Taalbendeverhaal 4de leerjaar - Plantyn
Taalbendeverhaal 4de leerjaar - Plantyn
Taalbendeverhaal 4de leerjaar - Plantyn
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
5<br />
10<br />
15<br />
20<br />
25<br />
LES 4 Zie hier: de bende!<br />
Sander<br />
‘En? Lukt het een beetje, Mattias?’ vraagt Senne.<br />
Mattias veegt het zweet van zijn voorhoofd en<br />
krabt in zijn blonde krullenbol.<br />
‘Ik hoop het’, antwoordt de bolleboos. ‘De batterij is<br />
alvast sterk genoeg en de draden zijn juist aangesloten.<br />
Ik wacht nog even tot Broes die ook, boven<br />
in de hut, aan het alarm heeft gekoppeld.’<br />
Hij staat op en kijkt vol spanning naar omhoog.<br />
‘Klaar, Broes?!’ roept hij.<br />
Broes steekt zijn ronde hoofd met zijn ros stekelhaar<br />
door een van de vensters van de boomhut.<br />
‘Oké!’ duimt de dikkerd.<br />
‘Mooi zo’, knikt Mattias.<br />
Hij hurkt neer bij de schakelaar.<br />
‘Wacht’, zegt Senne. ‘Ik vind dat een van de meisjes<br />
dit moet doen.’<br />
Miete en Loes komen er nieuwsgierig bij staan.<br />
‘Wat moeten we doen, Senne?’, vraagt Miete.<br />
‘Het alarm van onze boomhut in werking stellen.’<br />
‘Oké’, knikt Miete. ‘Aan jou de eer, Loes.’<br />
Loes drukt op de schakelaar.<br />
Er gebeurt niets.<br />
‘Morrel eens aan de deur, Broes!’, roept Mattias.<br />
Broes trekt aan de deurklink.<br />
‘Whiiiwhiii!’ klinkt het oorverdovend.<br />
‘Yes! Gelukt!’, juicht Mattias.<br />
Het schrille geluid doet pijn aan de oren.<br />
‘Zet dat maar snel weer af!’, schreeuwt Broes met<br />
zijn vingers in zijn oren.<br />
Zijn stekelhaar staat nog veel meer overeind.<br />
Loes drukt weer op de schakelaar.<br />
Het wordt weer heerlijk stil in het Biezebos.<br />
‘Oef’, zucht Broes.<br />
‘Zo’, knikt Senne opgelucht. ‘Dit zal hopelijk – ongewenste<br />
– bezoekers op een afstand houden.’<br />
De vijf bendeleden gaan in het gras onder de<br />
boomhut zitten.<br />
‘Jammer dat de vakantie gedaan is’, vindt Broes.<br />
‘Nou, ik vind school ook best leuk’, zegt Mattias. ‘De<br />
juf van de vierde klas lijkt me wel een toff e.’<br />
‘Ja, haar lief, Borre, die bodybuilder, woont vlak<br />
naast ons.’<br />
‘Ik ga jullie en de hut heel erg missen’, pruilt Miete.<br />
Ze kijkt triest naar Senne.<br />
‘Kom je tijdens de herfstvakantie weer bij je tante<br />
Teljora logeren, Miete?’, vraagt Loes.<br />
‘Ja, maar dat is nog twee maanden!’<br />
‘Kom je tussendoor ook niet eens een weekendje<br />
naar Kruisem?’, hoopt Senne.<br />
‘Dat ga ik zeker proberen’, belooft Miete.<br />
Ze kijkt op haar horloge.<br />
‘Oeps, ik moet ervandoor. Mams en paps komen me<br />
om vijf uur ophalen. Nou, het beste morgen, iedereen!’<br />
‘Jij ook, Miete!’, antwoorden Broes, Mattias en Loes<br />
in koor.<br />
‘Wacht, Miete! Ik ga met je mee!’, zegt Senne.<br />
Hij veert op en loopt Miete achterna. De andere<br />
morrelen: aan iets peuteren, proberen te bewegen<br />
schril: schel, pijnlijk aandoend<br />
de bodybuilder: persoon die krachtoefeningen doet waardoor de spieren zichtbaarder worden<br />
30<br />
35<br />
40<br />
45<br />
50<br />
55<br />
5
6<br />
60<br />
65<br />
70<br />
75<br />
80<br />
85<br />
bendeleden wisselen een blik en glimlachen.<br />
De speelplaats loopt al aardig vol, wanneer Senne<br />
en Broes de volgende ochtend de schoolpoort<br />
binnenlopen.<br />
‘Hallo!’, groet Mattias. ‘Gisteren lekker afscheid<br />
genomen van Miete, Senne?’<br />
De blonde krullenbol knipoogt schalks naar Broes.<br />
‘Hè, wie is die nieuweling daar in de hoek van de<br />
speelplaats?’, verandert Senne snel van onderwerp.<br />
‘Geen idee’, antwoordt Loes, die zich nu ook bij het<br />
drietal voegt. ‘Hij staat daar al de hele tijd stilletjes<br />
in z’n eentje.’<br />
De schoolbel rinkelt. Zachtjes.<br />
‘Nou, onze alarmbel doet het toch een stuk beter,<br />
niet?’ glundert Mattias trots.<br />
tript<br />
schalks: ondeugend grappig, guitig<br />
glunderen: opgewekt kijken<br />
trippen: kleine stapjes maken
90<br />
95<br />
100<br />
105<br />
110<br />
‘Nou, onze nieuwe klasgenoot is ook niet van de<br />
snelste’, grapt Broes. ‘Als die bonenstaak...’<br />
‘Die “bonenstaak” heet Sander’, wijst juf Sofi e de<br />
spotvogel terecht. Ze werpt Broes een berispende<br />
sprietige nieuwkomer.<br />
‘Sander is doof. Vandaar dat hij daarnet de bel niet<br />
heeft gehoord. Voor de rest is hij even normaal ... of<br />
abnormaal als jullie.’<br />
‘Haha!’ lacht Loes.<br />
‘Ik ben er zeker van dat jullie allemaal goeie maatjes<br />
worden met Sander.’<br />
‘Kan hij dan niet verstaan wat wij zeggen, juf?’ wil<br />
Broes weten.<br />
‘Toch wel, hij kan liplezen en verstaat ook gebarentaal.’<br />
‘Wel vervelend voor hem dat hij de bel niet kan<br />
horen’, vindt Senne.<br />
de bonenstaak: lange, magere persoon sprietig: erg dun, mager<br />
de spotvogel: iemand die met anderen spot<br />
berispen: streng toespreken, een standje geven<br />
115<br />
120<br />
125<br />
130<br />
7