragen;<br />
c. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 5 m bedragen.<br />
9.2.4 Afwijkende maatvoering<br />
In afwijking van het bepaalde in 9.2.1, 9.2.2 en 9.2.3, geldt dat indien een afwijkende maatvoering<br />
aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze maatvoering als<br />
maximum respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat gebouw en, voor zover het<br />
goothoogten, bouwhoogten en dakhellingen betreft, voor uitbreidingen van dat gebouw.<br />
9.3 Nadere eisen<br />
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de af<strong>met</strong>ingen van de bebouwing ten<br />
behoeve van:<br />
a. het straat- en bebouwingsbeeld;<br />
b. de milieusituatie;<br />
c. de verkeersveiligheid;<br />
d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;<br />
e. de sociale veiligheid;<br />
f. de externe veiligheid.<br />
9.3.1 Procedure<br />
Voor het stellen van nadere eisen geldt de in 16.1 vermelde voorbereidingsprocedure.<br />
9.4 Afwijken van de bouwregels<br />
9.4.1 Afwijking van de bouwregels voor hoofdgebouwen<br />
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:<br />
a. het bepaalde in lid 9.2.1 sub e, ten behoeve van een verhoging van de goothoogte van een<br />
hoofdgebouw <strong>met</strong> ten hoogste 10%;<br />
b. het bepaalde in lid 9.2.1 sub f, ten behoeve van een andere dakhelling;<br />
c. het bepaalde in lid 9.2.1 sub g, ten behoeve van een kleinere afstand van de perceelgrens.<br />
9.4.2 Afwijking van de bouwregels voor bijbehorende bouwwerken<br />
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in<br />
9.2.2 sub f en 9.2.2 sub j voor het bouwen <strong>met</strong> een dakhelling van 0º.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 25 van 39
9.4.3 Afwegingskader<br />
Bij toepassing van de afwijkingsmogelijkheden vindt een evenredige belangenafweging plaats,<br />
waarbij betrokken worden:<br />
a. de mate waarin waarden, die het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;<br />
b. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden<br />
worden geschaad;<br />
c. de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;<br />
d. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de milieutechnische,<br />
de waterhuishoudkundige, de archeologische, de ecologische en de verkeerstechnische<br />
toelaatbaarheid.<br />
9.4.4 Procedure<br />
Voor het middels een omgevingsvergunning afwijken geldt de in 16.1 vermelde<br />
voorbereidingsprocedure.<br />
9.5 Specifieke gebruiksregels<br />
9.5.1 Strijdig gebruik<br />
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval<br />
begrepen het gebruiken of laten gebruiken van gronden en opstallen:<br />
a. voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor permanente of recreatieve<br />
bewoning;<br />
b. voor het gebruik van gronden en opstallen voor een bedrijf.<br />
9.6 Afwijken van de gebruiksregels<br />
9.6.1 Afwijken van de gebruiksregels voor mantelzorg<br />
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van van het<br />
bepaalde in 9.5.1 onder a ten behoeve van mantelzorg in een bijbehorend bouwwerk, mits:<br />
a. een indicatie voor mantelzorg is afgegeven;<br />
b. mantelzorg plaatsvindt op een oppervlakte van maximaal 100 m² , <strong>met</strong> dien verstande dat het<br />
aansluitende erf voor niet meer dan 50% mag worden bebouwd;<br />
c. het bijbehorende bouwwerk een ruimtelijke eenheid vormt <strong>met</strong> de woning;<br />
d. de tijdelijkheid van de situatie verzekerd is.<br />
9.6.2 Afwegingskader<br />
Bij toepassing van de afwijkingsmogelijkheden vindt een evenredige belangenafweging plaats,<br />
waarbij betrokken worden:<br />
a. de mate waarin waarden, die het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;<br />
b. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden<br />
worden geschaad;<br />
c. de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;<br />
d. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de milieutechnische,<br />
de waterhuishoudkundige, de archeologische, de ecologische en de verkeerstechnische<br />
toelaatbaarheid.<br />
9.6.3 Procedure<br />
Voor het middels een omgevingsvergunning afwijken geldt de in 16.1 vermelde<br />
voorbereidingsprocedure.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 26 van 39
Artikel 10 Waarde - Archeologie hoog<br />
10.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Waarde - Archeologie hoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar<br />
voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen<br />
zijnde archeologische waarden.<br />
10.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of<br />
van werkzaamheden<br />
a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken,<br />
geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte groter dan<br />
100 m 2 en dieper dan 40 cm:<br />
1. het graven (inclusief het leggen van funderingen), ontgronden, afgraven, egaliseren,<br />
mengen, diepploegen, ontginnen en ophogen;<br />
2. het graven of dempen van waterpartijen en watergangen;<br />
3. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en<br />
drainage en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;<br />
4. het verlagen van het waterpeil in gebieden;<br />
5. het aanbrengen of rooien van bomen en/of houtgewas, waarbij stobben worden<br />
verwijderd.<br />
b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 10.2, sub a wordt slechts verleend indien de<br />
archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden niet<br />
onevenredig worden geschaad. Alvorens het bevoegd gezag de omgevingsvergunning<br />
verleend, winnen zij advies in bij een daarvoor deskundige en onafhankelijke instantie.<br />
c. De onder 10.2, sub a bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen<br />
bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:<br />
1. plaatsvinden in of op gronden waarvan op basis van archeologisch onderzoek is<br />
aangetoond dat zich ter plekke geen archeologische waarden bevinden;<br />
2. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;<br />
3. het normale onderhoud betreffen;<br />
4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning;<br />
5. op archeologisch onderzoek zijn gericht;<br />
6. plaatsvinden in of op een begraafplaats ten behoeve van het delven van graven.<br />
10.3 Wijzigingsbevoegdheid<br />
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden <strong>met</strong> de<br />
bestemming 'Waarde - Archeologie hoog', deze bestemming wordt ontnomen indien op basis van<br />
archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer)<br />
aanwezig zijn.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 27 van 39
Artikel 11 Waarde - Archeologie laag<br />
11.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Waarde - Archeologie laag' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar<br />
voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen<br />
zijnde archeologische waarden.<br />
11.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of<br />
van werkzaamheden<br />
a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken,<br />
geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte groter dan<br />
5.000 m 2 en dieper dan 40 cm:<br />
1. het graven (inclusief het leggen van funderingen), ontgronden, afgraven, egaliseren,<br />
mengen, diepploegen, ontginnen en ophogen;<br />
2. het graven of dempen van waterpartijen en watergangen;<br />
3. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en<br />
drainage en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;<br />
4. het verlagen van het waterpeil in gebieden;<br />
5. het aanbrengen of rooien van bomen en/of houtgewas, waarbij stobben worden<br />
verwijderd.<br />
b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 11.2, sub a wordt slechts verleend indien de<br />
archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden niet<br />
onevenredig worden geschaad. Alvorens het bevoegd gezag de omgevingsvergunning<br />
verleend, winnen zij advies in bij een daarvoor deskundige en onafhankelijke instantie.<br />
c. De onder 11.2, sub a bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen<br />
bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:<br />
1. plaatsvinden in of op gronden waarvan op basis van archeologisch onderzoek is<br />
aangetoond dat zich ter plekke geen archeologische waarden bevinden;<br />
2. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;<br />
3. het normale onderhoud betreffen;<br />
4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning;<br />
5. op archeologisch onderzoek zijn gericht;<br />
6. plaatsvinden in of op een begraafplaats ten behoeve van het delven van graven.<br />
11.3 Wijzigingsbevoegdheid<br />
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden <strong>met</strong> de<br />
bestemming 'Waarde - Archeologie laag', deze bestemming wordt ontnomen indien op basis van<br />
archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer)<br />
aanwezig zijn.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 28 van 39
Artikel 12 Waarde - Archeologie middelmatig<br />
12.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Waarde - Archeologie middelmatig' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere<br />
daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen<br />
zijnde archeologische waarden.<br />
12.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of<br />
van werkzaamheden<br />
a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken,<br />
geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte groter dan<br />
250 m 2 en dieper dan 40 cm:<br />
1. het graven (inclusief het leggen van funderingen), ontgronden, afgraven, egaliseren,<br />
mengen, diepploegen, ontginnen en ophogen;<br />
2. het graven of dempen van waterpartijen en watergangen;<br />
3. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en<br />
drainage en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;<br />
4. het verlagen van het waterpeil in gebieden;<br />
5. het aanbrengen of rooien van bomen en/of houtgewas, waarbij stobben worden<br />
verwijderd.<br />
b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 12.2, sub a wordt slechts verleend indien de<br />
archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden niet<br />
onevenredig worden geschaad. Alvorens het bevoegd gezag de omgevingsvergunning<br />
verleend, winnen zij advies in bij een daarvoor deskundige en onafhankelijke instantie.<br />
c. De onder 32.2, sub a bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen<br />
bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:<br />
1. plaatsvinden in of op gronden waarvan op basis van archeologisch onderzoek is<br />
aangetoond dat zich ter plekke geen archeologische waarden bevinden;<br />
2. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;<br />
3. het normale onderhoud betreffen;<br />
4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning;<br />
5. op archeologisch onderzoek zijn gericht;<br />
6. plaatsvinden in of op een begraafplaats ten behoeve van het delven van graven.<br />
12.3 Wijzigingsbevoegdheid<br />
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden <strong>met</strong> de<br />
bestemming 'Waarde - Archeologie middelmatig', deze bestemming wordt ontnomen indien op<br />
basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden<br />
(meer) aanwezig zijn.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 29 van 39
Hoofdstuk 3 Algemene regels<br />
Artikel 13 Antidubbeltelregel<br />
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan<br />
uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere<br />
bouwplannen buiten beschouwing.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 30 van 39
Artikel 14 Algemene gebruiksregels<br />
14.1 Strijdig gebruik<br />
Onder een gebruik in strijd <strong>met</strong> het <strong>bestemmingsplan</strong> wordt in ieder geval verstaan:<br />
a. het (laten) gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting;<br />
b. zelfstandige bewoning van gebouwen, <strong>met</strong> uitzondering van positief bestemde (bedrijfs-)<br />
woningen.<br />
14.2 Toegestaan gebruik<br />
Onder een gebruik in strijd <strong>met</strong> het <strong>bestemmingsplan</strong> wordt niet verstaan:<br />
a. het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele<br />
evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daardoor ingevolge een<br />
wettelijk voorschrift vergunning, afwijking of vrijstelling vereist is en deze is verleend, dan wel<br />
een melding is gedaan;<br />
b. het aanleggen of het laten aanleggen van kabels en leidingen ten behoeve van de<br />
drinkwatervoorziening, de riolering, de waterhuishouding, de energievoorziening en de<br />
datacommunicatie, <strong>met</strong> uitzondering van:<br />
1. aardgastransportleidingen <strong>met</strong> een dia<strong>met</strong>er van meer dan 4" en/of een druk van meer<br />
dan 40 bar;<br />
2. transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1-, K2- en K3-categorie <strong>met</strong> een<br />
dia<strong>met</strong>er van meer dan 4";<br />
3. hoogspanningsleidingen;<br />
4. buisleidingen voor het transport van water, afvalwater of stoom <strong>met</strong> een doorsnede van 1<br />
<strong>met</strong>er of meer en een lengte van 10 km of meer.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 31 van 39
Artikel 15 Algemene afwijkingsregels<br />
15.1 Afwijken<br />
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:<br />
a. de bij recht in de regels gegeven maten, af<strong>met</strong>ingen, percentages tot niet meer dan 10% van<br />
die maten, af<strong>met</strong>ingen en percentages;<br />
b. de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting<br />
van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of<br />
-intensiteit daartoe aanleiding geven;<br />
c. de bestemmingsregels <strong>met</strong> het oog op de aanpassing aan de werkelijke af<strong>met</strong>ingen van het<br />
terrein, mits de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in<br />
redelijkheid niet worden geschaad en de afwijking gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor<br />
de juiste verwezenlijking van het plan;<br />
d. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen<br />
zijnde en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt<br />
vergroot tot niet meer dan 10 m;<br />
e. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde<br />
en toestaan dat de bouwhoogte van sirenemasten wordt vergroot tot niet meer dan 40 m;<br />
f. de bestemmingsregels en toestaan dat de grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde<br />
worden overschreden door:<br />
1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen;<br />
2. gevel- en kroonlijsten, overstekende daken;<br />
3. (hoek)erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en<br />
galerijen;<br />
mits de bouwvlakgrens <strong>met</strong> niet meer dan 1,50 m wordt overschreden;<br />
g. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de<br />
bouwhoogte van de gebouwen wordt vergroot ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals<br />
schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen;<br />
15.2 Afwegingskader<br />
Een in 15.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen<br />
onevenredige aantasting plaatsvindt van:<br />
a. het straat- en bebouwingsbeeld;<br />
b. de milieusituatie;<br />
c. de verkeersveiligheid;<br />
d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;<br />
e. de sociale veiligheid;<br />
f. de externe veiligheid.<br />
15.3 Procedure<br />
Voor het middels een omgevingsvergunning afwijken geldt de in 16.1 vermelde<br />
voorbereidingsprocedure.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 32 van 39
Artikel 16 Algemene procedureregels<br />
16.1 Afwijking en nadere eis<br />
Voor een besluit tot het verlenen van een afwijking en voor het stellen van een nadere eis geldt de<br />
volgende voorbereidingsprocedure:<br />
a. een ontwerpbesluit ligt, <strong>met</strong> bijhorende stukken, gedurende een week ter inzage;<br />
b. de terinzagelegging wordt vooraf bekend gemaakt in één of meer dag-, nieuws of<br />
huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze;<br />
c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden tot het<br />
naar voren brengen van zienswijzen gedurende de onder a genoemde termijn;<br />
d. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de<br />
beslissing daaromtrent mede;<br />
e. er kan worden afgeweken van het bepaalde onder a tot en <strong>met</strong> d indien de belangen van<br />
gebruikers en/of eigenaren van de betreffende en de aanliggende gronden niet worden<br />
geschaad.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 33 van 39
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels<br />
Artikel 17 Overgangsrecht<br />
17.1 Overgangsrecht bouwwerken<br />
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het <strong>bestemmingsplan</strong> aanwezig of in<br />
uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan,<br />
mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,<br />
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;<br />
b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits<br />
de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het<br />
bouwwerk is teniet gegaan.<br />
17.2 Afwijken<br />
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van lid 17.1 voor<br />
het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid <strong>met</strong> maximaal 10%.<br />
17.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken<br />
Lid 17.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van<br />
inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd <strong>met</strong> het daarvoor geldende plan,<br />
daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.<br />
17.4 Overgangsrecht gebruik<br />
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.<br />
17.5 Strijdig gebruik<br />
Het is verboden het <strong>met</strong> het <strong>bestemmingsplan</strong> strijdige gebruik, bedoeld in lid 17.4, te veranderen<br />
of te laten veranderen in een ander <strong>met</strong> dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de<br />
afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.<br />
17.6 Verboden gebruik<br />
Indien het gebruik, bedoeld in het lid 17.4, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode<br />
langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten<br />
hervatten.<br />
17.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik<br />
Lid 17.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was <strong>met</strong> het voorheen geldende<br />
<strong>bestemmingsplan</strong>, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 34 van 39
Artikel 18 Slotregel<br />
Deze regels worden aangehaald als:<br />
Regels van het <strong>bestemmingsplan</strong> Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune.<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 35 van 39
Bijlagen<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 36 van 39
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 37 van 39
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
nummer<br />
15 10, 11 - VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN<br />
151 101, 102 0 Slachterijen en overige vleesverwerking:<br />
151 101, 102 1 - slachterijen en pluimveeslachterijen 100 0 100 C 50 R 100 D 3.2<br />
151 101 3 - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval 300 0 100 C 50 R 300 4.2<br />
151 101 4 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² 100 0 100 C 50 R 100 3.2<br />
151 101 5 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o.
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
nummer<br />
1552 1052 2 - consumptie-ijsfabrieken: p.o. = 7500 kg meel/week 100 30 100 C 30 100 3.2<br />
1582 1072 Banket, biscuit- en koekfabrieken 100 10 100 C 30 100 3.2<br />
1583 1081 0 Suikerfabrieken:<br />
1584 10821 0 Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:<br />
1584 10821 2 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken <strong>met</strong> p.o. < 2.000 m² 100 30 50 30 100 3.2<br />
1584 10821 4 - Suikerwerkfabrieken <strong>met</strong> suiker branden 300 30 50 30 R 300 4.2<br />
1584 10821 5 - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² 100 30 50 30 R 100 3.2<br />
1585 1073 Deegwarenfabrieken 50 30 10 10 50 3.1<br />
1586 1083 0 Koffiebranderijen en theepakkerijen:<br />
1586 1083 2 - theepakkerijen 100 10 30 10 100 3.2<br />
1587 108401 Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden 200 30 50 10 200 4.1<br />
1589 1089 Vervaardiging van overige voedingsmiddelen 200 30 50 30 200 D 4.1<br />
1589.1 1089 Bakkerijgrondstoffenfabrieken 200 50 50 50 R 200 4.1<br />
1589.2 1089 0 Soep- en soeparomafabrieken:<br />
1589.2 1089 1 - zonder poederdrogen 100 10 50 10 100 3.2<br />
1589.2 1089 2 - <strong>met</strong> poederdrogen 300 50 50 50 R 300 4.2<br />
1589.2 1089 Bakmeel- en puddingpoederfabrieken 200 50 50 30 200 4.1<br />
1591 110101 Destilleerderijen en likeurstokerijen 300 30 200 C 30 300 4.2<br />
1592 110102 0 Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:<br />
1592 110102 1 - p.c. < 5.000 t/j 200 30 200 C 30 R 200 4.1<br />
1592 110102 2 - p.c. >= 5.000 t/j 300 50 300 C 50 R 300 4.2<br />
1596 1105 Bierbrouwerijen 300 30 100 C 50 R 300 4.2<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
nummer<br />
1597 1106 Mouterijen 300 50 100 C 30 300 4.2<br />
1598 1107 Mineraalwater- en frisdrankfabrieken 10 0 100 50 R 100 3.2<br />
16 12 -<br />
16 12 - VERWERKING VAN TABAK<br />
160 120 Tabakverwerkende industrie 200 30 50 C 30 200 4.1<br />
17 13 -<br />
17 13 - VERVAARDIGING VAN TEXTIEL<br />
171 131 Bewerken en spinnen van textielvezels 10 50 100 30 100 3.2<br />
172 132 0 Weven van textiel:<br />
172 132 1 - aantal weefgetouwen < 50 10 10 100 0 100 3.2<br />
173 133 Textielveredelingsbedrijven 50 0 50 10 50 3.1<br />
174, 175 139 Vervaardiging van textielwaren 10 0 50 10 50 3.1<br />
1751 1393 Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken 100 30 200 10 200 4.1<br />
176, 177 139, 143 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen 0 10 50 10 50 3.1<br />
18 14 -<br />
18 14 - VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT<br />
181 141 Vervaardiging kleding van leer 30 0 50 0 50 3.1<br />
183 142, 151 Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont 50 10 10 10 50 3.1<br />
19 15 -<br />
19 15 - VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)<br />
191 151, 152 Lederfabrieken 300 30 100 10 300 4.2<br />
192 151 Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) 50 10 30 10 50 D 3.1<br />
193 152 Schoenenfabrieken 50 10 50 10 50 3.1<br />
20 16 -<br />
20 16 - HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.<br />
2010.1 16101 Houtzagerijen 0 50 100 50 R 100 3.2<br />
2010.2 16102 0 Houtconserveringsbedrijven:<br />
2010.2 16102 1 - <strong>met</strong> creosootolie 200 30 50 10 200 4.1<br />
2010.2 16102 2 - <strong>met</strong> zoutoplossingen 10 30 50 10 50 3.1<br />
202 1621 Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 100 30 100 10 100 3.2<br />
203, 204, 205 162 0 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 0 30 100 0 100 3.2<br />
203, 204, 205 162 1 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 0 30 50 0 50 3.1<br />
21 17 -<br />
21 17 - VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN<br />
2111 1711 Vervaardiging van pulp 200 100 200 C 50 R 200 4.1<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
nummer<br />
2112 1712 0 Papier- en kartonfabrieken:<br />
2112 1712 1 - p.c. < 3 t/u 50 30 50 C 30 R 50 3.1<br />
212 172 Papier- en kartonwarenfabrieken 30 30 100 C 30 R 100 3.2<br />
2121.2 17212 0 Golfkartonfabrieken:<br />
2121.2 17212 1 - p.c. < 3 t/u 30 30 100 C 30 R 100 3.2<br />
22 58 -<br />
22 58 - UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA<br />
2221 1811 Drukkerijen van dagbladen 30 0 100 C 10 100 3.2<br />
2222 1812 Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) 30 0 100 10 100 3.2<br />
23 19 -<br />
23 19 - AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN<br />
2320.2 19202 A Smeeroliën- en vettenfabrieken 50 0 100 30 R 100 3.2<br />
2320.2 19202 B Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie 300 0 100 50 R 300 4.2<br />
2320.2 19202 C Aardolieproduktenfabrieken n.e.g. 300 0 200 50 R 300 D 4.2<br />
24 20 -<br />
24 20 - VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN<br />
2411 2011 0 Vervaardiging van industriële gassen:<br />
2412 2012 Kleur- en verfstoffenfabrieken 200 0 200 C 200 R 200 D 4.1<br />
2413 2012 0 Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:<br />
2413 2012 1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 100 30 300 C 300 R 300 D 4.2<br />
2414.1 20141 A0 Organ. chemische grondstoffenfabrieken:<br />
2414.1 20141 A1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 300 10 200 C 300 R 300 D 4.2<br />
2414.1 20141 B0 Methanolfabrieken:<br />
2414.1 20141 B1 - p.c. < 100.000 t/j 100 0 200 C 100 R 200 4.1<br />
2414.2 20149 0 Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):<br />
2414.2 20149 1 - p.c. < 50.000 t/j 300 0 200 C 100 R 300 4.2<br />
242 202 0 Landbouwchemicaliënfabrieken:<br />
243 203 Verf, lak en vernisfabrieken 300 30 200 C 300 R 300 D 4.2<br />
2441 2120 0 Farmaceutische grondstoffenfabrieken:<br />
2441 2110 1 - p.c. < 1.000 t/j 200 10 200 C 300 R 300 4.2<br />
2442 2120 0 Farmaceutische produktenfabrieken:<br />
2442 2120 1 - formulering en afvullen geneesmiddelen 50 10 50 50 R 50 3.1<br />
2451 2041 Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken 300 100 200 C 100 R 300 4.2<br />
2452 2042 Parfumerie- en cos<strong>met</strong>icafabrieken 300 30 50 C 50 R 300 4.2<br />
2462 2052 0 Lijm- en plakmiddelenfabrieken:<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
nummer<br />
2462 2052 1 - zonder dierlijke grondstoffen 100 10 100 50 100 3.2<br />
2464 205902 Fotochemische produktenfabrieken 50 10 100 50 R 100 3.2<br />
2466 205903 A Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken 50 10 50 50 R 50 3.1<br />
2466 205903 B Overige chemische produktenfabrieken n.e.g. 200 30 100 C 200 R 200 D 4.1<br />
247 2060 Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken 300 30 300 C 200 R 300 4.2<br />
25 22 -<br />
25 22 - VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF<br />
2511 221101 Rubberbandenfabrieken 300 50 300 C 100 R 300 4.2<br />
2512 221102 0 Loopvlakvernieuwingsbedrijven:<br />
2512 221102 1 - vloeropp. < 100 m2 50 10 30 30 50 3.1<br />
2512 221102 2 - vloeropp. >= 100 m2 200 50 100 50 R 200 4.1<br />
2513 2219 Rubber-artikelenfabrieken 100 10 50 50 R 100 D 3.2<br />
252 222 0 Kunststofverwerkende bedrijven:<br />
252 222 1 - zonder fenolharsen 200 50 100 100 R 200 4.1<br />
252 222 2 - <strong>met</strong> fenolharsen 300 50 100 200 R 300 4.2<br />
252 222 3 - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen 50 30 50 30 50 3.1<br />
26 23 -<br />
26 23 - VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN<br />
261 231 0 Glasfabrieken:<br />
261 231 1 - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j 30 30 100 30 100 3.2<br />
261 231 3 - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j 300 100 100 30 300 4.2<br />
2615 231 Glasbewerkingsbedrijven 10 30 50 10 50 3.1<br />
262, 263 232, 234 0 Aardewerkfabrieken:<br />
262, 263 232, 234 2 - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW 30 50 100 30 100 3.2<br />
264 233 A Baksteen en baksteenelementenfabrieken 30 200 200 30 200 4.1<br />
264 233 B Dakpannenfabrieken 50 200 200 100 R 200 4.1<br />
2651 2351 0 Cementfabrieken:<br />
2652 235201 0 Kalkfabrieken:<br />
2652 235201 1 - p.c. < 100.000 t/j 30 200 200 30 R 200 4.1<br />
2653 235202 0 Gipsfabrieken:<br />
2653 235202 1 - p.c. < 100.000 t/j 30 200 200 30 R 200 4.1<br />
2661.1 23611 0 Betonwarenfabrieken:<br />
2661.1 23611 1 - zonder persen, triltafels en bekistingtrille 10 100 200 30 200 4.1<br />
2661.1 23611 2 - <strong>met</strong> persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d 10 100 300 30 300 4.2<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
nummer<br />
2661.2 23612 0 Kalkzandsteenfabrieken:<br />
2661.2 23612 1 - p.c. < 100.000 t/j 10 50 100 30 100 3.2<br />
2662 2362 Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 50 50 100 30 100 3.2<br />
2663, 2664 2363, 2364 0 Betonmortelcentrales:<br />
2663, 2664 2363, 2364 1 - p.c. < 100 t/u 10 50 100 10 100 3.2<br />
2665, 2666 2365, 2369 0 Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:<br />
2665, 2666 2365, 2369 1 - p.c. < 100 t/d 10 50 100 50 R 100 3.2<br />
267 237 0 Natuursteenbewerkingsbedrijven:<br />
267 237 1 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² 10 30 100 0 100 D 3.2<br />
267 237 2 - zonder breken, zeven en drogen: p.o.
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
nummer<br />
281 251, 331 1a - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 30 30 50 10 50 3.1<br />
281 251, 331 2 - in open lucht, p.o. < 2.000 m2 30 50 200 30 200 4.1<br />
2821 2529, 3311 0 Tank- en reservoirbouwbedrijven:<br />
2821 2529, 3311 1 - p.o. < 2.000 m2 30 50 300 30 R 300 4.2<br />
2822, 2830 2521, 2530, 3311 Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels 30 30 200 30 200 4.1<br />
284 255, 331 A Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven 10 30 200 30 200 4.1<br />
284 255, 331 B Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. 50 30 100 30 100 D 3.2<br />
284 255, 331 B1 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 30 30 50 10 50 D 3.1<br />
2851 2561, 3311 0 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:<br />
2851 2561, 3311 1 - algemeen 50 50 100 50 100 3.2<br />
2851 2561, 3311 10 - stralen 30 200 200 30 200 D 4.1<br />
2851 2561, 3311 11 - <strong>met</strong>aalharden 30 50 100 50 100 D 3.2<br />
2851 2561, 3311 12 - lakspuiten en moffelen 100 30 100 50 R 100 D 3.2<br />
2851 2561, 3311 2 - scoperen (opspuiten van zink) 50 50 100 30 R 100 D 3.2<br />
2851 2561, 3311 3 - thermisch verzinken 100 50 100 50 100 3.2<br />
2851 2561, 3311 4 - thermisch vertinnen 100 50 100 50 100 3.2<br />
2851 2561, 3311 5 - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) 30 50 100 30 100 3.2<br />
2851 2561,3311 6 - anodiseren, eloxeren 50 10 100 30 100 3.2<br />
2851 2561, 3311 7 - chemische oppervlaktebehandeling 50 10 100 30 100 3.2<br />
2851 2561, 3311 8 - emailleren 100 50 100 50 R 100 3.2<br />
2851 2561, 3311 9 - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) 30 30 100 50 100 3.2<br />
2852 2562, 3311 1 Overige <strong>met</strong>aalbewerkende industrie 10 30 100 30 100 D 3.2<br />
2852 2562, 3311 2 Overige <strong>met</strong>aalbewerkende industrie, inpandig, p.o.
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
nummer<br />
31 26, 27, 33 -<br />
31 26, 27, 33 - VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.<br />
311 271, 331 Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie 200 30 30 50 200 4.1<br />
312 271, 273 Schakel- en installatiemateriaalfabrieken 200 10 30 50 200 4.1<br />
313 273 Elektrische draad- en kabelfabrieken 100 10 200 100 R 200 D 4.1<br />
314 272 Accumulatoren- en batterijenfabrieken 100 30 100 50 100 3.2<br />
315 274 Lampenfabrieken 200 30 30 300 R 300 4.2<br />
32 26,33 -<br />
32 26, 33 - VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.<br />
321 t/m 323 261, 263, 264, 331 Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. 30 0 50 30 50 D 3.1<br />
3210 2612 Fabrieken voor gedrukte bedrading 50 10 50 30 50 3.1<br />
33 26, 32, 33 -<br />
33 26, 32, 33 - VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN<br />
33 26, 32, 33 A Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie 30 0 30 0 30 2<br />
34 29 -<br />
34 29 VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS<br />
341 291 0 Autofabrieken en assemblagebedrijven<br />
341 291 1 - p.o. < 10.000 m2 100 10 200 C 30 R 200 D 4.1<br />
3420.1 29201 Carrosseriefabrieken 100 10 200 30 R 200 4.1<br />
3420.2 29202 Aanhangwagen- en opleggerfabrieken 30 10 200 30 200 4.1<br />
343 293 Auto-onderdelenfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2<br />
35 30 -<br />
35 30 - VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)<br />
351 301, 3315 0 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:<br />
351 301, 3315 1 - houten schepen 30 30 50 10 50 3.1<br />
351 301, 3315 2 - kunststof schepen 100 50 100 50 R 100 3.2<br />
351 301, 3315 3 - <strong>met</strong>alen schepen < 25 m 50 100 200 30 200 4.1<br />
352 302, 317 0 Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:<br />
352 302, 317 1 - algemeen 50 30 100 30 100 3.2<br />
353 303,3316 0 Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:<br />
353 303, 3316 1 - zonder proefdraaien motoren 50 30 200 30 200 4.1<br />
354 309 Rijwiel- en motorrijwielfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2<br />
355 3099 Transportmiddelenindustrie n.e.g. 30 30 100 30 100 D 3.2<br />
36 31 -<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
nummer<br />
36 31 - VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.<br />
361 310 1 Meubelfabrieken 50 50 100 30 100 D 3.2<br />
361 9524 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 0 10 10 0 10 1<br />
362 321 Fabricage van munten, sieraden e.d. 30 10 10 10 30 2<br />
363 322 Muziekinstrumentenfabrieken 30 10 30 10 30 2<br />
364 323 Sportartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1<br />
365 324 Speelgoedartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1<br />
3663.1 32991 Sociale werkvoorziening 0 30 30 0 30 2<br />
3663.2 32999 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 30 10 50 30 50 D 3.1<br />
37 38 -<br />
37 38 - VOORBEREIDING TOT RECYCLING<br />
372 383202 A0 Puinbrekerijen en -malerijen:<br />
372 383202 A1 - v.c. < 100.000 t/j 30 100 300 10 300 4.2<br />
372 383202 B Rubberregeneratiebedrijven 300 50 100 50 R 300 4.2<br />
372 383202 C Afvalscheidingsinstallaties 200 200 300 C 50 300 4.2<br />
40 35 -<br />
40 35 - PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER<br />
40 35 B0 bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:<br />
- covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen<br />
40 35 B1 voedingsindustrie 100 50 100 30 R 100 3.2<br />
40 35 B2 - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa 50 50 100 30 R 100 3.2<br />
40 35 C0 Elektriciteitsdistributiebedrijven, <strong>met</strong> transformatorvermogen:<br />
40 35 C1 - < 10 MVA 0 0 30 C 10 30 2<br />
40 35 C2 - 10 - 100 MVA 0 0 50 C 30 50 3.1<br />
40 35 C3 - 100 - 200 MVA 0 0 100 C 50 100 3.2<br />
40 35 D0 Gasdistributiebedrijven:<br />
40 35 D1 - gascompressorstations vermogen < 100 MW 0 0 300 C 100 300 4.2<br />
40 35 D5 - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D 0 0 50 C 50 R 50 3.1<br />
40 35 E0 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:<br />
40 35 E1 - stadsverwarming 30 10 100 C 50 100 3.2<br />
41 36 -<br />
41 36 - WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER<br />
41 36 A0 Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:<br />
41 36 A2 - bereiding <strong>met</strong> chloorbleekloog e.d. en/of straling 10 0 50 C 30 50 3.1<br />
41 36 B0 Waterdistributiebedrijven <strong>met</strong> pompvermogen:<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
nummer<br />
41 36 B1 - < 1 MW 0 0 30 C 10 30 2<br />
41 36 B2 - 1 - 15 MW 0 0 100 C 10 100 3.2<br />
41 36 B3 - >= 15 MW 0 0 300 C 10 300 4.2<br />
45 41, 42, 43 -<br />
45 41, 42, 43 - BOUWNIJVERHEID<br />
45 41, 42, 43 0 Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² 10 30 100 10 100 3.2<br />
45 41, 42, 43 1 - bouwbedrijven algemeen: b.o. 1000 m² 10 30 50 10 50 3.1<br />
45 41, 42, 43 3 - aannemersbedrijven <strong>met</strong> werkplaats: b.o.< 1000 m² 0 10 30 10 30 2<br />
50 45, 47 -<br />
50 45, 47 - HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS<br />
501 451 Groothandel in vrachtauto's (incl. import) 10 10 100 10 100 3.2<br />
5020.4 45204 A Autoplaatwerkerijen 10 30 100 10 100 3.2<br />
5020.4 45204 C Autospuitinrichtingen 50 30 30 30 R 50 3.1<br />
51 46 -<br />
51 46 - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING<br />
5121 4621 0 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders 30 30 50 30 R 50 3.1<br />
5122 4622 Grth in bloemen en planten 10 10 30 0 30 2<br />
5123 4623 Grth in levende dieren 50 10 100 C 0 100 3.2<br />
5124 4624 Grth in huiden, vellen en leder 50 0 30 0 50 3.1<br />
5125, 5131 46217, 4631 Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen 30 10 30 50 R 50 3.1<br />
5132, 5133 4632, 4633 Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën 10 0 30 50 R 50 3.1<br />
5134 4634 Grth in dranken 0 0 30 0 30 2<br />
5135 4635 Grth in tabaksprodukten 10 0 30 0 30 2<br />
5136 4636 Grth in suiker, chocolade en suikerwerk 10 10 30 0 30 2<br />
5137 4637 Grth in koffie, thee, cacao en specerijen 30 10 30 0 30 2<br />
5138, 5139 4638, 4639 Grth in overige voedings- en genotmiddelen 10 10 30 10 30 2<br />
514 464, 46733 Grth in overige consumentenartikelen 10 10 30 10 30 2<br />
5148.7 46499 0 Grth in vuurwerk en munitie:<br />
5148.7 46499 5 - munitie 0 0 30 30 30 2<br />
5151.1 46711 0 Grth in vaste brandstoffen:<br />
5151.1 46711 1 - klein, lokaal verzorgingsgebied 10 50 50 30 50 3.1<br />
5151.2 46712 0 Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:<br />
5151.2 46712 1 - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3 50 0 50 200 R 200 D 4.1<br />
5151.2 46712 3 - tot vloeistof verdichte gassen 50 0 50 300 R 300 D 4.2<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
nummer<br />
5151.3 46713 Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) 100 0 30 50 100 3.2<br />
5152.1 46721 0 Grth in <strong>met</strong>aalertsen:<br />
5152.1 46721 1 - opslag opp. < 2.000 m2 30 300 300 10 300 4.2<br />
5152.2 /.3 46722, 46723 Grth in <strong>met</strong>alen en -halffabrikaten 0 10 100 10 100 3.2<br />
5153 4673 0 Grth in hout en bouwmaterialen:<br />
5153 4673 1 - algemeen: b.o. > 2000 m² 0 10 50 10 50 3.1<br />
5153 4673 2 - algemeen: b.o. 200 m² 0 30 100 0 100 3.2<br />
5153.4 46735 6 - algemeen: b.o. 2.000 m² 0 0 50 10 50 3.1<br />
5154 4674 2 - algemeen: b.o. < = 2.000 m² 0 0 30 0 30 2<br />
5155.1 46751 Grth in chemische produkten 50 10 30 100 R 100 D 3.2<br />
5155.2 46752 Grth in kunstmeststoffen 30 30 30 30 R 30 2<br />
5156 4676 Grth in overige intermediaire goederen 10 10 30 10 30 2<br />
5157 4677 0 Autosloperijen: b.o. > 1000 m² 10 30 100 30 100 3.2<br />
5157 4677 1 - autosloperijen: b.o. 1000 m² 10 30 100 10 100 D 3.2<br />
5157.2/3 4677 1 - overige groothandel in afval en schroot: b.o. 1000 m² 0 0 100 C 30 100 3.2<br />
6024 494 1 - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o.
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
nummer<br />
6311.1 52241 7 - tankercleaning 300 10 100 C 200 R 300 4.2<br />
6311.2 52242 0 Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:<br />
6311.2 52241 1 - containers 0 10 300 50 R 300 4.2<br />
6311.2 52242 10 - tankercleaning 300 10 100 200 R 300 4.2<br />
6311.2 52242 2 - stukgoederen 0 10 100 50 R 100 D 3.2<br />
6311.2 52242 3 - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m² 30 200 300 30 300 4.2<br />
6311.2 52242 5 - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u 50 300 200 50 R 300 4.2<br />
6311.2 52242 7 - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2 50 300 300 50 300 4.2<br />
6312 52102, 52109 A Distributiecentra, koelhuizen 30 10 50 C 50 R 50 D 3.1<br />
6312 52109 B Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) 0 0 30 C 10 30 2<br />
6321 5221 2 Stalling van vrachtwagens (<strong>met</strong> koelinstallaties) 10 0 100 C 30 100 3.2<br />
64 53 -<br />
64 53 - POST EN TELECOMMUNICATIE<br />
641 531, 532 Post- en koeriersdiensten 0 0 30 C 0 30 2<br />
642 61 A Telecommunicatiebedrijven 0 0 10 C 0 10 1<br />
71 77 -<br />
71 77 -<br />
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE<br />
GOEDEREN<br />
712 7712, 7739 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) 10 0 50 10 50 D 3.1<br />
713 773 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 10 0 50 10 50 D 3.1<br />
714 772 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. 10 10 30 10 30 D 2<br />
72 62<br />
72 62 - COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE<br />
72 58, 63 B Datacentra 0 0 30 C 0 30 2<br />
74<br />
63, 69tm71,<br />
73,74,77,78, 80tm82 -<br />
74<br />
63, 69tm71,<br />
73,74,77,78, 80tm82 - OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING<br />
747 812 Reinigingsbedrijven voor gebouwen 50 10 30 30 50 D 3.1<br />
7481.3 74203 Foto- en filmontwikkelcentrales 10 0 30 C 10 30 2<br />
7484.3 82991 Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten 50 30 200 C 50 R 200 4.1<br />
90 37, 38, 39 -<br />
90 37, 38, 39 - MILIEUDIENSTVERLENING<br />
9001 3700 A0 RWZI's en gierverwerkingsinricht., <strong>met</strong> afdekking voorbezinktanks:<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-CODE SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS<br />
nummer<br />
9001 3700 A1 - < 100.000 i.e. 200 10 100 C 10 200 4.1<br />
9001 3700 B rioolgemalen 30 0 10 C 0 30 2<br />
9002.1 381 A Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. 50 30 50 10 50 3.1<br />
9002.1 381 B <strong>Gemeente</strong>werven (afval-inzameldepots) 30 30 50 30 R 50 3.1<br />
9002.1 381 C Vuiloverslagstations 200 200 300 30 300 4.2<br />
9002.2 382 A0 Afvalverwerkingsbedrijven:<br />
9002.2 382 A2 - kabelbranderijen 100 50 30 10 100 3.2<br />
9002.2 382 A4 - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 50 10 30 10 50 3.1<br />
9002.2 382 A5 - oplosmiddelterugwinning 100 0 10 30 R 100 D 3.2<br />
9002.2 382 A7 - verwerking fotochemisch en galvano-afval 10 10 30 30 R 30 2<br />
9002.2 382 B Vuilstortplaatsen 300 200 300 10 300 4.2<br />
9002.2 382 C0 Composteerbedrijven:<br />
9002.2 382 C3 - belucht v.c. < 20.000 ton/jr 100 100 100 10 100 3.2<br />
9002.2 382 C4 - belucht v.c. > 20.000 ton/jr 200 200 100 30 200 4.1<br />
9002.2 382 C5 - GFT in gesloten gebouw 200 50 100 100 R 200 4.1<br />
93 96 -<br />
93 96 - OVERIGE DIENSTVERLENING<br />
9301.1 96011 A Wasserijen en strijkinrichtingen 30 0 50 C 30 50 3.1<br />
9301.1 96011 B Tapijtreinigingsbedrijven 30 0 50 30 50 3.1<br />
9301.2 96012 Chemische wasserijen en ververijen 30 0 30 30 R 30 2<br />
9301.3 96013 A Wasverzendinrichtingen 0 0 30 0 30 2<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE
Bijlage 2 Bestaande bedrijven afwijkend van zonering<br />
Adres Typologie bedrijf SBI-code<br />
(2008)<br />
Bedrijventerrein De Greune<br />
De Greune 4 De uitoefening van een<br />
installatiebedrijf<br />
De Greune 7 Vervaardiging van<br />
kunststof kozijnen<br />
De Greune 15 Groothandel in groenten<br />
en fruit<br />
De Greune 36a Metaalbewerking 2562.1,<br />
3311.1<br />
Bedrijventerrein Stepelo<br />
Metaalstraat 22 Handelsbemiddeling in<br />
ertsen, <strong>met</strong>alen,<br />
brandstoffen en<br />
chemische producten<br />
Bouwstraat 7 <strong>Ontwerp</strong>en en produceren<br />
van maatwerksoftware<br />
Bedrijfscategorie<br />
bestaande situatie<br />
41, 42, 43.1 3.1 2<br />
222.1 4.1 3.1<br />
1032, 1039.2 3.2 3.1<br />
46721.1,<br />
46711.1,<br />
46751<br />
27, 28, 33.1,<br />
62 A<br />
3.2 3.1<br />
4.2 3.2<br />
3.2 3.1<br />
Bedrijfscategorie<br />
op basis<br />
<strong>bestemmingsplan</strong><br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 38 van 39
Bijlage 3 Bestaande bedrijfswoningen<br />
Adres bestaande<br />
bedrijfswoning<br />
De Greune 1<br />
De Greune 3<br />
De Greune 5<br />
De Greune 7<br />
De Greune 8<br />
De Greune 9<br />
De Greune 10<br />
De Greune 11<br />
De Greune 13<br />
De Greune 14<br />
De Greune 17<br />
De Greune 20<br />
De Greune 22<br />
De Greune 23<br />
De Greune 28<br />
De Greune 30<br />
planstatus ontwerp referentie BP1085 / 12.0385 pagina 39 van 39