31.08.2013 Views

Natuurinrichtingsproject Het Vinne - Vlaamse Landmaatschappij

Natuurinrichtingsproject Het Vinne - Vlaamse Landmaatschappij

Natuurinrichtingsproject Het Vinne - Vlaamse Landmaatschappij

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2<br />

Colofon<br />

Deze publicatie is een gezamenlijke uitgave<br />

van de afdeling Natuur van het ministerie<br />

van de <strong>Vlaamse</strong> Gemeenschap, de provincie<br />

Vlaams-Brabant, de stad Zoutleeuw en de<br />

<strong>Vlaamse</strong> <strong>Landmaatschappij</strong> Vlaams-Brabant.<br />

Redactie en lay-out: <strong>Vlaamse</strong> <strong>Landmaatschappij</strong><br />

Foto’s: <strong>Vlaamse</strong> <strong>Landmaatschappij</strong>, afdeling<br />

Natuur en provincie Vlaams-Brabant<br />

Kaarten: NGI en <strong>Vlaamse</strong> <strong>Landmaatschappij</strong><br />

Gedrukt op 10.000 exemplaren op milieuvriendelijk<br />

papier - mei 2005.<br />

V.U.: ir. R. de Paepe, Gulden-Vlieslaan 72,<br />

1060 Brussel


Inhoud<br />

<strong>Het</strong> <strong>Vinne</strong> 4<br />

Situering 5<br />

Een meer, een bos, een meer 5<br />

Een natuurlijk meer 5<br />

Drooglegging 6<br />

Populieren voor lucifers 7<br />

<strong>Het</strong> <strong>Vinne</strong> voor het natuurinrichtingsproject 7<br />

Een gedurfd project krijgt vorm 10<br />

Plannen maken voor een nieuw soort <strong>Vinne</strong> 13<br />

Open waterplas met rietkraag 13<br />

Amfibieënpoelen 15<br />

Halfopen kleinschalig landschap 15<br />

Waterzuivering 15<br />

En de wandelaars dan? 16<br />

Ook voor leergierige bezoekers 17<br />

Een handje geholpen ... 17<br />

Van plannen ... 18<br />

... naar realisatie 18<br />

Voorbereidingswerken 18<br />

Grondwerken 19<br />

Infrastructuurwerken 19<br />

Afwerking 22<br />

De <strong>Vinne</strong>hoeve 22<br />

Een bos in ruil voor een plantage 23<br />

Een meer heeft water nodig 24<br />

Niet meer zoals vroeger 25<br />

Koken kost geld 25<br />

En hoe moet het nu verder? 26<br />

De partners 26<br />

Afdeling Natuur 26<br />

<strong>Vlaamse</strong> <strong>Landmaatschappij</strong> 27<br />

Provincie Vlaams-Brabant 27<br />

Stad Zoutleeuw 27<br />

En nog meer partners 28<br />

Een terugblik 28<br />

Natuurinrichting, wat is dat? 30<br />

Een nieuw meer? Ja, maar ... 30<br />

3


4<br />

<strong>Het</strong> <strong>Vinne</strong><br />

<strong>Het</strong> <strong>Vinne</strong> is al jaren tot ver in de omgeving bekend als provinciedomein.<br />

Vroeger kon men er wandelen of joggen, meestal op vrij rechte wegen die<br />

haaks op elkaar het gebied doorkruisten. Maar hoeveel bezoekers wisten<br />

dat ze aan het wandelen waren op de bodem van een groot natuurlijk meer,<br />

dat sinds 1841 kunstmatig werd droog gehouden?<br />

De provincie Vlaams-Brabant, de afdeling Natuur van het ministerie van de<br />

<strong>Vlaamse</strong> Gemeenschap, de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Landmaatschappij</strong> en de stad Zoutleeuw<br />

sloegen de handen in elkaar om dat oorspronkelijke meer opnieuw<br />

de ruimte te geven. <strong>Het</strong> was een gedurfde en ingrijpende beslissing. Vanaf<br />

1998 werden de eerste plannen gemaakt en in 2005 was het project uitgevoerd.<br />

<strong>Het</strong> bos – of beter: de populierenplantage – waar het provinciedomein<br />

ruim dertig jaar mee vereenzelvigd was, maakte opnieuw plaats<br />

voor het meer dat zowat 150 jaar eerder was ‘overwonnen’ uit economische<br />

overwegingen: landbouw, turfwinning en bosbouw.<br />

Met deze brochure willen we u een overzicht geven van die omvorming van<br />

populierenplantage naar meer. Hoe begon het? Wie realiseerde wat? Wie<br />

betaalde? Wat werd er allemaal gedaan? En hoe moet het nu verder?


Situering<br />

<strong>Het</strong> <strong>Vinne</strong> ligt in het oosten van de provincie<br />

Vlaams-Brabant op het grondgebied<br />

van de stad Zoutleeuw. <strong>Het</strong> gebied<br />

heeft een oppervlakte van ca. 140 ha.<br />

<strong>Het</strong> maakt deel uit van de leemstreek<br />

(vochtig Haspengouw) en behoort tot<br />

de vallei van de Kleine Gete.<br />

Ten westen van het <strong>Vinne</strong> ligt de afgewerkte<br />

ruilverkaveling Melkwezer. Ten<br />

oosten ligt het Zwartaardebos.<br />

Volgens het gewestplan ligt het gebied grotendeels in natuurgebied. Een klein gedeelte is<br />

landschappelijk waardevol agrarisch gebied.<br />

Als eigenaar van het <strong>Vinne</strong> heeft de provincie Vlaams-Brabant voor het domein een aanvraag<br />

voor natuurinrichting ingediend. Ze wou dat er meer aandacht zou gaan naar de ontwikkeling<br />

van waardevolle natuur, maar tegelijkertijd moesten recreatie en natuureducatie in het <strong>Vinne</strong><br />

blijven bestaan.<br />

Een meer, een bos, een meer<br />

Wat zet mensen ertoe aan om een meer droog te leggen? Waarom doet men zoiets? Wie heeft<br />

daar baat bij? En hoe komt het dat men 150 jaar later de omgekeerde beweging maakt? We<br />

nemen u even mee achter de coulissen van de geschiedenis van het <strong>Vinne</strong>.<br />

Een natuurlijk meer<br />

Door een samenspel van klimaat en bodemgesteldheid werd op het einde van de laatste ijstijd<br />

een komvormige laagte uitgeschuurd in het <strong>Vinne</strong>. Zo ontstond er een natuurlijk meer. Tot in<br />

1841 was het <strong>Vinne</strong> zelfs het enige natuurlijke meer in Vlaanderen. <strong>Het</strong> had een oppervlakte<br />

van zowat 100 ha en het was een verzamelpunt voor neerslagwater, grondwater en oppervlaktewater.<br />

De <strong>Vinne</strong>beek en de Sint-Odulphusbeek liepen oorspronkelijk in het meer en ze<br />

voorzagen het van extra water.<br />

Ferrariskaart<br />

Op de atlas van Deventer (1540)<br />

is slechts een deel te zien van<br />

het oude <strong>Vinne</strong>meer, maar op de<br />

kaart van Ferraris (1778) is heel<br />

duidelijk de oppervlakte van het<br />

toenmalige meer waar te nemen.<br />

Opvallend is de landtong in het<br />

noordoosten die zich ver in het<br />

meer uitstrekt. Dwars over het<br />

meer loopt de grens tussen het<br />

hertogdom Brabant en het prinsbisdom<br />

Luik.<br />

5


6<br />

Drooglegging<br />

Vanaf 1841 begon de drooglegging van het meer. Dat is te zien op de kaart van Vandermaelen<br />

van 1846-1854. Op die kaart is er al één gracht aanwezig die van het midden van het meer<br />

naar het pompsysteem loopt. Bij de drooglegging in 1841 werden de twee beken als een ringgracht<br />

om het gebied gelegd. Die ringgracht ving zo het oppervlaktewater van de omgeving op<br />

en zorgde ervoor dat het water niet langer in het meer terechtkwam.<br />

De meerbodem werd vermoedelijk<br />

pas vanaf de tweede helft van de 19de<br />

eeuw in cultuur genomen als grasland.<br />

Op een militaire kaart van rond<br />

1877 is de meerbodem al helemaal in<br />

gebruik genomen. Een strak patroon<br />

van afwateringsgreppels is afgelijnd<br />

met bomenrijen. Op die kaart is voor<br />

het eerst ook de <strong>Vinne</strong>hoeve te zien.<br />

De landtong in het noordoosten was<br />

in die tijd begroeid met loofhout.<br />

<strong>Het</strong> <strong>Vinne</strong> wordt eigendom van de familie Goossens en later van Henri de<br />

Pitteurs. Die krijgt op 4 oktober 1841 de machtiging om het meer droog te<br />

leggen. Vanaf dan en tot 1910 behoort de meerbodem toe aan de heer de<br />

Bonhomme.<br />

De mogelijke drooglegging verontrustte de kunstenaars. Gens, de auteur<br />

van ‘La Belgique monumentale’, slaakte in 1842 de volgende alarmkreet:<br />

“Om een goed zicht te krijgen op Zoutleeuw, moet men het benaderen langs<br />

de tegenovergestelde oever en onderweg het kasteel van Duras bezoeken.<br />

De tuinen van dat kasteel bieden een bewonderenswaardig uitzicht op het<br />

<strong>Vinne</strong>, omgeven door bos, heuvels bedekt met sparren en refl ecterend in<br />

haar heldere spiegel, de verwoeste muren en de oude klokkentoren van<br />

het kleine stadje. Als u wilt genieten van dit uitzicht, haast u dan, want de<br />

eigenaars van dit mooie kleine meer, het enige dat wij bezitten in België,<br />

hebben, zonder rekening te houden met zijn pittoreske charme, een stoommachine<br />

opgericht op de oevers, bedoeld om het meer leeg te pompen en<br />

de 104 ha aarde die door het meer bedekt wordt, te cultiveren.”<br />

Vertaling uit “LEAU, La ville des souvenirs” van Louis Wilmet (1938)<br />

Diegenen, die getreurd hebben over de Kempische heide, die onder de voet gelopen en geschonden<br />

werd ten behoeve van de industrie, hebben in die tijd het best aangevoeld hoezeer<br />

moest betreurd worden dat het oude <strong>Vinne</strong> eerst werd omgevormd tot een gebied voor landbouwexploitatie<br />

en later tot een industriële boomkwekerij. “<strong>Het</strong> is heiligschennis die de wereld<br />

lelijker maakt!” schreeuwden de meest fervente idealisten.<br />

“Wanneer een wezen of een element van schoonheid verdwijnt, dan komt het hart van de<br />

wereld in opstand, want het voelt zich beroofd van een niet meer te herstellen kracht.”<br />

Die verzuchtingen werden geuit door Emile Chardome in het voorwoord van “La Bruyère en<br />

feu” over de landelijke gebieden, veroverd door de kolenmijnen. De auteur vermeldt ook, met<br />

een neutrale droevigheid, dat het poëtische <strong>Vinne</strong> voor altijd verkracht is.<br />

En hij zegt bij zichzelf: “Misschien is de legende van het meer nog niet gedaan… Misschien<br />

zullen op een dag de vertoornde golven zich wreken op het onrecht dat de natuur en de<br />

schoonheid is aangedaan. Haar golven zullen opnieuw met een geniepige kracht de velden<br />

en de bomen die elkaars vooruitgang betwisten, innemen.”<br />

Vertaling uit “LEAU, La ville des souvenirs” van Louis Wilmet (1938)


In ’t begin des jaars 1841 begon M. Henri de Pitteurs, oud-district-commissaris te Hasselt,<br />

de uitdroging van ’t vermaard Venne van Leeuw met een stoomtuig van zes peerden<br />

kracht. Na drie dagen werkens stond het water een voet hooger, dan als men<br />

begon. Doch er dient aangemerkt te worden, dat het gedurig geregend had. Niettegenstaande<br />

deze laatste omstandigheid oordeelde men, dat om het Venne ledig te krijgen,<br />

er voorloopige werken moesten aangewend en een sterker stoomtuig gebruikt worden.<br />

Eene nog bestaande breede gracht werd dus rondom den wijd uitgestrekten waterplas<br />

gesneden. In ’t jaar 1844 was dit werk reeds voltrokken. Alsdan beproefde men opnieuw<br />

de uitpomping met een stoomtuig van tien peerden kracht. Na drie maanden zwoegens<br />

waren omtrent honderd hectaren grond voor den akkerbouw en de veeteelt voor altijd<br />

gewonnen. Nochtans om die uitgestrekte diepte van nieuwe overwatering vrij te houden<br />

moet er een stoomtuig standvastig in gereedheid staan, en werken telkens er zware en<br />

aanhoudende regens de aarde komen besproeien<br />

Tekst uit “Zoutleeuw, beschrijving, geschiedenis, instellingen” door P.V. Bets (1887)<br />

Populieren voor lucifers<br />

In 1930 kocht de Union Allumettière het <strong>Vinne</strong> aan om het te beplanten met canadapopulieren<br />

voor de productie van lucifers. Op de militaire kaart van rond 1949 zijn die aanplantingen<br />

in de noordelijke helft van het meer gestart. De zuidelijke helft was toen nog in<br />

gebruik als weide en in het zuidoosten, aan de rand van het meer, bevond zich een rand<br />

met kreupelhout.<br />

De topografi sche kaart van 1962 toont een volledig beplante<br />

meerbodem en op de topografi sche kaart van 1976 zijn<br />

al een aantal percelen op de zuidelijke meerbodem omgevormd<br />

van populieraanplanting naar grasland. In 1974 kocht<br />

de toenmalige provincie Brabant het domein aan om er een<br />

provinciaal (recreatie)domein van te maken.<br />

<strong>Het</strong> <strong>Vinne</strong> voor het natuurinrichtingsproject<br />

Op het moment dat de plannen werden opgevat om er met een natuurinrichtingsproject te beginnen,<br />

moest er permanent water weggepompt worden uit het <strong>Vinne</strong> om de kom droog te houden.<br />

<strong>Het</strong> <strong>Vinne</strong> ligt immers lager dan de Kleine Gete en als er niet gepompt werd, zou er al snel een<br />

meer ontstaan met een diepte van 2 tot 3 meter. <strong>Het</strong> pompstation nabij de <strong>Vinne</strong>hoeve voerde<br />

decennialang het water uit de talrijke kanaaltjes en sloten van het provinciedomein naar de<br />

Kleine Gete. Amper 2 km na dit punt vloeien de Kleine en Grote Gete samen in Budingen.<br />

Volgens de vegetatie kon men het <strong>Vinne</strong> op dat moment onderverdelen in 3 verschillende zones:<br />

het zuidelijke deel, het noordelijke deel en de vroegere landtong in het noordoosten.<br />

7


8<br />

De zuidelijke helft van het vroegere meer bevatte recente aanplantingen. Daar stonden minder<br />

soorten planten. <strong>Het</strong> gebied gaf een eentonige indruk. Op enkele vlierstruiken na waren er geen<br />

struiken aanwezig. Op een gedeelte, dat na de kapping van populieren niet terug beplant was,<br />

kwam massaal riet voor. Vermoedelijk was dat een overblijfsel van het vroegere meer. Riet<br />

was trouwens ook voor het natuurinrichtingsproject over het gehele <strong>Vinne</strong> algemeen waar te<br />

nemen, meestal dunnetjes tussen andere planten, maar op enkele plaatsen massaal.<br />

In de noordelijke helft vonden we vooral<br />

oudere populierenbestanden. Daar was de<br />

ontwikkeling naar een bosstructuur al duidelijk<br />

op gang gekomen en hadden zich veel<br />

boom- en struiksoorten spontaan gevestigd.<br />

Ondanks de vele jaren bebossing werden er<br />

geen typische bosplanten teruggevonden.<br />

<strong>Het</strong> gedeelte van het <strong>Vinne</strong> dat voor natuur het meest waardevol<br />

was, was de vroegere landtong in het noordoosten. Daar<br />

vonden we een rijke variatie aan planten, met o.a. soorten die<br />

zeldzaam zijn voor de streek. Natuurpunt vzw had dat deelgebied<br />

in beheer als natuurgebied.


De vele sloten in het <strong>Vinne</strong> bevatten een rijke variatie aan oever- en waterplanten<br />

die vermoedelijk in het vroegere meer voorkwamen. Aan de rand<br />

van het gebied kwamen twee waardevolle hoogstamboomgaarden voor van<br />

ongeveer 70 tot 90 jaar oud. Ze bevatten een dertigtal verschillende oude<br />

boomsoorten.<br />

In 1998 rees dan het idee om in het <strong>Vinne</strong> een natuurinrichtingsproject te<br />

beginnen. <strong>Het</strong> gebied lag voor het grootste gedeelte in natuurgebied op het<br />

gewestplan en de provincie zag een omvorming naar natuurgebied en het<br />

herstel van het oorspronkelijke meer wel zitten. Om die keuze wetenschappelijk<br />

te onderbouwen voerde het Instituut voor Natuurbehoud in 1998 en<br />

1999 een eco-hydrologische studie uit.<br />

Een visie voor het nieuwe <strong>Vinne</strong><br />

<strong>Het</strong> natuurlijke meer dat tot 1841 afgezoomd was met een<br />

brede rietgordel en omgeven door moerassige weiden, kan<br />

met weinig ingrepen terug vernat worden, zodat er opnieuw<br />

een open waterplas ontstaat. Ondiepe waterplassen bieden<br />

mogelijkheden voor de ontwikkeling van tal van planten en<br />

dieren die gebonden zijn aan dat milieu. Door de vochtgradiënt<br />

en een gericht beheer ontstaat een grote variatie aan<br />

levensgemeenschappen.<br />

Om voldoende open water te behouden moet er een zo groot<br />

mogelijke, inpasbare wateroppervlakte komen. Een waterdiepte<br />

van 1 m biedt voldoende garanties voor open water en laat<br />

mogelijkheden voor natuurgerichte recreatie in de rand van<br />

het gebied. Ook de <strong>Vinne</strong>hoeve blijft in die omstandigheden<br />

droog. De vooropgestelde oppervlakte open water bedraagt<br />

68 ha. Door het geleidelijk verlopende reliëf kunnen brede<br />

verlandingszones ontstaan waar rietkragen en broekbossen<br />

tot ontwikkeling komen.<br />

In de omgeving van het meer wisselen<br />

open zones en inheems bos<br />

elkaar af.<br />

Om amfibieën overlevingskansen<br />

te bieden moeten de bestaande<br />

poelen verbeterd worden.<br />

Om het hele systeem in stand te<br />

houden mag er geen vervuild water<br />

in het gebied stromen.<br />

Voor recreatie is aangepaste infrastructuur<br />

nodig. De recreant<br />

moet ook informatie kunnen krijgen<br />

over het gebied en het gebied<br />

moet achteraf op een passende<br />

manier beheerd kunnen worden.<br />

9


Een gedurfd project krijgt vorm<br />

10<br />

Een kort voorbereidend onderzoek door de<br />

<strong>Vlaamse</strong> <strong>Landmaatschappij</strong> en de afdeling<br />

Natuur van het ministerie van de <strong>Vlaamse</strong><br />

gemeenschap toonde aan dat het project<br />

haalbaar zou zijn. Toen werd ook al een<br />

eerste visie uitgewerkt over hoe de natuur<br />

in het <strong>Vinne</strong> opnieuw meer kansen<br />

zou kunnen krijgen. De <strong>Vlaamse</strong> regering<br />

heeft het project op 14 augustus 1999 officieel<br />

goedgekeurd.<br />

Er werd een projectcomité samengesteld,<br />

dat een rapport heeft opgesteld met daarin,<br />

naast een beschrijving van het project,<br />

ook de wenselijke maatregelen. Dat rapport<br />

lag in maart 2000 ter inzage tijdens<br />

een openbaar onderzoek. Enkele maanden<br />

later, in juni 2000, keurde de minister<br />

die maatregelen goed, waarna het comité<br />

ze voort heeft uitgewerkt. Daarna volgden<br />

een milieueffectenrapport (Mer) en een<br />

plan waarop de uitvoering van de werken<br />

werd uitgetekend: het projectuitvoeringsplan<br />

(PUP). Dat projectuitvoeringsplan en<br />

het milieueffectenrapport waren weer het<br />

voorwerp van een openbaar onderzoek,<br />

dat liep van 18 november tot en met 16<br />

december 2002.<br />

Tijdens het openbaar onderzoek werden<br />

enkele bezwaren ingediend. <strong>Het</strong> natuurinrichtingscomité<br />

heeft die bezwaren besproken<br />

en paste het plan op enkele punten<br />

aan.<br />

Daarna werd er een stedenbouwkundige<br />

vergunning aangevraagd. En op 19 januari<br />

2004 werd het startsein gegeven voor<br />

de eigenlijke werken in het <strong>Vinne</strong>. Een jaar<br />

later – januari 2005 – waren de werken afgerond<br />

en op 11 maart van dat jaar werden<br />

ze voorlopig opgeleverd. Op 27 mei 2005<br />

werd het provinciedomein het <strong>Vinne</strong> officieel<br />

opnieuw voor het publiek geopend,<br />

maar nu in een heel andere gedaante: als<br />

natuurgebied.


Projectcomité<br />

Effectieve leden<br />

AMINAL afdeling Natuur Frank Saey - voorzitter<br />

<strong>Vlaamse</strong> <strong>Landmaatschappij</strong> Ingrid Beerens - secretaris<br />

AMINAL afdeling Bos en Groen Bart Meuleman<br />

AROHM afdeling Monumenten en Landschappen Jo Wijnant<br />

Provincie Vlaams-Brabant - dienst Leefmilieu Frederik Vanlerberghe<br />

Stad Zoutleeuw Sandra Blockx<br />

Mina-raad Suzanne Mouton<br />

Koninklijke Federatie van de Belgische Notarissen Bernard Indekeu<br />

AMINAL afdeling Natuur Greet Swinnen<br />

Provinciale Landbouwkamer Louis Palfliet<br />

Plaatsvervangende leden<br />

AMINAL afdeling Natuur Luc Briesen<br />

<strong>Vlaamse</strong> <strong>Landmaatschappij</strong> Staf Aerts<br />

AMINAL afdeling Bos en Groen Louis Renquin<br />

AROHM afdeling Monumenten en Landschappen Roger Deneef<br />

Provincie Vlaams-Brabant - dienst leefmilieu Geert Lefever<br />

Stad Zoutleeuw Louis Heeren<br />

Mina-raad Luc Vervoort<br />

Koninklijke Federatie van de Belgische Notarissen Georges Brandhof<br />

Provinciale Landbouwkamer Saartje Degelin<br />

Comitéleden, vervangen op 3 juni 2004<br />

Stad Zoutleeuw Greet Henot vervangt Sandra Blockx<br />

Provinciale Landbouwkamer René Beelen vervangt Louis Palfliet<br />

Stad Zoutleeuw Monique Purnelle-Cleynen vervangt Louis Heeren<br />

Mina-raad Pieter Abts vervangt Luc Vervoort<br />

11


12<br />

Projectverloop<br />

onderzoek haalbaarheid<br />

advies <strong>Vlaamse</strong> Hoge Raad<br />

Natuurbehoud<br />

instelling natuurinrichtingsproject<br />

door <strong>Vlaamse</strong> regering<br />

oprichting comité<br />

projectrapport opgesteld<br />

door afdeling Natuur<br />

openbaar onderzoek<br />

+ advies<br />

vaststelling <strong>Vlaamse</strong> regering<br />

- maatregelen<br />

- uitvoeringsmodaliteiten<br />

projectuitvoeringsplan opgesteld<br />

door projectcomité<br />

opmaak MER<br />

openbaar onderzoek<br />

stedenbouwkundige vergunning<br />

aanbesteding<br />

uitvoering<br />

natuurinrichtingsakte<br />

nazorg en beheer<br />

november 1998<br />

augustus 1999<br />

december 1999<br />

augustus 1999<br />

februari 2000<br />

maart 2000<br />

april 2000<br />

december 2000<br />

2001-2002<br />

2001-2002<br />

nov-dec 2002<br />

1 april - 8 september<br />

juli 2003<br />

jan-sept 2004<br />

mei 2005


Plannen maken voor een nieuw soort <strong>Vinne</strong><br />

Door de menselijke ingrepen uit het verleden hadden we in het <strong>Vinne</strong><br />

geen ongerept natuurlijk landschap meer. De afwateringsgreppels, de<br />

ringgracht met haar dijken, de opgehoogde paden, het landbouwgebruik,<br />

de populierenteelt en de verdroging hadden de natuur en het landschap<br />

sterk beïnvloed. De natuurwaarde van het gebied was voor het natuurinrichtingsproject<br />

dus niet zo groot.<br />

Maar het <strong>Vinne</strong> was wel een bijzonder kansrijk gebied voor de ontwikkeling<br />

van waardevolle natuur. Om die natuurwaarden de kans te geven<br />

zich echt te gaan ontwikkelen, waren enkele ingrepen nodig. Met die ingrepen<br />

beoogden we een meer natuurlijke inrichting van het gebied. Eén<br />

van de belangrijkste elementen daarbij was een meer natuurlijke waterhuishouding,<br />

wat voor het <strong>Vinne</strong> onder meer betekende dat er opnieuw<br />

een open waterplas gevormd zou worden.<br />

Open waterplas met rietkraag<br />

Met weinig ingrepen kon het gebied terug vernat<br />

worden en zo kon er opnieuw een open<br />

waterplas met brede oevers ontstaan, waar<br />

rietkragen en broekbossen tot ontwikkeling<br />

zouden kunnen komen.<br />

De bestaande populieren waren op de meeste<br />

plaatsen kaprijp en zouden toch gerooid worden.<br />

Die situatie bood een unieke kans om het<br />

meer opnieuw te creëren.<br />

Door de pompen tijdelijk stil te leggen kon de<br />

<strong>Vinne</strong>laagte vollopen met regen- en grondwater.<br />

De waterplas zou in verbinding blijven staan<br />

met de pompen die opnieuw zouden beginnen<br />

pompen, als het gewenste waterpeil bereikt is.<br />

De lichthellende oevers van het meer zijn ideaal<br />

voor een rijke variatie aan oeverplanten met<br />

veel schuilgelegenheid voor de waterfauna. <strong>Het</strong><br />

<strong>Vinne</strong> ligt op een belangrijke vogeltrekroute en<br />

dus is zo’n grote, open plas heel interessant<br />

voor passerende trekvogels.<br />

Vroeger zat er heel wat vis van het zeelt-snoektype<br />

in het <strong>Vinne</strong>meer. Dat zeelt-snoektype is<br />

een vrij zeldzame visgemeenschap in Vlaanderen.<br />

Om die vissoorten opnieuw levenskansen<br />

te geven heeft het <strong>Vinne</strong>meer voldoende diepe<br />

plaatsen nodig. In minder diep water kunnen<br />

die vissen in de winter immers maar moeilijk<br />

overleven. De bestaande grachten vormen een<br />

ideale overwinteringsplaats.<br />

13


14<br />

<strong>Het</strong> leven in een meer<br />

Een meer is meer dan een plas water in een kom. <strong>Het</strong> allerbelangrijkste<br />

voor een mooi meer vol leven, is de waterkwaliteit.<br />

Een belangrijk gevolg van de waterkwaliteit is de helderheid van het<br />

water. Hoe meer deeltjes er in het water zweven, zoals algen of afgestorven<br />

plantendelen of klei, hoe minder helder het water wordt. Algen<br />

komen in bloei en geven het water een vuilgroene erwtensoepkleur, als<br />

het water te veel voedingsstoffen bevat. Daarnaast beginnen slibdeeltjes<br />

in het water te zweven, omdat de wind kleine golfjes veroorzaakt op<br />

het water en omdat grote vissen, zoals karper en brasem, de bodem<br />

omwoelen. <strong>Het</strong> grote nadeel van troebel water is dat de waterplanten te<br />

weinig licht krijgen en daardoor verdwijnen.<br />

Waterplanten zijn dan weer zeer belangrijk voor een rijke verscheidenheid<br />

aan levensvormen, zoals diverse soorten vissen, kikkers, salamanders,<br />

libellen, torren en vele andere kleinere diertjes. Ook voor vogels is<br />

een helder meer met veel waterplanten belangrijk. Een helder meer trekt<br />

niet alleen vogels aan die vis eten, maar ook vogels die waterplanten of<br />

de daarbijbehorende diertjes eten. Zonder waterplanten wordt het dus<br />

een saaie boel.<br />

Zodra er waterplanten zijn, houden ze zichzelf wel tot op zekere hoogte<br />

in stand. Ze vormen een laag die de bodem bedekt, zodat slibdeeltjes<br />

moeilijker opgewoeld worden. Verder nemen ze voedseldeeltjes op, zodat<br />

die niet meer beschikbaar zijn voor de algen. Daarnaast vormen ze<br />

een goede broed- en schuilplaats voor snoek, een visetende vis, die de<br />

aantallen van karper en brasem laag kan houden.<br />

In het <strong>Vinne</strong> hebben heel wat water- en moerasplanten uit het oude<br />

meer kunnen overleven in de grachten. Die planten, zoals riet, waterlelie,<br />

gele plomp, blaasjeskruid, kranswieren, verschillende zeggesoorten, watervorkje,<br />

egelskop en fonteinkruiden kunnen opnieuw hun positieve rol<br />

vervullen in het ecosysteem van het nieuwe meer.<br />

Waterplanten en het daarmee samenhangende leven kunnen sterk bedreigd<br />

worden, als er te veel voedingsstoffen in het meer terechtkomen,<br />

bv. door water afkomstig uit zones met intensieve landbouw of rioleringen<br />

of als er verkeerde vissoorten worden uitgezet. Daarom is het heel<br />

belangrijk dat vervuild water of ongeschikte vissoorten buiten het <strong>Vinne</strong><br />

worden gehouden.<br />

<strong>Het</strong> is moeilijk om te voorspellen hoe voedselrijk het water zal zijn. De<br />

kom zal zich vullen met regenwater, grondwater en afstromend regenwater.<br />

Dat water komt terecht op de meerbodem die vooral bestaat uit<br />

klei en gemineraliseerd veen. Gelukkig heeft het <strong>Vinne</strong> het grote voordeel<br />

dat het geen vervuild oppervlaktewater ontvangt. Zowel de Sint-Odulphusbeek<br />

als de <strong>Vinne</strong>beek vangen al sinds de drooglegging het meeste<br />

huishoudelijk afvalwater en afstromend water van het omliggende landbouwgebied<br />

op en voeren het af.


Amfibieënpoelen<br />

De grote waterplas zelf biedt heel wat minder overlevingskansen<br />

voor amfibieën, o.m. vanwege de<br />

vissen. Om ook amfibieën een geschikte leefomgeving<br />

te kunnen aanbieden moeten de bestaande<br />

poelen rond het nieuwe <strong>Vinne</strong>meer verbeterd worden.<br />

Ze moeten dieper worden gemaakt en permanent<br />

water kunnen bevatten. De kamsalamander is<br />

een beschermde diersoort waarvoor in de nabijgelegen<br />

ruilverkaveling Melkwezer een vrij omvangrijk<br />

poelenproject werd uitgevoerd. <strong>Het</strong> was daarom de<br />

bedoeling om de kansen voor die amfibiesoort te<br />

vergroten, zodat ze op termijn ook in het <strong>Vinne</strong> zou<br />

voorkomen.<br />

Halfopen kleinschalig landschap<br />

Gebiedsvreemde boomsoorten verdwijnen uit het gebied en er<br />

komen nieuwe houtkanten bij. De drogere terreinen rond de waterplas<br />

worden begraasd door maximaal 1 tot 3 runderen per ha.<br />

Zo ontstaan er open plekken met een grote verscheidenheid in de<br />

plantenstructuur als gevolg. De omgeving van het meer wordt zo<br />

omgevormd tot een kleinschalig, halfopen landschap met graslanden<br />

en vele kleine landschapselementen, zoals hagen, houtkanten,<br />

bomen en struiken.<br />

De oostelijke, vrij smalle zone mag spontaan evolueren en zal<br />

verbossen met een geleidelijke overgang van een wilgstruweel<br />

en een elzenbroekbos op de verlandingszone naar een elzenvogelkersbos<br />

en een haagbeukenbos op de drogere gedeelten.<br />

In het zuiden gaan riet en grote zeggen over in dottergrasland en<br />

glanshavergrasland. Die graslanden kunnen extensief begraasd<br />

worden. Op de westelijke zijde komt er een moerasspirearuigte,<br />

afgewisseld met spontaan bos. <strong>Het</strong> noordelijk gedeelte evolueert<br />

tot een halfopen landschap met extensieve begrazing. In<br />

het noordoosten mag het beheer wat intensiever zijn om er de<br />

bestaande vegetaties zoals het heischraal grasland en de kleine<br />

zegge-veldrusvegetatie te handhaven.<br />

Waterzuivering<br />

Bij de <strong>Vinne</strong>hoeve en aan de oostelijke ingang kwam er vervuild<br />

water in het gebied terecht. <strong>Het</strong> afvalwater van de <strong>Vinne</strong>hoeve<br />

zelf moest worden aangesloten op de riolering. Bij<br />

de oostelijke ingang was er evenwel geen riolering aanwezig.<br />

Daar zou een kleinschalige waterzuivering met rietvelden een<br />

oplossing bieden. De <strong>Vinne</strong>beek en de Sint-Odulphusbeek<br />

blijven sterk vervuild, maar hun water kan alleen in het meer<br />

terechtkomen bij uitzonderlijke piekdebieten.<br />

15


En de wandelaars dan?<br />

16<br />

Jaarlijks bezochten heel wat mensen het <strong>Vinne</strong>.<br />

Dat aspect van recreatie wou de provincie natuurlijk<br />

behouden, maar door de creatie van een<br />

meer zouden de meeste wandelwegen in het gebied<br />

onder water komen te staan. Dus moest de<br />

infrastructuur voor recreatie worden aangepast<br />

aan de nieuwe situatie.<br />

De vroegere graspaden waren soms tot 5 meter<br />

breed. Ze liepen langs het rechtlijnige grachtenstelsel.<br />

De grachten ontwaterden het gebied en<br />

de paden waren breed en recht, vooral om makkelijk<br />

de gerooide populieren uit het domein te<br />

kunnen weghalen. Economisch was dat ideaal,<br />

maar mooi of verrassend was zo’n padenstructuur<br />

niet echt. Bij lange, rechte paden ziet men<br />

immers altijd het eindpunt van een pad. Ook de<br />

bestaande rechtlijnige grachten zouden onder<br />

water komen. Zo ontstonden er mogelijkheden<br />

voor de aanleg van gevarieerde, verrassende paden.<br />

Enkele kortere lussen zouden het de wandelaar<br />

mogelijk maken om verschillende routes<br />

te kiezen. Wandelpaden door kwetsbare zones<br />

moesten kunnen worden afgesloten. Vanuit een<br />

uitkijktoren en vogelkijkhutten zou de waterplas<br />

te overzien zijn en zou de bezoeker een interessant<br />

uitzicht krijgen op het meer en het omliggende<br />

landschap.<br />

Hier en daar worden wandelpaden drassig door<br />

de hogere grondwaterstand en op bepaalde plekken<br />

komen ze zelfs helemaal onder water te<br />

staan. Om daar een oplossing voor te bieden zou<br />

men knuppelpaden gebruiken: houten paden die<br />

aangelegd worden boven moeras of water.<br />

De ontwikkeling van het <strong>Vinne</strong> naar een gebied<br />

met open water met rietkragen, broekbossen en<br />

extensieve graslanden moest het gebied dus ook<br />

voor de wandelaar veel aantrekkelijker en zelfs<br />

avontuurlijk maken. <strong>Het</strong> <strong>Vinne</strong> zou op die manier<br />

een waardevol gebied worden voor natuur, maar<br />

tegelijk ook voor recreanten.<br />

In de westelijke rand van het domein zou er een<br />

fietspad komen, zodat het fietsverkeer tussen de<br />

Kleine Getevallei en Duras niet meer langs de<br />

drukke Ossenwegstraat zou moeten.


Ook voor leergierige bezoekers<br />

Een handje geholpen ...<br />

Eind oktober 2002 raasde er een zware<br />

storm door Vlaanderen. Ook in het <strong>Vinne</strong><br />

bleef dat niet zonder gevolgen. Heel wat<br />

populieren waaiden om. Hoe langer die<br />

populieren zouden blijven liggen, hoe minder<br />

ze waard zouden zijn. Daarom heeft<br />

de afdeling Bos en Groen van de <strong>Vlaamse</strong><br />

Gemeenschap, samen met de provincie<br />

Vlaams-Brabant, toen beslist om tot een<br />

noodkapping over te gaan. Een noodkapping<br />

is enkel toegelaten, als de veiligheid<br />

van de bezoekers of de houtwaarde van<br />

de bomen zwaar in het gedrang komen. In<br />

die periode zijn alle percelen ten noorden<br />

van de hoofddreef gekapt. In totaal ging<br />

het om zowat 2.400 populieren. Die noodkapping<br />

maakte geen deel uit van het<br />

natuurinrichtingsproject, maar ze is het<br />

natuurinrichtingsproject zeker ten goede<br />

gekomen. De noodkapping is beëindigd<br />

in september 2003.<br />

<strong>Het</strong> <strong>Vinne</strong> is een belangrijke schakel in de natuurlijke structuur<br />

van Vlaanderen. Andere belangrijke natuurgebieden in de omgeving<br />

zijn het Zwartaardebos, de Leenhaag en de Kleine Getevallei.<br />

Meer natuurelementen zorgen voor een goede verbinding tussen<br />

die gebieden en vergemakkelijken de verspreiding van planten en<br />

dieren. Als het <strong>Vinne</strong> veel meer natuur zou gaan herbergen dan<br />

vroeger, dan zou je als bezoeker ook een en ander moeten te weten<br />

komen over die natuur.<br />

Daarom werden er bij de planvorming informatieborden voorzien<br />

langs de wandelpaden en in de schuilhutten met info over fauna<br />

en flora en het beheer van het nieuwe natuurgebied. Vanuit een<br />

vogelkijkhut moest observatie van vogels zonder veel verstoring<br />

mogelijk zijn en ook daar zouden er educatieve borden met illustraties<br />

van de aanwezige watervogels komen.<br />

<strong>Het</strong> zwaartepunt van de recreatie zou natuurlijk rond de <strong>Vinne</strong>hoeve<br />

blijven plaatsvinden, in de buurt van de cafetaria en de<br />

speeltuin. Daarom zou ook de omgeving van die hoeve aangepast<br />

worden met o.a. een vernieuwde parking, aanpassing aan de<br />

toegangsweg en zo meer. In de schuur van de <strong>Vinne</strong>hoeve werd<br />

bovendien een permanente tentoonstelling gepland.<br />

17


Van plannen ...<br />

... naar realisatie<br />

Voorbereidingswerken<br />

18<br />

Op basis van enkele opmerkingen bij<br />

het openbaar onderzoek werden er bijkomende<br />

maatregelen genomen om<br />

de privacy van enkele omwonenden te<br />

beschermen. Voor de ruiters bleef de<br />

hoeve als stopplaats behouden, maar<br />

het ruiterpad rond het meer werd geschrapt,<br />

o.a. om conflicten met andere<br />

gebruikers te vermijden. De belangrijkste<br />

aanpassing werd doorgevoerd op<br />

vraag van de provincie Vlaams-Brabant.<br />

De provincie wou de gebouwen<br />

zelf inrichten, waardoor de werken aan<br />

de hoeve uit het project zijn gehaald.<br />

Na de plannen en het doormalen van<br />

de administratieve molen was het begin<br />

2004 dan zover: de werken aan het<br />

<strong>Vinne</strong> konden beginnen.<br />

Tijdens de werken werd ernaar gestreefd om het domein in de mate van<br />

het mogelijke toegankelijk te houden.<br />

De werken kunnen worden ingedeeld in vier grote fases: voorbereiding,<br />

grondwerken, infrastructuurwerken en afwerking.<br />

Tijdens de eerste fase werden alle bomen op de plaats waar<br />

later het meer zou komen, gekapt en verkocht. Waar de bomen<br />

al gekapt waren tijdens de noodkapping, werd het takhout<br />

opgeruimd en vermalen tot houtsnippers. Bestaande constructies<br />

die niet meer nodig waren, zoals brugjes, afsluitingen, een<br />

stal, …werden verwijderd. Op enkele percelen in de oeverzone<br />

van het meer zijn ook de stronken verwijderd en is de strooisellaag<br />

afgeschraapt. Zo werd een ideale situatie gecreëerd<br />

om moeras- en oeverplanten kansen te geven.


Grondwerken<br />

St.-Odulphusbeek<br />

In de tweede fase werd de <strong>Vinne</strong>beek<br />

een stukje opgeschoven:<br />

verder weg van de Ossenwegstraat.<br />

Dat kwam de veiligheid<br />

van auto’s, fietsers en voetgangers<br />

ten goede. Waar de beek<br />

ingebuisd was, werd ze terug<br />

opengemaakt om haar zelfzuiverend<br />

vermogen te verhogen.<br />

Meer water in een beek vermindert<br />

immers de hoeveelheid vervuiling<br />

van die beek. In dezelfde<br />

fase werd de Sint-Odulphusbeek<br />

bekleed met een kleilaag, zodat<br />

het vervuilde beekwater niet zou<br />

kunnen doorsijpelen naar het<br />

meer. Ook de ruimingswallen<br />

van de grachten werden verwijderd.<br />

In het oosten van het domein<br />

werden de poelen nabij de<br />

hoogstamboomgaard heraangelegd<br />

om meer kansen te bieden<br />

voor amfibieën. Enkele plaatsen<br />

<strong>Vinne</strong>beek<br />

werden archeologisch onderzocht,<br />

vooraleer de grondwerken<br />

begonnen.<br />

Infrastructuurwerken<br />

In de derde fase is de nodige recreatieve infrastructuur<br />

uitgebouwd. In die fase zijn ook<br />

de paden en de wandelwegen aangelegd.<br />

Bij de keuze van materialen is ernaar gestreefd<br />

om de milieu-impact tot een minimum<br />

te beperken. Al de houten constructies zijn<br />

uitgevoerd in FSC-gelabeld hout. Enkel hout<br />

dat gewonnen wordt in duurzaam beheerde<br />

bossen krijgt dat label. Om ook de milieuvervuiling<br />

als gevolg van transport te beperken<br />

werd gekozen voor Europese houtsoorten.<br />

Aan de westzijde van het domein werd een<br />

fietspad aangelegd in dolomiet. Dat fietspad<br />

biedt de fietsers een mooi beeld op het meer<br />

en ligt op een veilige afstand van de Ossenwegstraat.<br />

aanleg knuppelpad<br />

aanleg knuppelpad<br />

fietspad<br />

19


De wandelpaden in het domein werden bewust onverhard<br />

gehouden om het natuurlijk karakter van<br />

het domein te versterken. Rond de <strong>Vinne</strong>hoeve<br />

zijn de paden aangelegd in dolomiet, zodat je daar<br />

kan wandelen zonder je schoenen vuil te maken.<br />

Hier en daar werd het wandelpad wat opgehoogd,<br />

zodat het een halve meter boven het waterpeil ligt.<br />

Op sommige plaatsen komt het wandeltracé in de<br />

moerassige oeverzone van het meer, maar hou je<br />

toch droge voeten door de knuppelpaden die zowat<br />

25 cm boven het waterpeil liggen. Waar paden<br />

een beek kruisten, werden nieuwe houten bruggen<br />

aangelegd. Langs de paden zijn ook rustbanken<br />

geplaatst.<br />

In het noordoosten is een grote, in het zuidwesten<br />

een kleine vogelkijkhut gebouwd. Zo heb je zowel<br />

’s morgens als ’s avonds de kans om naar het<br />

meer en zijn bewoners te kijken zonder tegenlicht.<br />

Ook de bezoekers die niet zo ver willen wandelen,<br />

krijgen een prachtig uitzicht op het meer vanuit de<br />

uitkijktoren nabij de <strong>Vinne</strong>hoeve. Bij plotse regenval<br />

kan je gaan schuilen in de vier schuilhutten die<br />

verspreid staan in het domein.<br />

De twee bestaande, gemetselde bruggen ter<br />

hoogte van de parking zijn hersteld en gedeeltelijk<br />

heraangelegd. De bestaande stuwtjes en rooster<br />

zijn hersteld. <strong>Het</strong> zijn nog getuigen van de vroegere<br />

ontginning van het meer. De laaggelegen stuw<br />

maakt de pompen toegankelijk voor onderhoud.<br />

De hooggelegen stuw dient om het opstuwende<br />

water van de Kleine Gete bij zware regenval tegen<br />

te houden. Anders zou dat in het meer terechtkomen.<br />

In het noordoosten van het domein werd een zuiveringsrietveld<br />

aangelegd om het afvalwater van<br />

de laatste huizen van de Rondeweg te zuiveren.<br />

Dat rietveld werkt in drie stappen. Eerst bezinkt<br />

het zwaarste vuil. Vervolgens verwerken bacteriën<br />

rond de wortelstokken van het riet de vuilvracht. In<br />

een derde fase worden ook fosfaten aan het vervuilde<br />

water onttrokken. De fosfaten worden gebonden<br />

met ijzerhoudend zand.<br />

<strong>Vinne</strong>meer<br />

20<br />

regenwater<br />

afvalwater<br />

bezonken afvalwater<br />

bacteriologisch verwerkt afvalwater<br />

gezuiverd afvalwater<br />

gracht<br />

huis<br />

Hoe werkt een waterzuivering?<br />

III<br />

II<br />

zuiveringsrietveld<br />

I<br />

laatste huizen<br />

Rondeweg<br />

<strong>Vinne</strong>beek<br />

nieuwe brug<br />

rustbanken<br />

herstelde stuw<br />

aanleg zuiveringsrietveld<br />

I <strong>Het</strong> afvalwater komt toe in een voorbezinktank,<br />

waar het grofste vuil kan bezinken.<br />

Om de 6 uur wordt afvalwater naar<br />

het rietveld gepompt.<br />

II <strong>Het</strong> afvalwater wordt gelijkmatig over het<br />

rietveld verspreid. <strong>Het</strong> zakt geleidelijk<br />

door de rietwortelzone en de zuurstofarme<br />

zone naar de opvangbuizen onderaan<br />

het rietveld. Hier wordt het door aërobe en<br />

anaërobe bacteriën omgezet naar voedsel<br />

voor het riet.<br />

III <strong>Het</strong> afvalwater dringt door een zandlaag<br />

die aangerijkt is met ijzer. <strong>Het</strong> ijzer zorgt<br />

ervoor dat de nog resterende fosfaten gebonden<br />

worden en neerslaan in het zand.<br />

<strong>Het</strong> afvalwater is nu gezuiverd en loopt via<br />

een gracht naar het meer.


Ook de parking die voorheen geen duidelijke inrichting<br />

had, werd aangepakt. De parking vormt het<br />

onthaal voor de bezoekers van het <strong>Vinne</strong>. Ze bepaalt<br />

in grote mate ook het imago van de toegang<br />

tot het domein. Er werd gekozen voor rijstroken in<br />

kassei en parkeerplaatsen in dolomiet. De parking<br />

is verder ingekleed met hagen en bomen. Ook is er<br />

aandacht besteed aan parkeerplaatsen voor minder<br />

mobiele bezoekers en voor bussen. De toegangsweg<br />

van de parking naar de hoeve kreeg nieuwe<br />

verlichting en banken.<br />

Waar de wandelaars de Ossenwegstraat ter hoogte<br />

van de <strong>Vinne</strong>hoeve oversteken, werden drie verkeersremmers<br />

aangelegd om zo de zone nabij de<br />

hoeve veiliger te maken. <strong>Het</strong> remmend effect wordt<br />

bereikt door een wegversmalling en een kasseiverharding.<br />

Zowel in het noorden als in het zuiden van het domein<br />

zijn er twee zones waar Schotse Gallowayrunderen<br />

kunnen grazen. Een nieuwe omheining<br />

met elektrische draad op zonne-energie en enkele<br />

poorten moeten de runderen in het hun toegewezen<br />

gebied houden. De meer avontuurlijk ingestelde<br />

bezoeker krijgt de kans om via overstapjes door<br />

die begrazingszone te wandelen. Als er niet zoveel<br />

grazende dieren staan, krijgen ook bomen, struiken<br />

en kruiden de kans om te kiemen en te groeien. Zo<br />

ontstaat spontaan een afwisselend landschap met<br />

meer open grazige plekken, meer gesloten bosachtige<br />

plekken en alle mogelijke overgangen daartussen.<br />

In dit type landschap krijgen veel verschillende<br />

planten de kans om zich te ontwikkelen. Ook dieren<br />

vinden op korte afstand zowel koele als warme<br />

plekken, voedsel en beschutting.<br />

parking voor heraanleg<br />

aanleg parking<br />

nieuwe parking<br />

aanleg verkeersremmers<br />

nieuwe weidepoort verkeersremmers Ossenwegstraat<br />

omheining<br />

overstapje<br />

21


22<br />

Afwerking<br />

Tijdens de vierde fase zijn de wandelpaden<br />

afgewerkt en zijn er hagen en houtkanten<br />

aangeplant. De wandelpaden zijn,<br />

waar mogelijk, geëgaliseerd.<br />

Voor de keuze van plantmateriaal is er<br />

eerst nagegaan welke hagen en houtkanten<br />

er zich al in de omgeving van het <strong>Vinne</strong><br />

bevonden. Op basis daarvan werden de<br />

meeste houtkanten aangeplant met meidoorn,<br />

zowat een kwart met sleedoorn en<br />

hier en daar wat eik, Gelderse roos, olm<br />

en hondsroos. In totaal zijn er 7.400 haagplanten<br />

geplant.<br />

De bestaande hoogstamboomgaarden<br />

werden vervolledigd met enkele nieuwe<br />

hoogstammige fruitbomen. Op het voormalige<br />

voetbalveld, bovenaan de Motte,<br />

werd een nieuwe hoogstamboomgaard<br />

aangelegd met verschillende soorten appel,<br />

peer, pruim en kers. De Nationale<br />

Boomgaardenstichting heeft de keuze van<br />

de soorten gemaakt en heeft daarbij veel<br />

aandacht besteed aan typische streeksoorten.<br />

De <strong>Vinne</strong>hoeve<br />

De provincie haalde de herinrichting van de <strong>Vinne</strong>hoeve uit het natuurinrichtingsproject en nam<br />

die werken zelf ter harte. <strong>Het</strong> hoofdgebouw werd volledig gerenoveerd en ingericht als administratieve<br />

ruimte. De schuur kreeg een invulling als natuureducatie- en tentoonstellingsruimte.<br />

Een afdak tegen de lemen wand van de schuur zorgt voor een droge stalplaats voor natuurbeheersmachines.<br />

<strong>Het</strong> pomphuis werd<br />

gerenoveerd als werkplaats voor de<br />

natuurarbeiders. Verder werd ook de<br />

conciërgewoning aangepast aan de<br />

hedendaagse normen voor wooncomfort.<br />

Die ingrepen moeten het onthaal<br />

van bezoekers in het domein verbeteren<br />

en comfortabeler maken.<br />

pomphuis<br />

<strong>Vinne</strong>hoeve<br />

nieuwe meidoornhaag<br />

olm


Een bos in ruil voor een plantage<br />

Toen de minister het natuurinrichtingsproject<br />

goedkeurde, was er aanvankelijk bezorgdheid<br />

over zowat 50 ha populieraanplanting<br />

die zou moeten verdwijnen om het vroegere<br />

meer opnieuw te kunnen creëren. <strong>Het</strong> dossier<br />

werd pas goedgekeurd, na de toezegging dat<br />

de provincie Vlaams-Brabant ter compensatie<br />

nieuw bos zou ontwikkelen in het natuurontwikkelingsproject<br />

in de Grote Getevallei.<br />

23


Een meer heeft water nodig<br />

24<br />

25,00<br />

24,80<br />

24,60<br />

24,40<br />

24,20<br />

24,00<br />

23,80<br />

23,60<br />

23,40<br />

23,20<br />

23,00<br />

23/12/2004<br />

6/01/2005<br />

20/01/2005<br />

3/02/2005<br />

17/02/2005<br />

3/03/2005<br />

17/03/2005<br />

31/03/2005<br />

14/04/2005<br />

28/04/2005<br />

12/05/2005<br />

2004 inrichtingswerken<br />

2005 vulling van het meer<br />

2006 - 2007 hersteld meer<br />

gew enst peil<br />

Reeks1<br />

<strong>Het</strong> <strong>Vinne</strong> was een natuurlijke kom. Door<br />

de hoge grondwaterstand kon het water<br />

er niet weg. Om het domein droog te<br />

houden werd het water daarom 150 jaar<br />

lang 3 meter omhoog gepompt, naar de<br />

Kleine Gete.<br />

Na de afwerking van de werken zijn de<br />

pompen die het <strong>Vinne</strong> al die tijd droog<br />

hielden, stilgelegd. Zo kreeg de natuurlijke<br />

kom de kans om zich te vullen met<br />

regenwater en grondwater. Dat gebeurde<br />

aanvankelijk sneller dan verwacht. Al<br />

na een paar maanden stond het water<br />

zowat 60 centimeter hoog en dat zonder<br />

een al te overvloedige neerslag.<br />

In België valt er jaarlijks 780 mm neerslag<br />

waarvan een groot deel terug verdampt.<br />

Van die neerslag blijft er in het<br />

<strong>Vinne</strong> jaarlijks 290.000 m³ over. Voor het<br />

meer is een watervolume van ongeveer<br />

500.000 m³ nodig.<br />

meerpeil voor drooglegging<br />

nieuw meerpeil na 2005<br />

meerpeil 1850-2005<br />

meerpeil voor drooglegging<br />

nieuw meerpeil na 2005<br />

meerpeil 1850-2005<br />

meerpeil voor drooglegging<br />

nieuw meerpeil na 2005<br />

meerpeil 1850-2005


Niet meer zoals vroeger<br />

Anderhalve eeuw geleden mondde de Sint-Odulphusbeek uit<br />

in het meer en stroomde ook de Kleine Gete bij hevig regenweer<br />

naar het <strong>Vinne</strong>. Daardoor kwam er veel water in het <strong>Vinne</strong><br />

terecht en was er een permanente waterdoorstroming. Halverwege<br />

de 19de eeuw werd het meer drooggelegd door zowel<br />

de Sint-Odulphusbeek als de <strong>Vinne</strong>beek rond het domein te<br />

leiden, zodat ze niet meer in het meer stroomden. Er werden<br />

twee stoompompen geïnstalleerd en een heel netwerk van ontwateringsgrachten<br />

werd uitgegraven. Op de puinkegel van de<br />

<strong>Vinne</strong>beek werd daarna de <strong>Vinne</strong>hoeve gebouwd.<br />

<strong>Het</strong> huidige meer is minder diep en minder groot dan het oorspronkelijke<br />

meer. Dat kon ook niet anders, want we moesten<br />

ervoor zorgen dat de <strong>Vinne</strong>hoeve en de wandelpaden rond het<br />

meer niet onder water zouden staan. In het nieuwe meer komen<br />

enkel regenwater en grondwater terecht en niet langer, zoals<br />

vroeger, water van de Sint-Odulphusbeek en de Kleine Gete. De<br />

samenstelling van het water zal dus een beetje verschillen ten<br />

opzichte van vroeger. <strong>Het</strong> blijft ook wat zuiverder, want het water<br />

uit de Sint-Odulphusbeek en de <strong>Vinne</strong>beek is vervuild.<br />

<strong>Het</strong> nieuwe <strong>Vinne</strong>meer heeft een oppervlakte van zowat 68 ha<br />

en is één tot anderhalve meter diep. Rond het meer vind je een<br />

rietgordel en een moerasbos. Op de hogere, drogere gronden<br />

ontwikkelen zich graslanden, ruigtes en bossen.<br />

Koken kost geld<br />

De omvorming van het provinciedomein het <strong>Vinne</strong><br />

naar het oorspronkelijke meer kostte 1.500.227,09<br />

euro. De provincie Vlaams-Brabant betaalde daarvan<br />

111.552,09, de stad Zoutleeuw 50.000 en het Vlaams<br />

gewest 1.338.675 euro.<br />

De bijdrage van de stad Zoutleeuw ging vooral naar het<br />

verkeersveiliger maken van de toegangswegen naar<br />

het <strong>Vinne</strong> en naar een kleinschalige waterzuivering.<br />

De provincie betaalde een deel van de heraanleg van<br />

de parking en de restauratie van de oude ontwateringsinfrastructuur:<br />

een oude brug en twee stuwen. Die constructies<br />

zijn getuigen van de drooglegging en vervolledigen<br />

het verhaal over het domein.<br />

25


En hoe moet het nu verder?<br />

<strong>Het</strong> laten vollopen van het <strong>Vinne</strong> is een voor Vlaanderen uniek project. Temeer<br />

door de zeer beloftevolle uitgangssituatie kan het project als voorbeeld dienen voor<br />

natuurontwikkelingsprojecten in zowel binnen- als buitenland. Daarom is het van<br />

groot belang dat de evoluties in het meer op de voet worden gevolgd en gedocumenteerd.<br />

Dat vergt een zekere studie-inspanning. Gedurende tien jaar na het<br />

ontstaan van het meer wordt de waterkwaliteit opgevolgd en zullen waterplanten,<br />

vissen, libellen en vlinders worden geïnventariseerd. Dat geeft een nauwkeurig<br />

overzicht van de effecten van de ingrepen op de natuur. Mocht er onverhoopt iets<br />

niet naar wens verlopen, dan kan worden ingegrepen.<br />

Bovendien is er een beheerscommissie opgericht met deskundigen op het gebied<br />

van ecohydrologie, ecologie en natuurbeheer. Ze begeleidt de planning en de uitvoering<br />

van het natuurbeheersplan zó dat de doelstellingen, die bij aanvang van<br />

het project werden vooropgesteld, ook effectief gerealiseerd worden.<br />

Om tot een maximale bescherming van het gebied te komen krijgt het een plaats in<br />

het zogenaamde VEN, het Vlaams Ecologisch Netwerk. De erkenning als natuurreservaat<br />

werd aangevraagd aan de <strong>Vlaamse</strong> regering.<br />

De partners<br />

26<br />

Bij natuurinrichting werken verschillende overheden samen: het Vlaams Gewest, provincies,<br />

gemeenten,… Twee overheidsdiensten zijn van zeer nabij bij alle natuurinrichtingsprojecten<br />

betrokken : de afdeling Natuur van Aminal, dat is de Administratie voor Milieu-,<br />

Natuur-, Land-, en Waterbeheer, en de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Landmaatschappij</strong>.<br />

Afdeling Natuur<br />

De afdeling Natuur is een van de afdelingen onder de koepel van de administratie<br />

Milieu-, Land- en Waterbeheer (Aminal) van het ministerie van de<br />

<strong>Vlaamse</strong> Gemeenschap.<br />

De afdeling Natuur zorgt voor de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie<br />

van het Vlaams natuurbeleid. Haar activiteiten zijn gebaseerd op vier pijlers:<br />

zorgen voor de aankoop en het beheer van natuurgebieden, stimuleren van<br />

natuurvriendelijke initiatieven, zorgen voor de naleving van de wetgeving en<br />

uiteraard de informatie en sensibilisatie van het publiek.<br />

‘Natuur, daar zorgen we voor’ is het motto van de afdeling. Dat kan ze onder<br />

meer realiseren via natuurinrichting. Door een natuurinrichtingsproject als het<br />

<strong>Vinne</strong> geeft ze aan een gebied de bestemming terug die het op het gewestplan<br />

had gekregen.<br />

Bij de realisatie van natuurinrichtingsprojecten stuurt de afdeling Natuur de<br />

<strong>Vlaamse</strong> <strong>Landmaatschappij</strong>, die haar uitvoerende partner is. In dat opzicht<br />

zit de afdeling bijvoorbeeld de vergaderingen van het projectcomité van het<br />

natuurinrichtingsproject voor.


<strong>Vlaamse</strong> <strong>Landmaatschappij</strong><br />

Provincie Vlaams-Brabant<br />

Stad Zoutleeuw<br />

De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Landmaatschappij</strong>, afgekort VLM, is een <strong>Vlaamse</strong> openbare<br />

instelling met als opdracht ‘de zorg voor de open ruimte in Vlaanderen’.<br />

Om de zorg voor de open ruimte in de praktijk te kunnen waarmaken heeft<br />

de VLM als taken ruilverkaveling, landinrichting, natuurinrichting, beheersovereenkomsten,<br />

plattelandsbeleid, de Mestbank en het Ondersteunend<br />

Centrum van het Geografi sch Informatiesysteem Vlaanderen.<br />

Ruilverkaveling, landinrichting en natuurinrichting kan je samenbrengen<br />

onder de noemer ‘inrichting van het platteland’. Die inrichting gebeurt gebiedsgericht.<br />

Dat betekent dat er eerst een gebied - van enkele honderden<br />

hectaren voor natuurinrichting tot enkele tienduizenden hectaren voor landinrichting<br />

- wordt afgebakend, waarin dan op maat van de regio kan worden<br />

gepland en uitgevoerd.<br />

Bij het voorbereiden en uitvoeren van natuurinrichtingsprojecten, zoals het<br />

<strong>Vinne</strong>, heeft de VLM een ondersteunende rol. Dat betekent bijvoorbeeld<br />

dat zij het secretariaat van het projectcomité van het <strong>Vinne</strong> waarneemt, dat<br />

zij helpt bij het opstellen van plannen of dat ze zorgt voor informatie rond en<br />

inspraak bij het project. De VLM bereidt de uitvoering van het natuurinrichtingsproject<br />

voor, houdt toezicht bij de werken en begeleidt de fi nanciële<br />

afwikkeling van het project.<br />

<strong>Het</strong> provinciebestuur streeft naar zowel kwantitatieve als kwalitatieve verbetering<br />

van natuur in de provincie Vlaams-Brabant. Om die doelstellingen van meer<br />

en betere natuur vorm te geven wordt een tweesporenbeleid gevoerd inzake<br />

aankoop, inrichting en beheer van zogenaamde natuurlijke entiteiten (geheel<br />

van bos, natuur, groen en landschap). Enerzijds zijn er de eigen projecten, vaak<br />

met partners uit de natuurbehoudsector. Anderzijds worden projecten van natuurverenigingen<br />

en gemeenten fi nancieel ondersteund.<br />

Ongerepte natuur komt in de provincie Vlaams-Brabant zo goed als niet meer<br />

voor, evenmin als in de rest van Vlaanderen. Mogelijkheden voor natuurontwikkeling<br />

zijn zeker aanwezig, maar moeten vaak afgewogen worden tegenover<br />

andere sectoren en belangen.<br />

Waar actueel of mogelijk waardevolle natuur voorkomt in provinciedomeinen<br />

wordt gestreefd naar een aangepast beheer. Opmaak van natuur- en bosbeheersplannen,<br />

ecohydrologische studies en visievorming inzake natuurontwikkeling<br />

vormen daartoe een wetenschappelijk onderbouwde basis. Daarbij wordt<br />

de koppeling met een aangepaste ontsluiting voor natuurbeleving en zachte<br />

recreatie niet uit het oog verloren. Zo ook voor het provinciedomein het <strong>Vinne</strong>.<br />

Door de uitzonderlijke mogelijkheden op het vlak van natuur liet de provincie<br />

haar domein opnemen als natuurinrichtingsproject.<br />

Langs de oevers van de Kleine Gete duikt Zoutleeuw verrassend op tussen<br />

het Hagelands groen. Met zijn landelijke ligging lijkt het stadje wel een dorp,<br />

maar het prachtig bouwkundig erfgoed getuigt nog een groots verleden. <strong>Het</strong><br />

middeleeuwse Zoutleeuw was immers een welvarende stad: dat wordt onder<br />

meer weerspiegeld in de talrijke imposante gebouwen op de Markt en de zeer<br />

rijke, religieuze kunstschatten in de Sint-Leonarduskerk. Met het <strong>Vinne</strong> krijgt<br />

Zoutleeuw er nu ook een natuurschat bij.<br />

27


En nog meer partners<br />

Een terugblik<br />

Behalve de vier partners die het project van nabij mee begeleidden en er voor een stuk<br />

ook in meebetaalden, waren er nog andere betrokken organisaties.<br />

Zo was Natuurpunt mee vertegenwoordigd in het comité. Als huurder van een stukje<br />

natuurreservaat van 10 ha in het noordoosten van het gebied beschikte de natuurvereniging<br />

over een goede voorkennis en extra documentatie van het gebied. Ze leverde<br />

een sterke inhoudelijke bijdrage aan het project en heeft ook interessante ideeën en<br />

aandachtspunten aangeleverd.<br />

De Boomgaardenstichting leverde technisch advies met het oog op de aanleg van een<br />

nieuwe boomgaard en het herstel van oude boomgaarden. Samen met de stichting zijn<br />

er ook enkele wandelingen georganiseerd met zowel het natuurinrichtingsproject als<br />

de hoogstamboomgaarden als thema.<br />

Maar ook heel wat andere partners hebben in de loop van het project op hun eigen<br />

manier een bijdrage geleverd in hun vak- of ervaringsgebied.<br />

Hoe kijkt afdeling Natuur aan tegen het natuurinrichtingsproject het <strong>Vinne</strong>?<br />

28<br />

Toen op het einde van de jaren ’90 tientallen hectaren populierenaanplantingen op de<br />

bodem van het voormalige natuurlijke binnenmeer in het provinciedomein <strong>Het</strong> <strong>Vinne</strong><br />

kaprijp werden, was ook de tijd rijp om zich eens grondig te bezinnen over de toekomst<br />

van dat unieke gebied. Na enkele gesprekken tussen de provincie Vlaams-Brabant en<br />

de afdeling Natuur werd de optie genomen om het vroegere meer gedeeltelijk weer te<br />

herstellen – een idee dat eind jaren tachtig reeds gelanceerd werd door Natuurpunt<br />

Oost-Brabant.<br />

Drie essentiële voorwaarden moesten ingelost worden om die ambitieuze doelstelling<br />

te realiseren: een grondige studie van de ecohydrologische mogelijkheden en<br />

mogelijkheden tot natuurherstel, overleg tussen alle betrokkenen en de inzet van de<br />

nodige middelen en personeel. <strong>Het</strong> nieuwe instrument natuurinrichting, waarbij de<br />

ervaring van de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Landmaatschappij</strong> met inrichting van de open ruimte kon<br />

ingezet worden, was daarvoor het geknipte instrument. <strong>Het</strong> <strong>Vinne</strong> werd zo het eerste<br />

natuurinrichtingsproject in Vlaams-Brabant.<br />

Eigen aan zo’n project is dat er een comité met vertegenwoordigers vanuit verschillende<br />

sectoren wordt opgericht dat mee beslist over de inrichtingsvisie en de concrete<br />

maatregelen. Daarnaast wordt ook met andere betrokkenen intensief overlegd. Dit<br />

maakt dat vanuit verschillende invalshoeken gewerkt werd aan een breed gedragen<br />

visie voor het gebied. Die werkwijze vergde de nodige tijd, maar was globaal verrijkend<br />

voor het project, zeker door de bereidwillige medewerking van alle betrokkenen<br />

en de vlotte samenwerking.<br />

Met dit natuurinrichtingsproject werd in <strong>Het</strong> <strong>Vinne</strong> een ware gedaanteverwisseling gerealiseerd.<br />

De natuurwaarde van het gebied is nu reeds sterk toegenomen: verschillende<br />

levensgemeenschappen gebonden aan open water beginnen zich te ontwikkelen<br />

en de watervogels vinden weer de weg naar <strong>Het</strong> <strong>Vinne</strong>. Samen met verschillende<br />

betrokken deskundigen wordt nu nog gewerkt aan een beheersplan voor het gebied,<br />

zodat er een goede basis gelegd wordt voor de uitvoering en opvolging van het toekomstig<br />

beheer dat de natuurwaarden van <strong>Het</strong> <strong>Vinne</strong> verder zal versterken.


Hoe kijkt de provincie Vlaams-Brabant aan tegen het natuurinrichtingsproject het <strong>Vinne</strong>?<br />

De provincie was er al enige tijd van overtuigd dat het <strong>Vinne</strong> enorme natuurmogelijkheden<br />

herbergde. Overleg met Aminal, afdeling Natuur leerde dat het Vlaams Gewest<br />

werkte aan een manier om - in uitvoering van het decreet op het natuurbehoud<br />

- grootschalige natuurontwikkelingsprojecten te realiseren op terreinen van derden.<br />

<strong>Het</strong> instrument natuurinrichting was dan ook een zegen voor het provinciedomein.<br />

Als enige eigenaar binnen de projectperimeter kon de provincie bovendien van de<br />

verkorte procedure gebruikmaken. De plannings- en uitvoeringstermijnen werden<br />

daardoor relatief beperkt gehouden.<br />

In de schoot van het projectcomité kreeg het project concreet vorm en werd de uitvoering<br />

opgevolgd. Daarbij kon een beroep gedaan worden op de deskundigheid van<br />

verschillende actoren inzake natuur. De ervaring van de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Landmaatschappij</strong><br />

met de uitvoering van inrichtingsprojecten was bepalend voor de relatief vlotte uitvoering.<br />

De werking van het projectcomité kent nu een vervolg in de beheerscommissie<br />

die de planning en opvolging van het natuurbeheer voor haar rekening neemt. Zo<br />

wordt de resultaatgerichte aanpak geconcretiseerd en worden de doelstellingen van<br />

het natuurinrichtingsproject bewaakt.<br />

<strong>Het</strong> natuurinrichtingsproject zorgde voor een bundeling van middelen en deskundigheid<br />

die leidden tot het herstel van een voor Vlaanderen unieke situatie. De dynamiek<br />

die daaruit ontstond, wordt door het provinciebestuur aangegrepen om het provinciedomein<br />

verder te ontwikkelen als een toeristisch-recreatieve poort tot de regio, met<br />

hoofdfunctie natuur.<br />

Hoe kijkt de stad Zoutleeuw aan tegen het natuurinrichtingsproject het <strong>Vinne</strong>?<br />

“<strong>Het</strong> <strong>Vinne</strong>,130 ha groot provinciedomein, paradijs voor natuurliefhebbers en wandelaars<br />

en vertrekpunt voor verscheidene fietsroutes”.<br />

Die beschrijving wordt zeer dikwijls gebruikt door de toeristische dienst van de stad<br />

Zoutleeuw om het provinciaal domein te promoten aan de ruim 17 000 toeristen die<br />

Zoutleeuw jaarlijks bezoeken.<br />

Inderdaad, nu de herinrichting voltooid is, vormt <strong>Het</strong> <strong>Vinne</strong> de ideale combinatie van<br />

natuur- en cultuurbeleving en dit in dezelfde stad.<br />

De toeristische mogelijkheden zijn legio: denken we maar aan de begeleide natuurwandelingen<br />

voor scholen, de openluchtspeeltuin, de mooie wandelpaden, de neerhofdieren,<br />

de ruime parkeermogelijkheden, de fietsenverhuur en uiteraard de bistro.<br />

De bouw van de sterrenwacht vervolledigt de afwerking van het domein en draagt<br />

mee bij tot de verdere uitbouw van de toeristische uitstraling van onze stad.<br />

Zo ziet u maar, Zoutleeuw is niet alleen een snuifje historische pracht maar tevens<br />

een waardevol gebied voor natuurrecreatie.<br />

29


Natuurinrichting, wat is dat?<br />

Natuurinrichting wil gebieden op zo’n manier inrichten dat de natuur<br />

er alle kansen krijgt om voort te bestaan, te herstellen of te ontwikkelen.<br />

Dat is niet vanzelfsprekend, want soms belemmert de bestaande<br />

toestand de behouds- of groeikansen van natuur. Bebouwing, wegen,<br />

de manier waarop de gronden worden gebruikt of de waterhuishouding<br />

kunnen de leefwereld van planten en dieren verstoren of bedreigen.<br />

Om de natuur in die gevallen een handje te helpen heeft de <strong>Vlaamse</strong><br />

regering het instrument natuurinrichting in het leven geroepen. Om de<br />

natuur beter in te richten beschikken we nu in Vlaanderen over een<br />

brede waaier van mogelijkheden. Uit die mogelijkheden kiest men voor<br />

elk project die maatregelen die het best geschikt zijn om het project te<br />

realiseren.<br />

Zo kan natuurinrichting het wegenpatroon aanpassen of wegen van een<br />

andere verharding voorzien. Of natuurinrichting kan verkeer in het natuurgebied<br />

ontraden, zodat broedgebieden de stilte en de rust krijgen<br />

die de broedende vogelsoorten daar nodig hebben. Of het kan maatregelen<br />

nemen die de verplaatsing van dieren en de verspreiding van<br />

planten vergemakkelijken. Bij grondwerken in het kader van natuurinrichting<br />

kunnen poelen gegraven, de bodemlaag afgegraven of leefgebieden<br />

voor fauna en flora hersteld worden. Door eigendom of gebruik<br />

van percelen te ruilen kan natuurinrichting oplossingen aanreiken voor<br />

situaties waar bijvoorbeeld landbouw of bebouwing in een natuurgebied<br />

een probleem vormen.<br />

Natuurinrichting werkt binnen de grenzen van een afgebakend gebied.<br />

De gebieden die voor natuurinrichting in aanmerking komen, zijn groengebieden.<br />

Ze hebben als bestemming o.a. natuur- of bosgebied of liggen<br />

in het Vlaams Ecologisch Netwerk.<br />

Om een natuurinrichtingsproject te realiseren is er een hele procedure<br />

uitgewerkt. Bij die procedure is er natuurlijk ook overleg. Verschillende<br />

partners worden bij het project betrokken. De bevolking krijgt inspraak<br />

bij openbare onderzoeken, via persberichten of informatiekrantjes die in<br />

het gebied worden verspreid.<br />

Een nieuw meer? Ja, maar ...<br />

30<br />

Toen de plannen voor een nieuw <strong>Vinne</strong> werden ontvouwd, hadden heel wat mensen<br />

nogal wat vragen. Begrijpelijk ook, want de omvorming van bos naar meer zou een<br />

grote impact hebben op de manier van wonen, werken en leven rond het <strong>Vinne</strong>. En<br />

water trekt mensen niet alleen aan voor de rust en het genieten. <strong>Het</strong> maakt mensen<br />

ook een beetje bang. Daarom hebben we de realisatie van het natuurinrichtingsproject<br />

van in den beginne altijd heel open gespeeld. <strong>Het</strong> project haalde regelmatig de<br />

pers en vanaf de eerste plannen tot en met de eindafwerking informeerden we de<br />

inwoners van Zoutleeuw en de mensen uit de ruime omgeving met verschillende<br />

informatiekrantjes en persberichten. Dat er toch nog vragen kwamen, was normaal.<br />

Een overzichtje van de belangrijkste vragen.


Is er hinder door de hogere waterstand?<br />

<strong>Het</strong> natuurinrichtingscomité heeft het<br />

nieuwe waterpeil zodanig bepaald<br />

dat niemand buiten het projectgebied<br />

daar negatieve gevolgen van<br />

ondervindt. Die keuze is gebaseerd<br />

op gegevens van een volledige opmeting<br />

van het domein en de studie<br />

van de waterhuishouding van<br />

het <strong>Vinne</strong>. Zelfs als het heel hard<br />

zou regenen, kan het meer hooguit<br />

een halve meter stijgen. Ook bij een<br />

dergelijke hoge waterstand komt er<br />

geen enkel gebouw in gevaar. In de<br />

randzone van het meer zijn peilbuizen<br />

geplaatst waarmee het grondwaterpeil<br />

permanent gevolgd wordt.<br />

Zullen er geen muggen zitten?<br />

Muggen ontwikkelen zich vooral in<br />

stilstaand water, zoals een plas of<br />

een regenton en waar geen muggeneters<br />

als libellen, vleermuizen,<br />

zwaluwen of kikkers aanwezig zijn.<br />

De wind heeft vrij spel over goed 60<br />

ha open water waardoor het wateroppervlak<br />

lichtjes zal golven, wat<br />

muggen helemaal niet fi jn vinden.<br />

Bovendien hopen we dat ook de<br />

libellen massaal het <strong>Vinne</strong> zullen<br />

ontdekken. Zij zullen dan voor een<br />

natuurlijk evenwicht zorgen.<br />

Zal het water niet stinken?<br />

Wat gebeurde er met de Galloways en<br />

de reeën in het domein?<br />

De Galloways verhuisden tijdens<br />

de werken naar nieuwe begrazingszones<br />

in het noorden en het<br />

zuiden van het domein. Doordat<br />

er slechts een Galloway per<br />

hectare graasde, hadden de<br />

dieren genoeg eten en moesten<br />

ze niet bijgevoederd worden.<br />

De reeën waren talrijk in<br />

het vroegere <strong>Vinne</strong>. Door<br />

het meer verloren ze een<br />

stukje van hun toevluchtsoord,<br />

maar in de randzone<br />

blijft nog meer dan genoeg<br />

bos over waar ze terechtkunnen.<br />

Water begint te stinken wanneer er veel organisch afval in terechtkomt.<br />

Dat organisch materiaal rot onder water. Doordat er geen<br />

aanvoer van zuurstof is, worden onaangename gassen geproduceerd.<br />

Die gassen blijven grotendeels in de bodem zitten. Pas als<br />

die bodem omgewoeld wordt of boven water wordt gehaald, komen<br />

de gassen vrij en verspreiden ze een rottingsgeur. De bodem<br />

van het meer blijft rustig waar hij is, waardoor er dus geen rottingsgassen<br />

kunnen ontsnappen. <strong>Het</strong> water zal dus niet stinken.<br />

Hoe kan het kappen van bomen hand in hand gaan<br />

met een natuurinrichtingsproject?<br />

De bomen die gekapt werden, waren populieren<br />

die begin vorige eeuw door Union Allumettière<br />

(lucifersproducent) aangeplant waren. Door<br />

hun geringe natuurwaarde hoorden ze niet echt<br />

thuis in een natuurgebied. Bovendien stonden<br />

ze op de bodem van het enige natuurlijke meer<br />

van Vlaanderen. Na de aanpassingswerken in<br />

het <strong>Vinne</strong> bestaat het gebied uit een natuurlijk<br />

meer (+/- 60 ha) en 60 ha natuurlijk bos.<br />

31


Ministerie van de<br />

<strong>Vlaamse</strong> Gemeenschap<br />

afdeling Natuur<br />

september 2003<br />

maart 2004<br />

augustus 2004<br />

mei 2005<br />

ZOUTLEEUW

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!