LIDL-Anl-4c-holl-bel-top (Page 1) - Lidl Service Website
LIDL-Anl-4c-holl-bel-top (Page 1) - Lidl Service Website
LIDL-Anl-4c-holl-bel-top (Page 1) - Lidl Service Website
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1. de middelmaat molen wordt<br />
aan de hengel gemonteerd.<br />
2. Controleer of de molen<br />
correct en stevig aan de<br />
hengel gemonteerd is.<br />
3 Open de beugel van de<br />
molen.<br />
4. Haal vanaf de molen de lijn<br />
door alle geleide-ogen.<br />
5. Monteer het schuifdlood op<br />
Alternativ-<br />
Montage met<br />
een Voerkorf<br />
Montage van de wartel<br />
Verbind de wartel met een halve<br />
bloedknoop aan de hoofdlijn<br />
1. Haal de hoofdlijn<br />
door het oog<br />
van de wartel<br />
Handleiding voor de montage<br />
van de bodemhengel<br />
voor het vissen op karper/paling<br />
de hoofdlijn en controleer of<br />
het schuiflood soepel over de<br />
lijn loopt.<br />
6. Bevestig de glasparel aan de<br />
lijn.<br />
7. Monteer de s<strong>top</strong>per.<br />
8. Monteer de middelmaat<br />
wartel met behulp van een<br />
halve bloedknoop.<br />
9. Controleer of de knoop goed<br />
2. Wikkel de<br />
lijn tenminste<br />
vijf-maal om de<br />
hoofdlijn<br />
3. Haal de lijn<br />
door de lus tussen de<br />
wartel en de wikkelingen<br />
en vervolgens door de grote<br />
lus<br />
Montage van de molen<br />
Vaste<br />
reelhouder<br />
Schroefreelhouder<br />
met contramoer<br />
bewegende<br />
molenschoen<br />
moer<br />
contramoer<br />
Montage van de s<strong>top</strong>per<br />
Haal de lijn doordobberslang<br />
(de ventielslang)<br />
Schuif de molenvoet<br />
in de<br />
molenschoen<br />
Dit nogmaals<br />
herhalen<br />
4. Maak de hoofdlijn<br />
enigszins vochtig<br />
(bijvoorbeeld met<br />
een beetje speeksel)<br />
en trek de knoop<br />
daarna langzaam<br />
aan<br />
Zet de molenschoen<br />
vast met<br />
de moer en borg<br />
hem met de<br />
contramoer<br />
zit en controleer de sterkte<br />
van de knoop door er enkele<br />
malen aan te trekken.<br />
10. Schuif de s<strong>top</strong>per van<br />
de knoop af.<br />
11. Hang de onderlijn (haakmaat<br />
2 – 8) in de speld van de<br />
wartel.<br />
12. Sluit de speld van de wartel.<br />
13. De onderlijn mag in geen<br />
glasparel<br />
Lijn strak trekken<br />
Grond-schuiflood<br />
Montage van de onderlijn<br />
Hang de onderlijn (haakmaat<br />
2 – 8) in de speld van de wartel<br />
en sluit deze vervolgens<br />
geval sterker zijn dan de<br />
hoofdlijn.<br />
14. Controleer de sterkte van de<br />
knopen van de onderlijn<br />
door er enkele malen aan te<br />
trekken.<br />
15. Sluit de beugel van de<br />
molen.<br />
16. Stel de slip van de molen in.<br />
17. Neem de volgende<br />
toebehoren mee:<br />
a. schepnet<br />
b. meetapparatuur<br />
c. visdoder<br />
d. mes<br />
e. onthaker of onthaaktang<br />
De vissoorten, die met deze manier<br />
van vissen het meest gevangen<br />
worden zijn karper, zeelt, baars,<br />
forel, kopvoorn, paling , barbeel en<br />
andere grote zoetwatervissen.<br />
NL<br />
OPGELET!<br />
Houd de haken en de kleine losse<br />
delen buiten het bereik van kinderen<br />
en huisdieren.<br />
Deze artikelen mogen alleen<br />
gebruikt worden onder toezicht van<br />
volwassenen.<br />
Kniklichten<br />
Dit product is overeenkomstig de<br />
richtlijn 1999/4545 EG als<br />
ongevaarlijk geclassificeerd.<br />
Veiligheidsinformatieblad<br />
91/155/EEG<br />
© Niets uit deze uitgave mag worden<br />
verveelvoudigd of gedeeltelijk openbaar<br />
worden gemaakt, zonder voorafgaande<br />
toestemming van Hospo-Verlag,<br />
51674 Wiehl<br />
- Germany -
Het vissen met de bodemhengel voor het vissen op karper/paling<br />
Bodemvissen betekent, dat het aas op de grond of<br />
net boven de grond wordt aangeboden.<br />
Deze vismethode kan bij bijna alle vissoorten toegepast<br />
worden.<br />
bodem-schuiflood<br />
glasparel<br />
s<strong>top</strong>perr<br />
speldwartell<br />
onderlijn<br />
haak grootte 2-8<br />
De uitrusting<br />
Het vismateriaal wordt bepaald door het water en<br />
de vissoort die men wil bevissen, maar ook of men<br />
vanuit de boot of vanaf de oever wil vissen. Een<br />
advies welke hengel of welk werpgewicht gebruikt<br />
dient te worden, kan daarom niet gegeven worden.<br />
Het is aan te raden dat de bodemhengel een half<br />
parabolische tot parabolische actie heeft.<br />
Daardoor is het mogelijk om zachte aassoorten (<br />
bijvoorbeeld aardappelen) in te werpen, zonder<br />
risico dat u het aas verliest.<br />
Als u tijdens het vissen de hengel continu in de<br />
hand houdt, is het aan te bevelen een hengel met<br />
een kurken handgreep te gebruiken.<br />
De molen mag niet te klein zijn; je komt bij bodemvissen<br />
immers vaak voor onaangename verrassingen<br />
te staan (vastzitten).<br />
De lijnsterkte wordt op de hengelset afgestemd.<br />
Voor de bodemvisserij is er een veelvoud van<br />
lood- en andere werpgewichten (zie ook hoofdstuk<br />
lood).<br />
Een specialiteit is het Tiroler hout. Dit werpgewicht<br />
wordt in de Alpenlanden bij het vissen in sterk<br />
stromend water gebruikt, maar ook in vlakke<br />
"Tiroler hout” stromend-water-montage<br />
"Tiroler hout” stilstaand-water-montage<br />
gebieden en bij het vissen in stilstaande wateren<br />
wordt het door steeds meer mensen steeds vaker<br />
gebruikt.<br />
Bij het vissen in stromend water en bij het vissen<br />
met natuurlijk aas verhindert het Tiroler hout, dat<br />
het aas (bijvoorbeeld een worm) door de stroming<br />
tussen de stenen of tussen de waterplanten vast<br />
komt te zitten en voor de vis onvindbaar wordt.<br />
Ook bij het vissen met een nimf wordt het Tiroler<br />
hout gebruikt. Daarbij worden zulke zware gewichten<br />
gebruikt, dat de vis die bijt, zichzelf al haakt.<br />
Als men in stilstaand water vist, garandeert het<br />
Tiroler hout dat het aas niet te gemakkelijk in de<br />
modder zinkt en dat de lijn soepel door het oog<br />
van het Tiroler hout kan lopen.<br />
Een ander interessant<br />
werpgewicht is<br />
de knijploodlijn. Vooral bij<br />
een bodem met veel knijploodlijn<br />
obstakels, waarbij<br />
steeds weer het lood<br />
vast komt te hangen, heeft het gebruik van de knijploodlijn<br />
veel voordelen.<br />
Als bij de knijploodlijn één of meerdere knijploden<br />
vast komen te zitten, worden deze door de hoofd-<br />
lijn er van af getrokken en de hoofdlijn, de wartel<br />
en de haak komen weer los.<br />
Uit Groot-Brittanië komt het vissen met de voerkorf,<br />
dat steeds populairder wordt .<br />
voerspiraal<br />
De voerkorf kan tegelijkertijd ook het werpgewicht<br />
zijn.<br />
Zo is er een voerkorf die met levend aas gevuld<br />
wordt en is er een spiraalveer waar lokvoer<br />
omheen gekneed wordt.<br />
Speciale haken voor het bodemvissen zijn er niet.<br />
De soort en de grootte van de haak worden altijd<br />
bepaald door de vissoort waarop gevist wordt. Dit<br />
geldt ook voor de wartel.<br />
De aassoorten<br />
Bij het vissen met de bodemhengel kan in principe<br />
iedere aassoort gebruikt worden., om te beginnen<br />
met de maden voor de voorn, tot de zeer grote<br />
dode aasvis voor de meerval of de snoek.<br />
Bij het bodemvissen kan het aas door het groter<br />
werpgewicht aanzienlijk verder ingeworpen worden<br />
dan bij andere vismethoden. Men kan ook<br />
een beduidend grotere oppervlakte bevissen.<br />
Ook kan het aas, als het uitgeworpen is, op de<br />
eenmaal uigezochte stek, voortdurend blijven liggen,<br />
omdat het wegdriften van de lijn door de wind<br />
of de stroming wordt verhinderd dankzij het zware<br />
lood.<br />
Dit lood kan weer zo gemonteerd worden, dat de<br />
vis bij het nemen van het aas geen weerstand<br />
bespeurt.<br />
Het vissen<br />
Bij het witvissen met de dobber<br />
wordt de beet herkend<br />
door het op en neer bewegen<br />
van de dobber. Bij het bodemvissen<br />
daarentegen is de<br />
beste manier om de beet vast<br />
te stellen, door met de vinger<br />
aan de lijn te voelen. Het<br />
gevoel in de vinger<strong>top</strong> is<br />
meestal zo sterk, dat zelfs het<br />
lichtste trekje aan het aas<br />
opgemerkt wordt.<br />
Bij deze methode moet vanzelfsprekend<br />
de hengel worden<br />
vastgehouden en is het<br />
vissen met een tweede hengel<br />
niet mogelijk. Ook een<br />
strip zilverfolie kan als beetmelder gebruikt worden.<br />
De hengel wordt op één of twee hengelsteunen<br />
gelegd en de lijn tussen de molen en het startoog<br />
wordt op lengte gebracht.<br />
Daarna wordt het zilverfolie om de hoofdlijn<br />
bevestigd. Het gewicht van het zilverfolie is in de<br />
meeste gevallen voldoende om de lijn naar beneden<br />
te houden.<br />
Als de vis het aas neemt en met de hoofdlijn wegloopt,<br />
loopt het zilverfolie naar boven richting hengel<br />
en de beet is duidelijk te herkennen.<br />
Beetmelders worden in de handel aangeboden. Bij<br />
deze beetmelders kan de gevoeligheid ingesteld<br />
worden.<br />
in- en uitschakelaar<br />
volumeschakelaar<br />
led (beetmelding)<br />
nagloeiled (beetmelding)<br />
voerkorf<br />
luidspreker<br />
schroefdraad voor de hengelsteun<br />
Met deze beetmelders is ook het vissen in stromend<br />
water mogelijk.<br />
Bovendien zijn er electrische en electronische<br />
beetmelders, waarvan een gedeelte met toon- en<br />
lichtsignalen is uitgevoerd.<br />
Omdat deze beetverklikkers iedere beet meteen<br />
melden, kan men met twee of drie hengels vissen.<br />
Enkele bijzondere beetverklikkers komen uit<br />
Groot-Brittannië: de winkelpikker/de feeder<strong>top</strong> en<br />
de swing<strong>top</strong>.<br />
Om met de swing<strong>top</strong> te kunnen vissen, moet het<br />
<strong>top</strong>oog van de hengel vervangen worden door een<br />
swingtip<strong>top</strong>oog. Het verwijderen van het oude<br />
<strong>top</strong>oog is eenvoudig, als men het oude <strong>top</strong>oog<br />
verhit, bijvoorbeeld met een aansteker en het<br />
daarna verwijdert.<br />
Het nieuwe swing<strong>top</strong>oog wordt met speciale lijm<br />
uit de vakhandel bevestigd.<br />
Swing<strong>top</strong>pen zijn er in verschillende lengtes en<br />
gewichten; voor iedere te bevissen vissoort is de<br />
juiste <strong>top</strong> verkrijgbaar. Hoe lichter de combinatie<br />
gedetailleerde<br />
weergave van<br />
de swing<strong>top</strong><br />
hengel, molen, lijn en werpgewicht, des te dunner<br />
en lichter kan de swing<strong>top</strong> zijn.<br />
Bij een inworp over het hoofd is het aan te raden<br />
om de hengel licht te kantelen, zodat de swing<strong>top</strong><br />
zich niet om de hengel heen wikkelt.<br />
Na de worp wordt de hengel op twee hengelsteunen<br />
gelegd. De hengelsteunen worden zo ingesteld,<br />
dat de swing<strong>top</strong> maar een paar centimeter<br />
boven het wateroppervlak hangt. Daarna wordt de<br />
hoofdlijn met de molen strak gedraaid totdat de<br />
swingmolen contact maakt met het aas en licht<br />
omhoog komt.<br />
Als een vis bijt, wordt zelfs de kleinste beweging<br />
van de lijn aan de swing<strong>top</strong> doorgegeven.<br />
Een hulpmiddel voor het vissen met deze swing<strong>top</strong>pen<br />
is een windschild, waardoor tegelijkertijd<br />
de beet nog beter wordt herkend.<br />
Voor het vissen in stromend water is de swing<strong>top</strong><br />
niet geschikt. Voor deze visserij wordt de feeder-<br />
feeder<strong>top</strong><br />
swing<strong>top</strong> met windschild<br />
hengel of de winckelpikker gebruikt. Deze <strong>top</strong>pen<br />
buigen zich onder de druk van de stroming tot een<br />
bepaald aantal graden, maar hebben nog altijd<br />
genoeg reserve om fijne aanbeten te herkennen.<br />
Zelfs de gevoeligste beetmelder heeft geen nut,<br />
als de verbinding van het aas met de beetmelder<br />
niet continu op spanning staat. Meteen na het uitwerpen<br />
wordt de lijn zo ver binnen gedraaid, dat<br />
men de weerstand van het werpgewicht voelt. Dan<br />
pas komt de beetverklikker in beeld.<br />
Een <strong>bel</strong>angrijke rol bij het bodemvissen speelt de<br />
onderlijn.<br />
Men heeft er voordeel bij om in stromend water<br />
onderlijnen te gebruiken van 60 centimeter of langer,<br />
omdat het haakaas dan niet gemakkelijk door<br />
de stroming in de zachte bodem wordt gedrukt.<br />
In stilstaand water worden onderlijnen gebruikt,<br />
die niet langer dan 50 centimeter zijn.<br />
Bij een langere onderlijn ziet men de beet niet, als<br />
de vis met het haakaas naar de hengel toe zwemt.<br />
Vaak maakt de visser het mee, dat de vis alleen<br />
maar met het haakaas speelt. De vis voelt bij het<br />
opnemen van het haakaas de onderlijn door zijn<br />
onderlijn<br />
enkeldradig<br />
stijf<br />
meerdradig/<br />
soepel<br />
gevoelige lippen en spuugt het haakaas steeds<br />
weer uit. In dit geval is het waarschijnlijk dat de<br />
onderlijn te dik is en moet deze vanzelfsprekend<br />
door een dunnere onderlijn vervangen worden.<br />
Dat zou echter niet overeenkomen met de oprechtheid<br />
van de visser.<br />
Het is een goede oplossing om de haak niet aan<br />
één maar aan vier of vijf dunnere onderlijnen<br />
gelijktijdig vast te knopen.<br />
Voor de vangst van roofvissen maakt men gebruik<br />
van kwalitatief goede stalen onderlijnen.<br />
feederhengel-opstelling<br />
NL
Dobbers<br />
De beetverklikker laat de visser horen of zien wanneer<br />
de vis aanbijt.<br />
De meest bekende beetverklikker is wel de dobber.<br />
Naast de functie de beet te melden, dient de dobber<br />
er ook vaak voor, het aas op de desbetreffende<br />
waterdiepte aan te bieden.<br />
De standaard dobber bestaat uit een drijflichaam,<br />
antenne, geleideogen of dobberslangen .<br />
De opbouw van het drijflichaam en de antenne<br />
worden bepaald door de het te bevissen water en<br />
de vissoorten die bevist worden.<br />
drijflichaam<br />
onderantenne<br />
verklikker<br />
antenne<br />
geleideoog<br />
Er zijn vele soorten materialen waarvan de dobber<br />
gemaakt kan zijn: van kurk, balsahout, pennen van<br />
het stekelvarken tot plastic aan toe.<br />
Voor de montage van de dobber aan de lijn zijn er<br />
twee mogelijkheden: de vaste en de schuivende<br />
montage.<br />
Bij de vaste montage wordt de dobber met zogenaamde<br />
dobberslang aan de hoofdlijn bevestigd.<br />
Het is echter altijd nog mogelijk de dobber op de<br />
hoofdlijn te verschuiven.<br />
Voor het dobbervissen moet men de dobber vanzelfsprekenduitloden.<br />
Men brengt<br />
net zo veel knijpof<br />
olijflood aan op<br />
de hoofdlijn, dat<br />
de dobber precies<br />
tot aan de antenne<br />
in het water<br />
verdwijnt en<br />
alleen de antenne<br />
zichtbaar is.<br />
Bij een vaste dobbermontage<br />
kan<br />
men maximaal zo<br />
diep vissen als de<br />
hengel lang is.<br />
Bij een schuivende<br />
dobbermontage is het daarentegen mogelijk in<br />
iedere waterdiepte te vissen.<br />
Bij de schuivende dobbermethode glijdt de lijn vrij<br />
door de geleideringen van de dobber.<br />
De dobber wordt ges<strong>top</strong>t door een s<strong>top</strong>per die op<br />
1.<br />
klassieke<br />
methode<br />
Tips en trucs voor het vissen<br />
Bruikbare tips voor lijnen, haken, dobbers en lood<br />
dobber voor<br />
stromend water<br />
dobber voor stilstaand<br />
water<br />
2. centrale<br />
doorvoermethode<br />
vaste<br />
dobbermontage<br />
3. Engelse<br />
methode<br />
(Waggler)<br />
de lijn bevestigd zit, naar de haak toe wordt de<br />
dobber als laatste ges<strong>top</strong>t door de wartel.<br />
Belangrijke toebehoren voor de schuifdobber zijn<br />
glas of plastic parels en verschillende s<strong>top</strong>pers.<br />
fout<br />
uitgelood<br />
Tussen de dobber en de<br />
s<strong>top</strong>per moet men altijd<br />
een glasparel monteren.<br />
Deze verhindert dat de<br />
s<strong>top</strong>per klem komt te zitten<br />
tussen de geleidering van<br />
de schuifdobber.<br />
Men kan de s<strong>top</strong>perknoop<br />
zelf maken of deze s<strong>top</strong>pers<br />
in de hengelsportzaken<br />
kant en klaar kopen.<br />
Deze s<strong>top</strong>pers zijn gemaakt<br />
van katoen of gummi.<br />
Ze voldoen uitstekend.<br />
Omdat de katoenen s<strong>top</strong>pers<br />
zeer fijn zijn uitgevoerd,<br />
kan men meerdere s<strong>top</strong>pers gelijktijdig op<br />
de lijn monteren. Bij slijtage kan de oude s<strong>top</strong>per<br />
zonder het verwijderen van de schuifdobber, vervangen<br />
worden.<br />
Bij de schuivendedobbermethodeonderscheidt<br />
men:<br />
1.Klassieke<br />
methode,<br />
goed<br />
uitgelood<br />
2.Centrale doorvoermethode,<br />
3.Engelse methode (Waggler)<br />
Methode 2 en 3 worden het meest toegepast.<br />
Bij deze methodes is het verwarren van de lijn om<br />
de antenne uitgesloten.<br />
Een interessante ontwikkeling op de dobbermarkt<br />
is de met een lichtdiode uitgevoerde lichtdobber,<br />
waarvan vooral de nachtvisser (paling, snoekbaars,<br />
meerval, karper etc.) veel plezier heeft.<br />
Tot de lichtdobbers hoort ook het kniklicht. Hierbij<br />
worden twee chemische vloeistoffen door het knikken<br />
van het plastic buisje met elkaar vermengd en<br />
daardoor licht het buisje op.<br />
Het kniklicht wordt aan de dobberantenne of aan<br />
de hengel<strong>top</strong> gemonteerd.<br />
Lood<br />
Het lood is nodig om:<br />
1. de dobber uit te loden,<br />
2. het aas op de visstek te houden,<br />
3. het werpgewicht te verhogen, waardoor het aas<br />
verder ingeworpen kan worden.<br />
In de visserij worden verschillende soorten lood<br />
gebruikt.<br />
Knijplood/klemlood<br />
Dit lood, dat een gewicht heeft van 0,05 tot 2,5<br />
gram, wordt hoofdzakelijk gebruikt bij dobbers die<br />
tot 10 gram drijfvermogen bezitten.<br />
Omdat goed knijplood heel<br />
zacht is, kan men het knijplood<br />
met de vingers op de lijn knijpen.<br />
Bijzonder zacht lood komt uit<br />
Groot-Brittannië. De Britten hebben eigen maten<br />
voor de grootte van het knijplood.<br />
Bladlood<br />
De dikte van bladlood kun je vergelijken<br />
met de dikte van papier,<br />
die op de gewenste lengte afgeknipt<br />
kan worden en op de lijn<br />
bevestigd kan worden. Dit lood is<br />
bijzonder geschikt om zelfs een<br />
zeer kleine dobber uit te loden.<br />
Foutbeten komen niet voor bij<br />
deze lange dunne loodstrips.<br />
Daarentegen komen geregeld<br />
foutbeten voor bij knijplood dat op de lijn is gemonteerd;<br />
dit komt doordat de vis dit knijplood aanziet<br />
voor een hennepkorrel.<br />
Druppellood<br />
Dit lood is, net als alle hierna volgende<br />
loden, een schuiflood,<br />
d.w.z. dat het lood vrij over de lijn<br />
kan lopen tot aan het s<strong>top</strong>perpunt<br />
(wartel of knoop). Dit lood wordt<br />
net als het knijplood, alleen voor<br />
de dobbervisserij gebruikt. Het<br />
druppellood is er in de gewichten<br />
van 0,25- 8 gram.<br />
Er moet op gelet worden dat bij<br />
het optuigen van de lijn, het<br />
zwaarste deel van het lood naar de haak toewijst,<br />
anders kan het lood zich bij de inworp in de lijn wikkelen.<br />
Olijf- en kogellood<br />
Deze schuifloden, die olijf- of kogelvormig zijn, worden<br />
voor het uitloden van uitzonderlijk zware dobbers<br />
gebruikt,<br />
maar men gebruikt<br />
ze ook bij de<br />
bodemvisserij.<br />
Om de knoop te<br />
beschermen<br />
moet men schuifloden<br />
zwaarder<br />
dan 10 gram altijd<br />
aan de onderkant<br />
voorzien van een<br />
s<strong>top</strong>per of parel<br />
die op de lijn gemonteerd is.<br />
Botlood<br />
Deze loden, die een zeskantige<br />
vorm hebben, zijn er in<br />
gewichten van 15-150 gram.<br />
Botloden zijn geschikt voor de<br />
bodemvisserij, als het water<br />
hard stroomt en men het aas<br />
op één bepaalde plaats op de<br />
bodem wil houden. De grote<br />
oppervlakte van dit lood verhindert<br />
het zinken in de zachte<br />
bodem.<br />
Stift- of Catherinenlood<br />
Met dit lood is het mogelijk verschillende<br />
gewichten achteraf te gebruiken<br />
of te wisselen.<br />
Bij de montage wordt de lijn eerst in<br />
de snee van de stift en vervolgens<br />
in de snee van het lood aangebracht.<br />
Hierna wordt de stift in het<br />
lood samengedrukt en wordt ieder<br />
deel enkele graden tegen elkaar gedraaid. Het is<br />
<strong>bel</strong>angrijk dat het brede deel van de conische stift<br />
naar de wartel wijst. Als men de montage in de<br />
andere richting bevestigt, dan stoot men de stift al<br />
snel na enkele inworpen uit het lood. Het stiftlood is<br />
olijfvormig of heeft een zeskantige vorm.<br />
Wartellood<br />
Het wartellood met zijn peervorm<br />
en ingegoten wartel of<br />
draadoog aan het einde van<br />
het loodlichaam, is het meest<br />
gebruikte lood voor de bodemvisserij,<br />
zowel in zoet als in<br />
zout water.<br />
Wartelloden hebben een zeer<br />
goede aërodynamica. Een verder<br />
voordeel is het grote oog<br />
van de draad of wartel dat<br />
ervoor zorgt, dat de lijn ongehinderd<br />
na een aanbeet door<br />
het oog kan lopen.<br />
Er wordt een glasparel onder<br />
het lood bevestigd om te voorkomen dat de knoop<br />
van de wartel in het oog van het wartellood klem<br />
raakt.<br />
Ankerlood<br />
Deze variant van het<br />
schuiflood wordt in de<br />
brandingvisserij ingezet.<br />
In de zandige bodem van<br />
de kustwateren houden de<br />
ankers het aas ook bij een<br />
sterke stroming zeker op<br />
de plaats. Daarbij komt<br />
nog, dat deze ankers zo<br />
buigzaam zijn, dat ze bij<br />
het binnenhalen van de<br />
lijn ook weer uitgebogen<br />
kunnen worden.<br />
Staand lood<br />
Bij het vissen in stilstaande<br />
wateren hebben deze en<br />
andere loden met drijflichamen<br />
hun waarde bewezen.<br />
Het lood verhindert dat het<br />
aas in de zachte bodem zinkt.<br />
Zelfs wanneer het lood in de<br />
zachte bodem zinkt, kan de<br />
lijn nog steeds vrij door de<br />
wartel van het drijflichaam<br />
lopen.<br />
Met deze loden kan men ook ideaal in sterk<br />
stromend water vissen. Het aas kan zich net<br />
boven de bodem bewegen.<br />
Het karper-/anti–Tangle-lood<br />
Een ander zeer geliefd lood, dat ervoor zorgt<br />
dat de onderlijn zeker niet verward raakt in<br />
het lood, is het karper/anti-Tangle-lood. De<br />
lange gemonteerde tube verhindert zeker<br />
dat de haak of de onderlijn niet in de<br />
hoofdlijn verward raakt tijdens de<br />
inworp.<br />
Bellen en zilverpapier<br />
Een eenvoudige en effectieve beetmelder<br />
voor de bodemvisserij zonder dobber<br />
is een klein <strong>bel</strong>letje, dat aan de hengel<strong>top</strong><br />
of aan de hoofdlijn bevestigd wordt.<br />
Zelfs als de vis zeer voorzichtig interesse<br />
toont in het aas, dan al klinkt het signaal<br />
van het <strong>bel</strong>letje.<br />
Nog eenvoudiger en<br />
net zo effectief is het<br />
streep zilverfolie, die<br />
tussen de eerste en<br />
de tweede geleidering<br />
van de hengel om de<br />
hoofdlijn gewikkeld<br />
wordt. Als de vis aan<br />
de hoofdlijn trekt, trekt<br />
hij het zilverfolie mee.<br />
NL<br />
OPGELET!<br />
Houd de haken en de kleine losse<br />
delen buiten het bereik van kinderen<br />
en huisdieren.<br />
Deze artikelen mogen alleen<br />
gebruikt worden onder toezicht van<br />
volwassenen.<br />
Kniklichten<br />
Dit product is overeenkomstig de<br />
richtlijn 1999/4545 EG als<br />
ongevaarlijk geclassificeerd.<br />
Veiligheidsinformatieblad<br />
91/155/EEG<br />
© Niets uit deze uitgave mag worden<br />
verveelvoudigd of gedeeltelijk openbaar<br />
worden gemaakt, zonder voorafgaande<br />
toestemming van Hospo-Verlag,<br />
51674 Wiehl<br />
- Germany -
Montagehandleiding<br />
1. De grote vaste molen op de<br />
hengel monteren.<br />
2. Controleren of de molen stevig<br />
en veilig op de hengel is<br />
gemonteerd.<br />
3. Het slipmechanisme van de<br />
molen openen.<br />
4. Te beginnen bij de molen, de lijn<br />
door alle ogen van de hengel<br />
trekken.<br />
Hoofdlijn<br />
S<strong>top</strong>permontage<br />
Lijn door dobberrubber geleiden<br />
Montagehandleiding van de<br />
snoek-snoekbaarshengel<br />
5. De eerste s<strong>top</strong>per monteren.<br />
6. De glazen kraal oprijgen.<br />
7. De schuifdobber met een<br />
draagkracht tussen 20 en 50 gram<br />
opschuiven.<br />
8. Het schuiflood, dat voor het<br />
uitbalanceren van de dobber<br />
volstaat,<br />
op de hoofdlijn rijgen.<br />
9. De tweede s<strong>top</strong>per monteren.<br />
kogellood<br />
Wartelmontage<br />
Wartel met een<br />
grinnerknoop<br />
bevestigen<br />
1. Lijn door het<br />
oog van de<br />
wartel steken<br />
Montage van de<br />
stalen onderlijn<br />
Hang de lus van de stalen<br />
onderlijn in de speld van<br />
de wartel en sluit deze<br />
2. Ten<br />
minste<br />
5 maal om<br />
de hoofdlijn<br />
wikkelen<br />
Handeling herhalen<br />
Montage van de schuifdobber<br />
Engelse methode (Waggler)<br />
10. Grote wartel met halve,<br />
omgekeerde bloedknoop aan de<br />
hoofdlijn bevestigen.<br />
11. Knoop met trekproef controleren<br />
op juiste bevestiging en<br />
stevigheid.<br />
12. Tweede s<strong>top</strong>per (zie nr. 10) tot<br />
tegen de halve bloedknoop van de<br />
wartel schuiven.<br />
13. Een stalen onderlijn van ten minste<br />
45 cm met lus en haak in de open<br />
connector van de wartel hangen.<br />
Lijn strak trekken<br />
3. Het uiteinde<br />
van de lijn door<br />
het oog tussen<br />
wartel en<br />
wikkelingen geleiden<br />
en vasthouden<br />
De voorlijn moet zwakker zijn<br />
dan de hoofdlijn<br />
Glazen kraal<br />
4. Lijn vochtig<br />
maken (tongpunt)<br />
en de knoop<br />
aantrekken<br />
14. Karabijn van de wartel sluiten.<br />
15. De stevigheid van de voorlijn<br />
mag in geen geval groter zijn<br />
dan die van de hoofdlijn.<br />
16. Bevestigingsdelen van de stalen<br />
voorlijn testen door eraan te<br />
trekken.<br />
17. Slipbeugel van de molen sluiten.<br />
18. Remmechanisme van de vaste<br />
molen instellen.<br />
19. Het volgende toebehoor<br />
meenemen:<br />
a) Landingsnet/Landingshaak<br />
b) Meettoestel<br />
c) Bedwelmingsapparaat<br />
d) Mes<br />
e) Onthaaktang<br />
f) Bekspreider<br />
De meest gevangen vissoorten met<br />
deze methode zijn snoekbaars, snoek,<br />
meerval en grote zalmen (meerforellen).<br />
NL<br />
OPGELET!<br />
Houd de haken en de kleine losse<br />
delen buiten het bereik van kinderen<br />
en huisdieren.<br />
Deze artikelen mogen alleen<br />
gebruikt worden onder toezicht van<br />
volwassenen.<br />
© Niets uit deze uitgave mag worden<br />
verveelvoudigd of gedeeltelijk openbaar<br />
worden gemaakt, zonder voorafgaande<br />
toestemming van Hospo-Verlag,<br />
51674 Wiehl<br />
- Germany -
Grote roofvissen <strong>bel</strong>asten onze wateren.<br />
Opgenomen voer zetten ze nauwelijks nog in<br />
eigen gewicht om.<br />
De snoek bijvoorbeeld verwerkt het voer tijdens<br />
de eerste levensjaren enorm goed. Drie<br />
pond voedervis zet hij om in een pond eigen<br />
gewicht. Maar deze verhouding van 3:1 geldt<br />
niet meer, als de snoek 14 tot 15 pond zwaar<br />
geworden is. Bij zeer grote snoeken verslechtert<br />
de verhouding tussen voer en gewichtstoename<br />
naar 50:1.<br />
Deze sterke <strong>bel</strong>asting van de visbestanden in<br />
onze wateren moet met corrigerende maatregelen<br />
die rechtstreeks ingrijpen in het ecologische<br />
systeem bestreden worden. De biotoop<br />
van de roofvis wordt doelgericht bevist.<br />
Uitrusting<br />
De roofvishengel is ten minste 2,70 m lang,<br />
omdat het vaak nodig is, op grote afstand aan<br />
te slaan. Een gelijkmatig sterke parabolische<br />
actie vermoeit de grote roofvissen bij het drillen<br />
sneller. Goede werp-, aanslag- en drileigenschappen<br />
worden het best door koolstofhengels<br />
gegarandeerd. Ze genieten de voorkeur<br />
boven glasvezelhengels.<br />
De hengel moet – wegens het zware aas –<br />
een werpgewicht van 100 gram hebben.<br />
De lijn moet een diameter van ten minste 0,40<br />
mm hebben en er moet ten minste 175 m lijn<br />
op de molen gespoeld kunnen worden. Deze<br />
lijnlengte is nodig, omdat de roofvis vaak op<br />
grote afstand bevist wordt.<br />
Tot de uitrusting behoort naast het lint, het bedwelmingsapparaat,<br />
het mes en de onthaak-<br />
tang een grote, stabiele landingshulp zoals<br />
een ruim landingsnet of een handige landingshaak.<br />
Een absolute must voor het verwijderen van<br />
de haak is de bekspreider. Een goede bekspreider<br />
verwondt de vis niet. De hoek van de<br />
bekspreider wordt volgens de grootte van de<br />
gevangen vis ingesteld.<br />
Aas<br />
Als het kunstaas niet succesvol blijkt, wordt<br />
met dode of levende aasvis gevangen.<br />
Alleen bij corrigerende maatregelen die rechtstreeks<br />
ingrijpen in het ecologische systeem<br />
mag levende vis als aasvis gebruikt worden.<br />
Andere praktijken zijn in strijd met de wet op<br />
de dierenbescherming. Om te vissen met<br />
levende aasvis moet bij de bevoegde overheid<br />
een vergunning aangevraagd worden.<br />
Als vissoort moet de vissoort gekozen worden<br />
die in het water het meest voorkomt, bijv.<br />
blankvoorn, rietvoorn of kopvoorn. Roofvissen<br />
Vissen met de snoek-/snoekbaarshengel<br />
Hoekspreider<br />
Bekspreider<br />
(half geopend)<br />
zijn 'ingesteld' op de prooidieren die in hun biotoop<br />
voorkomen. Naast dode vissen worden<br />
ook visrepen als aas gebruikt. Het aas mag<br />
niet te klein zijn. Een blankvoorn van 20 cm<br />
lengte bijvoorbeeld heeft de juiste grootte. Vele<br />
hengelaars gebruiken te klein aas.<br />
Vissen<br />
Om zo diervriendelijk mogelijk te handelen,<br />
wordt voor de montage van afzonderlijke<br />
haken en neushaak gekozen.<br />
VERKEERDE<br />
neushaak<br />
Het is verkeerd de haak vanaf de muil te monteren.<br />
Dit leidt heel vaak tot verkeerde beten,<br />
omdat de haak bij het naar beneden slingeren<br />
van het aas verder in het aas gedreven wordt<br />
en de aanslag door de hengelaar alleen maar<br />
het aas treft.<br />
De juiste methode is, de haak via het neusgat<br />
in de keelholte en door de muil naar buiten te<br />
schuiven. Zo worden verkeerde beten vermeden.<br />
Voor de worp wordt de rem op 'zacht' ingesteld,<br />
omdat het draaimoment door de verlaging<br />
van de opgespoelde lijn na<br />
het uitwerpen verhoogt en de<br />
rem hogere prestaties levert.<br />
Als men bijvoorbeeld bij een volle<br />
spoel (180 m, lijn van 0,40 cm<br />
diameter) de rem op de helft van<br />
de draagkracht van de lijn instelt<br />
en het aas bij de aanslag 90 m<br />
(dus de helft van de lijnvoorraad)<br />
verwijderd is, heeft de remkracht zich door de<br />
verminderde lijnvoorraad op de spoel verdub<strong>bel</strong>d.<br />
Bij een heftige vlucht wordt de lijn over<strong>bel</strong>ast<br />
en breekt.<br />
JUISTE<br />
neushaak<br />
Met levend aas worden geen verre worpen<br />
gemaakt. De vis wordt voorzichtig in het water<br />
gelaten. U kiest daarvoor een plaats, waarvan<br />
u door lang kijken weet, dat er zich roofvissen<br />
ophouden.<br />
Ook dode aasvis levert<br />
succes op. Hij wordt als<br />
stationair aas (dus ter<br />
plaatse) aangeboden of<br />
als dood spinaas met<br />
verschillende systemen.<br />
Belangrijk is een lange<br />
stalen onderlijn tot 1 m<br />
lengte.<br />
De reden hiervoor is<br />
logisch.<br />
De maagzak bevindt zich<br />
in het midden van de vis.<br />
Als een roofvis van 1,20<br />
m het aangeboden aas<br />
inslikt, heeft hij meteen<br />
ook 60 cm stalen onderlijn<br />
ingeslikt. Bij een te<br />
korte onderlijn komen de<br />
tanden van de roofvis aan de monofiele hoofdlijn.<br />
Bovendien zou het schuiflood tegen de flanken<br />
van de vis slaan en zou de roofvis het aas<br />
weer uitspuwen.<br />
De aanbeet van een roofvis wordt meteen met<br />
een aanslag beantwoord. Wachten tot de vis<br />
het aas ook werkelijk ingeslikt heeft, is niet<br />
nodig en komt niet overeen<br />
met de regels van<br />
de kunst.<br />
Een vertraagde aanslag<br />
is alleen bij aasvissen<br />
van meer dan 20 cm<br />
lengte gerechtvaardigd.<br />
Omdat het gebruik van<br />
de roofvishengel een van<br />
de moeilijkste hengelmethoden<br />
is, raden wij aan,<br />
zich de eerste keren door<br />
een ervaren collega te<br />
laten bijstaan.<br />
De zintuigen van de roofvis:<br />
1. het gehoor<br />
2. de tast<br />
Haaksysteem voor<br />
dode aasvis<br />
Haaksysteem 1 voor het spinvissen<br />
met dode aasvis<br />
Haaksysteem 2 voor het spinvissen<br />
met dode aasvis<br />
3. de reuk<br />
4. het zicht (het zien en herkennen)<br />
5. de smaak<br />
NL
Montagehandleiding<br />
1. De zoutwatermolen aan de<br />
hengel monteren.<br />
2. De perfecte en veilige montage<br />
van de molen aan de hengel<br />
controleren.<br />
3. De beugel van de molen<br />
openen.<br />
4. De lijn door alle lijnogen van de<br />
hengel trekken.<br />
1) Lus wordt door<br />
het oog van de<br />
wartel geleid.<br />
Montagehandleiding voor<br />
de ka<strong>bel</strong>jauw- en makreelhengel<br />
Montage van<br />
wartel met lus<br />
5. De zware wartel op het uiteinde<br />
van de lijn met een halve<br />
omgekeerde bloedknoop<br />
bevestigen.<br />
6. De stevigheid van deze knoop<br />
testen door eraan te trekken.<br />
7. Een lus van de onderlijn in de<br />
open connector van de wartel<br />
hangen.<br />
2) Wartel wordt door de lus<br />
geleid.<br />
De lus wordt met een<br />
krachtige trekbeweging<br />
<strong>bel</strong>ast en de verbinding<br />
wordt gecontroleerd.<br />
Montage van werplood<br />
of pilker<br />
Oog van de pilker of werplood<br />
in de connector van de wartel<br />
hangen en deze sluiten.<br />
Houder met<br />
contramoer<br />
Beweegbare<br />
schoen<br />
Moer<br />
Contramoer<br />
Vaste schoen<br />
4) Hang het oog van het<br />
kunstaas in de speld van<br />
de wartel en sluit deze<br />
vervolgens<br />
Montage van de molen<br />
8. Connector van de wartel sluiten.<br />
9. Onderlijn ordenen en strekken.<br />
10. In de vrije lus van de onderlijn<br />
de tweede wartel hangen.<br />
11. De verbindingen van de<br />
onderlijn testen door eraan te<br />
trekken.<br />
Voet in schoen<br />
schuiven<br />
12. In de open connector op het<br />
einde van de onderlijn een<br />
zwaar lood of pilker hangen.<br />
13. Connector van de wartel sluiten.<br />
14. Beugel sluiten.<br />
15. Rem van de molen op de dikte<br />
van de lijn instellen.<br />
16. De volgende toebehoren<br />
meenemen:<br />
a) Bedwelmingsapparaat<br />
b) Mes<br />
Montage van de c) Onthaaktang<br />
wartel<br />
Wartel met halve<br />
omgekeerde bloedknoop<br />
bevestigen.<br />
d) Meettoestel<br />
1. Lijn door het oog van de<br />
wartel trekken.<br />
2. Ten minste 5 windingen<br />
rond de hoofdlijn leggen.<br />
3. Einde van de lijn door het oog<br />
tussen wartel en windingen voeren<br />
en omkeren.<br />
4. Lijn lichtjes bevochtigen<br />
(tongpunt) en naar de knoop<br />
trekken.<br />
Schoen met vastzetmoer<br />
fixeren en met contramoer<br />
beveiligen.<br />
NL<br />
OPGELET!<br />
Houd de haken en de kleine losse<br />
delen buiten het bereik van kinderen<br />
en huisdieren.<br />
Deze artikelen mogen alleen<br />
gebruikt worden onder toezicht van<br />
volwassenen.<br />
© Niets uit deze uitgave mag worden<br />
verveelvoudigd of gedeeltelijk openbaar<br />
worden gemaakt, zonder voorafgaande<br />
toestemming van Hospo-Verlag,<br />
51674 Wiehl<br />
- Germany -
Vissen met de ka<strong>bel</strong>jauw-/makreelhengel<br />
Met deze hengelwijze, die aan de kusten<br />
het meest bekend is, worden vanuit de boot<br />
makreel, haring, ka<strong>bel</strong>jauw en andere zeevissen<br />
gevangen.<br />
De boten vertrekken 's morgens tussen 6 en<br />
7 uur. Om de visrijke gebieden te bereiken,<br />
moeten ze anderhalf tot twee uur varen.<br />
Uitrusting<br />
De basisvoorwaarde is een sterke hengel<br />
met een werpgewicht van 150-300 gram.<br />
Even <strong>bel</strong>angrijk is een grote molen die<br />
geschikt is om te vissen in zoutwater. De lijn<br />
moet ten minste een diameter van 0,5 mm<br />
en een draagkracht van ten minste 25 pond<br />
hebben.<br />
De hengel moet beduidend langer zijn dan<br />
de onderlijn. Met een te korte hengel kunnen<br />
de makrelen niet met een trekbeweging<br />
over de reling gehaald worden. Ze kunnen<br />
tegen de scheepswand slaan of zich vrij<br />
schudden.<br />
Een goede lengte is 2,40 tot 2,70 m.<br />
Aas<br />
Als aas wordt een makreelonderlijn van een<br />
tot twee meter gebruikt die met meerdere<br />
haken uitgerust is.<br />
De standaardmakreelonderlijn is 1,75 m<br />
lang en heeft tot 6 haken.<br />
Aan deze haken wordt kunstaas gebonden,<br />
meestal gekleurde veren, maar ook aluminiumfolie,<br />
metalen banden of kunststofimitaties<br />
van kreeften, vissen en kraken.<br />
De vorm van het kunstaas speelt geen grote<br />
rol. In een school reageert de makreel op<br />
alles wat de grootte van een prooi heeft.<br />
De onderlijn heeft aan beide uiteinden een<br />
lus. Met de ene lus wordt ze aan de connector<br />
van de hoofdlijn bevestigd, met de<br />
andere wordt het gewicht - een werplood of<br />
pilker - aangebracht.<br />
Uitwerpen van de<br />
makreelhengel met de<br />
onderarmworp<br />
Voor voren<br />
slingeren<br />
makreelonderlijn<br />
Naar achteren<br />
slingeren<br />
Bij het tweede naar<br />
voren slingeren<br />
Vrijgeven van de lijn<br />
Vissen<br />
Als de boot een visrijk gebied bereikt heeft,<br />
wordt er ges<strong>top</strong>t en het hengelen kan beginnen.<br />
De beugel wordt omgelegd en de lijn met de<br />
makreelonderlijn en het werpgewicht door<br />
middel van een onderarmworp uitgeworpen.<br />
Het 'pilken'<br />
De kotters zijn dikwijls heel vol, daarom<br />
dient er rekening met elkaar gehouden te<br />
worden. Door de lijn boven het hoofd uit te<br />
werpen, brengt u anderen en uzelf in<br />
gevaar, een te laag gewicht drijft de<br />
makreelonderlijn in de lijnen van andere vissers.<br />
Laat de lijn zolang van de spoel aflopen, tot<br />
het werpgewicht grondcontact heeft. Dan<br />
wordt de beugel gesloten en het gewicht ca.<br />
1 m opgetrokken.<br />
Om het kunstaas te laten bewegen, wordt<br />
de hengelpunt iets opgetild en naar beneden<br />
gelaten. Als er na een minuut geen vis<br />
bijt, haalt u de lijn 2-3 m in en probeert in<br />
een nieuwe waterdiepte hetzelfde.<br />
Deze werkwijze herhaalt u zolang, tot het<br />
werpgewicht het wateroppervlak weer<br />
bereikt heeft. Daarna wordt het opnieuw uitgeworpen.<br />
Omdat de boot tijdens het hengelen niet<br />
verankerd is en dus drijft, bevist u steeds<br />
weer een nieuw gebied.<br />
Als een vis bijt, merkt u dit door een heftige<br />
ruk. Ervaren hengelaars trekken een enkele<br />
vis echter niet uit het water. Ze wachten tot<br />
meerdere makrelen in de nog vrije haken<br />
gebeten hebben. Pas dan wordt de lijn ingehaald.<br />
Daarbij is het <strong>bel</strong>angrijk, de zwengelomdraaiingen<br />
te tellen. Met deze kleine truc<br />
Pilken met de zee-/boothengel<br />
bepaalt u de waterdiepte waarin de school<br />
zich ophoudt.<br />
Makreel wordt niet gedrild. Daarvoor is hij in<br />
verhouding tot de lijndikte te licht. De<br />
gehaakte makreel wordt ook niet met een<br />
landingshulp in de boot gebracht, maar<br />
gewoon uit het water getild. De krachtige<br />
hengel en de sterke lijn maken dit mogelijk.<br />
Na het losmaken en verzorgen van de vissen<br />
wordt de terugloopblokkering van de<br />
molen uitgeschakeld en het aas door achteruit<br />
draaien van de zwengel in het water<br />
gelaten, dus niet uitgeworpen.<br />
Het aantal zwengelomdraaiingen komt overeen<br />
met het aantal waarmee we de vissen<br />
uit het water gehaald hebben. Zo bereikt het<br />
aas de diepte waarin de makrelen zich<br />
ophouden.<br />
De vissen worden op de boot al deskundig<br />
gestript en schoongemaakt. Zorg ervoor,<br />
dat er geen bloedvlekken op uw kleding<br />
komen. Makreelbloed is heel moeilijk te verwijderen.<br />
Als de vissen schoongemaakt zijn, worden<br />
ze in meegebrachte koeltassen bewaard.<br />
Koelaccu's in koeltassen zijn – vooral op<br />
warme zomerdagen – niet betrouwbaar.<br />
Beter is droog ijs, waarin de vis 24 uur lang<br />
fris blijft.<br />
Bij het vissen met de makreelhengel wordt<br />
Aasgewicht<br />
ca. 100 g<br />
ook ka<strong>bel</strong>jauw, koolvis, geep, horsmakreel<br />
en pollak gevangen, vooral als<br />
een pilker als werpgewicht<br />
gebruikt wordt.<br />
Bij het losmaken van de<br />
horsmakreel van de haak<br />
moet u heel voorzichtig zijn.<br />
De vis heeft grote spitse rugstekels<br />
waaraan u zich gemakkelijk<br />
kunt verwonden.<br />
Ten slotte wijzen we nog op<br />
een bijzondere eigenschap van de makreel.<br />
Als lid van de familie van de tonijnen hebben<br />
makrelen een lichaamstemperatuur die<br />
iets hoger is dan die van het omgevende<br />
water. Dat is een van de redenen voor hun<br />
ongelooflijke temperament.<br />
De makreel heeft een lengte van 30-35 cm<br />
en weegt 400 tot 500 gram. Het tot nu toe<br />
zwaarste exemplaar werd uit het water<br />
gehaald door een Amerikaan, gewicht:<br />
3.397 gram. De Duitse recordmakreel<br />
bracht echter slechts 1.476 gram op de<br />
weegschaal.<br />
Zeevissen - wind- en drijfrichting<br />
Aasgewicht<br />
ca. 200 g<br />
Scheepsknopen<br />
(voor<br />
makreelonderlijn)<br />
NL
Lijnen<br />
Werd er in vroegere tijden geprepareerde darm<br />
van dieren, later paardenhaar en nog later gevlochten<br />
zijden lijn als vislijn gebruikt, vandaag de<br />
dag wordt er met monofile nylon en de gevlochten<br />
multifile dynema lijnen gevist.<br />
De monofile nylon lijn heeft veel voordelen:<br />
1. hij is erg dun en heeft desondanks een behoorlijke<br />
trekkracht<br />
2. hij rekt maar weinig uit, als hij <strong>bel</strong>ast wordt<br />
3. hij gaat - als hij goed onderhouden wordt – relatief<br />
lang mee.<br />
Monofile nylon lijnen<br />
moeten goed<br />
behandeld worden.<br />
Al bij het<br />
opspoelen van<br />
de nylon lijn op<br />
de molen moet<br />
men erop letten,<br />
dat de lijn zich<br />
niet verdraait op<br />
de molen. De<br />
beste manier om<br />
de lijn op de molen te spoelen is door de lijn van de<br />
gekochte spoel door de bladzijden van een dik<br />
gesloten boek te halen en daarna pas op te spoelen;<br />
hierdoor wordt het kinken van de lijn opgeheven.<br />
Monofile nylon industrielijnen zijn verkrijgbaar in<br />
ca. 70 verschillende kleuren en 30 verschillende<br />
kwaliteiten. De kleinste spoelcapaciteit van de<br />
spoelen bedraagt 25 meter. Ze worden ook wel<br />
onderlijnspoelen genoemd, omdat op deze 25 –<br />
meter- spoelen voornamelijk onderlijnmateriaal<br />
gespoeld wordt.<br />
De meest gekochte lengtes zijn 200 tot 300 meter<br />
bonusspoelen.<br />
Monofile nylon lijnen zijn in verschillende diameters<br />
en kleuren verkrijgbaar. Als vuistregel geldt: hoe<br />
dunner en lichter de hengel en de molen zijn, des<br />
te dunner en lichter kan de lijn zijn. Hoe zwaarder<br />
de hengel en de molen uitvallen, des te sterker<br />
moet de lijn zijn. Bij twijfel kan men het beste de<br />
sterkere lijn gebruiken.<br />
Nylon lijnen hebben veel voordelen maar er kleven<br />
ook nadelen aan. De nylon lijn is uiterst warmte- en<br />
(uv-)lichtgevoelig. Als de lijn bijvoorbeeld in de<br />
zomer dagenlang op de hoedenplank van de auto<br />
ligt, verliest hij tot 90 procent van zijn trekkracht.<br />
Ook zeer gevoelig zijn de monofile nylon lijnen<br />
voor ruwe oppervlakten. Zelfs kleine scheurtjes in<br />
de lijn vergroten zich razendsnel en daardoor<br />
treedt er snel lijnbreuk op. Daarom moeten alle<br />
plaatsen waarmee de lijn in contact komt (molenbeugel,<br />
lijnrol, spoelrand en alle geleideringen)<br />
altijd glad zijn en geen beschadigingen hebben.<br />
Men moet telkens na het vissen het voorste stuk<br />
van de lijn controleren, vooral als er op de bodem<br />
gevist is. Als dit stuk lijn ruw is geworden aan het<br />
oppervlak, dan<br />
moet men het<br />
eerste stuk lijn<br />
verwijderen.<br />
Het verwijderde<br />
stuk lijn<br />
moet thuis op<br />
de hand gerold<br />
worden en<br />
daarna meermaalsdoorgesneden<br />
worden.<br />
Blijft dit stuk lijn<br />
in de natuur liggen, dan kunnen dieren en mensen<br />
daaraan vast blijven hangen en zich zelfs dodelijk<br />
verwonden.<br />
Na het vissen in zout water moet de lijn fatsoenlijk<br />
met zoet water afgespoeld worden. De zoutkristallen<br />
die zich op de lijn hechten, tasten de kwaliteit<br />
van de lijn aan.<br />
Door de inwerking van licht, lucht en water, door de<br />
<strong>bel</strong>asting van de lijn bij de worp, het drillen en het<br />
uitrekken, gaat de kwaliteit van de lijn achteruit.<br />
Meestal gaat de lijn na een gemiddeld visjaar 50<br />
De vulling van de spoel<br />
Tips en trucs voor het vissen<br />
B ru i k b a re tips voor lijnen, h a ke n , d o bb e rs en lood<br />
te veel te weinig goed<br />
Het goed opwikkelen<br />
van de lijn op<br />
een molenspoel<br />
Het op de juiste<br />
manier verkleinen<br />
van de gebruikte<br />
lijn<br />
procent in kwaliteit achteruit. Het is dan ook aan te<br />
raden bij het begin van een nieuw visseizoen met<br />
een nieuwe vislijn te beginnen.<br />
Een onderlijn, ook voorlijn genoemd, is de verbinding<br />
tussen hoofdlijn en haak.<br />
De onderlijn moet altijd een mindere draagkracht<br />
hebben dan de hoofdlijn zelf. Daardoor wordt<br />
gegarandeerd, dat bij over<strong>bel</strong>asting de onderlijn<br />
altijd eerder breekt dan de hoofdlijn.<br />
Het vissen met een onderlijn is beter voor het<br />
milieu en het welzijn van de vissen, omdat er bij<br />
lijnbreuk alleen een klein stukje nylon in de natuur<br />
achter blijft. En wat betreft het welzijn van de<br />
gehaakte vis: met een klein stukje nylon loopt hij<br />
het minste gevaar.<br />
Onderlijnen zijn verkrijgbaar in verschillende uitvoeringen<br />
en lengtes. De normale monofile nylon<br />
onderlijnen die met een enkele haak voor het vangen<br />
van witvis bedoeld zijn, hebben een lengte van<br />
40 tot 70 cm. De onderlijnen die bedoeld zijn om<br />
roofvis te vangen, bestaan meestal uit strengen<br />
staaldraad waar een kunststof mantel omheen zit,<br />
die de roofvis niet kan beschadigen en niet kan<br />
doorbijten. Deze stalen onderlijnen zijn verkrijgbaar<br />
in een lengte van 15 centimeter tot 1 meter. Vo o r<br />
het vangen van haaien worden er stalen onderlijnen<br />
gebruikt tot een lengte van 9,65 meter.<br />
Alle verbindingen worden door knopen of een<br />
SIMPL (easy) tot stand gebracht.<br />
De knoop is de zwakste schakel in de ketting; een<br />
simpele knoop in de lijn reduceert immers de trekkracht<br />
van de lijn tot 50 procent.<br />
Men onderscheidt vier verschillende knopen:<br />
1. Een knoop die compact is en twee verschillende<br />
lijnen met elkaar verbindt.<br />
Eén van deze knopen heet "de dub<strong>bel</strong>e bloedknoop”.<br />
Ook al reduceert deze knoop de trekkracht met 10<br />
tot 15 procent, toch is deze knoop tot op heden de<br />
beste knoop om twee lijnen met elkaar te verbinden.<br />
De dub<strong>bel</strong>e bloedknoop wordt vaak bij het vissen<br />
in de branding gebruikt om de voorslag te verbinden<br />
met de hoofdlijn.<br />
2. Deze knoop is bedoeld om de lijn te verbinden<br />
1.<br />
3.<br />
met een oog zoals een wartel, een kunstvlieg of<br />
een haak met een oog.<br />
Het verbinden van een oog met de lijn gebeurt veel<br />
met de halve bloedknoop.<br />
halve bloedknoop<br />
1.<br />
3.<br />
hoofdlijn<br />
5.<br />
haak<br />
2.<br />
dub<strong>bel</strong>e bloedknoop<br />
2.<br />
4.<br />
6.<br />
4.<br />
wartel<br />
onderlijn<br />
Deze knoop vermindert de trekkracht met 15 procent.<br />
Voor een zekere verbinding zonder trekkrachtverlies<br />
zorgen de volgende twee knopen, die in de<br />
tekening zijn afgebeeld.<br />
Beide knopen gaven geen trekkrachtverlies aan, bij<br />
tests kwam er alleen lijnbreuk voor in het vrije deel<br />
van de lijn.<br />
3. Knopen voor het maken van een lus.<br />
Hoe meer wikkelingen de lus heeft, des te hoger is<br />
de trekkracht van deze lus; bij 5 wikkelingen is de<br />
lusknoop met een zekerheidslus<br />
normale lusknoop<br />
trekkracht bijna 100 procent. De mogelijkheid dat<br />
er een lijnbreuk ontstaat in de vrije lijn is net zo<br />
groot als bij de knoop.<br />
4. Deze knoop is bedoeld voor het verbinden van<br />
de lijn met een haak voorzien van een bledje.<br />
De afbeeldingen tonen een ideale knoop voor het<br />
1.<br />
3.<br />
verbinden van de lijn aan een haak met een bledje.<br />
Met deze knoop vermindert de trekkracht met<br />
ongeveer 5 procent. Dat is accepta<strong>bel</strong>.<br />
Een ander zeer handig hulpmiddel voor het met<br />
elkaar verbinden van de lijnen of van de lijnen met<br />
haken of wartel, is de SIMPL. Naast het eenvoudig<br />
gebruik bezit de SIMPL de eigenschap, de draagkracht<br />
van de<br />
knoop voor de volle100<br />
procent te<br />
behouden. Dit<br />
komt doordat geen<br />
gewone knoop<br />
gemaakt wordt.<br />
2.<br />
4.<br />
Haken<br />
In veel landen wordt ook vandaag de dag nog zonder<br />
hengel, molen of bijbehorende toebehoren<br />
gevist. Lijn en haak zijn echter onmisbaar.<br />
dwarshaak<br />
De eerste vishaken, de zogenaamde dwarshaak<br />
en klauwhaak, werden al enkele duizenden jaren<br />
geleden gemaakt. De dwarshaak werd vervangen<br />
door de gebogen vishaak. Deze haak gebruiken<br />
we ook vandaag de dag nog.<br />
De lijn kan op verschillende manieren aan een oog<br />
of een bledje geknoopt worden of met de SIMPL<br />
bevestigd worden, aan een haak met een oog met<br />
een halve bloedknoop en aan een haak met een<br />
bledje met een speciale haakknoop.<br />
Voor iedere vismethode zijn er haken in verschillende<br />
maten en vormen. De maten beginnen bij<br />
10/0 en eindigen bij 28.<br />
Voor zoetwater geldt: hoe hoger het haaknummer,<br />
des te kleiner wordt de haak. Daarentegen worden<br />
de haken met een hoger<br />
nummer groter wanneer<br />
achter het getal een /0 staat<br />
(4/0 is groter dan 3/0)<br />
Limerickhaak<br />
klauwhaak<br />
haak zonder<br />
weerhaken<br />
De haken hebben verschillende<br />
vormen.<br />
De bekendste vorm is de<br />
Limerickvorm en de klauwvorm.<br />
Varianten van de eenvoudige<br />
vishaken zijn de<br />
langsteelhaken en de haken<br />
zonder weerhaken, die<br />
gebruikt wordt bij het vissen<br />
om de visstand op peil te<br />
houden.<br />
Bovendien heb je ook nog<br />
fleuren (tweehaak), dreggen<br />
(driehaak) en een vierhaak.<br />
Ze mogen bij het witvissen<br />
niet gebruikt worden maar<br />
worden vooral bij het vissen<br />
met kunstaas en bij het vissen<br />
op roofvis vaak gebruikt.<br />
dreg<br />
Omdat de haakpunt altijd<br />
scherp moet zijn, moet deze<br />
regelmatig met een slijpsteen aangescherpt worden.<br />
Vishaken worden tegenwoordig van fijn staal<br />
gemaakt en daardoor zijn ze bijzonder dundradig<br />
gefabriceerd. Om de haak te beschermen tegen<br />
roest wordt hij gegalvaniseerd, vernikkeld of verguld.<br />
Bijzonder hoogwaardige haken worden vandaag<br />
de dag van zogenaamd carbonstaal gemaakt.<br />
Omdat de haakpunt uitzonderlijk fijn en scherp is,<br />
wordt er bij deze haken bij het snijden van de vorm<br />
gebruik gemaakt van een laser. Hierbij word niet<br />
alleen gebruik gemaakt van het normale verhardingsproces<br />
van de haak, waarbij de haak verhit<br />
en vervolgens sterk afgekoeld wordt. Bij deze<br />
haken wordt ook nog eens extra gebruik gemaakt<br />
van chemische baden waardoor de haken extra<br />
hard worden.<br />
1. onderlijn<br />
2. haakpunt<br />
3. weerhaak<br />
4. bledje/oog<br />
5. haaksteel<br />
6. haakboog<br />
1 2 3<br />
4 5 6
Dobbers<br />
De beetverklikker laat de visser horen of zien wanneer<br />
de vis aanbijt.<br />
De meest bekende beetverklikker is wel de dobber.<br />
Naast de functie de beet te melden, dient de dobber<br />
er ook vaak voor, het aas op de desbetreff e n d e<br />
waterdiepte aan te bieden.<br />
De standaard dobber bestaat uit een drijflichaam,<br />
antenne, geleideogen of dobberslangen .<br />
De opbouw van het drijflichaam en de antenne<br />
worden bepaald door de het te bevissen water en<br />
de vissoorten die bevist worden.<br />
drijflichaam<br />
onderantenne<br />
verklikker<br />
antenne<br />
geleideoog<br />
Er zijn vele soorten materialen waarvan de dobber<br />
gemaakt kan zijn: van kurk, balsahout, pennen van<br />
het stekelvarken tot plastic aan toe.<br />
Voor de montage van de dobber aan de lijn zijn er<br />
twee mogelijkheden: de vaste en de schuivende<br />
montage.<br />
Bij de vaste montage wordt de dobber met zogenaamde<br />
dobberslang aan de hoofdlijn bevestigd.<br />
Het is echter altijd nog mogelijk de dobber op de<br />
hoofdlijn te verschuiven.<br />
Voor het dobbervissen moet men de dobber vanzelfsprekenduitloden.<br />
Men brengt<br />
net zo veel knijpof<br />
olijflood aan op<br />
de hoofdlijn, dat<br />
de dobber precies<br />
tot aan de antenne<br />
in het water<br />
verdwijnt en<br />
alleen de antenne<br />
zichtbaar is.<br />
Bij een vaste dobbermontage<br />
kan<br />
men maximaal zo<br />
diep vissen als de<br />
hengel lang is.<br />
Bij een schuivende<br />
dobbermontage is het daarentegen mogelijk in<br />
iedere waterdiepte te vissen.<br />
Bij de schuivende dobbermethode glijdt de lijn vrij<br />
door de geleideringen van de dobber.<br />
De dobber wordt ges<strong>top</strong>t door een s<strong>top</strong>per die op<br />
1.<br />
klassieke<br />
methode<br />
Tips en trucs voor het vissen<br />
B ru i k b a re tips voor lijnen, h a ke n , d o bb e rs en lood<br />
dobber voor<br />
stromend water<br />
dobber voor stilstaand<br />
water<br />
2. centrale<br />
doorvoermethode<br />
vaste<br />
dobbermontage<br />
3. Engelse<br />
methode<br />
(Waggler)<br />
de lijn bevestigd zit, naar de haak toe wordt de<br />
dobber als laatste ges<strong>top</strong>t door de wartel.<br />
Belangrijke toebehoren voor de schuifdobber zijn<br />
glas of plastic parels en verschillende s<strong>top</strong>pers.<br />
fout<br />
uitgelood<br />
Tussen de dobber en de<br />
s<strong>top</strong>per moet men altijd<br />
een glasparel monteren.<br />
Deze verhindert dat de<br />
s<strong>top</strong>per klem komt te zitten<br />
tussen de geleidering van<br />
de schuifdobber.<br />
Men kan de s<strong>top</strong>perknoop<br />
zelf maken of deze s<strong>top</strong>pers<br />
in de hengelsportzaken<br />
kant en klaar kopen.<br />
Deze s<strong>top</strong>pers zijn gemaakt<br />
van katoen of gummi.<br />
Ze voldoen uitstekend.<br />
Omdat de katoenen s<strong>top</strong>pers<br />
zeer fijn zijn uitgevoerd,<br />
kan men meerdere s<strong>top</strong>pers gelijktijdig op<br />
de lijn monteren. Bij slijtage kan de oude s<strong>top</strong>per<br />
zonder het verwijderen van de schuifdobber, vervangen<br />
worden.<br />
Bij de schuivendedobbermethodeonderscheidt<br />
men:<br />
1.Klassieke<br />
methode,<br />
goed<br />
uitgelood<br />
2.Centrale doorvoermethode,<br />
3.Engelse methode (Waggler)<br />
Methode 2 en 3 worden het meest toegepast.<br />
Bij deze methodes is het verwarren van de lijn om<br />
de antenne uitgesloten.<br />
Een interessante ontwikkeling op de dobbermarkt<br />
is de met een lichtdiode uitgevoerde lichtdobber,<br />
waarvan vooral de nachtvisser (paling, snoekbaars,<br />
meerval, karper etc.) veel plezier heeft.<br />
Tot de lichtdobbers hoort ook het kniklicht. Hierbij<br />
worden twee chemische vloeistoffen door het knikken<br />
van het plastic buisje met elkaar vermengd en<br />
daardoor licht het buisje op.<br />
Het kniklicht wordt aan de dobberantenne of aan<br />
de hengel<strong>top</strong> gemonteerd.<br />
Lood<br />
Het lood is nodig om:<br />
1. de dobber uit te loden,<br />
2. het aas op de visstek te houden,<br />
3. het werpgewicht te verhogen, waardoor het aas<br />
verder ingeworpen kan worden.<br />
In de visserij worden verschillende soorten lood<br />
gebruikt.<br />
Knijplood/klemlood<br />
Dit lood, dat een gewicht heeft van 0,05 tot 2,5<br />
gram, wordt hoofdzakelijk gebruikt bij dobbers die<br />
tot 10 gram drijfvermogen bezitten.<br />
Omdat goed knijplood heel<br />
zacht is, kan men het knijplood<br />
met de vingers op de lijn knijpen.<br />
Bijzonder zacht lood komt uit<br />
Groot-Brittannië. De Britten hebben eigen maten<br />
voor de grootte van het knijplood.<br />
Bladlood<br />
De dikte van bladlood kun je vergelijken<br />
met de dikte van papier,<br />
die op de gewenste lengte afgeknipt<br />
kan worden en op de lijn<br />
bevestigd kan worden. Dit lood is<br />
bijzonder geschikt om zelfs een<br />
zeer kleine dobber uit te loden.<br />
Foutbeten komen niet voor bij<br />
deze lange dunne loodstrips.<br />
Daarentegen komen geregeld<br />
foutbeten voor bij knijplood dat op de lijn is gemonteerd;<br />
dit komt doordat de vis dit knijplood aanziet<br />
voor een hennepkorrel.<br />
Druppellood<br />
Dit lood is, net als alle hierna volgende<br />
loden, een schuiflood,<br />
d.w.z. dat het lood vrij over de lijn<br />
kan lopen tot aan het s<strong>top</strong>perpunt<br />
(wartel of knoop). Dit lood wordt<br />
net als het knijplood, alleen voor<br />
de dobbervisserij gebruikt. Het<br />
druppellood is er in de gewichten<br />
van 0,25- 8 gram.<br />
Er moet op gelet worden dat bij<br />
het optuigen van de lijn, het<br />
zwaarste deel van het lood naar de haak toewijst,<br />
anders kan het lood zich bij de inworp in de lijn wikkelen.<br />
Olijf- en kogellood<br />
Deze schuifloden, die olijf- of kogelvormig zijn, worden<br />
voor het uitloden van uitzonderlijk zware dobbers<br />
gebruikt,<br />
maar men gebruikt<br />
ze ook bij de<br />
bodemvisserij.<br />
Om de knoop te<br />
beschermen<br />
moet men schuifloden<br />
zwaarder<br />
dan 10 gram altijd<br />
aan de onderkant<br />
voorzien van een<br />
s<strong>top</strong>per of parel<br />
die op de lijn gemonteerd is.<br />
Botlood<br />
Deze loden, die een zeskantige<br />
vorm hebben, zijn er in<br />
gewichten van 15-150 gram.<br />
Botloden zijn geschikt voor de<br />
bodemvisserij, als het water<br />
hard stroomt en men het aas<br />
op één bepaalde plaats op de<br />
bodem wil houden. De grote<br />
oppervlakte van dit lood verhindert<br />
het zinken in de zachte<br />
bodem.<br />
Stift- of Catherinenlood<br />
Met dit lood is het mogelijk verschillende<br />
gewichten achteraf te gebruiken<br />
of te wisselen.<br />
Bij de montage wordt de lijn eerst in<br />
de snee van de stift en vervolgens<br />
in de snee van het lood aangebracht.<br />
Hierna wordt de stift in het<br />
lood samengedrukt en wordt ieder<br />
deel enkele graden tegen elkaar gedraaid. Het is<br />
<strong>bel</strong>angrijk dat het brede deel van de conische stift<br />
naar de wartel wijst. Als men de montage in de<br />
andere richting bevestigt, dan stoot men de stift al<br />
snel na enkele inworpen uit het lood. Het stiftlood is<br />
olijfvormig of heeft een zeskantige vorm.<br />
Wartellood<br />
Het wartellood met zijn peervorm<br />
en ingegoten wartel of<br />
draadoog aan het einde van<br />
het loodlichaam, is het meest<br />
gebruikte lood voor de bodemvisserij,<br />
zowel in zoet als in<br />
zout water.<br />
Wartelloden hebben een zeer<br />
goede aërodynamica. Een verder<br />
voordeel is het grote oog<br />
van de draad of wartel dat<br />
ervoor zorgt, dat de lijn ongehinderd<br />
na een aanbeet door<br />
het oog kan lopen.<br />
Er wordt een glasparel onder<br />
het lood bevestigd om te voorkomen dat de knoop<br />
van de wartel in het oog van het wartellood klem<br />
raakt.<br />
Ankerlood<br />
Deze variant van het<br />
schuiflood wordt in de<br />
brandingvisserij ingezet.<br />
In de zandige bodem van<br />
de kustwateren houden de<br />
ankers het aas ook bij een<br />
sterke stroming zeker op<br />
de plaats. Daarbij komt<br />
nog, dat deze ankers zo<br />
buigzaam zijn, dat ze bij<br />
het binnenhalen van de<br />
lijn ook weer uitgebogen<br />
kunnen worden.<br />
Staand lood<br />
Bij het vissen in stilstaande<br />
wateren hebben deze en<br />
andere loden met drijflichamen<br />
hun waarde bewezen.<br />
Het lood verhindert dat het<br />
aas in de zachte bodem zinkt.<br />
Zelfs wanneer het lood in de<br />
zachte bodem zinkt, kan de<br />
lijn nog steeds vrij door de<br />
wartel van het drijflichaam<br />
lopen.<br />
Met deze loden kan men ook ideaal in sterk<br />
stromend water vissen. Het aas kan zich net<br />
boven de bodem bewegen.<br />
Het karper-/anti–Tangle-lood<br />
Een ander zeer geliefd lood, dat ervoor zorgt<br />
dat de onderlijn zeker niet verward raakt in<br />
het lood, is het karper/anti-Tangle-lood. De<br />
lange gemonteerde tube verhindert zeker<br />
dat de haak of de onderlijn niet in de<br />
hoofdlijn verward raakt tijdens de<br />
inworp.<br />
Bellen en zilverpapier<br />
Een eenvoudige en effectieve beetmelder<br />
voor de bodemvisserij zonder dobber<br />
is een klein <strong>bel</strong>letje, dat aan de hengel<strong>top</strong><br />
of aan de hoofdlijn bevestigd wordt.<br />
Zelfs als de vis zeer voorzichtig interesse<br />
toont in het aas, dan al klinkt het signaal<br />
van het <strong>bel</strong>letje.<br />
Nog eenvoudiger en<br />
net zo effectief is het<br />
streep zilverfolie, die<br />
tussen de eerste en<br />
de tweede geleidering<br />
van de hengel om de<br />
hoofdlijn gewikkeld<br />
wordt. Als de vis aan<br />
de hoofdlijn trekt, trekt<br />
hij het zilverfolie mee.<br />
NL<br />
OPGELET!<br />
Houd de haken en de kleine losse<br />
delen buiten het bereik van kinderen<br />
en huisdieren.<br />
Deze artikelen mogen alleen<br />
gebruikt worden onder toezicht van<br />
volwassenen.<br />
Kniklichten<br />
Dit product is overeenkomstig de<br />
richtlijn 1999/4545 EG als<br />
ongevaarlijk geclassificeerd.<br />
Veiligheidsinformatieblad<br />
91/155/EEG<br />
© Niets uit deze uitgave mag worden<br />
verveelvoudigd of gedeeltelijk openbaar<br />
worden gemaakt, zonder voorafgaande<br />
toestemming van Hospo-Verlag,<br />
51674 Wiehl<br />
- Germany -
Montagehandleiding<br />
1. De kleine vaste molen op de<br />
hengel monteren.<br />
2. Controleren of de molen stevig<br />
en veilig op de hengel is<br />
gemonteerd.<br />
3. Het slipmechanisme van de<br />
molen openen.<br />
Hoofdlijn<br />
Wartelmontage<br />
Wartel met een grinnerknoop<br />
bevestigen<br />
Montagehandleiding van<br />
de forel-/baarshengel<br />
4. Te beginnen bij de molen, de lijn<br />
door alle ogen van de hengel<br />
trekken.<br />
5. S<strong>top</strong>per monteren.<br />
6. De kleine glazen kraal oprijgen.<br />
7 Kleine dobber van max. 5 g<br />
draagkracht erop schuiven.<br />
8. Visloden vastklemmen.<br />
Loodmontage<br />
De lijn wordt in de gleuf van het<br />
lood gelegd en vastgeklemd<br />
Voorlijnmontage<br />
Voorlijn met haak maat 12 of<br />
kleiner in de open karabijn<br />
van de wartel haken en deze<br />
sluiten<br />
Vaste molenschoen<br />
Schroefmolen<br />
houder met<br />
contramoer<br />
Beweegbare<br />
molenschoen<br />
Moer<br />
Contramoer<br />
S<strong>top</strong>permontage<br />
Lijn door dobberrubber<br />
geleiden<br />
1. Lijn door het<br />
oog van de<br />
wartel steken<br />
Handeling herhalen<br />
9. Kleine wartel met een<br />
grinnerknoop bevestigen.<br />
10. Knoop met trekproef controleren<br />
op juiste bevestiging en<br />
stevigheid.<br />
11. Voorlijn met haak maat 12 of<br />
kleiner in de open karabijn van<br />
de wartel haken.<br />
12. Karabijn van de wartel sluiten.<br />
2. Ten minste<br />
5 maal om 3. Het uiteinde van<br />
de hoofdlijn<br />
de lijn door het<br />
wikkelen<br />
oog tussen<br />
wartel en<br />
wikkelingen geleiden<br />
en vasthouden 4. Lijn vochtig maken (tongpunt)<br />
en de knoop aantrekken<br />
Molenmontage<br />
Molenvoet in<br />
molenschoen<br />
schuiven<br />
Glazen kraal<br />
Montage van de schuifdobber<br />
Centrale doorvoermethode<br />
Molenschoen<br />
met moer<br />
fixeren en met<br />
contramoer<br />
borgen<br />
De voorlijn moet zwakker<br />
zijn dan de hoofdlijn<br />
Haak maat 12<br />
of kleiner<br />
Lijn strak trekken<br />
13. De stevigheid van de voorlijn<br />
mag in geen geval groter zijn<br />
dan die van de hoofdlijn.<br />
14. Knoop van de voorlijn met<br />
trekproef controleren.<br />
15. Slipbeugel van de molen sluiten.<br />
16. Remmechanisme van de vaste<br />
molen instellen.<br />
17. Het volgende toebehoor<br />
meenemen:<br />
a) Schepnet<br />
b) Meettoestel<br />
c) Verdovingsapparaat<br />
d) Mes<br />
e) Hakensteker<br />
De meest gevangen vissoorten met<br />
deze montage zijn blankvoorn, rietvoorn,<br />
brasem, forel, windvoorn en<br />
andere vissoorten.<br />
NL<br />
OPGELET!<br />
Houd de haken en de kleine losse<br />
delen buiten het bereik van kinderen<br />
en huisdieren.<br />
Deze artikelen mogen alleen<br />
gebruikt worden onder toezicht van<br />
volwassenen.<br />
© Niets uit deze uitgave mag worden<br />
verveelvoudigd of gedeeltelijk openbaar<br />
worden gemaakt, zonder voorafgaande<br />
toestemming van Hospo-Verlag,<br />
51674 Wiehl<br />
- Germany -
Bij het dobbervissen wordt natuurlijk aas met behulp<br />
van een dobber in het open water aangeboden.<br />
Voor aas dat aan het wateroppervlak wordt aangeboden<br />
heeft men geen beetverklikker nodig, omdat de<br />
aanbeet zichtbaar is voor de visser. Als het aas de<br />
bodem raakt, spreekt men van bodemvissen (bodemvisserij).<br />
De visuitrusting<br />
Voor de lichte dobbervisserij met een dobber tot 8<br />
gram draagvermogen zijn hengels met een werpgewicht<br />
tot 60 gram ideaal.<br />
Een kortere hengel is makkelijker hanteerbaar, met<br />
een langere hengel kan men het aas beter dirigeren<br />
en sneller aanslaan.<br />
De ideale lengte van de hengel wordt afgestemd op<br />
het water dat men bevist.<br />
Als een hengel een <strong>top</strong>actie heeft, heeft dat een precieze<br />
aanslag, snelle worpen en een goede controle<br />
bij het drillen van de vis tot resultaat.<br />
Voor het zware dobbervissen met dobbers die een<br />
draagkracht tot 20 gram hebben, hebben hengels met<br />
een hoger werpgewicht tot 80 gram de voorkeur.<br />
Omdat hierbij groter en zachter aas gebuikt wordt,<br />
moet de hengel een meer semi-parabolische actie<br />
hebben.<br />
Men gebruikt een kleine tot middelgrote werpmolen.<br />
Afhankelijk van de grootte van de molen worden de<br />
molenspoelen gevuld met nylon lijn die een diameter<br />
heeft van 0,20 mm tot 0,35 mm.<br />
S<strong>top</strong>pers, glasparels, passende dobbers en lood,<br />
wartels en haken van verschillende grootte maken de<br />
uitrusting compleet.<br />
Noodzakelijke toebehoren zijn een schepnet, dat past<br />
bij de hengellengte en de verwachten visgrootten.<br />
Een nauwkeurig meetapparaat, een visdoder als ook<br />
een mes en een onthaker of onthaaktang.<br />
Als men de meetapparatuur eens niet bij zich heeft<br />
kan men gebruik maken van bankbiljetten.<br />
Een bankbiljet van 5 Euro heeft een lengte van 12 cm,<br />
een biljet van 10 Euro is 12,7 cm lang.<br />
Het mes moet een spitse punt hebben zodat het bij de<br />
hartsteek niet wegglijdt. Een buigzaam lemmet maat<br />
het mogelijk de vis beter te fileren.<br />
Hengelsteun<br />
Tips en trucs voor een succesvolle vangst<br />
Truc met de<br />
bankbiljetten<br />
Onthaker<br />
Onthakers zijn in veel verschillende<br />
uitvoeringen verkrijgbaar.<br />
Onthakers die voorkomen dat<br />
de haak voor een tweede keer<br />
de vis haken, blijken het beste<br />
te zijn.<br />
Bij de keuze van een hengelsteun<br />
moet men erop letten dat<br />
deze een inkeping heeft, waar<br />
de lijn vrij doorheen kan lopen.<br />
Men moet er verder op letten<br />
dat de inkeping van de hengel-<br />
steun geen scherpe kantjes heeft, waardoor de lijn<br />
beschadigd zou kunnen raken.<br />
Als het voor het welzijn van de vis noodzakelijk is om<br />
een leefnet te gebruiken, moet men erop letten dat<br />
men de nieuwe generatie leefnetten gebruikt waarvan<br />
de ringen niet verbuigen.<br />
De ringen verhinderen dat het net doorschuurt en<br />
daardoor een kortere levensduur heeft.<br />
In het materiaal waarvan het leefnet gemaakt is, moeten<br />
geen knopen verwerkt zijn.<br />
De diameter van het net moet tenminste 45 cm bedragen<br />
en de totale lengte van het leefnet mag niet onder<br />
de drie meter zijn.<br />
Het aas<br />
Het meest geliefde aas bij het dobbervissen is natuurlijk<br />
aas zoals maden en wormen. Maar ook plantaardig<br />
aas zoals graan, brood en deeg worden gebruikt.<br />
De enige soorten kunstaas die bij deze vismethode<br />
gebruikt worden, zijn de hegene voor de vangst van<br />
zeeforellen en meerforellen en de mormischka voor<br />
de vangst van de meeste karperachtigen<br />
Het vissen<br />
Bij het vissen met een werphengel die voorzien is van<br />
een dobber wordt meestal op karperachtigen gevist.<br />
Omdat deze vissen hun voedsel<br />
hoofdzakelijk op de bodem zoeken,<br />
is een precieze bepaling van<br />
de diepte van het water noodzakelijk.<br />
De diepte kan men bepalen<br />
van met een peillood.<br />
De moderne peilloden zijn knijppeilloden.<br />
Peilloden moeten altijd<br />
veel zwaarder zijn dan het draagvermogen<br />
van de uitgelode dobber.<br />
Als de lijn voorzien is van een peillood wordt de dobber<br />
of de s<strong>top</strong>per net zo lang over de lijn heen en<br />
weer geschoven totdat<br />
de dobber net<br />
boven het wateroppervlak<br />
zichtbaar is.<br />
Door het herhaaldelijke<br />
inwerpen van het<br />
peillood ontstaat er<br />
onrust op de visstek.<br />
Met de volgende truc<br />
hoeft men het peillood<br />
maar één keer in<br />
te werpen.<br />
Men schuift de dobber<br />
of s<strong>top</strong>per veel<br />
hoger dan voor de<br />
vermoedelijke diepte<br />
van het water nodig<br />
Leefnet met ringen<br />
aan de buitenkant<br />
Bevestiging van<br />
het knijppeillood Bevestiging van<br />
een kurkpeillood<br />
S<strong>top</strong>perknoop<br />
Kurkmontage voor<br />
het vaststellen van de<br />
waterdiepte<br />
zou zijn. Daarna neemt men een kurk van een wijnfles<br />
en drukt twee ogen die men met behulp van verbogen<br />
paperclips gemaakt heeft in het bovenste en het<br />
onderste deel van de kurk. Door deze ogen laat men<br />
de lijn lopen.<br />
Methode<br />
met staande<br />
pen<br />
Nadat men ingeworpen heeft moet men vanzelfsprekend<br />
lijn geven totdat het peillood de grond geraakt<br />
heeft. De lijn loopt soepel door de twee ogen aan de<br />
kurk en komt tot stilstand zodra het peillood de grond<br />
heeft bereikt. Daarna trekt men de lijn strak en begint<br />
men voorzichtig de lijn binnen te draaien, zonder dat<br />
deze het wateroppervlak raakt. Dit gebeurt met<br />
behulp van de werpmolen zodat de kurk niet meer<br />
verschuift. Doordat de lijn strak om de kurk zit, is het<br />
niet mogelijk dat de kurk nog verschuift.Ve r v o l g e n s<br />
stelt men de diepte vast. Op deze manier is het mogelijk<br />
de precieze diepte van de visstek, met slechts één<br />
inworp, vast te stellen.<br />
Later wordt dan alsnog de dobber of de s<strong>top</strong>per bevestigd<br />
op de plaats waar de desbetreffende kurk zich<br />
heeft vastgezet. Door de ogen uit de kurk te trekken,<br />
wordt de kurk verwijderd zonder dat de lijn afgetuigd<br />
hoeft te worden. Er zijn verschillende mogelijkheden<br />
om dobbers uit te loden.<br />
Voor het vissen in stromend water wordt een dobber<br />
gebruikt die voorzien is van een drijflichaam dat de<br />
vorm heeft van een druppel of een kogel, zodat de<br />
dobber weinig weerstand ondervindt van de stroming.<br />
Daarna wordt de dobber met een enkel lood (staaf-,<br />
olijf-, of Catherinalood) uitgelood.<br />
Voor stilstaand water wordt de parelmontage gebruikt.<br />
Bij deze uitloodmethode verdeelt men het totale<br />
gewicht dat door de dobber gedragen moet worden,<br />
zoveel mogelijk over de hele lengte van de lijn die<br />
zich onder de dobber bevindt. Het aas zakt dan langzaam<br />
en op natuurlijke wijze tot bijna op de bodem en<br />
biedt daarmee de vissen een prikkel om aan te bijten.<br />
Een verfijnde toepassing van de parelmontage is de<br />
liftmethode. Bij deze methode wordt een dobber met<br />
een bijzonder lange antenne gebuikt. De draagkracht<br />
van de antenne wordt met een enkel lood vastgesteld.<br />
Dit lood wordt twee vingerbreed boven de haak bevestigd.<br />
Als de vis het aas opneemt, wordt het lood opgelicht<br />
en wordt de dobber ontlast. Daardoor komt de antenne<br />
uit het water omhoog en de beet wordt herkend.<br />
De gevoeligheid van de montage wordt bepaald door<br />
de volgende factoren: de lijn, de dobber, het lood, de<br />
Toverknoop<br />
Suikerklontje<br />
montage voor<br />
stilstaand<br />
water<br />
montage voor<br />
stromend<br />
water<br />
wartel en de onderlijn.<br />
Hoe dunner de lijn, hoe lichter de dobber, des te lichter<br />
het lood waarmee de dobber uitgelood moet worden.<br />
Een zo dun mogelijke onderlijn en een dundradi-<br />
ge haak maken het wantrouwen van de vis kleiner als<br />
deze het aas opneemt. Als vuistregel is aan te raden:<br />
hoe groter de vis, hoe moeilijker het water, des te<br />
gevoeliger dient de montage te zijn.<br />
Problematisch bij een fijne montage wordt de inworp:<br />
hoe fijner de montage, des te moeilijker wordt het om<br />
de juiste afstand te behalen. Hierbij kan een kleine<br />
truc hulp bieden:<br />
Men bevestigt één of meerdere suikerklontjes met<br />
behulp van een toverknoop in de onderlijn.<br />
Omdat elk suikerklontje ongeveer 5 gram weegt, komt<br />
men tot een verre inworp, ook al is de dobber gevoelig<br />
en draagt hij maar weinig lood. De suiker lost snel<br />
op als hij het water raakt en valt uit de lus, die zonder<br />
weerstand los gaat.<br />
Soms is het nodig om de lijn die zich boven de dobber<br />
bevindt, te behandelen.<br />
juist<br />
de juiste <strong>bel</strong>asting en<br />
over<strong>bel</strong>asting van de<br />
hengel bij het juiste<br />
schepnet en een te kort<br />
schepnet<br />
fout<br />
Bij windstilte of bij een zwakke wind bijvoorbeeld of bij<br />
een geringe stroming wordt de lijn licht ingevet zodat<br />
deze op het water drijft. Vaseline/ Vliegenspray op siliconenbasis<br />
blijkt hiervoor zeer geschikt te zijn.<br />
Als het weer en het water deze manier van prepareren<br />
niet toestaan, dan verwijdert men de silicone/<br />
vaseline die al eerder aangebracht werd met een<br />
doekje. Dit doekje maakt men van tevoren met een<br />
kleine hoeveelheid afwasmiddel vochtig. De lijn zinkt<br />
nu meteen en biedt duidelijk minder weerstand aan<br />
de wind en het aas kan precies op één plek worden<br />
aangeboden. Een nadeel daarbij is de moeilijke aanslag<br />
door de weerstand van het water.<br />
De grootte van het aas bepaalt de kracht van de<br />
aanslag. Een correct visgedrag geeft de voorkeur aan<br />
een vroege aanslag. Als vuistregel geldt: hoe kleiner<br />
het aas, des te eerder volgt de aanslag. Alleen bij een<br />
groter aas is het toegestaan de aanslag, afhankelijk<br />
van de grootte van het aas, uit te stellen.<br />
Bij het aanslaan en het drillen van de vis moet gelet<br />
worden op de sterkte van de hengel en de gebruikte<br />
lijn. Bij de landing van de vis worden de hengel en de<br />
lijn het meest <strong>bel</strong>ast. Als een te lange hengel met een<br />
te kort schepnet gebruikt wordt, krijgt men hengelbreuk.<br />
Als men regelmatig op dezelfde stek vist, is het aan te<br />
raden, de diepte van het water op de hengel te markeren.<br />
Hierbij wordt de haak in de einddop van de<br />
hengel gehaakt, als de juist uitgepeilde dobber aan de<br />
hengel gemonteerd is. Vervolgens wordt de plaats<br />
van de dobber of de s<strong>top</strong>per met behulp van een elastiek<br />
op de hengelblank gemarkeerd.<br />
Een laatste tip:<br />
Om te vermijden dat een lijn te oud wordt en om altijd<br />
te kunnen weten welke diameter de lijn heeft, kan<br />
men het beste de dikte van de lijn en de aankoopdatum<br />
op een etiketje schrijven dat men op de binnenkant<br />
van de spoel plakt.<br />
NL
1 . de middelmaat molen wordt<br />
aan de hengel gemonteerd.<br />
2. Controleer of de molen correct<br />
en stevig aan de hengel<br />
gemonteerd is.<br />
3 Open de beugel van de molen.<br />
4 . Haal vanaf de molen de lijn<br />
door alle geleide-ogen.<br />
5. Bevestig de lijns<strong>top</strong>per.<br />
6. Bevestig de glasparel aan de lijn.<br />
1. Haal de hoofd<br />
lijn door het<br />
oog van de wartel<br />
2. Wikkel de lijn tenminste<br />
vijf-maal om de<br />
hoofdlijn<br />
3. Haal de lijn door de<br />
lus tussen de wartel en de<br />
wikkelingen en vervolgens<br />
door de grote lus<br />
4. Maak de hoofdlijn<br />
enigszins vochtig<br />
(bijvoorbeeld met een<br />
beetje speeksel) en trek<br />
de knoop daarna<br />
langzaam aan<br />
Handleiding voor de montage<br />
van de karperhengel<br />
7 . Monteer een schuifdobber met<br />
een draagkracht van maximaal<br />
20 gram.<br />
8. Monteer overeenkomstig de<br />
draagkracht van de dobber<br />
knijplood, kogellood of een<br />
o l i j f l l o o d .<br />
9. Als er kogel- of olijflood gebruikt<br />
wordt, moet voor de<br />
bescherming van de knoop<br />
een s<strong>top</strong>per bij de wartel worden<br />
a a n g e b r a c h t .<br />
Montage van de wartel<br />
Verbind de wartel met een halve<br />
bloedknoop aan de hoofdlijn<br />
Het grootste deel van<br />
de conische stift wijst<br />
naar de wartelknoop<br />
Montage van het<br />
stiftlood<br />
De hoofdlijn wordt in de<br />
opening van de stift en<br />
het olijflood aangebracht<br />
Montage van de s<strong>top</strong>per<br />
Haal de lijn doordobberslang<br />
(de ventielslang)<br />
Montage van de schuifdobber<br />
Centrale doorvoermethode<br />
10. Monteer de middelmaat wartel<br />
met een halve bloedknoop.<br />
11. Controleer of de knoop goed zit<br />
en controleer de sterkte van de<br />
knoop door er enkele malen aan<br />
te trekken.<br />
12. Bij gebruik van een schuiflood<br />
moet de s<strong>top</strong>per (zie punt 9)<br />
op de knoop geschoven worden,<br />
zodat deze knoop beschermd<br />
wordt tegen het schuivende<br />
l o o d .<br />
Dit nogmaals<br />
herhalen<br />
Montage van de onderlijn<br />
Hang de onderlijn (haakmaat 2 – 8)<br />
in de speld van de wartel en sluit deze<br />
vervolgenst<br />
De stift wordt in de opening<br />
van het olijflood aangebracht<br />
en een halve<br />
slag gedraaid<br />
Lijn strak<br />
trekken<br />
glasparel<br />
13. Hang de onderlijn (haakmaat<br />
2 – 8) in de speld van de wartel.<br />
14. Sluit de speld van de wartel.<br />
1 5 . De onderlijn mag in geen geval<br />
sterker zijn dan de hoofdlijn.<br />
1 6 . Controleer de sterkte van de<br />
knopen van de onderlijn door er<br />
enkele malen aan te trekken.<br />
1 7 . Sluit de beugel van de molen.<br />
1 8 . Stel de slip van de molen in.<br />
1 9 . Neem de volgende toebehoren<br />
m e e :<br />
a. s c h e p n e t<br />
b. m e e t a p p a r a t u u r<br />
c. v i s d o d e r<br />
d. m e s<br />
e. onthaker of onthaaktang<br />
De vissoorten, die met deze manier<br />
van vissen het meest gevangen worden<br />
zijn karper, zeelt, baars, forel,<br />
kopvoorn, paling , barbeel en andere<br />
grote zoetwatervissen.<br />
NL<br />
OPGELET!<br />
Houd de haken en de kleine losse<br />
delen buiten het bereik van kinderen<br />
en huisdieren.<br />
Deze artikelen mogen alleen<br />
gebruikt worden onder toezicht van<br />
volwassenen.<br />
© Niets uit deze uitgave mag worden<br />
verveelvoudigd of gedeeltelijk openbaar<br />
worden gemaakt, zonder voorafgaande<br />
toestemming van Hospo-Verlag,<br />
51674 Wiehl<br />
- Germany -
Bij het dobbervissen wordt natuurlijk aas met behulp<br />
van een dobber in het open water aangeboden.<br />
Voor aas dat aan het wateroppervlak wordt aangeboden<br />
heeft men geen beetverklikker nodig, omdat de<br />
aanbeet zichtbaar is voor de visser. Als het aas de<br />
bodem raakt, spreekt men van bodemvissen (bodemvisserij).<br />
De visuitrusting<br />
Voor de lichte dobbervisserij met een dobber tot 8<br />
gram draagvermogen zijn hengels met een werpgewicht<br />
tot 60 gram ideaal.<br />
Een kortere hengel is makkelijker hanteerbaar, met<br />
een langere hengel kan men het aas beter dirigeren<br />
en sneller aanslaan.<br />
De ideale lengte van de hengel wordt afgestemd op<br />
het water dat men bevist.<br />
Als een hengel een <strong>top</strong>actie heeft, heeft dat een precieze<br />
aanslag, snelle worpen en een goede controle<br />
bij het drillen van de vis tot resultaat.<br />
Voor het zware dobbervissen met dobbers die een<br />
draagkracht tot 20 gram hebben, hebben hengels met<br />
een hoger werpgewicht tot 80 gram de voorkeur.<br />
Omdat hierbij groter en zachter aas gebuikt wordt,<br />
moet de hengel een meer semi-parabolische actie<br />
hebben.<br />
Men gebruikt een kleine tot middelgrote werpmolen.<br />
Afhankelijk van de grootte van de molen worden de<br />
molenspoelen gevuld met nylon lijn die een diameter<br />
heeft van 0,20 mm tot 0,35 mm.<br />
S<strong>top</strong>pers, glasparels, passende dobbers en lood,<br />
wartels en haken van verschillende grootte maken de<br />
uitrusting compleet.<br />
Noodzakelijke toebehoren zijn een schepnet, dat past<br />
bij de hengellengte en de verwachten visgrootten.<br />
Een nauwkeurig meetapparaat, een visdoder als ook<br />
een mes en een onthaker of onthaaktang.<br />
Als men de meetapparatuur eens niet bij zich heeft<br />
kan men gebruik maken van bankbiljetten.<br />
Een bankbiljet van 5 Euro heeft een lengte van 12 cm,<br />
een biljet van 10 Euro is 12,7 cm lang.<br />
Het mes moet een spitse punt hebben zodat het bij de<br />
hartsteek niet wegglijdt. Een buigzaam lemmet maat<br />
het mogelijk de vis beter te fileren.<br />
Hengelsteun<br />
Tips en trucs voor een succesvolle vangst<br />
Truc met de<br />
bankbiljetten<br />
Onthaker<br />
Onthakers zijn in veel verschillende<br />
uitvoeringen verkrijgbaar.<br />
Onthakers die voorkomen dat<br />
de haak voor een tweede keer<br />
de vis haken, blijken het beste<br />
te zijn.<br />
Bij de keuze van een hengelsteun<br />
moet men erop letten dat<br />
deze een inkeping heeft, waar<br />
de lijn vrij doorheen kan lopen.<br />
Men moet er verder op letten<br />
dat de inkeping van de hengel-<br />
steun geen scherpe kantjes heeft, waardoor de lijn<br />
beschadigd zou kunnen raken.<br />
Als het voor het welzijn van de vis noodzakelijk is om<br />
een leefnet te gebruiken, moet men erop letten dat<br />
men de nieuwe generatie leefnetten gebruikt waarvan<br />
de ringen niet verbuigen.<br />
De ringen verhinderen dat het net doorschuurt en<br />
daardoor een kortere levensduur heeft.<br />
In het materiaal waarvan het leefnet gemaakt is, moeten<br />
geen knopen verwerkt zijn.<br />
De diameter van het net moet tenminste 45 cm bedragen<br />
en de totale lengte van het leefnet mag niet onder<br />
de drie meter zijn.<br />
Het aas<br />
Het meest geliefde aas bij het dobbervissen is natuurlijk<br />
aas zoals maden en wormen. Maar ook plantaardig<br />
aas zoals graan, brood en deeg worden gebruikt.<br />
De enige soorten kunstaas die bij deze vismethode<br />
gebruikt worden, zijn de hegene voor de vangst van<br />
zeeforellen en meerforellen en de mormischka voor<br />
de vangst van de meeste karperachtigen<br />
Het vissen<br />
Bij het vissen met een werphengel die voorzien is van<br />
een dobber wordt meestal op karperachtigen gevist.<br />
Omdat deze vissen hun voedsel<br />
hoofdzakelijk op de bodem zoeken,<br />
is een precieze bepaling van<br />
de diepte van het water noodzakelijk.<br />
De diepte kan men bepalen<br />
van met een peillood.<br />
De moderne peilloden zijn knijppeilloden.<br />
Peilloden moeten altijd<br />
veel zwaarder zijn dan het draagvermogen<br />
van de uitgelode dobber.<br />
Als de lijn voorzien is van een peillood wordt de dobber<br />
of de s<strong>top</strong>per net zo lang over de lijn heen en<br />
weer geschoven totdat<br />
de dobber net<br />
boven het wateroppervlak<br />
zichtbaar is.<br />
Door het herhaaldelijke<br />
inwerpen van het<br />
peillood ontstaat er<br />
onrust op de visstek.<br />
Met de volgende truc<br />
hoeft men het peillood<br />
maar één keer in<br />
te werpen.<br />
Men schuift de dobber<br />
of s<strong>top</strong>per veel<br />
hoger dan voor de<br />
vermoedelijke diepte<br />
van het water nodig<br />
Leefnet met ringen<br />
aan de buitenkant<br />
Bevestiging van<br />
het knijppeillood Bevestiging van<br />
een kurkpeillood<br />
S<strong>top</strong>perknoop<br />
Kurkmontage voor<br />
het vaststellen van de<br />
waterdiepte<br />
zou zijn. Daarna neemt men een kurk van een wijnfles<br />
en drukt twee ogen die men met behulp van verbogen<br />
paperclips gemaakt heeft in het bovenste en het<br />
onderste deel van de kurk. Door deze ogen laat men<br />
de lijn lopen.<br />
Methode<br />
met staande<br />
pen<br />
Nadat men ingeworpen heeft moet men vanzelfsprekend<br />
lijn geven totdat het peillood de grond geraakt<br />
heeft. De lijn loopt soepel door de twee ogen aan de<br />
kurk en komt tot stilstand zodra het peillood de grond<br />
heeft bereikt. Daarna trekt men de lijn strak en begint<br />
men voorzichtig de lijn binnen te draaien, zonder dat<br />
deze het wateroppervlak raakt. Dit gebeurt met<br />
behulp van de werpmolen zodat de kurk niet meer<br />
verschuift. Doordat de lijn strak om de kurk zit, is het<br />
niet mogelijk dat de kurk nog verschuift.Ve r v o l g e n s<br />
stelt men de diepte vast. Op deze manier is het mogelijk<br />
de precieze diepte van de visstek, met slechts één<br />
inworp, vast te stellen.<br />
Later wordt dan alsnog de dobber of de s<strong>top</strong>per bevestigd<br />
op de plaats waar de desbetreffende kurk zich<br />
heeft vastgezet. Door de ogen uit de kurk te trekken,<br />
wordt de kurk verwijderd zonder dat de lijn afgetuigd<br />
hoeft te worden. Er zijn verschillende mogelijkheden<br />
om dobbers uit te loden.<br />
Voor het vissen in stromend water wordt een dobber<br />
gebruikt die voorzien is van een drijflichaam dat de<br />
vorm heeft van een druppel of een kogel, zodat de<br />
dobber weinig weerstand ondervindt van de stroming.<br />
Daarna wordt de dobber met een enkel lood (staaf-,<br />
olijf-, of Catherinalood) uitgelood.<br />
Voor stilstaand water wordt de parelmontage gebruikt.<br />
Bij deze uitloodmethode verdeelt men het totale<br />
gewicht dat door de dobber gedragen moet worden,<br />
zoveel mogelijk over de hele lengte van de lijn die<br />
zich onder de dobber bevindt. Het aas zakt dan langzaam<br />
en op natuurlijke wijze tot bijna op de bodem en<br />
biedt daarmee de vissen een prikkel om aan te bijten.<br />
Een verfijnde toepassing van de parelmontage is de<br />
liftmethode. Bij deze methode wordt een dobber met<br />
een bijzonder lange antenne gebuikt. De draagkracht<br />
van de antenne wordt met een enkel lood vastgesteld.<br />
Dit lood wordt twee vingerbreed boven de haak bevestigd.<br />
Als de vis het aas opneemt, wordt het lood opgelicht<br />
en wordt de dobber ontlast. Daardoor komt de antenne<br />
uit het water omhoog en de beet wordt herkend.<br />
De gevoeligheid van de montage wordt bepaald door<br />
de volgende factoren: de lijn, de dobber, het lood, de<br />
Toverknoop<br />
Suikerklontje<br />
montage voor<br />
stilstaand<br />
water<br />
montage voor<br />
stromend<br />
water<br />
wartel en de onderlijn.<br />
Hoe dunner de lijn, hoe lichter de dobber, des te lichter<br />
het lood waarmee de dobber uitgelood moet worden.<br />
Een zo dun mogelijke onderlijn en een dundradi-<br />
ge haak maken het wantrouwen van de vis kleiner als<br />
deze het aas opneemt. Als vuistregel is aan te raden:<br />
hoe groter de vis, hoe moeilijker het water, des te<br />
gevoeliger dient de montage te zijn.<br />
Problematisch bij een fijne montage wordt de inworp:<br />
hoe fijner de montage, des te moeilijker wordt het om<br />
de juiste afstand te behalen. Hierbij kan een kleine<br />
truc hulp bieden:<br />
Men bevestigt één of meerdere suikerklontjes met<br />
behulp van een toverknoop in de onderlijn.<br />
Omdat elk suikerklontje ongeveer 5 gram weegt, komt<br />
men tot een verre inworp, ook al is de dobber gevoelig<br />
en draagt hij maar weinig lood. De suiker lost snel<br />
op als hij het water raakt en valt uit de lus, die zonder<br />
weerstand los gaat.<br />
Soms is het nodig om de lijn die zich boven de dobber<br />
bevindt, te behandelen.<br />
juist<br />
de juiste <strong>bel</strong>asting en<br />
over<strong>bel</strong>asting van de<br />
hengel bij het juiste<br />
schepnet en een te kort<br />
schepnet<br />
fout<br />
Bij windstilte of bij een zwakke wind bijvoorbeeld of bij<br />
een geringe stroming wordt de lijn licht ingevet zodat<br />
deze op het water drijft. Vaseline/ Vliegenspray op siliconenbasis<br />
blijkt hiervoor zeer geschikt te zijn.<br />
Als het weer en het water deze manier van prepareren<br />
niet toestaan, dan verwijdert men de silicone/<br />
vaseline die al eerder aangebracht werd met een<br />
doekje. Dit doekje maakt men van tevoren met een<br />
kleine hoeveelheid afwasmiddel vochtig. De lijn zinkt<br />
nu meteen en biedt duidelijk minder weerstand aan<br />
de wind en het aas kan precies op één plek worden<br />
aangeboden. Een nadeel daarbij is de moeilijke aanslag<br />
door de weerstand van het water.<br />
De grootte van het aas bepaalt de kracht van de<br />
aanslag. Een correct visgedrag geeft de voorkeur aan<br />
een vroege aanslag. Als vuistregel geldt: hoe kleiner<br />
het aas, des te eerder volgt de aanslag. Alleen bij een<br />
groter aas is het toegestaan de aanslag, afhankelijk<br />
van de grootte van het aas, uit te stellen.<br />
Bij het aanslaan en het drillen van de vis moet gelet<br />
worden op de sterkte van de hengel en de gebruikte<br />
lijn. Bij de landing van de vis worden de hengel en de<br />
lijn het meest <strong>bel</strong>ast. Als een te lange hengel met een<br />
te kort schepnet gebruikt wordt, krijgt men hengelbreuk.<br />
Als men regelmatig op dezelfde stek vist, is het aan te<br />
raden, de diepte van het water op de hengel te markeren.<br />
Hierbij wordt de haak in de einddop van de<br />
hengel gehaakt, als de juist uitgepeilde dobber aan de<br />
hengel gemonteerd is. Vervolgens wordt de plaats<br />
van de dobber of de s<strong>top</strong>per met behulp van een elastiek<br />
op de hengelblank gemarkeerd.<br />
Een laatste tip:<br />
Om te vermijden dat een lijn te oud wordt en om altijd<br />
te kunnen weten welke diameter de lijn heeft, kan<br />
men het beste de dikte van de lijn en de aankoopdatum<br />
op een etiketje schrijven dat men op de binnenkant<br />
van de spoel plakt.<br />
NL
1. de middelmaat molen wordt<br />
aan de hengel gemonteerd.<br />
2. Controleer of de molen<br />
correct en stevig aan de<br />
hengel gemonteerd is.<br />
3 Open de beugel van de<br />
molen.<br />
4. Haal vanaf de molen de lijn<br />
door alle geleide-ogen.<br />
5. Monteer het schuifdlood op<br />
Alternativ-<br />
Montage met<br />
een Voerkorf<br />
Montage van de wartel<br />
Verbind de wartel met een halve<br />
bloedknoop aan de hoofdlijn<br />
1. Haal de hoofdlijn<br />
door het oog<br />
van de wartel<br />
Vaste<br />
reelhouder<br />
Schroefreelhouder<br />
met contramoer<br />
moer<br />
de hoofdlijn en controleer of<br />
het schuiflood soepel over de<br />
lijn loopt.<br />
6. Bevestig de glasparel aan de<br />
lijn.<br />
7. Monteer de s<strong>top</strong>per.<br />
8. Monteer de middelmaat<br />
wartel met behulp van een<br />
halve bloedknoop.<br />
9. Controleer of de knoop goed<br />
2. Wikkel de<br />
lijn tenminste<br />
vijf-maal om de<br />
hoofdlijn<br />
3. Haal de lijn<br />
door de lus tussen de<br />
wartel en de wikkelingen<br />
en vervolgens door de grote<br />
lus<br />
bewegende<br />
molenschoen<br />
contramoer<br />
Handleiding voor de montage<br />
van de bodemhengel<br />
voor het vissen op paling<br />
Montage van de s<strong>top</strong>per<br />
Haal de lijn doordobberslang<br />
(de ventielslang)<br />
Montage van de molen<br />
Schuif de molenvoet<br />
in de<br />
molenschoen<br />
Dit nogmaals<br />
herhalen<br />
4. Maak de hoofdlijn<br />
enigszins vochtig<br />
(bijvoorbeeld met<br />
een beetje speeksel)<br />
en trek de knoop<br />
daarna langzaam<br />
aan<br />
Zet de molenschoen<br />
vast met<br />
de moer en borg<br />
hem met de<br />
contramoer<br />
zit en controleer de sterkte<br />
van de knoop door er enkele<br />
malen aan te trekken.<br />
10. Schuif de s<strong>top</strong>per van<br />
de knoop af.<br />
11. Hang de onderlijn (haakmaat<br />
2 – 8) in de speld van de<br />
wartel.<br />
12. Sluit de speld van de wartel.<br />
13. De onderlijn mag in geen<br />
glasparel<br />
Lijn strak trekken<br />
Grond-schuiflood<br />
Montage van de onderlijn<br />
Hang de onderlijn (haakmaat<br />
2 – 8) in de speld van de wartel<br />
en sluit deze vervolgens<br />
geval sterker zijn dan de<br />
hoofdlijn.<br />
14. Controleer de sterkte van de<br />
knopen van de onderlijn<br />
door er enkele malen aan te<br />
trekken.<br />
15. Sluit de beugel van de<br />
molen.<br />
16. Stel de slip van de molen in.<br />
17. Neem de volgende<br />
toebehoren mee:<br />
a. schepnet<br />
b. meetapparatuur<br />
c. visdoder<br />
d. mes<br />
e. onthaker of onthaaktang<br />
De vissoorten, die met deze manier<br />
van vissen het meest gevangen<br />
worden zijn karper, zeelt, baars,<br />
forel, kopvoorn, paling , barbeel en<br />
andere grote zoetwatervissen.<br />
NL<br />
OPGELET!<br />
Houd de haken en de kleine losse<br />
delen buiten het bereik van kinderen<br />
en huisdieren.<br />
Deze artikelen mogen alleen<br />
gebruikt worden onder toezicht van<br />
volwassenen.<br />
Kniklichten<br />
Dit product is overeenkomstig de<br />
richtlijn 1999/4545 EG als<br />
ongevaarlijk geclassificeerd.<br />
Veiligheidsinformatieblad<br />
91/155/EEG<br />
© Niets uit deze uitgave mag worden<br />
verveelvoudigd of gedeeltelijk openbaar<br />
worden gemaakt, zonder voorafgaande<br />
toestemming van Hospo-Verlag,<br />
51674 Wiehl<br />
- Germany -
Het vissen met de bodemhengel voor het vissen op paling<br />
Bodemvissen betekent, dat het aas op de grond of<br />
net boven de grond wordt aangeboden.<br />
Deze vismethode kan bij bijna alle vissoorten toegepast<br />
worden.<br />
bodem-schuiflood<br />
glasparel<br />
s<strong>top</strong>perr<br />
speldwartell<br />
onderlijn<br />
haak grootte 2-8<br />
De uitrusting<br />
Het vismateriaal wordt bepaald door het water en<br />
de vissoort die men wil bevissen, maar ook of men<br />
vanuit de boot of vanaf de oever wil vissen. Een<br />
advies welke hengel of welk werpgewicht gebruikt<br />
dient te worden, kan daarom niet gegeven worden.<br />
Het is aan te raden dat de bodemhengel een half<br />
parabolische tot parabolische actie heeft.<br />
Daardoor is het mogelijk om zachte aassoorten (<br />
bijvoorbeeld aardappelen) in te werpen, zonder<br />
risico dat u het aas verliest.<br />
Als u tijdens het vissen de hengel continu in de<br />
hand houdt, is het aan te bevelen een hengel met<br />
een kurken handgreep te gebruiken.<br />
De molen mag niet te klein zijn; je komt bij bodemvissen<br />
immers vaak voor onaangename verrassingen<br />
te staan (vastzitten).<br />
De lijnsterkte wordt op de hengelset afgestemd.<br />
Voor de bodemvisserij is er een veelvoud van<br />
lood- en andere werpgewichten (zie ook hoofdstuk<br />
lood).<br />
Een specialiteit is het Tiroler hout. Dit werpgewicht<br />
wordt in de Alpenlanden bij het vissen in sterk<br />
stromend water gebruikt, maar ook in vlakke<br />
"Tiroler hout” stromend-water-montage<br />
"Tiroler hout” stilstaand-water-montage<br />
gebieden en bij het vissen in stilstaande wateren<br />
wordt het door steeds meer mensen steeds vaker<br />
gebruikt.<br />
Bij het vissen in stromend water en bij het vissen<br />
met natuurlijk aas verhindert het Tiroler hout, dat<br />
het aas (bijvoorbeeld een worm) door de stroming<br />
tussen de stenen of tussen de waterplanten vast<br />
komt te zitten en voor de vis onvindbaar wordt.<br />
Ook bij het vissen met een nimf wordt het Ti r o l e r<br />
hout gebruikt. Daarbij worden zulke zware gewichten<br />
gebruikt, dat de vis die bijt, zichzelf al haakt.<br />
Als men in stilstaand water vist, garandeert het<br />
Tiroler hout dat het aas niet te gemakkelijk in de<br />
modder zinkt en dat de lijn soepel door het oog<br />
van het Tiroler hout kan lopen.<br />
Een ander interessant<br />
werpgewicht is<br />
de knijploodlijn. Vooral bij<br />
een bodem met veel knijploodlijn<br />
obstakels, waarbij<br />
steeds weer het lood<br />
vast komt te hangen, heeft het gebruik van de knijploodlijn<br />
veel voordelen.<br />
Als bij de knijploodlijn één of meerdere knijploden<br />
vast komen te zitten, worden deze door de hoofd-<br />
lijn er van af getrokken en de hoofdlijn, de wartel<br />
en de haak komen weer los.<br />
Uit Groot-Brittanië komt het vissen met de voerkorf,<br />
dat steeds populairder wordt .<br />
voerspiraal<br />
De voerkorf kan tegelijkertijd ook het werpgewicht<br />
zijn.<br />
Zo is er een voerkorf die met levend aas gevuld<br />
wordt en is er een spiraalveer waar lokvoer<br />
omheen gekneed wordt.<br />
Speciale haken voor het bodemvissen zijn er niet.<br />
De soort en de grootte van de haak worden altijd<br />
bepaald door de vissoort waarop gevist wordt. Dit<br />
geldt ook voor de wartel.<br />
De aassoorten<br />
Bij het vissen met de bodemhengel kan in principe<br />
iedere aassoort gebruikt worden., om te beginnen<br />
met de maden voor de voorn, tot de zeer grote<br />
dode aasvis voor de meerval of de snoek.<br />
Bij het bodemvissen kan het aas door het groter<br />
werpgewicht aanzienlijk verder ingeworpen worden<br />
dan bij andere vismethoden. Men kan ook<br />
een beduidend grotere oppervlakte bevissen.<br />
Ook kan het aas, als het uitgeworpen is, op de<br />
eenmaal uigezochte stek, voortdurend blijven liggen,<br />
omdat het wegdriften van de lijn door de wind<br />
of de stroming wordt verhinderd dankzij het zware<br />
lood.<br />
Dit lood kan weer zo gemonteerd worden, dat de<br />
vis bij het nemen van het aas geen weerstand<br />
bespeurt.<br />
Het vissen<br />
Bij het witvissen met de dobber<br />
wordt de beet herkend<br />
door het op en neer bewegen<br />
van de dobber. Bij het bodemvissen<br />
daarentegen is de<br />
beste manier om de beet vast<br />
te stellen, door met de vinger<br />
aan de lijn te voelen. Het<br />
gevoel in de vinger<strong>top</strong> is meestal<br />
zo sterk, dat zelfs het<br />
lichtste trekje aan het aas<br />
opgemerkt wordt.<br />
Bij deze methode moet vanzelfsprekend<br />
de hengel worden<br />
vastgehouden en is het<br />
vissen met een tweede hengel<br />
niet mogelijk. Ook een<br />
strip zilverfolie kan als beetmelder gebruikt worden.<br />
De hengel wordt op één of twee hengelsteunen<br />
gelegd en de lijn tussen de molen en het startoog<br />
wordt op lengte gebracht.<br />
Daarna wordt het zilverfolie om de hoofdlijn bevestigd.<br />
Het gewicht van het zilverfolie is in de meeste<br />
gevallen voldoende om de lijn naar beneden te<br />
houden.<br />
Als de vis het aas neemt en met de hoofdlijn wegloopt,<br />
loopt het zilverfolie naar boven richting hengel<br />
en de beet is duidelijk te herkennen.<br />
Beetmelders worden in de handel aangeboden. Bij<br />
deze beetmelders kan de gevoeligheid ingesteld<br />
worden.<br />
in- en uitschakelaar<br />
volumeschakelaar<br />
led (beetmelding)<br />
nagloeiled (beetmelding)<br />
luidspreker<br />
voerkorf<br />
schroefdraad voor de hengelsteun<br />
Met deze beetmelders is ook het vissen in stromend<br />
water mogelijk.<br />
Bovendien zijn er electrische en electronische<br />
beetmelders, waarvan een gedeelte met toon- en<br />
lichtsignalen is uitgevoerd.<br />
Omdat deze beetverklikkers iedere beet meteen<br />
melden, kan men met twee of drie hengels vissen.<br />
Enkele bijzondere beetverklikkers komen uit<br />
Groot-Brittannië: de winkelpikker/de feeder<strong>top</strong> en<br />
de swing<strong>top</strong>.<br />
Om met de swing<strong>top</strong> te kunnen vissen, moet het<br />
<strong>top</strong>oog van de hengel vervangen worden door een<br />
swingtip<strong>top</strong>oog. Het verwijderen van het oude<br />
<strong>top</strong>oog is eenvoudig, als men het oude <strong>top</strong>oog<br />
verhit, bijvoorbeeld met een aansteker en het<br />
daarna verwijdert.<br />
Het nieuwe swing<strong>top</strong>oog wordt met speciale lijm<br />
uit de vakhandel bevestigd.<br />
Swing<strong>top</strong>pen zijn er in verschillende lengtes en<br />
gewichten; voor iedere te bevissen vissoort is de<br />
juiste <strong>top</strong> verkrijgbaar. Hoe lichter de combinatie<br />
gedetailleerde<br />
weergave van<br />
de swing<strong>top</strong><br />
hengel, molen, lijn en werpgewicht, des te dunner<br />
en lichter kan de swing<strong>top</strong> zijn.<br />
Bij een inworp over het hoofd is het aan te raden<br />
om de hengel licht te kantelen, zodat de swing<strong>top</strong><br />
zich niet om de hengel heen wikkelt.<br />
Na de worp wordt de hengel op twee hengelsteunen<br />
gelegd. De hengelsteunen worden zo ingesteld,<br />
dat de swing<strong>top</strong> maar een paar centimeter<br />
boven het wateroppervlak hangt. Daarna wordt de<br />
hoofdlijn met de molen strak gedraaid totdat de<br />
swingmolen contact maakt met het aas en licht<br />
omhoog komt.<br />
Als een vis bijt, wordt zelfs de kleinste beweging<br />
van de lijn aan de swing<strong>top</strong> doorgegeven.<br />
Een hulpmiddel voor het vissen met deze swing<strong>top</strong>pen<br />
is een windschild, waardoor tegelijkertijd<br />
de beet nog beter wordt herkend.<br />
Voor het vissen in stromend water is de swing<strong>top</strong><br />
niet geschikt. Voor deze visserij wordt de feeder-<br />
feeder<strong>top</strong><br />
swing<strong>top</strong> met windschild<br />
hengel of de winckelpikker gebruikt. Deze <strong>top</strong>pen<br />
buigen zich onder de druk van de stroming tot een<br />
bepaald aantal graden, maar hebben nog altijd<br />
genoeg reserve om fijne aanbeten te herkennen.<br />
Zelfs de gevoeligste beetmelder heeft geen nut,<br />
als de verbinding van het aas met de beetmelder<br />
niet continu op spanning staat. Meteen na het uitwerpen<br />
wordt de lijn zo ver binnen gedraaid, dat<br />
men de weerstand van het werpgewicht voelt. Dan<br />
pas komt de beetverklikker in beeld.<br />
Een <strong>bel</strong>angrijke rol bij het bodemvissen speelt de<br />
onderlijn.<br />
Men heeft er voordeel bij om in stromend water<br />
onderlijnen te gebruiken van 60 centimeter of langer,<br />
omdat het haakaas dan niet gemakkelijk door<br />
de stroming in de zachte bodem wordt gedrukt.<br />
In stilstaand water worden onderlijnen gebruikt,<br />
die niet langer dan 50 centimeter zijn.<br />
Bij een langere onderlijn ziet men de beet niet, als<br />
de vis met het haakaas naar de hengel toe zwemt.<br />
Vaak maakt de visser het mee, dat de vis alleen<br />
maar met het haakaas speelt. De vis voelt bij het<br />
opnemen van het haakaas de onderlijn door zijn<br />
onderlijn<br />
enkeldradig<br />
stijf<br />
meerdradig/<br />
soepel<br />
gevoelige lippen en spuugt het haakaas steeds<br />
weer uit. In dit geval is het waarschijnlijk dat de<br />
onderlijn te dik is en moet deze vanzelfsprekend<br />
door een dunnere onderlijn vervangen worden.<br />
Dat zou echter niet overeenkomen met de oprechtheid<br />
van de visser.<br />
Het is een goede oplossing om de haak niet aan<br />
één maar aan vier of vijf dunnere onderlijnen<br />
gelijktijdig vast te knopen.<br />
Voor de vangst van roofvissen maakt men gebruik<br />
van kwalitatief goede stalen onderlijnen.<br />
feederhengel-opstelling<br />
NL
Handleiding voor de montage van de henge l<br />
en de molen<br />
Uitrusting<br />
Alle telescoophengels zijn met<br />
beschermkappen voor de geleideogen uitgerust.<br />
Na gebruik bij het viswater moeten<br />
Oversteekhengel<br />
Cone<br />
deze beschermkappen weer op de hengel<br />
worden bevestigd.<br />
Voorbereiding en opbouw van de<br />
hengel:<br />
a) Telescoophengels<br />
Bij het uit elkaar schuiven van telescoophenge<br />
ls moet altijd aan de <strong>top</strong><br />
begonnen worden. Laat nooit de delen<br />
van de hengel in elkaar schieten terwijl de<br />
hengel uitgeschoven is. Let er op dat de<br />
geleideogen in een lijn staan, als de hengel<br />
opgebouwd wordt. De delen moeten<br />
zo stevig uiteen geschoven worden, dat<br />
de hengel bij het op en neer bewegen niet<br />
klappert. Sommige telescoophengels zijn<br />
van extra schuivende geleideogen<br />
voorzien, die voorzichtig en in een lijn<br />
uitschoven moeten worden.<br />
b) Oversteekhengels<br />
De oversteekhengels moeten zo stevig in<br />
elkaar gestoken worden, dat de hengel bij<br />
het op en neer bewegen niet klappert (let<br />
er op dat de geleideogen in een lijn staan).<br />
Let op: Als de hengel niet op de<br />
juiste manier wordt gemonteerd,<br />
kan dit leiden tot hengelbreuk!<br />
Optuigen van de lijn<br />
Voer de lijn vanuit de molen door alle<br />
geleideogen van de hengel.<br />
Werpgewicht/ casting weight<br />
De gegevens met betrekking tot het<br />
werpgewicht, die op de hengel zijn vermeld,<br />
zijn altijd de maximale werpgewichten.<br />
Alleen de zeer ervaren visser kan<br />
gebruik maken van deze maximale<br />
werpgewichten en hij moet daarbij de<br />
worp langzaam opbouwen. Het optimale<br />
werpgewicht is afhankelijk van de vismethode,<br />
de sterkte van de lijn, de actie<br />
van de hengel, het werpgewicht en de<br />
werpafstand. Als deze eigenschappen<br />
duidelijk van elkaar afwijken, kan dit heel<br />
gemakkelijk tot beschadiging van de hengel<br />
leiden.<br />
Het werpen<br />
Telescoophengel<br />
Handdeel<br />
Molenhouder<br />
Handdeel<br />
Verkasoogr<br />
Bij het werpen dient men de hengel ter<br />
hoogte van de molenvoet in de hand vast<br />
te houden.<br />
De voet van de molen komt dan tussen de<br />
middelvinger en de ringvinger te zitten.<br />
Met de wijsvinger pakt men de lijn van de<br />
molen en men houdt die vast, zolang de<br />
lijn nog door de beugel vastgehouden<br />
wordt. Dan wordt de beugel van de molen<br />
opengemaakt. Om te werpen gaat men<br />
voor het uit te werpen doel staan, men<br />
houdt de hengel vast boven het hoofd en<br />
haalt deze naar achteren. Na het uitpendelen<br />
van de montage wordt de hengel<br />
met kracht naar voren gebracht. Als de<br />
hengel<strong>top</strong> naar het doel wijst, wordt de lijn<br />
vrijgegeven en het aas vliegt naar het<br />
doel.<br />
Let er bij het werpen op, dat de worp<br />
gelijkmatig sneller wordt. Schoksgewijze<br />
worpen leiden tot beschadiging van de<br />
hengel. Na het werpen kan men de beugel<br />
van de molen handmatig of met een draai<br />
aan de molenslinger (met de klok meedraaien)<br />
sluiten. Door verder binnen te<br />
draaien haalt men de montage weer binnen.<br />
Vastzitten<br />
Het is helaas onvermijdelijk dat de montage<br />
bij het vissen in de bodem vast komt<br />
te zitten. Probeer niet de montage los te<br />
krijgen door aan de hengel te trekken.<br />
Let op: extra groot risico op een<br />
breuk!<br />
Maak de montage als deze vast zit weer<br />
los, door met de hand (voorzien van een<br />
bescherming) aan de lijn te trekken. Dit<br />
lukt beter als men op een andere plaats<br />
gaat staan.<br />
De aanslag<br />
Selection - hengels maken een snelle<br />
gecontroleerde aanslag mogelijk. De<br />
kracht van het aanslaan wordt bepaald<br />
door de grootte van het aas, het type en<br />
de sterkte van de onderlijn/lijn en de afstand<br />
tot de vis. Richtlijn: klein aas, dunne<br />
lijn/onderlijn, korte afstand = zwakke,<br />
Topoog<br />
Geleideoog<br />
Hengelblank<br />
Startoog<br />
Geleideoog<br />
Geleideoog<br />
Geleideoog<br />
lichte en korte aanslag. Groot aas, sterke<br />
lijn/onderlijn, lange afstand = krachtige,<br />
langere en zwaardere aanslag.<br />
Let op: Bij gebruik van speciale lijnen<br />
zoals dynema, mantellijnen soft-monofiele<br />
lijnen etc. moet men op de informatie van<br />
de fabrikant letten om hengelbreuk te vermijden.<br />
Landing<br />
De landing van de vis zorgt voor de grootste<br />
<strong>bel</strong>asting van de hengel en de lijn. Als<br />
daarbij de hengel te ver naar boven en te<br />
ver naar achteren wordt gebogen, kan er<br />
hengelbreuk ontstaan.<br />
Goed<br />
Fout<br />
Dit is de ook de <strong>bel</strong>angrijkste oorzaak van<br />
hengelbreuken in het <strong>top</strong>bereik van de<br />
hengel tot het tweede of derde geleideoog.<br />
De garantie dekt dit soort hengelbreuken<br />
niet. Dit geldt voor alle hengelbreuken<br />
tussen het <strong>top</strong>oog en het tweede<br />
geleideoog.<br />
Demontage van de hengel<br />
a) telescoophengel<br />
Maak de hengel schoon en verwijder het<br />
vocht en vuil voordat de hengel<br />
Abb.: 1
ingeschoven wordt. Bij het ineenschuiven<br />
van de telescoopdelen gaat men in de<br />
omgekeerde volgorde te werk als bij de<br />
opbouw, namelijk vanuit het handdeel tot<br />
aan de <strong>top</strong>. Nooit geweld gebruiken. Maak<br />
de telescoopdelen los door ze in<br />
tegengestelde richting van elkaar<br />
te draaien en vervolgens één voor één in<br />
elkaar te schuiven. Laat daarbij nooit de<br />
delen op elkaar tikken. Bevestig daarna<br />
de beschermkap zorgvuldig.<br />
b) Oversteekhengels<br />
Maak de hengel schoon en verwijder het<br />
vocht en vuil. Gebruik bij het aftuigen van<br />
de hengel geen geweld. Maak de delen<br />
altijd los door ze in tegengestelde richting<br />
te draaien en er gelijktijdig aan te trekken.<br />
Oppervlakte van de geleideogen<br />
Als de geleideogen aan de bovenkant<br />
beschadigd zijn, dan moeten ze per se<br />
vernieuwd worden. Het risico op<br />
beschadiging van de lijn, zoals breuk of<br />
verlies van de lijn of de vangst is immers<br />
groter. Stel de uitrusting nooit voor een<br />
langere periode bloot aan extreme weersomstandigheden<br />
(hitte, kou, vochtigheid<br />
etc.).<br />
Molenmontage<br />
Alle molens worden met een bijbehorende<br />
molenzwengel en een dichte contraschroef<br />
(veiligheid tijdens transport)<br />
geleverd. Om te vissen maakt men eerst<br />
de contraschroef, die aan de tegenovergestelde<br />
kant van het molenhuis zit,<br />
los. Klap vervolgens de molenzwengel<br />
recht en schroef dan met de contraschroef<br />
de molenzwengel vast op de as van de<br />
spoel.<br />
Het ombouwen van de molen voor<br />
links- of rechtshandigheid<br />
Verwijder de contraschroef die tegenover<br />
de molenzwengel zit.<br />
Trek de molenzwengel uit het huis van de<br />
molen en steek deze vanuit de andere<br />
zijde weer in het molenhuis. Schroef de<br />
contraschroef weer aan het uiteinde van<br />
de molenzwengel.<br />
Klap nooit met geweld de molenzwengel<br />
in of uit. Dit leidt tot beschadiging van de<br />
molen of van het molenhuis.<br />
Tip:<br />
Molens met een automatische dichtklapzwengel<br />
fixeren zich automatisch bij<br />
het in- en uitklappen.<br />
Veiligheid / aansprakelijkheid /<br />
tips / service<br />
Bij het gebruik van hengels, vooral bij<br />
carbonhengels, is het risico op blikseminslag<br />
bij onweer veel hoger.<br />
Als stelregel geldt: hoe langer de hengel,<br />
hoe groter het gevaar.<br />
Kijk bij het gebruik van de hengel, vooral<br />
bij het uitwerpen van het aas, erg goed<br />
uit voor elektriciteitsleidingen. Als men<br />
dicht in de buurt of zelfs in contact komt<br />
met<br />
De bevestiging van de molen aan<br />
de hengel<br />
Houd de volgorde van onderstaande<br />
afbeeldingen aan:<br />
Let erop dat er geen speling is bij de<br />
molenvoet.<br />
1. Open de molenhouder zodat er voldoende<br />
ruimte voor de complete molenvoet<br />
ontstaat.<br />
2. Zet de voorste molenvoet tot de<br />
aanslag in de vaste molenschoen.<br />
3. Door de contramoer van de molenhouder<br />
vast te schroeven, kan de molen<br />
zich aan de hengel vastzetten.<br />
Om de molen weer van de hengel los te<br />
maken worden deze handelingen in de<br />
omgekeerde volgorde uitgevoerd.<br />
elektriciteitsleidingen, bestaat er een<br />
verhoogd risico op ongevallen. Natte lijnen<br />
en carbonhengels kunnen stroom<br />
geleiden!<br />
Let er bij het uitwerpen van de hengel<br />
op, dat er geen personen achter de visser<br />
staan die door haken of lood gewond<br />
kunnen raken. Zorg voor voldoende vrije<br />
ruimte.<br />
Houd in verband met doorslikgevaar<br />
haken of klein materiaal altijd buiten<br />
bereik van kinderen en huisdieren.<br />
Draag voor de eigen veiligheid bij het<br />
vissen altijd een hoed of een bril.<br />
Vermijd contact van de visuitrusting met<br />
chemicaliën. Zonnebrandcrèmes en mid-<br />
Het instellen van de molenslip<br />
Op de molens zit voor of achter een slip.<br />
Een juiste instelling van de slip voorkomt<br />
lijn- of hengelbreuk. De slipinstelling komt<br />
ongeveer overeen met vijftig procent van<br />
de sterkte van de lijn of de hengel. Om dit<br />
te bereiken moet de lijn door alle geleideogen<br />
worden getrokken en aan een<br />
punt daarachter worden bevestigd.<br />
Vervolgens wordt de hengel in een hoek<br />
van vijfenveertig graden tegenover het<br />
rechte lichaam vastgehouden. De lijn<br />
wordt nu binnengedraaid totdat er spanning<br />
ontstaat en de hengel negentig<br />
graden doorbuigt. Pas in deze positie<br />
moet de lijn door de spanning van de hengel<br />
afgegeven worden met behulp van de<br />
slip. Door het vast- of losdraaien van de<br />
slip, wordt het juiste effect verkregen.<br />
(afbeelding 2).<br />
Let op: Het onjuist instellen van<br />
Lijngeleider<br />
Spoelbevestiging<br />
(+ slip voorop –<br />
bij molens zonder slip<br />
achterop)<br />
Molenbeugel<br />
Abb.: 2<br />
delen ter bescherming tegen insecten<br />
kunnen de lijn en de hengel beschadigen.<br />
Let altijd op de wetten en lokale regels<br />
die voor de betreffende wateren gelden.<br />
Neem altijd de verplichte documenten<br />
mee (viskaart, visvergunning etc.).<br />
Informeer altijd vooraf naar gesloten<br />
vistijden, minimummaten van de vissen<br />
en andere regels (soorten vis en natuurbeschermingswetten)<br />
die voor het<br />
betreffende water gelden.<br />
Tip<br />
Controleer op de dag voor het vissen of<br />
de visuitrusting en alle toebehoren in<br />
orde en compleet zijn.<br />
de slip kan tot lijn- of hengelbreuk<br />
leiden.<br />
Controleren<br />
Controleer regelmatig of de verbindingen<br />
van de hengel nog goed sluiten. Bij<br />
beschadiging of een niet correct<br />
aaneensluiten bestaat het gevaar van<br />
breuk. Hetzelfde geldt voor de bevestiging<br />
van de molen aan de hengel. Een te losse<br />
verbinding tussen de molen en de hengel<br />
kan leiden tot een breuk van de molenvoet<br />
of tot beschadiging van de molenhouder.<br />
Maak de molen steeds na gebruik schoon<br />
met helder water. Smeer- of glijmiddelen<br />
die gebruikt worden voor de bewerking<br />
van bewegende delen, mogen niet in contact<br />
komen met de lijn, omdat deze middelen<br />
de trekkracht van de lijn verminderen.<br />
We danken u voor het lezen en doornemen<br />
van onze korte handleiding.<br />
Voor de vangst van uw leven wensen wij<br />
u ‘vang ze’.<br />
Fantastic for fishing<br />
Schöne Aussicht 5c<br />
D-51381 Leverkusen<br />
Molenvoet<br />
Antiretour<br />
Molenslinger<br />
Slip achterop<br />
Hotline:<br />
e-mail: info@fantastic-for-fishing.com<br />
© by Hospo – Hobby-Sport-Verlag<br />
D-51674 Wiehl
1. De middelmaat molen<br />
wordt aan de hengel<br />
gemonteerd.<br />
2. Controleer of de molen<br />
correct en stevig aan de<br />
hengel gemonteerd is.<br />
3. Open de beugel van de<br />
molen.<br />
Montage van de wartel<br />
Verbind de wartel met een halve<br />
bloedknoop aan de hoofdlijn<br />
Montage van de stalen<br />
onderlijn<br />
Hang de lus van de stalen onderlijn<br />
in de speld van de wartel en sluit<br />
deze<br />
3. Haal de lijn door de<br />
lus tussen de wartel en<br />
de wikkelingen en<br />
vervolgens door<br />
de grote lus<br />
Handleiding voor de montage<br />
van de spinhengel voor<br />
het vissen op<br />
snoek en snoekbaars<br />
4. Haal vanaf de molen de<br />
lijn door alle geleideogen.<br />
5. Bevestig aan het einde<br />
van de lijn een middel<br />
maat wartel met behulp<br />
van een halve<br />
bloedknoop.<br />
6. Controleer de knoop door<br />
1. Haal de hoofdlijn door<br />
het oog van de wartel<br />
4. Maak de hoofdlijn<br />
enigszins vochtig<br />
(bijvoorbeeld met een<br />
beetje speeksel) en<br />
trek de knoop daarna<br />
langzaam aan<br />
moer<br />
contramoer<br />
Montage van het kunstaas<br />
Hang het oog van het kunstaas<br />
in de speld van de wartel en sluit<br />
deze vervolgens<br />
Vaste<br />
reelhouder<br />
Schroefreelhouder<br />
met contramoer<br />
bewegende<br />
molenschoen<br />
2. Wikkel de lijn<br />
tenminste vijf- maal<br />
om de hoofdlijn<br />
Montage van de molen<br />
er enkele malen stevig<br />
aan te trekken.<br />
7. Hang in de speld van de<br />
wartel een stalen<br />
onderlijn.<br />
8. Sluit de speld van de<br />
wartel.<br />
9. Bevestig het kunstaas<br />
Schuif de<br />
molenvoet in de<br />
molenschoen<br />
Zet de molenschoen<br />
vast met de moer en<br />
borg hem met de<br />
contramoer<br />
aan de wartel van de<br />
stalen onderlijn.<br />
10. Controleer de sterkte van<br />
de stalen onderlijn door er<br />
enkele malen stevig aan<br />
te trekken.<br />
11. Sluit de beugel van<br />
de molen.<br />
12. Stem de slip van de<br />
molen af op de trekkracht<br />
van de lijn die op de<br />
molen zit.<br />
13. Neem de volgende<br />
toebehoren mee:<br />
a. schepnet<br />
b. meetapparatuur<br />
c. visdoder<br />
d. mes<br />
e. onthaaktang<br />
f. bekkensperder<br />
NL<br />
OPGELET!<br />
Houd de haken en de kleine losse<br />
delen buiten het bereik van kinderen<br />
en huisdieren.<br />
Deze artikelen mogen alleen<br />
gebruikt worden onder toezicht van<br />
volwassenen.<br />
© Niets uit deze uitgave mag worden<br />
verveelvoudigd of gedeeltelijk openbaar<br />
worden gemaakt, zonder voorafgaande<br />
toestemming van Hospo-Verlag,<br />
51674 Wiehl<br />
- Germany -
Vissen met de spinhengel op snoek en snoekbaars<br />
Spinvissen is het vissen met hengel, molen en<br />
kunstaas op vissen, die zich voeden met andere<br />
vissen. Ideaal te bevissen met een lichte<br />
spinhengel zijn vissen zoals forel, baars en kopvoorn;<br />
met de zware spinhengel snoek, snoekbaars,<br />
meerval en roofblei.<br />
De uitrusting<br />
De set om te spinvissen is aan zware <strong>bel</strong>astingen<br />
onderhevig. Wat betreft de molen maakt de<br />
enthousiaste spinvisser gebruik van een molen<br />
met een vinger pick-up of meteen van een hengel<br />
met revolvergreep<br />
en een bijbehorende<br />
reel. Het is zeer<br />
<strong>bel</strong>angrijk, ook bij een<br />
lichte spinhengel, een<br />
stalen onderlijn van<br />
tenminste 15 centimeter<br />
lengte te gebruiken.<br />
Het is immers zo<br />
– met uitzondering<br />
van forellenvijvers –<br />
dat de snoek in<br />
dezelfde wateren<br />
voorkomt waarin ook<br />
de baars en de kopvoorn<br />
rondzwemmen.<br />
Hengel<br />
met een<br />
werpgewicht van<br />
30-60 gram<br />
Een noodzakelijk<br />
hulpmiddel is een<br />
monteerbare anti–kink<br />
vaan. Door de constante<br />
druk op de lijn<br />
is het geleidelijk verdraaien<br />
van de lijn en<br />
daardoor een voortijdige<br />
slijtage van de lijn<br />
en breuk niet te verh<br />
i n d e r e n .<br />
Dit gevaar wordt door<br />
de anti-kink vaan verholpen.<br />
Een kleine handige<br />
truc die helpt is de veiligheidsspeldtruc:<br />
alles wat ogen heeft<br />
netjes bewaren met<br />
een veiligheidsspeld.<br />
Naast de noodzakelijke toebehoren is het aan<br />
Veiligheidsspeldtruc<br />
te raden om zilverfolie en lippenstift mee te<br />
nemen.<br />
Met de zilverfolie wordt donker kunstaas lichter<br />
gemaakt, met rode lippenstift wordt het kunstaas<br />
aantrekkelijker gemaakt.<br />
Het kunstaas<br />
Voor de keuze van het kunstaas gelden de volgende<br />
vuistregels:<br />
Somber weer<br />
Troe<strong>bel</strong> water = lichte kleur kunstaas<br />
Helder weer<br />
Helder water = donkere kleur kunstaas<br />
Wanneer in het viswater ondermaatse vissen<br />
verwacht worden, gebruik dan kunstaas met<br />
een enkele haak of knip met een tang twee<br />
haken van de dreg af. De bewuste visser drukt<br />
ook de weerhaken plat.<br />
Om te voorkomen dat een een vis niet vals<br />
gehaakt wordt, moet ervoor gezorgd worden,<br />
dat de haken beweegbaar op het kunstaas<br />
gemonteerd zitten.<br />
Het vissen<br />
Om succesvol met kunstaas te vissen probeert<br />
menzoveel<br />
mogelijk<br />
zintuigen<br />
van de roofvis<br />
te prikkelen.<br />
Al bij<br />
de inworp<br />
en het lan-<br />
"anti-kink”<br />
den op het<br />
wateroppervlak van<br />
het kunstaas wordt het<br />
eerste zintuig (het<br />
gehoor) van de vis aangesproken.<br />
Het harde geluid<br />
van het kunstaas dat op het<br />
wateroppervlak landt, maakt<br />
de meeste vissen aan het<br />
schrikken en jaagt ze weg.<br />
Het is daarom aan te raden om het<br />
kunstaas over de visrijke stek (de<br />
vangplaats) heen te werpen.<br />
Met hun gehoororgaan oriënteren roofvissen<br />
zich sterk op de aasgeluiden van de karperachtige<br />
vissen. De geluiden worden door de<br />
keelkiezen veroorzaakt. Deze geluiden van het<br />
opeen klappen van de keelkiezen proberen we<br />
bij kunstaas na te bootsen met behulp van<br />
ratels die in of op het kunstaas verwerkt zijn.<br />
Deze ratels vindt u vaak op de as van de spinner<br />
alsook in de buik van de plug.<br />
Door deze nagebootste aasgeluiden wekken<br />
we de aandacht van de roofvis voor zijn vermeende<br />
buit. Hij gebruikt zijn tweede zintuig -<br />
zijn zijlijnorgaan -, om trillingen te voelen en<br />
waar te nemen. Dit zijlijnorgaan maakt het alle<br />
vissen mogelijk kleine waterbewegingen<br />
respectievelijk verplaatsingen van het water<br />
waar te nemen en te voelen.<br />
Naast de enorm hoge gevoeligheid van het<br />
orgaan zorgt de hoge dichtheid van het water er<br />
voor (water heeft een dichtheid die ca. 300<br />
maal groter is dan de dichtheid van lucht), dat<br />
de roofvis zijn vermeende buit al op grote<br />
afstand kan waarnemen. De drukgolf van de<br />
spinnerbladen, het sterke uitslaan van de lepel,<br />
de vibraties van de plug en de gummi vis prikkelen<br />
dit "specifieke tastzintuig”.<br />
Als de aasvis en de rover dichter bij elkaar<br />
komen gaat het derde zintuig een rol spelen,<br />
het reukzintuig.<br />
Vissen hebben een uitzonderlijk goed ontwikkeld<br />
reukorgaan en kunnen zelfs nog de aller-<br />
kleinste reukdeeltjes waarnemen. De reuk van<br />
een aasvis kan met behulp van reukstoff e n<br />
nagebootst worden, die voor, op of in het aas<br />
(kunststofaas ) bevestigd worden.<br />
Nadat deze drie <strong>bel</strong>angrijkste zintuigen van de<br />
roofvissen geprikkeld zijn, ontbreekt als laatste<br />
<strong>bel</strong>angrijke prikkel om te bijten alleen nog het<br />
zien van de buit. Als al deze vier <strong>bel</strong>angrijke<br />
prikkels - horen, voelen ruiken en zien - op<br />
elkaar afgestemd zijn, zal er een aanbeet van<br />
de roofvis volgen.<br />
Bij een aanbeet komen de laatste twee zintuigen<br />
– smaak en het lichamelijk voelen – tot hun<br />
recht.<br />
Plug met zwemschoep<br />
(beweegbaar)<br />
"Smaakt” de vermeende buit slecht en voelt<br />
deze in de bek van de roofvis hard en onnatuurlijk<br />
aan, dan wordt deze meteen weer losgelaten.<br />
Hier helpt alleen de snelle reactie van de<br />
v i s s e r, die de aanbeet meteen verzilvert met<br />
een aanslag.<br />
Als het zachte gummi kunstaas op de juiste<br />
manier met aroma’s geprepareerd is, zal de<br />
roofvis zijn fout minder snel ontdekken en kan<br />
er ook met een vertraging aangeslagen worden.<br />
Gummi kunstaas voor de roofvis<br />
Montage voor water met obstakels<br />
(haak in het aas) afbeelding onder<br />
Om een water goed te bevissen zal eerst de<br />
diepte van het water vastgesteld moeten worden.<br />
Begin, nadat het kunstaas op het wateroppervlak<br />
terecht is gekomen, meteen te tellen en wel<br />
zo lang er lijn van de molen loopt. Onthoud na<br />
hoeveel tellen de lijn van de molen is gelopen<br />
(bijvoorbeeld acht tellen).<br />
Als u in dit water het aas vlak over de bodem<br />
wilt laten zwemmen, tel dan bij de nieuwe worp<br />
tot zes en sluit hierna meteen de beugel van de<br />
molen en begin meteen met het binnendraaien<br />
van het kunstaas. Deze methode kan vanzelfsprekend<br />
alleen met een zinkend kunstaas,<br />
zoals lepel, spinner, gummi kunstaas of met<br />
een zinkende plug uitgevoerd worden.<br />
Er wordt ideaal gevist als de stand van de hengel<strong>top</strong><br />
zich net boven het wateroppervlak<br />
De zintuigen van de roofvis:<br />
1. het gehoor<br />
2. de tast<br />
bevindt. Het binnenhalen van het kunstaas<br />
dient onregelmatig te gebeuren zodat de roofvis<br />
denkt dat dit een gemakkelijke buit is. Wie een<br />
groter wateroppervlak wil bevisssen en een<br />
extra prikkel op de roofvissen wil uitoefenen,<br />
probeert de hengel<strong>top</strong> tijdens het binnendraaien<br />
van het kunstaas op en neer te bewegen. Zinkend<br />
gummi kunstaas wordt binnengevist door<br />
de hengel<strong>top</strong> omhoog te halen en te laten zakken,<br />
terwijl u tegelijkertijd de molen opwindt.<br />
Het gummi kunstaas prikkelt de roofvis extra<br />
sterk, het aantal aanbeten is bovengemiddeld<br />
hoog. Omdat de grootste prikkel wordt veroorzaakt<br />
door het achterste gedeelte van het<br />
kunstaas, dat niet van een haak voorzien is, zullen<br />
over het algemeen jonge ondermaatse roofvissen<br />
in de staart bijten, met als gevolg dat er<br />
vaak mis geslagen wordt.<br />
Wie in een water met veel obstakels vist, kan<br />
het gummi kunstaas zo prepareren, dat deze<br />
niet vastloopt in de obstakels. Kijk op de tekening<br />
hoe de haak in het gummi kunstaas wordt<br />
bevestigd.<br />
Het goed vissen met pluggen vereist meer ervaring.<br />
Er is een veelvoud van verschillende soorten<br />
pluggen. Zelfs professionele vissers kennen<br />
ze niet allemaal.<br />
Als vuistregel geldt bij alle drijvende pluggen<br />
met duikschoep: hoe sneller u de plug binnen<br />
vist of er mee sleept, des te dieper duikt deze<br />
plug. Bij pluggen met een verstelbare duikschoep<br />
geldt: hoe hoger de stand van de duikschoep,<br />
des te dieper loopt hij, hoe dieper de<br />
stand van de duikschoep, des te ondieper loopt<br />
hij.<br />
Bij te veel ”nazwemmers” tijdens het binnenvissen<br />
van de plug is het aan te raden om voedselnijd<br />
bij de rovers op te wekken. "Nazwemmers”<br />
betekent dat de roofvis het kunstaas tot<br />
de oever volgt, maar het kunstaas niet aanvalt.<br />
Met het onderlijnensysteem van "Paladin” heeft<br />
men het grootste succes.<br />
De vijf tot zes stroken zilverfolie, die voor het<br />
hoofdkunstaas gemonteerd zijn, stellen een<br />
school aasvis voor, die voor een kleine roofvis<br />
op de vlucht zijn. Naast de voedselnijd wordt<br />
ook nog de<br />
territorium-<br />
drift van de<br />
grote roofvis<br />
opgewekt.<br />
3. de reuk<br />
4. het zicht (het zien en herkennen)<br />
5. de smaak<br />
PALADIN<br />
onderlijnensysteem
1. De kleine molen wordt<br />
aan de hengel<br />
gemonteerd.<br />
2. Controleer of de molen<br />
correct en stevig aan de<br />
hengel gemonteerd is.<br />
3. Open de beugel van de<br />
molen.<br />
Handleiding voor de montage van de<br />
spinhengel voor het vissen<br />
op forel en baars<br />
4. Haal vanaf de molen de<br />
lijn door alle geleideogen.<br />
5. Bevestig de wartel aan<br />
het einde van de lijn met<br />
behulp van een halve<br />
bloedknoop.<br />
6. Controleer de knoop<br />
door er enkele malen<br />
stevig aan te trekken.<br />
Montage van het kunstaas<br />
Hang het oog van het kunstaas in de speld van<br />
de wartel en sluit deze vervolgens<br />
Reel assembly<br />
Fixed reel seat Insert reel foot into<br />
the reel seats<br />
Moveable<br />
reel seat<br />
Nut<br />
Lock nut<br />
Screw-in reel<br />
holder with lock<br />
nut<br />
Montage van de wartel<br />
Verbind de wartel met een halve<br />
bloedknoop aan de hoofdlijn<br />
1. Haal de hoofdlijn door<br />
het oog van de wartel<br />
2. Wikkel de lijn tenminste vijfmaal<br />
om de hoofdlijn<br />
3. Haal de lijn door de lus tussen<br />
de wartel en de wikkelingen en<br />
vervolgens door de grote lus<br />
4. Maak de hoofdlijn enigszins vochtig<br />
(bijvoorbeeld met een beetje speeksel) en<br />
trek de knoop daarna langzaam aan<br />
Fix reel seat with<br />
nut and secure it<br />
with the lock nut<br />
7. Hang in de speld van de<br />
wartel een stalen<br />
onderlijn.<br />
8. Sluit de speld van de<br />
wartel.<br />
9. Bevestig het kunstaas<br />
aan de wartel van de<br />
stalen onderlijn.<br />
10. Controleer de sterkte<br />
van de stalen onderlijn<br />
door er enkele malen<br />
stevig aan te trekken.<br />
11. Sluit de beugel van de<br />
molen.<br />
12. Stem de slip van de<br />
molen af op de<br />
trekkracht van de lijn die<br />
op de molen zit.<br />
13. Neem de volgende<br />
toebehoren mee:<br />
a. schep<br />
b. meetapparatuur<br />
c. visdoder<br />
d. mes<br />
e. onthaaktang<br />
f. bekkensperder<br />
NL<br />
OPGELET!<br />
Houd de haken en de kleine losse<br />
delen buiten het bereik van kinderen<br />
en huisdieren.<br />
Deze artikelen mogen alleen<br />
gebruikt worden onder toezicht van<br />
volwassenen.<br />
© Niets uit deze uitgave mag worden<br />
verveelvoudigd of gedeeltelijk openbaar<br />
worden gemaakt, zonder voorafgaande<br />
toestemming van Hospo-Verlag,<br />
51674 Wiehl<br />
- Germany -
Spinvissen is het vissen met hengel, molen en<br />
kunstaas op vissen, die zich voeden met andere<br />
vissen. Ideaal te bevissen met een lichte<br />
spinhengel zijn vissen zoals forel, baars en kopvoorn;<br />
met de zware spinhengel snoek, snoekbaars,<br />
meerval en roofblei.<br />
De uitrusting<br />
De set om te spinvissen is aan zware <strong>bel</strong>astingen<br />
onderhevig. Wat betreft de molen maakt de<br />
enthousiaste spinvisser gebruik van een molen<br />
met een vinger pick-up of meteen van een hengel<br />
met revolvergreep<br />
en een bijbehorende<br />
reel. Het is zeer<br />
<strong>bel</strong>angrijk, ook bij een<br />
lichte spinhengel, een<br />
stalen onderlijn van<br />
tenminste 15 centimeter<br />
lengte te gebruiken.<br />
Het is immers zo<br />
– met uitzondering<br />
van forellenvijvers –<br />
dat de snoek in<br />
dezelfde wateren<br />
voorkomt waarin ook<br />
de baars en de kopvoorn<br />
rondzwemmen.<br />
Hengel<br />
met een<br />
werpgewicht van<br />
30-60 gram<br />
Vissen met de spinhengel op forel en baars<br />
Een noodzakelijk<br />
hulpmiddel is een<br />
monteerbare anti–kink<br />
vaan. Door de constante<br />
druk op de lijn<br />
is het geleidelijk verdraaien<br />
van de lijn en<br />
daardoor een voortijdige<br />
slijtage van de lijn<br />
en breuk niet te verh<br />
i n d e r e n .<br />
Dit gevaar wordt door<br />
de anti-kink vaan verholpen.<br />
Een kleine handige<br />
truc die helpt is de veiligheidsspeldtruc:<br />
alles wat ogen heeft<br />
netjes bewaren met<br />
een veiligheidsspeld.<br />
Naast de noodzakelijke toebehoren is het aan<br />
Veiligheidsspeldtruc<br />
te raden om zilverfolie en lippenstift mee te<br />
nemen.<br />
Met de zilverfolie wordt donker kunstaas lichter<br />
gemaakt, met rode lippenstift wordt het kunstaas<br />
aantrekkelijker gemaakt.<br />
Het kunstaas<br />
Voor de keuze van het kunstaas gelden de volgende<br />
vuistregels:<br />
Somber weer<br />
Troe<strong>bel</strong> water = lichte kleur kunstaas<br />
Helder weer<br />
Helder water = donkere kleur kunstaas<br />
Wanneer in het viswater ondermaatse vissen<br />
verwacht worden, gebruik dan kunstaas met<br />
een enkele haak of knip met een tang twee<br />
haken van de dreg af. De bewuste visser drukt<br />
ook de weerhaken plat.<br />
Om te voorkomen dat een een vis niet vals<br />
gehaakt wordt, moet ervoor gezorgd worden,<br />
dat de haken beweegbaar op het kunstaas<br />
gemonteerd zitten.<br />
Het vissen<br />
Om succesvol met kunstaas te vissen probeert<br />
menzoveel<br />
mogelijk<br />
zintuigen<br />
van de roofvis<br />
te prikkelen.<br />
Al bij<br />
de inworp<br />
en het lan-<br />
"anti-kink”<br />
den op het<br />
wateroppervlak van<br />
het kunstaas wordt het<br />
eerste zintuig (het<br />
gehoor) van de vis aangesproken.<br />
Het harde geluid<br />
van het kunstaas dat op het<br />
wateroppervlak landt, maakt<br />
de meeste vissen aan het<br />
schrikken en jaagt ze weg.<br />
Het is daarom aan te raden om het<br />
kunstaas over de visrijke stek (de<br />
vangplaats) heen te werpen.<br />
Met hun gehoororgaan oriënteren roofvissen<br />
zich sterk op de aasgeluiden van de karperachtige<br />
vissen. De geluiden worden door de<br />
keelkiezen veroorzaakt. Deze geluiden van het<br />
opeen klappen van de keelkiezen proberen we<br />
bij kunstaas na te bootsen met behulp van<br />
ratels die in of op het kunstaas verwerkt zijn.<br />
Deze ratels vindt u vaak op de as van de spinner<br />
alsook in de buik van de plug.<br />
Door deze nagebootste aasgeluiden wekken<br />
we de aandacht van de roofvis voor zijn vermeende<br />
buit. Hij gebruikt zijn tweede zintuig -<br />
zijn zijlijnorgaan -, om trillingen te voelen en<br />
waar te nemen. Dit zijlijnorgaan maakt het alle<br />
vissen mogelijk kleine waterbewegingen<br />
respectievelijk verplaatsingen van het water<br />
waar te nemen en te voelen.<br />
Naast de enorm hoge gevoeligheid van het<br />
orgaan zorgt de hoge dichtheid van het water er<br />
voor (water heeft een dichtheid die ca. 300<br />
maal groter is dan de dichtheid van lucht), dat<br />
de roofvis zijn vermeende buit al op grote<br />
afstand kan waarnemen. De drukgolf van de<br />
spinnerbladen, het sterke uitslaan van de lepel,<br />
de vibraties van de plug en de gummi vis prikkelen<br />
dit "specifieke tastzintuig”.<br />
Als de aasvis en de rover dichter bij elkaar<br />
komen gaat het derde zintuig een rol spelen,<br />
het reukzintuig.<br />
Vissen hebben een uitzonderlijk goed ontwikkeld<br />
reukorgaan en kunnen zelfs nog de aller-<br />
kleinste reukdeeltjes waarnemen. De reuk van<br />
een aasvis kan met behulp van reukstoff e n<br />
nagebootst worden, die voor, op of in het aas<br />
(kunststofaas ) bevestigd worden.<br />
Nadat deze drie <strong>bel</strong>angrijkste zintuigen van de<br />
roofvissen geprikkeld zijn, ontbreekt als laatste<br />
<strong>bel</strong>angrijke prikkel om te bijten alleen nog het<br />
zien van de buit. Als al deze vier <strong>bel</strong>angrijke<br />
prikkels - horen, voelen ruiken en zien - op<br />
elkaar afgestemd zijn, zal er een aanbeet van<br />
de roofvis volgen.<br />
Bij een aanbeet komen de laatste twee zintuigen<br />
– smaak en het lichamelijk voelen – tot hun<br />
recht.<br />
Plug met zwemschoep<br />
(beweegbaar)<br />
"Smaakt” de vermeende buit slecht en voelt<br />
deze in de bek van de roofvis hard en onnatuurlijk<br />
aan, dan wordt deze meteen weer losgelaten.<br />
Hier helpt alleen de snelle reactie van de<br />
v i s s e r, die de aanbeet meteen verzilvert met<br />
een aanslag.<br />
Als het zachte gummi kunstaas op de juiste<br />
manier met aroma’s geprepareerd is, zal de<br />
roofvis zijn fout minder snel ontdekken en kan<br />
er ook met een vertraging aangeslagen worden.<br />
Gummi kunstaas voor de roofvis<br />
Montage voor water met obstakels<br />
(haak in het aas) afbeelding onder<br />
Om een water goed te bevissen zal eerst de<br />
diepte van het water vastgesteld moeten worden.<br />
Begin, nadat het kunstaas op het wateroppervlak<br />
terecht is gekomen, meteen te tellen en wel<br />
zo lang er lijn van de molen loopt. Onthoud na<br />
hoeveel tellen de lijn van de molen is gelopen<br />
(bijvoorbeeld acht tellen).<br />
Als u in dit water het aas vlak over de bodem<br />
wilt laten zwemmen, tel dan bij de nieuwe worp<br />
tot zes en sluit hierna meteen de beugel van de<br />
molen en begin meteen met het binnendraaien<br />
van het kunstaas. Deze methode kan vanzelfsprekend<br />
alleen met een zinkend kunstaas,<br />
zoals lepel, spinner, gummi kunstaas of met<br />
een zinkende plug uitgevoerd worden.<br />
Er wordt ideaal gevist als de stand van de hengel<strong>top</strong><br />
zich net boven het wateroppervlak<br />
De zintuigen van de roofvis:<br />
1. het gehoor<br />
2. de tast<br />
5<br />
3<br />
4<br />
1 2<br />
bevindt. Het binnenhalen van het kunstaas<br />
dient onregelmatig te gebeuren zodat de roofvis<br />
denkt dat dit een gemakkelijke buit is. Wie een<br />
groter wateroppervlak wil bevisssen en een<br />
extra prikkel op de roofvissen wil uitoefenen,<br />
probeert de hengel<strong>top</strong> tijdens het binnendraaien<br />
van het kunstaas op en neer te bewegen. Zinkend<br />
gummi kunstaas wordt binnengevist door<br />
de hengel<strong>top</strong> omhoog te halen en te laten zakken,<br />
terwijl u tegelijkertijd de molen opwindt.<br />
Het gummi kunstaas prikkelt de roofvis extra<br />
sterk, het aantal aanbeten is bovengemiddeld<br />
hoog. Omdat de grootste prikkel wordt veroorzaakt<br />
door het achterste gedeelte van het<br />
kunstaas, dat niet van een haak voorzien is, zullen<br />
over het algemeen jonge ondermaatse roofvissen<br />
in de staart bijten, met als gevolg dat er<br />
vaak mis geslagen wordt.<br />
Wie in een water met veel obstakels vist, kan<br />
het gummi kunstaas zo prepareren, dat deze<br />
niet vastloopt in de obstakels. Kijk op de tekening<br />
hoe de haak in het gummi kunstaas wordt<br />
bevestigd.<br />
Het goed vissen met pluggen vereist meer ervaring.<br />
Er is een veelvoud van verschillende soorten<br />
pluggen. Zelfs professionele vissers kennen<br />
ze niet allemaal.<br />
Als vuistregel geldt bij alle drijvende pluggen<br />
met duikschoep: hoe sneller u de plug binnen<br />
vist of er mee sleept, des te dieper duikt deze<br />
plug. Bij pluggen met een verstelbare duikschoep<br />
geldt: hoe hoger de stand van de duikschoep,<br />
des te dieper loopt hij, hoe dieper de<br />
stand van de duikschoep, des te ondieper loopt<br />
hij.<br />
Bij te veel ”nazwemmers” tijdens het binnenvissen<br />
van de plug is het aan te raden om voedselnijd<br />
bij de rovers op te wekken. "Nazwemmers”<br />
betekent dat de roofvis het kunstaas tot<br />
de oever volgt, maar het kunstaas niet aanvalt.<br />
Met het onderlijnensysteem van "Paladin” heeft<br />
men het grootste succes.<br />
De vijf tot zes stroken zilverfolie, die voor het<br />
hoofdkunstaas gemonteerd zijn, stellen een<br />
school aasvis voor, die voor een kleine roofvis<br />
op de vlucht zijn. Naast de voedselnijd wordt<br />
ook nog de<br />
territorium-<br />
drift van de<br />
grote roofvis<br />
opgewekt.<br />
3. de reuk<br />
4. het zicht (het zien en herkennen)<br />
5. de smaak<br />
PALADIN<br />
onderlijnensysteem