29.08.2013 Views

LIDL-Anl-4c-holl-bel-top (Page 1) - Lidl Service Website

LIDL-Anl-4c-holl-bel-top (Page 1) - Lidl Service Website

LIDL-Anl-4c-holl-bel-top (Page 1) - Lidl Service Website

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1. de middelmaat molen wordt<br />

aan de hengel gemonteerd.<br />

2. Controleer of de molen<br />

correct en stevig aan de<br />

hengel gemonteerd is.<br />

3 Open de beugel van de<br />

molen.<br />

4. Haal vanaf de molen de lijn<br />

door alle geleide-ogen.<br />

5. Monteer het schuifdlood op<br />

Alternativ-<br />

Montage met<br />

een Voerkorf<br />

Montage van de wartel<br />

Verbind de wartel met een halve<br />

bloedknoop aan de hoofdlijn<br />

1. Haal de hoofdlijn<br />

door het oog<br />

van de wartel<br />

Handleiding voor de montage<br />

van de bodemhengel<br />

voor het vissen op karper/paling<br />

de hoofdlijn en controleer of<br />

het schuiflood soepel over de<br />

lijn loopt.<br />

6. Bevestig de glasparel aan de<br />

lijn.<br />

7. Monteer de s<strong>top</strong>per.<br />

8. Monteer de middelmaat<br />

wartel met behulp van een<br />

halve bloedknoop.<br />

9. Controleer of de knoop goed<br />

2. Wikkel de<br />

lijn tenminste<br />

vijf-maal om de<br />

hoofdlijn<br />

3. Haal de lijn<br />

door de lus tussen de<br />

wartel en de wikkelingen<br />

en vervolgens door de grote<br />

lus<br />

Montage van de molen<br />

Vaste<br />

reelhouder<br />

Schroefreelhouder<br />

met contramoer<br />

bewegende<br />

molenschoen<br />

moer<br />

contramoer<br />

Montage van de s<strong>top</strong>per<br />

Haal de lijn doordobberslang<br />

(de ventielslang)<br />

Schuif de molenvoet<br />

in de<br />

molenschoen<br />

Dit nogmaals<br />

herhalen<br />

4. Maak de hoofdlijn<br />

enigszins vochtig<br />

(bijvoorbeeld met<br />

een beetje speeksel)<br />

en trek de knoop<br />

daarna langzaam<br />

aan<br />

Zet de molenschoen<br />

vast met<br />

de moer en borg<br />

hem met de<br />

contramoer<br />

zit en controleer de sterkte<br />

van de knoop door er enkele<br />

malen aan te trekken.<br />

10. Schuif de s<strong>top</strong>per van<br />

de knoop af.<br />

11. Hang de onderlijn (haakmaat<br />

2 – 8) in de speld van de<br />

wartel.<br />

12. Sluit de speld van de wartel.<br />

13. De onderlijn mag in geen<br />

glasparel<br />

Lijn strak trekken<br />

Grond-schuiflood<br />

Montage van de onderlijn<br />

Hang de onderlijn (haakmaat<br />

2 – 8) in de speld van de wartel<br />

en sluit deze vervolgens<br />

geval sterker zijn dan de<br />

hoofdlijn.<br />

14. Controleer de sterkte van de<br />

knopen van de onderlijn<br />

door er enkele malen aan te<br />

trekken.<br />

15. Sluit de beugel van de<br />

molen.<br />

16. Stel de slip van de molen in.<br />

17. Neem de volgende<br />

toebehoren mee:<br />

a. schepnet<br />

b. meetapparatuur<br />

c. visdoder<br />

d. mes<br />

e. onthaker of onthaaktang<br />

De vissoorten, die met deze manier<br />

van vissen het meest gevangen<br />

worden zijn karper, zeelt, baars,<br />

forel, kopvoorn, paling , barbeel en<br />

andere grote zoetwatervissen.<br />

NL<br />

OPGELET!<br />

Houd de haken en de kleine losse<br />

delen buiten het bereik van kinderen<br />

en huisdieren.<br />

Deze artikelen mogen alleen<br />

gebruikt worden onder toezicht van<br />

volwassenen.<br />

Kniklichten<br />

Dit product is overeenkomstig de<br />

richtlijn 1999/4545 EG als<br />

ongevaarlijk geclassificeerd.<br />

Veiligheidsinformatieblad<br />

91/155/EEG<br />

© Niets uit deze uitgave mag worden<br />

verveelvoudigd of gedeeltelijk openbaar<br />

worden gemaakt, zonder voorafgaande<br />

toestemming van Hospo-Verlag,<br />

51674 Wiehl<br />

- Germany -


Het vissen met de bodemhengel voor het vissen op karper/paling<br />

Bodemvissen betekent, dat het aas op de grond of<br />

net boven de grond wordt aangeboden.<br />

Deze vismethode kan bij bijna alle vissoorten toegepast<br />

worden.<br />

bodem-schuiflood<br />

glasparel<br />

s<strong>top</strong>perr<br />

speldwartell<br />

onderlijn<br />

haak grootte 2-8<br />

De uitrusting<br />

Het vismateriaal wordt bepaald door het water en<br />

de vissoort die men wil bevissen, maar ook of men<br />

vanuit de boot of vanaf de oever wil vissen. Een<br />

advies welke hengel of welk werpgewicht gebruikt<br />

dient te worden, kan daarom niet gegeven worden.<br />

Het is aan te raden dat de bodemhengel een half<br />

parabolische tot parabolische actie heeft.<br />

Daardoor is het mogelijk om zachte aassoorten (<br />

bijvoorbeeld aardappelen) in te werpen, zonder<br />

risico dat u het aas verliest.<br />

Als u tijdens het vissen de hengel continu in de<br />

hand houdt, is het aan te bevelen een hengel met<br />

een kurken handgreep te gebruiken.<br />

De molen mag niet te klein zijn; je komt bij bodemvissen<br />

immers vaak voor onaangename verrassingen<br />

te staan (vastzitten).<br />

De lijnsterkte wordt op de hengelset afgestemd.<br />

Voor de bodemvisserij is er een veelvoud van<br />

lood- en andere werpgewichten (zie ook hoofdstuk<br />

lood).<br />

Een specialiteit is het Tiroler hout. Dit werpgewicht<br />

wordt in de Alpenlanden bij het vissen in sterk<br />

stromend water gebruikt, maar ook in vlakke<br />

"Tiroler hout” stromend-water-montage<br />

"Tiroler hout” stilstaand-water-montage<br />

gebieden en bij het vissen in stilstaande wateren<br />

wordt het door steeds meer mensen steeds vaker<br />

gebruikt.<br />

Bij het vissen in stromend water en bij het vissen<br />

met natuurlijk aas verhindert het Tiroler hout, dat<br />

het aas (bijvoorbeeld een worm) door de stroming<br />

tussen de stenen of tussen de waterplanten vast<br />

komt te zitten en voor de vis onvindbaar wordt.<br />

Ook bij het vissen met een nimf wordt het Tiroler<br />

hout gebruikt. Daarbij worden zulke zware gewichten<br />

gebruikt, dat de vis die bijt, zichzelf al haakt.<br />

Als men in stilstaand water vist, garandeert het<br />

Tiroler hout dat het aas niet te gemakkelijk in de<br />

modder zinkt en dat de lijn soepel door het oog<br />

van het Tiroler hout kan lopen.<br />

Een ander interessant<br />

werpgewicht is<br />

de knijploodlijn. Vooral bij<br />

een bodem met veel knijploodlijn<br />

obstakels, waarbij<br />

steeds weer het lood<br />

vast komt te hangen, heeft het gebruik van de knijploodlijn<br />

veel voordelen.<br />

Als bij de knijploodlijn één of meerdere knijploden<br />

vast komen te zitten, worden deze door de hoofd-<br />

lijn er van af getrokken en de hoofdlijn, de wartel<br />

en de haak komen weer los.<br />

Uit Groot-Brittanië komt het vissen met de voerkorf,<br />

dat steeds populairder wordt .<br />

voerspiraal<br />

De voerkorf kan tegelijkertijd ook het werpgewicht<br />

zijn.<br />

Zo is er een voerkorf die met levend aas gevuld<br />

wordt en is er een spiraalveer waar lokvoer<br />

omheen gekneed wordt.<br />

Speciale haken voor het bodemvissen zijn er niet.<br />

De soort en de grootte van de haak worden altijd<br />

bepaald door de vissoort waarop gevist wordt. Dit<br />

geldt ook voor de wartel.<br />

De aassoorten<br />

Bij het vissen met de bodemhengel kan in principe<br />

iedere aassoort gebruikt worden., om te beginnen<br />

met de maden voor de voorn, tot de zeer grote<br />

dode aasvis voor de meerval of de snoek.<br />

Bij het bodemvissen kan het aas door het groter<br />

werpgewicht aanzienlijk verder ingeworpen worden<br />

dan bij andere vismethoden. Men kan ook<br />

een beduidend grotere oppervlakte bevissen.<br />

Ook kan het aas, als het uitgeworpen is, op de<br />

eenmaal uigezochte stek, voortdurend blijven liggen,<br />

omdat het wegdriften van de lijn door de wind<br />

of de stroming wordt verhinderd dankzij het zware<br />

lood.<br />

Dit lood kan weer zo gemonteerd worden, dat de<br />

vis bij het nemen van het aas geen weerstand<br />

bespeurt.<br />

Het vissen<br />

Bij het witvissen met de dobber<br />

wordt de beet herkend<br />

door het op en neer bewegen<br />

van de dobber. Bij het bodemvissen<br />

daarentegen is de<br />

beste manier om de beet vast<br />

te stellen, door met de vinger<br />

aan de lijn te voelen. Het<br />

gevoel in de vinger<strong>top</strong> is<br />

meestal zo sterk, dat zelfs het<br />

lichtste trekje aan het aas<br />

opgemerkt wordt.<br />

Bij deze methode moet vanzelfsprekend<br />

de hengel worden<br />

vastgehouden en is het<br />

vissen met een tweede hengel<br />

niet mogelijk. Ook een<br />

strip zilverfolie kan als beetmelder gebruikt worden.<br />

De hengel wordt op één of twee hengelsteunen<br />

gelegd en de lijn tussen de molen en het startoog<br />

wordt op lengte gebracht.<br />

Daarna wordt het zilverfolie om de hoofdlijn<br />

bevestigd. Het gewicht van het zilverfolie is in de<br />

meeste gevallen voldoende om de lijn naar beneden<br />

te houden.<br />

Als de vis het aas neemt en met de hoofdlijn wegloopt,<br />

loopt het zilverfolie naar boven richting hengel<br />

en de beet is duidelijk te herkennen.<br />

Beetmelders worden in de handel aangeboden. Bij<br />

deze beetmelders kan de gevoeligheid ingesteld<br />

worden.<br />

in- en uitschakelaar<br />

volumeschakelaar<br />

led (beetmelding)<br />

nagloeiled (beetmelding)<br />

voerkorf<br />

luidspreker<br />

schroefdraad voor de hengelsteun<br />

Met deze beetmelders is ook het vissen in stromend<br />

water mogelijk.<br />

Bovendien zijn er electrische en electronische<br />

beetmelders, waarvan een gedeelte met toon- en<br />

lichtsignalen is uitgevoerd.<br />

Omdat deze beetverklikkers iedere beet meteen<br />

melden, kan men met twee of drie hengels vissen.<br />

Enkele bijzondere beetverklikkers komen uit<br />

Groot-Brittannië: de winkelpikker/de feeder<strong>top</strong> en<br />

de swing<strong>top</strong>.<br />

Om met de swing<strong>top</strong> te kunnen vissen, moet het<br />

<strong>top</strong>oog van de hengel vervangen worden door een<br />

swingtip<strong>top</strong>oog. Het verwijderen van het oude<br />

<strong>top</strong>oog is eenvoudig, als men het oude <strong>top</strong>oog<br />

verhit, bijvoorbeeld met een aansteker en het<br />

daarna verwijdert.<br />

Het nieuwe swing<strong>top</strong>oog wordt met speciale lijm<br />

uit de vakhandel bevestigd.<br />

Swing<strong>top</strong>pen zijn er in verschillende lengtes en<br />

gewichten; voor iedere te bevissen vissoort is de<br />

juiste <strong>top</strong> verkrijgbaar. Hoe lichter de combinatie<br />

gedetailleerde<br />

weergave van<br />

de swing<strong>top</strong><br />

hengel, molen, lijn en werpgewicht, des te dunner<br />

en lichter kan de swing<strong>top</strong> zijn.<br />

Bij een inworp over het hoofd is het aan te raden<br />

om de hengel licht te kantelen, zodat de swing<strong>top</strong><br />

zich niet om de hengel heen wikkelt.<br />

Na de worp wordt de hengel op twee hengelsteunen<br />

gelegd. De hengelsteunen worden zo ingesteld,<br />

dat de swing<strong>top</strong> maar een paar centimeter<br />

boven het wateroppervlak hangt. Daarna wordt de<br />

hoofdlijn met de molen strak gedraaid totdat de<br />

swingmolen contact maakt met het aas en licht<br />

omhoog komt.<br />

Als een vis bijt, wordt zelfs de kleinste beweging<br />

van de lijn aan de swing<strong>top</strong> doorgegeven.<br />

Een hulpmiddel voor het vissen met deze swing<strong>top</strong>pen<br />

is een windschild, waardoor tegelijkertijd<br />

de beet nog beter wordt herkend.<br />

Voor het vissen in stromend water is de swing<strong>top</strong><br />

niet geschikt. Voor deze visserij wordt de feeder-<br />

feeder<strong>top</strong><br />

swing<strong>top</strong> met windschild<br />

hengel of de winckelpikker gebruikt. Deze <strong>top</strong>pen<br />

buigen zich onder de druk van de stroming tot een<br />

bepaald aantal graden, maar hebben nog altijd<br />

genoeg reserve om fijne aanbeten te herkennen.<br />

Zelfs de gevoeligste beetmelder heeft geen nut,<br />

als de verbinding van het aas met de beetmelder<br />

niet continu op spanning staat. Meteen na het uitwerpen<br />

wordt de lijn zo ver binnen gedraaid, dat<br />

men de weerstand van het werpgewicht voelt. Dan<br />

pas komt de beetverklikker in beeld.<br />

Een <strong>bel</strong>angrijke rol bij het bodemvissen speelt de<br />

onderlijn.<br />

Men heeft er voordeel bij om in stromend water<br />

onderlijnen te gebruiken van 60 centimeter of langer,<br />

omdat het haakaas dan niet gemakkelijk door<br />

de stroming in de zachte bodem wordt gedrukt.<br />

In stilstaand water worden onderlijnen gebruikt,<br />

die niet langer dan 50 centimeter zijn.<br />

Bij een langere onderlijn ziet men de beet niet, als<br />

de vis met het haakaas naar de hengel toe zwemt.<br />

Vaak maakt de visser het mee, dat de vis alleen<br />

maar met het haakaas speelt. De vis voelt bij het<br />

opnemen van het haakaas de onderlijn door zijn<br />

onderlijn<br />

enkeldradig<br />

stijf<br />

meerdradig/<br />

soepel<br />

gevoelige lippen en spuugt het haakaas steeds<br />

weer uit. In dit geval is het waarschijnlijk dat de<br />

onderlijn te dik is en moet deze vanzelfsprekend<br />

door een dunnere onderlijn vervangen worden.<br />

Dat zou echter niet overeenkomen met de oprechtheid<br />

van de visser.<br />

Het is een goede oplossing om de haak niet aan<br />

één maar aan vier of vijf dunnere onderlijnen<br />

gelijktijdig vast te knopen.<br />

Voor de vangst van roofvissen maakt men gebruik<br />

van kwalitatief goede stalen onderlijnen.<br />

feederhengel-opstelling<br />

NL


Dobbers<br />

De beetverklikker laat de visser horen of zien wanneer<br />

de vis aanbijt.<br />

De meest bekende beetverklikker is wel de dobber.<br />

Naast de functie de beet te melden, dient de dobber<br />

er ook vaak voor, het aas op de desbetreffende<br />

waterdiepte aan te bieden.<br />

De standaard dobber bestaat uit een drijflichaam,<br />

antenne, geleideogen of dobberslangen .<br />

De opbouw van het drijflichaam en de antenne<br />

worden bepaald door de het te bevissen water en<br />

de vissoorten die bevist worden.<br />

drijflichaam<br />

onderantenne<br />

verklikker<br />

antenne<br />

geleideoog<br />

Er zijn vele soorten materialen waarvan de dobber<br />

gemaakt kan zijn: van kurk, balsahout, pennen van<br />

het stekelvarken tot plastic aan toe.<br />

Voor de montage van de dobber aan de lijn zijn er<br />

twee mogelijkheden: de vaste en de schuivende<br />

montage.<br />

Bij de vaste montage wordt de dobber met zogenaamde<br />

dobberslang aan de hoofdlijn bevestigd.<br />

Het is echter altijd nog mogelijk de dobber op de<br />

hoofdlijn te verschuiven.<br />

Voor het dobbervissen moet men de dobber vanzelfsprekenduitloden.<br />

Men brengt<br />

net zo veel knijpof<br />

olijflood aan op<br />

de hoofdlijn, dat<br />

de dobber precies<br />

tot aan de antenne<br />

in het water<br />

verdwijnt en<br />

alleen de antenne<br />

zichtbaar is.<br />

Bij een vaste dobbermontage<br />

kan<br />

men maximaal zo<br />

diep vissen als de<br />

hengel lang is.<br />

Bij een schuivende<br />

dobbermontage is het daarentegen mogelijk in<br />

iedere waterdiepte te vissen.<br />

Bij de schuivende dobbermethode glijdt de lijn vrij<br />

door de geleideringen van de dobber.<br />

De dobber wordt ges<strong>top</strong>t door een s<strong>top</strong>per die op<br />

1.<br />

klassieke<br />

methode<br />

Tips en trucs voor het vissen<br />

Bruikbare tips voor lijnen, haken, dobbers en lood<br />

dobber voor<br />

stromend water<br />

dobber voor stilstaand<br />

water<br />

2. centrale<br />

doorvoermethode<br />

vaste<br />

dobbermontage<br />

3. Engelse<br />

methode<br />

(Waggler)<br />

de lijn bevestigd zit, naar de haak toe wordt de<br />

dobber als laatste ges<strong>top</strong>t door de wartel.<br />

Belangrijke toebehoren voor de schuifdobber zijn<br />

glas of plastic parels en verschillende s<strong>top</strong>pers.<br />

fout<br />

uitgelood<br />

Tussen de dobber en de<br />

s<strong>top</strong>per moet men altijd<br />

een glasparel monteren.<br />

Deze verhindert dat de<br />

s<strong>top</strong>per klem komt te zitten<br />

tussen de geleidering van<br />

de schuifdobber.<br />

Men kan de s<strong>top</strong>perknoop<br />

zelf maken of deze s<strong>top</strong>pers<br />

in de hengelsportzaken<br />

kant en klaar kopen.<br />

Deze s<strong>top</strong>pers zijn gemaakt<br />

van katoen of gummi.<br />

Ze voldoen uitstekend.<br />

Omdat de katoenen s<strong>top</strong>pers<br />

zeer fijn zijn uitgevoerd,<br />

kan men meerdere s<strong>top</strong>pers gelijktijdig op<br />

de lijn monteren. Bij slijtage kan de oude s<strong>top</strong>per<br />

zonder het verwijderen van de schuifdobber, vervangen<br />

worden.<br />

Bij de schuivendedobbermethodeonderscheidt<br />

men:<br />

1.Klassieke<br />

methode,<br />

goed<br />

uitgelood<br />

2.Centrale doorvoermethode,<br />

3.Engelse methode (Waggler)<br />

Methode 2 en 3 worden het meest toegepast.<br />

Bij deze methodes is het verwarren van de lijn om<br />

de antenne uitgesloten.<br />

Een interessante ontwikkeling op de dobbermarkt<br />

is de met een lichtdiode uitgevoerde lichtdobber,<br />

waarvan vooral de nachtvisser (paling, snoekbaars,<br />

meerval, karper etc.) veel plezier heeft.<br />

Tot de lichtdobbers hoort ook het kniklicht. Hierbij<br />

worden twee chemische vloeistoffen door het knikken<br />

van het plastic buisje met elkaar vermengd en<br />

daardoor licht het buisje op.<br />

Het kniklicht wordt aan de dobberantenne of aan<br />

de hengel<strong>top</strong> gemonteerd.<br />

Lood<br />

Het lood is nodig om:<br />

1. de dobber uit te loden,<br />

2. het aas op de visstek te houden,<br />

3. het werpgewicht te verhogen, waardoor het aas<br />

verder ingeworpen kan worden.<br />

In de visserij worden verschillende soorten lood<br />

gebruikt.<br />

Knijplood/klemlood<br />

Dit lood, dat een gewicht heeft van 0,05 tot 2,5<br />

gram, wordt hoofdzakelijk gebruikt bij dobbers die<br />

tot 10 gram drijfvermogen bezitten.<br />

Omdat goed knijplood heel<br />

zacht is, kan men het knijplood<br />

met de vingers op de lijn knijpen.<br />

Bijzonder zacht lood komt uit<br />

Groot-Brittannië. De Britten hebben eigen maten<br />

voor de grootte van het knijplood.<br />

Bladlood<br />

De dikte van bladlood kun je vergelijken<br />

met de dikte van papier,<br />

die op de gewenste lengte afgeknipt<br />

kan worden en op de lijn<br />

bevestigd kan worden. Dit lood is<br />

bijzonder geschikt om zelfs een<br />

zeer kleine dobber uit te loden.<br />

Foutbeten komen niet voor bij<br />

deze lange dunne loodstrips.<br />

Daarentegen komen geregeld<br />

foutbeten voor bij knijplood dat op de lijn is gemonteerd;<br />

dit komt doordat de vis dit knijplood aanziet<br />

voor een hennepkorrel.<br />

Druppellood<br />

Dit lood is, net als alle hierna volgende<br />

loden, een schuiflood,<br />

d.w.z. dat het lood vrij over de lijn<br />

kan lopen tot aan het s<strong>top</strong>perpunt<br />

(wartel of knoop). Dit lood wordt<br />

net als het knijplood, alleen voor<br />

de dobbervisserij gebruikt. Het<br />

druppellood is er in de gewichten<br />

van 0,25- 8 gram.<br />

Er moet op gelet worden dat bij<br />

het optuigen van de lijn, het<br />

zwaarste deel van het lood naar de haak toewijst,<br />

anders kan het lood zich bij de inworp in de lijn wikkelen.<br />

Olijf- en kogellood<br />

Deze schuifloden, die olijf- of kogelvormig zijn, worden<br />

voor het uitloden van uitzonderlijk zware dobbers<br />

gebruikt,<br />

maar men gebruikt<br />

ze ook bij de<br />

bodemvisserij.<br />

Om de knoop te<br />

beschermen<br />

moet men schuifloden<br />

zwaarder<br />

dan 10 gram altijd<br />

aan de onderkant<br />

voorzien van een<br />

s<strong>top</strong>per of parel<br />

die op de lijn gemonteerd is.<br />

Botlood<br />

Deze loden, die een zeskantige<br />

vorm hebben, zijn er in<br />

gewichten van 15-150 gram.<br />

Botloden zijn geschikt voor de<br />

bodemvisserij, als het water<br />

hard stroomt en men het aas<br />

op één bepaalde plaats op de<br />

bodem wil houden. De grote<br />

oppervlakte van dit lood verhindert<br />

het zinken in de zachte<br />

bodem.<br />

Stift- of Catherinenlood<br />

Met dit lood is het mogelijk verschillende<br />

gewichten achteraf te gebruiken<br />

of te wisselen.<br />

Bij de montage wordt de lijn eerst in<br />

de snee van de stift en vervolgens<br />

in de snee van het lood aangebracht.<br />

Hierna wordt de stift in het<br />

lood samengedrukt en wordt ieder<br />

deel enkele graden tegen elkaar gedraaid. Het is<br />

<strong>bel</strong>angrijk dat het brede deel van de conische stift<br />

naar de wartel wijst. Als men de montage in de<br />

andere richting bevestigt, dan stoot men de stift al<br />

snel na enkele inworpen uit het lood. Het stiftlood is<br />

olijfvormig of heeft een zeskantige vorm.<br />

Wartellood<br />

Het wartellood met zijn peervorm<br />

en ingegoten wartel of<br />

draadoog aan het einde van<br />

het loodlichaam, is het meest<br />

gebruikte lood voor de bodemvisserij,<br />

zowel in zoet als in<br />

zout water.<br />

Wartelloden hebben een zeer<br />

goede aërodynamica. Een verder<br />

voordeel is het grote oog<br />

van de draad of wartel dat<br />

ervoor zorgt, dat de lijn ongehinderd<br />

na een aanbeet door<br />

het oog kan lopen.<br />

Er wordt een glasparel onder<br />

het lood bevestigd om te voorkomen dat de knoop<br />

van de wartel in het oog van het wartellood klem<br />

raakt.<br />

Ankerlood<br />

Deze variant van het<br />

schuiflood wordt in de<br />

brandingvisserij ingezet.<br />

In de zandige bodem van<br />

de kustwateren houden de<br />

ankers het aas ook bij een<br />

sterke stroming zeker op<br />

de plaats. Daarbij komt<br />

nog, dat deze ankers zo<br />

buigzaam zijn, dat ze bij<br />

het binnenhalen van de<br />

lijn ook weer uitgebogen<br />

kunnen worden.<br />

Staand lood<br />

Bij het vissen in stilstaande<br />

wateren hebben deze en<br />

andere loden met drijflichamen<br />

hun waarde bewezen.<br />

Het lood verhindert dat het<br />

aas in de zachte bodem zinkt.<br />

Zelfs wanneer het lood in de<br />

zachte bodem zinkt, kan de<br />

lijn nog steeds vrij door de<br />

wartel van het drijflichaam<br />

lopen.<br />

Met deze loden kan men ook ideaal in sterk<br />

stromend water vissen. Het aas kan zich net<br />

boven de bodem bewegen.<br />

Het karper-/anti–Tangle-lood<br />

Een ander zeer geliefd lood, dat ervoor zorgt<br />

dat de onderlijn zeker niet verward raakt in<br />

het lood, is het karper/anti-Tangle-lood. De<br />

lange gemonteerde tube verhindert zeker<br />

dat de haak of de onderlijn niet in de<br />

hoofdlijn verward raakt tijdens de<br />

inworp.<br />

Bellen en zilverpapier<br />

Een eenvoudige en effectieve beetmelder<br />

voor de bodemvisserij zonder dobber<br />

is een klein <strong>bel</strong>letje, dat aan de hengel<strong>top</strong><br />

of aan de hoofdlijn bevestigd wordt.<br />

Zelfs als de vis zeer voorzichtig interesse<br />

toont in het aas, dan al klinkt het signaal<br />

van het <strong>bel</strong>letje.<br />

Nog eenvoudiger en<br />

net zo effectief is het<br />

streep zilverfolie, die<br />

tussen de eerste en<br />

de tweede geleidering<br />

van de hengel om de<br />

hoofdlijn gewikkeld<br />

wordt. Als de vis aan<br />

de hoofdlijn trekt, trekt<br />

hij het zilverfolie mee.<br />

NL<br />

OPGELET!<br />

Houd de haken en de kleine losse<br />

delen buiten het bereik van kinderen<br />

en huisdieren.<br />

Deze artikelen mogen alleen<br />

gebruikt worden onder toezicht van<br />

volwassenen.<br />

Kniklichten<br />

Dit product is overeenkomstig de<br />

richtlijn 1999/4545 EG als<br />

ongevaarlijk geclassificeerd.<br />

Veiligheidsinformatieblad<br />

91/155/EEG<br />

© Niets uit deze uitgave mag worden<br />

verveelvoudigd of gedeeltelijk openbaar<br />

worden gemaakt, zonder voorafgaande<br />

toestemming van Hospo-Verlag,<br />

51674 Wiehl<br />

- Germany -


Montagehandleiding<br />

1. De grote vaste molen op de<br />

hengel monteren.<br />

2. Controleren of de molen stevig<br />

en veilig op de hengel is<br />

gemonteerd.<br />

3. Het slipmechanisme van de<br />

molen openen.<br />

4. Te beginnen bij de molen, de lijn<br />

door alle ogen van de hengel<br />

trekken.<br />

Hoofdlijn<br />

S<strong>top</strong>permontage<br />

Lijn door dobberrubber geleiden<br />

Montagehandleiding van de<br />

snoek-snoekbaarshengel<br />

5. De eerste s<strong>top</strong>per monteren.<br />

6. De glazen kraal oprijgen.<br />

7. De schuifdobber met een<br />

draagkracht tussen 20 en 50 gram<br />

opschuiven.<br />

8. Het schuiflood, dat voor het<br />

uitbalanceren van de dobber<br />

volstaat,<br />

op de hoofdlijn rijgen.<br />

9. De tweede s<strong>top</strong>per monteren.<br />

kogellood<br />

Wartelmontage<br />

Wartel met een<br />

grinnerknoop<br />

bevestigen<br />

1. Lijn door het<br />

oog van de<br />

wartel steken<br />

Montage van de<br />

stalen onderlijn<br />

Hang de lus van de stalen<br />

onderlijn in de speld van<br />

de wartel en sluit deze<br />

2. Ten<br />

minste<br />

5 maal om<br />

de hoofdlijn<br />

wikkelen<br />

Handeling herhalen<br />

Montage van de schuifdobber<br />

Engelse methode (Waggler)<br />

10. Grote wartel met halve,<br />

omgekeerde bloedknoop aan de<br />

hoofdlijn bevestigen.<br />

11. Knoop met trekproef controleren<br />

op juiste bevestiging en<br />

stevigheid.<br />

12. Tweede s<strong>top</strong>per (zie nr. 10) tot<br />

tegen de halve bloedknoop van de<br />

wartel schuiven.<br />

13. Een stalen onderlijn van ten minste<br />

45 cm met lus en haak in de open<br />

connector van de wartel hangen.<br />

Lijn strak trekken<br />

3. Het uiteinde<br />

van de lijn door<br />

het oog tussen<br />

wartel en<br />

wikkelingen geleiden<br />

en vasthouden<br />

De voorlijn moet zwakker zijn<br />

dan de hoofdlijn<br />

Glazen kraal<br />

4. Lijn vochtig<br />

maken (tongpunt)<br />

en de knoop<br />

aantrekken<br />

14. Karabijn van de wartel sluiten.<br />

15. De stevigheid van de voorlijn<br />

mag in geen geval groter zijn<br />

dan die van de hoofdlijn.<br />

16. Bevestigingsdelen van de stalen<br />

voorlijn testen door eraan te<br />

trekken.<br />

17. Slipbeugel van de molen sluiten.<br />

18. Remmechanisme van de vaste<br />

molen instellen.<br />

19. Het volgende toebehoor<br />

meenemen:<br />

a) Landingsnet/Landingshaak<br />

b) Meettoestel<br />

c) Bedwelmingsapparaat<br />

d) Mes<br />

e) Onthaaktang<br />

f) Bekspreider<br />

De meest gevangen vissoorten met<br />

deze methode zijn snoekbaars, snoek,<br />

meerval en grote zalmen (meerforellen).<br />

NL<br />

OPGELET!<br />

Houd de haken en de kleine losse<br />

delen buiten het bereik van kinderen<br />

en huisdieren.<br />

Deze artikelen mogen alleen<br />

gebruikt worden onder toezicht van<br />

volwassenen.<br />

© Niets uit deze uitgave mag worden<br />

verveelvoudigd of gedeeltelijk openbaar<br />

worden gemaakt, zonder voorafgaande<br />

toestemming van Hospo-Verlag,<br />

51674 Wiehl<br />

- Germany -


Grote roofvissen <strong>bel</strong>asten onze wateren.<br />

Opgenomen voer zetten ze nauwelijks nog in<br />

eigen gewicht om.<br />

De snoek bijvoorbeeld verwerkt het voer tijdens<br />

de eerste levensjaren enorm goed. Drie<br />

pond voedervis zet hij om in een pond eigen<br />

gewicht. Maar deze verhouding van 3:1 geldt<br />

niet meer, als de snoek 14 tot 15 pond zwaar<br />

geworden is. Bij zeer grote snoeken verslechtert<br />

de verhouding tussen voer en gewichtstoename<br />

naar 50:1.<br />

Deze sterke <strong>bel</strong>asting van de visbestanden in<br />

onze wateren moet met corrigerende maatregelen<br />

die rechtstreeks ingrijpen in het ecologische<br />

systeem bestreden worden. De biotoop<br />

van de roofvis wordt doelgericht bevist.<br />

Uitrusting<br />

De roofvishengel is ten minste 2,70 m lang,<br />

omdat het vaak nodig is, op grote afstand aan<br />

te slaan. Een gelijkmatig sterke parabolische<br />

actie vermoeit de grote roofvissen bij het drillen<br />

sneller. Goede werp-, aanslag- en drileigenschappen<br />

worden het best door koolstofhengels<br />

gegarandeerd. Ze genieten de voorkeur<br />

boven glasvezelhengels.<br />

De hengel moet – wegens het zware aas –<br />

een werpgewicht van 100 gram hebben.<br />

De lijn moet een diameter van ten minste 0,40<br />

mm hebben en er moet ten minste 175 m lijn<br />

op de molen gespoeld kunnen worden. Deze<br />

lijnlengte is nodig, omdat de roofvis vaak op<br />

grote afstand bevist wordt.<br />

Tot de uitrusting behoort naast het lint, het bedwelmingsapparaat,<br />

het mes en de onthaak-<br />

tang een grote, stabiele landingshulp zoals<br />

een ruim landingsnet of een handige landingshaak.<br />

Een absolute must voor het verwijderen van<br />

de haak is de bekspreider. Een goede bekspreider<br />

verwondt de vis niet. De hoek van de<br />

bekspreider wordt volgens de grootte van de<br />

gevangen vis ingesteld.<br />

Aas<br />

Als het kunstaas niet succesvol blijkt, wordt<br />

met dode of levende aasvis gevangen.<br />

Alleen bij corrigerende maatregelen die rechtstreeks<br />

ingrijpen in het ecologische systeem<br />

mag levende vis als aasvis gebruikt worden.<br />

Andere praktijken zijn in strijd met de wet op<br />

de dierenbescherming. Om te vissen met<br />

levende aasvis moet bij de bevoegde overheid<br />

een vergunning aangevraagd worden.<br />

Als vissoort moet de vissoort gekozen worden<br />

die in het water het meest voorkomt, bijv.<br />

blankvoorn, rietvoorn of kopvoorn. Roofvissen<br />

Vissen met de snoek-/snoekbaarshengel<br />

Hoekspreider<br />

Bekspreider<br />

(half geopend)<br />

zijn 'ingesteld' op de prooidieren die in hun biotoop<br />

voorkomen. Naast dode vissen worden<br />

ook visrepen als aas gebruikt. Het aas mag<br />

niet te klein zijn. Een blankvoorn van 20 cm<br />

lengte bijvoorbeeld heeft de juiste grootte. Vele<br />

hengelaars gebruiken te klein aas.<br />

Vissen<br />

Om zo diervriendelijk mogelijk te handelen,<br />

wordt voor de montage van afzonderlijke<br />

haken en neushaak gekozen.<br />

VERKEERDE<br />

neushaak<br />

Het is verkeerd de haak vanaf de muil te monteren.<br />

Dit leidt heel vaak tot verkeerde beten,<br />

omdat de haak bij het naar beneden slingeren<br />

van het aas verder in het aas gedreven wordt<br />

en de aanslag door de hengelaar alleen maar<br />

het aas treft.<br />

De juiste methode is, de haak via het neusgat<br />

in de keelholte en door de muil naar buiten te<br />

schuiven. Zo worden verkeerde beten vermeden.<br />

Voor de worp wordt de rem op 'zacht' ingesteld,<br />

omdat het draaimoment door de verlaging<br />

van de opgespoelde lijn na<br />

het uitwerpen verhoogt en de<br />

rem hogere prestaties levert.<br />

Als men bijvoorbeeld bij een volle<br />

spoel (180 m, lijn van 0,40 cm<br />

diameter) de rem op de helft van<br />

de draagkracht van de lijn instelt<br />

en het aas bij de aanslag 90 m<br />

(dus de helft van de lijnvoorraad)<br />

verwijderd is, heeft de remkracht zich door de<br />

verminderde lijnvoorraad op de spoel verdub<strong>bel</strong>d.<br />

Bij een heftige vlucht wordt de lijn over<strong>bel</strong>ast<br />

en breekt.<br />

JUISTE<br />

neushaak<br />

Met levend aas worden geen verre worpen<br />

gemaakt. De vis wordt voorzichtig in het water<br />

gelaten. U kiest daarvoor een plaats, waarvan<br />

u door lang kijken weet, dat er zich roofvissen<br />

ophouden.<br />

Ook dode aasvis levert<br />

succes op. Hij wordt als<br />

stationair aas (dus ter<br />

plaatse) aangeboden of<br />

als dood spinaas met<br />

verschillende systemen.<br />

Belangrijk is een lange<br />

stalen onderlijn tot 1 m<br />

lengte.<br />

De reden hiervoor is<br />

logisch.<br />

De maagzak bevindt zich<br />

in het midden van de vis.<br />

Als een roofvis van 1,20<br />

m het aangeboden aas<br />

inslikt, heeft hij meteen<br />

ook 60 cm stalen onderlijn<br />

ingeslikt. Bij een te<br />

korte onderlijn komen de<br />

tanden van de roofvis aan de monofiele hoofdlijn.<br />

Bovendien zou het schuiflood tegen de flanken<br />

van de vis slaan en zou de roofvis het aas<br />

weer uitspuwen.<br />

De aanbeet van een roofvis wordt meteen met<br />

een aanslag beantwoord. Wachten tot de vis<br />

het aas ook werkelijk ingeslikt heeft, is niet<br />

nodig en komt niet overeen<br />

met de regels van<br />

de kunst.<br />

Een vertraagde aanslag<br />

is alleen bij aasvissen<br />

van meer dan 20 cm<br />

lengte gerechtvaardigd.<br />

Omdat het gebruik van<br />

de roofvishengel een van<br />

de moeilijkste hengelmethoden<br />

is, raden wij aan,<br />

zich de eerste keren door<br />

een ervaren collega te<br />

laten bijstaan.<br />

De zintuigen van de roofvis:<br />

1. het gehoor<br />

2. de tast<br />

Haaksysteem voor<br />

dode aasvis<br />

Haaksysteem 1 voor het spinvissen<br />

met dode aasvis<br />

Haaksysteem 2 voor het spinvissen<br />

met dode aasvis<br />

3. de reuk<br />

4. het zicht (het zien en herkennen)<br />

5. de smaak<br />

NL


Montagehandleiding<br />

1. De zoutwatermolen aan de<br />

hengel monteren.<br />

2. De perfecte en veilige montage<br />

van de molen aan de hengel<br />

controleren.<br />

3. De beugel van de molen<br />

openen.<br />

4. De lijn door alle lijnogen van de<br />

hengel trekken.<br />

1) Lus wordt door<br />

het oog van de<br />

wartel geleid.<br />

Montagehandleiding voor<br />

de ka<strong>bel</strong>jauw- en makreelhengel<br />

Montage van<br />

wartel met lus<br />

5. De zware wartel op het uiteinde<br />

van de lijn met een halve<br />

omgekeerde bloedknoop<br />

bevestigen.<br />

6. De stevigheid van deze knoop<br />

testen door eraan te trekken.<br />

7. Een lus van de onderlijn in de<br />

open connector van de wartel<br />

hangen.<br />

2) Wartel wordt door de lus<br />

geleid.<br />

De lus wordt met een<br />

krachtige trekbeweging<br />

<strong>bel</strong>ast en de verbinding<br />

wordt gecontroleerd.<br />

Montage van werplood<br />

of pilker<br />

Oog van de pilker of werplood<br />

in de connector van de wartel<br />

hangen en deze sluiten.<br />

Houder met<br />

contramoer<br />

Beweegbare<br />

schoen<br />

Moer<br />

Contramoer<br />

Vaste schoen<br />

4) Hang het oog van het<br />

kunstaas in de speld van<br />

de wartel en sluit deze<br />

vervolgens<br />

Montage van de molen<br />

8. Connector van de wartel sluiten.<br />

9. Onderlijn ordenen en strekken.<br />

10. In de vrije lus van de onderlijn<br />

de tweede wartel hangen.<br />

11. De verbindingen van de<br />

onderlijn testen door eraan te<br />

trekken.<br />

Voet in schoen<br />

schuiven<br />

12. In de open connector op het<br />

einde van de onderlijn een<br />

zwaar lood of pilker hangen.<br />

13. Connector van de wartel sluiten.<br />

14. Beugel sluiten.<br />

15. Rem van de molen op de dikte<br />

van de lijn instellen.<br />

16. De volgende toebehoren<br />

meenemen:<br />

a) Bedwelmingsapparaat<br />

b) Mes<br />

Montage van de c) Onthaaktang<br />

wartel<br />

Wartel met halve<br />

omgekeerde bloedknoop<br />

bevestigen.<br />

d) Meettoestel<br />

1. Lijn door het oog van de<br />

wartel trekken.<br />

2. Ten minste 5 windingen<br />

rond de hoofdlijn leggen.<br />

3. Einde van de lijn door het oog<br />

tussen wartel en windingen voeren<br />

en omkeren.<br />

4. Lijn lichtjes bevochtigen<br />

(tongpunt) en naar de knoop<br />

trekken.<br />

Schoen met vastzetmoer<br />

fixeren en met contramoer<br />

beveiligen.<br />

NL<br />

OPGELET!<br />

Houd de haken en de kleine losse<br />

delen buiten het bereik van kinderen<br />

en huisdieren.<br />

Deze artikelen mogen alleen<br />

gebruikt worden onder toezicht van<br />

volwassenen.<br />

© Niets uit deze uitgave mag worden<br />

verveelvoudigd of gedeeltelijk openbaar<br />

worden gemaakt, zonder voorafgaande<br />

toestemming van Hospo-Verlag,<br />

51674 Wiehl<br />

- Germany -


Vissen met de ka<strong>bel</strong>jauw-/makreelhengel<br />

Met deze hengelwijze, die aan de kusten<br />

het meest bekend is, worden vanuit de boot<br />

makreel, haring, ka<strong>bel</strong>jauw en andere zeevissen<br />

gevangen.<br />

De boten vertrekken 's morgens tussen 6 en<br />

7 uur. Om de visrijke gebieden te bereiken,<br />

moeten ze anderhalf tot twee uur varen.<br />

Uitrusting<br />

De basisvoorwaarde is een sterke hengel<br />

met een werpgewicht van 150-300 gram.<br />

Even <strong>bel</strong>angrijk is een grote molen die<br />

geschikt is om te vissen in zoutwater. De lijn<br />

moet ten minste een diameter van 0,5 mm<br />

en een draagkracht van ten minste 25 pond<br />

hebben.<br />

De hengel moet beduidend langer zijn dan<br />

de onderlijn. Met een te korte hengel kunnen<br />

de makrelen niet met een trekbeweging<br />

over de reling gehaald worden. Ze kunnen<br />

tegen de scheepswand slaan of zich vrij<br />

schudden.<br />

Een goede lengte is 2,40 tot 2,70 m.<br />

Aas<br />

Als aas wordt een makreelonderlijn van een<br />

tot twee meter gebruikt die met meerdere<br />

haken uitgerust is.<br />

De standaardmakreelonderlijn is 1,75 m<br />

lang en heeft tot 6 haken.<br />

Aan deze haken wordt kunstaas gebonden,<br />

meestal gekleurde veren, maar ook aluminiumfolie,<br />

metalen banden of kunststofimitaties<br />

van kreeften, vissen en kraken.<br />

De vorm van het kunstaas speelt geen grote<br />

rol. In een school reageert de makreel op<br />

alles wat de grootte van een prooi heeft.<br />

De onderlijn heeft aan beide uiteinden een<br />

lus. Met de ene lus wordt ze aan de connector<br />

van de hoofdlijn bevestigd, met de<br />

andere wordt het gewicht - een werplood of<br />

pilker - aangebracht.<br />

Uitwerpen van de<br />

makreelhengel met de<br />

onderarmworp<br />

Voor voren<br />

slingeren<br />

makreelonderlijn<br />

Naar achteren<br />

slingeren<br />

Bij het tweede naar<br />

voren slingeren<br />

Vrijgeven van de lijn<br />

Vissen<br />

Als de boot een visrijk gebied bereikt heeft,<br />

wordt er ges<strong>top</strong>t en het hengelen kan beginnen.<br />

De beugel wordt omgelegd en de lijn met de<br />

makreelonderlijn en het werpgewicht door<br />

middel van een onderarmworp uitgeworpen.<br />

Het 'pilken'<br />

De kotters zijn dikwijls heel vol, daarom<br />

dient er rekening met elkaar gehouden te<br />

worden. Door de lijn boven het hoofd uit te<br />

werpen, brengt u anderen en uzelf in<br />

gevaar, een te laag gewicht drijft de<br />

makreelonderlijn in de lijnen van andere vissers.<br />

Laat de lijn zolang van de spoel aflopen, tot<br />

het werpgewicht grondcontact heeft. Dan<br />

wordt de beugel gesloten en het gewicht ca.<br />

1 m opgetrokken.<br />

Om het kunstaas te laten bewegen, wordt<br />

de hengelpunt iets opgetild en naar beneden<br />

gelaten. Als er na een minuut geen vis<br />

bijt, haalt u de lijn 2-3 m in en probeert in<br />

een nieuwe waterdiepte hetzelfde.<br />

Deze werkwijze herhaalt u zolang, tot het<br />

werpgewicht het wateroppervlak weer<br />

bereikt heeft. Daarna wordt het opnieuw uitgeworpen.<br />

Omdat de boot tijdens het hengelen niet<br />

verankerd is en dus drijft, bevist u steeds<br />

weer een nieuw gebied.<br />

Als een vis bijt, merkt u dit door een heftige<br />

ruk. Ervaren hengelaars trekken een enkele<br />

vis echter niet uit het water. Ze wachten tot<br />

meerdere makrelen in de nog vrije haken<br />

gebeten hebben. Pas dan wordt de lijn ingehaald.<br />

Daarbij is het <strong>bel</strong>angrijk, de zwengelomdraaiingen<br />

te tellen. Met deze kleine truc<br />

Pilken met de zee-/boothengel<br />

bepaalt u de waterdiepte waarin de school<br />

zich ophoudt.<br />

Makreel wordt niet gedrild. Daarvoor is hij in<br />

verhouding tot de lijndikte te licht. De<br />

gehaakte makreel wordt ook niet met een<br />

landingshulp in de boot gebracht, maar<br />

gewoon uit het water getild. De krachtige<br />

hengel en de sterke lijn maken dit mogelijk.<br />

Na het losmaken en verzorgen van de vissen<br />

wordt de terugloopblokkering van de<br />

molen uitgeschakeld en het aas door achteruit<br />

draaien van de zwengel in het water<br />

gelaten, dus niet uitgeworpen.<br />

Het aantal zwengelomdraaiingen komt overeen<br />

met het aantal waarmee we de vissen<br />

uit het water gehaald hebben. Zo bereikt het<br />

aas de diepte waarin de makrelen zich<br />

ophouden.<br />

De vissen worden op de boot al deskundig<br />

gestript en schoongemaakt. Zorg ervoor,<br />

dat er geen bloedvlekken op uw kleding<br />

komen. Makreelbloed is heel moeilijk te verwijderen.<br />

Als de vissen schoongemaakt zijn, worden<br />

ze in meegebrachte koeltassen bewaard.<br />

Koelaccu's in koeltassen zijn – vooral op<br />

warme zomerdagen – niet betrouwbaar.<br />

Beter is droog ijs, waarin de vis 24 uur lang<br />

fris blijft.<br />

Bij het vissen met de makreelhengel wordt<br />

Aasgewicht<br />

ca. 100 g<br />

ook ka<strong>bel</strong>jauw, koolvis, geep, horsmakreel<br />

en pollak gevangen, vooral als<br />

een pilker als werpgewicht<br />

gebruikt wordt.<br />

Bij het losmaken van de<br />

horsmakreel van de haak<br />

moet u heel voorzichtig zijn.<br />

De vis heeft grote spitse rugstekels<br />

waaraan u zich gemakkelijk<br />

kunt verwonden.<br />

Ten slotte wijzen we nog op<br />

een bijzondere eigenschap van de makreel.<br />

Als lid van de familie van de tonijnen hebben<br />

makrelen een lichaamstemperatuur die<br />

iets hoger is dan die van het omgevende<br />

water. Dat is een van de redenen voor hun<br />

ongelooflijke temperament.<br />

De makreel heeft een lengte van 30-35 cm<br />

en weegt 400 tot 500 gram. Het tot nu toe<br />

zwaarste exemplaar werd uit het water<br />

gehaald door een Amerikaan, gewicht:<br />

3.397 gram. De Duitse recordmakreel<br />

bracht echter slechts 1.476 gram op de<br />

weegschaal.<br />

Zeevissen - wind- en drijfrichting<br />

Aasgewicht<br />

ca. 200 g<br />

Scheepsknopen<br />

(voor<br />

makreelonderlijn)<br />

NL


Lijnen<br />

Werd er in vroegere tijden geprepareerde darm<br />

van dieren, later paardenhaar en nog later gevlochten<br />

zijden lijn als vislijn gebruikt, vandaag de<br />

dag wordt er met monofile nylon en de gevlochten<br />

multifile dynema lijnen gevist.<br />

De monofile nylon lijn heeft veel voordelen:<br />

1. hij is erg dun en heeft desondanks een behoorlijke<br />

trekkracht<br />

2. hij rekt maar weinig uit, als hij <strong>bel</strong>ast wordt<br />

3. hij gaat - als hij goed onderhouden wordt – relatief<br />

lang mee.<br />

Monofile nylon lijnen<br />

moeten goed<br />

behandeld worden.<br />

Al bij het<br />

opspoelen van<br />

de nylon lijn op<br />

de molen moet<br />

men erop letten,<br />

dat de lijn zich<br />

niet verdraait op<br />

de molen. De<br />

beste manier om<br />

de lijn op de molen te spoelen is door de lijn van de<br />

gekochte spoel door de bladzijden van een dik<br />

gesloten boek te halen en daarna pas op te spoelen;<br />

hierdoor wordt het kinken van de lijn opgeheven.<br />

Monofile nylon industrielijnen zijn verkrijgbaar in<br />

ca. 70 verschillende kleuren en 30 verschillende<br />

kwaliteiten. De kleinste spoelcapaciteit van de<br />

spoelen bedraagt 25 meter. Ze worden ook wel<br />

onderlijnspoelen genoemd, omdat op deze 25 –<br />

meter- spoelen voornamelijk onderlijnmateriaal<br />

gespoeld wordt.<br />

De meest gekochte lengtes zijn 200 tot 300 meter<br />

bonusspoelen.<br />

Monofile nylon lijnen zijn in verschillende diameters<br />

en kleuren verkrijgbaar. Als vuistregel geldt: hoe<br />

dunner en lichter de hengel en de molen zijn, des<br />

te dunner en lichter kan de lijn zijn. Hoe zwaarder<br />

de hengel en de molen uitvallen, des te sterker<br />

moet de lijn zijn. Bij twijfel kan men het beste de<br />

sterkere lijn gebruiken.<br />

Nylon lijnen hebben veel voordelen maar er kleven<br />

ook nadelen aan. De nylon lijn is uiterst warmte- en<br />

(uv-)lichtgevoelig. Als de lijn bijvoorbeeld in de<br />

zomer dagenlang op de hoedenplank van de auto<br />

ligt, verliest hij tot 90 procent van zijn trekkracht.<br />

Ook zeer gevoelig zijn de monofile nylon lijnen<br />

voor ruwe oppervlakten. Zelfs kleine scheurtjes in<br />

de lijn vergroten zich razendsnel en daardoor<br />

treedt er snel lijnbreuk op. Daarom moeten alle<br />

plaatsen waarmee de lijn in contact komt (molenbeugel,<br />

lijnrol, spoelrand en alle geleideringen)<br />

altijd glad zijn en geen beschadigingen hebben.<br />

Men moet telkens na het vissen het voorste stuk<br />

van de lijn controleren, vooral als er op de bodem<br />

gevist is. Als dit stuk lijn ruw is geworden aan het<br />

oppervlak, dan<br />

moet men het<br />

eerste stuk lijn<br />

verwijderen.<br />

Het verwijderde<br />

stuk lijn<br />

moet thuis op<br />

de hand gerold<br />

worden en<br />

daarna meermaalsdoorgesneden<br />

worden.<br />

Blijft dit stuk lijn<br />

in de natuur liggen, dan kunnen dieren en mensen<br />

daaraan vast blijven hangen en zich zelfs dodelijk<br />

verwonden.<br />

Na het vissen in zout water moet de lijn fatsoenlijk<br />

met zoet water afgespoeld worden. De zoutkristallen<br />

die zich op de lijn hechten, tasten de kwaliteit<br />

van de lijn aan.<br />

Door de inwerking van licht, lucht en water, door de<br />

<strong>bel</strong>asting van de lijn bij de worp, het drillen en het<br />

uitrekken, gaat de kwaliteit van de lijn achteruit.<br />

Meestal gaat de lijn na een gemiddeld visjaar 50<br />

De vulling van de spoel<br />

Tips en trucs voor het vissen<br />

B ru i k b a re tips voor lijnen, h a ke n , d o bb e rs en lood<br />

te veel te weinig goed<br />

Het goed opwikkelen<br />

van de lijn op<br />

een molenspoel<br />

Het op de juiste<br />

manier verkleinen<br />

van de gebruikte<br />

lijn<br />

procent in kwaliteit achteruit. Het is dan ook aan te<br />

raden bij het begin van een nieuw visseizoen met<br />

een nieuwe vislijn te beginnen.<br />

Een onderlijn, ook voorlijn genoemd, is de verbinding<br />

tussen hoofdlijn en haak.<br />

De onderlijn moet altijd een mindere draagkracht<br />

hebben dan de hoofdlijn zelf. Daardoor wordt<br />

gegarandeerd, dat bij over<strong>bel</strong>asting de onderlijn<br />

altijd eerder breekt dan de hoofdlijn.<br />

Het vissen met een onderlijn is beter voor het<br />

milieu en het welzijn van de vissen, omdat er bij<br />

lijnbreuk alleen een klein stukje nylon in de natuur<br />

achter blijft. En wat betreft het welzijn van de<br />

gehaakte vis: met een klein stukje nylon loopt hij<br />

het minste gevaar.<br />

Onderlijnen zijn verkrijgbaar in verschillende uitvoeringen<br />

en lengtes. De normale monofile nylon<br />

onderlijnen die met een enkele haak voor het vangen<br />

van witvis bedoeld zijn, hebben een lengte van<br />

40 tot 70 cm. De onderlijnen die bedoeld zijn om<br />

roofvis te vangen, bestaan meestal uit strengen<br />

staaldraad waar een kunststof mantel omheen zit,<br />

die de roofvis niet kan beschadigen en niet kan<br />

doorbijten. Deze stalen onderlijnen zijn verkrijgbaar<br />

in een lengte van 15 centimeter tot 1 meter. Vo o r<br />

het vangen van haaien worden er stalen onderlijnen<br />

gebruikt tot een lengte van 9,65 meter.<br />

Alle verbindingen worden door knopen of een<br />

SIMPL (easy) tot stand gebracht.<br />

De knoop is de zwakste schakel in de ketting; een<br />

simpele knoop in de lijn reduceert immers de trekkracht<br />

van de lijn tot 50 procent.<br />

Men onderscheidt vier verschillende knopen:<br />

1. Een knoop die compact is en twee verschillende<br />

lijnen met elkaar verbindt.<br />

Eén van deze knopen heet "de dub<strong>bel</strong>e bloedknoop”.<br />

Ook al reduceert deze knoop de trekkracht met 10<br />

tot 15 procent, toch is deze knoop tot op heden de<br />

beste knoop om twee lijnen met elkaar te verbinden.<br />

De dub<strong>bel</strong>e bloedknoop wordt vaak bij het vissen<br />

in de branding gebruikt om de voorslag te verbinden<br />

met de hoofdlijn.<br />

2. Deze knoop is bedoeld om de lijn te verbinden<br />

1.<br />

3.<br />

met een oog zoals een wartel, een kunstvlieg of<br />

een haak met een oog.<br />

Het verbinden van een oog met de lijn gebeurt veel<br />

met de halve bloedknoop.<br />

halve bloedknoop<br />

1.<br />

3.<br />

hoofdlijn<br />

5.<br />

haak<br />

2.<br />

dub<strong>bel</strong>e bloedknoop<br />

2.<br />

4.<br />

6.<br />

4.<br />

wartel<br />

onderlijn<br />

Deze knoop vermindert de trekkracht met 15 procent.<br />

Voor een zekere verbinding zonder trekkrachtverlies<br />

zorgen de volgende twee knopen, die in de<br />

tekening zijn afgebeeld.<br />

Beide knopen gaven geen trekkrachtverlies aan, bij<br />

tests kwam er alleen lijnbreuk voor in het vrije deel<br />

van de lijn.<br />

3. Knopen voor het maken van een lus.<br />

Hoe meer wikkelingen de lus heeft, des te hoger is<br />

de trekkracht van deze lus; bij 5 wikkelingen is de<br />

lusknoop met een zekerheidslus<br />

normale lusknoop<br />

trekkracht bijna 100 procent. De mogelijkheid dat<br />

er een lijnbreuk ontstaat in de vrije lijn is net zo<br />

groot als bij de knoop.<br />

4. Deze knoop is bedoeld voor het verbinden van<br />

de lijn met een haak voorzien van een bledje.<br />

De afbeeldingen tonen een ideale knoop voor het<br />

1.<br />

3.<br />

verbinden van de lijn aan een haak met een bledje.<br />

Met deze knoop vermindert de trekkracht met<br />

ongeveer 5 procent. Dat is accepta<strong>bel</strong>.<br />

Een ander zeer handig hulpmiddel voor het met<br />

elkaar verbinden van de lijnen of van de lijnen met<br />

haken of wartel, is de SIMPL. Naast het eenvoudig<br />

gebruik bezit de SIMPL de eigenschap, de draagkracht<br />

van de<br />

knoop voor de volle100<br />

procent te<br />

behouden. Dit<br />

komt doordat geen<br />

gewone knoop<br />

gemaakt wordt.<br />

2.<br />

4.<br />

Haken<br />

In veel landen wordt ook vandaag de dag nog zonder<br />

hengel, molen of bijbehorende toebehoren<br />

gevist. Lijn en haak zijn echter onmisbaar.<br />

dwarshaak<br />

De eerste vishaken, de zogenaamde dwarshaak<br />

en klauwhaak, werden al enkele duizenden jaren<br />

geleden gemaakt. De dwarshaak werd vervangen<br />

door de gebogen vishaak. Deze haak gebruiken<br />

we ook vandaag de dag nog.<br />

De lijn kan op verschillende manieren aan een oog<br />

of een bledje geknoopt worden of met de SIMPL<br />

bevestigd worden, aan een haak met een oog met<br />

een halve bloedknoop en aan een haak met een<br />

bledje met een speciale haakknoop.<br />

Voor iedere vismethode zijn er haken in verschillende<br />

maten en vormen. De maten beginnen bij<br />

10/0 en eindigen bij 28.<br />

Voor zoetwater geldt: hoe hoger het haaknummer,<br />

des te kleiner wordt de haak. Daarentegen worden<br />

de haken met een hoger<br />

nummer groter wanneer<br />

achter het getal een /0 staat<br />

(4/0 is groter dan 3/0)<br />

Limerickhaak<br />

klauwhaak<br />

haak zonder<br />

weerhaken<br />

De haken hebben verschillende<br />

vormen.<br />

De bekendste vorm is de<br />

Limerickvorm en de klauwvorm.<br />

Varianten van de eenvoudige<br />

vishaken zijn de<br />

langsteelhaken en de haken<br />

zonder weerhaken, die<br />

gebruikt wordt bij het vissen<br />

om de visstand op peil te<br />

houden.<br />

Bovendien heb je ook nog<br />

fleuren (tweehaak), dreggen<br />

(driehaak) en een vierhaak.<br />

Ze mogen bij het witvissen<br />

niet gebruikt worden maar<br />

worden vooral bij het vissen<br />

met kunstaas en bij het vissen<br />

op roofvis vaak gebruikt.<br />

dreg<br />

Omdat de haakpunt altijd<br />

scherp moet zijn, moet deze<br />

regelmatig met een slijpsteen aangescherpt worden.<br />

Vishaken worden tegenwoordig van fijn staal<br />

gemaakt en daardoor zijn ze bijzonder dundradig<br />

gefabriceerd. Om de haak te beschermen tegen<br />

roest wordt hij gegalvaniseerd, vernikkeld of verguld.<br />

Bijzonder hoogwaardige haken worden vandaag<br />

de dag van zogenaamd carbonstaal gemaakt.<br />

Omdat de haakpunt uitzonderlijk fijn en scherp is,<br />

wordt er bij deze haken bij het snijden van de vorm<br />

gebruik gemaakt van een laser. Hierbij word niet<br />

alleen gebruik gemaakt van het normale verhardingsproces<br />

van de haak, waarbij de haak verhit<br />

en vervolgens sterk afgekoeld wordt. Bij deze<br />

haken wordt ook nog eens extra gebruik gemaakt<br />

van chemische baden waardoor de haken extra<br />

hard worden.<br />

1. onderlijn<br />

2. haakpunt<br />

3. weerhaak<br />

4. bledje/oog<br />

5. haaksteel<br />

6. haakboog<br />

1 2 3<br />

4 5 6


Dobbers<br />

De beetverklikker laat de visser horen of zien wanneer<br />

de vis aanbijt.<br />

De meest bekende beetverklikker is wel de dobber.<br />

Naast de functie de beet te melden, dient de dobber<br />

er ook vaak voor, het aas op de desbetreff e n d e<br />

waterdiepte aan te bieden.<br />

De standaard dobber bestaat uit een drijflichaam,<br />

antenne, geleideogen of dobberslangen .<br />

De opbouw van het drijflichaam en de antenne<br />

worden bepaald door de het te bevissen water en<br />

de vissoorten die bevist worden.<br />

drijflichaam<br />

onderantenne<br />

verklikker<br />

antenne<br />

geleideoog<br />

Er zijn vele soorten materialen waarvan de dobber<br />

gemaakt kan zijn: van kurk, balsahout, pennen van<br />

het stekelvarken tot plastic aan toe.<br />

Voor de montage van de dobber aan de lijn zijn er<br />

twee mogelijkheden: de vaste en de schuivende<br />

montage.<br />

Bij de vaste montage wordt de dobber met zogenaamde<br />

dobberslang aan de hoofdlijn bevestigd.<br />

Het is echter altijd nog mogelijk de dobber op de<br />

hoofdlijn te verschuiven.<br />

Voor het dobbervissen moet men de dobber vanzelfsprekenduitloden.<br />

Men brengt<br />

net zo veel knijpof<br />

olijflood aan op<br />

de hoofdlijn, dat<br />

de dobber precies<br />

tot aan de antenne<br />

in het water<br />

verdwijnt en<br />

alleen de antenne<br />

zichtbaar is.<br />

Bij een vaste dobbermontage<br />

kan<br />

men maximaal zo<br />

diep vissen als de<br />

hengel lang is.<br />

Bij een schuivende<br />

dobbermontage is het daarentegen mogelijk in<br />

iedere waterdiepte te vissen.<br />

Bij de schuivende dobbermethode glijdt de lijn vrij<br />

door de geleideringen van de dobber.<br />

De dobber wordt ges<strong>top</strong>t door een s<strong>top</strong>per die op<br />

1.<br />

klassieke<br />

methode<br />

Tips en trucs voor het vissen<br />

B ru i k b a re tips voor lijnen, h a ke n , d o bb e rs en lood<br />

dobber voor<br />

stromend water<br />

dobber voor stilstaand<br />

water<br />

2. centrale<br />

doorvoermethode<br />

vaste<br />

dobbermontage<br />

3. Engelse<br />

methode<br />

(Waggler)<br />

de lijn bevestigd zit, naar de haak toe wordt de<br />

dobber als laatste ges<strong>top</strong>t door de wartel.<br />

Belangrijke toebehoren voor de schuifdobber zijn<br />

glas of plastic parels en verschillende s<strong>top</strong>pers.<br />

fout<br />

uitgelood<br />

Tussen de dobber en de<br />

s<strong>top</strong>per moet men altijd<br />

een glasparel monteren.<br />

Deze verhindert dat de<br />

s<strong>top</strong>per klem komt te zitten<br />

tussen de geleidering van<br />

de schuifdobber.<br />

Men kan de s<strong>top</strong>perknoop<br />

zelf maken of deze s<strong>top</strong>pers<br />

in de hengelsportzaken<br />

kant en klaar kopen.<br />

Deze s<strong>top</strong>pers zijn gemaakt<br />

van katoen of gummi.<br />

Ze voldoen uitstekend.<br />

Omdat de katoenen s<strong>top</strong>pers<br />

zeer fijn zijn uitgevoerd,<br />

kan men meerdere s<strong>top</strong>pers gelijktijdig op<br />

de lijn monteren. Bij slijtage kan de oude s<strong>top</strong>per<br />

zonder het verwijderen van de schuifdobber, vervangen<br />

worden.<br />

Bij de schuivendedobbermethodeonderscheidt<br />

men:<br />

1.Klassieke<br />

methode,<br />

goed<br />

uitgelood<br />

2.Centrale doorvoermethode,<br />

3.Engelse methode (Waggler)<br />

Methode 2 en 3 worden het meest toegepast.<br />

Bij deze methodes is het verwarren van de lijn om<br />

de antenne uitgesloten.<br />

Een interessante ontwikkeling op de dobbermarkt<br />

is de met een lichtdiode uitgevoerde lichtdobber,<br />

waarvan vooral de nachtvisser (paling, snoekbaars,<br />

meerval, karper etc.) veel plezier heeft.<br />

Tot de lichtdobbers hoort ook het kniklicht. Hierbij<br />

worden twee chemische vloeistoffen door het knikken<br />

van het plastic buisje met elkaar vermengd en<br />

daardoor licht het buisje op.<br />

Het kniklicht wordt aan de dobberantenne of aan<br />

de hengel<strong>top</strong> gemonteerd.<br />

Lood<br />

Het lood is nodig om:<br />

1. de dobber uit te loden,<br />

2. het aas op de visstek te houden,<br />

3. het werpgewicht te verhogen, waardoor het aas<br />

verder ingeworpen kan worden.<br />

In de visserij worden verschillende soorten lood<br />

gebruikt.<br />

Knijplood/klemlood<br />

Dit lood, dat een gewicht heeft van 0,05 tot 2,5<br />

gram, wordt hoofdzakelijk gebruikt bij dobbers die<br />

tot 10 gram drijfvermogen bezitten.<br />

Omdat goed knijplood heel<br />

zacht is, kan men het knijplood<br />

met de vingers op de lijn knijpen.<br />

Bijzonder zacht lood komt uit<br />

Groot-Brittannië. De Britten hebben eigen maten<br />

voor de grootte van het knijplood.<br />

Bladlood<br />

De dikte van bladlood kun je vergelijken<br />

met de dikte van papier,<br />

die op de gewenste lengte afgeknipt<br />

kan worden en op de lijn<br />

bevestigd kan worden. Dit lood is<br />

bijzonder geschikt om zelfs een<br />

zeer kleine dobber uit te loden.<br />

Foutbeten komen niet voor bij<br />

deze lange dunne loodstrips.<br />

Daarentegen komen geregeld<br />

foutbeten voor bij knijplood dat op de lijn is gemonteerd;<br />

dit komt doordat de vis dit knijplood aanziet<br />

voor een hennepkorrel.<br />

Druppellood<br />

Dit lood is, net als alle hierna volgende<br />

loden, een schuiflood,<br />

d.w.z. dat het lood vrij over de lijn<br />

kan lopen tot aan het s<strong>top</strong>perpunt<br />

(wartel of knoop). Dit lood wordt<br />

net als het knijplood, alleen voor<br />

de dobbervisserij gebruikt. Het<br />

druppellood is er in de gewichten<br />

van 0,25- 8 gram.<br />

Er moet op gelet worden dat bij<br />

het optuigen van de lijn, het<br />

zwaarste deel van het lood naar de haak toewijst,<br />

anders kan het lood zich bij de inworp in de lijn wikkelen.<br />

Olijf- en kogellood<br />

Deze schuifloden, die olijf- of kogelvormig zijn, worden<br />

voor het uitloden van uitzonderlijk zware dobbers<br />

gebruikt,<br />

maar men gebruikt<br />

ze ook bij de<br />

bodemvisserij.<br />

Om de knoop te<br />

beschermen<br />

moet men schuifloden<br />

zwaarder<br />

dan 10 gram altijd<br />

aan de onderkant<br />

voorzien van een<br />

s<strong>top</strong>per of parel<br />

die op de lijn gemonteerd is.<br />

Botlood<br />

Deze loden, die een zeskantige<br />

vorm hebben, zijn er in<br />

gewichten van 15-150 gram.<br />

Botloden zijn geschikt voor de<br />

bodemvisserij, als het water<br />

hard stroomt en men het aas<br />

op één bepaalde plaats op de<br />

bodem wil houden. De grote<br />

oppervlakte van dit lood verhindert<br />

het zinken in de zachte<br />

bodem.<br />

Stift- of Catherinenlood<br />

Met dit lood is het mogelijk verschillende<br />

gewichten achteraf te gebruiken<br />

of te wisselen.<br />

Bij de montage wordt de lijn eerst in<br />

de snee van de stift en vervolgens<br />

in de snee van het lood aangebracht.<br />

Hierna wordt de stift in het<br />

lood samengedrukt en wordt ieder<br />

deel enkele graden tegen elkaar gedraaid. Het is<br />

<strong>bel</strong>angrijk dat het brede deel van de conische stift<br />

naar de wartel wijst. Als men de montage in de<br />

andere richting bevestigt, dan stoot men de stift al<br />

snel na enkele inworpen uit het lood. Het stiftlood is<br />

olijfvormig of heeft een zeskantige vorm.<br />

Wartellood<br />

Het wartellood met zijn peervorm<br />

en ingegoten wartel of<br />

draadoog aan het einde van<br />

het loodlichaam, is het meest<br />

gebruikte lood voor de bodemvisserij,<br />

zowel in zoet als in<br />

zout water.<br />

Wartelloden hebben een zeer<br />

goede aërodynamica. Een verder<br />

voordeel is het grote oog<br />

van de draad of wartel dat<br />

ervoor zorgt, dat de lijn ongehinderd<br />

na een aanbeet door<br />

het oog kan lopen.<br />

Er wordt een glasparel onder<br />

het lood bevestigd om te voorkomen dat de knoop<br />

van de wartel in het oog van het wartellood klem<br />

raakt.<br />

Ankerlood<br />

Deze variant van het<br />

schuiflood wordt in de<br />

brandingvisserij ingezet.<br />

In de zandige bodem van<br />

de kustwateren houden de<br />

ankers het aas ook bij een<br />

sterke stroming zeker op<br />

de plaats. Daarbij komt<br />

nog, dat deze ankers zo<br />

buigzaam zijn, dat ze bij<br />

het binnenhalen van de<br />

lijn ook weer uitgebogen<br />

kunnen worden.<br />

Staand lood<br />

Bij het vissen in stilstaande<br />

wateren hebben deze en<br />

andere loden met drijflichamen<br />

hun waarde bewezen.<br />

Het lood verhindert dat het<br />

aas in de zachte bodem zinkt.<br />

Zelfs wanneer het lood in de<br />

zachte bodem zinkt, kan de<br />

lijn nog steeds vrij door de<br />

wartel van het drijflichaam<br />

lopen.<br />

Met deze loden kan men ook ideaal in sterk<br />

stromend water vissen. Het aas kan zich net<br />

boven de bodem bewegen.<br />

Het karper-/anti–Tangle-lood<br />

Een ander zeer geliefd lood, dat ervoor zorgt<br />

dat de onderlijn zeker niet verward raakt in<br />

het lood, is het karper/anti-Tangle-lood. De<br />

lange gemonteerde tube verhindert zeker<br />

dat de haak of de onderlijn niet in de<br />

hoofdlijn verward raakt tijdens de<br />

inworp.<br />

Bellen en zilverpapier<br />

Een eenvoudige en effectieve beetmelder<br />

voor de bodemvisserij zonder dobber<br />

is een klein <strong>bel</strong>letje, dat aan de hengel<strong>top</strong><br />

of aan de hoofdlijn bevestigd wordt.<br />

Zelfs als de vis zeer voorzichtig interesse<br />

toont in het aas, dan al klinkt het signaal<br />

van het <strong>bel</strong>letje.<br />

Nog eenvoudiger en<br />

net zo effectief is het<br />

streep zilverfolie, die<br />

tussen de eerste en<br />

de tweede geleidering<br />

van de hengel om de<br />

hoofdlijn gewikkeld<br />

wordt. Als de vis aan<br />

de hoofdlijn trekt, trekt<br />

hij het zilverfolie mee.<br />

NL<br />

OPGELET!<br />

Houd de haken en de kleine losse<br />

delen buiten het bereik van kinderen<br />

en huisdieren.<br />

Deze artikelen mogen alleen<br />

gebruikt worden onder toezicht van<br />

volwassenen.<br />

Kniklichten<br />

Dit product is overeenkomstig de<br />

richtlijn 1999/4545 EG als<br />

ongevaarlijk geclassificeerd.<br />

Veiligheidsinformatieblad<br />

91/155/EEG<br />

© Niets uit deze uitgave mag worden<br />

verveelvoudigd of gedeeltelijk openbaar<br />

worden gemaakt, zonder voorafgaande<br />

toestemming van Hospo-Verlag,<br />

51674 Wiehl<br />

- Germany -


Montagehandleiding<br />

1. De kleine vaste molen op de<br />

hengel monteren.<br />

2. Controleren of de molen stevig<br />

en veilig op de hengel is<br />

gemonteerd.<br />

3. Het slipmechanisme van de<br />

molen openen.<br />

Hoofdlijn<br />

Wartelmontage<br />

Wartel met een grinnerknoop<br />

bevestigen<br />

Montagehandleiding van<br />

de forel-/baarshengel<br />

4. Te beginnen bij de molen, de lijn<br />

door alle ogen van de hengel<br />

trekken.<br />

5. S<strong>top</strong>per monteren.<br />

6. De kleine glazen kraal oprijgen.<br />

7 Kleine dobber van max. 5 g<br />

draagkracht erop schuiven.<br />

8. Visloden vastklemmen.<br />

Loodmontage<br />

De lijn wordt in de gleuf van het<br />

lood gelegd en vastgeklemd<br />

Voorlijnmontage<br />

Voorlijn met haak maat 12 of<br />

kleiner in de open karabijn<br />

van de wartel haken en deze<br />

sluiten<br />

Vaste molenschoen<br />

Schroefmolen<br />

houder met<br />

contramoer<br />

Beweegbare<br />

molenschoen<br />

Moer<br />

Contramoer<br />

S<strong>top</strong>permontage<br />

Lijn door dobberrubber<br />

geleiden<br />

1. Lijn door het<br />

oog van de<br />

wartel steken<br />

Handeling herhalen<br />

9. Kleine wartel met een<br />

grinnerknoop bevestigen.<br />

10. Knoop met trekproef controleren<br />

op juiste bevestiging en<br />

stevigheid.<br />

11. Voorlijn met haak maat 12 of<br />

kleiner in de open karabijn van<br />

de wartel haken.<br />

12. Karabijn van de wartel sluiten.<br />

2. Ten minste<br />

5 maal om 3. Het uiteinde van<br />

de hoofdlijn<br />

de lijn door het<br />

wikkelen<br />

oog tussen<br />

wartel en<br />

wikkelingen geleiden<br />

en vasthouden 4. Lijn vochtig maken (tongpunt)<br />

en de knoop aantrekken<br />

Molenmontage<br />

Molenvoet in<br />

molenschoen<br />

schuiven<br />

Glazen kraal<br />

Montage van de schuifdobber<br />

Centrale doorvoermethode<br />

Molenschoen<br />

met moer<br />

fixeren en met<br />

contramoer<br />

borgen<br />

De voorlijn moet zwakker<br />

zijn dan de hoofdlijn<br />

Haak maat 12<br />

of kleiner<br />

Lijn strak trekken<br />

13. De stevigheid van de voorlijn<br />

mag in geen geval groter zijn<br />

dan die van de hoofdlijn.<br />

14. Knoop van de voorlijn met<br />

trekproef controleren.<br />

15. Slipbeugel van de molen sluiten.<br />

16. Remmechanisme van de vaste<br />

molen instellen.<br />

17. Het volgende toebehoor<br />

meenemen:<br />

a) Schepnet<br />

b) Meettoestel<br />

c) Verdovingsapparaat<br />

d) Mes<br />

e) Hakensteker<br />

De meest gevangen vissoorten met<br />

deze montage zijn blankvoorn, rietvoorn,<br />

brasem, forel, windvoorn en<br />

andere vissoorten.<br />

NL<br />

OPGELET!<br />

Houd de haken en de kleine losse<br />

delen buiten het bereik van kinderen<br />

en huisdieren.<br />

Deze artikelen mogen alleen<br />

gebruikt worden onder toezicht van<br />

volwassenen.<br />

© Niets uit deze uitgave mag worden<br />

verveelvoudigd of gedeeltelijk openbaar<br />

worden gemaakt, zonder voorafgaande<br />

toestemming van Hospo-Verlag,<br />

51674 Wiehl<br />

- Germany -


Bij het dobbervissen wordt natuurlijk aas met behulp<br />

van een dobber in het open water aangeboden.<br />

Voor aas dat aan het wateroppervlak wordt aangeboden<br />

heeft men geen beetverklikker nodig, omdat de<br />

aanbeet zichtbaar is voor de visser. Als het aas de<br />

bodem raakt, spreekt men van bodemvissen (bodemvisserij).<br />

De visuitrusting<br />

Voor de lichte dobbervisserij met een dobber tot 8<br />

gram draagvermogen zijn hengels met een werpgewicht<br />

tot 60 gram ideaal.<br />

Een kortere hengel is makkelijker hanteerbaar, met<br />

een langere hengel kan men het aas beter dirigeren<br />

en sneller aanslaan.<br />

De ideale lengte van de hengel wordt afgestemd op<br />

het water dat men bevist.<br />

Als een hengel een <strong>top</strong>actie heeft, heeft dat een precieze<br />

aanslag, snelle worpen en een goede controle<br />

bij het drillen van de vis tot resultaat.<br />

Voor het zware dobbervissen met dobbers die een<br />

draagkracht tot 20 gram hebben, hebben hengels met<br />

een hoger werpgewicht tot 80 gram de voorkeur.<br />

Omdat hierbij groter en zachter aas gebuikt wordt,<br />

moet de hengel een meer semi-parabolische actie<br />

hebben.<br />

Men gebruikt een kleine tot middelgrote werpmolen.<br />

Afhankelijk van de grootte van de molen worden de<br />

molenspoelen gevuld met nylon lijn die een diameter<br />

heeft van 0,20 mm tot 0,35 mm.<br />

S<strong>top</strong>pers, glasparels, passende dobbers en lood,<br />

wartels en haken van verschillende grootte maken de<br />

uitrusting compleet.<br />

Noodzakelijke toebehoren zijn een schepnet, dat past<br />

bij de hengellengte en de verwachten visgrootten.<br />

Een nauwkeurig meetapparaat, een visdoder als ook<br />

een mes en een onthaker of onthaaktang.<br />

Als men de meetapparatuur eens niet bij zich heeft<br />

kan men gebruik maken van bankbiljetten.<br />

Een bankbiljet van 5 Euro heeft een lengte van 12 cm,<br />

een biljet van 10 Euro is 12,7 cm lang.<br />

Het mes moet een spitse punt hebben zodat het bij de<br />

hartsteek niet wegglijdt. Een buigzaam lemmet maat<br />

het mogelijk de vis beter te fileren.<br />

Hengelsteun<br />

Tips en trucs voor een succesvolle vangst<br />

Truc met de<br />

bankbiljetten<br />

Onthaker<br />

Onthakers zijn in veel verschillende<br />

uitvoeringen verkrijgbaar.<br />

Onthakers die voorkomen dat<br />

de haak voor een tweede keer<br />

de vis haken, blijken het beste<br />

te zijn.<br />

Bij de keuze van een hengelsteun<br />

moet men erop letten dat<br />

deze een inkeping heeft, waar<br />

de lijn vrij doorheen kan lopen.<br />

Men moet er verder op letten<br />

dat de inkeping van de hengel-<br />

steun geen scherpe kantjes heeft, waardoor de lijn<br />

beschadigd zou kunnen raken.<br />

Als het voor het welzijn van de vis noodzakelijk is om<br />

een leefnet te gebruiken, moet men erop letten dat<br />

men de nieuwe generatie leefnetten gebruikt waarvan<br />

de ringen niet verbuigen.<br />

De ringen verhinderen dat het net doorschuurt en<br />

daardoor een kortere levensduur heeft.<br />

In het materiaal waarvan het leefnet gemaakt is, moeten<br />

geen knopen verwerkt zijn.<br />

De diameter van het net moet tenminste 45 cm bedragen<br />

en de totale lengte van het leefnet mag niet onder<br />

de drie meter zijn.<br />

Het aas<br />

Het meest geliefde aas bij het dobbervissen is natuurlijk<br />

aas zoals maden en wormen. Maar ook plantaardig<br />

aas zoals graan, brood en deeg worden gebruikt.<br />

De enige soorten kunstaas die bij deze vismethode<br />

gebruikt worden, zijn de hegene voor de vangst van<br />

zeeforellen en meerforellen en de mormischka voor<br />

de vangst van de meeste karperachtigen<br />

Het vissen<br />

Bij het vissen met een werphengel die voorzien is van<br />

een dobber wordt meestal op karperachtigen gevist.<br />

Omdat deze vissen hun voedsel<br />

hoofdzakelijk op de bodem zoeken,<br />

is een precieze bepaling van<br />

de diepte van het water noodzakelijk.<br />

De diepte kan men bepalen<br />

van met een peillood.<br />

De moderne peilloden zijn knijppeilloden.<br />

Peilloden moeten altijd<br />

veel zwaarder zijn dan het draagvermogen<br />

van de uitgelode dobber.<br />

Als de lijn voorzien is van een peillood wordt de dobber<br />

of de s<strong>top</strong>per net zo lang over de lijn heen en<br />

weer geschoven totdat<br />

de dobber net<br />

boven het wateroppervlak<br />

zichtbaar is.<br />

Door het herhaaldelijke<br />

inwerpen van het<br />

peillood ontstaat er<br />

onrust op de visstek.<br />

Met de volgende truc<br />

hoeft men het peillood<br />

maar één keer in<br />

te werpen.<br />

Men schuift de dobber<br />

of s<strong>top</strong>per veel<br />

hoger dan voor de<br />

vermoedelijke diepte<br />

van het water nodig<br />

Leefnet met ringen<br />

aan de buitenkant<br />

Bevestiging van<br />

het knijppeillood Bevestiging van<br />

een kurkpeillood<br />

S<strong>top</strong>perknoop<br />

Kurkmontage voor<br />

het vaststellen van de<br />

waterdiepte<br />

zou zijn. Daarna neemt men een kurk van een wijnfles<br />

en drukt twee ogen die men met behulp van verbogen<br />

paperclips gemaakt heeft in het bovenste en het<br />

onderste deel van de kurk. Door deze ogen laat men<br />

de lijn lopen.<br />

Methode<br />

met staande<br />

pen<br />

Nadat men ingeworpen heeft moet men vanzelfsprekend<br />

lijn geven totdat het peillood de grond geraakt<br />

heeft. De lijn loopt soepel door de twee ogen aan de<br />

kurk en komt tot stilstand zodra het peillood de grond<br />

heeft bereikt. Daarna trekt men de lijn strak en begint<br />

men voorzichtig de lijn binnen te draaien, zonder dat<br />

deze het wateroppervlak raakt. Dit gebeurt met<br />

behulp van de werpmolen zodat de kurk niet meer<br />

verschuift. Doordat de lijn strak om de kurk zit, is het<br />

niet mogelijk dat de kurk nog verschuift.Ve r v o l g e n s<br />

stelt men de diepte vast. Op deze manier is het mogelijk<br />

de precieze diepte van de visstek, met slechts één<br />

inworp, vast te stellen.<br />

Later wordt dan alsnog de dobber of de s<strong>top</strong>per bevestigd<br />

op de plaats waar de desbetreffende kurk zich<br />

heeft vastgezet. Door de ogen uit de kurk te trekken,<br />

wordt de kurk verwijderd zonder dat de lijn afgetuigd<br />

hoeft te worden. Er zijn verschillende mogelijkheden<br />

om dobbers uit te loden.<br />

Voor het vissen in stromend water wordt een dobber<br />

gebruikt die voorzien is van een drijflichaam dat de<br />

vorm heeft van een druppel of een kogel, zodat de<br />

dobber weinig weerstand ondervindt van de stroming.<br />

Daarna wordt de dobber met een enkel lood (staaf-,<br />

olijf-, of Catherinalood) uitgelood.<br />

Voor stilstaand water wordt de parelmontage gebruikt.<br />

Bij deze uitloodmethode verdeelt men het totale<br />

gewicht dat door de dobber gedragen moet worden,<br />

zoveel mogelijk over de hele lengte van de lijn die<br />

zich onder de dobber bevindt. Het aas zakt dan langzaam<br />

en op natuurlijke wijze tot bijna op de bodem en<br />

biedt daarmee de vissen een prikkel om aan te bijten.<br />

Een verfijnde toepassing van de parelmontage is de<br />

liftmethode. Bij deze methode wordt een dobber met<br />

een bijzonder lange antenne gebuikt. De draagkracht<br />

van de antenne wordt met een enkel lood vastgesteld.<br />

Dit lood wordt twee vingerbreed boven de haak bevestigd.<br />

Als de vis het aas opneemt, wordt het lood opgelicht<br />

en wordt de dobber ontlast. Daardoor komt de antenne<br />

uit het water omhoog en de beet wordt herkend.<br />

De gevoeligheid van de montage wordt bepaald door<br />

de volgende factoren: de lijn, de dobber, het lood, de<br />

Toverknoop<br />

Suikerklontje<br />

montage voor<br />

stilstaand<br />

water<br />

montage voor<br />

stromend<br />

water<br />

wartel en de onderlijn.<br />

Hoe dunner de lijn, hoe lichter de dobber, des te lichter<br />

het lood waarmee de dobber uitgelood moet worden.<br />

Een zo dun mogelijke onderlijn en een dundradi-<br />

ge haak maken het wantrouwen van de vis kleiner als<br />

deze het aas opneemt. Als vuistregel is aan te raden:<br />

hoe groter de vis, hoe moeilijker het water, des te<br />

gevoeliger dient de montage te zijn.<br />

Problematisch bij een fijne montage wordt de inworp:<br />

hoe fijner de montage, des te moeilijker wordt het om<br />

de juiste afstand te behalen. Hierbij kan een kleine<br />

truc hulp bieden:<br />

Men bevestigt één of meerdere suikerklontjes met<br />

behulp van een toverknoop in de onderlijn.<br />

Omdat elk suikerklontje ongeveer 5 gram weegt, komt<br />

men tot een verre inworp, ook al is de dobber gevoelig<br />

en draagt hij maar weinig lood. De suiker lost snel<br />

op als hij het water raakt en valt uit de lus, die zonder<br />

weerstand los gaat.<br />

Soms is het nodig om de lijn die zich boven de dobber<br />

bevindt, te behandelen.<br />

juist<br />

de juiste <strong>bel</strong>asting en<br />

over<strong>bel</strong>asting van de<br />

hengel bij het juiste<br />

schepnet en een te kort<br />

schepnet<br />

fout<br />

Bij windstilte of bij een zwakke wind bijvoorbeeld of bij<br />

een geringe stroming wordt de lijn licht ingevet zodat<br />

deze op het water drijft. Vaseline/ Vliegenspray op siliconenbasis<br />

blijkt hiervoor zeer geschikt te zijn.<br />

Als het weer en het water deze manier van prepareren<br />

niet toestaan, dan verwijdert men de silicone/<br />

vaseline die al eerder aangebracht werd met een<br />

doekje. Dit doekje maakt men van tevoren met een<br />

kleine hoeveelheid afwasmiddel vochtig. De lijn zinkt<br />

nu meteen en biedt duidelijk minder weerstand aan<br />

de wind en het aas kan precies op één plek worden<br />

aangeboden. Een nadeel daarbij is de moeilijke aanslag<br />

door de weerstand van het water.<br />

De grootte van het aas bepaalt de kracht van de<br />

aanslag. Een correct visgedrag geeft de voorkeur aan<br />

een vroege aanslag. Als vuistregel geldt: hoe kleiner<br />

het aas, des te eerder volgt de aanslag. Alleen bij een<br />

groter aas is het toegestaan de aanslag, afhankelijk<br />

van de grootte van het aas, uit te stellen.<br />

Bij het aanslaan en het drillen van de vis moet gelet<br />

worden op de sterkte van de hengel en de gebruikte<br />

lijn. Bij de landing van de vis worden de hengel en de<br />

lijn het meest <strong>bel</strong>ast. Als een te lange hengel met een<br />

te kort schepnet gebruikt wordt, krijgt men hengelbreuk.<br />

Als men regelmatig op dezelfde stek vist, is het aan te<br />

raden, de diepte van het water op de hengel te markeren.<br />

Hierbij wordt de haak in de einddop van de<br />

hengel gehaakt, als de juist uitgepeilde dobber aan de<br />

hengel gemonteerd is. Vervolgens wordt de plaats<br />

van de dobber of de s<strong>top</strong>per met behulp van een elastiek<br />

op de hengelblank gemarkeerd.<br />

Een laatste tip:<br />

Om te vermijden dat een lijn te oud wordt en om altijd<br />

te kunnen weten welke diameter de lijn heeft, kan<br />

men het beste de dikte van de lijn en de aankoopdatum<br />

op een etiketje schrijven dat men op de binnenkant<br />

van de spoel plakt.<br />

NL


1 . de middelmaat molen wordt<br />

aan de hengel gemonteerd.<br />

2. Controleer of de molen correct<br />

en stevig aan de hengel<br />

gemonteerd is.<br />

3 Open de beugel van de molen.<br />

4 . Haal vanaf de molen de lijn<br />

door alle geleide-ogen.<br />

5. Bevestig de lijns<strong>top</strong>per.<br />

6. Bevestig de glasparel aan de lijn.<br />

1. Haal de hoofd<br />

lijn door het<br />

oog van de wartel<br />

2. Wikkel de lijn tenminste<br />

vijf-maal om de<br />

hoofdlijn<br />

3. Haal de lijn door de<br />

lus tussen de wartel en de<br />

wikkelingen en vervolgens<br />

door de grote lus<br />

4. Maak de hoofdlijn<br />

enigszins vochtig<br />

(bijvoorbeeld met een<br />

beetje speeksel) en trek<br />

de knoop daarna<br />

langzaam aan<br />

Handleiding voor de montage<br />

van de karperhengel<br />

7 . Monteer een schuifdobber met<br />

een draagkracht van maximaal<br />

20 gram.<br />

8. Monteer overeenkomstig de<br />

draagkracht van de dobber<br />

knijplood, kogellood of een<br />

o l i j f l l o o d .<br />

9. Als er kogel- of olijflood gebruikt<br />

wordt, moet voor de<br />

bescherming van de knoop<br />

een s<strong>top</strong>per bij de wartel worden<br />

a a n g e b r a c h t .<br />

Montage van de wartel<br />

Verbind de wartel met een halve<br />

bloedknoop aan de hoofdlijn<br />

Het grootste deel van<br />

de conische stift wijst<br />

naar de wartelknoop<br />

Montage van het<br />

stiftlood<br />

De hoofdlijn wordt in de<br />

opening van de stift en<br />

het olijflood aangebracht<br />

Montage van de s<strong>top</strong>per<br />

Haal de lijn doordobberslang<br />

(de ventielslang)<br />

Montage van de schuifdobber<br />

Centrale doorvoermethode<br />

10. Monteer de middelmaat wartel<br />

met een halve bloedknoop.<br />

11. Controleer of de knoop goed zit<br />

en controleer de sterkte van de<br />

knoop door er enkele malen aan<br />

te trekken.<br />

12. Bij gebruik van een schuiflood<br />

moet de s<strong>top</strong>per (zie punt 9)<br />

op de knoop geschoven worden,<br />

zodat deze knoop beschermd<br />

wordt tegen het schuivende<br />

l o o d .<br />

Dit nogmaals<br />

herhalen<br />

Montage van de onderlijn<br />

Hang de onderlijn (haakmaat 2 – 8)<br />

in de speld van de wartel en sluit deze<br />

vervolgenst<br />

De stift wordt in de opening<br />

van het olijflood aangebracht<br />

en een halve<br />

slag gedraaid<br />

Lijn strak<br />

trekken<br />

glasparel<br />

13. Hang de onderlijn (haakmaat<br />

2 – 8) in de speld van de wartel.<br />

14. Sluit de speld van de wartel.<br />

1 5 . De onderlijn mag in geen geval<br />

sterker zijn dan de hoofdlijn.<br />

1 6 . Controleer de sterkte van de<br />

knopen van de onderlijn door er<br />

enkele malen aan te trekken.<br />

1 7 . Sluit de beugel van de molen.<br />

1 8 . Stel de slip van de molen in.<br />

1 9 . Neem de volgende toebehoren<br />

m e e :<br />

a. s c h e p n e t<br />

b. m e e t a p p a r a t u u r<br />

c. v i s d o d e r<br />

d. m e s<br />

e. onthaker of onthaaktang<br />

De vissoorten, die met deze manier<br />

van vissen het meest gevangen worden<br />

zijn karper, zeelt, baars, forel,<br />

kopvoorn, paling , barbeel en andere<br />

grote zoetwatervissen.<br />

NL<br />

OPGELET!<br />

Houd de haken en de kleine losse<br />

delen buiten het bereik van kinderen<br />

en huisdieren.<br />

Deze artikelen mogen alleen<br />

gebruikt worden onder toezicht van<br />

volwassenen.<br />

© Niets uit deze uitgave mag worden<br />

verveelvoudigd of gedeeltelijk openbaar<br />

worden gemaakt, zonder voorafgaande<br />

toestemming van Hospo-Verlag,<br />

51674 Wiehl<br />

- Germany -


Bij het dobbervissen wordt natuurlijk aas met behulp<br />

van een dobber in het open water aangeboden.<br />

Voor aas dat aan het wateroppervlak wordt aangeboden<br />

heeft men geen beetverklikker nodig, omdat de<br />

aanbeet zichtbaar is voor de visser. Als het aas de<br />

bodem raakt, spreekt men van bodemvissen (bodemvisserij).<br />

De visuitrusting<br />

Voor de lichte dobbervisserij met een dobber tot 8<br />

gram draagvermogen zijn hengels met een werpgewicht<br />

tot 60 gram ideaal.<br />

Een kortere hengel is makkelijker hanteerbaar, met<br />

een langere hengel kan men het aas beter dirigeren<br />

en sneller aanslaan.<br />

De ideale lengte van de hengel wordt afgestemd op<br />

het water dat men bevist.<br />

Als een hengel een <strong>top</strong>actie heeft, heeft dat een precieze<br />

aanslag, snelle worpen en een goede controle<br />

bij het drillen van de vis tot resultaat.<br />

Voor het zware dobbervissen met dobbers die een<br />

draagkracht tot 20 gram hebben, hebben hengels met<br />

een hoger werpgewicht tot 80 gram de voorkeur.<br />

Omdat hierbij groter en zachter aas gebuikt wordt,<br />

moet de hengel een meer semi-parabolische actie<br />

hebben.<br />

Men gebruikt een kleine tot middelgrote werpmolen.<br />

Afhankelijk van de grootte van de molen worden de<br />

molenspoelen gevuld met nylon lijn die een diameter<br />

heeft van 0,20 mm tot 0,35 mm.<br />

S<strong>top</strong>pers, glasparels, passende dobbers en lood,<br />

wartels en haken van verschillende grootte maken de<br />

uitrusting compleet.<br />

Noodzakelijke toebehoren zijn een schepnet, dat past<br />

bij de hengellengte en de verwachten visgrootten.<br />

Een nauwkeurig meetapparaat, een visdoder als ook<br />

een mes en een onthaker of onthaaktang.<br />

Als men de meetapparatuur eens niet bij zich heeft<br />

kan men gebruik maken van bankbiljetten.<br />

Een bankbiljet van 5 Euro heeft een lengte van 12 cm,<br />

een biljet van 10 Euro is 12,7 cm lang.<br />

Het mes moet een spitse punt hebben zodat het bij de<br />

hartsteek niet wegglijdt. Een buigzaam lemmet maat<br />

het mogelijk de vis beter te fileren.<br />

Hengelsteun<br />

Tips en trucs voor een succesvolle vangst<br />

Truc met de<br />

bankbiljetten<br />

Onthaker<br />

Onthakers zijn in veel verschillende<br />

uitvoeringen verkrijgbaar.<br />

Onthakers die voorkomen dat<br />

de haak voor een tweede keer<br />

de vis haken, blijken het beste<br />

te zijn.<br />

Bij de keuze van een hengelsteun<br />

moet men erop letten dat<br />

deze een inkeping heeft, waar<br />

de lijn vrij doorheen kan lopen.<br />

Men moet er verder op letten<br />

dat de inkeping van de hengel-<br />

steun geen scherpe kantjes heeft, waardoor de lijn<br />

beschadigd zou kunnen raken.<br />

Als het voor het welzijn van de vis noodzakelijk is om<br />

een leefnet te gebruiken, moet men erop letten dat<br />

men de nieuwe generatie leefnetten gebruikt waarvan<br />

de ringen niet verbuigen.<br />

De ringen verhinderen dat het net doorschuurt en<br />

daardoor een kortere levensduur heeft.<br />

In het materiaal waarvan het leefnet gemaakt is, moeten<br />

geen knopen verwerkt zijn.<br />

De diameter van het net moet tenminste 45 cm bedragen<br />

en de totale lengte van het leefnet mag niet onder<br />

de drie meter zijn.<br />

Het aas<br />

Het meest geliefde aas bij het dobbervissen is natuurlijk<br />

aas zoals maden en wormen. Maar ook plantaardig<br />

aas zoals graan, brood en deeg worden gebruikt.<br />

De enige soorten kunstaas die bij deze vismethode<br />

gebruikt worden, zijn de hegene voor de vangst van<br />

zeeforellen en meerforellen en de mormischka voor<br />

de vangst van de meeste karperachtigen<br />

Het vissen<br />

Bij het vissen met een werphengel die voorzien is van<br />

een dobber wordt meestal op karperachtigen gevist.<br />

Omdat deze vissen hun voedsel<br />

hoofdzakelijk op de bodem zoeken,<br />

is een precieze bepaling van<br />

de diepte van het water noodzakelijk.<br />

De diepte kan men bepalen<br />

van met een peillood.<br />

De moderne peilloden zijn knijppeilloden.<br />

Peilloden moeten altijd<br />

veel zwaarder zijn dan het draagvermogen<br />

van de uitgelode dobber.<br />

Als de lijn voorzien is van een peillood wordt de dobber<br />

of de s<strong>top</strong>per net zo lang over de lijn heen en<br />

weer geschoven totdat<br />

de dobber net<br />

boven het wateroppervlak<br />

zichtbaar is.<br />

Door het herhaaldelijke<br />

inwerpen van het<br />

peillood ontstaat er<br />

onrust op de visstek.<br />

Met de volgende truc<br />

hoeft men het peillood<br />

maar één keer in<br />

te werpen.<br />

Men schuift de dobber<br />

of s<strong>top</strong>per veel<br />

hoger dan voor de<br />

vermoedelijke diepte<br />

van het water nodig<br />

Leefnet met ringen<br />

aan de buitenkant<br />

Bevestiging van<br />

het knijppeillood Bevestiging van<br />

een kurkpeillood<br />

S<strong>top</strong>perknoop<br />

Kurkmontage voor<br />

het vaststellen van de<br />

waterdiepte<br />

zou zijn. Daarna neemt men een kurk van een wijnfles<br />

en drukt twee ogen die men met behulp van verbogen<br />

paperclips gemaakt heeft in het bovenste en het<br />

onderste deel van de kurk. Door deze ogen laat men<br />

de lijn lopen.<br />

Methode<br />

met staande<br />

pen<br />

Nadat men ingeworpen heeft moet men vanzelfsprekend<br />

lijn geven totdat het peillood de grond geraakt<br />

heeft. De lijn loopt soepel door de twee ogen aan de<br />

kurk en komt tot stilstand zodra het peillood de grond<br />

heeft bereikt. Daarna trekt men de lijn strak en begint<br />

men voorzichtig de lijn binnen te draaien, zonder dat<br />

deze het wateroppervlak raakt. Dit gebeurt met<br />

behulp van de werpmolen zodat de kurk niet meer<br />

verschuift. Doordat de lijn strak om de kurk zit, is het<br />

niet mogelijk dat de kurk nog verschuift.Ve r v o l g e n s<br />

stelt men de diepte vast. Op deze manier is het mogelijk<br />

de precieze diepte van de visstek, met slechts één<br />

inworp, vast te stellen.<br />

Later wordt dan alsnog de dobber of de s<strong>top</strong>per bevestigd<br />

op de plaats waar de desbetreffende kurk zich<br />

heeft vastgezet. Door de ogen uit de kurk te trekken,<br />

wordt de kurk verwijderd zonder dat de lijn afgetuigd<br />

hoeft te worden. Er zijn verschillende mogelijkheden<br />

om dobbers uit te loden.<br />

Voor het vissen in stromend water wordt een dobber<br />

gebruikt die voorzien is van een drijflichaam dat de<br />

vorm heeft van een druppel of een kogel, zodat de<br />

dobber weinig weerstand ondervindt van de stroming.<br />

Daarna wordt de dobber met een enkel lood (staaf-,<br />

olijf-, of Catherinalood) uitgelood.<br />

Voor stilstaand water wordt de parelmontage gebruikt.<br />

Bij deze uitloodmethode verdeelt men het totale<br />

gewicht dat door de dobber gedragen moet worden,<br />

zoveel mogelijk over de hele lengte van de lijn die<br />

zich onder de dobber bevindt. Het aas zakt dan langzaam<br />

en op natuurlijke wijze tot bijna op de bodem en<br />

biedt daarmee de vissen een prikkel om aan te bijten.<br />

Een verfijnde toepassing van de parelmontage is de<br />

liftmethode. Bij deze methode wordt een dobber met<br />

een bijzonder lange antenne gebuikt. De draagkracht<br />

van de antenne wordt met een enkel lood vastgesteld.<br />

Dit lood wordt twee vingerbreed boven de haak bevestigd.<br />

Als de vis het aas opneemt, wordt het lood opgelicht<br />

en wordt de dobber ontlast. Daardoor komt de antenne<br />

uit het water omhoog en de beet wordt herkend.<br />

De gevoeligheid van de montage wordt bepaald door<br />

de volgende factoren: de lijn, de dobber, het lood, de<br />

Toverknoop<br />

Suikerklontje<br />

montage voor<br />

stilstaand<br />

water<br />

montage voor<br />

stromend<br />

water<br />

wartel en de onderlijn.<br />

Hoe dunner de lijn, hoe lichter de dobber, des te lichter<br />

het lood waarmee de dobber uitgelood moet worden.<br />

Een zo dun mogelijke onderlijn en een dundradi-<br />

ge haak maken het wantrouwen van de vis kleiner als<br />

deze het aas opneemt. Als vuistregel is aan te raden:<br />

hoe groter de vis, hoe moeilijker het water, des te<br />

gevoeliger dient de montage te zijn.<br />

Problematisch bij een fijne montage wordt de inworp:<br />

hoe fijner de montage, des te moeilijker wordt het om<br />

de juiste afstand te behalen. Hierbij kan een kleine<br />

truc hulp bieden:<br />

Men bevestigt één of meerdere suikerklontjes met<br />

behulp van een toverknoop in de onderlijn.<br />

Omdat elk suikerklontje ongeveer 5 gram weegt, komt<br />

men tot een verre inworp, ook al is de dobber gevoelig<br />

en draagt hij maar weinig lood. De suiker lost snel<br />

op als hij het water raakt en valt uit de lus, die zonder<br />

weerstand los gaat.<br />

Soms is het nodig om de lijn die zich boven de dobber<br />

bevindt, te behandelen.<br />

juist<br />

de juiste <strong>bel</strong>asting en<br />

over<strong>bel</strong>asting van de<br />

hengel bij het juiste<br />

schepnet en een te kort<br />

schepnet<br />

fout<br />

Bij windstilte of bij een zwakke wind bijvoorbeeld of bij<br />

een geringe stroming wordt de lijn licht ingevet zodat<br />

deze op het water drijft. Vaseline/ Vliegenspray op siliconenbasis<br />

blijkt hiervoor zeer geschikt te zijn.<br />

Als het weer en het water deze manier van prepareren<br />

niet toestaan, dan verwijdert men de silicone/<br />

vaseline die al eerder aangebracht werd met een<br />

doekje. Dit doekje maakt men van tevoren met een<br />

kleine hoeveelheid afwasmiddel vochtig. De lijn zinkt<br />

nu meteen en biedt duidelijk minder weerstand aan<br />

de wind en het aas kan precies op één plek worden<br />

aangeboden. Een nadeel daarbij is de moeilijke aanslag<br />

door de weerstand van het water.<br />

De grootte van het aas bepaalt de kracht van de<br />

aanslag. Een correct visgedrag geeft de voorkeur aan<br />

een vroege aanslag. Als vuistregel geldt: hoe kleiner<br />

het aas, des te eerder volgt de aanslag. Alleen bij een<br />

groter aas is het toegestaan de aanslag, afhankelijk<br />

van de grootte van het aas, uit te stellen.<br />

Bij het aanslaan en het drillen van de vis moet gelet<br />

worden op de sterkte van de hengel en de gebruikte<br />

lijn. Bij de landing van de vis worden de hengel en de<br />

lijn het meest <strong>bel</strong>ast. Als een te lange hengel met een<br />

te kort schepnet gebruikt wordt, krijgt men hengelbreuk.<br />

Als men regelmatig op dezelfde stek vist, is het aan te<br />

raden, de diepte van het water op de hengel te markeren.<br />

Hierbij wordt de haak in de einddop van de<br />

hengel gehaakt, als de juist uitgepeilde dobber aan de<br />

hengel gemonteerd is. Vervolgens wordt de plaats<br />

van de dobber of de s<strong>top</strong>per met behulp van een elastiek<br />

op de hengelblank gemarkeerd.<br />

Een laatste tip:<br />

Om te vermijden dat een lijn te oud wordt en om altijd<br />

te kunnen weten welke diameter de lijn heeft, kan<br />

men het beste de dikte van de lijn en de aankoopdatum<br />

op een etiketje schrijven dat men op de binnenkant<br />

van de spoel plakt.<br />

NL


1. de middelmaat molen wordt<br />

aan de hengel gemonteerd.<br />

2. Controleer of de molen<br />

correct en stevig aan de<br />

hengel gemonteerd is.<br />

3 Open de beugel van de<br />

molen.<br />

4. Haal vanaf de molen de lijn<br />

door alle geleide-ogen.<br />

5. Monteer het schuifdlood op<br />

Alternativ-<br />

Montage met<br />

een Voerkorf<br />

Montage van de wartel<br />

Verbind de wartel met een halve<br />

bloedknoop aan de hoofdlijn<br />

1. Haal de hoofdlijn<br />

door het oog<br />

van de wartel<br />

Vaste<br />

reelhouder<br />

Schroefreelhouder<br />

met contramoer<br />

moer<br />

de hoofdlijn en controleer of<br />

het schuiflood soepel over de<br />

lijn loopt.<br />

6. Bevestig de glasparel aan de<br />

lijn.<br />

7. Monteer de s<strong>top</strong>per.<br />

8. Monteer de middelmaat<br />

wartel met behulp van een<br />

halve bloedknoop.<br />

9. Controleer of de knoop goed<br />

2. Wikkel de<br />

lijn tenminste<br />

vijf-maal om de<br />

hoofdlijn<br />

3. Haal de lijn<br />

door de lus tussen de<br />

wartel en de wikkelingen<br />

en vervolgens door de grote<br />

lus<br />

bewegende<br />

molenschoen<br />

contramoer<br />

Handleiding voor de montage<br />

van de bodemhengel<br />

voor het vissen op paling<br />

Montage van de s<strong>top</strong>per<br />

Haal de lijn doordobberslang<br />

(de ventielslang)<br />

Montage van de molen<br />

Schuif de molenvoet<br />

in de<br />

molenschoen<br />

Dit nogmaals<br />

herhalen<br />

4. Maak de hoofdlijn<br />

enigszins vochtig<br />

(bijvoorbeeld met<br />

een beetje speeksel)<br />

en trek de knoop<br />

daarna langzaam<br />

aan<br />

Zet de molenschoen<br />

vast met<br />

de moer en borg<br />

hem met de<br />

contramoer<br />

zit en controleer de sterkte<br />

van de knoop door er enkele<br />

malen aan te trekken.<br />

10. Schuif de s<strong>top</strong>per van<br />

de knoop af.<br />

11. Hang de onderlijn (haakmaat<br />

2 – 8) in de speld van de<br />

wartel.<br />

12. Sluit de speld van de wartel.<br />

13. De onderlijn mag in geen<br />

glasparel<br />

Lijn strak trekken<br />

Grond-schuiflood<br />

Montage van de onderlijn<br />

Hang de onderlijn (haakmaat<br />

2 – 8) in de speld van de wartel<br />

en sluit deze vervolgens<br />

geval sterker zijn dan de<br />

hoofdlijn.<br />

14. Controleer de sterkte van de<br />

knopen van de onderlijn<br />

door er enkele malen aan te<br />

trekken.<br />

15. Sluit de beugel van de<br />

molen.<br />

16. Stel de slip van de molen in.<br />

17. Neem de volgende<br />

toebehoren mee:<br />

a. schepnet<br />

b. meetapparatuur<br />

c. visdoder<br />

d. mes<br />

e. onthaker of onthaaktang<br />

De vissoorten, die met deze manier<br />

van vissen het meest gevangen<br />

worden zijn karper, zeelt, baars,<br />

forel, kopvoorn, paling , barbeel en<br />

andere grote zoetwatervissen.<br />

NL<br />

OPGELET!<br />

Houd de haken en de kleine losse<br />

delen buiten het bereik van kinderen<br />

en huisdieren.<br />

Deze artikelen mogen alleen<br />

gebruikt worden onder toezicht van<br />

volwassenen.<br />

Kniklichten<br />

Dit product is overeenkomstig de<br />

richtlijn 1999/4545 EG als<br />

ongevaarlijk geclassificeerd.<br />

Veiligheidsinformatieblad<br />

91/155/EEG<br />

© Niets uit deze uitgave mag worden<br />

verveelvoudigd of gedeeltelijk openbaar<br />

worden gemaakt, zonder voorafgaande<br />

toestemming van Hospo-Verlag,<br />

51674 Wiehl<br />

- Germany -


Het vissen met de bodemhengel voor het vissen op paling<br />

Bodemvissen betekent, dat het aas op de grond of<br />

net boven de grond wordt aangeboden.<br />

Deze vismethode kan bij bijna alle vissoorten toegepast<br />

worden.<br />

bodem-schuiflood<br />

glasparel<br />

s<strong>top</strong>perr<br />

speldwartell<br />

onderlijn<br />

haak grootte 2-8<br />

De uitrusting<br />

Het vismateriaal wordt bepaald door het water en<br />

de vissoort die men wil bevissen, maar ook of men<br />

vanuit de boot of vanaf de oever wil vissen. Een<br />

advies welke hengel of welk werpgewicht gebruikt<br />

dient te worden, kan daarom niet gegeven worden.<br />

Het is aan te raden dat de bodemhengel een half<br />

parabolische tot parabolische actie heeft.<br />

Daardoor is het mogelijk om zachte aassoorten (<br />

bijvoorbeeld aardappelen) in te werpen, zonder<br />

risico dat u het aas verliest.<br />

Als u tijdens het vissen de hengel continu in de<br />

hand houdt, is het aan te bevelen een hengel met<br />

een kurken handgreep te gebruiken.<br />

De molen mag niet te klein zijn; je komt bij bodemvissen<br />

immers vaak voor onaangename verrassingen<br />

te staan (vastzitten).<br />

De lijnsterkte wordt op de hengelset afgestemd.<br />

Voor de bodemvisserij is er een veelvoud van<br />

lood- en andere werpgewichten (zie ook hoofdstuk<br />

lood).<br />

Een specialiteit is het Tiroler hout. Dit werpgewicht<br />

wordt in de Alpenlanden bij het vissen in sterk<br />

stromend water gebruikt, maar ook in vlakke<br />

"Tiroler hout” stromend-water-montage<br />

"Tiroler hout” stilstaand-water-montage<br />

gebieden en bij het vissen in stilstaande wateren<br />

wordt het door steeds meer mensen steeds vaker<br />

gebruikt.<br />

Bij het vissen in stromend water en bij het vissen<br />

met natuurlijk aas verhindert het Tiroler hout, dat<br />

het aas (bijvoorbeeld een worm) door de stroming<br />

tussen de stenen of tussen de waterplanten vast<br />

komt te zitten en voor de vis onvindbaar wordt.<br />

Ook bij het vissen met een nimf wordt het Ti r o l e r<br />

hout gebruikt. Daarbij worden zulke zware gewichten<br />

gebruikt, dat de vis die bijt, zichzelf al haakt.<br />

Als men in stilstaand water vist, garandeert het<br />

Tiroler hout dat het aas niet te gemakkelijk in de<br />

modder zinkt en dat de lijn soepel door het oog<br />

van het Tiroler hout kan lopen.<br />

Een ander interessant<br />

werpgewicht is<br />

de knijploodlijn. Vooral bij<br />

een bodem met veel knijploodlijn<br />

obstakels, waarbij<br />

steeds weer het lood<br />

vast komt te hangen, heeft het gebruik van de knijploodlijn<br />

veel voordelen.<br />

Als bij de knijploodlijn één of meerdere knijploden<br />

vast komen te zitten, worden deze door de hoofd-<br />

lijn er van af getrokken en de hoofdlijn, de wartel<br />

en de haak komen weer los.<br />

Uit Groot-Brittanië komt het vissen met de voerkorf,<br />

dat steeds populairder wordt .<br />

voerspiraal<br />

De voerkorf kan tegelijkertijd ook het werpgewicht<br />

zijn.<br />

Zo is er een voerkorf die met levend aas gevuld<br />

wordt en is er een spiraalveer waar lokvoer<br />

omheen gekneed wordt.<br />

Speciale haken voor het bodemvissen zijn er niet.<br />

De soort en de grootte van de haak worden altijd<br />

bepaald door de vissoort waarop gevist wordt. Dit<br />

geldt ook voor de wartel.<br />

De aassoorten<br />

Bij het vissen met de bodemhengel kan in principe<br />

iedere aassoort gebruikt worden., om te beginnen<br />

met de maden voor de voorn, tot de zeer grote<br />

dode aasvis voor de meerval of de snoek.<br />

Bij het bodemvissen kan het aas door het groter<br />

werpgewicht aanzienlijk verder ingeworpen worden<br />

dan bij andere vismethoden. Men kan ook<br />

een beduidend grotere oppervlakte bevissen.<br />

Ook kan het aas, als het uitgeworpen is, op de<br />

eenmaal uigezochte stek, voortdurend blijven liggen,<br />

omdat het wegdriften van de lijn door de wind<br />

of de stroming wordt verhinderd dankzij het zware<br />

lood.<br />

Dit lood kan weer zo gemonteerd worden, dat de<br />

vis bij het nemen van het aas geen weerstand<br />

bespeurt.<br />

Het vissen<br />

Bij het witvissen met de dobber<br />

wordt de beet herkend<br />

door het op en neer bewegen<br />

van de dobber. Bij het bodemvissen<br />

daarentegen is de<br />

beste manier om de beet vast<br />

te stellen, door met de vinger<br />

aan de lijn te voelen. Het<br />

gevoel in de vinger<strong>top</strong> is meestal<br />

zo sterk, dat zelfs het<br />

lichtste trekje aan het aas<br />

opgemerkt wordt.<br />

Bij deze methode moet vanzelfsprekend<br />

de hengel worden<br />

vastgehouden en is het<br />

vissen met een tweede hengel<br />

niet mogelijk. Ook een<br />

strip zilverfolie kan als beetmelder gebruikt worden.<br />

De hengel wordt op één of twee hengelsteunen<br />

gelegd en de lijn tussen de molen en het startoog<br />

wordt op lengte gebracht.<br />

Daarna wordt het zilverfolie om de hoofdlijn bevestigd.<br />

Het gewicht van het zilverfolie is in de meeste<br />

gevallen voldoende om de lijn naar beneden te<br />

houden.<br />

Als de vis het aas neemt en met de hoofdlijn wegloopt,<br />

loopt het zilverfolie naar boven richting hengel<br />

en de beet is duidelijk te herkennen.<br />

Beetmelders worden in de handel aangeboden. Bij<br />

deze beetmelders kan de gevoeligheid ingesteld<br />

worden.<br />

in- en uitschakelaar<br />

volumeschakelaar<br />

led (beetmelding)<br />

nagloeiled (beetmelding)<br />

luidspreker<br />

voerkorf<br />

schroefdraad voor de hengelsteun<br />

Met deze beetmelders is ook het vissen in stromend<br />

water mogelijk.<br />

Bovendien zijn er electrische en electronische<br />

beetmelders, waarvan een gedeelte met toon- en<br />

lichtsignalen is uitgevoerd.<br />

Omdat deze beetverklikkers iedere beet meteen<br />

melden, kan men met twee of drie hengels vissen.<br />

Enkele bijzondere beetverklikkers komen uit<br />

Groot-Brittannië: de winkelpikker/de feeder<strong>top</strong> en<br />

de swing<strong>top</strong>.<br />

Om met de swing<strong>top</strong> te kunnen vissen, moet het<br />

<strong>top</strong>oog van de hengel vervangen worden door een<br />

swingtip<strong>top</strong>oog. Het verwijderen van het oude<br />

<strong>top</strong>oog is eenvoudig, als men het oude <strong>top</strong>oog<br />

verhit, bijvoorbeeld met een aansteker en het<br />

daarna verwijdert.<br />

Het nieuwe swing<strong>top</strong>oog wordt met speciale lijm<br />

uit de vakhandel bevestigd.<br />

Swing<strong>top</strong>pen zijn er in verschillende lengtes en<br />

gewichten; voor iedere te bevissen vissoort is de<br />

juiste <strong>top</strong> verkrijgbaar. Hoe lichter de combinatie<br />

gedetailleerde<br />

weergave van<br />

de swing<strong>top</strong><br />

hengel, molen, lijn en werpgewicht, des te dunner<br />

en lichter kan de swing<strong>top</strong> zijn.<br />

Bij een inworp over het hoofd is het aan te raden<br />

om de hengel licht te kantelen, zodat de swing<strong>top</strong><br />

zich niet om de hengel heen wikkelt.<br />

Na de worp wordt de hengel op twee hengelsteunen<br />

gelegd. De hengelsteunen worden zo ingesteld,<br />

dat de swing<strong>top</strong> maar een paar centimeter<br />

boven het wateroppervlak hangt. Daarna wordt de<br />

hoofdlijn met de molen strak gedraaid totdat de<br />

swingmolen contact maakt met het aas en licht<br />

omhoog komt.<br />

Als een vis bijt, wordt zelfs de kleinste beweging<br />

van de lijn aan de swing<strong>top</strong> doorgegeven.<br />

Een hulpmiddel voor het vissen met deze swing<strong>top</strong>pen<br />

is een windschild, waardoor tegelijkertijd<br />

de beet nog beter wordt herkend.<br />

Voor het vissen in stromend water is de swing<strong>top</strong><br />

niet geschikt. Voor deze visserij wordt de feeder-<br />

feeder<strong>top</strong><br />

swing<strong>top</strong> met windschild<br />

hengel of de winckelpikker gebruikt. Deze <strong>top</strong>pen<br />

buigen zich onder de druk van de stroming tot een<br />

bepaald aantal graden, maar hebben nog altijd<br />

genoeg reserve om fijne aanbeten te herkennen.<br />

Zelfs de gevoeligste beetmelder heeft geen nut,<br />

als de verbinding van het aas met de beetmelder<br />

niet continu op spanning staat. Meteen na het uitwerpen<br />

wordt de lijn zo ver binnen gedraaid, dat<br />

men de weerstand van het werpgewicht voelt. Dan<br />

pas komt de beetverklikker in beeld.<br />

Een <strong>bel</strong>angrijke rol bij het bodemvissen speelt de<br />

onderlijn.<br />

Men heeft er voordeel bij om in stromend water<br />

onderlijnen te gebruiken van 60 centimeter of langer,<br />

omdat het haakaas dan niet gemakkelijk door<br />

de stroming in de zachte bodem wordt gedrukt.<br />

In stilstaand water worden onderlijnen gebruikt,<br />

die niet langer dan 50 centimeter zijn.<br />

Bij een langere onderlijn ziet men de beet niet, als<br />

de vis met het haakaas naar de hengel toe zwemt.<br />

Vaak maakt de visser het mee, dat de vis alleen<br />

maar met het haakaas speelt. De vis voelt bij het<br />

opnemen van het haakaas de onderlijn door zijn<br />

onderlijn<br />

enkeldradig<br />

stijf<br />

meerdradig/<br />

soepel<br />

gevoelige lippen en spuugt het haakaas steeds<br />

weer uit. In dit geval is het waarschijnlijk dat de<br />

onderlijn te dik is en moet deze vanzelfsprekend<br />

door een dunnere onderlijn vervangen worden.<br />

Dat zou echter niet overeenkomen met de oprechtheid<br />

van de visser.<br />

Het is een goede oplossing om de haak niet aan<br />

één maar aan vier of vijf dunnere onderlijnen<br />

gelijktijdig vast te knopen.<br />

Voor de vangst van roofvissen maakt men gebruik<br />

van kwalitatief goede stalen onderlijnen.<br />

feederhengel-opstelling<br />

NL


Handleiding voor de montage van de henge l<br />

en de molen<br />

Uitrusting<br />

Alle telescoophengels zijn met<br />

beschermkappen voor de geleideogen uitgerust.<br />

Na gebruik bij het viswater moeten<br />

Oversteekhengel<br />

Cone<br />

deze beschermkappen weer op de hengel<br />

worden bevestigd.<br />

Voorbereiding en opbouw van de<br />

hengel:<br />

a) Telescoophengels<br />

Bij het uit elkaar schuiven van telescoophenge<br />

ls moet altijd aan de <strong>top</strong><br />

begonnen worden. Laat nooit de delen<br />

van de hengel in elkaar schieten terwijl de<br />

hengel uitgeschoven is. Let er op dat de<br />

geleideogen in een lijn staan, als de hengel<br />

opgebouwd wordt. De delen moeten<br />

zo stevig uiteen geschoven worden, dat<br />

de hengel bij het op en neer bewegen niet<br />

klappert. Sommige telescoophengels zijn<br />

van extra schuivende geleideogen<br />

voorzien, die voorzichtig en in een lijn<br />

uitschoven moeten worden.<br />

b) Oversteekhengels<br />

De oversteekhengels moeten zo stevig in<br />

elkaar gestoken worden, dat de hengel bij<br />

het op en neer bewegen niet klappert (let<br />

er op dat de geleideogen in een lijn staan).<br />

Let op: Als de hengel niet op de<br />

juiste manier wordt gemonteerd,<br />

kan dit leiden tot hengelbreuk!<br />

Optuigen van de lijn<br />

Voer de lijn vanuit de molen door alle<br />

geleideogen van de hengel.<br />

Werpgewicht/ casting weight<br />

De gegevens met betrekking tot het<br />

werpgewicht, die op de hengel zijn vermeld,<br />

zijn altijd de maximale werpgewichten.<br />

Alleen de zeer ervaren visser kan<br />

gebruik maken van deze maximale<br />

werpgewichten en hij moet daarbij de<br />

worp langzaam opbouwen. Het optimale<br />

werpgewicht is afhankelijk van de vismethode,<br />

de sterkte van de lijn, de actie<br />

van de hengel, het werpgewicht en de<br />

werpafstand. Als deze eigenschappen<br />

duidelijk van elkaar afwijken, kan dit heel<br />

gemakkelijk tot beschadiging van de hengel<br />

leiden.<br />

Het werpen<br />

Telescoophengel<br />

Handdeel<br />

Molenhouder<br />

Handdeel<br />

Verkasoogr<br />

Bij het werpen dient men de hengel ter<br />

hoogte van de molenvoet in de hand vast<br />

te houden.<br />

De voet van de molen komt dan tussen de<br />

middelvinger en de ringvinger te zitten.<br />

Met de wijsvinger pakt men de lijn van de<br />

molen en men houdt die vast, zolang de<br />

lijn nog door de beugel vastgehouden<br />

wordt. Dan wordt de beugel van de molen<br />

opengemaakt. Om te werpen gaat men<br />

voor het uit te werpen doel staan, men<br />

houdt de hengel vast boven het hoofd en<br />

haalt deze naar achteren. Na het uitpendelen<br />

van de montage wordt de hengel<br />

met kracht naar voren gebracht. Als de<br />

hengel<strong>top</strong> naar het doel wijst, wordt de lijn<br />

vrijgegeven en het aas vliegt naar het<br />

doel.<br />

Let er bij het werpen op, dat de worp<br />

gelijkmatig sneller wordt. Schoksgewijze<br />

worpen leiden tot beschadiging van de<br />

hengel. Na het werpen kan men de beugel<br />

van de molen handmatig of met een draai<br />

aan de molenslinger (met de klok meedraaien)<br />

sluiten. Door verder binnen te<br />

draaien haalt men de montage weer binnen.<br />

Vastzitten<br />

Het is helaas onvermijdelijk dat de montage<br />

bij het vissen in de bodem vast komt<br />

te zitten. Probeer niet de montage los te<br />

krijgen door aan de hengel te trekken.<br />

Let op: extra groot risico op een<br />

breuk!<br />

Maak de montage als deze vast zit weer<br />

los, door met de hand (voorzien van een<br />

bescherming) aan de lijn te trekken. Dit<br />

lukt beter als men op een andere plaats<br />

gaat staan.<br />

De aanslag<br />

Selection - hengels maken een snelle<br />

gecontroleerde aanslag mogelijk. De<br />

kracht van het aanslaan wordt bepaald<br />

door de grootte van het aas, het type en<br />

de sterkte van de onderlijn/lijn en de afstand<br />

tot de vis. Richtlijn: klein aas, dunne<br />

lijn/onderlijn, korte afstand = zwakke,<br />

Topoog<br />

Geleideoog<br />

Hengelblank<br />

Startoog<br />

Geleideoog<br />

Geleideoog<br />

Geleideoog<br />

lichte en korte aanslag. Groot aas, sterke<br />

lijn/onderlijn, lange afstand = krachtige,<br />

langere en zwaardere aanslag.<br />

Let op: Bij gebruik van speciale lijnen<br />

zoals dynema, mantellijnen soft-monofiele<br />

lijnen etc. moet men op de informatie van<br />

de fabrikant letten om hengelbreuk te vermijden.<br />

Landing<br />

De landing van de vis zorgt voor de grootste<br />

<strong>bel</strong>asting van de hengel en de lijn. Als<br />

daarbij de hengel te ver naar boven en te<br />

ver naar achteren wordt gebogen, kan er<br />

hengelbreuk ontstaan.<br />

Goed<br />

Fout<br />

Dit is de ook de <strong>bel</strong>angrijkste oorzaak van<br />

hengelbreuken in het <strong>top</strong>bereik van de<br />

hengel tot het tweede of derde geleideoog.<br />

De garantie dekt dit soort hengelbreuken<br />

niet. Dit geldt voor alle hengelbreuken<br />

tussen het <strong>top</strong>oog en het tweede<br />

geleideoog.<br />

Demontage van de hengel<br />

a) telescoophengel<br />

Maak de hengel schoon en verwijder het<br />

vocht en vuil voordat de hengel<br />

Abb.: 1


ingeschoven wordt. Bij het ineenschuiven<br />

van de telescoopdelen gaat men in de<br />

omgekeerde volgorde te werk als bij de<br />

opbouw, namelijk vanuit het handdeel tot<br />

aan de <strong>top</strong>. Nooit geweld gebruiken. Maak<br />

de telescoopdelen los door ze in<br />

tegengestelde richting van elkaar<br />

te draaien en vervolgens één voor één in<br />

elkaar te schuiven. Laat daarbij nooit de<br />

delen op elkaar tikken. Bevestig daarna<br />

de beschermkap zorgvuldig.<br />

b) Oversteekhengels<br />

Maak de hengel schoon en verwijder het<br />

vocht en vuil. Gebruik bij het aftuigen van<br />

de hengel geen geweld. Maak de delen<br />

altijd los door ze in tegengestelde richting<br />

te draaien en er gelijktijdig aan te trekken.<br />

Oppervlakte van de geleideogen<br />

Als de geleideogen aan de bovenkant<br />

beschadigd zijn, dan moeten ze per se<br />

vernieuwd worden. Het risico op<br />

beschadiging van de lijn, zoals breuk of<br />

verlies van de lijn of de vangst is immers<br />

groter. Stel de uitrusting nooit voor een<br />

langere periode bloot aan extreme weersomstandigheden<br />

(hitte, kou, vochtigheid<br />

etc.).<br />

Molenmontage<br />

Alle molens worden met een bijbehorende<br />

molenzwengel en een dichte contraschroef<br />

(veiligheid tijdens transport)<br />

geleverd. Om te vissen maakt men eerst<br />

de contraschroef, die aan de tegenovergestelde<br />

kant van het molenhuis zit,<br />

los. Klap vervolgens de molenzwengel<br />

recht en schroef dan met de contraschroef<br />

de molenzwengel vast op de as van de<br />

spoel.<br />

Het ombouwen van de molen voor<br />

links- of rechtshandigheid<br />

Verwijder de contraschroef die tegenover<br />

de molenzwengel zit.<br />

Trek de molenzwengel uit het huis van de<br />

molen en steek deze vanuit de andere<br />

zijde weer in het molenhuis. Schroef de<br />

contraschroef weer aan het uiteinde van<br />

de molenzwengel.<br />

Klap nooit met geweld de molenzwengel<br />

in of uit. Dit leidt tot beschadiging van de<br />

molen of van het molenhuis.<br />

Tip:<br />

Molens met een automatische dichtklapzwengel<br />

fixeren zich automatisch bij<br />

het in- en uitklappen.<br />

Veiligheid / aansprakelijkheid /<br />

tips / service<br />

Bij het gebruik van hengels, vooral bij<br />

carbonhengels, is het risico op blikseminslag<br />

bij onweer veel hoger.<br />

Als stelregel geldt: hoe langer de hengel,<br />

hoe groter het gevaar.<br />

Kijk bij het gebruik van de hengel, vooral<br />

bij het uitwerpen van het aas, erg goed<br />

uit voor elektriciteitsleidingen. Als men<br />

dicht in de buurt of zelfs in contact komt<br />

met<br />

De bevestiging van de molen aan<br />

de hengel<br />

Houd de volgorde van onderstaande<br />

afbeeldingen aan:<br />

Let erop dat er geen speling is bij de<br />

molenvoet.<br />

1. Open de molenhouder zodat er voldoende<br />

ruimte voor de complete molenvoet<br />

ontstaat.<br />

2. Zet de voorste molenvoet tot de<br />

aanslag in de vaste molenschoen.<br />

3. Door de contramoer van de molenhouder<br />

vast te schroeven, kan de molen<br />

zich aan de hengel vastzetten.<br />

Om de molen weer van de hengel los te<br />

maken worden deze handelingen in de<br />

omgekeerde volgorde uitgevoerd.<br />

elektriciteitsleidingen, bestaat er een<br />

verhoogd risico op ongevallen. Natte lijnen<br />

en carbonhengels kunnen stroom<br />

geleiden!<br />

Let er bij het uitwerpen van de hengel<br />

op, dat er geen personen achter de visser<br />

staan die door haken of lood gewond<br />

kunnen raken. Zorg voor voldoende vrije<br />

ruimte.<br />

Houd in verband met doorslikgevaar<br />

haken of klein materiaal altijd buiten<br />

bereik van kinderen en huisdieren.<br />

Draag voor de eigen veiligheid bij het<br />

vissen altijd een hoed of een bril.<br />

Vermijd contact van de visuitrusting met<br />

chemicaliën. Zonnebrandcrèmes en mid-<br />

Het instellen van de molenslip<br />

Op de molens zit voor of achter een slip.<br />

Een juiste instelling van de slip voorkomt<br />

lijn- of hengelbreuk. De slipinstelling komt<br />

ongeveer overeen met vijftig procent van<br />

de sterkte van de lijn of de hengel. Om dit<br />

te bereiken moet de lijn door alle geleideogen<br />

worden getrokken en aan een<br />

punt daarachter worden bevestigd.<br />

Vervolgens wordt de hengel in een hoek<br />

van vijfenveertig graden tegenover het<br />

rechte lichaam vastgehouden. De lijn<br />

wordt nu binnengedraaid totdat er spanning<br />

ontstaat en de hengel negentig<br />

graden doorbuigt. Pas in deze positie<br />

moet de lijn door de spanning van de hengel<br />

afgegeven worden met behulp van de<br />

slip. Door het vast- of losdraaien van de<br />

slip, wordt het juiste effect verkregen.<br />

(afbeelding 2).<br />

Let op: Het onjuist instellen van<br />

Lijngeleider<br />

Spoelbevestiging<br />

(+ slip voorop –<br />

bij molens zonder slip<br />

achterop)<br />

Molenbeugel<br />

Abb.: 2<br />

delen ter bescherming tegen insecten<br />

kunnen de lijn en de hengel beschadigen.<br />

Let altijd op de wetten en lokale regels<br />

die voor de betreffende wateren gelden.<br />

Neem altijd de verplichte documenten<br />

mee (viskaart, visvergunning etc.).<br />

Informeer altijd vooraf naar gesloten<br />

vistijden, minimummaten van de vissen<br />

en andere regels (soorten vis en natuurbeschermingswetten)<br />

die voor het<br />

betreffende water gelden.<br />

Tip<br />

Controleer op de dag voor het vissen of<br />

de visuitrusting en alle toebehoren in<br />

orde en compleet zijn.<br />

de slip kan tot lijn- of hengelbreuk<br />

leiden.<br />

Controleren<br />

Controleer regelmatig of de verbindingen<br />

van de hengel nog goed sluiten. Bij<br />

beschadiging of een niet correct<br />

aaneensluiten bestaat het gevaar van<br />

breuk. Hetzelfde geldt voor de bevestiging<br />

van de molen aan de hengel. Een te losse<br />

verbinding tussen de molen en de hengel<br />

kan leiden tot een breuk van de molenvoet<br />

of tot beschadiging van de molenhouder.<br />

Maak de molen steeds na gebruik schoon<br />

met helder water. Smeer- of glijmiddelen<br />

die gebruikt worden voor de bewerking<br />

van bewegende delen, mogen niet in contact<br />

komen met de lijn, omdat deze middelen<br />

de trekkracht van de lijn verminderen.<br />

We danken u voor het lezen en doornemen<br />

van onze korte handleiding.<br />

Voor de vangst van uw leven wensen wij<br />

u ‘vang ze’.<br />

Fantastic for fishing<br />

Schöne Aussicht 5c<br />

D-51381 Leverkusen<br />

Molenvoet<br />

Antiretour<br />

Molenslinger<br />

Slip achterop<br />

Hotline:<br />

e-mail: info@fantastic-for-fishing.com<br />

© by Hospo – Hobby-Sport-Verlag<br />

D-51674 Wiehl


1. De middelmaat molen<br />

wordt aan de hengel<br />

gemonteerd.<br />

2. Controleer of de molen<br />

correct en stevig aan de<br />

hengel gemonteerd is.<br />

3. Open de beugel van de<br />

molen.<br />

Montage van de wartel<br />

Verbind de wartel met een halve<br />

bloedknoop aan de hoofdlijn<br />

Montage van de stalen<br />

onderlijn<br />

Hang de lus van de stalen onderlijn<br />

in de speld van de wartel en sluit<br />

deze<br />

3. Haal de lijn door de<br />

lus tussen de wartel en<br />

de wikkelingen en<br />

vervolgens door<br />

de grote lus<br />

Handleiding voor de montage<br />

van de spinhengel voor<br />

het vissen op<br />

snoek en snoekbaars<br />

4. Haal vanaf de molen de<br />

lijn door alle geleideogen.<br />

5. Bevestig aan het einde<br />

van de lijn een middel<br />

maat wartel met behulp<br />

van een halve<br />

bloedknoop.<br />

6. Controleer de knoop door<br />

1. Haal de hoofdlijn door<br />

het oog van de wartel<br />

4. Maak de hoofdlijn<br />

enigszins vochtig<br />

(bijvoorbeeld met een<br />

beetje speeksel) en<br />

trek de knoop daarna<br />

langzaam aan<br />

moer<br />

contramoer<br />

Montage van het kunstaas<br />

Hang het oog van het kunstaas<br />

in de speld van de wartel en sluit<br />

deze vervolgens<br />

Vaste<br />

reelhouder<br />

Schroefreelhouder<br />

met contramoer<br />

bewegende<br />

molenschoen<br />

2. Wikkel de lijn<br />

tenminste vijf- maal<br />

om de hoofdlijn<br />

Montage van de molen<br />

er enkele malen stevig<br />

aan te trekken.<br />

7. Hang in de speld van de<br />

wartel een stalen<br />

onderlijn.<br />

8. Sluit de speld van de<br />

wartel.<br />

9. Bevestig het kunstaas<br />

Schuif de<br />

molenvoet in de<br />

molenschoen<br />

Zet de molenschoen<br />

vast met de moer en<br />

borg hem met de<br />

contramoer<br />

aan de wartel van de<br />

stalen onderlijn.<br />

10. Controleer de sterkte van<br />

de stalen onderlijn door er<br />

enkele malen stevig aan<br />

te trekken.<br />

11. Sluit de beugel van<br />

de molen.<br />

12. Stem de slip van de<br />

molen af op de trekkracht<br />

van de lijn die op de<br />

molen zit.<br />

13. Neem de volgende<br />

toebehoren mee:<br />

a. schepnet<br />

b. meetapparatuur<br />

c. visdoder<br />

d. mes<br />

e. onthaaktang<br />

f. bekkensperder<br />

NL<br />

OPGELET!<br />

Houd de haken en de kleine losse<br />

delen buiten het bereik van kinderen<br />

en huisdieren.<br />

Deze artikelen mogen alleen<br />

gebruikt worden onder toezicht van<br />

volwassenen.<br />

© Niets uit deze uitgave mag worden<br />

verveelvoudigd of gedeeltelijk openbaar<br />

worden gemaakt, zonder voorafgaande<br />

toestemming van Hospo-Verlag,<br />

51674 Wiehl<br />

- Germany -


Vissen met de spinhengel op snoek en snoekbaars<br />

Spinvissen is het vissen met hengel, molen en<br />

kunstaas op vissen, die zich voeden met andere<br />

vissen. Ideaal te bevissen met een lichte<br />

spinhengel zijn vissen zoals forel, baars en kopvoorn;<br />

met de zware spinhengel snoek, snoekbaars,<br />

meerval en roofblei.<br />

De uitrusting<br />

De set om te spinvissen is aan zware <strong>bel</strong>astingen<br />

onderhevig. Wat betreft de molen maakt de<br />

enthousiaste spinvisser gebruik van een molen<br />

met een vinger pick-up of meteen van een hengel<br />

met revolvergreep<br />

en een bijbehorende<br />

reel. Het is zeer<br />

<strong>bel</strong>angrijk, ook bij een<br />

lichte spinhengel, een<br />

stalen onderlijn van<br />

tenminste 15 centimeter<br />

lengte te gebruiken.<br />

Het is immers zo<br />

– met uitzondering<br />

van forellenvijvers –<br />

dat de snoek in<br />

dezelfde wateren<br />

voorkomt waarin ook<br />

de baars en de kopvoorn<br />

rondzwemmen.<br />

Hengel<br />

met een<br />

werpgewicht van<br />

30-60 gram<br />

Een noodzakelijk<br />

hulpmiddel is een<br />

monteerbare anti–kink<br />

vaan. Door de constante<br />

druk op de lijn<br />

is het geleidelijk verdraaien<br />

van de lijn en<br />

daardoor een voortijdige<br />

slijtage van de lijn<br />

en breuk niet te verh<br />

i n d e r e n .<br />

Dit gevaar wordt door<br />

de anti-kink vaan verholpen.<br />

Een kleine handige<br />

truc die helpt is de veiligheidsspeldtruc:<br />

alles wat ogen heeft<br />

netjes bewaren met<br />

een veiligheidsspeld.<br />

Naast de noodzakelijke toebehoren is het aan<br />

Veiligheidsspeldtruc<br />

te raden om zilverfolie en lippenstift mee te<br />

nemen.<br />

Met de zilverfolie wordt donker kunstaas lichter<br />

gemaakt, met rode lippenstift wordt het kunstaas<br />

aantrekkelijker gemaakt.<br />

Het kunstaas<br />

Voor de keuze van het kunstaas gelden de volgende<br />

vuistregels:<br />

Somber weer<br />

Troe<strong>bel</strong> water = lichte kleur kunstaas<br />

Helder weer<br />

Helder water = donkere kleur kunstaas<br />

Wanneer in het viswater ondermaatse vissen<br />

verwacht worden, gebruik dan kunstaas met<br />

een enkele haak of knip met een tang twee<br />

haken van de dreg af. De bewuste visser drukt<br />

ook de weerhaken plat.<br />

Om te voorkomen dat een een vis niet vals<br />

gehaakt wordt, moet ervoor gezorgd worden,<br />

dat de haken beweegbaar op het kunstaas<br />

gemonteerd zitten.<br />

Het vissen<br />

Om succesvol met kunstaas te vissen probeert<br />

menzoveel<br />

mogelijk<br />

zintuigen<br />

van de roofvis<br />

te prikkelen.<br />

Al bij<br />

de inworp<br />

en het lan-<br />

"anti-kink”<br />

den op het<br />

wateroppervlak van<br />

het kunstaas wordt het<br />

eerste zintuig (het<br />

gehoor) van de vis aangesproken.<br />

Het harde geluid<br />

van het kunstaas dat op het<br />

wateroppervlak landt, maakt<br />

de meeste vissen aan het<br />

schrikken en jaagt ze weg.<br />

Het is daarom aan te raden om het<br />

kunstaas over de visrijke stek (de<br />

vangplaats) heen te werpen.<br />

Met hun gehoororgaan oriënteren roofvissen<br />

zich sterk op de aasgeluiden van de karperachtige<br />

vissen. De geluiden worden door de<br />

keelkiezen veroorzaakt. Deze geluiden van het<br />

opeen klappen van de keelkiezen proberen we<br />

bij kunstaas na te bootsen met behulp van<br />

ratels die in of op het kunstaas verwerkt zijn.<br />

Deze ratels vindt u vaak op de as van de spinner<br />

alsook in de buik van de plug.<br />

Door deze nagebootste aasgeluiden wekken<br />

we de aandacht van de roofvis voor zijn vermeende<br />

buit. Hij gebruikt zijn tweede zintuig -<br />

zijn zijlijnorgaan -, om trillingen te voelen en<br />

waar te nemen. Dit zijlijnorgaan maakt het alle<br />

vissen mogelijk kleine waterbewegingen<br />

respectievelijk verplaatsingen van het water<br />

waar te nemen en te voelen.<br />

Naast de enorm hoge gevoeligheid van het<br />

orgaan zorgt de hoge dichtheid van het water er<br />

voor (water heeft een dichtheid die ca. 300<br />

maal groter is dan de dichtheid van lucht), dat<br />

de roofvis zijn vermeende buit al op grote<br />

afstand kan waarnemen. De drukgolf van de<br />

spinnerbladen, het sterke uitslaan van de lepel,<br />

de vibraties van de plug en de gummi vis prikkelen<br />

dit "specifieke tastzintuig”.<br />

Als de aasvis en de rover dichter bij elkaar<br />

komen gaat het derde zintuig een rol spelen,<br />

het reukzintuig.<br />

Vissen hebben een uitzonderlijk goed ontwikkeld<br />

reukorgaan en kunnen zelfs nog de aller-<br />

kleinste reukdeeltjes waarnemen. De reuk van<br />

een aasvis kan met behulp van reukstoff e n<br />

nagebootst worden, die voor, op of in het aas<br />

(kunststofaas ) bevestigd worden.<br />

Nadat deze drie <strong>bel</strong>angrijkste zintuigen van de<br />

roofvissen geprikkeld zijn, ontbreekt als laatste<br />

<strong>bel</strong>angrijke prikkel om te bijten alleen nog het<br />

zien van de buit. Als al deze vier <strong>bel</strong>angrijke<br />

prikkels - horen, voelen ruiken en zien - op<br />

elkaar afgestemd zijn, zal er een aanbeet van<br />

de roofvis volgen.<br />

Bij een aanbeet komen de laatste twee zintuigen<br />

– smaak en het lichamelijk voelen – tot hun<br />

recht.<br />

Plug met zwemschoep<br />

(beweegbaar)<br />

"Smaakt” de vermeende buit slecht en voelt<br />

deze in de bek van de roofvis hard en onnatuurlijk<br />

aan, dan wordt deze meteen weer losgelaten.<br />

Hier helpt alleen de snelle reactie van de<br />

v i s s e r, die de aanbeet meteen verzilvert met<br />

een aanslag.<br />

Als het zachte gummi kunstaas op de juiste<br />

manier met aroma’s geprepareerd is, zal de<br />

roofvis zijn fout minder snel ontdekken en kan<br />

er ook met een vertraging aangeslagen worden.<br />

Gummi kunstaas voor de roofvis<br />

Montage voor water met obstakels<br />

(haak in het aas) afbeelding onder<br />

Om een water goed te bevissen zal eerst de<br />

diepte van het water vastgesteld moeten worden.<br />

Begin, nadat het kunstaas op het wateroppervlak<br />

terecht is gekomen, meteen te tellen en wel<br />

zo lang er lijn van de molen loopt. Onthoud na<br />

hoeveel tellen de lijn van de molen is gelopen<br />

(bijvoorbeeld acht tellen).<br />

Als u in dit water het aas vlak over de bodem<br />

wilt laten zwemmen, tel dan bij de nieuwe worp<br />

tot zes en sluit hierna meteen de beugel van de<br />

molen en begin meteen met het binnendraaien<br />

van het kunstaas. Deze methode kan vanzelfsprekend<br />

alleen met een zinkend kunstaas,<br />

zoals lepel, spinner, gummi kunstaas of met<br />

een zinkende plug uitgevoerd worden.<br />

Er wordt ideaal gevist als de stand van de hengel<strong>top</strong><br />

zich net boven het wateroppervlak<br />

De zintuigen van de roofvis:<br />

1. het gehoor<br />

2. de tast<br />

bevindt. Het binnenhalen van het kunstaas<br />

dient onregelmatig te gebeuren zodat de roofvis<br />

denkt dat dit een gemakkelijke buit is. Wie een<br />

groter wateroppervlak wil bevisssen en een<br />

extra prikkel op de roofvissen wil uitoefenen,<br />

probeert de hengel<strong>top</strong> tijdens het binnendraaien<br />

van het kunstaas op en neer te bewegen. Zinkend<br />

gummi kunstaas wordt binnengevist door<br />

de hengel<strong>top</strong> omhoog te halen en te laten zakken,<br />

terwijl u tegelijkertijd de molen opwindt.<br />

Het gummi kunstaas prikkelt de roofvis extra<br />

sterk, het aantal aanbeten is bovengemiddeld<br />

hoog. Omdat de grootste prikkel wordt veroorzaakt<br />

door het achterste gedeelte van het<br />

kunstaas, dat niet van een haak voorzien is, zullen<br />

over het algemeen jonge ondermaatse roofvissen<br />

in de staart bijten, met als gevolg dat er<br />

vaak mis geslagen wordt.<br />

Wie in een water met veel obstakels vist, kan<br />

het gummi kunstaas zo prepareren, dat deze<br />

niet vastloopt in de obstakels. Kijk op de tekening<br />

hoe de haak in het gummi kunstaas wordt<br />

bevestigd.<br />

Het goed vissen met pluggen vereist meer ervaring.<br />

Er is een veelvoud van verschillende soorten<br />

pluggen. Zelfs professionele vissers kennen<br />

ze niet allemaal.<br />

Als vuistregel geldt bij alle drijvende pluggen<br />

met duikschoep: hoe sneller u de plug binnen<br />

vist of er mee sleept, des te dieper duikt deze<br />

plug. Bij pluggen met een verstelbare duikschoep<br />

geldt: hoe hoger de stand van de duikschoep,<br />

des te dieper loopt hij, hoe dieper de<br />

stand van de duikschoep, des te ondieper loopt<br />

hij.<br />

Bij te veel ”nazwemmers” tijdens het binnenvissen<br />

van de plug is het aan te raden om voedselnijd<br />

bij de rovers op te wekken. "Nazwemmers”<br />

betekent dat de roofvis het kunstaas tot<br />

de oever volgt, maar het kunstaas niet aanvalt.<br />

Met het onderlijnensysteem van "Paladin” heeft<br />

men het grootste succes.<br />

De vijf tot zes stroken zilverfolie, die voor het<br />

hoofdkunstaas gemonteerd zijn, stellen een<br />

school aasvis voor, die voor een kleine roofvis<br />

op de vlucht zijn. Naast de voedselnijd wordt<br />

ook nog de<br />

territorium-<br />

drift van de<br />

grote roofvis<br />

opgewekt.<br />

3. de reuk<br />

4. het zicht (het zien en herkennen)<br />

5. de smaak<br />

PALADIN<br />

onderlijnensysteem


1. De kleine molen wordt<br />

aan de hengel<br />

gemonteerd.<br />

2. Controleer of de molen<br />

correct en stevig aan de<br />

hengel gemonteerd is.<br />

3. Open de beugel van de<br />

molen.<br />

Handleiding voor de montage van de<br />

spinhengel voor het vissen<br />

op forel en baars<br />

4. Haal vanaf de molen de<br />

lijn door alle geleideogen.<br />

5. Bevestig de wartel aan<br />

het einde van de lijn met<br />

behulp van een halve<br />

bloedknoop.<br />

6. Controleer de knoop<br />

door er enkele malen<br />

stevig aan te trekken.<br />

Montage van het kunstaas<br />

Hang het oog van het kunstaas in de speld van<br />

de wartel en sluit deze vervolgens<br />

Reel assembly<br />

Fixed reel seat Insert reel foot into<br />

the reel seats<br />

Moveable<br />

reel seat<br />

Nut<br />

Lock nut<br />

Screw-in reel<br />

holder with lock<br />

nut<br />

Montage van de wartel<br />

Verbind de wartel met een halve<br />

bloedknoop aan de hoofdlijn<br />

1. Haal de hoofdlijn door<br />

het oog van de wartel<br />

2. Wikkel de lijn tenminste vijfmaal<br />

om de hoofdlijn<br />

3. Haal de lijn door de lus tussen<br />

de wartel en de wikkelingen en<br />

vervolgens door de grote lus<br />

4. Maak de hoofdlijn enigszins vochtig<br />

(bijvoorbeeld met een beetje speeksel) en<br />

trek de knoop daarna langzaam aan<br />

Fix reel seat with<br />

nut and secure it<br />

with the lock nut<br />

7. Hang in de speld van de<br />

wartel een stalen<br />

onderlijn.<br />

8. Sluit de speld van de<br />

wartel.<br />

9. Bevestig het kunstaas<br />

aan de wartel van de<br />

stalen onderlijn.<br />

10. Controleer de sterkte<br />

van de stalen onderlijn<br />

door er enkele malen<br />

stevig aan te trekken.<br />

11. Sluit de beugel van de<br />

molen.<br />

12. Stem de slip van de<br />

molen af op de<br />

trekkracht van de lijn die<br />

op de molen zit.<br />

13. Neem de volgende<br />

toebehoren mee:<br />

a. schep<br />

b. meetapparatuur<br />

c. visdoder<br />

d. mes<br />

e. onthaaktang<br />

f. bekkensperder<br />

NL<br />

OPGELET!<br />

Houd de haken en de kleine losse<br />

delen buiten het bereik van kinderen<br />

en huisdieren.<br />

Deze artikelen mogen alleen<br />

gebruikt worden onder toezicht van<br />

volwassenen.<br />

© Niets uit deze uitgave mag worden<br />

verveelvoudigd of gedeeltelijk openbaar<br />

worden gemaakt, zonder voorafgaande<br />

toestemming van Hospo-Verlag,<br />

51674 Wiehl<br />

- Germany -


Spinvissen is het vissen met hengel, molen en<br />

kunstaas op vissen, die zich voeden met andere<br />

vissen. Ideaal te bevissen met een lichte<br />

spinhengel zijn vissen zoals forel, baars en kopvoorn;<br />

met de zware spinhengel snoek, snoekbaars,<br />

meerval en roofblei.<br />

De uitrusting<br />

De set om te spinvissen is aan zware <strong>bel</strong>astingen<br />

onderhevig. Wat betreft de molen maakt de<br />

enthousiaste spinvisser gebruik van een molen<br />

met een vinger pick-up of meteen van een hengel<br />

met revolvergreep<br />

en een bijbehorende<br />

reel. Het is zeer<br />

<strong>bel</strong>angrijk, ook bij een<br />

lichte spinhengel, een<br />

stalen onderlijn van<br />

tenminste 15 centimeter<br />

lengte te gebruiken.<br />

Het is immers zo<br />

– met uitzondering<br />

van forellenvijvers –<br />

dat de snoek in<br />

dezelfde wateren<br />

voorkomt waarin ook<br />

de baars en de kopvoorn<br />

rondzwemmen.<br />

Hengel<br />

met een<br />

werpgewicht van<br />

30-60 gram<br />

Vissen met de spinhengel op forel en baars<br />

Een noodzakelijk<br />

hulpmiddel is een<br />

monteerbare anti–kink<br />

vaan. Door de constante<br />

druk op de lijn<br />

is het geleidelijk verdraaien<br />

van de lijn en<br />

daardoor een voortijdige<br />

slijtage van de lijn<br />

en breuk niet te verh<br />

i n d e r e n .<br />

Dit gevaar wordt door<br />

de anti-kink vaan verholpen.<br />

Een kleine handige<br />

truc die helpt is de veiligheidsspeldtruc:<br />

alles wat ogen heeft<br />

netjes bewaren met<br />

een veiligheidsspeld.<br />

Naast de noodzakelijke toebehoren is het aan<br />

Veiligheidsspeldtruc<br />

te raden om zilverfolie en lippenstift mee te<br />

nemen.<br />

Met de zilverfolie wordt donker kunstaas lichter<br />

gemaakt, met rode lippenstift wordt het kunstaas<br />

aantrekkelijker gemaakt.<br />

Het kunstaas<br />

Voor de keuze van het kunstaas gelden de volgende<br />

vuistregels:<br />

Somber weer<br />

Troe<strong>bel</strong> water = lichte kleur kunstaas<br />

Helder weer<br />

Helder water = donkere kleur kunstaas<br />

Wanneer in het viswater ondermaatse vissen<br />

verwacht worden, gebruik dan kunstaas met<br />

een enkele haak of knip met een tang twee<br />

haken van de dreg af. De bewuste visser drukt<br />

ook de weerhaken plat.<br />

Om te voorkomen dat een een vis niet vals<br />

gehaakt wordt, moet ervoor gezorgd worden,<br />

dat de haken beweegbaar op het kunstaas<br />

gemonteerd zitten.<br />

Het vissen<br />

Om succesvol met kunstaas te vissen probeert<br />

menzoveel<br />

mogelijk<br />

zintuigen<br />

van de roofvis<br />

te prikkelen.<br />

Al bij<br />

de inworp<br />

en het lan-<br />

"anti-kink”<br />

den op het<br />

wateroppervlak van<br />

het kunstaas wordt het<br />

eerste zintuig (het<br />

gehoor) van de vis aangesproken.<br />

Het harde geluid<br />

van het kunstaas dat op het<br />

wateroppervlak landt, maakt<br />

de meeste vissen aan het<br />

schrikken en jaagt ze weg.<br />

Het is daarom aan te raden om het<br />

kunstaas over de visrijke stek (de<br />

vangplaats) heen te werpen.<br />

Met hun gehoororgaan oriënteren roofvissen<br />

zich sterk op de aasgeluiden van de karperachtige<br />

vissen. De geluiden worden door de<br />

keelkiezen veroorzaakt. Deze geluiden van het<br />

opeen klappen van de keelkiezen proberen we<br />

bij kunstaas na te bootsen met behulp van<br />

ratels die in of op het kunstaas verwerkt zijn.<br />

Deze ratels vindt u vaak op de as van de spinner<br />

alsook in de buik van de plug.<br />

Door deze nagebootste aasgeluiden wekken<br />

we de aandacht van de roofvis voor zijn vermeende<br />

buit. Hij gebruikt zijn tweede zintuig -<br />

zijn zijlijnorgaan -, om trillingen te voelen en<br />

waar te nemen. Dit zijlijnorgaan maakt het alle<br />

vissen mogelijk kleine waterbewegingen<br />

respectievelijk verplaatsingen van het water<br />

waar te nemen en te voelen.<br />

Naast de enorm hoge gevoeligheid van het<br />

orgaan zorgt de hoge dichtheid van het water er<br />

voor (water heeft een dichtheid die ca. 300<br />

maal groter is dan de dichtheid van lucht), dat<br />

de roofvis zijn vermeende buit al op grote<br />

afstand kan waarnemen. De drukgolf van de<br />

spinnerbladen, het sterke uitslaan van de lepel,<br />

de vibraties van de plug en de gummi vis prikkelen<br />

dit "specifieke tastzintuig”.<br />

Als de aasvis en de rover dichter bij elkaar<br />

komen gaat het derde zintuig een rol spelen,<br />

het reukzintuig.<br />

Vissen hebben een uitzonderlijk goed ontwikkeld<br />

reukorgaan en kunnen zelfs nog de aller-<br />

kleinste reukdeeltjes waarnemen. De reuk van<br />

een aasvis kan met behulp van reukstoff e n<br />

nagebootst worden, die voor, op of in het aas<br />

(kunststofaas ) bevestigd worden.<br />

Nadat deze drie <strong>bel</strong>angrijkste zintuigen van de<br />

roofvissen geprikkeld zijn, ontbreekt als laatste<br />

<strong>bel</strong>angrijke prikkel om te bijten alleen nog het<br />

zien van de buit. Als al deze vier <strong>bel</strong>angrijke<br />

prikkels - horen, voelen ruiken en zien - op<br />

elkaar afgestemd zijn, zal er een aanbeet van<br />

de roofvis volgen.<br />

Bij een aanbeet komen de laatste twee zintuigen<br />

– smaak en het lichamelijk voelen – tot hun<br />

recht.<br />

Plug met zwemschoep<br />

(beweegbaar)<br />

"Smaakt” de vermeende buit slecht en voelt<br />

deze in de bek van de roofvis hard en onnatuurlijk<br />

aan, dan wordt deze meteen weer losgelaten.<br />

Hier helpt alleen de snelle reactie van de<br />

v i s s e r, die de aanbeet meteen verzilvert met<br />

een aanslag.<br />

Als het zachte gummi kunstaas op de juiste<br />

manier met aroma’s geprepareerd is, zal de<br />

roofvis zijn fout minder snel ontdekken en kan<br />

er ook met een vertraging aangeslagen worden.<br />

Gummi kunstaas voor de roofvis<br />

Montage voor water met obstakels<br />

(haak in het aas) afbeelding onder<br />

Om een water goed te bevissen zal eerst de<br />

diepte van het water vastgesteld moeten worden.<br />

Begin, nadat het kunstaas op het wateroppervlak<br />

terecht is gekomen, meteen te tellen en wel<br />

zo lang er lijn van de molen loopt. Onthoud na<br />

hoeveel tellen de lijn van de molen is gelopen<br />

(bijvoorbeeld acht tellen).<br />

Als u in dit water het aas vlak over de bodem<br />

wilt laten zwemmen, tel dan bij de nieuwe worp<br />

tot zes en sluit hierna meteen de beugel van de<br />

molen en begin meteen met het binnendraaien<br />

van het kunstaas. Deze methode kan vanzelfsprekend<br />

alleen met een zinkend kunstaas,<br />

zoals lepel, spinner, gummi kunstaas of met<br />

een zinkende plug uitgevoerd worden.<br />

Er wordt ideaal gevist als de stand van de hengel<strong>top</strong><br />

zich net boven het wateroppervlak<br />

De zintuigen van de roofvis:<br />

1. het gehoor<br />

2. de tast<br />

5<br />

3<br />

4<br />

1 2<br />

bevindt. Het binnenhalen van het kunstaas<br />

dient onregelmatig te gebeuren zodat de roofvis<br />

denkt dat dit een gemakkelijke buit is. Wie een<br />

groter wateroppervlak wil bevisssen en een<br />

extra prikkel op de roofvissen wil uitoefenen,<br />

probeert de hengel<strong>top</strong> tijdens het binnendraaien<br />

van het kunstaas op en neer te bewegen. Zinkend<br />

gummi kunstaas wordt binnengevist door<br />

de hengel<strong>top</strong> omhoog te halen en te laten zakken,<br />

terwijl u tegelijkertijd de molen opwindt.<br />

Het gummi kunstaas prikkelt de roofvis extra<br />

sterk, het aantal aanbeten is bovengemiddeld<br />

hoog. Omdat de grootste prikkel wordt veroorzaakt<br />

door het achterste gedeelte van het<br />

kunstaas, dat niet van een haak voorzien is, zullen<br />

over het algemeen jonge ondermaatse roofvissen<br />

in de staart bijten, met als gevolg dat er<br />

vaak mis geslagen wordt.<br />

Wie in een water met veel obstakels vist, kan<br />

het gummi kunstaas zo prepareren, dat deze<br />

niet vastloopt in de obstakels. Kijk op de tekening<br />

hoe de haak in het gummi kunstaas wordt<br />

bevestigd.<br />

Het goed vissen met pluggen vereist meer ervaring.<br />

Er is een veelvoud van verschillende soorten<br />

pluggen. Zelfs professionele vissers kennen<br />

ze niet allemaal.<br />

Als vuistregel geldt bij alle drijvende pluggen<br />

met duikschoep: hoe sneller u de plug binnen<br />

vist of er mee sleept, des te dieper duikt deze<br />

plug. Bij pluggen met een verstelbare duikschoep<br />

geldt: hoe hoger de stand van de duikschoep,<br />

des te dieper loopt hij, hoe dieper de<br />

stand van de duikschoep, des te ondieper loopt<br />

hij.<br />

Bij te veel ”nazwemmers” tijdens het binnenvissen<br />

van de plug is het aan te raden om voedselnijd<br />

bij de rovers op te wekken. "Nazwemmers”<br />

betekent dat de roofvis het kunstaas tot<br />

de oever volgt, maar het kunstaas niet aanvalt.<br />

Met het onderlijnensysteem van "Paladin” heeft<br />

men het grootste succes.<br />

De vijf tot zes stroken zilverfolie, die voor het<br />

hoofdkunstaas gemonteerd zijn, stellen een<br />

school aasvis voor, die voor een kleine roofvis<br />

op de vlucht zijn. Naast de voedselnijd wordt<br />

ook nog de<br />

territorium-<br />

drift van de<br />

grote roofvis<br />

opgewekt.<br />

3. de reuk<br />

4. het zicht (het zien en herkennen)<br />

5. de smaak<br />

PALADIN<br />

onderlijnensysteem

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!