- Page 1 and 2:
Kennis op de Kaart Ruimtelijke patr
- Page 3 and 4:
kennis op de kaart ruimtelijke patr
- Page 5:
inhoud Samenvatting 7 Inleiding Ach
- Page 8 and 9:
Deze brede definitie heeft ook cons
- Page 11 and 12:
inleiding Achtergrond Kenniseconomi
- Page 13 and 14:
1. wat moet worden verstaan onder d
- Page 15 and 16:
Opzet van de enquête In dit onderz
- Page 17: De kenniseconomie en haar dimensies
- Page 20 and 21: kenniseconomie nu precies? In diver
- Page 22 and 23: Data/gegevens zijn een reeks van ob
- Page 24 and 25: Omdat codificeerbare kennis gemakke
- Page 26 and 27: economische processen en geldt voor
- Page 28 and 29: modellen van ‘economies of expert
- Page 30 and 31: om problemen te onderkennen en ze o
- Page 32 and 33: Niet-kennisintensieve bedrijven doe
- Page 35 and 36: kennis en ruimte Inleiding In dit h
- Page 37 and 38: ontwikkeling (o.a. Solow, Nelson, F
- Page 39 and 40: In de tweede plaats blijft in die t
- Page 41 and 42: instantie agglomeraties van bedrijv
- Page 43 and 44: economische dynamiek nauwelijks maa
- Page 45 and 46: Opvallend in dit empirische onderzo
- Page 47 and 48: kostprijs van de bedrijfsruimte rel
- Page 49 and 50: Synthese: een schaalsprong naar Ned
- Page 51 and 52: Waardering voor vestigingsplaatsfac
- Page 53: Figuur 6 toont de gemiddelde factor
- Page 57 and 58: de kenniseconomie: indicatoren en r
- Page 59 and 60: Figuur 7 Gemiddeld opleidingsniveau
- Page 61 and 62: Tabel 3 Typen kennis en de relatie
- Page 63 and 64: Figuur 8 ict-gevoelige werkgelegenh
- Page 65 and 66: Figuur 9 ‘Sweet-talk’-werkgeleg
- Page 67: Figuur 10 Relatief aandeel creatiev
- Page 71 and 72: Figuur 12 Hightech- en mediumtech-w
- Page 73 and 74: Figuur 13 Aandeel werknemers in r&d
- Page 75 and 76: Figuur 14 Aandeel werknemers in inn
- Page 77 and 78: Figuur 15 Aandeel werknemers in inn
- Page 79 and 80: dingsniveau van de beroepsbevolking
- Page 81: Vervolgens vroegen we naar het bela
- Page 85 and 86: synthese van kennisfactoren Inleidi
- Page 87 and 88: Figuur 18 Kenniswerkers Zeer laag L
- Page 89 and 90: Figuur 19 Innovatie Zeer laag Laag
- Page 91 and 92: Figuur 20 r&d Zeer laag Laag Gemidd
- Page 93 and 94: Figuur 21 Kaartbeeld van de drie cl
- Page 95 and 96: gemiddeld negatieve score op de pij
- Page 97 and 98: Tabel 6 Indicatoren kenniseconomie
- Page 99 and 100: Combinatie van gebiedstypologieën
- Page 101 and 102: Tabel 8 Typologie van nationale ker
- Page 103 and 104: Verschillen tussen relatief sterke
- Page 105: De relatie tussen kennis en economi
- Page 108 and 109: aantal inwoners), kan een kleine gr
- Page 110 and 111: ontloopt. De omvang van de toegevoe
- Page 112 and 113: Tabel 9 Groei van het aantal banen
- Page 114 and 115: Ten tweede kan de positivistische i
- Page 116 and 117: Tabel 10 Correlatie tussen indicato
- Page 118 and 119:
Tabel 11 Econometrische schattingen
- Page 120 and 121:
Tabel 12 Econometrische schattingen
- Page 122 and 123:
verbanden. Vooral suburbane gebiede
- Page 124 and 125:
In de econometrische analyses wordt
- Page 127:
Slotbeschouwing
- Page 130 and 131:
op de kenniseconomie. Er bestaan mo
- Page 132 and 133:
Wat is de ruimtelijke dimensie van
- Page 134 and 135:
De bedrijvigheid in cluster 2 kenme
- Page 136 and 137:
de centrale steden en suburbane omm
- Page 138 and 139:
steden of regio’s in de intermedi
- Page 141 and 142:
literatuur Acs, Z.J. (2002), Innova
- Page 143 and 144:
Glaeser, E.L. (2004), Review of Ric
- Page 145 and 146:
Minne, B. & H. van der Wiel (2004),
- Page 147:
Weick, K.E. (1976), ‘Educational
- Page 150 and 151:
Tot slot moeten we ook de indeling
- Page 152 and 153:
Indicatoren a. Indicator gemiddeld
- Page 154 and 155:
vereisen. Vervolgens is bij het cbs
- Page 156 and 157:
Tabel 15 De creatieve economie naar
- Page 158 and 159:
Vervaardiging van informatiedragers
- Page 160 and 161:
uitgesplitst naar provincie. Gemeen
- Page 162 and 163:
Sinds de jaren vijftig heeft er een
- Page 164 and 165:
over de auteurs Otto Raspe studeerd