Samenvatting in het Nederlands - LOT publications
Samenvatting in het Nederlands - LOT publications
Samenvatting in het Nederlands - LOT publications
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Samenvatt<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Nederlands</strong><br />
Van Chaucers Canterbury Tales zijn ongeveer 80 vijftiende-eeuwse handschriften<br />
overgebleven; geen van deze is echter van de hand van Chaucer. Doorgaans wordt<br />
aangenomen dat de taal van Chaucer <strong>in</strong> twee vroege handschriften van The<br />
Canterbury Tales, <strong>het</strong> ‘Hengwrt’ en <strong>het</strong> ‘Ellesmere’ handschrift, <strong>het</strong> meest getrouw<br />
wordt weergegeven. Het eerste bev<strong>in</strong>dt zich <strong>in</strong> Aberystwyth, <strong>in</strong> de National Library<br />
of Wales (MS Peniarth 392D), en <strong>het</strong> tweede <strong>in</strong> San Mar<strong>in</strong>o <strong>in</strong> California, <strong>in</strong> de<br />
Hunt<strong>in</strong>gton Library (MS EL 26.C.9). Volgens de L<strong>in</strong>guistic Atlas of Late Mediaeval<br />
English zijn Hengwrt and Ellesmere geschreven <strong>in</strong> <strong>het</strong> zgn. ‘London Type III’<br />
dialect, hoewel de spell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> beide teksten niet identiek is. Beide handschriften zijn<br />
door dezelfde kopiist geproduceerd. Deze kopiist werd ‘Scribe B’ genoemd, maar<br />
enige jaren geleden is zijn identiteit vastgesteld: Adam P<strong>in</strong>khurst.<br />
De tekst van Ellesmere is lange tijd hoger aangeslagen dan die van Hengwrt, en<br />
s<strong>in</strong>ds <strong>het</strong> e<strong>in</strong>de van de negentiende eeuw zijn de edities van The Canterbury Tales<br />
gebaseerd op de tekst van Ellesmere. Na de publicatie <strong>in</strong> 1940 van de editie van The<br />
Canterbury Tales door Manly and Rickert, die was gebaseerd op alle bekende<br />
handschriften, is de wetenschappelijke <strong>in</strong>teresse vooral uitgegaan naar Hengwrt.<br />
Recente onderzoek<strong>in</strong>gen op <strong>het</strong> gebied van de tekstuele traditie van The Canterbury<br />
Tales (Blake 1985, Rob<strong>in</strong>son 1999) geven aan dat van deze twee handschriften<br />
Hengwrt de taal van Chaucer zelf <strong>het</strong> dichtst benadert.<br />
De meest <strong>in</strong>novatieve wetenschappelijke aanpak met betrekk<strong>in</strong>g tot de studie<br />
naar The Canterbury Tales komt van <strong>het</strong> ‘Canterbury Tales Project’. Dit project<br />
heeft als doel de geschiedenis van de overgeleverde teksten van The Canterbury<br />
Tales te bestuderen door alle vijftiende-eeuwse handschriften en gedrukte edities<br />
van de Tales electronisch te transcriberen, te collationeren en te analyseren<br />
(Rob<strong>in</strong>son 2003). Spell<strong>in</strong>gvarianten <strong>in</strong> de tekst van deze handschriften kunnen<br />
electronisch worden geanalyseerd, met als doel de verwantschap tussen de<br />
verschillende versies te kunnen beschrijven en daarmee uite<strong>in</strong>delijk de afstamm<strong>in</strong>g<br />
van Chaucers oorspronkelijke tekst te kunnen achterhalen. Op basis hiervan moet<br />
<strong>het</strong> uite<strong>in</strong>delijk mogelijk zijn de spell<strong>in</strong>gvormen <strong>in</strong> Chaucers handschrift vast te<br />
stellen.<br />
Dit proefschrift beschrijft een onderzoek naar de gebruikte spell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />
Hengwrt en Ellesmere handschriften dat werd uitgevoerd met behulp van digitale<br />
media die zijn ontwikkeld en gepubliceerd door <strong>het</strong> ‘Canterbury Tales Project’: <strong>het</strong><br />
Hengwrt Digitale Facsimile, de electronische transcriptie van <strong>het</strong> Ellesmere<br />
handschrift en de CD-ROMs van de The General Prologue, The Miller’s Tale, The<br />
Wife of Bath’s Prologue en The Nun’s Priest’s Tale. Deze CD-ROMs bevatten de
240<br />
SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS<br />
collaties van alle vijftiende-eeuwse handschriften van de betreffende vertell<strong>in</strong>gen.<br />
De spell<strong>in</strong>g van Hengwrt en Ellesmere is vergeleken met drie andere teksten van de<br />
hand van Scribe B, namelijk drie katernen van een handschrift van Gower’s<br />
Confessio Amantis (Cambridge, Tr<strong>in</strong>ity College, MS R.3.2) en de overgeleverde<br />
fragmenten van de Prioress’s Prologue and Prioress’s Tale (Cambridge University<br />
Library, MS Kk 1.3/20) en Troilus and Criseyde (Hatfield House fragment, Cecil<br />
Papers, Box S/1). Het doel van deze studie is de spell<strong>in</strong>gspatronen van Scribe B<br />
nader te analyseren, zodat de oorzaak van de verschillen <strong>in</strong> spell<strong>in</strong>g tussen Hengwrt<br />
and Ellesmere bepaald kan worden. Door te onderzoeken of de kopiist zijn versie<br />
getrouw kopieerde of niet, kan worden vastgesteld welke varianten <strong>in</strong> de tekst<br />
afkomstig zijn van de auteur en welke van de kopiist. Hierdoor moet <strong>het</strong> mogelijk<br />
zijn varianten te identificeren die typisch zijn voor de taal van Chaucer zelf.<br />
Hoofdstuk 1 is de <strong>in</strong>troductie tot <strong>het</strong> onderwerp van <strong>het</strong> proefschrift. Het bevat<br />
een overzicht van de studies naar de taal van Chaucer, <strong>in</strong>clusief de recente<br />
bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van <strong>het</strong> ‘Canterbury Tales Project’. De enigsz<strong>in</strong>s verschillende ideeën<br />
van Manly en Rickert (1940) en Rob<strong>in</strong>son (1997) met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>het</strong> stemma van<br />
The Canterbury Tales worden besproken met als doel <strong>het</strong> begrip ‘O manuscripts’ uit<br />
te kunnen leggen. Deze O handschriften betreffen een ger<strong>in</strong>g aantal vijftiendeeeuwse<br />
handschriften, die waarschijnlijk directe kopieën van Chaucers orig<strong>in</strong>ele<br />
tekst zijn. Daarop volgt een korte discussie over de vier taalvariaties die ten<br />
grondslag hebben gelegen aan <strong>het</strong> standaardengels, waaronder Chaucers ‘London<br />
English’, de taal waar<strong>in</strong> Hengwrt en Ellesmere beide zijn gesteld. Het hoofdstuk<br />
e<strong>in</strong>digt met de beschrijv<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> doel en de methodologie van de studie.<br />
Het eerste deel van Hoofdstuk 2 is gewijd aan Scribe B en de door hem<br />
gekopieerde handschriften. Om de spell<strong>in</strong>gspatronen van Scribe B te beschrijven,<br />
wordt de classificatie van MacIntosh (1986) gehanteerd. MacIntosh onderscheidt<br />
drie types middeleeuwse kopiisten: de getrouwe kopiist, die zich strikt hield aan de<br />
orig<strong>in</strong>ele tekst (Type A), de vertaler, die consequent de taal uit een voorbeeld omzet<br />
naar zijn eigen dialect (Type B) en de kopiist die <strong>het</strong> dialect van zijn bron mengt met<br />
zijn eigen dialect (Type C).<br />
Het tweede deel van dit hoofdstuk bevat de beschrijv<strong>in</strong>gen van de vijf<br />
handschriften die voor deze studie zijn geanalyseerd. Paleografische kenmerken<br />
(Doyle 1995:64–65) en data afkomstig van studies over de taal van deze teksten<br />
(Samuels 1988a:46) suggereren dat deze handschriften <strong>in</strong> de volgende<br />
chronologische volgorde werden gekopieerd: Hengwrt – <strong>het</strong> Hatfield fragment –<br />
Tr<strong>in</strong>ity – Ellesmere – <strong>het</strong> Kk fragment.<br />
Hoofdstuk 3 en 4 behelzen een discussie over spell<strong>in</strong>gvariatie die is gerelateerd<br />
aan de representatie van lange en korte kl<strong>in</strong>kers <strong>in</strong> <strong>het</strong> hele corpus. De getoonde<br />
bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> deze twee hoofdstukken hebben als doel te verifiëren of de<br />
spell<strong>in</strong>gverschillen tussen Hengwrt en Ellesmere een afspiegel<strong>in</strong>g zijn van de<br />
spell<strong>in</strong>gspatronen van de kopiist die mogelijk beïnvloed waren door taalkundige<br />
verander<strong>in</strong>gen destijds, zoals eerder door Samuels (1988a) verkondigd. Samuels trok<br />
deze conclusie op basis van spell<strong>in</strong>gverander<strong>in</strong>gen die optreden tussen Hengwrt en<br />
Ellesmere, zoals thow <strong>in</strong> thou; hij trok deze conclusie echter alleen op basis van een
SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS<br />
analyse van de spell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> The General Prologue, The Knight’s Tale, The Miller’s<br />
Tale, The Reeve’s Tale and The Cook’s Tale <strong>in</strong> Hengwrt en Ellesmere, en niet op<br />
basis van de gehele tekst.<br />
Hoofdstuk 3 gaat over variatie <strong>in</strong> de spell<strong>in</strong>g van lange kl<strong>in</strong>kers, zoals <strong>in</strong><br />
Hengwrt grene vs. Ellesmere greene. De resultaten laten zien dat de spell<strong>in</strong>g van<br />
lange kl<strong>in</strong>kers niet consequent van één letter <strong>in</strong> Hengwrt <strong>in</strong> twee letters <strong>in</strong> Ellesmere<br />
verandert, uitgezonderd enkele woorden zoals Hengwrt moder en Ellesmere mooder.<br />
Het gebruik van één enkele letter voor een lange kl<strong>in</strong>ker past <strong>in</strong>derdaad beter <strong>in</strong> de<br />
spell<strong>in</strong>g van Hengwrt, terwijl twee letters beter passen <strong>in</strong> Ellesmere, maar dit is <strong>in</strong><br />
feite niet meer dan een afspiegel<strong>in</strong>g van de tendens van de kopiist om de voorkeur te<br />
geven aan twee kl<strong>in</strong>kers <strong>in</strong> Ellesmere <strong>in</strong> plaats van een radicale verander<strong>in</strong>g <strong>in</strong> zijn<br />
spell<strong>in</strong>gspatroon.<br />
Woorden met een lange kl<strong>in</strong>ker die gespeld wordt met een dubbele letter zijn dus<br />
al wel <strong>in</strong> Hengwrt te v<strong>in</strong>den, maar hun aantal neemt <strong>in</strong> Ellesmere toe. Vaak worden<br />
deze woorden aangetroffen aan <strong>het</strong> e<strong>in</strong>d van een regel, wat suggereert dat zij<br />
auteursvarianten waren, met als doel een goed rijm te creëren. Hieruit moet dan ook<br />
geconcludeerd worden dat Chaucers spell<strong>in</strong>g eveneens gekenmerkt moet zijn<br />
geweest door variatie <strong>in</strong> spell<strong>in</strong>g van woorden met lange kl<strong>in</strong>kers. Het toegenomen<br />
gebruik van de dubbele letter <strong>in</strong> Ellesmere laat zien dat de kopiist probeerde de<br />
spell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> dit handschrift te normaliseren. Hij gaat daar<strong>in</strong> zelfs zo ver dat hij ook<br />
een dubbele letter toekende aan woorden als shee en three, wat zeer ongebruikelijk<br />
was.<br />
Hoofdstuk 4 beschrijft woorden met een lange of korte u. Deze kl<strong>in</strong>kers kunnen<br />
<strong>in</strong> <strong>het</strong> systeem van Chaucers spell<strong>in</strong>g weergegeven worden door -o-, -u-, -ow-, -ou-<br />
en -o(u)gh. Volgens Samuels is de verander<strong>in</strong>g van -on <strong>in</strong> -oun (zoals reson <strong>in</strong><br />
resoun), van -ow- <strong>in</strong> -ou- (zoals town <strong>in</strong> toun) en van -ogh <strong>in</strong> -ough (zoals thogh <strong>in</strong><br />
though) een systematisch doorgevoerde spell<strong>in</strong>gverander<strong>in</strong>g tussen Hengwrt -ow- en<br />
-o- <strong>in</strong> Ellesmere -ou-. De resultaten <strong>in</strong> dit hoofdstuk zijn ook hiermee <strong>in</strong><br />
tegenspraak. Hoewel aan de spell<strong>in</strong>gvormen met -o-, -u-, -ow- en -ogh <strong>in</strong> Hengwrt<br />
en aan die met -ou- en -ough <strong>in</strong> Ellesmere de voorkeur wordt gegeven, is er geen<br />
bewijs voor een systematische verander<strong>in</strong>g. Daarnaast worden sommige van de -ou-<br />
varianten <strong>in</strong> Ellesmere tegenwoordig beschouwd als ouderwetse taalvormen<br />
(Hengwrt town, down vs. Ellesmere toun, doun). Het lijkt er daarom op dat de<br />
voorkeur voor -ou- <strong>in</strong> Ellesmere een pog<strong>in</strong>g is van de kopiist om de spell<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
Ellesmere te normaliseren, onafhankelijk van de richt<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> de spell<strong>in</strong>g zich<br />
uite<strong>in</strong>delijk zou bewegen.<br />
Hoofdstuk 5 bestudeert woorden waarvan de spell<strong>in</strong>g tussen Hengwrt en<br />
Ellesmere kan verschillen om de volgende redenen: (1) één variant wordt meestal<br />
gebruikt <strong>in</strong> elk van beide handschriften naast één of meerdere varianten die m<strong>in</strong>der<br />
vaak voorkomen (bijvoorbeeld default chirche vs. alternatief cherche), (2) twee of<br />
meer spell<strong>in</strong>gvarianten komen willekeurig voor <strong>in</strong> beide handschriften (bijvoorbeeld<br />
bifore vs. biforn), en (3) de woorden komen al dan niet opgesplitst voor<br />
(bijvoorbeeld to day vs. today). Over <strong>het</strong> algemeen lijkt <strong>het</strong> erop dat de kopiist<br />
m<strong>in</strong>der spell<strong>in</strong>gvariatie tolereerde <strong>in</strong> Ellesmere dan <strong>in</strong> Hengwrt. Daarnaast<br />
241
242<br />
SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS<br />
selecteerde hij spell<strong>in</strong>gvormen die <strong>in</strong> <strong>het</strong> beg<strong>in</strong> van de vijftiende eeuw al tamelijk<br />
ouderwets waren. Dergelijke vormen die frequent <strong>in</strong> Ellesmere gebruikt worden,<br />
zoals noght, lijken met opzet gekozen te zijn om de taal van Chaucer weer te geven,<br />
zelfs als zij waarschijnlijk de m<strong>in</strong>der frequente vormen waren <strong>in</strong> zijn<br />
spell<strong>in</strong>gsysteem. Ook hieruit blijkt dat de kopiist de spell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Ellesmere probeert te<br />
normaliseren en dat <strong>het</strong> zijn bedoel<strong>in</strong>g was <strong>in</strong> dit handschrift een spell<strong>in</strong>g te<br />
gebruiken die zo veel mogelijk leek op <strong>het</strong> systeem dat door Chaucer zelf werd<br />
gehanteerd.<br />
Hoofdstuk 6 behandelt de volgende onderwerpen die gerelateerd zijn aan<br />
spell<strong>in</strong>gvariatie <strong>in</strong> Hengwrt en Ellesmere: (1) de Middelengelse equivalenten van de<br />
Oudengelse kl<strong>in</strong>ker y; (2) discrepanties <strong>in</strong> spell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Hengwrt ten gevolge van<br />
variatie <strong>in</strong> Chaucers spell<strong>in</strong>g; (3) de beperk<strong>in</strong>g die <strong>het</strong> rijm oplegt aan de spell<strong>in</strong>g<br />
van woorden; (4) de relatie tussen vorm en functie van sommige spell<strong>in</strong>gvarianten,<br />
en (5) <strong>het</strong> voorkomen van speciale karakters die zowel voor afkort<strong>in</strong>g als ter<br />
decoratie gebruikt konden worden. Uit analyse van deze onderwerpen komt <strong>het</strong><br />
beeld naar voren dat er verschillende criteria werden gehanteerd bij <strong>het</strong> kopiëren van<br />
de twee handschriften. In Hengwrt volgde de kopiist de spell<strong>in</strong>g van zijn voorbeeld<br />
vaker dan dat hij dat deed <strong>in</strong> Ellesmere, want zijn doel was daarbij Chaucers<br />
onafgemaakte ‘Book of the Tales of Canterbury’ <strong>in</strong> één handschrift te kopiëren.<br />
Daarentegen probeerde hij <strong>in</strong> Ellesmere de spell<strong>in</strong>g te normaliseren, aangezien dat<br />
handschrift tot een prestigieuze uitgave van The Canterbury Tales moest worden<br />
gemaakt. Dit hoofdstuk laat ook zien dat Scribe B gebruik maakte van bepaalde<br />
varianten <strong>in</strong> Hengwrt en Ellesmere die hij tegenkwam <strong>in</strong> zijn dagelijks werk als<br />
ambtelijk schijver. Het betreft hier varianten, zoals muchel, die waarschijnlijk niet<br />
gekozen zouden zijn door Chaucer, maar die wel tot diens repertoire behoorden. De<br />
aanwezigheid van deze varianten versterken <strong>het</strong> idee dat de kopiist de taal van zijn<br />
voorbeeld niet systematisch vertaalde, maar dat hij vaak bewuste keuzes maakte met<br />
betrekk<strong>in</strong>g tot de te gebruiken spell<strong>in</strong>g.<br />
Hoofdstuk 7 bevat de conclusies van deze studie, en doet suggesties voor verder<br />
onderzoek. De eerste conclusie is dat de spell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Hengwrt en Ellesmere noch<br />
volledig door de auteur, noch volledig door de kopiist werd bepaald. Scribe B was<br />
een Type C kopiist, die getrouw overschrijven met vertal<strong>in</strong>g mengde. Toen hij<br />
Ellesmere kopieerde, deed hij echter iets bijzonders: hij benadrukte <strong>in</strong> dit handschrift<br />
een vorm van spell<strong>in</strong>g die volgens hem Chaucers eigen praktijk weergaf.<br />
Spell<strong>in</strong>gverschillen tussen Hengwrt en Ellesmere zijn dus niet <strong>het</strong> gevolg van een<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de schrijfgewoonte van de kopiist tussen Hengwrt en Ellesmere,<br />
maar van een <strong>in</strong> essentie verschillende benader<strong>in</strong>g van beide teksten. Hengwrt is een<br />
handschrift dat tot doel had alle afzonderlijk verhalen van The Canterbury Tales <strong>in</strong><br />
één codex te verzamelen, terwijl Ellesmere een meer prestigieus project was.<br />
Hengwrt is daarom mogelijk een meer waarheidsgetrouw voorbeeld van Chaucers<br />
taalgebruik dan Ellesmere, want <strong>het</strong> is zeer waarschijnlijk dat variaties <strong>in</strong> spell<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
dit handschrift m<strong>in</strong> of meer direct afkomstig zijn van Chaucers oorspronkelijke<br />
versie. Ellesmere bevat ouderwetse spell<strong>in</strong>gvormen, die vaak afkomstig zijn van de
SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS<br />
auteur, maar die systematisch door de kopiist <strong>in</strong> dit handschrift zijn gebruikt om<br />
meer gezag aan deze tekst te verlenen.<br />
Uit recent onderzoek blijkt dat mogelijk <strong>het</strong> kopieerproces van de Hengwrt, en<br />
misschien zelfs van een deel van Ellesmere, door Chaucer zelf is begeleid. Deze<br />
mogelijkheid zou <strong>in</strong>houden dat Chaucer wellicht <strong>in</strong>vloed kan hebben uitgeoefend op<br />
de door Scribe B gebruikte spell<strong>in</strong>g, aangezien de Hengwrt gekenmerkt wordt door<br />
significante spell<strong>in</strong>gverschillen. Nader onderzoek dient hier uitsluitsel over te geven.<br />
De hier grepresenteerde analyse van de taal van Hengwrt en Ellesmere heeft ook<br />
aangetoond dat er varianten <strong>in</strong> voorkomen die afkomstig zijn uit een ander dialect<br />
dan dat van Chaucer of Scribe B en die geen specifieke functie <strong>in</strong> de tekst lijken te<br />
hebben, zoals bijvoorbeeld rijmwoorden. Zij zouden afkomstig kunnen zijn uit <strong>het</strong><br />
voorbeeld van Hengwrt, wat zou <strong>in</strong>houden dat Hengwrt geen kopie is van Chaucers<br />
orig<strong>in</strong>ele werk, maar van een handschrift met varianten uit een westelijk dialect uit<br />
die tijd. Dit is echter een theorie die pas nader uitgewerkt kan worden als alle<br />
digitale versies van de verschillende verhalen uit The Canterbury Tales beschikbaar<br />
zijn.<br />
243