Dubbelzijdige thoracoscopische sympathectomie voor primaire ...
Dubbelzijdige thoracoscopische sympathectomie voor primaire ...
Dubbelzijdige thoracoscopische sympathectomie voor primaire ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Originele artikelen<br />
<strong>Dubbelzijdige</strong> <strong>thoracoscopische</strong> <strong>sympathectomie</strong><br />
<strong>voor</strong> <strong>primaire</strong> hyperhidrosis en rubeosis in één<br />
zitting: eerste ervaringen<br />
dr. W.F.M. van Erp en prof. dr. M.A. Cuesta*, chirurgen<br />
Inleiding<br />
De Zweedse arts Jacobaeus verrichtte in 1910 de eerste<br />
thoracoscopie, onder locaal anesthesie. Hij bracht<br />
een trocart in om de pleuraholte te bereiken en met<br />
een cystoscoop werd deze ruimte geïnspecteerd. De<br />
belangrijkste <strong>thoracoscopische</strong> ingreep was pleurolyse:<br />
het losmaken van adhesies bij longtuberculose om<br />
vervolgens een pneumothorax op te wekken.<br />
Thoracoscopie werd gedurende vele jaren <strong>voor</strong>al<br />
door longartsen uitgevoerd <strong>voor</strong> diagnostiek, o.a. het<br />
nemen van een naaldbiopsie bij interstitiële longziekten,<br />
en het achterlaten van gejodeerde talk bij<br />
recidiverende pneumothorax.<br />
In navolging van de stormachtige ontwikkelingen van<br />
de laparoscopie eind tachtiger en negentiger jaren van<br />
de twintigste eeuw wordt de thoraxholte intussen ook<br />
videoscopisch benaderd, nu onder algehele anesthesie.<br />
Deze verbeteringen hebben geleid tot een toegenomen<br />
interesse <strong>voor</strong> <strong>thoracoscopische</strong> <strong>sympathectomie</strong>,<br />
een methode die veilig en goed uitvoerbaar<br />
is 2,5,9 .<br />
Voordelen t.o.v. de thoracotomie zijn: minder morbiditeit,<br />
minder wondpijn, de thoraxwand blijft intact en<br />
het litteken blijft beperkt tot enige (3-5) wondjes van<br />
0,3 tot 1,2 cm. Er is nauwelijks bloedverlies en een<br />
snel herstel is mogelijk. Vooral <strong>voor</strong> de patiënt met<br />
slechte longfunctie en verminderde weerstand zijn<br />
de <strong>voor</strong>delen groot. Het ziekenhuisverblijf is relatief<br />
kort en de ingreep is kostenbesparend.<br />
Nadeel is dat de mogelijkheid van palpatie beperkt is<br />
en bij optreden van complicaties, zoals bij<strong>voor</strong>beeld<br />
bloeding, is de thoraxholte onbereikbaar. In een dergelijke<br />
situatie is conversie naar thoracotomie een<br />
wijs besluit.<br />
Indicatie<br />
De belangrijkste indicaties <strong>voor</strong> thoracale <strong>sympathectomie</strong><br />
zijn hyperhidrosis en rubeosis, vasculaire aandoeningen<br />
(o.a. ziekte van Raynaud), chronische pancreatitis,<br />
reflex sympathische dystrofie en het congenitaal<br />
verlengde QT-syndroom 10 .<br />
Hyperhidrosis<br />
Onder hyperhidrosis verstaat men overmatig transpireren<br />
zonder verband met de fysiologische behoefte.<br />
*Vrije Universiteit Medisch Centrum, Amsterdam<br />
Medisch Journaal, jaargang 33, no. 2<br />
Hyperhidrosis kan primair zijn of secundair aan centrale<br />
of perifere neurologische ziektebeelden of een<br />
uiting van bij<strong>voor</strong>beeld hyperthyroïdie of chromocytoom<br />
8 . Primaire (idiopathische of essentiële) hyperhidrosis<br />
is hoofdzakelijk gelokaliseerd aan de handpalmen,<br />
voeten, oksels en het gelaat in verschillende<br />
combinaties. Hyperhidrosis kan worden opgewekt<br />
door emotionele, thermische en pijnprikkels. Soms is<br />
er geen aanwijsbare stimulus. Hyperhidrosis kan gepaard<br />
gaan met blozen (rubeosis), <strong>voor</strong>al bij emotionele<br />
stimuli 8 .<br />
De diagnose wordt hoofdzakelijk op grond van anamnese<br />
gesteld.<br />
Patiënten<br />
In 2002 en 2003 werd bij drie patiënten een bilaterale<br />
<strong>thoracoscopische</strong> <strong>sympathectomie</strong> uitgevoerd. Het<br />
betrof drie vrouwen: 30, 35 en 35 jaar oud. De eerste<br />
patiënte had als belangrijkste klacht rubeosis (flush,<br />
rode vlekken op hoofd en in hals), bij de andere twee<br />
patiënten stond hyperhidrosis palmaris en axillaris op<br />
de <strong>voor</strong>grond.<br />
Techniek<br />
De patiënt wordt onder algehele anesthesie in buikligging<br />
gepositioneerd. Hierbij wordt een thoracale<br />
kyfose bereikt evenals vergroting van de intercostale<br />
ruimtes (figuur 1). De schouders worden maximaal<br />
geabduceerd en de armen worden bij de elleboog 90 o<br />
gebogen. De scapulae worden hierbij gelateraliseerd.<br />
Distaal van de caudale scapulapunt wordt een Veressnaald<br />
in de pleuraholte gebracht via de zesde intercostale<br />
ruimte. Om een pneumothorax te verkrijgen<br />
wordt CO2-gas geïnsuffleerd tot een druk is bereikt<br />
Figuur 1. Ligging van de patiënt. 1. thoracoscoop, 2 en 3 trocars<br />
<strong>voor</strong> instrumenten.<br />
56
Figuur 2. Plaatsing van trocars. Figuur 4. Sympathicus-specimen.<br />
Figuur 3. Nervus sympathicus thoracalis (T2 en T3). Figuur 5. Drains door middelste troicartopening.<br />
van 4 mm Hg. Dan wordt een 5-mm trocart ingebracht<br />
juist onder de scapulapunt en vervolgens worden<br />
twee 3-mm trocarts ingebracht, vanaf de scapulapunt<br />
naar craniaal, resp. in de vierde en tweede<br />
intercostale ruimte (figuur 2). Een 30 0 -thoracoscoop<br />
wordt in de 5-mm trocart ingebracht en de thoracale<br />
sympathicus komt dan duidelijk in zicht (figuur 3).<br />
Met een klemmetje en een schaartje worden de pleura<br />
geopend en de thoracale ganglia T2-4 vrijgelegd,<br />
waarna de zijtakken scherp worden doorgenomen. De<br />
thoracale ganglia T2-4 worden en-bloc verwijderd<br />
(figuur 4). Het gebruik van een coagulator wordt vermeden<br />
ter <strong>voor</strong>koming van het syndroom van Horner.<br />
Indien rubeosis de indicatie is, wordt ook het onderste<br />
derde gedeelte van het ganglion stellatum met een<br />
schaartje verwijderd.<br />
Beiderzijds wordt een dunne thoraxdrain achtergelaten,<br />
waaraan wordt gezogen met een kracht van 10 cm<br />
H2O (figuur 5). Na enige uren wordt een X-thorax gemaakt<br />
en wanneer de longen goed aanliggen worden<br />
de drains verwijderd en kan de patiënt dezelfde dag<br />
het ziekenhuis verlaten.<br />
Resultaten<br />
De resultaten waren goed. De oorspronkelijke klachten<br />
waren bij alle patiënten verdwenen. Bij de eerste<br />
patiënte (rubeosis) was er een randpneumothorax<br />
gedurende één dag. Zij verliet het ziekenhuis twee<br />
dagen na de ingreep.<br />
Wel trad z.g. compensatoire hyperhidrosis op bij de<br />
patiënten met als indicatie hyperhidrosis. Na ongeveer<br />
vier maanden waren deze klachten verdwenen.<br />
Subcutaan emfyseem of segmentale atelectase werd<br />
niet waargenomen.<br />
Discussie<br />
De incidentie van <strong>primaire</strong> hyperhidrosis bedraagt op<br />
het westelijk halfrond 0,6-1%. In de subtropen en<br />
tropen lijkt de incidentie van <strong>primaire</strong> hyperhidrosis<br />
hoger 7,11 . De aandoening kan reeds op kinderleeftijd<br />
ontstaan, in de adolescentie of op volwassen leeftijd.<br />
De meeste patiënten zijn vrouwen in het tweede of<br />
derde levensdecennium 8 . Genetische factoren zijn<br />
aangetoond 12 .<br />
Hyperhidrosis uit zich globaal in 25% der gevallen<br />
palmair, 20% axillair en 53% zowel palmair als axillair,<br />
terwijl plantaire hyperhidrosis 45% der gevallen<br />
bedraagt 2 .<br />
Hyperhidrosis en rubeosis kunnen <strong>voor</strong> de betrokkene<br />
een ernstige handicap vormen, zowel fysiek, psychisch<br />
als sociaal.<br />
De medicinale behandeling van <strong>primaire</strong> hyperhidrosis<br />
is niet effectief. Chirurgische <strong>sympathectomie</strong> heeft<br />
goede resultaten 2,5,9 . Er zijn diverse benaderingen <strong>voor</strong><br />
thoracale <strong>sympathectomie</strong> beschreven (anterieur, lateraal<br />
of axillair), waarbij de nervus sympathicus door<br />
middel van resectie of diathermie wordt behandeld.<br />
Bij de laterale benadering beweegt de long naar medioventraal,<br />
bij de anterieure benadering beweegt de long<br />
naar caudaal, waarbij de nervus sympathicus deels uit<br />
het gezichtsveld verdwijnt. Met een longretractor wordt<br />
de long dan uit het gezichtsveld gehouden. Deze benaderingen<br />
geschieden enkelzijdig of dubbelzijdig in<br />
twee sessies.<br />
57 Medisch Journaal, jaargang 33, no. 2
Bij de posterieure benadering 4 komt de nervus sympathicus<br />
goed in beeld. Deze procedure kan dubbelzijdig<br />
in dezelfde zitting worden uitgevoerd. Bovendien<br />
hoeft bij de posterieure benadering geen gescheiden<br />
ventilatie op één long te geschieden, zodat<br />
ventilatie kan worden uitgevoerd via een enkellumen<br />
tube. Het toepassen van een enkellumen tube is minder<br />
traumatisch dan van een dubbellumen tube en<br />
veroorzaakt minder morbiditeit.<br />
Bij de <strong>thoracoscopische</strong> benadering is het vóórkomen<br />
van twee complicaties van de thoracale <strong>sympathectomie</strong><br />
onveranderd: het syndroom van Horner en de<br />
compensatoire hyperhidrosis.<br />
Het syndroom van Horner (ptosis, miosis, enophthalmus)<br />
kan optreden als gevolg van beschadiging van<br />
het ganglion stellatum, <strong>voor</strong>al bij gebruik van elektrocoagulatie,<br />
maar is ook beschreven na het verwijderen<br />
van de ganglia T2 en T3 1 . Het syndroom van Horner<br />
kan van tijdelijke aard zijn (0-23%) of permanent<br />
(0-6%) 1 .<br />
De belangrijkste bijwerking betreft compensatoire<br />
hyperhidrosis. Dit verschijnsel manifesteert zich als<br />
transpireren of een klam gevoel op andere plaatsen<br />
(borst, buik, bovenbenen). Deze verschijnselen verdwijnen<br />
meestal na enige maanden. Bij uitzondering<br />
kan juist versterking van de hyperhidrosis optreden.<br />
Verondersteld wordt, dat het compensatoire mechanisme<br />
is gerelateerd aan de uitgebreidheid van de<br />
<strong>sympathectomie</strong> 5 .<br />
Diverse auteurs 5,9 beschrijven goede resultaten bij de<br />
behandeling van <strong>primaire</strong> hyperhidrosis met beperkte<br />
verwijdering van de thoracale ganglia. Hyndman en<br />
Wolkin 6 pleitten reeds in 1942 <strong>voor</strong> het verwijderen<br />
van uitsluitend het tweede thoracale ganglion, maar<br />
deze suggestie werd niet overgenomen. Singh 13 beschrijft<br />
goede resultaten bij verwijdering van alleen<br />
het tweede ganglion, Bonjer 3 verwijdert het derde<br />
thoracale ganglion en terwijl Kux 9 en Ahn 1 adviseren<br />
om het onderste derde deel van het ganglion stellatum<br />
tot en met het vierde ganglion te verwijderen.<br />
Het verwijderen van het onderste derde deel van het<br />
ganglion stellatum is van belang bij rubeosis en het<br />
vierde ganglion wordt geadviseerd te verwijderen bij<br />
axillaire hyperhidrosis.<br />
Medisch Journaal, jaargang 33, no. 2<br />
Het vermijden van diathermie wordt geadviseerd omdat<br />
gebruik hiervan de uitgebreidheid van de <strong>sympathectomie</strong><br />
naar caudaal en craniaal effectief doet toenemen<br />
door coagulatieve necrose 5,13 . De <strong>sympathectomie</strong><br />
kan ook scherp met een schaartje worden uitgevoerd.<br />
Een positieve bijwerking kan zijn het verdwijnen van<br />
plantaire hyperhidrosis 13 .<br />
Conclusie<br />
Hoewel het aantal door ons uitgevoerde ingrepen nog<br />
beperkt is, mag, mede op grond van de bevindingen<br />
in de literatuur, worden gesteld dat dubbelzijdige<br />
<strong>thoracoscopische</strong> <strong>sympathectomie</strong> goed uitvoerbaar is<br />
en tot goed resultaat leidt. Deze techniek is patiëntvriendelijk<br />
en kent weinig bijwerkingen, die bovendien<br />
deels zijn te vermijden.<br />
Literatuur<br />
1. Ahn SS, Wieslander CK, Ro KM. Current developments in thoracoscopic<br />
sympathectomy. Ann Vasc Surg 2000; 14: 415-420.<br />
2. Alric P, Branchereau P, Berthet J-P, Léger P et al. Video-assisted<br />
thoracoscopic sympathectomy for palmar hyperhidrosis: results in<br />
102 cases. Ann Vasc Surg 2002; 16: 708-713.<br />
3. Bonjer HJ, Hamming JF, Bois NAJJ du, Urk H van. Advantages<br />
of limited thoracoscopic sympathectomy. Surg Endosc 1996; 10:<br />
721-723.<br />
4. Haan J de, Mackaay AJC, Cuesta MA, Rauwerda JA. Posterior<br />
approach for the simultaneous, bilateral thoracoscopic sympathectomy.<br />
J Am Coll Surg 2001; 192: 418-420.<br />
5. Hederman WP. Endoscopic sympathectomy. Br J Surg 1993; 80:<br />
687-688.<br />
6. Hyndman OR, Wolkin J. Sympathectomy of the upper extremity.<br />
Evidence that only the second dorsal ganglion need be removed<br />
for complete sympathectomy. Arch Surg 1942; 45: 145-155.<br />
7. Johnson JP, Patel NP. Uniportal and biportal endoscopic thoracic<br />
sympathectomy. Neurosurgery 2002; 51 (suppl 2): 79-83.<br />
8. Julius AJ, Mourik JC van. Transaxillaire thoracale sympatectomie<br />
ter behandeling van <strong>primaire</strong> hyperhidrosis en rubeosis. Ned Tijdschr<br />
Geneesk 1985; 129: 1042-1045.<br />
9. Kux M. Thoracic endoscopic sympathectomy in palmar and axillary<br />
hyperhidrosis. Arch Surg 1978; 113: 264-266.<br />
10. Li J, Wang L, Wang J. Video-assisted thoracoscopic sympathectomy<br />
for congenital long QT-syndromes. PACE 2003; 26: 870-873.<br />
11. Lin T-S, Kuo S-J, Chou M-C. Uniportal endoscopic thoracic sympathectomy<br />
for treatment of palmar and axillary hyperhidrosis:<br />
analysis of 2000 cases. Neurosurgery 2002; 51(suppl 2): 84-87.<br />
12. Ro KM, Cantor RM, Lange KL, Ahn SS. Palmar hyperhidrosis:<br />
evidence of genetic transmission. J Vasc Surg 2002; 35: 382-386.<br />
13. Singh B, Shaik AS, Moodley J et al. Limited thoracoscopic ganglionectomy<br />
for primary hyperhidrosis. J Vasc Surg 2002; 40: 50-<br />
53.<br />
58