Hypospadie-operatie - Isala Klinieken
Hypospadie-operatie - Isala Klinieken
Hypospadie-operatie - Isala Klinieken
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Hypospadie</strong>-<strong>operatie</strong><br />
Uw behandelende kinderuroloog heeft met u gesproken over<br />
een hypospadie-<strong>operatie</strong> bij uw zoon. In deze brochure vindt u<br />
informatie over de aandoening, de <strong>operatie</strong>, de gang van zaken<br />
rondom de <strong>operatie</strong> en de verzorging na de <strong>operatie</strong>.
Wat is een hypospadie?<br />
Dit is bij jongens een van de meest voorkomende aangeboren<br />
af wijkingen van het mannelijke geslachtsorgaan. <strong>Hypospadie</strong> komt<br />
bij één op de tweehonderd jongens voor. Bij één op de drie kinderen is<br />
er duidelijk sprake van hypospadie in de familie (vader, opa, broertjes,<br />
neefjes). Zeer zelden is er een voorgeschiedenis van DES-gebruik (bij<br />
oma); DES werd tot begin jaren zeventig gezien als een zwanger schaps-<br />
bevorderend middel.<br />
<strong>Hypospadie</strong> is een relatief onschuldige aandoening waarbij de plas-<br />
buis niet uitmondt aan de top van de penis, maar aan de onder zijde<br />
van de penis. Bijna altijd is de voorhuid niet gesloten, maar gespleten.<br />
Uw kind kan hierdoor plasproblemen krijgen als hij staand plast.<br />
Hij heeft dan geen controle over de plasrichting van de straal. De<br />
abnormale opening kan op iedere plaats aan de onderzijde van de<br />
penis voorkomen, zelfs in de balzak. Hoe verder de opening naar<br />
beneden zit (richting de balzak), des te groter is de kans op kromstand<br />
van de penis. De oorzaak van deze kromming is littekenachtig weefsel<br />
(chorda) op de zwellichamen van de penis. De oorzaak voor hypospadie<br />
is meestal onduidelijk. Wat een rol kan spelen zijn o.a. erfelijke<br />
factoren, onvoldoende hormonale stimulatie van het penisweefsel<br />
tijdens de zwangerschap en een groeiachterstand van het kind tijdens<br />
de zwanger schap.<br />
1
2<br />
Indeling van hypospadie<br />
<strong>Hypospadie</strong> wordt vaak ingedeeld in hoog, midden en laag, hetgeen<br />
verwijst naar de plaats waar de plasbuis uitmondt, zie de afbeelding.<br />
Schematische weergave van een hypospadie waar de plasbuis kan uitmonden<br />
in het traject van eikel tot balzak.
Behandeling<br />
De enige behandeling voor een hypospadie is een <strong>operatie</strong>. De <strong>operatie</strong><br />
gebeurt bij voorkeur als uw kind tussen 12 en 18 maanden oud is. Het<br />
voordeel hiervan is dat kinderen dan nog nauwelijks doorhebben wat<br />
er gebeurt en daardoor (psychologisch) weinig last hebben van de<br />
<strong>operatie</strong> en alles eromheen. Het doel van de <strong>operatie</strong> is dat de penis<br />
van uw zoon normaal kan functioneren. Dit betekent normaal staand<br />
plassen als hij zindelijk is, later normaal seksueel functioneren met<br />
een rechte erectie en er cosmetisch zo normaal mogelijk uitzien.<br />
Soms is er te weinig penishuid aangelegd om de <strong>operatie</strong> goed uit te<br />
voeren. Dit komt vooral voor bij de ernstigere vormen van hypospadie.<br />
In dat geval kan de kinderuroloog voordat hij gaat opereren, eerst de<br />
penishuid laten groeien met behulp van hormoonzalf met mannelijk<br />
geslachtshormoon (testosteron).<br />
Overigens is het medisch gezien het niet altijd nodig om een hypo-<br />
spadie te behandelen. Vooral bij heel lichte vormen van hypospadie<br />
wordt soms in overleg besloten om niet te opereren.<br />
3
4<br />
Voorbereiding op de ingreep<br />
Anesthesie (verdoving)<br />
Na het gesprek met de kinderuroloog maakt de secretaresse voor u een<br />
afspraak bij de polikliniek Anesthesiologie. Het formulier ‘Pre<strong>operatie</strong>f<br />
anamnese kinderen’ dat u meekrijgt, moet u thuis invullen en<br />
meenemen naar de afspraak bij de anesthesioloog. Daar wordt verder<br />
de gang van zaken rondom de anesthesie (verdoving) met u besproken.<br />
Meer informatie hierover kunt u ook lezen in de folder over anesthesie<br />
die u heeft gekregen van de secretaresse van de kinderuroloog.<br />
Opnamedatum<br />
Ongeveer een week voor de <strong>operatie</strong> krijgt u van de plannings-<br />
functionaris die de opname regelt, een telefoontje. U krijgt te horen<br />
wanneer, hoe laat en op welke afdeling uw zoon wordt opgenomen.<br />
Ook hoort u vanaf welk tijdstip uw zoon nuchter moet zijn. Bent u<br />
telefonisch niet bereikbaar, dan wordt u schriftelijk geïnformeerd.<br />
Kennismaking met de afdeling<br />
Na het gesprek met de kinderuroloog krijgt u ook een informatie-<br />
brochure mee over de Amalia kinderafdeling en een folder over de<br />
mogelijkheid een kennismakingsbezoek te brengen aan de Amalia<br />
kinderafdeling.
Operatie<br />
Bij een hypospadie kan de uroloog verschillende <strong>operatie</strong>technieken<br />
toepassen. De uitgebreidheid van de <strong>operatie</strong> wordt bepaald door de<br />
plaats van de plasopening en door de mate waarin tijdens een erectie<br />
een verkromming van de penis plaatsvindt. Bij ernstige vormen kan<br />
het nodig zijn de correctie over twee <strong>operatie</strong>s te verdelen met een<br />
tussentijd van zes tot twaalf maanden. Als de kinderuroloog verwacht<br />
dat dit het geval is, dan zal hij dit al bij het eerste poliklinisch bezoek<br />
met u bespreken.<br />
Tijdens de <strong>operatie</strong> wordt zonodig gecontroleerd of de penis bij<br />
een erectie recht staat. Is dit niet het geval, dan wordt eerst de ver-<br />
kromming opgeheven. De plasbuis wordt daarna pas hersteld, zodat de<br />
opening zo veel mogelijk op de normale plaats komt te liggen.<br />
Voorhuidreconstructie<br />
In een aantal gevallen is het mogelijk de voorhuid volledig te<br />
herstellen. De kinderuroloog overlegt dit van tevoren met u. Als de<br />
situatie van uw kind het toelaat, wordt de keuze voor het herstellen<br />
van de voorhuid of de verwijdering hiervan (besnijdenis) met u<br />
besproken.<br />
Herstel van de voorhuid is lang niet altijd mogelijk, bijvoorbeeld als er<br />
te weinig huidaanleg is of als de voorhuid gebruikt moet worden bij<br />
het herstel van de plasbuis. Of de voorhuid hersteld kan worden, kan<br />
pas tijdens de <strong>operatie</strong> definitief worden beoordeeld.<br />
5
6<br />
Afvoer van de urine<br />
Omdat de nieuwe plasbuis waterdicht moet genezen, brengt de<br />
kinder uroloog een katheter (splint) via de plasbuis in de blaas. De<br />
katheter zorgt voor de afvoer van de urine tijdens het genezingsproces.<br />
Bij kinderen die nog niet zindelijk zijn, druppelt de urine via het<br />
splintje in de luier. Bij zindelijke kinderen wordt een splintje ingehecht<br />
dat de nieuwe plasbuis openhoudt. Bij weinig, ingewikkelde<br />
procedures wordt op een eenvoudige wijze een katheter via de buik-<br />
wand ingebracht. De blaas loopt dan leeg via deze katheter. Aan deze<br />
katheter wordt een urine opvangzak gekoppeld. Het voordeel van deze<br />
katheter boven een katheter door de penis is dat de katheter niet drukt<br />
op een wond in de plasbuis die moet genezen.<br />
Na de <strong>operatie</strong><br />
In principe mag uw zoon naar huis als het verband is verwijderd.<br />
Afhankelijk van de uitgebreidheid van de ingreep kan dit na één of<br />
twee dagen zijn. De splint of buikkatheter wordt pas na zeven tot tien<br />
dagen verwijderd. Wanneer dit gebeurt, wordt u zoon ter observatie<br />
opgenomen om te controleren of hij een aantal malen goed heeft<br />
uitgeplast.
Verzorging na de <strong>operatie</strong><br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Zolang uw zoon verband en/of een katheter (splint) heeft, mag hij<br />
niet op zijn buik over de grond schuiven, lopen of fietsen. U mag<br />
hem wel in een buggy of wandelwagen vervoeren.<br />
Draagt uw zoon luiers, dan krijgt hij één en soms twee luiers om,<br />
zoals u tijdens de opname heeft geleerd. Alleen oudere kinderen<br />
die volledig zindelijk zijn, krijgen een katheterzak die aan het been<br />
of naast het bed wordt vastgemaakt. Zorg ervoor dat de zak altijd<br />
lager hangt dan de blaas.<br />
Het is verstandig de natte luier vaker dan normaal te verwisselen,<br />
omdat dit de kans op irritatie en infectie verkleint.<br />
Wanneer uw kind ontlasting heeft gehad, moet u de luier direct<br />
verschonen. De ontlasting kunt u met oliedoekjes voorzichtig<br />
verwijderen. Wanneer er ontlasting in de splint blijft zitten, dan<br />
moet u contact opnemen met de polikliniek Urologie, omdat de<br />
ontlasting de splint kan verstoppen en uw zoon daardoor langs de<br />
splint plast, wat niet de bedoeling is.<br />
Het is zinvol om uw kind goed te laten drinken, zodat hij goed kan<br />
plassen.<br />
De urine moet druppelsgewijs uit de katheter komen. Het is<br />
belangrijk dat u dit af en toe controleert. Uw zoon mag gewoon op<br />
zijn buik slapen als hij dit gewend is.<br />
Zolang het verband er nog omheen zit, mag uw zoon niet onder<br />
de douche of in bad. Als het verband eraf is, maar de katheter er<br />
nog in zit, mag hij wel douchen, maar niet langer dan maximaal<br />
5 minuten. Dit wordt bij het verwijderen van het verband met u<br />
besproken.<br />
Het kan zijn dat de hechtingen van de splint loslaat of dat de splint<br />
uitvalt. Neem in dit geval contact op met de diensdoend uroloog. In<br />
veel gevallen zal besloten worden de splint opnieuw in te brengen en<br />
weer vast te hechten.<br />
7
8<br />
Wanneer contact opnemen?<br />
Het is raadzaam om contact met de urologie op te nemen wanneer:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
de katheter niet goed druppelt<br />
uw kind koorts krijgt<br />
er ontlasting in de katheter komt<br />
de pijn niet verdwijnt, na het gebruikt van paracetamol<br />
de wond er rood uitziet<br />
er bloed uit de wond komt<br />
het wondgebied gaat zwellen<br />
de wond rood, warm en pijnlijk wordt (dit wijst op een ontsteking)<br />
het wondgebied gaat wijken (gapen)<br />
uw kind drie dagen na het verwijderen van de katheter pijn houdt<br />
bij het plassen<br />
er onvoldoende urineproductie is. In dat geval heeft uw kind een<br />
volle blaas. Dit kunt u controleren door te voelen of de onderbuik<br />
hard is.
Medicijnen<br />
Dridase (Oxybutinine)<br />
Het kan zijn dat uw zoon last krijgt van blaaskrampen. Daarom wordt<br />
dit drankje uit voorzorg voorgeschreven. Dit moet u standaard drie<br />
maal per dag geven in de aangegeven dosering.<br />
Let op ! Stop de Dridase (Oxybutinine) op de dag dat het splintje of de<br />
blaaskatheter wordt verwijderd.<br />
Antibiotica<br />
Omdat de kans groot is dat uw zoon tijdens de behandeling met de<br />
splint een urineweginfectie heeft ontwikkeld, zal de dag vóór het<br />
verwijderen van de splint in de regel worden begonnen met een<br />
drankje met antibiotica om de infectie te behandelen.<br />
Pijnmedicatie<br />
Het kan zijn dat uw zoon de eerste dagen nog pijn heeft. Daarom is het<br />
belangrijk dat u hem medicijnen tegen de pijn geeft. Overleg met de<br />
arts wat u hiervoor mag gebruiken.<br />
9
10<br />
Verzorging na verwijderen van<br />
verband en katheter<br />
Voor een goede genezing is het belangrijk dat u op onderstaande<br />
zaken let gedurende de periode tot het eerste polikliniekbezoek na de<br />
<strong>operatie</strong>. Dit bezoek vindt doorgaans 4 tot 6 weken na ontslag plaats.<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Uw kind mag dagelijks onder de douche. Aan te bevelen is lauw tot<br />
warm water met wat zachte zeep of babyshampoo. De douchebeurt<br />
mag niet langer dan 5 minuten duren.<br />
Het geopereerde gebied kunt u droog deppen of ‘aan de lucht’ laten<br />
drogen.<br />
De basis van de penis (in de plooi) kunt u eventueel schoonmaken<br />
met oliedoekjes,<br />
Wanneer uw kind nog niet zindelijk is, kunt u hem na de ontlasting<br />
zonodig een keer extra wassen of douchen.<br />
Uw kind moet voorzichtig aan doen, zodat hij het geopereerde<br />
gebied niet stoot of erop valt.<br />
Uw kind mag niet sporten, zwemmen, fietsen (ook geen loopfietsje)<br />
en niet in een fietsstoeltje.<br />
Uw kind mag gewoon naar het kinderdagverblijf, de<br />
peuterspeelzaal of naar school.<br />
Het is zinvol om uw kind goed te laten drinken, zodat hij goed kan<br />
uitplassen.
Complicaties<br />
Bij iedere <strong>operatie</strong> kunnen complicaties voorkomen, zo ook bij een<br />
hypospadie-<strong>operatie</strong>. Meestal verloopt deze <strong>operatie</strong> echter zonder<br />
problemen. Bij ongeveer één op de vijf kinderen is een vervolg<strong>operatie</strong><br />
nodig. De kans op complicaties is bij een ernstige vorm van hypospadie<br />
groter dan bij een lichte vorm. Complicaties kunnen nog optreden<br />
tijdens de gehele groeifase van uw zoon, maar het grootste deel treedt<br />
vrij kort na de <strong>operatie</strong> al op. De meest voorkomende complicaties zijn:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Fistel: dit is een lekkage van de (nieuwe aangelegde) plasbuis,<br />
meestal op de plaats waar de plasbuis vóór de <strong>operatie</strong> eindigde.<br />
Uw kind plast dan meestal uit twee openingen maar heeft hiervan<br />
geen last.<br />
Vernauwing van de plasbuis: het plassen kan hierdoor moeizaam<br />
gaan, met een slechte straal (loslaten en openspringen van de<br />
gereconstrueerde voorhuid en/of eikel). Dit gebeurt meestal in de<br />
eerste weken na de <strong>operatie</strong>, waarschijnlijk omdat er te weinig<br />
wondgenezende stoffen in het weefsel aanwezig zijn.<br />
Wondinfectie: zoals bij iedere <strong>operatie</strong> kan er een infectie optreden.<br />
Vaak is dit met antibiotica te behandelen. Bij ernstigere infecties<br />
kan soms de nieuw aangelegde plasbuis weer openvallen en zal er<br />
later opnieuw geopereerd moeten worden.<br />
11
12<br />
Tot slot<br />
Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen, aarzel dan niet<br />
om die met de kinderuroloog te bespreken. Het kan handig zijn uw<br />
vragen van tevoren op papier te zetten. Ook kunt u de website van de<br />
patiëntenvereniging raadplegen. De gegevens vindt u hieronder.<br />
Trefpunt <strong>Hypospadie</strong> (Patiëntenvereniging)<br />
Postbus 412<br />
5800 AK Venray<br />
e-mail: info@hypospadie.nl<br />
www.hypospadie.nl<br />
<strong>Isala</strong> klinieken<br />
Locatie Weezenlanden<br />
Polikliniek Urologie<br />
Groot Wezenland 20<br />
8011 JW Zwolle<br />
t (038) 424 27 40<br />
Verantwoording<br />
Deze tekst is opgesteld door de vakgroep Urologie in samenwerking 0610<br />
/<br />
met de stafdienst Concerncommunicatie van de <strong>Isala</strong> klinieken. 5889
www.isala.nl