dr. P. Olsthoorn, docent NLDA. - Nederlandse Officieren Vereniging
dr. P. Olsthoorn, docent NLDA. - Nederlandse Officieren Vereniging
dr. P. Olsthoorn, docent NLDA. - Nederlandse Officieren Vereniging
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Carré 4 - 2009 pagina 26<br />
Welke deugden?<br />
Het voordeel van Aristoteles deugdethiek is duidelijk: je kunt<br />
je deugden eigen maken, je bent geen willoos slachtoffer van je<br />
aangeboren neigingen. Een ander voordeel van de deugdethiek<br />
is dat het een ideaal stelt en daarmee aanzet tot het goede,<br />
terwijl een ethiek gebaseerd op plichten of regels zoals gezegd<br />
vooral een minimum aangeeft en je vooral weerhoudt van het<br />
slechte. Deze twee eigenschappen maken dat deze deugdethiek<br />
volgens sommigen zeer geschikt is als basis voor het ethiekonderwijs<br />
aan militairen. De meeste krijgsmachten en militaire<br />
academies baseren het ethiekonderwijs er dan ook op, waaronder<br />
de <strong>Nederlandse</strong> Defensie Academie (<strong>NLDA</strong>).<br />
Dat neemt niet weg dat de consensus dat de deugdethiek de<br />
beste grondslag vormt voor het ethiekonderwijs wat voorbarig<br />
lijkt. Er zijn een aantal belangrijke vragen waar gemakshalve<br />
nogal eens aan wordt voorbijgegaan. De belangrijkste: welke<br />
deugden moeten worden onderwezen? In de meeste deugdenlijstjes<br />
van de verschillende krijgsmachten staan deugden<br />
centraal die de militaire effectiviteit vergroten, zoals moed,<br />
discipline, loyaliteit en gehoorzaamheid. Het zijn ‘functionele<br />
deugden’ die gericht zijn op het vergroten van de militaire effectiviteit<br />
en die militairen daarom graag bij elkaar zien. De vraag is<br />
of vandaag de dag nog steeds vooral deze traditionele deugden<br />
nodig zijn, of dat er tegenwoordig ook behoefte is aan andere<br />
deugden die minder intern gericht zijn 4) .<br />
Gesteld nu dat duidelijk is welke deugden moeten worden<br />
onderricht, dan dient zich een volgende, veel praktischer vraag<br />
aan: in hoeverre zijn deugden opleidbaar en zo ja, hoe dat zou<br />
moeten gebeuren? Iedereen verwijst naar Aristoteles als het<br />
gaat om het onderwijzen van deugden, maar die beweerde nu<br />
juist dat louter kennis van een deugd niet leidt tot het bezit van<br />
die deugd. Een deugd ontwikkel je zoals gezegd door te doen<br />
en daarvoor is een academisch curriculum natuurlijk minder<br />
geschikt. Regels zijn wel bij te brengen in een klaslokaal, maar<br />
hoe daar deugden aan te leren? Het risico is dat ethiekonderwijs<br />
gestoeld op de deugdethiek neerkomt op onderwijs over<br />
deugden en deugdethiek. Dat is iets anders dan het onderwijzen<br />
van deugden. Met het bestuderen van casus en dilemmatraining<br />
valt ongetwijfeld wel iets te bereiken, maar hoeveel is<br />
ongewis. Mogelijk levert het huidige ethiekonderwijs vooral een<br />
bij<strong>dr</strong>age aan het leren reflecteren op moraal – ook een belangrijke<br />
doelstelling overigens – en dat roept de vraag op hoe doeltreffend<br />
alle inspanningen op dit gebied eigenlijk zijn.<br />
De effectiviteit van het ethiekonderwijs<br />
In tegenstelling tot de meeste militaire academies, heeft de<br />
Britse militaire academie in Sandhurst geen plaats ingeruimd<br />
voor formeel ethiekonderwijs. De achterliggende gedachte is<br />
dat de aspirant-officieren die zich bij Sandhurst melden dat niet<br />
nodig hebben. Dat klinkt aanmatigend, maar daar voert men<br />
ter verdediging aan dat Britse officieren op ethisch gebied geen<br />
slechtere staat van dienst hebben dan die uit andere landen.<br />
Bewijs dat de Britten zich vergissen is er niet en dat brengt ons<br />
bij de vraag naar de effectiviteit van het ethiekonderwijs. Op<br />
dit moment figureren in de curricula van verschillende landen<br />
telkens dezelfde canonieke voorbeelden, zoals dat van helikopterpiloot<br />
Hugh Thompson die in 1968 in My Lai de slachting<br />
van Vietnamese burgers door Amerikaanse militairen stopte,<br />
maar zonder idee of het moreel ge<strong>dr</strong>ag waartoe dat moet inspireren<br />
überhaupt is aan te leren.<br />
Om in die leemte te voorzien is het recent opgerichte Military<br />
Ethics Education Network, een samenwerkingsverband tussen<br />
de militaire academies van onder andere de Verenigde Staten,<br />
het Verenigd Koninkrijk, Israël, Frankrijk, Australië en Nederland,<br />
van plan nog dit jaar aan gezamenlijk een internationaal<br />
vergelijkend survey onderzoek te beginnen naar wat werkt –<br />
en wat niet. Hoewel het duidelijk is dat een dergelijk onderzoek<br />
nodig is, zal het even duidelijk zijn dat de uitvoerbaarheid<br />
nogal wat haken en ogen kent, al is het maar omdat niet<br />
iedere instelling toestemming zal geven. Maar vooral lastig is<br />
de vraag wat en hoe te meten. In feite zijn er twee opties. De<br />
eerste mogelijkheid is meten of ethiekonderwijs aan militairen<br />
hun morele bewustzijn vergroot. Hoewel dat op zichzelf<br />
al lastig genoeg is, is deze variant nog wel uitvoerbaar 5) . Het<br />
nadeel van een dergelijk onderzoek is echter dat het geen uitsluitsel<br />
geeft over wat je eigenlijk wilt weten. De relatie tussen<br />
moreel bewustzijn en moreel ge<strong>dr</strong>ag is zeker niet een op een<br />
en iemand met hoogstaande waarden en normen kan onder<br />
bepaalde omstandigheden tot de verschrikkelijkste dingen in<br />
staat zijn 6) . Of ethiekonderwijs ook het ge<strong>dr</strong>ag beïnvloed weet<br />
je daarom nog steeds niet.<br />
De oplossing voor dat probleem brengt ons bij de tweede optie:<br />
meten of ethiekonderwijs zoals dat in verschillende landen op<br />
verschillende wijzen wordt verzorgd invloed heeft op het ge<strong>dr</strong>ag<br />
van, met name uitgezonden, militairen. Het zal duidelijk zijn wat<br />
hier het probleem is: tot nu toe is er niet het begin van een<br />
antwoord gevonden op de vraag hoe dat kan worden onderzocht,<br />
zeker niet als dat een internationaal vergelijkend onderzoek<br />
moet zijn. Maar zolang dat antwoord er niet is, is strikt<br />
genomen de vraag het ethiekonderwijs daadwerkelijk doet wat<br />
het moet doen niet met zekerheid te beantwoorden.