De emotionele en cognitieve ontwikkeling tussen twee en vier jaar

Neurologische systemen en
psychologische structuren
fase 1 (- ( 0;1): zintuiglijke reacties, motorische reflexen – geen psychologische structuur
fase 2 (0;1-0;4): (0;1 0;4): primaire circuits – afgestemdheid (tussen kind en iets in zijn omgeving)
fase 3 (0;4-0;8): (0;4 0;8): eenzijdige secundaire circuits – effectbewerking
fase 4 (0;8-1;0): (0;8 1;0): tweezijdige secundaire circuits – gekoppeldheid (tussen twee
waarnemingen of twee handelingen)
fase 5 (1;0-1;3): (1;0 1;3): eenzijdige tertiaire circuits – gevarieerdheid (zoals aandachtscontact)
fase 6 (1;3-1;6): (1;3 1;6): tweezijdige tertiaire circuits – verbondenheid (tussen twee
aandachtspunten)
fase 7 (1;6-1;10): (1;6 1;10): eenzijdige kwartaire circuits – verstandelijkheid (mentale beelden)
fase 8 (1;10-2;2): (1;10 2;2): tweezijdige kwartaire circuits – verzameldheid (tussen twee of meer
mentale beelden)
fase 9 (2;2-2;7): (2;2 2;7): eenzijdige kwinaire circuits – gerepresenteerdheid (representaties)
fase 10 (2;7-3;0): (2;7 3;0): tweezijdige kwinaire circuits – gecoördineerdheid geco rdineerdheid (tussen twee of meer
representaties)
fase 11 (3;0-3;9): (3;0 3;9): eenzijdige sextaire circuits – gerichte concreet-feitelijke concreet feitelijke verbanden
fase 12 (3;9-4;6): (3;9 4;6): tweezijdige sextaire circuits – wederkerige concreet-feitelijke concreet feitelijke verbanden
fase 13 (4;6-6;6): (4;6 6;6): eenzijdige septaire circuits – onomkeerbare abstract-logische abstract logische verbanden
fase 14 (6;6-8;6): (6;6 8;6): tweezijdige septaire circuits – omkeerbare abstract-logische abstract logische verbanden
Bron: Het raadsel intelligentie (hoofdstukken 3 en 12)